Alle berichten (2982)

Sorteer op

10897417068?profile=originalNieuws verdwenen onderzeeboot schok voor oud-minister Bussemaker

DEN HAAG - Voor oud-minister Jet Bussemaker is het nieuws over de verdwenen onderzeeboot O 16 een persoonlijk drama. Haar opa Anton Bussemaker voerde het commando over deze onderzeeër.

Jet Bussemaker: „Dit is heel erg. Die boot was het graf.”

„Voor nabestaanden is dit echt een klap”, zegt de voormalige PvdA-bewindsvrouw tegen De Telegraaf. „De O 16 werd in 1995 nog intact gevonden en daarmee was er een graf voor alle bemanningsleden.”

Bussemaker vertelt dat de duikboot, gezonken nadat hij op een Japanse mijn was gevaren, een belangrijke rol speelt in haar familiegeschiedenis. „Mijn vader en zijn broer hebben er nog een herdenking bijgewoond en een bloemenkrans achtergelaten. Het is goed dat mijn vader dit nieuws niet meer hoeft mee te maken.”

Als staatssecretaris van Volksgezondheid en Welzijn (veteranenbeleid) en later als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (maritiem erfgoed) raakte Bussemaker professioneel betrokken bij het dossier. Tijdens een bezoek aan Indonesië kreeg ze daar officieel te horen dat de kruisers Hr.Ms. Java en Hr.Ms. De Ruyter en de torpedobootjager Hr.Ms. Kortenaer waren verdwenen.

Herdenking

Enkele weken later hoorde Bussemaker slecht nieuws wat haar persoonlijk raakt: „Bij de herdenking van de Slag in de Javazee eind februari 2017 kreeg ik signalen van mogelijke grafschennis bij O 16.”

Bij deze herdenking in de Haagse Kloosterkerk hield de toenmalige minister een toespraak waarin ze nog uitvoerig inging op haar familiegeschiedenis. „De slag en de oorlog zijn voorbij. Maar de rimpelingen blijven wij voelen”, zei Bussemaker tijdens de jaarlijkse herdenking om de Slag in de Javazee. „Ik voel ze in de korte, vreselijke boodschap van de stafofficier aan mijn oma en haar drie zoons. Mijn vader – 13 jaar oud – zit op de rand van zijn bed in Surabaya. Het gemis sloeg een levensgroot gat in zijn bestaan. Ik voelde ze toen mijn vader en mijn oom in 1995 het hoge woord mee terugnamen uit Indonesië, samen met het bronzen stuurwiel van de O 16 – mijn opa’s onderzeeër. Ze eerden het oorlogsgraf met een bloemenkrans. Ze zuiverden zijn naam van oude geruchten. Een nieuwe laag, een nieuw perspectief werd toegevoegd aan het verhaal – en aan het gemis.”

De Leidse hoogleraar is geschokt dat het nu officieel een feit is. „Ik ben nu ook gewoon een nabestaande. Dit is heel erg. Het geeft geen rust op deze manier. Die boot was het graf.”

Lees verder…

WIBI emotioneel door samenwerking met MOEDER

Pianist kijkt uit naar vijftigste verjaardag

WIBI emotioneel door samenwerking met MOEDER

10897417087?profile=original


WIBI SOERJADI is momenteel dagelijks te zien in een reclamespotje. Bijzonder is dat hierin ook de moeder van de pianist in beeld komt. Iets wat Wibi ontroert. ,,Mijn moeder is vijfentachtig en niet zo vaak meer bij een optreden. Door hieraan mee te werken, geeft ze me iets prachtigs…’’

Wibi met zijn moeder Floor.



De pianist is momenteel te zien in een opmerkelijke reclamespot, waarin ook zijn moeder een rolletje speelt. Dat blijkt een wens van WIBI SOERJADI (49) zelf te zijn geweest.

Met zijn geliefde moeder is Wibi tegenwoordig te zien in een commercial.

Hij vertelt: ,,Mijn moeder FLOOR is door haar hoge leeftijd, ze is 85, nog maar één keer per jaar bij een concert van mij aanwezig. Dat is, vaste prik, het Kerstgala. Mijn vader overleed twee jaar geleden en ook door haar gezondheid is naar een optreden komen steeds moeilijker geworden. Ik heb gevraagd of ze dit voor mij wilde doen omdat ik het ook zie als een mooi aandenken, voor als ze er ooit niet meer is. Eerst zag ze dat niet zitten, uiteindelijk zei ze ja, maar draaide dat later ook weer terug. Mijn moeder is vijfentachtig en voelt zich niet iedere dag even goed. Uiteindelijk deed ze het toch, het is ook zo lief gedaan.’’

10897417478?profile=original

Moeders aandeel is bescheiden. ,,Het is op het eind dat ik één van mijn favoriete nummers speel. Ma staat dan naast mij. Ik zag haar bij de opnamen steeds opnieuw genieten. Ondanks dat ze ziek is, maakt ze alles nog bewust mee. Ze is nog heel goed bij. Het gevoel dat dit bijzonder was, voelden we beiden op dezelfde manier aan. Het is bijna niet uit te leggen hoe mooi dit voor me was.’’

Anders dan STEF BOS, die zingt steeds meer op zijn vader te gaan lijken, valt het Wibi’s omgeving op dat hij steeds meer háár trekken krijgt. ,,Ik hoor dat de laatste tijd steeds vaker en zelf zie ik het ook wel. Nu ik zelf ook op een leeftijd ben, op weg naar de vijftig volgend jaar, zijn bepaalde trekken hetzelfde. Niet alleen uiterlijk, maar ook het karakter en persoonlijkheid heb ik van mijn moeder. Het muzikale heb ik trouwens niet van mijn ouders. Pa was een wiskundige en mijn moeder heeft sociologie gestudeerd. Ze is heel sterk en taai. En vooral positief, wat ik ook heb. Ik bewonder haar enorm, ze is het belangrijkste in mijn leven.’’

Je hebt een hele nieuwe look. Hoe is dat gekomen?

,,Daar ben ik SHAH HOSSEINPOUR dankbaar voor. Hij is een kapper, die over de hele wereld klanten heeft. Op een dag belde hij mij op, met een idee om mijn look anders te doen. Ik dacht, waarom ook niet? Eigenlijk was er gelijk een klik, hij is een tovenaar in het creëren van mooi haar en ik doe dat in de muziek. Shah stylt mij nu, als ik grote optredens heb, en ook voor de opname van het nieuwe SBS6-programma Superkids is hij erbij.’’

Zit je ermee, vijftig worden?

,,Het is hoe je je voelt. Muziek maken, houdt mij jong. In mijn hoofd ben ik ook nog jong en zit vol inspiratie. Als ik terugkijk, dan heb ik nu al een prachtig leven gehad. Door wat ik allemaal meemaak, lijkt het er soms wel op dat het honderd levens waren. Het gaat enorm goed, eigenlijk. Zakelijk en privé heb ik gelukkig alles op de rit. Volgend jaar gaat iets moois worden, dan komt mijn 40-jarig jubileum eraan en word ik in maart dus vijftig. De zalen zitten vol, dus ik heb niets te klagen. Ik woon nu alweer twee jaar in Diepenheim, waar ik het naar mijn zin heb. De Wulperhorst is inmiddels verkocht en wordt een luxe verzorgingstehuis, daar ben ik ook blij om.’’

En met de liefde?

,,Pepper, mijn hond, dat is momenteel de grote liefde in mijn leven. Verder ben ik single, maar wie weet wat er nog gaat komen. Ook dat zal op een dag wel goed komen.’’

Lees verder…

10897309286?profile=original10897311480?profile=original10897312268?profile=original

10897309685?profile=original10897312680?profile=original10897312857?profile=original10897313080?profile=original10897313091?profile=originalOp 11 december 2015 was er opluchting,  emotie en tranen in de Kamer over de Indische kwestie, hoe staan de zaken nu voor ?De 

redactie van deze krant wil eerst de Staatse

cretaris Martin 

10897313460?profile=original

van Rijn en het Indisch Platform fe

liciteren met het bereikte resultaat. Zeker mag de staatsecretaris dubbel worden gefeliciteerd nadat na 70 jaren eindelijk wat aan de Indische zaak wordt gedaan, en zoals eerder onze krant meldde de geschiedenisboeken in gaat. Voor ICMkrant die deze
ontwikkelingen altijd op de achtergrond heeft gesteund ( 2008), een grote opluchting naar haar lezers toe. Mede omdat na maart 2013 een radio – stilte viel tot voor kort. Ter informatie ICMKrant was betrokken bij   de  gevoerde IP -manifestaties in 2009, petities  2012-2013 van Hans Vogelsang van het NICC.  De petitie (10.000 handtekeningen) hadden als eisenpakket: Erkenning, excuses en compensatie. Bovendien ICM als krant die het Indisch geluid graag bij de Kamerleden bracht, en niet te vergeten naar haar media collega. Dit was ook merkbaar hoe goed de oppositie was doorgevoerd in het Indisch dossier, zelfs even kwam bijna het Traktaat van Wassenaar aan de orde, een heel ander dossier dat totaal niets met dit dossier te maken heeft van heel andere orde.

Er is veel draagkracht in deze Kamer voor de Indische zaak, die zien dit gebaar als erkenning, en excuses van de staatsecretaris. De meerderheid ziet dit als begin voor de verdere afwikkelingen van de openstaande Indische zaken, en vragen ze af hoe Martin van Rijn met rest die 60.000 oorlogsslachtoffers dit denkt oplossingen o.a. Henk van Gerven borduurde hierop. S. Öztürk  trok helemaal van leer en eiste dat ook de rest gecompenseerd moet worden kosten van 1,7 miljard per jaar uit de meevallers. A.M.C. Eijsink wilde weten hoe de staatssectaris  meer gestalte denk te geven met betrekking totdat het Indisch meer gaat leven onder de bevolking. L.G.J. Voortman  kreeg het woord,   en was haar emoties niet de baas en viel in tranen uit. Zij  werd gelijk bijgestaan door haar collega’s. Zij had Martin van Rijn wel 200 keren bejegend in deze jaren, en bood haar excuses aan.

Martin van Rijn wil deze  zo laagdrempelig  mogen maken om toegang tot deze voorziening zoals in zijn brief al melde zie  http://icmonline.ning.com/profiles/blogs/brief-van-de-staatssecretaris-van-martin-van-rijn-wvs-aan-vz-twee

 Michel van Veen  (VVD) benadrukte of de staatsecretaris antwoord wilde geven op de vraag van Henk van Gerven: Hoe denkt de staatsecretaris de resterende oorlogsslachtoffers te compenseren, want die 60.000 mensen zijn er ook nog steeds, die niet zijn gecompenseerd.

Te betreuren valt de solidariteit onder de Indische Gemeenschap met een populatie van 1,4 miljoen dat nog geen 20 man op tribune zaten die het debat bijwoonden, is daarom helemaal een groot compliment naar de “leden van de Tweede Kamercommissie VWS” dat ze de Indische Gemeenschap tot het bot hebben vertegenwoordigd, en gestreden,  ook onze  ICM abonnee Nico Wijnveld heeft al eerder in zijn reacties geventileerd over deze solidariteit. Ook voor onze krant wrang en zuur met ruim 421.000 lezers op een week, en 20 man op de tribune!

Ter voorkoming van misverstanden zoals de brief meldt wordt SVB gevraagd om in samenwerking met de SAIP om de bestanden beschikbaar te stellen  voor de rechthebbende van deze wetvoorziening, en de Staatsecretaris wil zo snel mogelijk deze voorziening uitbetalen.

 Echter er is wel een probleem voor mensen die in het buitenland wonen en niet in de bestanden van Nederland staan geregistreerd!

Bij  dezen oproept om te reageren als U denkt dat die persoon in aanmerking komt en contact opnemen met het Indisch Platform.

Het aanvraagformulier vindt u op:

http://www.indischplatform.nl/ ,  Stichting Het Indisch Platform,

Postbus 85564, 2508 CG Den Haag.

E-mail: indischplatform@gmail.com

 

Op deze vergadering  (backpay) (tweede termijn)  openbaar  Onderwerp: Indische kwestie (backpay) (tweede termijn)  namen deel  Bewindsperso(o)n(en)   staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn  DeelnemersR.K . Dik-Faber, P.A. (Pia) Dijkstra, H.P.J. van Gerven, W.J.H. Lodders,  M.S. van Veen, A.M.C. Eijsink, L.G.J. Voortman, R. Bisschop, S. Öztürk, M. Agema, H.G.J. Bruins Slot  

ICM 11.12.2015

Lees verder…

Terugblik de week op www.icm-online.nl, De Indische Internetkrant + ICM Videokanaal (Videoparty)

Terugblik de week op www.icm-online.nl, de Indische Internetkrant + ICM Videokanaal (Videoparty)

10897415476?profile=original

10897262476?profile=originalOp 10 december 2015 werd de brief van  Martin van Rijn  WVS  voorgelegd aan Vz.  Tweede Kamer der Staten-Generaal gaande vaststelling KNIL uitbetaling.

Onderstaande brief wordt 10 december a.s, voorgelegd ter behandeling in de Kamer.

Algemeen overleg…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 5 Juli 2019 op 11.31 — 1 commentaar

Niet meer weergeven

Waarom wij zo weinig van de oorlog in Indonesië weten Door: Ronald Nijboer

10897314876?profile=original

Waarom wij zo weinig van de oorlog in Indonesië weten    Door:  Ronald Nijboer

De grootvader van Ronald Nijboer diende tussen 1946 en 1948 in Nederlands-Indië en tekende zijn belevenissen op in een dagboek. Bijna zeventig jaar na de onafhankelijkheid van Indonesië…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 5 Juli 2019 op 11.25 — 1 commentaar

Weergeven

Het gezicht achter een plunjezak Door: Nanneke Wigard

10897319900?profile=originalHet gezicht achter een plunjezak    Door:  Nanneke Wigard

Sommige objecten bevinden zich al lange tijd in de collectie van Stichting Moluks Historisch Museum. Nu dankzij digitalisering de  informatie  beter  ontsloten  is, wordt het ook makkelijker om gegevens aan elkaar te koppelen. Dat gebeurde…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 5 Juli 2019 op 11.22 — 1 commentaar

Weergeven

The Indonesian Fashion of the 21st Century

10897319492?profile=originalThe Indonesian Fashion of the 21st Century

Door: Marshal Manengkei  13.12.15

Voor diegenen, die denken dat Indonesia een land is van uitsluitend moslem gebruiken en cultuur probeer ik via de Indonesische Haute Couture tot…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 5 Juli 2019 op 11.19 — Geen reacties

Weergeven

AANDACHT VOOR BIRMA-THAILANDCLAIM VAN TFIR OP THAILANDBLOG

Door Gringo

Geplaatst in Achtergrond

Tags: Birma spoorlijnClaimTFIR
14 december 2015…

Birma-spoorlijn

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 5 Juli 2019 op 11.15 — Geen reacties

Weergeven

Besluit backpay uitbetaling KNIL

10897312659?profile=original

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

Besluit:…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 4 Juli 2019 op 11.41 — 1 commentaar

Weergeven

De koloniale kist

10897311686?profile=originalDe koloniale kist

Het was me het jaar wél.        De emoties in verband met Nederlands-Indië liepen hoog op. Alsof we op zolder nog een oude kist vonden met daarin allerlei dingen waarvan we het bestaan misschien wel kenden, maar die nog lang niet waren verwerkt:…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 4 Juli 2019 op 11.37 — 1 commentaar

Weergeven

Een eenzame Indischman

10897317454?profile=originalEen eenzame Indischman

Er kunnen in iemands leven in de donkere dagen voor Kerstmis – o heerlijk Indië, waar men die dagen  niet kent – dingen passeren, welke die dagen nog donkerder maken dan dat ze gemeenlijk vanwege de weersgesteldheid reeds zijn. Ik heb dit zojuist ondervonden. U zult het wellicht niet aardig van mij…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 4 Juli 2019 op 11.34 — 1 commentaar

Weergeven

De Kerstboodschap van Gerard Spong

10897307700?profile=original

De Kerstboodschap van Gerard Spong

Op  24 december 2015 met de kerstnacht werd op NED 2 hoogtepunten gememoreerd wat zeg lieden als advocaat Spong op zijn lever had! Ja, hypocrisie dat in je zelf zit, probeer dat weg te werken. In het bijzonder was zijn boodschap gericht aan de NL Regering, wapentuig en…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 4 Juli 2019 op 11.29 — 1 commentaar

Weergeven

Vragen rond de Indische Kwestie mbt betaling KNIL érs

10897253880?profile=original10897316678?profile=originalWeet U het nog - Vragen rond Indische Kwestie mbt betaling KNIL érs

 

Vele vragen komen bij de redactie binnen.

Waarom de staatssecretaris Martin van Rijn alleen de achterstallige salarissen betaalt, terwijl de petitie…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 3 Juli 2019 op 10.10 — 2 commentaren

Weergeven

Nabestaanden militairen Nederlands-Indisch leger woedend over vergoeding

10897311101?profile=originalNabestaanden militairen Nederlands-Indisch leger woedend over vergoeding

Meindert vander Kaaij − 05/11/15, 12:22…
Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 3 Juli 2019 op 9.42 — 1 commentaar

Weergeven

Ze wachten net zolang totdat we bijna allemaal dood zijn

10897314471?profile=original
Marion Bloem: Het gaat niet om geld, het gaat om erkenning van leed

Sinds het besluit om de…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 3 Juli 2019 op 9.30 — 1 commentaar

Weergeven

Historici, stel de juiste vragen over NL-Indië

10897308869?profile=originalHistorici, stel de juiste vragen over NL-Indië

Door:  Anne-Lot Hoek

De bloedige strijd om Nederlands- Indië maakt nauwelijks deel uit van ons collectieve geheugen. Historische instituties hebben hun taak laten liggen, stelt Anne-Lot Hoek. En dat is een zaak van ons allemaal.…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 2 Juli 2019 op 12.21 — Geen reacties

Weergeven

De val van Formosa Door: Tonio Andrade Hoe een Chinees krijgsheer de VOC versloeg

10897317093?profile=original

De val van Formosa  Door:  Tonio Andrade   Hoe een Chinees krijgsheer de VOC versloeg

Veertig jaar lang probeerde de VOC grip te krijgen op de Chinese handel, maar na de Val van Formosa in 1662, moest de…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 2 Juli 2019 op 12.14 — 1 commentaar

Weergeven

Adriaan van Dis wint Constantijn Huygens-prijs 2015

10897247687?profile=originalAdriaan van Dis wint Constantijn Huygens-prijs 2015

De Jan Campert Stichting heeft de jaarlijkse Constantijn Huygens-prijs 2015 toegekend aan Adriaan van Dis voor zijn gehele oeuvre. De officiële prijsuitreiking zal plaatsvinden tijdens het Schrijversfeest, de afsluiting van het internationale literatuur festival “Writers…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 2 Juli 2019 op 12.11 — Geen reacties

Weergeven

OPROEP AAN MARK RUTTE

10897309480?profile=originalOPROEP AAN MARK RUTTE



"Mark schamen moet je  met je collega's in de Tweede Kamer en met je…

Doorgaan

Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor) op 2 Juli 2019 op 11.40 — Geen reacties

Weergeven

Kon. Willem Alexander opent vandaag 27.6 het Museum (Sophiahof) dit valt slecht bij de Indische Gemeenschap

10897409282?profile=originalKon. Willem Alexander opent -
Museum voor beladen historie Nederlands-Indië.  dit valt slecht bij de Indische Gemeenschap meldt Federatie Indo.…
Doorgaan
 
WORDT ABONNEE VAN ICM VOOR 4 EURO IN DE MAAND HEEFT U DE INTERNETKRANT EN ICM VIDEO-KANAAL DIE U O.A. VIA FACEBOOK EN FACEBOOK VIDEOPARTY
10897417674?profile=original10897360088?profile=original
Lees verder…

10897262476?profile=originalOp 10 december 2015 werd de brief van  Martin van Rijn  WVS  voorgelegd aan Vz.  Tweede Kamer der Staten-Generaal gaande vaststelling KNIL uitbetaling.

Onderstaande brief wordt 10 december a.s, voorgelegd ter behandeling in de Kamer.

Algemeen overleg

Bewindsperso(o)n(en)

staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Deelnemers

R.K. Dik-Faber, P.A. (Pia) Dijkstra, H.P.J. van Gerven, W.J.H. Lodders, M.S. van Veen, A.M.C. Eijsink, L.G.J. Voortman, R. Bisschop, S. Öztürk, M. Agema, H.G.J. Bruins Slot

Thorbeckezaal
openbaar

==================================================================================

 

20454      Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen

 

Nr. 117           Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en  Sport

 

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

 

Den Haag, 8 december 2015

 

 

In mijn brief (Kamerstuk 20 454, nr. 116) van 20 november jl. kondigde ik aan na een akkoord met het Indisch Platform u de overeengekomen uitkeringsregeling met de toelichting toe te zenden. Op 7 december ben ik tot dit akkoord met het Indisch Platform gekomen. Het resultaat verstuur ik u hierbij[1].

 

Afgelopen weken heb ik in zeer goed overleg met het Indisch Platform toegewerkt naar deze uitkeringsregeling. Hierbij hebben we de nadruk gelegd op het zo eenvoudig mogelijk maken van de aanvragen voor de belanghebbenden. Hiertoe is gekeken op welke wijze zo snel mogelijk tot een “positieve lijst” kan worden gekomen: van personen van wie reeds evident duidelijk is dat men belanghebbende is. Daarnaast is er veel energie gestoken in een werkwijze die zorg draagt voor een rechtmatige uitkering, zowel in termen van belanghebbenden als in de vormgeving van feitelijke uitkeringsprocessen.

 

Vaststellen belanghebbenden in drie categorieën

We hebben geconstateerd dat de personen die als ambtenaar of militair ten tijde van de Japanse bezetting in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement en aan wie gedurende de Japanse bezetting ten onrechte geen of onvolledig salaris is uitbetaald, voor de uitvoering in drie groepen kunnen worden uitgesplitst. Dit hangt samen met de wens om de administratieve belasting voor betrokkenen zo klein mogelijk te maken en om zo snel mogelijk te kunnen handelen.

 

Het gaat om de volgende groepen:

a)    Ambtshalve toekennen

Voor personen die reeds bekend zijn bij de SVB, SAIP of andere betrouwbare openbare bronnen waaruit evident kan worden afgeleid dat men inderdaad onder de definitie van de regeling valt, zal een automatische toekenning plaatsvinden. Hiermee worden inspanningen van betrokkenen geminimaliseerd en kan snel een beschikking worden afgegeven en vervolgens tot uitbetaling worden overgegaan.

b)    Aanvraag via bevestigingsbrief

Hiernaast is er een groep van potentiële belanghebbenden, waarvan op basis van het eerste onderzoek niet sluitend kan worden vastgesteld dat men tot de doelgroep behoort en automatisch worden toegekend, maar zijn daar wel veel aanwijzingen voor. Deze personen zullen gericht worden benaderd en om aanvullende informatie worden gevraagd. Zij kunnen daarbij tevens eventuele aanvullende bevestigingsgegevens inbrengen. Ook potentiële belanghebbenden die zich via Indisch Platform, VWS, SVB of Pelita hebben gemeld gedurende de afgelopen weken zullen zoveel mogelijk hieronder worden meegenomen, uiteraard voor zover ze niet al in de groep vallen voor wie ambtshalve toekenning aan de orde is.

c)     Aanvraag via aanvraagformulier

Tot slot is het noodzakelijk om mensen zelf de gelegenheid te geven zich te melden. Het is immers mogelijk dat men niet in verschillende (overheids-)bronnen voorkomt, maar wel degelijk aan kan tonen in dienst te zijn geweest van het Nederlands-Indisch Gouvernement en onder de definitie te vallen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om personen die niet naar Nederland zijn geëmigreerd. Voor deze categorie geldt een bewijslast zoals we die ook kennen voor andere wet- en regelgeving rond verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Aanvrager dient in dit geval voldoende informatie aan te leveren waarmee de uitvoeringsorganisatie haar onderzoek kan starten. Andere bronnen zijn vervolgens hulpmiddel ter toetsing.

 

Werkwijze ten behoeve van “positieve lijst”

Parallel aan het opstellen van de uitkeringsregeling heb ik de SVB gevraagd om in samenwerking met de SAIP te zorgen dat de eerste positieve vaststellingen op zo kort mogelijke termijn kunnen worden gedaan voor de ambtshalve toekenning. Hierbij is het van belang om de gewenste snelheid te combineren met de noodzakelijke zorgvuldigheid. Ik deel de wens van het Indisch Platform om een zo groot mogelijke groep snel actief helderheid te geven. Tegelijkertijd wil ik voorkomen dat betrokkenen ten onrechte een positieve of negatieve melding krijgen. Een praktisch gegeven hierbij is dat er weliswaar een groot aantal bronnen kan worden betrokken, maar de eenvoud van ontsluiting hiervan varieert. Zo is oudere informatie vaak op microfiche vastgelegd, hetgeen zorgt voor een complexere en langzamere ontsluiting. In dat besef vindt het onderzoek zodanig plaats dat een zo'n groot mogelijke groep zo snel mogelijk zekerheid krijgt.

 

Feitelijke uitvoering

Ik wil zo snel mogelijk ook de feitelijke uitvoering in gang zetten. Daartoe heb ik de SVB reeds gevraagd om – op basis van een voldoende voldragen uitkeringsregeling – met een uitvoeringstoets te starten. Ik verwacht deze komende week van hen te ontvangen. Uitgaande van een positieve reactie zal ik, in afstemming met mijn collega van SZW, hen dan opdracht kunnen verlenen om deze regeling in mandaatstelling uit te voeren. Dit sluit ook aan op mijn toezegging om mij maximaal in te spannen om de uitvoering van deze regeling nog dit jaar op een goede wijze te laten starten. Bij de feitelijke uitvoering zal ik zorg dragen voor een passende betrokkenheid van het Indisch Platform.

 

 

Aan belanghebbenden zal, in aanvulling op de juridische beschikking, een persoonlijke brief worden toegestuurd vanuit de regering. In deze brief zal naar hen toe de erkenning ook verder gestalte krijgen.

 

 

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

M.J. van Rijn 



[1] Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Lees verder…

10897314876?profile=original

Waarom wij zo weinig van de oorlog in Indonesië weten    Door:  Ronald Nijboer

De grootvader van Ronald Nijboer diende tussen 1946 en 1948 in Nederlands-Indië en tekende zijn belevenissen op in een dagboek. Bijna zeventig jaar na de onafhankelijkheid van Indonesië bezoekt Ronald dezelfde plekken als zijn opa. Waarom weten we zo weinig van die tijd?

Op 17 augustus 1945, zeventig jaar geleden, roept Soekarno de Indonesische onafhankelijkheid uit. De Nederlandse overheid erkent de onafhankelijkheid niet en stuurt 200.000 soldaten om de orde in de kolonie te herstellen. Vol goede moed reizen oorlogs-vrijwilligers en dienstplichtige militairen naar Indië om de bevolking te bevrijden van de terreur.

De werkelijkheid blijkt anders. Ze worden niet onthaald als helden, maar belanden in een complexe, vuile oorlog. Als de soldaten verslagen uit Indië terugkeren gaan ze over op een massaal stilzwijgen. Wat ze hebben meegemaakt, is vaak te heftig om te vertellen en de achtergebleven familie en vrienden kunnen zich maar moeilijk een voorstelling maken van wat ‘onze jongens’ daar beleefden. Door de Nederlandse regering en pers werd nooit gesproken over een oorlog. Er was slechts sprake van een binnenlands conflict, zo erg kon dat toch niet zijn?

 

Mijn opa, Evert-Jan Nijboer, verbleef als oorlogsvrijwilliger van 1946 tot 1948 in het toenmalige Nederlands-Indië. Ook hij zweeg nadat hij gediend had en terugkeerde naar Nederland. Wel hield hij elke dag zijn belevenissen bij in een dagboek. Het is de basis voor mijn reis door Indonesië. Wat zien we, als het zwijgen met verhalen gevuld wordt?  

Mijn opa achterna

Van de drukkende hitte in Jakarta stap ik de koele Immanuelkerk   in. Een brede trap leidt me via  het portaal de ronde kerk binnen. Het gebouw, opgetrokken uit smetteloos witte zuilen met daarop een donker koepeldak, straalt een zeldzame rust uit in de immer chaotische metropool. Over enkele minuten begint de dienst.

Maar ik ben hier niet uit religieuze overwegingen. Ik ben hier omdat mijn opa als diepgelovig christen zijn zondagen doorbracht in de Willemskerk, zoals de kerk destijds heette.

Zondag 7 april 1946

Vanmorgen ben ik naar de Willemskerk te Batavia geweest. Veel Ambonezen en Maleiers. De kerk was tjokvol, een 200 man moest wel staan.

Dat is nu wel anders. Slechts enkele gezinnen vergezellen mij deze namiddag. We worden, in het Engels, welkom geheten door de diaken, een kleine, kromme vrouw. Als ik haar vertel dat ik benieuwd ben naar de kerk waar mijn opa altijd kwam, begint ze te stralen. ‘Welkom in onze kerk!’ zegt ze in vlekkeloos Nederlands. Haar ‘mammie’ kwam uit Holland en haar opa was predikant tijdens de onafhankelijkheidsoorlog. De levens van onze grootvaders hebben elkaar destijds gekruist en ik probeer me in te beelden hoe mijn opa meezong met de psalmen vanaf dezelfde plek waar ik luister naar de lezing uit Mattheus 13.

Waarom mijn opa zich aanmeldde

Zijn eerste zinnen zet Evert-Jan op papier als de geallieerden in april 1945 het Overijsselse Gramsbergen   binnenrijden.   De

10897315258?profile=originalBevrijding Oost-Nederland, 1945

langverwachte bevrijding zorgt voor een uitzinnige vreugde, verlost van de bezetter kan de wederopbouw beginnen.

Vrijdag 6 april 1945

Er ging een gejuich op, want de Engelsen (Canadezen) kwamen. Een geweldig gejuich. Iedereen drukte je de hand en door iedereen word je de hand ook gedrukt ten teken van innige blijdschap. Blij mochten we ook wel zijn, dat we al die jaren waren gespaard voor de greep van de vijand. Het onderduikersleven nam een eind. Wat een vrijheid, dat het juk verpletterd was.

Zaterdag 5 mei 1945

Eindelijk vrede, de algehele bevrijding van het zo dierbare Vaderland. Wat een vreugde, vooral voor het hongerende Westen. Want wij hebben met hen meegeleden. Wat een blijdschap de Koningin weer in ons midden te weten.

Ondanks de overwinningsroes is er weinig toekomstperspectief voor een boerenzoon zoals mijn opa. Tegelijkertijd is Nederlands-Indië nog volop in oorlog met Japan    en rekruteert de Nederlandse overheid oorlogsvrijwilligers om ‘onze Rijksgenoten in Indië te bevrijden.’ Evert-Jan meldt zich aan. Hij ziet dat wel zitten, onthaald worden op Java. Zoals dat gebeurde bij de Engelsen en Canadezen in zijn stad.

Zaterdag 15 september 1945

Bekend werd dat we binnenkort naar Indië gaan als  Gezags-bataljon Indië.  Wij zullen de grondlegger zijn in Indië. Een hele eer.

De heenreis doet als een jongensboek aan. Een 22-jarige jongeman die in de bloei van zijn leven het avontuur opzoekt, vol goede moed om zijn plicht te volbrengen. Ongeveer 1.600 Nederlandse militairen, velen van Evert-Jans leeftijd of jonger, worden in oktober 1945 ingescheept op de Stirling Castle. Via de Middellandse zee langs het exotische Port Said en het verre Australië komen ze eind november aan in Penang, Maleisië. Mijn opa is onder de indruk van de schoonheid van de Aziatische natuur.

Dinsdag 27 november 1945

Een prachtomgeving waar we overal langs kwamen. Mooie groenende bergen, de palm-bomen,  pisangs,  alles werd nu ineens werkelijkheid. Toen ik dit alles zag, kreeg ik een indruk om de tropen nooit weer te verlaten.

De strijd van vrijwilligers

Inmiddels heeft Japan zich overgegeven, maar de plotselinge onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesiërs heeft de rust op    Java niet doen wederkeren.  Pemoeda’s eisen met veel geweld  onmiddellijke onafhankelijkheid. Veel Nederlanders en Indische Nederlanders worden vermoord. Als Evert-Jans brigade op 26 maart 1946 wordt toegelaten     in  Batavia  hoeven de Japanse bezetters niet meer verjaagd te worden. Het nieuwe doel is om Indië in Nederlandse handen te houden.

Dinsdag 26 maart 1946

In de haven lag het vol gezonken schepen. Onze  eerste  indruk was een doodse stad te zien, vernield

en door de Jappen ernstig verwaarloosd. […] Direct de eerste nacht hadden we wacht. ’s Nachts werd er geschoten. Dat ging de hele nacht zo door. Bren, Sten en geweren, alles kon je duidelijk onderscheiden. De kogels floten door ons kamp, want het was geen kilometer van ons verwijderd.

Het positieve gevoel van de heenreis is snel voorbij. De ‘arme inlanders’ lijden honger en de berichten over gruwelijke moord-partijen bereiken de soldaten. In mei 1946 worden acht militairen vermist na een patrouille in Pesing. Als ze dagen later worden teruggevonden blijken de lijken onherkenbaar verminkt. Ook de bevolking wordt niet gespaard.

Woensdag 15 mei 1946

Deze morgen waren vermoorde inlanders door de kali gedreven. Als die arme mensen in contact zijn geweest met Hollanders worden ze naderhand vermoord.

 

10897315457?profile=original“God geve dat het niet tevergeefs is geweest”; pagina uit het dagboek.

Avontuurlijk is het, maar niet zoals ze het zich hadden voorgesteld. De woede tegen     de Japanners en Indonesische revolutionairen groeit met de dag.

Evert-Jan doet desondanks zijn best om de moed erin te houden.

 

 Pagina uit het fotoalbum van Evert-Jan Nijboer

 

Af en toe is daar ook reden toe. In juni 1946 rijdt zijn patrouille naar het front in de stad Cianjur. Dagen van hevige vuurgevechten volgen. Vlak voor de ogen van Evert-Jan steken  ‘extremisten’  Chinese  woningen in brand en beschieten de bevolking. De kapitein beveelt het gebied tot aan de brand over te nemen. Dat lukt, 4.000 Chinese mannen, vrouwen en kinderen worden geëvacueerd en in veiligheid gebracht.

Rijdend door Cianjur herinnert weinig meer aan de strijd die hier is geleverd. Ik overnacht bij een inwoner van Cianjur en ga op pad met  zijn  neef  Dio, op zoek naar herkenningspunten uit de dag-boeken. De bewegwijzering staat vol met namen van plaatsen die mijn opa heeft aangedaan: Cibeber, Sukabumi, Cisarua. Dio neemt me mee in een angkot, een felrood minibusje dat dienst doet als openbaar vervoer. In de gesprekken met veel andere Indonesiërs heb ik al gemerkt hoe opvallend vergevingsgezind ze staan ten opzichte van de oude kolonisator. Ook Dio voelt geen wrok tegen de Nederlanders: ‘Natuurlijk, de kolonie was niet goed, maar de Nederlanders hebben wel wegen aangelegd en onderwijs gebracht.’

De alledaagse bezigheden van de vrijwilligers

Juist de dagelijkse belevenissen brengen die onvoorstelbare tijd dichterbij. Gedurende zijn tijd op Java schrijft hij ook steeds meer over het alledaagse en verdwijnen de militaire acties naar de achtergrond. Het lijkt zijn manier om met de oorlog om te kunnen gaan, want stapsgewijs wordt het geloof in het ‘herstel van de orde en rust’ minder. Veel kameraden sneuvelen. Al in de eerste maanden draagt hij de kist van zijn maat Pieter van Eppen en de dood van zijn vroegere kapitein Van Dijk ‘die zich zo uitnemend verdienstelijk maakte door voor-beeldige moed’ raakt hem diep.

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties keert zich ondertussen steeds feller tegen de Nederlandse missie. De Nederlandse overheid blijft het conflict bagatelliseren en bestempelt militair ingrijpen als ‘politionele acties.’ Over oorlog wordt dan ook niet gesproken onder de Nederlandse bevolking, maar de soldaten in Indonesië weten wel beter. Als Evert-Jans schip begin 1948 koers zet richting Nederland is hij niet meer zo zeker van een goede afloop.

Zaterdag 28 februari 1948

Veel is beleefd en geleden. God geve dat het niet tevergeefs is

geweest. Dat is een gedachte die velen bezighield in deze uren van vertrek.

Thuisgekomen is de familie dolblij om hun zoon en broer weer te kunnen begroeten, maar Evert-Jan heeft moeite om te wennen aan een nieuw leven in Holland. Mensen stellen vragen die voor hem vanzelfsprekend zijn: ‘het is er zeker warm?’ of ‘moest je ook vechten?’

De eerste keren moet hij daarom glimlachen, maar al snel ergert  hij zich aan de oppervlakkige belangstelling. Het doet hem pijn als een kennis zegt ‘Laten ze die oorlogsvrijwilligers maar allemaal in Indië laten.’ Zijn verhaal kan hij bij niemand kwijt en hij besluit het dan maar voor zichzelf te houden. In de week na zijn thuiskomst schrijft mijn opa:

Allerlei gekke dingen kunnen     de   mensen  van  hier  je  vragen.

Belangstelling is er wel, maar begrip over Indië voor geen cent […] Als het leven hier maar gauw went, want veel dingen vind ik bekrompen en kleinzielig”.

Een mensenleven later lijkt er maar weinig veranderd.  (Java Post)

Dit artikel verscheen eerder in ‘De Correspondent’.

ICM 12.12.2015

Lees verder…

10897319900?profile=originalHet gezicht achter een plunjezak    Door:  Nanneke Wigard

Sommige objecten bevinden zich al lange tijd in de collectie van Stichting Moluks Historisch Museum. Nu dankzij digitalisering de  informatie  beter  ontsloten  is, wordt het ook makkelijker om gegevens aan elkaar te koppelen. Dat gebeurde onlangs met deze militaire plunjezak.

De collectiebeheerder van het Museum, Nanneke Wigard, vertelt hoe dat in zijn werk ging.

 

Voor de bijeenkomst ‘Gekomen vanwege dromen en idealen’,    die stichting Moluks Historisch Museum op 20 oktober 2015 organiseerde in Bronbeek, bereidde ik een live versie voor van ‘De Collectie vertelt…’ Eén  van de objecten die ik ter plaatse aan het publiek wilde laten zien, was deze plunjezak.

Vanzelfsprekend ga je dan in je collectie op zoek naar meer informatie over de naam die erop staat: H. Tuwanakotta, Nr. 89457. Het nummer betreft een stamboeknummer en niet een legernummer want dat laatste hoort uit 9 cijfers te bestaan.  Uit het stamboeknummer valt af te leiden dat deze militair al voor WOII in dienst was. Op de passagierslijst van de Kota Inten (2e reis) vond ik meer gegevens: Sergeant  Majoor  Instructeur  H.

  Bladzijde uit een dagboekje

Tuwanakotta, kwam met vrouw, zoontje en 3 pleegzonen naar Nederland. Ook kunnen we daar zien wat zijn leeftijd was.

Het legernummer, 111608001, verbergt namelijk de geboorte-datum:  11  is  het  jaar 1911, 16 geeft de maand weer maar - en dit moet je weten - je moet er 12

10897320859?profile=original

 

Fragment van de passaagierslijst van de Kota Inten vanaf trekken, dus de 4e maand, en 08 is de dag: 8 april 1911.

Verder speurend, ontdekte ik een mapje met archiefstukken die nog niet geregistreerd waren.

Er zat een briefje in op Japans papier met als afzender H. Tuwanakotta vanaf een Japans adres en ondertekend met de naam Dick. Aha, Dick en H. Tuwanakotta waren dezelfde persoon.  Dan hebben we ook een foto van hem! Deze foto van bewoners van woonoord Maashaven, had ik ooit in de rubriek Flashback in Marinjo  laten zien met de vraag of iemand wist wie erop stonden. Zo kwamen we aan de volgende beschrijving:

Foto achter: Dick Tuanakotta,   zijn vrouw Paulien Tuanakotta-Muskita, en gehurkt: Maartje Muskita (zus van Paulien) en Jopie Muskita, zoon van Maartje.

Doordat de naam verkeerd gespeld was, zonder w, waren tot nu toe de plunjezak en de foto niet met elkaar in verband gebracht. Nu dat is gecorrigeerd, kunnen plunjezak en eigenaar  alsnog in één zoekactie gevonden worden. Bron: Moluks Historisch Museum.

 

 ICM 12.12.2015

 

Lees verder…

The Indonesian Fashion of the 21st Century

10897319492?profile=originalThe Indonesian Fashion of the 21st Century
Door: Marshal Manengkei  13.12.15

Voor diegenen, die denken dat Indonesia een land is van uitsluitend moslem gebruiken en cultuur probeer ik via de Indonesische Haute Couture tot andere gedachten te brengen. De realiteit is dat in dit grootste democratisch land ter wereld vrijheid van expressie heerst, hoewel alles uiteraard zeer betrekkelijk is. Ik werd reeds 50 jaren in NL gediscrimineerd, zelfs nu ik hier in Indonesia ben word ik door NL nog gediscrimineerd. De beelden geven de werkelijkheid weer, ik hoef hier verder niets meer aan toe te voegen. Wat ik wel doe is: de wereld van de moslem is niet alleen die in Europa bestaat en in het Midden-Oosten. Hier in Indonesia kan het ook anders .................. veel kijkplezier!

10897321683?profile=original10897322484?profile=original10897322894?profile=original10897322698?profile=original10897323694?profile=original10897324052?profile=original

Lees verder…

Door Gringo
Geplaatst in Achtergrond
Tags: Birma spoorlijnClaimTFIR
14 december 2015

Birma-spoorlijn10897324283?profile=original

Op 15 december 2015 besteedde het Thailandblog aandacht aan de werkzaamheden van Task Force Indisch Rechtsherstel.  De redactie van ICM krant zet nog een aantal zaken op een rij, en uiteraard waar  TFIR nu staat.

In het artikel kunt u een en ander nog eens nalezen. Ook vindt u in het artikel een link naar de publicatie in De Volkskrant over de Birma-Thailandclaim.

De stichting Task Force Indisch Rechtsherstel onderzoekt in samenwerking met advocaat Liesbeth Zegveld van Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers of er een groepsclaim voor de Birma-Thailanduitkering bij de Nederlandse Staat kan worden ingediend op basis van indexatie en rente over 60 jaar.

De stand van zaken tot nu toe: inmiddels hebben ruim 1.600 rechthebbenden (onder wie 34 hoogbejaarde overlevenden) van over de hele wereld zich aangemeld bij de stichting. Aanmelden kan nog steeds op www.TFIR.nl.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De Stichting Taskforce Indisch Rechtsherstel (TFIR) zet zich in voor de belangen van al diegenen die als gevolg van de Japanse bezetting in Nederlandsch-Indië en de onafhankelijkheid van Indonesië op welke wijze dan ook materiële of immateriële schade hebben ondervonden.

Te weinig compensatie

Naoorlogs rechtsherstel voor de Indische gemeenschap (waarbij de term ‘Indisch’ staat voor alle etniciteiten die woonachtig waren in de kolonie Nederlands-Indië) is 70 jaar lang uitgebleven. Na de capitulatie van het Japanse leger op 15 augustus 1945 was er volgens de Nederlandse overheid te weinig geld om oorlogsgetroffenen in Nederlands-Indië volledig te compenseren. Daarbij was het aanvechtbare standpunt dat de kolonie “financieel autonoom” was, terwijl de repatriëring van kampslachtoffers naar Nederland betaald werd uit ‘s Rijks Schatkist met Nederlands-Indië.

Regeling “Het Gebaar”

Als compensatie voor het verlies van persoonlijk en zakelijk bezit tijdens de oorlogsjaren en door de maatschappelijke omwentelingen in de nieuwe Indonesische republiek na 1949 heeft de Nederlandse overheid uiteindelijk de regeling ‘Het Gebaar’ ingesteld in het jaar 2000.

Het was “een tegemoetkoming aan de Indische gemeenschap voor het beleid van voorgaande regeringen dat kil, bureaucratisch en formalistisch is geweest”, aldus de toelichting. Het Gebaar was een tegemoetkoming vanwege “vermoedelijke tekortkomingen in het naoorlogse rechtsherstel”.

Deze regeling, waarbij slechts aan 87.169 mensen – terwijl het aantal geïnterneerden en ‘buitenkampers’ fors hoger was – een bedrag van 1.822 euro uitgekeerd werd, was op basis van finale kwijting. Daarmee rondde de Nederlandse overheid naar eigen zeggen voor eens en altijd de slepende kwestie betreffende het uitgebleven rechtsherstel af.

Dodenherdenking-birmaspoorlijn

Meer claims

Op basis van het bewijsmateriaal dat in de boekpublicatie ‘Opgevangen in andijvielucht’ (2014) van onderzoeksjournalist Griselda Molemans is gepubliceerd, blijkt echter dat de Indische gemeenschap nog altijd een groot aantal financiële claims jegens de Nederlandse Staat heeft openstaan. “Vermoedelijke tekortkomingen” blijken feitelijke tekortkomingen te zijn, waardoor er grond is om de betreffende claims aanhangig te maken.

Claim voor Birma-Thailand uitkering

De eerste claim betreft de zogeheten Birma-Thailanduitkering. Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië hebben 17.391 Nederlandse, gemengd bloedige en inheemse marinemannen en KNIL-militairen als dwangarbeider aan de Birmaspoorweg gewerkt. Velen van hen hebben nooit de eenmalige uitkering ontvangen waar ze recht op hebben: toen de spoorweg aan Thailand werd verkocht, is een deel van de opbrengst geoormerkt als compensatie voor alle geallieerde ex-dwangarbeiders.

Birma-spoorlijn1

Onderzoek naar mogelijke groepsclaim

De stichting Task Force Indisch Rechtsherstel onderzoekt in samenwerking met advocaat Liesbeth Zegveld van Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers of er een groepsclaim voor de Birma-Thailanduitkering bij de Nederlandse Staat kan worden ingediend op basis van indexatie en rente over 60 jaar.

Inmiddels hebben ruim 1.600 rechthebbenden (onder wie 34 hoogbejaarde overlevenden) van over de hele wereld zich aangemeld bij de stichting. Lees in dit verband ook het krantenartikel: www.volkskrant.nl/binnenland/nederland-hield-smartegeld-birmalijn-onterecht-in-kas~a4043068/

Aanmelden en meer informatie

Kijk voor meer informatie op de website www.tfir.nl, waar u ook een formulier aantreft om zich aan te melden als rechthebbende.

Voor erfgenamen van een rechthebbende geldt dat per familie één centrale contactpersoon geregistreerd wordt.

Bron: Website www.tfir.nl

ICM 15.12.2015

Lees verder…

10897309286?profile=original10897311480?profile=original10897312268?profile=original

10897309685?profile=original10897312680?profile=original10897312857?profile=original10897313080?profile=original10897313091?profile=original

 A.M.C. Eijsink hoe denkt Martin van Rijn  meer gestalte om  het Indisch meer gaat leven onder de bevolking.

 A.M.C. Eijsink van de PvdA wilde weten hoe de staatssecretaris  meer gestalte denk te geven met betrekking totdat het Indisch meer gaat leven onder de bevolking. Hier heeft ICM redactie – team pan klare oplossingen met programma’s op de plank liggen. Tot grote ergernis te moeten zijn dat ;

  • binnen het omroepbestel alle soorten omroepen voor de Nederlandse bevolkingsgroepen worden geprogrammeerd op de NPO – zenders, tegelijkertijd ruim 1,5 miljoen Indische Nederlanders hun deel versnippert zien op de deze verschillende zenders, neem omroep Max voor de 50 plussers zo kunnen wij het hele rijtje afgaan. Op ICM ligt een pan klaar plan IDGEN, waarin de Indische Omroep zit, met een Redactievoering door ICM, die inmiddels 15 jaren ervaringen heeft en weet wat die Indische Wereld inhoud van toen, maar nadrukkelijke het beeld van de huidige Indische Gemeenschap.
  • Alle Nederlandse Culturele evenementen zwaar worden gesubsidieerd, en de Indische Evenementen o.a. de pasar malams, en koempoelans ( Indische Wijkcentra  feesten), volledig zich zelf moeten bedruipen, en vaak uit privé moeten bij leggen, dit is toch een grote vorm van discriminatie.
  • Het verdwijnen van het Indisch Huis in Den Haag, is sterk behoefte om deze weer in leven te roepen N.I.C.C. van Hans Vogelsang die nu al ruim 7 jaren bezig is om hier gestalte geven, en nu al zijn MaandMagazine NICC privé uitgeeft.
  • Tot slot inhaal programma’s op scholen over de Indische geschiedenis inclusief die zwarte bladzijden, en Indisch museum in Den Haag, de stad van de Weduwe van Indie.

 

Namens de achterban van ICM lezers (400.000).

ICM editor

Ferry Schwab sr,

ICM 16.12.2015

Lees verder…

Besluit backpay uitbetaling KNIL

10897312659?profile=original

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a) De minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b) De uitvoeringsorganisatie: de door de minister aan te wijzen organisatie die onderhavige regeling uitvoert;

c) Backpay: eenmalige uitkering van netto 25.000 euro - op morele gronden - als finale financiële tegemoetkoming voor niet uitbetaalde salarissen aan belanghebbende;

d) Aanvrager: diegene die overeenkomstig artikel 5 via het bevestigings-formulier verklaart dat hij belanghebbende is; of die overeenkomstig artikel 6 via het aanvraagformulier een aanvraag indient;

 

Artikel 2 Toekenning backpay

De minister kan aan een belang-hebbende backpay toekennen.

Artikel 3 belanghebbende

Als belanghebbende in de zin van deze regeling wordt beschouwd:

De persoon die als ambtenaar of militair ten tijde van de Japanse bezetting in dienst was van het Nederlands-Indisch Gouvernement en aan wie gedurende de Japanse bezetting in de periode van 8 maart 1942 tot 15 augustus 1945 geen dan wel niet volledig salaris is uitbetaald.

Artikel 4 recht op backpay 1. Recht op backpay heeft de belanghebbende die: a. op 15 augustus 2015 in leven was; b. niet door de rechter is veroordeeld wegens collaboratie met de Japanners; c. gedurende (een deel van) de Japanse bezetting niet de Japanse nationaliteit heeft bezeten, en d. voldoende aannemelijk heeft gemaakt aan de criteria, bedoeld in artikel 3, te voldoen.

2. Indien de belanghebbende, bedoeld in het eerste lid, op of na 15 augustus 2015 is overleden hebben de erfgenamen recht op backpay.

Artikel 5 ambtshalve toekenning

Vanwege de zeer hoge leeftijd van de doelgroep ontvangen diegenen die naar het oordeel van de minister op basis van bronnenonderzoek door de uitvoeringsorganisatie voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 3 en 4 een ambtshalve toekenning van backpay.

Artikel 6 aanvraag via bevestigingsbrief

1. Vanwege de zeer hoge leeftijd van de doelgroep ontvangen diegenen die naar het oordeel van de minister kunnen worden aangemerkt als potentiële belanghebbenden een bevestigingsbrief die aanvrager dient in te vullen en te retourneren indien aanvrager van mening is te voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 3 en 4, onder a tot en met c. Potentiële belanghebbenden worden geselecteerd op basis van:

a) bij de uitvoeringsorganisatie beschikbare bronnen, op grond waarvan voldoende aannemelijk is dat sprake was van een dienstverband als bedoeld in artikel 3:

b) waar lijkt dat wordt voldaan aan de criteria, bedoeld in artikel 4, onder a tot en met c.

2. Degene die overeenkomstig het eerste lid als potentiële belanghebbende wordt aangemerkt, krijgt een bevestigingsbrief toegestuurd.

3. De bevestigingsbrief dient uiterlijk 1 januari 2017 ingevuld en ondertekend door de uitvoeringsorganisatie te zijn ontvangen. De minister kan deze termijn

5

 

 

tot uiterlijk 1 januari 2018 verlengen.

4. De aanvrager dient de gegevens te overleggen waarnaar in de bevestigingsbrief wordt gevraagd.

 

Artikel 7 aanvraag via aanvraag-formulier

1. De persoon die geen ambtshalve toekenning als bedoeld in artikel 5 of bevestigingsbrief als bedoeld in artikel 6 heeft ontvangen en die naar zijn oordeel voldoet aan de criteria, bedoeld de artikelen 3 en 4, onder a tot en met c, kan een aanvraag indienen via het aanvraagformulier.

2. Het aanvraagformulier dient uiterlijk 1 januari 2017 ingevuld en onder-tekend door de uitvoeringsorganisatie te zijn ontvangen. De minister kan deze termijn tot uiterlijk 1 januari 2018 verlengen.

3. De aanvrager die stelt belanghebbende te zijn als bedoeld in de artikelen 3 en 4 dient de gegevens te overleggen waarnaar in het aanvraagformulier wordt gevraagd.

 

Artikel 8 hardheidsclausule

De minister kan in bijzondere gevallen tegemoetkomen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich naar het oordeel van de minister bij de toepassing van deze regeling mochten voordoen.

Artikel 9 overige procedure aanvraag backpay

1. De aanvrager verleent via de bevestigingsbrief of het aanvraagformulier toestemming tot onderzoek naar en in de persoonlijke gegevens die van belang kunnen zijn

voor de beoordeling van de aanvraag, zulks ter beoordeling van de uitvoeringsorganisatie;

2. Desgevraagd of uit eigen beweging verstrekt de aanvrager aan de uitvoeringsorganisatie alle inlichtingen en verleent hij alle medewerking die van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanvraag, een en ander ter beoordeling van de uitvoeringsorganisatie.

3. Door ondertekening van het bevestigingsformulier of het aanvraagformulier verklaart de aanvrager dat hij bekend is met deze regeling en met de verplichtingen die deze regeling jegens hem in het leven roept.

4. De ontvangst van de geretourneerde bevestigingsbrief of het aanvraagformulier zal schriftelijk binnen een maand aan de aanvrager worden bevestigd.

5. De aanvragen zullen, waar mogelijk, in volgorde van ontvangst worden afgehandeld.

 

Artikel 10 besluit

1. De minister neemt binnen dertien weken na ontvangst van de aan-vraag een besluit inzake de toekenning van de backpay aan de aanvrager

2. Een besluit omtrent het al dan niet toekennen van de backpay wordt schriftelijk aan de aanvrager medegedeeld en per post verzonden.

 

Artikel 11 intrekking

1. Een besluit tot toekenning van backpay kan worden ingetrokken indien de aanvrager aan wie de backpay is toegekend onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor de backpay ten onrechte is toegekend en derhalve sprake is van onverschuldigde betaling.

2. Indien het besluit tot toekenning van de backpay wordt ingetrokken en de uitkering van de backpay heeft plaats-gevonden, vordert de minister de backpay terug. Terugbetaling dient te geschieden binnen een periode van 12 maanden na intrekking van het besluit tot toekenning.

 

Artikel 12 slotbepaling

In alle gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist de minister.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van afgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitkeringsregeling Backpay.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport,

Drs. M.J. van Rijn

ICM 22,12.2015

Lees verder…

De koloniale kist

10897311686?profile=originalDe koloniale kist

Het was me het jaar wél.        De emoties in verband met Nederlands-Indië liepen hoog op. Alsof we op zolder nog een oude kist vonden met daarin allerlei dingen waarvan we het bestaan misschien wel kenden, maar die nog lang niet waren verwerkt: brieven, documenten en foto´s, zaken die ons hart raken en die we maar moeilijk los kunnen laten.

In augustus, de maand van de herdenking, werd veel aandacht besteed aan de onafhankelijkheid van Indonesië. Het was zeventig jaar geleden dat Soekarno de ‘Proklamasi’ voorlas: een moment van hoop voor de Indonesiërs, maar voor de vele Indische Nederlanders het begin van veel ellende. Tegelijkertijd was er veel media-aandacht voor nieuwe onderzoeken naar de manier waarop  we  onze  kolonie  wilden veiligstellen. ‘Structureel geweld’, heette het in de woorden van verschillende onderzoekers. 

Backpay

De laatste maanden stonden in het teken van de ‘backpay’. Eerst beloofde de regering niets, toen alleen een uitkering aan nog in leven zijnde ambtenaren en militairen, en daarna werd de deur opengehouden om alsnog verder te onderhanden over de overige punten van de Indische Kwestie. Onrecht verjaart niet. Herman Bussemaker, de onlangs overleden ex-voorzitter van het Platform, had nog graag méér gezien.

De Lesseps, Port Said

De media-aandacht betreffende Nederlands-Indië was dit jaar nogal negatief gekleurd. Toen in mei de biografie van Jan Pieterszoon Coen verscheen, werd verbaasd gereageerd op het feit dat de schrijver zo ‘neutraal’ was, en zich niet bijzonder negatief uitliet over de misdaden van      de man. Het was toch een aartskoloniaal, een moordenaar? Een echo van deze reacties weerklonk enkele maanden later in de berichtgeving over de oorlogsmisdaden van het Nederlandse leger. Indië was een wingewest, een stukje Aarde waar we van af hadden moeten blijven. Als dat laatste echter ons oordeel is, wat betekent dat voor de backpay? Is het honoreren van   de werkzaamheden van onze ambtenaren en militairen destijds, in dat land waar we niets hadden te zoeken, niet in strijd met dit inzicht? Hoe paradoxaal ook, er   is geen andere oplossing dan het correct afwikkelen van iets wat op zich zelf misschien níet correct was.

De Lesseps

Graven we wat dieper in de koffer, dan moeten we op zoek naar De Lesseps. ‘De Lesseps?’, zegt u, ‘Was dat niet de ontwerper van het Suezkanaal?’ Jawel, dezelfde. Ferdinand de Lesseps was een Franse architect die in de jaren  ’50 van de 19e eeuw werd ingehuurd door een Frans/ Egyptisch consortium om het Suez-kanaal te graven. In 1869 werd het kanaal geopend. De wereldhandel kreeg een enorme opsteker. Ook voor Nederland was het kanaal een zegen. De reis naar Indië werd een stuk korter, en dus waagden veel meer Nederlandse ondernemers de tocht om in Indië hun geluk te zoeken. Grondstoffen konden nu op veel rendabelere wijze worden gewonnen en verscheept. Het Cultuurstelsel werd afgeschaft om deze ondernemers de ruimte te geven. De gevolgen voor de lokale bevolking waren minder positief: tani´s werden koelies en kregen slechtere arbeidsomstandigheden. De strategische ligging van Atjeh werd vergroot, en dus moest daar een oorlog worden gevoerd. Enzovoort, enzovoort. Het huidige Indië kan niet worden begrepen zonder aandacht voor de gevolgen van de aanleg van het Suezkanaal.

En De Lesseps? Die kreeg een standbeeld, bij de monding van zijn eigen kanaal in Port Said. Hij had  het verdiend.  Maar  ook  zijn roem was niet eeuwig. In 1882 verkochten de Egyptenaren hun aandeel aan de Britten. Deze laatsten bezetten de oevers om de zo belangrijke doortocht voor hun schepen te garanderen. Pas in 1956 veranderde dit toen Egypte het kanaal nationaliseerde. De Lesseps, die ooit werkte in opdracht van Egypte, werd nu als koloniaal gezien. Sindsdien siert zijn beeld – uit het zicht van het grote publiek – in een tuintje van de havenautoriteiten. Het kan verkeren. Roem of geen roem: zonder de ‘koloniaal’ De Lesseps zou de Indische gemeenschap in Nederland misschien maar half zo groot zijn geweest, of nog minder. Coen, De Lesseps, Soekarno: het zijn maar een paar actoren uit het Indische verleden, maar misschien

10897311485?profile=originalOnthullingsfestiviteiten van het standbeeld van De Lesseps

wel de belangrijkste. Onze visie op hun bijdrage aan de geschiedenis verandert steeds. Misschien kan de Indische gemeenschap, zo nauw verbonden met hun daden, juist dáár enige troost uit putten.

Eind van het jaar. Tijd om de koffer – ook al is het voor even – te sluiten. En te hopen op vrede.

Java Post, december 2015.

ICM 22.12.2015

 

Lees verder…

Een eenzame Indischman

10897317454?profile=originalEen eenzame Indischman

Er kunnen in iemands leven in de donkere dagen voor Kerstmis – o heerlijk Indië, waar men die dagen  niet kent – dingen passeren, welke die dagen nog donkerder maken dan dat ze gemeenlijk vanwege de weersgesteldheid reeds zijn. Ik heb dit zojuist ondervonden. U zult het wellicht niet aardig van mij vinden, dat    ik u van deze trieste ervaring deelgenoot maak. Ik neem echter aan, dat er voor u nog genoeg prettige dingen zijn in deze feestelijke en laatste maand van het jaar, die u het hoofd weer zullen doen opbeuren. Ik geef toe, het is geen bemoedigend begin. Ik dwing u er niet toe verder te lezen. Het slot is evenmin opwekkend. Een paar maanden geleden had ik hem ontmoet. Hij was een gepensioneerd Indisch spoorwegman, die de hoop koesterde van zijn pensioen nog enkele jaren in Holland, na een leven van hard werken in de tropen, rustig te kunnen genieten. Zo wikt de mens…

Hij was een eenzame man. Gescheiden van zijn vrouw en zijn twee kinderen waren reeds getrouwd, in Indië. Toen ik hem in een van de Haagse straten ontmoette, was hij op zoek naar kamers. Hij was terneergeslagen en ik bespeurde een zekere onrust in hem. Kamers zoeken is geen prettig werk, redeneerde ik bij mijzelf en zo verklaarde ik zijn neerslachtige bui.

Enige weken geleden kwam een van mijn dameskennissen naar mij toe en zei: “U ontvangt geregeld Indische kranten, is het niet? Kunt u er nu en dan een paar missen? We hebben een Indischman op kamers en die…..” “Natuurlijk”, zei ik en prompt ging er elke week een pak Indische kranten naar het aangegeven adres. “En hoe gaat het met het Indischmannetje?”, vroeg ik op zekere dag toen        ik  mijn  vriendin  ontmoette.  “Het

gaat nogal. Eigenlijk een zielig geval. Zijn kinderen zitten in Indië en hij is van zin vrouw gescheiden. Hij kent hier maar weinig mensen”. 

U begrijpt het al; de kranten waren bestemd voor de gepensioneerde spoorwegman, die eenzame die hier zo vreemd en bijna schichtig rondgekeken had na zoveel jaren van afwezigheid. Ik heb trouw de kranten laten bezorgen en nam mij stellig voor hem eens te gaan bezoeken.

Een week later kreeg ik een telefoontje: “U hoeft geen kranten meer te sturen…” “Hoezo, is hij vertrokken?” “Nee, hij is zwaar ziek geworden; het is een dubbele longontsteking”. Een dag later zat ik aan zijn bed. Een huurkamer zoals er duizenden in het Haagse zijn, dus overbodig om het interieur te beschrijven. Op een kastje stond een portret, een foto van zijn kinderen. Hij ademde moeilijk. Zijn toestand was al hopeloos. “Wil ik je kinderen een telegram sturen?” vroeg ik. “Nee, laat maar”, zei hij mat. “Heb je helemaal geen familie meer in Holland?” Het bleef even stil. “Wij zijn in Indië niet zo familieziek”, bracht hij er met moeite uit.

Even later sprak ik de verpleegster. Hij had een getrouwde zuster in Nijmegen, maar daar kwam hij nooit. Hij bleef mij aankijken en schudde zijn hoofd. Terwijl ik hem daar in die half-duistere ongezellige kamer, bleek en lijdend zag liggen, drongen zich Indische beelden aan mij op. Beelden vol zon en levensvreugde uit de dagen dat ik hem in Indië in volle activiteit had gekend. Wij zijn niet de regisseurs van ons eigen levensspel, maar hier worden op het slot wel heel zware accenten gelegd. Het bleef nu stil in de kamer. Zijn ademhaling was moeilijk. Zijn vingers trokken aan de dekens en zijn ogen zochten de wanden af.

In de nacht daarop is hij         toen overleden. De vreemde verpleegster was erbij. Een vreemde had zijn ogen gesloten en zijn handen op het laken gekruist. De volgende morgen hoorde ik de bijzonderheden.

Zijn zuster, via een telegram gewaarschuwd, was de vorige avond overgekomen. Hij had haar niet herkend; gelukkig maar. Hij heeft niet hoeven zien dat zij volkomen onverschillig en zonder een spoor van ontroering aan zijn sterfbed had gestaan.

“Het was vreselijk”, zei de verpleegster. Ze verontschuldigde zich dat ze in jaren niets van hem had gezien of gehoord, maar het was toch haar bloedeigen broer… “Heeft ze nog iets gevraagd”, vroeg ik. “Of er geld voor de begrafenis was…”

Een uur later was ze weer vertrokken. Ze had een dagretour genomen. Op het kastje stond nog steeds het portret van zijn kinderen. Ik had het gevoel dat het gelaat van de gestorvene er naar toegewend lag. In mijn herinnering leeft hij nog leeft hij nu verder als de eenzame Indischman. Ik hoop maar dat er niet zoveel zo eenzaam zijn als   hij in het Haagje, dat voor gerepatrieerden terecht de reputatie heeft van een paradijsje van gezelligheid.  (Java Post)

Dit kerstverhaal verscheen in december 1937 in het

“Nieuws van den dag voor Nederl

ICM 24.12.2015

Lees verder…

De Kerstboodschap van Gerard Spong

10897307700?profile=original

De Kerstboodschap van Gerard Spong

Op  24 december 2015 met de kerstnacht werd op NED 2 hoogtepunten gememoreerd wat zeg lieden als advocaat Spong op zijn lever had! Ja, hypocrisie dat in je zelf zit, probeer dat weg te werken. In het bijzonder was zijn boodschap gericht aan de NL Regering, wapentuig en oorlog voeren, een Industrie waar vele miljarden aan worden verdiend. Deze oorlogen zijn oorlogsmisdaden, en men moet dan niet hypocriet zijn dat de Syriërs allemaal richting Nederland Vluchten, die hun huizen kapot bombarderen.

Maar nu komt het verhaal over het voormalige Indie!

Nederlandse regering die zich schuldig heeft gemaakt aan de politionele acties in het voormalige Indie (Indonesie), sleept alle landen die oorlogsmisdaden hebben gepleegd voor Tribunaal in Den Haag, maar blokkeert de gang naar dit Tribunaal voor eigen oorlogsmisdaden in het voormalige Indie;

Heftig maar waar, net als de 341.000 Indieganger, waar NL nu na 70 jaren komt,

Deze uitspraken had ik meer van Henk Knoops verwacht, de man van Internationaal recht en in verdragen gespecialiseerd.

Aldus Spong "weg met die hypocrisie" Nederland

ICM 25.12. 2015

Lees verder…

10897253880?profile=original10897316678?profile=originalWeet U het nog - Vragen rond Indische Kwestie mbt betaling KNIL érs

 

Vele vragen komen bij de redactie binnen.
Waarom de staatssecretaris Martin van Rijn alleen de achterstallige salarissen betaalt, terwijl de petitie Indische Kwestie een breder pakket aan eisen stelt; Erkenning, Excuses, en compensatie.  Compensatie houdt in; "Back pay, en opgelopen oorlogsschade". Hiervoor hebben die 10.000 mensen getekend.  Dit impliceert dat  de mensen die hebben getekend vinden dat de staatssecretaris Martin van Rijn nu nog met de rest van de eisen moet komen, en deze verre van content  zijn voor het bereikte resultaat, en hier ruim twee en half jaar op moeten wachten. Ook zijn deze  van mening toegedaan dat Het IP het bos in is gestuurd met dit resultaat, hoe ze in godsnaam akkoord zijn gegaan, hiervoor hebben ze de handtekening niet gezet, voelen zich om de tuin geleid.  Het is ook een verkeerde gedachte dat het Indisch Platform namens de Indische Gemeenschap spreekt, met nog geen 1000 man in de achterban. Daarom heeft ICM samen met NICC de petitie gestart, dus nadrukkelijk niet is uitgegaan van het IP dit initiatief.  Met 10.000 handtekeningen heeft het IP een mandaat van ICM & NICC in handen gekregen.  Sterker nog bij overdracht van de handtekeningen stelde Het ICM de eis dat alle 60.000 man hun claim ontvangen. Daartoe stelde ICM een Indisch  voorziening voor,  die houdt in boven de AOW een maandelijkse bedrag van 500 euro gedurende 5 jaar - plafond 40.000 euro, om deze gelijk te stellen met Het Gebaar, waar de Indische gemeenschap slechts 3800 ontving, en niet iedereen. 

Reactie ICM redactie

Waarom op deze manier?

 

Omdat Martin van Rijn NU zelf kan beslissen, en de Eerste - en Tweede Kamer niet nodig heeft.


Velen weten uit het verleden dat juist in de Kamers de Indische Kwestie sneuvelden bij stemming motie, en  een grote partij als een PVV zelfs bij hoofdelijk stemming een dolk in de rug stak van Indie-gangers , die juist op Geert Wilders stemden omdat hij Indo's is. Voorts is de Kamer van mening dat met het Gebaar in 2000 de Indische zaak werd afgedaan. Alhoewel  de oppositie niet meer deze stelling deelt.


De intentie is bij deze staatssecretaris zeer groot (in tegenstelling tot zijn voorgangers) om dit Indisch vraagstuk in zijn geheel op te lossen, dat moge duidelijk zijn. Dit heeft de staatssecretaris in zijn brief met 9 pagina's uitgebreid intensief benadrukt voor de toekomstig constructieve samenwerking met Indisch Platform . Echter is zeer afhankelijk van zijn "eigen begroting" (Niet van de Algemene), dus beperkt. Met deze beperkingen in 2015 oplossingen moeten realiseren.

Mijn analyse voorspelling; 
Volgend jaar in 2016 zullen er grote meevallers op zijn begroting (VWS) vallen( besparingen, verrekeningen van het te veel gedeclareerde door de ziekenhuizen van afgelopen jaren, en invorderingen van de fraudes - 80 miljard van de afgelopen 5 jaren volgens Robin Linschoten). Hierdoor wordt de staatssecretaris in staat gesteld om de volgende stappen te kunnen uitvoeren waarvoor de 10,000 mensen hebben getekend. Ook bestaat de mogelijkheid door deze zet/stap dat eindelijk na 70 jaren een beweging is geforceerd in de Indische zaak dat de Eerste - en Tweede Kamer hun standpunten rond het Gebaar gaan herzien, en deze verlaten, de Indische zaak anders gaan zien zodat eindelijk gemeenschappelijk elkaars geschiedenis kunnen delen.


De goede lezers van zijn brief van 12 oktober voor het debat van 14 oktober met 9 pagina's lang hebben het toen al begrepen deze intenties!

 

In ieder geval met deze beslissing heeft de staatssecretaris een Win Win situatie gecreëerd; het Indisch Platform in ere hersteld bij mensen die de handtekeningen hebben gezet, en heeft  de staatssecretaris voor zijn PvdA weer Indische stemmen gewonnen.  Dit is het enige dossier die PvdA 1 miljoen Indische stemmen kan opleveren. Vele Indo's (Indische Gemeenschap) hebben immers op Geert Wilders gestemd, omdat hij een Indo is, die juist te allen tijde de Indische kwestie in de Kamer heeft getorpedeerd!


Alleen hier om al zal Martin het Indisch vraagstuk in zijn geheel oplossen in 2016!

Heeft u verdere info nodig, dat kan mail naar info@icm-online.nl 

ICM Editor

F.Schwab sr.

WIJ HEBBEN WEER UW HANDTEKENING (10.000) NODIG,

IN TWEE MINUTEN HEEFT U UW HANDTEKENING GEZET, LEES VERDER ....

10897237288?profile=original10897237700?profile=original

INDISCHE PETITIE  TvW’66                            

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates

Inleiding –  

De Nederlands-Indische gemeenschap heeft het recht om de Nederlandse Staat te sommeren uitvoering te geven aan het Traktaat van Wassenaar 1966 (nader te noemen “TvW 66”) dat geratificeerd werd door zowel de Nederlandse als de Indonesische regering op 7 december 1966.  

Het Traktaat werd gesloten en geratificeerd tussen de toenmalige President van Indonesië Soekarno en de toenmalige Nederlandse regering.

 

Gerechtigheid dient te geschieden aan allen die door de 2e Wereldoorlog en de nasleep daarvan in Nederlands-Indië dan wel Indonesië het verlies van…

Voor informatie, instructie en overige update klik op  Doorgaan 

ICM 5.11.2015

 

Lees verder…

NEDERLAND, SCHAAMTELOOS EN WREED LAND ZONDER GEWETEN

10897308654?profile=originalNEDERLAND, SCHAAMTELOOS EN WREED LAND ZONDER GEWETEN

Door: R.I.P. Marshal Manengkei

Op 17 augustus 1945, twee dagen na de capitulatie van Japan, wordt de republiek Indonesia uitgeroepen. Omdat de Nederlandse regering niet…  DALAFILM.

Heel veel kwalificaties zijn er gegeven aan de Staat der Nederlanden, een van de kleinste landen ter wereld, echter ook een van de grootste kolonialisten ter wereld.  Nederland lijkt een van de grootste uitbuiters of parasieten te zijn of in grove taal rampokkers ter wereld.

Een van de bewijzen hiervoor is het feit dat tijdens de koloniale periode van Nusantara (het vormalig Indonesia) Nusantara een van de grootste producenten was van mineralen en agrarische producten.
Douwes Dekker (een van de grootse schrijvers van Nederland) schreef eens dat Nederland dreef op de rijkdommen van de Gordel van Smaragd.

Nederland verbleef er 350 jaren lang en buitte Nusantara flink uit op een manier die zijn weerga niet kende. Het stond en staat bekend als “divide et impera” of verdeel en heerst politiek. Anders dan Groot-Brittanie, die haar kolonies begeleidde naar onafhankelijkheid via de vorming van het Commonwealth instituut, waarbij er geen geweld aan te pas kwam, koos Nederland de weg van de aggressie. Twee keren probeerde Nederland Nusantara terug te heroveren middels politionele acties, waarbij vele slachtoffers waren te betreuren.

http://www.dalafilm.nl/?page_id=252

Nusantara had op 17 augustus 1945 haar onafhankelijkheid reeds geproclameerd, maar Nederland trok zich daar niets van aan.
Uiteindelijk onder grote internationale druk kwam de erkenning van Nederland voor de Republiek Indonesia, de nieuwe naam voor Nusantara in 1949 bij de Ronde Tafel Conferentie van Linggarjati toch tot stand. Er werden wel voorwaarden aan het Verdrag gesteld onder andere dat de Republiek Indonesia werd erkend als de Verenigde Staten van Indonesia (Republik Indonesia Serikat). Irian Barat viel daar niet onder omdat Nederland deze provincie nodig had voor de opvang van hun eigen landgenoten gekwalificeerd als Nederlands niet Europese onderdanen, dit zijn de niet in Nederland (dus in Nusantara) geboren Nederlandse onderdanen (staatsburgers) die toch in de tropen willen verblijven en niet naar Nederland wilden gaan. 
Alle Nusantara onderdanen die geen Warga Negara Indonesia wilden worden moeten of de Nederlandse nationaliteit behouden en de Republiek Indonesia verlaten.
President Soekarno was niet van plan om ingepakt te worden door Nederland door de RIS te handhaven. Direct na het Verdrag van Linggarjati vaardigde Soekarno het decreet uit “Terug naar de Grondwet van 1945”(Kembali ke Undang-Undang Dasar 1945) en bracht de Republiek Indonesia weer terug naar de eenheidsstaat op basis van de Panca Sila en Bhineka Tunggal Ika.
Hij wilde niet dat Nederland alsnog de verdeel en heers politiek verder kon uitoefenen binnen de federale staatsvorm, waarbij alle staten toch nog weer tegen elkaar konden worden uitgespeeld door Nederland.

Het gevolg van de Ronde Tafel Conferentie was dat een hele grote groep Indische-Nederlanders gingen emigreren naar Irian Barat, de overgebleven Nederlandse kolonie in Indonesia. Waarin Nederland zich vergiste was dat er toch nog een grote volksverhuizing plaatsvond in de richting van Nederland. Tegen wil en dank moesten de toen genoemde Indische-Nederlanders emigreren naar het land die ze niet kenden, immers ze waren niet daar geboren en getogen. Wel een Nederlandse opvoeding gehad maar behoorlijk vermengd met de verschillende Indonesische culturen.


Deze groep werd later gevolgd door de tweede grote groep emigrerende Indische-Nederlanders, die uit Irian Barat kwamen omdat Irian Barat door de internationale wereld werd erkend als Indonesisch territorium.

http://javapost.nl/…/vergeten-verhalen-zijn-verzwegen-verh…/

De eerste en de tweede groep Indische-Nederlanders werden op een koude, haast vijandige manier in Nederland verwelkomd. De manier waarop dit gebeurde kan worden gekwalificeerd als een huichelachtige en schijnheilige manier van “assimileren” van deze onbekende etnische groep binnen de Nederlandse samenleving. Voorbeelden zijn o.a. de protestanten werden boven de grote rivieren geplaatst en de katholieken beneden de grote rivieren. De jongens werden rechtstreeks naar de ambachtsscholen gedirigeerd en de meisjes naar de huishoudscholen. Met andere woorden de jongens waren goed genoeg om als koelies en toekangs in de maatschappij te fungeren en de meisjes als baboes.


De vaders werden gelijk tewerk gesteld bij de rijkswerkplaatsen en dus als laaggeschoolde arbeiders geplaatst en de moeders kunnen gelijk doorgeschoven worden naar de schoonmaakstersgroepen.

Zelfs doktoren werden niet erkend en moesten opnieuw de opleiding volgen. Alleen die financieel dat konden veroorloven deden het. De anderen werden ondanks langjarige praktijk ervaringen gewoon geplaatst als keuringsartsen en andere minderwaardige functies. 
Mijn oom, die mijn eigen huisarts was in Indonesie moest nu annusen gaan checken die bedekt waren met poepkringen (kepet, nooit cebok) om te kijken of ze homos waren of niet om maar een voorbeeld te noemen. Mijn andere oom werd school tandarts want dat was een lager gekwalificeerde functie.
Op school werden vragen gesteld door klasgenoten als: wonen jullie in woningen? Hoe kan het dat jullie ouders Nederlands kunnen spreken? Is Indonesie net zo groot als Nederland?

Verder moesten alle Nederlanders de overtochtskosten en verblijfkosten in pensions voor 60% als renteloos voorschot terug betalen aan de Staat der Nederlanden. De pensionhouders hebben de zaak flink uitgebuit door de meest goedkope voorzieningen beschikbaar te stellen aan deze minderwaardige groep nieuwe “Nederlanders”. Ik heb zelf in een slaapkamer gewoond, die vanaf de vloer tot aan het plafond helemaal zwart was van de schimmel. Onze matrassen waren met stro gevuld, je had de indruk dat er oorlog uitgebroken was als je je omdraaide. We hadden het heel erg koud omdat er maar 1 kachel was en dat was in de woonkamer, die ook functioneerde als slaapkamer. We kregen bedelaars eten als standaard voedsel onder andere rijstepap met melk. Van het zakgeld van BBMZ (Maatschappelijke Zorg) kochten we goed voedsel, waardoor we verder niets meer konden permitteren. Mijn vader kreeg een baan in Utrecht terwijl we in een pension zaten in Maastricht. Elke dag kwam hij doodmoe thuis. At en sliep een paar uren en ging dan weer naar zijn werk. Na 9 maanden overleed mijn vader aan discriminatie door zijn Nederlandse collega’s die hem elke dag pesten en vernederden en tengevolge daarvan ging zijn geestelijke en lichamelijke toestand mede beinvloed door de klimaatomstandigheden sterk achteruit.

Daar zat ik dan als oudste zoon en nog maar net 17 jaar geworden om tegen wil en dank de vadersrol over te nemen in een mij vreemd en vijandig land. Mama kreeg AWW, maar niet zonder slag of stoot vanwege de tirannie van de ambtenarij, de nieuwe kolonialisten, imperialisten of feodalisten. Om te voorkomen dat mama ook zou overlijden door schaamte zocht ik bijverdiensten om mijn 3 zusjes en 1 broertje van levensonderhoud te kunnen voorzien. Ik wilde niet dat mama ging bedelen om sociale bijstand. Indertijd moesten de bijstandtrekkers (scheldnaam voor die tijd) bij weer en wind, of het regende of sneeuwde je moest buiten in de rij staan om je handje op te houden voor een paar centen.
Mijn broertje, de benjamin van 6 jaar kreeg een shock vanwege de dood van papa en sprak geen enkel woord meer 2 jaren lang. Ik moest van hot naar her mijn broertje slepen voor onderzoek, interviews en wat dies meer zij en leerde de groep neo-terroristen van ambtenaren kennen die Nederland rijk was.

Vanaf het moment dat ik in Nederland kwam heb ik keihard moeten vechten voor mijn bestaan. Op school, in de maatschappij en binnen mijn vrienden- en kennissenkringen. Het belangrijkste aspect waartegen ik me moest verzetten of weren was discriminatie. Een voorbeeld: mijn werkstuk op school kreeg altijd een minder cijfer dan mijn klasgenoot totdat ik laatstgenoemde vroeg om mij te helpen met het veranderen van mijn naam voor zijn naam voor het zelfde werkstuk. Het werkstuk kreeg een 8 voor hem en ik kreeg een 6. Ik confronteerde de docent hiermee. Ik kreeg nooit meer een cijfer lager dan een 7.

http://javapost.nl/tag/discriminatie/

Na mijn schooltijd toen ik direct begon te participeren in de de werkende menigte hield ik me meteen bezig met mezelf in te zetten voor de belangen van mijn bevolkingsgroep, de Indische Nederlanders. De discriminatie duurde voort. Ik werd gevraagd om zitting te nemen in het Bestuur van een Stichting voor mijn bevolkingsgroep. De voorzitter had daarvoor een gesprek gehad met de Staatssecretaris voor het project dat opgezet moest worden doch geleid moest worden door een voltallig Indisch Bestuur. Deze Staatssecretaris presteerde het om tegen de Nederlandse voorzitter te zeggen dat het nooit zal lukken om een Bestuur samen te stellen bestaande uit capabele mensen met zowel vakervaring als bestuurservaring. De voorzitter werd zo geprikkeld vanwege deze discrimerende uitlatingen en deed haar best en binnen de gestelde termijn verscheen ze bij de Staatssecretaris met de geloofsbrieven van het compleet Indisch Bestuur.

De gevechten om erkening van vele Indische organisaties worden structureel gesaboteerd. De divide et impera politiek zette de Nederlandse regering voort. Op alle fronten werd het de Indische groep moeilijk gemaakt om heel duidelijke rechten of erkenning te krijgen.


Het lijkt zelfs op het opzettelijk oprekken van procesgangen totdat alle rechtbbenden zijn overleden en zelfs totdat de tweede direct rechthebbende generatie is verdwenen.
De rampokkers zijn er nog tot op de dag van vandaag en zetten hun 350 jaren kolonisatie voort. De Nederlandse Staat lijkt systematisch op een wel zeer schijnheilige en huichelachtige manier alle “zonden”, “schulden” en “slecht geweten” om niet te spreken van “wandaden en wreedheden” weg te laten verdwijnen over de zielen van hun eigen verleden “de vrucht van 350 jaren kolonisatie” namelijk de generatie van “bastaards en anak-anak kolong” te overleven.
Ze zullen op een gegeven moment na 3 tot 5 generaties allemaal onder de groene zoden liggen en geen mens zal er meer naar “kraaien”.

Het lijkt op een scrupuloze en gewetenloze benadering van de Nederlandse Staat, die verlost wil worden van deze ongewenste smet uit het verleden, door een hele bevolkingsgroep weg te procederen bij alle rechts- en erkeninngsprocessen.
Ik schaam me diep te hebben gevochten voor wat ik waard was voor dit Nederland, dit schaamteloos land zonder geweten. Maar ik blijf vechten voor wat ik waard ben voor mijn ouders en grootouders en diens ouders, want die hebben hun bloed en zweet en tranen gelaten voor mij en voor mijn families en voor mijn vrienden. Ik vecht nu mee met mijn maatjes voor het recht op de uitvoering van Het Traktaat van Wassenaar ’66 dat notabene door President Soekarno is verstrekt aan onze ouders voor het verlies van hun bezittingen door nationalsatie van de bedrijven in Indonesia door dezelfde Soekarno. Maar dat is een ander verhaal die hier niet terzake doet. Het bijzondere is: wij vervolgen de Nederlandse Staat vanuit Indonesia en niet vanuit Nederland, want de geschiedenis leert ons dat we nieuwe wegen moeten bewandelen om eindelijk de kans te krijgen het recht te laten gelden voor wie het ook is bestemd. De Indonesische advocaten, die ons hiermee helpen zullen hun beste beentje voorzetten om deze keer De Staat der Nederlanden voor ons op de knieen te krijgen.

Op 17 augustus 1945, twee dagen na de capitulatie van Japan, wordt de republiek Indonesia uitgeroepen. Omdat de Nederlandse regering niet…
DALAFILM.

ICM REDACTIE.

Easay van r.ip. Marshal Manengkei ;   heb ik  leren kennen van Sylvia  Elders.
Bij de eerste ontmoeting vond ik Marshal (Nono) een bijzondere man.  Met kenmerken ALFA + BETA samengevoegd in 1 persoon, kom je niet vaak tegen  Zijn ambitie zat in de muziek, en tegelijkertijd is hij Civiele Ingenieur met missie duurzaamheid dat stamt  af rond 1970. Om met het laatste te beginnen hij heeft ergens in 1970 eerste duurzaamsheid project in Apeldoorn van de grond getild (dus klimaatverandering), dat nu door onze Diederik Samsom, Ed Nijpels en tot onze gebombardeerde Ing. Jesse Klavers als speerproject werd gestart.  Gekscherend genoeg werd hij door Nederland niet in het zonnetje gezet, en werd zijn uitvinding onder de radar gehouden, maar  bij klimaatconferentie in de VS kreeg Marshal zijn podiums (AWARD). e In Nederland bleef het stil, terwijl anderen ermee vandoor gingen; ik ze heb ze al genoemd. In de muziek industrie als song tektswriter bracht hij vele compositities uit voor hits werden oa. : The Blue Diamonds, Oscar Harris, Nana Mouskouri, The Tielman Brothers  en vele anderen niet genoemden. 6 jaar terug emigreerde Nono naar Indonesie  vol teleurstelling  over Nederland, en gelukkig kreeg jij een warme ontvangst in Jacarta. De toenmalige burgemeester Joko Widodo, nu president - benaderde hem om o.a. file probleem op te lossen. Hij startte in Jacarta zijn Sustainable- bureau waar hij ooit  in Apeldoorn mee begon (daar komt de staatscrer. van VWS Paul Blokhuis vandaan) , nu vinden de implementaties plaatst in Jacarta.


Dit verhaal van mijn vriend is niet de enige,  die ik als editor ICM tegenkom.
Wij zijn de bersiap kinderen dus niet in de oorlog  geboren, maar na de oorlog.  Voor ons is die oorlog na 1947 een oorlog waar nooit een einde aan kwam. In de Indonesie  moest je je voor je leven vrezen, dus altijd achterom kijken. In Nederland begon weer die ellende, waar nooit een einde aankwam. Het verhaal van Nono hebben de bersiap-kinderen allen meegemaakt. Je ouders steunen, en sommigen hebben ook nog de pech dat de vader of moeder het niet meer zagen zitten en de handen aan zichzelf sloegen ....... Zo heeft mijn vrouw de oudste van twaalf voor het gezin gezorgd als tweede moeder, tot ver in haar huwelijk, gelukkig was met Indo getrouwd, want haar moeder zag het ook niet zitten.


Ik kan zeggen als ICM man die op alle pasars staat,  ook bij een  RAI waar 100.000 man komen voornamelijk Nederlandse burgers, dat deze Nederlandse burgers zich schamen voor de Nederlandse regering + Kabinet;  De wijze waarop de de Indische Gemeenschap wordt behandeld. 
ICM 12.2015
Lees verder…

10897311101?profile=originalNabestaanden militairen Nederlands-Indisch leger woedend over vergoeding

Meindert vander Kaaij − 05/11/15, 12:22
© Trouw. 5.11-2015  Patrick Rugebregt en zijn vader Willem.

Nabestaanden zijn woedend over de vergoeding van achterstallige salarissen van het Nederlands-Indisch leger. Want als vader niet meer leeft, lopen zij die vergoeding mis.

Staatssecretaris Martin Van Rijn (VWS) had de reacties op zijn besluit om de salarissen van ambtenaren en militairen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië alsnog uit te betalen, waarschijnlijk anders ingeschat. De verbittering en frustraties over het gat van zeventig jaar tussen het eind van de oorlog en dit besluit dringen om de voorrang bij rechthebbenden, maar vooral bij nabestaanden.

'Het is geen gift, het is salaris.'
Van Rijn en de belangenbehartigers van het Indisch Platform werden het dinsdag eens over een financiële regeling voor naar schatting 1100 mensen die nog in leven zijn. Zij krijgen per persoon 25.000 euro uitgekeerd, hopelijk nog voor de Kerst. Nabestaanden zoals weduwen en kinderen vissen achter het net.

Tot drie keer toe zegt Elisabeth Mollema het: "Het is geen gift, het is salaris." Ze is woedend over het besluit van Van Rijn. "Het is hun welverdiende geld, geld waar ze recht op hebben. Mijn vader heeft er duizend dagen voor in een Jappenkamp gezeten. Nu hij dood is, hebben zijn nabestaanden daar recht op."

Freddy Mollema was vliegenier bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (Knil) toen Japan in 1942 de archipel overrompelde. "Ze namen hem krijgsgevangen, hij belandde in een kamp in Japan. Hij heeft de atoombom op Nagasaki zien vallen. Een dag later lieten ze hem doodleuk door de stad lopen. Na de oorlog werd hij ziek. Een paar jaar na mijn geboorte overleed hij aan een darmperforatie. Geen mens wist hoe dat kwam."

Haar moeder kreeg aanvankelijk ook geen pensioen. "Hadden we gewoon geen geld. Mijn moeder was toevallig een tough cookie, dus het is allemaal goed gekomen. Ze is acht jaar geleden overleden." Mollema, schrijfster van kinderboeken en thrillers is blij dat haar moeder dit niet hoeft mee te maken.

'Ik kan het niet  uitleggen'
De moeder van Patrick Rugebregt (1966) leeft nog wel, zij is in de tachtig, en hij hoopt dat het nieuws over de 'backpay' aan haar voorbijgaat. "Ik heb haar nog niet gebeld, en dat doe ik ook niet. Ik zou haar niet kunnen uitleggen: papa zou 25.000 euro hebben gekregen, maar jij krijgt niets. Het is allemaal te pijnlijk."

Wat Rugebregt dwarszit, is de timing van het besluit. Afgezien van een klein bedrag vlak na de oorlog hebben de 40.000 overheidsdienaren nooit iets van hun gederfde inkomsten teruggezien. Opeenvolgende regeringen schoven de kwestie door, en toen Nederlandse rechters vonden dat de Indonesische overheid aansprakelijk was, leek de zaak afgedaan. "Mijn vader zei wel eens: Patrick, ze gaan pas betalen als ik in de grond lig. Dat heeft hij goed voorspeld. Hij is in 2011 overleden."

Het steekt Rugebregt dat hij de staatssecretaris hoorde zeggen dat 'gezien de hoge leeftijd van de betrokkenen' er haast moet worden gemaakt. "Na zeventig jaar tijdrekken, spreken ze nu van haast maken. Ik vind dat erg pijnlijk."

Zijn ouders verlieten Indonesië met de zogeheten spijtoptantenregeling in 1965. Toen Nederland al geruime tijd de soevereiniteit aan Indonesië had overgedragen, kozen zij voor vertrek. "Bij aankomst hadden ze niets. Voor het tweedehands meubilair moesten ze bij de overheid een lening afsluiten die zij tot de laatste cent hebben afgelost."

Rugebregt hoorde van zijn vader Willem verhalen die overliepen van frustratie en woede. Willem zat in 1940 als 17-jarige bij de jongste lichting dienstplichtigen. "Hij werd krijgsgevangen genomen en verbleef tot na de capitulatie in een kamp in Japan. Mijn vader vond dat hij recht had op zijn soldij. Soms gloorde er hoop, kreeg hij via zijn Indische netwerk positieve berichten, maar het werd nooit wat. Hij heeft niet de genoegdoening mogen smaken."

 

 ICM 8.11.2015

Lees verder…
10897314471?profile=original
Marion Bloem: Het gaat niet om geld, het gaat om erkenning van leed

Sinds het besluit om de niet-betaalde lonen aan de nog levende KNIL-militairen en Indische ambtenaren uit te keren, wordt mij regelmatig naar mijn mening daaromtrent gevraagd. Meestal zwijg ik. Ik merk dat ik daarop niet meer zonder emoties kan reageren, en daarom liever zwijg. Eigenlijk precies zoals mijn vader, die geen verbitterde man was, die nooit klaagde over wat hij had meegemaakt, ben ik sprakeloos.

Hij was als krijgsgevangene een van de weinig overlevenden na de torpedering door een Britse onderzeeër van het overladen Japanse vrachtschip, waarbij zijn twee ooms en een neef wel het leven lieten. Die ooms waren als vader voor hem geweest, want zijn vader stierf toen hij pas zes was, en hij werd door zijn ooms opgevoed. Even tevoren had hij bij hen in het ruim zitten babbelen. Maar hij ging naar het dek, naar zijn vriend, die de torpedering ook niet overleefde. De jap doorkliefde zijn schedel met een bijl toen hij naar een sloep greep, voor mijn vader, die niet kon zwemmen. Die vriend zelf wel… Mijn vader had de rest van zijn leven nachtmerries, hoorde de stemmen van de mannen in de oceaan die om hun moeder riepen. Hij bleef bang voor water. Hij had de haaien gezien die op de geur van het bloed van gewonde mannen afkwamen. Hij hing aan een vlot gedurende vierentwintig uur, totdat hij gered werd door de Japanners. In een lendendoek, blootsvoets, voor weinig voedsel, moest hij werken aan de dodenspoorbaan op het eiland Sumatra.

Mijn vader lachte, als collega's, familieleden, vrienden klaagden over die periode waarin ze erg geleden hadden, dankzij hun positie binnen het leger of als rijksambtenaar. Hij zei hoofdschuddend: "En na de bevrijding worden wij meteen opgeroepen om ons in te zetten voor de orde en rust, en dan moeten we nota bene zonder soldij ons uniform ook nog eens zelf betalen!"

Toen ik begin jaren tachtig een documentaire wilde maken over hun geschiedenis, als erkenning voor wat zij hadden meegemaakt, kreeg ik bij de Raad voor de Kunst, zoals dat toen heette, en naderhand bij het Filmfonds, vooral te horen: "Waarom wil je dat allemaal oprakelen?" En ook: "Je hebt als kind van Indische ouders geen afstand tot het onderwerp."

Nee, die afstand heb ik niet. Nog altijd niet. En evenmin toen ik een jaar of tien geleden van hoog opgeleide neven van mijn vader vernam dat ze als rijksambtenaar niet alleen konden fluiten naar hun loon voor de periode dat ze in burgerkampen werden opgesloten en vaak gemarteld, maar bij aankomst in Nederland bij het contract van hun nieuwe kantoorbaan moesten ondertekenen dat ze nooit aan derden zouden vertellen dat ze onder hun niveau betaald werden en nooit beroep zouden doen op hun recht op verhoging en recht op loon in het verleden. Ik herinnerde me dat mijn opa dat ook vlak voor zijn dood aan mij had verteld, maar dat ik nog te weinig begreep van zijn geschiedenis om dat toen te kunnen plaatsen.

De Indische KNIL-militairen en ambtenaren die in Japan terecht kwamen hebben niet alleen zelf de nadelen ondervonden van de gevolgen van de atoombommen, maar ook de gezondheid van hun kinderen is er erg door aangetast. Die mannen zijn vermoedelijk als eersten gestorven, maar zouden hun kinderen niet minstens zoveel recht hebben op het geld dat hun vaders nooit gekregen hebben?

Het gaat niet om het geld, dat zei mijn vader al in 1980, het gaat om de erkenning van hun leed, hun geschiedenis. Met het soldij dat uitbleef, is ook die erkenning er nooit geweest. Misschien heb ik een groot deel van mijn leven daarom ingezet om in elk geval mijn bijdrage te leveren aan die erkenning door films en boeken te maken over hun geschiedenis, maar het was op de eerste plaats de taak van de regering en de regering heeft gefaald.

Als ze het soldij waar ze recht op hadden, zouden hebben ontvangen toen ze in Nederland aankwamen, toen de meesten werden uitgebuit door pensionhouders, hadden ze in elk geval met iets minder financiële stress de traumatische ervaringen met elkaar kunnen verwerken, omdat er geld was geweest om de trein en bus te betalen en elkaar te bezoeken, om middelen te creëren hun eigen potje te koken in plaats van de verplichte Hollandse stamppot van hebberige pensionhouders, om bezoekjes aan het badhuis te betalen in plaats van naakt met een handdoekje in de rij te staan voor de douche die slechts eenmaal per week werd toegestaan.

Een afkoopsom van 27,5 miljoen doet extra pijn, omdat het voorbijgaat aan het feit dat deze mensen hun leven moesten opstarten met niet alleen veel minder middelen, in een vreemd land, maar omdat hun geschiedenis niet werd gekend, niet werd begrepen en ze niet konden helpen dat ze ongewild hun onverwerkte trauma’s doorgaven aan hun kinderen. Mijn vader had het voorspeld: "Ze wachten net zolang totdat we bijna allemaal dood zijn." Hij zei ook: "Ik ga er niet om lopen zeuren."

Hij liep tegen de tachtig toen er in zijn dorp, een gemeente waarin relatief veel ex-KNIL-militairen woonden vanwege de naburige kazernes en een militair vliegveld, eindelijk een gedenkplaat werd toegevoegd aan het oorlogsmonument dat de gesneuvelden van de WO2 in Europa herdacht. De toegevoegde tekst verwees naar de gevallenen in Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn vader, evenals vele collega’s van hem, hadden daartoe vele jaren eerder het initiatief genomen, zelf geld ingezameld, en waren trots dat het eindelijk voor elkaar was. Toen mijn vader vroeg of het jaar daarop een door mij geschreven tekst over de Junyo-Maru scheepsramp die hij had overleefd, maar waarbij 2500 krijgsgevangenen en 4500 Indonesische werkslaven om het leven kwamen, mocht worden voorgelezen, kreeg hij te horen dat er geen ceremonie werd gehouden omdat er slechts om de vijf jaar een herdenking zou plaatsvinden. De droefheid in zijn ogen, de schaamte om zijn blijdschap over de gedenkplaat het jaar tevoren, zal ik nooit vergeten.

Het was dezelfde blik als toen hij mij vertelde dat hij na de onafhankelijkheid van zijn geboorteland, eigenlijk niet naar Nederland wilde omdat hij vroeger op school, en later in het leger, ondanks zijn voor een groot deel Europese afkomst, door Nederlanders nooit als gelijke werd beschouwd.

======================================================================================

Wij hebben weer 20.000 handtekeningen nodig, doet U weer mee?  Dit keer niet voor KNIL en Backpay, maar voor traktaat van Wassenaar.   Tekent U even Online op het onderstaande , het is zo gepiept en wij kunnen weer stappen zetten, net als bij de voorgaande petitie (Stille Tocht), en U wordt gehoord. Inmiddels zijn er 15.000 die hebben getekend, en uiteraard is uw financiele bijdrage welkom.

 

Namens.

Het Actie Comité TvW-66

 

 

 

10897237288?profile=original10897237700?profile=original

INDISCHE PETITIE  TvW’66                            

Indische zaak - Het Traktaat van 10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates

Inleiding –  

De Nederlands-Indische gemeenschap heeft het recht om de Nederlandse Staat te sommeren uitvoering te geven aan het Traktaat van Wassenaar 1966 (nader te noemen “TvW 66”) dat geratificeerd werd door zowel de Nederlandse als de Indonesische regering op 7 december 1966.  

Het Traktaat werd gesloten en geratificeerd tussen de toenmalige President van Indonesië Soekarno en de toenmalige Nederlandse regering.

ICM 5.11.2015

 

Gerechtigheid dient te geschieden aan allen die door de 2e Wereldoorlog en de nasleep daarvan in Nederlands-Indië dan wel Indonesië het verlies van...

Voor informatie, instructie en overige update klik op  Doorgaan

Lees verder…

Historici, stel de juiste vragen over NL-Indië

10897308869?profile=originalHistorici, stel de juiste vragen over NL-Indië

Door:  Anne-Lot Hoek

De bloedige strijd om Nederlands- Indië maakt nauwelijks deel uit van ons collectieve geheugen. Historische instituties hebben hun taak laten liggen, stelt Anne-Lot Hoek. En dat is een zaak van ons allemaal.

De Nederlandse heeft jarenlang namenlijsten met geëxecuteerde gevangenen op Zuid-Celebes verborgen gehouden, meldde De Correspondent kort geleden. Dit  is erg belangrijke informatie voor advocaat Liesbeth Zegveld, die zij kan gebruiken in haar zaak om financiële compensatie te krijgen voor de weduwen van aldaar vermoorde mannen. En dit blijkt al decennia in het Nationaal Archief te liggen. Maar heeft de staat    die namenlijsten verborgen? Of hebben we er gewoon niet naar gezocht?

Er liggen duizenden documenten over de dekolonisatieoorlog van Indonesië in de Nederlandse archieven (en daar buiten) en ze zijn nog lang niet allemaal onderzocht. Hoe routinematig was de inzet van excessief geweld? We weten het nog steeds niet.

We staan dit jaar uitgebreid stil  bij zeventig jaar bevrijding in Nederland, maar hebben weinig besef van een van de grootste militaire operaties uit onze geschiedenis. Doordat de autoriteiten Nederlands-Indië de vrijheid onthielden die hier zo gevierd werd, ontstond een bloedige burgeroorlog. Die duurde vijf jaar en het kostte aan honderdduizenden het leven. Toch maakt die gewelddadige operatie, met een ongekende nasleep van menselijk leed aan beide kanten, nauwelijks onderdeel uit van ons collectief geheugen.

Niet alleen de Nederlandse staat  is verantwoordelijk voor het ‘verbergen’ van essentiële informatie; het gehele politieke en maatschappelijke establishment draagt verantwoording. Zo kwamen de drie grote historische instituten (KITLV, NIOD en NIMH) pas in 2012 met een gezamenlijk voorstel voor een grootschalig onderzoek naar gepleegd geweld.

10897308292?profile=originalDe directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Gert Oostindie, stelde onlangs in het Historisch Nieuwsblad dat nu vooral de Indonesische regering dat onder-zoek nu tegenhoudt. Zij zou haar eigen bloedige verleden niet onder ogen willen zien.

Maar hadden wij onze kant van de puzzel niet al veel eerder en beter kunnen leggen? De historische instituten maakten zelf jarenlang weinig werk van het optekenen van ooggetuigenverklaringen van veteranen en het nagaan van de duizenden pagina’s aan archief-materiaal. Maar vooral: van het stellen van de juiste vragen. Daardoor lopen ze nu al 65 jaar achter de feiten aan. Daar heeft de Indonesische regering niets mee te maken.

“Nederlandse historici hebben jarenlang nauwelijks oog gehad voor de ernst en de omvang van het probleem”, zegt bijzonder hoogleraar Remco Raben van de Universiteit van Amsterdam. “Het is geen moedwillig verbergen geweest, maar de hele kwestie wordt eerder als een politiek probleem dan als een weten-schappelijk relevant onderwerp gezien. En daaruit spreekt de onverschilligheid, maar ook het geloof in de eigen relatieve goedheid.”

Die toon voor de omgang met belastende informatie werd door de politiek gezet met de afhandeling in december 1954 van de casus-Westerling,. Het kabinet besloot toen tijdens een geheime stemming, ondanks een nogal  vernietigend rapport, om de beruchte kapitein en zijn nog wredere collega’s Vermeulen, Rijborz en Stufkens buiten de rechtspraak te houden. Slechts vier ministers stemden voor een veroordeling, want, zoals de toenmalige minister van Defensie Cornelis Staf, terecht opmerkte: „De politieke verantwoordelijkheid zal niet terzijde gesteld kunnen worden.”

10897309465?profile=originalUitgebreid onderzoek naar andere zaken, of naar Westerlings opdrachtgever kolonel de Vries bijvoorbeeld, kwam er daardoor ook niet. De regering liet pas in reactie op de schokkende onthullingen van veteraan Joop Hueting in 1969, op nationale tv, een inventaris van excessen in de Nederlandse archieven maken, de Excessennota. Daar werd toen vervolgens weinig mee gedaan. Maar  voor  het  onderzoeken van

excessief geweld moet je ook naar Indonesië, en in gesprek gaan met veteranen daar, zoals fotografe Marjolein van Pagee doet. Want   al blijken er nu belangrijke namenlijsten van geëxecuteerden te bestaan, dat betekent niet dat de dieperliggende vraagstukken en de beantwoording daarvan slechts in de Nederlandse archieven besloten liggen. Niet alleen standrechtelijke executies, maar marteling door inlichtingen-diensten en aanvallen van het Indonesische verzet en de daarop volgende represailles van onze kant werden lang niet allemaal opgetekend.

Door het gebrek aan een objectief, overkoepelend en vooral een gezamenlijk narratief is een hardnekkige mythe ontstaan: Westerling was het mikpunt en de rest had gewoon zijn best gedaan.

Om uit de pas te lopen met die algemene opvattingen, had je aardig wat lef en moed nodig. Historicus Loe de Jong werd in 1987 ernstig belaagd door de veteranenlobby, toen hij het woord ‘oorlogsmisdaden’ in de conclusie van zijn magnum opus Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog durfde te gebruiken. Het leidde ertoe dat hij er weer snel exces van maakte.

Pas recent durfde Museum Bronbeek in Arnhem het aan om in zijn huidige tentoonstelling Oorlog! Van Indië tot Indonesië 1945 – 1950 het woord ‘oorlog’   te gebruiken, en ook beelden van de Indonesische kant te laten zien. Het leidde tot spanningen onder de bewoners van het inpandige veteranentehuis. Het   is kenmerkend voor het nog steeds  stroef verlopende maat-schappelijk debat waarin woorden als ‘vrijheid’ en ‘verzet’ op de voorgrond staan, maar waarvan we de betekenis onvolledig in onze

geschiedenislessen belichten. Geschiedenisverzwijging is dan ook geschiedenisvervalsing. En dat is niet slechts een zaak van  de staat, maar van ons allemaal.

Javapost. Dit artikel verscheen al eerder in het NRC Handelsblad

 

 ICM 7.11.2015

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives