Reizen

BALI  /  De goden bezoeken

 

 

Wonen - huren - of inschrijven resort op Bali?

10897606477?profile=original

Wonen - huren - inschrijven ressort op Bali?

 

ICM Project & Events heeft plan opgezet om een vestiging te openen te Denpasar op Bali. ICM Bali zal zich richten op de groep Indische Nederlanders die in Indonesië zijn geboren, en daar hebben geleefd. Mede een voorstel in het rapport traktaat van Wassenaar voorgesteld, die nu in de Tweede Kamer in behandeling is.  Op latere leeftijd ontstaat de behoefte om in Indonesië te willen wonen. Veel signalen komen uit de woon zorg van de ouderen en de eigende stichtingen.  

ICM is een gesprek met diverse partijen om dit te realiseren. Eerst zal huren voor kort - en lang verblijf aan de orde te komen om het te realiseren. Tevens wordt onderzocht of realisatie van Resort woont zorg tot de mogelijkheden behoort. 

De folder / brochure is op ICM stands op de Pasar Malams te verkrijgen of voor informatie. Heeft dit bij U nu al die belangstelling gewekt mailen mag ook naar Schwab@icm-online.nl of zie anders ICM Bali Home Vision page.  

 

10897606287?profile=original

Hoe klein ook, op Bali vindt altijd en overal wel en ceremonie plaats… FOTO’S: DE TELEGRAAF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wij ervaren al een beetje Bali op Schiphol. Het grote voordeel van vliegen met de nationale luchtvaartmaatschappij is dat je meteen het juiste sfeertje te pakken hebt. De dames van Garuda Indonesia trakteren ons op een warme glimlach – een échte – en heerlijk eten. Een rijsttafel in een vliegtuig, wie had dat gedacht? Eenmaal in Indonesië wordt het natuurlijk alleen nog maar mooier. Ruiken we daar nou wierook? Jawel, nog voordat we de douane door zijn, zien we het eerste hindoetempeltje. Stewardessen, piloten en passagiers doen er even snel een gebedje, zonder zich iets aan te trekken van de drukte om hen heen.

 

 

10897606654?profile=original

Foto- Deze idyllische sawa’s vind je in het binnenland van Bali.

De  luchthaven van Bali ligt in het zuiden, ook meteen het meest toeristische gedeelte van het eiland. Plaatsen als Kuta, Sanur, Nusa Dua – ze liggen allemaal hier. En wij staan in de file, zo ongeveer vanaf het vliegveld tot aan ons hotel. Er zijn maar een paar wegen en heel veel auto’s, brommertjes en vrachtwagens. Alles zigzagt nonchalant tussen elkaar door. Er wordt wel getoeterd, maar boze gezichten zien we niet. We zijn onderweg naar The Balé en dat blijkt een geschenk uit de hemel na zo’n lange reis. Het is alsof we een gigantische spa binnenstappen. Van het klaterende watertje tot de zoemende libellen, alles in dit hotel draagt bij aan een totaal gevoel van zen.

10897606490?profile=original

Foto - Overal vind je beelden van Ganesh, een van de goden die voortdurend aanbeden worden… FOTO: ZOONAR GMBH / ALAMY

10897606667?profile=original

Foto - Een van de vele ceremonies in volle gang: Wayan begraaft haar moeder.

10897605893?profile=original

Foto - De rijstvelden bij Rendang

Ook buiten de hotelmuren hangt een ontspannen sfeer, daar veranderen de voorbij knetterende brommertjes niets aan. De omgeving is bezaaid met tempels en beelden. Dames in prachtig geborduurde sarongs lopen af en aan met wierook, bloemen en etenswaar om te offeren. We bekijken het vanaf een eettentje aan de straat. „Lot of ceremonies, we pray all the time”, zegt onze gastheer. En om zijn punt kracht bij te zetten pakt hij nog maar een stokje wierook. Hij loopt naar een manshoog beeld van Ganesh, de olifantgod, die hij devoot aankijkt. Voor hij terug loopt, prikt hij nog even een bloem achter het oor van de olifant. Behalve bidden is ook mooi maken duidelijk een kunst die in het Balinese bloed zit.

10897607056?profile=original

Foto - Ochtendwandeling in Palasari.

De volgende ochtend verlaten we de witte stranden en de files van het zuiden. Het westen van Bali is nauwelijks toeristisch, maar minstens zo mooi. Om er te komen, doorkruisen we het eiland van zuid naar noord, een prachtige route door eindeloze sawa’s, over slapende vulkanen en langs diepe kratermeren. Het is op Bali heel gebruikelijk en betaalbaar om een auto met chauffeur te huren. Zelf rijden kan ook, maar hou wel rekening met nogal alternatieve, zo niet afwezige, verkeersregels. Op twee banen rijden hier meestal drie auto’s en inhalen gebeurt roekeloos, ook naast een diep ravijn. Onze eerste stop is het West Bali National Park, in het noordwesten, met een breed assortiment aan natuur: mangrove, strand, regenwoud en savanne. We overnachten in The Menjangan, een luxehotel midden in het park met zowel junglelodges als strandvilla’s. Als we ’s morgens vroeg – lang leve de jetlag – een wandelingetje maken komen we aapjes, varanen en reeën tegen. Bij de hoofdweg aangekomen zien we al snel een flinke tempel, even uitrusten aan de voet van de zoveelste Ganesh. Al snel komt er een man in prachtig Balinees kostuum aanlopen en we verwachten dat hij ons gaat wegjagen. We zijn namelijk niet bepaald zondags gekleed. Niets van dat alles. Of we de begrafenis van zijn oma willen bijwonen, achter de tempel. Staan we opeens in korte broekjes tussen een flinke familie gehuld in sarong. Maar we worden zo warm welkom geheten, dat we onze outfits al snel vergeten. We krijgen eten, de kinderen drommen om ons heen en iedereen wil met ons op de foto. Van underdressed tot eregast, op Bali is het zo gebeurd.

Om het hoekje van de westpunt is meer moois te beleven. We reizen verder naar Palasari, een piepklein gehucht vlak bij een gigantisch stuwmeer. Hier is bijna geen verkeer, zo ver zijn we van alles verwijderd. We horen alleen vogels en krekels en komen niemand tegen behalve rijstplantende boertjes en traditioneel geklede vrouwen onderweg naar de tempel. Hier en daar ligt een slapende hond. Heerlijk die rust, maar na een paar dagen begint het toch wel weer een beetje te kriebelen. Op naar de volgende stop.

Bali staat bekend als het eiland van de goden en dat komt nergens zo goed uit de verf als in kunstenaarsdorp Ubud. Overal staan Boeddha’s, Ganesha’s en Shiva’s. Soms gloednieuw, soms begroeid met mos, soms bedekt met bloemen. Overal worden yogalessen, meditatieklassen en spirituele lezingen aangeboden. De straten zitten vol restaurantjes, waarvan veel vegetarisch, veganistisch of zelfs gespecialiseerd in raw food. Gezondheid van lichaam en geest, daar draait het hier om. Maar laten we ook vooral karma niet vergeten. Daar geloven de Balinezen niet alleen in, ze leven er ook naar. We blijken niet genoeg geld bij ons te hebben om onze koffie (met sojamelk) te betalen en kunnen niet pinnen. Geen enkel probleem, het meisje achter de kassa stelt voor dat we morgen terugkomen. Voor haar duidelijk de normaalste zaak van de wereld. Wij hebben dat nog niet vaak meegemaakt en al helemaal niet in een toeristische omgeving.

Nu we toch in Ubud zijn, gaan we meteen ook maar even naar een yogales. We kiezen voor een klein schooltje op Monkey Forrest Road. In de fontein voor de deur zitten aapjes met water te spelen, op de stoep staan mensen met yogamatjes. Het zaaltje stroomt al snel vol, met toeristen. Naast ons zit een Amerikaanse, achter ons een Australiër en voor ons rekken twee Franse dames zich uit. De leraar is wel op-en-top Balinees, klein van stuk met een vredig gezicht. Hij wringt ons in alle mogelijke bochten, om ons anderhalf uur later uitgerekt – maar ook bijzonder ontspannen – de straat weer op te sturen. Daar gaat net de zon onder en bereikt het dagelijkse offerfestijn zijn hoogtepunt. Terwijl ons klasje naar buiten dromt, het winkelend publiek op koopjes jaagt en de restaurantjes om klandizie leuren, staan de Balinezen rustig te bidden. En daarin ligt misschien wel meteen het geheim van dit bijzondere eiland. Hoe druk het ook wordt, de ceremonie gaat gewoon door.

10897607069?profile=original

■ Ga voor meer Indonesië naar www.reiskrant.nl/verrereizen

 

 

 

 

 

 

Zeiltrip Indonesische Archipel

 

10897606863?profile=original

 

Zeiltrip Indonesische Archipel

een Australische smid (met grote cowboyhoed) aan boord, een Zwitserse diplomate en een Amerikaanse reisschrijfster. En natuurlijk ook een vrouw van in de vijftig die naarstig op zoek is naar de zin van het leven. Elke dag zit ze een uur in lotushouding op het bovendek, en ze leest boeken over het Tibetaanse boeddhisme en de kracht van zen. Maar als er een koektrommel op tafel komt, is ze er als de kippen bij. En als er een bootje wordt uitgezet om ons naar het zoveelste Robinson Crusoë-eilandje te transporteren, staat ze steevast vooraan…

Hoe dan ook, dit zijn behoorlijk bereisde mensen, die goed kunnen inschatten wat je wel en niet kunt verwachten aan boord van dit schip. Want hoewel het prijzige reisjes zijn, is de luxe beperkt. Het bier op? Dan drinken we whisky. Geen tonic meer? Dan maken we gin-sprite in plaats van gin-tonic. De aangekondigde route moet door de omstandigheden ook al gauw verlegd worden; niemand maalt erom. Dit is een afgelegen gebied en we zitten op een schip, dat valt niet allemaal even goed te plannen. Zelfs de kakkerlakken die we met enige regelmaat tegenkomen, zijn voor de meesten niet echt een probleem. En als de Canadese Carol haar verjaardag viert, krijgt ze van de bemanning een mooi stuk houtsnijwerk cadeau, verpakt in een met olie besmeurd stuk papier, dichtgeplakt met tape. Het lijkt verdacht veel op een pakket cocaine uit Zuid-Amerika, maar het is een geschenk uit het hart.

10897606876?profile=originalDie bemanning is een vrolijk samenraapsel vanuit de gehele archipel. Stuurlieden van Java, een kapitein uit Sulawesi en een gids van Flores. Ze hebben het goed samen, en er is gelukkig ook veel contact met de gasten. Als de mannen zin hebben, pakken ze gitaren en tamboerijn en wordt er aan dek vrolijk muziek gemaakt. Zachtaardige jongens die zich in eerste instantie stilletjes afzijdig houden,

maar gaandeweg ook wat meer op de voorgrond durven treden. Als het even kan, nemen ze met de gasten een duik in het kraakheldere water. We springen vanaf het dek, en dan vanaf de boegspriet, of nog hoger, op het bovendek. En natuurlijk is er ook een waaghals aan boord die even laat zien dat je vanuit de zaling boven in de grote mast óók in het water kunt springen.

Elke dag heeft zijn eigen hoogtepunt. De ene keer is dat een barbecue op een verlaten strand, een dag later cirkelen er vier potvissen rond het schip. We snorkelen op schitterende, afgelegen koraalriffen; het voelt alsof er nog nooit eerder iemand snorkelde. Op volle zee hebben we regelmatig een troep buitelende dolfijnen voor de boeg.

Als je hier op een houten zeilschip ronddobbert, is het niet moeilijk je een voorstelling te maken van hoe het er in de VOC-tijd allemaal uitzag. Toen was dit gebied de enige plek op de wereld waar nootmuskaat groeide; dat trok handelaren uit de hele wereld aan. En nog steeds heeft de trip een Nederlands tintje, want de Nederlander Dick Bergsma raakte in de jaren 80 in de ban van deze klassieke zeilschepen. Hij liet de Katharina speciaal bouwen voor reizen als deze en vernoemde hem naar zijn vrouw Karin. De Katharina en de iets grotere Ombak Putih varen nu elk jaar een enorme variatie aan routes door het eilandenrijk, soms langs afgelegen eilandjes, maar er is bijvoorbeeld ook een populaire route tussen Bali en Flores.

10897269496?profile=original

De spaarzame dorpjes die we aandoen, hebben allemaal een eigen karakter, en een eigen bevolking. Moslims en christenen wonen vaak slechts enkele kilometers van elkaar verwijderd. Mensen leven hier één met de natuur, en accepteren hun lot zonder zich ertegen te verzetten. We ontmoeten zeezigeuners die zich op een hete, kale vlakte hebben gevestigd nadat een tsunami al hun bezittingen vernietigde. Op Damar priemt een enorme, rokende vulkaan boven het groene eiland uit. De zwavellucht is onmiskenbaar, het voelt alsof dit ding elk moment uit elkaar kan knallen. Maar in de dorpjes aan de voet van de berg kabbelt het leven rustig verder. 

Op een schip als de Katharina lijkt alles vanzelf te gaan. Drie keer per dag heerlijke maaltijden, onze was ligt elke dag opnieuw keurig gestreken op een stapeltje klaar. Als we na een paar uur wandelen of een bezoek aan een dorpje heet en stoffig aan boord komen, zitten we opeens weer in die luxewereld, waarin alles voor ons geregeld wordt. Alstublieft: een verkwikkend vochtig doekje. Wilt u een glas vers geperst vruchtensap?

De dagen en nachten rijgen zich aaneen. Slapen doen de meesten van ons in de airconditioned hutten, maar zelf vind ik het veel prettiger op het dek. In een deckchair met een dun dekbedje of een slaapzak, het Zuiderkruis en talloze vallende sterren boven het hoofd. Soms word ik gewekt door het kletsende geluid van een vliegende vis die per ongeluk op het dek is geland; dan even de slaapzak uit om het mooie beest terug in de zee te schuiven met mijn blote voet. In de hutten is het altijd donker; op het dek word je vanzelf wakker voor zonsopgang en zie je het schip ontwaken.

Hoe ver we hier van de bewoonde wereld zitten, blijkt als op een eilandje bij de Tanimbar Archipel een groep vissers aantreffen. Twintig mannen, vrouwen en kinderen zijn hier gestrand, vijf dagen geleden al. ’Onze motor ging kapot en we dreven af richting Australië’, vertelt één van hen. Gelukkig bracht de wind ze uiteindelijk naar dit verlaten eilandje. Daar hebben ze inmiddels een paar tenten op het strand gebouwd. Een ander schip heeft hen ontdekt en zal de komende weken de benodigde reserveonderdelen proberen te brengen.

De mensen maken zich niet druk; ze duiken naar vis met zelfgemaakte duikbrilletjes van gesneden hout met ronde glaasjes, iedereen is tevreden en wat het meeste opvalt: er is geen spoortje paniek. ’Het komt vast allemaal goed, we hebben te eten en de mensen weten nu dat we hier zitten.’ En wij zijn intussen zo onthaast, dat we het direct geloven. We gaan deze mensen niet ongevraagd redden; we vertrouwen erop dat het goed komt.

■ Meer Indonesië? Ga naar www.reiskrant.nl/verrereizen 
10897593881?profile=original

 

 

10897607086?profile=originalZeilen langs Molukken

 

’Goedemorgen Thijs, wil je al koffie?’ Ik strek me eens goed, wrijf mijn ogen uit en kijk om mij heen. Ik lig op het dek van een mooie houten schoener, we varen op de Bandazee, de zon gaat bijna op, het is aangenaam koel en in de verte zie ik een tropisch eilandje aan de horizon verschijnen. Het belooft weer een prachtige dag te worden.

Onze reis begon een dag of 5 geleden in Timika, op Papoea (voorheen Irian Jaya). Het kostte me twee volle dagen om er te komen. Maar vanaf het moment dat ik aan boord van de schoener Katharina stapte, was die vermoeiende start direct vergeten. De Katharina puft rustig over de spiegelgladde zee; de gasten onthaasten hier heel snel. We hebben 12 dagen om Flores te bereiken en doen het rustig aan; de grootste stukken varen we ’s nachts op de motor.

 

10897607099?profile=originalNa een dag en een nacht varen krijgen we het eerste eiland in zicht: Aru. We wandelen er door dorpjes waar de tijd honderd jaar stil lijkt te hebben gestaan. Een eenvoudig leven zonder plastic, 3G of elektriciteit. Onze komst betekent hier een mega-attractie, want toeristen zien ze hier vrijwel nooit. Kinderen zwermen om ons heen. De openingszin is telkens dezelfde: ’Hey mister, my name is’. Maar dan stokt het; die naam kómt helemaal niet. Het Engelse onderwijs is voor verbetering vatbaar, zullen we maar zeggen.

De dorpsbewoners laten graag zien hoe hun leven eruitziet. Een menu van sagopalm en vis; rijst is een luxe die slechts weinigen zich kunnen permitteren.

Ergens aan de rand van het dorp doet een vrouw de was; in hurkzit bij een klein stroompje. Haar dochtertje van hooguit 2 zit er tevreden naast, spettert een beetje met het water, leunt wat tegen haar moeder. Ik zit er 10 minuten bij en geniet van de zeldzame rust en vredigheid van dit tafereel. Niemand heeft haast, niemand moet iets, het gaat allemaal zoals het gaat en dat voelt 

fantastisch. Tijd heeft hier eigenlijk nauwelijks betekenis.

En dat blijkt besmettelijk. Want ook aan boord van de Katharina beginnen de gasten hun belangstelling voor de tijd te verliezen. De eerste dag tel ik nog 6 mensen met een horloge, de tweede dag nog 3 en daarna nog maar 1. Welke dag is het ook alweer, hoe lang zijn we al onderweg? De meesten zijn het helemaal kwijt. Onze mobieltjes doen het bijna nooit meer, 3G al helemaal niet. Het wereldnieuws gaat volledig aan ons voorbij. Slechts een enkeling houdt serieus bij waar we ons precies bevinden; de meesten nemen het allemaal gewoon zoals het komt.

Deze reis door een afgelegen uithoek van Indonesië trekt een divers gezelschap. 

 

 

 

Wonen - huren - of inschrijven resort op Bali?

10897606477?profile=original

Wonen - huren - inschrijven ressort op Bali?

 

ICM Project & Events heeft plan opgezet om een vestigen te openen op Bali. ICM Bali zal zich richten op de groep Indische Nederlanders die in Indonesië zijn geboren, en daar hebben geleefd.

 

Op latere leeftijd ontstaat de behoefte om in Indonesië te willen wonen. Veel signalen komen uit de woon zorg van de ouderen en de eigende stichtingen.

 

ICM is een gesprek met diverse partijen om dit te realiseren. Eerst zal huren voor kort - en lang verblijf aan de orde te komen om het te realiseren. Tevens wordt onderzocht of realisatie van Resort woont zorg tot de mogelijkheden behoort.

 

De folder / brochure is op ICM stands op de Pasar Malams te verkrijgen of voor informatie. Heeft dit bij U nu al die belangstelling gewekt mailen mag ook naar Schwab@icm-online.nl

 

 

 

 

 

 

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Opmerkingen

  • BALI

    De goden bezoeken

    3036195333?profile=original

    Hoe klein ook, op Bali vindt altijd en overal wel en ceremonie plaats… FOTO’S: DE TELEGRAAF

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Wij ervaren al een beetje Bali op Schiphol. Het grote voordeel van vliegen met de nationale luchtvaartmaatschappij is dat je meteen het juiste sfeertje te pakken hebt. De dames van Garuda Indonesia trakteren ons op een warme glimlach – een échte – en heerlijk eten. Een rijsttafel in een vliegtuig, wie had dat gedacht? Eenmaal in Indonesië wordt het natuurlijk alleen nog maar mooier. Ruiken we daar nou wierook? Jawel, nog voordat we de douane door zijn, zien we het eerste hindoetempeltje. Stewardessen, piloten en passagiers doen er even snel een gebedje, zonder zich iets aan te trekken van de drukte om hen heen.

     

Dit antwoord is verwijderd.