Alle berichten (2899)

Sorteer op

10897232476?profile=original10897297480?profile=originalIndisch Platform start WOB procedure inzake Indische Kwestie

Het Indisch Platform, officiële overleg-partner van de regering, is een WOB-procedure (Wet Openbaarheid Bestuur) gestart om inzage te krijgen in alle stukken van ambtenaren die geleid hebben tot 'een leugenachtig advies'. Ton te Meij: “Jarenlang zijn diverse bewindspersonen vals voorgelicht door de ambtenaren van hun eigen ministeries rond een eventuele vergoeding voor de slachtoffers van de Japanners in de Tweede Wereldoorlog. Dat moet voor eens en voor altijd duidelijk worden”, zegt Ton te Mey in het Leidsch Dagblad.

Ton te Meij werkt sinds 2008 op vrijwillige basis als lobbyist/ delegatielid voor het Indisch Platform, waarbij zo'n 24 Indische organisaties zijn aangesloten. Ook is hij betrokken bij een van de deelnemende organisaties, Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappen-kampen. Te Meij: “Ik ben zelf geen belanghebbende, maar wat die mensen is aangedaan is puur schandalig. Het waren de ambtenaren, mensen die in dienst waren van Nederland (Nederlands Indische Overheid) en die tijdens de Japanse bezetting in een kamp zijn gestopt. Daar hebben ze afschuwelijke dingen meegemaakt. Ook de Indo-Europeanen die buiten de kampen verbleven, hebben een beroerde tijd gehad. Ook daarna was het een afschuwelijke tijd voor hen, omdat ze in een burgeroorlog terecht kwamen. Voor die periode hebben zij nooit enige vorm van schadevergoeding gehad. Van alle geallieerden is Nederland het enige land dat geen compensatie heeft betaald aan de mensen die onder de bezetting van de Japanners hebben geleden. De Nederlandse mensen die in de oorlog in Europa slachtoffer geworden zijn van oorlogs-handelingen, hebben die wel gehad. De Nederlanders, die uit Nederlands-Indië terugkwamen, werden hier uiterst kil ontvangen. Daarvoor hebben ze zo'n tien jaar geleden een klein bedrag ontvangen, voor die beroerde aankomst. Maar dat was een schijntje en zeker geen formele schadevergoeding. Het gaat zelfs nu nog niet om smartengeld, maar om datgene wat deze mensen rechtmatig gezien toekomt”.
De Indische Kwestie draait om uitbetaling van achterstallige salarissen en schadevergoeding aan oud-Indische ambtenaren en militairen die in de Tweede Wereldoorlog in Japanse gevangen-kampen waren geïnterneerd. Volgens het Indisch platform is de Nederlandse regering na afloop van de oorlog ernstig in gebreke gebleven. De ambtenaren en militairen die in dienst waren van de Nederlands-Indische regering hadden nog tweeënveertig maanden salaris te goed, maar het geld is nooit overgemaakt.

Op de vraag waarom het probleem na zeventig jaar nog speelt, zegt Te Meij: “De mensen die uit Indië kwamen zijn te lief geweest,       te braaf, te ondergeschikt. En     ze vormden geen eenheid. Uiteindelijk kwam in 1991 het Indisch Platform er, een officieel overleg- en gespreksorgaan met de Nederlandse overheid. Het heeft heel lang geduurd totdat er een goede dialoog op gang kwam met de regering. Men was eigenlijk niet welkom in Den Haag. Maar nu lijkt er zicht op een oplossing. De huidige staats-secretaris, Martin van Rijn, is de eerste die het Indisch Platform gelijk geeft in de rechtmatigheid van de claim en die aan een oplossing wil werken. Het cynische is wel dat de regering nu eigenlijk geen geld heeft voor deze schadevergoedingen. In de tijd van Lubbers, de man die de keizer van Japan zo welwillend ontving met voorbijzien van de slachtoffers van de Japanners, was er meer geld. Nu is er al een voorstel gedaan door het Indisch Platform om het bedrag niet in één keer uit te keren, maar om het als een soort pensioenregeling over vijftien jaar uit te smeren. Maar of dat doorgaat, is nog niet echt duidelijk”.

Jan de Jong, voorzitter van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkampen, snapt ook niet waarom de Nederlandse regering nooit over de brug is gekomen. Hij is zelf wel een belanghebbende: als kind zat hij ruim drie jaar in diverse kampen. “Er zijn in 2005 twee wetenschappelijke studies verschenen  door  het  Nederlands

Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Het ene rapport gaat over de 'backpay', betaling van achterstallige salarissen en het andere gaat over de vergoedingen van de geleden schade. Mensen kwamen gedwongen en berooid uit Indië terug. Ze moesten daar alles achter laten. Daarvoor zijn ze nooit gecompenseerd. Het gaat inmiddels om een enorm bedrag. Maar dat niet alleen, het gaat ook om erkenning en excuses. Het een kan echter niet zonder het andere. En het mag duidelijk zijn, dat ze ons met excuses ook niet met een schijntje kunnen afschepen”.


“De huidige staatssecretaris heeft gevoel voor de Indische Kwestie. Maar als hij niet met een oplossing komt, sta ik niet in voor wat er gaat gebeuren. De Indische gemeenschap heeft zich heel lang ingehouden, maar als de staatssecretaris met een negatief bericht komt, barst de bom”. Wordt vervolgd (redactie).

Lees verder…

Indonesie kapt er lustig op los 

10897303275?profile=original

Nieuwsartikel - 23 februari, 2015
Ruim een jaar geleden presenteerde Asia Pacific Resources International (APRIL) een nieuw ‘Duurzaam bosbeheerplan’. De Aziatische pulp- en papierproducent beloofde serieus werk te maken van de bescherming van de Indonesische bossen. De realiteit blijkt helaas anders…

We hadden er al niet veel vertrouwen in. APRIL heeft eerder mooie beloftes gemaakt én gebroken. Al in 2004 beloofde het bedrijf in vijf jaar tijd te stoppen met ontbossing voor de productie van papierpulp. Je voelt ‘m al aankomen: de mooie woorden bleken in praktijk nog geen cent waard.

 

Het kappen gaat door

Ook nu belooft APRIL veel, maar tegelijkertijd is deze papier- en pulpgigant van plan tot 2019 door te gaan met het kappen van de Indonesische bossen. Het bedrijf weigert ook te stoppen met het afwateren van veengronden, ondanks dat dit leidt tot bos- en veenbranden.

Het afgelopen jaar hebben we de activiteiten van APRIL op Padang Island, voor de kust van Sumatra, in de gaten gehouden. De foto’s laten nog maar eens zien wat de praatjes van APRIL waard zijn. Zolang ze niet gedwongen worden te stoppen zal dit bedrijf net zoveel Indonesisch regenwoud kappen als het kan.

Bekijk hier de volledige fotoserie:

 

Goede voorbeeld

Twee jaar geleden gaf Asia Pulp & Paper, een grote concurent van APRIL al het goede voorbeeld, door niet langer te ontbossen. Het bedrijf kwam tot deze stap na jarenlange campagnes van Greenpeace en andere organisaties. Onder druk van miljoenen supporters wereldwijd verbraken grote afnemers en financiers van APP zoals Unilever, Douwe Egberts en ING hun banden met het bedrijf. Het bedrijf kon niet anders dan haar beleid verduurzamen.


Dat is dan ook precies wat klanten en financiers van APRIL nu moeten doen: zeg de contracten op tot dat het bedrijf écht verandert. De omstreden papiergigant wordt onder meer gefinancierd door banken als Santander en de Nederlandse ABN AMRO. Pijnlijk, want ABN AMRO schrijft zelf voor dat zij niet betrokken wil zijn bij transacties die leiden tot de vernietiging van kostbare ecosystemen. Greenpeace is in gesprek met ABN AMRO en het lijkt er op dat de bank deze zaak serieus oppakt. We hopen snel te horen hoe ABN AMRO er voor gaat zorgen dat ze niet langer bijdragen aan ontbossing.

Lees verder…

Mijn moeders Indië

10897293855?profile=original

foto- Els Groos in haar geboortestraat in Cimahi

Ze werd er geboren, zat er als kind in een kamp, maar verder? Volkskrant-journalist Olaf Tempelman nam zijn moeder mee op herontdekkingsreis door het Java van haar jeugd.

Door Olaf Tempelman  

De hemel betrekt boven de Prins Hendriklaan, pardon, de Jalan Sudirman. Mijn moeder weet dat je nu een bananenblad moet plukken, onder een bananenblad blijf je even droog als onder een paraplu. Er was weinig dat ik minder met mijn moeder associeerde dan het bananenblad. Ik wist ook niet dat ze thuis was in tropisch riet, op Java het winkelassortiment kent en dat ze houdt van jeruk panas, heet sinaasappelsap.

Els Groos, mijn moeder

Els Groos, mijn moeder

Wat wist ik eigenlijk wel? Dat er op één fotootje na geen babyfoto’s van haar zijn, dat ze van sambal houdt en is opgevoed door Indische kindermeisjes, baboes, over wie ze met meer affectie sprak dan over haar eigen moeder. ‘Zo deed de baboe dat’, klonk het vaak. De baboe zei kasian! als je je knie openhaalde, de baboe kookte de heerlijkste nasi en hield een paraplu boven je hoofd als er druppels begonnen te vallen.  

Zoeken naar mijn moeders geboortehuis

De Jalan Sudirman is zo’n straat op Java die je in de 21ste eeuw nauwelijks kunt oversteken. Op busjes en betjaks volgen stromen brommers en scooters, bereden door gezinnen en vrouwen met baby’s aan de borst. In een moment van waaghalzerij slepen we mijn moeder de weg over. Behoofddoekte brommermeisjes remmen op het nippertje en lachen ons lief toe.

Wat doen we in dit verkeer? We zoeken naar mijn moeders geboortehuis. Google weet dat deze straat tot 1949 door het leven ging als de Prins Hendriklaan. Google liegt niet, want de huizen hier zijn op en top koloniaal, destijds wit, nu geel en groen en omringd door hekken. Zelfs modale Hollandse bouwsels zijn in trek bij beter verdienende Indonesiërs. In één van die huizen is mijn moeder geboren. Aan deze ooit idyllische weg moeten mijn grootouders gelukkige jaren hebben beleefd. Helaas voor mijn moeder vielen die voor haar geboorte.

Echte herinneringen

Ergens wilde ze haar geboorteland graag terugzien, ergens was ze er bang voor – een dubbel gevoel dat veel voorkomt bij eigenaars van een Indische jeugd. Het echte geboorteland bestaat immers niet meer.

Je kunt beter spijt hebben van iets wat je hebt gedaan dan wat je hebt verzuimd, zeggen ze. Mijn zussen en ik besloten met onze moeder op reis te gaan nu het nog kan. Dat vrienden de laatste jaren moeders verloren met latere geboortejaren dan 1942, was een aansporing. Heimelijk hoopten we uit de eerste hand dingen te horen over de laatste jaren van dat koloniale rijk waarvan Nederland met zo veel moeite afstand deed.

Mijn moeder behoort tot de laatste generatie met echte herinneringen aan dat imperium. Eind 1950 werd ze uit een inmiddels onafhankelijk Indonesië gerepatrieerd. De in Indië opgegroeide generatie van Hella Haasse en Rudy Kousbroek is Nederland de afgelopen jaren ontvallen. Als mijn moeders generatie er niet meer is, dan is Nederlands-Indië definitief iets van naslagwerken en archieven – en een land op papier is toch iets anders dan een land dat mensen zich nog kunnen herinneren.

Na 64 jaar terug

En zo zette mijn moeder na 64 jaar weer voet op Javaanse bodem. Vertrokken per boot, terug per vliegtuig. Vroeger was Jakarta minder heet, zegt ze als we uit de airco van de Soekarno Hatta Airport in het Indonesië van nu stappen: toen het hier nog Batavia heette, had je geen smog die blijft hangen tusssen wolkenkrabbers die hoger zijn dan die in New York.

Dichter bij haar geboorteplaats wordt het koeler. De weg slingert 150 kilometer door theevelden de bergen in. Tussen Bandung en Tjimahi (Cimahi) zit al het gemotoriseerde verkeer vast, anderhalf uur doen we over de laatste 25 kilometer. Tjimahi. ‘Een klein garnizoensplaatsje bij Bandung’, zei mijn moeder altijd over dat woord in haar paspoort. Het Tjimahi dat wij binnenrijden, heeft kilometerslange buitenwijken, groothandels, shoppingmalls en bijna een miljoen inwoners.

Ongepland kind

De oude koloniale straten zijn de enige lommerrijke. ‘Gek idee dat mijn moeder hier zwanger heeft rondgelopen’, zegt mijn moeder na enkele minuten stilte. Driekwart eeuw terug waren mijn grootouders hier totoks, ‘witten vers van de boot’. Een tropische tuin, een binnengalerij, baboes die dag en nacht klaarstonden – dat ze het hier heerlijk vonden, laat zich begrijpen.


Mijn grootvader vond in de malaise van de jaren dertig werk als verpleger bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). Om zijn verloofde naar Indië te halen, moest die eerst trouwen. Omdat de bruidegom al in Indië zat, trouwde de bruid in haar eentje op het Haagse gemeentehuis – ‘met de handschoen’, in jargon. Belangrijker destijds was het kerkelijk huwelijk. Dat werd enkele uren na mijn oma’s aankomst in Tjimahi voltrokken in de katholieke kerk die er nog gewoon blijkt te staan, in de oude Prins Hendriklaan.

Kerkelijke huwelijken leidden in katholieke kringen van weleer meestal snel tot zwangerschappen. Lang niet altijd tot vreugde. Een eerste meisje, Eleonora Melania Maria Groos (Nony) werd geboren op 18 december 1940. Een tweede, Elizabeth Laetitia Maria Groos (Els), mijn moeder, volgde minder dan dertien maanden later, op 13 januari 1942. De Japanse invasie van Indië was in volle gang, mijn opa was gemobiliseerd en afwezig bij de geboorte. Dit kind was, alles wijst erop, niet gepland.

Urenlang in de tropenzon op appèl

In het licht van de geschiedenis bleek het extra onwelkom. Mijn moeder was een paar weken oud toen Nederland capituleerde en mijn grootmoeder met een grote én een pasgeboren baby uit de Prins Hendriklaan naar het verderop gelegen kamp Baros verhuisde. Vroeg in ’42 belandden bijna alle Hollandse vrouwen uit het garnizoensstadje hier achter prikkeldraad. In 1944 gingen ze verder, achterin een vrachtwagen, naar de door de Japanners afgezette wijk Tjihapit in Bandung. Vanuit Tjihapit volgde transport per laadbak naar Tjideng (Cideng) in Batavia.

In de oorspronkelijke woonwijk woonden in 1942 een paar honderd mensen. In kamp Tjideng zaten in 1945 ruim 10 duizend Nederlandse vrouwen en kinderen geïnterneerd. Hier beginnen de herinneringen van mijn moeder. De oudste is het hongergevoel, de één-na-oudste het samen met andere kinderen duiken naar citroenschilletjes op de grond.

Mijn jongste zus heeft een plattegrond van Tjideng uitgetekend. Het oude kamp valt vrijwel samen met een betere wijk in het Jakarta van nu. Die wordt, zoals dat gaat in dit deel van de wereld, 24 uur per dag bewaakt tegen armoedzaaiers uit een bewoonde vuilnisbelt verderop. In deze straten was mijn moeder een ondervoede peuter, over deze plek hoorde zij haar moeder een jeugd lang praten in monologen. Tjideng: urenlang stonden vrouwen daar in de tropenzon op appèl. Tjideng: daar moest je ‘kikkeren’ op bevel. Het kan niet anders of het was traumatisch voor mijn oma. In 1939 betrok ze een prachtig huis met bediendes, amper drie jaar later zat ze in een Jappenkamp met twee matig tot niet gewenste, kleine kinderen.

De smaak van chocola

Het moeilijkste, zegt mijn moeder terwijl schoolmeisjes uit het Tjideng van nu naar haar zwaaien, was dat zij en haar zusje in de verhalen van hun moeder nooit voorkwamen: meer dan ‘jullie zaten daar te spelen’, ‘voor jullie was het niet erg’, ‘jullie hadden geen idee wat daar gebeurde’ hoorden ze niet. De monologen hadden een vast einde: ‘Ik heb jullie door het kamp gesleept.’ Daar ging je je als kind extra schuldig van voelen.

Gezin Groos, 1946

Gezin Groos, 1946

Mijn moeders volgende herinnering is van na de Japanse capitulatie in augustus 1945: de smaak van chocola die werd uitgedeeld en het weldadige gevoel van een volle maag. Een paar maanden later kwam mijn grootvader terug uit Japanse krijgsgevangenschap. Mijn moeder herkende hem niet. Hoe kon het anders: ze had deze broodmagere man nog nooit gezien. Dat mijn grootmoeder in latere jaren telkens opnieuw zou vertellen dat ‘Elsje haar eigen vader niet herkende!’, deed deze onder een slecht gesternte begonnen verhouding geen goed.

Wanneer mijn grootouders precies zijn herenigd, is onduidelijk. Dat er in augustus 1946 een derde kind werd geboren, duidt op een hervatting van het katholieke huwelijksleven eind 1945. Wat de jaren erna fascinerend maakt, is dat mijn grootouders conform instructies van de Nederlandse overheid probeerden door te leven in ‘ons Indië’ alsof er niets was gebeurd. Op 17 augustus 1945, twee dagen na de Japanse capitulatie, had Soekarno al de republiek Indonesië uitgeroepen. Onafhankelijkheid? Begin 1946 vestigde de familie zich in Soerabaja waar mijn grootvader weer aan het werk ging voor het KNIL. De vlucht van Batavia naar Soerabaja in een Nederlands militair vliegtuig, was mijn moeders eerste vliegreis, en de enige waarbij zij met de rug naar het raam tegenover soldaten zat.

Soerabaja, Soerabaja

‘Soerabaja, Soerabaja, met je zee en je hemel zo blauw.’ De zee die wij in Soerabaja zien is smerig en van een onbestemde kleur, onder de hemel hangt witte smog. De straten trillen, er verrijzen wolkenkrabbers, het verkeer zit vast. Ter verdediging van Anneke Grönloh: haar nummer-1-hit over deze idyllische stad is al 52 jaar oud.

Uit de zee die hier blauw was, viste mijn grootvader in 1946 een garnaal op van dertig centimeter. Mijn moeder heeft dat beest nog steeds op haar netvlies staan. Het plaatselijke Chinese restaurant had er veel Nederlands-Indische guldens voor over. De zee zo blauw zat ook vol haaien. Mijn grootvader assisteerde bij de amputatie van het been van een marinier die was gaan zwemmen – voor zijn kleuterdochters een even huiveringwekkend als fascinerend verhaal. Verpleegde opa in Soerabaja ook gewonde Nederlandse soldaten? Dat moet haast wel, want er werd in 1946 meer dan incidenteel gevochten.

Het probleem is dat we zo weinig van hem weten, van de vader van mijn moeder. Wat hij in krijgsgevangenschap heeft gedaan, wat hij heeft gezien van oorlogshandelingen – deze man was weinig mededeelzaam. Deze man was ook bescheiden en zelden aan het woord. Mijn grootmoeder voerde het woord, 98 zo niet 99 procent van de tijd. In haar monologen over Indië kon ze tot tien keer toe hetzelfde zeggen. Mijn grootvader luisterde en knikte, een filterloze sigaret in de hand. Ik heb dit tafereel een paar keer zelf aanschouwd voor zijn vroege dood in 1979, en ik moet altijd aan deze man denken als je weer eens leest dat mannen vroeger gezag hadden.

Gevechten

Deze gesloten man, honderd procent onder de plak, móet in 1946 in het militair hospitaal van Soerabaja bebloede Hollandse jongens op brancards hebben zien binnenkomen. Dat het KNIL in een strijd met de lokale bevolking was verwikkeld, vertelden de verplegers niet aan hun vrouwen en kinderen die in de rustige Nederlandse wijk hun tropenslaapjes deden. Mijn moeder herinnert zich de wilde kat die krijste in de uren dat ze de slaap niet kon vatten.

Herfst 1945 waren in Soerabaja gevechten uitgebroken nadat bevrijde Nederlanders hun vlag hadden gehesen op ‘hun’ Oranje Hotel. De daaropvolgende volksopstand was neergeslagen door Britse troepen die snel beseften hoe de wijzers stonden op de klok van de geschiedenis, en zich in 1946 door het KNIL lieten aflossen. Het Oranje Hotel bestaat nog, ingeklemd tussen betonnen nieuwbouw. Vandaag de dag heet het Majapahit. Het heeft vijf sterren en een Indonesische herdenkingplaquette op de plaats waar Nederlanders hun rood-wit-blauw hesen om duidelijk te maken dat ze terug waren – maar niet voor lang.

Voelden mijn grootouders dat ze hier minder welkom waren dan in 1938? Het kan niet anders. Voorvoelden ze dat het weleens snel afgelopen kon zijn met de Nederlandse heerschappij? Nee. In 1948 was de familie om medische redenen in Nederland; mijn grootvader kampte, toen al, met hartklachten, het in 1946 geboren zusje had Engelse ziekte. Bij de inhuldiging van Juliana in september 1948 stonden ze in Den Haag langs de kant van de weg. Mijn grootmoeder sprak toen woorden die mijn moeder zijn bijgebleven: ‘Kijk goed naar de Gouden Koets, want we gaan terug naar Indië en jullie zullen Nederland heel lang niet meer zien.’

Zusters Ursulinen-handschrift

Dat was minder dan zestien maanden voor de soevereiniteitsoverdracht! Die tekende Nederland, het is bekend, alleen onder zware druk van een zeldzaam eensgezinde internationale gemeenschap. Hoe konden mensen dat niet zien aankomen? Doordat de Nederlandse autoriteiten zo uit de pas liepen met de geschiedenis, waarschijnlijk. Het respect voor het gezag was in die jaren nog groot. Die deftige mannenstem van het Polygoonjourmaal die vertelde dat de orde in Indië was hersteld, die werd geloofd. De familie woonde aan de Gerth van Wijkweg in Batavia, vlak bij het Koningsplein, toen in december 1948 de tweede politionele actie begon.

Het waren heerlijke middagen aan de Gerth van Wijkweg in 1949. De meisjes waren amper in bed gestopt voor hun tropenslaapje of ze kropen door het raam naar buiten, de binnentuin in, waar ze mango’s plukten die ze op de grond fijnstampten en mengden met ketjap. Zo kreeg je een heerlijk goedje dat rudjak heet. Aan het eind van de middag gingen ze vaak ijs eten in ijssalons waar witten in 1949 nog werden bediend.

De katholieke meisjes uit Batavia zaten op school bij de Zusters Ursulinen, vlak bij het Koningsplein. De nonnen leerden mijn linkshandige moeder met rechts schrijven, door een bel aan haar linkerpols te binden. Ging ze in de fout, dan hoorden de zusters dat meteen. Maar met of zonder gerinkel, mijn moeders krabbels bleven afwijken van het befaamde, door Hella Haasse beschreven ‘zusters ursulinen-handschrift’.

Per betjak in haar mooiste witte jurk

Eerste heilige communie

Eerste heilige communie

Sancta Ursula. Dat staat in 2014 gewoon op de gevel van het schoolgebouw langs een verkeersader. Als mijn moeder de binnenplaats inspecteert met een overdekte galerij die dwars door een tropische tuin loopt, zien we waar we op hadden gehoopt: de pure herkenning van een plek van vroeger. De kathedraal waar ze in 1949 haar eerste communie deed, is er ook nog. Ze arriveerde per betjak in haar mooiste witte jurk. De rit ging dwars over het Koningsplein van Batavia. Een paar maanden later ging dezelfde rit over het Merdekaplein van Jakarta. Want op 27 december 1949 tekende Nederland de soevereiniteitsoverdracht.

Medan Merdeka, Vrijheidsplein. Op weg naar school zag mijn moeder Soekarno, nu staatshoofd van een onafhankelijke republiek, met een luidspreker in de hand een grote menigte toespreken. Ze herinnert zich ook de duizenden ruggen van moslims op het plein tijdens het vrijdagmiddaggebed. Het was nu 1950 en de grote geschiedenis was volop bezig de wereld van 8- en 9-jarigen binnen te dringen. In de loop van 1950 konden mijn moeder en haar zus niet meer alleen over het Merdekaplein naar school. Vanaf nu moesten de baboes mee, als bodyguards. Geruchten over ontvoeringen van witte kinderen verspreidden zich als lopend vuur door de Nederlandse gemeenschap. Rijen baboes leverden de kinderen om zeven uur ‘s ochtends op school af en wachtten ze op voor de middaghitte begon. Die lieve baboes deden alles om alles hun solidariteit met de Nederlanders te betuigen. ‘Onze baboe sprak het woord Merdeka altijd heel boos uit’, herinnert mijn moeder zich, ‘na het woord Merdeka spuwde ze twee keer in haar handen.’

Zonder bewaking

Medan Merdeka – 64 jaar later kan mijn moeder er weer zonder bewaking overheen. Noem het een vreemde ervaring. Dat komt vooral door het Monumen Nasional, gereedgekomen in 1975, dat met een hoogte van 137 meter nogal in het oog springt. ‘Vroeger was dit een pléín’, zegt mijn moeder, ‘nu is het een open vlakte rondom die enorme paal.’

In de tweede helft van 1950 veranderde het gezinsleven snel. Eerst kwam er een einde aan de zondagse uitstapjes naar een populair stuk strand dat Palm Beach heette. Reden: daar waren op klaarlichte dag witten vermoord. Onbekommerd winkelen was er ook niet meer bij. Steeds meer middenstanders weigerden nog aan witte klanten te verkopen. In november 1950 kreeg de familie levensmiddelen bezorgd door het leger.

Kort voor de repatriëring mocht mijn moeder met haar vader mee naar een begraafplaats buiten Jakarta. Mijn opa droeg een fototoestel om zijn nek en speurde met een lijst namen in de hand naar graven. ‘Waarom moet je die fotograferen, papa?’, vroeg zijn dochter. ‘Daar liggen dienstplichtigen die vorig jaar zijn gesneuveld’. ‘Voor wie zijn de foto’s?’ ‘Voor hun ouders. Die zullen hier nooit komen, maar die willen wel graag een foto van het graf van hun zoon.’

De dood ingestuurd

De dienstplichtigen van 1949: ze werden de dood ingestuurd in een strijd waarvan destijds bijna de hele wereld schande sprak. Tegenwoordig is hun laatste rustplaats één van de zeven Nederlandse erevelden op Java. Mijn moeder loopt hier tussen dezelfde graven als toen en hoort dezelfde krekelgeluiden. Hoe anders is de omgeving: in 1950 lag het veld in tropische natuur, nu is het aan de vier zijden omzoomd door wolkenkrabbers.

In de winter van 1951 woonde het gerepatrieerde en nu uit zes personen bestaande gezin achtereenvolgens in een hotel in Doorn en in een huisje in Amerongen, een tijd die mijn moeder zich herinnert als, nou ja, akelig. De kou was snijdend, het eten smakeloos, de Hollandse kinderen waren meedogenloos. Op school werden de witte tropenmeisjes uitgescholden voor ‘bruine beren’ en ‘poep-Chinezen’.

Volgend trauma: het sloven voor mijn grootmoeder, die onthand was zonder baboes en haar twee oudste dochters aan het werk zette. Leven in Nederland, dat bleek op je knieën de vloer schrobben van koude kamers. Vijftig jaar later zat mijn grootmoeder, de 90 voorbij, in een randstedelijk verpleegtehuis en deelde daar dermate veel instructies uit dat haar dochters de vraag kregen: ‘Heeft ze soms dienstmeisjes gehad?’ Hun antwoord: ja, tot 1951 had ze baboes, na 1951 had ze dochters.

Baboe

In Indië was het leven fijner geweest, voor alle gezinsleden. Mijn moeder miste de baboes op een andere manier – affectief. Die baboes, die deden wat haar moeder nooit deed, je knuffelen en troosten. Tegen de baboe kon je je aanvlijen, bij de baboe kon je uithuilen. Vrij snel na repatriëring bleek dat de baboes ook een buffer waren geweest tussen mijn grootmoeder en de kinderen die ze door het kamp had gesleept. In Nederland verhardden de verhoudingen, vooral die met mijn moeder – het kind dat op het slechtste moment was geboren en ook nog eens geneigd was tot tegenspraak. Om twistgesprekken te beslechten, had mijn grootmoeder maar één zin nodig: ‘Ik heb jou door het kamp gesleept.’

Ik heb het haar zelf horen zeggen, op één van die jaarlijkse bezoeken in de jaren tachtig. Mijn moeder zag er steevast als een berg tegenop, wij voelden ons steevast ongemakkelijk. Mijn oma praatte doorgaans anderhalf uur achter elkaar, zei dan drie, vijf of zeven keer hetzelfde over Tjimahi, Tjihapit en Tjideng, vroeg niets aan mijn moeder en niets aan ons. Daarna gingen we weer weg, voor een jaar, of voor twee jaar.

Desalniettemin: die zin waarmee ze haar Indië-monologen bijna ritueel beëindigde, is een historisch feit. Ze gíng met twee baby’s het kamp in en kwam er, na bijna vier jaar omringd te zijn geweest door kindersterfte, met twee kleuters uit.

Alsof je op je 72ste je vleugels uitslaat

In het busje naar het vliegveld kijkt mijn moeder naar de wolkenkrabbers, de smog en de natte bananenbladeren. Ben je nou blij dat je nog een keer bent teruggegaan?, vragen we. Ja. Dat ze veel Indië meedraagt, dat wist ze wel, maar ze was niet gewend erover te praten: bij haar thuis bestond alleen het Indië van iemand anders. Dit was nu eens een keer háár Indië. Alsof je op je 72ste je vleugels uitslaat. Voor ze de vertrekhal inloopt, ademt ze nog een keer de lucht in die voor tropenmeisjes nooit buitenlands wordt.

x

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in De Volkskrant, 21 februari 2015.

x

Lees verder…

Belastingdienst haalt spullen Tampat Senang in Den Haag weg, sluiting fameus Indonesisch restaurant dreigt

DEN HAAG - De Belastingdienst heeft maandag de antieke kunst van het fameuze Haagse Indonesische restaurant Tampat Senang weggehaald. Dat vertelt eigenaar Peter Felix aan Omroep West. Het voortbestaan van het restaurant aan de Laan van Meerdervoort lijkt verder in gevaar te komen, nu de Belastingdienst van plan zou zijn half maart ook beslag te leggen op de keuken en de rest van het interieur.

'De actie van de Belastingdienst kwam niet als een verrassing', zegt eigenaar Felix. 'Het is niet voor niets dat ik een tijdje geleden een noodkreet heb gedaan'. Dat de fiscus uitgerekend de kenmerkende kunstvoorwerpen heeft weggehaald is hard aangekomen bij de ondernemer. 'Het gaat om wajangpoppen, oude beelden, bankstellen, echt antieke Indonesische dingen', vertelt Felix aangedaan. 'Tampat Senang zonder kunst is geen Tampat Senang', verzucht hij.

Om de leegte op te vullen heeft zijn personeel inmiddels bloemen neergezet. Het restaurant is gewoon open, maar de vraag is voor hoe lang. 'Het water staat ons echt tot aan de lippen', zegt de eigenaar. Op de vraag hoe lang zijn beroemde restaurant, dat sinds 1922 bestaat en daarmee het oudste Indonesische restaurant van Nederland is, nog bestaat klinkt een diepe zucht.

Nieuwe problemen lijken onderweg

'Zo lang mogelijk', zegt Peter Felix. 'Het is voor mij te emotioneel om afscheid te nemen van Tampat Senang, maar als het moet dan moet het maar, het is gewoon niet anders'. Toch is hij nog strijdbaar. De Belastingdienst wil de in beslaggenomen antieke kunst gaan veilen. Maar of dat nou de oplossing is? 'Het zijn hele mooie, dure voorwerpen. Maar of ze genoeg opbrengen? Bij een veiling weet je nooit wat er gebeurt'.

Ondertussen hangen er opnieuw donkere wolken boven de toekomst van het restaurant. 'Half maart wil de Belastingdienst ook de rest van het interieur en de spullen uit de keuken meenemen', zegt eigenaar Peter Felix. 'Dan heb je niks meer, dan moet je wel stoppen met je activiteiten'. Felix gaat nu koortsachtig overleg voeren met zijn accountant en adviseurs, om de dreigende sluiting te voorkomen.

'Er komen gewoon te weinig mensen eten'

Als niet lukt gaat er volgens Felix weer een stukje Haagse geschiedenis verloren. 'Het is het oudste Indonesische restaurant van Nederland, het geeft karakter aan Den Haag'. Een sluiting hakt er volgens hem dan ook flink in. 'De geschiedenis van Indonesië heeft het karakter van Den Haag mede bepaald, dus als wij moeten sluiten verandert ook het karakter van Den Haag weer een beetje'.

Nu is het dus zoeken naar een oplossing. De oorzaak is in elk geval zeer duidelijk. 'Er komen te weing mensen eten', zegt Felix onomwonden. 'Onze sterkte is tegelijk onze zwakte', zegt Felix doelend op het authentieke karakater van de Indonesische keuken. 'Mensen zijn op zoek naar nieuwe dingen, en er is zoveel concurrentie'. Volgens hem is de situatie ook niet te vergelijken met de horeca van 20,30 jaar geleden. 'Er is zoveel keuze: Japans, Thais, noem maar op'.

Nog meer Indonesische restaurants in de problemen

Tampat Senang is zeker niet het enige restaurant in deze hoek van de branche dat het moeilijk heeft. Eerder zaten Sarinah, Djawa, Blauw en Jimbaran al in de problemen. Die restaurants gingen failliet of moesten een doorstart maken. Hoe het met Tampat Senang af gaat lopen, kan Peter Felix nog niet zeggen. 'We hebben wel goede gesprekken met de Belastingdienst, die mensen doen tenslotte ook maar gewoon hun werk.'


Read more at http://www.omroepwest.nl/nieuws/03-03-2015/belastingdienst-haalt-spullen-tampat-senang-den-haag-weg-sluiting-fameus-indonesis#3RAQUfI575jtzTvQ.99

Lees verder…

DE treinreis

DE treinreis.

10897296873?profile=original
Heb toch maar even de trein gepakt naar den haag vanaf Utrecht, je wilt niet weten hoe duur dat tegenwoordig is.
Ik had geluk dat ik niet tijdens het spitsuur reisde want ik had een bijna lege coupe voor me en ik zettende mij heerlijk in een vrije stoel, met niemand om mij heen dus kon ik mijn benen en schoenen lekker aso neerleggen op de lege fauteuil voor me.
Even later, Ja hoor, de conducteur komt de coupe binnen voor de controle. Mijnheer, sprak hij streng, wilt u a.u.b. uw pot…..eh…voeten van de zitplaats halen, het is hier verboden om uw pot….eh…voeten op lege stoelen te plaatsen.
Ik zeg, akkoord en ging netjes zitten met mijn poten….eh…voeten op de coupe vloer.
Na een paar haltes komen een paar antilianen of Surinamer de coupe binnen, een man of 4 met een Getto blaster op de schouder en gingen een paar stoelen van mij vandaan zitten.
Ondertussen keiharde muziek uit dat apparaat van hun.
Nog een halte verder kwam een turk naast me zitten en aan de andere kant een Marokkaanse man.
De reis gaat verder en bij een van de haltes komen wat Turkse, Marokkaanse en een paar antilianen binnen.
Direct bij het zien van de Turkse man naast me omhelzingen en begroetingen, gebeurde ook bij de Marokkanen en bij de antilianen gebeurde dat met handgebaren taal en “fuck man, wat gaat de reis naar toeeeee man.
Komt de conducteur van zoeven de coupe binnen, controleert de kaartjes en gaat weg, ik dacht ho. Ho, dat gaat zomaar niet, dus ik hem achterna en hield hem staande.
Mijnheer, zeg ik, waarom zegt u niets van die asociaal harde muziek? Ik krijg een reprimande voor een minder hinderlijk feit.
Hij draaide zich naar mij om en zei: De NS heeft in het kader van heer bezuinigings beleid besloten dat wij hier niets aan gaan doen.
Niets aan doen, antwoordde ik verontwaardigd, hoe zo dan?
Wel mijn heer vanwege de bezuinigingen mogen wij geen tandartskosten en ziekenhuiskosten opgelopen tijdens de dienst uren, meer declareren, NS beleid en hij loopt door.
Ik kom terug bij mijn zitplaats en ontdek een jonge juffrouw op mijn plaats, tevens zag ik dat mijn mobieltje en zonnebril verdwenen waren, dus ik begon met godverrrrr, staat een orthodoxe Jood een stoel achter mij op en vermaande mij dat ik geen godslastering mocht plegen.
Geïrriteerd roep ik, flikker op man, waarna een stoel aan de overkant een man opstond en met zijn middelvinger in de lucht tegen mij zei: oooeeeh, dat is niet aardig van je, fuck met jou, we leven in een vrij land en ik mag zijn zoals ik ben, zo, fuck the hetero’s.
Nou ja, ik ga weer zitten en de Turkse man keek me aan. Plots vroeg hij, waar jij kom vandhaan?
Ik zeg, Indonesië, Oh, zegt hij, jij islam?
Ik zeg, nee Indo, hij kijkt mij vragend aan, isse dat nieuwe geloof, hebbe joelie ook Allah?
Ik zeg nee, wij hebben nasirames, sambal goreng peteh en saté babi.
Oeh, kwam verbaasd uit zijn mond zoveel godden?
Verder vraagt hij, ben jij botvloegtelieng? Hoe jij hier gekomme met boot?
Ik zeg, ja wij indo’s zijn met de boot hiernaartoe gekomen.
Aaah, was zijn antwoord, joelie boot vloegtelien en wie betalen boot reis?
Ik zeg, dat moesten wijzelf betalen, waarna hij mij nog verbaasder aankeek.
Regering niet boot betalen was zijn vraag.
Nee, zei ik, regering heeft ons in de boot genomen.
NOG meer verbazing: Regering joelie in boot neme en nikzzz betalen?
Ik zag zijn medelijden in zijn ogen.
Even later komt een indo de coupe binnen, keek me aan en loop met een stalen gezicht verder om elders plaats te nemen.
De turk naast me, vroeg aan mij, dat ook Indo?
Ik zeg, ja, maar dat is een indo belaga (arrogante indo)
Oeh, nog meer verbazing op zijn gezicht, ander soort indo? Ik zeg ja, andere soort.
Kijkt op zijn eigen soort neer, hij knikt maar begrijpt het van geen kant.
We kwamen aan op het station van den haag en bij het afscheid nemen drukte de man mij een rozenkrans in de hand, broeder zegt hij moge Allah jouw ellendige leven vergemakkelijken.

Albert van Prehn 27 02 2015.

Lees verder…


10897294263?profile=originalOp zoek naar Doetje Dezentjé

is het spannende verhaal over een zoektocht naar het liefdeskind dat de Nederlandse soldaat Wim (Bill) Brandel in Nederlands-Indië in 1948 verwekte bij een Indisch meisje, Doetje Dezentjé. 

Toen hij gewond raakte en teruggezonden werd naar Nederland verloor hij het contact met Doetje, emigreerde naar de USA en werd daar een rijk man.
Als hij in 2014 overlijdt – weduwnaar met twee volwassen kinderen – staat in zijn testament dat hij het kind van Doetje 1/3 nalaat van zijn erfenis van 360 miljoen dollar.
De firma www.My-last-wish.com
die tegen betaling de laatste wensen van overledenen vervult krijgt van hem opdracht om op zoek te gaan naar Doetje en haar kind.
Dat wordt de taak van Matt Fairford die eigenlijk Matthijs Vervoort heet en een Hollands-Indische achtergrond heeft.
Dankzij chicanes van de familie-advocaat van de Brandels heeft Matt maar 8 dagen tijd om de erfgename te vinden.
Achtervolgd door huurmoordenaars die de twee legale kinderen van Bill betalen om dat te voorkomen.
Zal het hem lukken?
Tijdens de zoektocht die Matt naar Indonesia en Nederland voert, wordt hij ook nog geconfronteerd met zijn eigen onverwerkte Indische verleden en dat van zijn vader.

Twee fragmenten lezen?  Klik dan aan:  

http://www.hansvervoort.nl/#URI=%3Fpage%3D_%26floatingpageId%3D15

Titel: Op zoek naar Doetje Dezentjé (literaire thriller)
Auteur: Hans Vervoort
Omvang :  208 pagina's

Prijs: € 17,99
ISBN: 978 90 5429 382 8

Voor meer informatie over mijn eerdere titels (o.a. Weg uit Indië) zie
www.hansvervoort.nl

Lees verder…

Vuurwerk en de link met Indië

10897292297?profile=originalVuurwerk en de link met Indië

Geschiedenis

 

Nieuwjaar wordt in Nederland sinds 1576 op 1 januari gevierd. Het schijnt dat de oudste bewoners van onze streken, die geen  echte kalender bezaten, tussen eind december en begin januari een midwinterfeest van twaalf nachten hielden. De Romeinen op hun beurt lieten aanvankelijk het nieuwe jaar op 1 maart beginnen, maar vanaf 44 v. Chr, toen Julius Ceasar de naar hem vernoemde Juliaanse kalender invoerde, werd dat 1 januari, de dag dat de nieuwe senaat werd geïnstalleerd. Met de heropleving van het Latijn tijdens de Renaissance ging die datum voor steeds meer mensen gelden, al probeerde de katholieke Kerk andere data ingang te doen vinden. Eerst stelde zij Pasen voor, daarna Driekoningen, vervolgens Kerstmis en ten slotte Sint Maarten; ook Maria Boodschap op 25 maart is nog in de aanbieding geweest.


Particulier vuurwerk in Amsterdam 1990 (foto ANP)

 

Om aan deze verwarring een eind te maken bepaalde de Franse koning Charles IX in 1563 dat Nieuwjaar in zijn land voortaan de Juliaanse editie werd en de Spaanse landvoogd Requesens liet op 16 juni 1575 per plakkaat weten dat dit ook voor de Lage Landen moest gaan gelden.  Internationaal zou dit ook  tot  de standaard uitgroeien. Hiermee viel 1 januari overigens nog niet op de huidige datum, want de kalender-hervorming van paus Gregorius in 1582, die het hele jaar tien dagen naar voren haalde, werd in Nederland slechts aarzelend overgenomen, omdat calvinisten niet graag van een paus wilden leren hoe zij een kalender moesten inrichten. Als laatste provincie ging in 1701 Drenthe overstag en sindsdien bestaat er dus een landelijk Oud en Nieuw. Desondanks heeft het  lang geduurd voordat de gehele  samenleving hiervan was door-drongen. Tot slechts enkele decennia geleden  sloten alle bedrijven hun boeken op 30 april af om vanaf 1 mei met een schone lei te beginnen. En het onderwijs heeft altijd een eigen jaar aangehouden. 

 

10897292869?profile=originalBurgerlijke nieuwjaarsdag uit Vaderlandsche Kindervreugd uit 1780. Rechts laat een jongen een zelfgeschreven Nieuwjaarsbrief zien. (Atlas van Stolk)

 

Een landelijk Oud en Nieuw  betekende overigens nog niet dat de jaarwisseling overal  op  hetzelfde ogenblik plaatsvond. In de Middeleeuwen bepaalden de kerkklokken het uur van de dag, waarvoor als basis diende: 'high noon' op een plaatselijke zonnewijzer. Van Oost naar West-Nederland gaf dat een verschil van ruim tien minuten, maar met een slordige koster kon dat nog oplopen. Zolang het transport-wezen  nauwelijks tot ontwikkeling was gekomen, maakte het niet uit dat alle steden en dorpen een eigen tijd hanteerden. De Engelse Spoorwegen reageerden toen als eerste. Terwille van hun landelijke dienstregeling richtten zij zich vanaf 1840 op de Greenwich Mean Time,  later uitgegroeid tot  de mondiale maatstaf. De Nederlandse Spoorwegen haakten hier in 1892 op in met de Amsterdamse Tijd, die op de Westertoren viel af te lezen. Dankzij een wet ging op 30 april 1909 die tijd voor het hele land in,  zodat  pas sindsdien  alle Nederlanders  synchroon leven.  Wel zou de Duitse bezetter hier in 1940  de Berlijnse Tijd invoeren, die nog steeds geldt, zij het onder de naam Midden-Europese Tijd.

 

Van buitenshuis naar binnenskamers

 

Over de vroegste nieuwjaars-viering bericht de Kerk. Het heet dat in voorchristelijke tijden de mensen vuren stookten, lawaai maakten, maskers droegen en offers brachten, teneinde de geesten die door het zwerk raasden, te verjagen dan wel mild te stemmen. Oud en Nieuw bleef echter een zuiver werelds festijn, met dien verstande dat  de katholieke Kerk 31 december wel heeft gewijd aan de heilige Silvester, paus tijdens het bewind van  de Romeinse keizer Constantijn de Grote, degene die de vervolging van christenen staakte.  Oudejaarsavond  heet daarom in verschillende landen Silvesteravond, waarin men een geslaagde poging van Rome mag zien om het feest alsnog een religieus tintje te geven. Ook in Nederland is die benaming momenteel in opmars, met dank aan de wintersporters onder ons vermoedelijk. Vaak ook worden op oudejaarsavond georganiseerde feesten Silvesterfeesten genoemd.

 

In de zeventiende eeuw, zo meldt de geschiedschrijver Jan ter Gouw in De Volksvermaken, ging Oudjaar gepaard met volle bekers en luide gezangen. Er werd veel in de lucht geschoten. 'Langs de straten trokken hele troepen jongelingen rond om te schieten: schot op schot knalde uit de koffij- en wijnhuizen, en de burgers schoten uit hunne stoepen'.

Menige Amsterdammer bewaarde hiervoor een apart kanonnetje op zolder. Daarnaast grepen de zogeheten Nieuwjaarszangers hun kans. Met een liedtekst als: 'Boven aan de hemel, Hangt een zak met zemel, Iedere zemel kost een duit, Hang den gierigen bliksem uit' gingen veelal arme mensen van huis tot huis om, blijkens een keur uit 1785, 'den luiden iets af te nemen of te eisen'. Dit dient letterlijk te worden genomen. Er bestaan getuigenissen van nieuwjaarszangers die  huizen binnendrongen en zich er dan ongevraagd te goed deden aan wat daar voor eetbaars aanwezig was.

Voor een lieflijker accent zorgden schoolkinderen die voor hun ouders nieuwjaarsbrieven schreven, om te laten zien hoe ver zij met schrijven gevorderd waren. De school kon op die manier tevens onder de aandacht brengen dat het schoolgeld nog moest worden betaald. In Vlaanderen zijn zulke brieven tot vandaag gebruikelijk gebleven.

 

10897292901?profile=originalLijst met geboorte en sterfte-gevallen in Lochem uit 1843, als nieuwjaarsbrief van de plaatselijke doodgraver. Hiervoor werd een geldbedrag terugverwacht. (Atlas van Stolk)

 

Ten tijde van de Verlichting groeide onder de burgerij een hang naar een meer intieme viering. De pendules die bij welgestelden op de schoorsteen-mantel kwamen te prijken, gaven ook de seconden weer, wat het gezamenlijk aftellen mogelijk maakte. Tegelijk met het verschijnen van de secondewijzer ontkiemde het moderne gevoel voor planning en dagindeling. Oud en Nieuw diende niet om boze geesten te verdrijven maar om goede voornemens te formuleren,  alhoewel zulke voornemens gewoonlijk in verband worden gebracht met de Romeinse god Janus, naar wie Januari is vernoemd. Janus, in het bezit van twee gezichten, staat te boek als de grondvester van het maat-schappelijk leven: met het ene gezicht keek hij vooruit, met het andere achteruit; vandaar dat hij het  symbool werd voor de vernieuwing.   

Een zo'n voornemen van destijds was: de voordeur op slot, zeker ten aanzien van opdringerige Nieuwjaarszangers, tegen wie al vanaf 1578  keuren waren uitgevaardigd.  In de achttiende eeuw  kwamen  visitekaartjes in zwang en men greep meteen de gelegenheid aan  om die  met een geschreven nieuwjaarswens erop rond te gaan sturen: hartelijkheid op afstand. En wie een aalmoes verlangde, moest  voortaan aanbellen  en  iets  te offreren hebben. In de negentiende eeuw leidde dit tot een hausse aan gedrukte nieuwjaarswensen, al bestonden die eerder: het oudste voorbeeld in het Amsterdamse Stadsarchief is  van  plaatselijke ratelwachters  uit 1669.  Vooral eenvoudige beroepslieden wilden op deze manier proberen hun loon aan te vullen, zoals lantaarn-opstekers, askarrenmannen, dood-gravers, nachtwachten,  klokken-luiders, torenwachters, straat-vegers en omroepers. Betere arbeidsvoorwaarden en  de opkomst van de kerst- en nieuwjaarskaart rond 1900 maakten geleidelijk een eind aan deze traditie, uitgezonderd voor één categorie: de krantenjongens.

Protestanten zorgden van hun kant voor een stiller uiteinde. De Algemene Synode van de Hervormde Kerk riep in 1817 'ter verbetering van den openbaren godsdienst' op tot een 'plegtig dankuur' 's avonds in de kerken. Hoewel 31 december in religieus opzicht geen enkele betekenis had, zou  de oudejaarsdienst volgens betrokkenen uitgroeien tot  een van de belangrijkste diensten van het jaar, vergelijkbaar met die in de Kerstnacht. De Gereformeerden plachten zelfs even voor twaalven de bijbel ter hand te nemen en psalm 90 voor te lezen. Zij gingen letterlijk 'biddend het jaar uit'. Toegewijde katholieken bleven hierbij niet achter, maar zij baden veelal ná twaalven. Geknield voor een stoel, met de ellebogen steunend op de zitting, deden zij dan een Onzevader en een Weesgegroetje, ofwel een zogeheten Tientje (een Onzevader, tien Weesgegroetjes en een plechtig kruisteken tot slot) of zelfs een compleet Rozenhoedje (vijf Tientjes).   

 

 

10897293067?profile=originalMan steekt vuurpijl af in 1695,   ter ere van Koning-Stadhouder Willem III. Ets van Jacob Gole, Rijksmuseum

 

 

Intussen werden in de steden de uitwassen op straat aangepakt, zoals openbare dronkenschap en wapengekletter. Ter Gouw schrijft dat aan het begin van de negentiende eeuw de Kalverstraat door het schieten nog op haar grondvesten schudde en dat iedere huisvrouw uit voorzorg schrikpoeder had klaarliggen. Maar in 1870 kon hij over Amsterdam constateren: 'van de huidige tijd niets dan lof'. Door eendrachtige samenwerking van politie, onderwijzers en kerkleiders was 'de lust tot uitspattingen evenzeer verminderd als de beschaving toegenomen'. Hulp hierbij zal zeker ook de eerste Wapenwet van 1896 hebben verschaft, die het openlijk dragen van wapens verbood. 

  

Alleen Nieuwjaarsdag gaf nog gedruis. Afgezien van de nieuw-jaarswensers die met hun druksels leurden, presenteerde uitwonend personeel zich en belden jongeren aan voor een versnapering. En dan de bezoekjes van familie, vrienden en buren over en weer.  Dit 'nieuwjaarslopen' was een plicht en een last.  Volgens de etnologe Eveline Doelman heeft het tot aan de Tweede Wereldoorlog geduurd voordat ook dit gebruik was verdwenen. De nieuwjaarskaart bracht voortaan nog slechts de beste wensen over. 

 

De link met Indië    

Nog nauwelijks opgemerkt door  mensen in het vaderland ontwikkelde zich gelijktijdig onder kolonialen in Nederlands-Indië een heel ander feest. Op 2 januari 1864 rapporteerde het Bataviaasch Handelsblad  dat de Chinezen de gewoonte hadden aangenomen om naast hun eigen Nieuwjaar ook het 'Europeesche Nieuwjaar' in te luiden met vuurwerk, een verschijnsel dat in Nederland kennelijk al zo goed als vergeten was.  En een decennium later staken de Nederlandse kolonialen  zelf vuurwerk af: 'zelfs de “ouden van dagen” onzer Europeesche maatschappij gaven er zich met ware verrukking aan over'. In het vaderland kende men  sinds  eeuwen grootse vuur-werken van overheidswege, en daarnaast vermaakte  de jeugd zich met eenvoudige rotjes, voetzoekers, slangetjes en muisjes, bijvoorbeeld op Hartjes-dag in Amsterdam.

Dat  achtenswaardige burgers  om middernacht  naar vuurpijlen en Bengaals Vuur  grepen,  met  alle risico’s  van dien, kwam uiterst merkwaardig over, ook bij menig journalist ter plaatse, getuige een terugblik op de viering van 1904 met de kop: 'Eén groot gekkenhuis!'       

 

Ferry Abels herinnert zich Oudejaarsavond als volgt

Iedere zichzelf respecterende Indische Nederlander stak vóór  de oorlog op oudejaarsavond vuurwerk af. Dat hoorde er nu eenmaal per traditie bij. Net zoals de enorme pan met Indische huzarensalade (in kleine blokjes gesneden gekookte aardappelen en rode bieten, doperwten, worteltjes, ananas, gesnipperde uitjes, gebakken en kleingesneden biefstuk, suiker en azijn en dat alles gemengd, met als garnering, gesneden schijfjes hardgekookte eieren). Daarnaast had je natuurlijk ook de grote glazen ovenschotel met overheerlijke Indische macaroni met knakworst, geraspte kaas en boter, en naar smaak te overgieten met zelf aangemaakte mosterdsaus.

Uiteraard ontbrak de Gado Gado en de saté ayam en saté babi, met een grote pan gekruide katjangsaus niet. En al deze traditionele lekkernijen waren het resultaat van gezamenlijk, ambachtelijk keukenwerk van onze vrouwen en dus ook mijn moeder.

Het oorspronkelijk in Nederland beschikbare en verkochte vuurwerk bestond helaas slechts uit vrij krachteloze donderbussen, gevuld met zwart kruit. Het ontsteken van dit vuurwerk van Nederlandse makelij leverde niet veel meer op dan een doffe plof.
Hierin kwam al snel verandering en verdween het Nederlands vuurwerk van de markt. Er werd grootscheeps vuurwerk uit China ingevoerd. Helaas bevatte dit ‘legale’ Chinese vuurwerk – voor ons Indische jongens - slechts een beperkt, vooraf bepaald kruit-gehalte, conform de in Nederland geldende normen. Via-via, wist ik tegen de groothandelsprijs aan een flinke voorraad van dit vuurwerk te komen. Een deel ervan verkocht ik dan door aan vrienden en kennissen, voor een prijs die onder die van de winkelwaarde lag. Het ‘echte’ Chinese vuurwerk heeft wit kruit, een hoog kruitgehalte, geeft een veel hardere knal en bovendien een mooie felle lichtflits.

De 'brondongans', meterslange slierten aan elkaar gevlochten bommen, die wij kochten, met aan het eind een pakket bij elkaar gebonden zware bommen, die voor een zeer indrukwekkende eindexplosie zorgden, waren vaak illegaal via Rotterdam en België ingevoerd en zouden bij ontdekking onmiddellijk in beslag zijn genomen door de autoriteiten. Als ik deze brondongan op oudejaarsavond aanstak, liet de politie het vaak oogluikend toe   en hadden de agenten er waarschijnlijk zelf ook de grootste lol in, maar ja, het bleef illegaal vuurwerk.

Ze wisten echter heel goed, dat wij Indische mensen voldoende ervaring en kennis van zaken hadden om dit soort vuurwerk op een veilige en verantwoorde manier te ontsteken. Het werd tenslotte toch maar eenmaal in het jaar afgestoken, en bovendien wisten ze ook dat wij de 'rommel' die wij maakten, meestal nog dezelfde nacht en anders uiterlijk de volgende morgen ook nog  zelf opruimden. Hetzelfde oogluikend toelaten door de politie, gebeurde ook altijd met Tjap Go Meh, het Chinees Nieuwjaar dat in de Chinatown wordt ontstoken en wat doorgaans gepaard gaat met oorverdovende knallen. Ook deze gebeurtenis heeft maar eens per jaar plaats, zonder onlusten of wat dan ook.

Tegen het eind van het jaar vertrok ik dan ook steevast naar Leeuwarden, om mijn achterbak vol te laten gooien met vuurwerk. Qua veiligheid niet bepaald erg verantwoord, alleen al vanwege de hoeveelheid 'explosieven' in je achterbak, maar ja, je bent een Indo of je bent het niet, nietwaar? Een groot deel van de gekochte voorraad deden we vervolgens in de verkoop. Buren en kennissen konden op die manier voor een zacht prijsje aan vuurwerk komen en wij konden de kosten van het voor eigen gebruik bestemde vuurwerk, volledig compenseren.

Nu we ons op deze manier konden voorzien van een behoorlijke voorraad vuurwerk, konden we ook de competitie aangaan met mede Indische buurtbewoners. Een competitie die voornamelijk te maken had met het produceren van het meest indrukwekkende 'twaalfuurtje'. Halverwege de avond stuurden wij meestal onze kinderen op visite naar onze Indische buren. Onder het mom van: wens ze maar vast een gelukkig Nieuwjaar, was hun opdracht eigenlijk om uit te vinden uit hoeveel meter hun 'twaalfuurtje' bestond. Hadden we daar eenmaal een indruk van gekregen, dan konden wij ons eigen 'twaalfuurtje' indien nodig verlengen of versterken. Uiteraard was dit geen strijd op leven en dood. Het was gewoon een spel en had te maken met een stukje gezonde en leuke competitie.

De 'verliezer' feliciteerde altijd keurig de 'winnaar' en liet hem vervolgens weten dat hij volgend jaar beter zijn best zou doen. Na afloop van deze competitie gingen alle buren altijd gezellig even bij elkaar langs om hier en daar nog even na te praten en om samen nog een hapje te eten. Zo ging dat bij ons. (http://ferry.asa4u.net/)

Spelletjes en oliebollen 

 

Oud en Nieuw  in de Nederlandse steden was en bleef voorlopig een feest van lege straten en gesloten cafés. In de huiskamers vervulden twee elementen de hoofdrol. Ganzenborden was al in de vijftiende eeuw aan Zuid-Europese hoven gangbaar en kwam twee eeuwen later naar Nederland, waar het aanvankelijk op argwaan stuitte, vanwege de bijbehorende dobbelstenen die in de bijbel worden verfoeid.

In de negentiende eeuw was die argwaan in verband met kleurige pionnetjes wel geweken. De  speelgoedindustrie die in diezelfde eeuw ontstond zou voor steeds nieuwe  spellen zorgdragen, tot aan Trivial Pursuit en de Kolonisten van Catan toe. Maar ook wie tegenwoordig met Oudjaar virtueel een tennis-wedstrijd op een beeldscherm speelt, bevindt zich in de traditie van het aloude ganzenborden.  

 

10897293472?profile=originalHet andere element  was de oliebol. Over de herkomst daarvan doen allerlei theorieën de ronde. De wildste refereert aan de Germaanse godin Perchta. Zij  placht gedurende het midwinter-feest  gewone stervelingen  met een zwaard open te rijten terwijl zij door de lucht kliefde. Die stervelingen konden echter zorgen dat haar zwaard van hun lichaam afgleed door zich vol te proppen met gefrituurd deeg. Het bezwaar van deze theorie is dat frituren als bereidingswijze  pas in de achttiende eeuw opkomt. De theorie zou bovendien impliceren dat  er in onze contreien  klaarblijkelijk onbekende Germanen-stammen moeten hebben geleefd, want elders in 'Germania' is de oliebol afwezig (Engelsen betitelen hem niet voor niets als  Dutch donut).

Een andere mogelijkheid is dat de oliebol uit Portugal komt. Het vermoeden bestaat dat de Portugese Joden die tijdens de Spaanse Inquisitie naar Nederland vluchtten hun recepten mee-namen. In Portugal at men destijds al iets wat op oliebollen leek: oliekoeken van deeg met (gedroogde) zuidvruchten, gegaard in olie. De olie zou verwijzen naar de olie uit de eeuwig brandende lamp in de tempel van Jeruzalem. Veel Joodse gerechten hebben een verwijzing naar het geloof.

 

Lees verder…

13, 14 en 15 maart 2015  aanstaande Pasar Malam Bali Zwolle -  Bij het program " Aan tafel bij ICM Forum

10897289058?profile=original

10897289273?profile=original



10897289478?profile=originalVoor het eerst organiseert  Pasar Malam Istimewa  in samenwerking met ICM Online  "Het Schrijvers Collectief " . De column schrijvers en schijvers ; Han Dehne,  Elly Hauwert, Henk Harksen, Albert van Prehn, Rollo Lapre, Rita Kopetzky, Hans Vervoort, en Ferry Schwab sr  zullen deze drie pasardagen op het bij-podium hun program presenteren "Aan tafel bij ICM Forum . In het program is  de verhaalroute uit ICM Jaarboek 2009 - 2010 "toegang tot de Indische wereld" leidend. In deze route komt geschiedenis aan de orde van de Indische Nederlanders die anno 2000 in de Nederlandse samenleving woont.  Als passend voorbeeld komt het thema pasar malam aan de orde, naast andere zeer interessante andere thema's. Aansaluitend voordrachten van de boeken van de schrijvers. Aan het einde van de voordrachten kan door het lezerspubliek in Q &A sessies over en weer vragen worden gesteld. Presentatie  & discussieleider  Ferry Schwab sr.  Alle voordrachten uit de boeken zijn aan te schaffen op ICM Stand 

 

 10897289873?profile=originalICM Jaarboek "Toegang tot de Indische Wereld"

De verschillende schrijvers zullen hun bijdrage leveren tijdens de voordrachten uit ICM Jaarboek.

De geschiedenis van de Indische Nederlanders anno 2000, is vastgelegd in het boek “Toegang tot de Indische Wereld”. Zoals iedere krant wordt er teruggeblikt op afgelopen jaar. ICM als krant blikt terug op het jaar 2009 – 2010, van de Indische Nederlanders in de huidige Nederlandse samenleving met haar pasar malams, koempoelan, lezingen, boeken, schrijvers, documentaire, Indische nieuwtjes, Indische muziek, de Indie herdenkingen, Indische ontwikkelingen, Indisch Platform met haar gelieerde aangesloten Indische organisaties, en ten slotte de laatste stand van zaken met betrekking tot de Indische kwestie, die op dit moment bij de staatssecretaris Martin van Rijn ligt. De verwachtingen zijn dan binnenkort met de oplossing komt.

 10897290099?profile=original“Door de ogen van het kind

De vader van een bekende schrijver overleefde het jappenkamp door op zijn tellen te passen en door de macht van het getal de macht over zijn leven in eigen hand te houden (Adriaan van Dis, Indische Duinen).   Ellen dat als Indisch kind juist op het verkeerde moment (WAR II, overdracht, bersiap, koele kille ontvangst) en plaats ( Tegal in Het Voormalige Indiër ) het licht van aardse voor het eerst mocht aanschouwen, kreeg haar rugzakje al mee.  Een bestemming met een gave, die zorgde dat ze van bizarre gebeurtenissen even afstand kon nemen van het aardse om te kunnen overleven. Zij kende maar even de liefde van haar ouders waarna zij als een “ stuk vuil " van het ene gezin in andere belandde, waar ze opnieuw haar integriteit moest bewijzen. De aankomst in het kille koele Holland stond niemand aan de kade om haar op te vangen.   

10897290295?profile=original

Het boek "Liefde als ruwe diamant" vertelt u onder  andere over de recente ontwikkelingen van de Indische kwestie. Zoals U bekend dient dit dossier onder staatssecr. Martin van Rijn van VWS. Naar verwachting zal hij binnen een maand met het antwoord komen of met het voorstel.

 
Vertelt U op pagina 133 haar bronnen o.a.:
Gesprekken met Frits Bolkenstein, Herman Bussemaker oud vz - IP, Henk Beekhuis, NIOD instituut Jeroen Kapperman, Hans Vervoort, en ICM Online.

Vanaf pagina 138;
wordt het Indische Platform in beeld gebracht, en de Indische kwestie onder de loep genomen.

Vanaf pagina 140;
doet Slifraire Delhaye nieuwe Vz IP zijn kerndoelstellingen en het IP beleid uit te doeken. Brengt de ontwikkelingen in beeld de dialoog met staatsecr. Martin van Rijn van 24 mei 2013 tot het heden. 
Dan neemt Ton te Meij IP delegatie het woord over de politieke dialogen die begonnen op 12-01-2007 tot het heden.
Tot slot komt staatsecr. Martin van Rijn in beeld met zijn Veegbrief Kerstreces 20 december 2013.

Dit is slechts een topje van Liefde als ruwe diamant !

10897291672?profile=original    DOCUMENTAIRE ZOEKTOCHT INDISCHE KINDEREN NAAR JAPANSE VADERS Naar het boek van Han Dehne.

De door de Japanse documentaire maakster Yuki Sunada gemaakte film, waarin o.a. Nippy Noya (de beroemde percussionist) en Mary Dehne (echtgenote van ons redactielid) een prominente rol spelen is de afgelopen woensdag tijdens het filmfestival in Jakarta onderscheiden met een Global Award.  Deze documentaire gaat over Japans Indische kinderen in Nederland die vaak nog altijd op zoek zijn naar hun biologische Japanse vader. In een eerdere kolom van Han Dehne is hier al uitvoerig over geschreven en is voor ICM-leden altijd bereikbaar op zijn NING-pagina bij icmonline.ning.com   Binnenkort zullen de direct betrokkenen een voorvertoning bijwonen in één van de Nederlandse theaters. Hoe de verdere gang van zaken is zal binnenkort bekend gemaakt worden evenals hoe, waar en wanneer deze indrukwekkende documentaire is te zien. 

10897291863?profile=originalVoorbode van het turbulente Millennium - Hoe Mischa ons leven veranderde

DE VELE ONTHULLINGEN MET VELE PRIMEURTJES , DE ONTMOETINGEN MET O.A. PRESIDENTEN, GEO ‘S EN CFO’S DOOR DE OGEN VAN EEN SENIOR INTERNATIONAAL MANAGEMENT CONSULTANT 

Ode aan Mischa

Dit boek is opgedragen aan Mischa, een viervoeter. Onze dochter Avril Lorraine R.I.P 18-10-1968 / 11-12 -2013 o.a. inspireerde ons tot uitgave van dit boek dat vanaf 1999 stoffig lag te worden.

Bill en Hillary Clinton, Barack Obama en First lady, prinses Beatrix en Poetin beschikken over een dergelijke viervoeter als spindoctor, adviseur en vertrouweling. Politicus Jan Terlouw ging ons voor met zijn boek over zijn trouwe viervoeter. Uit ons leven gegrepen speelde zich af van 1989 - 1999. 
Het moment dat de wereld aan de vooravond stond van grote innovatieve veranderingen, met dynamische, turbulente ontwikkelingen, die mondiale afstanden overbruggen, de voorbode van de globalisering, millennium, de Euro, en de financiële ontwikkelingen die later tot de kredietcrises leidde. In deze turbulente dynamiek overleefden Ferry, Astrid en Mischa Schwab.

Persbericht

Driebergen,  10 februari 2015

 

Pasar Malam Bali 13-14-15 maart opnieuw in de IJsselhallen

 

Wegens het succes van afgelopen jaar wordt dit voorjaar  opnieuw een grote Pasar Malam Istimewa in Zwolle neergezet.  Omdat de vorige editie last had van het te warme weer in mei, wordt de pasar dit jaar georganiseerd op 13-14 en 15 maart.
 


Pasar van alle Nederlanders

Pasar Malam betekent in het Indonesisch/Maleis avondmark. In Nederland is het niet alleen een markt, maar ook een evenement met veel muziek, dansgroepen en natuurlijk restaurants met lekker Indisch eten en snackstands om te snoepen. Genoeg te doen dus voor een ieder om je een hele dag te vermaken.


Mensen, die een pasar malam niet kennen, denken soms onterecht, dat dit evenement alleen bedoeld is voor de Indische Nederlanders. Het tegendeel is waar. De Pasar Istimewa is steeds meer van alle Nederlanders geworden. Bijna iedereen houdt van Indisch eten, lekker op een terrasje zitten, slenteren op de Oosterse markt en iedereen luistert graag naar goede muziek en kan ontroerd raken door prachtige exotische dansen.
 

Pasar in Zwolle

Wat de Pasar Malam Bali in Zwolle zo bijzonder maakt is dat het één van de oudste Pasars in Nederland is en in de jaren ’60 zelfs de grootste Pasar van Nederland. Toen deze Pasar in 2012 en 2013 niet plaats vond bleek dit een groot gemis voor Zwolle en omstreken.

 

Ook de locatie, de IJsselhallen, maakt deze pasar bijzonder. Doordat er gekozen is voor 4 kleinere hallen ontstaat er een intieme en gezellige sfeer met prachtige decors en een mooie lichtshow.
Naast het hoofdpodium is er ook een kleiner intiem podium. Heel bijzonder is ook het Indorock café waar verrassende optredens en primeurs plaatsvinden.


Aziatische jaarmarkt en vele artiesten

Op de Oosterse markt vindt men naast o.m. wierook, sambal, kleding, spekkoek, fruit, sieraden, kunstvoorwerpen ook Pitjit massages, angklung workshops, ambachten en handlezers en men kan rondsnuffelen tussen de Aziatische stands met leuke aanbiedingen. Kokosnoten worden er traditioneel met een hakmes gekliefd, de aangename geur van wierrook komt de bezoeker tegemoet en men kan bij veel kramen lekkernijen proeven, zoals spekkoek en sambal.

Bij de verschillende restaurants kan men niet alleen terecht voor de beste saté, maar ook voor rendang, nasi goreng, atjar Ikan en veel meer. En wat iedere bezoeker moet proeven is het heerlijke Indische drankje Tjendol of natuurlijk bier Bintang.

 

Op het hoofpodium staan elke dag andere bands, zoals The Sound of Njoy,  de Terry White Band en Relight.  Op het kleine podium spelen artiesten als Two Lucky Minds, Diana Monoarfa & Ben Peea en de formatie Free Line. Op het 3e podium in het Indorockcafe vinden louter muzikale verrassingen plaats voor de muziekliefhebbers. Tussen al deze optredens door wordt uitgekeken naar bijzondere top-optredens van gerenomeerde gasten als soulzanger Jimi Bellmartin, Noya Lohy Noya,  Songfestivaldiva Justine Pelmelay, de spetterende funky formatie The Funky Fools en natuurlijk Blue Diamond Riem de Wolff. Sinds jaren is  Riem door het publiek in het hart gesloten en de meeste mensen kennen natuurlijk zijn grote hits “Let it be me”, “Cathy’s Clown”,’ Your mama don’t dance”, “Little Ship”en natuurlijk de wereldhit “Ramona” 

Daarnaast treedt op zondag ook nog op Massada ster Johnny Manuhutu met Relight. Voor tijden zie wnproductions.nl

Ook de liefhebbers van exotische dans komen elke dag aan hun trekken metHawaiiangroep Orchidee en met de Balinese groepen Bali Dance Art en Dwibhumi.


Op het kleine podium  bij het program "Aan tafel bij ICM ", zullen een aantal leden van het " ICM schrijvers Collectief "  verhalen voordragen over de geschiedenis van de Indische Nederlanders. De Pasar Malam en vele andere thema’s komen hierbij aan de orde.  Aansluitend kan het publiek vragen stellen en met de schrijvers discussiëren. 


 

Vervoer, entree en openingstijden 
Zie site van de IJsselhallen www.Ijsselhallen.nl/bereikbaarheid en adres is : IJsselhallen, Rieteweg 4, 8011 AB Zwolle.
Voordelig Parkeren
Bezoekers met de auto betalen per saldo € 2,50  parkeergeld, want krijgen een gratis drankmunt a  2,50 .
Het festival is op vrijdag open van 13.00 tot 23.30, zaterdag van 12.00 tot 23.00 en zondag van 12.00 tot 20.00u.
De toegang voor het driedaagse festival bedraagt € 8,50 en voor kinderen t/m 12 jaar € 2, - Studenten en 65-plussers betalen €7,50. Vooraf reserveren is niet nodig. Ook is er dit jaar een passepartout, voor wie alle dagen wil komen. Deze kost € 19.50.
Op vrijdag is de toegang € 4, - voor studenten en 65- plussers..

Voor alle informatie zie wnproductions.nl  tel. 0343-517371 Wout Nijland.

Lees verder…

Een vuil oorlogje op Bali Door: Anne-Lot Hoek

10897298893?profile=original

Een vuil oorlogje op Bali       Door:  Anne-Lot Hoek 

De Nederlandse gezagsdragers runden Bali na de oorlog als hun particuliere koninkrijkje. Een vernietigend officieel rapport over corruptie en intimidatie werd weggewerkt. Net als de man die het schreef, blijkt uit recent ontdekte documenten.

14 maart 1948. Het is bijna middernacht als de handgranaat naar binnen vliegt. Theo van Meerwijk, hoofd van de militaire politie op Bali, springt in een reflex op vanachter zijn bureau en duikt naar buiten. Als hij even later asgrauw en trillend op zijn benen naar het gat in de cementen vloer staart, dat de granaat heeft geslagen, rinkelt zijn telefoon.

Kapitein Treffers, hoofd van de militaire inlichtingendienst (MID) op Bali, wil weten “wat er in godsnaam is gebeurd”. Tien minuten later verschijnt Treffers in persoon met vier man, en arresteert Van Meerwijk. De 31-jarige sergeant-majoor “stond verward in zijn onderkleding met een pistool in zijn hand”, zou Treffers later verklaren. “En aangezien hij nog wel eens met zijn dronken kop een vuurwapen had afgeschoten, meende ik dat hij vast weer een rare streek had uitgehaald.” Mogelijk heeft Van Meerwijk “zelf een hand in de kwestie” gehad, aldus Treffers.
Van Meerwijk wordt vastgezet. De psychiater die hem tijdens zijn zestien dagen cel onderzoekt constateert een ‘paranoïde psychose’. “Patiënt denkt dat ieder zich tegen hem samenspant.”   

Niet lang na de aanslag stuurt generaal Spoor, commandant van de 140.000 Nederlandse militairen in Nederlands-Indië, een officier van Batavia naar Bali. Hij moet grondig onderzoek doen naar vermeende ‘wantoestanden’, waarover Van Meerwijk inmiddels heeft gerapporteerd. Het onderzoek begint in oktober 1948 en zou tot eind december duren. Het dossier – getuigenverhoren, verklaringen en het proces-verbaal dat het eindverslag vormt – leest als een duistere thriller. Het maakt aannemelijk dat de militaire en burgerlijke autoriteiten op Bali corruptie, diefstal en handel in gestolen goederen mogelijk maakten en toedekten. En ook dat Treffers’ militaire inlichtingendienst op grote schaal gevangenen martelde.

Toch volgde geen enkele maatregel tegen het militair-civiele establishment op Bali. De officier die het onderzoek verrichtte en het proces-verbaal schreef, werd op een zijspoor gerangeerd. Een jaar later, 1949, zou Nederland de Indonesische onafhankelijkheid erkennen. Het omvangrijke dossier vol met onverkwikkelijkheden uit de jaren daarvoor verdween – letterlijk – in een la bij Defensie. Sinds 2006 lag het onopgemerkt in het Nationaal Archief in Den Haag.

Eerdere onderzoeken richtten zich op zogenoemde ‘geweldsexcessen’ in Indonesië. Dit dossier laat juist goed zien – en dat is nog lang niet door historici uitgezocht – hoe geweld en intimidatie het karakter van het koloniale systeem kenmerkten.

In maart 1946 landden een   kleine tweeduizend Nederlandse militairen van het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger) met Britse landingsvaartuigen op Bali. Met een ceremonie waarbij Japanse officieren hun samoerai-zwaarden inleverden, namen de Nederlanders het gezag na drieënhalf jaar Japanse bezetting terug. Op veel verzet van de hindoeïstische bevolking werd niet gerekend, maar toch ontbrandde ook op Bali al snel de onafhankelijkheidsstrijd, waarbij Nederlandse militairen het vrijheidsstreven met veel geweld de kop in probeerden te drukken.

Nederlandse militairen op Bali

Zoals elders was ook op Bali een klein contingent van het Korps Koninklijke Marechaussee/Militaire Politie aanwezig, herkenbaar aan de witte helm, bekend als de ‘kalkemmer’. Hun taak was het opsporen van kleinere en grotere strafbare feiten onder militairen, van diefstal tot desertie. Sergeant-majoor Theodorus van Meerwijk, een Amsterdamse oorlogsvrijwilliger en betrokken bij het verzet, was sinds 1947 MP-commandant in Denpasar.

Schot in de lucht

Een maand na de aanslag schrijft Van Meerwijk zijn hoogste chef, de commandant van het MP-korps in Batavia, dat Nederlandse gezags-dragers op Bali en het naburige eiland Lombok zich inlaten met zwarthandel, afpersing en smokkel. En dat hij bij zijn onderzoek wordt tegengewerkt door het troepen-commando. “Er werd daar vanuit gegaan dat het KNIL 300 jaar geen MP gekend had, en het nu ook niet nodig was.”

Als Van Meerwijk twee MP’s naar Singaradja (in het noorden van Bali) stuurt om betrouwbare tips over corruptie na te trekken, wordt het duo door de troepencommandant op Bali, majoor König, teruggeroepen. Een collega waarschuwt hem daarop voorzichtig te zijn; anders kon het wel eens “verkeerd” met hem aflopen.

Van Meerwijk krijgt inlichtingen dat ook op Lombok staatsgeld wordt verduisterd en fraude gepleegd. Maar de auditeur militair – officier van justitie voor de krijgsraad op Bali – laat hem weten geen onderzoek in te stellen, omdat anders “heel Lombok en half Bali in de rechten zou worden betrokken en deze zaak zich niet alleen uitstrekte tot het mindere personeel”. Met lede ogen ziet Van Meerwijk aan hoe de troepencommandant König bevoegdheden van zijn mensen inperkt. Of ze worden overgeplaatst. Bij zijn directe chef, die op Celebes kantoor houdt, krijgt hij geen gehoor. “Door al deze tegenwerking werd ik zenuwachtig”, zal hij later verklaren. Dan raakte hij “wel eens dronken of loste in een driftbui een schot in de lucht”.

Vlak voor het handgranaatincident kreeg Van Meerwijk ook nog een zedenzaak aan zijn broek. Hij werd ervan beschuldigd een vrouw uit Thailand te hebben verkracht. Daar blijkt – na onderzoek – geen grond voor te bestaan. Het verbaast hem dat die zaak werd opgeblazen. Want volgens Van Meerwijk was het juist de MID die zich schuldig maakte aan geweld. Gevangenen worden tijdens de verhoren mishandeld: “branden met kruitstaafjes, elektrificeren, gebogen over een kookplaat waardoor de geslachtsdelen schroeien” en ook worden „tijdens acties gemaakte gevangenen met gespleten bamboe op hun rug afgeranseld in het bijzijn van officieren”.

Dwarskijker

In Batavia wordt Van Meerwijks noodkreet gegrond bevonden. Als in Surabaya, waar hij inmiddels naar toe is overgebracht, door twee artsen wordt vastgesteld dat er aan zijn geestelijke toestand niets mankeert, is de maat voor Batavia vol. “Men probeerde Van Meerwijk als dwarskijker weg te krijgen”, noteert de commandant van het MP-korps. Generaal Spoor stemt in met een onderzoek.

Op 9 oktober 1948 landt kapitein Sjoert Kuikenga op het vliegveld van Denpasar. De 35-jarige Amsterdammer is sinds 1935 als beroepsmilitair in Nederlands-Indië, waar hij trouwde met de Nederlands-Indische Alma de Lang. Na de Japanse inval in 1942 was hij als krijgsgevangene geïnterneerd in verschillende kampen op Java. Het kost geen moeite om de boomlange Kuikenga – hij was bijna twee meter – op foto’s uit die tijd te herkennen, marcherend aan het hoofd van een troep witgehelmde MP’s. Direct na de bevrijding werd hij weer onder de wapenen geroepen, en eind 1946 overgeplaatst naar de militaire politie.

In Denpasar neemt Kuikenga zijn intrek in het koloniale Bali Hotel. Daar ontmoet hij zijn assistent, sergeant William Wijnhamer. De komende drie maanden, tot 20 december 1948, zullen zij tientallen betrokkenen horen in verschillende zaken. Wijnhamer ontfermt zich over het vermoedelijk grootste dossier: de smokkelhandel en corruptie in Singaradja. Kuikenga houdt zich bezig met verhoren in Denpasar en zaken als verduistering van legermateriaal.

Uit zijn dienstverslagen aan Batavia wordt duidelijk dat hij en zijn assistent in een intimiderend spiegelpaleis zijn beland. Zo meldt Kuikenga dat “de gekste en meest luttele gevallen” op Lombok zeer nauwkeurig werden uitgezocht, terwijl zaken van meerdere betekenis “ogenschijnlijk geheel in de doofpot zijn gestopt”.

Overal waar Kuikenga en zijn assistent gaan, worden ze geschaduwd, schrijft hij naar zijn baas. Veel betrokkenen zwijgen uit angst voor het hoofd van de MID, kapitein Treffers. Voor en nadat ze bij Kuikenga verschijnen, moeten ze bij Treffers komen. Het blijft niet bij intimidatie. Op het MID-kantoor in Singaradja wordt iemand doodziek na het drinken van een kop koffie op Wijnhamers kamer. Kuikenga aan Batavia: “Vermoedelijke poging tot vergiftiging van Wijnhamer. Wordt nader onderzocht.”

10897298693?profile=originalNederlandse militairen en de plaatselijke bevolking

Toen rechter F. Vermeulen begin 1948 op Bali arriveerde, kreeg   hij “al zo’n gevoel van geheimzinnigheid over zich”, zegt hij. De president van de krijgsraad in Denpasar is als een van de weinigen zeer open tegen Kuikenga en is niet verbaasd over diens observaties. Ambtenaren probeerden invloed op zijn vonnissen uit te oefenen, de MP werd belemmerd in het uitvoeren van haar taak en de Staatspolitie (lokale politie) in Singaradja was corrupt. “Ernstige feiten” konden zo ongestraft gepleegd worden, en de MID van Treffers zat daarbij “overal met zijn neus in en maakt het vaak te bont”, aldus Vermeulen.

Een voorbeeld is een zedenzaak waarbij zeven minderjarige Balinese meisjes – verdacht van betrokkenheid bij het verzet – aangifte deden van verkrachting door Nederlandse militairen tijdens hun verhoor. Treffers had de zaak aan de MP moeten overdragen voor een officieel politie-onderzoek, maar loste het zelf op door de verdachten een paar weken vast te zetten. Vermeulen lijkt wel begrip te hebben voor justitie, die zaken waarin Nederlandse militairen betrokken waren, leek te zijn “vergeten”. Het verzet beging zoveel misdaden – vooral tegen pro-Hollandse Balinezen dat justitie “minder ernstige feiten” uit tijdgebrek terzijde schoof.

Ook was het onmogelijk burgerverdachten zoals politie-beambten “knijp” te zetten: de gevangenissen waren overvol. Om die reden was bijvoorbeeld een zaak met 96 verdachte verzetsstrijders in slechts vijf dagen met vele doodstraffen afgedaan, waarbij de beklaagden – “vreemd” genoeg, aldus Vermeulen – niet door een verdediger waren bijgestaan.

Koninkrijkje

Intussen ontdekt Kuikenga’s assistent Wijnhamer dat sergeant Van Eyden, afdelingschef van de inlichtingendienst in Singaradja, méér doet dan spionnen runnen en smokkelaars vangen. Hij profiteert ook zelf van de smokkel. Hij is de spin in een web van Chinese handelaren, Balinezen en corrupte politie- en douane-beambten. Volgens verschillende getuigen zou Van Eyden Noord-Bali als zijn eigen particuliere koninkrijkje bestieren. In beslag genomen goederen, zoals koffie en suiker, werden met grote winst doorverkocht. Zowel binnen als buiten Bali. Inspecteurs van de Staatspolitie kochten koffie, kippen, varkens en eieren voor bodemprijzen op, en verkochten ze buiten Bali, waarbij Nederlandse ambtenaren een oogje toe zouden knijpen. Daarnaast getuigden meerdere onderofficieren over sabotage: wapens en munitie werden, als  het uitkwam, tegen betaling ‘uitgeleend’ aan Indonesische verzetsstrijders. Volgens een verhoorde luitenant wist “praktisch iedere ingezetene” dat er „ongelofelijk veel gesmokkeld werd” en waren de politie en de legerleiding daar ook van op de hoogte. Ook Treffers, zijn directe superieur, wist dat „Van Eyden weleens iets te ver ging”, maar “door de (moeilijke) politieke omstandigheden” was een sterke man als Van Eyden daar nu eenmaal nodig.

Van Eyden moet zich onkwetsbaar hebben gevoeld. Op borrels en partijen gaf hij graag hoog op van zijn vergaarde rijkdom. Toch leek het bijna niemand te interesseren hoe hij daaraan gekomen was. Het moet hard zijn aangekomen toen een nieuw aangestelde officier de sergeant zijn macht uiteindelijk ontnam en de opdracht gaf dat Van Eyden naar Nederland terug moest. Een dag na die aanzegging sneuvelde de betreffende officier echter onder zeer vreemde omstandigheden.

Kat-en-muisspel

Om de zaak rond te krijgen moeten Kuikenga en Wijnhamer ook ‘burgers’, zoals ambtenaren en politie kunnen verhoren. Maar daar loopt het onderzoek vast, want resident Boon, de hoogste civiele bestuurder op Bali en Lombok, ziet dat niet zitten. Na een kat-en-muisspel tussen Boon en Kuikenga en een aarzelend hoofd van justitie in Batavia die geen verantwoordelijkheid durft te nemen, wordt officier van justitie J. Kruythof met deze kwestie opgezadeld. Die besluit ten slotte: geen toestemming. Tegelijkertijd probeert de resident Kuikenga via Batavia het werk onmogelijk te maken. In een rechtstreeks aan generaal Spoor gerichte brief maakt Boon ernstige bezwaren tegen het onderzoek.

10897299274?profile=originalHet uitdelen van voedsel

“Het is absoluut ontoelaatbaar op grond van allerlei losse geruchten actie te nemen en in het wilde weg personen te horen”, aldus Boon. Het optreden van Kuikenga zou kunnen leiden tot “verwarring en verstoring van lopende politieonderzoeken en het in de wereld helpen van gevaarlijke geruchten die tot gezags-ondermijning leiden”, waarbij de resident zich zorgen maakte over “diverse te goeder naam en faam bekend staande personen” die “een corrupte rol wordt toebedeeld”.

Hoewel Kuikenga de betrokkenheid van het militaire en civiele establishment niet hard krijgt, schrijft hij na drie maanden onderzoek een proces-verbaal. Uit zijn 36 pagina’s komt het beeld naar voren van een legerleiding die eigen regels hanteert en onvoldoende toezicht heeft op de troepen “waardoor het mogelijk werd dat goederen uit legerdumps konden worden gehaald, dat personeel deelnam aan smokkel, zwarte handel, verduistering van distributiegoederen, het buiten hun soldij ontvangen van andere inkomsten, het verkopen van staatsgoederen en het verrichten van diensten niet behorende tot hun functie”.

De inlichtingendienst was daarbij oppermachtig omdat troepen-commandant König “de MID als zijn politieapparaat” beschouwde terwijl de MP van zowel König als Treffers weinig medewerking kreeg in het uitoefenen van haar taak. Ook concludeert Kuikenga dat ambtenaren betrokken zijn bij zwarthandel op Lombok en acht hij het horen van burgers “dringend noodzakelijk” om de zaak in Singaradja rond te krijgen.

Geheime brief

Op 20 december 1948 vliegen Kuikenga en zijn assistent terug naar Batavia. Hoe het afloopt, wordt niet duidelijk uit het opmerkelijke dossier dat Defensie in 2006 aan het Nationaal Archief overdroeg en dat sindsdien openbaar is. Een jaar later maakt Kruythof korte metten met Kuikenga’s bevindingen. In een geheime brief aan justitie in Batavia meldt hij dat Kuikenga zich had gebaseerd op het rapport van een „overspannen sergeant-majoor, die in een zedenzaak verwikkeld was” en zich kennelijk uit “eigen moeilijkheden poogde te redden” – de zaak Van Meerwijk en de handgranaat.

Als het echt zo’n bende op Bali en Lombok zou zijn geweest, dan hadden Kuikenga en Wijnhamer „toch stellig een massa belangrijke en concrete feiten” moeten ontdekken, schrijft Kruythof. Van de ontmaskering van „een groots schandaal” was dan ook volstrekt geen sprake. Sterker nog: de koffiesmokkel – een verwijzing naar de Singaradja-zaak die aan de Staatspolitie was overgedragen – was inmiddels volledig berecht. Er waren “tweehonderd getuigen gehoord” en “van enige medeplichtigheid van militairen en politie was niets gebleken”, aldus Kruythof. “Alleen tegen een kamponghoofd is naar ik meen een zaak aanhangig gemaakt.”

Wie het hardst naar Batavia schreeuwde, werd blijkbaar het best gehoord, want het onderzoek naar de ‘wantoestanden’ van Kuikenga leidde niet tot een grootscheepse schoonmaak onder de autoriteiten op Bali en Lombok. Inmiddels was het ook al 1949, generaal Spoor was overleden en eind dat jaar erkende Nederland de onafhankelijkheid van  Indonesië. Terwijl op Bali hard werd afgerekend met mensen die als spion of tolk met de Nederlanders hadden samen gewerkt, werden verreweg de meeste KNIL-militairen naar Nederland gerepatrieerd. Hoe kon  dit onderzoek zolang onder het stof verdwijnen? “Het was een wilde tijd”, reflecteert een verhoorde luitenant op de chaotische toestanden na de landing op Bali. De aandacht lag bij de bestrijding van het verzet, 

niet bij interne aangelegenheden van het leger zelf. Veel ondervraagde militairen vonden dat toen logisch, dat hoort nu eenmaal bij een oorlog. Maar bijna zeventig jaar later is dat een dun excuus om ons te blijven richten op ‘ontsporingen van geweld’ in plaats  van  op  het  gewelddadige

karakter en de onderdrukking die inherent waren aan onze vuile oorlog.

10897299097?profile=originalHistorica Anne-Lot Hoek werkt aan een boek over de dekolonisatie van Bali, dat zowel de Nederlandse als Balinese perspectieven behandelt. Zij wil graag in contact komen met mensen die zelf op Bali hebben verbleven (als militair, burger of in een andere hoedanigheid) gedurende de dekolonisatie (of vlak daarvoor of daarna) en die daarover willen vertellen. Haar    e-mail: annelot@annelothoek.com

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad. Het is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Lira Auteursfonds. Bron: Java Post

___________________

Lees verder…

10897290496?profile=originalHet ICM jaarboek werd overhandigd aan Wieteke van Dort en Ais

ICM redactie maakte gebruik van de gelegenheid om  bij Meet & Greet Ais & Wieteke  het ICM Jaarboek te overhandigen bij Pasar Malam Azie in de Rai 22/2/2015  van WN Productions!  

De intentie was om van deze historische gebeurtenis een kort registratie te doen voor een samenvattingsreportage op www.icm-online.nl, YouTube, en Facebook. Echter het mooie aanblik, decor en podium resulteerde dat de volledige optredens werden opgenomen van onze Blue Diamond Riem de Wolff, Tantie Lien & Ais Show, en The Streetrollers toch met een geschiedenis wat de moeite waard is voor de documentaire van Hetty Naaykens (Music Nevers dies). Met de vader van Jerry, Jim van der Hoeven hebben wij tijdens ons wonen in Calpe a/d costa blanca regelmatig opgetrokken, en met Jack Barkeley beiden van de oude Rollers (jaren 50-60). Als ik het goed heb is Jim verder gegaan naar The Hot Jumpers (met die topper die grijs werd gedraaid op Veronica). Nu hebben de zonen van Jim van der Hoeven overgenomen, een voorbeeld dat Indisch muziek stokje is overgedragen aan derde generatie Indo.

Er is ruim 4 uren aan beeld  & Geluid geregistreerd. 

De samenvatting van 25 min - 30 min, is te zien op ICM, YouTube, en Facebook, en is zaterdag a.s te zien op de genoemde kanalen.  Er wordt gestreefd om een mooie ICM Dvd  hiervan te maken van dit historisch moment. De bronmaterialen zijn door de betrokken op te vragen in bekende code. 

Deze samenvatting van 25 min bevat een deel van. Tante Lien Show, Blue Diamond Riem de Wolff en de The Streetrollers, en sfeerbeelden van de pasar.

Het was bizar druk, om door te komen moest je op de hoofden van de mensen lopen, tot 1 maart is pasar Azie in de RAI, zie www.wnproductions.nlof volg het op www.icm-online.nl.

 Een aanrader die U beslist niet mag missen!

Lees verder…

10897300278?profile=originalClub TARI MERAK De Haagsche Liverpool van de IndoRock stopt na 23 jaren!

Ingekomen bericht ICM Facebookgroep

Ferry Schwab 2 uur heeft een bericht van Jacques Wentink gedeeld. 51 min.

Jacques Wentink beste leden van club TARI MERAK bands artiesten collega,s en bezoekers. helaas moeten wij jullie mededelen dat vanaf heden onze club ophoudt te bestaan gelet op dat VELO en de LEUNINGJES hun huur voor 2015 bijna met de 80% hebben verhoogd plus de gezondheid van Jeannette die veel te wensen overlaat zo zijn wij tot dit besluit gekomen na zo,n 23 jaar 10 tallen dansavonden en 21 indo rock gala,s moeten wij met weemoed afscheid nemen van jullie en mijn club. in al die jaren zijn wij verrijkt met vele vrienden en met de vele jaren met de bands doen ons met veel plezier terug kijken. maar wij willen graag afscheid nemen van onze leden en doen dit op VRIJDAG 6 maart met THE EASTERN ACES in zaal Stervoorde te Rijswijk.

Om de kosten te dekken vragen wij jullie een bijdrage van €.5- voor de band en de zaalhuur.Let op, er mogen maar 180 man in de zaal en kunnen wij niet reserveren dus vol is vol !!! zaal open om 19uur einde om 00.00uur.toko TUTI is er en een tombola. namens jacques/jeannette/armand/ en onze gehele crew de leden krijgen hierover nog een brief met het hele verhaal.Tot 6 maart ?? p.s. eventuele introducee,s betalen €.8.- Vind ik leuk · · Delen Jannie Kuiters vindt dit leuk.

°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°° Cornelia Stuyver Schande ...een huurverhoging van 80% mag dat zomaar.... .? Verder een mooie laatste keer toegewenst! 49 min. · Vind ik leuk -------------------------------------------------------------------------------------------

Reactie Ferry Schwab op ICM Facebook.

Jacques Wentink Doet pijn om dit te horen als oud Hagenaar,

Den Haag de Liverpool van The Indo Rock, waar jij deze bands 23 jaren een podium gaf, en waaruit de rest van Nederland o.a. pasars profijt van trokken.

Met ICM heb ik deze bewegingen dat voor mij begon in Darling / market als ik mij goed herinner, maar jaren daarvoor was je al bezig. Pam Pam,  Palais Dance, noem ze maar op verdwenen en jij pakte de Indo draadje op.  NON-STOP optredens van zo´n wel 10 formaties  met zo´n 1600 man schat ik.

Maar jij zal gedegen met veel wijsheid weloverwogen je besluit hebben genomen.

Met ICM zijn er vele IndoRock Gala´s DVD reportages gemaakt destijds en ik  zal er maar geen geheim maken kwam voor ICM reportage vaak helemaal over vanuit  warme Calpe a-d Costa waar ik tot 2008 woonde, om dit  uniek event te mogen registreren , zal heel zuinig zijn op deze DVD´s IndoRock Gala, en om eerlijk te zijn wanneer een dipje op komt pak ik weer 1 van deze dvd´s

Ik wens jou en Jeannette veel sterkte bij dit besluit!

Ter herinneringen ter aan Tari Merak onderstaande fragmenten uit ICM archieven.

Lees verder…

10897298652?profile=originalINDOmania  6 in de stijgers!                            

Door:  Rob Malasch

                  

Op Zondag 19 April 2015 barst van 12.00 t/m 24.00 uur het Indisch event INDOmania weer los in Alle zeven zalen (inclusief de grote Rabozaal) van De Melkweg.

De eminente en charmante Andrée van Es zal dit jaar INDOmania feestelijk openen met medewerking van Het Attacca Ensemble en harpiste Lavinia Meijer.

 

Na de eerste uiterst succesvolle editie in De Melkweg volgt nu dan eindelijk weer helemaal Indisch in De Melkweg van klokslag 12 uur  's middags tot 12 uur 's avonds kunnen de bezoekers zich verspreid over alle zalen zich laven aan een verrassend en veelzijdig cultureel programma: opwindende muzikale optredens, teasers van theatrale optredens en performances, ontregelende discussies, hemelbestormende films en veel unieke muzikale optredens van gerenommeerde en opkomende supertalenten.

 

Dit jaar zijn uitgenodigd om deel te nemen aan INDOmania onder meer de schrijvers Reggie Baay, Peter Andriese , Hans Vervoort, Karina Schaapman, Gustaaf Peek en zelfs rechtstreeks uit Indonesië Hans Boland en Goenawan Mohamad.

Uit Kopenhagen komt de beroemde film regisseur Joshua Oppenheimer met zijn nieuwste film Look of Silence het vervolg op de Oscargenomineerde Act of Killing. Ook Orlov Seunke wil dolgraag komen.

Broer en zus Leonard en Hetty Retel Helmrich zullen over hun nieuwe filmprojecten vertellen. Hetty is reeds vergevorderd met haan research over Indo-bands, dus dat beloofd wat.

Veel hedendaagse Indo-muziek met de dames Monique en Suzanne Kleman uit Lois Lane, de geweldige Sandra Reemer, Monica Akihari, Esther Apituley, Rudy de Queljoe, Xavier Boot en zelfs Candy Dulfer met haar eerste Molukse band.

Dan is er nog verrassende dans van Kenzo Kusuda en een duet van Nippy Noya met Shusaku Takeuchi. De beeldende kunstenaars Pieter latuw, Rob Renoult, Hadassa Emmerich, Max Kisman en niet te vergeten Peter van Dongen die nu bezig is met het verstrippen van de roman Familieziek van Adriaan van Dis.

U ziet wel: eigenlijk bijna teveel om op te noemen.

 

Dus bij INDOmania geen krontjong en wajangpoppen. De nadruk ligt duidelijk op de nieuwe Indische culturele voorhoede waar het van barst in Amsterdam.

Maar ook ontluikende creatieve jongelui uit Breda, St.Michielgestel en uit Eindhoven zijn meer dan welkom. Bij INDOmania worden er van jong en middelbaar tot oud de vaak fascinerende verhalen met elkaar gedeeld. 

 

INDOmania is er ook voor iedereen die elkaar weer eens wil zien en spreken uit alle uithoeken van ons land en vaak ook van soms zelfs daar buiten.

Indo's zitten namelijk overal…van Australië tot aan Hawaï toe.

 

Natuurlijk kan er de hele dag ook overheerlijk gegeten worden.

Een pan-pacific Food-Court zal menig Indo-culinaire liefhebber  bij binnenkomst al aan het watertanden krijgen. Topchef Jeff Keasberry zal speciaal uit Los Angeles voor INDOmania binnen gevlogen  worden. Van  bapao  tot      ayam kodak tot en met zelfs zwartzuur zal er te smikkelen zijn. Ook de beroemde saté-mannen zullen er de beuk in gooien en dan heb ik het nog niet eens gehad over de knapperige Indische saucijsjes van Van Olphen. Maar de nadruk van het hele programma ligt op de heden-daagse Indische en Indonesische cultuur wat natuurlijk niet betekent dat iedereen die de Indo's een goed hart toedraagt uitgesloten wordt: INDOmania is er ook voor de Nederlanders, Surinamers, Chinezen en wat al niet meer. Het wordt een grote pan-pacific cocktail.

 

Malasch: "INDOmania is er voor iedereen die geïnteresseerd is in de Indische cultuur. Maar dan wel met een knipoog en ver voorbij Tempo Doeloe, Pasar Malam of Tong Tong"

 

De kaartverkoop begint komende week (v.a. 16 februari) via De Melkweg Amsterdam.

Voor alle inlichtingen kunt U   altijd bellen naar 06-28846909 uitsluitend op kantooruren.

Of e-mail robmalasch@Icloud.com

Lees verder…

10897297453?profile=originalICM Column 19 februari 2015

Rolo E. Lapré

 

Laat ik beginnen te zeggen dat ik de doodstraf verafschuw.

Vervolgens is mijn volgende vraag of er wel voldoende kennis is van het Besturen van zo’n grote land als Indonesië bij de kritisische schrijvers.

En waarom zij als onafhankelijke media het gedrag overnemen van de m.n. Nederlandse Politici?

Relativeren, is mijn advies in het grote politieke toneelspel.

 

Laat ik bij de redenen blijven stilstaan van de afgelopen uitgevoerde ter dood veroordeling.

Op elk Internationaal airport van Indonesië staat dat bij drugshandelingen de doodstraf tot gevolg kan hebben.  Toch heeft Ang Kim Soei dat risico genomen.

Waarom dit zware bericht op een Internationaal airport?

 

Eén van de vele redenen is dat er veel meer slachtoffers (zieken & doden vallen) door drugsgebruik. Ook bij ons in Europa.

2) Vele jongeren overgaan tot agressief gedrag, door drugsgebruik, met het gevolg van het doden van de onschuldige mensen.

Realiseren wij ons dat nog wel?

3) Dat het machtsmiddel van het vele geld hebben in handen komt van de verkeerde bedoelende mensen. (de producent-o.a.de politieke machthebbers-de dealers o.a. ook in het politieapparaat- de geldschieters etc.etc.)

Kennen wij de vele gevolgen hiervan in de wereld?

 

Weet U de betekenis van de gouden driehoek?

De ter dood veroordeelde is: Ang Kim Soei, hij is van Chinese afkomst met een Nederlands paspoort. Heeft U kennis van zijn chinese cultuur achtergrond. o.a. is in hun cultuur geimplementeerd het nemen van een risico (de gok) om te komen tot het  financieel onafhankelijk zijn.

Zie de voorbeelden die nu ook Europa treft met dit cultuurgedrag, o.a. in de sport, drugsdealing, voedselketens, casino’s, bankovernamen etc. etc.

Ook Indonesië heeft hier al heel lang last van.

Heeft U dit meegenomen in Uw kritiek als een probleem?

 

Ik schets U een mogelijk voorbeeld van zo’n gouden driehoek :

 

                                                                                             -Nederlandse financiële organisatie.  

10897296691?profile=original

                                                                                                  

                                                                                                             -Chinese drugsproducent(Ang)

Indonesië het confrontatieland

Die dan de wet moet uitvoeren.                                                             met het verkregen ‘n NL. paspoort

 

U mag U zelf de vraag stellen wie de verantwoordelijkheid draagt van deze zgn. etische/beschaafde benadering van de gouden driehoek?

 

Ik weet dat in Nederland wordt gepropageerd :

1) Meedenken, maar als meedenken door de machthebbers (o.a. Politici-Bandirekteuren-Topmanagers etc.) wordt ervaren als negatieve kritiek. Dan neem je als meedenker een risico op een zijspoor te worden gemanouvreerd. En als lastig/gefrustreerd wordt je dan weg gezet, zelfs met behulp van de media.

Want de machthebber wil niet gestoord worden in zijn ideale droom.

 

2) Klokkeluider : deze worden alleen gezien als aanvallers op de droomwereld van de machthebbers. Immers de klokkeluider verteld hem de voorbeelden/ervaringen in de realiteitszin (in de uitvoering).

De gevolgen hiervan heeft U gezien in de zgn. neutrale media van NL. , die laat zich hiervoor gebruiken. Het angst oproepende tot het persoonlijke besmeuren van de klokkenluider, en dat in het vrije democratische Nederland.

 

Vervolgens : Een land Indonesië dat vele malen groter is dan Nederland, dus een probleem oplevert met het implementeren van de wetgeving, is één probleem van o.a. de corruptie.

Maar hoe is dat in het kleine Nederland als welvaartstaat?

 

Naar mijn inziens moet dit worden meegenomen bij het schrijven van kritiek over Indonesië. Zelfs een goedwillende President ziet zich ongevraagd geconfronteerd met deze problemen.

De grote van het land is niet alleen het probleem : de zovele eilanden met de verschillende culturen en de verschillende ingebrachte ontwikkelingen van de verschillende bezetters, (koloniale verleden) van o.a. Europese landen, is een vreselijke opdracht om dit land beheersbaar te krijgen. (Waarbij educatie en honger nog een grote rol spelen).

Realiseren wij dat tegenwoordig eigenlijk nog wel?

En weet U hoe gevaarlijk een hongerende mens kan worden?

 

Als laatste wil ik opmerken :

Waarom willen wij als “nutrale media” van Nederland altijd alleen maar het negatief beeld uitzenden van andere landen? Terwijl Nederland tot nu toe nog steeds profiteert van de grondstoffen van o.a. Indonesië ( het economische belang).

Ook Nederland, heeft sinds kort oorlogschepen verkocht aan Indonesie. (met welk doel?) En zelfs tanks aanbied. Hiermee aangevend dat wij het slechte aanbieden, om vervolgens naar hun te kunnen wijzen?

Heeft U er weet van dat ook de mogelijkheid betstaat hoe ilegale praktijken kunnen worden beschermt?

 

Zoals Annelie Langerok schrijft in haar column ICM over de corrupte KAPOLRI Budi Gunawan.

Weet zij waar hij o.a. zijn opleiding heeft gevolgd?

Heeft zij kennis van de conflicten tussen het Politie apparaat en het leger van Indonesië?

Heeft Annelie kennis van de vele Indonesië wetgevingen die overgenomen zijn van de toen heersende Nederlandse kolonialisatie?

Zie in eigen Nederland (welvaartstaat) hoe moeilijk het is om wetgeving aan te passen naar een nieuwe situatie.

 

Probleemgebied van elke Indonesische President :

a) Is OOK een President niet afhankelijk van de binnenlandse politiek (krachten)?

b) Is er al zekerheid tot de benoeming van de KAPOLRI? En toch schrijft zij het AL als een negatieve punt van de President.

Laatste nieuws 16-2-2015 : Gen. van Politie Budi Gunawan is door het Hogere Gerechtshof vrij gesproken. En OOK de Rechtstaat Indonesië heeft zich neer te leggen bij deze uitspraak. Toch heeft de President Gen.v. Politie Badrodin Haiti naar voren geschoven als de nieuwe KAPOLRI.

Weet zij wel dat een corrupte Parlementslid van de VVD in  NL. wordt gehandhaafd.

In de politiek wordt natuurlijk afgewogen de (vermoedelijke) deskundigheid van deze betrokkene en niet onbelanrijk de samenhang met de andere leden van die zelfde Politieke Partij.

Dat zijn nu eenmaal de Politieke krachten (machten) die spelen.

c) Het is de eerste BURGER President van Indonesië (geen miltaire achtergrond.). Mocht dit een vooruitgang zijn(?).

Waarom schrijven wij daar bijna niets over?

 

Ik heb deze President Jokowi (ter plekke) gevolgd vanaf zijn eerste publieke optredens – begonnen in Solo (Surakarta). Waar hij het goed heeft gedaan op het gebied van democratie – bevolkingsgericht – met een gelijkwaardige economische inslag.

Daar wordt weinig over gesproken in de Nederlandse media?

 

Hoe deze man, daardoor, gekozen is tot Gouverneur van de probleem hoofstad van Indonesië - Jakarta. (overstromingen-het vast gelopen verkeersprobleem etc. etc.)

Heeft Nederland er weet van dat hij dit probleem gaat aanpakken (Masterplan Indonesia). Dat hij zelf aanwezig is bij de overstromingen, om op die manier dichtbij het volk te geraken die het moeilijk hebben door deze oorzaken.

 

Is het niet zo dat Nederland zijn macht (van watermanagement) misbruik op het oude koloniale land.  (Geen medewerking verricht in het Masterplan – VAPRO & ORIO?)

Dat het ten kostte van het Nederlandse economische belang, maar wel vrede propageert in de wereld.

Hebben de Politici in Nederland door dat ze met dit gedrag aggresie oproept?

I.p.v. hun zgn. doel om te komen tot het bruggenbouwen?

 

Laten wij hopen, dat juist de geschiedenis en de culturele achtergronden van een land worden meegenomen in ons kritiek en onze overdenkingen.

Daarbij de frustratie van de OUDE Nederlandse Politici, NU eens eindelijk erkennen als een tegenstrijdige vrede beweging, tussen Indonesië en Nederland.

Laat deze jonge Nederlandse Regering eens overgaan tot een gedrag van een “gentleman” te zijn, in een democratische en beschaafde welvaartstaat.

Het “Tractatenbsluit van Wassenaar 1969”  Stb 183, ligt al 12 jaar te wachten op het uitkeren aan de betrokkenen.

 

Met alle respect mijnheer Frits Bolkestein (VVD), U hoeft van mij niet op straat te roepen dat U een Indo bent. Zie moesson 5.november 2014.

Maar mag ik wel van U verwachten, dat U als (toen) vertegenwoordiger van de Nederlandsestaat, het Recht doet aan de minder geschoolden/geluk hebbende, Indische Gemeenschap?

Overigens dat mag ik toch van iedereen verwachten die de Nederlandse Rechtstaat vertegenwoordigd ?

Daar gaan wij toch prat op, door met ons vinger te wijzen naar anderen?

Laten de drie over gebleven vingers niet ’n keer in Uw nadeel werken.!

 

Ik pleit (als een persoon uit ’n welvaatrtstaat die geluk heeft gehad te mogen studeren) voor een inzet van een hogere prioriteit te geven aan de scholing (educatie) van de jongeren van zo’n land als Indonesië.  En tevens het beter begeleiden van diegene die nu aan de macht zijn. Waarbij de gelijkwaardigheid van de mensen onderling, als groot goed mag worden meegenomen. (Respect).

 

Zie het voorbeeld hier onder.

Een voorbeeld Jan 22, 2015:  Working Visit by Mr. Henny Janssen Police Immigration Officer for Malaysia and The Philippines, Kingdom Of the Netherlands.

The Executive Director received Mr. Henny Janssen who sought to discuss potentive areas of cooperation between ASEANAPOL, the countries in the BENELUX area, EUROPOL and the Netherlands and foster networks for inter-regional collaboration.

10897297487?profile=original

 

10897297873?profile=originalMegawati Sukarnoputri

she tried to push her favorite candidate, Police Commissary General Budi Gunawan, for the post of the Indonesian Police Chief, despite he was being investigated

28 KB (3,044 words) - 04:28, 11 February 2015.

Corruption Eradication Commission

the parliament-approved candidate for the chief of Indonesian Police Budi Gunawan as suspect of gratification case on 14 February, just days before his

19 KB (1,992 words) - 12:12, 26 January 2015.

Badrodin Haiti

from the service and awaiting for elected Police Chief Police-General Budi Gunawan which now being a suspect on a corruption case. Akpol (1982) PTIK (1989)

3 KB (291 words) - 21:14, 20 January 2015.

Lees verder…

GEEN JAARKALENDER PASAR MALAM OP ICM MEER.

10897239863?profile=originalRECTIFICATIE

GEEN JAARKALENDER PASAR MALAM OP ICM MEER.

 

Al eerder informeerden wij U als lezer, en abonnee hier omtrent. Na ruim 12 jaren heeft ICM redactie besloten geen jaarkalender pasar malam meer te voeren. Veel al werd vooraf via dit medium ICM Kalender tussen de pasar organisatoren over en weer afgestemd zodat per eind januari sprake is van een stuk zekerheid. Zodat de definitieve Jaarkalender op ICM geplaatst kom worden. Voor ICM als leverancier van informatie wordt gewaarborgd die het bij de  de abonnees, en lezers brengt dat de zaken zo actueel mogelijk kunnen worden gehouden.  Jaren is dit goed gegaan.

 

Het besluit is ontstaan uit de gerezen problemen die al ergens begonnen in 2013 en 2014 dat enkele organisatoren een dubbele pasar plande op dezelfde datum. Of pasars die gepland waren zo weer van hun websites waren verdwenen.  ICM hiervan niet op de hoogte stelden, uiteraard de goede daargelaten die wel een belletje plegen naar de redactie van ICM of een mail voortijdig sturen zodat de Jaarkalender geactualiseerd kan worden. Zodat ongelukje voortijdig worden voorkomen.

Het afstemmen is zo essentieel. De hal moet worden gereserveerd, de contracten met de artiesten moeten worden geregeld, de restaurants, de standhouders, de floormanagers, de beveiligingen en niet te vergeten de media met schrijvende pers. U kun zich voorstellen dat een jaar vooraf plannen geen kopzorgen biedt, daartoe had ICM in 2002 de centrale agenda op gezet, waar ook de huidige Tjampoer op zat.

 

Deze zorgwekkende ontwikkelingen zorgen wel dat de informatie van de bron onbetrouwbaar worden voor onze abonnees, lezers en niet te vergeten de organisaties zelf. ICM betreurt dat de Jaarkalender al in 2000 tot stand kwam, en nu moet verdwijnen, en een jaar vooruit plannen kennelijk tot het verleden behoort in deze huidige samenleving.

 

Nieuwe situatie is dat aangemelde pasar via Info@icm-online.nl vier weken worden opgenomen bij de afzonderlijk rubriek pasar malam op welkom pagina van www.icm-online.nl. Wilt een pasar organisatie extra aandacht hebben voor zijn pasar, dat is mogelijk door het plaatsten van een advertentie voor een periode 4 weken o.a.;  op adverteer pagina van www.icm-online.nl  van onze krant (bezoekers per dag 4000),  ICM Breaking  (47.000  mails)  of ICM Facebookgroepen ( 70.000 expotioneel netwerk , bereik hierdoor zeer fors wordt )  

 

Voorwaarde is dat de flyers, persbericht of flyers alleen wordt geaccepteerd als de organiserende pasar zelf het verzoek indient, en dus niet via derden.  Alle niet aangemelde / geaccepteerde flyers wordt per onmiddellijk verwijderd met een rapportage naar de Facebook - organisatie, immers ICM plaats alleen betaalde advertenties op Facebook.  

Lees verder…

13, 14 en 15 maart 2015  aanstaande Pasar Malam Bali Zwolle -  Bij het program " Aan tafel bij ICM Forum"

10897289273?profile=original



10897289478?profile=originalVoor het eerst organiseert  Pasar Malam Istimewa  in samenwerking met ICM Online  "Het Schrijvers Collectief " . De column schrijvers en schijvers ; Han Dehne,  Elly Hauwert, Henk Harksen, Albert van Prehn, Rollo Lapre, Rita Kopetzky, Hans Vervoort, en Ferry Schwab sr  zullen deze drie pasardagen op het bij-podium hun program presenteren "Aan tafel bij ICM Forum . In het program is  de verhaalroute uit ICM Jaarboek 2009 - 2010 "toegang tot de Indische wereld" leidend. In deze route komt geschiedenis aan de orde van de Indische Nederlanders die anno 2000 in de Nederlandse samenleving woont.  Als passend voorbeeld komt het thema pasar malam aan de orde, naast andere zeer interessante andere thema's. Aansaluitend voordrachten van de boeken van de schrijvers. Aan het einde van de voordrachten kan door het lezerspubliek in Q &A sessies over en weer vragen worden gesteld. Presentatie  & discussieleider  Ferry Schwab sr.  Alle voordrachten uit de boeken zijn aan te schaffen op ICM Stand 

 

 10897289873?profile=originalICM Jaarboek "Toegang tot de Indische Wereld"

De verschillende schrijvers zullen hun bijdrage leveren tijdens de voordrachten uit ICM Jaarboek.

De geschiedenis van de Indische Nederlanders anno 2000, is vastgelegd in het boek “Toegang tot de Indische Wereld”. Zoals iedere krant wordt er teruggeblikt op afgelopen jaar. ICM als krant blikt terug op het jaar 2009 – 2010, van de Indische Nederlanders in de huidige Nederlandse samenleving met haar pasar malams, koempoelan, lezingen, boeken, schrijvers, documentaire, Indische nieuwtjes, Indische muziek, de Indie herdenkingen, Indische ontwikkelingen, Indisch Platform met haar gelieerde aangesloten Indische organisaties, en ten slotte de laatste stand van zaken met betrekking tot de Indische kwestie, die op dit moment bij de staatssecretaris Martin van Rijn ligt. De verwachtingen zijn dan binnenkort met de oplossing komt.

 10897290099?profile=original“Door de ogen van het kind

De vader van een bekende schrijver overleefde het jappenkamp door op zijn tellen te passen en door de macht van het getal de macht over zijn leven in eigen hand te houden (Adriaan van Dis, Indische Duinen).   Ellen dat als Indisch kind juist op het verkeerde moment (WAR II, overdracht, bersiap, koele kille ontvangst) en plaats ( Tegal in Het Voormalige Indiër ) het licht van aardse voor het eerst mocht aanschouwen, kreeg haar rugzakje al mee.  Een bestemming met een gave, die zorgde dat ze van bizarre gebeurtenissen even afstand kon nemen van het aardse om te kunnen overleven. Zij kende maar even de liefde van haar ouders waarna zij als een “ stuk vuil " van het ene gezin in andere belandde, waar ze opnieuw haar integriteit moest bewijzen. De aankomst in het kille koele Holland stond niemand aan de kade om haar op te vangen.   

10897290295?profile=original

Het boek "Liefde als ruwe diamant" vertelt u onder  andere over de recente ontwikkelingen van de Indische kwestie. Zoals U bekend dient dit dossier onder staatssecr. Martin van Rijn van VWS. Naar verwachting zal hij binnen een maand met het antwoord komen of met het voorstel.

 
Vertelt U op pagina 133 haar bronnen o.a.:
Gesprekken met Frits Bolkenstein, Herman Bussemaker oud vz - IP, Henk Beekhuis, NIOD instituut Jeroen Kapperman, Hans Vervoort, en ICM Online.

Vanaf pagina 138;
wordt het Indische Platform in beeld gebracht, en de Indische kwestie onder de loep genomen.

Vanaf pagina 140;
doet Slifraire Delhaye nieuwe Vz IP zijn kerndoelstellingen en het IP beleid uit te doeken. Brengt de ontwikkelingen in beeld de dialoog met staatsecr. Martin van Rijn van 24 mei 2013 tot het heden. 
Dan neemt Ton te Meij IP delegatie het woord over de politieke dialogen die begonnen op 12-01-2007 tot het heden.
Tot slot komt staatsecr. Martin van Rijn in beeld met zijn Veegbrief Kerstreces 20 december 2013.

Dit is slechts een topje van Liefde als ruwe diamant !

10897291672?profile=original    DOCUMENTAIRE ZOEKTOCHT INDISCHE KINDEREN NAAR JAPANSE VADERS Naar het boek van Han Dehne.

De door de Japanse documentaire maakster Yuki Sunada gemaakte film, waarin o.a. Nippy Noya (de beroemde percussionist) en Mary Dehne (echtgenote van ons redactielid) een prominente rol spelen is de afgelopen woensdag tijdens het filmfestival in Jakarta onderscheiden met een Global Award.  Deze documentaire gaat over Japans Indische kinderen in Nederland die vaak nog altijd op zoek zijn naar hun biologische Japanse vader. In een eerdere kolom van Han Dehne is hier al uitvoerig over geschreven en is voor ICM-leden altijd bereikbaar op zijn NING-pagina bij icmonline.ning.com   Binnenkort zullen de direct betrokkenen een voorvertoning bijwonen in één van de Nederlandse theaters. Hoe de verdere gang van zaken is zal binnenkort bekend gemaakt worden evenals hoe, waar en wanneer deze indrukwekkende documentaire is te zien. 

10897291863?profile=originalVoorbode van het turbulente Millennium - Hoe Mischa ons leven veranderde

DE VELE ONTHULLINGEN MET VELE PRIMEURTJES , DE ONTMOETINGEN MET O.A. PRESIDENTEN, GEO ‘S EN CFO’S DOOR DE OGEN VAN EEN SENIOR INTERNATIONAAL MANAGEMENT CONSULTANT 

Ode aan Mischa

Dit boek is opgedragen aan Mischa, een viervoeter. Onze dochter Avril Lorraine R.I.P 18-10-1968 / 11-12 -2013 o.a. inspireerde ons tot uitgave van dit boek dat vanaf 1999 stoffig lag te worden.

Bill en Hillary Clinton, Barack Obama en First lady, prinses Beatrix en Poetin beschikken over een dergelijke viervoeter als spindoctor, adviseur en vertrouweling. Politicus Jan Terlouw ging ons voor met zijn boek over zijn trouwe viervoeter. Uit ons leven gegrepen speelde zich af van 1989 - 1999. 
Het moment dat de wereld aan de vooravond stond van grote innovatieve veranderingen, met dynamische, turbulente ontwikkelingen, die mondiale afstanden overbruggen, de voorbode van de globalisering, millennium, de Euro, en de financiële ontwikkelingen die later tot de kredietcrises leidde. In deze turbulente dynamiek overleefden Ferry, Astrid en Mischa Schwab.

Lees verder…

Het  eerste program “ Aan tafel bij  ICM forum” is succesvol verlopen bij de Pasar Malam van Rijswijk

10897302101?profile=original

Uitgangspunt is de verhaalroute van ICM Jaarboek dat onlangs van de persen is gerold. Het team is zeer trots hierop,  net als een krant de Telegraaf en Volkskrant worden de abonnees en lezers verwend aan einde van het jaar met een boek “ Het Jaaroverzicht”. Uiteraard gaat de vergelijking niet helemaal op gezien het bereik, en toch bestaat sinds 1999 op het Internet, kan ICM best meer abonnees gebruiken. Niet onbelangrijk het Indisch Platform steunt bij haar missie o.a. de Indische kwesties, naast het voeren van de Pasarkalender in het land. Dit zijn slechts enkele items uit ICM krant, bovendien heeft ICM digitale Maand Magazine N.I.C.C., dit naast de vele videoreportages dat uit samenvattingen bestaat. 

Om schrijvers en columnschrijvers van ICM een podium te bieden om hun bijdragen te kunnen voordragen aan de lezers, heeft Ferry Schwab (editor) diverse lezingen gevolgd. Nee, het moet anders meer dynamiek en het publiek erbij te trekken met  Q en A sessies. Bovendien is ICM een krant dus een media voor de Indische wereld met een geschiedenis waar iedereen over kan meepraten.  

Op Pasar malam Rijswijk zijn o.a. de thema’s ; pasar malams, Wieteke van Dort wordt niet geaccepteerd door de omroepen,  Zoek tocht in het verleden,  Ontkenning van bevolkingsgroep, Nederland telt 1,3 miljoen Indo’s, Weg uit Indie, Indische Kwestie en vervolg Gebaar. Dit werd het forum gevormd door : Rita Kopetzky, Cornelia Stuyver, Han Dehne ook wel Pakhan, Henk Harcksen, en Ferry Schwab sr.   Met een kijkje in de redactievoering ICM.  

Er is nog veel stof te behandelen uit ICM Jaarboek onder andere; Muziek  / Indo Rock met de vele hoogte punten in die tijd; Andy Tielman de grondlegger van de Nederpop, en 50 jaren Ramona van Riem de Wolff, en Wieteke van Dort niet geaccepteerd bij de omroepen (o.a. Max), de Indische politiek hoe staat  het kabinet in de Indische zaak, dat na 70 jaren eindelijk de eindstreep heeft bereikt dat onder Martin van Rijn ligt, zal dit lukken om het wetsvoorstel door de senaat te lozen? De oplossing is nabij meldt het Indisch Platform zeer resoluut.  De geschiedenis van Indische kwestie dat begon in 2000 met het Gebaar, het tussenstation, de geschiedenis van de pasar malam en nog veel meer .....  

Bij het zien bij Pasar Malam Rijswijk van dit primeur, heeft dit ertoe geleid  dat  het program “ Aan tafel bij ICM forum”  bij de pasars van Wout Nijland in Zwolle, Zeist, Taman Indonesia wordt gegeven , en naast  IndoMania (49 %)  hebben andere organisaties  belangstelling getoond.

Het ICM redactie team is zeer content met deze massale belangstelling, en is net begonnen. Met de Indische krant en Jaarboek wordt bewezen en aangetoond dat er een Indische gemeenschap is in de Nederlandse samenleving, dat 70 jaren wordt ontkend door de Nederlandse regering, lees de stukken op na op www.icm-online.nl

Alle fracties hebben ICM Jaarboek gehad, dit naast dat ze vanaf 1999 ICM Breaking News ontvangen kun je niet meer ontkennen dat er een Indische gemeenschap als bevolkingsgroep bestaat met een populatie van 1,2 miljoen.

 

De agenda:

14/15 februari PM Rijswijk zie www.pasarmalamrijswijk.nl

13-15 maart PM Zwolle bij  Wout Nijland zie www.wnproductions. nl

19 april Indomania

2-3 mei Taman Indonesia www.tamanindonesia.nl

26-28 juni  PM Zeist www.wnproductions.nl

10897297856?profile=original

10897303053?profile=original

Lees verder…

Platform wil onderste steen boven inzake Indische Kwestie

10897285273?profile=originalPlatform wil onderste steen boven inzake Indische Kwestie

Door Redactie Hilversum - 24-6-2014, 12:01 (Update 24-6-2014, 12:01 )

DEN HAAG - Het Indisch Platform is een WOB-procedure gestart om inzage te krijgen in alle stukken van ambtenaren die geleid hebben tot 'een leugenachtig advies', vertelt Ton te Meij. ,,Jarenlang zijn diverse bewindspersonen vals voorgelicht door ambtenaren rond een eventuele vergoeding voor slachtoffers van de Japanners in de Tweede Wereldoorlog. Dat moet voor eens en voor altijd duidelijk worden''.


Te Meij werkt sinds 2008 op vrijwillige basis als lobbyist/delegatielid voor het Indisch Platform, waarbij zo'n 24 Indische organisaties zijn aangesloten. Ook is hij betrokken bij een van de deelnemende organisaties, Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkampen. Te Meij: ,,Ik ben zelf geen belanghebbende, maar wat die mensen is aangedaan is puur schandalig. Het waren ambtenaren, mensen die in dienst waren van Nederland (Nederlands Indische Overheid) en die tijdens de Japanse bezetting in een kamp zijn gestopt. Daar hebben ze afschuwelijke dingen meegemaakt. Ook de Indo-Europeanen die buiten de kampen verbleven, hebben een beroerde tijd gehad. Ook daarna was het een afschuwelijke tijd voor hen, omdat ze in een burgeroorlog terecht kwamen. Voor die periode hebben zij nooit enige vorm van schadevergoeding gehad. Van alle geallieerden is Nederland het enige land dat geen compensatie heeft betaald aan de mensen die onder de bezetting van de Japanners hebben geleden. De Nederlandse mensen die in de oorlog in Europa slachtoffer geworden zijn van oorlogshandelingen, hebben die wel gehad.

De Nederlanders, die uit Nederlands-Indië terugkwamen, werden hier uiterst kil ontvangen. Daarvoor hebben ze zo'n tien jaar geleden een klein bedrag ontvangen, voor die beroerde aankomst. Maar dat was een schijntje en zeker geen formele schadevergoeding. Het gaat zelfs nu nog niet om smartengeld, maar om datgene wat deze mensen rechtmatig gezien toekomt.''
Te braaf De Indische kwestie draait om uitbetaling van achterstallige salarissen en schadevergoeding aan oud-Indische ambtenaren en militairen die in de Tweede Wereldoorlog in Japanse gevangenkampen waren geïnterneerd. Volgens het Indisch platform is de Nederlandse regering na afloop van de oorlog in gebreke gebleven. De ambtenaren en militairen die in dienst waren van de Nederlands-Indische regering hadden nog tweeënveertig maanden salaris te goed, maar het geld is nooit overgemaakt.


Op de vraag waarom het probleem na zeventig jaar nog speelt, zegt Te Meij: ,,De mensen die uit Indië kwamen zijn te lief geweest, te braaf, te ondergeschikt. Ze vormden geen eenheid. Uiteindelijk kwam in 1991 het Indisch Platform er, een officieel overleg- en gespreksorgaan met de Nederlandse overheid. Het heeft heel lang geduurd totdat er een goede dialoog op gang kwam met de regering. Men was eigenlijk niet welkom in Den Haag. Maar nu lijkt er zicht op een oplossing. De huidige staatssecretaris, Martin van Rijn, is de eerste die het Indisch Platform gelijk geeft in de rechtmatigheid van de claim en die aan een oplossing wil werken. Het cynische is wel dat de regering nu eigenlijk geen geld heeft voor deze schadevergoedingen. In de tijd van Lubbers, de man die de keizer van Japan zo welwillend ontving met voorbijzien van de slachtoffers van de Japanners, was er meer geld. Nu is er al een voorstel gedaan door het Indisch Platform om het bedrag niet in één keer uit te keren, maar om het als een soort pensioenregeling over vijftien jaar uit te smeren. Maar of dat doorgaat, is nog niet duidelijk.''


Jan de Jong, voorzitter van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkampen, snapt ook niet waarom de Nederlandse regering nooit over de brug is gekomen. Hij is zelf wel een belanghebbende: als kind zat hij ruim drie jaar in diverse kampen. ,,Er zijn in 2005 twee wetenschappelijke studies verschenen door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Het ene rapport gaat over de 'backpay', betaling van achterstallige salarissen en het andere gaat over de vergoedingen van de geleden schade. Mensen kwamen gedwongen en berooid uit Indië terug. Ze moesten daar alles achter laten. Daarvoor zijn ze nooit gecompenseerd. Het gaat inmiddels om een enorm bedrag. Maar dat niet alleen, het gaat ook om erkenning en excuses. Het een kan echter niet zonder het andere. En het mag duidelijk zijn, dat ze ons met excuses ook niet met een schijntje kunnen afschepen.''

Gevoel ,,De huidige staatssecretaris heeft gevoel voor de Indische Kwestie. Maar als hij niet met een oplossing komt, sta ik niet in voor wat er gaat gebeuren. De Indische gemeenschap heeft zich heel lang ingehouden, maar als de staatssecretaris met een negatief bericht komt, barst de bom.''

Lees verder…

10897295488?profile=originalIndo Rock ons cultureel paradepaardje? (12)  door:  Albert van Prehn  

Toen ik gitaar leerde spelen in het pension waren er al een aantal vergevorderde en ik keek als beginnende gitarist altijd tegen die jago’s (geweldenaren) op en hoopte, dat ik het ooit eens zover zou brengen dat ik die nummers die die jago’s zo moeiteloos speelden ook zou kunnen spelen.

 

Het pensionleven was er een van de verassing van de dag, want iedere dag was er wel iets anders aan de hand, en dat kon ook niet anders zijn want we hadden zo’n 6 gezinnen met hun aantallen van gemiddeld 6 in zes kamers, daarbij moest er gebruik gemaakt worden van een keuken met een twee pits gasstel een douche en twee toiletten. Jaja, kassa voor de pensionhouder die zijn herenhuis met 9 ruimtes aan de opvang ter beschikking had gesteld. Zelf woonde hij met zijn gezin op de beneden verdieping/begane grond en had zelf veel ruimte.

Wij moesten onszelf maar redden en met zovele mensen op zo’n kleine ruimte had je veel frustraties, dus iedere dag was er een van verrassingen. Je ging naar school en maakte jouw huiswerk in de ruimte waar je als gezin de beschikking over had en in jouw vrije tijd had je gelukkig een grote tuin om het gebouw heen waar je kon voetballen, spelen of zo maar lekker wandelen.

In die zelfde tuin kwamen wij elkaar tegen met onze akoestische Egmond gitaren, hoge actie van de snaren een onzuivere tuning  en het geluid was net alsof je   met elastiekjes op een sigaren doosje speelde. Ach, wisten wij veel, de jago’s hadden al betere instrumenten en als het hun behaagde, jaja, dan mocht je heel even op hun gitaar spelen en Boy oh boy wat speelde dat lekker. De nummers die je ging spelen waren natuurlijk de covers die je hoorde via de diverse kleine geluids-installaties van de diverse gezinnen via hun toenmalige krakende platenspelers.

Het leven in het pension had een voordeel, ieder gezin had zo zijn voorkeur voor een genre en dus gebeurde het dat je diverse muziekstromingen had waar je de muziek van uit kon putten. Ik had vele rock and roll nummers, maar ook country en natuurlijk de jazzy muziek van onze ouderen. Waar ik mee begon met instrumentals waren The Shadows, The Stringalongs, The Fire Balls en natuurlijk The Ventures die mij persoonlijk meer aanspraken vanwege de bekendheid van hun sound toen ik nog in Indonesië woonde.

Ik begon dus al heel snel platen te verzamelen van die band, maar ook van de andere genoemde. The Ventures waren wat te moeilijk voor een beginneling dus begon ik met het nummer van The Shadows, Apache, dat hoorde ik toen ik amper een maand in Nederland was en kleren ging kopen bij C&A in Arnhem met mijn ouders en tante die al langer in Nederland woonde. Het kwam uit de speakers van de winkel en ik vond het een heftig nummertje wat in mijn geheugen bleef klinken.

Ach, iedereen weet hoe het ging, we verlieten de school na de eindexamens, maar in die tussentijd kregen jouw ouders een huis en dus vormde jouw wereldje zich opnieuw naar de nieuwe situatie. Je leerde andere vrienden kennen en vriendinnen, maar jouw oude pension maatjes bleven komen in de weekenden en zo had je toch een bandje ongeregeld bij elkaar. Ik ging The Ventures kant op en de instrumentals speelde je zo goed mogelijk na. Ik had ook veel materialen om van te leren, de diverse LP’s die ik had waren mijn lesmaterialen.

Van The Ventures leerde ik wie de solist was, de bassist, in den beginne Nokie Edwards, slaggitaar Don Wilson en solist toen Bob Bogle. Later werden de rollen tussen Nokie Edwards en Bob Bogle omgedraaid omdat Nokie een betere gitarist was. Hij werd mijn voorbeeld, ook toen ik in Duitsland ging spelen, bleef ik gefocust op zijn stijl.

Enfin, de tijd verstrijkt, de muziek werd anders, je ging de kant op van de harde Britse jongens met hun scheur gitaren en dat ging toen verder en uiteindelijk werd je een flower power jongen met anti burgerlijke maatschappij ideeën. Uiteindelijk moet je in dienst en na het verlaten ging je nog terug, maar in de 22 maanden was de muziek scene inmiddels de disco scene geworden. Terug in Nederland ging je werken en carrière maken en daarbij ook nog in een succesvolle top 40 band spelen totdat je je te oud voelde om voor jongeren te spelen en besluit om terug te gaan naar de roots, The Ventures.

Het was 2001 en ik kreeg het bericht van een gitarist Nokie Edwards geheten dat hij naar Nederland wilde komen en mijn band mocht hem begeleiden, later werd hij uitgenodigd door enkele andere Europese landen, en ook daar ging mijn band mee als zijn vaste begeleidingsgroep. Wow, daar sta je ineens, nu komt het erop aan, Nokie mijn Idool begeleiden.

Nou we hadden een jaar om ons voor te bereiden en in dat jaar hebben wij ons blauw geoefend met Ventures nummers, we lieten er geen gras over groeien en name bijna alles door wat The Ventures betreft. Dan komt de dag dat je de man van Schiphol moest ophalen. Nieuwsgierig naar hem keken wij onze ogen uit naar een beeld van de hoes van de platen, en verrassend was het dat er een man aankwam die er helemaal niet op leek. Hij was ouder geworden, stom natuurlijk, maar je kent dat wel, nerveus en dan wordt je kortzichtig.

De eerst oefen sessie in een oefenruimte stonden wij klaar, van zo kom nu maar op, we weten het allemaal. Niks, hoor. Mijnheer ging zitten en deelde een ieder van ons een paar papiertjes uit met een akkoorden schema en sloeg zijn gitaar enkele keren aan om het tempo en ritme aan te geven. Ach en wee, de man speelde helemaal geen bekende Ventures nummers maar muziek a la Chet Atkins, hij was een echte country picker, daar ga je dan. Gelukkig was de ploeg heel flexibel en kon gelukkig zo van blad spelen dus dat was onze redding.

Bij ieder optreden werden wij ca. een kwartier voor het optreden in het hotelkamer bijeengeroepen waar wij toen in het buitenland logeerden en mijnheer gaf ons weer een aantal nummers op die op schrift staan. Gaf het ritme aan per nummer en verwachtte dan dat het klakkeloos ging op de bühne. Nou dat ging gelukkig ook klakkeloos, alleen kon je niet helemaal vrij spelen want je was gefocust op het papiertje wat je op de grond op de bühne voor je had. Ik heb veel van de man geleerd, ook de tijd dat hij tussen de optredens door bij mij thuis was, niet alleen zijn techniek, maar ook hoe zijn leven eruit zag.

Nokie komt uit een groot Amerikaans gezin, waarvan de vader blank was en de moeder een Cherokee vrouw. Het gezin woonde op een stuk grond en zijn vader speelde zoals zovele Amerikaanse farmers, diverse instrumenten Op een dag kwamen blanken aangereden en beschoten het huis, zodat het gezin moest vluchten; alles achterlatend. Nokie zelf heeft hier wel wat van overgehouden want het wantrouwen tegen de blanke bevolking was nog aanwezig in hem. Hij vertelde over zijn tijd dat hij met de Cherokees in de buitenlucht leefde en zo heel veel van de natuur had genoten en geleerd. Het leken wel de indianen verhalen van Old Shatterhand en Winnetou, maar dit is een directe afstammeling ervan.

Ik heb het nooit geweten noch vermoed en eigenlijk was hij net als ik een halfbloed en indirect uit van Aziatische met blank gemixte afkomst want de indianen zijn afstammelingen van Aziaten. Hoe vreemd is het in het leven, wat kan het toch raar lopen, zo ben je een jongen met een idool, speelt zijn muziek en zo sta je met hem te spelen in diverse Europese landen.

Wat ik van hem heb geleerd is dat je gewoon moet doen, ook al ben je nog zo beroemd. Nokie zelf was een bescheiden eenvoudige man. Je zult bij hem geen grootdoenerij bemerken, geen kapsones en  waar hij voor gaat is zijn muziek. Dat lieve mensen is voor mij nummer een; wereldberoemd en toch gewoon, dat is een teken van grootheid. Ik vind dat in ons circuit van muzikanten velen dat voorbeeld zouden moeten aannemen, het duidt op een innerlijke rust en de zelf-verzekerdheid zodat je als muzikant geen last van bewijs-zucht hebt, wat eerder een teken van onzekerheid is.

Je leert veel van de Amerikaanse wijze van muziek maken als je ooit met een van hun het podium deelt, niet alleen qua techniek maar meer zoals je moet zijn als muzikant, gitarist of what ever may be. Gewoon jezelf zoals je bent en nooit beter willen zijn dan een ander, dat lieve mensen is een teken van zwakte. Ik ben zo gelukkig en voel me gezegend dat ik dit mocht meemaken.

Music is our first love and it will be our last. En de rest eromheen? Ach.....

 

Lees verder…

Petitie ‘Unbroken’

10897289871?profile=originalPetitie  ‘Unbroken’

De Amerikaanse actrice Angelina Jolie kondigde eind vorig jaar aan te zullen stoppen met acteren. Ze is echter al een tijdje actief als filmproducent. ‘Unbroken’ is de derde film die ze zelf regisseerde. De film gaat over Louis Zamperini, een Italiaanse Amerikaan, die op zijn negentiende jaar meedeed aan de Olympische Spelen van Berlijn in 1936. De Spelen waarin Jesse Owens schitterde met zijn legendarische overwinning, die zich daarmee de woede van Hitler op de hals haalde.

 

 

Zamperini ging tijdens de Tweede Wereldoorlog in dienst bij de Amerikaanse Luchtmacht. Tijdens een van de bombardements-vluchten crasht zijn vliegtuig, dobberde hij 47 dagen op zee en belandt uiteindelijk in een Japans krijgsgevangenenkamp. De film opent sterk met een luchtduel, waarbij Zamperini’s vliegtuig wordt aangevallen door door de Japanse gevechtsjagers. Het is verder niet zo’n bijster flitsende film, die bovendien in totaal slechts 137 minuten duurt.

 

Een gegeven moment wordt de film zelfs een beetje theatraal wanneer Zamperini een houten balk optilt om zo zijn superieure mannelijkheid te bewijzen tegenover een sadistische Japanse

 

 

kampcommandant. Deze en nog meer scènes, die de Japanners op de hak nemen, is in Japan in het verkeerde keelgat geschoten.    De Japanse nationalisten noemen Jolie zelfs een racist en ze eisen dat zij Japan nooit meer mag betreden. Haar film zet volgens de rechtse Japanners het ‘nobele imago van de Japanse soldaat’ in een kwaad daglicht. Het beeld van de Japanse soldaat in de Tweede Wereldoorlog komt niet overeen met de werkelijkheid, zeggen ze.

Een en ander ligt duidelijk in de lijn van de Japanse manier van nationalistische geschiedschrijving die veel van de gruwelijkheden  die door het Japanse leger zijn begaan, ontkent.

 

Om hiertegen in verweer te gaan is in de Verenigde Staten een handtekeningenactie gestart, die doorgaat zolang de film in de cinema’s draait en deze te presenteren aan de Japanse ambassade. Doel van de petitie is om een groot debat aan te zwengelen, waarin Japan uit-eindelijk meer verantwoordelijk-heid op zich neemt in het erkennen van het oorlogsverleden en dat ook met de volgende generaties deelt. Het lijden van zovele mensen tijdens de Japanse bezetting mag niet als leugen worden afgedaan.

 

De Amerikaanse organisatie “The Indo Project” beheert deze petitie en nodigt iedereen uit deze te tekenen.

Het motto van de petitie is: STOP THE BAN ON ANGELINA JOLIE’S MOVIE, UNBROKEN, IN JAPAN. De geschiedenisvervalsing mogen we niet langer accepteren. Ook heeft het huidige Japanse volk het recht om  te  weten wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is. Nu, bijna

 

 

zeventig jaar na dato wordt dit hoog tijd.

The Indo Project heeft een archief waarin vele verhalen van Indische mensen zijn opgeslagen, die u kunt lezen. Wilt u zelf ook een verhaal laten opnemen, stuurt u dan uw verhaal naar:

stories@theindoproject.org      Wilt u de petitie tekenen, gaat u dan naar:

https://www.change.org/p/the-japanese-embassy-in-washington-d-c-stop-the-ban-on-angelina-jolie-s-movie-unbroken-in-japan?just_created=true

 

Wilt u een trailer zien van de film ‘Unbroken’, dan kunt u dit zien via de volgende link:

https://www.youtube.com/watch?v=ebHji2c_ciU                                      Alle overige informatie kunt u vinden op de website van The Indo Project:

www.theindoproject.org.

Lees verder…

Met CHARD mee naar Spanje

10897289295?profile=originalMet CHARD mee naar Spanje

Van maandag 7 t/m woensdag 16 september 2015 kunt u mee met een 10-daagse reis naar Malgrat de Mar in Spanje aan de Costa del Maresme. U verblijft in Hotel Papi op basis van vol pension. U reist dan mee met de topband Chard (waar onze vaste columnist Albert van Prehn in speelt), waarmee u zich in geen beter gezelschap kunt wensen waar het om de drie Kumpulans gaat die u samen met Chard kunt meemaken Alle kamers zijn voorzien van TV, telefoon, kluisje (te huur), airco, balkon met zitje en een badkamer met bad/douche en toilet. Het hotel heeft een royaal buiten-zwembad en een jacuzzi. Er is een doorlopend buffet met slow cooking  gerechten.  Het  hotel ligt

op 200 m. van het strand en scoort hoog in de recensies. De reissom bedraagt € 364,00, incl. de busreis per royal class en toeristenbelasting. Toeslag voor een eenpersoonskamer is € 95,00. Versnaperingen, drankjes en de reis-/annuleringsverzekering zijn niet bij de prijs inbegrepen. Indien u vóór 15 februari boekt, geldt een vroegboekkorting van € 30.00 Bij aanmelding is een aanbetaling van € 100,00 verschuldigd. Wilt   u deze reis meemaken, meldt u zich dan aan of vraag nadere inlichtingen bij de heer G.Wouda, 06-29505672, of via e-mailadres: gwouda@upcmail.nl.

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives