Alle berichten (2940)

Sorteer op

Onthulling Standbeeld “De Indische Tantes”

10897278686?profile=originalOnthulling  Standbeeld  “De Indische Tantes” 

De onthulling van het standbeeld “De Indische Tantes” dat Den Haag door Yvonne Keuls geschonken wordt, was oorspronkelijk gepland op 14 september. Doordat echter op de plek van het strandbeeld uitgebreide werkzaamheden aan het hoofdriool en herbestrating plaatsvinden, is het uitgesteld tot 5 oktober.

Maar dan is het ook zover en kunnen de Indische Tantes tot in lengte van jaren uitkijken op het fraaie Frederik Hendrikplein. 

Het  standbeeld  is een geschenk van Yvonne Keuls, die van de Gemeente Den Haag de Cultuurprijs uitgereikt kreeg en het daarbij behorende geldbedrag “teruggaf” voor het vervaardigen van een mooi bronzen standbeeld, voorstellende twee van de hoofdpersonen uit haar boeken.

Dat dit bedrag onvoldoende was, bleek al gauw en leidde tot een crowdfunding, waaraan in recordtijd vele donateurs gehoor gaven en het totaal benodigde bedrag bij elkaar was. In totaal is er € 75.000 mee gemoeid. Gelukkig hebben ook enkele grote fondsen hun bijdrage geleverd.

Yvonne Keuls is ieder die heeft bijgedragen aan het project enorm dankbaar. Het beeld is gemaakt door de schilder, tekenaar en beeldhouwer Loek Bos. De onthulling van “De Indische Tantes” zal, zoals gezegd plaatsvinden op zaterdag 5 oktober aanstaande van 13.00 tot 15.00 uur, in tegenwoordigheid van de donateurs die zo gul hebben bijgedragen aan de realisatie van Tante Toetie en Tante Pop, die door de boeken van Yvonne zo onlosmakelijk met Den Haag verbonden zijn.

 

Lees verder…

Indonesie - Korte berichten

Indonesie - Korte berichten  

10897276852?profile=originalBali krijgt op één na grootste standbeeld ter wereld

Een projectontwikkelaar in Bandung heeft een plan om een standbeeld van 126 meter te bouwen op Bali. Het beeld, waarvan het plan op de plank kwam te liggen na de Aziatische financiële crisis van 1998, wordt het op één na grootste standbeeld ter wereld. Alam Sutera Realty stelt 38 miljoen euro ter beschikking om het Garuda Visnu Kencana beeld te gaan bouwen. Het torenhoge beeld wordt gemaakt van 4000 ton koper en verbeeldt de Hindoeïstische God Visnu, die op de rug van een Garuda

Detail van het op Bali geplande standbeeld

(de mythische vogel die het symbool is van Indonesië) door de hemel rijdt. Wanneer alles volgens de plannen verloopt moet het beeld over een jaar of drie af zijn. De projectontwikkelaar 

denkt zijn investering terug te verdienen door middel van het nog aan te leggen park er omheen. Het allergrootste standbeeld overigens, staat in China. Het beeldt met zijn 128 meter de Valcorana Boeddha uit en staat in Lushan.

Grootste Boeddhabeeld van Indonesië komt ook in Bali

Momenteel wordt er op Bali hard gewerkt om een gigantisch Boeddhabeeld af te krijgen. Met zijn 25 meter wordt het het hoogste Boeddhabeeld in Indonesië en komt op het terrein van het Empu Astapaka-klooster in Gilimanuk in West-Bali. Als alles volgens plan verloopt wordt het beeld op 6 juni volgend jaar ingewijd. 

Het boeddhistische klooster waar de nieuwste toeristische trekpleister van Bali komt, is vernoemd naar een boeddhistische wijze, die in de vijftiende eeuw op verzoek van Koning Dalem Waturenggong een bezoek bracht aan Bali als spiritueel adviseur van de Koning. Het grootste Boeddhabeeld ter wereld is 35 meter hoog en staat op het eiland Macau.

10897252253?profile=originalAcht inwoners Riau dagen Indonesische President voor rechter

Acht inwoners van de Sumatraanse stad Riau spannen een civiele procedure aan tegen President Susilo Bambang Yudhoyono aan. Ze stellen hem mede aansprakelijk voor de klimaat-verandering in Indonesië en 

de bosbranden in Riau. De inwoners van Riau menen dat de natuurschade heeft geleid tot overstromingen en extreem weer. Hierdoor hebben boeren en vissers grote financiële verliezen geleden. Zo zouden er meer plantenziektes voorkomen op de boerderijen en plantages en is er nog

 10897277061?profile=originalOp deze satellietfoto - zijn duidelijk de helse vuurzeeën en de rook te zien op Sumatra

nauwelijks goede vis te vangen in de zee. Door de rook, veroorzaakt door de enorme bosbranden, zijn de mensen niet meer in staat om normaal hun werk te doen. President Yudhoyono is overigens niet de enige staatsman die in deze zaak gedaagd wordt. Ook de Minister voor Milieu en de gouverneur van Riau worden verantwoordelijk geacht voor de bosbranden en de daarbij gepaard gaande klimaatveranderingen.

Ziek en gezond in Indië

Met onze Indische wortels hebben wij ons bestaan te danken aan de zorg van de doktoren voor onze Indische   of Hollandse voorouders. Zij hebben ook gezorgd voor een goede volksgezondheid, militaire heelkunde en zending/missie-ziekenhuizen. De Werkgroep Medische Geschiedschrijving wil de geneeskunde in het voormalig Nederlands-Indië gaan beschrijven. Het eerste project is      het Geneeskundig Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië(tot 1942). Het was geheel in het Nederlands geschreven  en daarom kunnen de huidige Indonesische artsen en onderzoekers de geschiedenis van hun vak niet meer bestuderen. Er is nu een initiatief om het tijdschrift toegankelijker te maken. Samen met Indonesische deskundigen van de Indonesische Academie voor Wetenschappen, wil men een Engelstalige bundel samenstellen over de verschillende ziektes, die indertijd in Indië heersten en wat er toen aan gedaan werd. Alle medewerkers aan het project (meestal gepensioneerde artsen) doen dat op basis van vrijwilligheid en specialisme. Tevens hoopt men in Indonesië een cursus aan te bieden om daar collega’s te trainen in het doen van onderzoek naar de geschiedenis van de geneeskunde in hun land. Helaas haat dat niet zonder kosten.

10897277278?profile=originalFoto - Groep inwoners van Cheribon tijdens een uitbraak van malaria in 1917

 

Indien u dit initiatief sympathiek vindt, bent u uitgenodigd om dit project te steunen. Indien u als particulier dit project steunt met € 30 dan krijgt  u een exemplaar van het boek (dat in 2015 uit moet komen) gratis toegestuurd. Organisaties die € 150 of meer doneren ontvangen dan drie exemplaren.  Men is vooral geïnteresseerd in de persoonlijke verhalen over ziektes en van artsen in Indië, zowel beschreven als in foto’s of schetsen. Ter ondersteuning is men gaarne bereid om een voordracht over medische zorg in Indië op een bijeenkomst  van uw organisatie te houden. Hoopgevend is in ieder geval dat momenteel hard gewerkt wordt aan de bestrijding van onder andere lepra, tuberculose, aids. Malaria en dengue door een intensieve samenwerking tussen Nederlandse en Indonesische artsen en onderzoekers. Uw bijdrage kunt u storten op ING nr. 125774 van de Nederlandse Vereniging voor Tropische Geneeskunde, onder vermelding van “Geneeskundig Tijdschrift”.  

Voor nadere inlichtingen kunt u contact opnemen met Dr. J.P. Verhave, woordvoerder van de Werkgroep Geschiedenis van NVTG/ project Medische Geschiedschrijving. Adres: De Zoom 4, 6581 DZ Malden.  E-mail:jpverhave@hotmail.com

Lees verder…

10897252253?profile=originalVrees voor meer intolerantie

Tijdens een toespraak ter gelegenheid van de 68e verjaardag van de Indonesische onafhankelijkheid, heeft de Indonesische President Yudhoyono zijn grote bezorgdheid geuit over de toename van geweld tegen mensen  en bezittingen van religieuze minderheden in Indonesië.

Een ‘trend’ die in zijn ogen absoluut onacceptabel is. Hij roept zijn landgenoten op om tolerant te zijn tegen elkaar. Sinds 2002 worden religieuze minderheden als Christenen, Boeddhisten en volgelingen van Ahmadiyah steeds vaker aangevallen door radicale soennitische moslims, die veelal banden hebben met terreur-organisaties zoals Al Qaeda.

Zo ontploften er vorige maand drie bommen in een Boeddhistisch klooster in Jakarta en vielen Christelijke kerken ten prooi aan brandstichters.

Volgens de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch waren er alleen al in 2012 zo’n 260 ernstige incidenten       in Indonesië, waarbij religieuze minderheden werden aangevallen door radicale moslims. Deze aanvallen worden volgens Human Rights Watch aangemoedigd door sommige kabinetsleden en lokale politici. 

Lees verder…

Herdenking Papua strijders 2013

Herdenking Papua strijders 2013

10897276277?profile=original

Vorig jaar, na een aantal jaren van werk en veel gesprekken, realiseerde het Comité Papua Monument Bronbeek onder de bezielende leiding van Nieuw-Guinea veteraan Joop Bergsma dit monument voor alle Papua strijders.  Met dit monument wordt de waardering geuit voor de inzet en offers van de Papua’s. Het monument werd op 1 oktober 2012 onthuld door Luitenant-generaal Oostendorp.

De onthulling werd mogelijk door de grote rol die de leiding van het Militair Tehuis Bronbeek hierbij speelde. Aan de totstandkoming werd door verschillende organisaties financieel bijgedragen. Maar vooral de privé-bijdragen van de Nieuw-Guinea veteranen zelf maakten dit mogelijk. Mede door deze belangstelling die bij de doelgroep speelde, heeft het Comité zich beraden of er een jaarlijkse officiële herdenking bij dit Papua Monument mogelijk is.

Het Comité was daarom op zoek naar een vereniging of stichting, die actief is onder de Papua’s, die deze jaarlijkse herdenking als activiteit gestalte kan geven. Aanvankelijk leek dit niet te lukken, maar uiteindelijk werd de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 hiertoe bereid gevonden.

Ondanks het feit dat de tijd om een herdenking op 2 oktober 2013 te organiseren erg krap is, heeft het Bestuur van deze Vereniging toch besloten om dit jaar een herdenking  te houden. Vanwege de korte voorbereidingstijd is echter wel gekozen voor een sobere bijeenkomst.  Op dit moment is daarom het volledige programma nog niet bekend. Wel zijn alle Papua’s en Nieuw-Guinea veteranen van harte uitgenodigd om de herdenking bij te wonen.

Wilt u namens uw vereniging of stichting een krans of bloemstuk leggen bij het Monument, verzoekt de organisatie u dringend om dit uiterlijk 27 september 2013 kenbaar te maken via het onderstaande E-mailadres: hensaradvies@jaapvanhensbergen.nl U dient zelf zorg te dragen voor de tijdige bezorging van krans of bloemstuk bij Bronbeek.

Monument Papua strijders in Bronbeek

Het voorlopige programma is als volgt:

12.00-12.30 uur: aankomst gasten.

12.30-12.50 uur: welkomstwoord door Kolonel Dulfer, Commandant van Bronbeek.

12.50-13.05: Toespraak J.J. Bergsma.

13.05: Toespraak door Cees Aarts, voorzitter Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962; daarna kranslegging(en).

13.45 uur: Indische maaltijd in de Kumpulan (zie hieronder).

Vanaf 13.45 bestaat de mogelijkheid om in het Reünie en Congrescentrum De Kumpulan op het Landgoed Bronbeek deel te nemen aan een uitgebreide Indische maaltijd. Deze maaltijd is een optie en is op eigen kosten. Hiervoor dient u zich tevens van tevoren aan te melden via het onderstaande e-mailadres. Hierbij graag uw adres en telefoonnummer vermelden en het aantal deelnemers. Bij aankomst op Bronbeek kunt u na deze reservering op de dag zelf een maaltijdvoucher kopen. De prijs hiervoor is € 21,50, inclusief een drankje. Ook hierbij geldt als uiterste inschrijving: 27 september 2013. Aanmelden: Tel: 026-3649294 (behalve op maandag) of via e-mail: info@kumpulan.nl.                                      Het adres van Landgoed Bronbeek is: Velperweg 147, 6824 MB Arnhem.   

Lees verder…

OORKONDE HALL OF FAME =

 10897278462?profile=original
Deze OORKONDE  wordt  toegekend  aan hen vanwege 
        HONORABELE en Langdurige  Verdiensten in de Sportwereld .
                               ==================================================
 
    = OORKONDE  HALL OF  FAME = 

 

           UIT GEREIKT IN  OSS  NOORD BRABANT 

                                AAN

                    KEPALA ALIRAN 

          Perguruan  Pencak  S ilat 

                         = MANYANG  EUROPA =

          PANJI  MAS JOKO SETIYO SUSENO

          SIR  C.DON KESSING  

 

 

===============================================

        Charter Hall of Fame

 

                      Awarded, in Oss North Brabant NL,

                     to Kepala Aliran Perguruan Pencak Silat
                    
=Manyang Europe=

 Panji Mas Joko Setiyo Suseno
Sir C.Don Kessing

 

 

Lees verder…

Gisteren naar buitenkampers geweest

10897267875?profile=originalGisteren naar buitenkampers geweest en vooraf gezellig gecobrol met Hetty en Joris.



Net als de première waren beide voorstellingen goed gevuld. Overigens waar staatssecr. van Rijn deze bijwoonde en waar ruim 1000 bezoekers op af kwamen.  Buitenkampers is buitengewoon goed gedocumenteerd dat zo als archiefmateriaal kan worden gebruikt of bij scholen kan worden getoond voor een stuk geschiedenis dat 67 jaren onderbelicht is geweest. Dit is ook niet te verbazen dat werd ondersteund o.a. door de historicus Herman Bussemaker (Oud vz. IP).

Aan het einde van de voorstelling kreeg Hetty een staande ovatie van het publiek. 

Wat op viel na de voorstelling bij Q & A dat jongeren aanwezig waren  van de derde generatie. Ook gerichte vragen werden gesteld "van hoe de filmmakers is gelukt om deze ouderen aan het spreken te krijgen", terwijl hun ouders of groot ouders als het graf zwegen over deze bizarre periode. Andere weer vond dat de Buitenkampers werden ""ontzien en als verraders werden neergezet.  De film weer gaf hier een gefundeerde verklaring dat velen nu weer met opgeheven hoofd door het leven kunnen. Andere weer die zeer geemotioneerd de filmmaker bedankte dat eindelijk De Buitenkampers worden uitgelicht anno 2013.

Wat mij persoonlijk raakt een vraag van Nederlandse zonder Indische achtergrond  anno 2013 nog niet hetverschil wist tussen Indische Nederlanders (indo) en Indonesiërs.  Toch bizar nadat Indië 350 jaar van Nederland is geweest.

Daarna stapte ik naar delegatie van het filmfonds die het Q & A begeleidde, en liet weten bizar deze ontwikkelingen dat Nederlanders het verschil niet weten tussen Indo (Indische Nederlander) en Indonesiër. Erop gewezen dat op et forum van ICM al 15 jaren  door schrijvers, moderators en columnschrijvers  wel 1000 keren uit de doeken is gedaan. Hier ligt een taak van het Indisch Platform (IP)  om politiek Den Haag aan het jasje te trekken om inhaalprogramma op scholen te implementeren, en desnoods door het tonen van de reeds gemaakt Indische documentaires op de scholen. 

Nogmaals voor mensen die het niet weten in onze aderen stroomt Hollands- en Aziatisch bloed ofwel vader / moeder is Hollander of andersom gemengd met Aziatisch bloed.

Buitenkampers draait in 17 bioscopen, zie programma op ICM! 

U moet beslist deze documentaire film zien.

10897268253?profile=original

Lees verder…

10897266653?profile=originalKousbroeks “Oostindisch Kampsyndroom”

Besproken door: Pjotr.X. Siccama – deel 8

  

70 jaar geleden kwam het moment van absolute stilte en duisternis en had iedereen het gevoel dat de Wereld in een flits ten onder zou gaan bij de gebeurtenissen in Hiroshima en Nagasaki.

 De vraag die Kousbroek zich stelt met betrekking tot deze schokkende gebeurtenissen op Hiroshima en Nagasaki is pijnlijk, maar voor de toekomst voor de mensheid interessant: Ten eerste schrijft hij dat hij zeer waarschijnlijk de oorlog niet had overleefd als de atoombom er niet was geweest. – Dat geldt ook overigens voor velen. Dan komt de vraag in hem op, dit naar aanleiding van het werk “The night of the new moon” van Laurens van der Post, of er misschien in die WO II een wapenstilstand (zonder dat die atoombommen zijn gegooid op Hiroshima en Nagasaki)) mogelijk was geweest.

Het is begrijpelijk van Kousbroek om daar over te filosoferen en hij dacht dat het niet onmogelijk was geweest. Ik wenste dat het waar was.

Ik denk dat het onmogelijk was geweest (even afgezien van de onzekere rol van de Sowjet Unie waar Kousbroek, overigens terecht, naar verwijst). Toegegeven, het was al gecompliceerd genoeg in die tijd en omstandigheid, nog complexer nu na 70 jaar dat afschuwelijke drama sec in alle bijzonderheid te onderzoeken. Nogmaals denk ik, zoals gezegd dat het volstrekt (én helaas) onmogelijk was geweest en wel om verschillende redenen.

Het was in zeer beperkte kring bekend dat Duitsland, alle historische gegevens die ons bekend zijn ten spijt, in het diepste geheim nagenoeg klaar was om die atoom- bom te ontwikkelen en ook te gebruiken. (ook in Europa) Wat dat betreft kennen wij de Oosterburen maar al te goed: “Die allerbeste zu benutzen und nicht nur im Krieg..” en lijken zij op Japan, waarvan Kousbroek ook terzijde opmerkte dat Japanners, “.. algemeen wordt aangenomen dat zij klaar zouden staan om zich tot de dood toe te vechten…”  Ziedaar de onwrikbare houding van de agressors (weliswaar bijkomstigheden, maar van groot belang). Et voilà een van de vele dilemma’s. De tweede parallelle vraag was of die bommen ook gebruikt zouden worden in de rest van de Wereld, Europa bijvoorbeeld. Die vraag kan gerust bevestigend worden beantwoord.

De hele wereld herinnert zich nog wel die genante en naïeve vertoning van de Britse minister (van Buitenlandse Zaken) Chamberlain, zwaaiend met een stuk papier voor de wereldpers waarin de tekst van het verdrag van München was vervat en Chamberlain dacht Europa (en de Wereld) te hebben gered door o.a.de uitspraak te doen: “Peace for our time”. Een naïviteit van een Engelse gentleman die dacht dat Hitler een normaal mens en vredestichter was. – Met het Verdrag hoopten de wereldmogendheden immers dat Hitler geen veroveringen meer zou  doen, en zijn verdere plannen tot expansies liet varen. (men zou toen ook al kunnen zeggen dat het Münchener Verdrag een soort poging tot een echte vrede c.q.wapenstilstand was). Wij wisten wel beter.

Ik moet bij deze passage van Kousbroek eerlijk toegeven dat men over juist dit punt niet uitgepraat raakt, alleen al vanwege de ernst ervan.

Stellen we ons eens voor dat (om nog in Kousbroeks gedachte te blijven), aan de andere kant, (hypothetisch wel te verstaan) het wel mogelijk was geweest om te komen tot een soort wapenstilstand: wanneer zou die wapenstilstand dan tot stand moeten komen? Direct na het Müncher “depêche” misschien? dat geen succes werd en een Britse (lees Europese) afgang  en voor heel de Wereld fataal werd? Toen was er misschien, ja misschien, een kans van 0,001% om dat er nog uit te kunnen persen, maar gezien de agressor en miscreant Hitler nu eenmaal de duivel in eigen persoon was en dus bij voorbaat onbetrouwbaar was gebleken, was het absoluut geen optie. Was het ons niet bekend dat deze duivel der duivels Hitler de Duitse natie, indien hij de oorlog (nog voor hij zelfmoord plannen had) in zijn graf mee wilde sleuren?  

Maar nu we toch aan het theoretiseren en hypothetiseren zijn, wil ik hier toch op ingaan en is de tijd waarin dit moest gebeuren, van belang. Moest het misschien direct na de aanval op Pearl Harbour gebeuren of direct bij de inval van bijvoorbeeld Polen of inlijving van Voor deze laatste optie is het al helemaal te laat om één belangrijke reden: de tijd; men kon de tijd letterlijk (en figuurlijk) niet meer terugdraaien. Het zou onacceptabel zijn voor de geallieerde mogendheden zijn om daaraan te denken, aangezien nagenoeg de helft van Azië en de Pacific al onder de voet waren gelopen door Japan, hele volkstammen al waren afgeslacht, miljoenen burgers tot slaaf gemaakt en de helft van de Wereld (inclusief bezetting van grote delen van Europa) en bovendien voor heel het leven getraumatiseerd. Vermoedelijk was er geen mogendheid ervoor te vinden die onder die omstandigheid nog over een wapenstilstand wilde spreken, laat staan onderhandelen. Er was zelfs, had ik altijd begrepen, achter de schermen in het diepste geheim nog gepoogd om de uiteindelijke beslissing om die atoombom niet af te werpen en dus niet uit te voeren, door de agressors als bluf werd gezien. Het was zo onfortuinlijk allemaal. De gevolgen op alle terreinen in de menselijke geschiedenis zijn tot op heden desastreus en nauwelijks meer te herstellen.

Geen weldenkend mens kan atoombommen goed vinden. Als kind had ik al de grootste moeite mee, zo niet onmogelijk om een foto van de gebeurtenissen in Hiroshima en Nagasaki onder ogen te krijgen. Ik hoef het niet te zien, ik weet het, maar stel het me niet voor: ik heb niets met wapens, ondanks mijn grote technische kennis op dat gebied, (mijn vader was expert par exellence en een groot jager: van hem heb ik de kennis) maar uit hoofde van mijn professie uit mijn geheugen verbannen. Reflecties van die kanten wil ik te allen tijde voorkomen. .

Dan een andere mogelijkheid voor een wapenstilstand: Na de inval in Bohemen (en Oostenrijk)? Of misschien wel vlak vóór de atoombom op Hiroshima en Nagasaki? (Want dát bedoelt Kousbroek natuurlijk, gezien het verwerpelijke karakter en de allesverwoestende uitwerking van het atoomtuig) Uit de geschiedenis weten we maar al te goed dat Hitler Duitsland volstrekt onberekenbaar en onbetrouwbaar was gebleken in onderhandelingen terwijl in het oosten van Azië de legioenen (nog voor de aanval op Pearl Harbour)  uiterst scherp en zowaar stonden te trappelen (en in de startblokken), om de helft van de Wereld met alle geweld in te nemen.

Het grote Kwaad is immers al geschied en het ongeschreven pact tussen de twee duivels liet geen enkel rustpauze toe.

Nemen we bijvoorbeeld  nog een periode: tussen 1941 en 1943 (nog in de gedachte van Kousbroek): Zowel de Japanners en de Duitsers beleefden hun hoogtepunten met hun veroveringen: het is voor hen bij een wapenstilstand ondenkbaar dat zij al hun successen zouden moeten inleveren.

Stel dat alle partijen tot een zekere wapenstilstand waren gekomen in deze periode (1941/43);  we kunnen dan op onze klompen aanvoelen dat de agressors van de gelegenheid gebruik zullen maken de eventuele zwakheden van de mogendheden eens goed te analyseren (en niet te vergeten te testen!); en die tijd zouden Duitsland en Japan benutten om nog meer gruwelijke strategische plannen te ontwikkelen en deze ten uitvoer te brengen.

 

Dat respijt mocht hen immers niet worden gegund was de gedachte. Tegen duivelstaten viel niet te praten, onderhandelen voor een wapenstilstand was geen optie en rest van de


Wereldmogendheden zaten met een levensgroot dilemma om tussen leven en dood te beslissen. Dat bij hen toch hoe dan ook een afgrijselijke afweging moest zijn geweest

was evident om uiteindelijk naar het ultieme middel te grijpen als laatste redmiddel om de Wereld op het nippertje nog te kunnen redden.

 

Het jaarlijks terugkerend herdenkingsritueel in Hiroshima (Japan), is me al een tijdje opgevallen, een eigen leven gaan leiden; dat wil zeggen dat het niet alleen gaat om de vreselijke gebeurtenis die ontelbare slachtoffers heeft gemaakt, maar ook om in de ogen van de Wereld stil te staan bij het feit dat het Kwaad overal op de loer ligt, zonder direct of specifiek naar iets te verwijzen. Maar wij weten dat het niet minder is naar de ‘schuldige’ van de gebeurtenis: de V.S.

Het is een algemeen groot verwijt aan de Japanse overheid dat op de Japanse scholen nog steeds niet de waarheid wordt verteld (en geschreven!) over de historie van met name deze periode, juist waar Japan een cruciale rol heeft vervuld. Als de Nederlandse hisorici kunnen liegen over hun geschiedenis, dan spant Japan hierin wel de kroon. Het feit dat de Japanner niet eens de moeite neemt om zich in zijn eigen geschiedenis te verdiepen is heel

 10897274273?profile=original

 Minister van Buitenlandse Zaken van Groot Brittannië  bij aankomst in Londen nadat het Verdrag van München 1939 met het Müncher document in zijn hand.

10897274294?profile=original10897275266?profile=original

Het Tokyo Tribunaal.1945/46. Zaal  waar de Internationale rechters zitting hielden.

 10897275667?profile=original

Tokyo Tribunaal: Hedeki Tojo – politicus en generaal die de aanval

op Pearl harbour op zijn geweten had. –  opgehangen in 1948.


merkwaardig en bizar; het zal alleen maar kunnen leiden tot nog meer misverstanden als men het land beter wil leren kennen. De Japanner vraagt zich ook niet af wat en waarom zo’n Vredesmuseum nou in Hiroshima voor werd opgezricht.

Ja,in  Hiroshima staat een Vredesmuseum (geen oorlogsmuseum zoals gebruikelijk in landen waar WO II had gewoed- men vraagt zich af waarom niet), waar, in het gastenboek een Duitse bezoeker aan God vraagt of hij de Amerikanen alsjeblieft intelligenter wilde maken in de toekomst? De vraagt rijst met die zin (het staat werkelijk in het gastenboek) meteen bij me op hoe opvallend dit toch weer is. Het zou voor de Japanse maatschappij nu eens tijd worden openheid van zaken te geven en de Wereld niet nog eens te bedriegen om bijvoorbeeld een premier toe te staan om een eerbetoon te laten brengen aan een shintotempel waar de overblijfselen van de bekende (en onbekende) oorlogsmisdadigers liggen, tot grote ontsteltenis van  vele landen in de Wereld.

 

Kousbroek maakte gewag van die schattige meisjes in matrozenpakjes die met enqueteformulieren in de hand de (voornamelijk westerse neem ik aan) toeristen vragen hoe zij denken over vrede etc. en of ze het enquêteformulier wilde invullen. Wanneer je propaganda wilt maken voor de Vrede, kun je moeilijk aan ze vragen hoe ze over oorlog denken. Maar die naïeve “poor Japanese young girls”, hadden, schijft hij, er geen idee van waarmee ze de touristen om de oren slaan. Volgens mij begrijpen ze hun eigen Vredesmuseum niet (wat moet ik me daar precies bij voorstellen?) en maken hoegenaamd geen enkel verband met WO II incusief de atoombom.

Kousbroek, een beetje speels “Je zou op het enquêteformulier willen schrijven: ‘I like peace, very good, Japan makes war. Many people die. Atom bomb make peace.’”

Maar dan ben je verder uitgepraat. Ze horen wat ze willen horen, meer niet, vandaar ook denk ik het bestaan begrijp van hun opgerichte ‘Vredesmuseum’ waar niettemin allerlei (oorlogs) memorabilia en andere oorlogsdocumentaten worden tentoongesteld. Het is nog hypocrieter dan ik dacht.

 

10897275862?profile=original

Monument in de stad Hiroshima.

 


Volgens de Japanse mythologie komen de Japanners voort uit een God en het land Japan is een land dat diezelfde God speciaal voor hen gecreeerd had, een Japanse God natuurlijk.

Dit krijgers volk (oorspronkelijk waren ze vissers en later landbouwers) vertoont een merkwaardig soort superioriteitscomplex dat direct te maken moet hebben met zijn Shinto-achtergrond en gecultiveerde shintoleer.

De shintoleer, van oorsprong animistisch van aard (natuurgoden) is algemeen verspreid onder het Japanse volk en vormt een basis voor een specifiek sociale ordening (en mentaliteit) en zorgt voor een zekere eenheid van dat Oosters volk tot nu toe. De shintoleer beschouwt de Japanner als een (hun tweede) religie, wat eigenlijk geen religie is, zoals het Christendom.  (Het Budhisme is hun 1e religie.)

Als het volk goddelijk is, dan moet de leider, in de persoon van de keizer, wel de reïncarnatie zijn van een god op aarde. En zo geschiedde, dat dit volk in het begin van de dertiger jaren meende zijn goddelijke afkomst te moeten testen door allereerst het Noord/Oosten van het Aziatisch vasteland binnen te vallen en te annexeren; wat daarna kwam is geschiedenis.

 

Over de rol en positie van Hirohito in WO II is heel wat gezegd en geschreven. Kortom hij zou van al die oorlogsplannen van de militaire elite niets geweten hebben (waar hebben we dit eerder gehoord?). Ik weiger dat nog steeds te geloven. Niemand trouwens. Wij weten immers dat in de Japanse generale staf – de admiraliteit o.a. – leden van Hirohito’s familie diverse functies bekleedden?

Alhoewel hem zijn  “goddelijke status” in 1945 na de 2e WO door de wereldmogendheden werd ontnomen voordat het proces tegen de overige oorlogsmisdadigers begon, kwam er nou net geen monarchiale agendapunt voor op de lange lijst van Mac Arthur, (was nog even in de ijskast gezet) omdat deze dacht Hirohito nog voor wat anders nodig te hebben. En dat “anders” bleek een gevaar dat op de loer scheen te liggen in de mogelijke claims van China en de Sowjet Unie met betrekking tot Japan zelf en nog veel zaken waarmee de twee grootmachten met Japan nog een appeltje te schillen hadden. Maar ook dat de VS in casu Mc Arthur allerlei afspraken met  Hirohito wilden maken wat de Vs (c.s.) al uitgebroed hadden na afloop van het Tokyo tribunaal. Hoe dan ook, het vermeende gevaar ( claims waarvoor de mogendheden bang voor waren) bleek achteraf mee te vallen en ging dus als een nachtkaars uit: met als gevolg dat Hirohito mocht aanblijven als staatshoofd, met niet mis te verstane voorwaarden en de ons bekende implicaties. Voor de overige mogendheden en het Tokyo Internationaal tribunaal betekende dat een gemiste kans en een behoorlijke aderlating om Hirohito, net als zijn uitvoerder Hedeki Tojo op te hangen. 

 

Wordt vervolgd 

Pjotr X.Siccama

 

Lees verder…

10897278096?profile=originalUitzending

dinsdag 8 oktober 2013 17:35 uur, Nederland 2

Over de zogeheten 'buitenkampers' tijdens de Japanse bezettingen van Nederlans-Indië is een documentaire gemaakt. Dokter Ted over hoge bloeddruk en Han Oldigs en Ellen Pieters zijn te gast.

Image

De Indische Nederlanders, Indo's, zijn een vergeten groep oorlogsslachtoffers. Zij werden tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië niet in kampen geïnterneerd, maar moesten daarbuiten als 'tweederangsburgers' zien te overleven. Over deze zogeheten 'buitenkampers' is een documentaire gemaakt.

Te gast zijn Ernst Jansz en documentairemaakster Hetty Naaijkens. 
Onlangs is Documentairefilm in premiere gegaan die door staatscecr. Van Rijn werd bijgewoond naast andere prominenten,


De 106-jarige mevrouw Bakker is Ajax-fan in hart en nieren. Afgelopen zondag heeft zij voor het eerst een wedstrijd bijgewoond, als VIP! En dokter Ted reageert op de uitspraak dat huisartsen falen bij stervensbegeleiding

Lees verder…

Column Ellen Hauwert -

10897267286?profile=originalEen van de voorlaatste dagen van het Nederlands bestaan in Indonesia, de laatste schooldag. 

(Red. Een passage uit haar boek " Kind=Elly Hauwert Door de Kinderogen")

 

Onderweg naar school, langs de trambaan, liepen horden mensen over de rails en dwars over de straten. Van achter kwam een vliegtuigje laag aangevlogen. Het knetterde vuur rondom. Het geluid van een repeterend geweer vanuit de aanvliegende eendekker over de straten. Het inslaan en afketsen van de kogels. Niet alweer hè? dacht ik en ik minderde geen vaart. Gauw genoeg was ik op school. Onder de dikke boom hield ik me schuil.

Naast het schoolgebouw sloeg een bom in en de grond dreunde. De inslag resoneerde door het fundament van de school. Een run naar de klas. Er waren twee leerlingen. We namen afscheid en ijlden ons weg richting huis. ‘Veilig thuis allen!’ riepen we elkaar toe.

Op de weg terug zet ik er een vaart in. Jongelui reden en renden me na. Ik moest zigzaggend rijden tussen de dreigende mensen. Opzettelijk werd ik naar de trambaan geleid. Waar mijn voorband in de rail gleed en ik door de lucht vloog. Aan de overkant had ik nog Els Anthonijs en Vonny Ungeren  op de fiets naar school zien rijden.

Ik hoorde het snerpend snijdend  remmen van de tram. Met een harde klap die elk licht uit mijn ogen en in het hoofd  doofde viel ik vlak voor de tram die nog steeds op mij aan gleed. Snerpend vuurspuwend staal over staal, de remblokken.

Ik werd wakker op de operatietafel, waar drie artsen aan mijn hoofd werkten. Door de neusgaten en in de mond stoorden buisjes mijn ademhaling. Ik rukte ze eruit. Plots waren mijn handen vastgebonden. Ik voelde me machteloos. Ik voelde hoe een snee in de hoofdhuid werd dichtgenaaid. Ik tastte de wond af . Mijn arm verlamde loodzwaar en viel met een plof neer. Ik was weer buiten bewustzijn.

Veel later kwam ik weer bij. Ik werd gereden in een ziekenwagen. Twee broeders waakten over me.

‘Waar ben ik?’

‘We rijden je naar het Darmo ziekenhuis. Dichter bij je huis.’

Ellen Hauwert

Tot volgende keer!

 

===================================================================================================

Een select groep binnen ICM heeft het boek van Elly (Ellen) mogen ontvangen.

Op basis hiervan wordt  volgende week  de recensie van dit boek uitgebracht. Bij het lezen nu al een boek die door iedereen zeker gelezen moet worden.

Elly (Ellen) heeft door de ogen van het kind alle SPAM - filters afgezet en ongecensueerd die beelden uitgelicht tegen de achtergrond van de tijdlijn de gelukkige momenten voor de oorlog, de vreselijke oorlog met het leven in de Jappenkampen, de bersiap en uiteindelijk Holland. Een kind  die maar even van haar ouders heeft mogen genieten.

 

Als columnschrjver van ICM brengt Ellen periodiek willekeurig passages uit  "Door de ogen van het Kind".

In de uit te brengen recensies vertellen wij meer over de achtergronden van Ellen, want als bezig bei doet ze meer dan alleen columnschrijven op ICM.

Kunt U niet wachten op de recensie het boek is te bestellen bij de uitgeverCalbona Uitgeverij - www.calbona.nl - calbona@gmail.com

ISBN : 978-94-91872-05-01

 

 

10897273094?profile=original

10897273474?profile=original

 

 

 

 

Lees verder…

10897261876?profile=originalMijn levensverhaal - 4     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens

Ik was nu bijna 15 jaren oud en ik kon het thuis niet meer uithouden, door de vele pesterijen en tekortkomingen. Mijn eten was zeer miniem. Ik kreeg nooit vlees of vleeswaren, moest alleen met water en droog brood, veelal ook nog oud brood, genoegen nemen en den Besten had allerlei luxe artikelen, zoals roomboter, rookvlees, belegen kaas, haring en gerookte bokking en vele andere luxe eten, alles rond zijn eigen bord, met notities op verpakkingspapiertjes, zodat ook later, na zijn vertrek, mijn Moeder mij niets kon geven. Ik alleen maar margarine op droog brood had en pap zonder suiker en in de avonden alleen maar een boterham met muisjes. Ik mocht geen jam geen pindakaas, niets, niets. Hoe kon mijn Moeder dat kon aanzien, heb ik nooit begrepen. Vreselijk om zo aan een tafel te moeten zitten en dat allemaal aan te moeten zien. Ik moest gedwongen aan diezelfde tafel zitten, hij wilde dat ik dat meemaakte. Het was een ware marteling.

Uiteindelijk werd ingestemd om mij naar de Scheepvaartopleiding van de Pollux te laten gaan, toenmaals in het Amsterdam Oosterdok. In 1951 met mijn introductie, vertelde mijn moeder mij jaren later, van hoe die was geweest. De kapitein was een zekere Vietor. De introductie duurde bijna twee uren, in welke tijd ik in de gang voor de deur op de grond zat. Na mijn introductie adviseerde den Besten  mij hard aan te pakken tijdens mijn opleiding. Ik was ongehoorzaam, een dief en wilde niet studeren en ook was ik uiterst onbetrouwbaar.

De kapitein was door deze inleiding echter zeer geschrokken en wilde er niets van weten om mij aan te nemen. Mede door mijn Moeders verlegen inbreng veranderde de commandeur zijn houding. Na een betaling van 4000 gulden te hebben geaccepteerd, werd ik toegelaten. Die betaling van 4000 gulden gebeurde onder de tafel, omdat deze Pollux opleiding, door de scheepvaart maatschappijen van Nederland en de rederijen werden betaald.

Dat geld was echter ook bedoeld, om voor mij een harde behandeling af te kopen. Ik moest zoveel straffen krijgen, dat ik zelden de boot af kon komen, of om naar huis te kunnen komen voor een weekend. Na afloop werd er geborreld en hoorde ik veel gelach. Dit duurde in totaal twee uren.

Mijn behandeling

Tot het einde van mijn opleiding werd van alles gevonden om mij van te beschuldigen. Ook als het duidelijk was dat anderen het hadden gedaan, werd ik aangewezen voor straf. Eenmaal werd ook ik aangewezen, om het kwartier en verblijven van die kapitein op het achterschip van de Pollux, schoon te maken. Bij die gelegenheid was zogenaamd een nagelschaartje, verloren gegaan. Ik werd met de met leder bekleedde stok van een officier bont en blauw geslagen. Mijn keurig afgemeten kastje werd over een periode van drie maanden geregeld, soms dagelijks, ondersteboven gegooid en omdat er nooit iets werd gevonden en ik dus loog, werd ik weer geslagen en verloor mijn weekends. Tijdens de paar vrije weekends die mij nog restten, kon ik hooguit mijn grootvader in Amsterdam ontmoeten ergens op een plein of op straat, waarbij mij een paar gulden in de hand werden gedrukt. In een geheel jaar, dat die opleiding duurde kwam ik slechts twee tot drie maal thuis. Het schaartje werd uiteindelijk na afloop van mijn opleiding, achter

 

10897266871?profile=originalfoto - Adrian Lemmens als matroos bij  K.N.S.M.

het nachtkastje gevonden van het bed van die kapitein. De scheepskok waar de meeste jongens bevreesd voor waren en die altijd aan boord was, nam mij in het geheim onder zijn hoede en gaf mij ook de kans mijn grootvader in het geheim te kunnen ontmoetten. Hij werd mijn vriend. Met de afsluiting van die opleiding ging ik naar zee, en monsterde ik aan bij de K.N.S.M.  En nu begon dus de periode van mijn leven op zee en het complot en de aanslagen op mijn leven.

 

Mijn Scheepvaart periode

Met de beëindiging van mijn opleiding tot een lichtmatroos, op het opleidingsschip de Pollux, dat een replica was van een ouderwetse driemaster Barkentine, een zeilschip, toen in het Amsterdamse Oosterdok gelegen, had ik tevens mijn grote angst voor het water overwonnen, zwemmen geleerd en door het klimmen in de masten, mijn hoogte vrees leren onderdrukken, ondanks dat mij, bij grote hoogten, de haren in mijn nek nog altijd overeind gaan staan.

Ik wist niet dat met mijn eerste aanmonstering, die direct na mijn opleiding aanving, mijn moeder contact had gemaakt met mijn eerste toekomstige bootsman, hem op het hart drukkend, toch vooral goed op mij te passen, daar zij verwachtte, dat mij een mogelijk gearrangeerd ongeluk stond te wachten. Of die Boots dat inderdaad heeft gedaan weet ik niet; waar kon enig gevaar voor mij vandaan komen en waarom waarschuwde mijn eigen moeder mij (haar zoon) niet, voor een mogelijk gevaar?

Mijn eerste reis was met het ms. Artemis van de K.N.S.M. naar Hamburg in Duitsland. Voor een 15 jarige jongen was ik nog steeds totaal onwetend over sexualiteit en alles dat daaraan vast zat, behalve met de masturbaties op de Pollux, waar alle hangmatten, op sommige avonden in een ritme meedansten. Op een gegeven moment werden er vanaf de Reeperbahn drie dames aan boord gesmokkeld. Voor mij was dat een gewaarwording, maar ook een verschrikking, omdat het een aan mij opgelegde taak was, om ze verborgen

te houden en ze van een droogje en natje te voorzien, waarbij ik zelf, in hun verveling overdag, door hen werd achtervolgd en ik van de schrik weg vluchtte.

De Baltische Zee was in de vroeg vijftiger jaren nog steeds een gevaar voor schepen, vanwege de vele zeemijnen. Bij toerbeurt op de voorplecht, was het een gegeven moment mijn beurt, om op de uitkijk te staan. Ik ontdekte een drijvende mijn, waar wij aan stuurboord bijna direct op aanstuurden. Door de scheepsbel te luiden en door mijn geschreeuw en naar bakboord uit te wijken, wisten wij dat ding rakelings te passeren, anders had ik dit nu niet na kunnen vertellen. Wij hoorden enige tijd later deze mijn achter ons schip ontploffen, na waarschuwingen aan  de kustwacht, die de mijn toen onder vuur nam.

Het bracht mijn gedachten op dat moment terug naar een andere tijd, nu alweer een lange tijd geleden:  onze vlucht van Borneo in 1941.

De verdere reis naar de Middellandse zee, was voor mij een gewaarwording en vele nieuwe belevenissen. Van enig gevaar voor mijn leven, was ik mij niet bewust.

De eerste aanloophaven, was Matakala, naar ik mij herinner, in Griekenland, waar wij vijgen laadden. Sommige zeelui legden het daar aan met de  jonge vrouwen en net als voorheen met Hamburg, waren vaak twee pakjes sigaretten waarmee alles werd betaald.

Het kwam in mijn gedachten, dat mijn moeder drie kubieke meter kisten met sigaretten uit Indië had meegebracht, die ook allemaal in de handen van die den Besten vielen, waar toenmaals een auto en meer dan een huis voor konden worden gekocht. Drie kubieke meter kisten met sigaretten, alle toenmaals bekende merken Lucky strike, Phillip Morris, Capstan, enz.  in blik en verder ook nog twee kubieke meter kisten vol met heerlijke Amerikaanse voedselrantsoenen en daar heb ik nooit iets van gezien, of geproefd.

Mijn Moeder kreeg die mogelijkheid, dankzij mijn Vaders vroegere Hoofd-directeur van de B.P.M.-Shell in Balikpapan, ir. A. Scholtens, die vanuit Batavia de na-oorlogse B.P.M.-Shell belangen reorganiseerde en hij mijn Moeder met zijn herkenning toeschreeuwde Thea, Thea,  wat vreselijk dat wij jouw zo kundige man Arie (mijn vader), hebben verloren; wij hebben “juist nu”, zijn geweldige organisatorische talenten zo hard nodig.

Opleidingsschip de Pollux (K.N.S.M.)

Het was deze directeur, ir. A. Scholtens, die mijn moeder adviseerde, om al haar betalingen in sigaretten te veranderen, voor haar reis terug naar Nederland. Het was een geweldig goed advies en was van enorm voordeel voor ons geweest, helaas. Het Amerikaanse voedsel werd destijds door haar uit onze monden gespaard, allemaal voor haar familie. Het kostte mij de grootste moeite, daar niet van te stelen. Tenslotte was ook dat allemaal weer die den Besten, die dat allemaal voor zichzelf in beslag nam.

Even tussendoor

Inderdaad heb ik op alle te noemen of genoemde K.N.S.M. schepen gevaren, maar de volgorde is mogelijk niet correct, daar ik er geen notaties van heb kunnen vinden. Het  is nu immers al meer dan 50 jaren geleden.

Tijdens onze na-oorlogse Batavia periode, werd ik door mijn moeder op een school geïntroduceerd, maar daar bleef het bij, er was voor mij geen belangstelling, geen begeleiding of toezicht en op straffe van mijn moeders altijd harde handen en koude bejegeningen, dorst ik ook nooit ver weg te gaan van de garage, waar wij toenmaals in woonden, in de Europese wijk van Batavia. Ik zag de jongens om mij heen, na hun schooltijden vliegeren met zogenaamde layangs (gevechtsvliegers) met glastouw en het kostte mij met mijn natuurlijke handigheid weinig moeite, om ook mijn eigen layangs te bouwen, kocht mijn dunne vlastouw van de passerende Chinese kooplieden en begon mee te vechten in de lucht.   

Na enige verliezen, werd ik een behoorlijke kampioen en waren de muren van onze inmiddels tweede garage behangen met 15 vliegers, trofeeën die ik had weten te veroveren, tijdens de geregelde layang of vlieger gevechten. Tenslotte had ik de luxe van een loper, of renner, die ik met vliegers betaalde. Het was de gewoonte, om na het neerhalen van een tegenstander, te rennen om die neergehaalde vlieger op te sporen, en was die vlieger van diegene, die hem het eerste bemachtigde, daarom hadden wij renners, ( assistenten ), die achter een verloren vlieger aan gingen, je eigen, of die van de tegenstander.  Ik maakte mijn glas-touw van gestampte kristallen glazen, die ik bedelde van mensen, samen met het in water gekookte cah (een soort lijmpoeder, die ook vaak nog gemengd werd met eidooier voor extra hechtkracht) met het gestampte glaspoeder gemengd. Het touw werd door dat mengsel gehaald en liep men om bomen op het pleintje, het touw uitspannend om te drogen. Het werd zo tot een draad, zo scherp, dat er menige vinger mee opengehaald werd. Maar met mijn tiende jaar, was ik een kampioen met de layang. Mijn beste gevechtsvlieger, was de enige waardevolle schat van mij, met glastouw en alles, dat ik voor mijzelf mocht meebrengen, naar Nederland, maar ook dat bracht mij, naast een avontuur, toch ook weer ellende en het uiteindelijke verlies daarvan.

Op een zonnige middag, op een Zondag, was er een vliegerwedstrijd in Amsterdam, op een grote vlakte tussen de huizen. In mijn onwetendheid, met de Nederlandse gewoonten met vliegeren kon ik niet weten, dat men er alleen maar naar naar al die vliegers staarde en men kennelijk met de gehele familie er bij. En zo liet ik enige tijd later ook mijn eigen vlieger op en na een zeer korte tijd had ik 16 of 17 vliegers naar beneden gehaald, die allemaal in de verte verdwenen. Na van hun eerste verbazing te zijn bekomen, kwam er uiteindelijk aandacht in mijn richting en er plotseling had ik een boze menigte op mij afstormde. Niet echt begrip hebbende voor dit resultaat, achtte ik het beter te verdwijnen en liet  in mijn paniek en grote haast, mijn kostbare vlieger achter.

Ik wist aan die boze mensen te ontkomen en hield mijzelf voor de rest van die dag verborgen. De volgende dag werd ik door een politieagent ondervraagd en kreeg ik later van mijn moeder behoorlijk op mijn donder. Dat was voor mij het einde van mijn layang periode. De glorie tijd van een kleine Indische kampjongen. 

Mijn eerste reis met de ms. Artemis vervolgend

Wij deden Alexandrië aan in Egypte, een nieuwe gewaarwording. Arabieren, met hun leder en verdere prullaria en services, waren een belevenis, duiken naar geldstukken, je haardos: KNIPPEN, KNIPPEN, NIET GOED, HAAR TERUG, werd je toegeschreeuwd, maar je moest uitkijken, dat ze je niet te slim af zouden zijn. Ik kocht niets voor mij zelf, maar een poef voor mijn moeder en een album, dat ik nu nog heb, met mijn vroegere zeereizen-foto’s. Ik had een oude BOX-camera. Verder langs verschillende havenplaatsen langs de kusten van Noord Afrika.

10897272098?profile=originalfoto- Handgemaakt model van de Pollux

Weinig aandacht bestedend aan de Eerste Stuurman, de belangrijkste persoon op een Nederlands koopvaardijschip, die het op de een of andere manier op mij begrepen scheen te hebben, kreeg ik in de gaten dat het niet normaal was om directe orders van hem te krijgen, de bootsman voorbij gaand. Maar in mijn geval was dit meer en meer het geval en naarmate de tijd verliep, gedurende de drie en een half jaar van mijn Zeevaart-carièrre, werd dat steeds onvriendelijker en gevaarlijker en werden mij achter de Boots zijn rug om opdrachten gegeven, die zeer zeker niet bij mijn werk behoorden.    Ik werd kennelijk een speciaal geval. Dit zal in mijn verdere verhaal blijken.

De Kapitein op een schip van die tijd, ziet, of zag men zelden, het was altijd de Eerste Stuurman, die het werk aan de Bootsman delegeerde, die dat werk, op zijn beurt, onder de bemanning verdeelde, inspecteerde en dan na bevindingen weer aan de Eerste Stuurman rapporteerde. De bemanning werkte op roosters, bij de K.N.S.M. was dat drie uur op drie uur af, waar het een matroos of een roerganger was. Een matroos die op stand-by stond, zorgde voor de koffie-ronde op het schip tijdens de vaart. Niet strikt op tijd op je post zijn, was een no-no, en kon grote woede uitbarstingen veroorzaken. Strikte tijden konden mogelijk een 5 1/2 uur slaap een een stuk betekenen, 15 minuten voor opstaan kleden en koffie en vijf tot tien minuten aan de andere kant, met meestal drie ploegen.

Op de brug, was het op zeldzame gelegenheden, dat men de kapitein zag  of ontmoette, waar hij meestal alles met de navigatie naging en onderzocht.

De functie van een Kapitein was naar mijn bevindingen de executieve, de accountant en de zakenman in de havens voor zijn Maatschappij, met tevens de totale verantwoording van en over het schip en haar bemanning, in meerdere mate geassisteerd door de Eerste Stuurman, als zijn directe uitvoerder van zijn bevelen.

De Bootsman van een schip, was de baas van de matrozen, de dek bemanning en werkzaamheden en was hun leider en de uitvoerder van de bevelen van de Eerst Stuurman.

Dat die eerste Stuurman belangstelling en directe inmenging in mijn persoonlijke zeevaart en werk had, waar ik als een lichtmatroos of scheepsjongen, het minste van het minste was, was dus in die tijd, uitermate ongewoon, maar dat wist ik niet, groen als ik in het begin nog steeds was.

De matrozen deelden hun kwartier ook met de Machinisten, die natuurlijk met het onderhoud en op gang houden van de vele machines, een geheel aparte groep vormden, maar dezelfde werkroutines en werk roosters hadden, maar in hun eigen omgeving.  Ik herinner mij een van hen, een machinist, of olie-man, die onze jonge jongens veel last bezorgde en het zelfs vaak gevaarlijk was, om

zijn weg te kruisen, was een zeer gefrustreerde man en hij was kennelijk zo geweldig groot geschapen, dat de vrouwen aan de wal hem zelfs geld aanboden, om toch alstublieft weg te gaan.

Nu op mijn eigen oudere leeftijd en vele, vele jaren later, begrijp ik zijn probleem beter. Men kan zich destijds onze zeemanshumor begrijpen, dat hij zeer gevaarlijk voor onze jonge jongens was. Emmers koud water, wegrennen en verborgen blijven, waren geregelde gebeurtenissen, terwijl voorzichtig om de hoek kijken, voor het verder gaan, voor sommige van onze jongens een aangenomen gewoonte werd. Alleen Antwerpen was voor die man een gelukkige stad, met een voor hem schijnbaar vast adres.

Mijn reizen waren op de schepen, ms. Hestia, ss. Gordias, ss. Titus, ms. Artemis, ms. Hathor, allen van de K.N.S.M., waar de namen, allen van de Griekse mythologie kwamen. Deze vele schepen waar ik op voer, zijn niet op volgorde genoemd, maar daar was altijd weer, ongelooflijk genoeg, dezelfde Eerste Stuurman op elk van die schepen en dat was zeer ongewoon. De verdere bemanning veranderde veelal.

De  thuiskomsten, na een reis, waren voor mij altijd een hevige teleurstelling. Mijn moeder was bedrukt, maar ogenschijnlijk ook altijd blij mij weer te zien, maar het was altijd J. den Besten, die vooraan, aan de voordeur stond en mijn nog gesloten enveloppe met mijn gage, (mijn inkomen) allereerst aannam, het geld uittelde en het allemaal in zijn portemonnee stopte, alleen daarna mocht ik pas binnen komen.  Ik kreeg

Nog een foto van Adrian Lemmens als lichtmatroos.

nooit zakgeld, van mijn eigen verdiende geld. Waarom kwam ik eigenlijk nog thuis, ik wist in die tijd gewoonweg niet beter, en elke keer weer, werden mijn uitgaven onderzocht, door den Besten, een paar hoogst nodige schoenen werden mij naar het hoofd geslingerd, omdat ik daar geen toestemming voor had bekomen, drie flesjes limonade, gekocht van de scheepskantine, over een half jaar lang durende reis, naar de West Indies en Amerika, werden mij beboet en bestraft. Als gewoonlijk zat ik dan thuis, mocht niet uitgaan en had ik ook geen zakgeld voor bus of tram, tot aan mijn volgende oproep, om weer aan te monsteren. Met mijn vertrek, stopte mijn Moeder mij, kennelijk stiekem door haar gespaard geld toe, als zakgeld voor mij voor de reis.

Ik denk nu, of ik ben er zeker van, dat mijn verdere oproepen tot de volgende aanmonsteringen, door diezelfde eerste Stuurman werden georganiseerd, omdat hij (als later zou blijken), in het complot tot mijn eliminatie zat en het ten uitvoer moest zien te brengen. Vele jaren later, niet lang voor mijn emigratie naar Nieuw Zeeland, in een van mijn enige, en zeldzame gesprekken, met mijn moeder, kwam ik tot de overtuiging, dat die officier 15.000 gulden was betaald. Mogelijk, na een succesvolle afronding van zijn complot, nogmaals dat zelfde bedrag, of meer zou ontvangen, zeer waarschijnlijk geheel door Brons betaald. Het is mogelijk, dat mijn eigen inkomens, die door die den Besten aan mij werden ontnomen, ook in die richting gingen. Tenslotte had ik in die drie en een half jaar vaartijd enige duizenden guldens verdiend, die mij geheel werden ontnomen.  

Deze thuiskomst routines, waren elke keer weer hetzelfde en dom als ik kennelijk was in die tijd, was ik zelfs blij, met het maken van een bijdrage tot mijn zogenaamde kosten thuis.  Het verbaasde mij iedere keer weer, waarom ik geen zakgeld kreeg en mijn leven zo beknot werd.  Ik wandelde in de buurt, deed houtsnijwerk en was bezig met mijn postzegels. Het begin waarmede ik met postzegels begonnen was, was ook van een Zwitserse miljonairsvriend uit mijn vaders bridgetijd. Die man was een regelmatige Bridge tafelgenoot van mijn vader, zoals er ook nog twee andere Zwitsers waren. Deze oude vriend van mijn vader, gaf mij (reeds in Indië) zijn waardevolle postzegel-verzameling, als troost en uit vriendschap voor mijn vader, nog in Batavia.

Den Besten verzamelde ook postzegels en wilde geregeld met mij ruilen, maar ik vertrouwde hem niet en weigerde. Na mijn latere, met bedreiging van politie, ook weer door hem aan mij opgedrongen militaire dienst, waarvoor ik in feiten door mijn Vaders dood was gevrijwaard, was met zijn, (den Berstens) verdwijnen (waarover later), ook mijn postzegelverzameling verdwenen. Er waren zeer waardevolle zegels van ver voor die oorlog bij. 

Reeds onrustig, met steeds weer dezelfde Eerste Stuurman, maar niet steeds met dezelfde rest van de bemanningen, overkwam mij de eerste absolute aanslag op mijn leven. Wij waren in Tunis, in Tunesië, Noord Afrika. Vanaf mijn tweede schip, kreeg 

ik altijd directe orders van deze Eerste officier. Eigenaardig was, dat deze man in gestalte, figuur en gezicht, veel op mijn eigen vroegere vader leek.

Terwijl de Arabieren helemaal in de bodem van ons voorruim aan het uitladen waren, het diepste deel van het schip, waar de voormast schuin naar achteren is gezet, er boven stekend, met een terugwijkende zetting, werd mij door die man bevolen die mast te schilderen met een licht goudgele verf, of was het een mosterd kleur. Een onzinnige order, daar die mast nog zeer goed in de verf stond. Maar orders zijn orders.

De K.N.S.M. schepen, die ik persoonlijk heb gekend, hadden in die tijd, allen hun scheepshoorn aan Bakboord zijde boven de zaling in de voormast bevestigd. Men kan al raden wat er gaat komen, maar ik had geen idee en verwachtte het natuurlijk ook niet.  De zaling is een kruisgewijs platform, ongeveer twee derde deel van de hoogte naar de top van de mast, dat een kruis maakt met de mast en normaal een hek er om heeft voor houvast, behalve direct achter de mast en de scheepshoorn. Ik kwam klaar met het schilderen van de top van die mast, verwisselde de verfpot en kwast naar mijn linker hand en greep de scheepshoorn bevestiging vast met mijn rechter hand, om zo voorzichtig van Stuurboord achterom de mast naar Bakboord, de andere kant te klimmen. En terwijl ik achter de mast vrij kwam te hangen, ging plotseling  de scheepshoorn.  Ik was slechts 30 cm weg van die hoorn en door de uitermate grote schrik, verloor ik mijn bezinning en wist ik niets meer….. 

Het beroemde affiche van de K.N.S.M.

Toen ik weer bij zinnen kwam, hing ik met mijn linker hand, aan het Backboord uiteinde van die zaling aan de onderste ring  van de railing, zo’n  twee en een halve meter verder van de scheepshoorn, maar alles was zwart voor mijn ogen. Toen ik, nog steeds hangende aan mijn linker arm en hand, weer een beetje bijkwam, keek ik onmiddellijk naar de brug, waar ik wist dat de scheepshoorn knop was. Daar stond die eerste stuurman, met een gezicht als een doodshoofd, op dat moment zagen zijn ogen rood, (mogelijk in mijn verbeelding), mij aan te staren. Hij kon het zeker niet geloven, dat ik nog leefde. Die val, maar ook die actie, was niet te overleven geweest, op kisten en het stalen dek van de bodem van dat ruim, een mogelijke val van 35 tot 40 meter hoogte.

De verfpot was met de bodem van de pot, op de bodem van het onderste ruim-dek gevallen, waar de verf als een fontein naar boven uit elkaar was gewaaierd en alle Arabieren bespikkeld waren met die verf. Met luid en woedend gegil kwamen die mensen, met messen tussen hun tanden het ruim uit, waar onze dekbemanning naar de mast kwam, om mij te helpen en te beschermen. Ik wist met de hulp van een matroos weer op de zaling terug te klimmen en kwam tot de volgende dag niet meer uit die mast. Het nam mij die gehele nacht daarboven, om van mijn uitzonderlijke schrik, verbazing en die belevenis te bekomen. Ik kon mij gewoonweg niet voorstellen dat een man die zoveel verantwoording had, zoiets had kunnen doen. Dit kon geen ongeluk zijn, immers die mast stond voor het gedeelte van de brug, waar hij zijn hand op die knop drukte en in volledig zicht. Terwijl ook hij het was, die mij met het werk in die mast en hij mij ook zelf in die mast had gestuurd.! Het was ongelooflijk.

In mijn onschuld, had ik desondanks, nog steeds geen vermoedens, (totdat ik later,  op weer een volgend schip, de ss. Gordias, deze keer over de Atlantic), mij iets overkwam, dat mijn nu reeds opgewekte wantrouwen bevestigde.

De bemanning verdedigde de mast tegen die Arabieren, een van hen bleef bij mij op de zaling, om mij te kalmeren, (ik kreeg oncontroleerbare trillingen over mijn gehele lichaam).     Ik kon niets meer doen en gelukkig heb ik die officier bijna een week nauwelijks gezien.

 

Tot zover het vierde deel van het levensverhaal van Adrian Lemmens, dat   hij voor deze NICC Nieuwsbrief schreef

 

 

Lees verder…

10897271685?profile=originalDe moord op de Indische geschiedenis - de subsidie voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen stopt

Geschiedenis moord! 'We gooien de geschiedenis weg' VAN ONZE VERSLAGGEVER TOIN...E HEIJMANS − 02/10/13, 00:00 Stad en land reist hij af om de collectie van het Tropeninstituut tijdig ergens onder te brengen. De bibliotheekdirecteur is niet te benijden.

De papierversnipperaar wacht. Hans van Hartevelt heeft nog een maand de tijd om 700 duizend boeken en andere documenten aan de straatstenen te slijten. Daarna komen de 'papierhappers', zoals hij ze noemt: de containers, de versnipperaars en de ladderliften die de in 230 jaar bijeengespaarde bibliotheekcollectie van het Tropeninstituut grotendeels zullen vernietigen. Een maand nog, dan is de bibliotheek definitief dicht en moet de monumentale ruimte leeg zijn die in 1910 speciaal voor de collectie is gebouwd. Er is geen geld meer.

De subsidie voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen stopt, en alleen de afdelingen die zichzelf kunnen bedruipen maken een doorstart. Daar hoort de bibliotheek niet bij. Voor de twintig mensen die er nog werken, onder wie directeur Van Hartevelt zelf, rest ontslag. Maar we werken door tot de laatste snik, zegt hij. 'We zetten alles op alles om de collectie ergens onder te brengen. Niemand hier neemt vakantiedagen op. Ik praat met iedereen die interesse heeft. En telkens hoor ik hetzelfde: we willen heel graag, we vinden het heel belangrijk, maar er is geen geld. Sorry.' Zijn bibliotheek heeft een grote internationale naam en tien kilometer aan documenten: een miljoen titels in totaal. Te geef voor wie er goed voor zorgt. Voor een klein deel heeft hij een veilig heenkomen gevonden: het 'koloniale erfgoed' tot 1950 (90 duizend titels) is overgenomen door het Rijk en komt in bruikleen bij de Leidse universiteit, die zich ook over het kaartmateriaal ontfermt. De particuliere Stichting Centrum Medisch Erfgoed neemt 25 duizend boeken en duizend tijdschriften over, 'dat is echt een heel sympathieke club met een paar loodsen op een industrieterrein in Urk waar ze alles opslaan en toegankelijk maken wat met medische geschiedenis te maken heeft.

Je gelooft je ogen niet als je het ziet, er zijn zelfs cardiologen en longartsen die willen helpen met sjouwen.' En er is een zekere hoop gevestigd op de Nationale Bibliotheek van Singapore en een investeringsmaatschappij uit hetzelfde land, die een oogje hebben op de collectie over biodiversiteit (90 duizend stuks). Maar zelfs als dat lukt, blijft Van Hartevelt met 70 procent van de verzameling zitten. Hij reist al maandenlang stad en land af om zijn spullen te slijten, als was het een kofferbakverkoop. Nederlandse universiteiten, de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, bibliotheken in Duitsland, het Afrikamuseum in België, 'en elke keer is het verhaal: dit kan toch niet, deze collectie moet behouden blijven, hier moet toch een oplossing voor zijn. Maar het lukt niet. Soms kwamen we heel ver, de universiteit in Wageningen bijvoorbeeld wilde alles overnemen op het gebied van landbouw en voeding. We hadden vijf, zes gesprekken. Maar ook dat is uiteindelijk niet doorgegaan. We kunnen het niet aan, zeggen ze. De financiën. Altijd de financiën.' Hij heeft nog geopperd de collectie tijdelijk onder te brengen in een archiefbunker bij Alblasserdam, 'totdat de wind weer uit een andere richting waait'.

Dat zou hem de tijd geven om verder te onderhandelen met geïnteresseerden, en delen van de collectie verder te digitaliseren. Opslaan kost 70 duizend euro per jaar, plus de eenmalige verhuiskosten van twee ton - een bedrag waar een gemiddelde amateurvoetbalclub de schouders over op zou halen. 'Maar het gaat niet. Elk dubbeltje wordt nu omgekeerd op het Tropeninstituut. Er is gewoon nul geld. Ook niet bij de ministeries die erover gaan.' Hij weet dat een deel van de collectie als niet-interessant wordt gezien. Rapporten over ontwikkelingssamenwerking uit de jaren zeventig, afstudeerscripties. 'Maar dingen die nu van weinig waarde lijken, zijn dat straks misschien wel. Wij hebben de meest complete bibliotheek op het gebied van ontwikkelingssamenwerking vanaf de jaren zestig. Bij ons doen erosiedeskundigen onderzoek, omdat we kaarten hebben van de 18de eeuw tot nu zodat je precies kunt zien hoe de rivieren liepen. Alles gaat in samenhang verloren, de helft van wat we hebben is uniek materiaal. Dat komt nooit meer terug. We gooien de geschiedenis weg.'

Van Hartevelt werkt sinds 1982 in de bibliotheek. Nu mag hij er het licht uitdoen. De interim-bestuurder van het instituut zei hem dat het niet nodig was om tot de vernietiging door te werken en straks de containers en papierhappers te bestellen, maar wat moet, dat moet. 'Het voelt als persoonlijk falen. Het lukt me niet. Ik heb nooit gedacht dat het zo ver zou komen. Ik dacht: er is vast iemand die dit van de vuilcontainer gaat redden. Ik faal, de overheid faalt, het is een collectief falen.'

Gisterochtend had hij een klein succes: het Vredespaleis wil vierduizend boeken en honderd tijdschriften hebben over internationaal recht, vrede en veiligheid. 250 meter van de tien kilometer. Vandaag spreekt hij met het documentatiecentrum voor LatijnsAmerika, Cedla, over nog eens 500 meter documenten.

Het is niet veel, zegt hij, 'maar ik ben blij met elk plukje dat een goed heenkomen vindt.' Staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken besloot in 2011 de subsidie aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) te stoppen. Het instituut zal zich alleen nog richten op renderende 'business-to-business activiteiten', staat in het reorganisatieplan van interimbestuurder Derk Vermeer. Daardoor is er geen ruimte meer voor het Tropenmuseum, het Tropentheater en voor de bibliotheek. Het museum krijgt van het Rijk een bedrag zodat het samen kan gaan met andere musea, het theater en de bibliotheek gaan dicht.

Subsidie stopgezet!

Reactie ICM redactie;

Zoals andere Indische ontwikkelingen lag dit in de lijn bij de aanbieding van toenmalige staatsecr. waar alle Indische zaken op termijn zouder worden afgebouwd zoals o.a. IHC Bronbeek, nu ook zelf verder moet.

Lees verder…

10897275284?profile=originalLive at "Jakarta International Performing Arts Event" Monumen Nasional

Afgelopen zaterdag hebben Marshal Manengkei en Rick Eisenring samen met de Indonesische zangeres Lusie Baya en zanger Maladi begeleid door het Kroncong Orkest "Gema Mestika" een daverend concert gegeven op het grote plein van het Monumen Nasional in Jakarta.

Gouverneur Joko Widodo lanceerde dit evenement om meer culturele attracties toe te voegen aan de Indonesische hoofdstad als toeristische aantrekkingskracht.

Het bijzondere aan dit concert was dat er Westerse songs werden opgevoerd in de traditionele keroncong stijl, de authentieke muziekstijl uit Indonesia.
Zo bracht Lusie "Mona Lisa" ten gehore, Rick Eisenring "Save the Last Dance for Me" en Marshal Manengkei bracht zijn grote wereldhit "Song for the Children" ten gehore.
10897276260?profile=originalMet name die laatste uitvoering kreeg een daverend applaus van het Jakartaans publiek.

De 2 grote commerciele TV maatschappijen MNC en SCTV hebben het concert geregistreerd.
Na het optreden kwam er een andere TV maatschappij op Marshal af om een aparte special te maken. Verslaglegging hierover volgt.

Bericht: Correspondent ICM Jakarta
Powered by Telkomsel BlackBerry®

 

 

Lees verder…

10897274894?profile=originalRelatie tussen Huis van Oranje en Molukkers  door: Nanneke Wigard

Tijdens de “Maand van de Geschiedenis”, die in oktober zal worden gehouden en in het teken staat van “Vorst en Volk”, produceert de Stichting Moluks Historisch Museum een talkshow over de complexe relatie tussen het Huis van Oranje en de Molukkers. Mata Rumah Oranje en Maluku zal plaatsvinden op het Landgoed Bronbeek en een van de items die aan de orde zullen komen, is de mythe van de “trouwe Molukker”. Al vanaf het begin van de Nederlandse aanwezigheid in de Gordel van Smaragd en met name de Molukken, is er sprake van een relatie van (delen van) de bevolking met het Nederlandse vorstenhuis. Zo wordt in 1605 het “Eeuwig Verbond” gesloten waarin de Islamitische

Foto - Groep jonge Molukkers tijdens het defilé op Koninginnedag op Paleis Soestdijk.

hoofden van het schiereiland Hitu op Ambon trouw beloven aan Prins Maurits.

In de zeventiende eeuw zijn er weliswaar nog verschillende oorlogen nodig, voordat de VOC een monopoly op de telt en handel in kruidnagel en nootmuskaat weet te vestigen. In 1817 luidt de terugkeer van het Nederlands bestuur in de Molukken een opstand tegen de Nederlanders in.

Van het beeld van de “Trouwe Molukker” is dan nog geen sprake. Dat beeld ontstaat pas aan het einde van de negentiende eeuw, wanneer het Nederlandse gouvernement op zoek gaat naar bevolkingsgroepen die kunnen worden ingezet bij het besturen en onder controle houden van de kolonie. Met name als de veelal Christelijke) Molukse KNIL soldaten zich manifesteren als symbool van trouw aan Nederland, gepersonifieerd door het vorstenhuis

van Oranje. De Tweede Wereldoorlog en de direct daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd versterken  dat beeld alleen nog maar. Dat Molukse soldaten en burgers al direct na het jaar van hun aankomst in Nederland in 1951 deelnemen aan het defilé op Paleis Soestdijk, is dan ook geen toeval. 

Rocky Tuhuteru spreekt op Bronbeek onder andere met historicus Wim Manuhutu en antropoloog Fridus Steijlen over hoe de mythe van trouw is ontstaan. En wat was het belang van een goede relatie van het Huis van Oranje met de Molukkers na de onafhankelijkheid van Indonesië. De afsluiting wordt gevormd door een gesprek met een aantal koninklijk gedecoreerde Molukkers over hun inzet in de samenleving. Tijdens de bijeenkomst is uniek historisch beeldmateriaal uit de collectie van de Stichting Moluks Historisch Museum te zien.

De talkshow zal worden gehouden    op dinsdag 15 oktober om 14.00 uur in De Kumpulan van het Landgoed Bronbeek in Arnhem. De toegang is slechts € 3,50. Aanmelden via mail:   nwigard@museum-maluku.nl, onder vermelding van Mata Rumah Oranje.   

Lees verder…

10897274678?profile=original

“Tv-kok en entertainer Lonny Gerungan en hotel-restaurant “De Nachtegaal” te Lisse brengen Bali in de Bollenstreek”

                                       

Maandag 9 september jl. werd door middel van een perspresentatie de aftrap  gegeven voor het 20-dagen restaurant van Lonny in oktober 2013. 

In het restaurant van De Nachtegaal werd aan een select gezelschap het Balinees menu geserveerd welke Lonny in de maand oktober 20 dagen aan zijn gasten zal serveren. Dit speciaal Balinees culinair, met entertainment, avondvullend evenement, zal in de periode van 2 tot en met 27 oktober (van woensdag tot en met zondag) plaatsvinden.  

Reserveer nu en geniet van een heerlijk authentiek Balinees menu en verschillende optredens.

De kosten van deze avond bedraagt € 65,= per persoon (ontvangst met een aperitief en diverse amuses en daarna een 6 gangen diner). Hotel-restaurant “De Nachtegaal” heeft een speciaal arrangement:het diner en een overnachting met ontbijt voor een bedrag van € 100,- per persoon.  

Reserveren kan via “De Nachtegaal”: 0252-433030 of rechtstreeks via Lonny: 06-55922742. Per email kan

het uiteraard ook: info@nachtegaal.nl

10897274694?profile=original

 

Kijk ook op www.lonnygerungan.nl voor details van het menu en dit evenement.

 

Lees verder…

Raar maar waar: Geert Wilders als ‘toekan kroepoek’

10897241252?profile=originalRaar maar waar: Geert Wilders als ‘toekang kroepoek’

Na afloop van een optreden in het stadhuis van Nijmegen stond ik buiten met twee Indische dames. Twee jongens van Marokkaanse afkomst fietsten voorbij. ‘Kijk, daar heb je weer dat tuig van de riggel’, zei een van de dames. ‘Kent u die jongens?, vroeg ik. Het antwoord was nee. ‘Hebben ze u wat gedaan?’ Opnieuw nee en een integratiedebat op de stoep van het stadhuis was het gevolg. Volgens de dames zijn Marokkaanse jongens onbeschoft, omdat ze niet fatsoenlijk opgevoed worden door hun ouders. Ze vergeleken dat met hun eigen opvoeding toen ze hier in Nederland kwamen in de jaren ’50.

Dat herkende ik. Ook mijn ouders en familie hielden ons voor hoe we ons hier moesten gedragen. Netjes, beleefd, fatsoenlijk. Zo waren ze het in Indië gewend en zo moest het ook hier, want hier moest je je vooral aanpassen. Altijd groeten, met twee woorden spreken, opstaan in de bus voor oudere mensen. En hoe vaak kreeg ik niet te horen ‘éérst je huiswerk, dán de meisjes’. Mijn familie dreigde ook met wat er kon gebeuren als we niet ons best deden. Dan wachtte ons een slechte toekomst als straatschoffie in de kampong of als ‘toekan kroepoek’ (Indische kroepoekbakker). 
In de Indische gemeenschap ontstond vorig jaar wat deining vanwege het gerucht dat Geert Wilders een Indo zou zijn. Het werd met ongeloof ontvangen. Zou Geert met zijn onverholen afschuw van de multiculturele samenleving en zijn felle anti-islamhouding afkomstig zijn uit het grootste islamitische land ter wereld? Dat kon niet waar zijn.

Toch wel! In de biografie ‘Veel gekker kan het niet worden’ (2008) bevestigt Wilders wat ongemakkelijk zijn Indische afkomst. Daarin zegt hij o.a. ‘bij de oudste zus van mijn moeder gingen we wel eens in het weekend kroepoek bakken’. Geert Wilders als Indische kroepoekbakker; het moet inderdaad niet gekker worden.

In mijn jeugd was kroepoek bakken mijn favoriete kookactiviteit. Je doet die kleine kroepoekjes in de hete olie en dan worden ze heel snel heel groot in allerlei kronkelige vormen. Je moet wel erg opletten: niet te veel, anders rijzen de pan uit en niet te lang in de olie, anders branden ze aan. Maar als het goed gaat tover je iets oneetbaars tot een knapperige lekkernij. 
De afgelopen tijd is de geblondeerde Indische kroepoekbakker al weer wekenlang de lieveling van alle media. Gedurende het gehele formatieproces bakte hij er weer lustig op los. Met zijn politieke kroepoek voorziet hij anderhalf miljoen voorstanders van knapperige hapklare brokken. Tegelijkertijd geeft de kroepoekbakker al zijn tegenstanders een onverteerbaar gevoel. Zo onverteerbaar dat er een proces tegen hem werd aangespannen. Dat vind ík weer onverteerbaar. De strijd om zijn opvattingen hoort niet thuis in de rechtzaal, maar in het parlement en het maatschappelijke debat. Dáar moeten voor en tegenstanders met elkaar de pollepels kruisen over zijn smaak en zijn recepten. Nu kan de kroepoekbakker zich uitleven als dé topkok van de vrije meningsuiting en zich tegelijkertijd op zijn zwijgrecht in de rechtzaal beroepen.

Kroepoek bakken is als toveren, maar Wilders is een slechte tovenaar. Hij gooit teveel giftige stukjes in de oververhitte olie van de Nederlandse samenleving, waardoor ze de pan uitrijzen. Hij houdt ze ook te lang in de pan, zodat ze alleen door aangebrande mensen te vreten zijn. Nee, ik gun Wilders van harte vrijspraak in zijn proces. Hij mag wel veroordeeld worden, maar dan door de Keuringsdienst van Waren. Voor zijn niet te vreten kroepoek. 

Wouter Muller, auteur is actief als muzikant, tekstschrijver en componist en tevens werkzaam voor de Stichting Welzijn en Cultuur Twente 

(bron: Twentse Courant Tubantia, 23-10-2010)
Lees verder…

10897267875?profile=originalBuitenkampers /  Boekan main – boekan main!  

Vanaf 3 oktober 2013 in de bioscoop!  

Buitenkampers is de nieuwste documentaire van regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich die enkele jaren geleden de succesvolle film Contractpensions- Djangan Loepah! maakte. Het is de eerste keer dat over deze voor velen onbekende periode uit de vaderlandse geschiedenis een film is gemaakt.  

De tweede en derde generatie van Indische Nederlanders is in meer en mindere mate beïnvloed door het grote zwijgen van hun ouders en grootouders over deze dramatische periode in hun leven. In Buitenkampers, waarin de openhartige interviews worden afgewisseld met bijzonder archiefmateriaal en prachtige sfeerbeelden uit Indië, wordt dit zwijgen na meer dan 70 jaar doorbroken. 

 

De film zal (voor zover nu bekend) te zien zijn in de volgende plaatsen:

Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Tilburg, Amersfoort, Breda, Den Bosch,

Dordrecht, Enschede, Haarlem, Maastricht, Nijmegen, Apeldoorn, Hilversum, Zoetermeer. (Zie: www.buitenkampers.nl. Meerdere steden volgen.)

 

De geschiedenis:

Terwijl ruim honderdduizend van de 300.000 (Indische) Nederlanders tijdens WO-2 in Japanse kampen werden gevangen gezet, bleven de  overige ruim 250.000 (Indische) Nederlanders buiten de Japanse kampen. Een paar maanden na de Japanse inval in Nederlands-Indië  begon namelijk de registratie van alle Nederlanders. De meeste Nederlanders (Totoks) werden in Japanse kampen geïnterneerd, maar het grootste deel van de Indische-Nederlanders bleef buiten de Japanse kampen.  Deze zogenaamde “Buitenkampers” dachten eerst dat ze beter af zouden zijn dan zij die binnen de kampen zaten, maar al gauw bleek dat het leven buiten de kampen onbekend gruwelijk was. De meeste vaders en echtgenoten waren krijgsgevangen of werden geïnterneerd. Hun plaatsen op de arbeidsmarkt werden ingenomen door Inheemsen en Japanners. De Nederlands-Indische vrouwen en kinderen bleven daarom zonder inkomen achter en onderwijs aan hun kinderen was verboden.

Naarmate de oorlog vorderde werd alles schaarser en was het steeds moeilijker om aan voldoende kleding, voedsel en medicijnen te komen.  Door het opkomende Indonesische nationalisme leefden de “Buitenkampers” in een steeds vijandigere omgeving en hadden ze grote moeite om in leven te blijven. Hun vrijheid was maar zeer relatief.

 

Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 brak onmiddellijk een bloedige onafhankelijkheidsstrijd uit tegen het Nederlandse koloniale bewind. In deze beginperiode, de Bersiap, grepen de Indonesische nationalisten de macht. Voor hun eigen veiligheid bleven de Nederlanders binnen de hekken van de Japanse kampen en werden beschermd door hun voormalige Japanse gevangenbewaarders. Veel  Indische Nederlanders en andere Nederlandsgezinde bevolkingsgroepen die niet in de Japanse kampen verbleven waren een makkelijk slachtoffer van de moordzuchtige Indonesische onafhankelijkheidsstrijders.

 

Lang is over deze periode (1942-1949) door de betrokkenen voornamelijk gezwegen. In deze film vertellen deze Buitenkampers voor het eerst openhartig over hun ervaringen als kind buiten de kampen tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende bloedige onafhankelijkheidsstrijd. De tweede en latere generaties van deze Indische Nederlanders zijn in meer of mindere mate beïnvloed door de traumatische ervaringen van hun (groot)ouders.  

 

 

Lees verder…

Oproep aan Mark Rutte voor zijn vertrek naar Indonesie!

10897239901?profile=originalOproep aan Mark Rutte voor zijn vertrek naar Indonesie!

Vier jaren geleden lanceerde de president  Susilo Bambang Yudhoyono  ( lid van de  G20) Indonesië een Economisch Masterplan (MP3IE). Vanaf januari dit jaar werden deze ontwikkeingen aan de Tweede Kamer en Mark Rutte onder de aandacht bracht via ICM Breaking News dat diverse Nederlandse ondernemingen en partijen hiermee bezig zijn, en hun comcurrenten door hun Overheid werden gesteund, nu nadert MP3IE de finish.
 
De groep Nederlandse ondernemers die al van 2009 bezig zijn hebben support nodig van Nederlandse regering.  Alle onderliggende Technische otwerpplannen voor Infrastructuur Jakakart, Infornmatie plannen en plannen van aanpakken zijn in eind stadium o.a. zeer essenieel voor de imformatie Technologie (ICT) die dit master plan met 600.000 fte's moet ondersteunen van 2014 tot 2023 die zo nu kan worden uitgerold;
  1. Rapport Diaspora Dispatch Memorizer for prime Minister Mark Rutte   van Marshal Manengkei met kantoor in Amsterdam / Soerabaja werd  speciaal opgesteld voor Mark Rutte als voorbereiding op zijn reis.
  2. Rapport Informatieplan ICT Jakarta Baru Master plan.  
  3. Plannen van aanpakken I, II, III en IV
  4. Methodiek SIS
  5. Methodiek Balancec Scorecard
  6. Rapport Bench Markt (Scoringskans van het slagen van projecten).
Voor zijn vetrek willen de betrokken partijen & ondernemers  Mark Rutte deze plannen en rapporten graag aanbieden ter bestudering om aan te geven dat concreet door partijen in Nederland reeds vele inspanningen zijn verricht en tot stand zijn komen, en om het proces van de besluitvorming te versnellen in Jakarta.  De partijen hebben de beste kwalitatieve hoge standaards en methodieken ingezet om MP3IE  ofwel het Jakarta Baru masterplan tot werkelijkheid te realiseren.
Lees verder…
Senin, 24 September 2012 , 00:24:00

Marshal Manengkei, Komponis Kelas Dunia yang Pilih Habiskan Hari Tua di Indonesia
Berencana Bikin Pengolah Sampah dan Stasiun TV


Marshal Condrat Jules Manengkai, seorang pencipta lagu-lagu taraf internasional yang saat ini memutuskan tinggal di Indonesia. Marshal tinggal di Belanda selama 46 tahun dan sampai saat ini aktif berkarya di bidang seni, khususnya mengarang lagu. Foto : Diptawahyu/Jawa Pos
Marshal Condrat Jules Manengkai, seorang pencipta lagu-lagu taraf internasional yang saat ini memutuskan tinggal di Indonesia. Marshal tinggal di Belanda selama 46 tahun dan sampai saat ini aktif berkarya di bidang seni, khususnya mengarang lagu. Foto : Diptawahyu/Jawa Pos
Bakat musik Marshal Conradt Jules Manengkei terasah berkat interaksinya dengan komunitas Indo Belanda di Belanda yang juga melahirkan Daniel Sahuleka serta Eddie van Halen. Dia kembali ke Indonesia karena pesan sang ayah.

D.S. ELISABET NOVILILIANA, Surabaya

DI USIA yang sudah memasuki 63 tahun, suara pria berpostur tinggi besar dengan kulit terang dan rambut abu-abu merata itu masih terjaga ketika melantunkan sepenggal lirik lagu yang pernah sangat populer di akhir 1970-an, Song for the Children:

Follow me, follow me
It's a beautiful day
Sing a song for the children

Memang, penyanyi kelahiran Suriname Oscar Harris-lah yang membuat lagu yang ditulis pada 1979 itu mendunia. Tapi, pria berambut abu-abu yang ditemui Jawa Pos di sebuah hotel di Surabaya beberapa hari lalu itulah yang menciptakan lagu tersebut: Marshal Conradt Jules Manengkei.

"Ceritannya, ketika itu Unesco (badan PBB yang mengurusi pendidikan, ilmu pengetahuan, dan kebudayaan) mencanangkan 1979 sebagai Hari Internasional Anak-Anak. Jadilah orang ramai-ramai membuat lagu dengan tema anak-anak," kenang pria murah senyum itu dalam bahasa Indonesia yang lancar diselingi celetukan dalam bahasa Jawa sesekali.

Lahirlah kemudian sejumlah lagu yang lantas menjadi klasik. Di antaranya, I Have a Dream yang ditulis Benny Anderson dan Bjorn Ulveaus dari band legendaris Swedia ABBA. Dua puluh tahun berselang, lagu tersebut dinyanyikan ulang boyband asal Republik Irlandia, Westlife.

Tak kalah populernya dengan I Have a Dream adalah Song for the Children yang ditulis oleh Marshal. "Saya ingin membuat lagu yang memang langsung ditujukan bagi anak-anak," tutur pria yang menikah dua kali -dua-duanya berakhir dengan penceraian- dan tak dikaruniai anak itu.

Song for the Children hanyalah salah satu pencapaian besar Marshal sebagai komponis kelas dunia. Deret kesuksesannya juga termasuk menjadi produser sekaligus penulis lagu untuk The Blue Diamonds, duo vokal Belanda yang populer sejak 1960-an, dan band legendaris Tielman Brothers, pionir rock and roll di Negeri Kincir Angin dan kemudian termasyhur di Eropa sebagai pencipta genre Indorock di Eropa. Tielman bahkan lebih dulu memainkan rock and roll bila dibandingkan dengan The Beatles.

Sebuah keberhasilan yang tak diraih dengan mudah. Digapai setelah menapaki sekian onak: berimigrasi dari tanah kelahiran, adaptasi yang tak mudah di negara baru, diskriminasi dari lingkungan sekitar, dan kepergian ayahanda tercinta.

Lahir di Surabaya, Marshal, dua orang tua, dan empat adiknya dipaksa meninggalkan tanah kelahirannya itu pada 1965. Tragedi politik yang berujung kepada pembantaian ratusan ribu hingga jutaan jiwa kala itu membuat ayah Marshal yang berdarah Manado merasa Indonesia tak aman dan nyaman lagi ditinggali.

Marshal dan keluarga yang sama sekali tak punya darah Belanda itu lantas berimigrasi ke negeri tetangga Belgia tersebut dan mendarat di Maastricht. Segera setelah mereka menjejak ibu kota Provinsi Limburg di bagian selatan Negeri Kincir Angin tersebut, berlaksa kesulitan menerpa.

"Kami pendatang, Indo Belanda (menurut Marshal, ini sebutan untuk warga asal Indonesia yang berimigrasi ke Belanda. Tapi, umumnya, Indo Belanda adalah sebutan untuk orang berdarah Indonesia dan Belanda, Red) tidak diperlakukan baik saat itu. Ada diskriminasi yang sangat kuat," tuturnya sedih.

Belum lagi perubahan status dari sebuah keluarga yang sangat berada di Indonesia menjadi keluarga yang harus bekerja ekstra untuk penghasilan yang tak sepadan. "Ayah tidak bisa melawan. Kami  semua yang Indo Belanda tidak bisa," tambah dia.

Alhasil, selalu memendam perasaan tertekan, sang ayah itu pun terkena stroke dan meninggal hanya sembilan bulan setelah keluarga tersebut tiba di Belanda. Di usia yang baru 17 tahun, Marshal sebagai anak tertua pun harus mengambil alih tanggung jawab menghidupi keluarga.

Marshal muda bekerja paro waktu di sela jam sekolahnya. "Beruntung, saat itu saya dan adik pertama saya bersekolah di sekolah umum, setara SMA," kata dia.

Itu, menurut dia, hasil upaya keras sang ayah ketika tiba di Belanda. Dua adiknya yang lain, sama dengan warga Indo Belanda yang tinggal di sana, hanya diperbolehkan masuk sekolah khusus. Setiap hari membuat kerajinan tangan, sangat sedikit belajar ilmu pengetahuan.

"Hasil karya mereka untuk memenuhi permintaan pabrik. Mereka semacam dimanfaatkan," ujar Marshal.

Meski tenaga sangat terkuras, Marshal tidak pernah mengesampingkan sekolah. Dia menyadari, hanya lewat pendidikanlah dirinya berpeluang meningkatkan taraf kehidupan keluarga.

Begitulah, pulang sekolah Marshal akan bekerja di restoran, lalu berpindah ke pabrik hingga tengah malam. Baru setelah itu dia pulang untuk mengerjakan tugas dari sekolah. Tidur 3-4 jam saja, lalu bangun pagi-pagi untuk berjualan koran sebelum berangkat ke sekolah.

Salah satu yang menjadi pemacu semangatnya adalah sang ibu. Semula ibunya seorang istri pejabat yang tak bersentuhan langsung dengan pekerjaan rumah tangga. Semua dikerjakan juru masak, pelayan, dan tukang kebun.

Namun, di Belanda, terutama setelah ayahanda Marshal meninggal, ibunya tak segan mengerjakan semua. Mulai memasak, merapikan rumah, hingga mengurus anak. "Saya menyaksikan Ibu yang tak ragu mengubah kebiasaan. Saya pun terpacu makin bersemangat sekolah dan kerja," tuturnya.

Di sela-sela sekolah dan bekerja yang tak menyisakan banyak waktu itu, Marshal masih menyempatkan diri menggeluti hobinya. Yakni, menyanyi dan bermusik. Dia bergabung sebuah band di sekolah.

Setiap akhir bulan, yakni pada Jumat malam, Marshal berkumpul dengan sesama warga Indo Belanda di Hertogenbosch, ibu kota Provinsi North Brabant yang juga berada di selatan Belanda. Mayoritas yang berkumpul adalah orang Manado dan Ambon. "Kami main musik dan menyanyi bersama sambil makan camilan," kenangnya dengan wajah berseri.

Meski tujuannya hanya bersenang-senang, lewat kumpul-kumpul di Hertogenbosch itulah bakat musik Marshal terasah. Dari sana pula lahir sederet penyanyi dan pemusik hebat, mulai Bob Tutupoli, Ahmad Albar, Daniel Sahuleka, hingga Eddie van Halen.

Eddie van Halen" Seperti terungkap dalam wawancara santai antara Eddie dan kakaknya, Alex van Halen, dengan David Lee Roth, yang diunggah ke situs Van-Halen.com dan dikutip Rolling Stone Indonesia Februari lalu, gitaris sekaligus pendiri supergrup Van Halen itu menjelaskan bahwa ibunya, Eugenia, berdarah Indonesia. Tepatnya, separo Indonesia, separo Belanda, dan lahir di Rangkasbitung, ibu kota Lebak, Banten.

Hasil pergumulan musikalnya di Hertogenbosch itu, kemampuan Marshal menulis lagu juga kian terasah. Selepas SMA dan masuk jurusan arsitektur di salah satu universitas, satu demi satu lagu lahir dari tangan pria yang piawai bermain gitar itu. "Saya melihat antusias masyarakat dengan lagu-lagu warga Indo Belanda meskipun ada juga yang tidak suka," ungkapnya.

Yang tidak suka umumnya karena dipicu pilihan musik para musisi Indo Belanda, yaitu pop dan rock yang ketika itu masih tergolong asing di Belanda. Tak mengherankan, Tielman Brothers yang mulai bermusik dengan aliran tersebut sejak 1950-an dianggap sebagai pionir rock and roll di negeri yang wilayah daratannya lebih rendah daripada lautannya itu. "Orang-orang heran dan tercengang lihat anak muda nyanyi sambil jingkrak-jingkrak," kata Marshal, lantas tertawa.

Setelah berhasil rekaman untuk lagunya, Play Me a Love Song, pada 1973, Marshal yang memakai nama panggung Noby Dick tergerak menjadi produser. Dia semakin rajin menciptakan lagu dan pada 1974 menggawangi rekaman untuk The Blue Diamonds.

Mengusung single Ramona, band itu terkenal hingga ke salah satu kiblat musik dunia, Amerika Serikat. Ramona sempat mendudukkan duo berdarah Indonesia itu di peringkat I di Billboard.

Tahun berikutnya, giliran Tielman Brothers -para personelnya juga keturunan Indonesia- yang turut dikawalnya berkarya. Lagu lain yang diciptakan Marshal, antara lain, adalah My Love yang dinyanyikan Rosy and Andress dan Somewhere Between yang versi Indonesia dinyanyikan oleh Titik Sandora. "Saya malah tidak tahu-menahu siapa yang menerjemahkan (Somewhere Between)," kata Marshal sembari tersenyum geli.

Tuwuk berkiprah di dunia musik, Marshal pun lalu teringat kembali ke pesan sang ayah. "Beliau berpesan agar saya kembali ke Indonesia dan berbagi ilmu jika telah mereguk sukses," katanya.

Memasuki usia 40-an tahun saat pesan itu terngiang kembali, Marshal bertekad memulai lembar baru kehidupan. Berharap dikarunia umur setidaknya hingga tiga dekade lagi, dia berkomitmen membagi hidupnya menjadi tiga tahap.

Sepuluh tahun pertama untuk bekerja sesuai dengan bidang kuliahnya, yakni arsitek. Sepuluh tahun berikutnya, bekerja untuk pemerintah Belanda. Dan, sepuluh tahun terakhir, untuk melakukan hal yang dia inginkan dengan menggabungkan dua pengalaman sebelumnya. "Pilihan saya, berkarya untuk Indonesia," katanya perlahan namun pasti.

Desember tahun lalu rencana ketiga diwujudkan dengan memilih tinggal di Indonesia, tepatnya di Sidoarjo, tetangga kota tanah kelahirannya, Surabaya. Setumpuk rencana sudah memenuhi kepalanya untuk mengisi hari-hari tua di negeri yang tetap dicintainya kendati puluhan tahun ditinggalkan ini. Di antaranya, Marshal ingin membangun pabrik untuk mengolah sampah.

Menurut pengamatan dia, pengolahan sampah di Indonesia saat ini adalah teknologi yang dipakai di Eropa 20 tahun silam. Daur ulang sampah plastik, misalnya. Hasil daur ulang yang kemudian beredar tidak terlalu bagus kualitasnya. "Dengan teknik yang lebih maju, bijih plastik yang dihasilkan dari daur ulang bisa sebagus semula," paparnya.

Marshal juga ingin terus berkarya di bidang musik. Selain itu, dia berniat membangun stasiun TV. "Saya belum bisa cerita banyak karena masih rencana. Tapi, intinya saya ingin berperan memperbaiki dunia entertainment di Indonesia," jelas dia yang berencana berkarya bareng sang konco lawas, Bob Tutupoly. (*/ttg)
====================================================================================
Lees verder…
Senin, 24 September 2012 , 00:24:00

Marshal Manengkei, Komponis Kelas Dunia yang Pilih Habiskan Hari Tua di Indonesia
Berencana Bikin Pengolah Sampah dan Stasiun TV

Maarschalk Manengkei, wereldklasse componist die ervoor kiest om  zijn oude dag door te brengen in Indonesië  Plannen om een verwerking van afval en het TV-station  op te zetten.

Marshal Condrat Jules Manengkai, seorang pencipta lagu-lagu taraf internasional yang saat ini memutuskan tinggal di Indonesia. Marshal tinggal di Belanda selama 46 tahun dan sampai saat ini aktif berkarya di bidang seni, khususnya mengarang lagu. Foto : Diptawahyu/Jawa Pos
Marshal Condrat Jules Manengkai, seorang pencipta lagu-lagu taraf internasional yang saat ini memutuskan tinggal di Indonesia. Marshal tinggal di Belanda selama 46 tahun dan sampai saat ini aktif berkarya di bidang seni, khususnya mengarang lagu. Foto : Diptawahyu/Jawa Pos
Bakat musik Marshal Conradt Jules Manengkei terasah berkat interaksinya dengan komunitas Indo Belanda di Belanda yang juga melahirkan Daniel Sahuleka serta Eddie van Halen. Dia kembali ke Indonesia karena pesan sang ayah.

D.S. ELISABET NOVILILIANA, Surabaya

DI USIA yang sudah memasuki 63 tahun, suara pria berpostur tinggi besar dengan kulit terang dan rambut abu-abu merata itu masih terjaga ketika melantunkan sepenggal lirik lagu yang pernah sangat populer di akhir 1970-an, Song for the Children:

Follow me, follow me
It's a beautiful day
Sing a song for the children

Memang, penyanyi kelahiran Suriname Oscar Harris-lah yang membuat lagu yang ditulis pada 1979 itu mendunia. Tapi, pria berambut abu-abu yang ditemui Jawa Pos di sebuah hotel di Surabaya beberapa hari lalu itulah yang menciptakan lagu tersebut: Marshal Conradt Jules Manengkei.

"Ceritannya, ketika itu Unesco (badan PBB yang mengurusi pendidikan, ilmu pengetahuan, dan kebudayaan) mencanangkan 1979 sebagai Hari Internasional Anak-Anak. Jadilah orang ramai-ramai membuat lagu dengan tema anak-anak," kenang pria murah senyum itu dalam bahasa Indonesia yang lancar diselingi celetukan dalam bahasa Jawa sesekali.

Lahirlah kemudian sejumlah lagu yang lantas menjadi klasik. Di antaranya, I Have a Dream yang ditulis Benny Anderson dan Bjorn Ulveaus dari band legendaris Swedia ABBA. Dua puluh tahun berselang, lagu tersebut dinyanyikan ulang boyband asal Republik Irlandia, Westlife.

Tak kalah populernya dengan I Have a Dream adalah Song for the Children yang ditulis oleh Marshal. "Saya ingin membuat lagu yang memang langsung ditujukan bagi anak-anak," tutur pria yang menikah dua kali -dua-duanya berakhir dengan penceraian- dan tak dikaruniai anak itu.

Song for the Children hanyalah salah satu pencapaian besar Marshal sebagai komponis kelas dunia. Deret kesuksesannya juga termasuk menjadi produser sekaligus penulis lagu untuk The Blue Diamonds, duo vokal Belanda yang populer sejak 1960-an, dan band legendaris Tielman Brothers, pionir rock and roll di Negeri Kincir Angin dan kemudian termasyhur di Eropa sebagai pencipta genre Indorock di Eropa. Tielman bahkan lebih dulu memainkan rock and roll bila dibandingkan dengan The Beatles.

Sebuah keberhasilan yang tak diraih dengan mudah. Digapai setelah menapaki sekian onak: berimigrasi dari tanah kelahiran, adaptasi yang tak mudah di negara baru, diskriminasi dari lingkungan sekitar, dan kepergian ayahanda tercinta.

Lahir di Surabaya, Marshal, dua orang tua, dan empat adiknya dipaksa meninggalkan tanah kelahirannya itu pada 1965. Tragedi politik yang berujung kepada pembantaian ratusan ribu hingga jutaan jiwa kala itu membuat ayah Marshal yang berdarah Manado merasa Indonesia tak aman dan nyaman lagi ditinggali.

Marshal dan keluarga yang sama sekali tak punya darah Belanda itu lantas berimigrasi ke negeri tetangga Belgia tersebut dan mendarat di Maastricht. Segera setelah mereka menjejak ibu kota Provinsi Limburg di bagian selatan Negeri Kincir Angin tersebut, berlaksa kesulitan menerpa.

"Kami pendatang, Indo Belanda (menurut Marshal, ini sebutan untuk warga asal Indonesia yang berimigrasi ke Belanda. Tapi, umumnya, Indo Belanda adalah sebutan untuk orang berdarah Indonesia dan Belanda, Red) tidak diperlakukan baik saat itu. Ada diskriminasi yang sangat kuat," tuturnya sedih.

Belum lagi perubahan status dari sebuah keluarga yang sangat berada di Indonesia menjadi keluarga yang harus bekerja ekstra untuk penghasilan yang tak sepadan. "Ayah tidak bisa melawan. Kami  semua yang Indo Belanda tidak bisa," tambah dia.

Alhasil, selalu memendam perasaan tertekan, sang ayah itu pun terkena stroke dan meninggal hanya sembilan bulan setelah keluarga tersebut tiba di Belanda. Di usia yang baru 17 tahun, Marshal sebagai anak tertua pun harus mengambil alih tanggung jawab menghidupi keluarga.

Marshal muda bekerja paro waktu di sela jam sekolahnya. "Beruntung, saat itu saya dan adik pertama saya bersekolah di sekolah umum, setara SMA," kata dia.

Itu, menurut dia, hasil upaya keras sang ayah ketika tiba di Belanda. Dua adiknya yang lain, sama dengan warga Indo Belanda yang tinggal di sana, hanya diperbolehkan masuk sekolah khusus. Setiap hari membuat kerajinan tangan, sangat sedikit belajar ilmu pengetahuan.

"Hasil karya mereka untuk memenuhi permintaan pabrik. Mereka semacam dimanfaatkan," ujar Marshal.

Meski tenaga sangat terkuras, Marshal tidak pernah mengesampingkan sekolah. Dia menyadari, hanya lewat pendidikanlah dirinya berpeluang meningkatkan taraf kehidupan keluarga.

Begitulah, pulang sekolah Marshal akan bekerja di restoran, lalu berpindah ke pabrik hingga tengah malam. Baru setelah itu dia pulang untuk mengerjakan tugas dari sekolah. Tidur 3-4 jam saja, lalu bangun pagi-pagi untuk berjualan koran sebelum berangkat ke sekolah.

Salah satu yang menjadi pemacu semangatnya adalah sang ibu. Semula ibunya seorang istri pejabat yang tak bersentuhan langsung dengan pekerjaan rumah tangga. Semua dikerjakan juru masak, pelayan, dan tukang kebun.

Namun, di Belanda, terutama setelah ayahanda Marshal meninggal, ibunya tak segan mengerjakan semua. Mulai memasak, merapikan rumah, hingga mengurus anak. "Saya menyaksikan Ibu yang tak ragu mengubah kebiasaan. Saya pun terpacu makin bersemangat sekolah dan kerja," tuturnya.

Di sela-sela sekolah dan bekerja yang tak menyisakan banyak waktu itu, Marshal masih menyempatkan diri menggeluti hobinya. Yakni, menyanyi dan bermusik. Dia bergabung sebuah band di sekolah.

Setiap akhir bulan, yakni pada Jumat malam, Marshal berkumpul dengan sesama warga Indo Belanda di Hertogenbosch, ibu kota Provinsi North Brabant yang juga berada di selatan Belanda. Mayoritas yang berkumpul adalah orang Manado dan Ambon. "Kami main musik dan menyanyi bersama sambil makan camilan," kenangnya dengan wajah berseri.

Meski tujuannya hanya bersenang-senang, lewat kumpul-kumpul di Hertogenbosch itulah bakat musik Marshal terasah. Dari sana pula lahir sederet penyanyi dan pemusik hebat, mulai Bob Tutupoli, Ahmad Albar, Daniel Sahuleka, hingga Eddie van Halen.

Eddie van Halen" Seperti terungkap dalam wawancara santai antara Eddie dan kakaknya, Alex van Halen, dengan David Lee Roth, yang diunggah ke situs Van-Halen.com dan dikutip Rolling Stone Indonesia Februari lalu, gitaris sekaligus pendiri supergrup Van Halen itu menjelaskan bahwa ibunya, Eugenia, berdarah Indonesia. Tepatnya, separo Indonesia, separo Belanda, dan lahir di Rangkasbitung, ibu kota Lebak, Banten.

Hasil pergumulan musikalnya di Hertogenbosch itu, kemampuan Marshal menulis lagu juga kian terasah. Selepas SMA dan masuk jurusan arsitektur di salah satu universitas, satu demi satu lagu lahir dari tangan pria yang piawai bermain gitar itu. "Saya melihat antusias masyarakat dengan lagu-lagu warga Indo Belanda meskipun ada juga yang tidak suka," ungkapnya.

Yang tidak suka umumnya karena dipicu pilihan musik para musisi Indo Belanda, yaitu pop dan rock yang ketika itu masih tergolong asing di Belanda. Tak mengherankan, Tielman Brothers yang mulai bermusik dengan aliran tersebut sejak 1950-an dianggap sebagai pionir rock and roll di negeri yang wilayah daratannya lebih rendah daripada lautannya itu. "Orang-orang heran dan tercengang lihat anak muda nyanyi sambil jingkrak-jingkrak," kata Marshal, lantas tertawa.

Setelah berhasil rekaman untuk lagunya, Play Me a Love Song, pada 1973, Marshal yang memakai nama panggung Noby Dick tergerak menjadi produser. Dia semakin rajin menciptakan lagu dan pada 1974 menggawangi rekaman untuk The Blue Diamonds.

Mengusung single Ramona, band itu terkenal hingga ke salah satu kiblat musik dunia, Amerika Serikat. Ramona sempat mendudukkan duo berdarah Indonesia itu di peringkat I di Billboard.

Tahun berikutnya, giliran Tielman Brothers -para personelnya juga keturunan Indonesia- yang turut dikawalnya berkarya. Lagu lain yang diciptakan Marshal, antara lain, adalah My Love yang dinyanyikan Rosy and Andress dan Somewhere Between yang versi Indonesia dinyanyikan oleh Titik Sandora. "Saya malah tidak tahu-menahu siapa yang menerjemahkan (Somewhere Between)," kata Marshal sembari tersenyum geli.

Tuwuk berkiprah di dunia musik, Marshal pun lalu teringat kembali ke pesan sang ayah. "Beliau berpesan agar saya kembali ke Indonesia dan berbagi ilmu jika telah mereguk sukses," katanya.

Memasuki usia 40-an tahun saat pesan itu terngiang kembali, Marshal bertekad memulai lembar baru kehidupan. Berharap dikarunia umur setidaknya hingga tiga dekade lagi, dia berkomitmen membagi hidupnya menjadi tiga tahap.

Sepuluh tahun pertama untuk bekerja sesuai dengan bidang kuliahnya, yakni arsitek. Sepuluh tahun berikutnya, bekerja untuk pemerintah Belanda. Dan, sepuluh tahun terakhir, untuk melakukan hal yang dia inginkan dengan menggabungkan dua pengalaman sebelumnya. "Pilihan saya, berkarya untuk Indonesia," katanya perlahan namun pasti.

Desember tahun lalu rencana ketiga diwujudkan dengan memilih tinggal di Indonesia, tepatnya di Sidoarjo, tetangga kota tanah kelahirannya, Surabaya. Setumpuk rencana sudah memenuhi kepalanya untuk mengisi hari-hari tua di negeri yang tetap dicintainya kendati puluhan tahun ditinggalkan ini. Di antaranya, Marshal ingin membangun pabrik untuk mengolah sampah.

Menurut pengamatan dia, pengolahan sampah di Indonesia saat ini adalah teknologi yang dipakai di Eropa 20 tahun silam. Daur ulang sampah plastik, misalnya. Hasil daur ulang yang kemudian beredar tidak terlalu bagus kualitasnya. "Dengan teknik yang lebih maju, bijih plastik yang dihasilkan dari daur ulang bisa sebagus semula," paparnya.

Marshal juga ingin terus berkarya di bidang musik. Selain itu, dia berniat membangun stasiun TV. "Saya belum bisa cerita banyak karena masih rencana. Tapi, intinya saya ingin berperan memperbaiki dunia entertainment di Indonesia," jelas dia yang berencana berkarya bareng sang konco lawas, Bob Tutupoly. (*/ttg)
====================================================================================
Maarschalk Manengkei, wereldklasse componist die ervoor kiest om  zijn oude dag doorbrengen in Indonesië
Plannen om een verwerking van afval en het TV-station  op te zetten.

 
Lees verder…

10897266653?profile=originalRUDY KOUSBROEKS  “Het Oostindisch Kampsyndroom”  Besproken door Pjotr.X. Siccama – deel 7   

Werkelijkheid en fictie worden door elkaar gehaald, schrijft Kousbroek en heden ten dage komt dat vaker voor. Hierbij noemt hij het opvallend verschijnsel dat bijvoorbeeld in de VS van Noord Amerika, liefst 22% van de volwassenen twijfelt of de Holocaust wel ooit heeft bestaan! Deze constatering is heel huiveringwekkend met gevolg dat de revisionisten in dat land de gelegenheid aangrijpen om te beweren dat er nooit gaskamers waren geweest en het dagboek van Anne Frank een vervalsing is. Overigens is de vertaling van het Nederlandse woord “vervalsing” vanuit het Amerikaans “fake”  fout. Dat wil zeggen met het woord fake bedoelt de Amerikaan nep, bedrog of niet bestaand. Maar het Nederlandse woord vervalsing houdt immers in dat er een origineel bestaat! Dit voor alle helderheid van het verschijnsel dat mij al ernstig genoeg lijkt.

Deze en andere verwerpelijke denkbeelden (voornamelijk in sommige Amerikaanse circuits) worden het publiek ingespuid alsof het ‘gewoon’ nieuws is. Het is de vraag waar die grote onzin toch vandaan kan komen. Het tegenwoordige (Amerikaanse) kijkerspubliek (ik noem het kijkerspubliek om de simpele reden dat voor de Noord-Amerikanen al het nieuws en wat ze er allemaal wordt aangeboden voor het grootste gedeelte via de televisie wordt verzorgd-afgezien van een handjevol mensen die de moeite nemen de krant te lezen, waar, ‘surprise surprise’ men hetzelfde te lezen krijgt dan in (nieuws)berichten in beeld en bijbehorend commentaar met kennelijk de bedoeling het publiek met bedenkelijke en controversiële verhalen op te zadelen en om op allerlei manieren (psychologische/sociaal/politiek) in vele historische kwesties zoveel, en zo effectief  mogelijk, te beïnvloeden. Toen ik zelf in de 70er jaren  door de V.S. reisde, had ik toen al gezien dat  het beeldmedium dé brainwashmachine moest zijn (geworden) voor en van de Amerikanen. De Amerikaanse overheid (lees: Id, Cia etc.) zocht er toch al een tijdje naar en wordt nu op haar wenken bediend: een cadeautje zo gezegd.

 Daar zijn in het verleden legio voorbeelden van te geven. Zij zijn daar een meester in: het verdoezelen van feitelijkheden over de oorlog (en de door hen alle andere geïnstigeerde oorlogen daarna en tot op heden). Nogmaals vraagt de schrijver zich af wat voor nut het heeft werkelijkheid en fictie door elkaar te halen. Wij moeten hierin zeker niet naïef zijn: het publiek dat al een standpunt of mening heeft, wordt op zo’n manier geheel in verwarring en in twijfel gebracht of van zijn eigen mening afgebracht. Het is zowaar een onfatsoen de media te misbruiken voor het spuien van verwerpelijke denkbeelden en ideologieën. Of is onfatsoen in de journalistiek soms een provocerend karwats? waarmee ze de kijkers om de oren slaan voor de agressieve advertenties die ze daarna in flitsende beelden voorgeschoteld krijgen(?)  

Alleen de witte bladzijden worden door de historici bestudeerd, zegt Kousbroek. Het is helaas waar: ik herinner me nog goed dat op de universiteiten worden de studenten, ongeacht de faculteit, al in het propedeutisch jaar op het hart gedrukt om maar geen kritieken te leveren op de verplichte literatuur en zeker geen (grote) verwachtingen te koesteren of zekere ontdekkingen te doen! Et voilá de eerste stappen voor een academische vorming zijn gezet; het zijn eerder stappen naar de wereld naar het (voor de student toekomstig),  “traditioneel ontkennend model”.

De Franse correspondent van het blad La Liberation, schrijft Kousbroek, had nauwelijks moeite met te zeggen dat Nederlanders liegen; liegen over hun geschiedenis, ze houden krampachtig vast aan de mythe van collectieve onschuld en dat dat zij zo dapper waren in de 2eWO. Niets is minder waar.

Voor de helderheid over deze mare geldt nog steeds dat uit Nederland meer Joodse mensen werden afgevoerd dan in elk ander Europees land. Om een groot en schandalig voorbeeld te noemen:

Nederland heeft tot nu toe nimmer excuses aangeboden aan de Joodse gemeenschap voor de deportaties in de WO II.

Over de Excessennota (een van de Nederlandse voorbeelden van het bekoksstoven in achterkamertjes) die door de rapporten van Enthoven en Van Rij werden opgesteld respectievelijk in 1947 en 1954, kwam een aanvullende opsomming van andere excessen (periode 45/50) opgesteld, in Fasseurs eigen woorden: “na een haastige rondgang door de archieven..” (.), vraag je je af hoe iemand met zulk een instelling in hemelsnaam geschiedschrijver kan worden en nog prominent worden ook.

“..wat heeft het voor zin om het eigen nest te bevuilen” en “wat heeft het voor zin om oude wonden open te halen” en ook nog “je mag dat niet met de huidige maatstaven beoordelen zijn dan de transformaties van de argumenten die altijd worden gehanteerd tegen ongewenst kritiek”, schrijft Kousbroek. Is het vrees voor de werkelijkheid? Op mijn beurt zeg ik ja, hoewel dit wellicht bij het publiek lichtelijk en simpel overkomt.

Kousbroek kwam in dit verband een interessante knipsel tegen uit The Spectator van 1894 waarin het Hollandse kolonialisme (imperium gemakshalve) in een kleine column de doodsteek werd toegebracht. Niet bepaald een aanbeveling (zeker voor niet Nederlanders) om ook onze cultuur driftig te gaan bestuderen dunkt me.

Het is geenszins mijn bedoeling om in mijn commentaar naar aanleiding van Kousbroeks indrukwekkend werk, de Hollander zwart te maken, neen; ik heb namelijk altijd het gevoel gehad dat de Nederlandse bevolking door politici voortdurend voor de gek werd gehouden en nog steeds: De Nederlandse Staat en haar directe dienaren zijn daar schuld aan, maar niet de Hollandse/Nederlandse bevolking (niet HET NEDERLANDSE VOLK).

Elk jaar wordt door het Herdenkingscomité een spreker gevraagd voor de 4mei herdenking. Dit keer werd de schrijver J. Brouwers uitgenodigd om de rede te houden.

Wat heeft het Herdenkingscomité bewogen om deze man hiervoor uit te nodigen, vraag ik me af. Terzijde: door vele Indiegangers en kenners wordt deze schrijver gemeden en  zelfs doodgezwegen en dat is dodelijk; zeker als men weet dat deze man niet bepaald gecharmeerd blijkt te zijn van de Indo-Europeaan, ‘de Indo’s’ , waarvan hij zegt ze onbetrouwbaar en geniepig te vinden. Ingrediënten voor racisme. Waar komt het het vooroordeel van die man toch vandaan? Een man die in Jakarta in de 2e WO oorlog is geboren, op zeer jonge leeftijd naar Nederland was gerepatrieerd met in zijn lege hoofd een gigantisch vooroordeel over andere mensen, anders dan hijzelf zou de pretentie hebben wat of iets uit dat verleden te verkondigen? (Het gaat trouwens tijdens de herdenking niet enkel om de Indiëhistorie alleen, maar om en over de gevolgen van en in deWO II-historie en de sociaal/politieke implicaties in het algemeen). Het kan niet anders dan dat zulke (het waren toen nog zeer jonge kinderen) mensen het van hun ouders hebben gehoord en successievelijk hebben overgenomen. Wat weet een kind nou over sociale en culturele verhoudingen en wat erbij hoort? Het antwoord is wederom simpel: meegekregen van de ouders. Het was dat Hollandse contingent van mensen die naar Indië ging met grote oogkleppen op en de grootste mond had, geheel geborneerd en ignorant van andere culturen, laat staan dat het de moeite nam zich daarin een weinig te verdiepen. Hoe het ook zij, dat deel van het lethargisch Hollandse echelon had de Indiëhistorie verruïneerd en geheel vervuild, met een koopliedenmentaliteit van het ergste soort en dus ook bewust onbewust bijdrage geleverd aan hun eigen ondergang met al die grote puinhopen die ze voor de autochtone bevolking achterliet.

 De keuze van het herdenkingscomité vind ik daarom niet alleen gemakzuchtig, maar ook as weak as water; zij moeten (en niet: mogen, want daar is het te laat voor) eens lef en durf  tonen ook klaarheid te verschaffen wanneer het gaat om specifieke periodes in de geschiedschrijving om de toch al geschonden reputatie van de eigen historie enigszins op te kalefateren.

Het is weer tekenend voor  de ingesleten foute en valse opstelling van de Nederlandse historici die hiervoor nog altijd verantwoordelijk zijn. Het is immers veilig en ongetwijfeld standaard (geworden) 

om gemakkelijke keuzes te maken; keuzes die nou net “niet controversieel” kunnen worden genoemd. Zo laveren die lieden die niet alleen denken overtuigd te zijn, maar eerder bewust naïf, iets goeds voor het land te doen al jaar en dag door en tussen alles heen en heeft de Nederlandse cultuur alleen maar armer gemaakt. Heeft de Franse journalist Ephimenco toch nog gelijk.

 

Hartverscheurend is  het verhaal van de Chinese schrijver Low Ngiong Ing die in China was geboren op het platteland en die zo arm was dat hij altijd dezelfde kleren droeg en één ei of twee per jaar voor

een maaltijd werd als een feestmaal beschouwd. De familie was bekeerd tot het Christendom (Katholiek), maar keek wel neer op hun dorpsgenoten die geen Christenen waren. Hoe dan ook was die tweespalt voor de man ergens een zegen geweest, schreef Kousbroek, omdat in die omstandigheid hij erover kon  

 

10897272664?profile=originalHet wegvoeren van Joodse medeburgers 1941 in Warschau.

 

schrijven en voelde zich als een soort stiefkind. (Kousbroek noemt dat: het stiefkindsyndroom). De persoonlijke en culturele gevolgen voor hem waren te groot geworden om nog langer in dat land te verblijven en zo emigreerde de familie naar Singapore. Wat mij persoonlijk zo trof was een passage in dat werk van Low wat zo smartelijk is beschreven en wat ging over de Chinese cultuur die eigenlijk aan hem voorbij ging en er geen deel (meer?)van kon zijn en tot het besef kwam dat,  dat deel voor hem niet meer in te halen was, mede te wijten aan het feit dat hij bekeerd was geworden tot het Christendom.

Na de dood van zijn beide ouders werd hij wees. In het weeshuis ontfermde een zekere Miss Toley over de weeshuiskinderen. Low bleek een heel intelligente leerling te zijn en werd uiteindelijk, nadat een Engelse scholarship zijn studie had begeleid, onderwijzer en haalde hij een graad aan de universiteit van Hongkong. Maar de carrieremogelijkheden voor een Aziaat in die tijd waren zeer beperkt, ook door tegenwerking en de Europeanen die altijd voorrang kregen. Kousbroek herinnert zich de situatie van Low Ngiong in Nederlands Indië. “.. Die mensen zijn al blij dat ze een kans krijgen..”. Het is als uit het leven gegrepen. Zo ook in Nederlands Indië, vindt Kousbroek.

Die trieste werkelijkheid naar aanleiding van het verhaal van Low, wordt in dit verband door Kousbroek direct vergeleken met de mensen –eerder de kinderen – in Nederlands Indië.

 Zoals Low Ngiong toen vertelde dat hij in China met meisjesschoenen op het schoolplein verscheen en uitgelachen werd door zijn medescholieren. Low kocht goedkope tennisschoenen en bewerkte deze met schoensmeer om het als leer uit te zien. Juist deze passage in het werk van Kousbroek herinnert zich de schrijver uit Nederlands Indië. De armoede die vele Indo-Europeanen in dat land aan den lijve hadden ervaren en veel, heel veel moesten ontberen was eveneens hartverscheurend: zonder ontbijt ‘s morgens naar school te moeten gaan, nauwelijks fatsoenlijke schoenen of kleren te dragen en al helemaal niet te bezitten en zo af en toe afhankelijk te moeten zijn van Christelijke liefdadigheidacties van de Vincentiusstichtingen in de archipel en spaarzame particuliere initiatieven. Maar zij voelden zich volstrekt niet zielig, eerder trots, te trots om aan die ellende toe te geven. Persoonlijk heb ik meegemaakt dat er vele kinderen waren die, op hoogtijdagen, (schoolfeest of evenementen die overal  werden gehouden) opvallend altijd wegbleven.. De Indo-Europeanen die het wel ‘gemaakt’ hadden, exhibitioneerden en liefst in het openbaar (soms doet het me aan het werk Couperus denken), deden net als de kolonialen precies hetzelfde: ze keken neer op de andere Indo/eEuropeanen en trouwens ook op de koloniale Europeanen,  epateerden met hun status – wat die ook mocht zijn - en positie. Het was die enorme triestheid en stille armoede: de Indo-Europeanen in Indië, wanneer ze in die armoede verkeerden die nooit lieten blijken, daar waren ze toch te trots voor.

Kousbroek: “Ik kan er niet over lezen zonder van streek te raken.”

Ik word er zelfs beroerd van wanneer ik deze passages van Kousbroek lees, nota bene  in een land, zo paradijselijk  en zo rijk, dat een grote Europese gemeenschap sociaal, cultureel en intelectueel van al die rijkdom werd ontzegd en buitengesloten door een zeer kleine Hollandse elite.

Op zichzelf al een misdaad.10897273082?profile=original Het levensverhaal van Low Ngiong daarentegen is van een geheel andere orde van triestheid en absolute misere: een complete familietragedie die nauwelijks is te beschrijven. Maar Kousbroek heeft het hier zo treffend als een filmdrama beschreven en beeldend weergegeven. Ik kon tijdens het lezen mijn ogen nauwelijks droog houden.

En dan in twee priemende zinnen die Low Ngiong Ing in zijn boek onthulde, die ene gedachte dat eigenlijk en zeer zeker heel zijn leven lang al in zijn hoofd broeide: “You may do me a hundred kindnesses today and tomorrow I will have forgotten every one of them. But do me a little unkindness and I will neither forget nor forgive you.”

De onverdraaglijkheid en intolerantie van de ander achtervolgt je heel je leven.

Kinderen/jonge volwassenen en volwassenen komen aan in concentratiekamp Buchenwald.

 10897273274?profile=original

Sylvain Ephimenco – Franse journalist


 En met heldere cynisme schrijft Kousbroek, “.. dat het een soort paradigma is voor het gedrag van westerse naties in Azië: zelfs in het hiernamaals heersten al koloniale verhoudingen, des te meer in de stoffelijke wereld.” Daar moeten hedendaagse filosofen en andere wijsneuzen dan maar goed over nadenken. Dat lijkt me een eminente opdracht. 

Gebouwencomplex van het Raffles Institution in Singapore – omstreeks 1900.

Waar Low uiteindelijk leraar werd.

 10897272900?profile=originalVroeger gebouw van het Instituut.

10897273667?profile=original

Huidig gebouw van het Instituut.

10897274075?profile=original

Deportaties van Joodse medeburgers in Amsterdam

10897274468?profile=original

 Een indrukwekkend monument in Westerbork van oud-gevangene Ralph Prins ter nagedachtenis aan onze Joodse medeburgers – slachtoffers van het Naziregime.1940/1945. De kunstenaar heeft op een indrukwekkende manier datgene weergegeven wat onuitsprekelijk is en blijft.

 

 

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives