Alle berichten (2935)

Sorteer op

Nieuw, vierjarig onderzoek naar dekolonisatie Indonesië

Nieuw, vierjarig onderzoek naar dekolonisatie Indonesië

1240?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.9Nederlandse mariniers tijdens een vuurgevecht, waarbij ze gedekt worden door een natuurlijke verhoging, Indonesië, 1946.Beeld anp

Na zeventig jaar moet er meer licht gaan schijnen op wat er na de capitulatie van Japan gebeurde in Nederlands-Indië. Drie instituten krijgen geld voor een uitgebreid onderzoek.

In het onderzoek naar de gewelddadige dekolonisatie van Nederlands-Indië komt veel ruimte voor getuigenissen van Nederlandse en Indonesische burgers en veteranen.

Ruime aandacht komt er voor de zogeheten Bersiap, de chaotische periode vlak na de capitulatie van Japan toen Nederlanders, Chinezen en anderen slachtoffer werden van Indische revolutionairen.

Nauwelijks drie maanden na de aankondiging van het kabinet dat er geld zou komen voor een diepgravend onderzoek naar de voor Nederland zo pijnlijke periode van 1945 tot 1949, ligt er nu een complete opzet. Het geheel moet september 2021 zijn afgerond. De verwachting is dat het onderzoek naar de Indonesische onafhankelijksstrijd drie tot zes boeken gaat opleveren.

Antwoord op de vragen

De drie betrokken instituten - Niod, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) en Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) - hebben het onderzoek in negen projecten opgeknipt. Volgens Frank van Vree, directeur van het Niod en woordvoerder van het onderzoek, moet het antwoord bieden op vragen rondom het grensoverschrijdende geweld die zeventig jaar later nog steeds onbeantwoord zijn.

De kans dat er één finaal verhaal komt over die zwarte periode is niet aanwezig. “We hebben te maken met zo veel conflicterende perspectieven op het geweld”, zegt Van Vree. “Elke groep die toen betrokken was, heeft zijn eigen verhaal. Indonesische burgers, veteranen, Molukkers, Nederlandse repatrianten, Indische Nederlanders. Dat zijn geïsoleerde kennisgemeenschappen geworden die tegen elkaar aan schuren. We hopen dat onze integrale benadering nieuwe inzichten gaat opleveren.”

Een van de sleuteltermen in het onderzoek wordt communicatie. “Wie wist wat, waar en wanneer. Hoe verliep de communicatie tussen al die spelers. We kijken dan naar terreinen als politiek, justitie en leger. Een vaak over het hoofd geziene bron zijn de religieuze gemeenschappen die destijds in Nederlands-Indië verbleven. We gaan bijvoorbeeld op zoek naar de archieven van kloosters die zich nu in Rome bevinden.”

Hoge verwachtingen

Van Vree verwacht veel van het project waarbij onderzoekers in samenwerking met Indonesische historici op regionaal gebied ontwikkelingen in kaart brengen. “We gaan dus echt diep graven. We nemen dan het leven op het dagelijkse niveau onder de loep, heel gedetailleerd. Die verschillende regio’s willen we met elkaar vergelijken. Waarom was het op de ene plek erger dan op de andere?”

In 2012 dienden de drie instituten een aanvraag in om toch eindelijk eens dieper te kijken naar de dekolonisatie. Dat wees het kabinet toen af om allerlei redenen. Eind vorig jaar besloot het kabinet toch tot een onderzoek. Voor dit onderzoek stelt het nu 4,1 miljoen euro beschikbaar. Eventuele overschrijdingen van het budget komen voor rekening van de instituten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het onderzoek naar de val van Srebrenica is de overheid geen opdrachtgever, maar subsidiegever.

Lees verder…

10897422096?profile=originalSanatan de Jongh Swemer (79) en Piet Alderlieste (88) zetten ervaringen in het jappenkamp en de Bersiap op papier  in de Telegraaf van 15 augustus 2020

Het was niet op 5 mei, maar deze week precies 75 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog in ons koninkrijk eindigde. Terwijl Nederland in een zomerse bevrijdingsroes verkeerde, moest de bevolking van Nederlands-Indië drie zware maanden langer op vrijheid wachten. En toen die kwam, was de vreugde kort.

Bijna 100.000 Nederlandse burgers die volgens het NIOD instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies onder mensonterende omstandigheden in gevangenkampen zaten. Ruim 42.000 militairen die krijgsgevangen werden gemaakt en vaak tot dwangarbeider werden gemaakt. En in totaal 25.000 Nederlanders die de Japanse bezetting van de kolonie niet overleefden.

Het zijn cijfers die vergeleken met wat er in eigen land gebeurde maar beperkt bekend zijn. Tot frustratie van de Indische gemeenschap waarvan Sanatan de Jongh Swemer (79) en Piet Alderlieste (88) deel uitmaken. Ze zaten als jongens in het jappenkamp. Beiden hebben hun oorlogsverhaal op papier gezet. Voor hun kinderen en kleinkinderen, maar ook als tegenwicht voor het volgens hen breed verbreide misverstand van een oorlog in de ontspannen koelte van een klapperboom.

Hoe hij hoorde dat de oorlog ten einde was? Sanatan weet het nog goed. Het was een Nederlandse leidster in het jappenkamp die op een stoel klom en riep dat het voorbij was. De Jongh Swemer beschrijft het gedetailleerd in zijn recent verschenen boek Tropenjongen. Volwassenen om hem heen konden eerst niet geloven dat er echt een einde aan de gruwelen van het kampleven was gekomen.

Wilhelmus

„Er viel een stilte van ongeloof, tot het nieuws doordrong. Toen kwamen de emoties los. Vrouwen lachten en huilden tegelijk en vielen elkaar in de armen. Anderen riepen: ’We zijn vrij!! We zijn vrij!!’ Iemand begon met schorre stem het Wilhelmus te zingen, anderen volgden, eerst aarzelend en steeds meer uit volle borst... Een vrouw was naar een van de barakken gehold en kwam terug met een oud kussentje. Daarvan trok ze de naden los en er kwam een Nederlandse vlag uit die ze de hele oorlog verborgen had kunnen houden. Onder gejuich werd de driekleur opgehangen.”

Voor Piet Alderlieste had de capitulatie van Japan niet veel later moeten komen. Hij was het grootste deel van de oorlogsjaren ziek. Ging de ziekenzaal in en uit met malaria en dysenterie. „Daar kom je niet zomaar vanaf”, zegt Alderlieste, auteur van Nummer 9160. „De Japanners hadden wel medicijnen, maar die deelden ze spaarzaam uit. Ze legden voorraden aan voor zichzelf. Ze wisten natuurlijk niet hoelang de oorlog nog zou duren.” Piet lag op bed in de ziekenzaal van Ambarawakamp 7 toen hij een jongetje zag binnenkomen dat het uitschreeuwde. „We zijn vrij, we zijn vrij! We kunnen de poort uit.” Maar Piet had de kracht helemaal niet om de poort uit te gaan. Daar was hij veel te ziek voor.

Zijn moeder, die in een ander kamp, Banjoebiroe, verbleef en ook ziek was, liet haar zoon door een dame met een koets ophalen. Toen ze iets later een briefkaart kreeg waarop stond dat haar krijgsgevangen man de oorlog niet had overleefd, wilde ze volgens Piet alleen nog maar dood en naast hem worden begraven. De artsen vonden dat het niet kon, want ze had nog drie kinderen om voor te zorgen. Moeder Alderlieste moest van hen naar de bergen van Wonosobo op Midden-Java om in de koelte aan te sterken en daarna zo snel mogelijk terug naar Nederland.

Genoeg eten

Toen de Japanners gedwongen door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zich overgaven, verbeterden de leefomstandigheden in kamp Kampili (Celebes) bijna direct. Het was het laatste van vier kampen waar Sanatan de Jongh Swemer verbleef. De ex-gevangenen konden weer gezond en genoeg eten krijgen omdat ze zaken mochten doen met de kampongbewoners die lange tijd voor hen onbereikbaar waren. Er werden in het ziekenhuis bedden vrijgemaakt om patiënten met dysenterie en beriberi te behandelen en het was gedaan met de onderdrukking door de Japanners. Niemand hoefde meer uren in de brandende zon op appèl te staan. Sanatan herinnert zich hoe hij met zijn moeder en broertje het kamp mocht verruilen voor een huis. Ze hadden er een kamer voor zichzelf. Het lijkt geen luxe, maar na jaren in slaapzalen en overvolle loodsen van bamboe zonder privacy te hebben geleefd, voelde het wel zo.

Terwijl de opluchting onder de bevrijde Nederlanders groot was, drongen ook de eerste signalen door dat er opnieuw gevaar dreigde. Britse officieren die Kampili bezochten, vertelden dat Soekarno de onafhankelijkheid had uitgeroepen. Vooral jonge onafhankelijkheidsstrijders, de Pemuda’s, wilden de Nederlanders zo snel mogelijk het land uit werken en gebruikten daarbij extreem geweld. Niemand ontkwam aan de blinde woede van de separatisten.

„Mensen van ons zaten buiten op het platje en werden er zo vanaf geschoten”, vertelt Sanatan. Zijn familie was relatief veilig omdat de onlusten op Java veel heftiger waren dan op Madoera, waar het gezin De Jongh Swemer woonde. Vader maakte deel uit van het veiligheidsapparaat en kon daardoor zijn naasten extra bescherming bieden.

„Als mijn moeder boodschappen deed, ging er een soldaat met een machinegeweer mee”, legt Sanatan uit. De lijfwacht bewees zijn nut toen hij met de zoon van zijn baas en diens vrouw in een hinderlaag reed. Pas nadat de militair zijn wapen op de jungle had leeggeschoten, konden moeder en zoon ontsnappen. Thuis stonden er gewapende wachten voor de deur. „Het was gewoon nog oorlog”, concludeert De Jong Swemer.

Bizar

Het bizarre was alleen dat de vijand van gisteren vandaag de vriend werd die de Nederlanders beschermde. Omdat van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) weinig meer over was dan geknakte oud-strijders en Nederland niet snel troepen kon sturen, mochten de Japanners de wapens die ze 15 augustus hadden ingeleverd, weer oppakken. Piet Alderlieste zag het gebeuren en snapte er als jongen van dertien maar weinig van.

Helemaal niet in de decembernacht van 1945 voordat hij met zijn moeder, broer en zus inscheepte op de MS Oranje voor hun repatriëring. Ze brachten hun laatste nacht in de tropen door in een schoolgebouw in Semarang. Met prikkeldraad en zandzakken was het veranderd in een vesting. Op alle hoeken stonden Japanners met mitrailleurs die in het duister het vuur openden op Indonesiërs om hun aanval af te slaan. Hoofdschuddend: „Ik heb er in al mijn onnozelheid naar staan kijken.”

Piet, zijn moeder, broer en zus en het gezin De Jongh Swemer kwamen zonder kleerscheuren door de periode die nu bekendstaat als de Bersiap. De mannen kennen verhalen genoeg over Nederlanders die niet zo gelukkig waren. De schattingen lopen uiteen, maar er zijn in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog vermoedelijk vijfduizend Nederlandse en Indisch-Nederlandse burgers omgekomen. Vaak op gruwelijke wijze. Ze werden in stukken gehakt, verbrand in hun huizen of doodgestoken met bamboesperen. Militairen werden met hun afgesneden geslachtsdeel in de mond ondersteboven opgehangen als afschrikwekkend voorbeeld. Of opgesloten in een bamboe varkenskooi in het water gegooid.

Dat in Nederland nu die kant van de geschiedenis weinig aandacht krijgt terwijl er wel een groot overheidsonderzoek loopt naar wandaden van Nederlandse militairen die probeerden tijdens de politionele acties Indië weer onder controle te krijgen, steekt de kampkinderen. Tegelijkertijd zijn zij de eersten om te erkennen dat er aan Nederlandse kant dingen zijn gebeurd die niet konden. „Nederland had Indonesië moeten laten gaan. De jongens die tijdens de politionele acties omkwamen, stierven voor niks”, is Alderliestes harde oordeel.

Ergernis

Sanatan de Jongh Swemer verzacht zijn ergernis over het scheve beeld, door te analyseren dat het niet het gevolg is van kwade opzet. „De voorlichting over de oorlog in Nederlands-Indië is slechter, dat er pas in 1988 een Indisch monument kwam, is natuurlijk heel vreemd”, zegt hij. „Dat komt vooral door onwetendheid. Mensen dachten echt dat we daar lekker in het zonnetje hadden gezeten, wachtend totdat de klappers naar beneden vielen”, vertelt De Jongh Swemer. „In Nederland is behoorlijk goed bijgehouden wat er in de oorlogsjaren gebeurde. In Indië gebeurde dat veel minder. Dat maakt het veel moeilijker om het verhaal door te vertellen en je er iets bij voor te stellen.”

Lees verder…
’Zelfs geschiedschrijving Indië wordt nu gekaapt’
10897421683?profile=original

OPINIE Hans Moll, voorzitter FIN

Deze zaterdag 15 augustus, herdenken we de capitulatie van Japan en het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ten gevolge van de Japanse bezetting lieten ongeveer 25.000 Nederlanders het leven. Krijgs- en burgergevangenen en buitenkampers (hoofdzakelijk vrouwen en kinderen) hieven van Birma tot Batavia het Wilhelmus aan.

Twee dagen na de capitulatie riepen Soekarno en Hatta, onder druk van militante, nationalistische Indonesische jongeren, de Republiek Indonesië uit. Het zou het startschot vormen voor wat later de Bersiap-periode is gaan heten. Bersiap, dat Maleis is voor Wees paraat! of Geef acht!, was een uiterst gewelddadige episode, die tussen ongeveer oktober 1945 en medio 1946 op z’n hoogtepunt was.

Dood en verderf

Gedurende de Bersiap zaaiden Indonesische strijdgroepen en criminele bendes dood en verderf in Nederlands-Indië. Vele duizenden (Indische) Nederlanders zijn tijdens deze periode door Indonesiërs ontvoerd, gemarteld, verkracht en vaak in stukken gehakt, getjintjangd.

De slachtoffers vielen vooral onder vrouwen en kinderen, soms zelfs baby’s. Zij vormden een makkelijke prooi, omdat hun mannen in concentratiekampen zaten, nu beschermd door hun eertijdse Japanse cipiers.

Genocide

Onduidelijk is nog steeds hoeveel Indische-Nederlanders precies zijn vermoord in deze periode. De ondergrens is 5000 oplopend tot 30.000 doden en 15.000 vermisten. Niet voor niets noemen internationaal toonaangevende historici als William Frederick en Robert Cribb deze etnische zuiveringen een genocide.

Om een idee te geven: extrapoleren we het aantal slachtoffers naar het naoorlogse Nederland van tien miljoen inwoners dan zouden hier te lande honderdduizenden slachtoffers zijn gevallen. Dan hebben we het niet eens gehad over de vermoorde Chinezen, Molukkers en andere etnische minderheden. Het is tot op heden onduidelijk hoeveel dat er zijn geweest. Dat het een ramp was van ongekende omvang is zeker.

Toch weten veel Nederlanders niets over deze periode en helaas neemt die kennis ook af onder jonge Indische Nederlanders. In het toch al vijandige klimaat rond ons koloniale verleden wordt de aandacht telkens gericht op vermeende Nederlandse oorlogsmisdaden, terwijl de Indonesische misdaden tijdens de Bersiap in voetnoten worden weggemoffeld. Velen weten niet dat de Bersiap een belangrijke overweging was voor de Nederlandse regering om garanties te vragen aan de Indonesiërs op orde en rust. Dekolonisatie was altijd het uitgangspunt van de Nederlandse regering na 1945. Den Haag streefde naar een geleidelijk en ordelijk bestuurlijk en militair vertrek uit Indonesië. Dat na het mislukken van de talloze onderhandelingspogingen uiteindelijk de Nederlandse krijgsmacht is ingezet, wordt nu ten onrechte afgedaan als een verwerpelijke poging tot rekolonisatie van Nederlands-Indië.

Geschiedschrijving

Zo zijn Indische Nederlanders, na eerst slachtoffer te zijn geworden van de Japanners en later van de Indonesische strijdgroepen, nu slachtoffer van de heersende anti-kolonialistische geschiedschrijving. Zij worden afgedaan als racistische uitbuiters en koloniale onderdrukkers die hun verdiende loon kregen.

Op deze dag, 15 augustus, tonen wij in ieder geval ons respect voor het lijden van onze ouders en grootouders in Indië. Opdat wij de slachtoffers van de Japanners en de Indonesische strijdgroepen nooit vergeten.

Hans Moll is voorzitter van de Federatie Indische Nederlanders (FIN)

In de aanloop naar de Indië-herdenking, deze zaterdag, gaan stemmen op om deze jaarlijkse plechtigheid te moderniseren. Het is tijd om ook Indonesiërs te herdenken, klinkt het. Voor veel Indische Nedelanders is dat een klap in het gezicht. Zo ook van voorman Hans Moll.

REACTIE ICM redactie (Indische Internetkrant sinds 1999.

Geschiedschrijving of verdere geschiedvervalsing. Vanuit welk perspectief de zaak wordt belicht? Als twintig jaar ICM editor bespeur ik nog steeds de geschiedschrijving van de voorgangers, met hier en daar wat nuances aangebracht.  Ik prijs mij als eigenaar van de ICM Internetkrant om geen rechter te spelen om vooraf al met oordelen te komen, en vooraf al voor een zaak te zijn.  Te veel praktijkvoorbeelden van het NIOD zijn mij gepasseerd, goed betaald door die Overheid om alle feiten weg te moffelen of er een andere kleur aan te geven.

WIE BETAALD, BEPAALD HOE HET ONDERZOEK, EN HET RAPPORT ERUIT KOMT TE ZIEN, TOCH?  Dat zij ooit Reinder van Zutphen van de Ombudsman.

Dit alles om de misdaden tegen de Indonesische burgers onder het tapijt te vegen. Oorlogsmisdaden met duidelijk GENOCIDE, zoals de Amerikaanse - en Indonesische historici dit aanduiden. Mr. Spong zich uitliet wanneer gaat NEDERLAND naar het tribunaal, die zo goed andere landen naar tribunaal weten te wijzen.

In het stuk van de FIN betreur ik dat des Indische geschiedenis na 1946 net als de voorgangers in de Indische kluis wordt weggezet, en de cijfercode van de kluis wordt vernietigd. Als goed onderzoek heeft gedaan, heeft 1 van de Nederlandse historici, dit ook vermeld. Niets over de burgers is in die periode bekend. Alleen het economisch aspect is tot 1956 in beeld gebracht. Verbazend wekkend is als ICM krant informatie wil, deze informatie nergens in de Nederlandse archieven is te vinden, en alle WOB's worden met zwarte beklad, terwijl bij de republiek Indonesië zo als voorhanden is. Hier ICM heel tevreden mee, nu altijd daar terecht kan.  Dus de kans is groot dat de NIOD - onderzoeken naar oorlogsmisdaden in de republiek, al achterhaald via bronnen die ICM ontvangt, zijn forse besparing, van 4 miljoen onderzoeken dat aan NIOD wordt betaald, en uiteindelijk door belastingbetaler.

FIN,

Dit  melden de Amerikaanse - en Indonesische historici ICM Krant,

De volgende perioden (officieel drie 1941-1945, 1945-1946, en 1947 -1966

Gekend met vele incidenten; 1941-1945, 1946, 1947, 1948, 1952-1956, 1959-1966.

Dit is pas geschiedenis, uit verschillende bronnen en landen.

 FIN praat, schrijf  alleen tot 1947, hier door worden alle misdaden van Nederlandse Overheid tegen de burgers onder het tapijt geveegd : De Indonesiër, Nederlander, Nederlandse Indische en de Molukkers.

Op een rij hier;

 - Alle misdaden / genocide die hierna hebben plaatsgevonden ontbreken.

 - 1947  / 1948 inval van 100.000 militairen.  Kabinet Drees, Tweede Kamer en het Volk waren voor militaire ingrijpen. Minister President Drees was tegen, en nam ontslag, die koos een Franse oplossing, zorgen voor je burgers in de Oost. Is daarom ondenkbaar dat een Mark Rutten of Alexander net als Beiroet Marcon wordt omhelsd door Libanese Vrouw.

- De agressor Nederland heeft ook ervoor gezorgd dat door deze onmenselijke daad de bersiap werd verlengd tot 1966. Om haar zorgplicht voor haar Nederlandse Indische Burgers te verzaken, en hun leven in gevaar te brengen.

   

IS MAAR 1 DIE DIT HEEFT VOORZIEN WILLEM DREES.       HAD HET KABINET,  DE KAMER, EN HET VOLK MAAR NAAR DREES GELUISTERD.  DAN WAS ER GEEN GENOCIDE. DIT IS TOCH ALS ER 50,000  ONSCHULDIGE INDONESISCHE BURGERS WORDEN VERMOORD. Onderzoek zal leren dan het om meer dan 50,000 gaat.

1952 - 1956   Soekarno via noodwet ( onderdeel van traktaat van Wassenaar) , waar dus 4,5 miljard + 0.7 miljard aan Nederland is betaald om haar 341.000 Nederlandse Indische burgers te compenseren.  Nederland heeft na 75 jaar deze schuld van 4,5 miljard + 0,7 miljard nog steeds niet uit betaald, slecht een deel 39 miljoen gulden.

Als ICM een advies mag geven aan de Overheid.

Stop met de verdere oorlogsmisdaden in Indonesië.  Nederland erken je misdaden als agressor periode 1947 en 1948. Bied je excuses aan diee burgers die toen die samenleving vormden; De Indonesiërs, Nederlanders, Indische Nederlanders, en de Molukkers. Geef hun geld terug 4,5 miljard + 0,7 miljard dat Soekarno betaalde aan NEDERLAND dat aan hen diende toe te komen.  Herschrijf de geschiedenis met hulp de Amerikaanse + Indonesische historici zodat deze in onze algemene geschiedenis kan worden opgenomen.

Nog advies doe bersiapherdedenking,   voor de kinderen van de ouders die de oorlog hebben meegemaakt. Periode 1947 - 1966 hebben deze bersiapkinderen een beroerde tijd meegemaakt. In Holland aangekomen hadden deze bersiapkinderen een goede jeugd, immers zij moesten voor hun ouders zorgen steunen.  

Er bestaat nu de Stichting Bersiap Compensatie van Peggy Lesquillier.

 

 

Lees verder…

Masa Bersiap Pasca-Merdeka: Masa Ngeri Tak Ada Sedapnya

Masa Bersiap Pasca-Merdeka: Masa Ngeri Tak Ada Sedapnya

BERSIAP - Post-onafhankelijkheid tijdperk: de horror van Niemand

 Verslaggever: De Petrik Matanasi    Auteur: Petrik Matanasi  Redacteur: Fahri Salam10897431256?profile=original

Usai kemerdekaan, aksi kriminal & kekerasan dengan sasaran orang Belanda dan Indo-Belanda terjadi nyaris di seluruh Pulau Jawa & Sumatera.
Na onafhankelijkheid vinden er bijna overal op Java & Sumatra criminele actie & geweld plaats met gericht tegen de  Nederlanders en Indo-Nederlanders.

tirto.id - Masa-masa setelah 17 Agustus 1945, di mata orang Indonesia, dianggap masa perjuangan. Setelah 3,5 tahun pendudukan Jepang yang kejam, dan ratusan tahun kolonialisme Belanda, banyak orang Indonesia merasa merdeka. 

Semangat kemerdekaan itu, di kalangan sebagian orang Indonesia, dicampuri nafsu balas dendam kepada segala hal berbau Belanda. Orang-orang ini tidak menyukai orang-orang yang dekat dengan Belanda. Mereka yang bekerja untuk orang Belanda, terutama orang Belanda yang bekerja untuk NICA, dijuluki sebagai Andjing NICA.

Kalau badan lagi apes dan kita dicurigai sebagai “andjing NiCA" (mata-mata Belanda), nasib kita akan jelek sekali. Sudah bagus kalau cuman dihajar dan digebukin saja," tulis Kwee Thiam Tjing dalam Indonesia Raya (15-17 Agustus 1972), seperti dimuat dalam Menjadi Tjamboek Berdoeri: Memoar Kwee Thiam Tjing (2010). 

“Masa itu dikenal sebagai masa perjuangan: Bersiap. Belanda menamakannya: Bersiap-Periode," tulis Rosihan Anwar dalam Napak Tilas ke Belanda: 60 Tahun Perjalanan Wartawan KMB 1949 (2010).

tirto.id-Times na 17 augustus 1945, in de ogen van indonesiërs, beschouwd als een periode van strijd. Na 3,5 jaar de wrede Japanse bezetting en de honderden jaren Nederlands kolonialisme voelden veel Indonesiërs zich onafhankelijk. 

De geest van onafhankelijkheid, onder sommige Indonesiërs, is vermengd met lust voor alle dingen die Nederlands rook. Deze mensen houden niet van mensen die dicht bij Nederland staan. Degenen die voor de Nederlanders werkten, vooral Nederlanders die voor de NICA werkten, werden de Andjing NICA genoemd. Andijng = hond

Als het lichaam weer apen is en we worden ervan verdacht "andjing NiCA" (Nederlandse spion) te zijn, zal ons lot lelijk zijn. Het is goed geweest als de Cuman werd geslagen en Digebukin alleen,  "schreef Kwee Thiam Tjing in Indonesië Raya (15-17 augustus 1972), zoals het werd gepubliceerd in steeds Tjamboek bidden: Memoires van Kwee Thiam Tjing (2010). 

"Die dag staat bekend als een tijd van strijd: Bereid je voor. De Nederlanders noemden het: Prepare-period,  "schreef Rosihan Anwar in Napak Tilas naar Nederland: 60 jaar reisjournalist KMB 1949 (2010).

Kata bersiap kerap diserukan jika malam menjelang. Massa rakyat bersenjata bambu runcing, golok, satu-dua senjata api seperti pistol, bersiap menantikan kedatangan serdadu-serdadu sekutu atau NICA-Belanda. Bentrokan biasa terjadi dan korban berjatuhan di kedua belah pihak, biasanya kebanyakan dari kubu Indonesia.

“Masa Bersiap ditandai maraknya tindakan kriminal dan kekerasan dengan sasaran orang Belanda dan Indo-Belanda. Keadaan ini terjadi hampir di seluruh Pulau Jawa dan Sumatera," tulis Tri Wahyuning M. Irsyam dalam Berkembang dalam Bayang-Bayang Jakarta: Sejarah Depok 1950-1990-an (2017). 

Di Depok terjadi hal semacam itu, yang memuncak pada 11 Oktober 1945, bersamaan serangan Tentara Keamanan Rakyat terhadap Belanda. Peristiwa itu dikenal sebagai Gedoran, tulis Tri Wahyuning.

Sejak 7 Oktober, pemuda-pemuda Indonesia menghalangi pedagang Indonesia yang hendak menjual barang kebutuhan pokok kepada orang Belanda. Di hari itu, rumah Asisten Wedana Depok juga dirampok. Dua hari kemudian, lima rumah kena rampok. Para perampok itu tak hanya membawa senjata tajam, tapi juga bendera Merah-Putih. 

Semula tidak ada korban jiwa. Pada 10 Oktober, giliran para gelandangan menyerbu gudang pangan di Depok. Pada 13 Oktober, gerombolan orang menyerbu, dan sepuluh warga terbunuh. Orang-orang Eropa dan orang Indo, juga orang pribumi yang beragama Kristen, dikumpulkan di belakang Stasiun Depok. Mereka ditawan dan dibawa ke Bogor. "Semua pria, wanita, dan anak-anak itu hampir seluruhnya ditelanjangi," tulis Tri Wahyuning.

Het woord voor te bereiden wordt vaak gezegd als de nacht nadert. De massa's scherpe bamboe bewapende volkeren, machetes, een-twee vuurwapens zoals pistolen, op zoek naar de komst van geallieerde soldaten of NICA-Nederland. De gebruikelijke botsingen kwamen voor en slachtoffers vielen aan beide kanten,  meestal uit Indonesische bolwerken.
LEES OOK: Afwijzing van de Republiek als gevolg van Kangen Normale leeftijd 

"De voorbereidingsperiode markeerde de opkomst van criminele en gewelddadige handelingen  gericht op  de doelen van Nederlanders en Indo-Nederlanders. Deze situatie doet zich bijna overal op het eiland Java en Sumatra voor, "schreef Tri Wahyuning M. Irsyam in de zich ontwikkelende Shadow of Jakarta: History of Depok 1950-1990-an (2017). 

In Depok was er een moment, met als hoogtepunt op 11 oktober 1945, samen  de aanval van het Volksveiligheidsleger op Nederland. Het evenement stond bekend als Gedoran, schrijft Tri Wahyuning.

Sinds 7 oktober hebben Indonesische jongeren  doen voorkomen dat Indonesische handelaren basisbehoeften aan Nederlanders verkochten. Op die dag werd ook het huis van assistent Wedana Depok overvallen. Twee dagen later werden vijf huizen geraakt. De rovers droegen niet alleen scherpe wapens, maar ook de vlag van Rood-wit. 

Er vielen geen gewonden. Op 10 oktober werd de Vagebond het voedselmagazijn in Depok binnen gevallen. Op 13 oktober viel de menigte binnen en werden tien mensen gedood. De Europeanen en de Indo, evenals de inheemse bevolking van het christendom, werden verzameld achter Depok station. Ze werden gevangen gezet en naar Bogor gebracht. "Alle mannen, vrouwen en kinderen waren bijna volledig ontdaan van," schreef Tri Wahyuning.

“Ada saja pejuang yang bangga telah memenggal sekian banyak leher 'kaki tangan NICA', dan ia jadi disegani. Namun, teror adalah teknik, akarnya adalah perjuangan kebebasan dan keadilan," catat Bakri Tianlean dalam Bisikan Nurani Seorang Jenderal (1997). Kaki tangan itu tak mesti serdadu NICA, tapi juga yang dituduh mata-mata sipil atau siapa pun yang bekerja sama dengan Belanda. 

“[Para korban] yang mati tak hanya ada di antara orang-orang Belanda yang baru dibebaskan dari kamp—sekitar tiga ribu lima ratus lebih jiwa—melainkan juga orang-orang Ambon, Cina kaya, dan yang disebut Indo," tulis Mischa de Vreede dalam Selamat Merdeka: Kemerdekaan yang Direstui (2013).

Pembunuhan terhadap orang-orang pro-Belanda atau yang dianggap pro-Belanda itu, menurut Gert Oostindie dalam Serdadu Belanda di Indonesia 1945-1950 (2016), “disertai penyiksaan keji dan pemerkosaan. Perkiraan jumlah orang Eropa yang dibunuh berkisar antara 3.500 sampai 20.000 orang." 

Masa Bersiap serta jumlah korbannya memperlihatkan kekacauan sosial dan administrasi, ujar Gert Oostindie. 

Tak hanya orang dari etnis Ambon yang jadi sasaran. Orang-orang Minahasa atau Manado juga jadi target. 

Orang-orang dari dua etnis ini dinilai bekerja sama dengan pemerintah dan militer Belanda di masa sebelum Jepang menduduki Indonesia. Kebetulan agama mereka sama dengan orang-orang Belanda pada umumnya. Kebetulan orang-orang dari dua etnis ini diistimewakan oleh politik kolonial Belanda. 

Nyatanya, banyak juga orang Jawa yang menjadi pegawai dan tentara kolonial. 

 

LEES OOK: lot van inheemse Depok

"Er is alleen een krijger die trots is te hebben afgesneden veel van de nek tenen, en hij is zo gerespecteerd  ??????????????. Echter, terreur is een techniek, de wortel is een strijd van vrijheid en rechtvaardigheid, "merkte Bakri Tianlean in de ingevingen van een generaal (1997). De benen waren niet noodzakelijkerwijs de NICA soldaten, maar ook beschuldigd van civiele spionnen of iemand in samenwerking met de Nederlanders. 

"[De slachtoffers] die stierven behoorden niet alleen tot de Nederlanders die net uit het kamp werden bevrijd - zo'n drieduizend vijfhonderd meer zielen - maar ook de mensen van Ambon, een rijke Chinees, en de zogenaamde Indo," schreef Mischa de Vreede in Selamat Merdeka: The Independence of the Direstui (2013).

De moord op pro-Nederlandse of vermeende pro-Nederlandse mensen, volgens Gert Oostindie in Nederlandse militairen in Indonesië 1945-1950 (2016), "vergezeld van gruwelijke martelingen en verkrachtingen. Het geschatte aantal gedode Europeanen varieerde van 3.500 tot 20.000 mensen.  " 

De voorbereidingsperiode en het aantal slachtoffers toonden sociale en bestuurlijke onrust, aldus Gert Oostindie. 
LEES OOK: Leren om vrede te sluiten met de geschiedenis van het donker 

Niet alleen de etnische Ambon die het doelwit was. De Minahasa of Manado mensen waren ook het doelwit. 

De mensen met twee etniciteiten werden beoordeeld in samenwerking met de Nederlandse regering en het leger in de dagen voordat de Japanners Indonesië bezetten. Overigens is hun religie hetzelfde als het Nederlandse volk in het algemeen. Overigens waren de mensen van deze twee etniciteiten bevoorrecht door de Nederlandse koloniale politiek. 

In feite werden veel Javaanse mensen officieren en koloniale soldaten.


 

 

Teror Dibalas Teror

Aksi kriminal ala pengacau era 'Masa Bersiap' itu memperbesar musuh Republik. Pihak yang dianggap pro-Belanda yang jadi korban biasanya enggan tinggal diam bila ada dari mereka yang jadi korban pemuda Indonesia yang membabi buta mencelakai mereka. Mereka akhirnya bersikap brutal kepada orang-orang Indonesia pro-Republik yang mereka temui. 

Abdul Haris Nasution dalam Memenuhi Panggilan Tugas (1990), melihat bahwa “Masa Bersiap itu menimbulkan kekejaman-kekejaman oleh pihak sana, seperti dialami oleh pemuda-pemuda kita sehari-hari di Jakarta, antara lain yang terkenal adalah Batalyon X di Senen, Djakarta."

Menurut Arsip Kabinet Perdana Menteri RI Yogyakarta No: 129 (Seri Laporan Djawatan Kepolisian Negara 21 tertanggal Februari 1950): Beberapa orang Ambon yang kerap mangkal di Senen, di antaranya bernama Wimpie, Albert, Mingus Gerardus, dan Polang, pernah menyuruh orang Republik yang mereka temui untuk menelan lencana Merah-Putih yang dikenakan.

 
 

Masa itu juga tak hanya pemuda biasa di jalanan yang menjadi korban. Perdana Menteri Sjahrir menjadi sasaran percobaan pembunuhan, tulis Nasution.

“Desember 1945, dua kali terjadi usaha pembunuhan terhadap PM Sjahrir oleh kelompok-kelompok yang terdiri atas orang-orang Indo, Ambon dan Manado, dan di antaranya adalah anggota militer Belanda. Juga terhadap Ketua KNI Jakarta, Mr. Moh. Roem, yang menjadi target tembakan oknum-oknum NICA," aku Nasution. 

Jika tujuan teror itu hendak menakuti orang-orang Belanda agar tak macam-macam dengan orang-orang Republik maupun pemerintah Republik Sukarno-Hatta, hal itu menjadi tidak berguna.

Mantan pejuang dan tentara yang pernah menjadi jenderal bernama RHA Saleh, dalam Mari Bung Rebut Kembali (2000), menyebut ada satu batalion infanteri KNIL yang memotivasi para anggotanya untuk menyalurkan balas dendam terkait Masa Bersiap. Itulah Batalyon Andjing NICA—sebuah Batalyon Infanteri V KNIL bersimbol anjing berwarna merah menyalak. 

 

Cerita lain: Bahaya terhadap orang-orang Tionghoa dalam Masa Bersiap juga membuat mereka rela dipersenjatai oleh Belanda menghadapi Republik. 

“Sekutu dan NICA membentuk Poh An Tui (ada yang menulisnya Pao An Tui), yang artinya: Pasukan Keamanan Lingkungan Cina," tulis Abdul Baqir Zein dalam Etnis Cina Dalam Potret Pembauran di Indonesia (2000). 

Pasukan itu terbentuk untuk menjaga keamanan daerah Pecinan dari kelompok-kelompok yang mereka sebut sebagai "kaum perampok dan ekstremis."

Baca juga artikel terkait SEJARAH INDONESIA atau tulisan menarik lainnya Petrik Matanasi  
(tirto.id - pet/fhr)

Reporter: Petrik Matanasi 
Penulis: Petrik Matanasi
Editor: Fahri Salam

Terreur in vergelding

De criminele actie van het ' tijd voorbereiden' tijdperk, dat de vijand van de Republiek vergroot. Diegenen die als pro-Nederlanders worden beschouwd en het slachtoffer worden, zijn meestal terughoudend om te zwijgen als er mensen zijn die het slachtoffer zijn van Indonesische jongeren die hen blindelings schaden. Ze eindigden brutaal tegen de pro-Republikeinse Indonesiërs die ze ontmoetten. 

Abdul Haris Nasution in het vervullen van de Call of Duty (1990), zag dat "de voorbereidingsperiode wreedheid veroorzaakt door de partijen, zoals ervaren door onze dagelijkse jeugd in Jakarta, onder andere die beroemd zijn is de X Bataljon in Senen, Djakarta.

Volgens het kabinet archieven van de premier van Indonesië Nr: 129 (The National Police Department verslag serie 21, gedateerd februari 1950): Verschillende Ambon mensen die vaak in Senen, onder hen genaamd Wimpie, Albert, Mingus Gerardus, en Polang, ooit vertelde de Republikeinen die ze tegenkwamen om de rood-witte badge opgelegd slikken.
LEES OOK: Chinezen tegen Nederland, het vergeten historische breken

Het waren ook niet alleen gewone jongeren op straat die het slachtoffer werden. Premier Sjahrir werd het slachtoffer van moordpogingen, schrijft Nasution.

"December 1945, twee pogingen tot moord op premier Sjahrir door groepen bestaande uit Indo, Ambon en Manado mensen, en onder hen waren leden van het Nederlandse leger. Ook tegen de voorzitter van KNI Jakarta, de heer Moh. Roem, dat was het doelwit van oknum oknum van de NICA's,  "Aku Nasution. 

Als het doel van de terreur was om de bevolking van Nederland bang te maken om niet bij de bevolking van de Republiek en de regering van de Republiek Soekarno-Hatta te zijn, werd het nutteloos.

Voormalig krijger en soldaat die was een generaal genaamd RHA Saleh, in Mari dude Rebut terugkeer (2000), riep een KNIL infanterie bataljon dat zijn leden gemotiveerd om wraak te kanaliseren tegen de voorbereidingsperiode. Dat is het Andjing bataljon NICA – een KNIL V infanteriebataljon met een rode hond blaffen. 
LEES OOK: Geschiedenis van het Bataljon Andjing NICA

Een ander verhaal: Het gevaar van de Chinezen in de voorbereidingsperiode maakte hen ook vrijwillig gewapend met de Nederlanders tegen de Republiek. 

"De geallieerden en de NICA vormen de Poh An Tui (sommigen hebben Pao An Tui geschreven), wat betekent: China's milieuveiligheidstroepen, " schreef Abdul Baqir Zein in etnische Chinezen in een Indonesisch portret (2000). 

De troepen werden gevormd om de veiligheid van Chinatown te beschermen tegen de groepen die zij "rovers en extremisten" noemden.

Lees ook de artikelen met betrekking tot indonesische geschiedenis of andere interessante schrijven Petrik Matanasi  
(tirto.id-PET/FHR)

Verslaggever: De Petrik Matanasi 
Auteur: Petrik Matanasi
Redacteur: Fahri Salam

 
 

Lees verder…

10897430665?profile=original10897428691?profile=originalKlaas Dijkhoff geeft reactie op de open brief met betrekking tot Indische Zaken.

1 van de weinige fractievoorzitters die serieus reageert op vragen van ICM. Wel wijst hij de juiste collega’s aan in zijn fractie om de vragen te beantwoorden. Al eerder van een hele andere orde “ Masterplan Visie Co2 toekomstbestendig” werd tot op detail gereageerd, en dit leidde via PvdA Ronald Plassterk dat biomassa is verbannen, en subsidie gelijk wordt gestopt.

Ik hoop als editor van ICM en emeritus management consultant serieus te worden genomen. Mijn devies is  in mijn hele leven geweest om problemen constructief op te lossen. Twee zaken die ik voorlegde van een hele andere orde, en klimaat is een onderwerp waar voldoende kennis beschikbaar is.

 Anders wordt  over “dekoloniseren”, “soevereiniteit “, en nationalisatie - proces over het voormalige Indië, nu republiek Indonesië hebben. Waar tot heden dit vraagstuk nooit is opgelost na 75 jaar. Gaat om Nederlanders in het voormalige Indië en later de republiek Indonesië.

 Heel wat wildgroei komt er dan op eens om de hoek. Journalisten, omroepen, en historici. Een ieder met zijn eigen beleving. Maar nu komt het! Kabinet, Politiek, media, omroepen…. Noem ze maar op hadden van Kabinet de opdracht om te zwijgen over wat er werkelijk is gebeurd  vast te leggen, in de  geschiedenis noem ze maar op, is het erkennen dat die film echt heeft bestaan. Ergo, de genoemden zijn nooit op de locatie  geweest waar die vreselijke onmenselijke oorlogsmisdaden hebben plaatsgevonden. Alles van horen zeggen, en voegt daarbij de eigen mening.

Verbazend wekkend te moeten constateren dat er ook geen enkele historici de werkelijke feiten heeft vastgelegd over de periode voor WAR-II, 1941-1945, 1946, 1947/1948, 1959 en 1962. Dit heb ik als ICM EDITOR 20 jaar moeten constateren. Als ICM editor ben ik op Bali geboren, en  in 1962 in Nederland aangekomen, omdat wij  door president Soekarno het land zijn uitgezet.  Hier het levend bewijs dat op locatie was!

NIOD betaald door WVS heeft een aantal onderzoeken gedaan, met 1 oog opslag constateerde dat wie betaald die bepaald de uitkomst van Rapport, dus VWS.  Dat journaliste Grisselde Molemans stuitte op zaken die 1,8 miljoen kostende rapport onder het tapijt heeft geveegd. De Indisch Goud Voorraden om maar te noemen, die een begroting van een regering moeten dekken. Voor de inval van de Jappen werd weggesluisd naar Australië. Vervolgens naar New York. Ergens in 2017, meldt DNB-bank dat Goud naar Amsterdam wordt gebracht om veiligheidsredenen. Dit is maar een voorbeeld. Je  hoort het Kabinet, Kamer, Media, Omroepen, en historici niet.  Is nog al wat een goudvoorraad die een begroting dekt. Ook de Kamer zwijgt. Als onderzoeker en zelf respecterende media / journalist kan ik zo wel tien vragen bedenken;  van is deze voorraad al op de huidige begroting bijgeschreven, nee, het is muis stil.  Moet er niet aandenken dat de subsidie-kraan in eens wordt dichtgedraaid.

De regering heeft alle feiten over de periode 1941 – 1962 onder het tapijt gepleegd. Kabinet, Politiek, Media, Omroepen, en historici hadden maar 1 doel deze afschuwelijke periode van hun voorgangers om deze onder het tapijt te vegen, of een andere kleur aan de feiten toe te kennen. 1947/1948 wordt onder de noemer politionele acties geschaard. Een onrechtmatige inval van 100.000 Nederlandse militairen in opdracht van Kabinet, Kamer, en het hele volk, waar Minister President Drees tegen was. Ruim 50.000 onschuldige Indonesische burgers werden vermoord, dit melden Indonesische bronnen.  Er is maar 1 woord hier op zijn plaats GENOCIDE.

Wat heeft de regering nog meer op zijn geweten? De burgers; De Indonesiërs, de Nederlanders, Indische Nederlanders, en Molukkers immateriële – en materiële schade berokkent. De nabestaanden van de Indonesiërs waren nu op wraak uit op allen met een Europese etniciteit. De bersiap periode werd verlengd tot 1961. In 1959 werden nog eens 3000 vaders vermoord, en alle Indische Nederlandse burgers moesten het land uit. Met achterlatend van al hun bezitting / banktegoeden.

 

Nog een praktijkvoorbeeld dat Regering, Politiek, Omroepen, Media en de historici die verzwegen wordt: “ De noodwet van Soekarno “ die hij richting het Indonesische Volk moest uitvaardigen dat aan Nederland 4,5 miljard moest betaalde. Die betaling vond plaats periode 1952 -1956 aan Ministerie van Financiën in de Den Haag. Wederom zweeg Kabinet, Politiek, Media, Omroepen en Historici. Die bronnen verkreeg ICM van de republiek Indonesië.

Weer een praktijkvoorbeeld. Tussen Drees en Soekarno liepen de onderhandelingen over de souverniteitsoverdracht en nationalisatieproces. Een zaak over de overname van de eigendommen , bezitting en banktegoeden waar de 341.000 Indische Nederlandse Burgers ( Nederlanders, Indische Nederlanders, en Molukkers) . Drees wilde 6 miljard hierop in mindering al betaald aan Min. Financiën, zodat overblijft nog 1,6 miljard. Uiteindelijk kwam tot een akkoord van 0,689 miljard. Deze werd bevestigd met het Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966. Alle 341.000 begunstigden werden hier buiten gehouden (zoals wij die kennen bij faillissementen). Slechts 39 miljoen van de 4,5 miljard + 0,689 miljard is uitgekeerd  aan 4777 die hiervan die voorkennis hadden.

Terugkomend op stuk  https://icmonline.ning.com/profiles/blogs/geachte-heer-klaas-dijkhoff-even-voorstellen  aan Klaas Dijhoff,  met respect probeert via zijn fractie hierop te reageren.

Weer een praktijkvoorbeeld dat gedateerd is.

Reactie van F.Schwab (ICM Editor) op 30 Mei 2020 op 17.46

 

Geachte heer Schwab,

 

Hartelijk dank voor uw schrijven aan dhr. Dijkhoff. Namens de VVD ben ik thans woordvoerder Oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers. Derhalve heeft dhr. Dijkhoff uw mail aan mij doorgestuurd en zal ik deze beantwoorden.

 

Ik ben het met u eens dat het Aziatische strijdtoneel in en om de Tweede Wereldoorlog onze aandacht verdient. Om deze reden hebben we als VVD in het kader van 75 jaar vrijheid expliciet gevraagd om aandacht te schenken aan de gebeurtenissen in voormalig Nederlands-Indië. Hiervoor stonden diverse evenementen in de planning, bijvoorbeeld rond 14/15 augustus. Door de coronacrisis zal de vorm hiervan helaas wel aangepast moeten worden, maar wij blijven het nadrukkelijk volgen. Ook wordt er over dit onderwerp nog regelmatig gesproken in de Tweede Kamer met verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis, debatten waar de VVD altijd bij aanwezig is.

 

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

 

Met vriendelijke groet,

Tobias van Gent
Tweede Kamerlid


VVD-fractie Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 1A | Den Haag | Postbus 20018, 2500 EA
E t.vgent@tweedekamer.nl

 

Het ging om deze zaken die na 75 jaar aandacht verdient:

Mijn vraag is wat gaat U doen nu in dit nieuwe Kabinet met deze Indische vraagstukken met betrekking tot:

1.      Inrichten Tweede kamer Commissie Indische zaken

2.      De vergeten groep (NL Onderdaan) die nu stateloos zijn in de republiek Indonesië, gaat u deze NL onderdanen terughalen, of deze met terugwerkende kracht voorzien van een AOW zoals de oudjes hier. Is uiteraard een prachtig initiatief van Omroep Max, maar is een druppel op een gloeiende plaat om deze toch nog een goede oude dag te gunnen.

3.      Wat gaat U doen met nu geschat de 50.000  Nederlandse Indische Burgers, die nimmer schadeloos zijn gesteld, terwijl hiervoor NL wel 7 miljard ontving van Soekarno.

4.      Wat gaat U doen aan De Indische Verankeringen op de scholen etc.

5.      Wat gaat U doen met Traktaat van Wassenaar

6.      Hoe denkt U de bersiapkinderen   te  compenseren

7.      Het herschrijven van de Indische Geschiedenis, en deze op te nemen in onze algemene geschiedenis

 

Lees verder…

Macron spreekt Beiroet moed in

Macron spreekt Beiroet moed in
 
Is ondenkbaar dat een Mark Rutte wordt omhelst in Jakarta door de Indonesische bevolking.   Weet U  het nog ? Heel  Nederland was voor de invasie 1947 / 1948 waar een deken overheen werd gelegd door politiek, media, en onderzoekers. De zogenaamde politionele acties.  Ruim 50.000 burgers lieten het leven. Genoide!  Wie waren die burgers ook al weer ?  Indonesiers, Nederlanders, Indische Nederlanders en Molukkers.  Had heel Nederland naar Drees geluisterd, dan had Nederland ook een "Libanon".  
Na 75 jaar is nog steeds gedonder over de bersiap, traktaat .....  Indische Gelden waar de Nederlandse Staat nog steeds op zit dat beloopt nu al in 18 miljard, ooit maakte Gerrit Zalm Kabinet en de Tweede Kamer hier op attent, weet U dat nog ?
 
Heel Nederland moet zich die schamen, dat na 75 nog steeds niet is opgelost !

’Ik ben hier om jou te helpen’

door 

BEIROET De schok en de tranen maken plaats voor woede. ’Hang de stroppen op’, is de kreet waarmee de inwoners van het verwoeste Beiroet hun pijlen richten op de politieke elite, die door jaren van wanbeleid het lont in de bom staken.

Tekenend waren de beelden van de Franse president Macron, die gisteren tijdens zijn bezoek door de verwoeste straten van Beiroet liep. Libanese politici hebben zich daar niet vertoond. Het geeft de immense kloof weer tussen volk en bestuur.

Op zoek naar leiderschap klampten de mensen zich aan Macron vast, schreeuwend om een revolutie in het land. Tienduizenden mensen hebben zelfs een petitie ondertekend waarin wordt opgeroepen om van Libanon weer een Franse kolonie te maken.

Macron verzekerde dat de Franse hulp niet in ’corrupte handen’ terecht zal komen en riep op tot hervormingen. Hij bezwoer dat hij geen blanco check zal uitschrijven voor het onder vuur liggende regime. Tegen een Libanees die zijn huis is kwijtgeraakt, zei hij: „ik ben hier niet om de autoriteiten te helpen. Ik ben hier om jou te helpen.”

De vrees voor chaos en geweld is groot als straks de doden zijn begraven en de speurtocht naar de laatste vermisten is afgelopen. Beiroet kolkt van woede. Er zijn geen arrestaties verricht noch verontschuldigingen aangeboden vanwege het feit dat de inwoners van de stad zes jaar lang naast een tikkende tijdbom leefden.

Een konvooi van oud-premier Hariri, exponent van de corrupte elite, werd al met stenen bekogeld. Overal op straat scanderen mensen leuzen: „De bevolking eist het einde van het regime!” En: „President Aoun is een terrorist!” De woede is zo groot dat een populaire tv-presentator op Twitter over de autoriteiten schreef: ’Of ze doden ons, of we doden hen.’

Premier Diab heeft een onderzoekscomité in het leven geroepen, met daarin verschillende ministers en de bazen van de veiligheidsdiensten. Binnen een paar dagen moeten zij met een rapport komen waarin de schuldigen worden aangewezen. Niemand heeft echter vertrouwen in de uitkomst. Organisaties als Amnesty en Human Right Watch dringen aan op een onafhankelijk, internationaal onderzoek. Dat deed Macron gisteren ook. Hij sprak van een ’politieke, morele, economische en financiële crisis’ .

Beiroet moet nu te midden van een economische crisis en een pandemie beginnen aan de wederopbouw. Door de verwoesting van de graansilo’s is er nog maar voor een maand graan op voorraad. Niemand gelooft dat het corrupte bewind in staat is die gigantische problemen op te lossen.

Lees verder…
 Shell  in Nederlands-Indië: de Bataafsche klaagt over ‘duizelingwekkende’ belastingen

Shell kwam de laatste jaren meermalen in opspraak vanwege allerlei belastingontwijkende constructies. Dat gedrag is niet nieuw: Shell probeert al sinds zijn vroege jaren belastingen te vermijden en heffingen te ontlopen of te bestrijden. In deze serie komen een paar affaires uit de vorige eeuw voorbij. Ditmaal: hoe de Bataafsche Petroleum Maatschappij – een dochteronderneming van Shell – in Nederlands-Indië te werk ging en hier in Nederland de Tweede Kamer handig bespeelde.

In Nederlands-Indië ondernam de Koninklijke Shell meerdere pogingen om de belastingafdracht te beperken door schijnconstructies, campagnes, lobby’s en beïnvloeding van het wetgevingsproces. Zo stelde de Bataafsche Petroleum Maatschappij in Nederlands-Indië overeenkomsten op om de heffing voor de extra-winstbelasting fors te verlagen. In 1921 ging het om 10 tot 15 miljoen gulden.

Die extra-winstbelasting was in de zomer van 1921 in Nederlands-Indië ingevoerd, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1920. Ze verving de Oorlogswinstbelasting, en moest de zeer hoge winsten van kapitaalkrachtige en winstgevende nv’s extra belasten. De terugwerkende kracht van de maatregel was noodzakelijk, omdat men in Indië pas nieuwe belastingwetten mocht invoeren nadat de Indische begroting was goedgekeurd. Dat laatste gebeurde meestal pas na afloop van het belastingjaar, mede omdat Nederland die begroting via een parlementaire behandeling moest accorderen. De extra-winstbelasting had vier heffingspercentages: 6, 8, 10 en 12 procent. De heffingsklasse werd hoger naarmate de winst toenam in verhouding tot het kapitaal.

De Bataafsche Petroleum Maatschappij was een werkmaatschappij van Shell en de Koninklijke. De Bataafsche had op haar beurt twee dochters in Indië, de Nederlandsch-Indische Industrie en Handel Maatschappij (NIIHM) en de Dordtsche Petroleummaatschappij (kortweg de Dordtsche). Via de fusie met Shell en door eigen aankopen was de Bataafsche eigenaar geworden van alle aandelen van de NIIHM en de Dordtsche, maar besloot – waarschijnlijk om fiscale redenen – de dochters te laten voortbestaan. De NIIHM ontplooide geen zelfstandige activiteiten, er werd zelfs geen boekhouding gevoerd; er werd alleen elk jaar een pro-forma balans voor de fiscus opgesteld. De Dordtsche voerde nog wel een afzonderlijke administratie.

SHELL EN DE BELASTINGEN

Op 4 juli 2020 dreigde Ben van Beurden, de ceo van Shell, dat het bedrijf uit Nederland zou vertrekken indien de dividendbelasting niet zou worden afgeschaft. Zulke dreigementen zijn Shell niet vreemd. In deze driedelige serie beschrijft Tijn van Beurden (geen familie) eerdere belastingaffaires van de oliereus.

VOLG DEZE SERIE

Volgens de gegevens die Koninklijke zelf verstrekte, had de Bataafsche in 1919 een kapitaal van 300 miljoen gulden met een winst van 59 miljoen, de NIIHM een kapitaal van 20 miljoen met een winst van 39 miljoen, en de Dordtsche een kapitaal van 2 miljoen met een winst van 16 miljoen. De dochters van de Bataafsche kenden dus een zeer hoge winst tegenover een klein kapitaal. Daarom zouden zij – in vergelijking met de Bataafsche, waar die verhouding gunstiger lag – relatief veel extra-winstbelasting moeten betalen.

Pogingen de extra-winstbelasting voor te zijn

Zodra de Bataafsche de extra-winstbelasting zag aankomen, bedacht ze constructies om die grotendeels te ontlopen. Via een akte van 28 december 1920 werd geprobeerd een gedeelte van de NIIHM-winst naar de Bataafsche te verschuiven. De Indische fiscus erkende de constructie niet; de poging mislukte.

De Indische regering vond de overeenkomsten ‘irreëel’ en stelde dat ze gericht waren op een ‘ontoelaatbare belastingverlaging’

Bij de tweede poging, op 10 mei 1922, werden alle eigendommen van de NIIHM en de Dordtsche via een serie overeenkomsten aan de Bataafsche overgedragen, en wel met terugwerkende kracht (tot 1 januari 1921). Daarmee was de verhouding tussen winst en kapitaal voor de Bataafsche ineens veel gunstiger geworden. Dat scheelde volgens de berichtgeving 10 tot 15 miljoen gulden aan extra-winstbelasting.

De Indische regering noemde de overeenkomsten ‘irreëel’ en stelde dat ze gericht waren op een ‘ontoelaatbare belastingverlaging’. Ook de Nederlandse minister van Koloniën, Simon de Graaff, gebruikte de term ‘irreëel’. Hij stelde bovendien dat de Bataafsche haar dochters opzettelijk niet had geliquideerd, om zo in Indië liquidatiebelasting te ontlopen over de gereserveerde winsten en de winst uit de ‘goodwill’ van het bedrijf. De Bataafsche ontliep zo dus twee soorten belastingen geheel of gedeeltelijk: de extra-winstbelasting en de liquidatiebelasting.

Begin 1924 werd bekend dat de Indische fiscus een definitief besluit over de kwestie had genomen. De overeenkomst met de NIIHM, die al lang niet meer actief was, werd voor de berekening van de extra-winstbelasting erkend; die met de Dordtsche niet, omdat die wel actief was. Verdere details ontbreken, zodat niet bekend is hoeveel de belastingheffing uiteindelijk bedroeg. Aangezien het conflict tussen de Indische fiscus en de Bataafsche een bedrag tussen de 10 en 15 miljoen betrof, zal de belastingbesparing (en -heffing) vermoedelijk rond de helft liggen: 5 tot 7,5 miljoen. Die slag had de Bataafsche dus voor een belangrijk deel gewonnen.

Campagne tegen uitvoerrechten

Een tweede conflict handelde over de uitvoerrechten op aardolie in Indië. Op 18 mei 1921 werd een verhoging van kracht: in plaats van 3 gulden per 1000 kg werd die 7,50 gulden, een opslag met 150 procent. De verhoging was onderdeel van een pakket maatregelen die de Indische regering invoerde, aangezien zij grote twijfels had over de opbrengsten van de extra-winstbelasting. Bedrijven mochten voor de extra-winstbelasting namelijk een hoger bedrag aan kapitaal opvoeren dan het gestorte aandelenkapitaal; ook reserves en de afschrijvingen die tot 1 januari 1920 waren vastgelegd, telden mee. Zo daalde hun winst in verhouding tot hun kapitaal, en vielen ze in een lagere heffingsklasse.

De Indische regering had zich tegen die rekenwijze verzet, deels uit bezorgdheid dat zo de belastingopbrengst lager werd, en deels omdat de belastingdienst te weinig gekwalificeerd personeel had om in korte tijd alles te kunnen beoordelen. Maar minister De Graaff besliste anders. De vrees van de Indische regering werd bewaarheid, zoals de constructies van de Bataafsche rond de extra-winstbelasting lieten zien.

In augustus 1921 startte de Koninklijke een grote perscampagne tegen verhoging van de uitvoerrechten op aardolie. Het bedrijf schreef een open brief aan minister De Graaff, die in vrijwel alle kranten werd gepubliceerd. De brief werd voorts naar grote bedrijven in Nederland en Indië gestuurd, aan de leden van de Staten-Generaal, de Raad van State en de ministerraad. Ook de pers in Engeland en Frankrijk werd ingeschakeld. De brief was onder meer ondertekend door Henri Deterding, president-directeur van de Koninklijke, door Hendrikus Colijn, directeur van de Koninklijke, en door Bonne de Jonge, die van 1917-1918 minister van Oorlog was, en later directeur van Koninklijke en in 1931 gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië werd. Met andere woorden: mannen met fikse politieke invloed. Vooral de ondertekening van ‘olieman’ Colijn was opmerkelijk: hij was op dat moment leider van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), die in de regering zat.

In de open brief stelde de Koninklijke dat zij door de exportheffingen niet meer rendabel kon produceren en daarom al een deel van haar bedrijven in Indië had moeten sluiten. Ze eiste afschaffing van de exportheffingen en elke andere vorm van belasting die uitsluitend aardolie belastte; anders was verdere inkrimping onafwendbaar. Het bedrijf zette zodoende hoog in: niet alleen de verhoging van de exportheffing moest van tafel, ook de heffing zelf. Die eisen ontlokte de sociaal-democratische pers het commentaar: ‘De heeren hebben het maar voor het zeggen.’ Men verwees daarbij smalend naar het ‘Het straatje van Vermeer’ van de ‘Koninklijke [..] de nationale weldoenster.’

Die verwijzing sloeg op het beroemde schilderij van Vermeer, dat Deterding medio 1921 aan de Nederlandse staat had geschonken. Hij deed dat ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als directeur bij de Koninklijke. Aan de schenking verbond Deterding twee nogal bizarre voorwaarden, omdat hij zijn zin niet kreeg met betrekking tot de uitvoerrechten. Ten eerste mocht het schilderij niet naar het Mauritshuis gaan; dat stond voor hem kennelijk te dicht bij het Haagse politieke centrum. Zo belandde het in het Rijksmuseum. Ten tweede wilde hij het terughebben als hij een lintje zou krijgen bij zijn jubileum, zo groot was zijn aversie tegen de Nederlandse politiek inzake de uitvoerrechten.

De Koninklijke krijgt steun

De campagne van de Koninklijke werd gesteund door het personeel, dat werkloos dreigde te worden door de bedrijfsinkrimpingen van de Bataafsche in Indië. Via een open brief aan de minister van Koloniën, De Graaff, vroegen zij om intrekking van de heffingen. Toen de Bataafsche tal van orders bij Nederlandse bedrijven begon te annuleren, werd dat in een artikel in het Algemeen Handelsblad vrij voorzichtig getypeerd als ‘een zekere mate van intimidatie’.

Het liberale Tweede Kamerlid Hendrik Coenraad Dresselhuys steunde de Koninklijke. Hij wees de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel op de annuleringen van de Bataafsche bij Nederlandse bedrijven en verzocht hem druk uit te oefenen op minister De Graaff om de gewraakte uitvoerrechten af te schaffen. Ook het hoofdbestuur van de personeelsvereniging van de Bataafsche in Indië protesteerde in september 1921 bij De Graaff tegen de heffingen. Diezelfde maand volgden protesten van grote Nederlandse industriële ondernemingen, waaronder Stokvis, Werkspoor, Stork, Philips en De Vries Robbé & Co. Ze betoogden dat het Nederlandse bedrijfsleven al met een zware crisis kampte en veel fabrieken hun productie hadden beperkt, of tot sluiting waren overgegaan. Het uitblijven van bestellingen van de Koninklijke zou volgens hen nog meer werkloosheid bij een groot deel van de industrie betekenen.

‘Duizelingwekkende’ tarieven

Eind november 1921 voerde Deterding de druk verder op. Hij deed dat tijdens de aandeelhoudersvergadering van de Koninklijke: in zijn redevoering stelde hij dat de olie-industrie in Indië ten dode was opgeschreven als deze plannen werden doorgevoerd. De voorgestelde heffingen op de export van aardolieproducten, in totaal ter waarde van 53,9 miljoen gulden, noemde hij ‘duizelingwekkend’. Hij hekelde voorts de ‘naïeve misvatting’ van de Indische Volksraad dat de winst van de Koninklijke/Shell Groep ‘overwegend’ uit Nederlandsch-Indië kwam.

Was men daar in Indië echt zo onbezonnen, en waar was dat bedrag van 53,9 miljoen op gebaseerd?

Officiële opening van de Volksraad te Batavia door gouverneur-generaal J.P. van Limburg Stirum (midden op het podium), 18 mei 1918 (bron).

De Volksraad had in april 1921 een motie aangenomen om de uitvoerrechten op aardolieproducten te verhogen. Th. Vreede, de indiener ervan, vond dat een heffing van zo’n 20 procent van de nettowinst billijk was. Hij gaf een overzicht waarin de nettowinst per liter van allerlei olieproducten werd berekend. Zo kwam hij uit op een exporttarief van 5 cent per liter voor benzine, 4 cent voor kerosine en 2 cent voor smeerolie. De totale geschatte opbrengst aan uitvoerrechten kwam volgens Vreede dan uit op 53,9 miljoen gulden. De Indische regering legde deze motie naast zich neer, en voerde op 18 mei 1921 lagere heffingen in.

Om een beeld te krijgen van de tariefsverhoging gaan we even na wat die in de praktijk voor benzine betekende. Het per 18 mei ingevoerde tarief was 7,50 gulden per 1000 kg, ofwel 0,75 cent per kg. Per liter was dat 0,54 cent (benzine heeft een soortelijke massa van 0,72 kg/dm3). De Volksraad stond een tarief van 5 cent voor. De doorgevoerde verhoging bedroeg dus ongeveer een tiende van wat de Volksraad wilde. Was dit nu echt een ‘duizelingwekkende’ verhoging, zoals Deterding claimde?

Het was duidelijk dat de Koninklijke/Shell een rookgordijn optrok rond de winsten die ze maakte

Bijkomend probleem was dat niet bekend was hoeveel winst de Koninklijke in Indië maakte. De Koninklijke zelf verstrekte daarover geen gegevens. Op de jaarrekeningen na 1918 werd alleen een verzamelpost opgenomen van alle dividenden van de werkmaatschappijen samen. Deterding beweerde dat het Indische aandeel in de winst van de Koninklijke niet zo groot was. Dat stond echter haaks op een uitlating van Sir Marcus Samuel, een directeur van Shell, die tijdens een redevoering stelde dat de winsten van de Koninklijke/Shell Groep voor 95 procent te danken waren aan haar Indische activiteiten. Nu moet die bewering wellicht met een korrel zout worden genomen, want die werd gedaan in een conflict met de Engelse regering. Hoe dan ook, het was duidelijk dat de Koninklijke/Shell een rookgordijn optrok rond de winsten die ze maakte.

Lees verder…

Monument ter nagedachtenis aan de KNIL.

Monument ter nagedachtenis aan de KNIL. © ANP

Staat hoeft miljardenschuld Indische gemeenschap niet te betalen

Nabestaanden van tienduizenden ex-KNIL-militairen en ambtenaren uit Nederlands-Indië krijgen geen achterstallige salarissen van hun ouders uitbetaald. De Centrale Raad van Beroep bevestigt vandaag een eerdere uitspraak van de rechtbank.


Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) kregen 82.000 voormalige militairen en ambtenaren in de toenmalige Nederlandse kolonie geen salaris. Decennialang vochten ze voor uitbetaling van deze schuld van – omgerekend - 5,7 miljard euro.

Lees ook


Nederland heeft dit altijd geweigerd, omdat deze financiële verplichtingen zouden zijn overgedragen aan Indonesië. Dat blijkt niet te kloppen. Eind 2015 sloot het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) alsnog een overeenkomst met het Indisch Platform als 'morele genoegdoening'. Rechthebbenden die op 15 augustus 2015 nog in leven waren, krijgen een eenmalige uitkering van 25.000 euro. Uiteindelijk gaat het om nog geen 600 personen.

Oneerlijk

Hij is in dienst geweest van Nederland, is gemarteld en heeft geleden. Ik heb het gevoel dat hij niet meetelt

Nabestaanden gingen in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Liszy Jonkers, dochter van een KNIL-militair, vindt de willekeurig gekozen peildatum ‘oneerlijk’ en ‘discriminerend’. Ze wil morele en financiële erkenning voor haar vader. ,,Hij kan er niets aan doen dat hij al in 2004 overleed'', zei ze eerder. ,,Hij is in dienst geweest van Nederland, is gemarteld en heeft geleden. Ik heb het gevoel dat hij niet meetelt.''

Eerder oordeelde de rechtbank dat de voorwaarden van de regeling ‘niet onredelijk’ waren. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat vonnis. ,,Het betreft een regeling die niet gebaseerd is op een wet;;, zegt persrechter J. Zeijen. ,,Het is beleid dat voor sommigen gunstig is, en voor anderen niet.''

Kleine tik op de vingers

De Centrale Raad van Beroep geeft de rechtbank wel een kleine tik op de vingers. Zeijen: ,,Omdat het beleid is, moet de rechtbank terughoudend zijn in de beoordeling. De rechter kan niet op de stoel van de minister of wetgever gaan zitten en beoordelen of de voorwaarden redelijk zijn, maar moet alleen toetsen of de regeling consequent is uitgevoerd.''

Tegelijk met de zaak van Jonkers heeft de Centrale Raad van Beroep in drie andere gevallen van nabestaanden vandaag eenzelfde uitspraak gedaan. De nabestaanden hebben nu in Nederland geen mogelijkheid meer om te procederen. Ze kunnen nog wel naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stappen.

ICM  redactie Reacties en commentaren.

  Om te beginnen complimenten aan Liszy Jonkers die niet 70 jaar als de resterende groep langs de lijn loopt het klagen en te mopperen, actie onderneemt. Niet het cultuurtje van laat anderen maar voor mijn belangen opkomen. Dankzij dit cultuurtje worden 70 jaar de Indische Zaken niet serieus genomen door die Overheid. Die Overheid komt je recht niet brengen, net als de andere burgers zul je zelf je recht moeten halen.

 Voegt daar aan toe het Indisch Platform met zijn 26 aangesloten Indische stichtingen die betaald worden om deze Indische zaken zogenaamd te behartigen. Nota bene zijn de voorzitters benoemd door VWS en ook nog diezelfde Overheid als hun broodheer hebben, dat laat het al raden dat sinds de oprichting ergens in 1996 over schijnconstructies gaat, dat dan zogenaamd namens de Nederlandse Indisch Gemeenschap wordt gehandeld dat ook nog tot een wet komt. Chapeau Ruud Lubbers, om 70 jaar met deze kunstmatige schijnconstructies het Min. VWS facilitaire een Indisch Platform te bieden. Sinds 2000 vele Indisch vraagstukken niet tot enkele oplossingen hebben gebracht, nadrukkelijk geblokkeerd door dit platform, en om de NL Staat weg heeft gehouden van de claims waarover ruim 14 miljard (Waarde toen) na conversie ruim 200 Miljard waarde nu, nota bene heeft ontvangen van de republiek, Japan en Marshal hulp. In plaats deze uit te keren aan de rechthebbende te hebben gebruikt voor de eigen opbouw en de miraculeuze opbouw van de economie.

 De actuele onopgeloste Indisch vraagstukken:

  1. De vergeten groep (NL onderdanen met Nederlands paspoort) die nu stateloos zijn in de republiek Indonesië. Worden deze onderdanen teruggehaald, of worden deze met terugwerkende kracht voorzien van een AOW zoals voor de oudjes hier geldt.  Het is uiteraard een prachtig initiatief van Omroep Max, maar is een druppel op een gloeiende plaat om deze toch nog een goede oude dag te gunnen.
  2. Wat wordt er gedaan met nu geschat de 60.000 oorlogsslachtoffers, die nimmer schadeloos zijn gesteld, terwijl hiervoor Nederland 14 miljard ontving uit de verdragen van Japan, Indonesie, en uit Marshal hulp
  3. Wat wordt er gedaan aan de Indische Verankeringen zoals Martin van Rijn stelde voor de Nederlandse burgers, de zwarte bladzijde die de historicussen uit de geschiedenisboeken scheurde(n).
  4. Wat wordt er gedaan(U doen) met Traktaat van Wassenaar

 

Ook nu weer wordt door de Centrale Raad van Beroep en de rechters weggedoken in plaats te duiken in de betreffende rapporten van Indische tegoeden, traktaat van wassenaar, rapport CIA (RTC), en Baudet.

Waarom wordt eerst niet deze schijnconstructie aangepakt, voor diegenen die direct zijn betrokken bij deze deals, dan was de poging van Liszy niet voor niets geweest. Strategisch heeft Liszy nu de vrijheid  om naar het  Europees Hof voor de Rechten te stappen maar wellicht is zinvol om de vakbonden zoals Hans de Boer in te schakelen. Immers het  is in beginsel een geschil tussen de oud-werkgevers Min. Van Defensie en Min. Binnenlandse zaken, de republiek Indonesie heeft 4,6 miljard plus 689 miljoen voor de boedel van bedrijven en particulieren die het land werden uitgezet, dus de gewone burgers ruim 341.000. Deze oorlogsslachtoffers hebben de reis, pension en hervestiging zelf bekostigd, ook zij hebben 4 jaar geen loon gehad.  

 

Voorts is de misvatting, verwijs naar de rapporten van Gaalen 2000, traktaat van Wassenaar, en boek van Baudet. De republiek Indonesie heeft de claims afgekocht voor 4,6 miljard, dat werd betaald van 1949 - 1956. De restschuld van 689 miljoen werd ondergebracht in het verdrag traktaat van Wassenaar.

Halbe Zijlstra riep ludiek veel geld voor toen.

Wanneer die 4,6 miljard plus 689 miljoen wordt geconverteerd naar de waarde anno 2018 spreken wij over het tienvoudige.  Toen had de grootste Indisch Javaanse Bank een balanstotaal van 66 miljoen (rapport van Gaalen ), in vergelijking tot nu heeft een Rabobank  bijvoorbeeld een balanstotaal van ruim 600 miljard.  Na conversiefactor 2018 komt dit op ruim 500 miljard dat de republiek aan Nederland betaalde. Voegt daar aan toe dat de periode voor de oorlog de goudvoorraden uit het voormalige Indie werd leeggeroofd, en de financiële stromingen werden doorgesluisd naar de Holdingen in Holland.  

Alle onderzoekers hebben niet stil gestaan bij het feit dat voor de boedel en economie een waarde geldt en om deze in balans te brengen deze waarde naar een huidige boedel  en economie,  als indicator dient te worden geconverteerd.  Los van rente op rente. Ook als norm kan gelden de rekeningen die de Indische Gemeenschap aan het Ministerie van Sociale Zaken betaalde voor de reis, tijdelijk verblijf en herinrichting woning.

 

 _________________________________________________________

 Evaluatie Rapport van traktaat  uitgegeven door Min. BuZa is digitaal in pdf op te vragen  bij info@icm-online.nl

 Rapport  =Onderzoekrapport van Gaalen naar tegoeden particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in  Indie 1940 -1958  is  te downloaden  HIER

 Rapport RTC van CIA is op te vragen bij schwab@icm-online.nl

 Boek Rapport Traktaat van Wassenaar uitgebracht door actw66 & ICM, is nu te bestellen tegen €50, en komt beschikbaar na dat aanbieding aan de Tweede  Kamer & Kabinet heeft plaatsgevonden. U dient zich te schrijven op deze site, volg de verdere instructies op.

Lees verder…

Lisbeth Zegveld (advocate) is bereid traktaat van Wassenaar te behartigen,.

Onderstaande Nieuwsbrief van ACTW-66 is uitgegaan naar de deelnemers die zich hebben ingeschreven als deelnemer van de claimorganisatie ACTW-66.

10897423093?profile=original

   

10897322676?profile=original

Geachte Actw-66 deelnemer,

 

Op 19 mei 2020, hebben Peggy Lesquillier (Stichting bersiap compensatie) Ferry Schwab Sr. (ICM Online)  advocaat Liesbeth Zegveld benaderd of ze onze zaak (traktaat van Wassenaar wil behartigen namens ons.

 

Zij is hier toe bereid. Maar om een beeld te schetsen over de zaak en de kosten laag te houden, zal zij eerst het Traktaat bestuderen en de juridische haken en ogen onderzoeken. Daarnaast zal zij moeten bekijken of uitbetaling ook geldt voor de nabestaanden, aangezien onze ouders (1STE generatie) grotendeels al is overleden.

Uit dit onderzoek zal moeten blijken of concrete vorderingen en bewijsmateriaal nog nodig zijn zoals uitdelingswet eist of zijn de gegevens zoals door U aangeven in ACTW-66 formulier voldoende is, tegen een vastbedrag bijvoorbeeld voor particulieren zoals bij een inboedelverzekering geldt. De wijze is vergelijkbaar met Het Gebaar, een ieder krijgt hetzelfde schadebedrag uitgekeerd.

Als de advocaat klaar is met haar onderzoek, kunnen we met haar bespreken, wat het vervolg is, en hoeveel het volgende traject gaat kosten.

Voor het onderzoek hebben wij U nodig, en verzoeken daarom ook bijgaand ACTW-66 formulier in te vullen, is tevens een verklaring van U. Let op U dient ingeschreven te zijn van als deelnemer van ACTW-66 om over  de ACTW-66 formulieren te beschikken, mail naar schwab@icm-online.nl.

Dit eerste onderzoek van de advocaat zal €-3.000  -   5.000 kosten.

Voor de financiering van het vervolg onderzoek of een rechtszaak, willen wij met de advocaat bespreken of dit mogelijk is via collectieve toevoegingen. Dat wil zeggen, de Staat betaalt de advocaat, de deelnemer betaalt een eigen bijdrage afhankelijk van inkomen. Als het zover is komen wij bij u terug.

 

Ter informatie hebben wij op voorhand informatie over toevoeging bijgevoegd ter bestudering.

Voor de betaling van het eerste onderzoek, vragen wij van U een bijdrage.

 

Donatie op Rabo rekening NL41 RABO 0397 7255 07 F.A.Schwab/ICM  met vermelding donatie actw-66.

 

 

Namens

Delegatie ACTW-66

Peggy Lesquillier, Rob Andreas, Jan Hoogendoorn, en Ferry Schwab sr.

Lees verder…

Stel lichamen uitde Javazee veilig’

10897375863?profile=original

’Stel lichamen uit de Javazee veilig’

door Olof van Joolen

De Indonesische regering moet zo snel mogelijk zorgen dat de stoffelijke resten uit illegaal geborgen scheepswrakken worden veiliggesteld. Nabestaanden zien ze het liefst herbegraven op het Nederlandse ereveld in Soerabaja.

Dit klemmende appel doet Theo Doorman, zoon van schout-bij-nacht en commandant van de geallieerde schepen tijdens de slag in de Javazee. Zijn vader Karel Doorman was een van de mannen die met Hr.Ms. De Ruyter ten onder ging. Het wrak was zijn zeemansgraf.

Zijn zoon komt met de oproep nadat de Indonesische nieuwswebsite Tirto.id het bestaan van een massagraf onthulde. Hierin werden menselijke resten begraven die werden gevonden tijdens het slopen van wrakdelen bij de havenplaats Brodong.

Volgens de grafdelver van de begraafplaats die vlak bij het dorpje Brodong ligt, is er afgelopen dagen na het bekend worden van het nieuws ter plekke niets gebeurd of veranderd.

Nederland liet gisteren de ambassadeur in Jakarta de autoriteiten om opheldering vragen. „We willen graag weten hoe het zit”, zei minister Zijlstra (Buitenlandse Zaken). „We hebben informatie, we moeten kijken of die klopt. Kijken wat dat betekent voor het onderzoek.” Hij hoopt snel antwoord te krijgen omdat het voor de nabestaanden een ’buitengewoon kwalijke zaak is dat hier zo veel onduidelijkheid over is’.

„Iedereen wil weten wat er is gebeurd, behalve de Indonesiërs”, reageert Doorman. Hij bracht zijn eerste levensjaren door in Nederlands-Indië. „Er heerst een schaamtecultuur waarbij het niet mogelijk is terug te komen op eerder gedane uitspraken”, zegt hij, verwijzend naar het officiële Nederlands-Indonesische onderzoek, waarin staat dat er geen aanwijzingen bestaan over waar de wrakstukken en menselijke resten zich bevinden.

„Persoonlijk interesseert het me niet waar de wrakstukken zijn gebleven en wie er bij de berging betrokken was. Het was een geldkwestie”, zegt Theo Doorman. „Alles moet zich nu richten op het veiligstellen van de menselijke resten. Die liggen op Indonesisch grondgebied. Het is aan Indonesië om tenminste toe te geven dat die zich daar bevinden en passende maatregelen te nemen.”

„Het beste zou zijn wanneer er werd samengewerkt met de deskundige medewerkers van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. Zij beheren het ereveld Kembang Kuning in Soerabaja, waar ook het monument voor de slag in de Javazee staat. Wanneer de menselijke resten daar in een verzamelgraf voor de onbekende zeeman zouden kunnen komen, is dat een waardige afsluiting van een bijzonder pijnlijke episode.”

De Oorlogsgravenstichting zegt meer dan bereid te zijn tot een herbegrafenis op Kembang Kuning. „Daar zijn de menselijke resten het beste op hun plaats”, erkent een zegsvrouw van de organisatie. Voor zo’n herbegrafenis is een officieel verzoek nodig van de Nederlandse overheid.

Lees verder…

10897316487?profile=originalARCHIEF ICM: Mark Rutte hoe zit met Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966, dat tussen Nederland en de republiek Indonesie is gesloten?

 

Op NPO – I  zondag 10 januari bij de uitzending van Buitenhof leek het er op dat machine campagne van de VVD al op volle toeren te draaien.  Nederland is weer bij de top rancking als om de kredietwaardigheid gaat, de economie groeit gestaag, de werkloosheid is gestabiliseerd, en vluchtelingenproblematiek lijkt te zijn gestroomlijnd.

“Nederland is 1 van de weinige landen in Europa die naar buiten gekeerd is”, aldus Mark Rutte, “wij zijn een handelsland, net als Zweden. Wij moeten het van handelsverdragen hebben, en wat het referendum betreft van de Oekraïne,  is absoluut niet een poging tot toetreding tot Europa, is een handelsverdrag”.

Witteman en de collega’s konden als journalisten geen speld er tussen krijgen.

 

“Nederland moet het van Handelsverdragen hebben”!

 

Maar hoe zit het dan met het Verdrag van Wassenaar Mark Rutte?

Zijn dat ook details als keuze om hier de scope er niet op te zetten net als die deal van Teven? Nota bene uw collega Halbe Zijlstra heeft zijn tanden er in gezet toen de VVD in de oppositie zie de beelden http://icmonline.ning.com/video/reportage-ip-manisfestatie-ip

 

 Dit heeft kennelijk destijds veel Indische stemmen opgeleverd met een populatie van 1,4 miljoen. Helaas Halbe Zijlstra werd door AB Klink het bos ingestuurd, en nooit is er behoorlijk antwoord hierop komen tot op de dag van heden.

In maart 2015 heeft het Actie Comité TvW-66 in een brief aan Bert Koenders geschreven waarin hij wordt geïnformeerd dat deze zaak aan de kaak wordt gesteld,  en dat JAT (Jakarta Advocaten Team) deze zaak namens de Indische Gemeenschap gaat behartigen om tot uitbetalingen te komen. Enige eis die JAT stelde aan Actie Comité TvW-66 handtekeningen.  Inmiddels zijn de handtekeningen overgedragen uit de gehouden petitie, de petitie zal voor onbepaalde tijd blijven doorlopen. Kopie van deze brief werd aan uw collega Halbe Zijlstra mede gestuurd, die gelijk met het antwoord kwam dat hij breder in de fractie gaat brengen, met advies om ook aan de overige fracties te sturen.

Het is nog al wat,  een Verdrag met natie als republiek Indonesië die door NL regering ruim 50 jaren niet is nagekomen in de uitvoering. Een natie met hoog percentage groeiende economie van ruim 8%.

 

 Het verdrag hield in o.a. dat oud-president Soekarno betaald 689 miljoen dit ter compensatie om de Indische Nederlanders (341.000) die moesten “vluchten” uit voormalige Indie voor het verlies van al hun bezittingen, banktegoeden en zij meer. Het verdrag is eindstation voor de overdracht en nationalisatie van de eigendommen en bezittingen. Het proces begon ergens in 1951.   Tussen 1952 - 1956 werd 4,3 miljard betaald aldus  historicus  Hendri F. Isnaeni,

 

Na het betalen van ongeveer 4 miljard gulden tussen 1950-1956, Indonesië eenzijdig geannuleerd de goedkeuring van de KMB. Later, aan het begin van de nieuwe Orde, richtte intergedringemental Group on Indonesia (IGGI) op, voorgezeten door Nederland, die een verborgen agenda heeft in de vorm van de Indonesische schuldenregeling van de oude orde, die betrekking heeft op de nationalisatie van het Nederlandse bedrijf, ongeveer US $2,4 miljard. Die schuldenregeling, wederom cryptisch schijnregeling, werd Soekarno gedwongen om de noodwet uit te vaardigen, die inhield schuld aan Nederland 4,2 miljard.

 

 Inmiddels  heeft Nederland   4.2 miljard  plus  689 miljoen ontvangen,  de waarde gestegen tot 17 miljard nu, en er pas een bedrag van 38 miljoen betaald aan 4777 gedupeerden, nog ongeveer 50.000 wachten op hun geld.

 

Het “vluchten” heeft te maken als tegenreactie op de gepleegde oorlogssmidaden door Nederland, oud-president Soekarno deze groep in bescherming moest nemen tegen de Indonesische bevolking (permuda’s) . Vooraf had het Japanse leger bij de capitulatie dit op zich moeten nemen, vluchtelingen dus!

 

Wat heeft Nederland 70 jaren met deze "Indische vluchtelingen" gedaan ?

 

Hoe kijk de Minister president hier tegen aan met grote smet op de Nederlandse vlag?

Van de journalisten in programma Buitenhof helemaal een afgang wetende dat KNIL – debacle zich net heeft voltrokken onder de Staatssecretaris Martin van Rijn nog geen 14 dagen geleden.

 Een goede journalist,  heer Witteman,  had juist een dergelijk verdrag aan de kaak gesteld waar het imago van Nederland ludiek prijkt over de wereld en flinke deuk zal oplopen, moge duidelijk zijn, en zeker wanneer Brussel dit ter ore komt. Nog niet gesproken als Jokowi president van republiek van Indonesie hier vragen over gaat stellen;

Waarom heeft na 50 jaren de Indische Gemeenschap deze compensatie nog steeds niet ontvangen. Zal de rancking en imago van dit handelsland niet worden aangetast zo worden beschadigd. Net als de deal van Teven weer een dramatische keuze voor de VVD, die niet werd genoemd

 

In het programma van Buitenhof van zondag 10 december.

http://programma.vpro.nl/buitenhof/afleveringen/2016/buitenhof-10-j...

 

 UPDATE-  27- 7-2020 

 

 

3036224337?profile=original

Steun ACTW66 ! 

De rapporten met overige stukken van Traktaat van Wassenaar zit nu in de Tweede Kamer,

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL35 RABO 0377579491   ten name van ICM Project onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.  Rapport Traktaat van Wassenaar is te bestellen door overmaking  van 50 Euro  ovv  van Uw Naam + adres.

 

Advertenties

 

 

 

 

Lees verder…

10897431499?profile=originalDE GENOCIDE VAN DE INDISCHE NEDERLANDERS EN DE POSTKOLONIALE DOOFPOT VAN ONZE REGERINGEN!

 Realpredictor 7 jaar geleden

Dit wordt ‘emotioneel gezien‘ mijn meest moeilijke blog, omdat mijn familie en vrienden hierbij nauw betrokken zijn geweest. Ikzelf heb hier niet veel van meegekregen, maar ik voel me geroepen om het mensonterende gedrag van onze voormalige én huidige bestuurders (het negeren van genocide op hun eigen volk) aan het licht te brengen! Vooral nu ik zie hoe onze regering zich in allerlei bochten wringt om bijna alle (vaak extremistische) landen in de wereld te helpen en miljarden van ons volk steelt om niet alleen financiële steun, maar ook wapens aan hen te leveren. Terwijl ze hun eigen volk destijds in hun ex-koloniën volkomen in de steek hebben gelaten en zonder enig schuldgevoel lieten vermoorden!

De golf van etnisch geweld in Nederlands-Indië, die begon in 1945, is steeds ten onrechte door Nederland naar de achtergrond verdrongen. De moord op duizenden (Indische) Nederlanders in de Bersiaptijd is door Nederland altijd gelaten geaccepteerd, “terwijl het zich het best laat omschrijven als volkerenmoord”.
Dat zegt de Amerikaanse historicus William H. Frederick in een interview maandag in Trouw. Hij spreekt daarin van “post-koloniaal geheugenverlies” van de Nederlandse autoriteiten.
De 72-jarige historicus heeft volgens de krant zijn hele wetenschappelijk loopbaan gewijd aan de geschiedenis van Indonesië.
Na de capitulatie van Japan vermoordden Indonesische strijders duizenden Nederlanders die net uit Japanse interneringskampen waren bevrijd. Ze wilden koste wat kost voorkomen dat het koloniale gezag zou worden hersteld, aldus Frederick.
Een artikel over zijn onderzoek staat in het Britse wetenschappelijke blad Journal of Genocide Research.

Bersiapperiode
“De Bersiapperiode is zonder twijfel een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Indonesië én die van Nederland”, aldus Frederick die zegt geen land te kennen dat de moord op zoveel medeburgers zo gelaten heeft geaccepteerd en vervolgens is vergeten.
“Ik bespeur nog steeds de tendens bij zowel niet-Indonesiërs als Indonesiërs om die revolutie als min of meer onschuldig en, althans op wereldschaal, als niet zo gewelddadig te beschouwen.”

Er hangt veel mist rond het extreme geweld van de Bersiap-tijd. Waar kwam dat nu vandaan? Wie waren de daders? Wie schuilden er achter de naam ‘extremisten’ die de Britten en Nederlanders op de geweldplegers plakten? Waren het criminelen, opgehitste jongeren, opportunistische sadisten, religieus fanatici? En wat was hun motief? Iedere oorlog heeft natuurlijk zijn pathologische moordenaars, maar de frequentie van de moorden maakt het moeilijk om die in de schoenen te schuiven van een kleine groep sadisten of criminelen..
Het meeste geweld, los van de strijd tussen meer reguliere republikeinse en Britse en Nederlandse troepen, werd gepleegd door radicale nationalisten, islamitische strijdgroepen als de Hizbullah en Sabillilah, en groepen met meer criminele achtergronden. Zij hadden gemeen dat ze moeilijk onder het gezag van het prille leger van de Indonesische Republiek te brengen waren en vaak hun eigen plan trokken. Steeds meer huizen werden gerampokt (geplunderd). Inwoners werden de bossen in gejaagd, waar ze vaak het slachtoffer werden van andere bendes. Ook verschenen er pamfletten die de bevolking opriepen de Indo-Europeanen uit te roeien.

De Nederlanders buiten de kampen – veelal Indische Nederlanders – lieten zich niet onbetuigd en organiseerden hun eigen strijdgroepen om hun huizen en gezinnen te verdedigen en de moorden te vergelden. Ook Molukkers waren in deze groepen actief, omdat zij vaak het doelwit van de moordpartijen waren. Molukkers waren voor de oorlog dikwijls soldaat in het Indische leger geweest en waren goede vechters.
Hoeveel slachtoffers in de Bersiap van de eerste maanden na de onafhankelijkheidsverklaring en de daaropvolgende jaren van revolutie zijn gevallen, is onmogelijk aan te geven. De meest behoudende schatting is 3500 burgerdoden, maar het kan net zo goed een veelvoud zijn geweest.

Minister Timmermans
Minister Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken) vindt dat instituten die onderzoek naar de dekolonisatie van Nederlands-Indië willen doen, dat maar uit eigen budget moeten betalen.
De echte reden ligt volgens mij eerder op diplomatiek terrein”, zegt Frederick in Trouw. “Ik begrijp dat de Indonesische regering geen zin in een onderzoek heeft, omdat ze niet trots zullen zijn op de Bersiap. Nederlandse diplomaten in Jakarta worden nerveus van een onderzoek, omdat dit hun leven gecompliceerder kan maken. Terwijl zo’n onderzoek natuurlijk hoogstnoodzakelijk is.”

Het schandalige spelletje met de Vergoeding oorlogsslachtoffers.

De regelrechte discriminatie van de Nederlandse overheid ten opzichte van de Nederlanders uit Nederlands-Indië is het niet vergoeden van de particuliere oorlogsschade. In februari 1951 nam het parlement de Wet op de Materiële Oorlogsschade aan, de WMO. Deze hield in dat alle oorlogsschade die door Nederlanders geleden werd als gevolg van de Duitse bezetting, kon worden geclaimd. De Nederlanders uit Nederlands-Indië werden expliciet van deze wet uitgezonderd. Het was de mening van de toenmalige regering, dat de jonge (en toen straatarme) nieuwe republiek Indonesië daarvoor verantwoordelijk was.

Onder de WMO is aan Nederlandse particulieren in de loop der jaren een bedrag van 5,9 miljard guldens uitbetaald. Dit bedrag was hoger dan wat Nederland aan Marshallhulp ontving. Men presteerde het zelfs om ook de slachtoffers van de watersnoodramp van 1953 onder de WMO te brengen…! De Nederlanders uit de voormalige kolonie ontvingen geen cent. Overigens dient hierbij wel vermeld te worden dat het Marinepersoneel uit Indië weliswaar hun achterstallige salaris uitbetaald kregen, maar de door hen geleden oorlogsschade evenminvergoed hebben gekregen. Zeer beschamend is de vergelijking van de Nederlandse situatie met die in de diverse andere landen die in oorlog waren met Japan. De Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk hebben hun landgenoten uit de Aziatische koloniën ruimhartig gecompenseerd, ook voor de geleden oorlogsschade.

Ook met de vergoeding via de WUBO en WUV is er een smerig spelletje gespeeld!

‘Wet van 10 maart 1984, houdende regelen inzake de verlening van uitkeringen en bijzondere voorzieningen aan burger-oorlogsslachtoffers
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen betreffende de verlening van uitkeringen en bijzondere voorzieningen aan burger-oorlogsslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en hun nagelaten betrekkingen. enz. enz.”

Deze “ondersteuning” gold voor degenen die:
– tijdens de Tweede Wereldoorlog vervolging heeft ondergaan of als burger
is getroffen door oorlogsgeweld;
– aan deze oorlogsgebeurtenissen blijvende gezondheidsschade heeft
overgehouden;
– vallen onder de voorwaarden van nationaliteit en waardigheid.
Ook de weduwe of weduwnaar van iemand die door vervolging of
oorlogsgeweld is omgekomen, kan financieel ondersteund worden.

DUS NOPPES!
Deze zogenaamde “vergoeding” uit 1984 trad pas jaren later in werking en de procedure was zo ingewikkeld (papieren die uit Indonesië moesten worden aangevraagd die daar al lang waren verbrand), waardoor er weer een andere procedure gevolgd moest worden, zodat uiteindelijk de meeste slachtoffers óf al waren overleden óf ermee zijn gestopt!

OOK TOEN WERDEN DIT SOORT SMERIGE POLITIEKE SPELLETJES AL GESPEELD!

Ik heb dit al eerder in een blog geschreven:
https://eunmask.wordpress.com/2012/08/04/nog-een-voorbeeld-van-de-schending-van-mensenrechten-door-onze-regering/

En ALWEER zie ik hier een tegenovergestelde parallel!
Syrische rebellen (extremisten) die in Syrië hebben gevochten en genocide op hun eigen volksgenoten hadden gepleegd, worden hier met open armen ontvangen! Die hoeven geen procedure te volgen die jaren duurt!

Dan heb ik het nog niet eens over de 3e tegenovergestelde parallel! De Indische Nederlanders (met de Nederlandse nationaliteit: 1 paspoort dus) die na de oorlog naar Nederland kwamen, omdat ze in Indië niet meer welkom waren, werden nóg slechter behandeld dan de asielzoekers! Zij werden in barakken geplaatst en kregen een klein voorschot die ze tot de laatste cent moesten terugbetalen. De mannen die in de oorlog voor Nederland hadden gevochten, en die in krijgsgevangenschap hadden gezeten, kregen geen baan meer bij het leger en hadden ook geen recht op pensioen van het leger!

Hadden zij zich misschien moeten bekeren en naar Nederland moeten komen als moslim-immigrant? Dan waren ze misschien net zo gastvrij onthaald! Want als Nederlands staatsburger ben je gewoon een paria!

Hier de verhalen van overlevenden die deze verschrikkingen hebben meegemaakt
http://www.archiefvantranen.nl/uw-verhaal/

Ook in dit geweldig geschreven boek van Ferry Holtkamp leest u over de hartverscheurende werkelijkheid!
http://www.indischhistorisch.nl/tweede/oorlog-en-bersiap/oorlog-en-bersiap-ik-beken-het-levensverhaal-van-de-indische-nederlander-ferry-holtkamp-opgetekend-door-journaliste-elise-lengkeek-juli-2009/

Bron:
http://nieuws.thepostonline.nl/2013/11/18/nederlanders-waren-slachtoffer-genocide-nederlands-indie/

Artikelen (met een gelijke strekking):

http://www.nu.nl/buitenland/3631162/moord-indische-nederlanders-genocide.html

http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/27900/het-geweld-van-de-bersiap.html

http://onrecht.wordpress.com/2013/03/22/de-tijd-is-gekomen-dat-daders-van-de-genocide

Lees verder…

Nieuwe, oude liefde geeft JUSTINE (61) nieuw leven

Nieuwe, oude liefde geeft JUSTINE (61) nieuw leven

Zangeres dacht altijd alleen te blijven:

JUSTINE PELMELAY had zich net neergelegd bij het idee altijd vrijgezel te blijven toen een telefoontje van een oude bekende haar leven op zijn kop zette. Een man die zij al 46 jaar kent is nu haar nieuwe liefde. Jong geluk dat echter nu al door ziektes wordt bedreigd...

Ze kende in de liefde de nodige tegenslagen en Blijf zoals je bent, de Eurovisie Songfestivalklassieker waarmee JUSTINE PELMELAY (61) zichzelf in 1989 op de kaart zette, was bij haar minnaars meestal tegen dovemansoren gezegd. Maar de zangeres gaf nooit op en heeft een nieuwe liefde die ze deze week trots aan PRIVÉ presenteert.

Na twee mislukte huwelijken en een paar andere escapades heeft JOHN BLIJLEVEN (66) haar bestaan positief op zijn kop gezet en in elk geval voor de zangeres doet hij zijn naam eer aan.

Berichtje 

Justine: „Mijn laatste relatie eindigde zes jaar geleden en eigenlijk was ik ervan overtuigd dat een nieuwe er niet meer in zou zitten. Hoe meer ik me daar ook op instelde, hoe beter het vrijgezellenleven me ook afging.”

Het was vooral haar gezondheid die haar in de weg zat. Door een beenmergziekte was Justine lang aan huis gekluisterd. Positiviteit en energie haalde ze uit haar werk als studiozangeres, maar dat viel dit voorjaar ook in een klap allemaal weg. „Al acht jaar loop ik ziekenhuis in, ziekenhuis uit. En ik was net terug van weer een bloedtransfusie, toen ik mijn gsm zag oplichten en een berichtje kreeg van een nummer dat ik kende. Of ik met hem wilde praten. Ik had jaren niets van hem gehoord, maar ik heb hem direct gebeld en we hebben diezelfde avond tot drie uur ’s nachts met elkaar aan de telefoon gezeten!”

De twee blijken zelfs heel ver terug te gaan. De latere Songfestivaldeelneemster was 46 jaar geleden verkoopster bij Blokker, waar John als etaleur werkzaam was. „Eens in de drie weken kwam hij langs bij ons filiaal en ik weet nog dat hij toen altijd al indruk op me maakte. Het was een prettige verschijning, zeg maar. Nee, we hadden niets. Dat kon ook niet. We waren allebei bezet en een halfjaar na onze eerste ontmoeting in de winkel trouwde hij, dat weet ik nog. Toch bleven we nog jaren contact houden, hij was een soort klankbord voor me.”

John: „Ik ben zelfs op haar tweede bruiloft geweest.”

Somberheid

Het lange, nachtelijke telefoontje kreeg al ruimschoots vervolg. Justine: „Ik noem hem nu mijn redder. Ik denk dat ik midden in de coronacrisis werkeloos in mijn somberheid was weggezakt als hij niet net op dat moment contact had gezocht. Ik ben een blij mens.”

Toch zijn er ook donkere wolken die het jonge geluk bedreigen. Justine heeft haar gezondheidsproblemen en ook John wordt behandeld tegen een ernstige ziekte. „Toch staan we positief in het leven”, vertellen ze woensdag samen in de nieuwe editie van weekblad PRIVÉ, waarin ze hun indrukwekkende verhaal doen.

Lees verder…

ICM ARCHIEF :  Open brief aan Pieter Omzicht

Kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie

10897429499?profile=original

Geachte heer Omzicht,

Aller eerst onze felicitaties voor het behaalde resultaat.

 

Terecht de stem van de CDA - leden. Als redacteur kan ik u zeggen dit wat Uw leden laten zien zal het algemeen beeld worden bij de verkiezingen. Toch mooi dat een CDA een dergelijk talent in haar partij heeft. Geen woorden maar daden, en niet de praatjes Forum van Demogratie, PVV, GroenLinks, die geen gaatjes vullen, en ook onze Henk Rol, die niets voor de ouderen heeft gedaan. Vooral een Jesse Klaver, en een Jette met hun klimaatakkoorden kunnen wel gelijk hun bezem gaan inpakken.

 

Ik zat bij seminar voor journalisten, en onze Reiner van Zutphen van de Ombudsman gaf schitterende praktijkvoorbeelden hoe leden van de Tweede Kamer steeds verder af staan van de burgerij, en dan nog durven te noemen dat ze Volksvertegenwoordigers zijn, terwijl geïnstitutionaliseerde discriminatie nog steeds verankerd ligt bij de ambtenaren van de departementen, en Ministeries, kijk naar de 500.000 Nederlandse Indische Burgers hoe deze zijn behandeld in die 70 jaar.

 

  Mijn persoonlijke mening,

  Discriminatie ligt bij de mens. Je identificeert jezelf met de groep waar je denkt thuis te horen. Dus onbewust doet iedere mens.   Ook binnen Ministeries bij de ambtenaren, spreek men van bedrijfsculturen. Je hoort er bij of niet!

 

Terugkomend op Reiner van Zutphen,

 Heel veel commissies heeft VWS ingesteld om alleen al de feiten van de 500.000 Nederlandse Indische Burgers over de periode 1941-1945, 1946, en 1947-1962 onder het tapijt te vegen.  Nooit is puur hiernaar een onderzoek ingesteld zover mij bekend. 

 

Later wordt hierop teruggekomen, eerst onderstaande ingezonden stuk van een ICM abonnee, dat op 2 juni met een open brief aan uw collega Klaas Nijhof werd verstuurd.

__________________________________________________________________________________________________

Kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie

 

Rutte komt zelfs met nieuwe inzichten t.a.v. Zwarte Piet; Grapperhaus en Halsema vechten elkaar de tent uit: het zijn hypocrieten pur sang met een slecht historisch besef....

Als voormalig kolonisator deed NL niet anders; kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie.

 

Het repressieve beleid was gericht op uitbuiting en achterstelling. De koloniale samenleving was immers een gelaagde samenleving met een "witte bovenlaag".

Wij Indo's (Nederlandse Indische Staats Burgers)  hadden maar 1 optie: je zo snel mogelijk aanpassen aan die blanke bovenlaag (culturele en intellectuele aanpassing); die grondhouding tref je tot heden nog steeds aan door die ingebakken autoriteitenvrees en dodelijke beleefdheid ("ja, meneer; nee, meneer, heeft u goed geslapen, meneer?"). Ze kunnen je immers maken en breken....

 

Het instrumentarium is altijd heel creatief en uitgebreid aanwezig in het ambtelijk apparaat structureel en systematisch verankerd in regels, wetten en procedures...,

Na meer dan 300 jaar kolonialisme is het daarom naïef te denken dat het uit het DNA van deze wereldberuchte slavenhandelaren zou zijn weggezuiverd.

 

Wellicht ligt deze discriminatie ook ten grondslag aan het feit dat onze KNIL-militairen nimmer hun achterstallig loon hebben gekregen......!   Periode 1947 tot 1962  de 341.000 Nederlandse Indische Burgers nimmer  is  uitbetaald voor het verlies van al hun bezittingen, terwijl nadrukkelijke de republiek Indonesië het bedrag aan Nederland heeft betaald!(discriminatoire achterstelling: een wettelijke grondslag cq rechtstitel voor deze discriminatie is er immers niet).

In sociaal opzicht werd deze constellatie in Holland zelfs nog uitgebreid door de mensen hier uitgedragen in de 50er jaren: Ik en menigeen werden toen nog uitgescholden voor poepchinezen, die moeten oprotten naar hun eigen land (sic), en dat ons eten zo stonk, etc.etc. 

Aan den lijve ondervonden; later in de 70 jaren werd mij tijdens een sollicitatiegesprek een compliment gegeven, dat ik zo goed Nederlands sprak...... Koopman of Dominee: ze zijn niet te vertrouwen. Belanda Boesoek is een gevleugeld gezegde in vml. Indië; heb ik nooit kunnen vergeten als ik die boeren zie.

 

Nu blijkbaar de geesten rijp zijn; lijkt mij dit onderwerp zinvoller ons "oudzeer" nu eens in dit licht te (her)zien.

_____________________________________________________________________________________

Tot orde van de dag.

Onderzoekrapport naar tegoeden

particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in Indie 1940 -1958

Rapport is te vinden op https://st2.ning.com/topology/rest/1.0/file/get/3036571320?profile=original

Rapport van Gaalen op pagina  11 stelt;

 dat tot op heden niet voldoende in beeld is gebracht  voor  de gedupeerden, als volgt  te lezen als  341.000 Nederlandse Indische burgers,  en roept nog steeds vragen op. Gaat om problematiek waar nauwelijks onderzoek is gedaan.  Vanuit de politieke en militaire geschiedschrijving zijn de jaren 1941 – 1950 redelijk in beeld gebracht,  vanuit economische - en  optiek financiële niet bestudeerd.

Rapport van Gaalen op pagina 13 stelt ;

wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel. Wat was het gevolg of gevolgen  door het gevolgde bepleit van de  Overheid voor de particulieren tegoedhouders.

 

VERZOEK TOT

Daarom al zoals de aanbeveling zeer wijs acht  om hierna een onderzoek naar in te stellen naar "wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel van de 341.000 Nederlandse Indische Burgers.

Namens ICM lezers, en abonnees.

Lees verder…

Mark Rutte in landsbelang.

10897374287?profile=original10897375078?profile=original

10897375271?profile=original

Mark Rutte in landsbelang.

In landsbelang predikte Mark Rutte bij het programma van zondag jl. bij Paul Witteman.  Landsbelang was de Bijbel toen al van zijn voorgangers in de kabinetten van Drees, en onze "diplomaat" Luns, niet alleen de uitlatingen maar ook daar naar handelen. Als een virus werd het "landsbelang" besmet door de kabinetten daterend uit de jaren veertig tot nu Anno 2020.

Landsbelang waar bij het VOC - model alleen het geld , cijfers centraal staat  boven het humane, te scharen onder de economie. Dit alleen om die NL-  Overheid die luxe te verschaffen, waar de burgers letterlijk voor moeten bloeden.

Periode 1941 - 2020 de Indische geschiedenis op een rij hoe de Nederlandse Indische burgers hebben mogen bloeden;

  1. In landsbelang verklaarde de NL- regering door Koning Wilhelmina Japan de Oorlog.
  2. In het landsbelang veranderde het leven van de 341.000 Nederlandse Indische burgers van de ene op de andere dag  letterlijke  in een hel, met lange oorlog 1941 - 1962.
  3. In het landsbelang werden ze gevangen genomen en naar kampen getransporteerd.
  4. In het landsbelang werden hun huizen, tegoeden en bezittingen in beslag genomen, eerst door de Jappen, later door Soekarno.
  5. In het landsbelang werden de Nederlandse Indische Burgers door het Australische- , Engelse - en Indiase legers bevrijd, nergens was het KNIL te bekennen
  6. In landsbelang werd na de capitulatie weer  eens 100.000 militairen  in 1947 en 1948  gestuurd niet om hun onderdanen te beschermen die  door het Japanse leger werd beschermd tegen de permuda's, maar om de ondernemingen terug te vorderen.
  7. In landsbelang werden de er 100.000 militairen in 1947 en 1948 gestuurd, terwijl de republiek als zelfstandig is. onder het mom Politionele acties. 200. 000 Indonesische burgers werden vermoord. Als tegen reactie werden na deze oorlogsmisdaad, tussen 10.000 -30.000 Nederlandse Indische burgers vermoord, nergens in de media, geschiedenisboeken zijn deze oorlogmisdaden te lezen.
  8. In landsbelang werden de 341.000 Nederlandse Indische Burgers het land uitgezet door Soekarno, met verlies van al hun bezittingen / tegoeden. Met dank aan Kabinet Drees, Tweeden Kamerleden en het Volk die kozen voor militaire ingreep, terwijl Minister President Drees hier tegen was.
  9. In landsbelang werd van de republiek Indonesië 4,5 miljard plus 600 miljoen ontvangen die bedoeld en bestemd zijn voor die 341.000 Nederlandse Burgers. ( Zie Noodwet uitgeroepen door Soekarno en Traktaat van Wassenaar.
  10. In landsbelang werden  die 341.000 Nederlandse  Indische  Burgers  door de NL - overheid anno 2020 nog steeds niet  uitbetaald, gelden /kapitaal over hun verloren begane bezittingen, die de republiek aan Nederland betaalde. Waarde nu 17 miljard.
  11. In landsbelang werd dit gelden gebruikt voor de wederopbouw. 
  12. In landsbelang werd voor aanvang van de Tweede oorlog de goudvoorraad die begroting van de Indische economie dekte maar al vast ontrokken, naar Australië gebracht en uiteindelijk vast locatie in New York.
  13. In Landsbelang werden de gelden in het voormalige Indië van banken, verzekeringen en multinationals doorgesluisd  naar de Holdings in Nederland.
  14. In het landsbelang werden die 500.000 onderdanen niet toelaten in Nederland, VS heeft hier moeten optreden.
  15. In het landsbelang niet te compenseren voor het verlies van hun boedel.
  16. In landsbelang de vluchtelingen / repatrianten zelf hun reis, pensioen, en herinrichtingskosten te laten betalen, terwijl Drees en Luns hiervoor het bedrag van 4,6 miljard plus 689 miljoen ontving van Soekarno en Hatta. 
  17. In landsbelang stelde Drees, en Luns de Indische gelden te investeren in de opbouw en de economie
  18. In landsbelang stelde de Nederlandse Bank  in 2017 om het Indisch goud vanuit New York naar Amsterdam  te halen, nadat een journaliste bij haar onderzoek op het Indisch Goud stuitte.
  19.  In landsbelang stelde  VWS voor om  Onderzoekrapport naar tegoeden particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in Indie 1940 -1958 klik 

  20. In landsbelang stelde  nam MIN. VWS het rapport in ontvangst met de volgende aanbevelingen : 

    Rapport van Gaalen op pagina  11 stelt;

     

     dat tot op heden niet voldoende in beeld is gebracht  voor  de gedupeerden, als volgt  te lezen als  341.000 Nederlandse Indische burgers,  en roept nog steeds vragen op. Gaat om problematiek waar nauwelijks onderzoek is gedaan.  Vanuit de politieke en militaire geschiedschrijving zijn de jaren 1941 – 1950 redelijk in beeld gebracht,  vanuit economische - en  optiek financiële niet bestudeerd.

     

    Rapport van Gaalen op pagina 13 stelt ;

     

    wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel. Wat was het gevolg of gevolgen  door het gevolgde bepleit van de  Overheid voor de particulieren tegoedhouders

Waarvan Akte Drees, Luns en Rutte.

.

 

Lees verder…

10897361683?profile=originalRudy Kousbroeks “Kampsyndroom”.

Besproken door Pjotr.X. Siccama / deel 3.

 

In een hoofdstuk wijdt Kousbroek aandacht aan de meeest gruwelijkste wreedheden die op DELI in Sumatra plaats vonden.

De passages daarin beschreven zijn té gruwelijk om hier in een paar zinnen te beschrijven. Ik raad de lezer daarom ook aan om zelf hiervan kennis te nemen.

 

Op school leerden we nauwelijks over de geschiedenis die met het voormalig Nederlands Indië te maken had. Alles wat met slavernij, uitbuiting, en sociaal onrecht te maken had, werd doodgezwegen: het blijkt een aaneenschakeling van een strict gestructureerde socio(cultuur)politiek te zijn geweest: een grote leugen in een land van list en bedrog. Mensen waren rechteloos en onbeschermd, terwijl er wel degelijk een wet was om uitwassen van welke aard ook te voorkomen. Die immoraliteit van heel het koloniaal bewind maakt de schrijver uitermate nu nog kwaad en terecht.

Kousbroek had het over een van de grote wingebieden in de Archipel: noord en oost van Sumatra, waar de afschuwelijkste misdrijven hadden plaatsgevonden. Maar ook op andere plaatsen (Kousbroek: cit.’’ook bij de Staats en kolenmijnen was het ten hemel schreiend () sterftecijfer bedroeg 37% ..”) Ze waren zo ernstig van aard, dat ik het niet voor mogelijk hield: monstrueus is nog bescheiden uitgedrukt: in elk geval werd ik al lezend met mijn neus op de feiten gedrukt en ben (misselijk van schaamte) en nu net als Kousbroek woedend.

Op het eiland Java van waaruit het enorme gebied werd bestuurd, hoorde men bijvoorbeeld helemaal niets van de mistoestanden in andere wingebieden. En daar begon de ellende al van het onthouden aan het grote publiek van de informatiestroom uit die gebieden. Die was er gewoon niet. Men moet zich voorstellen dat waar Kousbroek over heeft, het begin van de 20ste eeuw was en publicatie, laat staan voorlichting aan de bevolking opportuun noch prioriteit was. Het koloniaal bestuur keek wel uit, omdat ze best wisten dat gestructureerde uitbuiting door mensen en ondernemingen aan de orde van de dag was. Neen, men verkoos liever om situaties die het daglicht niet konden verdragen intern door ambtenaren te laten onderzoeken. Men kon dan “intern de nodige maatregelen nemen”; een eeuwigdurend “jam karet” (voortdurend tijd rekken) volgde dan, zoals altijd daar te doen gebruikelijk was. Deze onderzoeken overigens werden bij voorbaat in het geheim gehouden en altijd uitgevoerd in algehele duisternis.

En juist in het gebied waar Kousbroek over schrijft, werd er een justitieel ambtenaar verzocht door de Gouverneur Generaal in de persoon van J. Rhemrev  (omgekeerde naam voor Vermehr), om misstanden (ongetwijfeld na ernstige druk geworden interne informatie) ter plaatse te onderzoeken. Een saillant detail, waar Kousbroek ook zijn vraagtekens bij heeft gezet was de keuze van de GG, om uitgerekend deze ambtenaar van justitie Rhemrev het onderzoek te laten doen. Citaat: “Ik ben er niet zeker van dat Rhemrev niet opzettelijk voor de wolven werd gegooid”. (einde citaat). Kousbroek vroeg zich af of de keuze een teken van moed of verlichting was om de opdracht tot onderzoek aan een Indo te verlenen.

De vraag is waarom hij dat vindt. Eerder zei hij dat (vermoedelijk) een bewuste poging was om het onderzoek zo weinig mogelijk kans te geven. Maar waarom? Rhemrev had de opdracht tot in alle bijzonderheden uitgevoerd, mag worden verondersteld. Of hij als 1ste luitenant bij de Infanterie in het KNIL (en ambtenaar op Justitie, nog maar een broekje in het justitieel apparaat en uiteraard onervaren) onder meer ook deelgenomen had deelgenomenaan de gevechtshandelingen tijdens de politionele acties is niet verder bekend (zie foto). Niettemin stierf Rhemrev tijdens de politionele acties in 1948.

Er moet iets anders gespeeld hebben in de gecompliceerde koloniale bestuurstructuur. Zou het hier wellicht gaan om het afschuiven van interne verantwoordelijkheid? (het verhinderen van promotiekansen om er nog een te noemen?) Lag het mogelijk aan de (in)competentie van deze ambtenaar of de inschatting dat bij voorbaat het tot niets zal leiden?

Het rapport werd, in elk geval, nadat het was afgerond de gouverneur van Nederlands Indië aangeboden, die op zijn beurt, zeer waarschijnlijk onder embargo(?) of in elk geval geconsigneerd, voorzien van aantekeningen (mag worden aangenomen) van de gouverneur zelf naar de minister (en het Nederlands Kabinet) verzonden. De ontzetting bij de minister (en het kabinet) was groot en moest hen hebben overdonderd nadat de inhoud van het vernietigend rapport hen bekend was. De verantwoordelijke minister weigerde vervolgens dit rapport aan de leden van het Nederlands Parlement ter inzage te geven omdat hij grote rellen vreesde

 (in zo’n situatie zou heden ten dage de minister direct moeten aftreden.)

 

De constateringen in het onderzoeksrapport bleken juist te zijn en Rhemrev had zijn taak degelijk vervuld. Ik vind daarom, dat het in dit geval geen sprake is van een gewoon intern incident, maar eerder van een koloniale en bijzonder ingewikkeld geworden bestuurscultuur, die toen gangbaar en gebruikelijk was, met inbegrip van onderlinge sociale verschillen en tegenstellingen.  

Het Rhemrev-rapport, daarin werden deze gruwelijkheden tot in details beschreven en de Nederlandse bevolking heeft er nimmer van geweten.

10897267082?profile=original

Werknemers op Deli-onderneming(en) in de 30/40-er jaren van de vorige eeuw.

 

Hartverscheurend vond ik het verhaal in het boek van Chalid Salim, een Indonesische voorvechter van de Indonesische onafhankelijkheid die in Den Haag in 1985 overleed. Kousbroek noemt deze man: “Djago”, wat in het Indonesisch: “de geweldige” betekent. Deze man werd  voor zijn nationalistische activiteiten in een Nederlandse interneringskamp (Boven Digoel) op Nieuw Guinea (waar ook Mohammed Hatta, Sharrir en later ook Sukarno zaten) gevangen gehouden (trouwens zonder enige vorm van proces) onder erbarmelijke omstandigheden. Een Indonesische man die een hoge en volledig Nederlandse opleiding had genoten, bij wie thuis gewoon Nederlands werd gesproken en in zijn gevangenschap zonder twijfel nog Hollands dacht.

Volgens D. Koch “was het, het noodlot van het Nederlands bewind over Indonesië, dat het zich in toenemende mate de nobelste geesten onder de inheemse bevolking tot vijand maakte”.

Het is waar en zeer nobel van de heer Koch, maar het is te laat voor al die lovende woorden; eigenlijk is het áltijd te laat.  En onder de nobelste geesten kunnen Soetan Shahrir en Mohammed Hatta onder andere worden geschaard. Wanneer we hun geschriften (Kousbroek weet ontstellend veel over deze Indonesische bijzondere mensen) later nog eens raadplegen, zal menige lezer niet verbaasd staan dat naar mijn idee in al die geschriften mogelijk sleutels bevatten voor een eeuwigdurende vriendschap tussen beide landen, die door anderen en elementen van duistere aard in het

10897267671?profile=original

verleden moedwillig werd gedwarsboomd.

Ik meen te weten dat er slechts twee soorten schrijvers bestaan: de zogeheten blindschrijvers (waar Kousbroek er een paar ten tonele voert) en schrijvers waarvan hun ogen altijd waren geopend, maar hun geschriften nooit werden geloofd en/of gehoord.

Daar hebben wij in het verleden onder elk koloniaal imperium en dus in de wereldcultuur­geschiedenis al meerdere voorbeelden van politieke arrogantie van gezien, waarvan uitkomsten bij voorbaat catastrofaal zijn.

 

Nog even over het trieste verhaal van Chalid Salim in het boek: wilde ik toch  een moment stil staan bij een zin in dit boek en die is het volgende: naar aanleiding van Salims gevangenschap met andere revolutionairen op Nieuw Guinea (o.a. Dr.Tjipto Mangoenkoesomo) kwam de vraag op (in gesprekken mag worden verondersteld): Wat zij dan wel gedaan hebben? Zoals een Nederlandse dame tegen Chalid Salim zei: “Nou meneer Salim, als dat waar is, zult u het er wel naar gemaakt hebben.”

Is dit een exempel van naïviteit en cultuurverwarring en/of afwezigheid van cultuurinzicht? De wijsgeer onder ons mag het zeggen.

10897268089?profile=originalDeze man is groot onrecht aangedaan, maar zelfs erkenning voor het enorme leed en materiële compensatie als eerherstel werden hem niet toegekend. De Nederlandse Staat staat weer voor de Wereldgemeenschap met een aangeslagen en onzuiver geweten in de inmiddels onherstelbaar verroeste beklaagdenbank, zich verschuilend achter wetten die zij zelf heeft bedacht en waarvan alle mazen forensisch zijn dichtgesmeerd.

Ergens  vond ik opgedoken een tekening van een plantage op Sumatra,  die veel leek op een foto honderd jaar eerder genomen van een plantage (waar ook tabak werd verbouwd) in het zuiden van  Noord Amerika, Louisiana om precies te zijn, waar de Afrikaanse slaven (slavernij was net afgeschaft)  toen onder erbarmelijke omstandigheden moesten werken. Overeenkomsten zijn frappant, terwijl de slavernij meer dan een halve eeuw was afgeschaft, leek het alsof op Sumatra de tijd eenvoudigweg was teruggedraaid en de afschaffing van de slavernij niet heeft plaatsgevonden. 

Verder in genoemd hoofdstuk memoreert Kousbroek over de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers van de 2e WO. waarin hij mensen die de jaarlijkse herdenking op 15 augustus de slachtoffers herdenken, eraan herinnert, dat voor al die mensen die onder het Nederlands regime in Nederlands Indië, tijdens de aanleg van de Sumatraweg, de Indonesiërs, zonder meer vermoord, doodgeslagen, uitgehongerd en doodgetrapt werden, nooit weden herdacht, laat staan  een monument ter nagedachtenis werd opgericht: zij zijn naamloos gestorven en gewoon vergeten: zij hadden hun leven geofferd om anderen een comfortabel leven te laten leiden.

Kousbroek: ‘’…laten we het minder over onszelf hebben..’’ 

De schrijver maakt zich zeer kwaad wanneer hij aan juist die gruwelen denkt, gepleegd door monstrueuze medeburgers vóórdat de 2e WO begon. Kousbroek fulmineert: Het waren juist die mensen die, eenmaal geïnterneerd door de Japanse bezetter, de grootste bek hadden in het Jappenkamp (waar de schrijver zelf ook gevangen zat). Het waren die mensen die ook de grootste klagers waren hoe zij door de Japanse bezetter werden behandeld, onder andere bij de aanleg van de Birma Spoorweg. Beide gebeurtenissen waren even misdadig, ernstig en mensonterend.

10897267894?profile=original10897268488?profile=original

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Juli 2013-07

Pjotr.X.Siccama

10897264495?profile=original

 

Schrijf U vandaag nog in 

Ook kunt het inschrijfformulier aanvragen info@icm-online.nl of direct via deze site inschrijven
U bent € 50 verschuldigd als deelnemer ACTW66, en U heeft 1 jaar gratis een ICM Abonnement en toegang tot ons Video-kanaal, het  enige Indisch Kanaal !  

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

Wat gebeurde achter de schermen op 22 april 2016 jl, ICM Jokowi informeerde over het traktaat van Wassenaar?

10897339297?profile=original

Eerst zet de redactie twee staatsschulden op een rij in verhouding tot het aantal inwoners. Succes voor president Jokowi (president van Indonesie)  wist in 1 jaar tijd de staatsschuld te laten groeien van $214 miljard (2015) naar $236 miljard (2016) t.b.v. de  economische groei  van 7,8 % te bereiken. Dit is dan $22 miljard in 1 jaar tijd. 
Nederlandse  staatsschuld groeit per dag €70 miljoen! Dat is per jaar ca $26 miljard. Nederlandse  schuld bedraagt momenteel is ca $600 miljard, met economische groei van nog geen 1,1 %. Doet Jokowi het beduidend beter, of komt dit door de strategie waar o.a. het Jakarta Baru Master plan aan ten grondslag ligt. 

Ook om te vermelden dat de VNL was die met een voorstel kwam omdat er geen rente hoeft te worden betalen conform ECB om deze meevaller in te zetten voor de oudjes, de zorg ..... Niet zoals media weer liegt dat door economische meevallers. Complimenten aan Joram Klaver van de VNL, even terzijde .....

Even terug uit andere vorige media berichten:

10897268475?profile=original

Rutte had Jokowi toegezegd het project kustbescherming, waterprobleem en landwinning in de vorm van garuda te ondersteunen. Plus daarbij dat Rutte dit a.s. november in Jakarta samen met Jokowi wilt gaan bespreken (Ahok en Aboutaleb zullen er bij zijn).  Na deze toezegging maakte Jokowi prompt bekend op de media dat de Indonesische regering het project kustbescherming, waterprobleem en landwinning zal overnemen! Of komt dit ook niet eerder door de ICM persverklaring waarin duidelijk stond vermeld dat de regie bij de private investeerders zijn belegd.

Als voorschot was €600 miljoen van de min van ontwikkelingssamenwerking aan Jokowi tijdens zijn bezoek in april  jl. geschonken, tegelijkertijd uit handen van ICM editor aan Jokowi een persverklaring werd overhandigd namens ICM lezers, abonnees en ondertekenaars van de petitie Verdrag Traktaat van Wassenaar. Waar de netelige Indische zaken mede onder de aandacht zijn gebracht. Gekscherend genoeg zwijgt de overige media hierover. ( 600 miljoen).

Jokowi heeft veel vertrouwen in Rutte! of niet nu! ...

De vraag is:
Hoe kan een land met 18 miljoen inwoners met staatsschuld van €600 miljard en land met 250 miljoen inwoners en met een staatsschuld van maar  $236 miljard (2016) ondersteunen voor een mega project? Om mee te profiteren aan de economische groei in Indonesië ?

Of  is er iets anders aan de hand ?

10897234678?profile=original

Zou het gaan om al het Indische verleden en andere gevoelige kwestie van beiden te maskeren, en met name het Verdrag van Wassenaar waar van die 689 miljoen ,nog niet bij de Indische Gemeenschap terecht is gekomen, hoe onbetrouwbaar is de NL  Staat dan wel ?


 De planning is dat rapport "uitbetalen traktaat van Wassenaar"  met  de  10.000 handtekeningen uiterlijk a.s. september worden overgedragen aan de Nederlands ambassade in Jakarta plus cc overheden (RI en Ned), dit uit handen van de advocaten van Jakarta om de Nederlandse staat te sommeren tot uitbetaling aan de Indische Gemeenschap voor het verlies van al hun bezittingen in het voormalige Nederlands Indie.

De voorzitter ACTW66 :  "wij praten niet met de NL Overheid zoals Indisch Platform, Jes, Pilta .......... nota bene ook nog contributies innen.  Die niets in die 70 jaren hebben bereikt. Alle hoop en frustraties hebben gebracht binnen de Indische Gemeenschap".

Al eerder had ICM Krant aangedrongen om te procederen.

ACTW66  (Claim Stichting) kiest voor een juridische aanpak met sancties (straf)  voor verduisteren van het geld dat toebehoort  aan die 341.000 gedupeerden  voor periode van 51 jaren. 

Lees verder…
Jakarta - Al 8 miljoen euro van verdachte Nederlandse Maria L. (62) in beslag genomen

door 

JAKARTA

Maria L., de 62-jarige Nederlandse die donderdag vanuit Servië werd uitgeleverd aan Indonesië vanwege een megafraudezaak, wordt beschuldigd van grootschalige corruptie en witwassen. Er is inmiddels voor ruim 8 miljoen aan bezittingen van haar in beslag genomen.

Dat werd vrijdag bekendgemaakt op een speciaal belegde persconferentie door Listyo Sigit Prabowo, hoofd van de Indonesische criminele inlichtingendienst. Het nieuws over L., die vanwege een internationale signalering werd gearresteerd toen ze vanuit Nederland naar Servië reisde, is breed uitgemeten.

Het lijkt erop dat de vrouw een kapitale fout heeft gemaakt door zich veilig te wanen in het Oost-Europese land, dat geen uitleveringsverdrag met Indonesië heeft.

Door diplomatiek overleg op het allerhoogste niveau, waarbij zelfs president Aleksandar Vučić betrokken was, is ze toch in Jakarta aan de Indonesische autoriteiten overhandigd. Justitie in het Aziatische land maakte naar eigen zeggen al zeventien jaar jacht op de ’superfraudeur’.

Tweemaal, in 2010 en 2014, werd Nederland aangespoord haar uit te leveren, maar die verzoeken waren tevergeefs. „Nederland levert geen eigen onderdanen uit”, bevestigde een woordvoerster van het ministerie van Justitie en Veiligheid al.

L. zou Indonesië zijn ontvlucht kort voor ze in 2003 werd verdacht van de megafraude, die in totaal om zo’n 175 miljoen euro draait. Via vervalste documenten zou ze via de Bank Nasional Indonesia aan het enorme bedrag aan leningen zijn gekomen. De andere hoofdverdachte in de zaak kreeg in 2005 levenslang.

Lees verder…
Kami Bersiap’ het synoniem van de genocide 1946, 1947, en 1948
Waarheen met de Gouden Koets
10897429053?profile=original

Discussie over paneel op rijtuig met koloniale afbeelding vlamt op

Even leek de heisa over de Gouden Koets geluwd, maar onder het Black Lives Matter-gesternte vlamt de discussie over het rijtuig met een koloniale afbeelding op de linker flank als vanouds op. Tot dusverre was het uitgangspunt dat de koets na zijn jarenlange restauratie gewoon weer dienst zou gaan doen. Maar rondom die rentree ontstaat inmiddels steeds meer mist.

’Fuck VOC’, wordt er eind juni met rode graffiti-letters op het standbeeld van Johan van Oldenbarnevelt aan de Haagse Hofvijver gekalkt. En: ’Kami Bersiap’, een leus die zoveel betekent als ’wij staan paraat’ en verwijst naar de Bersiap, de uiterst gewelddadige periode in de Nederlandse en Indonesische geschiedenis. Actiegroep Aliansi Merah Putih toont zich in een verklaring trots op de bekladding. „Wij zullen al jullie geliefde standbeelden gelijk maken met de kleur van de grond tijdens de Banda-moorden. Zolang de Gouden Koets zich vertoont met schilderingen van Afrikaanse en Javaanse slaven die gunsten bieden aan een witte koningin vallen wij koninklijke erfgoederen aan”, luidt de boodschap.

De pro-Indische activisten zijn niet de enigen die momenteel fel van leer trekken tegen de Gouden Koets. Historicus en docent koloniaal verleden Karwan Fatah-Black springt op de golf waarop de Black Lives Matter-beweging momenteel surft door handtekeningen te werven voor een anti-koetspetitie. Het manifest moet ervoor zorgen dat het historische rijtuig nooit meer terugkeert als vervoersmiddel van koning Willem-Alexander en koningin Máxima op Prinsjesdag. In een slavernijmuseum ermee, oppert Fatah-Black.

Al eerder wolkte de discussie over de Gouden Koets op. In 2011 zijn het Kamerleden Harry van Bommel (SP) en Mariko Peters (GL) die koningin Beatrix oproepen om een onderdeel van de koets te verwijderen. Steen des aanstoots? Het linker zijpaneel van het uit 1898 stammende gulden rijtuig. Daarop staan mensen geschilderd uit de Nederlandse koloniën die goederen brengen aan een vrouw op een troon.

De ophef omtrent de koets stuit de Leidse emeritus hoogleraar geschiedenis Piet Emmer tegen de borst. Hij waarschuwt voor het groeiende onvermogen van sommige vakgenoten en protestgroepen om zaken, zoals de koetsschildering, in historisch perspectief te plaatsen. „Ik sta elke dag verbaasd over het gebrek aan historische distantie. Ik snap niet dat mensen niet begrijpen dat in het verleden onze maatstaven anders waren. De huidige morele standaarden mag je niet op het verleden plakken”, vindt hij.

Symboliek

Hoewel hij eigenlijk weinig op heeft met het koningshuis, vindt hoogleraar Emmer de Gouden Koets een prachtig voertuig vol symboliek. Het paneel ’de Hulde der Koloniën’, waar zoveel reuring om is, is slechts een van die symbolen en wordt door velen slecht begrepen, vindt hij. Want het paneel verheerlijkt zijns inziens niet het slavernijverleden, zoals sommigen beweren. „De koloniale onderdanen betalen belasting in natura, in ruil voor beschaving. Het boekje dat ze op de afbeelding ontvangen staat voor onderwijs.”

Emmer vreest dat de koets door actiegroepen worden gebruikt ’als stormram om hun huidige positie te verbeteren’. „Misschien zelfs wel om herstelbetalingen te eisen”, zegt hij. „Je moet juist niet van alles uitwissen. Het is belangrijk dat mensen in ons dagelijks leven kunnen blijven zien dat het verleden soms absurd was, een tijd waarin we absurde dingen deden.” Helemaal gerust is hij daar niet op. Zeker niet als premier Rutte begin deze maand in de Tweede Kamer iets zegt over de Gouden Koets.

Het gebeurt op 1 juli in het allerlaatste staartje van het grote racismedebat. Urenlang is er gedebatteerd over onderwerpen als excuses voor ons slavernijverleden, Zwarte Piet en institutioneel racisme. Murw van de marathonsessie hangen veel Kamerleden in hun stoel. Het is het moment dat premier Rutte kiest om iets over de Gouden Koets te zeggen.

„Voorzitter. Ik kom bij de laatste vraag, over de Gouden Koets. Die wordt in zijn geheel gerestaureerd. We gaan niet de geschiedenis herschrijven, zoals ik eerder ook heb gezegd, door bepaalde onderdelen te verwijderen of wit te lakken.” Maar de premier benadrukt vervolgens ook dat het ’belangrijk’ is dat het ’cultuurhistorische object in z’n context wordt geplaatst en dat uitleg wordt gegeven.’ „Het ligt zeker in de rede om dat allemaal te doen als de restauratie klaar is. Hij wordt nu gerestaureerd. Er is nog geen besluit genomen over het toekomstig gebruik.”

De uitlatingen van Rutte doen meerdere mensen de oren spitsen, zo ook voormalig D66-leider Alexander Pechtold, die zich als Kamerlid inzette om de kosten van de koetsrestauratie zo laag mogelijk te houden. „Geen besluit over toekomstig gebruik, zegt Rutte? In mijn hele beleving zou dat ding gewoon weer gaan rijden. Als dat niet zo was, waarom zouden we dan zoveel geld steken in die hele restauratie, van het opknappen van de wielspaken tot het kapok in de bekleding aan toe?”

Ook SP-Kamerlid Ronald van Raak reageert verbaasd. „Zover ik weet, zou hij gewoon terugkeren.” PVV-collega Martin Bosma: „De belofte was altijd: gewoon rijden. Maar toen de Gouden Koets zo lang in restauratie ging, voelden velen al wel nattigheid.”

Een bron uit een coalitiepartij zegt dat het op departementen al langer rondzingt dat de koets na de opknapbeurt vast naar een museum gaat. „Ik denk dat dat wel gaat gebeuren, maar niemand wil het hardop zeggen.”

CDA-Kamerlid Van der Molen wijst erop dat premier Rutte het in zijn uitlatingen over de koets waarschijnlijk niet over zichzelf had, of over het kabinet, maar over de koning. „In casu de Gouden Koets is het de koning die een afweging moet maken.” Navraag bij koningshuisbronnen bevestigt dat. Het werkt zo: de koning gaat volgens de regels over zijn eigen woon-werkverkeer. En daar valt – raar maar waar – ook de Gouden Koets onder.

De hamvraag is dus, wat gaat de koning doen? Op de website van het Koninklijk Huis staat het volgende: „In 2016 is begonnen met de restauratie, die een aantal jaren in beslag zal nemen. Tot de Gouden Koets weer gereed is voor gebruik, wordt met Prinsjesdag de Glazen Koets ingezet.”

De tekst wekt de suggestie dat na de restauratie van de Gouden Koets de tijdelijke Glazen Koets weer op de reservebank mag. Het is iets waar Kamerlid Van der Molen wel voor voelt, maar hij laat dat besluit aan de koning. „De koning zal zijn vingers heus niet in zijn oren steken”, verwacht de CDA’er die daarmee doelt op de kritiek van de afgelopen jaren op het koetspaneel. „We moeten ruimte geven aan de koning om een afweging te maken.”

Polderoplossing

De Rijksvoorlichtingsdienst houdt de kaarten tegen de borst. „Op dit moment wordt de Gouden Koets gerestaureerd. Er wordt nog niet ingegaan op de toekomst.”

Emeritus hoogleraar Emmer denkt dat het op een typisch Nederlandse polderoplossing zal uitdraaien, een mix van meer educatie over de koets maar hopelijk ook nog de bij velen geliefde plek in de Prinsjesdag-optocht. Een pensioen in een museum ziet hij als verkwisting. „De koets wordt nu voor zo’n 1,2 miljoen euro gerestaureerd. Dat hadden ze dan net zo goed kunnen laten zitten.”

I

ICM redactie.

Eindelijk na vele publicaties van ICM gedurende dit laatste 20 jaar dat Nederland kleur gaat bekennen. Ik spreek dan over de collega-redacteuren en journalisten, die voortdurend de verkeerde feiten ruim 70 jaar aan het op ratelen waren.  Politiek, Overheid en de Omroep weten als geen andere dat zij het Volk bewust op het verkeerde been zetten. Nu via het Internet wordt alles ontbloot, dus ook de vreselijke oorlogsmisdaden die Nederland en Kon. Huis op zich hebben.  Onder het kopje politionele acties wordt de periode in het verlengde van de Bersiap geplaatst.  

Nee, weer gaat Nederland politiek, Overheid en de Omroepen & Media in de fout. Kabinet, Tweede Kamer en het Volk stonden unaniem achter het besluit voor militaire ingrijpen. Minister President Drees was hier tegen, die avond om het beven uit te vaardigen nam hij zijn ontslag.  Immers het Voormalige Indie werd door de nieuwe regering ede republiek indonesia in 1945 uitgeroepen, en door de hele wereld erkend.  Nee, weer een dramatische Kabinet, en politieke besluit, die 500.000 eigen staatsburger het leven in hel letterlijk in een hel stortte. De rest kent u als Nederlander. 

Bij dit dramatische besluit met gevolg dat ruim 200.000 onschuldige Indonesische burgers werden afgeslacht. De Kampongs (Indonesische wijken) werden met vlammenwerper afgebrand.  Wat Nederland nog meer aan schade heeft toegebracht is het leven / het bestaan van hun eigen burgers. Ruim 500.000 met een Nederlands paspoort die daar zijn geboren uit Hollandse / Europese ouders. Het bestaan van deze 500.000 Nederlandse Indische burgers ging 1 keer in vlammen op.  De Bersiap strijders werden nu verstrekt door de nabestaande van de 200.000 vermoorden. 

Deze 500.000 Nederlandse Indische burgers die hun levensbestaan in vlammen op zagen, hoopten dat NL - Regering bij hun zinnen kwam, en zoals PM Drees wilde praten met vredige oplossing zonder geweld. 1947 - 1962 is een ramp geweest voor de NL- burgers, wel heel ver van Nederland. Net zoals de Groningers nu door Nederland zijn behandeld.  Met groot verschil de Groninger heeft nog zijn bestaan, zijn leven en zijn huis, en er is een schadevergoeding.

Die 500.000 Nederlandse Indische burgers hebben hun leven bestaan moeten opgegeven, hebben van 1947 tot 1962 nooit die bescherming gehad van Nederland. In 1959 zijn er nog zo,  3000 vaders vermoord. Huis, hun onderneming zijn kwijt. Hals over kop werden ze het land uitgezet, door het onhandige politieke bedrijf in Nederland,. Ja van politiek moeten wij het hebben. 

SCHADE, alles hebben deze Nederlandse Indische burgers zelf moeten betalen om naar Nederland te komen,.Het verblijf etc. etc.

COMPENSATIE  Soekarno, Hatta en Soeharto hebben ruim gecompenseerd in 1950-1956 werd 4,5 miljard betaald een het Ministerie van Financien van Minister Hoekstra. Drees vroeg 6 miljard. Uiteindelijk via een onrechtmatig verdrag werd alle bezitten/eigendommen van de 500.000 Nederlandse Indische Burgers afgekocht.  

De NL Staat heeft niets meer te vorderen, die heeft voor de inval van de Jappen eerst het geldkistje leeg getrokken, dus  waar die 500.000 burgers over belasting heeft gehaald, dan de hele goud voorraad weggesluisd naar Australie en uiteindelijk naar de VS. Gekscherend genoeg, vond de Nederlandse Bank veiliger om toch maar Amsterdam te brengen. Dit na een onderzoek van Journaliste Griselde Molemans tegen GOUD stuitte. 

Goud voorraad dient als dekking van begroting van een regering.

 

Geen 1 euro hebben deze 500.000 Nederlandse Indische burgers gezien tot het heden, de hoop van dit instituut dat ze allemaal dood zijn, ja die vlieger gaat hier niet op. Op deze vordering/schuld van de NL Staat rust het erfrecht op, is immers familie-bezit van onze ouders.. 

Nederlandse Staat dit staat u te wachten, en alle bewindvoerders U blijft medeplichtig omdat U 70 jaar is gegund om deze Nederlandse Indische zaken recht te trekken, beseft U dat goed, en blijft behoren tot een  organisatie die criminele misdaden 70 jaar heeft gepleegd.

Met Uw excuses en teruggeven van alle gelden van onze ouders, kan u op clementie rekenen van de  hele wereld om U heen.

.

Wij menen aantoonbaar dat de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor schade tegenover de 341.000 Indische Nederlanders, om drie redenen.

  1. Gebrek aan bescherming Nederlandse burgers/onderdanen;
  2. Onrechtmatige overheidsdaad ten opzichte van Nederlandse burgers;
  3. Traktaat van Wassenaar, vernietigbare/ onrechtmatige overeenkomst.

WORDT VERVOLGD

 

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives