Alle berichten (2836)

Sorteer op

Vuile handen? De dekolonisatie van Indonesië en de PvdA

10897301080?profile=originalVuile handen? De dekolonisatie van Indonesië en de PvdA

Op 23 januari organiseert de werkgroep Geschiedenis van de WBS een bijeenkomst over de omgang van de sociaal democratie met het koloniale verleden. Hoe ziet de politieke omgang met de koloniale erfenis er sinds 1945 uit? Waarom staat het nu weer op de agenda? En wat zegt dat over publieke herinneringen aan kolonialisme?

Het koloniale verleden is een lastige episode voor de sociaal-democratie geweest. Binnen de beweging was er al vroeg tegenstand tegen het koloniale bestuur, maar als regeringspartij droeg de PvdA na de Tweede Wereldoorlog medeverantwoordelijkheid voor het militaire ingrijpen in Indonesië. Dit kostte de PvdA destijds veel leden. Bovendien had het invloed op de manier waarop Den Uyl in 1975 de dekolonisatie van Suriname doorvoerde.

Niet alleen de PvdA worstelt met het koloniale verleden. De Nederlandse samenleving heeft het koloniale hoofdstuk nooit afgesloten. Dit werd onlangs goed zichtbaar toen de rechter de Nederlandse staat op de vingers tikte en bepaalde dat schadevergoeding moest worden betaald voor begane oorlogsmisdaden uit het verleden. Weduwen in Rawagede en Zuid-Sulawesi kregen een bedrag voor het leed dat hen ooit in naam van de Nederlandse overheid was aangedaan.

De recente opleving van het publieke debat over het koloniale verleden is voor de WBS werkgroep Geschiedenis aanleiding om dit thema eens vanuit historisch perspectief te belichten. Wat is de politieke omgang met de koloniale erfenis sinds 1945? Waarom staat het nu weer op de agenda? En wat zegt dat over publieke herinneringen aan kolonialisme? Samen met dagvoorzitter John Jansen van Galen, auteur van Afscheid van koloniën, zal een drietal sprekers nader op deze vragen ingaan:

Bart Luttikhuis, als postdoc werkzaam voor het KITLV waar hij zich met name bezighoudt met Nederlands militair geweld tijdens de dekolonisatie van Indonesië. In zijn lezing zal Luttikhuis schetsen hoe de politieke omgang met de dekolonisatieoorlog zich in de afgelopen 65 jaar ontwikkeld heeft, in het bijzonder die van de PvdA.

Anne-Marie Mreijen, verbonden aan o.a. de Universiteit van Utrecht waar zij een biografie schrijft over Marinus van der Goes van Naters. Zij zal vooral stilstaan bij de debatten over dekolonisatie in de PvdA ten tijde van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Als fractievoorzitter in de Tweede Kamer speelde Van der Goes van Naters hierin een centrale rol.

Michiel Servaes, buitenlandwoordvoerder van de PvdA-Tweede Kamerfractie, zal tijdens de bijeenkomst o.a. ingaan op de recente uitspraken tegen de Nederlandse staat.

Aanmelden

U kunt zich via dit formulier aanmelden.

Lees verder…

Nederland hield doodstraf in Indië in stand

10897300858?profile=originalNederland hield doodstraf in Indië in stand

- Historiek maakt serieus kans op de Geschiedenis Online Prijs. Stem hier op ons! -

Afgelopen zondag werd in Indonesië de Nederlander Ang Kim Soei geëxecuteerd door een vuurpeloton. Hij werd in 2003 aangeklaagd voor betrokkenheid bij de productie van XTC en veroordeeld tot de doodstraf. Een gratieverzoek en diverse diplomatieke pogingen door de Nederlandse overheid haalden niets uit bij de Indonesische president Joko Widodo, die een hard beleid voert op het gebied van drugsmisdrijven.

‘De handhaving van de doodstraf in Ned-lndië’ in Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië 20-01-1919. (Delpher) In Nederland werd geschokt gereageerd op de executie. Minister van Buitenlands Zaken Bert Koenders heeft inmiddels de Nederlandse ambassadeur in Jakarta tijdelijk teruggeroepen naar Den Haag. Het handelen van de minister is begrijpelijk. Indonesië zelf stelt ook alles in het werk om Indonesische burgers, die in andere landen ter dood veroordeeld zijn, uitgeleverd te krijgen. Toch zou het wellicht verstandig zijn in het diplomatieke verkeer dat momenteel plaatsvindt, enig historisch besef te tonen met betrekking tot de schending van mensenrechten door Nederland zelf. Een wijzend vingertje van Nederland als het gaat om mensenrechten, schiet in Indonesië al snel in het verkeerde keelgat.

Als we een en ander in historisch perspectief plaatsen is dat niet onterecht. Nederland zelf heeft een discutabel verleden als het gaat om mensenrechtenschendingen in koloniaal Indonesië. Nederland hield in Nederlands-Indië de doodstraf zelfs in stand.

Toen in 1870 de doodstraf in Nederland werd afgeschaft, werd in Nederlands-Indië alles bij het oude gelaten. Een veel gehoord argument was dat de inheemse bevolking minder beschaafd en ontwikkeld was en daarom nog niet klaar voor deze hervorming. Het besluit is exemplarisch voor de manier waarop werd omgegaan met strafrechtspleging in Nederlands-Indië. Het Nederlands-Indische strafrechtsysteem was vergeleken met dat in Nederland repressiever en werd meer geleid door de directe belangen van het bestuur. Er bestond bovendien ongelijkheid in het systeem door de invoering van aparte rechtbanken voor verschillende bevolkingsgroepen. In de praktijk hield dit in dat de rechtbanken waar Europeanen werden berecht, werden voorgezeten door meer ervaren juristen met betere mogelijkheden tot verdediging door een advocaat.

“Een wijzend vingertje van Nederland als het gaat om mensenrechten, schiet in Indonesië al snel in het verkeerde keelgat.”

De inheemse bevolking daarentegen werd veelal berecht door de Landraad. Deze lagere rechtbank werd tot 1869 voorgezeten door een bestuurlijke ambtenaar zonder juridische opleiding en met bestuurlijke belangen in de regio. In de praktijk legde ook een lagere rechtbank als de Landraad regelmatig de doodstraf op. Revisie door het Hooggerechtshof was de enige controle die plaatsvond op het proces, maar getuigen werden niet opnieuw gehoord en feiten konden vaak niet meer worden nagegaan. De veroordeling van onschuldigen (en het vrijuit gaan van schuldigen met een zekere invloed) kwam dan ook regelmatig voor.

In principe konden zowel Europeanen als ‘inlanders’ op het schavot belanden. Het opleggen van de doodstraf aan Europese burgers kwam echter nauwelijks voor. De ongelijkheid in het koloniale strafrechtssysteem was dan ook niet alleen te vinden in het procedureverloop van een strafzaak. Ook het type straf dat werd opgelegd verschilde per bevolkingsgroep.

Terwijl Europeanen over het algemeen in de gevangenis belandden, werd de inheemse bevolking meestal veroordeeld tot dwangarbeid. Het zou de uitstraling van het koloniale bestuur geen goed doen als ook Europeanen zichtbaar als dwangarbeiders te werk werden gesteld, zo was de gedachte. Voor de inheemse bevolking daarentegen waren dwangarbeid ‘in de ketting’ en lijfstraffen lange tijd geen uitzondering. Slagen met de rotting (rotanstok) werden al gegeven voor lichte overtredingen, zoals rondslenteren of brutaal gedrag. Ook werden jaarlijks tientallen personen veroordeeld tot de dood. In het geval van gratieverlening door de Gouverneur-Generaal – de laatste uitweg om aan de galg te ontsnappen – was de vervangende straf over het algemeen langdurige dwangarbeid.

“Ik geloof dat er weinig inlanders zijn die twintig jaren kettingarbeid of zelfs de helft overleven,” meende een van de leden van de Raad van Indië al in 1841 in een notitie bij een gratieverzoek. Zeventig jaar later, in 1912, was er nog niet veel verbetering zichtbaar op dit gebied. In dat jaar kreeg de Javaan Pa Katjoeng de doodstraf opgelegd wegens het ombrengen van de plaatselijke “Don Juan van de dessa [dorp]” die het had aangelegd met zijn vrouw. De Gouverneur-Generaal toonde clementie met de wraakzucht van de man en verleende gratie. De vervangende straf was twintig jaar kettingarbeid.

Goed voorbeeld

Pas in 1918 werd een geünificeerd Wetboek van Strafrecht ingevoerd dat van toepassing was op alle bevolkingsgroepen van Nederlands-Indië. Het Wetboek kwam deels overeen met het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Met als belangrijk en meest opvallende verschil: het behoud van de doodstraf. Ook Europeanen konden nu dus nog steeds de doodstraf krijgen in Indië, maar in de praktijk werd de doodstraf vooral aan de inheemse bevolking opgelegd. Sinds 1907 vond de uitvoering van de doodstraf – door middel van ophanging aan de galg – niet meer in het openbaar plaats. Er ging overigens wel discussie vooraf aan het opnemen van de doodstraf in het nieuwe Wetboek van Strafrecht. In 1916 werd door een comité, met de wat lange naam ‘Centraal Comité tot voorkoming van de handhaving der doodstraf in het nieuwe wetboek van Strafrecht voor Nederland-Indië en tot verbetering van het Indische Strafstelsel´, een verzoekschrift ingediend bij de koningin, waarin verzocht werd tot afschaffing van de doodstraf. Als argument werd vooral de onomkeerbaarheid van de straf gegeven. In Nederlands-Indië zou de kans groter zijn dat een onschuldige ter dood veroordeeld werd, vanwege het taalprobleem en de “onbetrouwbaarheid van inheemse getuigen”. Het argument dat de inheemse bevolking minder beschaafd en ontwikkeld was, werd nu juist een argument tegen de doodstraf, omdat hen het goede voorbeeld gegeven moest worden van hoe hogere beschaving eruit zag.

Na discussie onder de hoogste organen, waarbij de Adviseur voor Indische en Arabische Zaken C. Snouck Hurgronje als argument tegen de doodstraf aandroeg dat de inheemse bevolking weinig vrees voor de dood had door hun islamitische geloof, werd besloten tot het behoud van de mogelijkheid tot het opleggen van de doodstraf. Onder anderen minister van koloniën Th. B. Pleijte was gevoelig voor het argument dat de doodstraf nodig zou kunnen zijn in het geval van een opstand. Dit bleek het geval in 1927, toen na de communistische opstand 27 mensen ter dood werden veroordeeld, waarvan er 16 ook daadwerkelijk ter dood gebracht werden. De overige 11 kregen gratie. Dit keer lieten communisten, leden van de SDAP en vrijzinnig democraten van zich horen. Zij gaven een scherp geluid af tegen de doodstraf. In de Volksraad werd door de heer W. Middendorp van de Indische Sociaal Democratische Partij (ISDP) fel van leer getrokken tegen het strafrechtsysteem in Nederlands-Indië, waarbij hij taalmoeilijkheden tijdens verhoren, onbetrouwbare politiegetuigenissen, rassenhaat en klassenjustitie noemde als oorzaken voor vele rechterlijke dwalingen. Toch werd een verzoek van het Comité Nieuw-Indië, tot afschaffing van de doodstraf, vrij snel afgewezen. De angst voor opstanden zat er diep in; vanaf de jaren twintig werd in Nederlands-Indië een nog repressiever bewind gevoerd.

Opgeheven vinger

De doodstraf werd niet afgeschaft en tot het einde van de koloniale tijd regelmatig uitgesproken. Als een Gouverneur-Generaal tegenstander was van de doodstraf sprak hij consequent gratie uit, zoals Gouverneur-Generaal D. Fock (1921-1926), maar in de latere jaren 1929 – 1936 werd toch maar liefst 27 keer de doodstraf opgelegd aan niet-Europeanen verdacht van moord, waarvan dertien personen gratie kregen.

Vanuit de historisch ontwikkelde opvatting dat de doodstraf niet past bij een beschaafde natie, kijkt Nederland nu afkeurend naar landen, zoals Indonesië, waar de doodstraf onderdeel is van het strafrechtsysteem. Lange tijd werd echter onder het mom van diezelfde beschavingsgedachte de doodstraf wel opgelegd door het Nederlandse rechtssysteem. Dit betekent niet dat de misstanden uit een koloniaal verleden een excuus mogen zijn voor de Indonesische overheid tot het schenden van mensenrechten. Het aan de kaak stellen hiervan is het goed recht van Nederland, zeker als het een Nederlands staatsburger betreft. Wel zou het de Nederlandse minister en diplomaten sieren als zij zich tonen bewust te zijn van het koloniaal verleden en met niet al te hoog opgeheven vinger de diplomatieke arena betreden.

Sanne Ravensbergen

Sanne Ravensbergen MA is als promovendus verbonden aan het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Zij doet promotieonderzoek naar strafrechtspleging op Java (1816-1918). Daarbij maakt zij gebruik van archiefmateriaal uit de koloniale archieven in Jakarta en Den Haag. Voor dit artikel is uit dit materiaal geput. Verder is dankbaar gebruik gemaakt van de volgende werken:

Lees verder…

Blauwtje voor Koninklijk Huis.

10897281292?profile=original10897293462?profile=original

Blauwtje voor Koninklijk Huis.

Bron Telegraaf 21/1-2015

Na de executie van de Nederlander Ang Kiem Soei in Indonesië slooft minister Koenders zich uit om duidelijk te maken dat de regering er echt alles aan heeft gedaan om de terechtstelling te voorkomen. De Nederlandse ambassade kwam in actie, er werd een speciaal gezant naar Jakarta gestuurd, Koenders sprak ’indringend’ met zijn Indonesische ambtsgenoot, net als premier Rutte.

Zelfs koning Willem-Alexander werd ingezet. Hij belde president Widodo met het verzoek de doodstraf om te zetten. Dat Koenders dit allemaal aan de Kamer uit de doeken doet, heeft een reden. Een voorganger van de PvdA’er, minister Rosenthal, kreeg in 2011 het verwijt dat hij niet voldoende had gedaan om de executie van een Iraans-Nederlandse vrouw te voorkomen. Het bracht de VVD’er in grote politieke problemen.

Dat het kabinet nu zelfs de Koning tevergeefs heeft ingezet, is opmerkelijk. Doorgaans wordt het staatshoofd pas naar voren geschoven als duidelijk is dat diens inspanningen vruchten zullen afwerpen. Het kabinet heeft de Koning een blauwtje laten lopen. Door dit aan de grote klok te hangen, wekt Koenders de indruk dat hij zijn eigen straatje probeert schoon te vegen. De minister wil nu via de VN druk zetten op Jakarta om de executie van een andere Nederlander te voorkomen. Het kabinet moet oppassen niet in een fuik te zwemmen. Want als de gebeurtenissen van afgelopen week iets bewijzen, is het dat het altijd gevoelige Indonesië de schouders ophaalt als een ’bevriende’ natie op het allerhoogste niveau gezichtsverlies lijdt.

Commentaar redactie ICM.

Het neokoloniale gedrag van Nederland tegen Indonesië van de afgelopen 10 jaren; het weigeren van de bezoeken van de presidenten aan Nederland, het verbod op Garuda Airways, stuk lopen van de deal van Leopard tanks, en bij de bezoeken van de Aziatische landen dat Id. werd overgeslagen. Primaire dient Nederland nog steeds eerst excuses aan te bieden voor het verleden. Is een illusie dat Ben Bot dit heeft gedaan, alleen de hoogste van het land kan excuses aanbieden, en niet een klerk!

Dit terzijde ....................

ID / Jokowi wil hiermee een duidelijk voorbeeld stellen. Eenieder weet wat in die (oosterse) landen de gevolgen zijn voor strafbare zaken. Zelfs nog vóórdat je grond op ID's bodem zet, wordt men in het vliegtuig al gewaarschuwd, ongeacht waar men binnen ID naartoe reist. ID is daar heel duidelijk in. De geëxecuteerde NL-er wist hiervan maar heeft toch dit risico bewust genomen. Hij kan zich altijd 'onschuldig' hebben verklaard, maar ID is niet achterlijk. En dit zijn de gevolgen.

Wat is nl. het gevolg, als een zo groot land als ID dit standpunt niet zou innemen? Kijk maar naar het westen/Europa of in dit geval NL waar drugscriminaliteit de boventoon voert, een zooitje ellende, vernietiging van onschuldige mensen, etc. Justitie en het politieapparaat hebben genoeg werk hierdoor, kan het zelfs niet eens aan, naast alle andere vormen van criminaliteit. Laat NL zich eerst daarmee in eigen land gaan bezighouden. Daarnogbij vindt men wat USA doet kennelijk niet aanstootgevend, immers wordt daar de doodstraf ook nog steeds uitgevoerd én is achteraf gebleken, wél met onschuldige slachtoffers. Maar ja, NL is bondgenoot van USA en kan dientengevolge USA niet afvallen.

Als Koenders intelligent en diplomaat genoeg is, neemt hij de raad aan wat Schulte Nordholt, ID-kenner, gisteravond in 'Nieuwsuur' aangaf. ID laat zich niet de wet voorschrijven en al helemaal niet door miezerig NL, die denkt dat ID nog altijd afhankelijk is van hen. Neokolonialisme noemt hij het zelfs. De (internationale) handelsbetrekkingen met ID gaan gewoon door, maak je niet druk, want NL kan niet zonder ID en niet andersom.

En als NL zo door blijft gaan, heeft ID nóg een punt meer waarmee ze NL met de vinger kunnen nawijzen; de 600 miljoen van Soekarno die is betaald voor de Indische Gemeenschap, en geen 1 euro heeft Koenders van Min. BuZa aan de Indische gemeenschap betaald ....NL heeft de boel en iedereen (ook de inheemsen in vroegertijd, Molukkers, Indische NL-ers) altijd belazerd.

Met die 600 miljoen (689) wordt aangeduid het "Verdrag Traktaat van Wassenaar" dat Nederland en Indonesie in 1966 hebben ondertekend. Indonesie heeft tot de laatste cent aan het Ministerie van Koenders betaald, en Nederland is dit verdrag in de uitvoering niet nagekomen, waar Halbe Zijlstra in 2009 Kamervragen heeft gesteld.

 

Lees verder…

De wanhoop van het Indisch Platform is nabij

10897262476?profile=original19 maart 2013  beloofde Martin van Rijn het IP met definitieve oplossing te komen - De wanhoop van het Indisch Platform is nabij, zwijgt in alle talen, en toch wordt beweerd  dat .........

 

 Staatsectretaris Martin van Rijn komt met definitieve oplossing voor ; Erkenning, Excuses, en compenstatie. Nederlandse regering is bereid om te erkennen, en excuses, maar zoals hierbij hoort heeft de regering geen geld voor de Indische compensatie.

Het Indisch Platform loopt op haar laatste benen nu op de Indisch finish af!  ICM Achterban heeft een passende betaalplan voorgesteld dat niet in keer het verschuldigde 8 - 9 miljard op tafel hoeft te komen. Maar een plan passend bij deze tanende economie namelijk een pensioenplan voor alle Indische - Nederlanders die in het voormalige Indie zijn geboren.
Volgens Martin hebben zijn ambtenaren alles al voorbereid, ook het wetsvoorstel is panklaar (net als die vrije keuze artsen, die in de Eerste Kamer werd afgeschoten) , dat als deze panklare wet door de Tweede - en Eerste Kamer komt , via Sociale Verzekerings Bank wordt uitgevoerd.
Binnen de Tweede Kamer is voldoende drachtkracht!  Mijn gedachten zijn dat Martin  even moet wachten totdat  de senatoren zijn opgestapt van de eerste Kamer (dus na de verkiezingen), de kans is groot anders dat ook deze Indische Wet wordt afgeschoten ... en de binnen PvdA is de eenheid geheel zoek, dit fenomeen zie je ook bij een VVD de lijn van eendracht / solidaire is zoek tussen de top en de achterban .....
Worden risicovolle tijden de komende  periode voor wetsvoorstellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

==========================================================

 

De wanhoop van het Indisch Platform is nabij.

 

 

Met veel hoop gingen velen dit keer  dat het zal gaan lukken met die georganiseerde  stille tocht op 19 maart 2013, nu bijna twee jaar geleden. Nog erger het IP heeft nog steeds de achterban mediatechnisch niet geïnformeerd zo als de gebruikelijke UPDATES betaamt, hoe het nu in dit proces zit.

 

 Veel inspanningen zijn er gedaan door N.I.C.C en ICM om 10.000 handtekeningen te verzamelen van Indo’s die het al lang niet meer in geloven in dit IP met deze benadering, en toch wist die Indo’s over de streep te trekken om hun mandaat aan het Indisch Platform te geven. Het IP heeft zich alleen ingezet op dit dossier en niet die anderen o.a. waar men bij Min. BuZa moet aankloppen waar die 689 miljoen is gebleven die rep. Indonesia betaalde ter compensatie aan de Indische Gemeenschap o.a. voor de nationalisatie.  Deze  dossiers die bij ICM redactie binnen kwamen van verontruste abonnees / leden , werden door het IP ter zijde gelegd.  Essentieel in de benadering er  is niet gekozen voor twee sporen beleid. Voorts een benadering ook nog eens van 1 op 1, zeer risicovolle onderneming, zeker in het politiek landschap.

 

Dan de pech dat de geplande WOB-procedure van vorige week niet op de rol werd gezet, twee dagen vantevoren werd dit pas gemeld!  Is ook al een teken dat dit IP niet serieus wordt genomen, of wellicht de krachten achter de schermen; zijn de vele reacties op ICM. Deze politieke benadering heeft vele risico's in zich. Politiek is nooit te vertrouwen, zeker nu het politieke klimaat in de Eerste Kamer dusdanig is verziekt. Voorproefje hebben wij gehad voor de Kerst dat het Kabinet voor de afgrond zit, en nog steeds voor de afgerond staat, het is juist net begonnen!

 

Binnen de PvdA de verdeeldheid heel groot is met gevoerd beleid van Samsom en de top,  bleek op het gehouden congres van PvdA. Zoals Jinek stelde aan Samsom “heeft u niet gefaald als leider, en wordt niet tijd dat ..” Nee, was het stellig antwoord van Samsom. Je hoeft niet als academicus te zijn afgestuurd om te zien dat de Eerste Kamer tot "oorlogsgebied" is verklaard. Alle overvliegende vliegtuigen met registratienummer PvdA of VVD zullen onherroepelijk worden neergehaald. De panklare wetvoorstellen (werkwijze van Martin van Rijn) en zeker het Indisch vliegtuig zullen in dit luchtruim worden afgeschoten.

 

Nu komt het Indisch Platform met de strategische oplossing! Met een cliché aanzetten dat al eerder werd gevoerd het  boek "Ik Beken" van Elise Lengkeek  dat aan alle Kamerleden werd aangeboden in 2009. Nu wordt het net uitgebrachte boek van oud-voorzitter & Historicus Herman Bussemaker "Indisch Verdriet” aangeboden aan de Tweede Kamer (vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

 

Is onbegrijpelijk dat het IP zich nu twee jaren aan het lijntje laat houden, zullen vele Indo’s zeggen. Terwijl iedereen ziet dat het een chaos is binnen de PvdA nota bene waar Martin van Rijn lid van is, en nu al zoveel pogingen zijn gedaan via de politiek sinds 2008.

 

Nee, wat onbegrijpelijk is dat i.p.v. het aanbieden het boek "Indisch verdriet" met respect, niet gelijk plan B uit de kast wordt getrokken.  JES – 1 van de aangesloten organisaties -  heeft voldoende buffers opgebouwd van het ontvangen contributies van haar leden die zich in de strijd achter het IP schaard om Plan – B  nu uit te rollen en de staat voor Hoge Gerechtshof te dagen.

 

Wordt vervolgd!

 

Lees verder…

10897276895?profile=originalStaan de betrekkingen onder druk onder Jokowi de hervormer, uit de stal van oud - president Soekarno met deze executie? 

 

Nederland zal eerst de hand in eigen boezem moet steken van 300 jaren kolonialisatie die zelf de Verdragen met de republiek Indonesië met handen en voeten heeft betreden. Is zeer naïef en hypocriet van de media om dit te stellen die nooit aandacht besteedt aan oud-kolonie Indonesie.

 

De eerste vraag die gesteld moet worden waren er betrekkingen met de republiek Indonesië? Zijn alle zaken uit het verleden tussen Nederland en de republiek Indonesië de plooien glad gestreken? Is er ooit excuses door het Koninklijk Huis  aangeboden voor het huishouden in deze regio voor die afgelopen 300 jaren en niet te vergeten de regeerperiode van oud-president Soekarno die continue vanuit Den Haag werd tegengewerkt? Wie heeft de coupe financieel ondersteund vanuit Nederland om oud-president Soekarno af te zetten, waar ruim 100.000 mensen zijn vermoord?

Hier hoor je de hypocriete media als een Telegraaf en Ad niet over, of komt dat ze niet over de oorspronkelijke bronnen beschikken?

 

Er is alleen nog meer olie op het vuur gegooid met jaren op deze betrekkingen door Nederland. Alleen al van de afgelopen 12 jaren kan een heel archief worden opgebouwd.

 

  • ·Er is een Verdrag onder de naam “Traktaat van Wassenaar” getekend tussen beide landen om maar te noemen, ook deze weer is eenzijdig niet nagekomen door Nederland. 689 miljoen betaalde republiek Indonesië aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de Indische Nederlanders te compenseren onderen andere voor de nationalisatie. Het was weer Halbe Zijlstra van de VVD die zicht verantwoordelijk voelde om het Kabinet ter verantwoording te roepen waar die 689 miljoen is gebleven, veel geld voor toen. Zie ICM reportage https://www.youtube.com/watch?v=Sq6Sn8SGy5g

  • Nederland heeft de afgelopen jaren diverse keren Indonesie beledigd en vernederd kan alleen de constatering zijn. ICM heeft ook een lijntje met de Indonesische ambassade, hoe vaak zijn de presidenten geweigerd om naar Nederland te komen, de boycot op de Garuda Airlines, terugtrekken van de deal Leopard tanks en bij de afgelegde staatbezoeken in Azië werd weer de republiek Indonesië overgeslagen;

 

Na oud-president Soekarno staat er eindelijk weer een hervormer op uit zijn stal. Dit schrijft de Telegraaf als bron zelf die afrekent met het verleden, wat de vorige presidenten heeft nagelaten.

 

De Kamer wil deze week met Koenders debatteren over de executie. D66 en SP willen de betrekkingen met Indonesië herzien. Dit meldt de Telegraaf.

Hoe zo debatteren met Koenders, die als Minister van Buitenlandse zaken het Verdrag “Traktaat van Wassenaar niet is “ nagekomen. ICM redactie heeft vanuit de Indische Gemeenschap haar abonnees reactie ontvangen met verontwaardiging, dat de betaalde 689 miljoen nimmer bij de Indische Gemeenschap is gekomen. Ook wist ICM redactie in het bezit te komen van de Brochure “Verdrag Traktaat van Wassenaar” geproduceerd door het Ministerie van Koenders. De vraag die destijds door Halbe Zijlstra werd gesteld waar die 689 miljoen is gebleven, kan ook de vraag nu worden gesteld: Is Jokowi wel op de hoogte dat  zijn 689 miljoen nimmer is uitbetaald aan de Indische Gemeenschap? ICM redactie heeft het vorige jaar de vraag wel voorgelegd bij mevrouv Retno (Ambassadeur in Den Haag, nu Min. BuZa onder Jokowi).  De redactieteam is verder een onderzoek gestart en stelt vragenlijst op:  O.a hoe zijn de 341.000 gerepartrieerden op de hoogte gebracht dat ze aanspraak konden maken op deze voorziening.

Voorlopig heeft minister Koenders  nog heel wat uit te leggen aan Jokowi, de Indische Gemeenschap en zijn collega Halbe Zijlstra waar die 689 miljoen oude guldens zijn gebleven.

 

 

 

Lees verder…

het januari nummer van NICC Magazine is uit!

10897291258?profile=originalGratis maandelijks magazine |  Jaargang 6,  Januari 2015 | Oplage: 7800 |  Hoofdredacteur:  Hans Vogelsang

.

In  het januari nummer van NICC Magazine  met daarin onder andere de volgende onderwerpen met:  

  • Vuurwerk en Indië…................................... 2
  • Vuil oorlogje op Bali....................................6
  • De 50 beste Indische van 2015………...10
  • Première voorstelling “Kruit”………… ....12
  • Wie wint de Gouden Buffel 2014?..........13
  • Collectie “Tropenbiep” uit elkaar gerukt...14
  • Indo Rock (12)…..….............................15
  • Petitie ‘Unbroken’................................. 19
  • Foto’s zoeken nog steeds familie………..23
  • Indische erfenis…….............................. 31
  • kortingsbon op pagina ...........................34

Rubrieken: Recept, Korte Berichten, Toen en nu, Boekbespreking, Gedicht, Just4kids, Indische Agenda, Advertensi Mini, Column, Pasar Malam Kalender.
Nederlands Indisch

 

Wij wensen u weer veel leesplezier 

Om NCC - maandblad te lezen (downloaden) ga naar de rubriek  Indisch Maandblad van www.icm-online.nl  

                 OF 

               >>>>>>>>  NICC MAGAZINE Downloaden>>>>>>>>>  

 

Lees verder…

Tempo Doeloe versus Sekarang    (Toen en Nu)

10897304295?profile=original

10897305259?profile=original    


genwoordig (letterlijk) overschaduwd door de enorme moskee ernaast. Deze stond er 100 jaar geleden ook, maar dan in een bescheidener formaat
De protestantse kerk aan de aloon-aloon van Malang. De kerk wordt te

Column                                    door:  Anita Bunt

 

De donkere dagen voor Kerst, we kunnen er niet omheen.

De dagen worden korter, en buiten is het vaak koud en guur. Brrrrrrrrrrrrrr, niks aan! We trekken ons terug in ons huis, doen de kachel aan, de gordijnen dicht en sluiten ons. Er lopen nog maar weinig mensen op straat.

In Indonesië wordt het ook vroeg donker, alleen dan komt het buitenleven juist op gang, wat een verschil! Daar komen de mensen ’s avonds uit hun huizen om elkaar te ontmoeten en lekker te eten, zittend op de rand van de stoep en spelende kinderen om zich heen. Er wordt veel gekletst, gegeten en gelachen. Ik kan daar heel erg van genieten, gewoon iedere dag, iedere avond zonder jas naar buiten en elkaar ontmoeten! In December is het stil op straat in Nederland, zijn spontane ontmoetingen een uitzondering, zijn we met onze aandacht naar binnen gekeerd. Gelukkig heeft December in het koude Nederland ook zijn mooie kanten voor mij!Zoeken vrienden en familie elkaar op, om binnen bij de haard de December tradities te vieren. Zo hebben we eerst Sinterklaas met lekkere pepernoten en de mooie gedichten en dan de Advent, de dagen voor Kerst, Kerst en dan nog Oud en Nieuw.

Waar ik heel erg van kan genieten is de kerstversiering binnen en buiten. De vol verlichte kerstbomen, kerstfiguren en mooie watervallen van lampjes aan de balkonnetjes. En wat dacht je van de verlichte ramen van de huizen? De een heeft nog meer lampjes dan de ander!Het geeft mij een warm gevoel en een gevoel van saamhorigheid. Met ons allen vieren we het feest van het Licht, de geboorte van Jezus. Het lijkt alsof het licht ons met elkaar verbindt.

Verbinding is belangrijk voor ons allemaal, als mens. Wij zijn individuen en zijn (vaak onbewust) verbonden met onze familie, onze voorouders en wij als Indo’s ook met onze talrijke tradities, de prachtige magische krachten van oeroude rituelen bijvoorbeeld. Onlangs heb ik er bewust kennis mee mogen maken, tijdens een workshop en heb gevoeld wat deze “Stille Krachten” met ons en anderen kunnen doen.

De traditionele muziek, kracht-voorwerpen, de zang, rituelen, wierook en kruiden. Fantastisch! Wat een rijkdom om daarmee te werken. De Indonesische cultuur heeft ons echt heel veel te bieden, vaak meer dan dat wij ons bewust zijn. De al oude tradities en rituelen kunnen mensen op een andere manier met elkaar in verbinding brengen. We kunnen ze gebruiken op een negatieve manier, waar ik zelf geen voorstander van ben, maar juist op een positieve manier! Vaak worden de Stille Krachten negatief benaderd, ik herinner het me nog van thuis. Bij sommige gebeurtenissen werd ‘de schuld’ vaak bij de ‘Guna Guna’ neergelegd. Door deze over-tuigingen hebben velen van ons, inclusief mezelf, het positieve van deze krachten weggeschoven, zo jammer! Er zijn nog zoveel mooie dingen te doen en te bereiken door ons te verbinden met oude tradities en oma’s recepten; wat dacht je van een heilzame olie met een kruidenmengsel voor de spieren tijdens een lekkere pitjit behandeling of een beker wedang djahé om je buik te verwarmen, een gesneden bawang Merah, op de fontanel van een pasgeboren baby’tje? Simpele, maar zeer doeltreffende gebruiken die vaak krachtiger zijn dan een pilletje    of poedertje van de Westerse apotheek.

De Stille Kracht van de Gordel van Smaragd; laten we blij zijn met wat ze ons kan bieden. Als wij de wijsheden koesteren en meer open staan voor onze, verborgen, Stille Krachten en deze inzetten waar nodig om anderen te ondersteunen en te helpen, dan weet ik zeker dat we een mooi 2015 tegemoet gaan.

Selamat Tahun Baru!

Lees verder…

Grottekeningen in Leang Leang Door: Michel Maas

10897298863?profile=original

Grottekeningen in Leang Leang            Door:  Michel Maa

Een vleermuis heeft zijn klauwen in meer dan veertigduizend jaar geschiedenis gezet en hangt daaraan te slapen. Als de bezoeker van de grot hem beschijnt met een zaklamp trekt hij zijn vleugels over zijn ogen. Even later is hij wakker, en verlaat verstoord zijn koele donkere spelonk. Hij vliegt rakelings langs het hoofd van de indringer, die het niet eens merkt. Hij tast met zijn licht de wanden af, op zoek naar onbevattelijk oude kunst.

De grot geeft zich niet zomaar prijs. Het plafond en de wanden zitten vol met wittige vlekken, en alleen een geoefend oog ziet daaronder de silhouetten van handen die oermensen hier in oker-tinten hebben vereeuwigd. Het is als kijken naar de sterrenhemel: als je niet weet wat je zoekt, vind je de Kleine Beer nooit van z'n leven. 'Kijk, daar!', probeert de archeoloog. 'Waar?' 'Daar.' Pas dan onthult de lichtstraal de contouren van vijf vingers, teer en wazig als vitrage, maar als je hem eenmaal ziet      is het onmiskenbaar, en al gauw zie  je  er  meer,  en  geloof  je  de archeoloog op zijn woord als hij zegt dat het in deze grot wemelt van de schilderingen. 'De menselijke beschaving begon in Indonesië.' Hoeveel nationale trots

past er in een krantenkop. Indonesië heeft ineens weer iets om trots op te zijn: kortgeleden is ontdekt dat de tekeningen in de grotten van Leang Leang minstens zo oud zijn als die in Europa, en 'dat is heel sexy', zegt archeoloog Budianto Hakim. 'De regering kan er de nationale trots mee aanwakkeren. Ik ben ook trots, zeker. Dat hier veertigduizend jaar geleden al mensen woonden die kunst maakten.'

Geschiedenis herschrijven

150 jaar lang hebben ze gedacht dat de beschaving in Europa begon en van daaruit verder de wereld in trok. Nu weten wij dat de Europese en de Indonesische beschavingen gelijktijdig bestonden

De geschiedenisboeken moeten worden herschreven, zegt hij. '150 jaar lang hebben ze gedacht dat de beschaving in Europa begon en van daaruit verder de wereld in trok. Nu weten wij dat de Europese en de Indonesische beschavingen tegelijkertijd bestonden.' Hoe dat kan, waar de oermensen vandaan kwamen, hoe zij hier kwamen is nog een raadsel, maar dat zij veertigduizend jaar geleden hier waren, dat weten wij nu zeker. 
De witte vlekken op het plafond hebben het verraden. Dat is kalkafzetting die bovenop de schilderingen is gegroeid. In dat kalk zit uranium, en dat uranium is heel nauwkeurig te dateren. Australische en Indonesische archeologen publiceerden hun bevindingen twee weken geleden in het toonaangevende tijdschrift Nature, en dat heeft de hele wereld in rep er roer gebracht.                                                             

Eerlijk gezegd jaagt de impact van hun  ontdekking   de   Indonesiërs schrik aan. Budianto's collega Muhammad Ramli, mede-auteur van het Nature-artikel, is bang: 'Wij zijn natuurlijk trots, maar tegelijk ook heel bezorgd. Hoe gaan wij deze vondst beschermen? En al deze schilderingen? Eerst waren zij alleen van ons, maar nu zijn zij van de hele wereld.'

10897298896?profile=originalZijn angst is begrijpelijk. Nu al komen elk weekeinde hele busladingen scholieren naar Leang Leang om de okerkleurige handafdrukken en een tekening van een zwijnhertje (babi rusa) van dichtbij te bekijken. In 2010 hebben ze betonnen paadjes gelegd en stevige ijzeren trappen gemaakt tot vlak onder de schilderingen. De kinderen lachen en maken selfies en groepsfoto's en haasten zich langs de schilderingen zoals Nederlandse kinderen zich langs de Nachtwacht haasten. Ze kennen de tekeningen uit hun schoolboeken. Die boeken weten nog niet hoe bijzonder zij zijn, en de kinderen ook niet, maar allemaal zijn zij trots, 'bangga', als je het ze vertelt.

Opslag voor koeienvoer

 

Een boer heeft een deel van deze grot in gebruik als opslag voor koeienvoer. Een stukje verderop is de grond bezaaid met schelpen. De toeristen en de kinderen worden naar twee grotten gedirigeerd, waar zij goed in de gaten gehouden worden. Maar in de omtrek liggen nog 91 andere beschilderde grotten, en Ramli en Budianto huiveren bij de gedachte hoe zij die allemaal moeten gaan beheren. 

10897299261?profile=originalDe vleermuis woont in een van de niet-openbare grotten. De tocht daar naar toe is niet wat je ervan zou verwachten. Je parkeert de auto aan de kant van de weg van Leang Leang naar Makassar en steekt een verdord rijstveld over. Je moet uitkijken waar je loopt want tussen de stoppels is het veld beklad met honderden koeiendrollen. Geen moeizame tocht met hakmessen door de jungle, geen ijzingwekkende klauterpartijen, geen gekruip door verscholen tunneltjes. De rotsige heuvels van Leang Leang staan als harde bulten in het landschap. Het zijn steile losse bergen, zoals je die wel ziet op Chinese prenten, of in Ha Long Bay in Noord-Vietnam.

Je loopt er zo naar toe, en als     je er bent hoef je nooit lang        te zoeken naar een grot. 
Een boer heeft een deel van deze grot in gebruik als opslag voor koeienvoer. Een stukje verderop is de grond bezaaid met schelpen. Budianto laat zien dat de toppen van de schelpen zijn afgebroken: 'Iemand heeft ze hier zitten opeten.' Wie dat was, en wanneer, weet niemand. Er zijn rapporten dat in 1902 nog mensen in deze grotten woonden, maar niemand weet of dat afstammelingen van de eerste grotbewoners waren.

Zwijnhertje

 

Budianto Hakim, archeoloog: Wist je dat mensen hier altijd een witte handafdruk zetten als zij een nieuw huis hebben gebouwd? Opgravingen hier moeten nog beginnen. In 1970 hebben ze bij de hoofdgrot een menselijk skelet gevonden, maar zelfs dat hebben ze nog niet fatsoenlijk kunnen onderzoeken. DNA-onderzoek op de omwonenden zou leuk zijn. Misschien is er geen enkel verband, misschien wel. Er is nog zoveel blanco', zucht Budianto. 
En intussen komen steeds maar meer mensen om het beroemde zwijnhertje, 'babi rusa', en de handen te zien. Aanraken lukt net

 niet, maar hun hete adem, het zweet, de luchtvervuiling, de kalk, het regenseizoen, het droge seizoen en alles werkt mee om de schilderingen aan te tasten. Het zwijnhertje is desondanks erg rood, en de handcontouren zijn opvallend bruin, en dat is geen toeval. 'Zo zijn zij makkelijker te fotograferen', bekent Ramli.

'Gewoon overgeschilderd'

'In de jaren '80 zijn deze schilderingen geconserveerd. Zij zijn beter zichtbaar gemaakt.' Hij schaamt zich een beetje om het te vertellen: 'Ik geloofde het zelf niet toen ik het hoorde op de opleiding archeologie: zij zijn gewoon overgeschilderd. Met verf. Zij zijn niet meer origineel.' Het kan de schoolkinderen net zo weinig schelen als de bezoekers van de

10897299477?profile=originalMona Lisa, maar voor serieuze archeologen is het een klein drama. 'Het zal zeker niet meer gebeuren', zegt Ramli. 'Een volgende keer zullen wij eerst research doen. Welke materialen gebruikten de schilders, hoe verdunden zij de verf. We zullen proeven doen, drie jaar wachten om het resultaat te controleren, buitenlandse experts erbij halen.' 

Magische tekenen uit de prehistorie

Over de prehistorie van het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea is weinig bekend. Door de natuurlijke gesteldheid van het land, zijn er vrijwel geen sporen uit het verleden nagelaten. Ook  de vroegere semi-nomadische levensstijl van veel Papua-volken werkte daaraan niet mee. De eerste bewoners van  Nieuw-Guinea zouden meer dan 50.000 jaar geleden, via Zuidoost-Azië, op het eiland zijn neergestreken. Vanaf het begin van de megalithische periode van 40.000 tot 30.000 voor Christus is er een beeld te geven van die tijd. 

10897299673?profile=originalHeel veel rotsschilderingen in Nieuw-Guinea dateren uit de  megalithische   tijd.  Ze   vertonen overigens opmerkelijke gelijkenis met afbeeldingen die ontdekt zijn op Oost-Timor. De geologische bodemgesteldheid van de vind-plaatsen in Oost-Timor en Papua zijn vergelijkbaar. De meeste schilderingen bevinden zich in wanden van kalksteen of in grotten langs de kust. Uit rotstekeningen en bronzen artefacten die in grotten zijn gevonden bij het eiland Misool, ten westen van de Vogelkop, kan worden opgemaakt dat er al voor de jaartelling al handel plaatsvond met andere delen van Azië. ‘De rotskunst en het onderzoek naar prehistorische sites zijn belangrijk of zelf onontbeerlijk om de oorsprong van de oude Papua-denkwereld en -cultuur beter te kunnen doorgronden’, verklaart het hoofd van het Archeologisch Onderzoek Centrum in Jayapura.

Maturo-figuren bij Kaimena


In Indonesisch Papua zijn volgens het Archeologisch Onderzoek Centrum in Jayapura ongeveer 90 plaatsen met waardevolle rotstekeningen. Voor de lokale bevolking is een rots met een eeuwenoude beschildering een heilige plaats. De Papua’s schrijven de tekeningen toe aan een voorouderlijke geest of duivel, die ze gemaakt zou hebben vóór de komst van de mensen.
De bevolking in de prehistorie beschikte over vaardigheden op het gebied van landbouw, metaalbewerking, weefkunst en het maken van sieraden, maar gebruikte nog geen schrifttekens. De religieuze denkbeelden van de Papua's waren en zijn voor velen nog steeds animistisch: men dacht niet alleen mensen en dieren maar ook planten, voorwerpen en natuurverschijnselen bezield waren met magische krachten. Allerlei rituelen dienden voor het gunstig stemmen van de vele geesten en goden waarmee men de wereld bevolkt achtte, zoals de geesten van de voorouders.

Op verschillende vindplaatsen van zogeheten rotskunst zijn hand-silhouetten afgebeeld. In de streek bij de plaats Kaimena (aan de Bitsyaru Baai en de Triton Baai aan de zuidkant van het Oninschiereiland) zijn naast handsilhouetten, afbeeldingen gevonden van Maturo’s (half-mens, half-hagedis), tekeningen uit fauna en flora en geometrisch figuren. Ook worden er op vlakke rotsdelen, die zich soms meters boven de zeespiegel bevinden, afbeeldingen van verschillende gebruiksvoorwerpen als boten, boomerangs, speren, stenen bijlen, sago, peniskokers en maskers aangetroffen. Tekeningen op steile rotsen bij het voor de kust liggende eiland Narnatote in de regio Kaimena zijn in 1939 beschreven door de Nederlandse onderzoeker W.J. Cator. In het doolhof van lagunes aan de oostkant van Misool zijn op verschillende plaatsen kunst-uitingen gevonden uit een periode dat de zee daar circa 30 meter lager stond. De schilderingen zijn aangebracht op de zijwanden van rotsen of in ondiepe, over-hangende grotten. Het gaat om menselijke schilderkunst van vele tienduizenden jaren oud.

Rijkste regio’s van Indonesië


‘In de regio Kaimana zijn in 2009 nog tientallen zogeheten Matuto-tekeningen gevonden. Een Matuto wordt beschouwd als een voorouderlijke held’, zegt Drs.    M. Irfan Mahmud, hoofd van     het Archeologisch Onderzoek Centrum. “De Matuto-motieven op de rotswanden hebben een religieuze betekenis en zijn voorstellingen van mensen die destijds in de prehistorie in de regio leefden. Ook komen er afbeeldingen voor van een palmboom, die staat voor beschermende macht om kwade zaken  tegen te houden”, voegde hij toe. De vindplaatsen van de Matuto-beschilderingen zijn rotsen

10897299687?profile=originalin Omborecena, Memnemba, Memnemnambe en het bij Tumberawasi gelegen dorp Maimai. Ook werden gekraste Matuto-tekeningen aangetroffen in  het dorp Namatota en op vier plaatsen in Werfora. In deze regio zijn ook andere prehistorische tekeningen van hagedissen, vissen, schildpadden, krokodillen, koeskoezen (soort buideldier), slangen, vogels en de zeepaardjes gekrast op de vlakke  rotsgedeelten. In het huidige Indonesische deel van Nieuw-Guinea zijn naast de Kaimena-regio ook rotstekeningen te vinden in onder meer de Berau Golf (de bek van de Vogelkop), in het bergmassief ten zuiden van de Baliem-vallei (op 3850 meter hoogte) en in het Jafi-gebied bij Hollandia aan de Humboldt-baai (nu Yos Sudarso geheten). De vindplaatsen in Indonesisch Papua behoren tot de rijkste regio’s met rotstekeningen in Indonesië.

Handel met specerijeneiland Ceram


De prehistorie is volgens de wetenschap de periode van ruim 2 miljoen jaar geleden tot zo'n 3000 voor Christus tot de eerste schriftelijke bronnen. Dan begint de ‘historie', als geschiedschrijving

mogelijk is. In Nederland eindigt de prehistorie bij de komst van  de Romeinen, op Nieuw-Guinea bij de komst van Indonesische handelaren. De allereerste ‘immigranten’ arriveerden in de Vogelkop ongeveer 4000 jaar geleden vanaf het eiland Ceram. Een interessante ontwikkeling hier zijn de Radja’s. Dit zijn de plaatselijke contactpersonen in het uiterste westen van Nieuw-Guinea, verantwoordelijk voor het handhaven van rechtvaardigheid en sociale harmonie. Zij vormen een blijvende herinnering aan de eeuwenlange handel die plaats-vond vanuit het Indonesische specerijeneiland Ceram, destijds Nusa Ina (moedereiland) genoemd. Volgens de overlevering ligt de geboorteplek van de mens, Nunu Saku, op Ceram. De handelslieden vestigden ‘sosolots’ (kleine versterkte handelsplaatsen) van waaruit een monopolie werd geplaatst op de lokale handel. Niemand anders mocht er handel drijven. Verschillende van deze handelsposten waren nog steeds in gebruik aan het begin van de twintigste eeuw. De sosolots maakten deel uit van een zeer omvangrijk handelsnetwerk, dat zich uitstrekte over heel Zuidoost-Azië en Melanesië.

Eerste rotsschilderingen gezien in 1678

De Nederlander Johannes Keyts ontdekte in 1678 rode schilderingen op de rotswanden van de kust van de Speelmansbaai (nu de Teluk Bitsyaru) bij het eiland Namatote. Keyts was opperkoopman bij de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Hij is in 1678 de eerste Europese bezoeker van dit gebied en plant in de Argunibaai (ten noorden van Kaimana) de Nederlandse vlag. Keyts noemde de huidige Teluk Bitsyaru de 'heer Quaalberghs Bay' naar de toenmalige Gouverneur van Banda. De ontdekking werd door de VOC om handelspolitieke redenen geheim gehouden. De handelaar Th. B. Leon trof twee eeuwen later, in 1878, op eilandjes op de zuidelijke oever van de MacCluer-golf (nu: Teluk Berau) in grote getale rode, witte en zwarte schilderingen aan. Deze kuststrook werd vanaf 1938 vele malen bezocht en grondig bestudeerd door de Duitse antropoloog dr. Josef Röder. Hij schreef in 1937 het eerste wetenschappelijke rapport over prehistorische schilderingen in Papua. De Bintuni  Baai (het verlengde van de Teluk Berau) is waarschijnlijk voor het eerst 'ontdekt' door de Europeanen in 1663, toen slavenopkoper Nicolaes Vinck van de VOC op de noordkust van het schiereiland Onin in de omgeving van FakFak landde. In 1791 ondernam de Britse Oost-Indische Compagnie onder leiding van John MacCluer een expeditie naar de zuidkust van Nieuw-Guinea. Hij zeilde langs de Vogelkop en verkende de Berau Golf aan de zuidkant van de Vogelkop. Het kustgebied rond   de Berau Golf was de streek      die Radja’s op Ceram hadden aangewezen voor hun handels-betrekkingen. De Bintuni Baai trok aan het einde van de 19e eeuw de aandacht van zendelingen, goud-zoekers en koloniale regeringen.

Gebruikte verf en aangebrachte tekens 

Ondanks dat de rotstekeningen eeuwen oud zijn en met verf uit natuurlijke materialen is gemaakt, zijn ze vaak nog duidelijk zichtbaar. De kleur op de schilderingen is veelal afkomstig van een plantaardige kleurstof/ pigment of ijzerhoudende leem/ aarde. De verf bij een rots-schildering kan op verschillende manieren zijn aangebracht: met de vingers in de rode leem gedoopt, met eenvoudige kwasten en soms werd de verf in de mond genomen en op de rotswand gespuwd. Ook werd het pigment wel eens in rieten pijpjes verzameld en op een vochtig oppervlak geblazen. Het aantal theorieën over de betekenis van rotsschilderingen voor de oorspronkelijke makers is talloos, en minstens even groot als het aantal onderzoekers dat zich ermee bezighoudt. Sommigen veronderstellen dat de reden tot het afbeelden van de dieren angst voor deze dieren is. Om deze angst te bezweren vroeg men aan

de beste tekenaar van het ter plekke levende Papua-volk een dier op een rots te tekenen met houtskool dan wel kleurstoffen. Anderen stellen dat het afbeelden van prooidieren deel uitmaakte van magische jachtrituelen. Naast afbeeldingen van dieren, werden er ook tekens aangebracht. Deze tekens kunnen nu worden onderverdeeld in vrouwelijke en mannelijke tekens. De zones rond de ingang van de grot zijn met mannelijke tekens gevuld, naar het midden van de grot toe worden ook vrouwelijke symbolen (en tevens vaak mannelijke) aangetroffen. Van een aantal prehistorische gesneden beeldjes, dat in grotten is gevonden, is bekend dat zij vrijwel dezelfde ouderdom hebben.

Vindplaats Misool al in 1887 bekend

Op Misool ligt de belangrijkste vindplaats bij het dorp Fàfanlàp aan de oostzijde van het eiland. Opmerkelijk is dat de plaats al in 1887 bij de etnograaf F.S.A. de Clercq bekend was. Want in het boek 'Ethnographische beschrijving van de West- en Noordkust van Nederlandsch-Nieuw-Guinea' van De Clercq en Schmeltz uit 1893 lezen we: Somswijlen worden schedels in doodengrotten bewaard, o.a. te Kafòpop, een plaats gelegen aan eene binnenzee, aan de oostkust van Misool, waar zoodanige grot, aan den wand versierd met afbeeldingen van handen, moet voorkomen en die daarom in de taal der vier Radja's  ‘warnaoe’, d.i. heilig, is en niet mag genaderd worden. Op de kalkrotsen bij het dorp Fàfanlàp zijn de tekeningen zowel aan de buitenkant als in de grot aangebracht. De grot loopt onder de waterspiegel door en de tekeningen konden slechts vanuit een prauw worden gefotografeerd.

De tekeningen buiten, hoog op de rotswand, waren niet meer erg duidelijk. Er waren verschillende handsilhouetten, met onder meer een vingermutilatie bij en ook twee tekeningen van concentrische cirkels, waartussen stippen, in rood/oranje en in geel. Ook in de ondiepe grot waren hand-sihouetten zichtbaar, alsmede vissen, dolfijnen, 'graat'-figuren, afbeeldingen van mensen in verschillende stijlen, rijen punten, enkele prauwen en abstracte figuren. Sommige tekeningen zijn nauwelijks  meer  zichtbaar,   door latere kalkafzettingen. Dat deze omgeving nog altijd heilig is, bewijst onder meer het feit, dat de bevolking bij het passeren van de rotswand pijlen op afschiet.
In 1958 zagen resident J. van Bodegom en controleur M. O. Woelders op het eiland Waigeo enige handsilhouetten en een aantal onduidelijke tekens op een gladde kalkrots, circa acht meter boven de zeespiegel. 'De plek lag aan het begin van de Aljosi-baai, op de zuidoever waarop ook het dorp Sèlpèle ligt, echter op ongeveer 20 minuten roeien daar vandaan', zo beschrijft de Nederlandse antropoloog en bestuursambtenaar K.W. Galis in Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 120 van het KITLV in Leiden.

Rotstekeningen geleidelijk  bedreigd

Samen met de drang om te versieren, heeft de mens steeds de behoefte gehad om zich uit te drukken. Dat zoiets op rotswanden gebeurde was een vanzelf-sprekendheid, want dergelijke dragers waren er in overvloed. De afbeeldingen in grotten aan de westkant van Nieuw-Guinea ontstonden waarschijnlijk naar aanleiding van riten in verband met dood, jacht, vruchtbaarheid en het afweren van het boze. De vindplaatsen van rotstekeningen kunnen onder druk komen te staan door zaken als verwering, waterschade, het instorten van kliffen, graffiti en toerisme.

Elders in de wereld is door de publieke belangstelling voor grotten met schilderingen het microklimaat in de grot geleidelijk veranderd. De vochtigheid en temperatuur namen toe, evenals het kool-zuurgehalte. Ook schimmels hebben op sommige vindplaatsen de muren en plafonds van grotten aangetast. Verder kunnen klimatologische omstandigheden de prehistorische kunst-uitingen bedreigen. In Indonesisch Papua vallen de bedreigingen nog mee. Volgens het Archeologisch Onderzoek Centrum in Jayapura zijn er nog voldoende niet onderzochte sites.

(Stichting Papua Erfgoed)

______________________

Lees verder…

Edelstenen ontladen en opladen

10897303882?profile=originalEdelstenen   ontladen  en  opladen

Dat heel veel Indische mensen stapelgek zijn op (edel)stenen en mineralen, is algemeen bekend. Met name tijgeroog is zeer geliefd. Maar, hoe wil je nu die materialen voor je laten werken? Want dat ze invloed hebben op ons, staat voor velen als een paal boven water. De redactie kwam dit artikeltje tegen in een nieuwsbrief van Reikicentrum en Spirituele winkel “De Oorsprong” in Den Haag.

Stenen bouwen krachten op die hun invloed hebben op de gezondheid van mensen. Maar, een gegeven moment zijn die stenen als het ware verzadigd en willen ze hun werking behouden, moeten ze ontladen worden. Wanneer je een (edel)steen bij je draagt, of vaak vasthoudt, zoals bijvoorbeeld een knuffelsteen, zal die steen je helpen met de eigenschappen die hij uitstraalt. Daarnaast zal hij ook de informatie die jij uitstraalt van jou opnemen. Als je dan die steen niet regelmatig ontlaadt, kan deze daarmee overvol raken en na  verloop van tijd zijn glans verliezen en uiteindelijk zelfs “sterven” (barsten). Daarom is het belangrijk om hem regelmatig te ontladen. Sommige mensen leggen de steen in zout water. Doe dit nooit, want het is slecht voor de steen en bovendien zijn er veel stenen die poriën hebben en dan nemen ze het zout op en dat tast de steen van binnenuit aan.

10897303699?profile=originalTijgeroog in onbewerkte (boven) en in bewerkte (onder) vorm

Doe dit dus met geen enkele steen. Ontlaad je steen ook nooit in vuur of in de aarde. Methodes zoals hem in het maanlicht leggen, onder stromend water afspoelen (even los van of de steen tegen water kan) kunnen over het algemeen niet zoveel kwaad. Helaas echter zal dat met de steen ook niet zoveel doen, dan alleen hooguit de statische lading eruit halen.

De beste, gemakkelijkste en ook veiligste methode is om je steen in de holte van een Amethist-geode te leggen of op een hoopje (cluster) van kleinere stukjes Amethist. Ook Hematiet is hiervoor uitstekend geschikt. Alleen moet je bij gebruik van Hematiet deze daarna wel weet meteen in of op bergkristal leggen om deze weer op te laden.  Amethist heeft de capaciteit om de opgenomen informatie uit een steen te “wissen”. Zo zorgt het ervoor om de steen weer helemaal “schoon” te maken. Het is niet zo dat Amethist hierbij als een soort afvalbak fungeert, want de Amethist neemt de informatie die hij uit andere stenen “trekt” niet zelf op. Hij werkt dus in feite net als een wiskop bij een bandrecorder. Hierdoor kun je het dus voor al je stenen en sieraden gebruiken. Zolang je Amethist-geode maar groot genoeg is om je steen erin past, volstaat deze. De enige uitzondering hierop is Barnsteen, omdat dit eigenlijk geen steen is maar een fossiel hars. Barnsteen kan je ontladen door hem in de felle middagzon te leggen; iets dat voor veel andere stenen juist funest is.

Wil je de steen na het ontladen weer wat extra energie geven, dan

10897304283?profile=originalVerschillende maten Amethistgeode

kan je hem (met uitzondering van stenen die NIET tegen de zon kunnen, zoals bijvoorbeeld Opaal of Rozenkwarts in de vroege ochtendzon of late avondzon leggen of op een cluster of stuk bergkristal. Het ontladen is echter belangrijker dan opladen.

Wil je meer weten over stenen en mineralen? Kijk dan eens op de website van “De Oorsprong”: www.reiki-deoorsprong.nl.         Of bezoek de winkel: Reiki-centrum & Spirituele Winkel De Oorsprong, Westerbaenstraat 77 -79, 2513 GG Den Haag. Men vertelt u er graag alles over. Openingstijden: woensdag t/m zaterdag van 12.00 tot 18.00 uur.  22-12-2014 – 6-1-2015 gesloten.  

Lees verder…

10897298452?profile=originalDe vereniging Oud Militairen Indië- en Nieuw-Guineagangers is verontwaardigd over de verwaarlozing van het monument voor gesneuvelde militairen in Indië aan de Verhuellweg in Den Haag. Honden plassen er veelvuldig tegenaan en de bloemen worden weggenomen. Gemeenteraadsleden Richard de Mos en Lex Kraft van Ermel van "Groep de Mos" deelt die mening: "Oud Indië strijders verdienen meer respect in de stad van vrede en recht". 


Kraft van Ermel, zelf kolonel b.d.., begrijpt die boosheid. "We maken ons in Den Haag terecht zorgen om groen en bomen. Laten we in onze stad van Vrede en Recht met een paar simpele maatregelen het monument in de Scheveningse Bosjes beschermen en daarmee ook onze geschiedenis. Den Haag is de "Weduwe van Indië". Sinds de sluiting van het Indisch Huis in 2006 heeft de Indische gemeenschap al geen eigen ontmoetingsplaats meer. Als we nu ook nog Indische monumenten gaan verwaarlozen, zijn we echt op een hellend vlak aangeland". 
Kraft van Ermel wil dat de Gemeente in overleg treedt met VOMI om voorzieningen te treffen om het monument de status te geven die het verdient.

Lees verder…


10897290901?profile=originalIndo Rock
ons cultureel paradepaardje? (11)  door:  Albert van Prehn

 

I can’t forget you, Pretend your happy when you’re blue, Well Mona Liza, allemaal te maken met nostalgie, verledentijd en met werkelijkheid.

Het was in het jaar 2009 dacht ik toen ik bij de maestro zelf in zijn huis was in Rijswijk.

Zoals je kunt zien heb ik drie toepasselijke titels gekozen voor deze foto.

Allereerst was de artiest er een die je niet zo maar vergeet, ook al ken je de man niet persoonlijk, zijn muziek en inspiratie deed je toch wel wat als muzikant en hoe verguisd hij ook was door sommige andere indo artiesten of in Nederland, mede vaak door zijn uitspraken die soms keihard je tegen de borst stuitten, het was zoals hij dat vond en zelf ben ik ook zo van inborst, ik zeg of liever gezegd schrijf liever, wat ik denk.

 

Of dat nou te maken heeft met de ervaringen die de mensen om jou heen je dat hebben doen bezigen, ik zou het niet weten.

Of, liever gezegd ik weet het wel, en het is zo, dat je door ervaring rijk gaat worden, en in dit geval soms niet leuk meer bent voor jouw medemens in geval van een strijd of woordenwisseling, ook met het profileren van jouw gedachten. Men zegt mij wel eens, je kwetst wel sommige mensen met jouw uitspraken, en dat is gewoon waar, maar de andere kant van het verhaal is, wie de schoen past….weet u nog wel????? Ja, u kent dat denk ik ook.

 

De titels die ik gekozen heb voor de intro, om maar gelijk in muziektermen te spreken, hebben te maken met deze foto die door Carmen was genomen nadat ik Andy een van mijn eigen telecasters heb geschonken. Het was een leuke middag en wij hebben nog heel veel over “vroeger” gepraat en over de indo muziek scene. “I can’t forget you”, ja, wie zou hem kunnen vergeten onze broeder die zowel de indo’s als ook de Molukse gemeenschap muzikaal in kaart bracht in ons land en daarbuiten.

Pretend you’re happy when you’re blue, Andy was ten tijde van mij bezoek al ziek, het was een beetje aan hem te zien, maar wisten wij veel hoe het zou gaan aflopen, zoiets daar denk je, of beter gezegd, daar WIL je op dat moment niet aan denken en dus doe je maar als of alles goed is.
Well Mona Liza, op de foto ziet men op de achtergrond een foto van zijn dochter, Lorraine, knappe meid, kan ook niet anders met zo’n vader en moeder. Het was zijn lieveling en trots, het meisje kon goed leren en wat wil je als vader nog meer?


De dag dat ik er was, was er een van gezelligheid, bescheiden zoals Andy altijd was, was hij tevens een goede gastheer. Soms maakte hij mij verlegen met zijn bescheidenheid omdat ik als muzikant toch wel respect heb voor de prestaties van de man, ongeacht of ik dezelfde muziek stijl bespeel of niet. Ik ben nooit zo ver gekomen in ieder geval, heb wel met een Amerikaanse grootheid door een paar Europese landen getoerd, de heer Nokie Edwards, nota bene de lead gitarist van The Ventures, mijn grote voorbeeld, maar Andy was mijn eerst leermeester.
Toen ik voor het eerst met hem lijfelijk kennismaakte om deel uit te maken van zijn toenmalige begeleidingsgroep in 1995, had ik niet echt de ambitie om echt een vriendschapsband met hem te zoeken.

Waar de andere muzikanten als bijen om hem heen zwierven, hield ik me afzijdig. Ik had een heel andere muziek scene waarin ik speelde en dit was eigenlijk iets van toen ik nog geen gitaar kon spelen.

Op een dag kwam Andy naar me toe, kwam naast me zitten en vroeg hoe het met me ging en of ik het wel naar mijn zin had bij zijn begeleidingsgroepje. Ik antwoordde hem dat het oké was en we raakten in gesprek over diverse muziek stijlen en natuurlijk of het indo gebeuren.
Hij gooide mij voor de leeuwen tijdens de eerste optredens door mij solopartijen te laten doen, blijkbaar beviel het hem, of wou hij mij een kans geven, ik weet het niet.


In het gesprek zei hij het volgende tegen me, iets wat ik later makkelijk kon toepassen toen ik met de Amerikaanse grootheid en country vinger picker Nokie Edwards door Europese landen trok, hij zei: “Albert het is in de muziek altijd een concurrentie van jewelste en de meeste gitaristen willen zo graag concurreren, laten zien wat ze kunnen al is het soms krempeng (gebrekkig) wat ze kunnen. Bij mij is het zo”, vervolgde hij, “dat ik de artiest ben waar men voor komt en waar men voor betaalt en als ik jou inhuur om mij te begeleiden dan verwacht ik een begeleider, en zelfs is het zo, dat als ik jou vraag om vierkant te spelen dan doe je dat gewoon want ik betaal jou en niet andersom”. Het was direct, pats boem, maar zonder enig dreigement, gewoon klink-klaar professioneel. Gelukkig ben ik geen ego man op de bühne; wat ik kan dat doe ik maar ik hou niet van concurreren omdat ik dat een teken van zwakte vind en een teken dat je geen vertrouwen heb in jouw eigen kunnen als solo gitarist. Er zijn tig betere, maar evenzo tig slechtere en wie bepaalt nou of je zo’n jago (virtuoos) bent, niet jijzelf maar het publiek toch? Als je van jezelf denkt een jago te zijn kan het wel eens hard tegen vallen als men geen zelfde gedachte heeft over jouw spel. In die trant heb ik veel met Andy gesproken.

 

Het bezoek bij hem thuis in Rijswijk was er een van een hartelijk weerzien, en de oude maestro had plezier met de telecaster die ik hem schonk, ik vond dat hij het heeft verdiend, gewoon omdat de man willens en wetens, tegen alle jaloezie en ondankbaarheid in onze indo muzikanten en ook de Molukse, in het daglicht heeft gebracht.
Ik weet dat bij dit schrijven er misschien aan aantal andere oudheden zich gepasseerd voelen, maar laten wij allemaal HEEL eerlijk zijn, het was Andy met zijn Brothers die voor het eerst op TV kwam met zijn muziekstijl en show, of niet soms?

Misschien dat anderen ook al bezig waren, maar zonder die TV beelden

lieve mensen had misschien niemand van U nu van de indo muziek gehoord laat staan op zo’n grote schaal vernomen, toch???
Hij was willens en wetens toch ons boegbeeld, verguisd, bespot, naar beneden gehaald uit jaloezie of wedijverzucht, maar hij HAD het.

Als de man optrad was er dynamiek, inspiratie, show en charisma, laten wij eerlijk zijn. Daar profiteren heden ten dage nog steeds diegenen van die hem kopieerden.
I can’t forget You, laten wij maar zeggen, Andy, we hebben een leuke tijd gehad samen al was het kort en heb ik je in een later stadium van mijn muzikale leven pas echt leren kennen.

De foto kreeg ik toegezonden van Ferry Schwab van het ICM als bijvoegsel van mijn indo rock epistel nr. 11. Het bracht gelijk weer herinneringen bij me terug.
Ik voel nog steeds de warme ontvangst en bij het weggaan liep de man beleefd mee totdat ik in mijn auto ook werkelijk wegreed.
In mijn spiegel zag ik hem nog nazwaaien toe ik de bocht nam en hij uiteindelijk uit zicht verdween.
Dat was Andy, een man die de innerlijke oosterse beschaafdheid nog steeds in zich had, hij heeft het nog en dat is niet alleen zijn muzikale begaafdheid.

Andy was een man van de oude stempel; geen man die je in het dagelijkse leven opvallend zou tegenkomen, geen bravoure maar een bescheiden en verlegen Indische sinjo, één zoals wij oorspronkelijk waren, maar door de tijd zijn vergeten. 

Lees verder…

Moed, Beleid en Trouw Door: Bert Immerzeel

10897296477?profile=originalMoed, Beleid en Trouw       Door:  Bert Immerzeel

 

Deze week werd door de Koning aan majoor Gijs Tuinman de hoogste Nederlandse dapperheids-onderscheiding, de Militaire Willems-Orde, toegekend. Het was voor het eerst sinds vijf jaar dat iemand ‘voor daden van moed, beleid en trouw’ werd geridderd. Gelukkig gebeurt dit maar zelden. Hoe minder oorlog, des te minder gelegenheid om dapper te zijn.

Ooit was dat anders. De Militaire Willems-Orde, ingesteld in 1815 door Koning Willem I, werd vroeger heel vaak toegekend. Tot 1940, zo lezen we op de website van het Ministerie van Defensie, maar liefst 5866 keer. Na de Tweede Wereldoorlog nog ongeveer 200 keer.

KNIL officieren in Atjeh

Atjeh

De meeste toekenningen hadden te maken met de late Napoleontische tijd en de strijd tegen de Belgen in 1830, en onze koloniale oorlogen in Indië. Meer dan de helft van alle MWO’s is gebaseerd op activiteiten in Indië, waarbij het overgrote deel gebaseerd op de 19e eeuwse ‘pacificaties’. De strijd in Atjeh alleen al heeft een duizend onderscheidingen opgeleverd.  

Dat laatste lijkt bijzonder. Is de verovering van Sumatra niet in ons geheugen opgeslagen als die van een superieur Nederlands leger tegenover arme onbewapende drommels? Zoiets als de Italianen tegenover de Abessijnen, als u dat nog iets zegt? Of komt het, omdat we de laatste tijd steeds geconfronteerd worden met die paar foto´s van slachtpartijen uit deze oorlog, gebruikt ter vervanging van niet-bestaande foto´s van Rawagedeh en Zuid-Celebes? Ons blikveld lijkt te zijn vernauwd. We zijn blijkbaar vergeten  dat  we  heel  erg  hard

moesten strijden om Atjeh eronder te krijgen, en dat bij die strijd heel veel dapperheid nodig was, wát dat ook mocht inhouden.

Niet aangeleerd

Wat is dat eigenlijk, dapperheid? En hoe dapper moet je zijn om een MWO te mogen ontvangen? Omdat ik meer wilde weten, kwam ik terecht bij het deel van de website *) van Defensie dat beheerd wordt door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Sinds kort bevindt zich hier een databank dapperheidsonderscheidingen **), waar voor het eerst vrijwel alle namen van dragers van      alle Nederlandse dapperheids-onderscheidingen tussen 1815 en 2000 (zijn) samengebracht.”

10897296094?profile=originalDe Militaire Willems-Orde

Het is een indrukwekkend geheel. We zijn (of waren) een dapper volkje. Vele tienduizenden werden in het verleden zó dapper bevonden dat ze werden gelauwerd. Over dapperheid in het algemeen vermeldt de site: “Dapperheid kan niet worden aangeleerd. Vaak is dapper gedrag pas zichtbaar in een onverwachte, levensbedreigende situatie waarin iemand boven zichzelf en anderen uitstijgt. Een persoon krijgt een dapperheidsonderscheiding dan ook op basis van handelen. Daarnaast speelt zo’n onder-scheiding een belangrijke rol in de maatschappij: dapper gedrag is immers een voorbeeld voor anderen.” Daar moeten we het voorlopig mee doen. Dapperheid overkomt je, zo lijkt het. Het is er, of het is er niet. Ook de toekenning van de MWO aan Gijs Tuinman leert ons niet veel meer, behalve dan dat hij in alles beter was dan zijn kameraden. Outstanding.

Steeds moeilijker

De website van het NIHM vermeldt per onderscheiding  wél in drie woorden de gebeurtenis, maar geeft verder helaas geen toelichting. Zo blijven we in het duister als we bijvoorbeeld willen weten waarom scheepskok Proost tijdens het beleg van Palembang in 1821 bijzonder dapper was. Bij een andere onderscheiding was het Kapittel zeer openhartig. Mangkoe Adie Ningrat kreeg in 1833 de MWO “omdat hij de derde vorst op Madoera en broer van de sultan was”.

In verband met gebeurtenissen en activiteiten in Indië in de Tweede Wereldoorlog werden 38 MWO’s uitgereikt, in verband met de Politionele Acties nog 26. Schamele aantallen, als je ze vergelijkt met die van de voorafgaande periode. Misschien werd het wel steeds moeilijker om dapper te zijn. De activiteiten van de personen waar het om gaat (naast Koningin Wilhelmina kreeg slechts één vrouw de onder-scheiding) zijn echter allen met een scherp oog beoordeeld. En van allen werd geconcludeerd dat zij, binnen de context waarin zij opereerden, zeer bijzonder waren. Hun onderscheiding heeft daarmee hopelijk de voorbeeldrol gespeeld die de overheid voor ogen had.

10897296896?profile=originalMajoor Tuinman wordt geridderd door Koning Willem-Alexander op 4 december 2014

Alhoewel de MWO sinds 1940 ook is opengesteld voor burgers, is het toch vooral een militaire onderscheiding gebleven. Een onderscheiding die slechts wordt verleend op grond van activiteiten in oorlogstijd. Laten we om       die reden alleen al hopen, dat     in de toekomst nog maar zeer, zeer weinigen zullen worden gelauwerd. Vrede zij met u.

*)  http://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/inhoud/militaire-willems-orde

**)  http://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/nieuws/2014/11/28/databank-dapperheidsonderscheidingen-online

 

Lees verder…

Militaire samenwerking Nederland en Indonesië

10897281292?profile=original

10897272089?profile=original

Militaire samenwerking Nederland en Indonesië

Na ruim twintig jaar van uiterst koele militaire betrekkingen tussen ons land en Indonesië gaat de Koninklijke Marine nauwer samenwerken met de zeemacht van ’s werelds grootste archipel.

De hernieuwde vriendschap is opmerkelijk, omdat Jakarta in 2012 nog witheet was toen de Tweede Kamer de verkoop van bijna honderd Leopard 2A6-tanks die de Koninklijke Landmacht moest afstoten tegenhield vanwege de bedreigde mensenrechten in delen van Indonesië.

Daarop kocht Jakarta tweedehands Leopards van het Duitse leger, de regering in Berlijn had aanzienlijk minder moeite met de vermeende humanitaire wantoestanden in Atjeh en met name Papoea-Nieuw-Guinea. Finland kreeg uiteindelijk onze tanks voor een fooi toegeschoven.

Uitwisseling

Maar dat oud zeer lijkt uit de lucht, nu adelborsten uit Den Helder worden uitgewisseld met hun collega’s van de marine academie in Surabaya. Ook wordt gesproken over de bouw van nieuwe fregatten door de Nederlandse werf Damen Schelde in Vlissingen. Die leverde eerder al vier korvetten van de Sigma-klasse aan de Indonesische marine.

Verdere aanwijzing voor het aanhalen van de banden tussen Nederland en de voormalige kolonie is het bezoek van een marine-eenheid aan Indonesië, dat nu wordt voorbereid. Aan de andere kant van de wereld kijkt men vooral likkebaardend naar onze vier luchtverdedigings- en commandofregatten van De Zeven Provinciënklasse.

Die schepen behoren tot de beste van de wereld en Indonesië is er veel aan gelegen de LCF-fregatten door Damen Schelde in licentie te laten bouwen bij de marinewerf van Surabaya.

In Indonesië worden marine, lucht- en landmacht in recordtempo uitgebreid en gemoderniseerd. Vooral op zee wil de admiraliteit een grotere rol spelen. Daarbij wordt met argusogen gekeken naar landen als India en zeker China, die hun vloot voortdurend versterken.

Lees verder…

I
10897295062?profile=original10897295294?profile=originalICM met leespodium pasar malam Zwolle en Zeist, noteer het al vast in uw agenda.

Beste ICM Vrienden gisteren (29/12) druk in de weer geweest bij pasar BurgerZoo.

Silvia Elders presentatrice van de pasars van Wout Nijland, Koos en Free Line zijn al druk bezig met het bestuderen van onze ICM Jaarboek voor de pasar malams waar ICM lezerspodium gaat verzorgen met ICM stands. Het worden de pasars Zwolle , Zeist en onder voorbehoud Utrecht. Wout Nijland is zeer ingenomen met dit Jaarboek, en ziet dit als een waardevolle document als betekenis voor de geschiedschrijving (Wout heeft al gelezen) .

Wout wil daarom al het Jaarboek promoten en ondersteunen via WN Productions en zijn pasar malams. Net als PM Rijswijk geldt hetzelfde concept. Dus ondersteuning van Silvia, die op het hoofdpodium veel reclame maakt voor ICM Jaarboek, en op de achtergrond wij met ons lezersprogram podium.

De grote pasars zoals Burgerzoo (60.000) en nieuw verworven project door Wout Pasar Malam Azia in het RAI gebouw in samenwerking met de huishoudbeurs waar ruim 240.000 bezoekers op afkomen (Is Wout gevraagd om een pasar voor het eerst te organiseren), vind ik persoonlijk dat onze lezersvoordrachten niet in passen. Wout heeft als enige organisatie de boodschap van ICM ooit in het verleden begrepen en opgepakt als oud-politicus, namelijk zoveel mogelijk pasars in bestaande organisaties in te passen. Ik moet zeggen dat het Wout aardig is gelukt is als Belanda (maar voelt zich meer Indo, hopelijk is Martin van Rijn dat ook, ondanks de PvdA en VVD senatoren in de Eerste Kamer constant om de haren vliegen).

Dus mensen noteren in je agenda:
Zwolle van 13 maart tot 15 maart ( vrij, za, zo) 
Zeist van 26 juni tot 28 juni (vrij, za, zo) 
Utrecht (onder voor behoud).

BurgerZoo is open tot 6 januari zie www.wnproductions.nl

Lees verder…

Moed, Beleid en Trouw Door: Bert Immerzeel

10897296094?profile=originalMoed, Beleid en Trouw       Door:  Bert Immerzeel

 

Deze week werd door de Koning aan majoor Gijs Tuinman de hoogste Nederlandse dapperheids-onderscheiding, de Militaire Willems-Orde, toegekend. Het was voor het eerst sinds vijf jaar dat iemand ‘voor daden van moed, beleid en trouw’ werd geridderd. Gelukkig gebeurt dit maar zelden. Hoe minder oorlog, des te minder gelegenheid om dapper te zijn.

Ooit was dat anders. De Militaire Willems-Orde, ingesteld in 1815 door Koning Willem I, werd vroeger heel vaak toegekend. Tot 1940, zo lezen we op de website van het Ministerie van Defensie, maar liefst 5866 keer. Na de Tweede Wereldoorlog nog ongeveer 200 keer.

10897296477?profile=originalKNIL officieren in Atjeh

Atjeh

De meeste toekenningen hadden te maken met de late Napoleontische tijd en de strijd tegen de Belgen in 1830, en onze koloniale oorlogen in Indië. Meer dan de helft van alle MWO’s is gebaseerd op activiteiten in Indië, waarbij het overgrote deel gebaseerd op de 19e eeuwse ‘pacificaties’. De strijd in Atjeh alleen al heeft een duizend onderscheidingen opgeleverd.  

Dat laatste lijkt bijzonder. Is de verovering van Sumatra niet in ons geheugen opgeslagen als die van een superieur Nederlands leger tegenover arme onbewapende drommels? Zoiets als de Italianen tegenover de Abessijnen, als u dat nog iets zegt? Of komt het, omdat we de laatste tijd steeds geconfronteerd worden met die paar foto´s van slachtpartijen uit deze oorlog, gebruikt ter vervanging van niet-bestaande foto´s van Rawagedeh en Zuid-Celebes? Ons blikveld lijkt te zijn vernauwd. We zijn blijkbaar vergeten  dat  we  heel  erg  hard

moesten strijden om Atjeh eronder te krijgen, en dat bij die strijd heel veel dapperheid nodig was, wát dat ook mocht inhouden.

Niet aangeleerd

Wat is dat eigenlijk, dapperheid? En hoe dapper moet je zijn om een MWO te mogen ontvangen? Omdat ik meer wilde weten, kwam ik terecht bij het deel van de website *) van Defensie dat beheerd wordt door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Sinds kort bevindt zich hier een databank dapperheidsonderscheidingen **), waar voor het eerst vrijwel alle namen van dragers van      alle Nederlandse dapperheids-onderscheidingen tussen 1815 en 2000 (zijn) samengebracht.”

 

Het is een indrukwekkend geheel. We zijn (of waren) een dapper volkje. Vele tienduizenden werden in het verleden zó dapper bevonden dat ze werden gelauwerd. Over dapperheid in het algemeen vermeldt de site: “Dapperheid kan niet worden aangeleerd. Vaak is dapper gedrag pas zichtbaar in een onverwachte, levensbedreigende situatie waarin iemand boven zichzelf en anderen uitstijgt. Een persoon krijgt een dapperheidsonderscheiding dan ook op basis van handelen. Daarnaast speelt zo’n onder-scheiding een belangrijke rol in de maatschappij: dapper gedrag is immers een voorbeeld voor anderen.” Daar moeten we het voorlopig mee doen. Dapperheid overkomt je, zo lijkt het. Het is er, of het is er niet. Ook de toekenning van de MWO aan Gijs Tuinman leert ons niet veel meer, behalve dan dat hij in alles beter was dan zijn kameraden. Outstanding.

Steeds moeilijker

De website van het NIHM vermeldt per onderscheiding  wél in drie woorden de gebeurtenis, maar geeft verder helaas geen toelichting. Zo blijven we in het duister als we bijvoorbeeld willen weten waarom scheepskok Proost tijdens het beleg van Palembang in 1821 bijzonder dapper was. Bij een andere onderscheiding was het Kapittel zeer openhartig. Mangkoe Adie Ningrat kreeg in 1833 de MWO “omdat hij de derde vorst op Madoera en broer van de sultan was”.

In verband met gebeurtenissen en activiteiten in Indië in de Tweede Wereldoorlog werden 38 MWO’s uitgereikt, in verband met de Politionele Acties nog 26. Schamele aantallen, als je ze vergelijkt met die van de voorafgaande periode. Misschien werd het wel steeds moeilijker om dapper te zijn. De activiteiten van de personen waar het om gaat (naast Koningin Wilhelmina kreeg slechts één vrouw de onder-scheiding) zijn echter allen met een scherp oog beoordeeld. En van allen werd geconcludeerd dat zij, binnen de context waarin zij opereerden, zeer bijzonder waren. Hun onderscheiding heeft daarmee hopelijk de voorbeeldrol gespeeld die de overheid voor ogen had.

10897296896?profile=originalMajoor Tuinman wordt geridderd door Koning Willem-Alexander op 4 december 2014

Alhoewel de MWO sinds 1940 ook is opengesteld voor burgers, is het toch vooral een militaire onderscheiding gebleven. Een onderscheiding die slechts wordt verleend op grond van activiteiten in oorlogstijd. Laten we om       die reden alleen al hopen, dat     in de toekomst nog maar zeer, zeer weinigen zullen worden gelauwerd. Vrede zij met u.

*)  http://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/inhoud/militaire-willems-orde

**)  http://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/nieuws/2014/11/28/databank-dapperheidsonderscheidingen-online

Lees verder…

Strip over veteraan in Nieuw-Guinea

Strip over veteraan in Nieuw-Guinea

 10897296262?profile=original

De jonge striptekenaar Aimée de Jongh zette het verhaal van veteraan Theo van Hees, die in 1961 naar Nieuw-Guinea ging, op papier.

Aimée is een van de tien striptekenaars die meedeed aan het project van de Stichting Nederlandse Veteranendag. Tien veteranen werden gekoppeld aan tien Nederlandse stripmakers. Het resultaat is een heel bijzonder stripboek met verhalen die beginnen in 1944 in Normandië en die eindigen in april 2010 voor de Somalische kust. Aimée vertelt in dit artikeltje over haar ontmoeting met de veteraan Theo van Hees.

 

“Het meest bijzondere vond ik dat we als striptekenaars niet alleen de verhalen mochten vertalen in een strip, maar ook dat we zelf het interview mochten doen.  Dat was voor mij echt cool. Om Theo te interviewen, ben ik naar Emmen gereden. Van tevoren had ik mij goed voorbereid en heel veel gelezen over de Nederlandse geschiedenis met Nieuw-Guinea en de Papoea’s. Theo vertelde honderduit en is nog steeds zichtbaar geroerd door wat de Papoea’s tot op de dag van vandaag doormaken. Hij liet me een boek zien met veel foto’s en elke tien minuten vertelde hij me hoe bijzonder hij de Papoea’s wel vindt.   

Alles wat Theo vertelde zag ik direct voor me. Ik denk vooral in beelden en in kleuren. In mijn hoofd maakte ik al gelijk een soort film van het verhaal van Theo. Tijdens het verhaal maakte ik ook kleine schetsen. O; die manier kan ik het verhaal beter onthouden. Hij vertelde dat de Nederlanders uit Indonesië werden weggejaagd. Supermarkten mochten bijvoorbeeld geen producten meer aan Nederlanders verkopen. Bij weer anderen werd het gas en licht afgesloten. Kortom, ze waren   niet meer welkom. Sommige Nederlanders gingen daarop richting Nieuw-Guinea. Indonesië wilde ook over Nieuw-Guinea de beschikking hebben en om die reden besloot Nederland om de Papoea’s, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Guinea, op te leiden tot soldaat om te vechten tegen de Indonesiërs.

Daar begint het verhaal van Theo van Hees. Theo was namelijk een van die opleiders en werkte samen met de Papoea’s. Uit het verhaal van Theo blijkt dat dit de mooiste tijd uit zijn leven was. De Papoea’s waren niet bang, niet vijandig en ondanks dat Nederland Nieuw-Guinea toen bezette, voelde dat volgens Theo niet zo. Hij vertelde mij dat hij nog steeds emotioneel wordt als hij nu denkt aan de situatie van de Papoea’s. Ze leven nu nog steeds onder de bezetting van Indonesië. Tot op de dag van vandaag breekt het hart van Theo. Ik vind dit een magisch verhaal en ben daarom heel erg blij dat ik aan dit project heb mogen werken”.

Het stripboek is te bestellen via: http://www.strip2000.nl

Lees verder…

Indoweb Top 50 Allertijden

Indoweb Internationale Top 50 Allertijden

10897301658?profile=original

Tussen Kerst en Oud en Nieuw is Nederland in de ban van lijstjes. De 10 beste en slechtste dingen van 2014 en natuurlijk op Radio 2 de Top 2000 Allertijden. Maar wat zijn nu de grootste Indische hits allertijden. Indoweb zette 50 Indo-evergreens voor je op een rij. Wat is jou Indo-hit allertijden?

1. Tielman Brothers – Little Bird
2. Blue Diamonds – Ramona
3. Anneke Grönloh – Brandend zand
4. Ernst Jansz – Een eerste klein verraad
5. Andy Tielman & Tjendol Sunrise – Rock little baby of mine
6. The Crazy Rockers – Mamma-Pappa Twist
7. Anneke Grönloh – Nina bobo
8. Yopie Latul – Poco poco
9. Rudi van Dalm – Begawan solo
10. Dinand Woesthoff – Dreamer (Gussie’s song)

11. The Young Sisters & The Black Dynamites – Let’s have a party
12. Boudewijn de Groot – Verdronken vlinder
13. Van Halen – Jump
14. Liesbeth List – Pastorale
15. Blaudzun – Promises of no man’s land
16. Wieteke van Dort – Arm Den Haag
17. Eddy Chatelin – Down by the riverside
18. Royal Hawaiian Minstrels – Mooi Hawaii
19. The Hot Jumpers – I’ll never let you cross my mind
20. Kane – No surrender

21. Ricky Risolles – Poco poco style
22. Michelle Branch – Everywhere
23. Massada – Sajang é
24. Armand van Helden – You don’t know me
25. Lois Lane – It’s the first time
26. Jiggy Djé – Ik heb je
27. The Eastern Aces – The Way I Treat You
28. Jamai – Step right up
29. Blue Diamonds – That’ll be the day
30. Tielman Brothers – Rock little baby of mine

31. Jack Jersey – Papa was a poor man
32. Tjendol Sunrise – Rays of morning sun
33. Wieteke van Dort – Klappermelk met suiker
34. Blaudzun – Flame on my head
35. The Partysquad – Rampeneren
36. Ernst Jansz – De ballade van Nina Bobo
37. Tielman Brothers – Java guitars
38. Kane – Rain down on me
39. Liesbeth List – Te veel te vaak
40. The Desmounts – Midnight blue

41. George Baker – Little green bag
42. Sandra Reemer – The party’s over
43. Lois Lane – Tonight
44. Justine Pelmelay – Blijf zoals je bent
45. Sjors van der Panne – In het zicht van de haven
46. Jack Jersey – In the still of the night
47. Justine & Marlon – Waarom huil je toch Nona Manis
48. Original Talkatives – Squeeze Louise
49. Boudewijn de Groot – Testament
50. Dewi Pechler & Jamai – When you walk in the room

Lees verder…

Schrijver Sitor Situmorang (91) overleden

10897290287?profile=original

Schrijver Sitor Situmorang (91) overleden

De Indonesische schrijver Sitor Sitomorang is afgelopen zondag in zijn huis in Apeldoorn overleden. Situmorang was een van de meest vooraanstaande schrijvers van Indonesië. Het bekendst was hij in Nederland om zijn romans ‘Bloem op een rots’ en ‘De oude tijger’. In de jaren tachtig doceerde Sitor Situmorang Indonesische taal en letterkunde aan de Universiteit Leiden.

Situmorang is in 1923 geborden in Noord-Sumatra. Hij groeide op tijdens de koloniale tijd en vond het storend dat goed onderwijs alleen voor de elite was. Bovendien vond hij het een gemis hij op school alleen onderwezen werd in Europese literatuur en in de Nederlandse taal. Toen hij 15 jaar oud was vertaalde hij daarom het gedicht Saijah en Adinda en een stuk uit Multatuli’s Max Havelaar naar het Batak. Hij begon zijn journalistieke carrière in 1945 als journalist voor de Sumatraanse ‘Suara Nasional’. Zijn eerste gedicht ‘Kaliurang’ verscheen in 1948. Van 1950 tot 1953 verbleef Situmorang in Parijs en Amsterdam om een studie naar Europa te doen.

In de jaren vijftig raakte Situmorang betrokken in polemieken over de vorm en richting van de Indonesische cultuur. Hij werd een prominent lid van de Lembaga Kebudayaan National. Een cultureel orgaan dat nauwe banden had met de toenmalige president Soekarno. In 1967, na de machtsgreep van Soeharto, werd Situmorang zonder proces gevangen gezet. Hij werd pas in 1976 weer vrijgelaten.

10897291087?profile=original

Lees verder…

Second generation - Een fotografie project

Second  generation Een fotografie project

Inleiding

Mijn naam is Jochem Sanders.    Al jaren lang heb ik het idee om in mijn fotografie uiting te geven aan mijn relatie met de achtergrond van de familie van mijn vader. Mijn vader is getekend door de oorlog en ook ik heb daar iets van mee gekregen. Ik ben opgegroeid als zoon van een vader die als jong kind tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Japans Interneringskamp heeft gezeten. Daarmee ben ik een tweede generatie kind. Het is zoals een Japanse officier zei bij de capitulatie in augustus 1945: ‘Jullie zijn nu de winnaars, maar zullen voor de komende vier generaties de verliezers zijn.’ Dat geldt ook voor zijn volk. Het is helaas van alle tijden en plekken dat oorlogservaringen doorsijpelen in volgende generaties. Trans-generationele traumatisering, zoals het in de psychologie genoemd wordt, is een universeel gegeven.

 

De Tweede Wereldoorlog was helaas niet de laatste oorlog. Er zijn momenteel meer brand-haarden dan er in de laatste 70 jaar zijn geweest. Dat maakt het een urgent onderwerp.

Dat oorlogservaringen vat blijven hebben op latere tijden werd nog maar eens benadrukt door Koning Willem Alexander tijdens zijn bezoek aan Japan afgelopen oktober: "De wonden die zijn geslagen blijven het leven van velen beheersen", zei hij tijdens het staatsbanket aldaar over de Tweede Wereldoorlog. En niet alleen de levens van degenen    die het daadwerkelijk hebben meegemaakt.

In het project Second Generation onderzoek ik op welke wijze traumatische oorlogservaringen van ouders vaak op hun kinderen (en ook op latere generaties) doorwerken. Centraal in dit project staan de kinderen van de slachtoffers uit Nederlands-Indië. Middels een serie portretten wil ik hun trauma zichtbaar maken.

Trauma’s die immer aanwezig zijn en deel uitmaken van een persoon, maar bijna altijd onder de oppervlakte blijven.

 

Ik kies bewust voor ‘mensen zoals ik’: tweede generatie Indo’s. Dit zijn mensen met (gedeeltelijk) Nederlands bloed wiens vader en/of moeder de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië hebben meegemaakt en zelf na 15 augustus 1945 zijn geboren. Door deze specifieke inkadering wil ik meer de diepte in gaan en tevens extra aandacht geven aan een nog steeds relatief onderbelicht onder-werp uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en haar cultureel erfgoed.

 

Jochem Sanders Photography

 

Er zijn in Nederland ongeveer 800.000 mensen die tot deze tweede generatie behoren.

De onbekendheid heeft voor een groot deel te maken met het verzwijgen van het onderwerp door mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt. Ondanks dat dat door het steeds ouder worden van betrokkenen wel minder is geworden. Velen die deel uitmaken van de eerste generatie hebben de behoefte in hun laatste jaren van hun leven met open hart en ogen terug te kijken, juist ook naar de minder leuke dingen.

 

De Geschiedenis

De geschiedenis die zich tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië heeft voorgedaan verschilt op veel vlakken sterk van wat er zich destijds in Europa afspeelde. Temeer daar men hier te maken had met een koloniale context, vermengd bloed en een bevrijding die het begin van een geweld-dadige periode van onafhankelijk-heidsstrijd betekende die pas 4 jaar na de Tweede Wereldoorlog uitgevochten was. Toen in 1942 de tot dan toe nog ‘vrije’ kolonie Nederlands-Indië bezet werd door de Japanners, betekende dit het begin van het einde van een tijdperk van 150 jaar. Onder het Japanse anti-westerse bewind werd de Nederlandse bevolking en een groot deel van hen met gemengd bloed, geïnterneerd in kampen. De mannen werden van de vrouwen en kinderen gescheiden. Drie jaar lang werden zij blootgesteld aan honger, ziekte en mishandeling die vaak de dood tot gevolg hadden. Tot de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945, stierf zeker 1 op de 6 geïnterneerden. Daarnaast verbleven er ook veel Indische Nederlanders buiten de kampen die door de Japanners, en ook vaak door de lokale bevolking, als minderwaardig werden gezien. Met alle problemen van dien.

 

De Japanse bezetting had bij de lokale bevolking de onafhankelijk-heidsdrang aangewakkerd. Twee dagen na de Japanse capitulatie riep Sukarno en Hatta de Republik Indonesia uit. Tot 1949 werd      er door Nederlandse regering tevergeefs geprobeerd om het koloniale gezag te herstellen. Deze periode kan onderverdeeld worden in de Bersiap; de chaotische tijd tot 1947 waarin er een gezags-vacuüm was en de periode van de politionele acties, waarin de Nederland met geweld de macht tevergeefs weer in handen probeerde te krijgen. In december 1949 vond de soevereiniteitsover-dracht plaats.

Na de bevrijding keerden veel Nederlanders terug naar hun vaderland. Aangekomen in Nederland moest men een geheel nieuw bestaan opbouwen in een vreemd geworden land. Er was geen ruimte en aandacht voor de gebeurtenissen die zij in de voormalige kolonie hadden meegemaakt. Ook de slachtoffers zelf wilden vaak maar al te graag

vergeten en bouwen aan een nieuwe toekomst.

In de periode van 1945 tot 1949 verlieten ook veel mensen met gemengd bloed Nederlands-Indie om zich in Nederland te vestigen. Voor hen was het geen terugkeer maar een reis naar een nieuwe toekomst in een land waar zij nog nooit waren geweest.

 

Het Project

Wat dragen volgende generaties van deze geschiedenis met zich mee en hoe uit zich dat in hun bestaan? In een serie van ongeveer twintig portretten van tweede generatie Indo’s wil ik hierop een antwoord geven. De komende tijd ga ik op zoek naar deze mensen en in gesprek met hen over hun herinneringen van vroeger thuis, de verhalen die zij thuis wel of niet hebben meegekregen over de hierboven beschreven periode en hoe dit alles hen heeft gevormd tot wie zij nu zijn. In de aanpak om elk van hen te portretteren ben ik vooral ook op zoek naar elementen die een visuele blijk kunnen geven aan hoe zij hierdoor zijn gevormd. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld een herinnering, voorwerp of gewoonte van betekenis. Zo heb ik een man ontmoet die van huis uit heeft geleerd altijd een vluchtkoffer onder zijn bed te hebben klaarliggen. Hem wil ik met deze koffer op straat fotograferen. Door zulk soort elementen visueel in de portretten te verweven krijgen de portretten een verhalende laag die direct of indirect verwijst naar de trans-generationele trauma’s van de geportretteerden.

10897290068?profile=originalJochem Sanders Fashion Photo

Stijl en Karakter

De beelden zijn naast dat ze deze psychologisch verhalende laag hebben ook van documentaire aard. De mensen worden namelijk als zichzelf gefotografeerd, echter op gestileerde wijze geplaatst in de visuele werkelijkheid van een gedachte, angst of herinnering; bijna cinematografisch. Om dit te bereiken houd ik er rekening mee dat er situaties kunnen ontstaan waarin er gebruik dient te worden gemaakt van art-direction, styling en visagie.

 

Geportretteerden

Essentieel in het project is het vinden van mensen met verhalen die te visualiseren zijn in fotografisch sterke beelden. Aangezien in Nederland meer dan 800.00 mensen binnen de doelgroep vallen moeten deze te vinden zijn. Zonder gericht op zoek te zijn geweest, heb ik al twee mensen ontmoet wiens verhaal een interessant sleutel-element bevat en medewerking willen verlenen aan dit project. Ik wil zorgen voor een zo gevarieerd mogelijke afspiegeling van de onderwerpsgroep. Dit geeft extra blijk aan de universaliteit van de problematiek, zowel in het hier gestelde kader als ook in het algemeen.

 

Presentatievorm, Locatie en doelgroep

De serie portretten wordt gepresenteerd in een museale expositie begeleid door een publicatie. De beelden worden vergezeld door beknopte teksten, gebaseerd op gesprekken met de geportretteerden, waarin wordt ingegaan op de achtergrond van zijn of haar ouder(s) en hoe deze hen heeft gevormd. Daarnaast zal de catalogus teksten bevatten die dieper ingaan op de historische en psychologische context van het onderwerp.

Het publiek dat ik wil bereiken is grofweg in vieren te delen: Ten eerste: publiek dat geïnteresseerd is in de oorlogsgeschiedenis van Nederlands-Indië en de gevolgen daarvan, zowel vanuit historisch als sociaal-maatschappelijk pers-pectief. Voor direct betrokkenen uit deze groep kan het uitnodigen tot in gesprek gaan over dit moeilijke onderwerp en daarmee

bijdragen aan verwerking.

Ten tweede: publiek dat in bredere zin interesse heeft in oorlogen en sociaal-maat-schappelijke gevolgen. Hierbij kan ook gedacht worden aan historici en psychosociale hulpverleners. Ten derde: publiek dat geïnteresseerd is in kunst     en cultuur en in het bijzonder hedendaagse fotografie.

Tot slot kan het project voor jongeren een educatieve bijdrage zijn in de bewustwording over de gevolgen van oorlog op de lange termijn.

 

Als laatste wil ik zeggen dat ik hoop dat dit project haar steentje kan bijdragen aan de bewust-wording van mensen om respectvol met anderen om te gaan. Dagelijks worden we geconfronteerd met conflicten op grote en op kleine schaal. Deze raken mij, zoals velen die ons doen raken. Misschien dat ik mij door mijn achtergrond nog wel sterker besef hoe kwetsbaar ons leven hier in vrede is.

 

De Makers

Jochem Sanders – Initiator

Nadat ik als fotograaf begon in Amsterdam heb ik van 2008 – 2012 in New York gewoond waar ik naast vrij werk op straat te maken gewerkt heb voor regisseur en fotograaf Ellen von Unwerth. Tijdens deze periode heb ik gewerkt voor vele grote mode-merken en internationale mode-bladen. Na vier jaar besefte ik me dat ik mijn tijd voor 100% wilde gaan gebruiken voor het verder ontwikkeling van mijn eigen werk als fotograaf en ook het zwaartepunt te verschuiven naar autonoom werk.

Second Generation is het eerste grote project waarbij het startpunt iets puur persoonlijks is, in tegenstelling tot andere series die vaak de straat als startpunt hebben.

 Fleur Lamers

 

In mijn werk ben ik vaak op zoek naar de spanning tussen een documentaire en enscenering. Naast mijn vrije werk maak ik ook toegepast werk voor verschillende bladen en merken.

 

10897290082?profile=originalFleur Lamers – Projectcoördinator

Fleur Lamers (1982) is kunst-historica en adviseert met haar bedrijf ‘Artist Advisory’ vele kunstenaars in hun praktijk. Als projectleider coördineert ze projecten en initiatieven van kunstenaars, waarbij ze zich onder meer richt op communicatie, het onderzoeken van subsidie en sponsor mogelijkheden.

Fleur was werkzaam bij het MuHKa in Antwerpen, Het Stedelijk Museum en de Rijks akademie voor beeldende kunst en is sinds 2013 werkzaam als zelfstandige.

Tijdens haar loopbaan heeft ze verschillende functies bekleed en daardoor een breed perspectief van de kunstwereld ontwikkeld.

 

Heeft u interesse om Jochem Sanders behulpzaam te zijn of heeft u ideeën waarmee u hem kunt ondersteunen bij zijn fotografieproject? Het gaat dus om mensen van de 2e generatie. Neemt u dan contact op met Jochem, via zijn e-mailadres: info@jochemsanders.com. Wilt u meer weten? Bekijkt u dan zijn website www.jochemsanders.com

 

 

 

 

Lees verder…

Bersiap periode Door: Rita Kopetzky

10897288689?profile=original

Bersiap periode   Door:  Rita Kopetzky

Voor alle lezers die nog niet helemaal op de hoogte zijn van alle geschiedkundige feiten en verhalen, in dit artikel even een opfrissertje.

De Japanners, noch de Britten waagden zich aan enige vorm van gezagshandhaving, tenzij ze van hogerhand daartoe de opdracht kregen. De Pemuda’s, jonge Indonesiërs, waren op straat de baas. De Japanse kampcomman-danten moesten wel de kampen bewaken tegen de explosie van geweld van de Pemuda’s. Deze jongelui waren tijdens de oorlogsjaren door de Japanners opgehitst tegen de Nederlanders.

10897289260?profile=originalDe Pemuda’s waren jonge rebellen, die niet behoorden tot het Indonesische leger. Zij waren bijzonder fanatiek en gingen aggressief en vaak zeer wreed te werk. De ergste uitbarsting van geweld vond plaats in het najaar van 1945. De Japanse eenheden in Soerabaja hebben er na de capitulatie alles aan gedaan om het de geallieerden zo moeilijk mkogelijk te maken. Japanse wapenarsenalen werden open-gesteld voor Indonesische strijd-groepen, terwijl de Indonesische jongeren die door hen eerder waren opgehitst tegen de Nederlanders, nu aangespoord werden om wraakacties te beginnen. Echter ook de ca 400 Chinezen in Soerabaja werden het slachtoffer van deze acties. En tenminste 600 Nederlanders vonden op vaak afschuwlijke wijze de dood.

In totaal zouden ook ca. 12.000 Indonesiërs worden gedood in de strijd om Soerabaja, die nog zou volgen. In die strijd kwamen ook zeker 429 Brits-Indische militairen de dood. Het 16e leger van Japan stelde zijn wapendepots open voor de Indonesiërs en  selecteerde een duizendtal officieren en onder-officieren om een regulier leger in Indonesië op te zetten.

Nationalistische Pemuda’s vormden tot de tanden gewapende groepen met samoeraizwaarden (van de Jappen gepikt of gekregen), klewangs, indrukwekkend lange politiesabels (waar ze meestal als eerste naar grepen) en Hun uitrusting werd gecompleteerd door één of twee pistolen in holsters, een bajonet en een zonnebril. Vaak ook hadden ze vlijmscherp geslepen bamboe-speren bij zich. Enkelen hadden zelfs patroonbanden weten te bemachtigen, die ze kruislings over de borst droegen. Ze reden rond in vrachtwagens die ze van de Jappen hadden geconfisceerd. Trots en vol vuur schreeuwden zij uit alle macht om vrijheid en revolutie: “Merdeka – merdeka”.

10897288898?profile=originalBuiten de kampen werd het erg gevaarlijk; als ze je te pakken kregen, werd je onherroepelijk “getjingtjangt” (in mootjes gehakt) Een zekere Soetomo, die de drijvende kracht was achter deze haarcampagnes tegen alles wat Nederlands was, trok zich niets aan van Soekarno en Hatta, die lieger op een constructieve manier en met steun van de Verenigde Naties de vrijheid van hun land wilden bevechten. Het optreden van de extremistische groepen leidde ertoe dat Soekarno en Hatta zich genoodzaakt voelden om totaal onvoorbereid de onafhankelijkheid uit te roepen op 17 augustis 1945.

Hiermee brak de Bersiap periode aan. Commandant Whitmarsh-Knight, die op dat moment aan het hoofd stond van de 5e Indian Division, getuigde over ene Jack Boer, reserve kapitein bij het KNIL over zijn daadkracht en zijn strategisch inzicht. Er zaten 2348 Nederlanders opgesloten in de Werfstraatgevangenis in Soerabaja en die stonden op het punt om door de extremisten te worden vermoord. Er stonden voor de uitgehongerde gevangenen tonnen met vergiftigde rijst klaar. Als ze die gegeten zouden hebben had niemand het overleefd en daarna zou de gevangenis met vaten benzine in brand worden gestoken, waarbij ieder die er zich bevond, dood of nog levend, verbrand zou worden.

10897288689?profile=originalOp 10 november 1945 vond een spectaculaire bevrijding plaats, waarbij Jack Boer en 10  Gurkha’s de Nederlanders hebbemn bevrijd. Na het uitschakelen van de wachten, werd met een tank de muur doorboord, waardoor de gevangenen konden vluchten. Degenen die nog in hun cellen zaten, werden bevrijd door de celdeursloten kapot te schieten. Buiten stond een vrachtwagen klaar om de in veiligheid te brengen. Bij deze actie verloor slechts één Gurkha het leven.    De bloedbaden van de Simpang-club en het Goebeng-transport vormden een blinde vlek in de Indonesische onafhankelijkheids-geschiedenis, zo beschrijft Inez Hollander. Zij geeft een aanval weer    op    een    transport    van vrouwen en kinderen. De bronnen in Indonesië over de revolutie in Soerabaja noemen het bloedige lot van het Goebeng-transport niet eens. Na de agressie van een zwaar beproefd volk, kwam men tot bezinning. Men sprak er liever niet meer over. Inez Hollander is zo’n beetje de enige die het in haar boek “Verstilde stemmen en verzwegen levens” beschrijft. Er is een massagraf van dit transport in Soerabaja. De juiste aantallen van Indonesiërs die in de slag om Soerabaja het leven lieten, zijn niet bekend, maar het zullen er duizenden zijn geweest.

Soekarno

In 1927 Richtte Soekarno de Partai Nasional \indonesia (RNI) op. Deze partij streefde naar de onafhankelijkheid van Indinesië. In 1929 werd hij door de Nederlanders gearresteerd en in de Soekamiskin gevangenis gezet. Hij kreeg strafverkorting en werd op 31 december 1931 vrijgelaten. Zijn reis naar huis werd een ware triomftocht. In augustus 1933 werd Soekarno weer gearresteerd en verbannen naar Flores. Vanwege zijn gezondheid werd hij in februari 1938 overgeplaatst naar Benkoelen in Zuid-Sumatra. Die tocht bracht weer massa’s mensen op de been. Toen de oorlog met Japan uitbrak, in 1942, kwam hij weer vrij. Men dacht dat Soekarno en Hatta gemanipuleerd waren door de Japanners, maar eigenlijk was het juist Soekarno die een heel sluw spel speelde met de Japanners. Hij heeft de Japanse autoriteiten geholpen, soms ten koste van zijn eigen volk, door zijn mensen als dwangarbeiders uit te leveren; deze werden door de misleidemde campagnes geronseld Hij gebruikte de Japanners om zijn doelen te verwezenlijken. Door de onvoorwaardelijke capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 was er een gezagsvacuum ontstaan, wat de Britten weigerden om op te vullen. Hierdoor werd Soekarno door zijn eigen achterban gedwongen om op 17 augustus de Republik Indonesia uit te roepen. Na de oorlog werd Soekarno (niet democratisch) gekozen om te regeren over alle eilanden die door onder andere de Nederlanders bij elkaar gebracht waren, maar die daarvoor nooit één rijk vormden. De Molukkers, Timorezen, Papua’s en Medanezen, aan wie door Koningin Wilhelmina onafhanke-lijkheid was beloofd, vonden het verschrikkelijk dat Soekarno met geweld over hen ging regeren. Veel Molukkers kregen via de rechter een verblijfsvergunning in Nederland.

10897289497?profile=originalBritse hulp

Door de verwarring rond de Japanse capitulatie was een snelle overname van de macht dpoor geallieerden van het nog door Japan bezette Nederlands-Indië onmogelijk. Het inschepen van Maharata-, Gurkha- en Sikh-troepen vanuit Brits Indië (India) geschiedde pas in o0ktober 1945. In deze twee verloren maanden had de terugkeer van de krijgs-gevangenen naar hun familie en vooroorlogse standplaatsen moeten plaatsvinden. De leiding van het Britse leger bewapende de Japanse soldaten opnieuw met bajonetten en geweren (zonder kogels) voor de verdediging van de kampen. Hierdoor werden de Japanners gedwongen de bajonetten, die zij voorheen op ons hadden gericht, nu op de Pemuda’s te richten.

De duistere rol die de Japanners in de naoorlogse politiek gespeeld hebben is nooit helemaal duidelijk geworden. Zij hadden immers de tijd gekregen al het belastende materiaal over hun wandaden te vernietigen. Dit heeft dan ook de berechting van van veel Japanners wegens oorlogsmisdaden ernstig bemoeilijkt. De Britten hebben zich aanvankelijk geconcentreerd op de bevrijding van de krijgs-gevangenen en de ontwapening van de Japanners. Het herstel van het gezag zoals dat voor de oorlog was, behoorde niet tot hun taak. Ook met de Indonesische onaf-hankelijkheidsstrijd bemoeiden ze zich niet. Daardoor werden de eerste vijf bataljons van de Nederlandse oorlogsvrijwilligers maandenlang in Malakka in quarantaine gehouden, terwijl de Pemuda’s de Nederlandse burgers aan het afslachten waren.

Twee politionele acties waren nodig om Nederland militair tot overwinnaar te maken, maar de Nederlanders verspeelden op politiek terrein alle sympathie van de internationale gemeenschap en was hierdoor feitelijk de grote verliezer. De Nederlandse politiek was en bleef de enige schuldige aan het zinloos geweld en niet de Indische Nederlanders of de vanuit Nederland gezonden soldaten, die thans veteraan zijn.

 ______________________                  

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives