Alle berichten (2882)

Sorteer op

Nieuwe, oude liefde geeft JUSTINE (61) nieuw leven

Nieuwe, oude liefde geeft JUSTINE (61) nieuw leven

Zangeres dacht altijd alleen te blijven:

JUSTINE PELMELAY had zich net neergelegd bij het idee altijd vrijgezel te blijven toen een telefoontje van een oude bekende haar leven op zijn kop zette. Een man die zij al 46 jaar kent is nu haar nieuwe liefde. Jong geluk dat echter nu al door ziektes wordt bedreigd...

Ze kende in de liefde de nodige tegenslagen en Blijf zoals je bent, de Eurovisie Songfestivalklassieker waarmee JUSTINE PELMELAY (61) zichzelf in 1989 op de kaart zette, was bij haar minnaars meestal tegen dovemansoren gezegd. Maar de zangeres gaf nooit op en heeft een nieuwe liefde die ze deze week trots aan PRIVÉ presenteert.

Na twee mislukte huwelijken en een paar andere escapades heeft JOHN BLIJLEVEN (66) haar bestaan positief op zijn kop gezet en in elk geval voor de zangeres doet hij zijn naam eer aan.

Berichtje 

Justine: „Mijn laatste relatie eindigde zes jaar geleden en eigenlijk was ik ervan overtuigd dat een nieuwe er niet meer in zou zitten. Hoe meer ik me daar ook op instelde, hoe beter het vrijgezellenleven me ook afging.”

Het was vooral haar gezondheid die haar in de weg zat. Door een beenmergziekte was Justine lang aan huis gekluisterd. Positiviteit en energie haalde ze uit haar werk als studiozangeres, maar dat viel dit voorjaar ook in een klap allemaal weg. „Al acht jaar loop ik ziekenhuis in, ziekenhuis uit. En ik was net terug van weer een bloedtransfusie, toen ik mijn gsm zag oplichten en een berichtje kreeg van een nummer dat ik kende. Of ik met hem wilde praten. Ik had jaren niets van hem gehoord, maar ik heb hem direct gebeld en we hebben diezelfde avond tot drie uur ’s nachts met elkaar aan de telefoon gezeten!”

De twee blijken zelfs heel ver terug te gaan. De latere Songfestivaldeelneemster was 46 jaar geleden verkoopster bij Blokker, waar John als etaleur werkzaam was. „Eens in de drie weken kwam hij langs bij ons filiaal en ik weet nog dat hij toen altijd al indruk op me maakte. Het was een prettige verschijning, zeg maar. Nee, we hadden niets. Dat kon ook niet. We waren allebei bezet en een halfjaar na onze eerste ontmoeting in de winkel trouwde hij, dat weet ik nog. Toch bleven we nog jaren contact houden, hij was een soort klankbord voor me.”

John: „Ik ben zelfs op haar tweede bruiloft geweest.”

Somberheid

Het lange, nachtelijke telefoontje kreeg al ruimschoots vervolg. Justine: „Ik noem hem nu mijn redder. Ik denk dat ik midden in de coronacrisis werkeloos in mijn somberheid was weggezakt als hij niet net op dat moment contact had gezocht. Ik ben een blij mens.”

Toch zijn er ook donkere wolken die het jonge geluk bedreigen. Justine heeft haar gezondheidsproblemen en ook John wordt behandeld tegen een ernstige ziekte. „Toch staan we positief in het leven”, vertellen ze woensdag samen in de nieuwe editie van weekblad PRIVÉ, waarin ze hun indrukwekkende verhaal doen.

Lees verder…

ICM ARCHIEF :  Open brief aan Pieter Omzicht

Kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie

10897429499?profile=original

Geachte heer Omzicht,

Aller eerst onze felicitaties voor het behaalde resultaat.

 

Terecht de stem van de CDA - leden. Als redacteur kan ik u zeggen dit wat Uw leden laten zien zal het algemeen beeld worden bij de verkiezingen. Toch mooi dat een CDA een dergelijk talent in haar partij heeft. Geen woorden maar daden, en niet de praatjes Forum van Demogratie, PVV, GroenLinks, die geen gaatjes vullen, en ook onze Henk Rol, die niets voor de ouderen heeft gedaan. Vooral een Jesse Klaver, en een Jette met hun klimaatakkoorden kunnen wel gelijk hun bezem gaan inpakken.

 

Ik zat bij seminar voor journalisten, en onze Reiner van Zutphen van de Ombudsman gaf schitterende praktijkvoorbeelden hoe leden van de Tweede Kamer steeds verder af staan van de burgerij, en dan nog durven te noemen dat ze Volksvertegenwoordigers zijn, terwijl geïnstitutionaliseerde discriminatie nog steeds verankerd ligt bij de ambtenaren van de departementen, en Ministeries, kijk naar de 500.000 Nederlandse Indische Burgers hoe deze zijn behandeld in die 70 jaar.

 

  Mijn persoonlijke mening,

  Discriminatie ligt bij de mens. Je identificeert jezelf met de groep waar je denkt thuis te horen. Dus onbewust doet iedere mens.   Ook binnen Ministeries bij de ambtenaren, spreek men van bedrijfsculturen. Je hoort er bij of niet!

 

Terugkomend op Reiner van Zutphen,

 Heel veel commissies heeft VWS ingesteld om alleen al de feiten van de 500.000 Nederlandse Indische Burgers over de periode 1941-1945, 1946, en 1947-1962 onder het tapijt te vegen.  Nooit is puur hiernaar een onderzoek ingesteld zover mij bekend. 

 

Later wordt hierop teruggekomen, eerst onderstaande ingezonden stuk van een ICM abonnee, dat op 2 juni met een open brief aan uw collega Klaas Nijhof werd verstuurd.

__________________________________________________________________________________________________

Kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie

 

Rutte komt zelfs met nieuwe inzichten t.a.v. Zwarte Piet; Grapperhaus en Halsema vechten elkaar de tent uit: het zijn hypocrieten pur sang met een slecht historisch besef....

Als voormalig kolonisator deed NL niet anders; kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie.

 

Het repressieve beleid was gericht op uitbuiting en achterstelling. De koloniale samenleving was immers een gelaagde samenleving met een "witte bovenlaag".

Wij Indo's (Nederlandse Indische Staats Burgers)  hadden maar 1 optie: je zo snel mogelijk aanpassen aan die blanke bovenlaag (culturele en intellectuele aanpassing); die grondhouding tref je tot heden nog steeds aan door die ingebakken autoriteitenvrees en dodelijke beleefdheid ("ja, meneer; nee, meneer, heeft u goed geslapen, meneer?"). Ze kunnen je immers maken en breken....

 

Het instrumentarium is altijd heel creatief en uitgebreid aanwezig in het ambtelijk apparaat structureel en systematisch verankerd in regels, wetten en procedures...,

Na meer dan 300 jaar kolonialisme is het daarom naïef te denken dat het uit het DNA van deze wereldberuchte slavenhandelaren zou zijn weggezuiverd.

 

Wellicht ligt deze discriminatie ook ten grondslag aan het feit dat onze KNIL-militairen nimmer hun achterstallig loon hebben gekregen......!   Periode 1947 tot 1962  de 341.000 Nederlandse Indische Burgers nimmer  is  uitbetaald voor het verlies van al hun bezittingen, terwijl nadrukkelijke de republiek Indonesië het bedrag aan Nederland heeft betaald!(discriminatoire achterstelling: een wettelijke grondslag cq rechtstitel voor deze discriminatie is er immers niet).

In sociaal opzicht werd deze constellatie in Holland zelfs nog uitgebreid door de mensen hier uitgedragen in de 50er jaren: Ik en menigeen werden toen nog uitgescholden voor poepchinezen, die moeten oprotten naar hun eigen land (sic), en dat ons eten zo stonk, etc.etc. 

Aan den lijve ondervonden; later in de 70 jaren werd mij tijdens een sollicitatiegesprek een compliment gegeven, dat ik zo goed Nederlands sprak...... Koopman of Dominee: ze zijn niet te vertrouwen. Belanda Boesoek is een gevleugeld gezegde in vml. Indië; heb ik nooit kunnen vergeten als ik die boeren zie.

 

Nu blijkbaar de geesten rijp zijn; lijkt mij dit onderwerp zinvoller ons "oudzeer" nu eens in dit licht te (her)zien.

_____________________________________________________________________________________

Tot orde van de dag.

Onderzoekrapport naar tegoeden

particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in Indie 1940 -1958

Rapport is te vinden op https://st2.ning.com/topology/rest/1.0/file/get/3036571320?profile=original

Rapport van Gaalen op pagina  11 stelt;

 dat tot op heden niet voldoende in beeld is gebracht  voor  de gedupeerden, als volgt  te lezen als  341.000 Nederlandse Indische burgers,  en roept nog steeds vragen op. Gaat om problematiek waar nauwelijks onderzoek is gedaan.  Vanuit de politieke en militaire geschiedschrijving zijn de jaren 1941 – 1950 redelijk in beeld gebracht,  vanuit economische - en  optiek financiële niet bestudeerd.

Rapport van Gaalen op pagina 13 stelt ;

wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel. Wat was het gevolg of gevolgen  door het gevolgde bepleit van de  Overheid voor de particulieren tegoedhouders.

 

VERZOEK TOT

Daarom al zoals de aanbeveling zeer wijs acht  om hierna een onderzoek naar in te stellen naar "wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel van de 341.000 Nederlandse Indische Burgers.

Namens ICM lezers, en abonnees.

Lees verder…

Mark Rutte in landsbelang.

10897374287?profile=original10897375078?profile=original

10897375271?profile=original

Mark Rutte in landsbelang.

In landsbelang predikte Mark Rutte bij het programma van zondag jl. bij Paul Witteman.  Landsbelang was de Bijbel toen al van zijn voorgangers in de kabinetten van Drees, en onze "diplomaat" Luns, niet alleen de uitlatingen maar ook daar naar handelen. Als een virus werd het "landsbelang" besmet door de kabinetten daterend uit de jaren veertig tot nu Anno 2020.

Landsbelang waar bij het VOC - model alleen het geld , cijfers centraal staat  boven het humane, te scharen onder de economie. Dit alleen om die NL-  Overheid die luxe te verschaffen, waar de burgers letterlijk voor moeten bloeden.

Periode 1941 - 2020 de Indische geschiedenis op een rij hoe de Nederlandse Indische burgers hebben mogen bloeden;

  1. In landsbelang verklaarde de NL- regering door Koning Wilhelmina Japan de Oorlog.
  2. In het landsbelang veranderde het leven van de 341.000 Nederlandse Indische burgers van de ene op de andere dag  letterlijke  in een hel, met lange oorlog 1941 - 1962.
  3. In het landsbelang werden ze gevangen genomen en naar kampen getransporteerd.
  4. In het landsbelang werden hun huizen, tegoeden en bezittingen in beslag genomen, eerst door de Jappen, later door Soekarno.
  5. In het landsbelang werden de Nederlandse Indische Burgers door het Australische- , Engelse - en Indiase legers bevrijd, nergens was het KNIL te bekennen
  6. In landsbelang werd na de capitulatie weer  eens 100.000 militairen  in 1947 en 1948  gestuurd niet om hun onderdanen te beschermen die  door het Japanse leger werd beschermd tegen de permuda's, maar om de ondernemingen terug te vorderen.
  7. In landsbelang werden de er 100.000 militairen in 1947 en 1948 gestuurd, terwijl de republiek als zelfstandig is. onder het mom Politionele acties. 200. 000 Indonesische burgers werden vermoord. Als tegen reactie werden na deze oorlogsmisdaad, tussen 10.000 -30.000 Nederlandse Indische burgers vermoord, nergens in de media, geschiedenisboeken zijn deze oorlogmisdaden te lezen.
  8. In landsbelang werden de 341.000 Nederlandse Indische Burgers het land uitgezet door Soekarno, met verlies van al hun bezittingen / tegoeden. Met dank aan Kabinet Drees, Tweeden Kamerleden en het Volk die kozen voor militaire ingreep, terwijl Minister President Drees hier tegen was.
  9. In landsbelang werd van de republiek Indonesië 4,5 miljard plus 600 miljoen ontvangen die bedoeld en bestemd zijn voor die 341.000 Nederlandse Burgers. ( Zie Noodwet uitgeroepen door Soekarno en Traktaat van Wassenaar.
  10. In landsbelang werden  die 341.000 Nederlandse  Indische  Burgers  door de NL - overheid anno 2020 nog steeds niet  uitbetaald, gelden /kapitaal over hun verloren begane bezittingen, die de republiek aan Nederland betaalde. Waarde nu 17 miljard.
  11. In landsbelang werd dit gelden gebruikt voor de wederopbouw. 
  12. In landsbelang werd voor aanvang van de Tweede oorlog de goudvoorraad die begroting van de Indische economie dekte maar al vast ontrokken, naar Australië gebracht en uiteindelijk vast locatie in New York.
  13. In Landsbelang werden de gelden in het voormalige Indië van banken, verzekeringen en multinationals doorgesluisd  naar de Holdings in Nederland.
  14. In het landsbelang werden die 500.000 onderdanen niet toelaten in Nederland, VS heeft hier moeten optreden.
  15. In het landsbelang niet te compenseren voor het verlies van hun boedel.
  16. In landsbelang de vluchtelingen / repatrianten zelf hun reis, pensioen, en herinrichtingskosten te laten betalen, terwijl Drees en Luns hiervoor het bedrag van 4,6 miljard plus 689 miljoen ontving van Soekarno en Hatta. 
  17. In landsbelang stelde Drees, en Luns de Indische gelden te investeren in de opbouw en de economie
  18. In landsbelang stelde de Nederlandse Bank  in 2017 om het Indisch goud vanuit New York naar Amsterdam  te halen, nadat een journaliste bij haar onderzoek op het Indisch Goud stuitte.
  19.  In landsbelang stelde  VWS voor om  Onderzoekrapport naar tegoeden particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in Indie 1940 -1958 klik 

  20. In landsbelang stelde  nam MIN. VWS het rapport in ontvangst met de volgende aanbevelingen : 

    Rapport van Gaalen op pagina  11 stelt;

     

     dat tot op heden niet voldoende in beeld is gebracht  voor  de gedupeerden, als volgt  te lezen als  341.000 Nederlandse Indische burgers,  en roept nog steeds vragen op. Gaat om problematiek waar nauwelijks onderzoek is gedaan.  Vanuit de politieke en militaire geschiedschrijving zijn de jaren 1941 – 1950 redelijk in beeld gebracht,  vanuit economische - en  optiek financiële niet bestudeerd.

     

    Rapport van Gaalen op pagina 13 stelt ;

     

    wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel. Wat was het gevolg of gevolgen  door het gevolgde bepleit van de  Overheid voor de particulieren tegoedhouders

Waarvan Akte Drees, Luns en Rutte.

.

 

Lees verder…

10897361683?profile=originalRudy Kousbroeks “Kampsyndroom”.

Besproken door Pjotr.X. Siccama / deel 3.

 

In een hoofdstuk wijdt Kousbroek aandacht aan de meeest gruwelijkste wreedheden die op DELI in Sumatra plaats vonden.

De passages daarin beschreven zijn té gruwelijk om hier in een paar zinnen te beschrijven. Ik raad de lezer daarom ook aan om zelf hiervan kennis te nemen.

 

Op school leerden we nauwelijks over de geschiedenis die met het voormalig Nederlands Indië te maken had. Alles wat met slavernij, uitbuiting, en sociaal onrecht te maken had, werd doodgezwegen: het blijkt een aaneenschakeling van een strict gestructureerde socio(cultuur)politiek te zijn geweest: een grote leugen in een land van list en bedrog. Mensen waren rechteloos en onbeschermd, terwijl er wel degelijk een wet was om uitwassen van welke aard ook te voorkomen. Die immoraliteit van heel het koloniaal bewind maakt de schrijver uitermate nu nog kwaad en terecht.

Kousbroek had het over een van de grote wingebieden in de Archipel: noord en oost van Sumatra, waar de afschuwelijkste misdrijven hadden plaatsgevonden. Maar ook op andere plaatsen (Kousbroek: cit.’’ook bij de Staats en kolenmijnen was het ten hemel schreiend () sterftecijfer bedroeg 37% ..”) Ze waren zo ernstig van aard, dat ik het niet voor mogelijk hield: monstrueus is nog bescheiden uitgedrukt: in elk geval werd ik al lezend met mijn neus op de feiten gedrukt en ben (misselijk van schaamte) en nu net als Kousbroek woedend.

Op het eiland Java van waaruit het enorme gebied werd bestuurd, hoorde men bijvoorbeeld helemaal niets van de mistoestanden in andere wingebieden. En daar begon de ellende al van het onthouden aan het grote publiek van de informatiestroom uit die gebieden. Die was er gewoon niet. Men moet zich voorstellen dat waar Kousbroek over heeft, het begin van de 20ste eeuw was en publicatie, laat staan voorlichting aan de bevolking opportuun noch prioriteit was. Het koloniaal bestuur keek wel uit, omdat ze best wisten dat gestructureerde uitbuiting door mensen en ondernemingen aan de orde van de dag was. Neen, men verkoos liever om situaties die het daglicht niet konden verdragen intern door ambtenaren te laten onderzoeken. Men kon dan “intern de nodige maatregelen nemen”; een eeuwigdurend “jam karet” (voortdurend tijd rekken) volgde dan, zoals altijd daar te doen gebruikelijk was. Deze onderzoeken overigens werden bij voorbaat in het geheim gehouden en altijd uitgevoerd in algehele duisternis.

En juist in het gebied waar Kousbroek over schrijft, werd er een justitieel ambtenaar verzocht door de Gouverneur Generaal in de persoon van J. Rhemrev  (omgekeerde naam voor Vermehr), om misstanden (ongetwijfeld na ernstige druk geworden interne informatie) ter plaatse te onderzoeken. Een saillant detail, waar Kousbroek ook zijn vraagtekens bij heeft gezet was de keuze van de GG, om uitgerekend deze ambtenaar van justitie Rhemrev het onderzoek te laten doen. Citaat: “Ik ben er niet zeker van dat Rhemrev niet opzettelijk voor de wolven werd gegooid”. (einde citaat). Kousbroek vroeg zich af of de keuze een teken van moed of verlichting was om de opdracht tot onderzoek aan een Indo te verlenen.

De vraag is waarom hij dat vindt. Eerder zei hij dat (vermoedelijk) een bewuste poging was om het onderzoek zo weinig mogelijk kans te geven. Maar waarom? Rhemrev had de opdracht tot in alle bijzonderheden uitgevoerd, mag worden verondersteld. Of hij als 1ste luitenant bij de Infanterie in het KNIL (en ambtenaar op Justitie, nog maar een broekje in het justitieel apparaat en uiteraard onervaren) onder meer ook deelgenomen had deelgenomenaan de gevechtshandelingen tijdens de politionele acties is niet verder bekend (zie foto). Niettemin stierf Rhemrev tijdens de politionele acties in 1948.

Er moet iets anders gespeeld hebben in de gecompliceerde koloniale bestuurstructuur. Zou het hier wellicht gaan om het afschuiven van interne verantwoordelijkheid? (het verhinderen van promotiekansen om er nog een te noemen?) Lag het mogelijk aan de (in)competentie van deze ambtenaar of de inschatting dat bij voorbaat het tot niets zal leiden?

Het rapport werd, in elk geval, nadat het was afgerond de gouverneur van Nederlands Indië aangeboden, die op zijn beurt, zeer waarschijnlijk onder embargo(?) of in elk geval geconsigneerd, voorzien van aantekeningen (mag worden aangenomen) van de gouverneur zelf naar de minister (en het Nederlands Kabinet) verzonden. De ontzetting bij de minister (en het kabinet) was groot en moest hen hebben overdonderd nadat de inhoud van het vernietigend rapport hen bekend was. De verantwoordelijke minister weigerde vervolgens dit rapport aan de leden van het Nederlands Parlement ter inzage te geven omdat hij grote rellen vreesde

 (in zo’n situatie zou heden ten dage de minister direct moeten aftreden.)

 

De constateringen in het onderzoeksrapport bleken juist te zijn en Rhemrev had zijn taak degelijk vervuld. Ik vind daarom, dat het in dit geval geen sprake is van een gewoon intern incident, maar eerder van een koloniale en bijzonder ingewikkeld geworden bestuurscultuur, die toen gangbaar en gebruikelijk was, met inbegrip van onderlinge sociale verschillen en tegenstellingen.  

Het Rhemrev-rapport, daarin werden deze gruwelijkheden tot in details beschreven en de Nederlandse bevolking heeft er nimmer van geweten.

10897267082?profile=original

Werknemers op Deli-onderneming(en) in de 30/40-er jaren van de vorige eeuw.

 

Hartverscheurend vond ik het verhaal in het boek van Chalid Salim, een Indonesische voorvechter van de Indonesische onafhankelijkheid die in Den Haag in 1985 overleed. Kousbroek noemt deze man: “Djago”, wat in het Indonesisch: “de geweldige” betekent. Deze man werd  voor zijn nationalistische activiteiten in een Nederlandse interneringskamp (Boven Digoel) op Nieuw Guinea (waar ook Mohammed Hatta, Sharrir en later ook Sukarno zaten) gevangen gehouden (trouwens zonder enige vorm van proces) onder erbarmelijke omstandigheden. Een Indonesische man die een hoge en volledig Nederlandse opleiding had genoten, bij wie thuis gewoon Nederlands werd gesproken en in zijn gevangenschap zonder twijfel nog Hollands dacht.

Volgens D. Koch “was het, het noodlot van het Nederlands bewind over Indonesië, dat het zich in toenemende mate de nobelste geesten onder de inheemse bevolking tot vijand maakte”.

Het is waar en zeer nobel van de heer Koch, maar het is te laat voor al die lovende woorden; eigenlijk is het áltijd te laat.  En onder de nobelste geesten kunnen Soetan Shahrir en Mohammed Hatta onder andere worden geschaard. Wanneer we hun geschriften (Kousbroek weet ontstellend veel over deze Indonesische bijzondere mensen) later nog eens raadplegen, zal menige lezer niet verbaasd staan dat naar mijn idee in al die geschriften mogelijk sleutels bevatten voor een eeuwigdurende vriendschap tussen beide landen, die door anderen en elementen van duistere aard in het

10897267671?profile=original

verleden moedwillig werd gedwarsboomd.

Ik meen te weten dat er slechts twee soorten schrijvers bestaan: de zogeheten blindschrijvers (waar Kousbroek er een paar ten tonele voert) en schrijvers waarvan hun ogen altijd waren geopend, maar hun geschriften nooit werden geloofd en/of gehoord.

Daar hebben wij in het verleden onder elk koloniaal imperium en dus in de wereldcultuur­geschiedenis al meerdere voorbeelden van politieke arrogantie van gezien, waarvan uitkomsten bij voorbaat catastrofaal zijn.

 

Nog even over het trieste verhaal van Chalid Salim in het boek: wilde ik toch  een moment stil staan bij een zin in dit boek en die is het volgende: naar aanleiding van Salims gevangenschap met andere revolutionairen op Nieuw Guinea (o.a. Dr.Tjipto Mangoenkoesomo) kwam de vraag op (in gesprekken mag worden verondersteld): Wat zij dan wel gedaan hebben? Zoals een Nederlandse dame tegen Chalid Salim zei: “Nou meneer Salim, als dat waar is, zult u het er wel naar gemaakt hebben.”

Is dit een exempel van naïviteit en cultuurverwarring en/of afwezigheid van cultuurinzicht? De wijsgeer onder ons mag het zeggen.

10897268089?profile=originalDeze man is groot onrecht aangedaan, maar zelfs erkenning voor het enorme leed en materiële compensatie als eerherstel werden hem niet toegekend. De Nederlandse Staat staat weer voor de Wereldgemeenschap met een aangeslagen en onzuiver geweten in de inmiddels onherstelbaar verroeste beklaagdenbank, zich verschuilend achter wetten die zij zelf heeft bedacht en waarvan alle mazen forensisch zijn dichtgesmeerd.

Ergens  vond ik opgedoken een tekening van een plantage op Sumatra,  die veel leek op een foto honderd jaar eerder genomen van een plantage (waar ook tabak werd verbouwd) in het zuiden van  Noord Amerika, Louisiana om precies te zijn, waar de Afrikaanse slaven (slavernij was net afgeschaft)  toen onder erbarmelijke omstandigheden moesten werken. Overeenkomsten zijn frappant, terwijl de slavernij meer dan een halve eeuw was afgeschaft, leek het alsof op Sumatra de tijd eenvoudigweg was teruggedraaid en de afschaffing van de slavernij niet heeft plaatsgevonden. 

Verder in genoemd hoofdstuk memoreert Kousbroek over de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers van de 2e WO. waarin hij mensen die de jaarlijkse herdenking op 15 augustus de slachtoffers herdenken, eraan herinnert, dat voor al die mensen die onder het Nederlands regime in Nederlands Indië, tijdens de aanleg van de Sumatraweg, de Indonesiërs, zonder meer vermoord, doodgeslagen, uitgehongerd en doodgetrapt werden, nooit weden herdacht, laat staan  een monument ter nagedachtenis werd opgericht: zij zijn naamloos gestorven en gewoon vergeten: zij hadden hun leven geofferd om anderen een comfortabel leven te laten leiden.

Kousbroek: ‘’…laten we het minder over onszelf hebben..’’ 

De schrijver maakt zich zeer kwaad wanneer hij aan juist die gruwelen denkt, gepleegd door monstrueuze medeburgers vóórdat de 2e WO begon. Kousbroek fulmineert: Het waren juist die mensen die, eenmaal geïnterneerd door de Japanse bezetter, de grootste bek hadden in het Jappenkamp (waar de schrijver zelf ook gevangen zat). Het waren die mensen die ook de grootste klagers waren hoe zij door de Japanse bezetter werden behandeld, onder andere bij de aanleg van de Birma Spoorweg. Beide gebeurtenissen waren even misdadig, ernstig en mensonterend.

10897267894?profile=original10897268488?profile=original

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Juli 2013-07

Pjotr.X.Siccama

10897264495?profile=original

 

Schrijf U vandaag nog in 

Ook kunt het inschrijfformulier aanvragen info@icm-online.nl of direct via deze site inschrijven
U bent € 50 verschuldigd als deelnemer ACTW66, en U heeft 1 jaar gratis een ICM Abonnement en toegang tot ons Video-kanaal, het  enige Indisch Kanaal !  

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

Wat gebeurde achter de schermen op 22 april 2016 jl, ICM Jokowi informeerde over het traktaat van Wassenaar?

10897339297?profile=original

Eerst zet de redactie twee staatsschulden op een rij in verhouding tot het aantal inwoners. Succes voor president Jokowi (president van Indonesie)  wist in 1 jaar tijd de staatsschuld te laten groeien van $214 miljard (2015) naar $236 miljard (2016) t.b.v. de  economische groei  van 7,8 % te bereiken. Dit is dan $22 miljard in 1 jaar tijd. 
Nederlandse  staatsschuld groeit per dag €70 miljoen! Dat is per jaar ca $26 miljard. Nederlandse  schuld bedraagt momenteel is ca $600 miljard, met economische groei van nog geen 1,1 %. Doet Jokowi het beduidend beter, of komt dit door de strategie waar o.a. het Jakarta Baru Master plan aan ten grondslag ligt. 

Ook om te vermelden dat de VNL was die met een voorstel kwam omdat er geen rente hoeft te worden betalen conform ECB om deze meevaller in te zetten voor de oudjes, de zorg ..... Niet zoals media weer liegt dat door economische meevallers. Complimenten aan Joram Klaver van de VNL, even terzijde .....

Even terug uit andere vorige media berichten:

10897268475?profile=original

Rutte had Jokowi toegezegd het project kustbescherming, waterprobleem en landwinning in de vorm van garuda te ondersteunen. Plus daarbij dat Rutte dit a.s. november in Jakarta samen met Jokowi wilt gaan bespreken (Ahok en Aboutaleb zullen er bij zijn).  Na deze toezegging maakte Jokowi prompt bekend op de media dat de Indonesische regering het project kustbescherming, waterprobleem en landwinning zal overnemen! Of komt dit ook niet eerder door de ICM persverklaring waarin duidelijk stond vermeld dat de regie bij de private investeerders zijn belegd.

Als voorschot was €600 miljoen van de min van ontwikkelingssamenwerking aan Jokowi tijdens zijn bezoek in april  jl. geschonken, tegelijkertijd uit handen van ICM editor aan Jokowi een persverklaring werd overhandigd namens ICM lezers, abonnees en ondertekenaars van de petitie Verdrag Traktaat van Wassenaar. Waar de netelige Indische zaken mede onder de aandacht zijn gebracht. Gekscherend genoeg zwijgt de overige media hierover. ( 600 miljoen).

Jokowi heeft veel vertrouwen in Rutte! of niet nu! ...

De vraag is:
Hoe kan een land met 18 miljoen inwoners met staatsschuld van €600 miljard en land met 250 miljoen inwoners en met een staatsschuld van maar  $236 miljard (2016) ondersteunen voor een mega project? Om mee te profiteren aan de economische groei in Indonesië ?

Of  is er iets anders aan de hand ?

10897234678?profile=original

Zou het gaan om al het Indische verleden en andere gevoelige kwestie van beiden te maskeren, en met name het Verdrag van Wassenaar waar van die 689 miljoen ,nog niet bij de Indische Gemeenschap terecht is gekomen, hoe onbetrouwbaar is de NL  Staat dan wel ?


 De planning is dat rapport "uitbetalen traktaat van Wassenaar"  met  de  10.000 handtekeningen uiterlijk a.s. september worden overgedragen aan de Nederlands ambassade in Jakarta plus cc overheden (RI en Ned), dit uit handen van de advocaten van Jakarta om de Nederlandse staat te sommeren tot uitbetaling aan de Indische Gemeenschap voor het verlies van al hun bezittingen in het voormalige Nederlands Indie.

De voorzitter ACTW66 :  "wij praten niet met de NL Overheid zoals Indisch Platform, Jes, Pilta .......... nota bene ook nog contributies innen.  Die niets in die 70 jaren hebben bereikt. Alle hoop en frustraties hebben gebracht binnen de Indische Gemeenschap".

Al eerder had ICM Krant aangedrongen om te procederen.

ACTW66  (Claim Stichting) kiest voor een juridische aanpak met sancties (straf)  voor verduisteren van het geld dat toebehoort  aan die 341.000 gedupeerden  voor periode van 51 jaren. 

Lees verder…
Jakarta - Al 8 miljoen euro van verdachte Nederlandse Maria L. (62) in beslag genomen

door 

JAKARTA

Maria L., de 62-jarige Nederlandse die donderdag vanuit Servië werd uitgeleverd aan Indonesië vanwege een megafraudezaak, wordt beschuldigd van grootschalige corruptie en witwassen. Er is inmiddels voor ruim 8 miljoen aan bezittingen van haar in beslag genomen.

Dat werd vrijdag bekendgemaakt op een speciaal belegde persconferentie door Listyo Sigit Prabowo, hoofd van de Indonesische criminele inlichtingendienst. Het nieuws over L., die vanwege een internationale signalering werd gearresteerd toen ze vanuit Nederland naar Servië reisde, is breed uitgemeten.

Het lijkt erop dat de vrouw een kapitale fout heeft gemaakt door zich veilig te wanen in het Oost-Europese land, dat geen uitleveringsverdrag met Indonesië heeft.

Door diplomatiek overleg op het allerhoogste niveau, waarbij zelfs president Aleksandar Vučić betrokken was, is ze toch in Jakarta aan de Indonesische autoriteiten overhandigd. Justitie in het Aziatische land maakte naar eigen zeggen al zeventien jaar jacht op de ’superfraudeur’.

Tweemaal, in 2010 en 2014, werd Nederland aangespoord haar uit te leveren, maar die verzoeken waren tevergeefs. „Nederland levert geen eigen onderdanen uit”, bevestigde een woordvoerster van het ministerie van Justitie en Veiligheid al.

L. zou Indonesië zijn ontvlucht kort voor ze in 2003 werd verdacht van de megafraude, die in totaal om zo’n 175 miljoen euro draait. Via vervalste documenten zou ze via de Bank Nasional Indonesia aan het enorme bedrag aan leningen zijn gekomen. De andere hoofdverdachte in de zaak kreeg in 2005 levenslang.

Lees verder…
Kami Bersiap’ het synoniem van de genocide 1946, 1947, en 1948
Waarheen met de Gouden Koets
10897429053?profile=original

Discussie over paneel op rijtuig met koloniale afbeelding vlamt op

Even leek de heisa over de Gouden Koets geluwd, maar onder het Black Lives Matter-gesternte vlamt de discussie over het rijtuig met een koloniale afbeelding op de linker flank als vanouds op. Tot dusverre was het uitgangspunt dat de koets na zijn jarenlange restauratie gewoon weer dienst zou gaan doen. Maar rondom die rentree ontstaat inmiddels steeds meer mist.

’Fuck VOC’, wordt er eind juni met rode graffiti-letters op het standbeeld van Johan van Oldenbarnevelt aan de Haagse Hofvijver gekalkt. En: ’Kami Bersiap’, een leus die zoveel betekent als ’wij staan paraat’ en verwijst naar de Bersiap, de uiterst gewelddadige periode in de Nederlandse en Indonesische geschiedenis. Actiegroep Aliansi Merah Putih toont zich in een verklaring trots op de bekladding. „Wij zullen al jullie geliefde standbeelden gelijk maken met de kleur van de grond tijdens de Banda-moorden. Zolang de Gouden Koets zich vertoont met schilderingen van Afrikaanse en Javaanse slaven die gunsten bieden aan een witte koningin vallen wij koninklijke erfgoederen aan”, luidt de boodschap.

De pro-Indische activisten zijn niet de enigen die momenteel fel van leer trekken tegen de Gouden Koets. Historicus en docent koloniaal verleden Karwan Fatah-Black springt op de golf waarop de Black Lives Matter-beweging momenteel surft door handtekeningen te werven voor een anti-koetspetitie. Het manifest moet ervoor zorgen dat het historische rijtuig nooit meer terugkeert als vervoersmiddel van koning Willem-Alexander en koningin Máxima op Prinsjesdag. In een slavernijmuseum ermee, oppert Fatah-Black.

Al eerder wolkte de discussie over de Gouden Koets op. In 2011 zijn het Kamerleden Harry van Bommel (SP) en Mariko Peters (GL) die koningin Beatrix oproepen om een onderdeel van de koets te verwijderen. Steen des aanstoots? Het linker zijpaneel van het uit 1898 stammende gulden rijtuig. Daarop staan mensen geschilderd uit de Nederlandse koloniën die goederen brengen aan een vrouw op een troon.

De ophef omtrent de koets stuit de Leidse emeritus hoogleraar geschiedenis Piet Emmer tegen de borst. Hij waarschuwt voor het groeiende onvermogen van sommige vakgenoten en protestgroepen om zaken, zoals de koetsschildering, in historisch perspectief te plaatsen. „Ik sta elke dag verbaasd over het gebrek aan historische distantie. Ik snap niet dat mensen niet begrijpen dat in het verleden onze maatstaven anders waren. De huidige morele standaarden mag je niet op het verleden plakken”, vindt hij.

Symboliek

Hoewel hij eigenlijk weinig op heeft met het koningshuis, vindt hoogleraar Emmer de Gouden Koets een prachtig voertuig vol symboliek. Het paneel ’de Hulde der Koloniën’, waar zoveel reuring om is, is slechts een van die symbolen en wordt door velen slecht begrepen, vindt hij. Want het paneel verheerlijkt zijns inziens niet het slavernijverleden, zoals sommigen beweren. „De koloniale onderdanen betalen belasting in natura, in ruil voor beschaving. Het boekje dat ze op de afbeelding ontvangen staat voor onderwijs.”

Emmer vreest dat de koets door actiegroepen worden gebruikt ’als stormram om hun huidige positie te verbeteren’. „Misschien zelfs wel om herstelbetalingen te eisen”, zegt hij. „Je moet juist niet van alles uitwissen. Het is belangrijk dat mensen in ons dagelijks leven kunnen blijven zien dat het verleden soms absurd was, een tijd waarin we absurde dingen deden.” Helemaal gerust is hij daar niet op. Zeker niet als premier Rutte begin deze maand in de Tweede Kamer iets zegt over de Gouden Koets.

Het gebeurt op 1 juli in het allerlaatste staartje van het grote racismedebat. Urenlang is er gedebatteerd over onderwerpen als excuses voor ons slavernijverleden, Zwarte Piet en institutioneel racisme. Murw van de marathonsessie hangen veel Kamerleden in hun stoel. Het is het moment dat premier Rutte kiest om iets over de Gouden Koets te zeggen.

„Voorzitter. Ik kom bij de laatste vraag, over de Gouden Koets. Die wordt in zijn geheel gerestaureerd. We gaan niet de geschiedenis herschrijven, zoals ik eerder ook heb gezegd, door bepaalde onderdelen te verwijderen of wit te lakken.” Maar de premier benadrukt vervolgens ook dat het ’belangrijk’ is dat het ’cultuurhistorische object in z’n context wordt geplaatst en dat uitleg wordt gegeven.’ „Het ligt zeker in de rede om dat allemaal te doen als de restauratie klaar is. Hij wordt nu gerestaureerd. Er is nog geen besluit genomen over het toekomstig gebruik.”

De uitlatingen van Rutte doen meerdere mensen de oren spitsen, zo ook voormalig D66-leider Alexander Pechtold, die zich als Kamerlid inzette om de kosten van de koetsrestauratie zo laag mogelijk te houden. „Geen besluit over toekomstig gebruik, zegt Rutte? In mijn hele beleving zou dat ding gewoon weer gaan rijden. Als dat niet zo was, waarom zouden we dan zoveel geld steken in die hele restauratie, van het opknappen van de wielspaken tot het kapok in de bekleding aan toe?”

Ook SP-Kamerlid Ronald van Raak reageert verbaasd. „Zover ik weet, zou hij gewoon terugkeren.” PVV-collega Martin Bosma: „De belofte was altijd: gewoon rijden. Maar toen de Gouden Koets zo lang in restauratie ging, voelden velen al wel nattigheid.”

Een bron uit een coalitiepartij zegt dat het op departementen al langer rondzingt dat de koets na de opknapbeurt vast naar een museum gaat. „Ik denk dat dat wel gaat gebeuren, maar niemand wil het hardop zeggen.”

CDA-Kamerlid Van der Molen wijst erop dat premier Rutte het in zijn uitlatingen over de koets waarschijnlijk niet over zichzelf had, of over het kabinet, maar over de koning. „In casu de Gouden Koets is het de koning die een afweging moet maken.” Navraag bij koningshuisbronnen bevestigt dat. Het werkt zo: de koning gaat volgens de regels over zijn eigen woon-werkverkeer. En daar valt – raar maar waar – ook de Gouden Koets onder.

De hamvraag is dus, wat gaat de koning doen? Op de website van het Koninklijk Huis staat het volgende: „In 2016 is begonnen met de restauratie, die een aantal jaren in beslag zal nemen. Tot de Gouden Koets weer gereed is voor gebruik, wordt met Prinsjesdag de Glazen Koets ingezet.”

De tekst wekt de suggestie dat na de restauratie van de Gouden Koets de tijdelijke Glazen Koets weer op de reservebank mag. Het is iets waar Kamerlid Van der Molen wel voor voelt, maar hij laat dat besluit aan de koning. „De koning zal zijn vingers heus niet in zijn oren steken”, verwacht de CDA’er die daarmee doelt op de kritiek van de afgelopen jaren op het koetspaneel. „We moeten ruimte geven aan de koning om een afweging te maken.”

Polderoplossing

De Rijksvoorlichtingsdienst houdt de kaarten tegen de borst. „Op dit moment wordt de Gouden Koets gerestaureerd. Er wordt nog niet ingegaan op de toekomst.”

Emeritus hoogleraar Emmer denkt dat het op een typisch Nederlandse polderoplossing zal uitdraaien, een mix van meer educatie over de koets maar hopelijk ook nog de bij velen geliefde plek in de Prinsjesdag-optocht. Een pensioen in een museum ziet hij als verkwisting. „De koets wordt nu voor zo’n 1,2 miljoen euro gerestaureerd. Dat hadden ze dan net zo goed kunnen laten zitten.”

I

ICM redactie.

Eindelijk na vele publicaties van ICM gedurende dit laatste 20 jaar dat Nederland kleur gaat bekennen. Ik spreek dan over de collega-redacteuren en journalisten, die voortdurend de verkeerde feiten ruim 70 jaar aan het op ratelen waren.  Politiek, Overheid en de Omroep weten als geen andere dat zij het Volk bewust op het verkeerde been zetten. Nu via het Internet wordt alles ontbloot, dus ook de vreselijke oorlogsmisdaden die Nederland en Kon. Huis op zich hebben.  Onder het kopje politionele acties wordt de periode in het verlengde van de Bersiap geplaatst.  

Nee, weer gaat Nederland politiek, Overheid en de Omroepen & Media in de fout. Kabinet, Tweede Kamer en het Volk stonden unaniem achter het besluit voor militaire ingrijpen. Minister President Drees was hier tegen, die avond om het beven uit te vaardigen nam hij zijn ontslag.  Immers het Voormalige Indie werd door de nieuwe regering ede republiek indonesia in 1945 uitgeroepen, en door de hele wereld erkend.  Nee, weer een dramatische Kabinet, en politieke besluit, die 500.000 eigen staatsburger het leven in hel letterlijk in een hel stortte. De rest kent u als Nederlander. 

Bij dit dramatische besluit met gevolg dat ruim 200.000 onschuldige Indonesische burgers werden afgeslacht. De Kampongs (Indonesische wijken) werden met vlammenwerper afgebrand.  Wat Nederland nog meer aan schade heeft toegebracht is het leven / het bestaan van hun eigen burgers. Ruim 500.000 met een Nederlands paspoort die daar zijn geboren uit Hollandse / Europese ouders. Het bestaan van deze 500.000 Nederlandse Indische burgers ging 1 keer in vlammen op.  De Bersiap strijders werden nu verstrekt door de nabestaande van de 200.000 vermoorden. 

Deze 500.000 Nederlandse Indische burgers die hun levensbestaan in vlammen op zagen, hoopten dat NL - Regering bij hun zinnen kwam, en zoals PM Drees wilde praten met vredige oplossing zonder geweld. 1947 - 1962 is een ramp geweest voor de NL- burgers, wel heel ver van Nederland. Net zoals de Groningers nu door Nederland zijn behandeld.  Met groot verschil de Groninger heeft nog zijn bestaan, zijn leven en zijn huis, en er is een schadevergoeding.

Die 500.000 Nederlandse Indische burgers hebben hun leven bestaan moeten opgegeven, hebben van 1947 tot 1962 nooit die bescherming gehad van Nederland. In 1959 zijn er nog zo,  3000 vaders vermoord. Huis, hun onderneming zijn kwijt. Hals over kop werden ze het land uitgezet, door het onhandige politieke bedrijf in Nederland,. Ja van politiek moeten wij het hebben. 

SCHADE, alles hebben deze Nederlandse Indische burgers zelf moeten betalen om naar Nederland te komen,.Het verblijf etc. etc.

COMPENSATIE  Soekarno, Hatta en Soeharto hebben ruim gecompenseerd in 1950-1956 werd 4,5 miljard betaald een het Ministerie van Financien van Minister Hoekstra. Drees vroeg 6 miljard. Uiteindelijk via een onrechtmatig verdrag werd alle bezitten/eigendommen van de 500.000 Nederlandse Indische Burgers afgekocht.  

De NL Staat heeft niets meer te vorderen, die heeft voor de inval van de Jappen eerst het geldkistje leeg getrokken, dus  waar die 500.000 burgers over belasting heeft gehaald, dan de hele goud voorraad weggesluisd naar Australie en uiteindelijk naar de VS. Gekscherend genoeg, vond de Nederlandse Bank veiliger om toch maar Amsterdam te brengen. Dit na een onderzoek van Journaliste Griselde Molemans tegen GOUD stuitte. 

Goud voorraad dient als dekking van begroting van een regering.

 

Geen 1 euro hebben deze 500.000 Nederlandse Indische burgers gezien tot het heden, de hoop van dit instituut dat ze allemaal dood zijn, ja die vlieger gaat hier niet op. Op deze vordering/schuld van de NL Staat rust het erfrecht op, is immers familie-bezit van onze ouders.. 

Nederlandse Staat dit staat u te wachten, en alle bewindvoerders U blijft medeplichtig omdat U 70 jaar is gegund om deze Nederlandse Indische zaken recht te trekken, beseft U dat goed, en blijft behoren tot een  organisatie die criminele misdaden 70 jaar heeft gepleegd.

Met Uw excuses en teruggeven van alle gelden van onze ouders, kan u op clementie rekenen van de  hele wereld om U heen.

.

Wij menen aantoonbaar dat de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor schade tegenover de 341.000 Indische Nederlanders, om drie redenen.

  1. Gebrek aan bescherming Nederlandse burgers/onderdanen;
  2. Onrechtmatige overheidsdaad ten opzichte van Nederlandse burgers;
  3. Traktaat van Wassenaar, vernietigbare/ onrechtmatige overeenkomst.

WORDT VERVOLGD

 

Lees verder…

FIN - Kritiek op Indië-onderzoek neemt toe

 FIN - Kritiek op Indië-onderzoek neemt toe

10897422873?profile=original

DEN HAAG  FIN (9 juli 2020) – De kritiek op het grote Indië-onderzoek neemt toe. Meest recente steen des aanstoots is de bizarre bewering van historicus Rémy Limpach, dat “racisme in het DNA van KNIL-officieren” zou zitten. Federatie Indische Nederlanders (FIN) heeft nu opheldering geëist van de programmadirectie.

Het is niet de eerste keer dat er rumoer is rondom het inmiddels controversiële Indië-onderzoek. Eerder zorgden ook uitlatingen van Remco Raben en Anne-Lot Hoek, eveneens bij het onderzoek betrokken historici, voor opschudding. Volgens FIN-voorzitter Hans Moll wekken de uitlatingen van de verschillende onderzoekers “individueel en tezamen” op z’n minst “de schijn van partijdigheid”. Hij maakt zich dan ook ernstige zorgen over de koers van het onderzoek en eist een verklaring van de programmadirectie. Moll wil onder andere weten hoe de onafhankelijkheid van de onderzoekers is gewaarborgd.

FIN heeft ook de Maatschappelijke Klankbordgroep opgeroepen openheid van zaken te verschaffen. Als bij het Indië-onderzoek ingesteld advies- en overlegorgaan moet de klankbordgroep onder andere inzicht bieden in “de repercussies van het onderzoek op de samenleving”. De vraag is echter in hoeverre de klankbordgroep daar zicht op heeft. Dat die vraag reëel is bleek wel na de onverwachte excuses van Nederland aan Indonesië eerder dit jaar. Terwijl veel (Indische) Nederlanders verbijsterd waren toonde het Indisch Herinneringscentrum (IHC) en Pelita zich opmerkelijk genoeg juist verheugd. Precies deze organisaties hebben namens Indisch Nederland zitting in de klankbordgroep.

Dat de uitlatingen van Limpach onder Indische Nederlanders voor ergernis hebben gezorgd staat in ieder geval als een paal boven water. Vooral KNIL-veteranen en nabestaanden reageren geïrriteerd. Zij wijzen onder andere op de zeer gemêleerde samenstelling van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Volgens Bo Keller, Indië-, Nieuw-Guinea en Korea-veteraan, zijn de uitlatingen van Limpach “zeer discriminerend en beledigend ten aanzien van ons KNIL-soldaten”. Indië- en Nieuw-Guinea-veteraan John Bruininga vindt eigenlijk dat de uitspraken geen aandacht verdienen, maar vraagt zich wel af of Limpach “strakkies G’d nog uitmaakt voor racist”.

Update 10 juli 2020 – 17:25u:
In een reactie tegenover NU.nl laat het NIOD weten de zorgen van Indische en veteranenorganisaties serieus te nemen. De bewering van historicus Rémy Limpach over het DNA van KNIL-officieren zou niet-letterlijk moeten worden genomen, aldus het instituut. Het NIOD weerspreekt de beschuldigingen van partijdigheid en zegt dat het individuele onderzoekers vrij staat om deel te nemen aan het maatschappelijke debat.

Lees verder…
Indonesië bouwt jaarlijks 200.000 woningen op basis van de techniek 3D-betonprinter
10897428486?profile=original
Je huis komt uit de printer

Zelf ontwerpen, klaar in een week en ook nog fors besparen

door 

AMSTERDAM Thuis op de laptop een eigen huis ontwerpen, dat binnen een week door een 3D-printer is gebouwd. Een woning in een paar dagen? Het kan al, zeggen bouwers. „De sky is letterlijk the limit.”

In het Belgische Westerlo werd dinsdag het eerste volledig door een 3D-printer gebouwd huis opgeleverd. De twee verdiepingen tellende woning van 90 vierkante meter en acht meter hoog werd in vijftien dagen laag voor laag gebouwd door een Nederlandse 3D-betonprinter. „Het is wel de ultieme droom dat je zelf een eigen huis kunt tekenen die onze 3D-printer dan op locatie neerzet”, zegt marketingmanager Marco Vonk van printerproducent Weber Beamix. „Het project in Westerlo is om te laten zien dat het kan.”

Snelheid

De Vlaamse woning is de eerste die niet in de fabriek, maar buiten met de 3D-printer van het Nederlandse bedrijf is gebouwd. De tweede verschijnt binnenkort in de Eindhovense Groenplaats Bosrijk, bij het bouwproject Milestone. De besparing zit hem vooral in de snelheid, benadrukt Vonk. „De kosten zijn hetzelfde als met traditionele bouw. Alleen scheelt het 80 procent aan personeel op de bouwplaats en 60 procent in bouwtijd. Dat zijn forse besparingen. En er komen geen onverwachte kosten bij. Wat je hebt bedacht en getekend lever je binnen budget en tijd.”

In Gemert werd vorig jaar al een door de 3D-betonprinter van Weber Beamix gemaakte fietsbrug geopend. In Teugen bouwde een robotarm van concurrent CyBe ondertussen het bedrijfspand De Vergaderfabriek. „Daar hebben we veel van geleerd”, vertelt oprichter Berry Hendriks. „Wij zijn nu met woningcorporaties in gesprek. Nederland heeft een tekort van een miljoen woningen.

In Indonesië leveren wij 3D-betonprinters aan een partner die elk jaar 200.000 woningen bouwt. Als we het daar kunnen, dan kunnen we dat in Nederland ook.”

De hulp van 3D-printers kan de totale bouwkosten van woningen 10 tot 15 procent lager maken, schat Maurice van Sante, bouw- en vastgoedeconoom bij ING. „En hoe meer schaalvoordelen je behaalt, hoe goedkoper het nog kan. Het is ook beter voor het milieu. Er is geen restafval en er staan geen machines op de bouwplaats. Robotisering in de bouw staat nog in de kinderschoenen. Maar er zijn toch al best veel partijen die via automatisering in een paar dagen een woning kunnen neerzetten.”

Van Sante wijst naar de hoge investeringen als reden waarom er nog niet massaal 3D-geprinte woningen uit de grond schieten: „Er gebeurt wel veel. De Nederlandse bouw doet het met 1,2 robots per 10.000 werknemers veel beter dan landen als Japan en China. Maar het is weer een schijntje vergeleken met de industrie, waar 150.000 robots per 10.000 werknemers zijn. In de bouw is het daarbij rennen of stilstaan. Aannemers zijn liever heel erg flexibel om snel af te kunnen schalen als het minder gaat. Dat is een drempel om in automatisering en robotisering te investeren. En dan zijn er de per gemeente wisselende vergunningseisen.”

Dat beaamt Hendriks van CyBe: „Wij laten onze vloeren, muren en dakconstructies onafhankelijk door TNO testen. Dan mag het in principe overal worden neergezet. Maar een bouwvergunning behelst nogal wat. Dat zou met automatisering niet de drie maanden hoeven duren waarin ambtenaren er nu naar kijken. Wij proberen partners aan wie wij onze printers verkopen dan ook te helpen met bijvoorbeeld het maken van een business case. Zij succes; wij succes.”

Vonk van Weber Beamix ziet 3D-printers als een van de oplossingen om de woningbouw in de versnelling te brengen. „Als we in Nederland in tien jaar tijd 800.000 huizen willen bouwen, dan moeten er nog wel wat slagen gemaakt worden. Automatisering kan helpen bij een tekort aan handjes. Er zullen straks grote delen van woningen uit de printer komen, maar niet alles. We leren nog elke dag, over toepassingen, spuitkoppen, software, beton. Deze bouwtechniek wordt nu langzaam volwassen.”

Lees verder…

Rutte: ’Ingrijpend voor betrokkenen’

Rutte: ’Ingrijpend voor betrokkenen’

10897377052?profile=original

Van onze parlementaire redactie

Premier Rutte snapt dat de berichtgeving over het Indonesische geleur met Nederlandse wrakken ’ingrijpend’ is voor betrokkenen, zei hij tijdens zijn wekelijke persconferentie. De minister-president vindt het belangrijk dat er nu nader onderzoek plaatsvindt ’omdat het hier om een hele gevoelige kwestie gaat die heel veel mensen raakt’.

Nederlandse oorlogsschepen die in WOII in de Javazee zonken, zijn weggesleept en gesloopt. Menselijke resten uit de wrakken blijken in een anoniem massagraf gestort, meldde deze krant deze week. Het kabinet beweerde eerder bovendien – na ruim een jaar onderzoek – dat de wrakken zonder toestemming van de Indonesische autoriteiten zijn geborgen. Dat beweerde de Indonesische overheid en dat verhaal nam het kabinet over. Maar dergelijke vergunningen voor het bergen van twee wrakken zijn tóch verstrekt, wist deze krant te achterhalen.

„Ik heb inmiddels natuurlijk de publiciteit gezien in De Telegraaf en naar aanleiding daarvan vindt er nu ook nader onderzoek plaats”, reageerde de premier gisteren tijdens zijn wekelijkse persconferentie op vragen. Op de vraag of Nederland zich niet in de luren heeft laten leggen door de Indonesische beweringen over vergunningen te geloven, antwoordde Rutte ontkennend. „Die conclusie deel ik niet.”

De vraag dringt zich op of Indonesië dit pijnlijke verhaal wel serieus neemt. „Ik heb geen aanleiding aan te nemen dat dat niet zo is”, aldus de premier. Hij neemt zelf nog geen contact op met de Indonesische president om dit pijnlijke traject in goede banen te leiden.

Volgens premier Rutte wordt er nu eerst onderzoek gedaan naar wat er naar boven is gekomen in de berichtgeving. „Je kunt niet uitsluiten dat dat contact op enig moment nodig zou kunnen zijn, maar daar is nu geen aanleiding voor.”

ICM Reactie.  Gelukkig hebben wij nu de FIN (Federatie Indische Nederlanders) die als een waakhond onrechtmatigheden signaleert die als geschiedvervalsing geldt. 

Om te beginnen werd de periode 1947/1948 nooit in de media gepubliceerd dat Nederland genocide pleegde  met de zogenaamde politionele acties. Nederland had niets meer te zoeken in de tot uitgeroepen republiek in december 1945.  Unaniem waren het Kabinet Drees, de Tweede Kamer en Nederlandse volk met deze gruwelijke genocide daad. 200.000 onschuldige  Indonesische burgers werden vermoord. Dit was kantelmoment dat nabestaanden de jacht opende op de 500.000 Nederlandse Indische Burgers. Ruim tussen de 10.000 - 20.000 vonden de dood. Hun bestaan zagen ze vanaf 1949  tot 1962 in rook opgaan. De groep die daar is geboren uit Nederlandse / Indische ouders hadden de hoop na de WAR - II hun bestaan te kunnen oppakken, war ze ook hebben gedaan. PM Drees was tegen deze oorlog, de avond voordat hij de opdracht diende te geven nam hij zijn ontslag. Drees koos voor een politieke benadering, echter het Kabinet, Tweede Kamer en het Volk waren voor deze militaire ingreep. 

Deze actie heeft de Indonesische burgers, en de  Nederlandse Indische burgers had getroffen. Het siert het Kabinet, em Tweede Kamer om excuses aan te bieden aan de Nederlandse Indische burgers.

Zeer schandelijk wat met de menselijke resten gebeurt. Maar ook de Telegraaf heeft een groot pak boter op zijn hoofd. Wat hebben de Kabinnetten Drees  (met Luns)  de Indonesische bevolking aangedaan. Over die periode 1946 - 1959 schreef de Telegraaf niets over de misdaden jegens de rechten van de mens dat gold voor de onderdanen van de republiek Indonesie en hun eigen Indische Nederlandse onderdanen. Ruim 500.000 waren het, die Kabinetten Drees niet wilde toelaten in eigen land, u leest het goed 500.000 !  Onder druk van Amerika werden uiteindelijk moeizaam van 1946 tot 1962 341.000 toegelaten, 159.000 werden geweigerd met een Nederlands paspoort ookwel de vergeten Indische oudjes dat Omroep Max onder de aandacht bracht.

Dan het financieel deel waar dus deze oorlogschepen onder vallen.

Soekarno betaalde vanaf de overdracht tot 1957 ruim 4,6 miljard melden verschillende bronnen o,a. CIA. Dit voor overname van de boedel. Hier onder te verstaan de ondernemingen en bezittingen van de particulieren. Om de zaken af te ronden werd dit bekrachtigd door het gesloten verdrag traktaat van Wassenaar nog eens 689 miljoen dat diende uit te betalen aan de Indsche Gemeenschap 341.000 man/vrouw. Dit totale bedrag van 5,3 miljard toen nu ruim 70 miljard werd nimmer aan de 341.000 gedupeerden betaald.

In april 2016 werd aan de president Jokowido persoonlijk op de hoogte gesteld en werd het document ICM pers release overhandigd, ook Ibu Retno nu min. Buitenlandse Zaken, collega is van deze zaak op de hoogte dat die 70 miljard nog steeds niet is betaald, m.u.v. aan selecte groep onderneming ten bedrag van € 36 miljoen. Het geld is dus in principe nog steeds van de republiek!!!

Mark ik zou de handen in eigen boezem steken dat van 500.000  oorlogslachoffers de rechten van de mensen zijn geschaad, toch misdaad is om gelden die Nederland niet toe te behoren te onteigen dit is grove fraude, en diefstal, een hele bevolkingsgroep daar praten over, dan nog liegen van Martin van Rijn dat er geen geld is.

Lees verder…

Kwekel - Evenementen Nieuwsbrief maart

997c_bannw2--1.jpg
nieuwbrief maart

997c_00barbarajohnnyvideoimg--1.jpg
Barbara & Johnny
Barbara, een topartiest uit Hamburg en Johnny Valentino.
Half augustus komt de eerste single van dit nieuwe Duits / Nederlandse duo .
Een leuke fotoshoot werd gedaan op het Landgoed Nienoord in Leek, de single is klaar...de hoes wordt gemaakt...de videoclip wordt gemonteerd.
Over een paar weken wordt de CD gepresenteerd.

Ook onze artiesten en orkesten staan te popelen om weer op pad te gaan.
Steek uw winkelend publiek een hart onder de riem met de boodschap Oók met 1,5 meter Gewoon Gezellig’ en bedank voor hun aanwezigheid in uw winkelcentrum.
Ook als de Markten en Braderieën weer mogen zijn zij uiteraard ook graag van de partij met onze muzikale, feestelijk bijdrage.
997c_202001--1.jpg
Ook in een restaurant, casino of tijdens een personeelsevenement zal het inzetten van een 'dweilorkest', in welke vorm dan ook, zeer zeker bijdragen aan het totale programma.
Zij voelen zich altijd thuis op iedere gelegenheid en weten er de juiste sfeer te creëren.

Tribute artiesten zijn populairder dan ooit.
997c_banner2--2.jpgWat is er leuker om te kunnen zeggen dat b.v. Elvis of Marilyn komt optreden op uw feest of dat een wereldberoemde ‘personality’ zich onder uw gaten begeeft.
Dit zal ongetwijfeld bij uw gasten in de smaak vallen en de foto’s zullen op de social media geplaatst en verspreid worden, wat ook weer goede reclame voor uw organisatie of bedrijf is.
 
Stuk voor stuk lijken, klinken en performen zij ook als de echte wereldberoemde sterren.
997c_mmtribute--1.jpg ******Marilyn Monroe tribute, door haar looks, bewegingen én stem waant u zich in de schitterende aanwezigheid van hét sekssymbool van de 20e eeuw*****Peter sings Elvis, vele Elvis klassiekers worden op een indrukwekkende wijze gebracht*****
*****Barbara 'live' als de Helene Fischer Tribute, een absolute aanrader, een unieke en absoluut fantastische showavond die helemaal aan deze  Duitse schlagerkoningin gewijd is*****Zijn The Blues Brothers in  Nederland?  In elk geval ze lijken er wel op; twee mannen met een zwarte hoed, bijpassende pak, smalle zwarte stropdas en een zwarte zonnebril: gaat er bij u al een lampje branden?*****The Dutch Engelbert, zijn interpretatie van de songs van zangers als Tom Jones en Englebert Humperdinck vallen in de smaak bij het publiek*****Maar dat dacht u van The Piano Killer Chris Watson, Barbara sings ABBA of een ode aan de Tielman Brothers?
We hebben het allemaal in huis.

Voordat we het doorhebben staat de is de zomer weer op zijn einde.
Voor in de 'donkere' decembermaand hebben wij tal van leuke activiteiten in huis.
Naast de reguliere attracties zoals, eventueel begeleid door kerstmeisjes,  hebben wij nog een aantal 'attractieve' eye-catchers.
997c_christmasangelvideo4--1.png
Charles Dickens was een bekende Engelse schrijver en is de bekendste en invloedrijkste Engelse schrijver uit de 19e eeuw, 'A Christmas Carol', oftewel 'Een kerstvertelling', is één van de meest bekende kerstverhalen.
Een uitstekend thema om uw evenement in te vullen met speciaal Dickens entertainment.
Ons aanbod varieert van prachtige Christmas Carols tot het Scrooge verhaal eventueel vastgelegd door onze Dickens fotograaf.

Ook verzorgen wij de boekingen voor een groot aantal nationale en internationale artiesten op het gebied van ‘Goud van Oud’ en Country & Western .
Mede door ons boekingsactiviteiten voor o.a. Doña en de Gado’s en Java Guitars Unlimited zijn wij inmiddels ook zeer goed ingevoerd in het Indische  circuit.
 
 
Smitsweg 51, 3222 AG Hellevoetsluis, 0181 324319
space.gif

Lees verder…

10897261876?profile=originalMijn levensverhaal - II     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens

 

Helaas was ik toevalligerwijze aanwezig tijdens dat verraad, en raakte ik zelfs aan mijn hoofd gewond, door een steen, die door hun oudste zoon Rijnco geworpen werd. Dit gebeurde allemaal in de “Villa Isola” in Bandoeng. Na verbonden te zijn, mocht ik met Eppo, hun jongste zoon, in de Japanse stafauto, met vlaggetjes en de Japanse chauffeur, als een troost, een lunch pakketje “Oom” Ab Brons brengen in zijn gevangenis, waar ik hem door de poort tussen een  groepje andere Hollandse gevangenen zag staan. Ab Brons was een grote man met een rood gezicht en witte haren; men kon hem niet missen.

Als Duitse, maar ook om mijn vaders reputatie te dwarsbomen, werd mijn moeder door toedoen van deze mensen bij Greetje Brons ontboden. Deze vroeg haar verzoek de functie van tolk op zich te nemen (mijn moeder sprak vijf talen). Mijn moeder vroeg bedenktijd en ze kreeg hier  slechts drie uur voor. Overhaast vluchtten wij naar Surabaya per trein. De trein werd door de Japanners uitgekamd, op zoek naar ons, maar RK. Zusters hielpen ons verborgen te blijven. Het onderzoek van drie jonge Japanse officieren op die trein duurde drie dagen.    

In Surabaya werden wij toch gevangen genomen en kwamen wij, in volgorde,  in het klooster Gedangan, Ambarawa; daarna ik denk kamp 5, en tenslotte  Banyu-Biru kamp 10. Waar wij tot begin december 1945 verbleven. Ons vertrek van Banyu-Biru kamp, ik geloof op 6 December 1945, was zeer dramatisch. Onder de bescherming van de Ghurca’s, die ons ook van de revolutionairen tijdens de Bersiap bevrijdden. Ons kamp was reeds in handen van de guerrilla’s en werd, volgens de dreigementen, op een totale eliminatie voorbereid. Luidsprekers verkondigden allerlei dreigementen, slangen, krokodillen en tijgers en panters zouden op ons losgelaten worden, barricades van zandzakken werden opgeworpen tegen aanvallen met handgranaten. Wij werden op het laatste moment ontzet door een kolonne Ghurca’s, die ons kamp voor mogelijk een maand   of meer verdedigden met mortieren, machinegeweren en persoonlijke nachtelijke koppensneller-activiteiten.

Met het uiteindelijke vertrek in een grote groep, gingen wij door geweervuur aan beide zijden van de weg en vliegtuigen overal in de lucht schietende en bombarderende tot aan Semarang toe. Het was soms een angstwekkende vuurzee, waar wij doorheen reden. Tenslotte bereikten wij Semarang, waar wij na enige dagen aan boord gingen via pontons op het Amerikaanse schip de “Victoria Amhorst” op weg naar Batavia. Ik denk dat het in het eerste Kamp 11 van Banyu-Biru, onze buren waren, die met hun groep praktisch helemaal uitgemoord zijn. Daarom werd met onze groep geen risico genomen en waren wij ook uitzonderlijk zwaar bewapend, met tanks en gepantserde wagens. Wij zaten dan ook met alle bagage om ons heen in die trucks. 

Terug in Nederland

Binnen het jaar, wist Jannes den Besten, van de weduwen en wezen  

afdeling van de B.P.M, met geweldige leugens, mijn moeder in te palmen en hoe ongelooflijk het ook klinkt, in gemeenschap van goederen met haar te trouwen in December 1947. De man bezat zelf niets, hij was een homosexueel, hetgeen mijn Moeder ook pas te laat te weten kwam. Mijn moeder werd eventueel door hem onder druk gezet, om haar onder controle te kunnen houden. Eenmaal, tijdens een open gesprek, vertelde mijn moeder mij een en ander. Op haar eerste huwelijksnacht posteerde mijn Moeder zich kennelijk voor die man, (ik moet er niet aan denken, mijn moeder). Maar het liep mis, hij gebood haar woedend zich aan te kleden en zei: “Ik heb jou daar niet voor nodig en ik heb nu al jullie geld en die kleine flikker (dat was ik), raak ik op de een of ander manier wel kwijt”. Dit was dus mijn toekomst, waar mijn eigen moeder in meespeelde, “gedwongen of niet”, hoe is dat mogelijk.


10897266476?profile=originalAdrian Lemmens, 15 jaar oud

Alle twee de kisten, met Amerikaanse voedingsmiddelen die wij ons uit de mond hadden gespaard en meenamen naar Nederland, werd door die man alleen opgevreten, terwijl ik, nog mager van de kampen, nog steeds honger leed. Drie grote kisten met sigaretten, verkregen met hulp van de vroegere directeur ir. A. Scholtens van de B.P.M.-Shell, de vroegere directe baas van mijn vader, daar werd direct de eerste Volkswagen Kever van  gekocht. De rest verhandelde en  rookte hij zelf op,  kronkelend over de vloer van het hoesten. Bij de eerste kennismaking  met die man, weigerde ik hem de hand te schudden en kreeg ik een geweldige draai om de oren, van mijn moeder, waardoor ik verschillende meters de gang in vloog. Dat was de eerste introductie, men weet over het instinkt van kinderen.

Zwaar gedisciplineerd als ik was, durfde ik nooit ver van huis te gaan   en werd ik op die manier veelal    alleen gelaten, terwijl andere kinderen op school waren, dat was in de     Jacob Marisstraat 18, te Slooterdijk Amsterdam; dezelfde naam inderdaad, als het schip van de HAL. De ms. Slooterdijk, waarmee wij uit Indië kwamen. Gebruik makende van mijn analfabetisme, wist Jannes den Besten, nu mijn tweede vader, mijn moeder te overtuigen, dat ik niet normaal was en liet mij in een zwakzinnigengesticht in Amsterdam Slooterdijk opnemen. Dat gesticht was een complete nachtmerrie. Kinderen die zich niet normaal gedroegen, zich bevuilden   en de rotzooi op de muren smeerden, of eindeloos hun hoofden tegen een deur of muur aan sloegen, vreemde dierlijke geluiden maakten, staan mij nog altijd bij. Ik realiseerde mij, dat ik daar weleens voorgoed in had kunnen blijven. Eens in een gesticht, nooit meer er uit, gold in die tijd.

Mijn grootvader was geschrokken, toen hij dat hoorde, maar Jannes den Besten wilde van geen advies weten. En waar was mijn zogenaamde moeder? Dankzij mijn grootvader en via de politie, werd het bestuur van die stichting (later bleek, dat zij een stevige betaling van J. den Besten ontvingen om mij daar binnen de muren te houden), gedwongen om mij te laten testen. Ik werd volkomen normaal beschouwd en werd er toen weer uit gelaten, God zij gedankt.  

Ik ben nog steeds woedend over het feit, dat men met mij kennelijk te gemakkelijk kon manoeuvreren in die tijd. Ik bleek ondanks alles, nog zo onschuldig te zijn, dat men schijnbaar van alles met mij uit kon halen. Maar ik was ook in een vreemd koud land  en kende er niemand die ik kon vertrouwen. Ik was immers nog steeds het totaal genegeerde en daardoor eenzame moffenjongetje uit de Jappenkampen en pas tien jaren oud Ik was immers niets anders gewend, dan alleen te zijnen niets om handen te hebben. Wat een verschil met een eigenwijze TV- en computerwijze tienjarige van vandaag.

In de Japanse kampen, was ik het moffenjongetje, waar de andere kinderen niet mede mochten spelen, ongelooflijk als dat klinkt, ondanks,  dat wij het kampleven met iedereen deelden. Mijn Moeder werkte nachts in de keuken en sliep overdag en ik was dus altijd alleen en moest mijzelf bezig zien te houden. Daardoor ben ik een “loner” geworden tot de dag van vandaag.

De enige cadeaus, die ik ooit in mijn leven heb gekregen, waren een aantal boeken van mijn grootvader. Dat werden mijn vrienden en die hield ik  voor mijzelf, toen ik via mijn eerste internaat St. Louise, het lezen en schrijven begon te leren. Gelukkig was ik intelligent en leerde vrij snel. Ik ben er zeker van dat mijn grootvader  daarmede mijn toekomst heeft verzekerd en gered, maar hij deed meer. Via een R.K. Bisschop in onze familie, Mgr. Lemmens, toenmaals Bisschop van Roermond, werd ik ondanks een grote tegenwerking van J. den Besten op de kostschool St. Louise in Amersfoort toegelaten. Daar man een broeder Deciderius mij persoonlijk onder zijn hoede. Hij sleepte mij in mijn eerste en enige schooljaar daar, van de eerste tot de vierde klas door 

mijn studies heen gesleept. Ik was toen 11 jaar en werd 12 in 1948. Het was een elite school, maar ik was de enige die beboterd brood at en niet de voorraden toegestuurd kreeg zoals de andere kinderen. Die aten jam, kaas, muisjes of pindakaas, ik at droog brood met een schrap boter. Maar ik was deel van een gemeenschap, ook al werd ik uitgemaakt voor pinda, als de enige Indische jongen aldaar. Geweldige cadeaus voor al die kinderen en medeleerlingen, met Kerst en Sint Nicolaas, of met verjaardagen;  ik liep daartussen, met niets.

10897266660?profile=original

Vader en moeder Lemmens

Maar voor het zo ver kwam, dat ik naar mijn allereerste school St Louise ging, werd ik eerst nog meegenomen naar de U.S.A. door een vriendin      van mijn moeder, Ria Oosterbaan, die met een Amerikaanse officier was getrouwd en mij mee naar Amerika wilden nemen, waar ik mij hevig tegen verzette. Daarna werd mij direct een naamsverandering opgedrongen, ook tot een “den Besten”, ook al verzette ik mij er tegen. Ik begreep niets meer van wat mijn moeder motiveerde, met al deze handelingen en voorstellen, die natuurlijk van J. den Besten kwamen. Ik wist van mijn grootvader, dat ik een hoop geld bezat op mijn naam, maar liefst 98.000 gulden en dat er ook een kwart van de waarde van het huis van mij was. En later bleek dan  J. den Besten niet van plan was, dat ooit aan mij te laten; wetten of geen wetten, rechten of geen  rechten. Om mijn eigendom te verdonkeremanen, werd het huis met groot verlies van de hand gedaan en mijn grootvader op  straat gesmeten, die daarmee tot een armoedige en eenzame dood was veroordeeld. Hieraan hebben de Nederlandse Autoriteiten mede schuld. Wat heeft Nederland met de nalatenschap van een oorlogsheld gedaan?

Terug naar het internaat St Louise te Amersfoort, na het enige jaar aldaar, gingen mijn zogenaamde ouders op vakantie naar Frankrijk, met hun eerste baby, een jongen, die later, dankzij haar trots en op haar kosten, dokter zou worden. Hij bleek ook  homosexueel te zijn en zou later zijn moeder van alles zou beroven (en daarmee dus ook mijn rechten) en haar de dood in zou jagen.

De tuinman van het internaat St. Louise werd gevraagd of hij op mij wilde passen en werkte ik dus met hem in de tuin in mijn zogenaamde vakantie. Na die vakantie en dat tuinwerk, werd ik van die school afgehaald en op de Technische hogeschool  Don Bosco, bij de Salesianen geplaatst, ook in een internaat in Amersfoort. Ook daar werd weer een tuinman gevraagd om op mij te passen terwijl de familie naar Frankrijk ging. Daarna werd ik ook daar vanaf gehaald. Dat was voor de rest van mijn leven, mijn laatste school, maar ten laatste leerde ik daar inderdaad ook het omgaan met gereedschappen.

Nu volgde echter de vreselijkste periode van mijn leven. De lezer begint nu mogelijk een idee te krijgen wat ik heb moeten doorstaan.  Dat ik mijn vaardigheden ondanks deze situaties heb weten te behouden, is bijna ongelooflijk. Ik heb toen zeker  de voorzienigheid achter mij gehad en kennelijk voor de rest van mijn leven. Misschien is dat de prijs, waar mijn vader zijn leven voor heeft geofferd.  Dat is de vraag waar ik mee aan het worstelen ben. Maar desondanks heb ik nu een vrouw en kinderen.

Een aanslag tegen mijn leven, waaraan ik vijfmaal de dans ben ontsprongen en verder een verschrikkelijk onrecht heb moeten ondervinden, hebben mij uiteindelijk berooid het land uitgestuurd. Ten gevolge waarvan ik nu dus als een emigrant in New Zealand zit, en daar berooid met letterlijk niets tot mijn naam, een nieuw leven moest beginnen, in mei 1962, dus 26 jaar oud. Wat heeft Nederland ooit voor mij gedaan? Wat, of hoe, met de geweldige en potentieel grote rijkdom, en geweldige studie kansen, die ooit mijn rechten waren en die mij ontnomen zijn, ook die door mijn vader aan mij zijn nagelaten.

In het nog vooroorlogse Indië; in 1939

De B.P.M.-Shell, eens mijn vaders bedrijf, gebood hem in zijn functie twee mensen te disciplineren, die de bloemetjes buiten zetten en de B.P.M. als maatschappij te schande maakten, in een tijd, waar een goede naam nog steeds zeer op prijs werd gesteld. Een de zoon van een zittende directeur ir. Jan Brouwer en een prof. dr. ir., professor in de Geologie H.H. Brons een hoge academicus, die zich aan de Japanners hadden verbonden. Voor welke reden dan ook, het was verraad, maar ir. Jan Brouwer door zijn vader gewaarschuwd, vluchtte toen naar Australië. Een mogelijkheid, die ook aan mijn vader geboden werd. Maar mijn vader, destijds de grote organisator van de B.P.M.-Shell in Nederlands Oost-Indië, beval de vernietigingen van de B.P.M.-depots in 

Tarakan en Balikpapan en vluchtte daardoor te laat. Hij was een patriot en verloor zijn leven, in dienst van zijn zogenaamde Vaderland.  

Die twee individuen (heren kan ik ze niet noemen), overleefden en waren ons vijandig gezind. Ze weigerden mijn moeder te helpen en ik wist natuurlijk te veel over en van Brons; ik was een gevaar voor hen en moest worden geëlimineerd en J. den Besten, chanteerde de Brons familie, met wat hij daarover van mijn Moeder had vernomen. Ab Brons nam hem in  dienst om mij te elimineren, wat goed in het plan van J. den Besten, maar ook in dat van de Brons paste. J. den Besten wilde mij immers ook kwijt, omdat hij niet van plan was, om mij ooit mijn rechtmatige bezittingen uit te betalen.

10897266071?profile=originalDe oorkonde die Adrians vader van de Nederlandse regering ontving

Nederland liet dit allemaal toe, door de inbeslagneming van ons huis en eigendom, onze thuis en onze haven, waardoor ik ook mijn grootvader, mijn voogd, en mijn enige bescherming verloor. Met daarbij ook de mensonterende Wet  Onbevoegdheid van de vrouw in die tijd. Dat onze situatie in Nederland, met hun acties 

tegen ons, nog verergerde, is ook de schuld van de Nederlandse Staat en haar overheden. Wat kan ik (persoonlijk) verwachten, als straks de “Indische Kwestie”, door Nederland wordt erkend?

U hebt nu de eerste 12 jaren van mijn leven gezien. Er volgden nog 14 jaren van ongeluk, levensgevaar en armoede voor mij in Nederland, voor mijn uiteindelijke vlucht door emigratie naar Nieuw Zeeland.

Beste Hans, je hebt mijn permissie hier mijn levensloop openbaar te maken. De Nederlandse Staat moet ook kennis nemen  van wat er met mij is gebeurd, evenals de B.P.M.-Shell, die  medeschuldig is aan de behandeling van de  zoon van een van hun toenmaals belangrijkste employés. De B.P.M.-Shell, heeft aan mij ook nooit de studiefondsen toegekend, die door mijn Vader met hen waren vastgezet in 1939, tijdens zijn laatste verlof in Nederland. Studiefondsen die aan mij uitbetaald zouden worden tot aan mijn dertigste jaar en het mede gebruik van alle sociale voorzieningen van de B.P.M. die ik nooit heb gezien of gekregen.

Dit is eveneens een deel van de reden waarom wij Indische Nederlanders nu al 70 jaar lang door Nederland behandeld worden; een periode die we de “Indische Kwestie” noemen. Maar ik weet het, ik ben lang niet de enige, ook al bedenk ik, dat mijn situatie en het verloop van mijn leven uniek is.  Als een consequentie van wat mij allemaal is overkomen, door mijn eigen moeders kennelijke onverschilligheid jegens mij en mijn lot, heb ik haar in 1998 persoonlijk gezegd, dat zij niet het recht had de oorlog te overleven. Deze harde, maar in mijn ogen reële uitspraak deed ik tijdens mijn laatste bezoek aan haar,  

een half jaar voor haar dood. Ik noemde haar als reden het verraad aan haar tweede zoon, ook een J. den Besten. Mijn moeder vroeg mij of ik het meende, hetgeen ik nogmaals bevestigde Zo namen wij afscheid voor de laatste maal; ik heb er geen spijt van, maar ik heb er wel moeite mee. Kunt U zich dit indenken?  Echter los van haar behandeling van en verantwoording jegens mij, haar enige kind van haar eens zo zeer geliefde man, was ook mijn moeder, eens een geweldige persoonlijkheid in die moeilijke jaren. Met geweldige prestaties en trouw aan haar geadopteerde land en nationaliteit en mogelijk honderden hebben hun levensbehoud in de kampen aan haar kookkunsten te danken. Moeder kreeg na de oorlog in Nederland, vele brieven van kampgenoten die haar bedankten voor wat zij had gedaan,  brieven die in nijd en jaloezie door haar tweede man J. den Besten werden verbrand. Maar waarom liet mijn Moeder mij toen in de steek?Nu op 12 jarige leeftijd, werd ik na de vakantietijd en na de vakantie van mijn “familie”, ook weer in Frankrijk,  ook weer van mijn tweede school verwijderd. Ook op deze tweede school liet de tuinman van die school Don Bosco, te Amersfoort, die op mij paste, mij “helpen” bij het werk in de tuin.

J. den Besten had zijn macht nu gevestigd, met onze bezittingen totaal onder zijn beheer en mijn Moeder scheen haar eigen gewoonlijke zelfbeheersing en persoonlijkheid volkomen te zijn verloren. Wij woonden nu na hun huwelijk, in ons eerste huis in de hoerenbuurt van Den Haag, in de Scheldestraat, recht tegenover de ramen met spiegeltjes en die dames in hun voor mij zo vreemde kledij, nooit eerder zoiets geweten of te hebben gezien, was dat voor mij een volkomen raadsel. Dit werd toen ook schijnbaar de tijd voor  

den Besten, om de door hem   met ons aangenomen positie te bevestigen, door mijn moeder volkomen te onderwerpen, zoals hij dat gedurende zijn eigen Vaders tijd had geleerd, in het vooroorlogse Roemeense Bucharest, met de vrouwen aldaar. De “Balkanisatie” van mijn moeder, de totale onderwerping van zijn vrouw, mijn moeder, waarvan ik later ook hoorde, dat het zijn bedoeling was, om ook mijn moeder als zodanig te werk te stellen. Hoe was dat mogelijk.

10897266871?profile=original

Nog een foto van Adrian, 15 jaar oud

Mijn moeder werd zo vaak getrapt en geslagen, dat zij zich veelal niet buiten de deur dorst te vertonen. Ongelooflijk genoeg, bleken die woningen ook tot de B.P.M. te behoren, zo tegenover onze trappen hal woonden ook B.P.M.-ers, de familie de Koning. Door het gegil en het geschreeuw van mijn Moeder, riepen die de politie.  Ondanks dat de politie de staat van mijn moeder kon zien, wist den Besten de rollen zo te verdraaien, dat de politie sympathie met “hem” hadden. Ondanks de vele gaten in mijn kennis, wist ik genoeg, om hem Mossadeg, te noemen, de huilende Minister-president van Iran in die tijd. De buren durfden niet meer te reageren, na bedreigingen van den Besten. Ze hadden nu gezien, van wat hij met de  politie wist te bereiken, ondanks mijn moeders uiterlijke kentekenen, van zijn beestachtige behandeling van haar.                                                         Nu begon ook de tijd voor hem, om zich tegenover mij een houding aan te meten. Met mijn Moeder onderdrukt en onder controle en daardoor niet in staat om tussen hem en mij te kunnen komen, om mij te verdedigen, nu was ik aan de beurt. Het was de winter van 1948, dikke sneeuw en ijsbloemen op de ramen, werd mij geboden, mij uit te kleden, veel van mijn kleding, (nu lompen) was nog steeds van onze repatriatie, de schoenen met touwtjes bij elkaar gebonden, werd ik naakt aan mij haren de douche in getrapt. Ik schreeuwde niet, het had geen zin.

Nog steeds broodmager, stond ik onder dat ijskoude water te jammeren, hij stond met een Spaanse riet voor de open deur, twintig minuten tot een half uur, als ik eruit probeerde te komen, sloeg hij mij op mijn natte huid, ten gevolge waarvan de wonden weken namen om te helen. Ik kon mij na die behandeling nauwelijks meer bewegen. Aan mijn haren werd ik naar het koude gedeelte van het huis, mijn kleine kamertje,  gesleept, de kamer in gegooid, op de vloer gesmeten, waar alleen een kaal matras en een paardendeken lag, terwijl ik niet eens was afgedroogd. Dit heb ik 11 of 12 keer moeten doorstaan. De kennelijke bedoeling was, om mij een longontsteking te bezorgen. Mijn moeder zat in de enige warme kamer, met hun eerste baby een jongen en ook een Jannes en kwam er nooit uit, zij was te bang.      Is dit van een moeder te bevatten? In die omstandigheden? Misschien wel.

Over mijn Moeder

Mijn moeder, kwam uit een niet zo welgestelde familie, een Kleermakerij en was een van de ouderen, van 11 kinderen.  Grootvader een geweldige verteller, met slechts een been, was door geheel Sauerland en Westfalen in Duitsland bekend. Moeder was geboren op een vrijdag de 13e mei in 1913, dus aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Haar door ambitie gedreven leven behelsde Piano spelen, kleding ontwerpen en maken en had ook de Kookschool doorlopen, bij een van de in die streek bekendste Hotels in Winterberg. Als Gouvernante bij een rijke Maastrichtse familie, leerde mijn moeder uiteindelijk mijn vader kennen. Mijn moeder sprak vijf talen, vloeiend Maleis was haar laatste taal.

Beginnende met de huwelijks-voltrekking in Kasteel Oud Wassenaar, bracht haar huwelijksreis haar in 1934, langs vele van de Franse kastelen en Chenonceau aan de Loire en tenslotte het Casino te Monaco, waar zij een maal mocht spelen met 1000 gulden. Moeder was gelukkig, het werden er 4000. Enthousiast wilde zij het nog een maal herhalen, maar mijn vader zei neen; eenmaal was de afspraak en zo bleef het.

In Nederlands-Indië

Moeder was een beetje koket, elke zaterdagavond, in de Soos, in een andere avond japon, nooit een tweede maal gedragen, het waren haar eigen gemaakte designs en de avond japon veranderde in een cocktailjurk en daarna in een middag japon, met veel hand gemaakte opsmuk, waar zij inderdaad bewonderenswaardig mee was, zo was haar leven, in ons oude vooroorlogse  Indië. Maar mijn vader keek naar de toekomst en dit was een duur spelletje. Zo kwam de afspraak, dat mijn Moeder alle stoffen kon kopen, die zij maar wenste, vermits zij haar eigen kleding ontwierp en zelf maakte. De stoffen kwamen van over de hele wereld, zelfs Iers linnen. Mijn moeder was de dame. Maar waar was er de moederlijke tijd voor mij? Die was er niet, voor mij was daar alleen maar de baboe en mogelijk de borstmelk afgekolfd en met de fles  aan mij gevoed.

Mijn vader was trots op zijn eerste zoontje, dat weet ik, er waren foto’s die daarvan getuigden, maar hij had ook een hoge baan bij de B.P.M.-Shell en verantwoordelijk voor de algehele financiën van die Maatschappij. Hij vloog met de Shell vliegtuigen veel en over geheel Indië voor inspectie van de boeken op de vele Shell stations. Eenmaal zelfs eens met Douglas Bader, de beroemde Engelse piloot  zonder benen, die ook voor de Shell vloog. Mijn Vader was helaas dus veel weg  voor inspecties. Corruptie tierde ook in die tijd welig en zo werd het bekend dat telegrammen mijn Vader vooruit gingen, als waarschuwing, zodat de boeken om in een correcte situatie zouden zijn. Er werden hem zelfs afkoopgeschenken aangeboden in vaak geweldige bedragen. Mijn vader reageerde daarop met ontslag en een schoonveegactie schoonveeg actie en zo werd de naam van mijn vader gevreesd op de verschillende stations, waarvan de boeken niet correct waren.

Het B.P.M.-Shell soosgebouw in Pladju

Desondanks was mijn Moeder toch nog te trots, maar ook ten zeerste beschaamd (hoe vaak was de eens zo zeer bekende naam van A.C. Lemmens, door de omstandigheden bezoedeld), om door ook maar enige 

vroegere bekende te worden gezien, vanwege haar huidige uiterlijk en onze vroegere reputatie. Was dat de bedoeling van die Jannes den Besten?

Waarom had ik een moeder, die geen belang of verantwoording voor haar  enig kind nam. Niet als een hartelijke warme en veilige Moeder, maar ook niet door haar onbesuisde tweede huwelijk, nog wel in gemeenschap van goederen ook nog, zonder acht te slaan op de belangen van haar kind. Zelfs al was dat met en onder al de geweldige beloften van die man.

Natuurlijk, haar tweede huwelijk was een volslagen nachtmerrie en in haar situatie was er geen uitweg. Door in alles toe te geven, hoopte mijn moeder een succes van dat huwelijk te kunnen maken. Dat was  dus ook debet aan haar houding  tegenover mij. Ze had toen niet door dat het  haar tweede man in het zo onverantwoorde huwelijk in gemeenschap van goederen, alleen te doen was om haar kapitaal.

Maar er was ook weinig mogelijkheid tot enige hulp, voor mijn Moeder, ze was immers geïsoleerd door de omstandigheden. Er werd een school voor mij gevonden, een RK. School aan het Westeinde. Onder de Wet moest dat tot 15 jarige leeftijd op school blijven, maar kennelijk had niemand enige belangstelling voor mij. Geen interesse en geen leidende hand, of een extra aanspraak, want ik was immers het jongetje dat niet sprak, en zich alleen wist te vermaken; in de geest nog steeds helemaal terug in de tijd van de Japanse kampen. Het Moffen-jongetje, waar de andere kinderen niet mee mochten spelen.    Ik wist niet beter en in Nederland was ik alleen maar een van de pinda’s, waar weinig interesse voor was. Het liep totaal op niets uit en duurde slechts enige maanden, ik leerde daar totaal niets. Tenslotte hing ik gewoon ergens rond en liep ik de geweldige afstanden, op mijn totaal versleten schoenen, in sneeuw en ijs, nog steeds vanuit de repatriërings-periode. Er was immers geen controle op mij Menigmaal, vroeg ik mij af, waarom ik eigenlijk geen moeder had, ik kan mij de borstvoeding niet herinneren, was het afgekolfd, zoals het mij door de baboe werd gegeven. In tegenstelling tot mijn vader, heb ik nooit in de armen van mijn moeder gelegen, maar 

ik had wel de mooiste kinderwagen van Pladju, zo werd verteld.

Tot zover het tweede deel van het levensverhaal van Adrian Lemmens, dat   hij voor deze NICC Nieuwsbrief schreef

 

Lees verder…
FIN verzoekt Westerbork om opheldering 'keuze'-uitlating
10897426699?profile=original
ARNHEM (5 juli 2020) - Volgens conservator van Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Guido Abuys, zou de repatriëring van Indische Nederlanders het gevolg zijn van “een grote groep” die voor Nederland “koos”. Dat zegt Abuys bij RTV Drenthe. Federatie Indische Nederlanders (FIN) heeft het herinneringscentrum om opheldering verzocht.
Ook op de website van Kamp Westerbork circuleren vergelijkbare teksten. Het is een bijzondere duiding van (de repatriëring van) Indische Nederlanders; een groep die zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog als de Bersiap door Japanners respectievelijk Indonesiërs is vervolgd vanwege hun Nederlandse en Europese afkomst. Van enige keuze daarbij was geen sprake. Indische Nederlanders waren immers Nederlanders. Tijdens Zwarte Sinterklaas verklaarde Soekarno hen zelfs staatsgevaarlijk. (Indische) Nederlanders werden vanaf dat moment actief gedwongen om naar hun eigen land terug te keren.
Deze geschiedenis voorspiegelen als “een grote groep” die voor Nederland “koos” is wrang . Abuys deed zijn uitlatingen omdat het deze week 70 jaar geleden is dat de eerste Indische Nederlanders aankwamen in Kamp Westerbork, toen De Schattenberg genaamd, waar zij tijdelijk werden opgevangen. De uitlatingen zorgen binnen Indisch Nederland voor ergernis. Sinds de publicatie van het nieuws door RTV Drenthe ontving FIN meerdere klachten. FIN heeft Herinneringscentrum Kamp Westerbork dan ook om opheldering verzocht. Het centrum heeft tot op heden niet gereageerd.
Lees verder…
70 jaar geleden kwamen Indische Nederlanders aan in 'De Schattenberg'/Kamp Westerbork
10897426298?profile=original
(C) RTVDRENTE
Het is nu zeventig jaar geleden dat de eerste Indische Nederlanders aankwamen in Kamp Westerbork, wat dan De Schattenberg wordt genoemd. Volgens conservator van Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Guido Abuys, "koos" een grote groep Indische Nederlanders voor Nederland. Een wel heel bijzondere interpretatie om de repatriëring van (Indische) Nederlanders te omschrijven; een groep waarop Indonesiërs tussen 1945-1946 - Bersiap - omwille van hun Nederlandse/Europese afkomst een massamoord pleegden en die ook na 1949 in Indonesië hun leven niet zeker waren. Op 5 december 1957 ('Zwarte Sinterklaas') worden de laatste (Indische) Nederlanders door Soekarno tot staatsgevaarlijk verklaard en gedwongen om de Indische archipel voorgoed te verlaten.
De geschiedenis van Kamp Westerbork is een bekende. Toch is er één periode die vaak nog wat onderbelicht blijft. Dat is namelijk het jaar waarin het kamp dient als repatriëringskamp voor Indische Nederlanders. Het is nu zeventig jaar geleden dat de eerste bewoners aankomen in wat dan De Schattenberg heet.

Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 moeten Indische Nederlanders een keuze maken: blijven ze in Indonesië, of gaan ze naar Nederland? "Een grote groep koos toen voor Nederland", zegt Guido Abuys, conservator van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Veel van hen voelden zich namelijk ook niet meer veilig in Indonesië. Ook is er van oudsher een band met Nederland. Zo wordt er thuis door velen alleen Nederlands gesproken.

"Hier in Nederland was alleen een gebrek aan opvangplekken, omdat het land nog altijd herstellende was van de Tweede Wereldoorlog", legt Abuys uit. Veel repatrianten - zoals de Indische Nederlanders ook wel worden genoemd - worden in pensions ondergebracht of gaan in De Schattenberg wonen.

'Ik moest huilen'

Frederika Bloemhard kan zich die periode nog goed herinneren, zo vertelde ze in 2000 op 91-jarige leeftijd aan Abuys. "Uit de boot, gelijk de bussen in naar Schattenberg. Wij wisten natuurlijk wat het was, maar het was vreselijk. Oh, die aankomst daar. (...) Toen we die matrassen zagen, moest ik huilen."

Het voormalige doorgangskamp Westerbork is eigenlijk nog helemaal niet klaar voor de ontvangst van de repatrianten. De beslissing om hen in De Schattenberg onder te brengen wordt half juni genomen. Het kamp moet gauw schoongemaakt en klaargemaakt worden, want op 1 juli 1950 komen de eerste nieuwe bewoners aan. Rond 3-4 juli volgen grotere groepen. Eind 1950 wonen er iets meer dan duizend mensen in de twee barakken. "Het is in die tijd ook een komen en gaan van mensen", weet Abuys. "Sommige mensen kregen ergens anders huisvesting, of gingen bij andere familieleden wonen."

Een-bewoner-van-De-Schattenberg-niet-de-familie-Bloemhard-oktober-1950-Rechten-Nationaal-Archief-Winterbergen-Anefo.jpg?v=ieZsCWWitypDifF2it3gxw2
Een bewoner van De Schattenberg (niet de familie Bloemhard), oktober 1950 (Rechten: Nationaal Archief - Winterbergen / Anefo)

Omschakeling

De familie Bloemhard wordt eerst opgevangen in een grote barak, later krijgt het gezin een eigen kleine ruimte. Danny Bloemhard (die 13 is als hij in Nederland aankomt) herinnert het zich nog, zo vertelde hij eerder ook aan Abuys. "We kregen een compartiment in de barak, waar je dan ook als gezin bij elkaar kon zijn." Het is een hele omschakeling voor de familie. "Je denkt toch dat je anders opgevangen wordt, in een hotelletje of weet ik wat... Het was wel een dikke tegenvaller."

De kinderen gaan na de 'zomervakantie' in Assen naar school en proberen het Nederlandse leven op te pakken. "Het snellere leven was eigenlijk waar wij de meeste problemen mee hadden", vertelde Danny Bloemhard. Veel van de Indische Nederlanders moeten zich aanpassen aan een land waar ze zich sterk mee verbonden voelen, maar eigenlijk heel onbekend zijn. Ook is er veel discriminatie. Frederika Bloemhard kan zich meerdere incidenten herinneren, met name toen ze een half jaar later verhuisd waren naar Hoogezand. "Daar hadden we een buurvrouw die niet wist wat ze moest verwachten. Ze dacht dat wij een beetje achtergebleven mensen waren, of zo."

Volgende groep bewoners

In maart 1951 vertrekken de laatste Indische Nederlanders uit De Schattenberg. Kort daarop worden nieuwe bewoners in het woonoord ondergebracht: namelijk, Molukkers. Twintig jaar later - in 1971 - worden daar de laatsten onder dwang uit Schattenberg gezet.

Lees verder…

Noodwet herstel betalingen van 4,5 miljard van de  Indonesië

aan Nederland in zake nationalisering eigendommen.

 

10897424494?profile=original

Onbegrijpelijk dat NL Staat dit eist.

Bij overdracht was de Kas van de voorgaande regering het Nederlands Indisch Bestuur al door Nederland leeggeplunderd, allemaal doorgesluisd naar Amsterdam.  Niet alleen de NL Staat maakte zich hieraan schuldig; Het Bank -en Verzekeringswezen. Of dit nog niet genoeg was, werden staven goudvoorraden eerst naar Australië en later naar de VS gebracht. Vier jaar geleden werd het INDISCH GOUD naar Amsterdam gebracht. De Nederlandse Bank vond dit veiliger. Echter er speelde wat anders op de achtergrond. Griselda Molemans, journaliste, ontmaskerde dit. Zij gingen alle gangen na in het rapport van Gaalen die in opdracht van Min. VWS werd samengesteld door de betaalde corrupte NIOD - onderzoekers. Onbegrijpelijk waar VWS deze Niod -onderzoeker contracteert. Waarom niet een Internationaal accountantskantoor, bovendien ligt dit meer in de lijn voor onafhankelijk onderzoek en controle. Weer een commissie die een rook gordijn opzette om de Nederlandse Indische burgers op het verkeerde been te zetten. 

Zoals Reindert Rutte van Ombudsman een persconferentie gaf voor de journalisten,  stelt hij vast  dat de vele commissies het instrumentaria is om de burgers op afstand het houden, hier een bizar voorbeeld uit de praktijk.

 

De vraag nu wat is het Indisch Goudvoorraad waard? 

Weet wel op de scholen leerde men dat de Goudvoorraad de dekking voor begroting van een land is. Een soort zekerheid, als 1 van de elementen bij leningen.  

 

De volgende vraag wat zat er nog in Staats kas van het Nederlands Indisch Bestuur?  Toch zeker om een economie minimaal een jaar draaiend te houden, lijkt mij. Rapport van Gaalen analyseert de financiële stromingen die naar Amsterdam werden door gesluisd, dus Soekarno en Hatta begonnen met lege Staat kast.

 

De volgende vraag Drees vroeg voor het nationalisatieproces een bedrag om de bezittingen / eigendommen van de Nederlandse Indische burgers over te nemen.

 

Vroeg 6 miljard, via de noodwet werd 4,2 miljard overgemaakt naar het Min. Van Financiën.

Bizarre is dat Soekarno die geld heeft moeten lenen bij een Internationale fonds. Veel geld waarde nu bedraagt 70 miljard. Soekarno was het zat, en hield op met de betalingen. Volgens Drees was de restschuld 1,8 miljard. 

 

Soeharto nam het stokje over en uiteindelijk kwam het bedrag op 689 miljoen. 89 Miljoen rente, betaling in 30 termijn.  Deze afspraak werd  vastgelegd een schijnconstructie, welbekend bij surseance van betaling bij de bedrijven. Echter de schuldeisers dus 341.000 burgers werden buiten dit proces gelaten, bizar!

 

Uiteindelijk kwam het akkoord via een schijnconstructie wat ze plegen te noemen het gedrocht Verdrag Traktaat van Wassenaar. Duidelijk de opzet was om alle 341.000 Nederlandse Indische burgers er buiten te houden, terwijl om hun eigen bezittingen / eigendommen gaat.

 

Ergens in 2000 riep Gerrit Zalm dat de NL Staat op het Indisch Goud en Geld zit, toen minister van Financiën

?_task=mail&_action=get&_mbox=INBOX.Sent&_uid=362&_token=FWcmW1QaMT3RZf9YrxOLLjo8K3eVQflf&_part=2.2&_embed=1&_mimeclass=imageConclusie.

De Staat heeft alles naar zich toe geëigend en zich verrijkt over de ruggen van die 341.000 Nederlandse Indische Burgers, hoe noemt men dit ook weer "geïnstitutionaliseerde discriminatie". Verwezen wordt naar onze open brief aan Klaas Dijkhoff  van 6 juni geïnstitutionaliseerde discriminatie" dien te gevolge op 2 juli in de Tweede Kamer het debat los barstte. De volgende dag na stemming  moties, beloofde het Kabinet beterschap, om het discriminatie algoritme uit alle Ministeries te verwijderen.

 ,

ACTW-66 zal het verdrag traktaat van Wassenaar verwerpen,

Namens de 16.000 die zich hebben gemeld,

en

niet erkennen,

en

 de Nederlandse Staat, in deze het Min.Buza kan het volgende ten laste verwachten met betrekking tot  de overgebleven 50.000 Nederlandse Indische Burgers;  van bewezen immateriële – en materiële schade, verzuim van zorgplicht, ontnemen van de rechten, onteigenen van de bezittingen, onteigenen van banktegoeden, gesjoemel, vervalsing, en fraude.

Ter bevestiging van de Noodwet  en  publicatie historicus  Hendri F. Isnaeni, Indonesie betaalde aan Nederland 4 miljard gulden in de periode 1950 – 1956 zal verder WOB – verzoek worden gedaan bij de Nederlandse Bank, Min. Financiën, en Min. BuZa.  

 

Kortom totaal werd betaald 4,5 miljard plus 0,689 miljard voor het nationalisatie-proces voor alle bezittingen/eigendommen van 341.000 Nederlandse Indische Burgers, zijn nu ongeveer 50.000, die na 70 jaar nooit zijn toegekomen aan rechtmatig eigenaren.

 

Hoe heet dit ook al weer waar de Kamer deze twee dagen bezig is geweest?

"geïnstitutionaliseerde discriminatie" jegens een hele groep Nederlandse Indische Burgers.

 

ACTW-66 Doet oproep aan het Kabinet, Kamer en Mark Rutte. 

 

Het siert het Kabinet & Kamer  om excuses aan de overgebleven 50. 000  Nederlandse Indische burgers die nu wachten op de uitbetaling van het kapitaal van hun ouders, direct deze zaak af te handelen. 

 Het Kabinet kan zich richten tot ACTW-66 (actie comité traktaat van Wassenaar 1966) waarin de volgende organisatie zitten nemen; Stichting Compensatie bersiap, Stichting Nines, ICM (De Indische Internetkrant). Mee hebben gewerkt aan de petitie; Pasar Malams, Pelita, en overige niet genoemde stichtingen

 

ACTW-66 heeft ruim 16.000 aanmeldingen voor deze claim.

 Contact; Schwab@ICM-online.nl 

10897425282?profile=original

10897425475?profile=original

10897424662?profile=original

Lees verder…

Holman nieuw bestuurslid FIN

Holman nieuw bestuurslid FIN
10897422284?profile=original
DEN HAAG (1 juli 2020) FIN
 Theodor Holman (1953, Amsterdam) wordt per onmiddellijke ingang toegevoegd aan het bestuur van Federatie Indische Nederlanders (FIN). Holman is onder andere bekend vanwege zijn rol als journalist, columnist, schrijver en presentator.
“’Naarmate ik ouder werd, begon ik me steeds meer te interesseren voor de geschiedenis van mijn ouders in Indië en ik ontdekte een cultuur en geschiedenis waarvan ik soms het idee had dat men die moedwillig wilde laten afzinken. Daar schrok ik van, dat vond ik onrechtvaardig en daar wil ik iets tegen doen” aldus Holman.
Voorzitter Hans Moll is blij dat Holman zich gaat inzetten voor FIN. “Met Holman haalt de FIN een begenadigd schrijver met een scherpe blik op de actualiteit in huis”.
Redactie ICM.
Hans en Micha'l  van harte proficiat namens redactie en het ICM Team.!
Lees verder…

Historische taboes

De donkere keerzijde van de Gouden Eeuw - WIC en VOC- zien wij liever niet te veel onder ogen.

Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus.
763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Koloniaal gezelschap op Java, met op de achtergrond drie bedienden. Periode 1924- 1928. Beeld Prentenkabinet Leiden

Sylvana Simons heeft de nodige kritiek gekregen op haar besluit voor DENK de politiek in te gaan, vanwege het standpunt aangaande de Armeense genocide, die het Duitse parlement toevallig nu net officieel heeft erkend. Het DENK-taboe dat hier op de waarheid rust, vloeit voort uit de Turkse nationalistische ideeën waarmee de partij-oprichters zijn grootgebracht, zodat een openlijke erkenning van de Turkse schuld voor hun achterban te pijnlijk is.

advertentie
Die kritiek op Simons is zeker niet onterecht, maar opmerkelijk genoeg heeft dat niet geleid tot enige autochtone zelfreflectie over de omgang met ons eígen pijnlijk nationaal verleden. Want ook in ons geval moeten vaak gevoelige tenen aan 'daders'-zijde worden gespaard. Dan bestaat de neiging om onwelgevallige aspecten te verdoezelen - inzake Vergangenheitsbewältigung kunnen wij van de Duitsers nog leren.

Dat betreft niet alleen de Tweede Wereldoorlog, die - het blijkt elke 4de mei opnieuw - in zekere zin buiten onze eigen geschiedenis is geplaatst, als een politieke natuurramp die ons van buitenaf is overkomen. Wie nu de koepel van de Rijksdag in Berlijn bezoekt, treft daar een grote fototentoonstelling over het gebruik van de Rijksdag aan, met ruime aandacht voor de nazi's. In de Ridderzaal zal men een soortgelijk foto-overzicht waarin ook Seyss Inquart in het bijzijn van de hele Nederlandse ambtelijke top wordt getoond, vergeefs zoeken. Wij herinneren ons onze nationale heiligdommen graag onbevlekt.

Keerzijde Gouden Eeuw

Vooral - en dat is vanwege alle kritiek op Simons' wegkijken bij de Armenocide in combinatie met haar zwarte emancipatieagenda van belang - de keerzijde van de Gouden Eeuw, die wij vooral met Rembrandt associëren, zien wij liever niet te veel onder ogen. Daarbij gaat het vooral om wat zich laat samenvatten in de trefwoorden WIC (West-Indische Compagnie) en VOC (Vereenigde Oostindische Compagnie).

Het VOC-gevoel, dat premier Balkenende nog ter inspiratie aanprees, roept op Java andere sentimenten wakker dan nostalgische 'tempo-doeloe'-herinneringen. Hoeveel staat er in onze schoolboeken over de bloedbaden die J.P. Coen en Van Heutsz - beiden ooit door de dankbare Nederlandse natie met een groots monument vereerd - aanrichtten? Toen enkele jaren geleden Colijns bijdrage daaraan door diens biograaf Herman Langeveld uit de doeken werd gedaan, leidde dat tot een storm van verontwaardiging: hier werd een heiligenstandbeeld neergehaald.

Het grootste taboe geldt nog steeds de neokoloniale heroveringspoging van Indonesië na 1945, waaraan veel politici met het oog op de luidruchtige lobby van Oud-Indisch-gasten lang hun vingers niet wilden branden. Het structureel gewelddadige karakter van het Nederlandse optreden wordt ook nu nog slechts schoorvoetend erkend. Elke keer als er een poging werd gedaan de zaak bij de naam te noemen stuitte dit op grote weerstand.

****ICM Redactie  de VOC, die de kas van Soekarno leeg plunderde, het Indische Goud weg sluisde naar Amerika, gekscherend genoeg werd eenzijdig de Commissie van Gaalen in opdracht van VWS in het leven geroepen, om het Indisch Geld en het Indisch Goud nog verder te verduisteren  "Onderzoekrapport naar tegoeden

particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in Indie 1940 -1958"   De betaalde onderzoekers werden door journaliste Grisselde Molemans verifieert op de waarheidsbevinding, deze kwam er achter dat het Indisch Goud in VS lag opgeslagen, na deze ontdekking, gekscherend genoeg met een cryptische publicatie dat Indisch Goud naar Amsterdam, plaats van  de DNB - bank werd getransporteerd.  

'Politionele acties'

Nog in 1994 ging tijdens de Poncke Prince-affaire de VVD daarvoor al bij voorbaat op de knieën. De ingeburgerde term 'politionele acties' zegt in dit verband genoeg: het Indonesische onafhankelijkheidsstreven wordt daarmee niet als politiek vraagstuk gezien, maar als een politievraagstuk weggezet. Wij voerden ginds geen oorlog, wij handhaafden slechts de orde. Wel, de orde handhaven: dat deed de hertog van Alva indertijd ook.

* ICM redactie,  is het politieke correctheid,  of je eigen misdaden verbloemen? Hoe noem je een land binnenvallen met 100.000 militairen dat door hele wereld erkend is op 17 augustus 1945, je pleegt dan genocide om 200.000 argeloze Indonesische burgers te vermoorden. Wie waren  diegenen  besluit namen ?   Was het niet het Kabinet,   De Tweede Kamer, en het hele volk dat achter deze misdaad stonden. Behoudens MP Drees, die op de vooravond zijn ontslag nam. Hoe zag het Kabinet uit ?   Niet te vergeten wat ze hun  341.000 Nederlandse-Indische burgers hebben aangedaan door het ontnemen van hun  burgerrechten, bezittingen en banktegoeden dit 70 jaar onder de radar gehouden. Hoe heet dit ook al weer  ?  "Het gedrocht Traktaat van Wassenaar? ".  Een praktijkvoorbeeld van hoe de Overheid haar burgers buitenspel zet, was Traktaat een noodwet om al onze rechten, bezittingen, en banktegoeden te ontnemen? 

Afgelopen najaar hield ik in Bronbeek een lezing over deze kwestie. Onder mijn gehoor bevond zich een oudere Javaanse dame, die schetste hoezeer haar vader, bediende in een koloniaal huishouden, het als vernedering had ervaren van een ander toilet gebruik te moeten maken. Nu zal dat ook in vooroorlogse Europese standensamenlevingen wel zijn voorgekomen, maar in de raciale standensamenleving in Nederlands-Indië, waar in de context van buitenlandse overheersing ras en stand samenvielen, wringt dat meer. Reactie van de dochter van een oud-koloniaal: U moet niet van alles een punt maken. Dat is kenmerkend voor het onvermogen van sommige blanke Nederlanders de wereld door een andere bril dan hun beperkte eigen te zien.

Slavenhandel

Dat brengt mij tot slot op de WIC-erfenis: de slavenhandel. Die was als zodanig geen typisch Europees verschijnsel, en evenmin per definitie raciaal getint. Dat laat onverlet dat de transatlantische versie uiteraard wél sterk door raciale vooroordelen werd gelegitimeerd. Het is opnieuw een smet op het eigen verleden, waarmee Nederland liever niet te veel wordt geconfronteerd, wat mede de boze reacties op Simons verklaart.

Nog Martin Sommer reageerde 21 mei afwijzend op de suggestie van hoogleraar Caribische geschiedenis Alex van Stipriaan om aan de slavernij evenveel aandacht te besteden als aan de Tweede Wereldoorlog, omdat dat laatste volgens Sommer toch belangrijker is. Dat is nog maar de vraag. Een land als de VS worstelt vandaag in elk geval veel meer met de gevolgen van het eerste dan van het tweede. En dat Nederland daar officieel minder mee worstelt, is misschien juist deel van het probleem. De Oorlog gaat om het leed dat anderen óns hier hebben aangedaan. De slavernij om het leed dat wij elders ánderen hebben aangedaan. Door meer oog te hebben voor het eerste dan het tweede onderscheiden wij ons niet wezenlijk van DENK.

Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus.

Lees verder…

Nieuw-Guinea Veteranen delen verleden

Nieuw-Guinea Veteranen delen verleden
10897421463?profile=original
Ruud Steffen kwam na 60 jaar weer in contact met buurtvriend Stef Giebel, die bij toeval ook in Nieuw-Guinea was geweest.

Bijzondere hereniging Voorburgse vrienden na 60 jaar door 

ZWOLLE Drie buurjongens uit Voorburg groeiden na de oorlog samen op in een klein straatje. Eenmaal volwassen, ging het contact goeddeels verloren. Eentje overleed, waarna de twee overgebleven, inmiddels hoogbejaarde ’jochies’, elkaar na zestig jaar weer opzochten. Toen pas bleek dat het trio behalve jeugdherinneringen ook een militaire missie in Nieuw-Guinea deelt.

„Er is behalve de Jacques Perkstraat in Voorburg geen enkele straat die drie Guinea-veteranen leverde”, zo heeft Ruud Steffen (81) bij Defensie achterhaald. Hij leidde na zijn tijd bij het Korps Mariniers een veelbewogen leven, waarin hij werkte als onder meer meubelvertegenwoordiger, uitgever van een autokrantje en taxichauffeur. De veteraan woont al jaren in Zwolle, waar hij lang contact onderhield met zijn voormalige Voorburgse buurjongen Henk Luijt. Steffen: „We dienden beiden in Nieuw-Guinea, Henk als telegrafist en ik had bij de lichting van 1958 onder meer de taak om nieuwelingen jungletraining te geven.”

Speurtocht

Helaas overleed Luijt een kleine twintig jaar geleden, waarmee het verleden voor Steffen goeddeels leek uitgegomd. Daar rekende hij echter buiten de vasthoudendheid van zijn andere Voorburgse makker Stef Giebel. Deze was na zestig jaar stilte benieuwd hoe het zijn oude buurtvriendje verging en zette een speurtocht op touw. Dit leverde hem het telefoonnummer op van Steffen, waarna een afspraak snel was gemaakt. En wat bleek bij de eerste samenkomst? Ook Giebel is in Nieuw-Guinea gelegerd geweest. Hij beleefde daar in 1961 een heftige tijd, die de nu in Herpen wonende ex-marinier een extra ster op zijn herinneringsmedaille opleverde. Deze geeft aan dat hij deelnam een meerdere gevechtsacties.

Innige band

De onderlinge band tussen de twee veteranen is momenteel erg innig, zo meldt Steffen: „We zoeken elkaar geregeld op en praten honderduit over onze jeugd en missieherinneringen uit Guinea.” Het duo beleefde ook dat Steffen een paar jaar geleden een hartstilstand kreeg bij een bevrijdingsfestival. „Ze hebben me gereanimeerd en ik ben er nog. Al is het niet meer zo fit als voorheen”, zo merkt hij droogjes op.

Mede vanwege de fysieke tegenslag, begrijpt Steffen dat de viering van de Nationale Veteranendag in Den Haag is afgelast vanwege de coronacrisis. „Ik wilde zaterdag eigenlijk naar het Malieveld voor de viering, maar het is goed zo. Voor ons ouderen is het ondoenlijk om met mondkapjes op in de trein naar de andere kant van het land te moeten. Volgend jaar doen we het gewoon dubbel zo hard over”, zo besluit Steffen.

ICM Redactie  historie

Nieuw-Guinea 1950-1962

Het westelijk deel van Nieuw-Guinea maakte deel uit van Nederlands-Indië, maar was eind 1949 buiten de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië gebleven. De Indonesische leider Soekarno wilde Nederlands Nieuw-Guinea zo snel mogelijk inlijven. Het ‘laatste stukje Indië’ werd vanaf 1950 zodoende inzet van een slepend conflict tussen Nederland en Indonesië dat rond 1960 een sterker militair karakter kreeg.

10897421482?profile=original

Na enkele kleinschalige infiltraties nam de Indonesische militaire dreiging vanaf 1958 flink toe, zodat Nederland de troepensterkte tot ongeveer 10.000 militairen opvoerde.  In de periode 1950- 1962 zijn in totaal ongeveer 30.000 Nederlandse militairen ingezet in het toenmalige Nederlands Nieuw – Guinea. Zij kregen in 1962 te maken met infiltraties van duizenden Indonesische militairen (parachutisten). Het kwam in die maanden geregeld tot gevechten, waarbij ook Nederlandse eenheden verliezen leden.

In augustus 1962 werd duidelijk dat Indonesië een grote invasie voorbereidde en dat Nederland geen steun van bondgenoten hoefde te verwachten. Daarom droeg Nederland het gebied in oktober 1962 over aan de VN die het enkele maanden later weer aan Indonesië overdroegen. In de periode 1950-1962 zijn ruim 100 Nederlandse militairen omgekomen in toenmalig Nederlands Nieuw-Guinea.

10897421463?profile=original

Lees verder…
Uit het ICM  archief ; ’Ik zou geen agent meer willen zijn’

WASHINGTON Democraten hebben een meerderheid van het Huis van Afgevaardigden achter hun plan voor politiehervormingen gekregen. Maar in de door Republikeinen geleide Senaat komt het er niet door. Republikeinen werken in de Senaat aan hun eigen plan, waar Democraten dan weer niet achterstaan.

Na de dood van George Floyd en de daaropvolgende protesten kwamen verschillende staten al tot regels die het gebruik van geweld door agenten moet indammen. Washington werkt ondertussen aan maatregelen die voor het hele land moeten gelden. Republikeinen en Democraten bouwen beiden hun eigen brug, maar de twee bouwsels komen elkaar voorlopig niet tegen.

Over een paar dingen zijn ze het wel eens. Beide partijen willen meer training, het beter bijhouden van een politiedatabase en meer bodycamera’s voor agenten. Maar de lijst met twistpunten is lang. Democraten willen de nekklem verbieden. Republikeinen willen alleen strengere regels. Democraten willen dat slachtoffers van politiegeweld een schadevergoeding kunnen krijgen, en agenten makkelijker kunnen vervolgen. Dat zien Republikeinen niet zitten. En zo gaat de lijst door.

’Gevaarlijk werk’

Bernhard ’Carl’ Bröker ziet de ontwikkelingen in Washington en de protesten tegen de politie met lede ogen aan. Dertig jaar lang was de Nederlandse Amerikaan met plezier agent. In verschillende stadjes in Colorado was hij onder meer rechercheur en politiecommissaris. Hij werkte bij de militaire politie een tijd undercover bij de drugsopsporing. „Gevaarlijk werk; mijn vrouw wist soms wekenlang niet waar ik was.”

Bröker werd geboren op Java en vertrok na een paar harde jaren in Nederland op jonge leeftijd met zijn ouders en familie naar de VS. Nog voordat hij officieel Amerikaan was, werd hij opgeroepen voor de Vietnam-oorlog. Nu is Broker gepensioneerd, maar hij heeft nog altijd veel contact met de nieuwe garde van agenten via de politievakbond in Las Vegas, waar hij nu woont.

„Hoe mooi het werk ook is, ik zou nu geen agent meer willen zijn. Je krijgt geen steun meer van je baas en agenten mogen steeds minder.” Terwijl agenten dingen naar hun hoofd krijgen geslingerd, kan elke fout het einde van de carrière betekenen. „Je kan zo zelf in de gevangenis eindigen.” Het is volgens hem ook de reden dat veel agenten het voor gezien houden. „Meer collega’s gaan maar met pensioen of zoeken ander werk. Dit willen ze niet meer.”

Demonstranten willen dat er minder geld naar de politie gaat. Daar snapt Bröker niets van. Vooral in kleinere stadjes is nu juist te weinig budget voor bijvoorbeeld training. In grotere steden gaat nu ook die training als eerste uit het raam. Terwijl agenten voorbereid moeten zijn op alles. „Mensen uit een brandende auto redden, schietpartijen... Het komt allemaal voorbij.”

Knuppel

Van Nederlandse collega’s hoort hij wel eens geklaag over strenge regels. „Ze zeggen altijd: ’Wij mogen niets, we mogen amper onze knuppel gebruiken.’ Dat proberen hier de Democraten nu ook te regelen. Ze willen het net als in Europa maken.” Maar het werk van een agent in de VS is anders dan in Europa, zo benadrukt hij. Zo zijn er in de VS veel vuurwapens in omloop.

Bröker was altijd voorzichtig. Hij moest zelf wel eens schieten op verdachten, maar nooit met dodelijke afloop. Ook werd hij zelf nooit geraakt. Als politietrainer drukte hij zijn collega’s op het hart: „Denk bij elke auto die je stopt: Daar zit een moordenaar in. Als je zo voorzichtig bent en blijft, dan ga je elke dag veilig naar huis.”

Lees verder…

10897260893?profile=original10897374492?profile=originalCorona -noodwet? Of noodwet van President Soekarno 4,5 miljard herstelbetalingen aan Nederland.

De republiek Indonesië 300 jaren Nederlands kolonie onder het regiem Het Nederlands Indische Bestuur, bracht de Gouden tijden in Nederland. Het koffertje werd op de derde dinsdag netjes aangevuld uit de kolonie het Voormalig Indië. Luxe en weelde kenden Nederland.

De voortekeningen van een Tweede Wereld oorlog kondigde zich aan. De noodzakelijke voorbereidende maatregelen werden getroffen, en zeker toen bekend werd dat Japan Het Voormalige Indië zou binnenvallen. Alle financiële gelden werden snel doorgesluisd  naar Het Amsterdamse. De goudvoorraden die de begroting van Nederlandse Indië moest dekken werd eerst naar Australië getransporteerd, en later New York. In 2016, vier jaar geleden na een onderzoek door Griselda Molemans, arriveerde de goudvoorraad bij DNB – Bank in Amsterdam. Van wie is deze goudvoorraad dat opeens uit de hemel komt vallen. Weer met  een cryptische publicatie weet de Overheid dit weer onder de radar te houden.

Als je de tussenbalans opmaak heeft de republiek veel Goud en Geld aan Nederland betaald, los nog van 300 jaar kolonie. Je zou zeggen genoeg is genoeg. Je zou je dan moeten afvragen waar is het goud en oud  Indië geld nu gebleven, zijn deze wit gewassen ?

De Indische wereld draait door nadat de overdracht van Nederlandse Indische Bestuur, voor president Soekarno was dit 17 augustus 1945, en al zodanig Internationaal erkent.

Zaten de 341.000 Nederlandse Indische Burgers, die daar geboren en getogen zijn in het ongewisse, hoe verder nu?  Velen rekende erop dat de zaken zich zullen stabiliseren, en wilden dus hun bestaan in de republiek voortzetten. Kabinet en Tweede Kamer maakte dit onmogelijk, namelijk zij accepteerden niet het verlies van hun kolonie. Nederlandse regering creëerde deze instabiele situatie zonder de consequenties te overzien wat voor drama dit ten gevolge kan hebben voor hun burgers daar ! 

Vele incidenten deden zich voor vanaf 1947 - 1962.

Hoogte punt dat in 1947 /1948 de inval van Nederlandse Leger ruim 200.000 Indonesische burgers werden vermoord. GENOCIDE. De betrekkingen verslechterde met de dag, en het bestaan, en leven van de Nederlandse Indische Burgers veranderde in een hel. Zeker tussen de 10.000 tot 30.000 zijn vermoord als represaille.

Intussen nadat de Kas en Goud is gekaapt door Nederland;

Verzocht de Nederlandse regering onder het Kabinet Drees, president Soekarno nog eens 6 miljard oude Nederlandse guldens te betalen voor de nationalisatie. Soekarno had de Indonesische bevolking niet op zijn hand als het om de Blanda’s / Nederlanders ging. Dus hij was aangewezen op  de noodwet,  die hij ook aankondig aankondigde in staatsscourant  0.48, 150   om het volk te dwingen te accepteren dat aan Nederland wordt betaald.

 

 

LEMBARAN NEGARA
REPUBLIK INDONESIA SERIKAT

o. 48, 1950

UNDANG-UNDANG DARURAT
NOMOR 26 TAHUN 1950
TENTANG
PENGESAHAN DAN PENGAKUAN HUTANG TERHADAP KERAJAAN BELANDA

PRESIDEN REPUBLIK INDONESIA SERIKAT

 

  

Later werd deze bevestigd door  Historicus Ganti Rugi Penjajahan

Sebagai negara terjajah, Indonesia berhak meminta ganti rugi pada penjajah. Dari Jepang, dapat pampasan perang. Sedangkan dari Belanda hanya kata maaf.

Kort samengevat door historicus  Hendri F. Isnaeni,  Indonesie betaalde aan Nederland 4 miljard gulden in de periode 1950 – 1956

 

Constatering de periode 1952 – 1956 betaalde Soekarno een dergelijk 4,2 miljard aan Nederland voor de nationalisatie van eigendommen, bezittingen en banktegoeden. Deze waren van De 341,000 Nederlandse Indische Burgers. Drees stond er op om het resterende 1,8 miljard. President Soekarno stopte met de betalingen.  President Soeharto nam de onderhandelingen over, met het inzicht dat Nederland de republiek Indonesië economisch zou steunen.

Ter afsluiting werd voor de zogenaamde restschuld uiteindelijk overeen gekomen het bedrag van 600 miljoen en 89 miljoen aan rente. Deze bedragen zijn nog steeds bedoeld om de Nederlandse Indische Burgers schadeloos te stellen die al hun bezittingen zijn verloren, kosten hebben moeten maken om In Nederland te komen.

Het verdrag traktaat van Wassenaar is 1 zijdig gesloten,  de 341.000 Nederlandse Indische burgers nooit in zijn betrokken als ingekend en dat over hun eigendommen is beslist.

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives