Alle berichten (2877)
ICM Nieuwsbrief van 29 oktober 2023
Nog 6 dagen slapen Pasar Malam Rijswijk met Massada Live in Concert en uniek ICM Bali Home Vision; voor mensen met een kleine beurs vanaf 42 k tot 69 K. Heeft u meer te besteden vila en bungalows met zwembad vanaf 200K.
De moeite waard om een kijkje te nemen bij ICM stands 226/227.
Het wonderschone meer van Maninjau
De oorlog ver weg 1949 - 1962 – Gerrit ter Haar. In het eerste deel “De oorlog ver weg, 1942-1949” schetst de auteur een waarheids-getrouw beeld van de oorlogsjaren en de jaren daarna in
Nederlands-Indië. Een inkijk in de ervaringen van burgers en militairen. Een vervolg kon niet uitblijven. De verstrekkende gevolgen van de oorlog lieten diepe sporen na. Zowel in de politiek als in de veelal verwoeste levens van de betrokkenen. Diepe wonden die tot…
Lees verder…
Meest gestelde vragen update 20 september 2023
Is ICM een politiek Platform ?
In zekere zin. ICM is een media met een platform waar abonnees hun misstanden kunnen melden. Zoals U weet in een democratisch land kan ICM als media de politiek druk bewerkstellligen als tegenmacht. Immers om de zittende macht het…
Lees verder…
Niet alleen hier vinden de verkiezingen plaats. maar ook in de republiek. Einde van tijdperk van Mark en Jokowi.
Lees verder…
(Over Indië) De kortste weg naar vergetelheid
In 1968 waren er op veel plekken in de wereld studentenprotesten.
Ook in Azië.
Het tv-journaal – herinner ik me – kon niet goed uitleggen waaróm de Japanse studenten in protest waren.
Maar ze zonden de beelden wel uit, en wat ik me er van herinner is dat de studenten in rotten van…
…
KVK - nummer 72173122 ICM Projets Heeft U nog niet betaald verzoeken U deze per omgaande (vandaag) het bedrag 65 euro over te maken op Raborekening NL35 RABO 0377 579491 tnv. ICM Project ovv ICM abonnement 2023-2024, waarvoor onze dank.
|
De oorlog ver weg 1949 - 1962 – Gerrit ter Haar. In het eerste deel “De oorlog ver weg, 1942-1949” schetst de auteur een waarheids-getrouw beeld van de oorlogsjaren en de jaren daarna in
Nederlands-Indië. Een inkijk in de ervaringen van burgers en militairen. Een vervolg kon niet uitblijven. De verstrekkende gevolgen van de oorlog lieten diepe sporen na. Zowel in de politiek als in de veelal verwoeste levens van de betrokkenen. Diepe wonden die tot op de dag van vandaag nog niet genezen zijn. Ter Haar sprak met getuigen en tekende hun v
erhalen op. Verhalen die vaak door merg en been gaan en tegelijkertijd ook ontroeren. Verhalen waar je stil van wordt. Gestaafd met feiten uit de rijke archieven van onder andere het Historisch Centrum Overijssel. Het boek rekent af met de heersende perceptie en voor-oordelen jegens oud-strijders en in ons land wonende medelanders. Wie het eerste deel gemist heeft: dat is ook nog steeds verkrijgbaar. Adviesprijs: € 22,50.
Sesi – Nynke Sietske de Vries. Seakle de Vries vertrekt op 11 november 1937 voor werk bij de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM) naar Nederlands-Indië. In een brief aan zijn zus Siet (toen 20 jaar) vraagt hij om te schrijven over wat zij als jongste herbergierssdochter meemaakt tijdens de oorlogsjaren in Pingjum, een klein dorpje in Friesland. Seakle en zijn vrouw Brandie schrijven dan terug. In dit boek zijn passages uit die brieven van Seakle en zijn vrouw opgenomen. Seakle, Brandie, Siet en ook broer Sipke vinden het van groot belang om te schrijven over hun leven. Ook de auteur van dit boek, dochter van Siet, vindt dit erg belangrijk en heeft daarom de schriftjes van haar moeder al die jaren zorgvuldig bewaard. In dit boek heeft zij de aantekeningen van haar moeder gerangschikt naar een aantal thema’s en gecombineerd met de brieven van Seakle en Brandie. Hierdoor ontstaat een gedegen beeld over die periode, waarin de oorlog in alles voelbaar is en waar het gaat over goed en fout. Het boek is rijk geïllustreerd met foto’s.
Adviesprijs: € 20,00.
Voor meer boekrecensie ga naar lees verder
Meest gestelde vragen update 20 september 2023
Is ICM een politiek Platform ?
In zekere zin. ICM is een media met een platform waar abonnees hun misstanden kunnen melden. Zoals U weet in een democratisch land kan ICM als media de politiek druk bewerkstellligen als tegenmacht. Immers om de zittende macht het Kabinet en de 2e Kamer te bewegen om naar uw problemen te luisteren, om te de agenderen en te eisen om mogelijke oplossingen.
Referentie lijst realisatie.
- in 1999 projecten Het Gebaar samenwerking met Min. VWS
- In 2015 Knil betalingen
- In 2022 Oorlogmisdaden in de Republiek, Rutte excuses aangeboden, gaat 96,712 Indonesische burgers compenseren.
- In 2022 Traktaat van Wassenaar aangeboden in de Tweede Kamer ter behandeling. Wilt U meer weten via ICM Google zoeken naar "Traktaat van Wassenaar " of ACTW-66
>>>>>> gestelde vragen update 3 september 2023
Welk medium kan ik www.icm-online.nl bereiken?
Om te beginnen via het Internet met adres www.icm-online.nl via Uw laptop en I-Path. Sinds kort gewoon via Uw mobiel. Niet te vergeten ICM Online is op allle aparatuur te ontvangen ook op Uw TV.
Op welk platform is ICM te bereiken?
Op Facebook met ruim 30 geroepen vindt U ICM - Content. Op de grote groepen o.a. INDO-EUROPEANEN zijn geen Indianen, geen Indiërs en geen Indonesiërs. ( 9.000 leden ), en Indische Internetkrant sinds 1999 (ICM-Online) (2.300 Leden)
Wat voor content (inhoud) wordt door ICM Online op Facebook gezet ?
Nieuws, Pasar Malam Agenda, Boek recensies, recepten, Webshop, Politiek Den Haag (indische kwesties), ICM Bali Home Vision, Trakaat van Wassenaar en Video's (nu ruim 596 video's).
Als U abonnee bent van ICM kan U zo via Facebook naar uw account op www.icm-online.nl inloggen. U kan Uw foto's op www.icm-online.nl weer delen naar uw profiel op Facebook. Of filmpjes of berichten. Ook aan Uw vrienden uitnodigen om abonnee te worden van ICM.
Wordt vervolgd.
>>>>>>> Meest gestelde vragen dd. 2 september 2023.
Web portaal ICM draait op Ning Network 3.1. Deze versie heeft flink update ondergaan, daarom stelt de webmaster van ICM portaal om deze rubriek op te zetten. Niet iedereen zit op Facebook.
Aanmelden;
Om toegang te krijgen dient U een account aan te maken. Na het aanmaken wordt een verzoek gedaan aan de beheerder van ICM Portaal. Deze beoordeelt Uw aanvraag. Hierna stuurt de webmaster een goedkeuringsbericht naar uw email
Inloggen ( aanmelden bovenbalk rechts)
Wanneer Uw account is aangemaakt krijgt U toegang nadat Uw email en Uw wachtwoord heeft ingetoetst. Heeft U toegang tot alles, en U komt op het ICM Welkompagina rechts bovenaan de balk verschijnt Uw naam. Door op Uw naam te klikken gaat U naar Uw Profiel.
Op ICM Welkompagina :
worden de recente berichten / publicaties / nieuws getoond. Naast dat Uw kan kiezzen voor de rubrieken Actualiteten & Overige, Pasar Malam agenda, Reizen, Recepten, boekrecensies, Video’s, Webshop, pencak form, Politek, Traktaat van Wassenaar en ICM Bali Home Vision.
U kan bijvoorbeeld reacties plaatsten op ICM pubicaties.
Uw profiel vindt boven aan de pagina rechts:
Op uw profiel kan U zelf berichten plaatsen, foto’s en video’s. Vrienden uitnodigen Heeft U account op Facebook dan kan U direct daar Uw bericht, foto of video delen met uw vrienden.
Wordt vervolgd.
Niet alleen hier vinden de verkiezingen plaats. maar ook in de republiek. Einde van tijdperk van Mark en Jokowi.
(Over Indië) De kortste weg naar vergetelheid
In 1968 waren er op veel plekken in de wereld studentenprotesten.
Ook in Azië.
Het tv-journaal – herinner ik me – kon niet goed uitleggen waaróm de Japanse studenten in protest waren.
Maar ze zonden de beelden wel uit, en wat ik me er van herinner is dat de studenten in rotten van vier achter elkaar holden in een hop-hop-hop-hop looppas, om dan op een gegeven moment in elkaar geslagen te worden.
Die hop-hop-hop-hop protesten zijn me altijd bijgebleven, maar als ik nu via internet probeer uit te vinden waar ze over gingen, komt er uit dit onmetelijke digitale archief niets. Behalve dát er studentenprotesten waren in Japan in 1968 en 1969.
Uit het feit dat het protest twee jaar duurde en geen spoor in de geschiedenis heeft achtergelaten mogen we afleiden dat de studenten hun zin niet kregen. Want alleen overwinnaars schrijven geschiedenis.
Maar de hop-hop-hop-hop van 1968 bracht een herinnering bij me boven aan een gebeurtenis in de jaren die ik als kleine jongen doorbracht in een Japans interneringskamp op Midden-Java. Ambarawa kamp 6.
Ik schreef daar pas een paar jaar geleden over in mijn boek ‘Weg uit Indië’:
'Op een middag toen Hans en Sonja landerig van de honger op hun bultzakken lagen klonk ineens van buiten hop-hop-hop-hop en het geluid werd snel harder. Ze sprongen van hun bedden af en renden naar buiten. Ze waren net op tijd om een groepje soldaten in looppas dichterbij te zien komen. Bij elke pas riepen ze iets dat klonk als hop-hop-hop. De grond dreunde onder hun laarzen. In hun rechterhand droegen ze een houten geweer. Het waren Koreanen, hulpsoldaten die door de Jap maar half vertrouwd werden en dus geen echt wapen kregen. En alhoewel de Koreanen nu Japan hielpen met het veroveren van andere landen, hielden Japanners en Koreanen niet van elkaar. (..) "Dit lijkt wel een opstand," zei tante Aal die naast Hans en Sonja was komen staan. "Kijk, ze hebben hun geweer in de hand in plaats van over de schouder. Alsof ze ermee zouden kunnen schieten."
Hop-hop-hop holde het groepje voorbij en sloeg de weg naar de poort in. Daar klonken schoten en even later kwamen ze weer terughollen. Maar nu niet meer als groep. Ze verspreiden zich over de barakken. In barak 4 kwamen er twee. Ze kropen onder de bedden en legden hun wijsvinger op de mond als iemand ze zag.'
De Koreaanse hulpsoldaten waren in opstand gekomen. Maar het vervolg van die gebeurtenis is uit mijn geheugen verdwenen. En was het wel ooit gebeurd? Dat Koreaanse bewakers dienst deden in de Japanse interneringskampen is bekend. Maar een opstand? Ook hier leverde een onderzoek op het wereldwijde web niets op. Maar wel een herinnering van kampgenoot Hans Stoltenborg op de website van de Stichting Gastdocenten WOII:
'Een spectaculaire gebeurtenis, ook in januari, was de opstand van de Koreaanse soldaten in het Japanse leger. (…) Terwijl ik voor de barak iets aan het bekijken was hoorde ik veel geschreeuw en zag ik een paar kampbewakers over de weg rennen die dwars door het kamp voor de barak langs liep. Op een flinke afstand werden ze gevolgd door andere kampbewakers. Ineens hoorde ik een paar doffe knallen en spetterden er vuurtjes en vonken uit de weg vlak bij mij. Pas op dat moment hoorde ik vrouwen gillen dat ik binnen moest komen. Na mijn sprintje werd me verteld dat die vonken en vuurtjes ricochets van afgevuurde kogels waren. Maar op wie schoten ze dan toch? Niet op mij dus.'
Het is dus echt gebeurd. Maar net zoals de Japanse studentenprotesten in 1968 en 1969 heeft het de geschiedenisboeken niet gehaald. Een hop-hop-hop-hop-protest is kennelijk de kortste weg naar vergetelheid.
(Deze column verscheen eerder in het tijdschrift Azië, zomer 2017)
https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-300x170.jpg 300w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-400x227.jpg 400w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-600x340.jpg 600w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-768x435.jpg 768w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-800x453.jpg 800w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-1024x580.jpg 1024w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-1200x680.jpg 1200w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle.jpg 1500w" alt="belle" width="1082" height="613" data-lazy-srcset="https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-200x113.jpg 200w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-300x170.jpg 300w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-400x227.jpg 400w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-600x340.jpg 600w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-768x435.jpg 768w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-800x453.jpg 800w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-1024x580.jpg 1024w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle-1200x680.jpg 1200w, https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle.jpg 1500w" data-lazy-sizes="(max-width: 1500px) 100vw, 1500px" data-lazy-src="https://www.indischeschrijfschool.nl/wp-content/uploads/2023/10/web-belle.jpg" data-ll-status="loaded" />In 1921 wist iedereen het: Willem Belle, die heeft gouden handen als hij een viool aanraakt. En dat was ook zo. Net als indertijd zijn vader.
In het Weekblad voor Indië kwam ik een groot artikel tegen over vader en vooral deze zoon. De auteur ervan, kunstcriticus Hans van de Wall, kwam woorden te kort om diens kwaliteiten te prijzen. Dat Belle een viool kon repareren, was een zegen voor de klassieke muziek in de oost. Want hoe verging het de viool die in de tropen arriveerde? Dat zette dezelfde Van de Wall uiteen in het Bataviaasch Nieuwsblad:
- Grootmeesters op de viool, die door het Verre Oosten reizen, ondervinden niet alleen aan den lijve de gevolgen van het heete klimaat, maar zij lijden het meest schade aan hun instrument.
- Er is tot dusver niet één geweest, die, hier aangekomen en zijn vioolkist openend, daarin de kostbare Amati of Guarnerius gaaf en ongeschonden aantrof.
- Integendeel, in al die gevallen lag het Instrument geheel uit elkaar als een wrak, en scheen het onherstelbaar verloren.
- En indien wij in ons midden niet een instrumentbouwer hadden als Willem Belle, den genialen werkman op dit gebied, dien — ik vernam dit vaak uit den mond der vreemde artisten — zelfs het buitenland ons benijdt, dan zouden wij kunstenaars als Piastro, Premyslav en Elman hier niet op hun best kunnen hooren.
Een wrak van een instrument, en wat dan te doen? Naar Willem Belle. Gelukkig staan er in het Weekblad voor Indië mooie biografische passages over vader en zoon, en van die laatste ook nog een foto.
Vader Belle

Bataviaasch Nieuwsblad, 1902
En [in] die dagen leefde te Batavia, een technicus, de heer W.F. Belle, die uit liefhebberij ook niet onverdienstelijk de violoncel bespeelde, ijverig meewerkte in het toenmalige orkest van “Toonkunst Aurora” en in verschillende kwartet-vereenigingen.
Hij woonde heel bescheiden In het blinde gangetje tussen de tegenwoordige percelen van de “Arnhemsche” (vroeger de Bataviasche Spaarbank) en van “Au bon Marché” op Noordwijk. Buiten zijn vak was hij ook zoo’n beetje knutselaar, die er plezier in had door zelfverzonnen en zelfgemaakte dingen te voorzien in de behoefte van allerlei praktische voorwerpen in het huishouden of voor algemeen gebruik; dingen die men tegenwoordig voor een prikje in elke toko kopen kan, maar die ten tijde van onze grootouder voor geen goud te krijgen waren of hij zocht voldoening in het herstellen van machines, speeldozen, draaiorgels en dergelijke die door anderen onherstelbaar waren verklaard.
Het spreekt haast vanzelf dat hij vooral een bijzondere zorg besteedde aan kapotte muziekinstrumenten, zodat allengs ieder die een beschadigde of onttakelde viool, fluit of cello te repareren, had ermee naar Belle ging. Deze verkreeg hoe langer hoe meer routine en kennis in en van het métier, met als gevolg dat het opzenden van defecte instrumenten naar Europa zeldzamer en eindelijk geheel overbodig werd.
Zoon Belle

Een ietwat wazige foto van het atelier, toch geeft het een indruk.
Belle had vier zoons, van wie de tweede, Willem, al heel vroeg dezelfde neiging tot nasporingen en uitvindingen op instrumentaal technisch gebied aan den dag legde. Willem Belle junior – en hij is de artistieke werkman, wien dit artikel wordt gewijd – mocht dan op zijn 12e jaar zijn vader in het primitief ingerichte atelier helpen, waar zijn lust tot ingenieus geknutsel werd gebakken door de grote verscheidenheid van objecten, die er ter reparatie lagen.
In het begin droeg de vader zijn zoon slechts ondergeschikt en licht werk op maar de jonge Willem bleek zóó scherp de kunst van den vader te hebben afgekeken, en zóó handig te kunnen omspringen met de caduque stukken in het atelier die hij weer in elkaar zette of aan elkaar hechtte tot ze nieuw en gaaf geleken dat hij weldra en steun werd van zijn vader. Toen deze op latere leeftijd door een ernstige kwaal in den arbeid werd bemoeilijkt, nam Willem alles alleen op zich.
Ontwikkeling
Dan blijkt dat Willem A. Belle niet alleen met zijn handen veel kan, maar dat hij ook intelligent en leergierig is:
- Hij wil kwaliteit van violen horend leren begrijpen, dan dat lukt, dankzij zijn “fijn en uitmuntend gehoor”.
- Hij bezoekt instrument fabrieken in Europa en Amerika.
- Hij gaat naar Duitsland om de vervaardiging van violen ter plekke te bestuderen.
- Hij reist naar Frankrijk en België, naar de dan beroemde fabriek van Laurent (Brussel) en Jerôme Thibouville (Parijs) om te leren hoe vioolsnaren gemaakt worden.
Resultaat
Zo groeide Willem A. Belle dus uit tot een expert, een beroemdheid. Het verhaal gaat verder, want Van der Wall schrijft:
- … en eindelijk heeft hij een vernis weten samen te stellen – zijn geheim – waardoor het mogelijk is geworden om geheel onttakelde en gescheurde of gebarsten instrumenten hun oorspronkelijke schone toon terug te geven tot uitbundige vreugde en verbazing, tevens van de eigenaren die hun kostelijk bezit reeds verloren waanden.
Dat was het moment waarop ik dacht: o, ja? Want Van der Wall is zo adorerend, dat schept wat twijfel. Dus ik bladerde door het mooie boek De Oostenwind waait naar het westen van Henk Mak van Dijk. In het hoofdstuk over klassieke muziek las ik een intrigerende zin:
- Wanneer de houtlijm van instrumenten loslaat, kunnen de instrumentbouwers en – reparateurs, de gebroeders Belle te Batavia, dat herstellen met een lijm waarvan ze het recept zorgvuldig geheim houden.
Vernis lijkt me iets anders dan lijm. Maar je weet het niet, geheim is geheim tenslotte. Van de Wall meldt ook nog dat Belle zelf vanaf nul violen bouwt. Probeert te bouwen, tenminste: ‘Hij is er nog niet mee klaar en zelfkritiek weerhoudt hem er met anderen over te spreken.”

Met dank aan Maas Vioolbouw voor het mogen opnemen van de afbeelding.
Viool
Dat is goed gegaan. De viool die u hier ziet, is een echte Belle. Inderdaad, uit het oude Indië afkomstig. Gemaakt in 1929 en te koop geweest bij Maas Vioolbouw. Voor de kenners komt hier het bijschrift van de website:
- Deze unieke viool van W. Belle, werd in 1929 gemaakt in Batavia (Jakarta). Willem Alfons Belle volgde in 1909 zijn vader op die een muziekwinkel in Batavia had.
- Hij bouwde violen, stemde piano’s, orgels en repareerde allerlei muziekinstrumenten.
- De viool draagt het etiket: ‘W. BELLE, Luthier, Batavia, (Jakarta) 1929)’ .
- De bovenklos binnen in de viool is gesigneerd en voorzien van de datum van bouw.
- Het achterblad is uit één stuk dos gezaagd esdoorn. Meestal zijn achterbladen van violen ‘kwartiers’ gezaagd.
Hoe zou het Willem A. Belle toch vergaan zijn? En wat deden zijn broers? Henk Mak van Dijk spreekt over de ‘gebroeders’, dus misschien kwamen ze ook in het atelier.
U ziet, er is maar een enkel artikel zoals dat van Hans van de Wall voor nodig om meer dan honderd jaar later de nieuwsgierigheid te wekken. Schrijven is blijven. En dat geldt ook voor uw verhaal.
Geert Wilders was de Neger van Venlo
Lees verder…Waarom in 1914 het kazerne-concubinaat werd verboden
Kazerne-concubinaat: het woord alleen al was genoeg om christelijke kringen schrik aan te jagen. Twee woorden, twee keer schrikken.
Concubinaat: dat was leven in zonde, want het betrof een relatie buiten het huwelijk. Seksualiteit hoorde binnen het…
Lees verder…ICM bestaat sinds 2019 toen met een hecht TEAM dominant aanwezig op het MSN met ruim 67 groepen, nu Het Facebook.
Lees verder…
|
Thomas van Aalten - Een vrouw van de wereld (2020)
De negende roman van Thomas van Aalten, Een vrouw van de wereld, gaat over Leonie, een aantrekkelijk meisje uit een arbeiders-milieu dat in de jaren…
Bestemd voor de deelnemers ACTW-66 (traktaat van wassenaar0
Wat de Indische jongen kan als hij wil
Wat de Indische jongen kan als hij wil: dat stond boven een artikel in het eerste nummer van Onze Stem, per 1 september 1920 het blad van het Indo-Europeesch Verbond.
De duizenden leden…
de Indische burgemeester van Amsterdam was Willem Frederik van Leeuwen, geboren in Soerabaja, hij kon netwerken als geen ander en aan het begin van de vorige eeuw mocht het koloniale bedrijfsleven voor hem op de knietjes, uit dankbaarheid.
Dat zat zo.
O nee,…
Lees verder…Woningen aan de Oude Merdikaweg te Bandoeng, ca 1930, ,., Jl Merdeka, Bandung, 2019
Lees verder…
KVK - nummer 72173122 ICM Projets Heeft U nog niet betaald verzoeken U deze per omgaande (vandaag) het bedrag 65 euro over te maken op Raborekening NL35 RABO 0377 579491 tnv. ICM Project ovv ICM abonnement 2023-2024, waarvoor onze dank.
Geert Wilders was de Neger van Venlo
Geert Wilders werd op school de Neger van Venlo genoemd. Dat bevestigen verschillende bronnen uit het verleden van de politicus. De geblondeerde Limburger zou zijn bijnaam te danken hebben aan zijn Indische afkomst.
Al in de eerste klas van zijn lagere school, de Sint Mattheusschool in Venlo, was het raak. De jonge Geert werd regelmatig door een groep jongens in een hoek van het schoolplein gedreven. Ze duwden hem en riepen ‘neger’ in zijn oor. Oud-klasgenoot Kas Verhoeff herinnert zich het nog goed. “Sjefke, een populaire jongen bij ons in de klas, begon ermee en al snel deed iedereen mee. Geert was gewoon het pispaaltje zoals iedere klas wel een pispaaltje heeft.”
Neger
Hoe Sjefke erbij kwam om Wilders neger te noemen, weet Verhoeff niet. Ludde Gubbels, de inmiddels gepensioneerde leraar van Wilders, heeft echter wel een vermoeden. “Wij hadden op school, en überhaupt in Venlo, vrijwel geen allochtonen. De Indische gelaatstrekken van Geert vielen daardoor op. Natuurlijk is iemand van Indische komaf geen neger, maar probeer dat een kind maar eens uit te leggen.” De school deed er vervolgens alles aan om het pesten te stoppen. Zonder succes. “Het was eigenlijk niet te doen”, legt Gubbels uit. “Je kon wel streng optreden op het schoolplein, maar dan kreeg hij het op weg naar huis extra hard voor zijn kiezen.”
Leerplichtambtenaar
Op het Venlose Sint Thomas College, waar Wilders de mavo volgde, nam het pesten serieuze vormen aan. De huidige PVV-leider kwam regelmatig bont en blauw thuis. Op school werd alleen nog maar over hem gesproken als ‘de Neger van Venlo’. Het leidde tot een zeer hevige pubertijd, waarin Wilders vaak spijbelde om de pesterijen te ontlopen. Uiteindelijk moest leerplichtambtenaar Trees Hupkens eraan te pas komen om ervoor te zorgen dat hij zijn diploma haalde. “Hij luisterde naar niemand meer. Niet naar zijn ouders, niet naar zijn leraren, en vaak ook niet naar mij”, vertelt Hupkens. “Dag in dag uit praatte ik op hem in dat hij geen neger was, maar hij had zich helemaal afgesloten.”

Geert Wilders, de Neger van Venlo
Einde schoolcarrière
Uiteindelijk lukte het de leerplichtambtenaar toch om Wilders door de middelbare school te loodsen. Na de mavo behaalde hij zelfs zijn havo-diploma. Daarna hield de politicus in spé het echter voor gezien met zijn schoolcarrière. Hupkens: “Ik heb hem nog even gevolgd vanaf de zijlijn, maar hij heeft eigenlijk geen echte opleiding meer afgemaakt. Hij is niet verder gekomen dan een paar juridische vakken en een cursus over sociale verzekeringen. Hij werkte liever op een augurkenfabriek dan dat hij nog een keer de kans liep om gepest te worden. Mijn ogen vielen dan ook uit mijn kop toen ik hem jaren later ineens op tv zag als Tweede Kamerlid.”
Diepgewortelde frustratie
Volgens oud-klasgenoot Kas Verhoeff werkt de moeilijke jeugd van Wilders door in zijn politieke gedachtegoed. “Ik heb het idee dat veel van wat hij zegt voortkomt uit een diepgewortelde frustratie. En dan geen frustratie over de wereld om hem heen, maar frustratie over iets dat binnen in hem zit.” Volgens Verhoeff diskwalificeert Wilders zich daarmee als politicus. “Zo’n persoonlijke frustratie is natuurlijk geen goede basis voor een politiek partijprogramma. Zijn geblondeerde haar laat zien dat hij nog steeds kampt met de vooroordelen uit zijn schooltijd. Laat hem eerst maar eens met zichzelf in het reine komen voordat hij zich op Nederland stort.”
Geert Wilders zelf wilde helaas niet reageren.
Zie ook:
Geert Wilders heeft denktank in kapsalon
Reactie uit Limboland
En we hebben een vertaling!
Waarom in 1914 het kazerne-concubinaat werd verboden
Kazerne-concubinaat: het woord alleen al was genoeg om christelijke kringen schrik aan te jagen. Twee woorden, twee keer schrikken.
Concubinaat: dat was leven in zonde, want het betrof een relatie buiten het huwelijk. Seksualiteit hoorde binnen het huwelijk en nergens anders.
Kazerne: vooral in Nederland had men het vermoeden dat de kazernes in de kolonie broeinesten van ontucht waren. Dat kwam door gebrek aan kennis. Al was het natuurlijk wel zo, dat een Europese jongeman daar meer beleefde dan in Nederland.
Hoogerhand
In 1914 kwam ‘van hoogerhand’ een verbod op het kazerneconcubinaat. Die uitdrukking staat in de circulaire die de toenmalige legercommandant Van Daalen liet uitgaan. Wie en wat is dat: die ‘hoogerhand’? De gereformeerde gouverneur-generaal A.W.F. Idenburg. In 1914 wonnen dus de christelijke kringen met het verbod. Wacht even, winnen is hier naar de letter van de wet.
Het is typisch dat commandant Van Daalen die uitdrukking bezigt. Hij is correct en laat toch weten waar hij zelf staat in de kwestie. Hij deelde de bezwaren niet.
Eigenlijk hebben we nog altijd een discussie over het kazerne-concubinaat. Het gaat dan vooral over de vrouwen. Ik hoor nogal eens beschrijvingen dat ze allemaal in een ellendige situatie zaten, even samengevat.
Even een paar gedachten daarover.
- Machtsongelijkheid kan twee kanten op werken. De militair kon zijn concubine wegsturen, dat is zo. Ook aan anderen uitlenen, al dan niet gedwongen, al dan niet tegen geld. Maar uit de soldatenlectuur blijkt vaak dat er een zekere emotionele afhankelijkheid bestaat: zij is het die hem huiselijkheid en gezelligheid geeft. Zij is het die de moeder van zijn kinderen is. Hij kan dus emotioneel afhankelijk van haar zijn.
- Er is een verschil tussen het fenomeen van het kazerne-concubinaat en slechte omstandigheden in de kazerne. En ook in de beoordeling ervan. Voorbeeldje? Op de zaal was er tussen de britsen een zogeheten zedelijkheidsgordijn. Dat was bestemd om enige privacy te verschaffen bij seks. Maar ja, je wist het toch. Je hoorde alles van elkaar. Zoiets viel aan Nederland niet uit te leggen.
- Concubinaat gaat uitstekend samen met liefde. Niet iedereen had zin om te trouwen. Daarbij was het een prijzige zaak.
- Het is onjuist om alle vrouwen in het concubinaat tot slachtoffer te verklaren. Daarvoor kennen we hun visie, hun instelling en hun opvatting niet goed genoeg.
Tangsi
Iets van de vrouwen zelf las ik bij de Indische schrijfster Lin Scholte. Zij groeide op in de kazerne. In haar boeken vertelt ze over dat leven, waar vrouwen, mannen en kinderen op een voor hun vanzelfsprekende manier leefden. Ze vertelt over haar moeder Djemini, die als jonge vrouw haar echtgenoot verlaat. Dan wordt ze muntji, concubine en Lin Scholte schrijft:
- Intussen dook er een Inheemse sergeant op.
- Hij heette Radian en was ‘gelijkgesteld’; dit was mogelijk geweest door uitzonderlijke dienstprestaties.
- Een gelijkgestelde Inheemse onderofficier genoot dezelfde privileges als zijn Europese collega.
- Zijn bezoldiging lag aanmerkelijk hoger dan die van zijn Inheemse ranggenoot, al was deze niet dezelfde als van zijn Europese collega.
- Radian was een aanmatigend persoon, want hij sprak Nederlands.
- Hij maakte werk van Djemini; wachtte haar op de meest onverwachte plaatsen op en vroeg haar om met hem uit te gaan.
- Meer dan ooit vreesde ze de tong van haar buurvrouwen.
- Daarom weigerde ze op zijn voorstellen in te gaan.
- Maar Radian liet zich niet afschrikken.
- Hij zei haar tot zijn muntji te willen hebben om later in de kerk met haar te trouwen, want hij was Christen.
- Hij beloofde haar koeien met gouden horens.
In de praktijk van het dagelijks leven is Radian jaloers en agressief. Djemini verlaat hem. Dan wordt ze de muntji van Piet Scholte – en hier hoort vioolmuziek want er begint een romantisch verhaal, waargebeurd.
Verbod
Dat verbod in 1914 was serieus maar toch: het was de letter van de wet. Geen enkele vrouw hoefde de kazerne uit. Van Daalen had het duidelijk op schrift gesteld: ‘Uiteraard zal niemand worden gedwongen een concubine weg te zenden, die hij met toestemming van de bevoegde autoriteit reeds heeft.’
Opmerkelijk dat ‘uiteraard’.
En het grootste deel van het Oost-Indische Leger, dat helemaal niet christelijk was, leefde vooralsnog min of meer gelukkig verder, zoals voorheen in zonde.
Pas in 1928 werd het verbod voor het hele leger ingesteld.
Maar ja.
De realiteit is weerbarstig.
Kijk nog eens naar die foto bovenaan. Ik neem het bijschrift over van de defensie-beeldbank:
- Een militaire troepenchambre voor gehuurde Indonesische militairen beneden de rang van sergeant. Vrouwen en kinderen van Indonesische militairen legerden in de kazerne.
- Doorgaans van 06:30 uur tot 13:30 uur moesten vrouwen en kinderen weg wezen. Zij verbleven in de “vrouwen-loods” (een per compagnie) voor koken en kleren wassen. Zij mochten pas terug naar de chambre op het officiële trompetsignaal genaamd “Afslag”. Daarna (circa 13:30 uur) bleven ze er tot de volgende dag circa 06:30 uur.
- De kamertjes waren afgescheiden met gordijnen die de bijnaam hadden van “zedelijkheidsgordijnen`.
(Foto Koninklijke Landmacht)
Meer zeg ik niet. U weet.
ICM bestaat sinds 2019 toen met een hecht TEAM dominant aanwezig op het MSN met ruim 67 groepen, nu Het Facebook.
Thomas van Aalten - Een vrouw van de wereld (2020)
De negende roman van Thomas van Aalten, Een vrouw van de wereld, gaat over Leonie, een aantrekkelijk meisje uit een arbeiders-milieu dat in de jaren zestig – zonder eigenlijk van hem te houden – trouwt met Dick van Espen. Hij, telg uit een supermarkt-familie, is zelf een succesvol reisbureau begonnen met als grootste attractie goedkope reizen naar de Costa Brava. Thomas van Aalten legt het er in zijn beschrijvingen graag dik bovenop en Leonie’s man wordt dan ook stelselmatig beschreven als een nogal onsmakelijk ogend, ruikend, ronkend en snurkend stuk mensenvlees. Een pafferige Zaankanter die elke dag dezelfde routine volgt, niet verder kijkt dan zijn neus lang is, te veel drinkt en dan wel eens agressief wordt.
Leonie begint al vrij snel na hun trouwen een hekel aan hem te krijgen. Het is dan ook een klein wonder dat zij na enige tijd toch zwanger wordt. Alhoewel.. ‘Dick had weinig oog voor Leonies lichaam, haar wensen en bij vlagen haar weerzin; hij kroop op haar als een dier en nam haar. Zijn witte billen dansten als puddingen tussen haar benen, vaak niet langer dan een minuut. Dan spoot hij in haar.’
Meerdere invalshoeken
Rond die tijd maakt zij ook kennis met de Surinaamse student Urvin die in een dansgroepje optrad tijdens een door Leonie georganiseerde cocktailparty. Dat opent haar ogen voor andere werelden dan de Hollandse gezapigheid waarin zij opgroeide en waarin Dick zich thuis voelt. Er groeit bijvoorbeeld – laat schrijver van Aalten weten – een wens in haar om nu eens verse basilicum te gebruiken in plaats van de gedroogde die de supermarkt van haar echtelijke familie in het schap had liggen: ‘Leonie had juist verlangd naar de sappige bladen die volgens het artikel uit de krant rijk aan calcium moesten zijn.’
Ze begint er in haar eentje op uit te trekken, maakt zelfs stiekem een reisje naar Parijs als Dick een tijdje weg is om zijn Costa Brava-reisbestemming te inspecteren. Ze is op weg een vrouw van de wereld te worden.
Uiteindelijk lopen de tegenstellingen tussen het duo zo hoog op dat er klappen vallen en Dick een apoplexie krijgt waaraan hij overlijdt.
Tot zover deel een van de roman. In deel twee krijgen dezelfde gebeurtenissen een andere belichting als blijkt dat Leonie van kinds-af-aan een bedriegster was die met leugens en fantasieën probeerde de zaken naar haar hand te zetten. Was Dick wel zo’n ongenietbare man of wilde Leonie gewoon haar vrijheid? En welke rol speelde de Surinaamse winti-magie waarmee Urvin haar in kennis had gebracht bij de dood van Dick? In het derde en laatste deel, waarin Leonie Suriname bezoekt, worden deze vragen min of meer beantwoord.
Opsommerige indruk
Zo samengevat heeft Een vrouw van de wereld best een aardig plot en had het een lezenswaardig boek kunnen zijn. Maar helaas heeft Van Aalten het verhaal geschreven in een nogal onbeholpen stijl. Het proza maakt vaak een wat opsommerige indruk, alsof de schrijver zijn research naar het leven-in-de-jaren-zestig oplepelt, ‘Muziek klonk er zelden in het huis van de Espens, met uitzondering van de kerst- en paasmuziek tijdens de feestdagen. Af en toe draaide Dick een lp van Neil Diamond of Elton John op hun stereomeubel, maar verder kwam het echtpaar niet in aanraking met moderne muziekstromingen. Ze hielden sowieso veel op afstand.’ Dit doet denken aan acteurs-instructies in het script van een toneelstuk. Ook de beschrijvingen van conversaties en gedragingen maken de indruk een replica te zijn van wat de auteur denkt over de wijze waarop men in de jaren zestig met elkaar omging en sprak.
De hele roman heeft daardoor iets toneelmatigs, alsof de personages acteurs zijn die bedachte jaren-zestig-personages spelen. Als Leonie aan haar man bekent dat de baby in haar buik vermoedelijk niet van hem is maar van de Surinaamse student en danser Urvin zegt zij: ‘Ik liet me gaan, ik was door lust gedreven, ik kreeg voor het eerst warmbloedige aandacht toen hij hier aan de deur stond om zijn reiskosten te innen.’ En wat was hierop haar man Dick’s reactie? Hij ademde ‘gnuivend als een roofdier en ontstak in een stuurloze, woedende reeks kreten. Hij balde zijn vuist en timmerde die zo hard tegen de keukenmuur dat een tegel losliet en op de grond uiteenspatte.’
Tja…
(Deze recensie verscheen op de website van Literair Nederland, 21 oktober 2020)
Bestemd voor de deelnemers ACTW-66 (traktaat van wassenaar0
Bestemd voor de deelnemers ACTW-66.
Voor de recente ontwikkelingen U kan dit volgen op de rubriek Traktaat van Wassenaar.
Laatste nieuws is:
de 2 Kamer (parlement) van de republiek Indonesie er op aandringt en liet weten via hun mininster van Buitenlandse Zaken om de gelden die aan Nederland zijn betaald om deze terug te geven. Ferry Schwab sr. liet weten, rechts - of links om dat de gelden aan de gedupeerden dient te worden uitbetaald nu wonen in Nederland.. Deze hebben aantoonbaar oorlogschade geleden (verlies van al hun bezittingen en banktegoeden, hier bovenop al hun kosten voor de reis, pension en herinriching zelf hebben moeten betalen. Thans hebben zich 15.000 gedupeerden gemeld bij ACTW-66 via www,im-online.nl. Totaal is de schatting dat om 50,000 gezinnen gaat die hier recht op hebben. Studie leert dat om de lunsum van totaal 7,2 miljard ( Waarde in 1966) gaat.
Kanttekening plaatste dat de brief met het verzoek aan Mw. Bergkamp voorzitter van de Tweede Kamer dient te worden te gericht, en niet aan dim. minister president Mark Rutte van Min. Algemene Zaken.
16 oktober aanstaande wordt verder vergadert bij het KBRI over deze zaak. De intensie is dat de Minister van de republiek van Ministerie van Buitenlandse Zaken in de maand november deze in 2 e Kamer aan de orde stelt, en eist om de terugbetaling. Immers na 60 jaar is het verdrag van traktaat september 1966 nog steeds niet uitgevoerd (betaald aan de 50.000 gedupeerden). Daarnaast is ACTW-66 ruim 7 jaar bezig geweest en alle beschikbare kanalen bewandelt. Nog 15 maart 2022 werd 15.000 handtekeningen met de rapporten + verhalen van de gedupeerden aan 2 Kamer overhandigd. Hardnekkig lijkt Kabinet en 2e Kamer het beleid van Kabinet Drees te volgen. Is een grote schande dat de Republiek Indonesie nu geld terugvordert.
Voorzitter ACTW-66
Ferry Schwab sr.
Een ieder kan zich inschrijven als deelnemer ACTW-66 (traktaat van Wassenaar) die periode 1947 - 1966 in de republiek verbleef, heeft recht op deze schadecompensatie . Mocht tot uitbetaling komen dan behoort ook U die groep. Inschrijving 65 euro via www.icm-online.nl. Het Boek rapport traktaat van Wassenaar 50 euro (is overhandigd in de Tweede Kamer aan alle politieke partijen). De VVD heeft beloofd deze zaak te trekken.
Wat de Indische jongen kan als hij wil
Wat de Indische jongen kan als hij wil: dat stond boven een artikel in het eerste nummer van Onze Stem, per 1 september 1920 het blad van het Indo-Europeesch Verbond.
De duizenden leden zullen het hebben gelezen, met gemengde gevoelens, dat wel.
De uitdrukking ‘Indische jongen’ ken ik uit de Indische gemeenschap. Het is iets van erkenning, herkenning en genegenheid. Je zegt zo: hij is een van ons, hij hoort bij ons.
Dus dat juist het Indo-Europeesch Verbond die kop boven het stuk zette, was te verwachten. Het Verbond zette zich in voor emancipatie van de Indische bevolkingsgroep, en dat moest op twee manieren:
- betere maatschappelijke omstandigheden
- beter zelfbewustzijn
Onder nr. 2 viel bijvoorbeeld ook het probleem van de bescheidenheid, en hoe daarmee om te gaan in een Europese maatschappij. Zelfhulpartikelen als deze konden dan weer – bij niet te grote verlegenheid – besproken worden tijdens bijeenkomsten van afdelingen van de Bond.
Suikerfabriek Klampok

Gebouw van Klampok (KITLV 18270).
De redactie had de hand weten te leggen op een brief van de administrateur van de suikerfabriek Klampok (Banjoemas) aan de directie. Die suikerfabriek was, zo licht Onze Stem toe, een van de grootste en modernste onderemingen van Java en het personeel daar bestond ‘vrijwel geheel uit Indische jongens’.
Daar schreef de administrateur over en allereerst over de tegenwoordige neiging om bij voorkeur Hollandse jongens aan te nemen, de ‘volbloed Europeanen’. Uit de brief:
- Door sommigen is de meening toegedaan bij voorkeur tot aanneming van volbloed Europeanen over te gaan en worden deze dikwijls liefst uit Holland geïmporteerd.
- Dit is volgens mijn bescheiden mening een zeer verkeerd systeem en bovendien een gevaarlijke politiek. Door het aanstellen van zulke jongelui toch wordt de afstand tussen Javaan en Europeaan steeds groter, terwijl het wantrouwen en de rassenhaat er zeer door bevorderd wordt.
- Bovendien heeft men 1 grote vijand bijgekregen namelijk de hier geboren Europeaan.
Daarna volgde een uitgebreide opsomming van wat de Indische jongens voor mooi werk deden, een lofprijzing van hun kennis en kunde, zoals bewezen op de suikerfabriek Klampok en elders bij andere ondernemingen. De vergelijking tussen Indisch en Hollands viel gemakkelijk te trekken:
- Het komt dus hierop neer dat wij de Indische jongens niet in een hoek moeten duwen, terwijl juist de jongens het meest tevreden zijn, omdat Java hun geboorteland is.
- De tegenwoordig geïmporteerde jongelui zijn vrijwel allen idealisten die met de wonderbaarlijke begrippen hier aan wal stappen om steeds teleurstellingen te ondervinden.
Onze Stem was hier zeer tevreden over. De redactie vond:
- Zulke van grote waardering voor den Indo getuigende woorden doen goed en bewijzen dat niet alle particuliere werkgevers blind zijn voor de goede eigenschappen van de hier geboren Europeanen.
- Zij bewijzen tevens dat de Indo een uitmuntende werkkracht kan zijn als hij wil.
Als hij wil
Ja, nee, hoezo? ‘als hij wil’. Daar zat iets in met een onaangename nasmaak.
We zitten in de jaren 1920. De moderne tijd ontwikkelt zich. Fabrieken met machines. Overal auto’s. Telegrafie. De luchtvaart komt langzaam op. De telefonie.
Ook zijn er snellere scheepsverbindingen tussen Indië en Nederland. Het Hollandse element neemt toe, gaat meer dan voorheen domineren. De resultaten van de indertijd ingezette ethische politiek zijn nog voelbaar: daarmee werd de positie van de inheemse bevolkingsgroep bevorderd, wat vaak ten koste ging van de Indo-Europese groep. En als je steeds op achterstand wordt gezet, als je opmerkingen krijgt over wie en wat je bent, en je hebt in je een zekere bescheidenheid, dan is het lastig je te laten gelden. Zwijgen is dan de uitkomst, en eveneens wrokken over het aangedane onrecht. Dat kan weer leiden tot diep wantrouwen tegen dat Hollandse, emoties die gemakkelijk in de volgende generaties terecht komen.
Dat ‘als hij wil’ stak ook iemand anders. Onder het pseudoniem ‘Een Indische jongen’ verscheen een tegenstuk in De Reflector, het blad van de Indische journalist Dominique Beretty. Deze jongen had het artikel “alles behalve sympathiek” gevonden. En wel hierom:
- Er wordt toch in die mate op de gelijkwaardigheid van den Indo met een volbloed Europeaan, op de flinkheid van ten eerste en zijn energie getamboereerd dat men na lezing zich onwillekeurig afvraagt, of het de redactie erom te doen is den Indische jongen een brevet van inferioriteit uit te reiken.
- Een hoofdje bijvoorbeeld als ‘Wat de Indische jongen kan als hij wil’, is van zoo holle ijdele kwakzalverige klank dat men onwillekeurig denkt: dus de Indische jongen is zóó beroerd dat het wel speciaal vermeld moet worden, dat er ook nog Indische jongens zijn die wèl wat kunnen.
Dat was een goed punt. Maar de koloniale tijden waren er niet naar, om de capaciteiten van Indische jongens als vanzelfsprekend op waarde te schatten.
Eigenwaarde
Mr Th. Thomas was het die hierop, in Onze Stem, weer een antwoord gaf. Als advocaat en journalist van vooraanstaande kranten van Indië zat hij niet snel om een mening verlegen.
Dat bleek ook nu.
De gestelde vraag kreeg van hem een uitvoerige behandeling. Zo schreef hij:
- Of het wel speciaal vermeld moet worden dat er ook nog Indische jongens zijn die wèl wat kunnen? vraagt Indische jongen.
- Mijn antwoord is helaas, ja. En het behoeft niet alleen speciale vermelding, maar bovendien nadrukkelijke scherpe en verzekering. Een verzekering!
- Een verzekering niet slechts voor een Indische jongen, maar ook en vooral voor zijn mededingers in de harde strijd om het bestaan.
- Diens concurrenten moet op duidelijke en klemvolle wijze aan het verstand gebracht worden, dat de Indische jongen het vertikt voortaan te zijn als een buigende padi-halm, rijpende voor hen alléén.
- En den Indische jongen moet op even duidelijke en klemvolle wijze aan het verstand worden gebracht dat hij voortaan niet mag zijn de buigende padi-halm, die er slechts is voor de ani-ani (rijstmesje, VL) zijner beter tot de economische levensstrijd toegeruste mededingers.
- Daarom acht ik het goed, den Indische jongen telkens en telkens weer voor te houden dat ook zij wèl wat kunnen. Dit geeft hun besef van eigenwaarde, den moed van fieren persoonlijkheid [..].
Zo ging mr Thomas nog even door, ook al had hij nu wel afdoende respons verschaft. Het was helemaal in het straatje van Onze Stem. Emancipatie begon met een positief zelfbeeld, en dat werd vervolgens uitgedragen en door de maatschappij geaccepteerd. Wie als Indische jongen wist veel te kunnen, liet zich nooit meer wegdrukken door een Hollandse jongen, hoopte het Indo-Europeesch Verbond.
de Indische burgemeester van Amsterdam was Willem Frederik van Leeuwen, geboren in Soerabaja, hij kon netwerken als geen ander en aan het begin van de vorige eeuw mocht het koloniale bedrijfsleven voor hem op de knietjes, uit dankbaarheid.
Dat zat zo.
O nee, eerst de burgemeester. Op Parlement.com lees ik een typering:
- Dominante persoonlijkheid die allergisch was voor SDAP’ers.
- Stond bekend als slim en gevat, maar ook als enigszins driftig.
- Hekelde als liberaal lid van de Eerste Kamer de bemoeizucht van de minister van Binnenlandse Zaken in Amsterdam.
- Eerste vicepresident van de Raad van State die niet van adel was.
Dat je denkt: die man durfde wat. En het lijkt me ook iemand die heel graag zijn zin kreeg. Anders kun je niet zo hoog opklimmen. Je moet zijn: vastberaden. Overtuigd van je kunnen. Niet bang zijn.
En dat dus terwijl iedereen naar jouw Indische gezicht kijkt en daar vast wat van vindt.
Topgasten
Burgemeester Van Leeuwen (1860-1930) verdiende de innige dank van het koloniaal bedrijfsleven toen hij in 1904 een grandioze netwerkbijeenkomst organiseerde.
Topgasten: de aanstaande gouverneur-generaal van Indië J.B. van Heutsz en zijn rechterhand H. Colijn. (inderdaad, de latere minister-president van Nederland). In dat jaar werd Van Heutsz in Nederland bejubeld omdat hij de Atjeh-oorlog had gewonnen (wat natuurlijk niet zo was).
De andere gasten:
- bedrijven die een kaartje hadden gekocht dan wel gekregen in ruil voor sponsoring van de bijeenkomst, zoals: de Nederlandse Handelmaatschappij, de Nederlandsch-Indische landbouwmaatschappij, de Koninklijke Paketvaart Maatschappij en de Stoomvaartmaatschappij Nederland.
- Amsterdammers die erbij wilden zijn, maar wel Ons Soort Mensen.
- veteranen.
- militaire verenigingen, dat stond goed, vooral wanneer ze met vlag en vaandel op muziek gaan marcheren en dat deden ze.
Het was een hele organisatie geweest. Burgemeester Van Leeuwen had al vroeg een comité in het leven laten roepen dat geld inzamelde voor de netwerkdag. Wie wat gaf, werd netjes bijgehouden in de lijst ‘Bijdragen in het Waarborgfonds ter bestrijding der kosten van ontvangst van den Luitenant-Generaal B.J. [sic] van Heutsz, bij diens bezoek aan de hoofdstad’ .
Ambitie
Stapje verder. Het comité, inmiddels uitgebreid met een commissie, gaat delen van de dag verkopen: kaarten voor de middag of de avond.
Het was inderdaad een prijzige bijeenkomst maar dat lag ook aan de ambities. Dure rijtuigen, een middagbijeenkomst in Artis, een feestmaaltijd in het Concertgebouw en dan een boottocht op de Amstel, waar kostbaar vuurwerk te zien zou zijn.
Aanmelden bij elke activiteit leek voor iedereen open te staan, maar elke aanmelding werd natuurlijk aandachtig bekeken. Voor wanklanken was geen plaats.
Verwachting
Op dinsdag 19 juli 1904 genoot burgemeester Van Leeuwen van een besloten lunch in het Amstelhotel. Enkele anderen en dan de VIP-gasten Van Heutsz en Colijn. Toen bracht de burgervader ze naar het stadhuis waar het officiële gedeelte begon. Van Leeuwen hield een knallende toespraak waarin hij Van Heutsz op een voetstuk zette en ook, min of meer, benadrukte wat de verwachtingen waren. Hij zei onder meer:
- Hier, in de eerste koopstad des rijks, werd met verklaarbare belangstelling gevolgd al wat ginds in het verre Oosten door u en de uwen werd gewrocht.
- Door uw krachtig optreden werd de hoop weder levendig dat er eerlang een einde zou komen aan de Aljehellende die den voorspoed van onze kolonie in den weg stond, die knaagde aan de eer van Nederland als koloniale mogendheid en de vastberadenheid die uit al uw handelingen sprak en door uw invloed ook het deel werd van hen die geroepen waren u bij te staan, deed den twijfel die langzamerhand was ontstaan, of de krijgsmacht in Atjeh wel opgewassen was voor haar moeilijke taak, weder plaats maken voor vertrouwen, vestigde de overtuiging dat die taak aan uitnemende handen was toevertrouwd.
- […] Hulde breng ik in de eerste plaats aan den staatsman, wiens streven het was niet slechts het Atjehsche volk tot onderwerping te brengen, maar door een streng, rechtvaardig bestuur, door het invoeren van een goede rechtspraak, door steun van landbouw en nijverheid, in één woord, door bevordering van de moreele en materieele belangen der onderworpenen, een welvarend land met een tevreden bevolking toe te voegen aan ons koloniaal gebied.
De trefwoorden waren duidelijk: koopstad – ons koloniaal gebied. Van Heutzs begreep uiteraard de bedoeling, dat bleek wel uit zijn toespraak. Hij zei onder andere:
- … namens mij zelf spreek ik de beste wenschen uit voor den voorspoed voor onze schoone hoofdstad, van de handelstad Amsterdam, van waar ook in vroeger eeuwen het gezag in ons schoone Insulinde is uitgegaan.”
Verdienen
De handelstad, dus. En dan ons schoone Insulinde. Een ideale combinatie als het ging om geld verdienen.
Het diner, de boottocht, het vuurwerk: alles was even geweldig. De kranten jubelden. De bedrijven wisten: wij gaan onze donaties dubbel en dwars terug verdienen, dat heeft de burgemeester goed gedaan.
De afrekening liet zien dat ze in de handelstad goed konden rekenen. Er bleef 186,87 gulden en een halve cent over voor het nationaal huldeblijk aan Van Heutsz. Met de groeten van burgemeester Van Leeuwen.