Alle berichten (2940)

Sorteer op

10897288297?profile=original

Op Facebook - De balans van de BV - Nederland toch niet om te somberen!\

Zo kijkt iedere respecterende onderneming   economisch naar de BV- Nederland dat op de balans heeft  staan Inkomsten 249 Miljard en Uitgaven 267 miljard schulden en vorderingen met :


1). Een kapitaal van 1000 miljard in het pensioenfonds , waar 35% naar belastingen gaat op termijn.(*** Silfraire
2)  Onvoorzien 300 miljard in andere sociale fondsen, 3) daar tegen overstaan - Schuld Overheid 380 miljard
4.)  Schuld van de burgers 800 miljard,

5)  Waar tegen overstaat bezittingen 600 miljard (200 miljard lucht uit huizen moet er nog uit) 
6. Blijft per saldo positief over 420 miljard over. 

Dus de Triple  A - status is zelfs onder gewaardeerd.

Overheid betaalt per jaar aan rente 2 % ofwel 12 miljard.

Als nu 100 miljard uit pensioenfonds wordt gehaald en geïnvesteerd in het Indonesië Economisch Master plan  ziehttp://www.eurocham.or.id/index.php?option=com_content&view=article&id=210&Itemid=154  met zekerheidstellingen (staatsobligaties )
 , heeft het rendement van 18% per jaar . Nederland is tijdelijk eigenaar van deze investeringen; komt dus 18 miljard binnen per jaar plus orders geraamd rond de 40 miljard per jaar aan werk en materialen dat vanaf 2014 tot 2019. Is volgens de troonrede "Investeren in Internationale opkomende markten".



Na aftrek van de rente wordt 6 miljard aan inkomsten verwacht in 2014.

Tegelijkertijd heeft BV-Nederland hervormingen doorgevoerd die het Indonesisch Economisch master plan eisen, en heel Nederland kan alles inzetten op het gebied van Infrastructuur, ICT, Milieu, waste - en water management in Indonesië, creëert structureel werk van 2014 tot 2023.

De omvang van economisch master plan fase I bedaagt 640 miljard en Fase II 1300 miljard. Hiervan kan 25% vloeien als omzet voor de ingezette Nederlandse ondernemingen, naast dat de werkloosheid wordt teruggedrongen. Dus de Overheid en het bedrijfsleven profiteren hiervan. Boven al  voor Nederland om nu de relatie met haar oud kolonie te verbeteren.

 

Maar zo ver is het nog niet als Nederland het huwelijk aangaat met Rep Indonesië zal eerste een diepe kniebuiging moeten maken en zich het jasje moeten ontdoen van arrogantie en koloniaal benadering naar Indonesië toe!

Waarvan Akte
Geboren en getogen in Indonesië en Nederland.

 

Silfraire Delhaye  

Een kleine correctie Ferry Schwab. Je hebt gelijk, maar deze sommen moet de Staat van af blijven. Waar BV-Nederland wel recht op heeft: de inkomstenbelasting die in die sommen besloten ligt. Dus uitgaande van je bedragen heeft de Staat in de toekomst te vorderen: gemiddeld 30% dus zeg maar ruim € 400 miljard Euro. Immers toen ik mijn pensioen opbouwde waren deze premies aftrekbaar, daartegenover zal ik belasting moeten betalen over de aan mij uit te keren pensioenbedragen. Ik hoop dat je stelling nu duidelijker is voor de niet financieel onderlegden. Dus je hebt gelijk......waar maakt men zorgen over in Brussel tenzij,........andere overwegingen een rol spelen.

Lees verder…

Column Helemaal alleen in Indonesië Door: Ed Caffin

 10897269496?profile=originalColumn   Helemaal alleen in Indonesië                  Door:   Ed Caffin

Reizend door het noorden van de Molukken en Sulawesi, minder toeristische delen van Indonesië, zijn we regelmatig de enige toeristen in het dorp, hotel of op het hagelwitte strand met palmbomen. Voor veel reizigers is dat het summum: je ergens pionier voelen, terwijl alles eigenlijk allang ontdekt is. “We waren er helemaal alleen; we hoorden dat er zeker een half jaar lang geen westerling geweest was”, hoor je dan vaak. Als het onderwerp “Beste reisverhalen” voorbij komt in een of ander gesprek in een backpackerscafé, dan scoor je daar zeker punten mee.

Voor ons voelt het na een aantal maanden in het drukke en toeristische Bali, waar we tussen de rijstvelden en andere toeristen woonden, vooral vreemd.  Dat komt met name omdat het reizen in deze gebieden als bijeffect heeft dat je overal wordt nageroepen en er regelmatig foto’s van je worden gemaakt. We zijn  blijkbaar opeens een beziens-waardigheid en aan die status kunnen we maar moeilijk wennen.

Dat westerlingen in deze delen van Indonesië een heuse verschijning zijn, valt te verklaren als je kijkt nar de verdeling toeristen over Indonesië. Van de ruim 7 miljoen buitenlandse toeristen die in 2011 naar Indonesië gingen, kwam bijna de helft (2,9 miljoen) met verder dan het kleine Bali. Van de rest gaan de meesten naar Jakarta en Java, of Sumatra. Slechts kleine plukjes toeristen gaan verder, richting het oosten van Indonesië, en ontlopen daar elkaar gemakkelijk.

In de Molukken en bepaalde delen van Sulawesi kom je er in ieder geval weinig tegen. En dat merk je aan de reacties van de mensen. Degenen die ons aanspreken en op de foto willen, zijn zonder uitzondering erg aardig en positief, dat wel, maar een anoniem etentje zit er – hoe absurd het ook klinkt – niet in. Soms neemt het wel heel extreme vormen aan. Op het strand voor het hotel, wilde een grote groep vrienden – met kinderen op schoot – één voor één met ons op de foto.  Ook worden we geregeld zonder te vragen gefotografeerd. Onze beeltenis prijkt intussen als een screensaver op tientallen mobiele telefoons, denk ik. Als ik aan een man van mijn leeftijd vraag waarom hij die foto eigenlijk wil, antwoordt hij simpelweg, dat hij het een leuke herinnering vindt, een foto van een Bule (buitenlander). “Het komt niet vaak voor dat je een exemplaar in het wild tegen het lijf loopt, en dan moet je hem schieten”, zegt hij er nog net niet bij. We zijn gewillige slachtoffers; ook ons zoontje van twee. Met zijn bruinverbrande kop en lichtblonde haren is hij een soort allemans knuffelbeer geworden. Na een stuk of tien uitgebreide fotoshoots is hij er inmiddels al zeer bedreven in. Zodra iemand naast hem knielt, hem bij de schouders pakt en de wang tegen de zijne drukt, staat hij stil en er verschijnt zowaar een heuse fotoglimlach op zijn gezicht.  Minpuntje wellicht, hij weet inmiddels niet beter dan dat hij blijkbaar erg 

interessant is om te fotograferen. Hij zou er bijna van naast zijn kleine “Croqs” gaan lopen. Na weken vol fotoshoots mijden we de laatste dagen de drukke stranden maar even en gaan we naar ons prachtige en verlaten witte strand met palmbomen, langs een hobbelige weg verderop. Daar zijn we helemaal alleen en kunnen we tenminste anoniem zwemmen.

Eerder verschenen in DE AZIATISCHE TIJGER   

Lees verder…

Schikking weduwen Zuid-Sulawesi

Tien weduwen hebben een schikking getroffen met NederlandSchikking weduwen Zuid-Sulawesi

Nederland heeft een schikking getroffen met tien weduwen van wie de mannen in 1946 en 1947 door Nederlandse militairen op Zuid-Celebes, op het huidige Sulawesi, zijn doodgeschoten. De weduwen krijgen ieder een financiële compensatie van 20.000 euro en de Nederlandse ambassadeur zal openbaar excuses aanbieden namens de Staat.

In april liepen onderhandelingen tussen de weduwen en het ministerie van Buitenlandse Zaken op niets uit. Toen werd de vrouwen een bedrag van 10.000 euro per persoon aangeboden en schriftelijke excuses.

Excuses

De advocaat van de tien weduwen in Zuid-Sulawesi, Liesbeth Zegveld, is blij met de schikking die is getroffen: "Ik heb de vrouwen gesproken en zij voelen zich rijk. Maar voor hen zijn ook de excuses heel belangrijk".

Eerder kregen weduwen in de zaak Rawagedeh ook compensatie. Na een jarenlang proces werden zij in 2010 door de rechtbank in Den Haag in het gelijk gesteld in hun claim tegen de Staat. De weduwen kregen 20.000 euro per persoon en de Nederlandse ambassadeur bood in het openbaar excuses aan aan de nabestaanden.

Volgens Zegveld kan voorkomen worden dat nu nieuwe zaken zich aandienen: "Mijn boodschap aan de minister is om nu voor alle slachtoffers van de standrechtelijke executies excuses te maken en zich nu niet te beperkingen tot Zuid-Sulawesi, zodat het een oprecht gebaar is en we het dossier een keer kunnen sluiten."

Zuiveringsactie

Het bloedbad in 1946 en 1947 op Zuid-Celebes door de troepen van kapitein Westerling was een van de dieptepunten van de strijd tussen het Nederlandse leger en de Indonesische opstandelingen. Westerling kreeg de opdracht om de openbare orde te herstellen.

Tijdens de zuiveringsactie vielen volgens de Indonesische autoriteiten tienduizenden doden. Een deel van de slachtoffers werd zonder proces standrechtelijk geëxecuteerd. Andere bronnen spreken van een veel lager aantal. 

Lees verder…

Nieuws uit Jakarta

10897269676?profile=original

10897270288?profile=original

Dear all,

 

Yesterday we visit the Guesthouse/Back-Office to be in Roxy-Central Jakarta.

The Guesthouse has 9 bedrooms and 2 living rooms.

Further 3 bathrooms, 1 kitchen, garage for 2 cars and a parking lot for 3 cars.

It has also a beautiful roofed terrace on the 3rd floor.

 

The Front-Office will be in one of the most beautiful Office Towers on the Thamrin Boulevard.

From inside the building on the 27th floor you can see the Jakarta Skyline of the Central Quarters.

Here are some pictures of the UOB Building, where our Front Office will be settled:

10897270467?profile=original

Lees verder…

Het einde Door: Adriaan Bijl

10897288063?profile=originalHet einde   Door:     Adriaan Bijl

Opeens was het afgelopen. Een van de leiders kwam ons op 23 augustus 1945 vertellen, dat de Jap had gecapituleerd op 15 augustus. Wij keken ongelovig, maar hij liep naar de Japanse wacht schreeuwde een commando, waarop de soldaat in de houding sprong en voor hem boog. Van de ene dag op de andere waren de rollen omgekeerd. Wij konden nu weer gaan en staan waar wij wilden. Wij trokken onmiddellijk de velden in om voor het eten groenten te plukken. Wij liepen naar de grote weg, waar wij met de Javanen praatten en eetwaar ruilden.  

Van atoombommen op Hiroshima en Nagasaki hoorden wij pas later. Wij wachtten, want wij waren afhankelijk van de communicatie tussen de Jap en het kamphoofd, Refuge. Het werd ons ten sterkste afgeraden op eigen houtje weg te gaan. Alles kwam plotseling in een stroomversnelling. De Jap had aan Refuge de opdracht gegeven het hele kamp naar Ambarawa te verhuizen en wel meteen. Uit veiligheidsoverwegingen konden wij niet langer daar blijven, maar dat was waarschijnlijk een drogreden, want zij hadden het bevel gekregen zich bij hun onderdeel te melden. Door het kamp op te heffen waren zij van de verantwoording af. Het zou meer voor de hand hebben gelegen, indien wij nog enige dagen in Bandungan gebleven waren tot er duidelijkheid in de situatie was ontstaan. Wij begaven ons te voet op weg naar Ambarawa kamp 7, 12 km bergaf. De hele groep bestaande uit mannen, jongens, Japanners en heiho’s liep in een lange ordeloze sliert zonder rustpauzes naar Ambarawa. De Japanners nog bewapend keuvelden met elkaar en de heiho’s sigaretten rokend deelden hun rookwaar met ons. De brute sfeer had plaats gemaakt voor een weldadige gemoedelijkheid.

Een stel keurig geklede vrouwen in sarong en kabaja kwam uit hun huizen roepende: ”Lieve jongens, jullie zijn vrij, jullie zijn vrij, de oorlog is voorbij, O, wij zijn zo blij, zo blij”. Zij barstten  in tranen uit. Alles rijmde op ‘ij’,       dat weet ik nog. Wij huilden niet        en waren niet eens dankbaar voor deze sympathieke, typisch Indische ontboezeming. Wij waren emotioneel ongevoelig geworden.

Wij liepen blootsvoets en koelde de voetzolen, die met het hete asfalt in aanraking kwamen, regelmatig in het gras van de berm. Sommige mannen  of jongens, die zich van schoenen hadden kunnen voorzien, raakten halverwege zo uitgeput, dat zij zich met moeite voorsleepten. Halverwege trokken zij hun schoeisel uit en gooiden die met de veters aaneengebonden over een schouder en strompelden blootsvoets verder.

Aankomst in Kamp 7

Ofschoon wij een bevel tot vertrek uit Bandungan hadden gekregen, was er niet op onze komst gerekend. Toen wij ’s avonds om elf uur aankwamen, was het hele kamp en donker en diep in slaap, waaruit zij snel werden gewekt. Niemand wist nog dat wij bevrijd waren!

Het kamp, walmend van de stank van dood, vuilnis en ongewassen lichamen kon ons nauwelijks herbergen. Iedereen moest zich maar ergens een plekje zien te veroveren. Na de capitulatie van Japan ontstond ook hier een chaos. Het bevel was: ”Niet weggaan tot orde en communicatie voldoende hersteld zijn”. Het zou voor de hand hebben gelegen, indien wij nog enige dagen in Bandungan gewacht hadden en meer duidelijkheid in de nieuwe situatie hadden gekregen. Refuge voerde de bevelen van de Jap gewoontegetrouw onmiddellijk uit. 

10897288089?profile=originalKeukenpersoneel in Kamp 7

Aan de zijkant van de keuken stortte het keukenpersoneel de as uit de ovens tegen de omheining aan. Zo was een vrij groot veld van gloeiende kolen en as ontstaat. In de omheining zat een groot gat, waardoor heen wij een ruilhandel met de Javanen opzetten. Nadat menigeen zijn voeten had gebrand hoorden wij dat de poort óók voor ons open stond. Toen wij eenmaal buiten het kamp kwamen bemerkten wij spoedig, dat het Japans Indische bezettingsgeld geen waarde meer bezat. Iedereen zocht naar een matras, om de tijk te gebruiken voor de ruilhandel. De kapok lag daarna verspreid door het kamp. Door de levendige ruilhandel was er veel voedsel ter beschikking, doch overdaad schaadt. Oudere mannen stierven van de te grote porties eten; de jongere leden alleen aan een hardnekkige diarree. De latrines liepen over en menige jongen deed zijn behoefte op de plaats waar de drang niet langer te stuiten was. Meestal op de plekken, die bezaaid waren met de kapok uit de opengereten matrassen. Wij hadden moeite op onze blote voeten nog een weg te vinden. Refuge nam het initiatief om met zijn jongens de belangrijkste paden van de bevuilde kapok te ruimen.

Een voorval is mij altijd bijgebleven. Een oude man had zijn kussensloop voor twintig hardgekookte eieren geruild. Op de trappen van de barak keerde hij zich nog eenmaal om         en riep met schorre stem “ Ik ga       mij, godverdomme, nog eenmaal      rot vreten”. Na een aantal eieren        te hebben opgeschrokt, velden buikkolieken hem en hij overleed een uur later.

Het kamphoofd Terhenne nodigde allen uit om op zondagmorgen tijdens een officiële bijeenkomst op de appèlplaats bij het hijsen van de Nederlandse vlag aanwezig te zijn. Die morgen om 10 uur stonden de mannen aangetreden en de jongens, die gemaand waren ook aanwezig te zijn, stelden zich hier tegenover op. Hij wilde de plechtigheid openen, toen hij bedacht, dat ook de Jap er bij hoorde. Nadat Yamaha was opgetrommeld werd hem een plaats toegewezen op enige afstand van het kamphoofd tegenover de vlag. Terhenne miste alle trots en fierheid, zo eigen aan Refuge, die als Belg bij deze plechtigheid ontbrak. Hij sprak met rauwe stem, geknakt staande voor zijn medegevangenen onverstaanbare woorden over vrijheid en herrezen vaderland. Hij eindigde zijn korte toespraak met de leuze “Leve de koningin”.

Het kamphoofd had de Jap toegeschreeuwd de houding aan te nemen en te salueren voor onze vlag. Yahama weigerde en Terhenne stapte dreigend op hem toe. De Jap klom in de houding en salueerde voor onze vlag. De ouderen zongen met schorre en zwakke stemmen het Wilhelmus en spoorden ons aan mee te zingen, hetgeen wij nauwelijks betrachten, want begrippen als patriot, vaderland, koningin en volkslied zeiden ons toen niet veel. Een aantal stinkende oude mannen gaven ons hiervoor een stevige uitbrander. Velen kenden echter de tekst van het tweede couplet niet volledig, zodat het gezang langzaam uitstierf. De bewegings-vrijheid was nog niet groot. Het was toegestaan het kamp te verlaten, maar niet de andere kampen te bezoeken voor er een algemene toestemming was gegeven.

Uit het dagboek van mijn moeder

24 augustus 1945

Vandaag in de vooravond is door mevrouw Eickelberg het kamphoofd officieel bekend gemaakt, dat de vrede is getekend. Het gehele kamp verkeert nu in een staat van opwinding en verwachting. De jongens zullen maandag aanstaande hier mogen komen, wordt er gezegd. Ik ben pas vijf  

weken ernstig ziek geweest en nu wat aan het herstellen. Als de voeding inderdaad onmiddellijk in kwaliteit vooruit gaat, zal ik gauw opknappen en dat moet want ik wil geen zielige zieke moeder zijn voor onze zoons. Ik zal wel kracht nodig hebben in de komende dagen en vaak van uur tot uur wat steun nodig hebben.

Terug naar Banjubiru

Ik vermoedde, dat er een weg aan de andere kant van de alun alun naar Banjubiru leidde. De volgende dag liep ik vroeg in de morgen alleen in een laan met hoge waringins in zuid oostelijke richting. Ik herkende de laan, die wij een jaar geleden in tegengestelde richting per vrachtauto hadden gereden op weg naar kamp 8. Het kwam mij als nieuw voor en het leek of ik hem voor het eerst aflegde.

10897288477?profile=original

Kamp Banjubiru

Het weelderige landschap met vulkanen op de achtergrond, soms doorsneden door een heldere beek, met hier en daar een desa, waaruit   tal van nieuwsgierige kinderen kwamen aanrennen, het leek alsof de oude tijden terug waren en er niets gebeurd was die dit alles verstoord had. Na een uur doorstappen naderde ik kamp 10. Het rumoer en de geur van het kamp waaiden mij tegemoet. Aan de westkant zag ik tegen de hoge muur het gedek en het prikkeldraad van de uitbreiding, waar door de gaten in de omheining vrouwen en kinderen in en uit liepen. Via de poort begaf ik mij naar de barak zaal 14, waar ik mijn 

moeder voor het laatst gezien had. Zij was er niet, maar de dames die ik niet terugkende verwezen mij naar het hoofdgebouw. Ik besteeg de trappen van het gebouw en vroeg of ze daar was. Een aardige vrouw, een Duitse, grootmoeder van drie generaties, die daar op een rijtje lagen, nam mij bij de hand naar een brits in de hoek en zei:”Mutter hier ist dein Sohn”. Van mijn moeder restte slechts een skelet. Zij lag met open droge mond naar het plafond te staren en zei alleen iets als “zo, ben je daar”. Ik vertelde haar, dat Syd binnen een paar dagen wel zou komen en zette mij naast haar op de rand van de brits en hield haar hand vast.

Ik vroeg mij af of een dode vrouw er anders uit zou zien dan een dode man. Ik had veel dode mannen gezien, maar slechts een keer een overleden vrouw. Het was in de tijd dat de wijk nog niet gesloten was. Als misdienaar deed ik dienst bij een begrafenis Op een zandheuveltje stond ik aan het hoofdeinde van de kist, waarvan het deksel aan de bovenzijde gedeeltelijk open was, met een groot bronzen kruis, dat veel weg had van een totempaal en keek precies in het bleekblauwe gelaat van een jonge vrouw. Ik raakte totaal van streek en voelde mij ellendig bij het aanschouwen van de eerste dode. Ik sloot mijn ogen en klampte mij stevig vast aan de steel van het kruis om toch maar niet flauw te vallen. De priester verzocht de koster het deksel naar voren te schuiven en de kist te sluiten om vervolgens met de dienst te beginnen. Haar echtgenoot en zoontje van vier jaren stonden met een paar familieleden rond het graf. Toen de kist in het graf daalde, zei de jongen, dat hij nodig een plasje moest doen. De vader nam hem mee aan de hand naar de heg. Eenmaal terug beëindigde de priester zijn gebed. Hij had niet even op hen gewacht. De aanwezigen lieten wat aarde op de kist vallen en de plechtigheid was voorbij. Ik was hier nog dagen beroerd van en kon er ook met niemand over praten.

In kamp 8 had ik nooit meegemaakt, dat iemand om een dode rouwde en ik bemerkte meer zelfmedelijden dan verdriet bij de angst, dat zij alsnog zou overlijden. De vreugde van het weerzien, zoals ik die mij had voorgesteld, was er niet. Ik schrok, toen ik mij het gebrek aan emoties realiseerde. Ik had mij voorgesteld dat ik mijn moeder zou terugvinden met waardigheid en zelfrespect en frisse netheid, maar ik vond een wrak zonder hoop, noch wanhoop, alleen doffe berusting. Na een half uur kwam ik bij uit mijn overpeinzingen, toen zij overeind wilde komen. Zij zakte meteen weer terug. Ze was ver heen en ik vermoedde, dat het niet langer had mogen duren. Ik vroeg mij af, hoe ik haar toestand kon verbeteren, wat ik voor haar kon doen. Ik herinnerde mij, dat wij in december 1939 op vakantie waren bij de broer van mijn vader, Oom Hans en tante Bep, in Surabaya, en dat ik zoveel last ondervond van de hitte, dat ik aan één stuk door koud water dronk. Ik voelde mij op het laatst zo ziek en slap, dat ik dacht dood te zullen gaan. Mijn vader gaf mij in een restaurant een beker kippensoep met extra zout en citroen te drinken, waarop ik wonderbaarlijk snel opknapte. “Kippenbouillon met citroen zou haar kunnen redden!” Ik zocht in haar bundel onder de brits naar een kussensloop en ruilde die voor een kip. Het was voor de eerste keer, dat ik een kip slachtte. De schoongemaakte kip kookte ik in een pan met water op een houtvuurtje buiten het kamp. Het zout en een halve citroen kreeg ik van de Duitse familie. Ik gaf haar de bouillon voorzichtig te drinken, terwijl ik een stuk kip at. Zo redde een dode kip haar leven en ik kwam daarbij niets te kort; 

        Auteur Adriaan Bijl

zij de bouillon, ik de kip. Het restant stopte ik met een deksel op de pan onder haar brits voor de volgende dag. De Duitse familie en met hen de vier andere vrouwen in het kamertje hadden haar die laatste maanden steeds moed ingesproken:”Jij moet blijven leven voor je zonen”. Al deze activiteiten namen veel tijd en voor de terugtocht was het te laat geworden De Duitse grootmoeder stemde er in toe, dat ik die nacht op de grond een slaapplaats innam.

Uit het dagboek van mijn moeder

17 oktober 1945

Ja, nog steeds Banjubiru. Er is zoveel gebeurd in de laatste twee maanden, dat het een boekdeel zou kunnen vullen. Voor mij is de zon opgegaan toen onze beide jongens vrolijk, lachend, gezond en helmaal niet mager voor mijn bed kwamen staan. Zo zelfstandig en actief en zo lief en zorgzaam. Hun kostbare blik Klim melkpoeder en havermout hadden zij voor mij meegebracht. En Syd zwaaide triomfantelijk met zijn grote tros pisang en een blik gula jawa. De eerste dagen moesten zij telkens weer terug naar hun kamp, maar al gauw kwam Adje zich bij mij installeren en kwam Syd drie keer in de week. Ik zal nooit de kippenbouillon en gekookte kip vergeten, die zij mij kwamen brengen.

De dagen er na ‘pendelen’ wij dagelijks om de beurt op en neer tussen kamp 7 en kamp 10. Syd moest nog vaak 

corvee verrichten, zodat wij niet vaak samen kwamen. Moeder knapte aardig op en wij zochten overdag een plaatsje buiten de muren onder een boom om meer comfortabel te kunnen zitten en een potje te koken. Maar wij hadden nog steeds geen toestemming om in kamp 10 aan te sluiten. De aantekeningen uit het dagboek van mijn moeder tonen aan, dat zij na 24 augustus 1945 toch een vrij lange tijd ziek is geweest en zich bepaalde voorvallen niet goed meer herinnerde.

Een zware taak


Na een paar weken, nadat ook Syd regelmatig mee kon komen, zocht mijn moeder elders een rustig plekje op om ons te vertellen, dat wij vader niet meer terug zouden zien. Dat wij ons leven moesten inrichten zonder hem. Zij had bericht gekregen, dat hij tijdens een zeetransport schipbreuk had geleden en was omgekomen.

Uit het dagboek van mijn moeder

17 oktober 1945

De tweede keer dat zij kwamen ben ik met hen buiten op het grasveld gaan zitten om van Vader te vertellen. Ik kon maar geen begin vinden totdat Syd zei: ”Moeder wat is u toch verschrikkelijk mager”. “Ja vent, maar ik heb ook erg veel verdriet gehad”. En toen ging het verder vanzelf. Syd klopte mij bemoedigend op de schouder, zo’n stoere vent van 16 jaar, en verzekerde mij dat zij de kost wel voor mij zouden verdienen. En Adje zat stil, zijn wijsvingertje tegen zijn neus aan en daar lekte maar stilletjes de tranen af.”Denk eens aan de jongens, die een nare vader terugkrijgen en wij hebben zo’n fijne vader gehad”, zei Syd. Toen zij in de namiddag Ambarawa teruggingen waren zij goddank opgeruimd en ik voelde mij van een zware last bevrijd. 

10897288063?profile=originalOver de auteur Adriaan Bijl

Adriaan Bijl werd geboren in 1931, was in diverse kampen na Malang, Banjubiru, Ambarawa en tenslotte in Bandungan, bergkamp bon Ambarawa. Na de oorlog woonde hij in Semarang en Surabaya, waar zijn moeder lerares was op de HBS. Na de eerste klas werd hij en zijn broer op de Oranje naar Nederland verscheept waar hij verweesd aankwam en werd opgevangen door totale vreemden. Na de HBS is hij geneeskunde gaan studeren in Utrecht, deed een tropencursus en na een klinische ervaring van 2 jaar vertrok hij naar Afrika om daar 30 jaar te werken. Daarna werkte hij nog 11 jaar in Kuwait als flightsurgeon. Zijn moeder hield een dagboek bij tijdens haar leven, maar Adriaan heeft het nooit willen lezen. Tot het overlijden van zijn  moeder in 1990. Waarna hij, na eveneens het overlijden van zijn broer in 1993, zijn eigen verhalen opschreef, aan de hand van de de dagboeken van zijn moeder en zijn broer.

Dit verhaal is afkomstig uit zijn boek “Ik wou dat ik vergeten kon”. Meer verhalen uit Nederlands-Indië zijn te vinden op  www.indischeverhalen.nl

Lees verder…

KOUSBROEKS “HET OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM” - deel 6.

10897266497?profile=originalKOUSBROEKS  “HET OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM”

Besproken door: Pjotr.X. Siccama deel 6.

 

 

In 1987 overleed kapitein Raymond Westerling; de man die de politionele acties in 1946 had geleid tegen de onafhankelijkheidsstrijders in Nederlands Indië.

Ik kan me nog goed herinneren, dat hij tijdens de politionele acties op Java (met name in Bandung) door de meeste Indo’s op handen werd gedragen en geroemd voor zijn streng en resoluut optreden. Er waren niet genoeg adjectieven meer over om de man de hemel in te prijzen.

Mensen herinneren zich zijn lef en grote moed en zijn enorme kennis van vuurwapens. Hij kon bijvoorbeeld een voorwerp, een ei bijvoorbeeld, in de lucht gooien en via een spiegel die achter hem stond opgesteld het ei feilloos raken.

Dominique Venner*, een Frans historicus, schreef in 1977 een biografie over Westerling, “Westerling: guérilla story”, gefascineerd als hij was door diens leven.

 10897266675?profile=original

 

 

 

 

 

Dominique Venner (1935-2013).

Het bericht van het overlijden van Westerling kwam Kousbroek echter ter ore op het moment dat hij zich op Makassar bevond. De inwoners ter plaatse kregen het bericht blijkbaar eerder door dan hij. Ze spraken met hem over het feit dat deze man door de Nederlandse Staat  nooit was aangeklaagd en vervolgd voor de misdaden in hun land en dat hij vrij rond kon lopen. De Indonesiërs, meestal bescheiden in hun opstelling wanneer het op vragen stellen aankomt, legden hem deze keer direct die vraag voor. Net als wij kijken zij blijkbaar in kwesties als deze naar die misdaden door anderen, gepleegd in hun land, maar vergeten en passant dat er in 1965 in Indonesië tijdens de omwenteling onder de bevolking een grote slachting had plaatsgevonden.

De schrijver stond daar niettemin met een mond vol tanden en vond de vragen uiteraard pijnlijk. Een zeer opmerkelijke uitspraak kwam uit de mond van professor Said, een voormalige hoge Indonesische officier, die vond daarentegen dat de misdaden, gepleegd door Westerling, niet als oorlogsmisdaden kunnen worden beschouwd (.. het was oorlog.. etc.).

__________________________

* Venner pleegde dit jaar op 21 mei zelfmoord voor het hoofdaltaar van de Notre Dame in Parijs door zich door het hoofd te schieten, een en ander uit wrok tegen de aangenomen wet voor het homohuwelijk en de Islam in Europa.

 

In dit artikel betreft het de valse en echte geschiedschrijving van de meeste historici wanneer het om oorlogsmisdaden gaat.

Nederland is koploper in de selectiviteit van het veroordelen van (en oordelen over) oorlogsmisdaden, dan volgen Groot-Brittannië, de VS, Australië en de Filipijnen.

Met name het oordelen over en het veroordelen van de Japanse misdaden was en is strenger dan andere (oorlogs)misdaden. En dat nu is buitengewoon merkwaardig. Kousbroek geeft uitgebreid de details weer over het uitzonderlijk en merkwaardig standpunt van Nederland hierin en zeker in verband met de zogeheten smerige oorlog tussen 1946 en 1949 waarin kapitein Westerling de hoofdrol vervulde. Het

verbaasde hem ook zeer dat andere misdaden, eerder gepleegd in Indië met name op Sumatra en trouwens ook elders in de archipel, veel erger en wreder was geweest dan tijdens de Japanse bezetting. En wanneer in gezelschap uitgerekend dit onderwerp te berde wordt gebracht, dan kun je alle verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgen, zeker van mensen die de Japanse bezetting aan den lijve hadden

 10897266692?profile=original

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Westerling op latere leeftijd.

 

ervaren. Het wordt dan weer “Mata Gelap” (zwart voor de ogen) bij wijze van spreken bij de meeste Indiëgangers met slechts een ééndimensionale blik.

Dan zijn de reactionairen er als de kippen bij om een en ander tegen te spreken.

Men kan zich over die valsheid van historische berichtgevingen nu wel verbazen, maar er is nog niet één historicus die zich daarover buigt – en/of durft te buigen - waar werkelijkheden worden verdoezeld, en gemanipuleerd. Op zo’n manier bestaat er geen enkele zuiverheid in de geschiedschrijving. Over mechanisme gesproken: een kwalijk ingesleten cultuurgewoonte die onacceptabel is.

“Er is”, schrijft Kousbroek, “geen verklaring waarom de meeste historici dit doen.” Ondergetekende heeft eens een historicus gesproken die zei dat er niet één geschiedschrijver is die helemaal objectief is. Dat kan wel waar zijn, maar het beroep mag geen alibi zijn om geschiedschrijving te verdoezelen of zodanig te manipuleren om zaken beter af te schilderen, niet ad-hoc en zeker niet post-haec. En dit laatste is in de historie maar al te vaak gebeurd, zeker wanneer het om economische en politieke belangen gaat. Op zo’n manier wordt het beroep van historicus, van wie mensen toch mogen verwachten dat wat deze beweert ook allemaal werkelijk, onafhankelijk integer en geloofwaardig is, discutabel. En juist de (bevochten) democratische vrijheden worden de laatste 45 jaar genegeerd, met voeten getreden en uitgehold alsof het de normaalste zaak is met als grootste representant de Verenigde Noord Amerikaanse Republieken. Een  natie die zich bij voortduring op de borst klopt als het gaat om vrijheden van het individu.  

Zo verging het bijvoorbeeld ook met de politionele acties onder Westerling tussen 1946 en 1949 in Nederlands Indië. Deze kapitein (aan wie carte blanche werd) gegeven)  was in die politionele oorlog ontegenzeggelijk tegen de bevolking van de archipel uiterst wreed opgetreden waarover men nu nog vol walging spreekt. Zijn optreden stond onder verantwoordelijkheid en gezag van de Nederlandse Staat die deze zwarte episode van de Indië geschiedenis waarvoor zij en zij alléén de volle verantwoordelijkheid draagt, maar die grote last nooit op zich heeft willen nemen.

Kousbroek brengt ons in herinnering dat, wanneer er wederom geruchten over misstanden kwamen en  parlementsleden de verantwoordelijke minster(s) c.s. hierbij om opheldering vroegen, de aanbrengers op hoon konden rekenen, maar ook met dreigende laster en zelfs met processen. Het paradigma van een ritueel (actueel in Europa zelfs) noemt de schrijver dat gemak waarmee dit soort ernstige misstanden gewoonweg kon voortduren (ik noem het een soort mimicri). Het is nu meer dan ooit  huiveringwekkend actueel geworden door de vlucht van de Amerikaanse medewerker voor het bedrijf Booz Allen Hamilton Edward Snowdon en recent nog de soldaat Bradley Manning (nog afgezien van Julian Assange van Wikileaks). Met Kousbroek hoop ik  dat “het paradigma van een ritueel” zich beperkt tot slechts een  incident en zich niet zal ontwikkelen als een gewoonte in het politieke circus. 


10897267064?profile=original10897267459?profile=original10897267481?profile=original

     

Bradley Manning                    Julian Assange                                                               Edward Snowdon

De affaire Westerling is mijn inziens zo’n geval.  Hij werd door de verantwoordelijke minister (cum suis) bijna geheel uit de publiciteit gehouden. De Staat had ervoor kennelijk een compleet scenario klaar liggen. Zijn terugkomst (na enorme omzwervingen) om maar wat te noemen werd in het begin geheim gehouden en de man zou direct zijn “ondergedoken” (wat volstrekt wordt betwijfeld) in Brussel (nota bene). In 1954 kondigde premier Drees aan dat de betrokkenen van de politionele acties niet zouden worden vervolgd. De Staat vreesde voor tumult mischien wel opstand (?) of  niet nader te vrezen “repercussies”(!). Zo simpel was dat: een enkele aankondiging van een premier, als representant van de Staat, opgelost en geregeld in een handomdraai, terwijl mensen moedwillig de dood waren ingejaagd en om rechtsmeken. Ongehoorde naïeviteit van de verantwoordelijken [(minister(s) en de Staat)]. In plaats daarvan liet  de Nederlandse Staat Westerling aan zijn lot over om zo de affaire dood te laten bloeden. Dat de man naar mijn mening misbruikt werd door de Staat was helder. Hij werd benoemd met alle volmachten (die wordt slechts toegekend aan een opperbevelhebber in oorlogstijd) en geroemd door generaal Spoor (c.s.)’’.. omdat hij zo’n harde strenge jongen was..’’(.)

Op de schouders van de Staat rust tot nu toe een loodzware schuld en een grote verantwoordelijkheid door de smerigste operaties door Westerling te laten uitvoeren. Het opmerkelijke hierbij was zodra over hem werd gesproken, de bewering dat Westerling- de hypocrisie ten top – opeens (.) “geen – echte - Hollander” was, maar een halve Turk (zie biografie). Ik vraag me wel eens af of de politionele acties voor de man geen traumatische vergissing zouden zijn geweest. 

Alle relevante informatie met betrekking tot deze door de Staat geïnitieerde oorlog tot behoud van de kolonie werd de Nederlandse bevolking immers geheel onthouden.

Geen historicus durfde het aan om de werkelijkheid op schrift te stellen uit vrees voor kapitteling, hoon, impopulariteit, (wellicht ontslag en geen opdrachten meer van Overheden of sancties en processen door de Staat (à la de VS). Het is triest te moeten vaststellen dat in een democratie als de onze de vrijheid van het woord door duistere niet nader te noemen elementen wordt beïnvloed, bezoedeld en beperkt. Het onthult de vele zwakheden in onze democratische staat en rechtsvorm. Het is zelfs nu heel actueel geworden sinds de onthullingen van bijvoorbeeld Wikileaks en de vlucht van de geheime Amerikaanse agent Snowdon die voorlopig in Rusland als asylant een onderkomen moest zoeken. De waarheid mocht zeker niet aan het licht komen en nu met de aanhoudende dreigingen vanuit het Midden Oosten al helemaal niet vinden de VS, die met hoge straffen aankomen zodra de onthullingen publiekelijk worden. (“..  leger/manschappen/instellingen moeten worden beschermd..”). Het is in de VS inmiddels en blijkens de recente actualiteit, standaard geworden bij dergelijke misstappen. Hier wordt het vrije woord en de pers geïntimideerd met alle signalen die erbij horen. Het onderscheid van vals en echt in de Noord-Amerikaanse cultuur(politiek) zijn termen die wurgend verstrengeld zijn geworden.

“Wanneer het gaat om het oordelen over het oorlogsverleden van andere naties,” schrijft Kousbroek, “dan doen wij dat met andere maatstaven dan bij ons eigen oorlogsverleden.”

Met name de geschiedschrijving van Nederlands Indië in WOII kon rekenen op heftige reacties toen de uitgave werd gepubliceerd (uitgave: WOII van L. de Jong) van Indische oorlogsslachtoffers, omdat daarin de beschrijving(en) niet positief zouden zijn uitgevallen. Een waterval van protesten volgden hierop.

Een subjectief standpunt van een oorlogsslachtoffer is wel begrijpelijk, in dit verband, maar niet als zondanig relevant voor het collectieve begrip oorlogsdslachtoffers in feitelijke historische zin, eenvoudig omdat elk oorlogsslachtoffer er een is die zijn of haar eigen verhaal heeft.

Tijdens de politionele acties werden door Nederlandse troepen onder leiding van Westerling oorlogsmisdaden gepleegd (Excessennota 1969, opgesteld 20 jaar na dato). Er was toch al een onderzoek ingesteld in 1950? Wat is er daarna gebeurd met het onderzoeksrapport?

De inhoud was nooit openbaar gemaakt; was het zo geheim dat de Staat en vele medeplichtigen daarin zonder meer de vrees hadden dat zij in discrediet kunnen worden gebracht?

Het merkwaardige is dat tijdens het proces in Indië (in Nederland kwam er door de teleurstellende mededeling van Drees helemaal geen proces) er slechts 42 vonnissen werden uitgesproken over deze misdaden die werden begaan door lagere militairen, waarvan er één was die de doodstraf kreeg en dat was – is het toeval? – een Molukker.

Men kan zich voorstellen hoe absurd en selectief de Staat (OM) met de rechtspleging aldaar was omgesprongen. Er was geen officier bij die terecht stond. Een schandaal van de eerste orde en Raymond Westerling raakte uit de gratie.

Generaal Spoor gaf daarna de opdracht om een onderzoek in te stellen naar de excessen en gaf deze aan: Westerling zelf. Men zou zeggen de slager die zijn eigen vlees keurt. Te bespottelijk voor woorden.

En hierin school nu de grootste fout van de Nederlandse Staat. De strategie van de Nederlandse Staat was om Westerling uit de klauwen van Justitie te houden, daar er achter de schermen zeer waarschijnlijk namen van medeplichtige lieden bekend en onthuld konden worden. 

Het gerucht deed de ronde dat een zekere Bernard von L., de man over wie zoveel te doen is geweest en die (door Hugo Brandt Corstius) in Vrij Nederland genoemd werd “de man die een spoor van venerische ziekten achterliet”, hierachter zou kunnen zitten. Tegen Westerling zelf bleken genoeg bewijzen te zijn, maar wie er verder achter zaten wordt tot nu toe verzwegen. De integriteit van de Staat lag (ligt nog steeds) onder vuur en die mensen die hier juist wat van moesten zeggen waren in geen velden of wegen te bekennen tot heden ten dage. De zwarte bladzijden die niemand te zien krijgt.  Kousbroek: “hoeveel bladzijden zijn er nodig voor het wél iets betekent?” En ook: “er zijn al zoveel bladzijden zwart gemaakt, (.)”; er klinkt irritatie en moedeloosheid in door. De Indonesische Republiek had na haar onafhankelijkheid om uitlevering van kapitein Westerling verzocht dat door Nederland resoluut werd afgewezen. De Nederlandse Staat is per slot geheel verantwoordelijk voor de daden van zijn staatsburgers, zo ook voor Westerling. Hij werd immers aangewezen (hij kreeg carte blanche) om de politionele acties te leiden die voor Nederland tot een totale catastrofe hadden geleid. Daarna poogde Westerling zelf (?) om een staatsgreep te plegen nadat de acties waren afgelopen (onafhankelijkheid in December 1949) die geheel mislukte. In de nasleep kregen we de affaire Jungschläger (zeeman), de man die door de Indonesische Rechtbank wegens hoogverraad tot levenslang werd veroordeeld evenals de officier bij het KNIL Henry Schmidt.

 

10897267498?profile=original

Leon Jungschläger (1904-1956).

 

Precies over deze laatste periode vinden wij geen enkele  werkelijke informatie over wie hier, naast Westerling echt achter de operaties zaten. In ieder geval werd de zaak Westerling uiteindelijk geseponeerd door het OM (wederom om onduidelijke redenen).

Zodra het om gedragingen gaat van andere naties, schrijft Kousbroek, nemen de Nederlanders nog steeds een onverzoenlijke houding aan. Men kijkt dan naar andere koloniale mogendheden en zegt: kijk naar de andere Europese kolonialen want daar is het toch erger dan bij ons enz.; een drogreden om zichzelf schoon te praten.

En ook hier, over deze zwarte periode, zwijgen de historici.

Het is echter hun taak om van de geschiedenis in ernst en juiste vorm kond te doen, en niet om zich in allerlei bochten te wringen uit vrees om straks te worden overstelpt met klagers, klachten, dreigende processen aan de broek, zoals wij onder andere in de VS hebben gezien (geval van May Lai affaire*) en nu nog krijgen te zien.

We moeten er echt voor waken om niet op de VS te lijken, want dan zijn we echt in de aap gelogeerd.

Wij moeten niet vergeten dat tijdens WO II meer dan 2,5 miljoen Indonesiërs (Romoesja’s**) waren omgekomen en onder de Indonesische dwangarbeiders de sterfte maar liefst 74% bedroeg. Kousbroek geeft bijvoorbeeld een opmerkelijk vergelijking met het overleven in een oorlog: de kans dat je als krijgsgevangene uit het Japanse kamp levend uitkomt was ca.78% maar voor de Joodse gemeenschap in het

___________________________

*      Het bloedbad van Mỹ Lai was een slachting op 16 maart 1968 die werd aangericht door Amerikaanse soldaten tegen burgers, vooral vrouwen en kinderen, uit de Vietnamese plaats Mỹ Lai.

**   Een Romoesja (Japans: "arbeider") was een veelal uit Java afkomstige arbeider die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder aan slavernij grenzende omstandigheden voor de Japanse bezetter moest werken. 

concentratiekamp was de kans minder dan 9% (!). Wie wil nu nog vergelijkingen trekken vraag je je dan af. Wanneer ik die passages in het werk van Kousbroek lees, ril ik over mijn hele lichaam van ontzetting en staat mijn hart bijna stil.

Het is het massale van de slachting die zich in de geschiedenis heeft afgespeeld dat mij naar de keel grijpt. En nog kost het mij grote moeite de gegevens zoals die in het boek van Kousbroek zijn neergeschreven weer nuchter te overzien en te herlezen. Het is mij eigenlijk onmogelijk gebleken. Men kan in dit geval overduidelijk spreken over oorlogsmisdaden; een oorlog voorwendend als excuus voor iets wat niet opgelost is.

Zo idem dito tijdens de burgeroologen in het voormalig Joegoslavië in deze eeuw, waar etnische zuivering in een burgeroorlog heeft plaatsgevonden en dat zowat in onze Europese achtertuin.

Het vergelijk dat je veel hoort van mensen die een oorlog hebben ervaren in de zin van: de Japanners c.q. Duitsers/Hollanders etc. waren veel erger met hun wreedheden in de oorlog, lijkt op een etiket dat ze maar al te graag opgeplakt willen hebben. In vergelijkingen worden de ergste wreedheden tot in de details uit de doeken gedaan waarna het toppunt van vergelijkend oordeel volgt met de gevolgtrekking dat oorlog wreed en afschuwelijk is. 

10897268076?profile=original

 

 

 

  

 

 

Curzio Malaparte

Een heel curieus verschijnsel in dit verband is een zogenaamde geschiedschrijving van Curzio Malaparte (pseudoniem voor Kurt Suckert), een Italiaanse schrijver (vader Duits en moeder Italiaans), die een ‘historie’ schreef die, naar bleek, volkomen fictief was. Hij werd geprezen en geroemd om zijn verhalen [(o.a. La Pelle (de huid), Kaputt (Duits voor ‘stuk, gebroken’ en Sangue (bloed)], die hij allemaal verzon. Ernstiger  (historische gebeurtenis) wordt het bij La Pelle, wanneer hij de invasie van de Amerikanen in de buurt van Napels en op Sicilië beschrijft waar omheen hij echter veel heeft gefabuleerd*. En juist deze gebeurtenissen maken maar al te vaak grote indruk op het publiek op het moment dat de bevrijding eraan zat te komen.

Vertekende beelden, te mooi voorgespiegeld voor de Italianen, maar zij smullen van de eufemistische manier waarop de schrijver de werkelijke gebeurtenissen, in geschiedschrijving wel te verstaan, had vastgelegd die zo overtuigend en geloofwaardig overkwamen (de schrijver functioneerde als tolk bij de Amerikanen) dat mensen werkelijk dachten dat het zich werkelijk zo had afgespeeld. Het heeft ergens iets te maken met “het sprookje dat werkelijkheid wordt” en/of het Pygmalische verschijnsel zoals ik het noem.

 

_______________________

* Eufemisme voor verzonnen – in deze context heel toepasselijk gezien de

schrijftrant van de auteur Malaparte.

 

Met verzinsels kun je, zo blijkt, ook goed je brood verdienen (zie afbeelding Villa Malaparte). 

10897267692?profile=original

10897268657?profile=original

  

Villa van Malaparte op Capri.

  

Poncke Princen.

 

Een wat recenter geval deed zich voor toen een visum voor Nederland aan Poncke Princen* werd geweigerd vanwege het grote tumult dat ontstond van de zijde van oudgedienden (én anderen). Hij werd immers als een soort landverrader beschouwd.

De historici hielden met betrekking tot deze kwestie nagenoeg hun mond; men had ook geen poging ondernomen om die controversiële periode en publique op te helderen. Men vond kennelijk dit onderwerp en de persoon Princen te onbelangrijk om er enige ruchtbaarheid aan te geven, terwijl dat nu juist een mooie kans was geweest.

Dan maar de doofpot in: de koloniale doofpot. Kousbroek vroeg zich met recht af hoe we toch in hemelsnaam met zo’n belastend verleden met de werkelijkheid kunnen omgaan. Was en ís het kwader trouw of schuilt er meer achter?  

Het zijn nog steeds vragen die de schrijver (en de Indische gemeenschap trouwens ook) bezig houden. Waar zou men bang voor zijn?

Men zwijgt als het graf en wanneer er hierover vragen worden gesteld dan is het antwoord: we weten alles al: het ligt bij De Slegte! Nee dus. Ondergetekende heeft er (voor de goede orde) bijvoorbeeld nooit een waardevol boek gekocht over deze materie omdat bij inzien daar, maar ook in de reguliere boekhandel niet de (vermeende) onthullingen in zijn te vinden betreffende controversiële Indische kwesties. Het is humbug wat de historici vaak beweren of de zaken om weer duistere redenen omzeilen (waarvoor en waarom?): in mijn ogen zijn zij op zo’n manier hun beroep onwaardig. Niet bepaald goede heelmeesters en zoals we weten maken slechte heelmeesters altijd stinkende wonden.

Dan de historicus Van Doorn met de zin (op de vraag of er een doofpot bestaat): “..je kunt niet van een doofpot spreken in die tijd dat de ‘onthullingen’(?) nog niet bij De Slegte lagen (!) Toen was de werkelijkheid precies even werkelijk als nu..” Et voilà. Je broek zakt af van deze plattitude.

­________________________

Johan Cornelis Princen (Den Haag, 21 november 1925Jakarta, 21 februari 2002) was een Indonesische mensenrechtenactivist van Nederlandse afkomst. Als dienstplichtige deserteerde hij in 1948 in om bij de Tentara Nasional Indonesia (TNI, Indonesische republikeinse troepen) dienst te nemen. 

Kousbroek: “het is toch moeilijk vol te houden dat dat zo is.’’

Men vraagt zich af wat er toch met die lieden aan de hand is.

Het wordt nog erger wanneer een – overigens geen prominente – historicus tracht om alsnog over controversiële zaken de werkelijkheid te onthullen. Men kan op zijn vingers natellen hoe lang het duurt voor deze wordt verketterd en onthoofd.

Van een historicus als b.v. ook Fasseur mag ieder toch op zijn minst verwachten dat hij in controversiële kwesties en zaken als voornoemd een echt duidelijk en persoonlijk standpunt inneemt en zich niet achter vaak eufemistische en af en toe academische uitleg verschuilt en zich alleen daartoe beperkt. Daar heeft niemand wat aan.

Standpunten én lef bij betrokkenen zijn schaars of helemaal afwezig; dat is het beeld wat men te zien krijgt in de loop van de tijd en ze bevatten daarom geen enkele waarde noch bijdrage aan een adequate geschiedschrijving.

Er bestaat geen zogeheten klokkenluider onder historici, tenminste niet in Nederland, die moet nog worden geboren of uitgevonden.

Sommigen van hen krijgen trouwens kennelijk zoveel opdrachten (vaak van overheidswege) dat ze het op een of andere wijze lastig vinden om ook nog wat écht is boven tafel te brengen.

Het is dus heel veilig om dat maar net niet te doen. Want stel je toch eens voor dat een overheid een geschiedschrijver – niet prominent, van wie ze nauwelijks iets weet - een opdracht van belang zou geven. Dat is solliciteren naar tumult is de gedachte.

 Nee, het moet bij voorbaat veilig belanden bij hem of haar in wie de opdrachtgever alle vertrouwen heeft.  En zo modderen Nederlandse historici maar lekker door. Laten we onszelf toch niet bedriegen wanneer het om opdrachten gaat bij overheden en ook bij bedrijven en particulieren: het gaat hier niet alleen om de kip of het ei, maar ook om andere zaken die het daglicht niet kunnen verdragen, dat mag helder zijn.

 

!cid_imag10897268674?profile=original

 

 

 

 

 

 

 

Demonstratie in Nederland.

 

10897269286?profile=original

 Kapitein Westerlings aankomst in Brussel.

 

 

 

Lees verder…

Persbericht - ICM luidt de noodklok bij Mark Rutte

10897251291?profile=originalPersbericht, 12 september 2013 Harderwijk.

 

ICM luidt de noodklok bij Mark Rutte  en bij de  leden van de Tweede Kamer.
 
ICM de Indische Internet media -  die 400.000 Indische gemeenschap bediend in Nederland  - luidt de noodklok. 
Dit naar aanleiding van het staatsbezoek dat in november aanstaande  eindelijk staat gepland aan republik Indonesia. Wel aan de zeer late kant.  De vele vragen en open brieven gericht aan Mark Rutte die ICM redactie bereikten van de lezers zijn zeer verontrustend.  Met welk doel ?  Hoe ziet de agenda eruit?  Gaat het om de gelanceerde  Indonesische economische master plannen waar Nederlandse organisaties nu intensief meebezig zijn sinds 2009? Of gaat het om de excuses rond de 17 augustus 1945 die Nederland al 67 jaren negeert?  
 
De bezorgdheid is groot van al deze respondenten die al 67 jaren zien deze tanende betrekkingen, in vergelijking tot de omringende Euro -  buurlanden die wel goede banden hebben met hun oud-kolonie.   De conclusie unaniem is dan ook dat Nederland nooit in deze zware economische resie zou zijn beland desondanks de tegenslagen, die nu  van de economische groei van Indonesia mee kon profiteren.
 
Ook bij betrokken organisaties (ondernemers) is de bezorgdheid groot die in een eindstadium verkeren met onderhandelingen met  Indonesische Overheid met betrekking tot de Indonesische economische masterplannen, die heel bouwend Nederland zo aan het werk kan helpen.
 
Al eerder werd een beroep gedaan op 1 van de ministeries die deze ontwikkelingen tegenwerkten of probeerde de eer naar zich toe te halen.
 

Diverse malen heeft ICM media de leden van de Tweede Kamer dit jaar geïnformeerd over de ontwikkelingen van Republiek Indonesië Economisch Masterplan. Tegen de achtergrond de houding van Tweede Kamer tegenover de republiek Indonesië doen lijken of nog in de koloniale tijden leven, die alleen als arrogantie kan worden uitgelegd in buitenwereld. Hierop werd Timmermans in maart van dit jaar gestuurd. Weer een grote misser om in plaats van oud Koningin op staatsbezoek te sturen.  Weer werd de Indonesische regering vernederd.  

 
Daarom hebben het ICM forum journalisten, correspondenten en analisten van ICM de koppen bij elkaar gestoken en al vast een rapport samengesteld uit het 334 tellende Indonesisch economisch masterplan opgesteld in de bijlage onder titel "  Diaspora Dispatch  a Memorizer for Prime Minister Mark Rutte " die een kijkje geven in de wereld van Nederland - Indonesia anno 2013  hier om te downloaden.
 
 

Voor vragen redactie schwab@icm-online.nl  tel 0341 453817  mob 061 295 2154
ICM Online - Indische Media  - www.icm-online.nl  
De documenten en bronnen van Indoneische Economisch Masterplan en Jakarta Baru Masterplan
 
 
 Master plan presentatie  Jakarta Baru dat is geselecteerd http://youtu.be/hGtol65OeUg
 
Lees verder…

Oproep aan Mark Rutte!

 

10897252253?profile=original10897239901?profile=originalOproep aan Mark Rutte! 

 

 Dit jaar informeerde ICM Breaking News nadrukkelijk dagelijks de Nederlandse regering om de aandacht te richten met name op de ontwikkelingen  van de republiek Indonesië. Het informeel informeren veranderende in dringende verzoeken, en eindelijk lijkt het gehoor te krijgen. Al hoewel november rijkelijk aan de late kant is. En niet zo maar, sterker nog de intentie bestond zelf dat er sprake was om via het indienen van een motie om  de Nederlandse regering  meer te bewegen dat deze  zich meer moest concentreren op belangrijke zaken die economisch Nederland uit het diepe dal kan halen en  zich richten op opkomende economieen met name specifiek  op de ontwikkelingen op oud -kolonie  de republiek Indonesia. Met speerpunten de handelsbetrekkingen en de excuses aan de Republiek Indonesia (RI) . Sinds 1995 wacht R.I. hierop dat in 1995 werd verstoord toen oud-koningin Beatrix op bezoek in Jakarta werd verbroken door Pvda – ers  oud – minister president Kok en Pronk, die haar ecuses wilde aanbieden. Dit bleef na sidderen tot nu. Velen hebben dit via de media dit jaar nog deze vele excessen kunnen volgen die in Kamer breed uit in wereld media kwam als R.I ter sprake kwam. 

Zeker nu Nederland door een diepe crisis gaat economisch gezien met oplopende werkloosheid, begrotingstekort, schulden en crisis binnen de banken. Nog steeds zitten de banken met slechte leningen op de balans (luchtbel) en waar ruim 1 miljoen mensen hun huizen onder water  staat. Het zich op het licht aan einde van de tunnel is komende 5 jaren niet te verwachten, en de huidige maatregelen beperken zich door het snijden in eigen vlees in plaatst door naar buiten te “veranderen” . De Nederlandse case in niet te vergelijken met omringende landen met de grootste schulden in de hypotheken. Er is 1 manier investeren in opkomende economieen zoals R.I. ;En niet die 100 miljard uit pensionfonds halen en investeren in de zieke - en kwallende economie van Nederland die schijnbaar arbeid (Melkert banen)  creert en over 6 jaren weer is verdampt, en weer draait de belastingbetaler hier voor op!

 Waarom die urgentie?

Vier jaren geleden lanceerde de president  Susilo Bambang Yudhoyono  ( lid van de  G20) Indonesië een Economisch Masterplan (MP3IE). Hierop hebben Nederlandse ondernemingen op ingeschreven  met hun plannen ( naast andere aanbieders uit andere landen)  en deze zijn uiteindelijk geselecteerd om het master plan te mogen realiseren. Andere partij heeft reeds het informatie plan ontwikkeld voor de Informatie Communicatie Technologie die o.a. in het master plan als onderdeel verwerkt staat. Dit alles vertaalt zich dat Nederlandse bedrijven direct aan de slag kunnen voor fase I tot 2019, en daarna tot 2027. Heel industrie, en bouwen Nederland hebben in 1 keer werk structureel!

Andere belangrijk aspect, grote investeerders (o.a. De Arabische liga, VS, naast andere PP)  hebben zich geschaard achter het ontwikkelde plan voor fase I Jakarta Baru master plan (JBM).  Deze partijen hebben fors geïnvesteerd in geld en inspanningen de afgelopen vier jaren.  Desondanks de master projecten in de startblokken zitten, wordt er nu geen voortgang geboekt. Het schijnbaar vermoeden is het wachten kennelijk op de Nederlandse regering die wat aan de relatie met R.I. moet. gaan werken.  

Bij het vernemen dat Mark Rutte in november van dit jaar naar Indonesië gaat met de handelsmissie, zijn op de redactie ICM vele reacties binnen gekomen met wensenlijstjes, en  hebben de partijen op ICM de koppen bij elkaar gestoken en een platform gevormd om gezamenlijk de zaken zo helder mogen te brengen en in gang te zetten.  

Het bureau MM Sustainable & MultiMedia bijvoorbeeld - gevestigd in Amsterdam en Soerabaja -  heeft na een onderzoekende verkenning deze zaken overzichtelijk in een rapport samengevat " uit MP3IE Master Plan van de Indonesische regering tellende 334 pagina's. De twee landen op een scorecard geplaatst naar de diverse perspectieven. Een soort Bench Markt met  onmogelijkheden, mogelijkheden en beperkingen aan geven om Mark Rutte te ondersteunen bij zijn handelmissie, en niet onbelangrijk het werk is al gedaan door de groep Nederlandse ondernemers die vanaf 2009 hieraan hebben gewerkt.  

De Nederlandse regering moet zich terdege bewust zijn dat alle plannen met betrekking tot Master plannen door de Nederlandse onderneming gereed zijn en hier in Nederland beschikbaar zijn en zo kunnen worden uitgerold, het wachten is nu op de Nederlandse regering om start schot te geven door het Gebaar waar R.I. op wacht. Ook met de grote investeerders is het akkoord bereikt. Dit alles staat beschreven in onderstaand samenvattend rapport uit oorsprokelijk rapport van 334 pagina's.

Rapport  dat de titel draagt dat op Diaspora Dispatch Memorizer for prime Minister Mark Rutte   is te downloaden.

 

Voor verdere vragen schwab@icm-online.nl. die beschikt over bronnen, plannen en rapporten.

 

 

Lees verder…

10897239901?profile=original

10897252253?profile=originalBerg mails bereikte redactie i.v.m bezoek Mark Rutte aan SBY (Rep. Indonesia). 

De ontwikkelingen rond Indonesië en het aangekondigde bezoek van Mark Rutte hebben veel stof doen oplaten in de Indische Gemeenschap die ICM redactie uit alle hoeken van de Indoland mocht ontvangen. Bij velen is niet bekend dat ICM breaking News al 14 jaren naar redacteuren en omroepen gaan, en nadrukkelijk ook naar alle leden van politiek Den Haag om het Indisch geluid te laten klinken als de Indische klok.

Dat het werk hebben wij dit jaar kunnen zien dat "stilzwijgend" al sturende zaken worden opgepakt, en deze signalen niet worden genegeerd. 

Dit komt omdat het team met zuivere, eerlijke en transparante bedoelingen heeft desondanks het "verleden" toch constructief opbouwend bezig om aan die betrekkingen van Indonesië - Nederland te verwerken zonder het verleden te vergeten, maar op de juiste manier te brengen met redelijke feiten. Vele Indo's halen hier hun Indo neus op wat ICM betreft. Desondanks de Indo-neuzen ontving ICM deze  berg e-mails met "wat Mark Rutte al niet moet doen”; niet te vergeten de open brieven van solisten die hun ego proberen te strelen. Niet wetende dat ICM de stem (doorgeefluik) is 14 jaren van een IP, NICC en Overige niet genoemden. Absoluut geen afbreuk wil doen wat op alle terreinen nu werd bereikt door vele  gezamelijk intensieve inspanning.

En alleen door eendracht en samenhorigheid zoals de laatst "Stille Tocht" in Den Haag; waar juist die solisten het laten afweten.

 

Daarom heef redactie ICM met correspondenten /journalisten  een project geformeerd voor de komende tijd een plan opgevat om Mark Rutte als "onzichtbare Online politieke partij " te steunen. Met als doel een constructief opbouwende brug op een nieuwe toekomst "Indonesië - Nederland" waar op het juiste moment over het "verleden" gepraat kan worden maar eerst moet zo'n klimaat worden geschapen.

ICM Editor/ redacteur

Ferry Schwab

Lees verder…

De Indische Nederlanders – Een vergeten Volk

10897271693?profile=original10897272677?profile=originalDe Indische Nederlanders – Een vergeten Volk

(c) Bron MM onze correspondent in Soerabaja.

Mark Rutte is onze eerste Indische premier, zo mag je hem wel classificeren. Ik heb ooit eens gelezen dat hij het enige Rutte gezinslid is dat geboren werd op Nederlandse bodem.

In de wereldgeschiedenis neemt de band tussen Nederland en Indonesia een bijzondere plaats in. Drie en een halve eeuw lang zijn deze twee landen (metaforisch gezien David en Goliath) nauw aan elkaar verbonden. Zonder dat de beide culturen het beseffen is er een fundamentele verbondenheid met elkaar door de lange verbintenis die ze met elkaar hebben gehad. Je ziet verwevenheid in de taal, in de kookkunst, in de muziek, in het cultureel erfgoed enzovoorts. Nederland heeft haar eeuwenlange weelde te danken aan de rijkdommen van Indonesia, met name de natuurlijke grondstoffen. Multatuli omschreef het heel treffend: Nederland drijft op de Gordel van Smaragd.

Uit de lange verbintenis tussen deze twee landen is het Nederlands-Indisch/Indisch-Nederlands volk ontstaan, ook wel genoemd de Indischen. Een volk dat ontstaan is uit de kruising tussen deze twee volkeren. De verhoudingen tussen de Indischen en de Nederlanders maar ook de Indischen en de Indonesiers stonden een hele eeuw lang onder spanning. Toen Indonesia diens vrijheid proclameerde, kwamen de Indischen tussen twee vuren te staan. De Indonesiers moesten de collaborateurs niet meer en de Nederlanders moesten de bastaards ook niet. In de ronde tafel conferentie van Linggarjati werden de Indischen uitverkocht aan Indonesia. Nederland heeft de rechten van het Indisch volk daar in die conferentie verkocht aan Indonesia. Men onderhandelde voor een uitverkoop plek en dat werd West-Irian. Irian Barat zou het nieuwe land worden van het Indisch-Nederlands volk. De grote volksverhuizing vond plaats en de Indischen emigreerden naar Irian Barat. Op die manier voorkwam Nederland de massale uitstroom van rechtmatige Nederlanders naar Nederland. Voor de Indischen was het een perfecte oplossing. Men kende Nederland niet en men was geboren en getogen in de tropen en niet in dat koude kikkerlandje.

Hoe desillusionerend was het toen de grote stroom Indische-Nederlanders toch koos voor Nederland, toen al merkbaar was dat aan het einde van de 50-er jaren Indonesia de aanval begon op Nederland door Irian Barat te claimen als Indonesisch grondgebied. De grote uitstroom naar Nederland vond toch plaats en Nederland reageerde ongepast en ongegeneerd. Alle Indischen moesten hun overtochtkosten en verblijfkosten en eerste lijnsvoorzieningen zelf betalen. Het was toen heel anders gesteld met de Indischen, die notabene gewoon wettelijk gezien Nederlanders waren ten opzichte van de vluchtelingen en Turken en Marokkanen in de jaren 70, 80 en 90.

Kregen deze niet Nederlanders alle faciliteiten gratis (alle informatie werd zelfs in de allochtone talen gegeven), de Indischen moesten tot op de laatste centen alles terugbetalen weliswaar renteloos, maar toch! Wat verfoeilijk en mensonterend was dat de Indische jongens naar de Ambachtschool en de meisjes naar de Huishoudschool werden gedirigeerd, meer waren ze niet waard in de ogen van de Nederlanders. De vaders werden regelrecht geplaatst in de Rijkswerkplaatsen, de moderne koelie-inrichtingen, want intelligenter dan dat niveau waren ze niet volgens de BBMZ ambtenaren. De gezinnen werden in mensonterende pensions ondergebracht, waarvan de vochtige wanden van de kamers helemaal zwart waren geworden van de schimmels de matrassen gevuld werden met stro, waardoor door al het kabaal bij elke beweging die je maakte je niet kon slapen. De pensionhouders hadden toen flink geld verdiend aan die arme Indische Nederlanders. Uit ellende waren de wat financieel sterkere Indische gezinnen gevlucht naar de Verenigde Staten, Canada, Brazilie, Zuid-Afrika en Australie.

Het leven van de Indische Nederlanders was in het begin heel erg zwaar. Men werd op alle fronten en op alle niveaus zwaar gediscrimineerd. Zelfs de hoger opgeleiden uit Indonesia kregen niet de erkenning die ze eigenlijk verdiend hadden. Ze zaten in Indonesia op Nederlandse scholen, dus ook hogescholen maar werden in Nederland gewoonweg gedegradeerd. Een jarenlang praktizerend huisarts kwam niet verder dan keuringsarts te worden bij de Koninklijke Landmacht. Een ervaren tandarts werd niet meer dan een schooltandarts. Officieren van Justitie werden gewoon griffiers en Ingenieurs kwamen terecht achter de bankschroeven van de Rijkswerkplaatsen. De klap op de vuurpijl kwam later, de rechten van financiele vergoedingen werden en worden nog steeds niet gehonoreerd tot op de dag van vandaag. De Indische Nederlanders zijn een melaats volk geworden.

De Indischen brachten levendige muziek mee uit het bruisende tropisch leven. Wat gebeurde er toen? De aanbeden Nederlandse TV-coryfeen Willem Duys en Mies Bouwman noemden de Indische muzikanten: apen die uit de rimboe kwamen, en daar horen ze thuis was hun oordeel! De Nederlandse jeugd echter ontving De Tielman Brothers, The Black Dynamites en The Crazy Rockers in hun armen. The Black Dynamites waren eigenlijk de grootsten omdat ze liefst 3 Spaanse internationale films met Spaanse wereldsterren van muziek voorzagen. Maar de kasteleins weigerden de Indische artiesten werk te verschaffen. Uit alle ellende vluchten de Indische muzikanten (en dat zijn er heel veel, de Indischen zijn geboren met zang en gitaar) naar Duitsland. Daar werden ze met open armen (en benen) ontvangen. De Tielman Brothers werden zelfs gevraagd om Duitsland te vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival. De grote TV-presentatoren van destijds Hans-Joachim Kulenkampff en Peter Frankenfeld haalden alle Indische artiesten naar hun Duitse TV-Shows. Na een 10 jaren durende strijd kwam de erkenning dat The Tielman Brothers de Godfathers zijn van de Nederlandse Popmuziek. Een verdwaalde Indische artiest haalde echter de absolute wereldtop: Eddie van Halen!

Mark Rutte recycled in November de Nederlands-Indische geschiedenis door Indonesia met een groot handelsdelegatie te bezoeken. Nu is de kans juist voor Nederland om haar bekrompenheid en schijnheiligheid om te zetten in grootmoedigheid en zakelijke durf! Indonesia is na China het land met de grootste economische groei. Nederland vergrijst terwijl Indonesia verjongd. De potentie van groei dat bij de Indonesische jeugd zit zou een geweldige nieuwe markt kunnen zijn voor de Nederlandse senioren die al vanaf hun 50ste jaar in Nederland afgedankt zijn als oud vuil. De kennis die er is bij de Nederlandse senioren zou een geweldige investering kunnen betekenen voor Indonesia, indien de Nederlandse regering en parlement van hun feodalistsiche ivoren troon willen stappen. 

Lees ook: http://www.binnenlandsbestuur.nl/ambtenaar-en-carriere/nieuws/overheid-discrimineert-ouderen.9083836.lynkx 

Indonesia is nog steeds een van de rijkste landen ter wereld op het gebied van natuurlijke grondstoffen en human resources.

Indonesia is ook het grootste democratisch land ter wereld. Waar de Westerse wereld alleen blijft dromen van een fundamentele democratie heeft Indonesia na de periode Soeharto hard gewerkt daaraan heeft die dan ook bereikt. Er zijn meer dan dertig bijna even grote partijen (tegen de VS die maar 3 partijen heeft) die allemaal vrij gekozen worden in alle parlementaire bestuurslagen. Waar Nederland geen gekozen premier heeft wordt de Indonesische president rechtstreeks gekozen door het volk. Waar Nederland al eeuwen discussieert over de gekozen burgemeester wordt in Indonesia vanaf de laagste bestuurslaag diens leider gekozen door het volk. De lurah, de camat, de walikota, de bupati, de gouverneur en de president wordt door het volk gekozen. Nederland kan dus ook veel leren van het jonge land Indonesia, die al veel verder is dan Nederland bij de ontwikkeling van de democratie, de kern waaruit de mensenrechten worden ontgonnen. De corruptie die in dit land heerst is een erfenis van het Nederlands-Indisch tijdperk. Velen vergeten de oorsprong van dit fenomeen, dat geintroduceerd werd door de VOC-handelaren om de sultans en haar onderdanen om te kopen.

Het wordt nu de hoogste tijd dat het Indisch volk een eeuwige plek krijgt toebedeeld in de wereldgeschiedenis. Dat kan alleen bereikt worden door een grootst communicatie media- en infrastructuur op te zetten. Het zal en mag niet zo zijn dat dit volk dat zich een eigen identiteit en cultuur heeft ontwikkeld ooit in de tijd zal verdwijnen en waarin alleen de Nederlanders en Indonesiers zullen overblijven. Er zal gebruik moeten worden gemaakt van de reeds aanwezige sociale media zoals ICM-Online: de stem van het gewone Indisch volk, Stichting Nederlands-Indisch Cultureel Centrum: de stem van het elitair Indisch volk, Het Indisch Plein: de stem van de gemiddelde Indische man/vrouw en nog meer soortgelijke media. Ook zal er gebruik moeten worden gemaakt van organisaties als Stichting Indisch Erfgoed Apeldoorn, Pelita, Indisch HerinneringsCentrum enzovoorts. Alleen door massale mediale beinvloeding zal dit doel kunnen worden bereikt en helaas niet door het Indisch Platform alleen.

Leve het Indisch-Nederlands volk! Hiduplah bangsa Indo-Belanda!

Zie hoe Indonesia bouwt aan haar toekomst:

https://www.youtube.com/watch?v=Hmx_61NVPho

https://www.youtube.com/watch?v=8k2ybTZackQ

https://www.youtube.com/watch?v=9WXMsPwAQFo

https://www.youtube.com/watch?v=_lJC-pvn2BA

 

Lees verder…

4 /9 -2013 ICM Breaking News

10897239901?profile=original Mark Rutte neemt zijn ouders als voorbeeld,  die uit Indonesië vertrokken.      In zijn lange lezing die Mark geheel uit zijn hoofd deed kleurt hij de VVD profiel die de laatste tijden werd gedomineerd door de PvdA, immers de partij van de maakbaarheid in de samenleving.   De Premier stelt dat Nederland moet durven te veranderen. Nederlandse Burgers moeten durven te veranderen en zich gedegen voorbereiden op de grote technologische ontwikkelingen die zich voltrekken.

Als voorbeeld haalde hij aan zijn ouders. Zij vetrokken in 1957 uit Indonesië naar Nederland om opnieuw een… Doorgaan

 

10897275489?profile=original Indië herdenkingen in Nederland en buiten Nederland in beeld gebracht door Hans Vogelsang waarvoor onze dank!  Vorige jaren ontvingen wij een groot aantal aankondigingen van Indië herdenkingen  door geheel Nederland en zelfs uit het buitenland. Het is voor de redactie dan ook een groot raadsel waarom dit jaar niet. Slechts een handvol herdenkingen kregen wij toegestuurd. Ondanks dit geringe aantal heeft de redactie toch besloten om hieraan in deze editie aandacht te schenken. We hebben gemeend om daarom noodgedwongen de herdenkingen van vorig jaar te herhalen met waar dat nodig is, aangepaste gegevens en/of weglatingen. Mocht er een herdenking bij staan die dit jaar niet doorgaat of anderzijds, dan biedt de redactie hiervoor op voorhand excuses aan. De…  Doorgaan

10897271861?profile=original In Memoriam:  Lilian Ducelle  1919 – 2013   Ons bereikte het trieste bericht dat op 5 augustus 2013 om 23.30 uur Lilian Ducelle is overleden. Lilly Mary Hermine van Zele zoals ze officieel heet, werd geboren in Sitoebondo (Oost-Java) in 1919. Ze is vooral bekend geworden door haar werk voor het tijdschrift Tong Tong (tegenwoordig Moesson). Eerst als uitgever en later, na het overlijden van haar echtgenoot Jan Boon (Tjalie Robinson), als hoofd-redacteur. Ducelle staat in Indische kringen bekend om haar scherpe pen, haar kritische blik en bevlogenheid. Ook stond ze bekend om haar uitgesproken standpunten over de Indische gemeenschap.

Lilian Ducelle begon als 18-jarige    haar journalistieke carrière bij het Soerabajaasch Handelsconcern. In 1945 werd ze…  Doorgaan

 

10897269701?profile=original Mijn levensverhaal - 3     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens    Aan boord van het schip, waarop wij naar Java zijn gevlucht en waarop wij zijn gebombardeerd, (als reeds eerder verhaald), vertelde mijn Moeder mij een dame te hebben ontmoet, die met het verkrijgen van haar eigen baby, geen borstmelk had, waarop het hospitaal mijn moeder verzocht, om ook dat kind haar moedermelk te geven, dus met mij te delen. Die dame zei aan boord komende, tegen mijn Moeder, Thea vergeef mij, maar jij bent als Duitse niet geliefd en ik kan het…  Doorgaan

 

 

 

In Jakarta media verschijnt artikel "EXCUSES VAN RUTTE  namens de Nederlandse regering, in navolging van de media hier. Werd via I-phone uit Jakarta op ICM gepost Met dank aan het JBM - team in Jakarta! 

 

10897274891?profile=original

Door F.Schwab (ICM Editor) geplaatst op 2 September 2013 om 12.30

Lees verder…

10897275489?profile=originalIndië herdenkingen in Nederland en buiten Nederland in beeld gebracht door Hans Vogelsang waarvoor onze dank!  Vorige jaren ontvingen wij een groot aantal aankondigingen van Indië herdenkingen  door geheel Nederland en zelfs uit het buitenland. Het is voor de redactie dan ook een groot raadsel waarom dit jaar niet. Slechts een handvol herdenkingen kregen wij toegestuurd. Ondanks dit geringe aantal heeft de redactie toch besloten om hieraan in deze editie aandacht te schenken. We hebben gemeend om daarom noodgedwongen de herdenkingen van vorig jaar te herhalen met waar dat nodig is, aangepaste gegevens en/of weglatingen. Mocht er een herdenking bij staan die dit jaar niet doorgaat of anderzijds, dan biedt de redactie hiervoor op voorhand excuses aan. De redactie wil u er nu alvast op wijzen volgend jaar TIJDIG uw plechtigheid aan te melden. Wilt u weten waar bij  u in de buurt een herdenking plaatsvindt, dan adviseren wij u het internet te raadplegen. De Nationale Herdenking bij het Indisch Monument zal rechtstreeks door de NOS op televisie worden uitgezonden.

 

10897276093?profile=original11 augustus 2012

Den Haag, Duinzichtkerk   De jaarlijkse herdenkingsdienst wordt weer georganiseerd door de Haagse Gemeenschap van Kerken op zondag 11 augustus. Tijdens de dienst zullen verschillende sprekers hun verhaal komen doen. Tevens zal er aandacht besteed worden aan de Bersiap periode, een min of meer verzwegen hoofdstuk, dat eigenlijk een verlenging werd van de oorlog in het voormalig Nederlands-Indië. Vele burgers, van jong  tot oud,  werden in die  periode alsnog of opnieuw vastgezet en vaak op beestachtige wijze gedood of verminkt. Muzikale medewerking door Ensemble Printemps en van Dalton Den Haag, met Annelieke Bouwers, zang en Makiko Goto Koto, (Japanse harp). Locatie: Duinzichtkerk, Van Hogenhoucklaan 89, Den Haag. Aanvang  is 17.00 uur

 

10897275489?profile=original14 augustus 2012

Amstelveen, Broersepark   Elk jaar, voorafgaand aan de dag van de capitulatie vindt in Amstelveen de herdenking plaats bij het Monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Japanse bezetting en de Bersiap. De plechtigheid begint om 19.30 uur en duurt tot 20.30 uur. Bij deze herdenking is iedereen welkom, maar zorgt u ervoor tijdig  aanwezig te

zijn,  vanwege een beperkt aantal van 600 zitplaatsen. Na afloop is er in het aast het monument gelegen gebouw een kumpulan.

 

10897276299?profile=original15 augustus 2012

Wageningen, Rumah Kita   De bewoners van zorginstelling Rumah Kita in Wageningen herdenken samen met hun familieleden de capitulatie veel bewoners luidde deze het begin in  van  de  onafhankelijkheidsstrijd  en de Bersiap periode, waardoor vrijwel ieder het land halsoverkop moest verlaten. Om 10.30 uur zal Marco Petzoldt regiomanager van Rumah Kita de    aanwezigen   verwelkomen, waarna   Burgemeester   Van   Rumund enkele woorden zal spreken, namens de Gemeente Wageningen.  Tijdens de herdenking wordt de taptoe geblazen, gevolgd door één minuut stilte en    het zingen van twee coupletten van het Wilhelmus. Daarna volgt de vlagceremonie en worden twee kransen bij het monument gelegd, waarna tot slot ook de bezoekers en bewoners de mogelijkheid hebben om bloemen bij het monument te leggen. Na afloop wordt gezamenlijk koffie gedronken in het restaurant.

10897276472?profile=originalGeldrop, begraafplaats ‘t Zand’  Jaarlijkse herdenking bij het gedenkteken op begraafplaats ’t Zand aan het Aragorn in Geldrop. Vanaf 18.30 uur worden  hier  de  gevallenen herdacht uit de tijd van de Japanse bezetting, de Bersiap en de Politionele Acties, zowel burgers als militairen. Toespraken worden afgewisseld met muziek. Ook hier wordt twee minuten stilte in acht genomen, en is er gelegenheid tot het leggen van bloemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

10897276890?profile=originalDe Bilt, Stadhuis   Bij het Oorlogsmonument voor het Stadhuis in de Bilt vind de jaarlijkse herdenking plaats. Omdat deze herdenking ieder jaar drukker wordt, worden belangstellenden dringend verzocht   tijdig   aanwezig   te  zijn. 

De aanvang is om 13.30 uur. Bijzonder is, dat er voor elk jaar na de capitulatie van Japan één rode roos in vazen wordt geplaatst; dit jaar dus 67 rozen, plus één witte roos, symbool voor de toekomst. Deze witte roos wordt door iemand van de 4e generatie op een zelfgekozen plaats tussen de rode rozen geplaatst. Na afloop van het officiële gedeelte is er gelegenheid om zelf bloemen neer te leggen. Daarna is er koffie met spekkoek.

 

10897277074?profile=originalEnschede, Blijdensteinpark  Verreweg het oudste Indië Monument van Nederland staat in Enschede.   

Het werd in 1960 onthuld door de weduwe van generaal Spoor. Hier worden alle slachtoffers van de gevechtshandelingen van 1942 tot 1949 herdacht. De herdenking begint om 10.15 bij het monument in          het Blijdensteinpark in Enschede. Gastspreker is de heer Maaswinkel. Ook hier wordt de vlagceremonie uitgevoerd, gevolgd door twee minuten stilte en de mogelijkheid om bloemen te leggen.

 

10897277083?profile=originalDen Helder, De Vijfsprong  Bij het monument “Voor hen die vielen” aan De Vijfsprong wordt de jaarlijkse herdenking gehouden. De ontvangst is in Hotel Wienerhof, naast het NS-station om 10.00 uur. Er staat koffie met cake klaar. Om 10.20 uur begint de herdenkingsceremonie met om 11.00 uur de kerkdienst onder leiding van Ds. J. Moens. Na afloop is er (op afroep)  gelegenheid tot het leggen van bloemen op persoonlijke titel. Het officiële gedeelte wordt om 12.00     uur     afgesloten met  een dankwoord  van  de  voorzitter  van de Stichting “15 augustus herdenking  Den Helder”. Daarna is iedereen uitgenodigd voor een informeel samen zijn in Hotel Wienerhof met koffie en spekkoek en een kleine Indische catering. Vanaf 9.00 uur kunnen kransen en bloemen worden afgeleverd. Onderscheidingen en Insignes mogen gedragen worden.

 

10897277101?profile=originalHardenberg, Indiëplantsoen  Ook in Hardenberg worden de gevallenen uit de Tweede Wereld-oorlog en de daarop volgende bloedige periode in voormalig Nederlands-Indië herdacht. Dit gebeurt bij het Monument achter het theater “De Voorvechter”. Aanvang van de herdenking is om 19.00 uur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10897278081?profile=originalSoest, Woongroep Insulinde  Een plechtige herdenking  in de Bendopo van woongroep Insulinde aan  de  Wilgenblik 34  in  Soest.  Vanaf

10.30 uur ontvangst van genodigden, waarna om 11,00 uur de herdenking begint bij de Indische Plaquette bij het Verzetsmonument aan de Ir. Menko-laan.

 

 

 

10897277900?profile=originalSteenwijk, Slingerbos   Door St. Herdenking 15 augustus 1945    in Steenwijk wordt de jaarlijkse herdenking gehouden bij het monument in het Slingerbos. Om 11.00 uur is de vlagceremonie, waarna de plechtigheid om 11,45 uur begint. Belangstellenden wordt dringend verzocht om uiterlijk 11.30 uur aanwezig te zijn. Sprekers zijn: de Burgemeester van Steenwijk en Frans Leidelmeijer.  Na   afloop   is   er   een Informele bijeenkomst in de foyer van Theater De Meenthe aan het Stationsplein  in Steenwijk.

 

 

 

10897278459?profile=originalZwolle, Park Eekhout   Bij het Indië en Nieuw Guinea Monument aan de Van Rooyensingel worden van 18.50 tot 20.00 uur de slachtoffers  herdacht  van de  Japanse bezetting, de Bersiap periode, de politionele acties, alsmede de militaire conflicten in Papua Nieuw Guinea. Gastsprekers zijn: Frank Marcus (directeur Veteraneninstituut) en Silfraire Delhaye (voorzitter Indisch Platform). Met medewerking van onder andere de leerlingen van de Parkschool zullen kransen en bloemen gelegd worden. Het officiële gedeelte wordt afgesloten met een defilé. Na afloop is er thee en koffie bij de Theeschenkerij van Park Eekhout. 

 

 

 

 

 

10897279270?profile=originalBreda, Zorgcentrum Raffy  In de tuin van zorgcentrum Raffy aan de  Wildestraat in Breda organiseert Werkgroep  “Indië  Herdenking  NoordBrabant West” een jaarlijkse herdenking. Men herdenkt er alle mannen, vrouwen en kinderen die het leven lieten  tijdens de Japanse bezetting en de Bersiap. De ceremonie begint om 14.00 uur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10897279495?profile=originalDen Bosch, “De Grevelingen”  Op het terrein van het Indisch-Moluks zorghuis “De Grevelingen” wordt de herdenking gehouden bij het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Japanse bezetting en de Bersiap periode. Het ceremoniële gedeelte begint om 14.15 uur met enkele toespraken, koorzang en aansluitend de kransleggingen. Gastspreker dit jaar is Ad van Liempt. Thema is: “Getekend… door het verleden”.  Vervolgens is er voor ieder de gelegenheid om bloemen te leggen bij het monument, waarna het officiële deel om 16.00 uur sluit. Daarna is in het zorgcentrum nog een muzikaal optreden en kunt u nog wat napraten en wordt een Rijsttafel  geserveerd. Deze herdenking wordt georganiseerd door Stichting HONI (Herdenking Oorlogsslachtoffers Nederlands-Indië).

10897280062?profile=originalHilversum, Noorderbegraafplaats  Herdenkingsplechtigheid bij het Indië Monument  aan de Laan 1940-1945. Er zullen toespraken worden gehouden en gedichten voorgelezen, waarna bloemen bij het monument worden gelegd. De plechtigheid, die al voor de 6e keer wordt georganiseerd door de werkgroep “Hilversum 15 augustus”, begint om 16.00 uur.

 

 

 

10897280457?profile=originalHerdenken buiten Nederland

California, U.S.A.  In Zuid Californië woont een grote groep Indische Nederlanders, die daar

in de jaren na de oorlog toe emigreerde. Ieder jaar herdenken zij gezamenlijk de capitulatie van Japan en tevens de slachtoffers van de Bersiap. Zij hebben het voorrecht om op het Ereveld “The National Cemetary” in het westen van Los Angeles  een  speciale  gedenknaald  te

mogen oprichten, waar een plaquette met de tekst “De Geest Overwint” de façade van het monument siert. Ieder jaar komt ook de Consul zijn opwachting maken en tevens is de directeur van The National Cemetary bij de ceremonie aanwezig. Naast      de toespraken is er een zangkoor en   is er een kranslegging onder andere door de club Advendo en De Wapenbroeders Avio. Wie aldaar verblijft en de ceremonie wil bijwonen kan informatie inwinnen bij Winnie Schardijn, winschar@aol.com.   

10897280858?profile=originalOntario, Canada  Ook in Canada wordt de capitulatie van Japan herdacht met een bijeenkomst van Nederlandse en Nederlands-Indische Canadezen en geïnteresseerden.  De  plechtigheid vindt plaats in de Harmony Hall van  Holland Christian Homes in Zuid Ontario  op 17 augustus bij de bronzen  plaquette.  De organisatie is in handen van “August 15/1945 Foundation – Southern Ontario”. Voorzitter Eddy Lie deelde ons mede dat het thema dit jaar is: De Slag in de Javazee. Bij de plechtigheid zal de Nederlandse Militaire Attaché in Canada, Commander Frits Stam een toespraak houden. Verder zal  aanwezig zijn de  Consul Generaal Hans Horbach, alsmede vertegenwoordigers van Nederlandse  veteranenorganisaties in Canada.  Na afloop wordt gezamenlijk een traditionele Indische maaltijd genuttigd. Nadere inlichtingen: Bouke de Jong,  boukedejong@rogers.com

 

 

Benidorm, Spanje Dat in Spanje veel Indische Nederlanders wonen, is bekend. Daarom is er ook in Kerkgebouw Het Anker (in Benidorm, Alicante) een jaarlijkse herdenking van de overgave van Japan. Deze wordt altijd bijgewoond door de Nederlandse Consul en zijn  militaire attaché of zijn Chef de Poste uit Madrid. Ook de plaatselijke Consul voor het gebied rond de Costa Blanca aanwezig. Na de toespraken volgt er een kranslegging en een vlagceremonie. Daarna een informeel samenzijn met een rijsttafel. Bent u in die periode in Spanje en wilt u bij de herdenking aanwezig zijn? Alle informatie kunt u krijgen bij Ortwin Louwerens, orthwin@gmail.com.

 

10897281074?profile=originalAuckland, New Zealand

De EJOS organisatie in Auckland, New Zealand is verantwoordelijk voor de organisatie van de herdenking aldaar. Ergens   in   mei   worden   de  gevallen soldaten van Australië en New Zealand herdacht op de “ANZAC-day”. De Hollandse en Indische mensen hebben daar niets mee van doen, maar sluiten   zich  daar wel bij aan,  omdat  er voor

hen geen andere herdenkingsdag is. En dus vieren ze in mei de capitulatie van Japan bij hun eigen monument.  Bovendien is de 15e augustus voor hen geen reden om te vieren, omdat ze op die dag in handen vielen van de strijders van Sukarno. Wie meer wil weten over deze herdenking in mei elk jaar, kan terecht bij de voorzitter van EJOS, Ivo Pabbruwe,  ivo.p@xtra.co.nz

 

10897282053?profile=original17 augustus 2012  Arnhem, Landgoed Bronbeek   Op zaterdag 17 augustus worden de slachtoffers van de Birma-Siam en de Pakan Baroe Spoorweg herdacht. Vanaf 10.00 uur is de ontvangst. De ceremonie begint om 11.15 uur, waarbij iedereen welkom is. De herdenking wordt geopend met een toespraak van Thijs Meijer, de ceremoniemeester en zoon van een spoorwegveteraan. Na een gedicht door een leerling van het Arentheem College een toespraak door Jan Banning, fotograaf en zoon van een spoorwegveteraan. De voorzitter van SHBSS, zal eveneens een toespraak    houden.  Dan de Herdenking  met de  officiële kranslegging, waarna de gelegenheid wordt geboden om op persoonlijke titel bloemen bij het monument te leggen. De ceremonie wordt afgesloten met het Wilhelmus. U kunt uw deelname misschien combineren met een bezoek aan Museum Bronbeek, om een tentoonstelling te bezoeken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lees verder…

In Memoriam: Lilian Ducelle 1919 – 2013

10897271861?profile=originalIn Memoriam:  Lilian Ducelle  1919 – 2013   Ons bereikte het trieste bericht dat op 5 augustus 2013 om 23.30 uur Lilian Ducelle is overleden. Lilly Mary Hermine van Zele zoals ze officieel heet, werd geboren in Sitoebondo (Oost-Java) in 1919. Ze is vooral bekend geworden door haar werk voor het tijdschrift Tong Tong (tegenwoordig Moesson). Eerst als uitgever en later, na het overlijden van haar echtgenoot Jan Boon (Tjalie Robinson), als hoofd-redacteur. Ducelle staat in Indische kringen bekend om haar scherpe pen, haar kritische blik en bevlogenheid. Ook stond ze bekend om haar uitgesproken standpunten over de Indische gemeenschap.

Lilian Ducelle begon als 18-jarige    haar journalistieke carrière bij het Soerabajaasch Handelsconcern. In 1945 werd ze oorlogscorrespondent waarna ze voor verschillende kranten en tijdschriften werkte.  Zo was ze  columniste en copywriter bij Nieuwsgier en Asia Raya. Voor de columns van de Vrije Pers veranderde

Foto - Lilly Mary Hermine van Zele (Lilian Ducelle

zij haar schrijversnaam in Lilian Ducelle, de naam die later bekendheid zal krijgen bij het grote Indische publiek. Na de onafhankelijkheid van Indonesië vertrekken Lilian en Jan noodgedwongen met hun gezin naar Nederland. Na de capitulatie van Japan in 1945 werd ze oorlogs-correspondent bij de Leger Voorlichtings Dienst (LVD). In deze ruwe mannenwereld wist zij zich bijzonder goed te handhaven. Daarnaast werkte ze als columniste en copywriter bij Nieuwsgier en Asia Raya.  Voor haar artikelen in de Vrije Pers neemt ze de schrijversnaam Lilian Ducelle aan. In 1950 trad ze in het huwelijk met de schrijver Jan Boon, die vanaf de oprichting van Stichting Tong Tong zijn medewerking gaf onder de naam Tjalie Robinson, onder welk pseudoniem hij eveneens een aantal boeken schreef. Ook het gezin Boon ontkwam niet aan de repatriëring en in Nederland aangekomen waren ze nauw betrokken bij de oprichting van de Stichting Tong Tong en het gelijknamige tijdschrift. Na het overlijden van Tjalie in 1974 was Lilian vele jaren hoofdredacteur van het tijdschrift, dat later werd omgedoopt in Moesson.

 10897271671?profile=originalLilian Ducelle is haar leven lang een kritisch journaliste geweest, die er niet voor schroomde om flink en ongezouten de waarheid te zeggen. Zo liet zij zich regelmatig uit over in haar ogen  zeurende Indische Nederlanders die jaren na dato blijkbaar nog steeds de haat tegen alles wat Japans is blijven aanwakkeren. Een gezeur dat volgens haar orkaankracht bereikte. “Dat er ongelooflijk geleden is tijdens de Japanse bezetting In Indië, waar verreweg de meeste Nederlanders geen weet van hebben, is ontegenzeggelijk waar, maar om dan schrijvend, dichtend, gillend en krijsend op papier om deze feiten heen te blijven draaien, daar wil ik niets van weten”, aldus Lilian. Een van haar gevleugelde uitspraken en tevens titel van een van haar boeken, is: “Doe

maar gewoon, dan doe je al Indisch genoeg”. Tijdens haar journalistieke leven is ze een fenomeen geweest, waar maar weinigen omheen konden.

Tot bijna het einde aan toe is zij blijven schrijven, zij het in een rustiger tempo. Haar liefde voor Indië, haar medemens en haar werk zal ons altijd bijblijven. Ze is 93 jaar geworden. Vlak voor het verschijnen van deze Nieuwsbrief is Lilly Boon-Van Zele in besloten kring gecremeerd. Wij wensen haar kinderen en verdere familie en vrienden heel veel sterkte toe.

Wie meer wil weten over het leven en werk van Lilian Ducelle, adviseren wij het artikel te lezen van historicus Prof. Dr. Wim Willems:

http://www.dbnl.org/tekst/will034cult01_01/will034cult01_01_0006.php

Lees verder…

10897269701?profile=originalMijn levensverhaal - 3     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens    Aan boord van het schip, waarop wij naar Java zijn gevlucht en waarop wij zijn gebombardeerd, (als reeds eerder verhaald), vertelde mijn Moeder mij een dame te hebben ontmoet, die met het verkrijgen van haar eigen baby, geen borstmelk had, waarop het hospitaal mijn moeder verzocht, om ook dat kind haar moedermelk te geven, dus met mij te delen. Die dame zei aan boord komende, tegen mijn Moeder, Thea vergeef mij, maar jij bent als Duitse niet geliefd en ik kan het mij niet veroorloven, om in jouw gezelschap te verkeren of te worden gezien. Dat was blatant, ongegeneerd zelfs. Twee jaar oud, kreeg ik een maag-infectie, te Pladju. In Indië was dat meestal dodelijk, maar mijn vader accepteerde dat niet. Een van de eerste vliegtuigen van de KLM. die in Indië aankwam, een DC-3 (de latere Dakota), werd geheel door mijn Vader afgehuurd om mij naar Batavia in het ziekenhuis te krijgen vanuit Pladju-Palembang.

Ik heb er in het ziekenhuis gelegen, in een witte verduisterde kamer; ik heb er flarden van in mijn herinnering, met mensen in het wit die zich over bij bogen. Ik heb daar zes maanden gelegen en vrijwel alleen op eiwit gevoed, heb ik het overleefd. Het ellendige gevolg van deze episode was, dat ik nooit meer normaal was met eten. Mijn moeder moest het eten er bij mij bijna in slaan; ik ging met brood achter mijn kiezen naar bed en ik stond er de volgende morgen weer mee op, tot bijna de Japanse kampen aan toe. Zo ben ik altijd erg mager geweest, mogelijk was dat mijn moeders en mijn redding, gedurende die tijd, maar een normale moeder- kind relatie is er eigenlijk nooit geweest. Was dat mijn schuld, was dat mijn moeders schuld? Die vraag heb   ik tot nu toe nooit kunnen beantwoorden. Behalve een hardhandige opvoeding en het inpompen van manieren, zijn er nooit gesprekken tussen moeder en mij geweest en zeer zeker nooit of     te nimmer omhelzingen. Dit is voor mij de verhouding tussen moeder en kind geweest. Waar nu, bij mijn eigen kinderen en nu ook de kleinkinderen en hun moeders, totaal van afwijken.

Gedurende de periode van onze terugkeer, vanaf mijn vaders 1939 verlof periode in Europa tot onzevlucht van Balikpapan, naar Java en de overgave met de capitulatie aan de Japanse bezetters, had ik een kindermeisje, een (baboe), Sumina. Zij reisde met ons mee van Balikpapan om nog steeds op mij te passen. Haar verloofde, Sadimin, onze djongos, zag ik een maal met flikkerende ogen van haat naar onze tafel kijken.

Na onze eerste periode in een Hotel van mevrouw Pets, ook een Duitse en daarna naar het grote Hotel van Sarangan aan het meer, gingen wij naar Batavia, waar wij bericht ontvingen, dat mijn Vader in Bandoeng was gearriveerd. Bij onze aankomst was hij reeds gevangen genomen en had enige dingen voor ons bij goede vrienden achtergelaten. Moeder kreeg bericht dat mijn vader in de stad achter prikkeldraad zat en ze kon hem vanaf de straat te zien. Ik hoorde mijn vader zeggen, dat als er ooit iets met hem gebeurde, dat wij ons alleen aan de B.P.M. voor alles met advies moesten richten en niemand anders mochten vertrouwen. Dat was de laatste keer dat ik mijn vader zag, gebukt onder een spatbord van een vrachtauto, te midden van een grote hoeveelheid auto-onderdelen. Totdat een Japanse schildwacht naar ons begon te schreeuwen en daarna zelfs op ons begon te schieten. Dus gingen wij op de vlucht. Mijn Moeder hield zich aan zijn advies met de B.P.M., en in ons geval, werd “DAT” juist ons ongeluk.

Het was in Bandoeng, bij mijn Vaders vrienden, dat Greetje Brons ons wist te vinden en mijn moeder, via de Japanse Generale staf auto aan de bekende Art-Deco “Villa Isola” liet ontbieden, kennelijk om overreed, of uitgenodigd te worden, als een Duitse, voor de Japanse Generale Staf, dus de Japanse Generaal Imamura, als zijn secretaresse en tolk te fungeren. Toen ik met de twee zoons, Eppo en Rijnco

van de Brons de appeltuin in werd gestuurd, kreeg ik daar al gauw een dispuut met Rijnco, die mij een steen naar het hoofd gooide. Bloedend kwam ik op de tafel tussen al die Japanse Generaals en officieren te liggen, die mede hielpen mijn hoofd te verbinden, waarna ik als troost met de Japanse chauffeur en met Eppo in de Staf-auto een lunchpakket naar Brons mochten brengen in zijn gevangenis, waar hij, een grote man met een rood hoofd en witte haren, boven zijn medegevangenen uit stak.

Mijn Moeder niet van plan zijnde, om voor de vijand te werken, kon “dat” niet zo maar zeggen en vroeg een dag bedenktijd. Wij kregen echter slechts drie uren, dus overhaast pakten wij onze spullen en gingen op de trein naar Surabaya. De trein werd regelmatig door jonge Japanse officieren doorzocht, maar dankzij de hulp van RK. Nonnen hebben ze ons niet gevonden.

10897270073?profile=originalfoto- Mijn kameraden tijdens de militaire dienst

De Familie Brons werd tegen het einde van de oorlog  in een klein camp door de Japanners sluiks binnengeloodst  en kregen Rode Kruis pakketten tot het einde, dat ze met een kleine selecte groep moesten delen. Zij hadden de oorlog als een complete familie overleefd. Echter hoorde ik jaren later, dat zoon Rijnco in China aan een ongeneeslijke ziekte werd behandeld en niet lang daarna overleed. Eppo werd een professor aan de Leidse Universiteit en werd onzichtbaar en onbereikbaar voor mij. Nadat ik hem wilde bezoeken, bleek hij, eerst zo vriendelijk en behulpzaam, te zijn veranderd in een kille, onpersoonlijke man.

Ambarawa, ons tweede kamp   

Ten tijde van de berichtgeving, van mijn vaders dood in Kamp Ambarawa, duwde men mij in mijn moeders armen. Ik wist niet hoe gauw ik mij daaruit moest bevrijden en liep weg.  Een tweede maal gebeurde dit toen mijn Moeder weinig kans op overleving had vanwege malaria tropica, door toedoen van  zuster Diet de Neeff, onze “kamp-dokter-verpleegster”, tegen het einde van onze kamptijd in ”Kamp 10 Banyu-Biru”. Mijn Moeder sprak wartaal en wederom kon ik niet gauw genoeg uit haar armen loskomen. Dat was de moeder en zoon relatie, waar later haar tweede man J. den Besten profijt van wist te trekken. Helaas!

In ons eerste kamp Gedangan, het voormalige klooster, had ik de mazelen en werd ik met liefde en opofferingen in een hoek, op de grond van de slaapzaal, in een tent van dekens, dus in het donker, door mij vreemde dames verzorgd en daarna, kreeg ik een ontzettende smerige en stinkende uitlag op mijn hoofd, waar inderdaad mijn eigen moeder ook eens voor zorgde.

Na de bevrijding, nog steeds in ons kamp Banyu-Biru, waren op een gegeven moment de Japanners verdwenen, waarna ons kamp werd ingenomen door de guerrilla’s, en de vroegere claponners, die ons kamp begonnen te bezetten, de Bersiap. Men had de Japanner die de Keuken Piet werd genoemd, gevangen genomen en veroordeeld. Het was diens genoegen om met zijn enorme Braziliaans gevlochten lederen zweep, van zo’n 15 meter lengte, waar alle vrouwen benauwd voor waren, te slaan. Daarmee kon hij met een knal een stuk vlees uit een been slaan. Hij was  altijd keurig gekleed in kaki’s en een lichter hemd met hoogglans gepoetste bruine laarzen, een worstelaars type, (ik zie hem nog voor me). Hij sloop vaak ‘s nachts in de keuken rond, waar mijn Moeder aan het koken was, met haar assistenten De guerrilla’s hebben hem kennelijk te pakken gekregen, hij moest voor de poort van ons kamp, zijn eigen graf graven, waarbij onder ons een groot gejuich ontstond, zo waren wij geworden.

Maar de Bersiap hadden ons bereikt . Ons werden doodsangsten aangejaagd met luidsprekers, over verzamelingen van wilde dieren tijgers, panters, slangen en krokodillen, die op ons los zouden worden gelaten en moesten wij ringen van zandzakken bouwen, met een opening.  Ons werd verteld dat wij daarin bijeen zouden worden gedreven en met handgranaten zouden worden afgemaakt.  

Na ongeveer een week van  deze verschrikkelijke ellende, hoorden wij plotseling een geweldig geraas, het was een militaire groep Ghurca’s met een tank en vrachtwagens. Ons camp 10 werd in verdediging gebracht, Kamp 11, onze annex, was reeds ontruimd, waarvan wij later hoorden, dat het was uitgemoord door de Bersiap activiteiten.

Ons kamp had echter een solide muur en was kennelijk een ex-inlandse gevangenis van voor de oorlog. Voor onze loods werden 4 mortieren geplaatst, die vaak in actie waren, waarvan wij de wolkjes van de inslagen op de bergen konden zien en ‘s nachts waren de vier mitrailleurs, op de hoeken van onze gevangenis geregeld in actie en was het vaak moeilijk om te slapen. Op een gegeven moment werden hun tactieken veranderd. De Ghurca’s smeerden zich tegen de avond in met roet en gingen in groepen van vijf, slechts met een lendendoek om en met een jute zak over de schouder de nacht in met hun Guckry, (een halfronde vlijmscherpe zware dolk) tussen de tanden het kamp uit, tegen de vroege morgens kwamen zij terug en telden de hoofden, waarmee zij terug kwamen; het was een “sport” voor hen.

10897270089?profile=original foto - Mijn opleidingsschip de “Pollux”

Enige weken later werd het rustiger om ons kamp, geen schieten meer, tot aan ons vertrek, in de eerste week van december 1945. In die laatste weken, kon men vanuit ons kamp de geweldige strijd rond Kamp Ambarawa volgen. Met schrik en medelijden, zagen wij dat vanaf  een grote afstand aan, het was een kamp dat geen muren had, zoals wij dat hadden.  

In één groot en geweldig zwaar bewapend konvooi werd ons gehele kamp in een keer weggevoerd. Het was een geweldig konvooi van trucks met enige tanks en kanon-wagens er tussendoor en een schutter in iedere cabine. Overal waren vliegtuigen die schoten en bombardeerden om ons heen; overal waren vuren langs de wegen en alle gebouwen stonden in brand. Zo kwamen wij veilig in Semarang aan, waar wij, na enige dagen via pontons op het Amerikaanse schip de “Victoria Amhorst” naar Batavia werden getransporteerd. Zo eindigde onze kamptijd. Het kwam mij later ter oren dat de Ghurca’s, die ons verdedigden en beschermden, hadden gemuit van het Engelse commando, om ons te komen redden.

Van Den Haag naar Vlaardingen

J. den Besten werd overgeplaatst naar het Shell complex te Pernis, bij Maasdam en Vlaardingen en wij kwamen op de Florislaan 12 te wonen, in Vlaardingen, met in die tijd nog steeds boerderijen tegenover ons, waar wij voorheen in Den Haag in de Rabarberstraat woonden. Ik weet daar verder weinig over omdat dat in de periode van mijn twee kostscholen was, eerst St. Louise en daarna Don-Bosco, met de Salesianen, beiden in Amersfoort.    

Na ook weer het enige jaar in Don-Bosco, werd ik ook daar er weer af gehaald, dat was voor mij het tweede schooljaar en tevens het laatste van wat ik van scholen heb gezien, allen dankzij het overzicht van mijn Grootvader dat abrupt eindigde toen  J, den Besten ons (mijn grootvaders  en dus mijn vaders huis), in Amsterdam Centraal met verlies verkocht, om zodoende het verband daarvan met onze naam “Lemmens”, te vernietigen. Tevens stond mijn nu zeer oude grootvader op straat en werd door een, ons zeer vijandig gestelde dochter van hem op een armoedige wijze verder verzorgd. Tijdens een ontmoeting met mijn moeder,  gooide zij een doek naar  mijn Moeders hoofd en zei, dat mijn  

vader had moeten terugkomen en niet zij, mijn Moeder. Dat was het einde van die enig mogelijke relatie in het prilste begin. Ze had een kruideniers zaak en was met een Duitser getrouwd een den Heyer en ik heb een verdenking dat dat een Joodse zaak was, aan het Legmeer plein, ook in Slooterdijk. Het waren vreselijke mensen, die voor mij helemaal geen gevoel hadden.

Tussen 13 en 14 jaar oud werd ik op de algemene Mulo derde klas geplaatst, in Vlaardingen, meer vanwege mijn leeftijd dan mijn kunde, maar ik had kennelijk goede hersens en was vlug in het oppakken van de leerstof, in ieder geval in de dingen  die mij interesseerden. Slechts drie maanden later, op die school te Vlaardingen, altijd lopende of fietsend, daar ik geen busgeld kreeg, vloog ik in een geweldige storm in zware regen tegen een geparkeerde auto aan en vloog er overheen en kwam met een hersenschudding in het ziekenhuis terecht, dat was tevens voor mij, mijn laatste contact met enige school. Alles bij elkaar had ik nu twee jaar en drie maanden op drie verschillende scholen gezeten, beginnende als een totale analfabeet.

In kamp Ambarawa, begon ik school in het geheim, met een heel knappe jonge vrouw, mogelijk nog een meisje, als ik mij herinner, met een kring van kinderen om haar heen, maar diezelfde dag, werden wij met haar door een Japanse schildwacht ontdekt en de volgende dag, werd zij naakt en nog levend, maar vreselijk verminkt, en met alle extremiteiten van haar afgehakt en gesneden, tegenover onze plek aan het gedek opgehangen. Het uiteindelijke sterven moet minstens een uur hebben geduurd, het was vreselijk.

Uit het hospitaal ontslagen, hing ik rond thuis en werd voor werk uitgestuurd, om iets te verdienen, zonder enig geld kreeg ik ook geen eten. Ik werd heel veel gepest en getreiterd, wanneer Den Besten thuis kwam. Het was in die tijd, dat ik mij leerde te verbergen onder een bed, of achter de sofa, of in zijn werkplaats achter het huis, niet om uit te houden in de winter en op die manier nam ik vaak de aan mij gegeven boeken van mijn grootvader en ik begon te lezen, boeken werden vanaf die tijd mijn beste vrienden en prepareerden mij voor de rest van mijn leven. Ik werd een boekenverzamelaar in de latere jaren.

10897270861?profile=originalfoto - Kamp Ambarawa

Naar het gedwongen werk zoeken, vond ik na enig werk aan de havens, clandestien vanwege mijn leeftijd. Na veel zoeken werkte ik uiteindelijk voor niets bij een loodgieter in Rotterdam, waar ik een half jaar of meer, dag in dag uit in weer en winter, moest fietsen, op een oude vooroorlogse uit het water gehaalde fiets, van het uiteinde van Vlaardingen, via Schiedam, naar Rotterdam en weer terug, vanwege mijn leeftijd, kon ik niet officieel worden aangenomen, maar kreeg ik bus geld van die zaak, dat ik thuis afdroeg onder dwang. Zonder die afdracht mocht ik niet thuis komen of eten. Ik veegde daar en hielp met klusjes, maar men was verbaasd over mijn vaardigheid en bood mij een vaste baan aan bij mijn vertrek. Ik was nu 14 jaar en het werk op Pernis voor

Den Besten was afgelopen en zo verhuisden wij weer terug naar Den Haag, deze keer het Bezuidenhout, naar de Theresiastraat 219, waar mijn Moeder bleef en tenslotte vele jaren later, in Mei 1999 stierf.            

Korte tijd later wilde ik van huis weg, de pesterijen en manipulaties werden een kwelling. Ik mocht niet weg van huis, ik mocht niemand ontmoeten, er waren bekenden van mijn Moeders vroegere tijd en Den Besten kon niet verhinderen dat contacten werden gemaakt, navraag naar mijn welzijn sloeg hem de schrik om de oren. Mijn Moeder - uit schaamte -  vertelde iedereen dat ik erg moeilijk was en niet wilde studeren. De enige waar ik clandestien een positief contact mee had, was een oude oom en een zeer vertrouwde vriend van mijn Vader, oom Wim van Zoelen, in Wassenaar. Helaas na drie visites aan hem, werd mij mijn fiets ontnomen, na een klein ongeluk, terwijl ook een strikte controle op mij werd uitgeoefend.

Echter van die drie contacten kwam ik zeer veel van en over het vroegere leven van mijn Vader te weten, Oom Paul van Zoelen was mijn Vaders eerste werkgever, in het Nederlands- Indië van vroeger, waar Oom Wim van Zoelen voor Bruynzeel in de Bossen en Rimboes een opzichter was van de houthakkersploegen in Nederlands-Indië. Oom Wim tenslotte, dankzij ook weer mijn Vader, werd uiteindelijk voor de oorlog als Boormeester van de B.P.M-Shell gepensioneerd, waarna hij getrouwd met een dochter van de Duitse “Veltins Bier Brouwerij” in Duitsland, maar kinderloos, naar Nederland terugkeerde en zich in Wassenaar vestigde.  

Werkende met vijf andere Nederlanders, allen met ploegen van 12 Indonesiërs, werd mijn Vader zijn

leven gered, tijdens een “Amok”. Zijn ploeg Indonesiërs zetten mijn vader tegen een boom en vormden een cirkel om hem heen en beschermden hem met hun klewangs tegen de zestig anderen in hun amok. De vier andere Nederlanders werden vermoord, het ging om betaling. Waar de andere Hollanders veel geld inhielden van de vijf centen per dag,  nam  mijn vader daar geen genoegen mee en betaalde zijn werknemers volledig uit.  Zo waren er ook nog verschillende andere parables over mijn vaders eerste  jaren in Nederlands-Indië.   

Op een Frans “hongerschip”, waar de meeste andere Nederlanders vanaf vluchtten in  Zuid Frankrijk en met de trein terug gingen naar Nederland, bleef mijn vader tot het einde van die vreselijke reis en kwam zo totaal uitgeput, voor het eerst in Nederlands-Indië terecht, waar tenslotte Oom Wim van Zoelen, zijn eerste baas werd. Ook in Indië heerste een depressie en werkeloosheid, na de Eerste Wereld Oorlog, veelal ook, omdat Indië werd uitgeknepen, door Nederland.

Uiteindelijk wist ik eenmaal weg te komen van huis, doordat mijn Moeder weg was en wist ik door half Den Haag lopende de familie Henk en Lenny Versnell te bereiken. Ik zat echter nauwelijks bij hen op de sofa, toen er tegen de deur gebonsd en getrapt werd. Geschrokken deed Oom Henk Versnell de deur open en stormde Den Besten vloekend en scheldend het huis in,  greep mij bij de haren en trapte mij het huis uit en gebood mij buiten op hem te wachten. Hij schreeuwde die mensen de schrik om de hals, terwijl ik buiten alles kon horen. Onder andere dat zij geen contact met mij mochten hebben en hij hen zou weten te vinden en dan verloren ook zij hun baan bij de B.P.M. In die tijd waren veel oude Shell mensen, van het vroegere Indië bang voor hun toekomst, daar zij ook in Nederland niet gewenst waren, maar uit fatsoen werden voorzien van werk en een inkomen. De B.P.M.-Shell probeerde in die tijd fair te zijn, hetgeen hen ook in botsing bracht met de Nederlandse regering.  Echter nu weten we dat Nederland zich weinig van onze problemen en rechten aan trok en probeerden onze mensen op allerlei manieren kwijt te raken o.a. met emigratie.    

Deze gebeurtenis met mij, bij de Versnells, ging natuurlijk als een lopend vuurtje door naar de bij       mijn moeder bekende ex-Indische gemeenschap van vroeger. Ook bleek dat mijn moeder altijd moest weten, van wat of waar ik zou zijn. Ik had niet van haar verwacht, dat zij mij dit zou aandoen.  

10897271293?profile=originalLuchtfoto van kamp Ambarawa

Enige bijstand uit deze richting was voor mij uitgesloten, daar de combinatie den Besten–Brons snel bekend werd.  In die gemeenschap werd  dr. ir.  H.H. Brons, met en door zijn geweldige maatschappelijke macht ook als gevaarlijk beschouwd. Dit was tevens rond de tijd, dat Den Besten van mijn Moeder uitvond, over het verraad destijds, van de Fam. Brons met de Japanners, waarmede die familie zich gerieflijk door die Oorlog wisten te redden. Het was met chantage, op die Brons familie, dat J. den Besten in het complot tegen mij werd ingehaald.  Dr. ir. professor H.H. Brons was voorbereid, door zijn oude

vriend ir. Jan Brouwer een mede-directeur van de B.P.M.-Shell, voor het stichten van de Rotterdam Rijn Pijp Leiding Maatschappij, (dochter-maatschappij van de B.P.M.-Shell), voor het vervoer van Olie producten naar Duitsland. Brons was nu een machtige man, niet alleen van die Maatschappij, maar ook in Nederland, met een zeer riant inkomen met daarnaast ook nog geweldige afschrijvingsmogelijkheden naar zijn Maatschappij. Een combinatie die voor mij een levensgevaarlijke situatie betekende,  vanwege  mijn rechten   en claims, met betrekking tot toekomstige en originele erfrechten van mijn Vader, met mijn komende volwassenheid in het verschiet.   Ook al waren onze papieren grotendeels verdonkeremaand.            

Het waren juist deze twee mensen, Brouwer en Brons, die vroeger voor de oorlog, met mijn vader een dispuut hadden, vanwege hun, dronkenschap en wangedrag met vrouwen en het maken van schulden in de Indische samenleving. De B.P.M-Shell was daarmede uitermate gechoqueerd.  Een vreselijk lot, dat mijn vaders Familie trof na zijn dood, met het door hem ongewild maken, van zulke vijanden en verder ook nog, door het grote onrecht dat na de oorlog, daaruit voortkwam.  

Maar ook nog eens, dat het mij, de enige zoon van mijn Vader, bijna het leven heeft gekost met een bijna totaal verwoeste toekomst, als resultaat, waar eens, zulke schitterende mogelijkheden voor mij waren weggelegd. Ik ben dankbaar dat hij dit nooit geweten heeft. Ook ben ik dankbaar dat het mij, desondanks, na alle vreselijke belevenissen en tegenslagen is gelukt een redelijke levensstijl op te  bouwen, hoe moeizaam dat ook ging en waar ik   ook nog van heb kunnen genieten   Het is mijn overtuiging dat niet alleen Nederland, met ook de Indische Kwestie en ook met ons huis, maar ook de B.P.M.-Shell een geweldige schuld aan mij hebben te voldoen.  Gelden en toekomstmogelijkheden door mijn vader in 1939 bij zijn Maatschappij, de B.P.M.-Shell, tijdig voor mij te hebben verzorgd, het onheil van een toekomstige oorlog voorziende, was het grootste offer dat van hem kon worden verwacht

Helaas is dit door kwade opzet allemaal te niet gedaan.

Tot zover het derde deel van het levensverhaal van Adrian Lemmens, dat   hij voor deze NICC Nieuwsbrief schreef

 

 

Lees verder…

10897239901?profile=originalMark Rutte neemt zijn ouders als voorbeeld,  die uit Indonesië vertrokken.      In zijn lange lezing die Mark geheel uit zijn hoofd deed kleurt hij de VVD profiel die de laatste tijden werd gedomineerd door de PvdA, immers de partij van de maakbaarheid in de samenleving.

De Premier stelt dat Nederland moet durven te veranderen. Nederlandse Burgers moeten durven te veranderen en zich gedegen voorbereiden op de grote technologische ontwikkelingen die zich voltrekken.

Als voorbeeld haalde hij aan zijn ouders. Zij vetrokken in 1957 uit Indonesië naar Nederland om opnieuw een start te maken nadat het “land” alle Nederlandse bedrijven had genationaliseerd. Onder moeilijke omstandigheden moesten ze zelf rooien. Van zijn moeder heeft hij optimisme, en zijn vader leerde hij dat iedereen in het land zijn bijdrage moet leveren.

Met zijn stilzwijgen door breekt hij de boodschap waar grondig over is nagedacht het beeld dat krampachtig hervormingen alleen naar Nederland wordt gekeken. Met het beeld van zijn ouders toont hij het Indië van toen waar Nederlandse ondernemers naar toe gingen om hun geluk te beproeven, en in Nederland aangekomen geen Overheid die zich bekommerde over de Indië – gangers tot op heden. Zijn Indisch verleden kleurt nu nadrukkelijk.

Het frappante is dat Indonesië en Indië tijd de laatste tijd veel in beeld komt bij Mark Rutte, en juist op onderwerpen die nog niet zijn opgelost uit het verleden. Wat vandaag betreft lijkt er op dat Mark begonnen is aan offensief campagne wat de hervormingen betreft. In  Indonesië de Nederlandse toekomst ligt om als ondernemers te investeren net als zijn ouders.

10897237700?profile=original

Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
                           

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates  In het Engels hier

Lees verder…

De lagere school in Wassenaar

De lagere school in Holland ,Wassenaar.

Daar, langzaam en verlegen, kwam ze dan voor het eerst op een normale school in de vijfde klas september 1947. Na vier jaar Jappenkamp, zonder onderwijs,nu 12 jaar oud in het mooie Wassenaar. Mager, geel en met weggerotte voortanden, ze durfde niet te lachen of met opgericht hoofd te praten, want dan lachten zes stompjes je toe. Daar in dat grote klaslokaal werd ze zich ook bewust van de vreselijke achterstand. In deze hecht gevormde gemeenschap was zij een bezienswaardigheid. Werd heel veel gepest en niet geaccepteerd. Zo liep ze dagenlang in de pauze in haar eentje over de speelplaats, hier en daar kijkend wat ze aan het doen waren en werd ze volkomen genegeerd.

Diep bedroefd, alleen, liep ze dan weer naar huis om daar thuis keihard te werken aan het inhalen van de achterstand. Ook 's zomers was ze bezig, schreef hele hoofdstukken Nederland over zodat het in haar hoofd gegrift zat, waarna ze ieder hoofdstuk kon verkopen voor heel weinig aan kinderen, die voor straf een provincie zoveel keer moesten overschrijven. Tijdens deze schooltijd kreeg ze een hele grote operatie in Utrecht, waarbij in een soort tribune-achtige zaal een hele groep tandheelkundige studenten zat mee te kijken naar dit staaltje weggerotte tanden en een professor, die al pratende zijn uiterste best deed om alle wortels schoon te krabben, ook de neusvleugels van binnen.

Met een hoeveelheid hechtingen boven haar tanden waren zij na anderhalf uur klaar met alles. Onder applaus en stervend van de pijn ging zij naar haar grootmoeder, die in Utrecht woonde. Deze stopte haar met veel aspirines in bed. Op deze schoon gemaakte wortels werden zilveren, hele kleine scherpe tanden gemaakt, waarover later zes mooie witte tanden werden geschoven. Ze kon met die zilveren enge tandjes zo meespelen in een horror film. Het pesten werd twee keer zo erg. School werd een kwelling. Het enige dat haar troostte was, dat haar leraar zich er helemaal voor inzette haar aan alle kanten te helpen, wat ook gelukt is.

Op een dag, weer eenzaam lopend op de speelplaats, kijkend naar die vrolijke spelende en lachende kinderen, stond ze stil bij een groepje touwtje springende meisjes uit de zesde klas, kwam Tineke, het meest populaire meisje van school en de favoriet van het hoofd, blonde krullen, helle blauwe ogen, zeer bij de hand, met een mooie zangstem, op haar af en zei hardop en luid tegen de groep: "Zij doet van nu af aan ook mee". Zo gebeurde dat ook meteen. Van die dag af werd ik volledig opgenomen in de groep en kreeg ik een erge leuke tijd. Nooit had ik toen kunnen vermoeden, dat haar eerste dochter mijn schoondochter zou worden, waardoor wij samen twee kleinkinderen kregen en ik haar tot op heden ten dage iedere verjaardag zie en ook al jaren met haar in mijn leven op trek. Deze Tineke is nu ook een bejaarde dame, maar nog steeds met een ijzersterke wil, een echte taaie en voor zover ik weet ook "oud en opgewekt".

Dinkie

Lees verder…

Nederland betuigt spijt aan Indonesië

Nederland betuigt spijt aan Indonesië

Nederland zal spijt betuigen voor oorlogsmisdrijven tijdens de koloniale oorlog in het toenmalige Nederlands-Indië (Indonesië). Premier Mark Rutte heeft dat vrijdag gezegd na de ministerraad.

Door: ANP/Novum

Foto:  ANP

Bekijk de uitspraak van Rutte:       Bekijk video

Het gaat om excuses voor specifieke gevallen van standrechtelijke executies. Er is geen sprake van algemene excuses voor de politionele acties en dus geen breuk met het Nederlandse beleid tot dusver, zei Rutte.

De excuses worden op 12 september aangeboden in het Erasmushuis in Jakarta door de Nederlande ambassadeur in dat land. De zogenoemde tien weduwen van Zuid-Sulawesi zijn daarbij in ieder geval aanwezig. Hun mannen werden in 1947 door Nederlandse militairen op Zuid-Celebes doodgeschoten.

Begin augustus werd bekend dat de weduwen ieder 20.000 euro schadevergoeding krijgen omdat hun mannen destijds standrechtelijk zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen. Eerder betaalde Nederland hetzelfde bedrag aan weduwen van het bloedbad van Rawagedeh op Java. 

Ben Bot

Voor de rol van Nederland tijdens de onafhankelijkheidsstrijd geldt de spijtbetuiging uit 2005, zei Rutte. Toenmalig minster van Buitenlandse Zaken Ben Bot (CDA) zei toen tijdens een bezoek aan Indonesië dat Nederland 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis' stond met de pogingen om de onafhankelijkheid van Indonesië met geweld te voorkomen. 

Rutte bezoekt Indonesië in november, maar hij wilde niet wachten tot die tijd met de excuses vanwege de executies. Het is van belang dat dit zo snel mogelijk gebeurt en de ambassadeur is daarvoor de aangewezen persoon, aldus de premier. 

Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken zei eerder al dat hij er geen enkele moeite mee heeft om persoonlijk namens Nederland excuses aan te bieden voor de oorlogsmisdrijven. Hij zegde toen al toe dat ook aan de ministerraad voor te leggen. Volgens Rutte is nu afgesproken gelijke gevallen op dezelfde manier te behandelen.

Door: ANP/Novum
Lees verder…

KOUSBROEKS  “KAMPSYNDROOM”

Besproken door: Pjotr.X. Siccama deel 6.    10897266653?profile=originalIn 1987 overleed kapitein Raymond Westerling; de man die de politionele acties in 1946 had geleid tegen de onafhankelijkheidsstrijders in Nederlands Indië.

Ik kan me nog goed herinneren, dat hij tijdens de politionele acties op Java (met name in Bandung) door de meeste Indo’s op handen werd gedragen en geroemd voor zijn streng en resoluut optreden. Er waren niet genoeg adjectieven meer over om de man de hemel in te prijzen. 

Mensen herinneren zich zijn lef en grote moed en zijn enorme kennis van vuurwapens. Hij kon bijvoorbeeld een voorwerp, een ei bijvoorbeeld, in de lucht gooien en via een spiegel die achter hem stond opgesteld het ei feilloos raken.

10897266675?profile=original

Foto - Dominique Venner*, een Frans historicus, schreef in 1977 een biografie over Westerling, “Westerling: guérilla story”, gefascineerd als hij was door diens leven.

Het bericht van het overlijden van Westerling kwam Kousbroek echter ter ore op het moment dat hij zich op Makassar bevond. De inwoners ter plaatse kregen het bericht blijkbaar eerder door dan hij. Ze spraken met hem over het feit dat deze man door de Nederlandse Staat  nooit was aangeklaagd en vervolgd voor de misdaden in hun land en dat hij vrij rond kon lopen. De Indonesiërs, meestal bescheiden in hun opstelling wanneer het op vragen stellen aankomt, legden hem deze keer direct die vraag voor. Net als wij kijken zij blijkbaar in kwesties als deze naar die misdaden door anderen, gepleegd in hun land, maar vergeten en passant dat er in 1965 in Indonesië tijdens de omwenteling onder de bevolking een grote slachting had plaatsgevonden.

De schrijver stond daar niettemin met een mond vol tanden en vond de vragen uiteraard pijnlijk. Een zeer opmerkelijke uitspraak kwam uit de mond van professor Said, een voormalige hoge Indonesische officier, die vond daarentegen dat de misdaden, gepleegd door Westerling, niet als oorlogsmisdaden kunnen worden beschouwd (.. het was oorlog.. etc.).

__________________________

* Venner pleegde dit jaar op 21 mei zelfmoord voor het hoofdaltaar van de Notre Dame in Parijs door zich door het hoofd te schieten, een en ander uit wrok tegen de aangenomen wet voor het homohuwelijk en de Islam in Europa.

  In dit artikel betreft het de valse en echte geschiedschrijving van de meeste historici wanneer het om oorlogsmisdaden gaat.

Nederland is koploper in de selectiviteit van het veroordelen van (en oordelen over) oorlogsmisdaden, dan volgen Groot-Brittannië, de VS, Australië en de Filipijnen.

Met name het oordelen over en het veroordelen van de Japanse misdaden was en is strenger dan andere (oorlogs)misdaden. En dat nu is buitengewoon merkwaardig. Kousbroek geeft uitgebreid de details weer over het uitzonderlijk en merkwaardig standpunt van Nederland hierin en zeker in verband met de zogeheten smerige oorlog tussen 1946 en 1949 waarin kapitein Westerling de hoofdrol vervulde. Het

verbaasde hem ook zeer dat andere misdaden, eerder gepleegd in Indië met name op Sumatra en trouwens ook elders in de archipel, veel erger en wreder was geweest dan tijdens de Japanse bezetting. En wanneer in gezelschap uitgerekend dit onderwerp te berde wordt gebracht, dan kun je alle verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgen, zeker van mensen die de Japanse bezetting aan den lijve hadden

 10897266692?profile=originalfoto - Westerling op latere leeftijd

ervaren. Het wordt dan weer “Mata Gelap” (zwart voor de ogen) bij wijze van spreken bij de meeste Indiëgangers met slechts een ééndimensionale blik. 

Dan zijn de reactionairen er als de kippen bij om een en ander tegen te spreken. 

Men kan zich over die valsheid van historische berichtgevingen nu wel verbazen, maar er is nog niet één historicus die zich daarover buigt – en/of durft te buigen - waar werkelijkheden worden verdoezeld, en gemanipuleerd. Op zo’n manier bestaat er geen enkele zuiverheid in de geschiedschrijving. Over mechanisme gesproken: een kwalijk ingesleten cultuurgewoonte die onacceptabel is.

“Er is”, schrijft Kousbroek, “geen verklaring waarom de meeste historici dit doen.” Ondergetekende heeft eens een historicus gesproken die zei dat er niet één geschiedschrijver is die helemaal objectief is. Dat kan wel waar zijn, maar het beroep mag geen alibi zijn om geschiedschrijving te verdoezelen of zodanig te manipuleren om zaken beter af te schilderen, niet ad-hoc en zeker niet post-haec. En dit laatste is in de historie maar al te vaak gebeurd, zeker wanneer het om economische en politieke belangen gaat. Op zo’n manier wordt het beroep van historicus, van wie mensen toch mogen verwachten dat wat deze beweert ook allemaal werkelijk, onafhankelijk integer en geloofwaardig is, discutabel. En juist de (bevochten) democratische vrijheden worden de laatste 45 jaar genegeerd, met voeten getreden en uitgehold alsof het de normaalste zaak is met als grootste representant de Verenigde Noord Amerikaanse Republieken. Een  natie die zich bij voortduring op de borst klopt als het gaat om vrijheden van het individu. 

Zo verging het bijvoorbeeld ook met de politionele acties onder Westerling tussen 1946 en 1949 in Nederlands Indië. Deze kapitein (aan wie carte blanche werd) gegeven)  was in die politionele oorlog ontegenzeggelijk tegen de bevolking van de archipel uiterst wreed opgetreden waarover men nu nog vol walging spreekt. Zijn optreden stond onder verantwoordelijkheid en gezag van de Nederlandse Staat die deze zwarte episode van de Indië geschiedenis waarvoor zij en zij alléén de volle verantwoordelijkheid draagt, maar die grote last nooit op zich heeft willen nemen.

Kousbroek brengt ons in herinnering dat, wanneer er wederom geruchten over misstanden kwamen en  parlementsleden de verantwoordelijke minster(s) c.s. hierbij om opheldering vroegen, de aanbrengers op hoon konden rekenenm, maar ook met dreigende laster en zelfs met processen. Het paradigma van een ritueel (actueel in Europa zelfs) noemt de schrijver dat gemak waarmee dit soort ernstige misstanden gewoonweg kon voortduren (ik noem het een soort mimicri). Het is nu meer dan ooit  huiveringwekkend actueel geworden door de vlucht van de Amerikaanse medewerker voor het bedrijf Booz Allen Hamilton Edward Snowdon en recent nog de soldaat Bradley Manning (nog afgezien van Julian Assange van Wikileaks). Met Kousbroek hoop ik  dat “het paradigma van een ritueel” zich beperkt tot slechts een  incident en zich niet zal ontwikkelen als een gewoonte in het politieke circus.

.

10897267459?profile=original

 

10897267064?profile=original

10897267481?profile=original     

       

foto -  Bradley Manning                    Julian Assange                                    Edward Snowdon

De affaire Westerling is mijn inziens zo’n geval.  Hij werd door de verantwoordelijke minister (cum suis) bijna geheel uit de publiciteit gehouden. De Staat had ervoor kennelijk een compleet scenario klaar liggen. Zijn terugkomst (na enorme omzwervingen) om maar wat te noemen werd in het begin geheim gehouden en de man zou direct zijn “ondergedoken” (wat volstrekt wordt betwijfeld) in Brussel (nota bene). In 1954 kondigde premier Drees aan dat de betrokkenen van de politionele acties niet zouden worden vervolgd. De Staat vreesde voor tumult mischien wel opstand (?) of  niet nader te vrezen “repercussies”(!). Zo simpel was dat: een enkele aankondiging van een premier, als representant van de Staat, opgelost en geregeld in een handomdraai, terwijl mensen moedwillig de dood waren ingejaagd en om recht smeken. Ongehoorde naïeviteit van de verantwoordelijken [(minister(s) en de Staat)]. In plaats daarvan liet  de Nederlandse Staat Westerling aan zijn lot over om zo de affaire dood te laten bloeden. Dat de man naar mijn mening misbruikt werd door de Staat was helder. Hij werd benoemd met alle volmachten (die wordt slechts toegekend aan een opperbevelhebber in oorlogstijd) en geroemd door generaal Spoor (c.s.)’’.. omdat hij zo’n harde strenge jongen was..’’(.)

Op de schouders van de Staat rust tot nu toe een loodzware schuld en een grote verantwoordelijkheid door de smerigste operaties door Westerling te laten uitvoeren. Het opmerkelijke hierbij was zodra over hem werd gesproken, de bewering dat Westerling- de hypocrisie ten top – opeens (.) “geen – echte - Hollander” was, maar een halve Turk (zie biografie). Ik vraag me wel eens af of de politionele acties voor de man geen traumatische vergissing zouden zijn geweest.  

Alle relevante informatie met betrekking tot deze door de Staat geïnitieerde oorlog tot behoud van de kolonie werd de Nederlandse bevolking immers geheel onthouden. 

Geen historicus durfde het aan om de werkelijkheid op schrift te stellen uit vrees voor kapitteling, hoon, impopulariteit, (wellicht ontslag en geen opdrachten meer van Overheden of sancties en processen door de Staat (à la de VS). Het is triest te moeten vaststellen dat in een democratie als de onze de vrijheid van het woord door duistere niet nader te noemen elementen wordt beïnvloed, bezoedeld en beperkt. Het onthult de vele zwakheden in onze democratische staat en rechtsvorm. Het is zelfs nu heel actueel geworden sinds de onthullingen van bijvoorbeeld Wikileaks en de vlucht van de geheime Amerikaanse agent Snowdon die voorlopig in Rusland als asylant een onderkomen moest zoeken. De waarheid mocht zeker niet aan het licht komen en nu met de aanhoudende dreigingen vanuit het Midden Oosten al helemaal niet vinden de VS, die met hoge straffen aankomen zodra de onthullingen publiekelijk worden. (“..  leger/manschappen/instellingen moeten worden beschermd..”). Het is in de VS inmiddels en blijkens de recente actualiteit, standaard geworden bij dergelijke misstappen. Hier wordt het vrije woord en de pers geïntimideerd met alle signalen die erbij horen. Het onderscheid van vals en echt in de Noord-Amerikaanse cultuur(politiek) zijn termen die wurgend verstrengeld zijn geworden.

“Wanneer het gaat om het oordelen over het oorlogsverleden van andere naties,” schrijft Kousbroek, “dan doen wij dat met andere maatstaven dan bij ons eigen oorlogsverleden.”

Met name de geschiedschrijving van Nederlands Indië in WOII kon rekenen op heftige reacties toen de uitgave werd gepubliceerd (uitgave: WOII van L. de Jong) van Indische oorlogsslachtoffers, omdat daarin de beschrijving(en) niet positief zouden zijn uitgevallen. Een waterval van protesten volgden hierop.

Een subjectief standpunt van een oorlogsslachtoffer is wel begrijpelijk, in dit verband, maar niet als zondanig relevant voor het collectieve begrip oorlogsdslachtoffers in feitelijke historische zin, eenvoudig omdat elk oorlogsslachtoffer er een is die zijn of haar eigen verhaal heeft. 

Tijdens de politionele acties werden door Nederlandse troepen onder leiding van Westerling oorlogsmisdaden gepleegd (Excessennota 1969, opgesteld 20 jaar na dato). Er was toch al een onderzoek ingesteld in 1950? Wat is er daarna gebeurd met het onderzoeksrapport

De inhoud was nooit openbaar gemaakt; was het zo geheim dat de Staat en vele medeplichtigen daarin zonder meer de vrees hadden dat zij in discrediet kunnen worden gebracht?

Het merkwaardige is dat tijdens het proces in Indië (in Nederland kwam er door de teleurstellende mededeling van Drees helemaal geen proces) er slechts 42 vonnissen werden uitgesproken over deze misdaden die werden begaan door lagere militairen, waarvan er één was die de doodstraf kreeg en dat was – is het toeval? – een Molukker.

Men kan zich voorstellen hoe absurd en selectief de Staat (OM) met de rechtspleging aldaar was omgesprongen. Er was geen officier bij die terecht stond. Een schandaal van de eerste orde en Raymond Westerling raakte uit de gratie.

Generaal Spoor gaf daarna de opdracht om een onderzoek in te stellen naar de excessen en gaf deze aan: Westerling zelf. Men zou zeggen de slager die zijn eigen vlees keurt. Te bespottelijk voor woorden.

En hierin school nu de grootste fout van de Nederlandse Staat. De strategie van de Nederlandse Staat was om Westerling uit de klauwen van Justitie te houden, daar er achter de schermen zeer waarschijnlijk namen van medeplichtige lieden bekend en onthuld konden worden.  

Het gerucht deed de ronde dat een zekere Bernard von L., de man over wie zoveel te doen is geweest en die (door Hugo Brandt Corstius) in Vrij Nederland genoemd werd “de man die een spoor van venerische achterliet”, hierachter zou kunnen zitten. Tegen Westerling zelf bleken genoeg bewijzen te zijn, maar wie er verder achter zaten wordt tot nu toe verzwegen. De integriteit van de Staat lag (ligt nog steeds) onder vuur en die mensen die hier juist wat van moesten zeggen waren in geen velden of wegen te bekennen tot heden ten dage. De zwarte bladzijden die niemand te zien krijgt.  Kousbroek: “hoeveel bladzijden zijn er nodig voor het wél iets betekent?” En ook: “er zijn al zoveel bladzijden zwart gemaakt, (.)”; er klinkt irritatie en moedeloosheid in door. De Indonesische Republiek had na haar onafhankelijkheid om uitlevering van kapitein Westerling verzocht dat door Nederland resoluut werd afgewezen. De Nederlandse Staat is per slot geheel verantwoordelijk voor de daden van zijn staatsburgers, zo ook voor Westerling. Hij werd immers aangewezen (hij kreeg carte blanche) om de politionele acties te leiden die voor Nederland tot een totale catastrofe hadden geleid. Daarna poogde Westerling zelf (?) om een staatsgreep te plegen nadat de acties waren afgelopen (onafhankelijkheid in December 1949) die geheel mislukte. In de nasleep kregen we de affaire Jungschläger (zeeman), de man die door de Indonesische Rechtbank wegens hoogverraad tot levenslang werd veroordeeld evenals de officier bij het KNIL Henry Schmidt.

 

10897267498?profile=originalFoto Leon Jungschläger (1904-1956).

Precies over deze laatste periode vinden wij geen enkele  werkelijke informatie over wie hier, naast Westerling echt achter de operaties zaten. In ieder geval werd de zaak Westerling uiteindelijk geseponeerd door het OM (wederom om onduidelijke redenen).

Zodra het om gedragingen gaat van andere naties, schrijft Kousbroek, nemen de Nederlanders nog steeds een onverzoenlijke houding aan. Men kijkt dan naar andere koloniale mogendheden en zegt: kijk naar de andere Europese kolonialen want daar is het toch erger dan bij ons enz.; een drogreden om zichzelf schoon te praten.

En ook hier, over deze zwarte periode, zwijgen de historici.

Het is echter hun taak om van de geschiedenis in ernst en juiste vorm kond te doen, en niet om zich in allerlei bochten te wringen uit vrees om straks te worden overstelpt met klagers, klachten, dreigende processen aan de broek, zoals wij onder andere in de VS hebben gezien (geval van May Lai affaire*) en nu nog krijgen te zien. We moeten er echt voor waken om niet op de VS te lijken, want dan zijn we echt in de aap gelogeerd.

Wij moeten niet vergeten dat tijdens WO II meer dan 2,5 miljoen Indonesiërs (Romoesja’s**) waren omgekomen en onder de Indonesische dwangarbeiders de sterfte maar liefst 74% bedroeg. Kousbroek geeft bijvoorbeeld een opmerkelijk vergelijking met het overleven in een oorlog: de kans dat je als krijgsgevangene uit het Japanse kamp levend uitkomt was ca.78% maar voor de Joodse gemeenschap in het

___________________________

*      Het bloedbad van Mỹ Lai was een slachting op 16 maart 1968 die werd aangericht door Amerikaanse soldaten tegen burgers, vooral vrouwen en kinderen, uit de Vietnamese plaats Mỹ Lai.

**   Een Romoesja (Japans: "arbeider") was een veelal uit Java afkomstige arbeider die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder aan slavernij grenzende omstandigheden voor de Japanse bezetter moest werken.

 concentratiekamp was de kans minder dan 9% (!). Wie wil nu nog vergelijkingen trekken vraag je je dan af. Wanneer ik die passages in het werk van Kousbroek lees, ril ik over mijn hele lichaam van ontzetting en staat mijn hart bijna stil.

Het is het massale van de slachting die zich in de geschiedenis heeft afgespeeld dat mij naar de keel grijpt. En nog kost het mij grote moeite de gegevens zoals die in het boek van Kousbroek zijn neergeschreven weer nuchter te overzien en te herlezen. Het is mij eigenlijk onmogelijk gebleken. Men kan in dit geval overduidelijk spreken over oorlogsmisdaden; een oorlog voorwendend als excuus voor iets wat niet opgelost is.

Zo idem dito tijdens de burgeroologen in het voormalig Joegoslavië in deze eeuw, waar etnische zuivering in een burgeroorlog heeft plaatsgevonden en dat zowat in onze Europese achtertuin.

Het vergelijk dat je veel hoort van mensen die een oorlog hebben ervaren in de zin van: de Japanners c.q. Duitsers/Hollanders etc. waren veel erger met hun wreedheden in de oorlog, lijkt op een etiket dat ze maar al te graag opgeplakt willen hebben. In vergelijkingen worden de ergste wreedheden tot in de details uit de doeken gedaan waarna het toppunt van vergelijkend oordeel volgt met de gevolgtrekking dat oorlog wreed en afschuwelijk is.

10897268076?profile=original

Foto - Curzio Malaparte

Een heel curieus verschijnsel in dit verband is een zogenaamde geschiedschrijving van Curzio Malaparte (pseudoniem voor Kurt Suckert), een Italiaanse schrijver (vader Duits en moeder Italiaans), die een ‘historie’ schreef die, naar bleek, volkomen fictief was. Hij werd geprezen en geroemd om zijn verhalen [(o.a. La Pelle (de huid), Kaputt (Duits voor ‘stuk, gebroken’ en Sangue (bloed)], die hij allemaal verzon. Ernstiger  (historische gebeurtenis) wordt het bij La Pelle, wanneer hij de invasie van de Amerikanen in de buurt van Napels en op Sicilië beschrijft waar omheen hij echter veel heeft gefabuleerd*. En juist deze gebeurtenissen maken maar al te vaak grote indruk op het publiek op het moment dat de bevrijding eraan zat te komen.

Vertekende beelden, te mooi voorgespiegeld voor de Italianen, maar zij smullen van de eufemistische manier waarop de schrijver de werkelijke gebeurtenissen, in geschiedschrijving wel te verstaan, had vastgelegd die zo overtuigend en geloofwaardig overkwamen (de schrijver functioneerde als tolk bij de Amerikanen) dat mensen werkelijk dachten dat het zich werkelijk zo had afgespeeld. Het heeft ergens iets te maken met “het sprookje dat werkelijkheid wordt” en/of het Pygmalische verschijnsel zoals ik het noem. 

_______________________

* Eufemisme voor verzonnen – in deze context heel toepasselijk gezien de

schrijftrant van de auteur Malaparte.

Met verzinsels kun je, zo blijkt, ook goed je brood verdienen (zie afbeelding Villa Malaparte)******

10897267692?profile=original

 

 

 

Villa van Malaparte op Capri.

 

 

Poncke Princen.

 

10897268657?profile=original

Een wat recenter geval deed zich voor toen een visum voor Nederland aan Poncke Princen* werd geweigerd vanwege het grote tumult dat ontstond van de zijde van oudgedienden (én anderen). Hij werd immers als een soort landverrader beschouwd.

De historici hielden met betrekking tot deze kwestie nagenoeg hun mond; men had ook geen poging ondernomen om die controversiële periode en publique op te helderen. Men vond kennelijk dit onderwerp en de persoon Princen te onbelangrijk om er enige ruchtbaarheid aan te geven, terwijl dat nu juist een mooie kans was geweest.

Dan maar de doofpot in: de koloniale doofpot. Kousbroek vroeg zich met recht af hoe we toch in hemelsnaam met zo’n belastend verleden met de werkelijkheid kunnen omgaan. Was en ís het kwader trouw of schuilt er meer achter? 

Het zijn nog steeds vragen die de schrijver (en de Indische gemeenschap trouwens ook) bezig houden. Waar zou men bang voor zijn?

Men zwijgt als het graf en wanneer er hierover vragen worden gesteld dan is het antwoord: we weten alles al: het ligt bij De Slegte! Nee dus. Ondergetekende heeft er (voor de goede orde) bijvoorbeeld nooit een waardevol boek gekocht over deze materie omdat bij inzien daar, maar ook in de reguliere boekhandel niet de (vermeende) onthullingen in zijn te vinden betreffende controversiële Indische kwesties. Het is humbug wat de historici vaak beweren of de zaken om weer duistere redenen omzeilen (waarvoor en waarom?): in mijn ogen zijn zij op zo’n manier hun beroep onwaardig. Niet bepaald goede heelmeesters en zoals we weten maken slechte heelmeesters altijd stinkende wonden.

Dan de historicus Van Doorn met de zin (op de vraag of er een doofpot bestaat): “..je kunt niet van een doofpot spreken in die tijd dat de ‘onthullingen’(?) nog niet bij De Slegte lagen (!) Toen was de werkelijkheid precies even werkelijk als nu..” Et voilà. Je broek zakt af van deze plattitude.

­________________________

Johan Cornelis Princen (Den Haag, 21 november 1925Jakarta, 21 februari 2002) was een Indonesische mensenrechtenactivist van Nederlandse afkomst. Als dienstplichtige deserteerde hij in 1948 in om bij de Tentara Nasional Indonesia (TNI, Indonesische republikeinse troepen) dienst te nemen.

 

Kousbroek: “het is toch moeilijk vol te houden dat dat zo is.’’

Men vraagt zich af wat er toch met die lieden aan de hand is.

Het wordt nog erger wanneer een – overigens geen prominente – historicus tracht om alsnog over controversiële zaken de werkelijkheid te onthullen. Men kan op zijn vingers natellen hoe lang het duurt voor deze wordt verketterd en onthoofd.

Van een historicus als b.v. ook Fasseur mag ieder toch op zijn minst verwachten dat hij in controversiële kwesties en zaken als voornoemd een echt duidelijk en persoonlijk standpunt inneemt en zich niet achter vaak eufemistische en af en toe academische uitleg verschuilt en zich alleen daartoe beperkt. Daar heeft niemand wat aan.

Standpunten én lef bij betrokkenen zijn schaars of helemaal afwezig; dat is het beeld wat men te zien krijgt in de loop van de tijd en ze bevatten daarom geen enkele waarde noch bijdrage aan een adequate geschiedschrijving.

Er bestaat geen zogeheten klokkenluider onder historici, tenminste niet in Nederland, die moet nog worden geboren of uitgevonden.

Sommigen van hen krijgen trouwens kennelijk zoveel opdrachten (vaak van overheidswege) dat ze het op een of andere wijze lastig vinden om ook nog wat écht is boven tafel te brengen.

Het is dus heel veilig om dat maar net niet te doen. Want stel je toch eens voor dat een overheid een geschiedschrijver – niet prominent, waarvan ze nauwelijks iets weet - een opdracht van belang zou geven. Dat is solliciteren naar tumult is de gedachte.

 Nee, het moet bij voorbaat veilig belanden bij hem of haar in wie de opdrachtgever alle vertrouwen heeft.  En zo modderen Nederlandse historici maar lekker door. Laten we onszelf toch niet bedriegen wanneer het om opdrachten gaat bij overheden en ook bij bedrijven en particulieren: het gaat hier niet alleen om de kip of het ei, maar ook om andere zaken die het daglicht niet kunnen verdragen, dat mag helder zijn. 

 10897268674?profile=original

 

 

Demonstratie in Nederland.

10897274687?profile=original

 

  

Kapitein Westerlings aankomst in Brussel.

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives