Deze maand vijftig jaar geleden mocht het vroegere Nederlandse gebiedsdeel Papoea kiezen of het onafhankelijk van Indonesië verder wilde gaan. Maar Papoea had niets te kiezen en gaat sindsdien gebukt onder het Indonesische juk, stelt Nieuw Guinea-veteraan René Hoksbergen. „Schrijnend hoe Nederland hiermee omgaat.”
Papoea-kinderen op een tijdelijke opvangplek in Wamena, eerder dit jaar. Honderden mensen zijn op de vlucht vanwege het geweld in Papoea.
Ⓒ FOTO AFP
„Onder druk van de Verenigde Staten en de Verenigde Naties droeg ons land het toenmalige Nederlands-Nieuw-Guinea in 1962 over aan Indonesië. Daarbij werd afgesproken dat de Papoea’s in 1969 nog zelf konden kiezen of zij wel of niet onafhankelijk verder zouden gaan. Dat dit een farce zou worden wist iedereen wel, want die zogenaamde vrije keuze zou worden gedaan onder leiding van de Indonesiërs, die er alle belang bij hadden dit land te bezitten. Nederland stopte tot 1962 honderden miljoenen in het land; Indonesië profiteert alleen maar van zijn ’kolonie’ Papoea. De Grasberg in het Berggebied is de grootste goudmijn en de op twee na de grootste kopermijn ter wereld. Enkele belangrijke houtsoorten worden intensief geëxporteerd.
Rene Hoksbergen: ,,De economische relatie met Indonesië is belangrijker dan de rechten van het Papoea-volk.”
Ⓒ EIGEN FOTO
Uit angst dat Indonesië zou afglijden naar het communisme - het was de tijd van de koude oorlog - werden belangen en wensen van Papoea’s in 1962 volkomen genegeerd. De overgrote meerderheid wilde namelijk helemaal niet onder Indonesisch bestuur komen, wat zij bij de Soevereiniteitsoverdracht van Indonesië eind 1949 al duidelijk hadden laten horen. Niet voor niets werd Nieuw-Guinea toen niet aan Indonesië overgedragen.
Maar de 1025 Papoea-kiesmannen die door de Indonesische leiders werden uitgekozen, kozen in 1969 allemaal voor aansluiting bij Indonesië. Kozen zij? Ze stonden onder zware druk om hun jawoord te geven, anders konden zij en hun familie het verder wel vergeten. Ze werden regelrecht bedreigd.
Nederland had erop kunnen toezien dat de Papoea’s vrij konden kiezen voor hun toekomst, maar besloot in 1962 uit de South Pacific Commission te stappen. Deze internationale commissie was bedoeld om de belangen van volkeren in de Stille Oceaan te behartigen.
De Papoea’s hebben zich tot heden in woord en daad verzet tegen de overheersing door Indonesië. Naar schatting kostte dit al meer dan 100.000 Papoea’s het leven. Martelingen, standrechtelijke executies, bombardementen op kampongs in de bergen en elders zijn aan de orde van de dag. Dit jaar zijn alweer 180 burgers omgekomen volgens een coalitie van burgerorganisaties in Papoea.
Het land is voor Indonesië een goudmijn, maar niet voor de Papoea’s zelf. Zij mogen hooguit klagen over de vervuiling van hun leefgebied en de ontbossing van het regenwoud. Tientallen Nederlandse organisaties, met aansprekende namen als Papua Erfgoed, Duurzame Samenleving Papua Barat (West-Papoea) en Hati Bersatu – samen uit één hart - proberen de Papoea’s zo goed mogelijk te steunen. Regelmatig worden noodkreten over het leven van de Papoea’s naar de Tweede Kamer gestuurd. Er verandert weinig.
Rond 2000 was er even een periode van enige ontspanning. De Morgenster - naam van de Papoeavlag - mocht zelfs even worden gehesen. Het leger greep echter al spoedig weer in, want dit heeft van oudsher de macht in Indonesië, ook in Papoea. Journalisten worden niet toegelaten, mensenrechten worden genegeerd en de grove vernieling van het milieu gaat gewoon verder. De Papoea’s blijven het tweederangs volk met een grote achterstand in ontwikkeling. Precieze cijfers over geboorte en sterfte worden niet bekend gemaakt.
De Nederlandse regering kijkt zwijgend toe; de economische relatie met Indonesië is belangrijker dan de rechten van het Papoeavolk.”
René Hoksbergen is Nieuw Guinea-veteraan en emeritus hoogleraar
Bron Telegraaf van 15 /8-2019
Opmerkingen