Aanbevolen berichten (36)
Per Email / Per post verzonden
AANGETEKEND
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T.a.v. Voorzitter Presidium Tweede Kamer
Geachte mw. Vera Bergkamp.
Ondergetekende richt zich tot U als voorzitter, en citeert Uw verantwoordelijkheden.
De Voorzitter en de ondervoorzitters vormen samen het Presidium van de Tweede Kamer. De Presidiumleden hebben de dagelijkse leiding over de Kamer. Regelmatig spreken zij over de werkwijze en procedures in de Tweede Kamer en over zaken die spelen in de ambtelijke organisatie.
Uit uw Overige Kamerstukken blijkt dat tot op heden geen verslag/ proces verbaal is opgetekend en vastgelegd van de aanbieding van petitie op 15 maart 2022 jl. met:
- 15.000 handtekeningen
- 15 exemplaren van rapport Traktaat van Wassenaar
- 15 exemplaren aanvullend rapport
- 15 exemplaren onderzoekrapport
- 24 persoonlijke verhalen.
Deze werd in ontvangst genomen o.l.v. griffier dhr. A.W. Westerhoff, ondervoorzitter Rudmer Heerema van de VVD, mw. Agnes Mulder CDA . Van de delegatie waren aanwezig dhr. Rob Andreas, dhr. Paul Vasseur, Dhr. Ben Vink met ondergetekende.
U wordt van ernstige nalatigheid verweten, voor de feiten verwijst ondergetekende naar Overige Kamerstukken, waar niets staat vermeld dat Petitie met 15.000 handtekeningen + overige stukken in ontvangst werden genomen door de Tweede Kamer. Al eerder heeft ondergetekende dit onder de aandacht gebracht. De suggestie wordt nu gewekt dat de aanbieding nooit heeft plaatsgevonden. Naast dat overige Kamer Leden van deze informatie worden onthouden zodat deze zaak nimmer geagendeerd kan worden.
1) van een falend werkwijze van Uw ambtenaren of is deze bewuste actie om deze zaak onder de radar te houden of onder het tapijt te vegen.
2) Daarnaast wil Ik wijzen op artikel 5 van het burgerwetboek voorde rechten van de burgers. Het recht van een petitie, hierdoor lijkt onze democratie ten onder te gaan. U negeert 15.000 mensen die hun handtekening hebben gezet, en hun mandaat hebben gegeven aan ondergetekende.
3) Laatste punt, het gaat hier om het verdrag dat de Overheid niet heeft uitgevoerd.
U moet zich heel goed realiseren dat al deze zaken rijp zijn om deze voor te leggen bij Raad van State daarmee schaadt U de naam van alle Tweede Kamer Leden, die zich juist hebben opgeworpen om heel graag deze zaak tot een oplossing willen brengen.
Ik verzoek U daarom de zaak te onderzoeken en binnen 7 dagen met resultaat te komen.
Met vriendelijk groeten,
Ferry Schwab Sr.
Namens delegatie ACTW-66
Email Schwab@icm-online.nl
Mob. 0637282433
Realpredictor 7 jaar geledenDit wordt ‘emotioneel gezien‘ mijn meest moeilijke blog, omdat mijn familie en vrienden hierbij nauw betrokken zijn geweest. Ikzelf heb hier niet veel van meegekregen, maar ik voel me geroepen om het mensonterende gedrag van onze voormalige én huidige bestuurders (het negeren van genocide op hun eigen volk) aan het licht te brengen! Vooral nu ik zie hoe onze regering zich in allerlei bochten wringt om bijna alle (vaak extremistische) landen in de wereld te helpen en miljarden van ons volk steelt om niet alleen financiële steun, maar ook wapens aan hen te leveren. Terwijl ze hun eigen volk destijds in hun ex-koloniën volkomen in de steek hebben gelaten en zonder enig schuldgevoel lieten vermoorden!
De golf van etnisch geweld in Nederlands-Indië, die begon in 1945, is steeds ten onrechte door Nederland naar de achtergrond verdrongen. De moord op duizenden (Indische) Nederlanders in de Bersiaptijd is door Nederland altijd gelaten geaccepteerd, “terwijl het zich het best laat omschrijven als volkerenmoord”.
Dat zegt de Amerikaanse historicus William H. Frederick in een interview maandag in Trouw. Hij spreekt daarin van “post-koloniaal geheugenverlies” van de Nederlandse autoriteiten.
De 72-jarige historicus heeft volgens de krant zijn hele wetenschappelijk loopbaan gewijd aan de geschiedenis van Indonesië.
Na de capitulatie van Japan vermoordden Indonesische strijders duizenden Nederlanders die net uit Japanse interneringskampen waren bevrijd. Ze wilden koste wat kost voorkomen dat het koloniale gezag zou worden hersteld, aldus Frederick.
Een artikel over zijn onderzoek staat in het Britse wetenschappelijke blad Journal of Genocide Research.Bersiapperiode
“De Bersiapperiode is zonder twijfel een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Indonesië én die van Nederland”, aldus Frederick die zegt geen land te kennen dat de moord op zoveel medeburgers zo gelaten heeft geaccepteerd en vervolgens is vergeten.
“Ik bespeur nog steeds de tendens bij zowel niet-Indonesiërs als Indonesiërs om die revolutie als min of meer onschuldig en, althans op wereldschaal, als niet zo gewelddadig te beschouwen.”Er hangt veel mist rond het extreme geweld van de Bersiap-tijd. Waar kwam dat nu vandaan? Wie waren de daders? Wie schuilden er achter de naam ‘extremisten’ die de Britten en Nederlanders op de geweldplegers plakten? Waren het criminelen, opgehitste jongeren, opportunistische sadisten, religieus fanatici? En wat was hun motief? Iedere oorlog heeft natuurlijk zijn pathologische moordenaars, maar de frequentie van de moorden maakt het moeilijk om die in de schoenen te schuiven van een kleine groep sadisten of criminelen..
Het meeste geweld, los van de strijd tussen meer reguliere republikeinse en Britse en Nederlandse troepen, werd gepleegd door radicale nationalisten, islamitische strijdgroepen als de Hizbullah en Sabillilah, en groepen met meer criminele achtergronden. Zij hadden gemeen dat ze moeilijk onder het gezag van het prille leger van de Indonesische Republiek te brengen waren en vaak hun eigen plan trokken. Steeds meer huizen werden gerampokt (geplunderd). Inwoners werden de bossen in gejaagd, waar ze vaak het slachtoffer werden van andere bendes. Ook verschenen er pamfletten die de bevolking opriepen de Indo-Europeanen uit te roeien.De Nederlanders buiten de kampen – veelal Indische Nederlanders – lieten zich niet onbetuigd en organiseerden hun eigen strijdgroepen om hun huizen en gezinnen te verdedigen en de moorden te vergelden. Ook Molukkers waren in deze groepen actief, omdat zij vaak het doelwit van de moordpartijen waren. Molukkers waren voor de oorlog dikwijls soldaat in het Indische leger geweest en waren goede vechters.
Hoeveel slachtoffers in de Bersiap van de eerste maanden na de onafhankelijkheidsverklaring en de daaropvolgende jaren van revolutie zijn gevallen, is onmogelijk aan te geven. De meest behoudende schatting is 3500 burgerdoden, maar het kan net zo goed een veelvoud zijn geweest.Minister Timmermans
Minister Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken) vindt dat instituten die onderzoek naar de dekolonisatie van Nederlands-Indië willen doen, dat maar uit eigen budget moeten betalen.
“De echte reden ligt volgens mij eerder op diplomatiek terrein”, zegt Frederick in Trouw. “Ik begrijp dat de Indonesische regering geen zin in een onderzoek heeft, omdat ze niet trots zullen zijn op de Bersiap. Nederlandse diplomaten in Jakarta worden nerveus van een onderzoek, omdat dit hun leven gecompliceerder kan maken. Terwijl zo’n onderzoek natuurlijk hoogstnoodzakelijk is.”Het schandalige spelletje met de Vergoeding oorlogsslachtoffers.
De regelrechte discriminatie van de Nederlandse overheid ten opzichte van de Nederlanders uit Nederlands-Indië is het niet vergoeden van de particuliere oorlogsschade. In februari 1951 nam het parlement de Wet op de Materiële Oorlogsschade aan, de WMO. Deze hield in dat alle oorlogsschade die door Nederlanders geleden werd als gevolg van de Duitse bezetting, kon worden geclaimd. De Nederlanders uit Nederlands-Indië werden expliciet van deze wet uitgezonderd. Het was de mening van de toenmalige regering, dat de jonge (en toen straatarme) nieuwe republiek Indonesië daarvoor verantwoordelijk was.
Onder de WMO is aan Nederlandse particulieren in de loop der jaren een bedrag van 5,9 miljard guldens uitbetaald. Dit bedrag was hoger dan wat Nederland aan Marshallhulp ontving. Men presteerde het zelfs om ook de slachtoffers van de watersnoodramp van 1953 onder de WMO te brengen…! De Nederlanders uit de voormalige kolonie ontvingen geen cent. Overigens dient hierbij wel vermeld te worden dat het Marinepersoneel uit Indië weliswaar hun achterstallige salaris uitbetaald kregen, maar de door hen geleden oorlogsschade evenminvergoed hebben gekregen. Zeer beschamend is de vergelijking van de Nederlandse situatie met die in de diverse andere landen die in oorlog waren met Japan. De Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk hebben hun landgenoten uit de Aziatische koloniën ruimhartig gecompenseerd, ook voor de geleden oorlogsschade.
Ook met de vergoeding via de WUBO en WUV is er een smerig spelletje gespeeld!
‘Wet van 10 maart 1984, houdende regelen inzake de verlening van uitkeringen en bijzondere voorzieningen aan burger-oorlogsslachtoffers
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen betreffende de verlening van uitkeringen en bijzondere voorzieningen aan burger-oorlogsslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en hun nagelaten betrekkingen. enz. enz.”Deze “ondersteuning” gold voor degenen die:
– tijdens de Tweede Wereldoorlog vervolging heeft ondergaan of als burger
is getroffen door oorlogsgeweld;
– aan deze oorlogsgebeurtenissen blijvende gezondheidsschade heeft
overgehouden;
– vallen onder de voorwaarden van nationaliteit en waardigheid.
Ook de weduwe of weduwnaar van iemand die door vervolging of
oorlogsgeweld is omgekomen, kan financieel ondersteund worden.DUS NOPPES!
Deze zogenaamde “vergoeding” uit 1984 trad pas jaren later in werking en de procedure was zo ingewikkeld (papieren die uit Indonesië moesten worden aangevraagd die daar al lang waren verbrand), waardoor er weer een andere procedure gevolgd moest worden, zodat uiteindelijk de meeste slachtoffers óf al waren overleden óf ermee zijn gestopt!OOK TOEN WERDEN DIT SOORT SMERIGE POLITIEKE SPELLETJES AL GESPEELD!
Ik heb dit al eerder in een blog geschreven:
https://eunmask.wordpress.com/2012/08/04/nog-een-voorbeeld-van-de-schending-van-mensenrechten-door-onze-regering/En ALWEER zie ik hier een tegenovergestelde parallel!
Syrische rebellen (extremisten) die in Syrië hebben gevochten en genocide op hun eigen volksgenoten hadden gepleegd, worden hier met open armen ontvangen! Die hoeven geen procedure te volgen die jaren duurt!Dan heb ik het nog niet eens over de 3e tegenovergestelde parallel! De Indische Nederlanders (met de Nederlandse nationaliteit: 1 paspoort dus) die na de oorlog naar Nederland kwamen, omdat ze in Indië niet meer welkom waren, werden nóg slechter behandeld dan de asielzoekers! Zij werden in barakken geplaatst en kregen een klein voorschot die ze tot de laatste cent moesten terugbetalen. De mannen die in de oorlog voor Nederland hadden gevochten, en die in krijgsgevangenschap hadden gezeten, kregen geen baan meer bij het leger en hadden ook geen recht op pensioen van het leger!
Hadden zij zich misschien moeten bekeren en naar Nederland moeten komen als moslim-immigrant? Dan waren ze misschien net zo gastvrij onthaald! Want als Nederlands staatsburger ben je gewoon een paria!
Hier de verhalen van overlevenden die deze verschrikkingen hebben meegemaakt
http://www.archiefvantranen.nl/uw-verhaal/Ook in dit geweldig geschreven boek van Ferry Holtkamp leest u over de hartverscheurende werkelijkheid!
http://www.indischhistorisch.nl/tweede/oorlog-en-bersiap/oorlog-en-bersiap-ik-beken-het-levensverhaal-van-de-indische-nederlander-ferry-holtkamp-opgetekend-door-journaliste-elise-lengkeek-juli-2009/Bron:
http://nieuws.thepostonline.nl/2013/11/18/nederlanders-waren-slachtoffer-genocide-nederlands-indie/Artikelen (met een gelijke strekking):
http://www.nu.nl/buitenland/3631162/moord-indische-nederlanders-genocide.html
http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/27900/het-geweld-van-de-bersiap.html
http://onrecht.wordpress.com/2013/03/22/de-tijd-is-gekomen-dat-daders-van-de-genocide
Uit ICM Archief -De relatie tussen Nederland en Indonesië is opnieuw onder druk komen te staan. Deur dicht voor claims Indonesische weduwen
• bronvermelding Telegraaf van 21/4-2013
Timmermans …affaire…
door Charles SandersAMSTERDAM, maandag
De relatie tussen Nederland en Indonesië is opnieuw onder druk gekomen nu onderhandelingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken met tien weduwen op Sulawesi zijn vastgelopen.
De vrouwen wilden elk 20.000 euro schadevergoeding van ons land omdat Nederlandse militairen begin 1947 hun echtgenoten hadden doodgeschoten. Dat gebeurde door speciale troepen van kapitein Raymond Westerling.
In 2010 waren er ook al grote spanningen tussen Den Haag en Jakarta nadat de Indonesische president Yudhoyono een staatsbezoek afzegde omdat Molukkers om zijn arrestatie hadden gevraagd. Vorig jaar voelde diezelfde president zich nog eens extra in zijn hemd gezet toen de verkoop van overtollige Leopard II-tanks door de Tweede Kamer werd geblokkeerd. De Kamer buigt zich waarschijnlijk morgen over de kwestie van de schadevergoedingen.
De advocaat van de weduwen, Liesbeth Zegveld, noemt de afloop van de onderhandelingen teleurstellend. Volgens betrokken ambtenaren wilde Nederland niet verder gaan dan 10.000 euro schadevergoeding per weduwe.
Dat zou zijn om precedentwerking te voorkomen. Want hoewel de koloniale oorlog 65 jaar geleden plaatsvond, werd pas in 2011 voor het eerst door Nederland schuld bekend en betaald. Toen ging het om nabestaanden van een bloedbad in Rawagede.
Excuses
„Dat is keurig opgelost, negen weduwen kregen elk 20.000 euro en er werden excuses aangeboden”, zegt Liesbeth Zegveld. „Op Sulawesi waren de misstanden nog veel erger. Dus waarom dit keer geen akkoord?”
De advocaat gaat namens de vrouwen procederen tegen de Nederlandse staat. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zwijgt omdat de zaak onder de rechter is. Maar minister Timmermans zou „zeer met de affaire in zijn maag zitten”.
Nederlandse veteranen die in de archipel vochten, zijn blij dat ons land dit keer voet bij stuk houdt. „Hoezo ereschulden? Het was oorlog en er gebeurden aan beide zijden vreselijke dingen. Als we weer de hoofdprijs betalen, liggen nieuwe claims op de loer.”
Overigens raakten de door Nederland gecompenseerde weduwen van Rawagede hun 20 mille vooral kwijt. Minstens de helft van het geld werd geconfisqueerd door corrupte politici.
De SP wil minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) morgen naar het vragenuurtje roepen over de kwestie. „Door het ministerie is de suggestie gewekt dat alle vergelijkbare zaken op dezelfde wijze behandeld zouden worden”, stelt Kamerlid Van Bommel. „Het gaat om geld en ontmoediging. Eén van de weduwen is 104. Plat gezegd: een politiek van uitsterven.”
D66-Kamerlid Sjoerdsma vindt dat het nu aan de rechter is om een besluit te nemen. „De weduwen wachten al sinds de jaren ’50 op genoegdoening. Laat die nu snel komen, zodat we deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis kunnen omslaan.”
Geschiedenis : Trakaat van Wassenaar - Deel XI
(komt ook in 10 delen uit in ons ICM Bulletin)
In het verlengde van het verdrag Traktaat van Wassenaar 1966, zoals mede beschreven wordt in door Minister BuZa uitgebracht publicatie in haar Brochure Ministerie van Buitenlandse zaken, ‘ To forget of a promise for The future en de reeds eerdere verrichtte onderzoek door Halbe Zijlstra van de VVD. wordt hier in het rapport in gegaan op de oplossingen met betrekking tot de nog verrichtte uitvoeringsactiviteiten ter ondersteuning bij het uitdelen c.q. uitbetalen van de Indische gelden aan de 60.000-70.000 gerechtigden (gedupeerden). Het verdrag omvat mede de intensivering van de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië. Evenals op het gebied van de infra - en economisch ontwikkelingen zoals de president Joko Widodo het verwoorde op businessforum Nederlands – Indonesië op 22 april jl. in het Koerhaus te Scheveningen. Namelijk de banden verder aan te trekken op alle mogelijke terreinen, uiteraard waar de economische ontwikkelingen voor beide landen een inwinsituatie voor opleveren. Samengevat het sluiten van een nieuw handelsverdrag. Dit onderdeel wordt in dit rapport niet behandeld. Wel zijn in dit kader de Indische Culturele projecten op de agenda gezet, die transparant en democratisch wordt bepaald en beslist door de nog in te richten Deelnemersraad. Deze Indische culturele projecten vindt zijn realisatie zowel in Nederland als Indonesië om dat onderdeel van dit verdrag te ondersteunen.
Wel worden de belangen hier behandeld voor de non-betaling van de 689 miljoen namens de gedupeerden (gerechtigden). Inmiddels hebben zich 15.000 gedupeerden ingeschreven door ondertekening van de petitie van de 60.000 – 70.000. In beginsel ging het om de 341.000 vluchtelingen (gerepatrieerde), en uiteindelijk is deze groep geslonken, en wordt geraamd tussen de 60.000 – 70.000 gerechtigden. In het verdrag is overeengekomen en geratificeerd door beide regeringen dat de gedupeerden ten tijde van de oorlog, bersiap, en de politionele acties; en de gevolgen Linggadjati die vanaf 1947 tot 1962 in de republiek Indonesië woonden. In oktober 2009 heeft Halbe Zijlstra van de VVD zich ontfermd over dit dossier en research gepleegd. Uit zijn research bleek dat de Indisch Gemeenschap recht heeft op het Indisch Geld. Bovendien stelde hij vast dat een claim niet met een andere claim kan afkopen. Halbe Zijlstra stelde als oppositie Kamervragen, deze werden op de Franse slag nota bene door Ab Klink van het Ministerie VWS beantwoord. Onbegrijpelijk waarom deze niet werden beantwoord door de verantwoordelijke Min. BuZa zelf. Aangezien het verdrag werd ondertekend door de toenmalig ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen. Tegelijkertijd het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Bert Koenders dit Verdrag onder haar verantwoordelijkheid had van 1966 tot 2003, en alle termijnbetalingen conform het verdrag met de laatste termijnbetaling in 2003 op de bankrekening van Ministerie werden ontvangen.
Namens ACTW66 & ICM Team / Dank voor uw inschrijving.
CLub van Julius Stemmerik te Zoetemeer donaties + inschrijving voor deelname ACTW66 ------ totaal € 3800, hebben tot opheden het hoogst gescoort !
- Julius Stemmerik - € 2.000Inschrijvingen elk € 50 totaal € 1.800Mw.N.F.M.v.Affelenv.Saemsfoort-WeimerMw. S. Bos
- Dhr. R. Bouwman
- Mw. E. Brassinga-Camphuisen
- Hr. C.M. Brookman
- Mw. F. Brookman - Das >>>/font>
- Mw. H. van Caspel - v.d. Wel
- Mw. C. Charlouis
- Rolo Lapre
- Gloria Hardy
- Stichting Stellar Events
- WNProductions (Istemewa Events)
- Ton Meijer (Productions)
STEM OP DE PARTIJ VLAKTAKS 2017.
Weg met die discriminerend Belastingschijf. Wij zorgen voor minder regels, en kleine Overheid.
Geen 2000 euro maar 10 duizenden euro’s minder voor iedere burger.
Met de partij Vlaktaks 2017 bent u baas over uw eigen beurs.
Jan Enoch Jij bent toch bezig met zoeken van themal's voor Politieke Partijen,, alweer 1 uit mijn toverhoed als denktank!
Dit is een thema waar alle burgers meezitten pijn in de portemenai!
Ik heb acht jaren in Calpe (a/d Costa Blanca gewoond. Ik ergerde mij flink aan het ondemocratisch belastingstelsel in Nederland, en mijn artikel prijkte toen al in de kranten. Maar de Politieke Partijen keken allen de anderen kant op. Want je gaat toch niet in eigen voet sschieten !
Spanje lid van de Euro voert een democratisch belastingstelsel, voert de Vlaktaksk
Voor iedereen 28%, maar geen aftrekposten.
De feiten en constateringen op de brief van Martin van Rijn op 16 februari 2016 jl aan De Tweede Kamer.
Uit ICM ARCHIEF
Als ICM editor stel ik mij de vraag waarom nu, en kanttekening bij?
De verkiezingen staan voor de deur, en ook PvdA’ er Martin van Rijn probeert een duitje in de zak te doen door de
essentiële informatie onder het Indisch tapijt te vegen, verre van de werkelijke feiten, of zouden zijn VWS – ambtenaren verkeerde voorstellingen hebben gegeven? Of lijkt deze door het virus van Mark Rutte te zijn geïnfecteerd, die op de valreep met kadootjes strooit. Of is het om het disfunctioneren van de belaste afdelingen en SVB te verbloemen. Bovenal om de Indische Gemeenschap met zogenaamde Indisch huis met trekpleister Den Haag te verblijden met een dooi mus, Dit op een bewezen mislukt model na 17 jaren die niet heeft gewerkt. Is ook onmogelijk om met een budget van 600.000 euro een verbinding te leggen naar 2 Miljoen Indische Nederlanders. U leest het goed twee miljoen Indo’s (Indische Nederlanders) melden zijn ambtenaren, dus de grootste kleine bevolkingsgroep, nog groter dan het aantal leden van Jan Slagter van de Omroep Max, die riante subsidie ontvangt om zijn doelgroep te verankeren.
De volgende vraag hoort deze onderhavige brief deze niet thuis bij het komende beleid nota van WVS. Ik breng in herinnering de beleidsnota VWS van zijn voorganger de staatssecretaris Ross die kwam met de afbraak van alle Indische subsidies en voorzieningen , is weer een los briefje die straks weer verdwijnt net als die bonnetjes van zijn collega Teven in de hectiek. Deze brief die meer een voortgang rapportage behelst voor de interne organisatie wat er allemaal fout is gegaan!
Laten wij eerst het disfunctioneren van de afdelingen en SVB onder de loep nemen. Die door de nabestaanden KNIL gedagvaardigd zijn voor non-betaling. Waarom rapporteert Martin van Rijn dit ook niet zijn rapportage.
De centrale vraag; drie jaren wist het Indisch Platform en Martin van Rijn, dat ooit een uitvoeringsorganisatie nodig was om de gedupeerden te bereiken (front office noemen wij het in mijn vakjargon) en om daarna in behandeling te nemen van de aanvragen om te screenen en tot slot uiteindelijk tot uitbetaling overgaan dat een BackOffice (vakjargon) benodigd is. Voor niet deskundigen onder ons. In grote organisaties om klussen die tussendoor snel gedaan moeten worden, start men een projectorganisatie op met alle benodigdheden voor een succesvolle implementatie. Zijn hier wel vooraf ook het benodigde plan van aanpak en andere plannen gemaakt om de uitvoeringsorganisatie als project binnen de SVB in te richten, zeker na debacle van de PGB’s die nog steeds niet is opgelost, dan was deze “FARCE” van een mislukt project niet ontstaan. Tijdens het opstellen van een plan van aanpak wist men al dat ingezette communicatiemiddelen niet toe reikend waren, en voor alternatief hadden gekozen door : oproep via TV spotjes, de Omroepen en kranten. Dit had termijn om de groepen te bereiken aanzienlijk verkort.
Uit onderzoek van ICM in kader van de petitie verdrag traktaat van Wassenaar die na een jaar ruim 15.000 mensen hebben bereikt, blijkt dat de ouderen niet op Internet zijn, maar gewoon de papieren kranten lezen, TV en veel naar de Radio luisteren. Dit blijkt ook uit de cijfers 6500 op Internet en 8500 niet via het Internet. Dat maakt dat zo’n campagne extra duur wordt.
Nog deze week werd een post ontvangen van 91 jarige vrouw m.b.t, traktaat van Wassenaar. Deze volgde alles op de Radio, TV, en de krant na ons telefoontje. Haar brief viel op door een mooi schoolschrift en de inhoudelijkheid.
Is toch bizar in de wereld van online technologie en vele startups niet in staat is geweest om binnen in termijn van drie maanden de beoogde groep KNILLER van 1100 op tijd tot uitbetaling te komen? Zo is een krant ICM Online in staat 15.000 mensen te bereiken in tijdbestek van nog geen jaar. Wat zijn dan 7. 000 mensen? Een teken aan de wand dat binnen deze organisaties rammelt van alle kanten of rammellende ICT systemen met ontbrekende databases. Niet te verwonderen na het debacle van de nog-steeds-niet-opgeloste PGB prikkelen. Uit eindelijk na een lange selectie worden er 1100 uitgeselecteerd. Dit is voor al te wijten aan het ontbreken van het van te voren implementatie plan van de zijde van het Indische Platform met regie voering naast andere plannen zodat de uitvoerend mensen doelgericht hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Het verlengen van termijn is niet een goodwill, maar om het disfunctioneren te verbloemen. Ieder gerenommeerde uitvoeringsorganisatie had die 1100 man binnen 3 maanden uitbetaald, waar een verlenging onnodig is.
De indruk bestaat dat IP de zaken over de schutting heeft gegooid .Toch bizar dat er pas ongeveer 500 man zijn uitbetaald en hier een jaar over doe.
Geconcludeerd wordt dat bij de Stille tocht aanbieding van de petitie waar het mandaat werd afgeven met 10.000 handtekeningen voor; erkenning, excuses, compensatie. Compensatie nadrukkelijk op de volgorde van: eerst aan alle
oorlogsslachtoffers, Back Pay en KNIL.
Realiteit is dat Martin van Rijn komt met een zoethoudertje met een al mislukte n oplossing een zogenaamde Indisch huis met trekpleister Den – Haag, en met bloemlezing over de mislukte uitbetaling van 1100 KNIL – mensen.
Belang van de collectieve erkenning stelt Martin van Rijn het beeld voor van die kille koele ontvangst moeten rechtvaardigen, dit in historisch perspectief.
Voor het eerst valt de lezers het op dat term repatrianten verruild worden voor de vluchtelingen. Memoreert naar de bezetting door Japan, na de capitulatie naar Nederland vertrokken, en het bestaan in Nederland viel “de vluchtelingen” in Nederland vaak niet gemakkelijk: ontheemd, berooid en vaak getraumatiseerd trof men een land in opbouw aan waar weinig interesse was voor het leed dat men in Azië had moeten ondergaan. Pas in 2000 maakte de Overheid een Gebaar voor het “lang kil en bureaucratisch “ behandeling tegenover de immigranten (lees Indische vluchtelingen), waarvoor in 2000 excuses zijn aangeboden en Stichting Het Gebaar in het leven is geroepen ten behoeve van 97.000 individuele uitkeringen en diverse collectieve doelen. Bevestigd hiermee dat Gebaar uitsluitend bedoeld was voor die kille / koele ontvangst.
Vergeet te melden dat deze Indische vluchtelingen alles zelf hebben moeten bekostigen; De overtocht, verblijf in die vreselijke contractpensions, kledinggeld, en de herinrichting kosten. Tot de laatste cent tot aan hun pensioen hebben moeten terugbetalen.
Tegelijkertijd verzuimt Martin van Rijn te melden dat juist voor een nieuwe start in Nederland Het verdrag Traktaat van Wassenaar hierin voorziet. Namelijk er is overeengekomen tussen de republiek Indonesie en Nederland dat Indonesie 689 miljoen oude guldens betaalt ter compensatie aan de Nederlandse Indische Gemeenschap voor het verlies van al hun bezittingen als vluchtelingen.
Ook verzuimd Martin van Rijn te melden dat 689 miljoen (waarde nu 2,4 miljard) geen 1 euro aan de Indische gemeenschap is betaald. Al eerder stelde zijn collega Halbe Zijlstra van de VVD dit aan de orde aan het Kabinet in 2009 waar dat geld is gebleven. Stelde ook vast dat je een claim niet met een claim kunt afkopen. Ook gaat Martin van Rijn aan voorbij dat deze Indische vluchtelingen te scharen onder de oorlogsslachtoffers geen uitkeringen verkregen uit de WMO fonds uit Marshal hulp, en uit de miljarden verkregen uit het gesloten verdrag met Japan..
Ook verzuimd Martin van Rijn te melden in kader van historisch belang dat Nederlandse regering van destijds haar Nederlandse onderdanen in voormalige Indie ruim 500.000, niet wilde toelaten tot Nederland (de bekende regio gedachtegoed van vandaag) Oud president Soekarno en Hatta stonden voor een groot probleem omdat de Indonesische bevolking deze groep wilde uitmoorden wat deels ook is gebeurd. Het waren Soekarno en Hatta die vele malen Amerika om hulp verzochten om tot oplossingen te komen. De Nederlandse regering had maar oog voor 1 ding het economisch belang om al haar bezittingen te beschermen. 149.000 Indische Nederlanders werden niet toegelaten, de vergeten groep die Omroep MAX al te graag onder aandacht brengt (Het zijn er niet 20 gevallen Omroep Max, maar nu ruim 70.000), helaas de redactie van omroep Max kent de achtergronden niet. Deze groep was door de oorlog al haar documenten kwijtgeraakt, mensen met Nederlandse namen die nu nog ABN spreken. Waarom noemt Martin van Rijn die groep niet die wel Nederlands onderdaan zijn?
In de Kamerdebatten weet Martin van Rijn het zo te brengen dat er geen geld is, nota bene heeft zijn ministerie een meevaller van 6 miljard, nota bene de dag voordat hij met KNIL betalingen kwam (zeer frappant, dat deze krant leden van de Kamer informeerde bij ontdekking op de begroting van deze meevaller, niet ambtenaren hebben gelekt), en weet nog te ontkennen op die dag.. Dit alles naast het geen de Nederlandse Indische Gemeenschap nog te vorderen heeft uit WMO- fonds uit Marshal hulp, Het Traktaat van Wassenaar, en verdrag met Japan beloop de schuld van Nederlandse Staat op ruim 14 miljard. Miljarden die niet van de belastingbetaler zijn of komen. Wellicht een opsteker voor Jeroen Dijsselbloem om zijn begroten weer te herzien, en al eerder heeft zijn voorganger Gerrit Zalm Indische signalen afgeven dat de NL staat op het Indisch geld zit, .kan de Nederlandse Overheid eerst beginnen om deze oude schuld van 70 jaren eerst aflossen aan de Indische Gemeenschap (NIG), dan in plaats nu De Sint te spelen met gelden die er niet zijn.
Niet een diepgeworteld gevoel onrechtvaardig te zijn behandeld, maar de rechten van de mensen aantoonbaar heeft geschaad dat valt onder discriminatie, dat hier sprake bewust is van een behandeling van een “Tweede rang burger”. Naast de oprecht hebbende compensatie uit de WMO, Verdrag van Wassenaar en het Verdrag met Japan is: is een “Collectieve erkenning” op zijn minst op zijn plaats in de vorm van de Indische verankering dat het hele palet blijvend en duurzaam van het Indisch cultuurerfgoed uitdraagt naar de volgende generatie Indische Nederlanders (NIG) via een eigen Omroep.
Martin van Rijn stelt - De Indische Gemeenschap met zogenaamde Indisch huis met trekpleister Den Haag voor die verankering.
Is het model van die verankering niet gestoeid op het mislukte model van het Indisch Huis? In 1999 gaf Els Borst van VWS voor symbolisch bedrag van 1 gulden het monument - herenhuis - in Scheveningen aan de Indische Gemeenschap als symbool. Boekholt (buitendienst generaal) pakte dit op voor de inrichting en renovatie. Telkens moest er geld bij, eerst een miljoen, weer een miljoen. Na twee jaren stond Het Indisch Huis in Scheveningen nog steeds in de stijger. Uit ellende heeft men maar een pand aan de Javastraat in Den Haag gehuurd, een herenhuis.
Echter VWS en het oude Indisch Platform met de gelieerde aangesloten organisaties kwamen niet uit hoe die “Indische verankering “ - om in termen van Martin van Rijn te blijven – te implementeren (inkwartieren). Vast te stellen is dat de genoemden niet competent zijn om een dergelijk “verankering” op te zetten. Dus werden er dure externen ingezet om die Indische verankering gestalte te geven. Ruim na twee jaren kwam het voorstel tot die verankering. In deze periode hadden de Indische Gemeenschap niet het symbool van een Indisch Huis. Dus twee jaren subsidie Indisch Huis van 8 ton werd uitgegeven aan de externen.
Geheel verrast werden een voorzitter en directeur aangesteld, waar een ieder al achter zijn oren begonnen te krabben, dit gaat fout, en het ging ook fout!
Het was dan ook geen verrassing dat nog geen 4 jaren later Het Indisch Huis in de financiële problemen kwam, en koppen van de kranten bereikte “Het Indisch Huis Failliet door financieel wanbeleid.
Nota bene kreeg dit Indisch Huis ook nog 1,2 miljoen uit het potje Gebaar, tegelijkertijd wijlend oud-minister Els Borst het Indisch Huis uitsloot van het Gebaar omdat deze al 8 ton subsidie ontving per jaar.
Het gemanipuleer van Het Indisch Huis gebeurde onder de neus van de ambtenaren van VWS. Er ontlaadde zich een woede binnen de Indische Gemeenschap hoe het mogelijks is dat het boegbeeld Het Indisch Huis op der mate manier is geschaad.
Wederom werd een blik externen open getrokken door Ministerie van VWS. Die onderzochten eerst wat er fout is gegaan. De externe was Robin Linschoten, echter het bestuur en directeur die gefraudeerd hadden werden niet vervolgd wel door de NIG. Ruim 6 maanden deed onze Robin over deze kleine klus om vervolgens het bureau de Boer & Crone aan te bevelen om te onderzoeken “hoe verder nu met die Indische Verankering”.
Op voorhand van de zijde van ICM redactie was een samenvoeging met Bronbeek de meest logische oplossing, wat uiteindelijk ook gebeurde, en ook dit bureau stapte op. Het nieuwe bureau trad aan en begon met het inkwartieren gebruikmaken van kennis van ICM Online (ICM Breaking News) voor het leggen van de contacten binnen met het Indische netwerk binnen ICM.
ICM redactie was benieuwd naar de oplossingen van dit bureau hoe zij denken die verbinding te leggen met de rest -dus twee miljoen- zoals Martin van Rijn in zijn brief noemt. Het antwoord is nooit gekomen. Bij het inkwartieren hoort men te zorgen voor de bemanning met uiteraard een commissie van aanbeveling. Uiteindelijk werd Yvonne Van Genugten aangesteld als directeur IHC.
Geconstateerd mag worden dat in die 17 jaren deze verankering is mislukt, en die verbinding zo als Martin stelt nimmer tot stand is gekomen met die twee miljoen mensen, en de Nederlanders. Ter vergelijking ICM als Indische Internetkrant die het IHC ook heeft gesteund bij haar opzet & promotie, wordt per week door 250.000 mensen bezocht, naast het nieuws ook zorgt voor die verankering. Geheel uit private middelen.
Andere constatering is dat deze Indische verankering het liefst zo min mogelijk VWS geld gaat kosten, hierdoor de Indische verankering nimmer zal slagen nu niet en ook niet over 20 jaren.
De oplossing is een Indische omroep met bijhorend budget net als omroep Max voor een selectief doelgroep, dit geldt dit ook voor de beoogde Indische doelgroep. Omroep MAX is ook eerst met het Internet begonnen en zo uitgegroeid. Op zo ’n INDO OMROEP kunnen alle Indische activiteiten worden ondergebracht zoals een IHC, met een heel breed programma van de rest bestaande zaken onder ICM.
Samengevat,
Een ruimer budget voor een Indische Omroep ( vergelijkbaar met Omroep Max) zorgt in stappen dat dit zijn acceptatie vindt en een verbinding legt met die 2 miljoen Indische mensen en Nederlanders.
ICM 24.2.16
De Bloedige Bersiap door: R.I.P Herman Bussemaker
Foto - Herman Bussemaker
De laatste maanden besteden de media aandacht aan de bersiap, en woedt in Indische kringen een polemiek omtrent het aantal doden dat tijdens de Bersiap-periode is gevallen. Aanleiding tot deze commotie is het gebruik van de term “genocide” met betrekking tot de bersiap. Genocide is door de Holocaust een emotioneel zwaar beladen woord in de media en in de samenleving. En dus is op dit moment op allerlei niveaus een discussie gaande of de bersiap een genocide was, en zo ja, hoeveel slachtoffers daarbij te betreuren waren.
Historici twisten sinds de Tweede Wereldoorlog over het begrip “Genocide”, letterlijk het uitroeien van een geheel volk. Definities van genocide zijn multi-interpretabel naar de veroorzakers en de slachtoffers, de effectiviteit en de duur van de genocide, politieke en sociale achtergronden, enzovoorts. Er is een brede overeenstemming over de Holocaust als genocide, maar al veel minder over de slachtingen in Burundi in 1999, en de Armeense genocide in 1915. De bersiap werd voor het eerst in 2008 door dr. Robert Cribb bestempeld als genocide in een bijdrage getiteld: “The brief genocide of Eurasians in Indonesia 1945/1946” in een publicatie uit 2008. Door de nogal Herman Bussemaker specialistische aard van deze publicatie (Dirk Moses): “Empire, colony, genocide: conquest, occupation, and subaltern resistance in World History”, New- York 2008) viel het artikel niet op. Dit veranderde toen twee jaar geleden emeritus- professor William H. Frederick in het toonaangevende “Journal of Genocide Research”, Vol. 14 (2012) in het nummer 3/4 zijn artikel publiceerde onder de titel The killing of Dutch and Eurasians in Indonesia’s national revolution (1945 – 1949): a brief genocide reconsidered. (p.359 – 380). Zowel Cribb als Frederick zijn bekende Indonesië-historici. Cribb is een Australiër, Frederick een Amerikaan. Frederick stelt in zijn bijdrage dat de bersiap minder kort in tijd was dan Cribb veronderstelt, en komt tot veel hogere aantallen slachtoffers. Volgens hem namelijk vielen er tussen de 20.000 en 30.000 slachtoffers. Gezien de titel van zijn bijdrage mag men aannemen, dat het gaat om Nederlanders en Indische Nederlanders (Dutch and Eurasians), maar echt helemaal duidelijk wordt dat niet.
En dat brengt ons op het tweede probleem rond de discussies over de bersiap. Deze heeft zowel etnische als loyalistische aspecten. Er vielen namelijk niet alleen Nederlandse slachtoffers, maar ook slachtoffers met een andere etniciteit, waarvan echter de loyaliteit aan het Indonesische vrijheidsstreven werd betwijfeld. Ik denk daarbij aan Chinezen, waarvan een aantal juridisch de Nederlandse nationaliteit bezaten, alsmede Ambonezen, Timorezen, Menadonezen en Indonesiërs. Zo werd ook vrijwel de gehele Indonesische adellijke bovenlaag op Sumatra tijdens de bersiap uitgeroeid vanwege twijfels aan hun loyaliteit aan de Indonesische staat. Naar deze categorieën slachtoffers is echter nog nauwelijks historisch onderzoek gedaan. Op Sumatra maar ook delen van Java zijn ook andere Europeanen dan Nederlanders vermoord, als zij zich buiten de Japanse interneringskampen bevonden. Te denken valt aan Duitse en Deense zendelingen en Zwitsers. Als men het over slachtoffers van de bersiap heeft, moet daarbij gedefinieerd worden waarover men het heeft. In dit artikel gebruiken wij daarom de omschrijving, dat het gaat om de (juridisch) Nederlandse slachtoffers, waaronder zowel de Nederlanders (totoks) als de Indische Nederlanders (indo’s of ook wel Buitenkampers) vielen.
De bovengrens van het aantal slachtoffers is daarbij discutabel. (Zie hieronder). Over de ondergrens van het aantal Nederlandse slachtoffers bestaat wel een redelijke consensus. Dat zouden er rond 3500 zijn, een getal gebaseerd op de ODO-rapporten (ODO: Opsporings Dienst Overledenen). Er is geen volledig archief van de ODO bewaard gebleven. De verslagen, die bewaard gebleven zijn, geven een totaal van minimaal 3500 vermoordde Nederlanders, maar in een rapport van mei 1947 door Frederick aangehaald (p. 368 van zijn artikel) wordt door de ODO een aantal van zeker 11.262 geïdentificeerde Nederlandse doden genoemd. En dat was op een tijdstip, dat de ODO in het nog vrij uitgebreide Republikeinse territorium van vóór de Tweede Politionele Actie geen onderzoek had kunnen doen. De vermiste Nederlanders zaten hier dus ook niet bij. Op basis daarvan komt Frederick tot zijn schatting van tussen de 25.000 en 30.000 Nederlandse doden tijdens de bersiap op zowel Java als Sumatra. (zijn artikel, pagina 369). Hij heeft daarbij geen rekening gehouden met de oversterfte onder de Nederlanders in de Bersiap kampen onder vooral ouderen en kinderen door ziekte, ondervoeding en de slechte hygiënische omstandigheden. Ik schat deze oversterfte op circa 2000 personen in de periode oktober 1945 – mei 1947.
foto - De beruchte aanval op het derde Goebeng-transport op 28 oktober 1945 te Soerabaja
Dramatisch is daarbij het aantal vermissingen. Er is vrijwel geen Indisch-Nederlandse familie die niet een vermiste man, vader of zoon betreurt uit die periode. Er zijn residenties (Bodjonegoro en Besoeki op Oost-Java, Pati en Pekalongan op Midden-Java) waar hele families zonder een spoor na te laten, verdwenen.
In de interviews van de Stichting Mondelinge Geschiedenis Indonesië komen verhalen over deze vermissingen veelvuldig voor. Frederick rekent deze vermisten mee in zijn aantallen slachtoffers. In dat licht bezien lijken zijn schattingen reëel. Frederick is ook de eerste historicus, die aandacht besteedt aan de “tweede bersiap”. Dit was de periode juli-augustus 1947, toen als gevolg van de Eerste Politionele Actie in een aantal steden en dorpen onder Indonesisch bestuur een tweede slachting plaats vond onder (Indische) Nederlanders, die na de Indonesische Onafhankelijkheidsverklaring om allerlei redenen voor de Indonesische Nationaliteit hadden gekozen. Kennelijk werd er van Indonesische zijde toch aan hun loyaliteit getwijfeld. Op het Ereveld Kalibesar bij Semarang staan zeven witte kruisen met de naam Odenthal. Het gehele gezin, vader, moeder en vijf kinderen, werd te Cheribon vermoord op 27 juli 1947 bij het begin van de Eerste Politionele Actie. Zoals zij waren er meerderen, hoewel het totaal aantal vermoedelijk enkele honderden bedragen zal hebben.
Foto - Indonesische revolutionairen met scherpgeslepen bamboes
Het vraagstuk van de loyaliteit van deze groep aan Indonesië speelde ook een grote rol bij de vlucht naar Nederland van de spijtoptanten. Ongeveer 30.000 Indische Nederlanders kozen voor het Indonesisch staatsburgerschap als gevolg van de toescheidings-overeenkomst van 1952. Deze warga negara’s werden op hun werk en daarbuiten door de “echte” Indonesiërs met wantrouwen bezien en vaak ook gediscrimineerd. De meesten van hen zijn daarop in de periode 1956 - 1959 als spijtoptanten gevlucht naar Nederland. Van repatriëring was in hun geval geen sprake. Er was wel vaak sprake van geweld tegen mensen uit deze groep, maar het kwam niet tot slachtingen.
Weinig aandacht wordt door Frederick besteed aan de daders van de gruwelen van de bersiap, de pemoeda’s. Om hun rol te verklaren moet men terug gaan naar de Japanse Bezetting. De (Nederlandse) scholen werden tijdens de Japanse bezetting gebruikt om de Indonesische leerlingen te indoctrineren. Net als in Japan zelf werden op de middelbare scholen de leerlingen militair geoefend in het hanteren van wapens, exercitie en vechttechnieken. De Japanse militairen werden daarvoor vrij gemaakt. In de filmdocumentaire “Buitenkampers” zijn fragmenten opgenomen waarin een aantal van deze oefeningen zijn verfilmd voor propaganda-doeleinden. Ook de “bamboe roentjing”, de gevreesde bamboespeer, komt hierin aan bod. Het was een dodelijk wapen, dat relatief gemakkelijk te vervaardigen was. Het waren deze jongeren die als groep elkaar opzweepten en de meest verschrikkelijke moorden op weerloze Nederlandse vrouwen en kinderen hebben gepleegd. Deze jongeren opereerden autonoom, maar werden wel geïnspireerd door de radio-uitzendingen waarin de Indonesische regering de ene na de andere maatregel bekend maakte tegen de groep Nederlanders, zowel binnen als buiten de Japanse internerings-kampen. Daarbij werd voort-geborduurd op de Japanse propaganda, dat Amerika, Engeland en Nederland vernietigd moesten worden door de Aziatische volkeren.
Een van deze Indonesische maatregelen betrof de voedsel boycot van buiten de kampen levende Nederlanders, welke op 4 oktober 1945 voor Java werd afgekondigd. In de uiterste consequentie betekende dit de uithongering van een heel volksdeel. De pemoeda’s zagen hierin een signaal, dat de centrale regering achter hun dodelijke aanvallen op deze buitenkampers zou staan. Soekarno zelf realiseerde zich tenslotte de reikwijdte van zijn besluit in de brief, welke hij op 9 oktober 1945 aan de Engelse opperbevelhebber Mountbatten richtte. Hierin waarschuwde hij dat zelfs hij niet in staat was om pemoeda-bendes af te houden van een rassenoorlog tegen de Nederlanders. In het licht van de eerdere besluiten omtrent de voedselboycot van diezelfde Nederlanders is het duidelijk, dat hij besefte dat de geest uit de fles was, en dat hij niet meer in staat zou zijn, deze er weer in te krijgen. En zo golfde een explosie van geweld over Java: de bersiap. Bij gebrek aan een Leger kon de Indonesische Regering niet optreden tegen de slachtingen, die dan ook volledig uit de hand liepen.
Samenenvattend mogen wij stellen, dat de bersiap tussen de 3500 en 20.000 Nederlanders het leven heeft gekost. Dit was ook mijn conclusie als verwoord in mijn boek over de bersiap uit 2005. Mede door de publicatie van Frederick ben ik geneigd de bovengrens aan te houden als meest waarschijnlijk. Het aantal van 20.000 is uitermate verontrustend. Het zou betekenen, dat er meer dan 10x meer Nederlanders in de bersiap zijn omgekomen dan er tijdens de stormramp van 1953 omkwamen. Dat was een ramp, maar pas de laatste jaren begint het besef door te breken, dat de bersiap voor de Nederlanders een veel grotere ramp was. Waarom is gedurende tientallen jaren in de Nederlandse geschiedenis de bersiap zo onbekend gebleven? Het ging hier tenslotte om een grote groep Nederlanders. Een eenduidig antwoord op deze vraag is niet te geven. Maar we kunnen proberen om een aantal factoren te identificeren, die de onbekendheid kunnen verklaren.
Nederland zelf kwam zwaar gehavend uit de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig lag het accent niet op het terugkijken, maar op de herbouw van het verwoeste land. Mede door deze op de toekomst gerichte visie vonden de traumatische verhalen van de Nederlanders die uit de voormalige kolonie terug kwamen geen gehoor bij de Nederlandse bevolking. In het gunstige geval werd hen aangeraden niet terug te kijken, in het meest ongunstige geval werd hen verteld dat het in Nederland allemaal veel erger was geweest. Hetgeen uiteraard de dialoog niet bevorderde. Daar kwam bij dat vanaf de zestiger jaren het kolonialisme in een zeer slechte reuk kwam te staan. De Nederlanders uit de Oost sloten zich daarop af van de Nederlandse maatschappij en zochten elkaar op in talloze sociëteiten en kumpulans. Van een dialoog was verder geen sprake meer.
Maar ook intern werd er gezwegen over de doorgemaakte gruwelen. Ouders wilden hun kinderen niet belasten met hun ervaringen. Kinderen voelden haarfijn aan, dat zij daarover geen vragen moesten stellen. En zo ontstond het “Indisch Zwijgen”, naast het Joodse zwijgen. Het is de derde generatie, de kleinkinderen, die dit zwijgen aan het doorbreken zijn door vragen te stellen aan de grootouders, voor zover deze er nog zijn. In die zin werkt de bersiap nog steeds door in de Indische gezinnen.
Voor de politieke elite was de bersiap niet interessant. De dominante mening was (en is nog steeds), dat Nederlandse militairen zich schandalig hadden misdragen in de periode 1945 – 1949. Dat ook van Indonesische zijde de strijd niet schoon was, paste niet in dat beeld.
Na de verbetering van de relaties met Indonesië na 1965 was het ook diplomatiek niet verstandig, de bersiap ter discussie te stellen, omdat dit de broze relatie met dat land zou kunnen verstoren. De bersiap verdween daarmee in de doofpot. Toen mijn boek over de bersiap in mei 2005 verscheen als eerste Nederlandstalige publicatie over dit onderwerp, zond de uitgever recensie-exemplaren naar de vijf grote landelijke dagbladen. Geen van hen heeft de moeite genomen, het boek te recenseren. Het illustreert het volstrekte gebrek aan belangstelling van de kant van de media.
Ook de Chinezen werden het slachtoffer tijdens de Bersiap. Hier de puinhopen van een Chinese wijk in Palembang
Het is mijn hoop, dat dit artikel mag bijdragen aan het optrekken van de dichte mist, die nu al decennia lang hangt over de bersiap, en de discussie daarover beter zal structureren.
R.I.P Herman Bussemaker, historicus, 31-3-2014, voor NICC Magazine.
Dit artikel is opgenomen in ICM Jaaroverzicht deel I
Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
Indische zaak - Het Traktaat vanWassenaar 1966
Hier Onderteken petitie < of > Kijken wie er getekend hebben
< of > Laatste Updates In het Engels hier
Op 10 december 2015 werd de brief van Martin van Rijn WVS voorgelegd aan Vz. Tweede Kamer der Staten-Generaal gaande vaststelling KNIL uitbetaling.
Onderstaande brief wordt 10 december a.s, voorgelegd ter behandeling in de Kamer.
Algemeen overleg
Bewindsperso(o)n(en)
staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
Deelnemers
R.K. Dik-Faber, P.A. (Pia) Dijkstra, H.P.J. van Gerven, W.J.H. Lodders, M.S. van Veen, A.M.C. Eijsink, L.G.J. Voortman, R. Bisschop, S. Öztürk, M. Agema, H.G.J. Bruins Slot
Thorbeckezaal
openbaar
==================================================================================
20454 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen
Nr. 117 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2015
In mijn brief (Kamerstuk 20 454, nr. 116) van 20 november jl. kondigde ik aan na een akkoord met het Indisch Platform u de overeengekomen uitkeringsregeling met de toelichting toe te zenden. Op 7 december ben ik tot dit akkoord met het Indisch Platform gekomen. Het resultaat verstuur ik u hierbij[1].
Afgelopen weken heb ik in zeer goed overleg met het Indisch Platform toegewerkt naar deze uitkeringsregeling. Hierbij hebben we de nadruk gelegd op het zo eenvoudig mogelijk maken van de aanvragen voor de belanghebbenden. Hiertoe is gekeken op welke wijze zo snel mogelijk tot een “positieve lijst” kan worden gekomen: van personen van wie reeds evident duidelijk is dat men belanghebbende is. Daarnaast is er veel energie gestoken in een werkwijze die zorg draagt voor een rechtmatige uitkering, zowel in termen van belanghebbenden als in de vormgeving van feitelijke uitkeringsprocessen.
Vaststellen belanghebbenden in drie categorieën
We hebben geconstateerd dat de personen die als ambtenaar of militair ten tijde van de Japanse bezetting in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement en aan wie gedurende de Japanse bezetting ten onrechte geen of onvolledig salaris is uitbetaald, voor de uitvoering in drie groepen kunnen worden uitgesplitst. Dit hangt samen met de wens om de administratieve belasting voor betrokkenen zo klein mogelijk te maken en om zo snel mogelijk te kunnen handelen.
Het gaat om de volgende groepen:
a) Ambtshalve toekennen
Voor personen die reeds bekend zijn bij de SVB, SAIP of andere betrouwbare openbare bronnen waaruit evident kan worden afgeleid dat men inderdaad onder de definitie van de regeling valt, zal een automatische toekenning plaatsvinden. Hiermee worden inspanningen van betrokkenen geminimaliseerd en kan snel een beschikking worden afgegeven en vervolgens tot uitbetaling worden overgegaan.
b) Aanvraag via bevestigingsbrief
Hiernaast is er een groep van potentiële belanghebbenden, waarvan op basis van het eerste onderzoek niet sluitend kan worden vastgesteld dat men tot de doelgroep behoort en automatisch worden toegekend, maar zijn daar wel veel aanwijzingen voor. Deze personen zullen gericht worden benaderd en om aanvullende informatie worden gevraagd. Zij kunnen daarbij tevens eventuele aanvullende bevestigingsgegevens inbrengen. Ook potentiële belanghebbenden die zich via Indisch Platform, VWS, SVB of Pelita hebben gemeld gedurende de afgelopen weken zullen zoveel mogelijk hieronder worden meegenomen, uiteraard voor zover ze niet al in de groep vallen voor wie ambtshalve toekenning aan de orde is.
c) Aanvraag via aanvraagformulier
Tot slot is het noodzakelijk om mensen zelf de gelegenheid te geven zich te melden. Het is immers mogelijk dat men niet in verschillende (overheids-)bronnen voorkomt, maar wel degelijk aan kan tonen in dienst te zijn geweest van het Nederlands-Indisch Gouvernement en onder de definitie te vallen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om personen die niet naar Nederland zijn geëmigreerd. Voor deze categorie geldt een bewijslast zoals we die ook kennen voor andere wet- en regelgeving rond verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Aanvrager dient in dit geval voldoende informatie aan te leveren waarmee de uitvoeringsorganisatie haar onderzoek kan starten. Andere bronnen zijn vervolgens hulpmiddel ter toetsing.
Werkwijze ten behoeve van “positieve lijst”
Parallel aan het opstellen van de uitkeringsregeling heb ik de SVB gevraagd om in samenwerking met de SAIP te zorgen dat de eerste positieve vaststellingen op zo kort mogelijke termijn kunnen worden gedaan voor de ambtshalve toekenning. Hierbij is het van belang om de gewenste snelheid te combineren met de noodzakelijke zorgvuldigheid. Ik deel de wens van het Indisch Platform om een zo groot mogelijke groep snel actief helderheid te geven. Tegelijkertijd wil ik voorkomen dat betrokkenen ten onrechte een positieve of negatieve melding krijgen. Een praktisch gegeven hierbij is dat er weliswaar een groot aantal bronnen kan worden betrokken, maar de eenvoud van ontsluiting hiervan varieert. Zo is oudere informatie vaak op microfiche vastgelegd, hetgeen zorgt voor een complexere en langzamere ontsluiting. In dat besef vindt het onderzoek zodanig plaats dat een zo'n groot mogelijke groep zo snel mogelijk zekerheid krijgt.
Feitelijke uitvoering
Ik wil zo snel mogelijk ook de feitelijke uitvoering in gang zetten. Daartoe heb ik de SVB reeds gevraagd om – op basis van een voldoende voldragen uitkeringsregeling – met een uitvoeringstoets te starten. Ik verwacht deze komende week van hen te ontvangen. Uitgaande van een positieve reactie zal ik, in afstemming met mijn collega van SZW, hen dan opdracht kunnen verlenen om deze regeling in mandaatstelling uit te voeren. Dit sluit ook aan op mijn toezegging om mij maximaal in te spannen om de uitvoering van deze regeling nog dit jaar op een goede wijze te laten starten. Bij de feitelijke uitvoering zal ik zorg dragen voor een passende betrokkenheid van het Indisch Platform.
Aan belanghebbenden zal, in aanvulling op de juridische beschikking, een persoonlijke brief worden toegestuurd vanuit de regering. In deze brief zal naar hen toe de erkenning ook verder gestalte krijgen.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn
Terugblik op presentatie ICM Boek "Jaar Overzicht 2019" op de pasar Malam Rijswijk.
(C) Foto reportage werd verzorgd door William Da Limalatumeten Tuaselasatumalay
Het boek " ICM Jaaroverzicht 2018" is uit en nu te verkrijgen op alle pasar malams waar ICM, De Indisch Internetkrant staat. Op 2 maart jl. werd deze bij de pasar Malam Rijswijk gepresenteerd.
Is A4-formaat, en in full color met prachtige foto's , prijs 21,95.
De opvolger van ICM Book 2009-2010; Deze bevat geen 312 pagina's maar iets beknopter, geeft een heel ander kijkje in de Indische media van de Indische Internetkrant met haar diepte - en haar hoogtepunten. Dit keer door de ogen van Rudy Groenewald bekend als de auteur van het boek de 7 WWW, naast dat hij andere 6 tittels op zijn naam heeft staan. Rudy is een fan van de koempoelan en dit straalt dan het ook uit in dit Jaar Overzicht, en niet onbelangrijk hij legt nadrukkelijke op de Indo generaties, 1 ste de ............ , die de oorlog hebben meegemaakt 2e De Katjangs (bersiap kinderen) , 3 e de twijfel Indo's, die hier zijn geboren, en alles van oren zeggen, en tenslotte de 4 e de aardappel Indo. Geheel verrast vroeg Rudy mij of mijn foto mocht gebruiken voor het voorblad waar ik met mijn zoon Thony en kleinzoon Anthony op stond. Heb eerst mijn zoon Thony en kleinzoon Anthony gevraagd. Mijn zonen zijn ondernemers, zeer begrijpelijk willen ze absoluut niet met hun foto op Facebook; gelukkig kreeg toestemming.
Overigens;
Dit beeld duidt aan dat van mijn generatie dus de zeg maar de bersiapkinderen , thuis al steun en toeverlaat waren van onze ouders (de oorlogslachtoffers, en later de verbinding is met de huidige Indische samenleving die heel veel voor de Welzijn van de Indische gemeenschap bijdragen. Neem de artiesten, de auteurs, kunstenaars, organisatoren van de Indische events zoals de 60 pasars in het land, de masoek sadja 's voor de ouderen in het hele land, de redacteuren van de kranten en bladen. Ruim 50 jaar doen ze het die bersiapkinderen. Ruim 1 miljoen Indo's genieten van dit Indisch Welzijn in het hele land dat geheel uit eigen zakken moet betalen, het wordt tijd dat in Den Haag een keer de echte film wordt getoond, en niet vanuit de bekende Indische organisaties zoals onder het consortium van Het Indisch Platform De ouders de zogenaamde oorlogslachtoffers hadden geen tijd om voor de welzijn van hun eigen kinderen te zorgen, de bersiapkinderen. Wel kreeg deze ruim 60 jaar een podium van Den Haag en vanuit het IP de verkeerde film voorgeschoteld, wordt tijd dat Den ruimhartig Het Gebaar maakt van de Bersiapkinderen die voor alle hun verrichtingen voor welzijn van de Indisch Gemeenscgap een keer worden beloond wat de subsidies betreft die nu worden gediscrinineerd t.o.v. de andere groeperingen, en te beginnen bij de eigen de groep oorlogslachtoffers die ruimschoots werden gecompenseerd met Indisch Pensioen. PUR, WUF en WUBO.
Zie hier het bewijs een pasar Malam Rijswijk waar het hele palet van Indisch Cultuur erfgoed uit ademt ; een groots evenement, een media, krant en blad, die volgende stappen wil maken opdat de "Twijfel - en aardappel Indo" nog meer te betrekken.
Dit even terzijde
Presentatrice Milly
Organisatrice Denise JAnsen en Ferry schwab sr
De presentatie vond zaterdag rond 20:45 uur plaats.
Het boek werd overhandigd namens het ICM Team aan de organisatie van Broodjes Fabriek Denise, Banyard, Melly en van het licht & Geluid Leen van TLP Productions. Ferry nam nadrukkelijk hiervoor de tijd om het ICM team voor te stellen die dagelijks bezig zijn met nieuws, beeld en woord zoals Melly het pleegt te noemen op webportaal www.icm-online.nl en de vele ICM, Indische en Indo groepen. Om juist te zorgen dat de goede beelden op deze inmens grote groepen met een bereik van meer dan 400.000 goed gecontroleerd komt als beheerders / webmasters; het is nimmer mogelijk om als 1 persoon deze taak te realiseren, maar alleen met een heel team te bewaken en te controleren dat het Indisch beeld via media, beeld en geluid goed bij de mensen terecht komt. Tegelijkertijd merkte Ferry op dat deze pasar Malam Rijswijk even oud is als ICM, de Indische Internetkrant, namelijk 20 jaar. Melly had zeer lovende woorden op het hetgeen Rudy Groenewald als media uit heeft geselecteerd en heeft vastgelegd voor het beeld van de huidige Indische samenleving. Wegens omstandigheden waren niet aanwezig Rolo Lapre, Pegy Lesquiler en Rolo Lapre. Omdat de presentatie naar later tijdstip werd veplaatst om technische redenen heeft ons jurist Jan Enoh moet afhaken voor andere verplichten, dit geldt ook voor onze jurist Peggy Lesquiler. Ben Vink zou de opnamen meken, gelukkig was er voor vervanging gezorgd, Britt Bartelds kleindochter van Ferry heeft de camera bediend, en William Da Limalatumeten Tuaselasatumalay heeft voor de foto-reportage verzorgd. Monica Schwab heeft via haar I-Pone beelden geschoten die nu op Facebook massaal worden bekeken. Later zullen beelden en reportage volgen op ICM en al ICM Facebookgroepen.
Rita Kopetzky Banyard Cornelia Stuiver
|
|
Het volledig team en deskundig ICM platform staan klaar om al Uw Indische vraagstukken te beantwoorden op de aanstaande pasar malam; - WUV, - Wubo - Bersiap - KNIL betalingen - Traktaat van Wassenaar,
- AOR de Vergeten Indische Oudjes in Indonesie (Omroep Max) - of de overige Indische vraagstukken.
Uiteraard kan u zich gelijk inschrijven als deelnemer voor de Claimstichting ACTW66 (traktaat van Wassenaar).
Hoe essentieel de rol van ICM in de Indische samenleving is blijkt wel, dat in eerste instantie wekelijks door ruim 250.000 bezoekjes wordt vereerd, maar belangrijk is de rol die het journalistiek vervult, dat velen de redactie benaderen, dat wordt gesteund door materie deskundigen en juristen die op alle bronnen onderzoek doen, zodat geheel onafhankelijk mogelijk de lezers worden geinformeerd. A) Dit vertaalt zich dat vele Indischen ICM stand aandoen op de pasar malams maar tegelijk ook relevantie informatie komen brengen.
Zoals onlangs een Weduwe van een Kniller kwam met goede nieuws dat zij haar aanvraag bij SVB deed en binnen een week haar € 25,000 op bank werd gestort.
Oproep aan na bestanden (weduwen)die KNIL - uitbetaling nog niet hebben ontvangen.
Op zondag op de Pasar Malam in Ahoy, meldde zich een mevrouw bij ICM stands die met haar naam niet op de ICM krant wil. Zij deelde mede dat haar man…
Dan komt 1 van onze advocaten ( mede delegatie van ACTW66) met het nieuws om in aanmerking te komen voor het AOR de rechter heeft gevonnist voor een dame woonachtig in de republiek Indonesia de uitkering AOR toekent op basis van haar Nederlandse Nationaliteit. Dit maakt de weg vrij voor de "Vergeten Indische Groep, beter bekend onder het programma van Omroep MAx" , schatting ruim 40.000 oudjes ! Kennelijk heeft deze Rechter de bizar vreselijke beelden gezien.
Weer goed nieuws op ICM - Een Indische vrouw woont in Indonesië. Zij heeft de AOR aangevraagd bij de SVB.
De Aor is een oorlogsuitkering, zoals de Wubo. De aanvraag werd in eerste instantie afgewezen, voor de in woonachtig in de republiek Indonesië. Ze tekent bezwaar aan wederom afgewezen. Uiteindelijk gaat ze in beroep bij de rechter. De rechter stelde in het vonnis haar in het gelijke, dus gewonnen. Deze rechter heeft beslist in het vonnis dat de vrouw in kwestie in bezit is van de Nederlandse Nationaliteit, dat ze in de… Doorgaan
ICM Press Release for Mr. Joko Widodo – President of the Republic Indonesia, aangaande het traktaat van Wassenaar persoonlijk op de hoogte gebracht.
Het is gelukt om even een momentje met Jokowi van gedachten te wisselen! "Aku djuga orang Betawi ", "Apa ini disini ! " en waren vijf minuten verder, overhandigde ICM Presss Release, en ICT Informatieplan Jakarta Baru Masterplan.
Op zij lijn gaf Hans de Boer een knipoog !
Met dank Hans de Boer, Lilianne Ploumen, en KBRI allen dragen ICM een warm hart toe!
Zie ICM Press Release zoals beloofd, de eerste mijlpaal is geslagen voor het vervolg!
Ik zei tegen Cola Bleeker eigenlijk heb ik geen zin meer, al mijn werk ligt stil als ik op de pasar sta, met alle voorbereidingen ! Cola Bleeker "Ferry kan je niet maken, de Indische krant mag nimmer ontbreken op de pasar malams "!!! Ok, dan nog een jaartje ...........................
Halbe Zijlstra, de man in de Tweede Kamer die de afschuwelijke daden van Kabinet Drees aan de kaak stelde. Een volksvertegenwoordiger met hoofdletters, en durf waar het volk vertrouwen in heeft, een voorbeeld !
Bij de manifestatie Indisch Platform op het Plein werd deze kwestie aan de orde stelde waar al dat geld is gebleven. Voorts stelde dat bij finale kwijting elders de claim gezet dient te worden. Waar zijn die volksvertegenwoordigers van nu, anno 2023. Keer op keer probeert ICM & ACTW-66 de leden in de Tweede Kamer te vergewissen van deze misdaden van Kabinet Drees door deze bij hen onder de aandacht te brengen.
De oorlogsmisdaden van de Kabinet Drees zijn door het NIOD al ontgonnen, ondanks deze al ruim daterend uit de jaren 1947/1948.
De bewindvoerder die in 2015 de opdracht hiertoe gaf, naar waarschijnlijk Bert Koenders van Min. BuZa. had een goede inschatting gemaakt. Dit soort zaken waar men zich diep voor moet schamen moet je niet bij de huidige Tweede Kamer poneren, gewoon bij het NIOD met harde feiten. Markt Rutte hoefde de voorzet van Bert Koenders (NIOD) slechts in te koppen en een voltreffer. Rutte bood zijn excuses aan de republiek Indonesie aan met een schadevergoeding. Het voltallige Tweede Kamer kwam in opstand, ging zeker weer om de centen!
Ik, Ferry Schwab, die letterlijk door Halbe werd gesteund, dacht die steun ook te kunnen vinden bij de leden van de Tweede Kamer. Ja, de VVD (Mark Harbers) wierp zich gelukkig in augustus 2021 op. In maart na veel verzoeken daterend vanaf februari 2020, kwam de Tweede Kamer dat de petitie plus de rapporten te mogen aanbieden op 15 maart 2022, dus ruim 2 jaar later.
Vervolgens na vele heen - en weer communicatie, komt de voorzitter met een verhaal dat de zaak via briefwisseling is afgedaan, wegens de AVG wetgeving. Ofwel in de prullenbak is verdwenen. Een petitie van 15.000 met 60 rapporten, die een miljoen hebben gekost. Een verdrag dat Nederland niet is nagekomen, zo maar in het niets verdwenen, dat ook bij de Ombusdman de bellen deed rinkelen. De Tweede Kamerleden die hoegenaamd het volk vertegenwoordigt, heerlijk op reces van bijna drie weken. Voor mij Ferry Schwab sr was er geen reces, er is nooit een reces voor Ferry SChwab sr !
Voorzitter Bergkamp,
15.000 mensen die petitie hebben getekend zijn niet eens op de hoogte dat op 15 maart de aanbieding aan de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden. De overige Kamerleden zijn hier niet eens van op de hoogte dat alles in de prullenbak is verdwenen. De Media is hiervan niet op de hoogte. Kortom het hele volk is niet op de hoogte van deze misdaden van Kabinetten Drees, dit is toch ? als de burgers worden bestolen. U en Tweede Kamer hebben de schijn net als de overige Kabinetten Drees het Traktaat van Wassenaar 1966 onder het tapijt te willen vegen met afdoen van deze zaak als "Briefwisseling". Neem een voorbeeld aan Mark Rutte, en Halbe Zijlstra mensen met lef !
Nederlandse oorlogswrakken in Javazee verdwenen
Twee Nederlandse oorlogswrakken voor de kust van Indonesië lijken van de zeebodem te zijn verdwenen. Ook een derde wrak lijkt voor een groot deel te ontbreken, schrijft minister Hennis aan de Tweede Kamer. Duikers die op zoek waren naar de wrakken troffen wel sporen aan en sonaropnamen tonen de afdruk van schepen op de zeebodem.
Het gaat om de schepen Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Java en Hr.Ms. Kortenaer. De schepen vergingen in 1942 tijdens de Slag in de Javazee. Daarbij vonden 915 Nederlandse marinemensen, onder wie schout-bij-nacht Karel Doorman, en 259 opvarenden van Indonesische origine een zeemansgraf.
In 2002 vonden amateurduikers de wrakken terug. Een internationaal team van duikers constateert nu echter dat ze worden vermist.
Grafschennis
De drie Nederlandse schepen werden in 1942 tot zinken gebracht bij een treffen met de Japanse vloot. Hennis meldt dat ze met zorg kennis heeft genomen van de verdwijning.
“De slag op de Javazee maakt deel uit van ons collectieve geheugen. De scheepswrakken zijn stille getuigen van deze tragische gebeurtenis en vormen het decor voor de vele verhalen over de verschrikkingen van de oorlog, maar ook de kameraadschap tussen opvarenden.”
Volgens het kabinet is er nu nog onvoldoende informatie om de toedracht van de verdwijning vast te stellen. Het wil daar onderzoek naar doen, samen met andere landen. Hennis benadrukt al wel dat grafschennis een ernstig vergrijp is.
Expeditie
De verdwijning van de wrakken kwam aan het licht bij een expeditie die in gang was gezet door het Karel Doormanfonds. Dat wilde, met het oog op de 75ste herdenking van de Slag om de Javazee op 27 februari 2017, duiken naar de wrakken om zo de locaties vast te leggen voor de nabestaanden. Ook kon op die manier de status van oorlogsgraf nog eens worden benadrukt.
x
Dit artikel verscheen eerder op www.nos.nl, 15 november 2016
KOUSBROEKS “HET OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM”
Besproken door: Pjotr.X. Siccama deel 6.
In 1987 overleed kapitein Raymond Westerling; de man die de politionele acties in 1946 had geleid tegen de onafhankelijkheidsstrijders in Nederlands Indië.
Ik kan me nog goed herinneren, dat hij tijdens de politionele acties op Java (met name in Bandung) door de meeste Indo’s op handen werd gedragen en geroemd voor zijn streng en resoluut optreden. Er waren niet genoeg adjectieven meer over om de man de hemel in te prijzen.
Mensen herinneren zich zijn lef en grote moed en zijn enorme kennis van vuurwapens. Hij kon bijvoorbeeld een voorwerp, een ei bijvoorbeeld, in de lucht gooien en via een spiegel die achter hem stond opgesteld het ei feilloos raken.
Dominique Venner*, een Frans historicus, schreef in 1977 een biografie over Westerling, “Westerling: guérilla story”, gefascineerd als hij was door diens leven.
Dominique Venner (1935-2013). |
Het bericht van het overlijden van Westerling kwam Kousbroek echter ter ore op het moment dat hij zich op Makassar bevond. De inwoners ter plaatse kregen het bericht blijkbaar eerder door dan hij. Ze spraken met hem over het feit dat deze man door de Nederlandse Staat nooit was aangeklaagd en vervolgd voor de misdaden in hun land en dat hij vrij rond kon lopen. De Indonesiërs, meestal bescheiden in hun opstelling wanneer het op vragen stellen aankomt, legden hem deze keer direct die vraag voor. Net als wij kijken zij blijkbaar in kwesties als deze naar die misdaden door anderen, gepleegd in hun land, maar vergeten en passant dat er in 1965 in Indonesië tijdens de omwenteling onder de bevolking een grote slachting had plaatsgevonden.
De schrijver stond daar niettemin met een mond vol tanden en vond de vragen uiteraard pijnlijk. Een zeer opmerkelijke uitspraak kwam uit de mond van professor Said, een voormalige hoge Indonesische officier, die vond daarentegen dat de misdaden, gepleegd door Westerling, niet als oorlogsmisdaden kunnen worden beschouwd (.. het was oorlog.. etc.).
__________________________
* Venner pleegde dit jaar op 21 mei zelfmoord voor het hoofdaltaar van de Notre Dame in Parijs door zich door het hoofd te schieten, een en ander uit wrok tegen de aangenomen wet voor het homohuwelijk en de Islam in Europa.
In dit artikel betreft het de valse en echte geschiedschrijving van de meeste historici wanneer het om oorlogsmisdaden gaat.
Nederland is koploper in de selectiviteit van het veroordelen van (en oordelen over) oorlogsmisdaden, dan volgen Groot-Brittannië, de VS, Australië en de Filipijnen.
Met name het oordelen over en het veroordelen van de Japanse misdaden was en is strenger dan andere (oorlogs)misdaden. En dat nu is buitengewoon merkwaardig. Kousbroek geeft uitgebreid de details weer over het uitzonderlijk en merkwaardig standpunt van Nederland hierin en zeker in verband met de zogeheten smerige oorlog tussen 1946 en 1949 waarin kapitein Westerling de hoofdrol vervulde. Het
verbaasde hem ook zeer dat andere misdaden, eerder gepleegd in Indië met name op Sumatra en trouwens ook elders in de archipel, veel erger en wreder was geweest dan tijdens de Japanse bezetting. En wanneer in gezelschap uitgerekend dit onderwerp te berde wordt gebracht, dan kun je alle verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgen, zeker van mensen die de Japanse bezetting aan den lijve hadden
Westerling op latere leeftijd. |
ervaren. Het wordt dan weer “Mata Gelap” (zwart voor de ogen) bij wijze van spreken bij de meeste Indiëgangers met slechts een ééndimensionale blik.
Dan zijn de reactionairen er als de kippen bij om een en ander tegen te spreken.
Men kan zich over die valsheid van historische berichtgevingen nu wel verbazen, maar er is nog niet één historicus die zich daarover buigt – en/of durft te buigen - waar werkelijkheden worden verdoezeld, en gemanipuleerd. Op zo’n manier bestaat er geen enkele zuiverheid in de geschiedschrijving. Over mechanisme gesproken: een kwalijk ingesleten cultuurgewoonte die onacceptabel is.
“Er is”, schrijft Kousbroek, “geen verklaring waarom de meeste historici dit doen.” Ondergetekende heeft eens een historicus gesproken die zei dat er niet één geschiedschrijver is die helemaal objectief is. Dat kan wel waar zijn, maar het beroep mag geen alibi zijn om geschiedschrijving te verdoezelen of zodanig te manipuleren om zaken beter af te schilderen, niet ad-hoc en zeker niet post-haec. En dit laatste is in de historie maar al te vaak gebeurd, zeker wanneer het om economische en politieke belangen gaat. Op zo’n manier wordt het beroep van historicus, van wie mensen toch mogen verwachten dat wat deze beweert ook allemaal werkelijk, onafhankelijk integer en geloofwaardig is, discutabel. En juist de (bevochten) democratische vrijheden worden de laatste 45 jaar genegeerd, met voeten getreden en uitgehold alsof het de normaalste zaak is met als grootste representant de Verenigde Noord Amerikaanse Republieken. Een natie die zich bij voortduring op de borst klopt als het gaat om vrijheden van het individu.
Zo verging het bijvoorbeeld ook met de politionele acties onder Westerling tussen 1946 en 1949 in Nederlands Indië. Deze kapitein (aan wie carte blanche werd) gegeven) was in die politionele oorlog ontegenzeggelijk tegen de bevolking van de archipel uiterst wreed opgetreden waarover men nu nog vol walging spreekt. Zijn optreden stond onder verantwoordelijkheid en gezag van de Nederlandse Staat die deze zwarte episode van de Indië geschiedenis waarvoor zij en zij alléén de volle verantwoordelijkheid draagt, maar die grote last nooit op zich heeft willen nemen.
Kousbroek brengt ons in herinnering dat, wanneer er wederom geruchten over misstanden kwamen en parlementsleden de verantwoordelijke minster(s) c.s. hierbij om opheldering vroegen, de aanbrengers op hoon konden rekenen, maar ook met dreigende laster en zelfs met processen. Het paradigma van een ritueel (actueel in Europa zelfs) noemt de schrijver dat gemak waarmee dit soort ernstige misstanden gewoonweg kon voortduren (ik noem het een soort mimicri). Het is nu meer dan ooit huiveringwekkend actueel geworden door de vlucht van de Amerikaanse medewerker voor het bedrijf Booz Allen Hamilton Edward Snowdon en recent nog de soldaat Bradley Manning (nog afgezien van Julian Assange van Wikileaks). Met Kousbroek hoop ik dat “het paradigma van een ritueel” zich beperkt tot slechts een incident en zich niet zal ontwikkelen als een gewoonte in het politieke circus.
Bradley Manning Julian Assange Edward Snowdon
De affaire Westerling is mijn inziens zo’n geval. Hij werd door de verantwoordelijke minister (cum suis) bijna geheel uit de publiciteit gehouden. De Staat had ervoor kennelijk een compleet scenario klaar liggen. Zijn terugkomst (na enorme omzwervingen) om maar wat te noemen werd in het begin geheim gehouden en de man zou direct zijn “ondergedoken” (wat volstrekt wordt betwijfeld) in Brussel (nota bene). In 1954 kondigde premier Drees aan dat de betrokkenen van de politionele acties niet zouden worden vervolgd. De Staat vreesde voor tumult mischien wel opstand (?) of niet nader te vrezen “repercussies”(!). Zo simpel was dat: een enkele aankondiging van een premier, als representant van de Staat, opgelost en geregeld in een handomdraai, terwijl mensen moedwillig de dood waren ingejaagd en om rechtsmeken. Ongehoorde naïeviteit van de verantwoordelijken [(minister(s) en de Staat)]. In plaats daarvan liet de Nederlandse Staat Westerling aan zijn lot over om zo de affaire dood te laten bloeden. Dat de man naar mijn mening misbruikt werd door de Staat was helder. Hij werd benoemd met alle volmachten (die wordt slechts toegekend aan een opperbevelhebber in oorlogstijd) en geroemd door generaal Spoor (c.s.)’’.. omdat hij zo’n harde strenge jongen was..’’(.)
Op de schouders van de Staat rust tot nu toe een loodzware schuld en een grote verantwoordelijkheid door de smerigste operaties door Westerling te laten uitvoeren. Het opmerkelijke hierbij was zodra over hem werd gesproken, de bewering dat Westerling- de hypocrisie ten top – opeens (.) “geen – echte - Hollander” was, maar een halve Turk (zie biografie). Ik vraag me wel eens af of de politionele acties voor de man geen traumatische vergissing zouden zijn geweest.
Alle relevante informatie met betrekking tot deze door de Staat geïnitieerde oorlog tot behoud van de kolonie werd de Nederlandse bevolking immers geheel onthouden.
Geen historicus durfde het aan om de werkelijkheid op schrift te stellen uit vrees voor kapitteling, hoon, impopulariteit, (wellicht ontslag en geen opdrachten meer van Overheden of sancties en processen door de Staat (à la de VS). Het is triest te moeten vaststellen dat in een democratie als de onze de vrijheid van het woord door duistere niet nader te noemen elementen wordt beïnvloed, bezoedeld en beperkt. Het onthult de vele zwakheden in onze democratische staat en rechtsvorm. Het is zelfs nu heel actueel geworden sinds de onthullingen van bijvoorbeeld Wikileaks en de vlucht van de geheime Amerikaanse agent Snowdon die voorlopig in Rusland als asylant een onderkomen moest zoeken. De waarheid mocht zeker niet aan het licht komen en nu met de aanhoudende dreigingen vanuit het Midden Oosten al helemaal niet vinden de VS, die met hoge straffen aankomen zodra de onthullingen publiekelijk worden. (“.. leger/manschappen/instellingen moeten worden beschermd..”). Het is in de VS inmiddels en blijkens de recente actualiteit, standaard geworden bij dergelijke misstappen. Hier wordt het vrije woord en de pers geïntimideerd met alle signalen die erbij horen. Het onderscheid van vals en echt in de Noord-Amerikaanse cultuur(politiek) zijn termen die wurgend verstrengeld zijn geworden.
“Wanneer het gaat om het oordelen over het oorlogsverleden van andere naties,” schrijft Kousbroek, “dan doen wij dat met andere maatstaven dan bij ons eigen oorlogsverleden.”
Met name de geschiedschrijving van Nederlands Indië in WOII kon rekenen op heftige reacties toen de uitgave werd gepubliceerd (uitgave: WOII van L. de Jong) van Indische oorlogsslachtoffers, omdat daarin de beschrijving(en) niet positief zouden zijn uitgevallen. Een waterval van protesten volgden hierop.
Een subjectief standpunt van een oorlogsslachtoffer is wel begrijpelijk, in dit verband, maar niet als zondanig relevant voor het collectieve begrip oorlogsdslachtoffers in feitelijke historische zin, eenvoudig omdat elk oorlogsslachtoffer er een is die zijn of haar eigen verhaal heeft.
Tijdens de politionele acties werden door Nederlandse troepen onder leiding van Westerling oorlogsmisdaden gepleegd (Excessennota 1969, opgesteld 20 jaar na dato). Er was toch al een onderzoek ingesteld in 1950? Wat is er daarna gebeurd met het onderzoeksrapport?
De inhoud was nooit openbaar gemaakt; was het zo geheim dat de Staat en vele medeplichtigen daarin zonder meer de vrees hadden dat zij in discrediet kunnen worden gebracht?
Het merkwaardige is dat tijdens het proces in Indië (in Nederland kwam er door de teleurstellende mededeling van Drees helemaal geen proces) er slechts 42 vonnissen werden uitgesproken over deze misdaden die werden begaan door lagere militairen, waarvan er één was die de doodstraf kreeg en dat was – is het toeval? – een Molukker.
Men kan zich voorstellen hoe absurd en selectief de Staat (OM) met de rechtspleging aldaar was omgesprongen. Er was geen officier bij die terecht stond. Een schandaal van de eerste orde en Raymond Westerling raakte uit de gratie.
Generaal Spoor gaf daarna de opdracht om een onderzoek in te stellen naar de excessen en gaf deze aan: Westerling zelf. Men zou zeggen de slager die zijn eigen vlees keurt. Te bespottelijk voor woorden.
En hierin school nu de grootste fout van de Nederlandse Staat. De strategie van de Nederlandse Staat was om Westerling uit de klauwen van Justitie te houden, daar er achter de schermen zeer waarschijnlijk namen van medeplichtige lieden bekend en onthuld konden worden.
Het gerucht deed de ronde dat een zekere Bernard von L., de man over wie zoveel te doen is geweest en die (door Hugo Brandt Corstius) in Vrij Nederland genoemd werd “de man die een spoor van venerische ziekten achterliet”, hierachter zou kunnen zitten. Tegen Westerling zelf bleken genoeg bewijzen te zijn, maar wie er verder achter zaten wordt tot nu toe verzwegen. De integriteit van de Staat lag (ligt nog steeds) onder vuur en die mensen die hier juist wat van moesten zeggen waren in geen velden of wegen te bekennen tot heden ten dage. De zwarte bladzijden die niemand te zien krijgt. Kousbroek: “hoeveel bladzijden zijn er nodig voor het wél iets betekent?” En ook: “er zijn al zoveel bladzijden zwart gemaakt, (.)”; er klinkt irritatie en moedeloosheid in door. De Indonesische Republiek had na haar onafhankelijkheid om uitlevering van kapitein Westerling verzocht dat door Nederland resoluut werd afgewezen. De Nederlandse Staat is per slot geheel verantwoordelijk voor de daden van zijn staatsburgers, zo ook voor Westerling. Hij werd immers aangewezen (hij kreeg carte blanche) om de politionele acties te leiden die voor Nederland tot een totale catastrofe hadden geleid. Daarna poogde Westerling zelf (?) om een staatsgreep te plegen nadat de acties waren afgelopen (onafhankelijkheid in December 1949) die geheel mislukte. In de nasleep kregen we de affaire Jungschläger (zeeman), de man die door de Indonesische Rechtbank wegens hoogverraad tot levenslang werd veroordeeld evenals de officier bij het KNIL Henry Schmidt.
Leon Jungschläger (1904-1956). |
Precies over deze laatste periode vinden wij geen enkele werkelijke informatie over wie hier, naast Westerling echt achter de operaties zaten. In ieder geval werd de zaak Westerling uiteindelijk geseponeerd door het OM (wederom om onduidelijke redenen).
Zodra het om gedragingen gaat van andere naties, schrijft Kousbroek, nemen de Nederlanders nog steeds een onverzoenlijke houding aan. Men kijkt dan naar andere koloniale mogendheden en zegt: kijk naar de andere Europese kolonialen want daar is het toch erger dan bij ons enz.; een drogreden om zichzelf schoon te praten.
En ook hier, over deze zwarte periode, zwijgen de historici.
Het is echter hun taak om van de geschiedenis in ernst en juiste vorm kond te doen, en niet om zich in allerlei bochten te wringen uit vrees om straks te worden overstelpt met klagers, klachten, dreigende processen aan de broek, zoals wij onder andere in de VS hebben gezien (geval van May Lai affaire*) en nu nog krijgen te zien.
We moeten er echt voor waken om niet op de VS te lijken, want dan zijn we echt in de aap gelogeerd.
Wij moeten niet vergeten dat tijdens WO II meer dan 2,5 miljoen Indonesiërs (Romoesja’s**) waren omgekomen en onder de Indonesische dwangarbeiders de sterfte maar liefst 74% bedroeg. Kousbroek geeft bijvoorbeeld een opmerkelijk vergelijking met het overleven in een oorlog: de kans dat je als krijgsgevangene uit het Japanse kamp levend uitkomt was ca.78% maar voor de Joodse gemeenschap in het
___________________________
* Het bloedbad van Mỹ Lai was een slachting op 16 maart 1968 die werd aangericht door Amerikaanse soldaten tegen burgers, vooral vrouwen en kinderen, uit de Vietnamese plaats Mỹ Lai.
** Een Romoesja (Japans: "arbeider") was een veelal uit Java afkomstige arbeider die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder aan slavernij grenzende omstandigheden voor de Japanse bezetter moest werken.
concentratiekamp was de kans minder dan 9% (!). Wie wil nu nog vergelijkingen trekken vraag je je dan af. Wanneer ik die passages in het werk van Kousbroek lees, ril ik over mijn hele lichaam van ontzetting en staat mijn hart bijna stil.
Het is het massale van de slachting die zich in de geschiedenis heeft afgespeeld dat mij naar de keel grijpt. En nog kost het mij grote moeite de gegevens zoals die in het boek van Kousbroek zijn neergeschreven weer nuchter te overzien en te herlezen. Het is mij eigenlijk onmogelijk gebleken. Men kan in dit geval overduidelijk spreken over oorlogsmisdaden; een oorlog voorwendend als excuus voor iets wat niet opgelost is.
Zo idem dito tijdens de burgeroologen in het voormalig Joegoslavië in deze eeuw, waar etnische zuivering in een burgeroorlog heeft plaatsgevonden en dat zowat in onze Europese achtertuin.
Het vergelijk dat je veel hoort van mensen die een oorlog hebben ervaren in de zin van: de Japanners c.q. Duitsers/Hollanders etc. waren veel erger met hun wreedheden in de oorlog, lijkt op een etiket dat ze maar al te graag opgeplakt willen hebben. In vergelijkingen worden de ergste wreedheden tot in de details uit de doeken gedaan waarna het toppunt van vergelijkend oordeel volgt met de gevolgtrekking dat oorlog wreed en afschuwelijk is.
|
Curzio Malaparte |
Een heel curieus verschijnsel in dit verband is een zogenaamde geschiedschrijving van Curzio Malaparte (pseudoniem voor Kurt Suckert), een Italiaanse schrijver (vader Duits en moeder Italiaans), die een ‘historie’ schreef die, naar bleek, volkomen fictief was. Hij werd geprezen en geroemd om zijn verhalen [(o.a. La Pelle (de huid), Kaputt (Duits voor ‘stuk, gebroken’ en Sangue (bloed)], die hij allemaal verzon. Ernstiger (historische gebeurtenis) wordt het bij La Pelle, wanneer hij de invasie van de Amerikanen in de buurt van Napels en op Sicilië beschrijft waar omheen hij echter veel heeft gefabuleerd*. En juist deze gebeurtenissen maken maar al te vaak grote indruk op het publiek op het moment dat de bevrijding eraan zat te komen.
Vertekende beelden, te mooi voorgespiegeld voor de Italianen, maar zij smullen van de eufemistische manier waarop de schrijver de werkelijke gebeurtenissen, in geschiedschrijving wel te verstaan, had vastgelegd die zo overtuigend en geloofwaardig overkwamen (de schrijver functioneerde als tolk bij de Amerikanen) dat mensen werkelijk dachten dat het zich werkelijk zo had afgespeeld. Het heeft ergens iets te maken met “het sprookje dat werkelijkheid wordt” en/of het Pygmalische verschijnsel zoals ik het noem.
_______________________
* Eufemisme voor verzonnen – in deze context heel toepasselijk gezien de
schrijftrant van de auteur Malaparte.
Met verzinsels kun je, zo blijkt, ook goed je brood verdienen (zie afbeelding Villa Malaparte).
Villa van Malaparte op Capri. |
Poncke Princen. |
Een wat recenter geval deed zich voor toen een visum voor Nederland aan Poncke Princen* werd geweigerd vanwege het grote tumult dat ontstond van de zijde van oudgedienden (én anderen). Hij werd immers als een soort landverrader beschouwd.
De historici hielden met betrekking tot deze kwestie nagenoeg hun mond; men had ook geen poging ondernomen om die controversiële periode en publique op te helderen. Men vond kennelijk dit onderwerp en de persoon Princen te onbelangrijk om er enige ruchtbaarheid aan te geven, terwijl dat nu juist een mooie kans was geweest.
Dan maar de doofpot in: de koloniale doofpot. Kousbroek vroeg zich met recht af hoe we toch in hemelsnaam met zo’n belastend verleden met de werkelijkheid kunnen omgaan. Was en ís het kwader trouw of schuilt er meer achter?
Het zijn nog steeds vragen die de schrijver (en de Indische gemeenschap trouwens ook) bezig houden. Waar zou men bang voor zijn?
Men zwijgt als het graf en wanneer er hierover vragen worden gesteld dan is het antwoord: we weten alles al: het ligt bij De Slegte! Nee dus. Ondergetekende heeft er (voor de goede orde) bijvoorbeeld nooit een waardevol boek gekocht over deze materie omdat bij inzien daar, maar ook in de reguliere boekhandel niet de (vermeende) onthullingen in zijn te vinden betreffende controversiële Indische kwesties. Het is humbug wat de historici vaak beweren of de zaken om weer duistere redenen omzeilen (waarvoor en waarom?): in mijn ogen zijn zij op zo’n manier hun beroep onwaardig. Niet bepaald goede heelmeesters en zoals we weten maken slechte heelmeesters altijd stinkende wonden.
Dan de historicus Van Doorn met de zin (op de vraag of er een doofpot bestaat): “..je kunt niet van een doofpot spreken in die tijd dat de ‘onthullingen’(?) nog niet bij De Slegte lagen (!) Toen was de werkelijkheid precies even werkelijk als nu..” Et voilà. Je broek zakt af van deze plattitude.
________________________
* Johan Cornelis Princen (Den Haag, 21 november 1925 – Jakarta, 21 februari 2002) was een Indonesische mensenrechtenactivist van Nederlandse afkomst. Als dienstplichtige deserteerde hij in 1948 in om bij de Tentara Nasional Indonesia (TNI, Indonesische republikeinse troepen) dienst te nemen.
Kousbroek: “het is toch moeilijk vol te houden dat dat zo is.’’
Men vraagt zich af wat er toch met die lieden aan de hand is.
Het wordt nog erger wanneer een – overigens geen prominente – historicus tracht om alsnog over controversiële zaken de werkelijkheid te onthullen. Men kan op zijn vingers natellen hoe lang het duurt voor deze wordt verketterd en onthoofd.
Van een historicus als b.v. ook Fasseur mag ieder toch op zijn minst verwachten dat hij in controversiële kwesties en zaken als voornoemd een echt duidelijk en persoonlijk standpunt inneemt en zich niet achter vaak eufemistische en af en toe academische uitleg verschuilt en zich alleen daartoe beperkt. Daar heeft niemand wat aan.
Standpunten én lef bij betrokkenen zijn schaars of helemaal afwezig; dat is het beeld wat men te zien krijgt in de loop van de tijd en ze bevatten daarom geen enkele waarde noch bijdrage aan een adequate geschiedschrijving.
Er bestaat geen zogeheten klokkenluider onder historici, tenminste niet in Nederland, die moet nog worden geboren of uitgevonden.
Sommigen van hen krijgen trouwens kennelijk zoveel opdrachten (vaak van overheidswege) dat ze het op een of andere wijze lastig vinden om ook nog wat écht is boven tafel te brengen.
Het is dus heel veilig om dat maar net niet te doen. Want stel je toch eens voor dat een overheid een geschiedschrijver – niet prominent, van wie ze nauwelijks iets weet - een opdracht van belang zou geven. Dat is solliciteren naar tumult is de gedachte.
Nee, het moet bij voorbaat veilig belanden bij hem of haar in wie de opdrachtgever alle vertrouwen heeft. En zo modderen Nederlandse historici maar lekker door. Laten we onszelf toch niet bedriegen wanneer het om opdrachten gaat bij overheden en ook bij bedrijven en particulieren: het gaat hier niet alleen om de kip of het ei, maar ook om andere zaken die het daglicht niet kunnen verdragen, dat mag helder zijn.
Demonstratie in Nederland. |
Kapitein Westerlings aankomst in Brussel.
|
Vandaag op TV Max - 50 jaren Anneke Grohnloh in het vak!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Jim van der Hoeven indomuzikant van het eerste uur, laat ons 'onze geschiedenis" en de muziek via zijn zonen na!
Foto ICM werd gemaakt in voorjaar 2007 in Albir bij de warung Juntos van Danny en Marcia.
Jim behoort tot de grondleggers van het eerste uur als het om de IndoMuziek gaat in de jaren vijftig. Eerst speelde Jim bij o.a. de Rollers en toen bij de The Hot Jumpers met hun veel geroemde hit.
Jim was niet alleen muzikant, maar zette zijn artiestieke tekentalenten in stripverhalen om. Met deze stripverhalen legde hij "onze geschiedenis" vast in twee delen voor alle Indo's leesbaar van hoog tot laag.
Ferry Schwab heeft Jim zeer intensief mee mogen maken van nabij tijdens het verblijf aan de Costa Blanca in Albir/Calpe in 2006/2007. Ook hiervan een verslag van gemaakt plus een reportage te lezen nu in het ICM archief. Tijdens de kumpulans, en in de kerk. Veel gezellige uurtjes werden er doorgebracht o.a. bij de Warung Juntos waar muziek werd gemaakt. Op verzoek van Ferry speelde Jim met veel passie Violetta.
De volledige fotoreportage is te zien op het archief van www.icm-online.nl
Jim wij mogen niet verdrietig zijn, er is daarboven een mooi leven, ik kan het weten!
"Gouden herinneringen bij de koffie toebroek en de zware sjek" heeft Jim ons allen nagelaten in twee delen en de prachtige muziek via zijn zonen!
Vandaag om ca. 18.45 uur is Jim van der Hoeven ons op 81-jarige leeftijd ontvallen.
Jim werd gisteren met spoed in het ZMC in Zaandam opgenomen.
Samen met zijn broer Ed, die ruim een jaar geleden op 84-jarige leeftijd is overleden, speelden
ze in de band The Rollers.
Enkele bekende nummers van The Rollers waren o.a.: Violetta, Sweet Malaya, Aloha oe.
Op 1 mei hebben 3 zoons (Stanly, Jerry en Jorgen) van Jim nog in Raamdonksveer
(herdenking 1 mei 60 jaar) opgetreden met The Rollers Revival
Band.
m.vr.gr.
Humphrey Trouerbach
Zie volledige fotoreportage op www.icm-online.nl