Alle berichten (2940)

Sorteer op

Kousbroeks “Het Oostindisch kampsyndroom”.

Besproken door Pjotr.X.  Siccama – deel  1010897266653?profile=original 

In deel 8 had ik de gebeurtenissen van Hiroshima en Nagasaki besproken. In dit deel gaat het om de herdenking zelf. Kousbroek had die 20 jaar geleden bijgewoond en schrijft

dat tijdens deze herdenking, 50 jaar na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, de burgemeester van Hiroshima Motoshima Hitoshi een rede hield voor de Foreign (International) Press Club in Tokio waarin hij het afwerpen van die atoombommen een Amerikaanse misdaad vond. “De grootste misdaad tegen de mensheid in de 20e eeuw. (..) waren de atoombommen en de Holocaust”. Niet alleen hij, maar vele vooraanstaande Japanners vonden dat.

De toespraak werd gepubliceerd in de International Herald Tibune op 16.03.1995.

 

10897270472?profile=original

 

 

 foto - Burgemeester van Hiroshima en Nagasaki

De wereld moet zeker geschokt zijn geweest toen deze toespraak in de kranten verscheen, maar ook voor de nabestaanden die de verschrikkingen door Japan veroorzaakt (o.a. in Azië) aan den lijve hadden ondervonden en eronder geleden hebben, moet dit zeer pijnlijk zijn geweest. Het zijn de atoombommen die zoveel slachtoffers hadden gemaakt, maar het gelijk stellen met de Holocaust staat waarachtig buiten de werkelijkheid. Elk slachtoffer is er een te veel, maar meer dan 6 miljoen Joodse burgers bewust vermoorden is heel wat anders. Het is duidelijk dat ik me hier niet wil bewegen in statistieken van aantallen, ze zijn ons immers alle bekend.

 

Ten eerste ben ik het volstrekt eens dat bovengenoemde Japanse burgemeester een grove en grote fout heeft gemaakt met zijn redevoering door de de slachting door de atoombommen gelijk te stellen met de Holocaust. Het fundamentele verschil schuilt in de pijnlijke constatering dat de slachtoffers in Hiroshima en Nagasaki niet waren geselecteerd om gedood te worden in tegenstelling tot het smartelijke feit dat dat met de Joodse gemeenschap door nazi-Duitsland wel was gedaan.

De onzindelijkheid van denken bij sommigen, brengen mensen tot bizarre en ongeloofwaardige soorten van handelen en uitspraken.  

De Japanners vinden bijvoorbeeld (het is zowat uitgegroeid tot een nationale mythe en gaat heel ver) dat Hiroshima - waar in het zogenoemde “Vredesmuseum” zelfs een altaar is gebouwd ter nagedachtenis aan Auswitsch, alsof de Japanners ook slachtoffer zijn geworden – en doet dat blijkbaar om ‘’te worden vergeleken met Auswitsch’’(!), en dat het oordeel en de opinie van de wereld er hier niet toe doen. Japan en de Japanners zijn en blijven echter de oorzaak en daarom ook de auctores horribilis van het Pacificdrama en  niet anders. Een bespottelijke situatie. In Japan blijft men doorhameren dat het slachtoffer is van iets wat het zelf had aangericht: te beginnen met onder andere de aanval zonder oorlogsverklaring of waarschuwing op het grote buurland de V.S. en daarna de rest van Azië. Het is werkelijk ongepast, ongehoord en beledigend om nu, zoals ik hiervoor beschreven heb, de algehele onschuld uit te hangen.

 10897270870?profile=original

De legende dat de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zijn gebruikt om Japanners zogenaamd uit te roeien en dat van racisme sprake zou zijn geweest, is allang ontzenuwd, zeker als men ook bedenkt dat deze atoombommen tegen nazi-Duitsland moesten worden ingezet. Waar hebben we het hier over? Maar nog ernstiger: wat kunnen we nog meer verwachten bij deze absurde onzindelijkheid van een status quo?  

In deel 8 had ik het over de onmogelijkheid van een wapenstilstand met Japan en Duitsland; Kousbroek had in dat verband wel gedacht dat het een mogelijkheid wás in tegenstelling tot ondergetekende om de eenvoudige redden dat het helemaal beslist gene uitgemaakte zaak zou zijn dat Japan zou capituleren, zonder dat de atoombommen zijn gevallen. Er bestaan immers talloze gegevens die dat kunnen bevestigen en ook bewijzen dat Japan zich coûte-que-coûte en centimeter voor centimeter zou verdedigen , wanneer het om “uitroeiing van de Japanse bevolking” ging.

De Japanse militaire elite (dat wat van overgebleven was en nog niet geheel ontwapend) in 1945, had immers serieuze pogingen ondernomen om Hirohito ervan te weerhouden om de rede van de capitulatie over de radio voor te lezen.

Dat werd door deze elitegroep als een ware vernedering beschouwd. Hele complotten werden bedacht om de keizer te ontvoeren, de tekst van de capitulatierede te verbranden en zo meer. Tezelfder tijd was een andere elite eenheid bezig om het keizerlijk paleis te bestormen. Van al deze incidenten gedurende het naoorlogse Japanse machtsvacuüm bestaan uitgebreide verslagen (veel zijn in te zien in het publieke domein).

Een bijzonder saillant detail was dat de overgrote meerderheid van de Japanse bevolking al in 1945/46 Hirohito als “Het Kwaad van de oorlog” beschouwde. Indien toen een referendum zou zijn gehouden onder supervisie van het Internationaal Tribunaal (scheen praktisch onuitvoerbaar, gezien de ernstig beschadigde infrastructuur in het land en de agressieve tot zelfmoord in staat zijnde verzetsbewegingen die overigens een minderheid vormden), was Hirohito niet alleen veroordeeld tot de strop maar had Japan een beginkunnen maken met een gloednieuwe parlementaire democratische republiek, bevrijd van het belastend verleden, waar het nu nog onder gebukt gaat.

 

Wij dienen ons werkelijk goed te realiseren dat alle mensen in deze wereld slaven zouden zijn geworden awanneer Japan en Duitsland de atoombommen eerder tot ontwikkeling zouden hebben gebracht en dit wapentuig zouden hebben ingezet.  

Wordt vervolgd.

 

PXS

Lees verder…

10897275684?profile=originalMijn levensverhaal - 5     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens

Het ss. Gordias was een oud schip, zeker nog van voor de oorlog, aan de roestplekken op de dekken te zien. Op een plaats ging mijn hamer finaal door het dek, hetgeen mijn gevoel van veiligheid niet ten goede kwam. Op dit schip, moest ik, ook weer op orders van deze zelfde Officier, tijdens een storm, laat in de avond en in het donker, een ouderwetse snelheids-meter uit zetten. Ik had dit nooit geleerd en wist ik ook niet hoe het te doen, dus zei ik dat ik de bootsman zou waarschuwen. U kunt het gissen, en ja het was inderdaad weer deze zelfde Eerste Stuurman, hij werd woedend en eiste dat ik zijn orders, onmiddellijk uitvoerde.

Deze toestellen, waren zelfs in die tijd nauwelijks meer in gebruik, ( ook op de Pollux opleiding, was dat niet op het programma ), behalve op zeer oude schepen zoals de ss. Gordias.  Het is een soort toerenteller-klok, ouderwets gemaakt van geel koper, dat een langwerpig 20 tot 25 cm lang taps lopend achterhuis heeft met een beugel aan het einde. Daarbij hoort een torpedovormig projectiel met lange vinnen, als een propeller, dat aan een speciaal geweven stijf en lang touw zit. In mijn onwetendheid en onervaren onhandigheid, monteerde 

ik dat apparaat op het daarvoor bestemde zadel en wierp de torpedo uit. Helaas ontdekte ik te laat, dat ik eerst dat touw in de lus van dat apparaat had moeten doen, voor de torpedo in het water te laten zakken. Er stond een behoorlijke storm  en ik worstelde met die snelheidsmeter waarbij de nu snel draaiende torpedo het onwillige touw om mijn arm aan het draaien was. Ik begon doodsangsten uit te staan en dacht, dat nu het juiste moment zou zijn, dat die vent om de hoek zou komen en mij met die hele rotzooi overboord te gooien en inderdaad kwam die eerste stuurman om de hoek aanlopen. Opeens had ik een enorme kracht en wist het touw aan de klok-meter te krijgen, wikkelde de lijn van mijn arm en stormde net op tijd weg van die man en zijn grijpende handen.

Had hij mij te pakken gekregen, dan was het denk ik zeker het einde voor mij geweest. Maar ik moest nu wel verschrikkelijk op mijn hoede zijn, en ik realiseerde mij, dat ik in groot levensgevaar verkeerde en kon ik mij nu ook voorstellen, waar dat mogelijk vandaan kwam, maar 2 en 2 had ik in die tijd nog niet bij elkaar geteld.

Wij lagen in Paramaribo Suriname; in de rivier lag nog steeds het Duitse vrachtschip, dat met de uitbraak van de tweede wereld oorlog, door de Duitse bemanning in die rivier gesaboteerd was, om te verhinderen dat de Nederlanders het te pakken konden krijgen en te confisqueren, of buit te maken, zoals dat in ons vroegere Indië wel eens was gelukt. De matrozen vonden het nodig om mij, te ontgroenen en zo werd ik onwetend van wat mij te wachten stond en eerst blij verrast, mee de stad in genomen. Daar kwam ik in een hoerenkeet terecht, waar drie jonge dames waren betaald, om mij z.g. te ontgroenen, de kamer was een etage hoger en werd achter mij afgesloten. De dames begonnen mij tot mijn schrik te ontkleden, inderdaad was ik nog groen, maar daarom ook in paniek en zo nam een sprong door het raam en kwam met splinterende glas op een afdak terecht. Ik rende voor mijn leven, over de grote markt, naar de kade en ons schip. Er stond echter een wacht voor dat huis,  die nu ook achter mij aan kwam, een onvergetelijke gebeurtenis.

De volgende dag gingen wij verder op de rivier, om bauxiet te laden, het is een paars-roze poederachtige erts voor het maken van aluminium. Onder de hete tropische zon en in de vochtige lucht van de rimboe of de bossen om ons heen, waren wij bijna drie dagen onafgebroken aan het werk met het helpen laden van ons schip, en daarna vertrokken wij om  de een of andere reden, onmiddellijk de rivier uit en op zee naar de U.S.A. Ik werd door die eerste officier aangewezen, om als eerste het roer te nemen, een ongelooflijke miskleun was dat voor mij, drie dagen werk en nagenoeg geen slaap en in kleding die stijf stond van mijn zweet en het ertspoeder.

10897275684?profile=originalFoto - ss. Gordias van de K.N.S.M., gebouwd 1939

Waarom ik als de jongste, de scheeps-jongen, nog geen 17 jaren oud? Rampzalig genoeg was  het ook de wacht van de eerste stuurman en manhaftig beet ik op mijn tanden.  Buitengaats viel ik echter staande achter het roer in slaap. Het leek op een een ramp uit te lopen voor mij, maar de rollen werden omgedraaid; het werd een ramp voor deze man.

Het schip had een mankement aan of met het roer, waardoor het sturen een vermoeiende zaak was, met voortdurend correcties. Als men het stuur vasthield, zonder correcties dan draaide het schip in precies 20 minuten een volle cirkel, zoals ik door ervaring heb uitgevonden. Voordat het schip weer op de juiste koers kwam, werd ik weer wakker en dat was kennelijk precies twintig minuten later. Ik zag die man mij aankijken en ik schrok mij dood, maar ik was op dat moment, ook weer precies op de juiste kompaskoers en mijn ogen waren open en ik was zo geschrokken, dat ik voor de rest van mijn tijd klaar wakker was. Wij hadden minstens tien mijlen verloren op ons schema door deze situatie en stond ik, van achter het roer Ik heb hier verder niets meer van gehoord, maar het verlies van een uur was niet, of mogelijk nooit te verklaren. Desondanks, kan ik  mij niet voorstellen, dat hij daar niet ook zijn eigen gedachten over heeft gehad.

Wederom werd mij gedurende de verdere vaart, door deze eerste stuurman een levensgevaarlijke opdracht gegeven, waarvan ik aanvankelijk in het geheel geen idee had. Ik was alleen op het achterschip aan het schilderen, ook weer op zijn orders, toen ik een oude stalen tros,  gebruikt voor het afmeren van schepen aan haven kades, die verroest op het achterdek lag,  tijdens volle vaart op zee, overboord moest gooien. Dit is levensgevaarlijk werk, dat normaal door twee of drie man en alleen onder toezicht van de bootsman mocht gebeuren, zoals ik later leerde.   

Ik moest dat nu alleen doen, op zijn orders. Ik had zoiets nooit eerder gedaan of gezien en besefte daarom ook niet van hoe gevaarlijk dat was. Er was verder niemand op het achterschip, die ik om hulp kon vragen. De stuurman bleef verder op een vrij grote afstand op het dek aan mij zijn orders geven. De tros was op minstens 20 meter afstand van het achterdek, waar ik de kabel in zee 

moest gooien. Ik had geen handschoenen, die normaal gebruikt werden bij dat soort kabels. Hij bleef op veilige afstand en ik realiseerde mij op dat moment niet waarom hij zo ver weg bleef. Echter realiseerde ik mij door mijn onwetendheid, het grote gevaar van deze actie niet en zo trok ik die grote kabel bij een eind, met het gesplitste oog naar een van de boord openingen op het dek op het achterschip en duwde het eerste deel met moeite en langzaam naar beneden in zee. Plotseling greep de zee het kabeleinde en ik sprong verschrikt weg achter een paal. De kabel sloeg met een zwiep tegen die paal en raakte mijn been. Ik sprong voor mijn leven en zwaar geschrokken dook ik weg achter een brandkast op het dek en ook die kast kreeg er door die nu hevig rondspiralende kabel van langs. Wat hierna gebeurde, was een verschrikking; in minder dan een minuut, die een eeuwigheid leek te duren, sloeg de meer dan honderd meter lange kabel met veel geweld in alle richtingen tegen dekhuis en railing en obstakels op het dek en zelfs tegen het plafond van het dekhuis.

Wederom stond de stuurman mij bevroren aan te kijken; hij moest deze keer wel duidelijk hebben gezien, wat ik van hem dacht. Voor mij was er geen bedenking meer nodig, die man vertegenwoordigde levensgevaar voor mij. De bemanning en vooral de bootsman verklaarden dat ik die reis twee maal door het oog van de naald was gekropen. Er werd verder niets gezegd, maar er was een sfeer op het schip die te snijden was, voor de rest van die reis. Maar van een ding was ik nu zeker, dat deze man mijn levenseinde wenste en ik had mijn vermoedens, maar geen zekerheden, dat den Besten en Brons er nu gezamenlijk achter zaten en nog erger, actief samenwerkten.

Die zekerheid kreeg ik pas, toen mijn moeder mij vertelde, dat den Besten wist van het verraad in Indië met de Japanners van de Brons familie en dat hij schijnbaar met die wetenschap, de Brons familie chanteerde. Dat het daardoor tot een voordelige samenwerking tussen hem en de heer Brons kwam, met hetzelfde, maar nu gezamenlijke doel, om mij te elimineren,  omdat ik te veel wist van de Brons familie en den Besten mijn mijn erfdeel  wilde hebben. Het was zo simpel, maar er waren geen bewijzen en wat kon ik, alleen met 17 jaren doen, zonder een werkelijke familie of een raadsman en ik verder nauwelijks iemand kende.

Toen ging het met de ms. Hestia of de ms. Artemis, ik denk de Hestia, naar Philadelphia U.S.A. Van daar, met locomotieven als deklading op weg naar La Guera in Brazilië. een verschuiving aan dek, tijdens een geweldige storm op de Atlantic, ontstond er vanwege de bouw van het schip, met een lang voordek, een enorme ladingverschuiving. Wij dachten dat we die storm niet zouden overleven.  Een ongelooflijk voorval deed zich voor in de haven van La Guera, daar viel een van de bootwerkers in een ruim en overleed. 

10897275488?profile=originalOp de terugweg via Demerara, in Frans Guyana, werd ik er opuit gestuurd om naar drie matrozen te zoeken. Ik vond de vermiste bemanningsleden in een geweldige hoerenkeet. Ze konden niet betalen en waren opgesloten. Terug aan boord verzamelden wij hun horloges en ging ik weer op weg. In het gebouw was een enorm trappenhuis en bovenaan die trap stond een grote gespierde zwarte man van minstens twee meter en ik schoof behoedzaam langs hem, de horloges als betaling tonend. Ik stond nu in een lange en brede gang met op regelmatige afstanden tussendeuren met kennelijke zijkamers. Ik riep, maar hoorde aanvankelijk geen reactie. Sommige kamers waren op slot, andere deuren gingen wel open, er zaten praktisch naakte glimlachende vrouwen op de bedden, die mij allemaal binnen wenkten en lachten. Na zo’n tien onafgesloten deuren te hebben geopend, had ik eindelijk aan het einde van die lange gang, een van onze matrozen te pakken en vond de anderen daarna. Ik gaf hen de horloges en verdween, terug naar ons schip. Even later arriveerden ook de drie matrozen. Wij deden Curaçao aan en verder Tobago en Trinidad en de havenplaats Mobile in het zuiden van de U.S.A.  

Op mijn laatste reis, ik herinner mij niet meer zeker welk schip dat was, maar natuurlijk was ook hier weer diezelfde Eerste Stuurman. Wij deden tijdens deze reis New York  aan, het geweldige Vrijheidsbeeld passerend, natuurlijk dit moest ik zien. Ik kreeg mijn walpas van die Eerste Stuurman, met zijn raad om vooral Times Square, het centrum van NY te bezoeken. Na de NY docks en de nummers te hebben ingeprent om mijn weg terug te vinden, lukte het  mij waarachtig heel gauw om een lift te krijgen, naar Times Square

Het was een indruk om letterlijk van achterover te vallen, met al die gebouwen die in de hemel verdwenen, zo hoog. De straat, de menselijke drukte, de haast, de winkels, het Astor 

Victoria hotel, het beroemde Radio City gebouw, de geweldige winkels en de vele half verborgen bioscopen, waar je met een kaartje voor de hele dag roterende films kon zien. Voor een winkel staande, kwam een jonge man naast mij staan en maakte een of andere opmerking, ik zei dat ik hem niet kon verstaan en toen sprak hij mij, tot mijn grote verbazing, ineens in het Duits aan. Om welke reden dan ook, heb ik mij altijd in die taal redelijk verstaanbaar kunnen maken en kon   ik hem antwoorden. Overigens heb ik nooit Duits in Nederland geleerd, naar ik mij kan herinneren. Maar ben ik daar in het Britse bezette deel, wel enige keren op bezoek geweest, bij mijn Moeders familie in Duitsland, waar een oudere zuster van mijn moeder en haar man, (Tante Lieschen und Onkel Georg Lohr) met hun twee  zoons en een dochter, zich mijn lot aantrokken. Dat zou later uiteindelijk veel tot mijn redding en overleving hebben bijdragen (waarover later).

Deze jonge man was kennelijk een Amerikaan en vroeg ik hem waar hij dat Duits had geleerd, dat hij beantwoordde, dat hij als soldaat in Duitsland gelegerd was geweest. Na de kennismaking, vertelde hij, dat hij een Duitse dokter als een vriend had, die hier in de buurt een hospitaal had. Dus nog een Duitser waar ik dus mee spreken kon, daar ik het Engels niet machtig was.

Dit verpleeghuis, meer kon het niet zijn, had alleen maar kankerpatiënten in twee rijen van bedden, ik geloof zo’n veertig tot vijftig patiënten. Het was een verschrikking en ik moest     de neiging om weg te rennen onderdrukken. Dit waren allemaal mensen, die zich niet meer in het openbaar konden vertonen, met hele stukken van hun gezichten missend. Van een was de hele onderkaak en een wang weg en hij rookte nog steeds door een gat in zijn keel. De dokter vertelde, dat die man dat als nog het enigste pleziertje in zijn leven zag. Met veel van de anderen, was het al niet veel beter en moest ik bijna overgeven van de ontzetting en verontschuldigde mij. Weer buiten gekomen nodigde deze jongeman mij uit om een vriend op te zoeken die fotograaf was, niet ver uit de buurt. Fotografie had mijn interesse, dus dacht ik er goed aan te doen dat aanbod aan te nemen.

In het stadsdeel Harlem, kwamen wij bij die studio aan, een soort oud herenhuis. Na een speciale manier van bellen, werd even later de deur geopend. Via een grote hal, kwamen wij inderdaad in een geweldige fotostudio aan. Achter een andere gesloten deur, was nog een kleinere fotostudio, maar die deur werd voorzichtig achter ons op slot gedaan, waarna wij door een soort van donkere kamer in nogmaals een kleinere studio belandden. Weer ging ook die deur op slot, een vreemd gevoel was dat wel, maar nu kwamen wij in een kleine woonkamer keuken terecht en daar stond een kleine televisie. Ik had nog nooit zo iets gezien, maar had er wel van gehoord. Na de kennismaking met die twee mannen, werd er drank geserveerd, bier, wijn en thee en cakes en werd mij tegenover de TV, een plaats geboden, midden op een grote bank, terwijl ik mijn ogen niet van die TV. kon afhouden.

10897275882?profile=originalfoto - TV begin 50-er jaren van de vorige eeuw

Problematisch werd er een gesprek aangeknoopt, ondertussen zaten die twee nieuwe kennissen (fotografen, dacht ik) ieder aan een kant van mij, terwijl de jongeman bij de TV bleef staan. Na een kort gesprek, kwam er een pak kaarten op de tafel, er stonden expliciet seksuele motieven tussen mannen en vrouwen in vele vormen en houdingen op. Na verloop van enkele ogenblikken voelde ik een hand van beide mannen aan mijn zijde over mijn benen wrijven. Ik raakte zonder het te laten merken, in een paniek en begreep ineens, dat ik in gevaar was. Maar zoals gewoonlijk met mij, van onze oude Indische tijd,  voel ik mijn paniek alleen maar op   het eerste moment, waarna ik onmiddellijk mijn kalmte en denkwijze herkrijg. Een fatalisme, dat volgens mijn eigen ervaringen, veel van onze Indische medemensen hebben. Dat geldt  zeker ook voor mij en is  een van de belangrijkste redenen, dat ik er nog steeds ben.

Razendsnel gingen mijn hersens met de vraag, hoe ik hier uit kon komen. En opeens wist ik wat te doen.  Ik keek op mijn horloge en met een geweldige schrik, die zeker ook half waar was, zei ik dat ik om vier uur aan boord van mijn schip terug moest zijn en nu liet  ik ook een paniek zien, opzichtig mijn horloge bekijkend. De mannen keken elkaar allemaal aan en dan weer naar mij, met enig ongeloof, maar ik deed mijn horloge af en bleef er naar kijken. Toen vroeg ik hen, of ik de volgende dag weer op bezoek mocht komen, daar ik alles bij hun fantastisch vond, en graag meer over van alles wilde weten. Dat vonden ze prachtig en ze besloten mij met hun allen naar de haven te brengen. “Gode zij dank!”

Uit de auto stappend moest ik ze allen kussen, het maakte mij ziek, maar ik deed het, het was immers drie tegen een en die auto met de open deuren, van hun, stond er immers ook nog.  

Hartelijk groetend rende ik in grote haast richting mijn schip, reeds tien minuten te laat, gebaseerd op mijn vindingrijke gedachte. Zo kwam ik terug aan boord van ons schip. Wat bleek het geval te zijn, het bezoek van ons schip aan New York was slechts voor 8 uren en om vier uur in de middag was inderdaad ook het werkelijke vertrek van ons schip bepaald. Niemand mocht met verlof van het schip af en hier kwam ik schreeuwend aanrennen. Het schip was al los gegooid aan de boeg en de  mensen op de kade waren bezig de achter trossen los te gooien. Luid schreeuwend en rennend trok ik de aandacht en op orders werd ik ook snel met een kleine barkas naar het schip gebracht en moest met de touwladder langszij aan boord klimmen.                                                   Ik werd direct bij de Kapitein op het matje geroepen en moest mijn afwezigheid verklaren en zo was ik natuurlijk gedwongen om mijn walpas te overhandigen. Toen begreep ik opeens wat de bedoeling was geweest, namelijk mij ”verliezen” in New York in de U.S.A. De Kapitein keek mij aan, keek naar de walpass, schudde zijn hoofd en liet de Eerste Stuurman bij hem ontbieden en gaf hem de kaart. Nu werd mij toestemming gegeven de Kapiteinshut te verlaten, zonder enig ander woord. Dit was op mijn laatste reis mijn laatste contact, met die eerste stuurman, die mij verder uit    de weg bleef. Het was met mijn thuiskomst, tevens ook het einde van mijn vaartijd.

Naar later bleek, was de walpas  voor de gehele dag gestempeld geweest, dat was tot 20.00 uur in de avond, en waarom moest ik die morgen zo snel verdwijnen, met die pas. Het mocht natuurlijk niet worden opgemerkt. De bedoeling was natuurlijk om mij op  de een of andere “onverklaarbare wijze” kwijt te raken in een grote miljoenenstad in een groot land, zonder de Engelse taal machtig te zijn. Het scheelde maar weinig of dat was nog gelukt ook. Zoals ik later ook nog eens persoonlijk met den Besten zou meemaken, moet deze man bijzonder gefrustreerd zijn geweest, terwijl zijn acties tegen mijn persoon aan het bijna perfecte en ingenieuze grensden. Daar kwam, ook in dat geval, toch weer de voorzienigheid eraan te pas voor mij. Hoe kwam ik erbij om op mijn horloge, juist vier uur aan te wijzen, het tijdstip dat ik onmogelijk kon hebben geweten, maar  dat inderdaad ook de werkelijke vertrektijd van ons schip was.

Nergens anders naartoe kunnende, was het na mijn vaartijd op zee, voor mij nog steeds de enigste optie, om weer terug naar huis te gaan. Thuis was niet bepaald een welkom thuis voor mij en wederom stond daar de man J. den Besten klaar aan de voordeur, om mijn laatste verdiende geld in ontvangst te nemen. Deze keer veel wijzer geworden, weigerde ik het in zijn geheel te overhandigen. Den Besten, woedend met mijn obstinatie, zegde mij toe, dat wanneer er geld nodig was voor kleding, schoeisel of  de tram, dat er voor mij geen zakgeld meer zou zijn.

10897272098?profile=originalfoto- Schaalmodel van de “Pollux”, waarmee ik een eerste prijs won

Ik wilde op de een of andere manier weer naar school, daar ik voor mijzelf reeds had begrepen, dat er voor mij anders weinig keuze in het leven zou zijn. Zo werd via mijn Moeder en na advies besloten, dat ik een ambacht school voor werkelozen zou volgen, om een vak te leren, dat in mijn geval de elektrotechniek werd, voor de installatietechniek in huizen. Den Besten dacht daar anders over en wenste, dat ik aan mijn oproep tot de legerdienst voldeed, terwijl ik echter, vanwege mijn Vaders dood gedurende de oorlog, van de militaire dienst was gevrijwaard. Ik weigerde die optie, omdat ik daar geen heil in zag en ook niet voor mijn toekomst. Wat ik wilde, was een fatsoenlijke opleiding of een Ambacht en daar moest mijn tijd aan besteed worden en dat was mijn verlangen. Den Besten, zorgde echter dat ik een oproep kreeg en dreigde mij met de politie, als ik mij niet zou aanmelden. Inderdaad, een oproep het leger in te treden kwam in onze brievenbus en ik besloot niet te beantwoorden. Wederom werd ik door J. den Besten bedreigd met de politie, en omdat ik mijn rechten op dat gebied niet goed kende, ging ik alsnog naar de keuring. Zo, kwam ik, geheel tegen mijn wil, in de militaire dienst, met mijn 18e jaar. Ik weet niet of het toeval was, maar ik kwam in de opleiding voor onderofficieren terecht in Ede, maar de plaatsnaam weet ik niet meer zeker.

Ik denk dat ik onwetend voor mijzelf, altijd een gevoel van eigenwaarde  had. Ook denk ik, dat inderdaad ook “dat”, mijn redding is geweest, gedurende de rest van mijn leven. Het is mij mogelijk om een ieder die ik ontmoet, recht in de ogen te zien. Ondanks dat ik voor kwalificaties voor onderofficier niet was getest en men kennelijk aannam, dat ik enige redelijke educatie had gehad, werd beslist, dat ik officiers mogelijkheden bezat.

Ik kreeg een eerste prijs uitgereikt voor het beste product, dat een hobbyist had gemaakt, een scheeps-

model van de “POLLUX”, dus een driemaster zeilschip, waarmee ik op het geregelde leger programma op de radio kwam. Uiteindelijk werd ik overgeplaatst en kwam bij de gewone soldaten in Roosendaal terecht, maar ook van die plaatsnaam ben ik niet zeker. Na onze militaire training, spendeerde ik de rest van mijn militaire tijd in de z.g. parate hap, met de Zware LUA, zwaar luchtafweer geschut, met als mijn laatste standplaats de Koude Hoorn kazerne in Haarlem (nu het hoofdbureau van Politie in Haarlem), tot aan mijn ontslag uit de militaire dienst.

Wij liepen in de militaire dienst natuurlijk geregeld de wacht, speciaal nachts en voor mij was het in die tijd een geregelde confrontatie met de fundaties van de windmolen Adriaan, aan de overkant van de kazerne, de molen met mijn naam, tijdens mijn laatste bezoek aan Nederland, trok mij die (nu prachtig herstelde molen) geregeld aan en maakte ik daar verschillende foto’s van.

Na mijn dienst tijd, kwam ik weer thuis, de eerste nacht in mijn kleine kamer en midden in mijn slaap, werd ik ineens door J. den Besten, aangevallen Hij gebruikte zijn vuisten op mijn hoofd en gezicht en ik had    de grootste moeite om uit het bed     te komen, onderwijl mijn hoofd beschermend met mijn armen. Den Besten was razend en met een van woede verwrongen gezicht sloeg hij erop los.  Maar deze keer had hij een 20 jarige getrainde soldaat voor zich, die ook hem niet goed genegen was en die er zich terdege van bewust was, door deze man zwaar te zijn bestolen en benadeeld.

Eindelijk op mijn voeten staande, nam ik hem bij de schouders en duwde hem mijn kamer uit en de gang in, daar zette ik een voet in zijn middenrif en gaf hem de trap van mijn leven. Den Besten vloog door de gesloten keukendeur, door de keuken en door de glazen buitendeur de tuin in, ik keek verder niet naar hem om. Hij kwam niet meer het huis in en bleek verdwenen te zijn.

10897276677?profile=originalfoto-Molen “De Adriaan” in Haarlem

Mijn moeder hield zich van de schrik  in haar slaapkamer verborgen. De volgende morgen bekende Moeder mij, dat zij hoopte en verwachtte, dat hij niet meer zou terugkeren.  Nu kan ik mij volkomen voorstellen, hoe verschrikkelijk gefrustreerd die man moet zijn geweest. De man moet inderdaad buiten zichzelf zijn geweest en nu werd ik ook nog eens 21 jaar.  De tijd voor zijn verantwoording aan mij, met mijn eens zo rijke erfdeel, dat in 1946 maar liefst 98.000,--. gulden was, kwam nu snel nader. Ik kan mijzelf de gefrustreerdheid van die man heel goed voorstellen, maar wat verwachtte hij van die aanval op mij?

Mijn moeder was uitermate blij, dat zij die man kwijt was, maar nu brak ook voor haar een ellendige tijd aan. Tijdens een van de momenten van mijn afwezigheid, haalde J.den Besten het huis leeg met een extra stevige vent in begeleiding en mijn Moeder kon niet verhinderen dat veel, van  ook haar eigen nog overgebleven persoonlijke kostbaarheden, haar werden ontnomen. Later zou ik ontdekken dat toen ook mijn kostbare postzegelverzameling was verdwenen.

Tot zover het vijfde deel van het levensverhaal van Adrian Lemmens, dat   hij voor deze NICC Nieuwsbrief schreef

 

Lees verder…
10897268692?profile=originalBuitenkampers Sinds de première heeft nu al ruim 5000 bezoekers getrokken
Sinds de première op het Nederlands Film Festival en de release op 3 oktober heeft de documentaire BUITENKAMPERS (Boekan Main, Boekan Main!) van Hetty Naaijkens-Retel Helmrich al meer dan 5.000 bezoekers getrokken. Een prachtig succes, omdat door het enorme filmaanbod de documentaire slechts spaarzaam in de diverse filmtheaters vertoond wordt. De film over de verzwegen geschiedenis van Nederlands-Indië 1942-1949 is tot het eind van het jaar nog in een groot aantal steden te zien. 
 
Zie voor de volledige speellijst 
 
 
Synopsis
Terwijl ruim honderdduizend van de driehonderdvijftigduizend (Indische) Nederlanders tijdens WO-2 in Japanse kampen werden gevangen gezet, bleven de  overige ruim tweehonderdvijftigduizend (Indische) Nederlanders buiten de Japanse kampen. 
Een paar maanden na de Japanse inval in Nederlands-Indië  begon namelijk de registratie van alle Nederlanders. Er werd daarbij voor het eerst het raciale onderscheid gemaakt tussen volbloed Nederlanders (Totoks) en gemengdbloedige Nederlanders, de Indische Nederlanders/Indo-Europeanen die kortweg “Indo’s” werden genoemd. De meeste volbloed Nederlanders (Totoks) werden in Japanse kampen geïnterneerd en veelal Indo’s bleven buiten de Japanse kampen.  
De Japanners hoopten namelijk de Indo’s te mobiliseren voor het Japanse ideaal: het stichten van één groot Zuid-oost Azië.  Maar de  Indo’s voelden er niets voor om met de Japanners samen te werken en bleven, met gevaar voor eigen leven, loyaal aan het huis van Oranje, koningin Wilhelmina en de Nederlandse driekleur. 
 
Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 brak onmiddellijk een bloedige onafhankelijkheidsstrijd uit tegen het Nederlandse koloniale bewind. 
In deze beginperiode die “Bersiap” wordt genoemd, grepen de Indonesische nationalisten de macht. Voor hun eigen veiligheid bleven de Nederlanders binnen de hekken van de Japanse kampen en werden beschermd door hun voormalige Japanse gevangenbewaarders. Veel  Indische Nederlanders en andere Nederlandsgezinde bevolkingsgroepen die niet in de Japanse  kampen verbleven waren een makkelijk slachtoffer van de moordzuchtige Indonesische onafhankelijkheidsstrijders.
Lang is over deze periode (1942-1949) door de betrokkenen voornamelijk gezwegen. In deze film vertellen deze zogenoemde “Buitenkampers” voor het eerst openhartig over hun ervaringen als kind buiten de kampen, tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende bloedige onafhankelijkheidsstrijd. De tweede en latere generaties van deze Indische Nederlanders zijn in meer of mindere mate beïnvloed door de traumatische ervaringen van hun (groot)ouders.  
De verhalen worden afgewisseld met zwart-wit filmarchief en natuuropnamen uit Indonesië.  Het zwijgen van de Buitenkampers wordt in deze film, na meer dan 70 jaar, alsnog doorbroken.
Lees verder…

Recensie “door de ogen van het kind

10897284101?profile=originalRecensie “door de ogen van het kind”

 

De vader van een bekende schrijver overleefde het jappenkamp door op zijn tellen te passen en door de macht van het getal de macht over zijn leven in eigen hand te houden (Adriaan van Dis, Indische Duinen).

 

Ellen dat als Indisch kind juist op het verkeerde moment (WAR II, overdracht, bersiap, koele kille ontvangst) en plaats ( Tegal in Het Voormalige Indiër ) het licht van aardse voor het eerst mocht aanschouwen, kreeg haar rugzakje al mee.  Een bestemming met een gave, die zorgde dat ze van bizarre gebeurtenissen even afstand kon nemen van het aardse om te kunnen overleven. Zij kende maar even de liefde van haar ouders waarna zij als een “ stuk vuil " van het ene gezin in andere belandde, waar ze opnieuw haar integriteit moest bewijzen. De aankomst in het kille koele Holland stond niemand aan de kade om haar op te vangen.


Wanneer Ellen door volwassenen wordt gedwongen om zich voor de zoveelste keer aan anderen te hechten vindt zij in de natuur haar bondgenoten. Daar bij worden de flora en fauna, de dieren en de reptielen niet ingedeeld in vals of edel. Nee, het zijn de slangen die haar steunen en warmte geven en daarmee de wet van fabeldieren op zijn kop zet.
Wel blijven de ogen spiegels van de ziel en beschrijft zij de dood van haar moeder en hoe zij afscheid van haar neemt op een wijze die niemand onberoerd kan laten.
Voor mij was belangrijk te lezen hoe zij haar discriminatie op haar Nederlandse middelbare school aanpakte en het heft in eigen hand nam. Daarmee het karma van onderdanige en dociele Indische mensen in een paar zinnen rechtzet zonder daarin normen stellen en te vervallen in politiek correct gezwets.
Hulde om dit alles op te schrijven vanuit de ogen van een kind die zich moet onttrekken aan de voldongen feiten die volwassenen haar stellen.

 

Ik moet al lezend denken aan de woorden van Boudewijn de Groot (Moeder):
Op de schoorsteenmantel haar portret, we kijken naar elkaar
Haar ogen zijn mijn ogen, maar lijk ik ook op haar
Soms doet het verre carillon me denken aan de gamelan
Aan het land waar alles begon

 


=======================================================

Redactie, Bent U nieuwsgierig geworden U kunt nu al het boek bestellen;;

ISBN: 978-94-91872-05-1

(C)  2013 E.Hauwert 

www.calbona.nl      email : Calbona@gmail.com 

=======================================================

Lees verder…

Hoe zit het eigenlijk met het trauma Nieuw-Guinea?

  • 10897269492?profile=originalHoe zit het eigenlijk met het trauma Nieuw-Guinea?
    Geplaatst door Dirk-Jan van Baar op 3 november, 2013 - 20:30

    © foto uit 1903 Tropenmuseum of the Royal Tropical Institute (KIT) bron: Wikimedia Commons
    In een klein berichtje in de gedrukte versie van de International New York Times stond dat Nederland troepen gaat zenden naar Mali. Daarin stond ook dat de missie in het land van Dutchbat gevoelig ligt. Er werd weer verwezen naar Srebrenica, waar onder de ogen van de Nederlandse blauwhelmen achtduizend moslims zijn vermoord. In het bericht kwam Mark Rutte ter sprake. Onze premier zei dat het besluit moeilijk was, 'maar dat alle lessen van voorgaande missies zijn geleerd.'

    Laten we het hopen. De Nederlandse troepen zijn in Mali weer aangewezen op Franse steun, en we weten nog allemaal dat de NAVO-luchtsteun die door een Franse VN-generaal moest worden aangevraagd niet kwam. Maar het is waar dat 'Srebrenica' sindsdien een nationaal trauma is. Niet voor het grote publiek, maar voor de Haagse politiek. Dikke rapporten zijn er over volgeschreven en er vinden nog steeds rechtszaken over plaats. In april 2002, bijna zeven jaar na dato, trad het laatste kabinet-Kok er drie weken voor de verkiezingen voor af. Wim Kok vond het toen nodig om de anonieme wereldgemeenschap (de VN) een gezicht te geven. Toch ben ik nooit zo onder de indruk van dat trauma. Begin 2010, toen de commissie Davids met het rapport over de Nederlandse betrokkenheid bij de Irakoorlog kwam, waren maar liefst zes van de negen Ministers van Staat direct of indirect verantwoordelijk geweest voor de uitzending naar Bosnië (Ruud Lubbers, Hans van den Broek, Peter Kooijmans, Hans van Mierlo, Wim Kok en Jos van Kemenade, die het onderzoek leidde naar de verdwenen fotorolletjes - en niks vond). Je hebt trauma's en trauma's. Is een trauma dat achttien jaar later nog steeds bijna routinematig ter sprake wordt gebracht wel een trauma? De politiek verantwoordelijken van toen hebben er emotioneel onder geleden (de gedachten gaan uit naar Joris Voorhoeve, toen minister van Defensie en nu geen minister van Staat), maar dat geldt toch niet voor hun verdere carrières. Misschien bedoelen we dat met 'traumaverwerking'.

    Dat Rutte, zelf historicus, maar wat kletst met zijn opmerking dat alle lessen van voorgaande missies zijn geleerd, wordt misschien het best bewezen (hoewel: wat is bewijs?) doordat het bij dit soort uitzendingen onder vlag van de VN nooit gaat over Nieuw-Guinea. Het kan zijn dat we daar geen trauma over hebben. Wat raar is, want Nederland is over deze kwestie bijna in oorlog gekomen met Indonesië en zond in 1962 nog tienduizend man naar deze achtertuin van ons toen nog uitgestrekte Koninkrijk. Dat is andere koek dan de 368 man naar Noord-Afrika waar de door bezuinigingen uitgeholde krijgsmacht nu al bijna onder bezwijkt. Maar toen ik in de jaren zeventig geschiedenis ging studeren, hoorde je er bijna niks over, al was er in 1969 nog een volksraadpleging onder de Papoea's gehouden dat volgens alle betrokkenen doorgestoken kaart was en ervoor zorgde dat Indonesië het enorme gebied rechtmatig kon inlijven. Dat referendum vond toen plaats onder auspiciën van de VN. En wat de zaak nog veel erger maakt, is dat er toen al een genocide op de Papoea's plaatsvond die in stilte nog steeds gaande is. Er doen getallen van 400.000 doden de ronde, al zijn dat grove schattingen op basis van demografische berekeningen die niet helemaal navolgbaar zijn. Maar zeker is dat deze genocide vele malen groter is dan de slachting in Srebrenica, die 8000 moslimmannen betrof en geen vrouwen en kinderen (is dat dan wel een genocide?). Het gehuil daarover in Den Haag getuigt van een keurig kwaad geweten, maar het zijn krokodillentranen vergeleken met wat er allemaal bij de dekolonisatie van 'Ons Indië' is gebeurd. Daarbij was de kwestie Nieuw-Guinea een langslepend slotakkoord. Pas in 1962 kwam aan de Nederlandse aanwezigheid in dit deel van de wereld, een koloniale geschiedenis van drieënhalve eeuw, een eind en viel er in de trefzekere woorden van toenmalig premier Jan de Quay (wie kent hem nog?) 'een molensteen van ons af'.

    Dat moet het zijn dat we er nu vrijwel nooit iets meer over horen. Als geschiedenisstudent in Utrecht was ik in andere dingen geïnteresseerd. Wat historici toen fascineerde was de vraag of Joseph Luns wel de waarheid had gesproken toen hij met een brief schermde van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles, die Nederland in 1958 steun zou hebben beloofd in geval van een confrontatie met Soekarno. De politiek die Nederland in de kwestie Nieuw-Guinea voerde werd vrij algemeen als wereldvreemd afgedaan, als een hobby van Luns die het verlies van Indië niet kon verkroppen. Dat Nederland zich toen sterk maakte voor het lot van de Papoea's gold helemaal als lachwekkend en ongeloofwaardig, en was - volgens de realisten die achteraf het gelijk aan hun kant kregen - 'een onhaalbare zaak'.

    Dat zal best. Mij lijkt die begaanheid met de Papoea's ook een soort vijgeblad (al springen die peniskokers dan nog meer in het oog). Ik ben geen expert en telkens als ik over dit fascinerende hoofdstuk uit onze nationale geschiedenis lees ben ik verbijsterd hoe weinig ik ervan weet. Je klikt wat op Google en dan valt op dat op Wikipedia in grote lijnen de Indonesische kijk op de zaak als vanzelfsprekend wordt voorgesteld en dat er met geen woord (geen woord!) wordt gerept over de genocide op de Papoea's. Wel staat aan het eind dat referendum vermeld dat door de VN is georganiseerd en onder grote druk van het Indonesische leger had plaatsgevonden. Maar dit wordt droogjes voor kennisgeving aangenomen.

    Het kan met de geest van de jaren zeventig te maken hebben. Met de Excessennota (juni 1969) kwam de nadruk op de Nederlandse geweldsontsporingen in Indonesië te liggen. Luns, tot 1971 minister van Buitenlandse Zaken wat hij negentien jaar was geweest, gold ook steeds meer als een seniele oude man (hij zou nog twaalf jaar secretaris-generaal van de NAVO zijn). Er waren toen ook treinkapingen van Zuid-Molukkers. Erg ongemakkelijk allemaal, omdat die Molukkers (hun vaders althans) in het KNIL hadden gezeten en het kolonialisme toen als helemaal fout gold. Daarom moest Suriname ook onafhankelijk worden. In de jaren tachtig begonnen ook de eerste discussies over zwarte piet. Niemand wil ook terug naar koloniale tijden, die nog steeds een slechte naam hebben. In 2005 sprak minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot dat Nederland in Indonesië 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond'. Tja, dat mag je wel zeggen. Maar dat geldt minder voor de Nederlanders, voor wie het verlies van Indië bepaaldelijk niet de gevreesde rampspoed bracht, maar voor de Papoea's, die tot op de dag van vandaag worden uitgeroeid. Zonder dat het de buitenwereld wat kan schelen. Niet alleen uit desinteresse, maar ook omdat we deze geschiedenis zijn vergeten. Wat tevens een ernstige blinde vlek is van Nederlandse historici en de ontmanteling van de bibliotheek van het Tropeninstituut (een collectie die in tweehonderddertig jaar is opgebouwd en voor het grootste deel naar Egypte gaat) tot een nog grotere nationale schande maakt.

    Wel zou ik denken dat je bij Nieuw-Guinea, anders dan bij Srebrenica, van een echt trauma kunt spreken. Echte trauma's worden verdrongen. Daardoor heeft het nageslacht er geen last meer van. Nieuwe generaties politici van het opgeruimde type Mark Rutte kunnen dan op persconferenties over nieuwe missies naar verre streken zeggen dat alle lessen van voorgaande missies zijn geleerd.
Lees verder…

Weerzien met Indonesie

Op een dag kwam Willem thuis van zijn werk op het hoofdkantoor van HBG in den Haag en zei: je raad het nooit, er komt een project in Indonesie en wij gaan er naar toe, ik als Commercial manager. Er viel een doodse stilte, na 33 jaar weer terug naar het land waar ik geboren ben en nog wel voor twee en een half jaar. Ik kon het niet bevatten, een innige wens zou in vervulling gaan, eventjes weer terug, o wat heerlijk, eventjes weer in de echte tropen, heerlijk, heerlijk. Toen kwam er een hele drukke tijd. Injecties, koffers, Andy van school, huis klaar maken om achter te laten. Voor wij het wisten werden wij door de kinderen naar Schiphol gebracht. Het was voor Andy, die als enige meeging, wel naar al zijn vriendjes en z'n school te moeten achterlaten. Na het afscheid met veel tranen, vooral van mij, waren wij op weg naar Indonesie, met een paar tussenstops kwamen wij er na 23 uur vliegen aan, op Halim Airport, met hond en kind (Buffy onze ruwharige teckel), die de gehele vlucht in een kooitje had gezeten en op knappen stond.

Met een brok in mijn keel liep ik de warmte in, heerlijk thuis, maar had helaas niet gerekend op wat er nu ging gebeuren bij de douanecontrole. Zogenaamd waren de papieren van ons hondje niet in orde. Andy zei: dat wordt weer dashen en zuchtte diep.Willem zou voor de koffers zorgen en ik met portemonnaie en Andy mee naar een speciaal kantoortje. Ik vroeg beleefd wat de fout was en ging onderhandelen, met de hond aan mijn voeten snuffelend, die erg nodig moest. Ik bood hem een bedrag en na drie keer verhogen zei hij: "oke".Voor deze ene keer zou hij zijn hand over zijn hart strijken en ons een stempel geven, zodat wij konden gaan.Na het geld betaald te hebben en het zinloze stempel vond Buffie het nodig zijn blaas vlak voor 's mans schoenen totaal te ledigen. Andy zei:" weg wezen mam" en wij ook met natte schoenen renden het kantoortje uit op zoek naar Willem en de koffers. Van uit Djakarta gingen wij met een heel klein vliegtuigje naar Cilacap aan de andere kant van het eiland en daar zou het project beginnen.Wij kregen een prachtig huis met een beeldige tuin en personeel , twee allerliefste baboes Hanna en Soetina.

Voor ik het wist voelde ik mij weer als een vis in het water in mijn tropen met palmbomen in de tuin en een tuinman en een nachtwacht, die iedere avond kwam en tegen de ochtend weer weg ging.Met twee honderd Amerikaanse gezinnen en een American Highschool en een olympic size swimmingpool ging het met Andy ook prima.Op een avond zaten wij met zijn drieen op de bank naar een film te kijken, om 6 uur is het er aarde donker, toen ik ineens een soort getril voelde:"Andy, zit niet zo te fietelen met je been" ,dat is een gewoonte van hem.Mam, ik doe dat niet, ineens voelde ik de hele bank heen en weer schuiven. Andy en Willem riepen:" kijk de auto gaat ook heen en weer en de lampen ook, kijk, alles gaat golvend heen en weer, een aardbeving en ineens doodstil, voorbij.Wij renden naar buiten overal liepen er mensen druk pratend.

Toen ineens nog een paar kleine schokken en 's-nachts in bed nog een paar. Midden in de nacht begonnen alle honden te janken, eerst in de verte en als een golf van gejank kwam het voorbij.Klaar wakker waren wij. De volgende ochtend was er dikke mist van vallende grijze vlokken:" wat is dat", riep Andy. "Dat is de Gunung Galungung" riep Hanna, "die is gebarsten uit zijn voegen". De vulkaan lag zo'n 150 km hier vandaan.Om twee uur 's-middags werd het ineens aardedonker, echt nacht. Toen werd ik echt even bang, Andy weg, Willem weg en ik daar met twee zeer bange vrouwen, vooral Hanna, die goed nederlands sprak zei steeds:"Als dat maar goed gaat, als dat maar goed gaat. Geen kranten, geen nieuws en aardedonker

. Na een paar uur werd het langzaam iets lichter en dagen lang zijn de asregens blijven vallen. Van de vliegtuigen naar Australie vielen de motoren uit en pas drieduizend meter boven de grond wilden ze pas weer starten. Toen eindelijk de kranten uit kwamen stond er in, dat de grote ontploffing nog moest komen. Experts van over de hele wereld kwamen metingen doen, de Indonesche president ging naar de getroffen dorpen. Veel van die dorpen verdwenen onder de lava. Wij dachten:" Nog een grotere klap, dat is niet zo best, wat hangt ons nu weer boven het hoofd". Mijn moeder snel gebeld om haar gerust te stellen, kinderen gebeld, ze wisten van niets, helemaal niets en twee maanden later belde mijn moeder en zei:" Kind, er is een berg bij jullie uit elkaar gespat, hoe is het met jullie? Toen pas werd het in Nederland vermeld. Gelukkig maar. De grote klap is nooit gekomen.

Dinkie

Tot volgende keer!

Lees verder…

10897274498?profile=originalAPEC top (Asia-Pacific Economisch Conference) gehouden op Bali kost miljarden - groot financieel debacle !

 

Bronnen van dit onderzoek kwam ter beschikking van ICM redactie.  Deze miljarden verslindende topconferentie volgens deskundigen heeft voor de economie van Indonesië totaal niets opgeleverd, eerder een financieel debacle. Al eerder werd in de media gespeculeerd over de aanstaande Nuclear Security Summit (NSS) dat volgend jaar op 24 en 25 maart in Nederland wordt gegeven.

Hier wordt speculeert dat Nederland Internationaal het podium krijgt en goede stimulator is voor de Nederlandse Economie. Op APEC gehouden op Den Pasar in Bali gingen juist miljarden in rook op. Dus ook Nederland staat dit ook te wachten. Te denken dat WK – Voetbal in Nederland werd geweerd die juist miljarden duurzaam in onze economie oplevert die door alle landen wereldwijd wordt bekeken. Wie heeft nu belangstelling voor NSS!

Deze speculanten van NSS (doet denken aan NS)  zullen wel belanghebbende zijn in deze zaak die het product security zullen leveren en hoog aanprijzen, wetende hoe Bali APEC Top in tot een groot debacle financieel en economisch is geworden.

Hier volgt een lijstje wat aan Security werd uitgegeven op de top functionarissen te beschermen tegen terrorisme van buiten;

  • Twaalf oorlogsschepen tegen terroristische aanvallen vanuit Zee.
  • Een hospitaal schip
  • Een Squadron Sukoi –gevechtsvliegtuigen
  • Twee gevechtshelikopters
  • Duizenden politiemensen, en beveiligingsmensen in de straten van Den Pasas en omgeving
  • Een compleet contigent kikvorsmensen
  • Honderden commando’s
  • Het volledig sluiten van het luchtruim
  • Het verlies van miljoenen voor de reguliere dagelijkse economie om dat vele wegen geblokkeerd zijn

Wordt vervolgd!

 

Lees verder…

10897273094?profile=original

Knipseltjes uit het boek:

Door de ogen van het kind Elly Hauwert

 

Ward kwam aangerend. Trucks in aantocht. Nou dat weer?  Iedereen wachtte gespannen af. Vriend of vijand. De wagens brachten een totaal andere geur met zich mee. Evenals de mensen die van een totaal ander slag waren. Iedereen straalde en jubelde . bevrijd. Maar door wie eigenlijk. Stemmen fluisterden Ghurka’s en Sikh en Brits Indiërs.

Het vergde nogal wat organisatie in de opgewonden menigte. En tijd.

Ouders waren weer ouderen als ouders . Kinderen weer kinderen.

Het weinige werd in bundels gepakt. Elkeen kreeg een pakket met leger voeding in de hand geduwd. Groene blikken . Kaas , gehakt in saus. Harde biscuits, boter, sunlight zeep in blokken, zwart brood roggebrood genoemd . En dan een poeder vorm Vit C tot limonade te maken. Er was plots overvloed en dat deed mijn lichaam geen goed.

Een man met een tulband om het hoofd nam me in de armen terwijl de tranen over zijn prachtig getint gelaat stroomden. Voor het eerst zag ik huidskleur. En gitzwarte ogen in een lachend gelaat. Het lachen ontblootte een prachtig wit gebit achter een enorme zwarte baard en haardos. Hij geurde naar geiten vlees. Hij bleef me  in tranen knuffelen. Ik liet het gelaten toe.Zijn ogen waren betrouwbaar en het voelde veilig. De jongens vroegen de bevrijders honderd uit. De mannen hadden schik in zoveel aandacht. Nadat ze zich ontfermd hadden over de ouderen.

De dag brak aan dat we ingeladen en opgeladen werden in de trucks. Behulpzame handen reikten en tilden en hielpen de ouderen. De kinderen klommen erin erop en hadden heel wat te ontdekken. Deze trucks waren van een andere kwaliteit vorm en gekleurheid. Het Rode kruis was overal herkenbaar.

De kinderen waren gefascineerd door de vliegtuigjes en zwaantjes die kunstig werden gevouwen uit papier .

Hoe lang de trip was kan ik me niet herinneren. Ik neem aan , dit schrijvende ,dat we op het vliegveld van Batavia werden afgezet waar een enorme dikbuikige groen gecamoufleerde vliegtuig met open klep ons opwachtte. Niet eerder dan dat alle trucks waren aangekomen werden de mensen op naam  geroepen en in groepen bijeen gezet in afwachting op de komst van alle andere kampers. Het werd een luid weerzien tussen de ouderen. Emotioneel en het leek een eeuwigheid  te duren voor iedereen . 

wordt vervolgd in knipseltjes..

groetjes

elly/ ellen hauwert

==============================================================

Redactie, Bent U nieuwsgierig geworden U kunt nu al het boek bestellen;;

ISBN: 978-94-91872-05-1

(C)  2013 E.Hauwert 

www.calbona.nl      email : Calbona@gmail.com 

==============================================================

Verslag over het boek.

 Het boek door mij geschreven heeft veel teweeg gebracht. Uit meest onverwachte hoeken krijg ik vragen terug. Maar ook eigen levens verhalen, die men plots durft delen.  Mijn huisarts aan wie ik een exemplaar persoonlijk aanreikte was en is diep ontroerd.

Niet slechts mijn gebaar was daartoe reden. Vooral het feit dat er zoveel verzwegen leed achter de glimlach in een mensen gelaat schuilt.

Dit boek dient als eye-opener en om die reden schonk ik het aan enkele instituten die met mensen van ons cultuur en leeftijd te maken hebben in hun dagelijkse zorgwerk of begeleiding werk of entertainment shops.

Ik werd huilend omhelsd en bedankt dat ik menig deur heb durven open trappen

Dierbare vrienden die het geloof getuigen vroegen mij om het boek. Ik antwoordde recht toe recht aan. Ik zou t niet kopen als ik jullie was. De inhoud zou struiken tegen jullie waarheid overtuiging. Helaas, maar zo was het wel. MIJN leven.

Ook streng gelovigen van andere religie hebben vragen over deel 1 van het boek.

En dan zijn er van die betweterige vragen  zo pinnig.” Heb je dat allemaal verzonnen of gedroomd. Waar komt dat vandaan.”

Ik heb ze wel eens onder andere omstandigheden gezien waarin ze mijn schouder nodig hadden . Dus zwijg ik uit eerbied .

Deel – en lotgenoten uit zelfde tijd en plaats , die zich geconfronteerd zien met eigen naam en situatie aldaar lezen huiverig de inhoud.

Alsmaar kijkend om een hoekje welk herkenbaar onderdeel weer in het daglicht komt.

Het herbeleven vanuit herkennen en weten is een zware job. Voor een ieder ter wereld met gelijkwaardige ervaringen.

Het maakt los wat diep verborgen weg geduwd in een rottingsproces bezig was te imploderen.

Zoals ik mijn huisarts tijdens het aan reiken zei: “Weet je nog dat ik op consult kwam met de opmerking: Help me. Ik ben een huilend wrak.”

Ziehier het volledig bekennen , erkennen, herinneren, verwerken, open spugen , loslaten en vergeven proces in een jaar tijd.

De trigger was de video Soerabaja Surabaya , waar in er sprake was van zwart vlees.

 

Met broer Jim van Lawick kon ik er openlijk over praten. Hij heeft mij wakker geschut.

“Weet wat je te weeg brengt? Het is goed. Het is jouw waarheid. Jouw leven. Het is goed zo.”

 

Het voelt zo goed en vredig een grote broer te hebben die wel en altijd in mij geloofd en vertrouwd heeft.

Het weten dat er nooit iets misplaatst was in onze intermenselijke relatie.

Respect, waardering, vertrouwen en steun en toeverlaat.En oprechte liefde en warmte.

Dat is de andere kant van dezelfde medaille.

 

Donderdag 31 oktober 2013 

Lees verder…

10897266653?profile=originalKousbroeks “Oostindisch kampsyndroom”

Besproken door Pjotr.X.  Siccama – deel  9

 

Over het werk van Primo Levi waarin “Het periodiek Systeem” (prachtig vertaald in het Nederlands, schrijft Kousbroek en is lyrisch over de vertaling),  werd beschreven in het hoofdstuk ‘Vanadium’ (klinkt als een verbasterd Latijns nominatief overigens dat in elk geval met vergetelheid/verdwijning of verzwakking te maken heeft), heeft Kousbroek niet uitgelegd waar die Latijnse titel naar verwijst of wat deze precies voor betekenis heeft in de context van dat hoofdstuk. Schijnbaar vond hij het niet nodig uit te leggen hoe Levi in Auswitsch de man Müller ontmoette. Dat doet er in dit geval ook niet toe. Een doodgewone doorsnee grijze muis, een kleurloze man die, weliswaar niet gevoelloos, als een soort boekhouder zijn leven (verleden) “kloppend” wilde  maken, zoals hij dat altijd had gedaan door het knoeien met rekeningen.

Deze menselijke trek treft men overal aan. En juist in de maatschappelijke bovenlagen komt men dit geknoei het meeste tegen: het is een van de legitiemste (uit)vlucht/verdwijntrucs die men maar kan indenken, omdat de bovenste laag met de Staat als doodlopende piek immers naamloos is, en anoniem blijft, bovendien onsterfelijk. Wat ligt  meer voor de hand om je dan maar achter de beschermende hoge forten  te verschansen.

De wereld hangt aan elkaar van kloppend gemaakte rekeningen, schrijft Kousbroek. Bij het korte bezoek van Levi aan de stad Auswitsch, sprak hij die bewuste heer Müller die zei dat hij: “.. nooit iets had gehoord dat kon wijzen op het vermoorden van Joden.”

Kousbroek vermeldt helaas niet de bijzonderheden van voornamelijk de tijd (periode) van ontmoeting, wat jammer is gezien mijn reconstructie van het voorval. Hoe dan ook ging het hem voornamelijk om “het voorval/incident” van Müller en diens geopperde “zwijgende meerderheidsbegrip”. Best begrijpelijk, maar toch jammer dit hiaat in de beschrijving.

In dit deel van zijn werk spitst hij het besproken incident toe tot het verschijnsel van het geloof van de (zwijgende) meerderheid in extreme voorvallen in extreme omstandigheden.

Een voorbeeld in dit verband lag al in de Nederlands-Indische geschiedenis van het strafkamp van Boven-Digoel waar de kamparts Dr. Schoonheyt, op de opmerking (van een van de gevangenen Salim) dat mensen zonder proces naar het kamp werden gestuurd en wat voor vreselijke behandeling de gevangenen daar konden verwachten en later ook ondergingen, resoluut en beslist als antwoord kreeg dat het uitgesloten was dat Nederlanders dat zouden doen. Niets was minder waar. Het geloof van de kamparts was eerlijk, volgens Kousbroek. De arts was degelijk van overtuigd dat het zo was. Het moest een grote desillusie zijn geweest voor hem dat hij achteraf niet bij het rechte eind had.

De grote verliezers van de WO II, met name Japan, moest zich direct na de oorlog wel in allerlei bochten hebben gewrongen om de vernederingen en de verliezen enigszins te beperken (niet te relativeren). Studs Terkel beschrijft dat uitvoerig in zijn werk “The good war”. In 1947 verscheen er een Japanse uitgave  (volgens Kousbroek te vergelijken met het werk van Stud Terkel “The Good War”), gebaseerd op brieven, dagboeken en aantekeningen van de in de oorlog gesneuvelde Japanse studenten (die toen ook als soldaat

 in die oorlog werden meegesleurd). Deze uitgave blijkt na het verschijnen vele malen te zijn herdrukt, tot nu toe. Hiervoor zou een Japanse studentenvereniging verantwoordelijk zijn. Maar waarom was het zo geliefd en populair bij de Japanse bevolking? Of was het meer, om met Levi te spreken de rekeningen van het verleden kloppend te maken en te sorteren naar de bepaalde gehaltes van importantie en of zelfbescherming Bij die constatering van Kousbroek kun je een ogenblik achter je oren krabben.

8 jaar later in 1954 echter verscheen er een Franse vertaling van de Japanse uitgave uit 1947 met een titel die meer past in een poëtisch postromantisch werk dan een prozaïsche met als titel  “Ces voix qui nous viennent de la mer” Van Jean Lartéguy

10897281270?profile=original

 

Foto -Studs Terkel – auteur van ´The good war´´

 

Een onduidelijkheid constateer ik bij de passages in bijvoorbeeld een herdruk van 1985 en de herdrukken daarvoor waaruit Kousbroek citeerde en dat er verschillende versies bestaan die in omloop zijn gebracht. De actuele vraag is of het bewust is gedaan.

 

Tijdens een bezoek aan Parijs kreeg Kousbroek 30 jaar na de eerste uitgave een exemplaar in het Frans cadeau van een Japanse student. Het was vanzelfsprekend dat deze op zijn eigen manier Kousbroek wilde overtuigen dat niet alle Japanners monsters waren en de collectieve schuld van de begonnen WOII in Azië niet op de schouders van de Japanse natie kan worden gelegd, net zomin als dat voor de Duitse bevolking kan gelden.  

De ‘Stemmen vanuit zee’ (‘Ces voix qui nous viennent de la mer’), de uitgave waarin de aantekeningen in details zijn beschreven, heeft mij niet echt overtuigd van de oprechtheid van de inhoud, ook Kousbroek had er moeite mee. Vaak had hij het gevoel voortdurend achterdochtig te (moeten) zijn bij de persoonlijke ontboezemingen en verklaringen van de studenten. Aan de andere kant  bewonderde hij ook die mensen-studenten die bij kaarslicht psalmen reciteerden, literatuur lazen (Von Goethe/Schiller enz.) en uit de muziekliteratuur zongen en citeerden, onder anderen van Richard Wagner. Waarom deed men dat.

Hier is een simpele verklaring voor te geven. Bij mensen die vrijwillig of door bepaalde omstandigheden (of denken dat werkelijk) iets groots te verrichten (moeten) hebben (positief of negatief) ontstaat in een bepaald gedeelte van de hersenen een cerebrale transitie die tot algehele euforie kan leiden, daar waar de zo lang gekoesterde idealen moeten worden verwezenlijkt waardoor de betrokkenen zich overgeven en zich laven aan de verworvenheid en weelderigheid van zijn/hun verheven kunst en cultuur.

Kousbroek vraagt zich toch weer af wat hij met die betuigingen van onschuld van de gesneuvelde (studenten) soldaten aan moest. Waren ze toch oprecht?

Andere manier te herstellen, te hernemen van dat kwalijke verleden; vandaar dat de doorsnee Japanner de gelegenheid te baat heeft genomen om dat op zijn eigen manier te doen. Voor zover mij bekend, werd van de zijde van de Japanse overheid geen nationale

actie op touw gezet met betrekking tot het realiseren van de uitgave (wel andere zaken zoals economie/de wederopbouw/de nieuwe democratische instellingen inrichten etc. waar de Japanse Staat druk mee bezig was om de Parlementaire Democratie in te voeren.); dat had een groep studenten van Tokio direct na de WO II gedaan. Kort na WO II verscheen in 1947 (!) reeds de uitgave van de dagboekaantekeningen van de gesneuvelde studenten/soldaten. Het initiatief in die tijd, zeer begrijpelijk was in handen van een groep studenten, die de gesneuvelde medestudiegenoten niet alleen wilde eren en een waardige plaats geven, maar ook om de nationale trots en vanzelfsprekend de moraal weer het fundament te geven van voorheen. Het interessante van  de uitgave is de idee, stijl en uitwerking. Kousbroek kwam er achter waar de Japanse studenten de manier, stijl en de inhoud (het idee) vandaan hadden. Na veel gezoek vond hij waarachtig een uitgave in het Duits uit 1928 geschreven door prof.dr. Philipp Witkop van de universiteit van Freising en waarin hij in het Jappans Bittokoppu wordt genoemd. Deze professor had het zeer  waarschijnlijk uit een vorige uitgave uit WO I in 1917 overgenomen (midden in die oorlog)  Het kreeg als titel mee: Kriegsbriefe gefallener Studenten. Het moest een grote bron van inspiratie zijn geweest voor de groep Japanse studenten.

Aangezien Japan het Duitse onderwijssysteem had ingevoerd, lag het voor de hand dat de beide landen culturele banden onderhielden. Na 1945 overigens werd het Duitse onderwijssysteem in Japan door de Wereldmogendheden voorgoed afgeschaft.

 10897281495?profile=original

 

10897281700?profile=original

  

Jean Larteguy                       Primo Levi       

Een bijzonder geval vermeld in de aantekeningen van de uitgave: (De Franse vertaling heeft de titel: “Ces voix qui nous viennent de la mer”, letterlijk: Stemmen die tot ons komen vanuit zee), is het verhaal van een Japanse soldaat. De Franse vertalers hadden de rang van deze soldaat met de naam Kimura Hisao niet (kunnen) vertalen, maar mijn vermoeden moest dat ongeveer de rang van soldaat 1ste klasse zijn geweest.

Deze Kimura Hisao werd gevangen gehouden in een gevangenis in Singapore; daar waar eerder Engelsen en Nederlanders gevangen zaten . In 1945 werden de Nederlanders ter plaatse als bewakers aangesteld voor de Japanse gevangenen. Kimura zat er ook. Hem werd een Nederlandse bewaker toegewezen die heel goed voor hem was. Hij schreef ook later in zijn afscheidbrief en zijn dagaantekeningen dat de Nederlandse bewaker goed voor hem zorgde en hem vaak biscuits en sigaretten gaf, terwijl hij wist wat zijn Japanse collega’s

 

hem erger als een hond hadden behandeld. Kimura: “Hoe konden mijn eigen mensen zoiets schaamteloos doen..”(.)

De Nederlandse bewaker had Kimura alles verteld wat hem overkomen was en over de vreselijke misdaden van de Japanners. Hij moest zich voor de Nederlander moeten hebben geschaamd. Zijn aantekeningen in de uitgave zijn hartverscheurend.

 10897282290?profile=original

 

Foto -Nederlandse bewaker in Singapore. – Changi gevangenis

 

Het is analoog aan het verhaal van Müller in zijn ontmoeting met Levi, waar Müller toch niet kón geloven dat zijn eigen mensen, medeburgers zouden vermoorden.  Evengoed nobel was het van Dr. Schoonheyt die ook niet kón geloven dat de Nederlanders de gevangenen op wrede wijze mishandeld en gevangen zouden houden in Boven-Digoel, om de simpele redden dat hij geloof had in de goedheid van mensen. Deze nobele gedachte dat het zo zou moeten zijn is helaas fictie.

 

 

 10897282461?profile=original

10897282699?profile=original

 Dr. Schoonheyt - kamparts in Boven-Digoel 

 

Wordt vervolgd

 

 

Lees verder…

Willem Gerard Hofker 1902 – 1981

10897278492?profile=originalWillem Gerard Hofker  1902 – 1981

foto -Willem Gerard Hofker, zelfportret 1935 

De kunstschilder Willem Gerard Hofker leefde van 1902 tot 1981 en is vooral bekend om zijn Indische oeuvre. Weinig mensen echter weten dat deze impressionist ook staatsieportretten van Koningin Wilhelmina en Koningin Juliana maakte. Hofker verkeerde in kringen van schilders als Willem Witsen, Isaac Israëls en George Breitner. Hofker schilderde tevens een groot aantal andere onderwerpen, zoals stads-gezichten, bloemstillevens, naakten, landschappen en landhuizen. Daarnaast was hij een meester in allerlei andere media: olieverf, aquarel, contékrijt, maar ook etsen, mezotinten en lithografieën.

Willem Hofker werd geboren op 2 mei 1902 als zoon van een PTT-ambtenaar.  Hofker ging eerst naar de academie in Den Haag, en later op zijn 14e jaar naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Willem Witsen en Isaac Israëls, die de vrienden waren van zijn vader, een amateur-artiest, waren de leermeesters van Hofker. In 1927 won Hofker de 2e prijs op de “Prix de Rome”. In 1930 trouwde hij met Maria Reuter, eveneens een kunstschilder en lector aan de Academie in Amsterdam.

In de jaren twintig heeft Hofker  een aantal monumentaal decoratieve opdrachten uitgevoerd, onder andere voor de Koninklijke Nederlandse Stoomvaart Maatschappij, waarvoor hij enkele wandschilderingen maakte in schepen. Hiervan is helaas weinig bewaard gebleven. Hofkers reputatie als portretschilder was zo groot, dat hij in 1936 de opdracht kreeg om Koningin Wilhelmina te schilderen. De opdracht kwam van en was bestemd voor het hoofdkantoor van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM) in Batavia. In 1938 begeleidde het echtpaar Hofker het schilderij naar Nederlands-Indië en ze maakten aansluitend een rondreis door de kolonie. Tijdens deze reis maakten ze tekeningen en schilderijen van Indische onderwerpen, die de KPM zou kunnen gebruiken.

De Hofkers vestigden zich op Bali, waar Willem zeer populaire tekeningen maakte van Balinese landschappen en danseressen. De Hofkers socialiseerden met vele schilders, waaronder Spies, Stasser, Meyer en hun goede vriend Rudolf Bonnet. In 1940 verhuisde het paar naar Ubud. In de periode van 1938 tot 1944 werd het meeste van Hofkers werk in Indië gemaakt. Zijn werkstukken waren verfijnd en vloeiend, zowel als poëtisch. Op Bali schilderde hij voornamelijk tempels en het religieuze leven op het eiland. Hij concentreerde zich daarbij op de mensen van Bali. Vele van zijn schilderstukken worden in Ubud, Arma en het Neka Museum tentoongesteld. In de Tweede Wereldoorlog waren Hofker en zijn vriend Bonnet

f10897279085?profile=originaloto-Flyer Teylers Museum

gedwongen om in het KNIL in Soerabaja dienst te doen. Hij en zijn vrouw werden daarop in verschillende kampen geïnterneerd; hij in Tana Toraja op midden Celebes. Gedurende deze periode raakten de meeste van de schilderijen van Maria Hofker verloren. Na de oorlog keerden zij terug naar Nederland.

10897279874?profile=original

Foto - Een van de tentoonstellingsstukken

Teruggekomen in Nederland in 1946 brak een moeilijke periode aan voor de Hofkers. Het artistieke klimaat was in Nederland inmiddels volkomen veranderd. Het figuratieve werk van Willen vond nauwelijks nog erkenning onder de collega’s. Wel kwamen al spoedig weer wat portretopdrachten binnen. In totaal heeft hij ongeveer 800 portretten geschilderd voor particulieren en voor instellingen, waaronder universiteiten en banken. Zo ook een portret van Herman van der Wall Bake in 1970, de president-directeur van de ABN.

Hofker specialiseerde zich ook in     met krijt getekende Amsterdamse stadsgezichten, waarbij hij zich voornamelijk toelegde op  architectuur. Als het ware “portretten van huizen en gebouwen”.  Deze zijn  in drie boeken gebundeld. Het Balinese werk verscheen onder de titel: “Bali gezien door Willem Hofker”. In 1978. Ook toen hij al in Nederland was, heeft hij nog steeds Balinese mensen en landschappen op papier en doek vastgelegd.

Tijdens zijn latere leven heeft Will;    en Hofker veel gedoceerd en mede door de uitgaven van zijn tekeningen nam zijn bekendheid weer toe. Ook  nu nog zijn zijn Balinese landschappen en danseressen zeer geliefd. Ook internationaal trekken zijn werken veel belangstelling. Willen Hofker woonde in Amsterdam van 1934 tot 1938 en van 1946 tot 1967. Hij overleed in Amsterdam op 30 april 1981.

Teylers Museum

Van het werk van Willem Gerard Hofker wordt een tentoonstelling gehouden in Teylers Museum. De tentoonstelling  toont in de intieme setting van Teylers Prentenkabinet een selectie van Hofker uit de museum-verzameling. Naast enkele portretten van Balinese meisjes, waarmee hij beroemd werd, zijn ook minder bekende werken van de kunstenaar te bewonderen. Hierbij zijn onder andere persoonlijke tekeningen van het dagelijkse leven in het Jappenkamp waar Hofker tijdens de Tweede Wereldoorlog geïnterneerd was. Hoogtepunt is het eerder in dit artikel besproken portret van Koningin Wilhelmina, dat recentelijk in een privécollectie is terug gevonden.

10897279897?profile=originalBoek 

Tegelijk met de tentoonstelling zal; bij uitgeverij Waanders een nieuw boek verschijnen, geschreven door een achternicht van Hofker, Seline Hofker samen met Gianni Orsini.

10897280487?profile=originalHet boek van Seline Hofker en Gianni Orsini dat bij de tentoonstelling zal verschijnen

Het boek vormt tevens de bij              de tentoonstelling te gebruiken catalogus, maar is meer dan dat. Het biedt een unieke blik achter de persoon van de oudoom van de schrijfster, alsmede een goed inzicht in de breedte van het oeuvre van Hofker. Het boek wordt verder gecompleteerd door citaten uit de vele brieven en dagboeken van de kunstenaar. Zo geeft dit boek een dieper inzicht in    de wereld zoals Hofker haar zag.      Het boek bevat meer dan 150 kleurenfoto’s. 

 

Teylers Museum tentoonstelling: Van 14 december 2013 t/m 9 maart 2014. Adres: Spaarne 16, 2011 CH Haarlem. Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur; zondag 12.00-17.00 uur; maandag gesloten, evenals         25 december 2013 en 1 januari 2014. Toegangsprijzen: zie de website: http://www.teylersmuseum.nl.   

Boek: Willem Gerard Hofker, door Seline Hofker en Gianni Orsini, 205 pagina’s, verschijnt op 14 december 2013.  Prijs: € 35,00

Lees verder…

Seminar “Banden met Indië – III”

10897277891?profile=original

Seminar  “Banden met Indië – III”

foto - In veel van de seminars en boeken van Daan van Kampenhout spelen “de vier richtingen” een belangrijke rol.

In 2007 en 2009 vonden in Amsterdam de seminars “Banden met Indië” plaats. Ze waren destijds met veel inzet georganiseerd door Maria Schilt en Ilonka Celie. Nu heeft Mischa van Dullemen het organisatorische stokje overgenomen en bijna vier jaar na de laatste volgt nu het derde seminar.    In de familieopstellingen, zoals ze oorspronkelijk zijn ontwikkeld door Bert Hellinger, staan de verborgen banden en verstrikkingen tussen mensen in families centraal. De deelnemers aan de opstellingengroep representeren elkaars familieleden en de begeleider werkt vervolgens met de dynamiek die tussen representanten zichtbaar wordt. Keer op keer is gebleken dat, tijdens de opstelling, representanten de gevoelens en symptomen van familieleden tijdelijk overnemen en dat, via interventies van de begeleider, deze gevoelens zich kunnen ontwikkelen en verstrikkingen kunnen worden opgeheven. Vaak heeft een opstelling een positief effect op de cliënt die om de opstelling heeft gevraagd, als zijn of haar familie die niet bij de opstelling aanwezig is geweest.

Daan van Kampenhout combineert aspecten van het opstellingwerk met elementen uit het sjamanisme. Zo is er een nieuwe werkvorm ontstaan: Systemic Ritual. In deze werkvorm staat vaak de plaats van de familie in de cultuur centraal. Zoals een gezinslid invloed ondergaat van de familie, zo ondergaan families op hun beurt invloed van de cultuur en de voorouders waaruit zij voortkwamen. Het zijn vooral de grote gemeen-schappelijke trauma’s als vervolging, oorlog, gedwongen migratie, slavernij en kolonisatie, die hun stempel op culturen en families drukken. In Systemic Ritual lijken de opstellingen vaak meer op een ritueel dan op een therapeutische opstelling. Zo hebben bijvoorbeeld voorouders, gebed en zang er vrijwel altijd een plek in.

Het seminar

De verhalen die mensen meenemen zullen een uitnodiging zijn tot het maken van opstellingen. Elke deelnemer wordt uitgenodigd om Daan van tevoren door middel van  een brief, iets te vertellen over zijn of haar familiegeschiedenis. Daan zal uit deze brieven een keuze maken en er zorg voor dragen dat zoveel mogelijk aspecten van de geschiedenis hun plek krijgen. Zo zijn er diverse tijdperken die aan bod kunnen komen, bijvoorbeeld de pre-koloniale tijd, de vroege koloniale tijd, de Atjeh-oorlog, de Tweede Wereldoorlog en de Japanse bezetting, de Bersiap tijd, de politionele acties, het onafhankelijk worden van Indonesië, de gedwongen repatriëring naar Nederland en de ontvangst hier. De verschillende perspectieven op deze historische periodes kunnen in dit seminar  naast elkaar bestaan, zonder partij te hoeven kiezen of het van het andere weg te moeten strepen. In het werk worden alle perspectieven met veel respect behandeld.

In veel van de seminars en boeken van Daan van Kampenhout spelen “de vier richtingen” een belangrijke rol.

Voor wie wel en voor wie niet?

In dit seminar is iedereen welkom die vanuit zijn of haar familie een directe band heeft met voormalig Nederlands-Indië. De afzonderlijke eilanden, de diverse culturen en groepen van oorspronkelijke bewoners, de migranten uit verschillende culturen: ze hebben de diverse historische tijdperken elk op hun eigen manier beleefd. Ze hebben hun eigen rollen gekozen of toebedeeld gekregen en hebben daar elk hun eigen herinneringen aan. In dit seminar is voor elk van de verhalen een plek. Van de deelnemers wordt daarom de bereidheid gevraagd om in principe beschikbaar te zijn als representant voor alle opstellingen.

De werkvormen van Systemic Ritual zijn geen psychotherapeutische sessie of psychiatrische behandeling en zij die deze zorg of behandeling nodig hebben, zullen deze niet vinden in dit seminar. Neem bij twijfel contact op met Daan. We hebben ervoor gekozen om geen buitenstaanders toe te laten zonder familiebanden met Indië (bijv. vanuit het RIAGG of andere zorginstellingen), hoe oprecht de getoonde interesse ook is. Wel zijn levenspartners van mensen die tot de doelgroep behoren welkom om samen met hun partner aan het seminar deel te nemen.

Voorbereiding

Degenen die de opstellingen nog helemaal niet kennen, wordt aangeraden een boek als: “De verborgen kracht van familiebanden” van Bert Hellinger te lezen. Degenen die Daan’s visie op opstellingswerk en collectieve trauma’s willen leren kennen, kunnen zijn boek: “De tranen van de voorouders” lezen.

Alle deelnemers die graag een eigen persoonlijke opstelling willen maken, kunnen hun verzoek indienen via een brief aan Daan. Over het schrijven van die aanvraag ontvangt ieder aanvullende inhoudelijke richtlijnen, zodra de inschrijving rond is, samen met de bevestiging.

Het seminar wordt gegeven op maandag en dinsdag 16 en 17 december 2013. Wie meer wil weten over dit seminar kan het beste de website van Daan bezoeken. Hierin staan ook de noodzakelijke gegevens zoals adres, routebeschrijving, prijs, tijden en meer achtergrondinformatie. www.daanvankampenhout.com.

 

 

 

_____________________________ 

 

Lees verder…

Buitenkampers door: Derk Hille Ris Lambers

10897267875?profile=originalBuitenkampers   door:  Derk Hille Ris Lambers 

Nogmaals aandacht voor de unieke documentaire die sinds 3 oktober       in de Nederlandse filmhuizen draait. De Nederlandse regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich brengt een nog niet eerder vertelde geschiedenis van Nederlands-Indië ten tijde van    de Tweede Wereldoorlog in beeld.    Zij bezocht hiervoor Indische Nederlanders in Nederland en de Verenigde Staten.

Enige maanden na de Japanse inval in Nederlands-Indië in Januari 1942 begon de registratie van alle Nederlanders. Er werd daarbij eerst raciaal onderscheid gemaakt tussen volbloed Nederlanders (Totoks) en    de gemengdbloedige Nederlanders (Indo’s). De Totoks en degenen die weinig inheemse voorouders hadden, werden geïnterneerd in zogeheten Jappenkampen, terwijl de meeste Indo’s veelal “vogelvrij” en zonder inkomen buiten het kamp bleven. Hun vaders en echtgenoten waren vrijwel allemaal geïnterneerd. Zij konden amper aan eten, medicijnen of kleding komen.

Bersiap-periode

Aanvankelijk wisten de Japanners niet goed raad met de Indo’s. Waar lag hun loyaliteit? Zij kregen het voordeel van de twijfel, in de hoop dat de te mobiliseren waren voor het Japanse ideaal. Met een afstammingsbewijs, een pendaftaran, kon aangetoond worden dat er in de familie een Aziatische voorouder was. Deze buitenkampers leefden in een steeds vijandiger wordende omgeving en hadden grote moeite om in leven te blijven. Hun vrijheid was zeer relatief. 

Na de bevrijding van de Japanse overheersing werd het leven er voor hen ook niet beter op. Er volgde een mogelijk nog heftiger periode: de Bersiap.

Stilzwijgen doorbroken

Het is de eerste keer dat er een film is gemaakt over deze lang verzwegen en voor velen onbekende periode uit de Vaderlandse geschiedenis. De Indische Nederlanders van de tweede en derde generatie zijn in meer of mindere mate beïnvloed door het grote zwijgen van hun ouders en grootouders over deze dramatische periode in hun leven. In de documentaire “Buitenkampers” oftewel Boekan main, boekan main!, wordt dit stilzwijgen na meer dan zeventig jaar doorbroken met          zeer openhartige vraaggesprekken, afgewisseld met bijzonder archief-materiaal. Regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich maakte eerder de documentaire: “Contractpensions – Djangan Loepah”. Deze laatste kreeg de Kristallen Filmprijs voor meer dan 10.000 bezoekers.

Dient nog vermeld te worden, dat  op 15 augustus 2014 “Buitenkampers” op de nationale televisie komt en direct daarna komt de DVD in de verkoop. Voor de vertoning van de film “Buitenkampers” in de diverse filmhuizen in Nederland kan men       de volgende website raadplegen: http://www.biosagenda.nl/filmagenda_buitenkampers_25400.html.

De documentaire is tot stand gekomen onder productie van Holland Harbour en distributeur JustBridge. Deze productie kwam tot stand in samenwerking met de Stichting Verfilming Japanse Bezetting 1942-45 www.japanseburgerkampen.org (deze stichting was eerder al betrokken bij “Het jaar 2602 – Kinderverhalen uit het Jappenkamp”), Comité 4 en 5 mei, Nederlands Film Fonds, SNS Reaal Fonds. V-Fonds en NTR.

10897268253?profile=original___________  

Lees verder…

10897270101?profile=originalDen Haag wist van executies in Indië  door  Meindert van der Kaaij

(Kabinet Beel 1946-1948 (foto ANP))

Hooggeplaatste Nederlandse politici waren al van de stadsrechtelijke executies in Nederlands-Indië op de hoogte toen die militaire acties nog in volle gang waren. Toenmalig minister-president Beel wist op 1 februari 1947 van de “methode Westerling”, waarbij burgers standrechtelijk werden geëxecuteerd. Kapitein Westerling maakte pas begin maart op Zuid-Celebes een einde aan die methode. Enkele weken geleden bood de Nederlandse ambassadeur in Jakarta namens de Nederlandse regering excuses aan voor de duizenden standrechtelijke executies die het Nederlandse leger tijdens de dekolonisatie jaren van 1945 tot 1949 uitvoerde. Lang werd ervan uitgegaan dat dit excessen betroffen die door individuele militairen werden begaan en oogluikend werden toegestaan door militaire leidinggevenden.

 

In de archiefstukken heeft Trouw nu aanwijzingen gevonden dat KVP-kamerlid Max van Poll, de Indië-specialist van de fractie, al in november wist dat de commando-eenheid Depot Speciale Troepen onder leiding van Raymond Westerling in Zuid-Celebes zou worden ingezet. Van Poll besloot om op 1 februari 1947 minister-president Beel  gedetailleerd te vertellen wat Westerling op Zuid-Celebes deed en wat zijn “methode” inhield.

Zo schreef hij: “Indien er dan eenigen personen gevonden worden, die deze extremisten aanwijzen, worden eerst de extremisten doodgeschoten en daarna zij die de extremisten hebben aangewezen”. Van Poll liet daarop volgen dat de methode veel succes had en dat er “inderdaad een herstel van orde en rust wordt verkregen: de schrik komt er geweldig in”. Maar hij waarschuwde de minister-president ook: “U zult het wel met mij eens zijn, dat het te hopen is, dat dergelijke methoden niet voor het wereldforum bekend worden!”.

10897271259?profile=originalFoto-Kamerlid Max van Poll

Van Poll was behalve een zeer ervaren Kamerlid ook lid van de zogeheten Commissie-Generaal. Dit was een driemanschap dat Gouverneur-generaal Van Mook bijstond in de onderhandelingen met Soekarno over de toekomst van de Republiek Indonesia. Prominent lid daarvan was ook Willem Schermerhorn, die vlak na de oorlog korte tijd minister-president was. Het is waarschijnlijk dat hij net als Van Poll wist van de executies op Zuid-Celebes.

Goed beschouwd moet ook de onbetwiste leider van de KVP, Carl Romme, op de hoogte zijn geweest van de gang van zaken. Tijdens zijn bezoek aan Nederlands-Indië verbleef hij eind januari 1947 zelfs enige dagen in de hoofdstad Makassar, dat gonsde van de geruchten  over de executies en de successen die daarmee werden geboekt. Bovendien zal Kamerlid Van Poll het niet hebben aangedurfd om wél Beel en niet zijn eigen baas in te lichten over de operaties van Westerling.

10897271292?profile=originalFoto-Kapitein Raymond Westerling

Tot slot waren hoge civiele autoriteiten in Nederlands-Indië niet alleen op de hoogte van de excessen, maar gaven zij daartoe tevens zelfs expliciet toestemming. Dat gebeurde in een vergadering op 22 januari 1947. Vermeulen kreeg van de directeur Hoven van Binnenlands Bestuur (te vergelijken met een minister van Binnenlandse Zaken) groen licht om de Datoe (de plaatselijke vorst) van Suppa en zijn belangrijkste medewerkers te liquideren. Deze Datoe had erg veel macht en gezag bij de inlandse bevolking en zat    op dat moment “preventies gevangen”.

 

Lees verder…

Vrijwilligerswerk op Bali

10897269891?profile=originalVrijwilligerswerk op Bali     

Een van de droombestemmingen van Indonesië is ongetwijfeld het prachtige eiland Bali. In de eerste plaats vanwege de schitterende witte en zwarte (vulkanische) stranden. Maar ook het bruisende surfmekka Kuta is een belangrijke trekpleister. Maak ook een wandeling over het platteland, langs de kunstig aangelegde sawahs, palmbossen, de vriendelijke dorpjes en de altijd lachende kinderen.

Helaas is niet altijd alles zo mooi als het lijkt. Als gevolg van de aanslagen door terroristen een aantal jaren geleden en de financiële crisis die     ook Bali getroffen heeft, lijkt de ontwikkeling van Bali een beetje stil te staan. Natuurlijk blijven de unieke toeristische gebieden op het eiland altijd wel voldoende toeristen van over de gehele wereld trekken, maar de dorpen in het achterland hebben het zwaar. Er is onvoldoende eten, weinig werk en de scholen zijn onderbezet. Daardoor krijgen jongeren uit deze regio’s niet de met name Engelse lessen die ze later zo hard nodig hebben in de toeristenindustrie.

Het leuke kunstenaarsdorpje Ubud is zo’n beetje het centrale punt van alle helpende handen die aan de diverse projecten deelnemen. En die vrijwillige hulp is hard nodig. Men werkt met verschillende partnerorganisaties in Ubud, die ieder hun eigen invulling aan de vrijwilligersprojecten hebben gegeven. Vandaar de kleine verschillen tussen de projecten. Maar alle hebben het doel om het leven op Bali een beetje beter te maken en de kinderen een betere toekomst te geven. En daar gaat het uiteindelijk om.

Coördinator voor Bali is Yvette Teeselink. Zij is de vraagbaak over je reisplannen en/of het doen van vrijwilligerswerk bij een van de projecten. Yvette heeft veel ervaring opgedaan op dit gebied in Thailand, Laos, Cambodja, India, China, Borneo, Singapore, Vietnam en ook op Bali. Ze heeft tips en adviezen in overvloed.

Kan je en wil je helpen met lesgeven op een schooltje in een van de vele dorpjes op Bali? Het maakt eigenlijk niet uit wek schooltje of welk dorpje je kiest. De kinderen vinden het altijd super als je er bent, zodat ze spelenderwijs de Engelse taal kunnen leren. Het is zo belangrijk voor hun toekomst. In je vakantie het nuttige met het aangename verenigen; wat is er mooier en geeft meer voldoening dan dat? Eerst een week heerlijk relaxen en kennismaken met het unieke eiland en zijn cultuur en dan in een ontspannen sfeer aan de slag op een van de schooltjes.

Naast het geven van Engelse les is er ook de mogelijkheid om met gehandicapte kinderen te werken. Deze kinderen wonen in een kindertehuis, omdat ze of geen ouders meer hebben, of omdat hun ouders niet meer in staat zijn om goed voor hen kunnen zorgen. Maar alle ki9nderen zullen het geweldig vinden als je er voor hen wilt zijn.

Wil je meer informatie over deze unieke gelegenheid om tijdens je vakantie ook nog de kinderen van Bali wilt helpen zich beter op hun toekomst voor te bereiden? Neem dan contact op met Yvette Teeselink. http://www.activityinternational.nl/Indonesie.aspx#sthash.v74vzguP.dpuf. Mail: info@activityinyternational.nl

Lees verder…

10897277876?profile=originalVrije slag ICM online  

 

Aan de vooravond van de uitzending van Radio Tokeh over het boek Door de ogen van het kind Elly Hauwert had ik menig telefoon gesprek met dierbaren  waarin adviezen en uitwisseling van ervaringen over en weer flitsten. Het voelde heel goed. Plots spookte Facebook en KPN en begaf mijn ouderwetse dikbuikige tv het.

Ah wel ouderdom  zeker. Geluid was er ,doch het beeld bleef gitzwart vierkant.

Nou ja dan bedenk je de scènes achter de stemmen  van de serie Mrs Fletcher en je appt wat met je kleinkinderen en verder werk je de administratie af  en je geeft antwoord op Facebook voor zoveel en zover mogelijk. Irritant was het wel. Tijdens het typen verdwenen de teksten zomaar. Kwamen spelletjes jagers inbrekend ertussen in. Muziek brak gedurig in.

De dag van de uitzending wachtte ik sippend aan een enorme beker koffie op de bank op het beloofde telefoontje dat almaar uitbleef.. Een laatste app naar Barbara van Rossum  “tot nog toe niets gehoord”Meteen onderzocht ik de gsm. Daar bleek het geluid uit gezet . In de list van gemiste telefoons verscheen plots een verzoek te bellen naar bepaald nummer. Dat gedaan en jawel Eric van Radio Tokeh Roept was zo blij me aan de lijn te hebben uiteindelijk. In de resterende zend tijd werden de juiste vragen naar waarheid en eigen bevinding beantwoord. Het welkom was zo echt “mens onder de mensen” van een warm hart getuigend . Met het begrip en de emotie van ons kent ons en wij weten waar we over praten.

Het “dankjewel”dat je deuren hebt geopend en taboes bespreekbaar hebt gemaakt. Maar ook de zieleroerselen van de kleintjes die de oorlog van de onderkant beleefden , ondergingen en zagen  Waar de groteren op ons neerkijken en neer losbarsten.  

Dan zeg ik vol liefde . Dat nu is de bedoeling. Open vrijheid van spreken zonder nagewezen te worden: JIJ bent geschift , Wij hebben het erger mee gemaakt. 

De heling kan pas dan plaats vinden. Omdat je jezelf ervan bevrijdde en de ketel van de druk liet.

Ik ben blij dat dit  boek , weliswaar veel wonden zal open rijten. Maar tevens dat de heling er direct op zal volgen.

Jouw verhaal, jouw leven is geen leugen. Jij ademde jouw tijd en ondervindingen.

Jij ervoer die pijn dan en daar. Dat zal niet meer nodig zijn.

Ik wens je alle sterkte toe in de bevrijding en heling van het overdekt en ondergedompelde verleden. In al haar facetten.

Love to you all   

Elly Hauwert 

Lees verder…

ICM Wekelijks Column Elly Hauwert -

ICM Wekelijks Column Elly Hauwert -    

10897267286?profile=originalKnipseltje.

uit boek: Door de ogen van het kind

Elly Hauwert

  

 

 Moeder moest naar de tandarts. Ik moest weer mee. De jongens waren al eerder aan hun gebit geholpen. We waren nette kinderen en verzorgden ons degelijk volgens de arts. Dit keer kreeg moeder iets in de mond dat passend werd gemaakt. Ik was plots verdiept in het boek van Jules Verne. Moeder sprak op eigenaardige manier toen ze sprak: zoals u ziet dok ze leest zonder scholing gehad te hebben. Ik weet niet welke verrassingen ze nog meer in petto heeft.

Mevrouw geen zorgen. Het kind is gelukkig en zal zelf goed terecht komen garandeer ik u. De spraak van moeder trok mijn aandacht. Ze lachte naar me met open mond. Dat was adembenemend schrikken. Moeder was tandeloos. De dokter had alle tanden eruit getrokken. Ik was boos, geschrokken en wist me er geen raad me. Hoe moet moeder eten . Zo zag ze er beslist niet uit. Mijn hart voelde ik voor het eerst bonken. De arts frunnikte wat in moeders mond en hij sprak. Kijkt u maar in de spiegel. Zit het goed. Moeder flaneerde voor de spiegel en toonde me prachtige spierwitte tanden.. jasses.. wat vies, valse tanden. Waar zijn de echte gebleven. Moeder leek oppergelukkig en bedankte de arts de hand schuddend .De arts richtte de aandacht op mij. = Kom je even op de stoel, dan  kijk ik naar je tandjes. Oh jeeses neen.=  Dus ik zette het op een lopen krijsend. Waarom ben je zo bang? En ik gilde het nog harder uit. Ik wil geen valse tanden. Alweer lachten de arts en moeder hartelijk .wat speelt er toch in het hoofd van een kind hè? vroeg hij in het algemeen. Aan de voordeur van ons huis aangekomen zei ik plots tot moeder. = Mam ik zag de Nash van oom Frans een paar keer. Hij zal zo aan de deur komen. Denk ik niet Meis anders was ik wel op de hoogte ervan.

Tot Volgende keer!

Column 

Vrije slag ICM online  

 

Aan de vooravond van de uitzending van Radio Tokeh over het boek Door de ogen van het kind Elly Hauwert had ik menig telefoon gesprek met dierbaren  waarin adviezen en uitwisseling van ervaringen over en weer flitsten. Het voelde heel goed. Plots spookte Facebook en KPN en begaf mijn ouderwetse dikbuikige tv het.

Ah wel ouderdom  zeker. Geluid was er ,doch het beeld bleef gitzwart vierkant.

Nou ja dan bedenk je de scènes achter de stemmen  van de serie Mrs Fletcher en je appt wat met je kleinkinderen en verder werk je de administratie af  en je geeft antwoord op Facebook voor zoveel en zover mogelijk. Irritant was het wel. Tijdens het typen verdwenen de teksten zomaar. Kwamen spelletjes jagers inbrekend ertussen in. Muziek brak gedurig in.

De dag van de uitzending wachtte ik sippend aan een enorme beker koffie op de bank op het beloofde telefoontje dat almaar uitbleef.. Een laatste app naar Barbara van Rossum  “tot nog toe niets gehoord”Meteen onderzocht ik de gsm. Daar bleek het geluid uit gezet . In de list van gemiste telefoons verscheen plots een verzoek te bellen naar bepaald nummer. Dat gedaan en jawel Eric van Radio Tokeh Roept was zo blij me aan de lijn te hebben uiteindelijk. In de resterende zend tijd werden de juiste vragen naar waarheid en eigen bevinding beantwoord. Het welkom was zo echt “mens onder de mensen” van een warm hart getuigend . Met het begrip en de emotie van ons kent ons en wij weten waar we over praten.

Het “dankjewel”dat je deuren hebt geopend en taboes bespreekbaar hebt gemaakt. Maar ook de zieleroerselen van de kleintjes die de oorlog van de onderkant beleefden , ondergingen en zagen  Waar de groteren op ons neerkijken en neer losbarsten.  

Dan zeg ik vol liefde . Dat nu is de bedoeling. Open vrijheid van spreken zonder nagewezen te worden: JIJ bent geschift , Wij hebben het erger mee gemaakt. 

De heling kan pas dan plaats vinden. Omdat je jezelf ervan bevrijdde en de ketel van de druk liet.

Ik ben blij dat dit  boek , weliswaar veel wonden zal open rijten. Maar tevens dat de heling er direct op zal volgen.

Jouw verhaal, jouw leven is geen leugen. Jij ademde jouw tijd en ondervindingen.

Jij ervoer die pijn dan en daar. Dat zal niet meer nodig zijn.

Ik wens je alle sterkte toe in de bevrijding en heling van het overdekt en ondergedompelde verleden. In al haar facetten.

Love to you all   

Elly Hauwert 

Lees verder…

Elly Hauwert - door de ogen van het kind.

10897273094?profile=originalElly Hauwert - Haar boek "door de ogen van het kind".

Door ICM redactie wordt aan de recensie gewerkt. Binnenkort verschijnt een persbericht wordt dit unieke boek uitgebreid uit de doeken gedaan. Nu al wordt dit boek na het lezen gekwalificeerd om haar uniekheid waar eindelijk zonder censuur of filters ongezouten die waarheid wordt verteld nadrukkelijk vanuit perspectief het "kind zijn". Het kind dat zich op deze aarde al het aardse tot zich wil nemen door verkenning , het doen overkomen onschuldige gebeurtenissen in de kind ogen die eigenlijk te bizar zijn om alleen al op papier te zetten,  dan te overleven in de tijdlijn van die oorlog, bersiap, niet welkom zijn in Nederland en daarna ....   Elly heeft dit allemaal overleefd, Deze bagage kreeg Elly mee. Met haar bijzondere gaven gaf haar die constructie energie en moed om te overleven in dit aardse gebeuren.

Elly hoopt nu het eerste schaap over de dam is dat velen haar voorbeeld volgen om eens op te houden met het zwijgen.

Bent U nieuwsgierig geworden U kunt nu al het boek bestellen;;

ISBN: 978-94-91872-05-1

(C)  2013 E.Hauwert 

www.calbona.nl      email : Calbona@gmail.com

10897273474?profile=original

ICM Wekelijks Column Elly Hauwert -    

10897267286?profile=originalKnipseltje.

uit boek: Door de ogen van het kind

Elly Hauwert

  

 

 Moeder moest naar de tandarts. Ik moest weer mee. De jongens waren al eerder aan hun gebit geholpen. We waren nette kinderen en verzorgden ons degelijk volgens de arts. Dit keer kreeg moeder iets in de mond dat passend werd gemaakt. Ik was plots verdiept in het boek van Jules Verne. Moeder sprak op eigenaardige manier toen ze sprak: zoals u ziet dok ze leest zonder scholing gehad te hebben. Ik weet niet welke verrassingen ze nog meer in petto heeft.

Mevrouw geen zorgen. Het kind is gelukkig en zal zelf goed terecht komen garandeer ik u. De spraak van moeder trok mijn aandacht. Ze lachte naar me met open mond. Dat was adembenemend schrikken. Moeder was tandeloos. De dokter had alle tanden eruit getrokken. Ik was boos, geschrokken en wist me er geen raad me. Hoe moet moeder eten . Zo zag ze er beslist niet uit. Mijn hart voelde ik voor het eerst bonken. De arts frunnikte wat in moeders mond en hij sprak. Kijkt u maar in de spiegel. Zit het goed. Moeder flaneerde voor de spiegel en toonde me prachtige spierwitte tanden.. jasses.. wat vies, valse tanden. Waar zijn de echte gebleven. Moeder leek oppergelukkig en bedankte de arts de hand schuddend .De arts richtte de aandacht op mij. = Kom je even op de stoel, dan  kijk ik naar je tandjes. Oh jeeses neen.=  Dus ik zette het op een lopen krijsend. Waarom ben je zo bang? En ik gilde het nog harder uit. Ik wil geen valse tanden. Alweer lachten de arts en moeder hartelijk .wat speelt er toch in het hoofd van een kind hè? vroeg hij in het algemeen. Aan de voordeur van ons huis aangekomen zei ik plots tot moeder. = Mam ik zag de Nash van oom Frans een paar keer. Hij zal zo aan de deur komen. Denk ik niet Meis anders was ik wel op de hoogte ervan.

Tot Volgende keer!

Column 

Vrije slag ICM online  

 

Aan de vooravond van de uitzending van Radio Tokeh over het boek Door de ogen van het kind Elly Hauwert had ik menig telefoon gesprek met dierbaren  waarin adviezen en uitwisseling van ervaringen over en weer flitsten. Het voelde heel goed. Plots spookte Facebook en KPN en begaf mijn ouderwetse dikbuikige tv het.

Ah wel ouderdom  zeker. Geluid was er ,doch het beeld bleef gitzwart vierkant.

Nou ja dan bedenk je de scènes achter de stemmen  van de serie Mrs Fletcher en je appt wat met je kleinkinderen en verder werk je de administratie af  en je geeft antwoord op Facebook voor zoveel en zover mogelijk. Irritant was het wel. Tijdens het typen verdwenen de teksten zomaar. Kwamen spelletjes jagers inbrekend ertussen in. Muziek brak gedurig in.

De dag van de uitzending wachtte ik sippend aan een enorme beker koffie op de bank op het beloofde telefoontje dat almaar uitbleef.. Een laatste app naar Barbara van Rossum  “tot nog toe niets gehoord”Meteen onderzocht ik de gsm. Daar bleek het geluid uit gezet . In de list van gemiste telefoons verscheen plots een verzoek te bellen naar bepaald nummer. Dat gedaan en jawel Eric van Radio Tokeh Roept was zo blij me aan de lijn te hebben uiteindelijk. In de resterende zend tijd werden de juiste vragen naar waarheid en eigen bevinding beantwoord. Het welkom was zo echt “mens onder de mensen” van een warm hart getuigend . Met het begrip en de emotie van ons kent ons en wij weten waar we over praten.

Het “dankjewel”dat je deuren hebt geopend en taboes bespreekbaar hebt gemaakt. Maar ook de zieleroerselen van de kleintjes die de oorlog van de onderkant beleefden , ondergingen en zagen  Waar de groteren op ons neerkijken en neer losbarsten.  

Dan zeg ik vol liefde . Dat nu is de bedoeling. Open vrijheid van spreken zonder nagewezen te worden: JIJ bent geschift , Wij hebben het erger mee gemaakt. 

De heling kan pas dan plaats vinden. Omdat je jezelf ervan bevrijdde en de ketel van de druk liet.

Ik ben blij dat dit  boek , weliswaar veel wonden zal open rijten. Maar tevens dat de heling er direct op zal volgen.

Jouw verhaal, jouw leven is geen leugen. Jij ademde jouw tijd en ondervindingen.

Jij ervoer die pijn dan en daar. Dat zal niet meer nodig zijn.

Ik wens je alle sterkte toe in de bevrijding en heling van het overdekt en ondergedompelde verleden. In al haar facetten.

Love to you all   

Elly Hauwert 

A C H T E R G R O N D   van E L L Y 

Om te beginnen is Elly columnschrijfster op ICM media / forum.
Voorheen schreef Elly  proza, poezie en korte verhalen voor het multicultureel literair magazine genaamd. CONCEPT.
Niet lang nadat de Belgische oprichter overleed voor wie een standbeeld is geplaatst gemeentewege uit en ministerie van cultuur in de plaats Ichtegem, is het blad doodgebloed en overgegaan in een Nederlandse website www.concept.nl. waar nog steeds alle werken digitaal zijn opgeslagen.
 
Tegelijkertijd nam ze deel aan de schrijversgroep van Seniorweb gedurende een aantal jaren ,waar men elkaar begeleidde in de kneepjes van het schrijven. Die eveneens werden gepubliceerd via de website. Met eventueel gewonnen prijzen.
 
Aangezien zij haar nooit zag als schrijfster in termen van schrijfster a la beroemde namen, bleef ik workshops en cursussen volgen.
 
Haar opdracht was een roman: waaruit naar gevoel  drie mislukkingen voortkwamen. De titels: Bandung en De bougainville en De paarlen ketiing. Dat laaste bedoeld als een kleuren spectrum  van ervaringen. Waarbij de zwarte parel uiteraard de zware emoties tekenden doch van zeldzaamheid getuigden. De witte parels de lieflijke , en zo vertaalde en vertelde ik alles in de kleuren van de emotie.
 
Zij deed enkele pogingen in kinderboekjes. Uiteraard als Kerstkado voor de kleinkinderen.  
Haar hobby's zijn uiteraard : beeldhouwen, schilderen. Het liefst aquarel. Houtsnijwerken en fotografie.
 
Daarnaast voel zij zich schatrijk met haar kleinkinderen, die almaar weer bewezen hoe ze haar liefhebben en hoe graag ze bij haar zijn.
 
Zij  denkt niet dat die functies die ik bekleedde toegevoegde waarde opleveren aan haar persoon. Immers zij deed graag , stipt en met zorg alles . Deed veel kennis en kunnen op door haar in het vak te bekwamen. Zette ze in voor minderbedeelden en tegen onrecht volgens de regels der wet .
 
Elly kan zeker terugblikken op een rijk leven vol ervaringen, vol ontmoetingen, vol ontberingen, vallen en opstaan. Schakeringen tussen rijk en arm haar alle bekend.  Het heeft haar gemaakt tot de Elly die ze was als kind en die ze nu is  als volwassene . Respect voor al dat leeft en ademt , vergevend gezind  en genadeloos geduldig.
Ahum dat laatste in mindere mate de laatste tijd
Haar liefde voor haar kinderen, haar kleinkinderen is de stuw- en drijfkracht haar leven lang. Onvoorwaardelijk!
En de laatste jaren de dierbare vrienden, die wars van alles vrienden bleven ..
Elly dankt jullie!!
 
Liefdevol hart
elly hauwert
17-10-2013
 

Lees verder…

Kousbroeks “Oostindisch Kampsyndroom” – deel 8

10897266653?profile=originalKousbroeks “Oostindisch Kampsyndroom”

Besproken door: Pjotr.X. Siccama – deel 8

  

70 jaar geleden kwam het moment van absolute stilte en duisternis en had iedereen het gevoel dat de Wereld in een flits ten onder zou gaan bij de gebeurtenissen in Hiroshima en Nagasaki.

 De vraag die Kousbroek zich stelt met betrekking tot deze schokkende gebeurtenissen op Hiroshima en Nagasaki is pijnlijk, maar voor de toekomst voor de mensheid interessant: Ten eerste schrijft hij dat hij zeer waarschijnlijk de oorlog niet had overleefd als de atoombom er niet was geweest. – Dat geldt ook overigens voor velen. Dan komt de vraag in hem op, dit naar aanleiding van het werk “The night of the new moon” van Laurens van der Post, of er misschien in die WO II een wapenstilstand (zonder dat die atoombommen zijn gegooid op Hiroshima en Nagasaki)) mogelijk was geweest.

Het is begrijpelijk van Kousbroek om daar over te filosoferen en hij dacht dat het niet onmogelijk was geweest. Ik wenste dat het waar was.

Ik denk dat het onmogelijk was geweest (even afgezien van de onzekere rol van de Sowjet Unie waar Kousbroek, overigens terecht, naar verwijst). Toegegeven, het was al gecompliceerd genoeg in die tijd en omstandigheid, nog complexer nu na 70 jaar dat afschuwelijke drama sec in alle bijzonderheid te onderzoeken. Nogmaals denk ik, zoals gezegd dat het volstrekt (én helaas) onmogelijk was geweest en wel om verschillende redenen.

Het was in zeer beperkte kring bekend dat Duitsland, alle historische gegevens die ons bekend zijn ten spijt, in het diepste geheim nagenoeg klaar was om die atoom- bom te ontwikkelen en ook te gebruiken. (ook in Europa) Wat dat betreft kennen wij de Oosterburen maar al te goed: “Die allerbeste zu benutzen und nicht nur im Krieg..” en lijken zij op Japan, waarvan Kousbroek ook terzijde opmerkte dat Japanners, “.. algemeen wordt aangenomen dat zij klaar zouden staan om zich tot de dood toe te vechten…”  Ziedaar de onwrikbare houding van de agressors (weliswaar bijkomstigheden, maar van groot belang). Et voilà een van de vele dilemma’s. De tweede parallelle vraag was of die bommen ook gebruikt zouden worden in de rest van de Wereld, Europa bijvoorbeeld. Die vraag kan gerust bevestigend worden beantwoord.

De hele wereld herinnert zich nog wel die genante en naïeve vertoning van de Britse minister (van Buitenlandse Zaken) Chamberlain, zwaaiend met een stuk papier voor de wereldpers waarin de tekst van het verdrag van München was vervat en Chamberlain dacht Europa (en de Wereld) te hebben gered door o.a.de uitspraak te doen: “Peace for our time”. Een naïviteit van een Engelse gentleman die dacht dat Hitler een normaal mens en vredestichter was. – Met het Verdrag hoopten de wereldmogendheden immers dat Hitler geen veroveringen meer zou  doen, en zijn verdere plannen tot expansies liet varen. (men zou toen ook al kunnen zeggen dat het Münchener Verdrag een soort poging tot een echte vrede c.q.wapenstilstand was). Wij wisten wel beter.

Ik moet bij deze passage van Kousbroek eerlijk toegeven dat men over juist dit punt niet uitgepraat raakt, alleen al vanwege de ernst ervan.

Stellen we ons eens voor dat (om nog in Kousbroeks gedachte te blijven), aan de andere kant, (hypothetisch wel te verstaan) het wel mogelijk was geweest om te komen tot een soort wapenstilstand: wanneer zou die wapenstilstand dan tot stand moeten komen? Direct na het Müncher “depêche” misschien? dat geen succes werd en een Britse (lees Europese) afgang  en voor heel de Wereld fataal werd? Toen was er misschien, ja misschien, een kans van 0,001% om dat er nog uit te kunnen persen, maar gezien de agressor en miscreant Hitler nu eenmaal de duivel in eigen persoon was en dus bij voorbaat onbetrouwbaar was gebleken, was het absoluut geen optie. Was het ons niet bekend dat deze duivel der duivels Hitler de Duitse natie, indien hij de oorlog (nog voor hij zelfmoord plannen had) in zijn graf mee wilde sleuren?  

Maar nu we toch aan het theoretiseren en hypothetiseren zijn, wil ik hier toch op ingaan en is de tijd waarin dit moest gebeuren, van belang. Moest het misschien direct na de aanval op Pearl Harbour gebeuren of direct bij de inval van bijvoorbeeld Polen of inlijving van Voor deze laatste optie is het al helemaal te laat om één belangrijke reden: de tijd; men kon de tijd letterlijk (en figuurlijk) niet meer terugdraaien. Het zou onacceptabel zijn voor de geallieerde mogendheden zijn om daaraan te denken, aangezien nagenoeg de helft van Azië en de Pacific al onder de voet waren gelopen door Japan, hele volkstammen al waren afgeslacht, miljoenen burgers tot slaaf gemaakt en de helft van de Wereld (inclusief bezetting van grote delen van Europa) en bovendien voor heel het leven getraumatiseerd. Vermoedelijk was er geen mogendheid ervoor te vinden die onder die omstandigheid nog over een wapenstilstand wilde spreken, laat staan onderhandelen. Er was zelfs, had ik altijd begrepen, achter de schermen in het diepste geheim nog gepoogd om de uiteindelijke beslissing om die atoombom niet af te werpen en dus niet uit te voeren, door de agressors als bluf werd gezien. Het was zo onfortuinlijk allemaal. De gevolgen op alle terreinen in de menselijke geschiedenis zijn tot op heden desastreus en nauwelijks meer te herstellen.

Geen weldenkend mens kan atoombommen goed vinden. Als kind had ik al de grootste moeite mee, zo niet onmogelijk om een foto van de gebeurtenissen in Hiroshima en Nagasaki onder ogen te krijgen. Ik hoef het niet te zien, ik weet het, maar stel het me niet voor: ik heb niets met wapens, ondanks mijn grote technische kennis op dat gebied, (mijn vader was expert par exellence en een groot jager: van hem heb ik de kennis) maar uit hoofde van mijn professie uit mijn geheugen verbannen. Reflecties van die kanten wil ik te allen tijde voorkomen. .

Dan een andere mogelijkheid voor een wapenstilstand: Na de inval in Bohemen (en Oostenrijk)? Of misschien wel vlak vóór de atoombom op Hiroshima en Nagasaki? (Want dát bedoelt Kousbroek natuurlijk, gezien het verwerpelijke karakter en de allesverwoestende uitwerking van het atoomtuig) Uit de geschiedenis weten we maar al te goed dat Hitler Duitsland volstrekt onberekenbaar en onbetrouwbaar was gebleken in onderhandelingen terwijl in het oosten van Azië de legioenen (nog voor de aanval op Pearl Harbour)  uiterst scherp en zowaar stonden te trappelen (en in de startblokken), om de helft van de Wereld met alle geweld in te nemen.

Het grote Kwaad is immers al geschied en het ongeschreven pact tussen de twee duivels liet geen enkel rustpauze toe.

Nemen we bijvoorbeeld  nog een periode: tussen 1941 en 1943 (nog in de gedachte van Kousbroek): Zowel de Japanners en de Duitsers beleefden hun hoogtepunten met hun veroveringen: het is voor hen bij een wapenstilstand ondenkbaar dat zij al hun successen zouden moeten inleveren.

Stel dat alle partijen tot een zekere wapenstilstand waren gekomen in deze periode (1941/43);  we kunnen dan op onze klompen aanvoelen dat de agressors van de gelegenheid gebruik zullen maken de eventuele zwakheden van de mogendheden eens goed te analyseren (en niet te vergeten te testen!); en die tijd zouden Duitsland en Japan benutten om nog meer gruwelijke strategische plannen te ontwikkelen en deze ten uitvoer te brengen.

 

Dat respijt mocht hen immers niet worden gegund was de gedachte. Tegen duivelstaten viel niet te praten, onderhandelen voor een wapenstilstand was geen optie en rest van de

 

Wereldmogendheden zaten met een levensgroot dilemma om tussen leven en dood te beslissen. Dat bij hen toch hoe dan ook een afgrijselijke afweging moest zijn geweest

was evident om uiteindelijk naar het ultieme middel te grijpen als laatste redmiddel om de Wereld op het nippertje nog te kunnen redden.

 

Het jaarlijks terugkerend herdenkingsritueel in Hiroshima (Japan), is me al een tijdje opgevallen, een eigen leven gaan leiden; dat wil zeggen dat het niet alleen gaat om de vreselijke gebeurtenis die ontelbare slachtoffers heeft gemaakt, maar ook om in de ogen van de Wereld stil te staan bij het feit dat het Kwaad overal op de loer ligt, zonder direct of specifiek naar iets te verwijzen. Maar wij weten dat het niet minder is naar de ‘schuldige’ van de gebeurtenis: de V.S.

Het is een algemeen groot verwijt aan de Japanse overheid dat op de Japanse scholen nog steeds niet de waarheid wordt verteld (en geschreven!) over de historie van met name deze periode, juist waar Japan een cruciale rol heeft vervuld. Als de Nederlandse hisorici kunnen liegen over hun geschiedenis, dan spant Japan hierin wel de kroon. Het feit dat de Japanner niet eens de moeite neemt om zich in zijn eigen geschiedenis te verdiepen is heel

 10897274273?profile=original

 Minister van Buitenlandse Zaken van Groot Brittannië  bij aankomst in Londen nadat het Verdrag van München 1939 met het Müncher document in zijn hand.

10897274294?profile=original10897275266?profile=original

Het Tokyo Tribunaal.1945/46. Zaal  waar de Internationale rechters zitting hielden.

 10897275667?profile=original

Tokyo Tribunaal: Hedeki Tojo – politicus en generaal die de aanval

op Pearl harbour op zijn geweten had. –  opgehangen in 1948.

 

merkwaardig en bizar; het zal alleen maar kunnen leiden tot nog meer misverstanden als men het land beter wil leren kennen. De Japanner vraagt zich ook niet af wat en waarom zo’n Vredesmuseum nou in Hiroshima voor werd opgezricht.

Ja,in  Hiroshima staat een Vredesmuseum (geen oorlogsmuseum zoals gebruikelijk in landen waar WO II had gewoed- men vraagt zich af waarom niet), waar, in het gastenboek een Duitse bezoeker aan God vraagt of hij de Amerikanen alsjeblieft intelligenter wilde maken in de toekomst? De vraagt rijst met die zin (het staat werkelijk in het gastenboek) meteen bij me op hoe opvallend dit toch weer is. Het zou voor de Japanse maatschappij nu eens tijd worden openheid van zaken te geven en de Wereld niet nog eens te bedriegen om bijvoorbeeld een premier toe te staan om een eerbetoon te laten brengen aan een shintotempel waar de overblijfselen van de bekende (en onbekende) oorlogsmisdadigers liggen, tot grote ontsteltenis van  vele landen in de Wereld.

 

Kousbroek maakte gewag van die schattige meisjes in matrozenpakjes die met enqueteformulieren in de hand de (voornamelijk westerse neem ik aan) toeristen vragen hoe zij denken over vrede etc. en of ze het enquêteformulier wilde invullen. Wanneer je propaganda wilt maken voor de Vrede, kun je moeilijk aan ze vragen hoe ze over oorlog denken. Maar die naïeve “poor Japanese young girls”, hadden, schijft hij, er geen idee van waarmee ze de touristen om de oren slaan. Volgens mij begrijpen ze hun eigen Vredesmuseum niet (wat moet ik me daar precies bij voorstellen?) en maken hoegenaamd geen enkel verband met WO II incusief de atoombom.

Kousbroek, een beetje speels “Je zou op het enquêteformulier willen schrijven: ‘I like peace, very good, Japan makes war. Many people die. Atom bomb make peace.’”

Maar dan ben je verder uitgepraat. Ze horen wat ze willen horen, meer niet, vandaar ook denk ik het bestaan begrijp van hun opgerichte ‘Vredesmuseum’ waar niettemin allerlei (oorlogs) memorabilia en andere oorlogsdocumentaten worden tentoongesteld. Het is nog hypocrieter dan ik dacht.

 

10897275862?profile=original

Monument in de stad Hiroshima.

 

 

Volgens de Japanse mythologie komen de Japanners voort uit een God en het land Japan is een land dat diezelfde God speciaal voor hen gecreeerd had, een Japanse God natuurlijk.

Dit krijgers volk (oorspronkelijk waren ze vissers en later landbouwers) vertoont een merkwaardig soort superioriteitscomplex dat direct te maken moet hebben met zijn Shinto-achtergrond en gecultiveerde shintoleer.

De shintoleer, van oorsprong animistisch van aard (natuurgoden) is algemeen verspreid onder het Japanse volk en vormt een basis voor een specifiek sociale ordening (en mentaliteit) en zorgt voor een zekere eenheid van dat Oosters volk tot nu toe. De shintoleer beschouwt de Japanner als een (hun tweede) religie, wat eigenlijk geen religie is, zoals het Christendom.  (Het Budhisme is hun 1e religie.)

Als het volk goddelijk is, dan moet de leider, in de persoon van de keizer, wel de reïncarnatie zijn van een god op aarde. En zo geschiedde, dat dit volk in het begin van de dertiger jaren meende zijn goddelijke afkomst te moeten testen door allereerst het Noord/Oosten van het Aziatisch vasteland binnen te vallen en te annexeren; wat daarna kwam is geschiedenis.

 

Over de rol en positie van Hirohito in WO II is heel wat gezegd en geschreven. Kortom hij zou van al die oorlogsplannen van de militaire elite niets geweten hebben (waar hebben we dit eerder gehoord?). Ik weiger dat nog steeds te geloven. Niemand trouwens. Wij weten immers dat in de Japanse generale staf – de admiraliteit o.a. – leden van Hirohito’s familie diverse functies bekleedden?

Alhoewel hem zijn  “goddelijke status” in 1945 na de 2e WO door de wereldmogendheden werd ontnomen voordat het proces tegen de overige oorlogsmisdadigers begon, kwam er nou net geen monarchiale agendapunt voor op de lange lijst van Mac Arthur, (was nog even in de ijskast gezet) omdat deze dacht Hirohito nog voor wat anders nodig te hebben. En dat “anders” bleek een gevaar dat op de loer scheen te liggen in de mogelijke claims van China en de Sowjet Unie met betrekking tot Japan zelf en nog veel zaken waarmee de twee grootmachten met Japan nog een appeltje te schillen hadden. Maar ook dat de VS in casu Mc Arthur allerlei afspraken met  Hirohito wilden maken wat de Vs (c.s.) al uitgebroed hadden na afloop van het Tokyo tribunaal. Hoe dan ook, het vermeende gevaar ( claims waarvoor de mogendheden bang voor waren) bleek achteraf mee te vallen en ging dus als een nachtkaars uit: met als gevolg dat Hirohito mocht aanblijven als staatshoofd, met niet mis te verstane voorwaarden en de ons bekende implicaties. Voor de overige mogendheden en het Tokyo Internationaal tribunaal betekende dat een gemiste kans en een behoorlijke aderlating om Hirohito, net als zijn uitvoerder Hedeki Tojo op te hangen. 

 

Wordt vervolgd 

Pjotr X.Siccama

 

Lees verder…

Sporen van Smaragd

10897268670?profile=originalSporen van Smaragd 

Afgelopen mei werd het erfgoed-project ‘Sporen van Smaragd, Nederlands-Indisch erfgoed in Den Haag 1853-1945’ door de Gemeente Den Haag gepresenteerd in een publicatie, tentoonstellingen en een symposium. Naar aanleiding van de publicatie kreeg men veel vragen over de mogelijkheid om de beschreven historische gebouwen te kunnen bezichtigen. De organisatie maakt daarom met plezier bekend dat de meeste panden natuurlijk altijd te bezichtigen zijn, mits het hierbij gaat om gevelartefacten. Wie de panden van binnen wil bezichtigen, kan er      in de meeste gevallen slechts op Monumentendagen terecht. Deze zijn bij het verschijnen van deze Nieuwsbrief juist gepasseerd, namelijk het weekend van 14 en 15 september. Helaas kreeg de redactie dit bericht   te laat binnen om het nog in het augustusnummer te kunnen plaatsen. Hierna toch enkele gebouwen uitgelicht die op monumentendagen normaliter toegankelijk zijn.

Ministerie van Koloniën

Zo zal de Regentenkamer van het voormalige Ministerie van Koloniën aan het Plein 1 te bezichtigen zijn. Dit

ministerie werd in 1860 gebouwd door architect W.N. Rose (geboren in Cheribon). Het schitterende interieur van de Regentenkamer is in sublieme staat bewaard gebleven. Het fraaie en rijkversierde interieur is uitgevoerd in neostijlen. Zo zijn in het plafond de wapenschilden van Batavia, Tegal, Makassar en Soerabaja opgenomen. Verder hangen aan de wanden de portretten van alle goeverneurs-generaal van Nederlands-Indië.

Nederlandsche Handel-Mij

10897268857?profile=originalDe gevelsculptuur aan weerszijden van de entree Kneuterdijk 1 verbeeldt Oost- en West-Indië, het werkterrein van de Nederlandsche Handel-Maatschappij.

Het gebouw werd in 1920-1924 als hoofdkantoor gebouwd door de architecten M.A. en J. van Nieukerken in neo-Lodewijk XIV stijl. Op monumentendagen is weliswaar het het gehele pand te bezichtigen, maar wel de imposante hal en de onderliggende ruimtes.

Petrolea

10897269091?profile=originalDe American Petroleum Company (APC) kreeg in 1910 een Indische afdeling, waaruit in 1912 de Nederlandsche Koloniale Petroleum Maatschappij voortkwam.

In 1924 werd de zetel van de NKPM verplaatst naar Den Haag, waar een uniek kantoor van de hand van de architecten J.H. de Roos en W.F. Overeynder gerealiseerd werd. Oorspronkelijk ‘Petrolea’ genoemd werd het gebouw door de specifieke vorm en de rode baksteen al gauw beter bekend als “De Rode Olifant” aan de Zuid-Hollandlaan 7, duidelijk zichtbaar bij binnenkomst in Den Haag tegenover de Utrechtse Baan (A-12). Het interieur is recent op schitterende wijze gerestaureerd.

10897269483?profile=originalBENISO  

De bekende zeeschilder Hendrik Willen Mesdag liet aan zijn fraaie woonhuis aan de Laan van Meerdervoort 7-9 in 1887 een museum aanbouwen voor zijn imposante verzameling kunstwerken. Na zijn dood werd het huis gekocht door de Bond van Eigenaren van        de     Nederlandsch - Indische     Suiker

Ondernemingen (BENISO). In 1919 werd het huis omgebouwd tot kantoor, waarbij in de grote zaal op de eerste etage door architect Samuel de Clerq een vergaderzaal in de stijl van de Nieuwe Kunst werd ingericht. Het bedrijfslogo is nog te zien in de betimmering. In deze zaal bevindt zich een schitterend bovenhaardstuk van de kunstenaar Hendricus Jansen, dat de suikerverwerking door Javanen uitbeeldt, geflankeerd door twee Hindoestaanse Goden. Later werd het kantoorgebouw toegevoegd aan het Museum, nu het bekende Museum Mesdag, op iets meer dan een steenworp afstand van het beroemde Panorama Mesdag in de Zeestraat. Het museum is het gehele jaar door geopend: maandag t/m zaterdag 10.00 tot 17.00 uur; zon- en feestdagen van 12.00 tot 17.00 uur. 25 december en  1 januari gesloten. Het museum is beperkt toegankelijk voor rolstoel-gebruikers.

Wie meer wil weten over bijzondere Haagse gebouwen in relatie tot het voormalige Nederlands-Indië kan terecht op de bekende websites:     http://www.sporenvansmaragd.nl  of: http://www.monumentenzorgdenhaag.nl  of op de website van de beeldbank:  www.flickr.com/groups/sporenvansmaragd.     

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives