Alle berichten (25)

Sorteer op

10897314863?profile=originalWout Nijland gaat het rustiger aan doen nu met Simply Friends..

 

Door Ferry Schwab sr.

Wie kent hem niet in het Indo land? Hij vertelde mij ooit de passie die hij heeft voor de Indo’s. Wat het is dat de Indo’s hem zo aantrekt daar heeft hij totaal geen verklaring voor of het moet zijn de herinnering aan zijn tante die in het Jappenkamp zat en drie kinderen verloor of zijn andere tante die in Hollandia zat..

Van origine,  politiek als activist bij PvdA, en muzikant in hart en nieren, dat bewees hij onlangs nog waar hij Elvis Presley ten gehore gaf op een clip van Facebook. Verbijsterd keek ik naar deze clip, en kon op geen valse noot betrappen met passie en gevoel werd  dit nummer gebracht. De invloeden van een muzikant zie je ook weer terug aan de artiesten op het podium die WN Productions op zijn Istimewa brengt,  waar zeker de handen van Wout zijn te besmeuren in het soort arrangement aan song die worden ingebracht.

Eind jaren negentig ontfermde Wout zich als management (Wn-productions)  over de artiesten. Liep zo tegen in Driebergen-wonende-Blue Diamond Riem de Wolff op, die net zijn broer Ruud had verloren, en totaal de weg kwijt was, “Hoe verder nu zonder Ruud”. In deze periode zijn vele trajecten en arrangementen bewandeld;  van optredens tot uitbrengen van Cd’s. Overigens later in 2007 werd weer een beroep gedaan door de groep Manna voor het lanceren van CD met DVD “Melati in de Sneeuw” op Wout’s zijn kwaliteiten.

Echter het hart van Wout ging sneller kloppen bij het organiseren van grote evenementen, die onderscheidend en uniek dienen te zijn.

Kan wel stellen dat hierin is geslaagd terugkijkend op die 14 jaren.

De eerste pasars in 2002. Dan de befaamde meest bezochte pasars in Zeewolde. Niet in hallen maar in grote tenten, die het gevoel moeten geven van de oorspronkelijke pasars uit voormalige Batavia. Hierin is deze opzet geslaagd die door ruim 12.000 tot 15.000 bezoekers werd aangedaan uit alle hoeken van het land. Een feest was het voor iedereen.

Niet te vergeten de andere landelijke pasars zoals nu in de plaatsen Zwolle, Zeist, Amsterdam, Arnhem, Dordrecht, Alphen a/d Rijn, Steenwijk, Maastricht, en Rotterdam.

Hierbij een kanttekening plaats voor Amsterdam (Huishoudbeurs RAI) die WN-Productions heeft gevraagd om een pasar te organiseren voor haar koppige 240.000 bezoekers, moet iets innovatief zijn. Bizar, dat deze pasar in een keer TTF van de troon stoot met haar 82.000 bezoekers. Voorts al vorens Burger Zoo die WN-Productions benaderde om ook een pasar op te zetten. Alleen maar goed om zo de pasar malams onder het Nederlands publiek te brengen en die bekendheid te geven.

Ondanks Wout Rustiger wil aan doen met zijn Zwitserleven (pensioen) komen er steeds meer opdrachten binnen.

Dat de muzikant in Wout zit, blijk wel uit zijn jaarlijkse parade paardje “Het Goud van Oud” Events ergens in het najaar.

Zijn betrokkenheid in het Indo-wereldje gaat nog verder dan alleen pasars. Dit naast de ondersteuning Papoea erfgoed o.a. bij het lanceren van ICM Jaarboek, die Wout als een waardevol document beoordeelde, een stuk Indische geschiedenis. Niet te vergeten bij Indische Petities vooraan loopt, letterlijk en figuurlijk, want liep als enige organisator mee bij de Stille Tocht van Vredespaleis, Plein 1813 zo naar Het Plein. Ook nu weer met Petitie TvW ‘’66 (Traktaat Verdrag Wassenaar) wordt deze optimaal gesteund op de pasar malams en zijn nieuwsbrieven.

Wout zal meer achter de schermen opereren bij het Zwitsersleven, en  coördinerende uitvoerende zijn Hans en Marcel die het stokje van Wout gaan overnemen.

Nu anno 2019 Wout  met Simply Friends .

 

Hier enkele filmpjes van Wout & Simply Friends.

  • Simply Friends

    Simply Friends

    Optreden van Simply Friends op de Pasar Malam Dordrecht 2018 van Istimewa - Events.Jan de Keten16 Aug 2018102 weergaven

ICM 4.8.2015

Lees verder…

KRIJGSGEVANGEN KNIL-SOLDAAT RON SCHOLTE (91) OVERLEEFDE DE ATOOMBOM

bron Telegraaf van 6/8-2015

10897316262?profile=original

’De geur van verbrand vlees zal me altijd bijblijven’

Hij staat er zoals elk jaar bij stil. Maar ook nu, precies zeven decennia later, vooral niet te lang. Want aan details van toen terugdenken, maakt krankzinnig. Daarvan is Ron Scholte (91) overtuigd. Hij zag plutoniumbom Fat Man, afgeworpen door de Boeing B-29 Superfortress Bockscar van captain Charles W. Sweeney, naar beneden zeilen. Tot die flits en de allesvernietigende knal.

„Als krijgsgevangenen groeven we kelders aan de voet van de heuvels, omdat onze schuilplekken niet veilig waren. Zo was tijdens eerdere Amerikaanse aanvallen op Nagasaki gebleken”, vertelt hij. „Ik stond in een tunnel toen iemand om 11.02 uur in de ochtend schreeuwde dat er ’iets’ uit de lucht viel. Vlak na het felle, bliksemachtige gele licht dook ik in die door mij zelf gegraven schuilkelder, net voor de aardbeving losbarstte. Dat heeft me behoed voor brandwonden, radioactieve straling en de dood.”

Negen Nederlandse kameraden, allen gedetineerd in kamp Fukuoka 14, kwamen wel om, net als uiteindelijk meer dan 100.000 Japanners. Onmiddellijk, door de niet te blussen branden. Later, soms jaren later, als gevolg van leukemie.

’KNIL-militiesoldaat 8924’ Ron Scholte werd op 3 april 1943 aan boord van de Hawaiimaru – een door de Japanners tot gruwelgevangenis omgebouwd vrachtschip – van zijn geboorteplaats op Java naar Nagasaki getransporteerd. Hij overleefde lange jaren van Japanse wreedheden.

„Toen Fat Man was gevallen, strompelde ik driekwart blind de tunnel uit en belandde in de hel op aarde. Mensen zonder gezicht, stapels verbrande lijken, een niet te temmen vuurstorm. De zon was verduisterd door rook en stof en die enorme paddenstoel. Als 20-jarige zocht ik met blote handen naar ledematen, hoofden en lijken. We hebben onze luitenant Aalders gecremeerd. Nee, met ’Nagasaki na de bom’ is niets te vergelijken.”

Of het moet de drie dagen eerder in het stadshart van Hiroshima ontplofte uraniumbom Little Boy zijn. Met uiteindelijk in totaal 237.062 doden. Maar de bommen betekenden ook een einde aan de Tweede Wereldoorlog en de redding van vele tienduizenden geallieerde levens. Het bloedbad van de slag om Okinawa deed de Amerikanen huiveren voor nog veel meer slachtoffers na een invasie van de Japanse thuiseilanden.

Dat alles had Paul Warfield Tibbets jr. in gedachten, toen het naar zijn moeder vernoemde B-29 vliegende superfort Enola Gay 6 augustus 1945 in alle vroegte opsteeg van de vooruitgeschoven basis Tinian, stipje in de oneindige Stille Oceaan. De luitenant-kolonel had zijn twaalfkoppige bemanning zelf mogen selecteren. Dus koos Tibbets onder anderen voor Thomas Ferebee als bommenrichter en Theodore ’Dutch’ van Kirk als navigator. Met die laatste, van Nederlandse afkomst, had hij eerder in de oorlog vele aanvallen op door Hitler bezet Europa uitgevoerd.

De crew oefende maandenlang in het afwerpen van Little Boy, al hadden de vliegers tot de avond voor de aanval geen flauw idee waarmee ze op pad zouden gaan. Grootste uitdaging was, zo hadden de wetenschappers van het Manhattan-project in Los Alamos berekend: ontkomen aan de schokgolf. De B-29 kon alleen overleven op een afstand van minstens 12,8 kilometer van de exploderende uraniumbom.

Nóg een uitdaging: het dodelijke wapen zou pas na opstijgen afgemonteerd en geactiveerd worden. Om te voorkomen dat Tinian, Amerikaanse basis relatief dicht bij de Japanse archipel, tot inferno zou worden na een onverhoopte crash op de startbaan.

Paul Tibbets had voldoende cyaankalicapsules bij zich voor elk van de twaalf bemanningsleden. Werd de Enola Gay neergeschoten, dan mochten de Japanners onder geen beding details van de geheime missie achterhalen.

Maar de operatie zou vlekkeloos verlopen. Om 08.15 uur werd Little Boy afgeworpen en dook de Enola Gay in een rechterbocht van 155 graden weg van doel en inslag, op de ultieme vlucht voor de naderende schokgolf. Precies 43 seconden later voelde Tibbets aan een tinteling in zijn tenen dat de bom was ontploft. Een blik naar beneden deed de bemanning huiveren. Hiroshima was verdwenen onder een deken van rook en vuur, onder een enorme paddenstoel.

Ron Scholte, ruim 300 kilometer verderop krijgsgevangen in Nagasaki, had geen idee wat zich in Hiroshima afspeelde. En omdat de Japanners maar bleven dralen met onvoorwaardelijk capituleren, steeg drie dagen later majoor Charles W. Sweeney achter de stuurknuppel van zijn B-29 ’Bockscar’ op. Het toestel zou oorlogsindustriestad Korkura in de nucleaire as leggen, maar vanwege een dik wolkenpak werd na drie mislukte aanlopen gekozen voor het alternatieve doel: Nagasaki.

Opnieuw slecht zicht dwong bommenrichter Frederick Ashworth zijn Fat Man af te werpen op bijna vijf kilometer afstand van het centrum. Maar ook hier bleek de verwoesting uiteindelijk compleet. Foto’s van de stad voor en na de aanval spreken boekdelen.

Ron Scholte was erbij. En de genist had al zoveel ellende moeten ondergaan sinds hij op 17-jarige leeftijd op Java krijgsgevangen werd gemaakt. Vreselijke tijden volgden. Tijdens transport op zee, in diverse kampen. Met uiteindelijk dus Nagasaki als eindpost in de oorlog. Scholte werd door de Japanners gedwongen aan vrachtschepen op de grote Mitsubishi-werf te werken. En in de ochtend van 9 augustus 1945 volgde de atoombom.

„Ik ben uiteindelijk de heuvels ingevlucht, om aan de door de wind aanwakkerende vuurzee te ontkomen”, vertelt de Nederlander. „Die geur van verbrand vlees zal me altijd bijblijven. Afschuwelijk. Kort na de bom werden we bevrijd en verlieten we Japan aan boord van het Amerikaanse vliegdekschip USS Chenango.”

Voor de jonge Scholte volgde vrijwel onmiddellijk de bloedige en omstreden oorlog tegen Indonesische nationalisten. Hij moest zijn dienstplicht nog voltooien en maakte de Eerste Politionele Actie mee. Na enkele jaren bij Shell op Java te hebben gewerkt, koos hij in Nederland voor een loopbaan als beroepsmilitair. Met sergeant-majoor van de genietroepen als afzwaairang.

„Mijn kinderen en kleinkinderen heb ik al die tijd maar weinig verteld over de jaren in Japan, over de atoombom op Nagasaki”, zegt hij. „Ik wilde het vooral eerst zelf uit mijn hoofd bannen. Dat verbrande kindje, pal naast die al eerder omgekomen moeder… De stervende baby die ik naar een hulppost droeg. Mijn vijf kinderen mochten ná de oorlog niet worden opgescheept met een oorlogssyndroom. Dat is gelukkig ook niet gebeurd.”

Historisch gerechtvaardigd, die Amerikaanse atoomaanvallen op Japan? Ron Scholte, en als er iemand recht van spreken heeft is hij het, weet dat Little Boy en Fat Man een einde maakten aan WOII.

„Zonder die twee waren er misschien nog eens honderdduizenden geallieerde levens verloren gegaan. Een bom kun je nooit als ’terecht’ bestempelen. Maar wél als noodzakelijk. En dat was 6 en 9 augustus 1945 het geval.”

Na de oorlog werd gesuggereerd dat de vliegers van Enola Gay en Bockscar spijt hadden van hun atoommissies. Zo zouden de captains Charles Sweeney en Paul Tibbets jarenlang in een klooster hebben gebeden voor hun zonden. Niets is minder waar. Tibbets en Sweeney vonden dat de Japanners moesten worden gedwongen tot onvoorwaardelijke capitulatie opdat nog meer geallieerde slachtoffers werden voorkomen. Tibbets, hij overleed in 2004, schreef een boek en gaf lezingen. Vorig jaar stierf het laatste crewlid: Enola Gay-navigator Theodore ’Dutch’ van Kirk. Hij werd 93. Zijn laatste woorden: ,,We waren vijf jaar in oorlog met een vijand die nog nooit van overgave had gehoord. Onder dezelfde omstandigheden deed ik het opnieuw.”

Nadat Albert Einstein president Roosevelt per telegram had gewaarschuwd dat Adolf Hitler mogelijk een nieuwe bom ontwikkelde die in één klap hele steden kon vernietigen, begonnen de Amerikanen in 1939 aan het Manhattan-project.

Doel was voldoende splijtbaar materiaal te produceren voor een atoombom. Vanaf 1943 werkten wetenschappers in het hermetisch van de buitenwereld afgesloten Los Alamos aan het ontsluiten van de kracht van het atoom. Op 16 juli 1945 vond de eerste testexplosie plaats met de Trinity. Vervolgens werden Little Boy en Fat Man voltooid. Ondanks twijfels koos men voor inzet van het nieuwe gruwelwapen. Uit vrees voor 500.000 Amerikaanse doden na een anders noodzakelijke grondaanval op de Japanse thuiseilanden.

ICM 6.8.2015

Lees verder…

10897305074?profile=originalJapan en de oorlog die ons allemaal zo getroffen heeft, de Indische Gemeenschap

door Frans Smith.

Han heeft een stuk geschreven m.b.t. Japan en de oorlog die ons allemaal zo getroffen heeft. Ik lees en hoor veel over die tijd, maar ook de koloniale tijd, de Bersiap en de repatriëring, de nimmer uitbetaalde salarissen, en de meer dan 9 honderd miljoen die de overheid stal van de Indischen, Graag zou ik hier een stukje willen schrijven, iets waar ik zelf als occultist en metafysicus steeds mee worstel. De Indische gemeenschap, en dan met name de ouderen geloven in de onzichtbare wereld, net als de meeste Aziatische landen. Wij geloven in "effecten" bv, wie goed doet - goed ontmoet. Dit is het zelfde als: wat je zaait zal je oogsten, en zo binnen - zo buiten, zo onder - zo boven, iedere Indo weet wat men bedoelt als men zegt: tegenwerking. Dat is als je zwarte kunst beoefent, iemand bewerkt. Want zoiets keert zich op den duur tegen je zelf. De Chinezen zeggen dan ook: in de hemel worden de dingen voorbereidt - en op aarde worden de dingen volbracht. De Hopi Indianen voorspelden de komst van de rail-roads (wegen waarin de zon reflecteert), de komst van een ras runderen (longhorns) de komst van de blanke man, en zelfs de komst van de telegraaf lijnen.

In boeddhistische geschriften vinden we de voorspelling van een blank ras dat Indonesië zal overheersen (ik moet even opzoeken welk geschrift dat was), dan zou er een geel ras alles overheersen. In Huna (Hawai) zegt men: dark times to come. en ook in de bijbel lezen we over alles wat zal komen. M.u.v. het materiele westen gingen de oosterlingen er vanuit dat de zichtbare wereld een illusie was, of zoals de Hindu zegt: Maya ofwel Cosmic Illusion. en ja, inderdaad, de zichtbare wereld is een illusie. In feite bestaan er geen rassen, alleen zielen die steeds weer re-incarneren tot ze hun cyclus hebben volbracht. Door dat de ziel telkens een ander lichaam neemt ontwikkeld hij bewustzijn, zo is een Japanner zich niet bewust van de Indische mens, tenzij hij incarneert in een Indisch lichaam om het maar zo te zeggen. Vandaar dat de Indiaan zegt: iemand kan pas over een ander oordelen als hij in zijn mocassins heeft gelopen. als men weet dat alles op aarde een ziel heeft, ja van mineraal tot mens en men begrijpt dat niet het lichaam maar de ziel evolueert, dan ziet men dat wij allen begonnen als mineraal om zo op te klimmen via het plantenrijk tot het dierenrijk, en vanuit het dierenrijk tot het mensdom. Volgens Vivekananda, een van de laatste grote meesters, duurt het 1,4 miljoen jaar om te komen van mier tot mens.

Daders van nu zijn de slachtoffers van morgen, dat is karma en daders van toen zijn de slachtoffers van nu, want alleen dan kan de ziel leren, wat het is om pijn te lijden, om vrouw te zijn, ziek te zijn of arm te zijn. Het wil niet zeggen dat wij geen erbarmen moeten hebben met hen die lijden, maar tegelijkertijd moeten wij ons beseffen dat niets op aarde voor niets gebeurd. Voor een ieder gebeurd slechts dat wat bij zijn ontwikkeling, zijn evolutie behoord. Indien wij kwaad worden door wat wij zien, lezen of ervaren, dan is dat uiteindelijk slechts ons ego, dat wat wij moeten overwinnen. Ja, mijn hele familie heeft geleden on de Jappen, en ik zelf heb nu nog last van die ellende. Maar misschien is het opbranden van mijn eigen karma, nu voel ik hoe het is om Indo te zijn, om anders te zijn, om anders behandelt te worden, ook mijn ego verzet zich als geen ander,..diep in mij weet ik dat ik geen Indo ben, ook geen mens maar een ziel die een ontwikkeling moet doormaken, voor wat ik in vorige levens zelf anderen heb aangedaan. Juist de Indo heeft dat in zich, en de belanda ? die overheerste de inheemse bevolking van Indonesië en als karma, oogsten ze via de Jappen en de Duitsers dat wat zij anderen aandeden.

Nogmaals, elk verzet tegen mijn schrijven is EGO. Vergeven is niet noodzaak, maar inzicht wel. Ik zelf kom in conflict met mij zelf vanwege mijn ego, mijn vechtlust en het gevoel zwaar onrecht aangedaan te worden...maar toch is er een kracht in mij....die eveneens vecht en zich laat gelden.

ICM 7.8.2015

Lees verder…

Telegraaf zwijgt als het graf over INDIË-HERDENKING.

 

Telegraaf zwijgt als het graf over INDIË-HERDENKING.

Betreft de maandag-ochtend papieren krant.

 

10897319680?profile=original

10897320081?profile=original

 

Desondanks de prachtige tablet formaat papieren krant wordt deze toch door die Indische gekleurdheid  onderscheidend in de negatieve zin en  wordt nu bevestigd door;  geen letter, of foto te plaatsen in haar Maandag - ochtend krant over de INDIË-HERDENKING  bij het Indisch Monument die massaal werd bezocht, en bijgewoond door Koning Willem Alexander en de delegatie van de Nederlandse regering.

 

Toch vreemd dat van deze bijzondere gelegenheid niets wordt verslagen.

Niet in alleen in Den Haag werden INDIË-HERDENKINGEN gedaan, maar  ruim 23 gemeentes en 3 in het buitenland.  Een teken aan de wand dat een krant als een Telegraaf hiervan geen verslag heeft gedaan.

 

Uiteraard wel weer des Telegraaf s komt deze  met negatieve ontwikkelingen dat er steeds meer claims richting Nederland vanuit Indonesie – de weduwen waar de mannen door Westerling zijn afgeslacht in Sulawesi, 40.000 man - komen die de belastingbetaler alleen maar geld gaat kosten.  Zeker toepasselijk als een krant om met zulke uitspraken te komen dat aan het infuus ligt dat via de bekende buitenlandse beleggingsconstructies gelden uit ABP Pensioenfonds krijgt, waar overigens ook de huidige staatssecretaris de hand in heeft gehad in zijn vorige functie (bron via de TV omroep Nieuws Uur).  Heb je als Telegraaf helemaal boter op je hoofd.

 

Of heeft de voorlichtingsdienst de Telegraaf verboden om de uitspraken van Mark Rutte, die zijn Indischeid heeft geuit? Wie zal het zeggen, het feit is dat niets van de INDIË-HERDENKING in de krant is verschenen.

Beseft de Telegraaf wel dat er 1,4 miljoen Indische Nederlanders zwaar beledigd zijn dat aan deze INDIË-HERDENKING  geen aandacht is besteed. Komt misschien dat Mark Rutte de uitspraak heeft gedaan dat hij de Indische geschiedenis ook zijn geschiedenis is, daarmee erkent dat alle feiten in het voormalige Nederlands INDIË hebben afgespeeld, dus schuld bekend?

 

Hier wederom het bewijs dat alle Indische ontwikkelingen onder het tapijt worden geveegd, Telegraaf ik zeg mijn abonnement op als Editor van ICM (De Indische Internetkrant), met mij zullen er nog veel volgen, misschien

dat de ABP - dosering van het infuus nog verder moeten worden verhoogd om als krant te overleven.

 

 ICM editor Ferry Schwab sr.

 ICM  17.8.2015

Lees verder…

10897323472?profile=originalFukuoka - Toen 70 jaar geleden de atoombom viel op Nagasaki was mijn vader in de buurt.

Door Hans Vervoort.

Hij had het werk aan de Birma spoorweg overleefd en was vervolgens met honderd andere gevangenen per schip naar Japan vervoerd om daar in de mijnen te werken.
Hij sprak niet graag over de oorlog, maar dankzij het feit dat sinds 2011 de interneringskaarten van krijgsgevangenen gedigitaliseerd zijn kon ik zijn kampgegevens vinden op www.gahetna.nl
Helaas was de tekst in het Japans en alhoewel ik nog steeds goed tot tien kan tellen (ichi ni san shi enz.) en de kampcommando's ook nog wel zou kunnen verstaan, heb ik na de oorlog geen aanvechting gehad die taal eens echt goed te leren.
De Nederlandse regering (gul als zij kan zijn) liet bij het digitaliseren de kampkaarten van de overledenen vertalen, maar had (zuinig als zij meestal is) er geen geld voor over om ook de kaarten van degenen die de oorlog overleefden in het Nederlands om te zetten.
En mijn vader behoorde tot die categorie, al is hij zo'n 15 jaar geleden wel ingehaald door de dood.
Dankzij een vriendelijke Japanner ken ik inmiddels toch zijn kampadressen in Birma en Japan.
In Japan verbleef hij ruim een jaar in Fukuoka kamp nr. 9B, ongeveer 2 kilometer van Nagasaki verwijderd.
Hij vertelde ooit over de mijn waarin hij werkte dat hij een keer het etensblikje van een Japanse collega stal en toen ontdekte dat die hetzelfde karige rantsoen kreeg.
Ik geloof niet dat hij zich schuldig voelde over die diefstal, het was ten slotte een Japanner, de vijand. Maar het hielp hem wel om na de oorlog dat volk wat minder te haten.
Niet dat hij ze ook maar iets vergaf, want zijn oudste zoon was in het interneringskamp gestorven door ziekte en honger en dat stond elke vergiffenis in de weg. Maar de wetenschap dat ook de gewone Japanner leed onder de oorlog maakte een paar millimeter verschil.
De bom op Nagasaki bracht goddank vrede.
Mijn vader zat 600 meter onder de grond. Hij en de andere krijgsgevangenen hadden de bof dat bij het naar boven komen de wind de goede kant op stond.
Na de oorlog zag hij ons terug in Makassar, de hoofdstad van Celebes. Mijn vader was er administrateur van het KNIL-garnizoen en mijn moeder en ik waren per boot van Semarang naar Makassar gekomen. Ik was zes.
Het was net avond geworden en al vrij donker. We stonden op de kade in de menigte, naast onze koffertjes, toen mijn vader ons vond.
Hij tilde me op en drukte mijn moeder tegen zich aan en zo stonden we een tijdje. Hij was stevig en had een breed, rood gezicht en hij rook prettig naar tabak.
We stapten in een dogkar, een wagen met paard, en reden weg. Al na een half uur kwamen we aan waar we zouden wonen, Bessieweg nummer 10. Mijn vader had voor eten gezorgd, boterhammen met kaas uit blik. Er kwam warm licht uit de lamp boven de tafel. Het was stil buiten en gezellig binnen en al ver over bedtijd. Ze praatten af en toe met elkaar. Ik hoorde de naam Robbie vallen, terwijl ik met aandacht mijn boterhammen at. Hij was blond met blauwe ogen en een jaar ouder dan ik toen hij dood ging in het kamp. Nu ik zijn naam weer hoorde, in Makassar onder het lamplicht, dacht ik voor het eerst sinds lange tijd aan hem. Ineens begon mijn vader zacht te huilen. Ze stonden tegen elkaar aan, mijn vader en mijn moeder. Na enig aarzelen klom ik van mijn stoel af en ging erbij staan. De hand van mijn moeder kwam naar beneden en trok me tegen zich aan.

10897324659?profile=original

ICM 10.8.2015

Lees verder…

Op deze dag - Indie Herdenkingen - maakt Mark Rutte eindelijk bekend dat de : Indische geschiedenis" ook een deel van hem is,

10897318701?profile=original

10897311894?profile=original

toch een belangrijke mijlpaal in de Nederlandse geschiedenis deze erkenning, daarmee geef je toe dat genen wat de Nederlandse regeringen 70 jaren onder het tapijt heeft geveegd werkelijk heeft afgespeeld, mooiere dag kunnen wij ons toch niet wensen, dat wij een Indische Minister president hebben, die met een schuin oogje naar Martin van Rijn kijkt " om op te schieten met Indische kwestie, nadat na 2 en half jaar waar NICC & ICM die 10.000 handtekeningen aan Indisch Platform (IP) overhandigen.

Op het IP de verplichting rust om bij de onderhandelingen met Martin van Rijn, na twee en half jaar radio - stilte terug te koppelen  met NICC & ICM (Immers achterban zijn) of het akkoord conform het voorgelegde pensioenplan is van NICC & ICM kosten 6-7 miljard.

Zodat dan definitief en voor altijd het Indisch boek kan worden gesloten. De Indisch kwestie heeft voorrang nu na 70 jaren op de Griekse verslinden bereput, waar weer een beroep wordt gedaan op Nederlandse regering (5-6 miljard).

Dit zullen wij in de media en kranten zoals een Telegraaf nooit  lezen, die hebben namelijk nooit over de Indische geschiedenis gehad. Dus de achtergronden  van de Indische kwestie niet kennen, wellicht dat nu voor de Nederlandse burgers programma's worden opgesteld om zich eigen te maken betrekking tot de Indische geschiedenis die de Overheid/regering bewust hebben verzwegen voor het Nederlandse volk, een geschiedenis van meer dan 300 jaren waar Nederland de regie over voerde werd 70 jaren doodgezwegen!

ICM 16.8.2015

Lees verder…

Indisch Platform: Kabinet had zijn excuses beloofd

Indisch Platform: Kabinet had zijn excuses beloofd

Het kabinet maakt zijn beloftes niet waar omtrent de erkenning van achterstallige salarissen van militairen en ambtenaren in dienst van toenmalig Nederlands-Indië.

Dat zegt het Indisch Platform, dat al jaren onderhandelt met het kabinet over erkenning, excuses en financiële compensatie voor niet uitbetaald salaris tijdens de Japanse bezetting van Indië.

Naar eigen zeggen had het platform van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) de toezegging gekregen dat de premier of de koning tijdens de Indië-herdenking van vorige week zaterdag erkenning en excuses zou uitspreken. Ook zou hij een voorschot geven op een financiële regeling voor (nabestaanden van) de ongeveer 50.000 oud-ambtenaren. „Dit is ons op 8 juli persoonlijk door Van Rijn toegezegd”, zegt Ton te Mey van het Indisch Platform. Maar in de toespraak van Rutte bleek niks van die toezegging. Er kwamen geen excuses.

„Intens teleurstellend”, vindt Te Mey, vooral omdat de premier in zijn toespraak suggereert dat de zogeheten backpaykwestie al in kannen en kruiken is. „De regelingen met de erkenning van achterstallige salarissen en geleden oorlogsschade lieten lang op zich wachten”, zo zei de premier. „Maar die regelingen laten nog stééds op zich wachten”, zegt Te Mey. „Er zijn nog niet eens woorden van erkenning of excuses uitgesproken, laat staan dat er is gecompenseerd. Een aanfluiting.”

Leugen

Een woordvoerder van premier Rutte zegt de kritiek niet te kunnen plaatsen. Volgens hem was de toespraak lang van tevoren gedeeld met het Indisch Platform. „Ze hebben er ook mee ingestemd.” Volgens het Indisch Platform is dat ’een grove leugen’. „Er is niks gedeeld. Dat was wel de bedoeling. Maar we kregen juist ruim voor de toespraak te horen dat we de speech niet mochten inzien.”

Staatssecretaris Van Rijn kan geen uitsluitsel geven over wie er gelijk heeft. Zijn woordvoerder wil bevestigen noch ontkennen of er toezeggingen zijn gedaan over excuses en compensatie voor de Indische gemeenschap.

ICM 24.8.2015

Lees verder…

Vergeten Nederlanders in het Voormalige Indie

10897316853?profile=original

 
Onze jurist/advocaat Peggy Lesquillier stelde het vonnis van de rechtbank aan de redactie ter beschikking, hierin heeft de bestuursrechter de Overheid in het ongelijke gesteld dat burgers in Indonesie ( voormalige Indie) ook recht hebben .op deze oorlogslachtoffers uitkering (NL - nationaliteit). In aller haast heeft redactie ICM de betrokken Stichtingen, donateurs bij elkaar geroepen om te overleggen. Hoe kunnen de mensen in Indonesie worden geinformeerd? Hoe kunnen ze hun claim indienen? Hoe kunnen de maandelijkse betalingen vanaf 300 euro geschieden?
 
U begrijpt net als Traktaat van Wassenaar is deze Overheid niet bereid tot medewerking, en met nadrukt omdat de rechter deze Overheid ook nog eens in het ongelijke heeft gesteld. Onze redactie is intensief bezig geweest om de betreffende stichting en OmRoep Max te contacten, voor de informatie, en deze zaak bij de Staatscretaris Paul Blokhuis van VWS voor te leggen bizar deze houding van Omroep Max die wegduikt.
 
Redactie ICM

Info bij Peggy Lesquiler 

ICM 14.8.2015

Lees verder…

10897262476?profile=originalGEMENGDE GEVOELENS BIJ INDIË-HERDENKING

Het Indisch boek is nog lang niet dicht

14/8 - 2015 Telegraaf Van onze parlementaire

redactie

Een vergoeding voor de Indische gemeenschap, om het niet door Nederland uitbetalen van loon en soldij gedurende de Japanse bezetting, laat voorlopig op zich wachten. Betrokkenen hadden de hoop dat dit gevoelige dossier voor de Indië-herdenking van morgen beslecht kon worden, maar dat is volgens bronnen aan het Binnenhof niet gelukt.

De herdenking van de Japanse capitulatie in 1945 dreigt daarmee met gemengde gevoelens beleefd te worden, hoewel de regering de plechtigheid vanwege de 70e verjaardag ervan tot het allerhoogste niveau heeft opgeschaald. Zo legt koning Willem-Alexander een krans bij het Indië-monument in Den Haag, ter nagedachtenis aan alle burger- en militaire slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de voormalige kolonie vielen.

Krans

Premier Rutte en staatssecretaris Van Rijn (Welzijn) leggen eveneens een krans, namens het kabinet. De minister-president zal daarna enkle woorden spreken, waar met bijzondere interesse naar zal worden geluisterd. Leden van de Indische gemeenschap voeren namelijk al jaren moeizame onderhandelingen met verschillende kabinetten over compensatie, erkenning en excuses van de Nederlandse overheid.

Daarbij gaat het om het alsnog betalen van soldij en loon van ambtenaren die tijdens de oorlog geïnterneerd waren in de jappenkampen. Deze zogenoemde ’Indische kwestie’ loopt al jaren en in Den Haag is men de afgelopen maanden druk doende geweest om te kijken of het gevoelige onderwerp voor eens en voor altijd naar ieders tevredenheid beslecht kan worden, bij voorkeur rond de 70e verjaardag van de Japanse capitulatie.

Van Rijn is volgens belangenbehartiger stichting Het Indisch Platform de eerste staatssecretaris die zich echt persoonlijk buigt over de zaak. Een oplossing blijft moeilijk. Naar verluidt gaat het uitkeren van het achterstallig loon naar huidige prijsmaatstaven om ten minste 135 miljoen euro en waarschijnlijk nog veel meer geld. In het kabinet is daarnaast twijfel of de kous bij een akkoord echt af is, de zogenaamde finale kwijting, of dat er naast Het Indisch Platform nog meer belangenbehartigers zich kunnen melden voor compensatie.

Naast het financiële aspect wordt in de Indische gemeenschap gevraagd om erkenning en excuses vanuit het kabinet. „Het zou mooi zijn om het hoofdstuk nu, zeventig jaar later, af te sluiten”, zegt voorzitter Silfraire Delhaye van Het Indisch Platform. Hij hoopt op een waardige herdenking morgen, los van de onderhandelingen die zijn gemeenschap met het kabinet voert. „De herdenking moet niet worden verbonden met politiek.”

Tegemoetkoming

Delhaye zegt er wel bij dat het niet alleen bij excuses dan wel een mondelinge erkenning door het kabinet van de misstanden kan blijven. Ook een financiële tegemoetkoming zou dit jaar toch geregeld moeten kunnen worden. „Deze twee zaken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

Het is onwaarschijnlijk dat er ooit excuses komen namens de overheid. In kabinetskringen valt te horen dat dat namelijk zou impliceren dat Nederland zich verantwoordelijk stelt voor het gebeurde, terwijl de bezetting door Japan is geweest. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst zal premier Rutte morgen over blijvende aandacht voor en de erkenning van het oorlogsleed spreken.

10897310479?profile=original

Alle ICM berichten (ICM Breaking News) gaan ook naar alle leden van de Tweede Kamer, en het zijn jonkies die ik tegenkom als ik daar ben,en weten niet wat hun voorgangers hebben gedaan, daarom mijn reactie op artikel van de Telegraaf (400.000 lezers), en ze moeten vooral zo doorgaan .....

Volgens de Telegraaf.


Stelling Kabinet: 
In kabinetskringen valt te horen dat dat namelijk zou impliceren dat Nederland zich verantwoordelijk stelt voor het gebeurde, terwijl de bezetting door Japan is geweest. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst zal premier Rutte morgen over blijvende aandacht voor en de erkenning van het oorlogsleed spreken'.

Redactie ICM
Wie heeft Japan tot deze oorlogsdaad doen besluiten?
Was het niet Koninging Wilhelmina die hoogst persoonlijk namens de Nederlandse regering vanuit Londen buiten de VN om rechtstreeks de Keizer van Japan de oorlog verklaarde, waar het Kabinet unaniem achter stond. De Bezetting is het gevolg van de verklaarde oorlog.
Wie heeft Japan de Indische Claims kwijt gescholden, was het ook niet de Nederlandse regering, met als compensatie orders in de toekomst dat Japan Nederland helpt bij haar wederopbouw!

ICM 14.8.2015

Lees verder…


10897320300?profile=original10897253880?profile=original5 – 6 Miljard naar de Indische pot  of naar de Griekse bodemloze put
.

Zoals U weet heeft wederom Griekenland Nederland verzocht om een lening van 5 – 6 miljard. Alle leden van de Tweede Kamer zijn teruggeroepen van hun zomer reces om aanstaande woensdag in Kamer te buigen over deze Griekse lening waar de belastingbetaler weer voor moet  bloeden. Tegelijkertijd speelt de langslepende  Indische kwestie 70 jaren met  de diverse verschillende dossiers, mede door de Telegraaf verwarring gesticht bewust of onbewust. 1 ding is zeker die zwarte bladzijde uit de geschiedenis begint nu te kleuren en mede door de erkenning van Mark Rutte deel te zijn van deze Indische geschiedenis.

 

Totale kosten Indische kwestie bedraagt 9,4 miljard waarvan 2,4 miljard in mindering dient te worden die president Soekarno reeds heeft betaald, dat uit de staatskas moet komen. 2,4 miljard staat sinds 2001 op de rekening van het Ministerie van Bert Koenders.

 

 

Laat ik maar eerst beginnen met De Indische pot;

Volledigheidshalve het gaat niet alleen om de achtergestelde salarissen zoals de Telegraaf meldt waarmee 131 -330 miljoen gepaard zou gaan. ICM redactie schaart dit onder dossier A om het onderscheidt aan te brengen. Immers lijkt het aangelegenheid van de werkgever zijn ambtenaren niet heeft betaald. Al te graag vergeet de Telegraaf de 341, 0000  die oorlogsslachtoffers zijn van vreselijke oorlog. 

        Maar wij hebben nog een andere groep – de burgers in het voormalige Indie  die worden in allen verhalen vergeten wat zij als slachtoffers van deze oorlog hebben moeten doorstaan om te overleven  –  de oorlogsslachtoffers die midden in het geweld zaten gedurende een lange periode vanaf 1940 de oorlog met Japan dat door Kon. Wilhelmina in hoogst eigen persoon aan de Keizer van Japan de oorlog werd verklaard ( De veroorzaker van al dit leed en ellende), de overdracht, periode 1946- 1966 die vreselijke bersiap periode en de koele kille ontvangst in Nederland die ICM redactie onder het dossier B schaart.

       Voor de geleden immateriële - en materiële schade werden voor een soort gelijke situatie (gelijkgestemden) de bevolkingsgroepen gekend; de Joodse Gemeenschap, de Roma, en de Sinti die gecompenseerd werden door Nederlandse Overheid in 2000-2001. Tot Max. 40.000 – 60.000 per persoon, en  tegelijkertijd de Indische gemeenschap  een schijntje het NLG. 3850 kregen  uitgekeerd, en niet iedereen ! I

      CM & NICC eisen dat de uitkering aan de Indische Gemeenschap gelijk gesteld dient te worden aan de eerder genoemde gelijkgestemde bevolkingsgroepen, kosten 6-7 miljard.

Het laatste dossier C houdt in het Traktaat verdrag van Wassenaar (ACTW’66). Tussen de Indonesische – en Nederlandse regering werd een overeenkomst getekend voor het nationalisatie proces – Indische Nederlanders moesten het land verlaten met achterlatend alle bezittingen dus auto’s, fietsen, meubels, kleding, huizen, banktegoeden, en ondernemingen - hiervoor heeft Soekarno aan het Ministerie van Bert Koenders ruim 689 miljoen betaald, waarde nu 2,4 miljard. Geen 1 euro is tot op heden betaald aan de Indische gemeenschap. Nederlandse regering heeft gefaald bij de financiële uitvoering van dit verdrag. Halbe Zijlstra (fractie voorzitter VVD) heeft dit dossier al opgepakt, en concludeerde waar de 689 miljoen is gebleven, veel geld voor die tijd.

 

Totale kosten Indische kwestie bedraagt 9,4 miljard waarvan 2,4 miljard in mindering dient te worden gebracht die president Soekarno reeds heeft betaald.

 

      Om niet in eens te belasten met deze lasten hebben NICC & ICM een pensioenplan voorgesteld met als plafond 7 miljard voor allen die uit het voormalige Indie komen (Reikwijdte wordt geschat op 60,000 – 75,000) gedurende 5 jaren € 700 per maand, koste per jaar 1,6 miljard. Uitkering via de Sociale Verzekeringsbank. NICC & ICM hebben voor dit plan 10.000 handtekeningen op gehaald en via het Indisch Platform deze laten overhandigen met Martin van Rijn.

Voordeel t.o.v  Griekenland .

Het geld blijft op de Nederlandse Banken, geeft een extra impuls in Nederlandse Economie, de Nederlandse regering kan deze zwarte bladzijde in geschiedenis afsluiten.

 

De gelden van Traktaat verdrag van Wassenaar zal de regering bij met name het ministerie van Bert Koenders moeten uit betalen aan St. Comité Petitie TvW ’66, die conform het model Gebaar zal worden uitgevoerd individueel en collectief voor duurzame Indo Care projecten, waar Indonesie en Nederland zullen profiteren met inzet verbeteren van de betrekkingen, en tevens om het verleden te vergeten de banden economische verder te intensiveren. 

 

 

De Griekse bodemloze put.

Desondanks de uitlatingen van Mark Rutte “geen cent naar Griekenland” lijkt deze dagelijkse gang van zaken te worden. Griekenland, opereert slim door Europa onder druk te zetten wetende dat hierdoor de koers van de Euro onder druk komt te staan, en politiek nog belangrijker dat een Euro-lid staat niet in de steek kunnen laten ten overstaan van de hele wereld waardoor Euro een imago schade oploopt.

Er worden miljarden gebracht. Op het moment dat hervormd moet worden, dus met uitvoering van de hervormingen valt het Kabinet, een spel die zo doorzichtig is. Wanneer de volgende Kabinet aan de macht komt trekt deze zijn schouders op en beginnen opnieuw voor  een volgende steunpakket. Is net als een automatiseringsproject, Europa is op het punt gekomen en kan niet meer terug. Zie de val van de koers van de Euro tegenover de dollar, dramatisch.

Laten naar de voordelen kijken,

die zijn er niet nu, wel op lange termijn. De belastingbetaler is het geld kwijt, op lange termijn komt deze terug door stijging van de koers van de euro dat misschien op het nivo terugkomt van 7 jaren geleden, alleen blijft de vraag hoe krijgt de belastingbetaler zijn geld terug. Economisch komen die miljarden ook nooit terug in de Nederlandse economie. Is nu gewoon een risico analyse als Griekenland failliet, en uit de Euro stapt zal de koers van  Euro tegen over de dollar, Yen en andere valuta als munt misschien wel met 50% een duikvlucht maken. Een koersval over wat zal het zijn van de Europese Economie?   5000 miljard? Praten dan over waarde verminderingen van wel minimaal 1000 miljard of meer, dat wij allemaal in onze beurs gaan voelen. 

Blijft koffie dik kijken, als het Tweede Kamer een dikke “NON” geeft, wat de gevolgen zijn op het Europees terrein, wel zeker is dat de belastingbetaler eens zegt: ‘Ho” en niet verder, dat regerende partijen een flink pak slaag krijgen bij de aankomende verkiezing.  Wanneer Griekenland stabiel wordt zullen de koersen van de Euro stijgen.

 

Conclusie:

 

5 – 6 Miljard naar de Indische pot  of  naar de Griekse bodemloze put 

 

 

Tot slot doe ik een beroep op U om uw Facebook pagina voor de a.s. woensdag op uw Facebook profiel de onderstaande tekst te plaatsen, dat niet U eens bent dat de Miljarden naar Griekenland gaan.

 

“Moet die 6-7 miljard naar de oude schuld de Indische pot of naar die bodemloze Griekse put waar Nederland niets meer van terug ziet.”

ICM 25.8.2015

Lees verder…

Reactie op toespraak M.P. Rutte op de Herdenking 15-08-2015 .

10897311894?profile=original

Met het noemen van zijn familiegeschiedenis veinst Rutte geraffineerd schijnheilig verbondenheid met de Indische gemeenschap. Rutte bedient zich van de verleden tijd als hij het wachten op regelingen met de erkenning van achterstallige salarissen en geleden oorlogsschade aanhaalt, terwijl deze onderwerpen als gevolg van opzettelijk traineren van de Overheid nog actueel zijn.

Rutte heeft het over acties , behandeling en uitvoering met formulieren en procedures die oude wonden raken en pijn doen. Onduidelijk gehaspel van Rutte, maar als hij bijvoorbeeld de 70% afwijzingen op WUBO aanvragen uit de Indische gemeenschap bedoelt kan ik hem wegwijs maken.

Welke goede bedoelingen van welke regelingen bedoelt Rutte?

Onduidelijk, wel is duidelijk dat de Indische gemeenschap door de Nederlandse Overheid miskend is. Oorzaak van deze miskenning is niet het gebrek aan begrip maar het gebrek aan juiste moraal bij de Overheid om haar morele verplichtingen t.a.v. de Indische gemeenschap te volgen.

Het was de Nederlandse Overheid, bij proclamatie van H.M. Koningin Wilhelmina die 8 december 1941 vanuit Londen aan Japan de oorlog verklaarde en onze vaders mobiliseerden die als kanonnenvlees een Japanse overmacht moesten bevechten.

ICM / Lid Abonnee

Nico Wijnveldt. Hoogezand 20 augustus 2015

ICM 21.08.2015

Lees verder…
De jaarlijkse dodenherdenking bij het Indië-monument in het stadspark Hattem van Roermond.De jaarlijkse dodenherdenking bij het Indië-monument in het stadspark Hattem van Roermond. © ANP

Volkskrant - Uit Indonesië gevluchte gezinnen zagen nooit compensatie

Schaderegeling kreeg in 1969 nauwelijks ruchtbaarheid

Zeventig jaar na de capitulatie van Japan (15 augustus 1945) wachten de uit Indonesië en Nieuw-Guinea gevluchte Nederlandse staatsburgers nog altijd op genoegdoening

.


Indonesië betaalde destijds 600 miljoen gulden (273 miljoen euro) ter compensatie voor de nationalisatie van bedrijven en voor geleden verliezen van particulieren en ondernemers. Gedupeerde Nederlanders die gevlucht waren, konden een schadeclaim indienen, maar de meesten hebben dat nooit geweten. Tot op de dag van vandaar zijn ze ervan verstoken gebleven.

Tussen 1957 en 1962 zijn in totaal zo'n 90 duizend mensen naar Nederland gevlucht met achterlating van al hun bezittingen.Vanwege de strijd om Nieuw-Guinea waren ze staatsgevaarlijk verklaard door president Soekarno.

Schadeclaim

Toenmalig president Soekarno.Toenmalig president Soekarno. © ANP

De Nederlandse overheid riep rechthebbenden op een schadeclaim in te dienen voor hun geleden verliezen. Met Indonesië was namelijk overeengekomen dat er 600 miljoen gulden plus rente aan herstelbetalingen werd betaald. De oproep heeft de meeste mensen nooit bereikt, omdat de Nederlandse overheid de oproep begin mei 1969 in een beperkt aantal kranten publiceerde. Binnen drie maanden diende een claim ingediend te worden. De meeste betrokkenen hebben hiervan geen weet gehad.

Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn er naar aanleiding van de oproep 4.777 particuliere vorderingen ingediend. Het is niet bekend hoeveel claims zijn gehonoreerd. Voor particulieren en ondernemers was bij wet een maximaal bedrag van 36 miljoen gulden gereserveerd. De genationaliseerde bedrijven kregen 430 miljoen gulden aan compensatie en de Nederlandse Staat 134 miljoen.

Het archief met de schadeclaims is opgeslagen in de kelder van het ministerie. Er staan 5.537 dossiers van zowel particulieren als bedrijven. Het ministerie heeft het voornemen ze in de loop van 2020 te vernietigen.

Finale kwijting

Wie een claim indiende, moest niet op een volledige compensatie rekenen. Bij wet was vastgelegd dat particulieren slechts 15 procent kregen van een schadebedrag tot 250 duizend gulden. Uit geraadpleegde dossiers blijkt bovendien dat ambtenaren het ingediende schadebedrag eerst afwaardeerden en vervolgens over dat afgewaardeerde bedrag 15 procent berekenden.

Zo kregen de indieners van een schadeclaim van 150 duizend gulden voor nationalisatie van een rubberplantage met woonhuis en stallen in Jakarta 21.950 gulden uitbetaald. Een vordering ter compensatie van het verlies van elf woningen, stallen voor Fries melkvee, een oliefabriek, benzinestation en een bioscoop voor een totaalbedrag van 6 miljoen gulden werd afgedaan met 135.300 gulden.

Bij alle uitbetalingen diende getekend te worden voor finale kwijting, wat betekent dat beide partijen verklaarden niets meer van elkaar te zullen vorderen.

Niet goed gecommuniceerd

Ik ben ervan overtuigd dat er veel mensen zijn zoals mijn ouders die in het ongewisse zijn gelaten

Bij de gedupeerden hoort het gezin Reemer, dat in de zomer van 1969 in Sint-Michielsgestel woonde. Ze waren geabonneerd op het Brabants Dagblad, maar in deze regionale krant werd de oproep niet geplaatst. 'Ik ben ervan overtuigd dat er veel mensen zijn zoals mijn ouders die hierover in het ongewisse zijn gelaten', zegt dochter Sandra Reemer. ' Waarom is deze informatie niet goed gecommuniceerd?'

Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat de overeenkomst met de Indonesische regering in alle openbaarheid is gesloten. 'De aangekaarte problemen en de oplossing waren helder. Er was niets geheimzinnigs aan.'

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

ICM redactie

In maart  werd in 2015 het Actie Comité TvW-66 vallend onder Stichting NINES opgezet; en een petitie  Traktaat Verdrag Wassenaar gestart door grootste Indische Internetkrant ICM die wordt tevens ondersteund door N.I.C.C. media partner, naast de organisatoren van de Pasar Malams om wederom 10.000 handtekeningen te verzamelen. Bert Koenders van het Ministerie van Buitenlandse zaken is reeds aangeschreven   door het Actie Comité TvW-66  alsmede  de architect van dit dossier Halbe Zijlstra die al veel onderzoeken heeft verricht, deze heeft tevens geadviseerd om de kopie - brief aan Bert Koenders ook naar de overige fracties van de Kamer te sturen, wat inmiddels ook al is gebeurd.

 Eind juni is reeds gestart landelijk op Pasar Malams , Indie - Herdenkingen en in juli op het Internet.

Al eerder hebben NICC en ICM een petitie gehouden met de Stille Tocht en met succes. De zaak zit eindstadium bij Martin van Rijn,  binnenkort komt deze met het nieuws

Uw handtekening is goudwaard dat heeft de vorige petitie bewezen.  Lees de petitie door, bij ondertekenen wordt U doorgeleid naar de website Petitie.nl. 

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Petitie

Uitbetalen op basis van Traktaat van Wassenaar 1966

Het Traktaat van Wassenaar is in 1966 ondertekend door de regeringen van Nederland en Indonesië. Doel: De Indonesische regering betaalt aan Nederland het bedrag van 689 miljoen gulden ter genoegdoening aan de Nederlandse staatburgers, die huis, have en goed in Indonesië moesten achterlaten ten tijde van de repatriëring tussen 1947 en 1965. De Nederlandse regering heeft dit echter nooit aan de rechthebbenden uitbetaald.

PETITIE

Wij

De Nederlands-Indische gemeenschap en allen die zich hiermee verwant voelen of zijn,

constateren

Dat de Nederlandse Staat de afspraken, vastgelegd in het Traktaat van Wassenaar in 1966, al 50 jaar lang niet is nagekomen en de Nederlandse staatsburgers van Indische afkomst nimmer schadeloos heeft gesteld voor verlies van bezittingen, banktegoeden, enz. als gevolg van oorlogshandelingen tijdens de Japanse bezetting, de Bersiap en de politionele acties; en de gevolgen Linggajati.

en verzoeken

Dat de Nederlandse regering in navolging van de "Indische kwestie" de Nederlands-Indische gemeenschap recht doet door de afspraken volgens het Traktaat van Wassenaar ten uitvoer te leggen, dan wel onderhandelingen opent met het Advocaten Team in Jakarta en het Actie Comité TvW-66, welk team door laatstgenoemde in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd, met de intentie over te gaan tot stappen die leiden tot een bevredigende oplossing voor alle rechthebbenden.


10897237288?profile=original10897237700?profile=original

INDISCHE PETITIE  TvW’66                            

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates

10897234678?profile=original Uitbetalen Traktaat van Wassenaar  Crowdfunder of donateur worden?

 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

ICM 28.8.2015

Lees verder…

Stiefkinderen van de koloniale rekening

10897325066?profile=original10897325099?profile=originalStiefkinderen van de koloniale rekening

Door:  Edwin Linders

 

 

“Indische Nederlanders zijn Nederlanders van Indische afkomst”, zo begint de verklaring op Wikipedia, de online encyclopedie. Voor een insider gesneden spekkoek, maar voor mensen die voor het eerst van dit volk horen is het nog niet echt duidelijk.

Als het gaat over mijn afkomst – aan mijn uiterlijk kun je het namelijk niet afzien – krijg ik verbaasde en verwarde blikken wanneer ik vertel dat ik een Indo ben. ‘Echt waar? Je ziet er helemaal niet Indonesisch uit.’ Dat klopt, en is ook logisch. Ik zei al: Indo. Ik ben dus niet Indonesisch, maar Indisch. ‘O’, wordt er dan soms nog gereageerd, maar eigenlijk begrijpen ze het nog steeds niet.

En ik weet hoe het komt. Over  het woord ‘Indisch’ bestaat in     de Nederlandse taal namelijk ontzettend veel verwarring. De meeste Nederlanders, en ook het gros der Surinamers, denken dat er ‘Indonesisch’ mee wordt bedoeld. ‘Indische rijsttafel’ uit Indonesië, nietwaar? Voor een Belg is Indisch daarentegen hetzelfde als ‘Indiaas’. India was vroeger immers Brits-Indië en daar hebben ze blijkbaar meer mee dan met die kolonie van de noorderburen.
Ondertussen worden de Indischen zelf ook nog eens Indo’s genoemd. Dus hoe zit het nou? Zijn het een soort Javanen, zeg maar vernederlandste Indonesiërs? Of zijn het misschien Hindustanen: ‘Nederlandse Indiërs’? Nee. Indisch en Indo zijn niet hetzelfde als Indonesisch. En nee, het heeft ook niets met India te maken. Het komt van die vermaarde Hollandse kolonie: Nederlands-Indië. De ontstaansgrond van deze toch   wel unieke bevolkingsgroep van mensen met gemengd bloed.

Mix

Is een Indo dan een dogla? Zeg maar een Indogla? Je kunt ze met elkaar vergelijken ja. Een Indo is namelijk iemand met zowel Indonesische als niet-Indonesische voorouders.                                      Of met een Indonesische en een niet-Indonesische ouder. Het is ook een afkorting van de term Indo-Europeaan, waaruit duidelijk blijkt dat de persoon een ‘mix’ is van Indonesische en Europese (voor)ouders.                                     De mengverhouding, die doet er niet toe. Dus is er eenmaal ergens in het verleden zo’n Indo in je horizontale bloedlijn gekropen, tja… dan ben je er zelf ook één. En de pest is, je krijgt het er niet meer uit, want ook de generaties na jou zijn stuk voor stuk Indo.
Indische Nederlanders – in het Indonesisch ‘orang Indo Belanda’ genoemd – zijn ook Indo’s.

 

Het zijn ook als het ware de oorspronkelijke. Kijk je namelijk terug in hun stamboom, dan zie  je dat de Indonesisch-Europese vermenging er niet eentje is van de generatie van hun ouders. De Indo’s in de Indische families gaan vaak al vele generaties verder terug. Sommigen zelfs tot het begin van het ontstaan van dit volk, in de zestiende eeuw. Dat  de Nederlanders daar in Indië eeuwen geleden vele immense plantages, met allerlei kostbare gewassen hebben aangelegd is ons wel bekend. Dat leren we immers uit de geschiedenisboeken en vinden we heden ten dage nog steeds terug in veel ‘Hollandse’ producten. Maar dat die kolonie ook een heuse bevolkingsgroep heeft voortgebracht, die met een aantal van 800.000(!) nog altijd de grootste etnische minderheid van Nederland is, staat in geen enkel schoolboek. En wat je ook niet dagelijks hoort is dat de Indo’s, ten tijde van hun massale komst tussen 1946 en 1965, de eerste ‘donkere’ Nederlanders waren en zodoende baanbrekend werk hebben verricht voor degenen die na hen kwamen. Al met al weet men maar weinig van ze. Sterker nog: weinigen weten van hun bestaan. Terwijl we ze allemaal kennen.


Vroeger hadden we zangeressen als Anneke Grönloh en Sandra Reemer, en de Indo Rockers (waaronder de Tielman Brothers en de Blue Diamonds: de broers Ruud en Riem de Wolff) die namens Nederland internationale bekendheid verwierven. En voor Indonesiërs werden aangezien. Blijkbaar vroeg niemand zich af waarom ze allemaal zulke Europese namen hadden. Een recenter verleden bracht Indische muzikanten voort zoals Van Halen, Ernst Jansz (van Doe Maar), Boudewijn de Groot en Loïs Lane. Meer van deze tijd zijn Idols-winnaar Jamai en DJ Don Diablo. Willem Nijholt en Wieteke ‘Tante Lien’ van Dort zijn voorbeelden van acterende Indo’s. Terwijl Tjalie Robinson, Marion Bloem en Adriaan van Dis enkele bekende Indische schrijvers zijn. En op voetbalgebied zijn daar coach André Wetzel, Stanley Brard, Michael Mols en John Heitinga. Stuk voor stuk bekende (Indische) Nederlanders.

Maar bekend of niet, lang niet iedere Indo is zich bewust van z’n Indische afkomst. Raar? Niet als je nagaat dat deze bevolkingsgroep nagenoeg volledig is opgegaan in de Nederlandse samenleving.

 

Misvatting

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Javanen, de Chinezen of de Hindustanen, is een Indo niet zonder meer aan z’n uiterlijk te herkennen. Althans, niet als je denkt dat een Indo er Indonesisch uit moet zien. Dat is namelijk een misvatting. Want wat is dan een Indonesisch uiterlijk?

Indonesië herbergt zo’n grote verscheidenheid aan volkeren en rassen, dat er geen sprake is van ‘typisch Indonesisch’. Laten we bovendien vooral niet vergeten dat een Indo tevens niet-Indonesische voorouders heeft; Portugese, Schotse, Franse, Zwitserse, Belgische, Duitse, Nederlandse (uiteraard), maar ook Arabische, Joodse, Russische en Chinese. ‘Indië’ had van oudsher een grote aantrekkingskracht     op veel mensen van velerlei nationaliteiten. Die nationaliteiten vind je allemaal terug bij de diverse Indo-Europeanen, in hun veelal westerse achternamen en tevens in hun vaak moeilijk-te-plaatsen uiterlijk.

 
Vanwege hun gemengde afkomst vormen de Indischen al sinds het begin van hun bestaan (ergens in de zestiende eeuw, toen de eerste Europeanen niet slechts voet aan wal zetten maar ook kinderen verwekten in het land dat we nu kennen als Indonesië) een sociaal-etnische tussengroep: niet helemaal Europees, niet helemaal ‘inlands’ zoals de Hollanders dat toen noemden, maar een combinatie van beiden.

 

Hoe groter deze bevolkingsgroep werd, hoe meer hij op zichzelf kwam te staan, los van de hem omringende Indonesiërs en Europeanen. Omdat ze nergens echt bij hoorden, waren ze op zichzelf aangewezen. In het begin konden ze bij wet niet eens erkend worden door hun blanke vader, waardoor ze automatisch opgroeiden bij de moeders, en ‘verdwenen in de kampong’ (een officiële term uit die koloniale tijd). De moeders zaten met deze onwettige kinderen in hun maag, aangezien hun vader niet alleen afwezig was (schande voor de vrouw), maar ook nog eens      een vreemdeling was (dubbel schande). Desondanks werden vele Indo-Europeanen groot-gebracht in een puur Indonesische omgeving, waar alleen hun uiterlijk nog herinnerde aan hun deels Europese afkomst.

Later, toen het onder bepaalde voorwaarden wel toegestaan was om een kind van een inlandse vrouw te erkennen, klommen de Indo’s op vanaf de inheemse onderlaag tot de Europese bovenlaag van de Indische koloniale samenleving. Om dan  uiteindelijk jaren later in het post-koloniale Nederland, als ‘gekleurde vreemdelingen’, weer onderaan te beginnen.

Eenmaal weg uit moederland Indonesië en lang niet altijd op hun plek in vaderland Nederland, migreerden velen verder. Een eigen land hadden ze niet (meer). Zodoende ontstond de Indische diaspora en kwamen ze in vrijwel iedere uithoek van de wereld terecht. Zo ook in switi Sranan.

ICM 25.8.2015

 

Lees verder…

Geboortegrond in een fles Door: Sabina de Rozario

10897312475?profile=original10897312484?profile=originalGeboortegrond in een fles   Door:  Sabina de Rozario

Meer dan 10 jaar geleden heb ik een aantal Indische jongeren gevraagd naar hun ervaringen met Indonesië. Ze vertelden uiteen-lopende verhalen over hun vakanties naar het land waar hun (groot)ouders  zijn geboren. Over het algemeen sprak deze derde generatie positief over het (be)zoeken van/naar de roots. Deze interviews zijn  opgenomen in het boek Door blauwe ogen (2005). Onlangs las ik een interessant blog van een Indisch

meisje over het ‘teruggaan naar het vaderland’.  Het onderwerp waar ik toen hevig in was geïnteresseerd, speelt nog steeds bij de derde generatie, blijkt uit het artikel. Dit is voor mij een reden om er weer aandacht aan te geven.

Genetisch doorgegeven

Om met bovenstaande quote uit het boek te beginnen: Bobby spreekt over herkenning als hij voor het eerst Indonesië bezoekt. Maar hoe kun je iets herkennen als je er nog nooit bent geweest? Zijn verklaring is dat de ervaringen van zijn moeder genetisch aan hem zijn doorgegeven. En daar geloof ik wel in, als ouder geef je onbewust

Vanuit het vliegtuig boven Jakarta zag ik die koloniale huizen en bij de landing had ik het gevoel van: “Hè, ik kom thuis op een plek waar ik al lang niet ben geweest”. Die heimwee naar Indië heb ik van mijn moeder mee- gekregen. Het voelde heel sterk aan alsof ik het land herkende.

Bobby, 37 jaar, geneticus

 

emoties door, en in zijn geval zijn dat de ervaringen over Indië.

Opmerkelijk genoeg spreekt hij in het interview over de term ‘teruggaan’ en dat zeggen meerdere Indische jongeren tijdens de gesprekken. Teruggaan naar het land van de ouder(s), vind ik mooi gezegd, bijna romantisch eigenlijk. Technisch gezien is er geen sprake van teruggaan als je voor de eerste keer naar Indonesië afreist. Ervan uitgaan dat herinneringen worden doorgegeven, voelt afreizen naar Indonesië als teruggaan, ook al is men er nog nooit geweest.

Geboortegrond

Waar zoeken de nakomelingen van Indische ouders naar als ze eenmaal zijn in het land dat vroeger Nederlands-Indie was? Vaak hoopt men het ouderlijk huis te kunnen vinden of de oude school waar hun vader of moeder op zat. Sommigen bezoeken begraafplaatsen zoals het bekende ereveld Menteng Pulo in Jakarta.

Een enkeling neemt aarde mee van de plek waar vader of moeder ter wereld is gekomen,  geboortegrond in een fles dat meegaat naar Nederland.
Ook al vindt men niet altijd waar men naar zoekt, uit de antwoorden van de meeste geïnterviewden   blijkt   dat   het

bezoeken van de oude woonplaats van ouders of grootouders altijd grote indruk maakt.

Het antwoord van Michael (zie hieronder), gaf me een nieuw inzicht. Een verbinding met de plek voelen, maar niet persé met Indonesië zelf. Dat gevoel had ik toen ik vorig jaar het ouderlijk huis van mijn vader in Makassar bezocht. Ik vond het bijzonder om het huis te zien, maar had verder niks met de stad waar hij is geboren en getogen.

Zelf kijken

Nieuwsgierigheid naar de Indische cultuur is een belangrijke reden om naar Indonesië te vertrekken. Niet iedereen kan de Indische cultuur duidelijk verwoorden, omdat men er niet genoeg over weet. Zelfs al weet je als Indische jongere genoeg over de afkomst, omdat je dit is verteld of je de roots zelf hebt onderzocht op internet, een reisje naar Indonesië blijft trekken. Zelf wilde ik ook zien waar mijn roots liggen. Door alle verhalen was Indonesië inmiddels zo mysterieus geworden, daar móest ik heen. Ik wilde zélf de geuren en kleuren van Indonesië ervaren en op deze manier invulling geven aan mijn Indische afkomst.

Ik ben er naartoe gegaan om de erfenis van mijn familie te zoeken. Of ik het heb gevonden? Ik heb wel een beter beeld gekregen. Ik heb die huizen gezien met die enorme patio’s, ik kon me toen voorstellen hoe mijn familie er heeft gewoond. Het heeft een hele grote indruk op mij achtergelaten.

Zender, 30 jaar, Graffiti artiest

Ik heb me vaak afgevraagd of men fysiek naar Indonesië moet om de Indische cultuur te leren kennen. Indische jongeren kennen de verhalen over Indië van de familieleden toch, is dat niet voldoende? Het oude Indië is er niet meer, dus wat gaan we daar vinden? We treffen er zeker geen Tempo doeloe aan, de oude Indische tijd uit de vaak geromantiseerde verhalen die ons zijn doorgegeven. Ook is de Indische cultuur niet meer aanwezig in Indonesië, want die is met de Indischen meegereisd naar Nederland, toch?

De enige band die ik met Indonesië heb, is dat     er nog familie van mij woont. Ik heb eerder een band met Nederlands-Indië. Dat zit in mijn hart, in wat ik doe.

Michael, 32 jaar, PR-medew.

Ontheemd

Voelen we ons als derde generatie dan ontheemd, zou dat de keuze van teruggaan verklaren? Zijn we niet 100% senang in Nederland of voelen we een gemis dat we opzoek gaan naar een stukje van de puzzel in Indonesië? Voor velen geldt dat vragen worden beantwoord. Zo herkennen ze in Indonesië gebruiken en trekjes van hun Indische ouders die het beeld compleet maken.

Uit de interviews blijkt dat niet alle Indische jongeren afreizen naar Indonesië. Sommige noemen de hoge kosten een bezwaar of ze zijn er gevoelsmatig nog niet aan toe. Voor Mirona (36 jaar) komt zoeken naar haar roots in Indonesië absoluut niet ter sprake:

,,Ik ben nog nooit in Indonesië geweest, wel in Azië, dat is mijn grote  voorliefde.  Misschien  heeft

Foto: M. Fleskens

 

het ook te maken met thuis, dat mijn ouders ook nooit zijn teruggeweest. Niemand van mijn familie is teruggegaan, niemand had het er ook over.”

Bewijs

Of de interesse en zelfs drang om naar Indonesië te gaan, genetisch is doorgegeven of wellicht is aangepraat door de omgeving, feit is dat Indonesië vaak in trek is bij de derde generatie Indischen. De bezoeken zijn soms teleurstellend, omdat niet aan de verwachtingen wordt voldaan, maar laten altijd wel  een grote indruk achter. De Indische nakomelingen spreken van teruggaan naar het land van de voorouders, ook al zijn ze er nog nooit geweest. En met de term teruggaan wordt voor mij de band met Indië (of Indonesië) en de Indische afkomst bevestigd, een bewijs dat het Indisch-zijn en het Indische gevoel niet is gestopt na de tweede generatie Indischen.

Sabina de Rozario heeft twee blogs, een Facebook-pagina en een twitter-account: Door Blauwe Ogen Dit is een platform met als thema: Indische roots en identiteit https://doorblauweogen.wordpress.com                     

ICM 28/8-2015                                                

Lees verder…

10897321478?profile=originalHet verzet in Indië:  het Hollandia-rapport Opsporing en beoordeling van anti-Japanse activiteiten                 Door:  Bert Immerzeel

 

Foto - Buitenzorg, pseudoniem voor Drs. Bert Immerzeel aan zijn werktafel

 

Bij de herovering van Nederlands-Indië vonden vele zware veld-slagen plaats, met aan beide kanten duizenden doden. Zo niet bij de inname van Hollandia, Nieuw-Guinea, op 18 april 1944, toen ongeveer 15.000 Japanners zich volkomen lieten verrassen. Misschien was het juist dit verrassingselement dat er toe leidde dat allerlei documenten werden aangetroffen die anders mogelijk zouden zijn vernietigd. Eén van deze documenten was wel zeer bijzonder: een gestencild rapport van bijna 400 pagina´s over het anti-Japanse verzet op Java. De Amerikanen haastten zich het te vertalen.

De vraag is, of de informatie uit het rapport Anti-Japanese Activities in Java later nuttig is gebleken. In het kader van de oorlogsvoering waarschijnlijk niet. De kopie die uiteindelijk terechtkwam bij het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken en sinds kort bij het Nationaal Archief ligt, toont en marge enkele handgeschreven aantekeningen van na-oorlogse geschiedvorsers: vooral pogingen de namen te ontcijferen. Eenvoudig is dit    niet. De Japanners schreven de Nederlandse namen in het Japans, en dát werd weer vertaald in het Engels. Uiteindelijk moeten we in enkele gevallen afgaan op een interpretatie van de klanken om de oorspronkelijke namen te achterhalen. Een voorbeeld:

“Hafukasuhetsu, a person of mixed blood, of Kalimas Station in Soerabaja, under the guidance of Knoop, head of the Eastern SS Bureau, and via Kamaheru, an Ambonese of Soerabaja, plotted the uplifting of the morale through the exchange of illegally heard information about the enemy offensive and the gathering of military information.”

De genoemde Knoop kunnen     we thuisbrengen. Het betreft    hier Ir. J.J. Knoop van de Staats-spoorwegen (SS). Maar wie hier de Indo Hafukasuhetsu is, of de Ambonees Kamaheru? Geen idee. De namen van de leiders van het verzet werden meestal correct geschreven, de overige meestal verbasterd.  

Het rapport, afkomstig van de Japanse geheime politie, de Kempeitai, bestaat uit vier delen: een hoofdrapport (229 pagina´s), getiteld ‘Overzicht van alle anti-Japanse activiteiten op het eiland Java, februari 1944’, en drie bijlagen:

 

  1. een rapport van het Gouvernement in Batavia uit september 1941 over het beoogde gezag ná de oorlog. Dit rapport werd in oktober 1943 door de Kempeitai gevonden bij Pieter Colijn, één van de leiders van het verzet in Soerabaja.
  2. Een compilatie van verschillende Intelligence rapporten van de verzetsbeweging op Java uit december 1942.
  3. Een rapport over door het verzet gebruikte codering en communicatievormen.

In de Japanse versie telt het geheel maar liefst 389 pagina´s. Indrukwekkend, niet alleen om het grote aantal bijzondere details in de tekst, maar ook om de prachtige uitvouwbladen, waarop getekende overzichten, organo-grammen, van alle connecties tussen de verschillende lokale verzetsgroepen. Het anti-Japanse verzet moet van enorme omvang zijn geweest. Maar was dat zo?

De Jong

Dr. Lou de Jong, die het rapport veelvuldig gebruikte voor Het Koninkrijk  der  Nederlanden   in  de Tweede Wereldoorlog, relativeerde deze veronderstelling. Hij constateerde dat het rapport getuigt van een grote achterdocht.

De Japanners zagen overal verzet, ook daar waar in het geheel geen sprake was van verzet. De Nederlanders werden gezien als ‘geharnaste tegenstanders van het regime van de bezetter’, en de Indische Nederlanders waren al niet veel beter. “Het is nood-zakelijk”,  citeert De Jong het rapport,“ deze tot ongehoor-zaamheid neigende groep, die de ware bedoelingen van ons zo welwillend militair bestuur niet begrijpt, streng te controleren.”

Over de Ambonezen ten slotte: “De Ambonezen zijn niet de minderen van de Indische Nederlanders. Zij zijn anti-Japanse en pro-geallieerde socialisten. Zij hebben volhard in hun anti-Japanse gevoelens. De grondslag van hun denken is niet dezelfde geweest als die van de Javanen en overeenkomstige volkeren. Dit komt door hun grondige Christelijke vorming en door de gunsten welke zij van Nederland ontvangen hebben.”

10897320893?profile=originalDr. Lou de Jong

Waar hij spreekt over het beoordelen van het verzet, wijst De Jong op de verschillen tussen Nederlands-Indië en Europa: “Wij zullen niet alleen schrijven over de reële illegale activiteiten maar ook over die welke, zonder voldoende basis in de werkelijkheid, door de Japanners als zodanig werden bestempeld. Zouden wij die laatste terzijde laten, dan zou het op ons overzicht volgend beeld van de werkzaamheid van de Kempeitai en PID, van de voor de Japanse rechtbanken gevoerde processen en van het lot van diegenen die tot gevangenisstraf werden veroordeeld, hoogst onvolledig zijn, Er is namelijk een markant verschil geweest tussen, enerzijds, de Sicherheitspolizei und SD en de organen van de Duitse justitie en, anderzijds, de  Kempeitai, de PID en de organen van de Japanse justitie: de eerste hebben louter reële illegale activiteiten vervolgd, de tweede zowel reële als fictieve, en ook in dat opzicht was het bestaan van de Nederlanders en Indische Nederlanders in bezet Indië moeilijker dan dat van de Nederlanders in bezet Nederland.”

Verschillen met Europa

Schijn en werkelijkheid waren moeilijk van elkaar te onder-scheiden. Dit had alles te maken met de Japanse achterdocht, en het Japans beleid om alles wat ook maar enigszins op verzet leek, zwaar te onderdrukken. Iedere verdachte werd gemarteld tot hij bekende. Uiteindelijk werden zo hele netwerken opgerold van personen die elkaar weliswaar kenden, maar die naar objectieve maatstaven gezien misschien niet veel meer gedaan hadden dan onschuldige berichten uitwisselen. Tientallen, honderden vonden de dood om niet meer dan een verdenking. Bij het beoordelen van aanvragen in het kader van de Wet buitengewoon pensioen Indisch Verzet (WIV) gaf dat later

soms problemen. Als de Japanners iemand hadden veroordeeld vanwege verzetsactiviteiten, en er waren geen bewijzen van het tegendeel: was dan wel sprake geweest van verzet?

10897321892?profile=originalDe Kempetai

Een ander verschil met de situatie in Europa was het gegeven dat mogelijke verzetsdeelnemers herkenbaar waren aan hun huidskleur. De Japanners hadden de bevolkingsgroepen van Nederlands-Indië, gebruikmakend van al bestaande rechts-verschillen, handig tegen elkaar uitgespeeld. De Inheemsen werd onafhankelijkheid beloofd, zodat deze groep – althans in het begin van de bezettingsperiode – weinig reden zag te protesteren. Pas in 1944 zou dit anders worden, echter toen was het te laat. Tegen de Nederlanders, de voormalige koloniale macht, werd van het begin af aan hard opgetreden. Wat ten onrechte wel eens wordt verondersteld: de internering van het blanke bevolkingsdeel had geen raciale motieven. Het in april 1942 ingestelde pendaftaran (persoonsbewijs waarop raciale kenmerken) had niet ten doel blanken te treffen, maar ‘slechts’ de Nederlanders. Andere blanken, niet-Nederlanders zijnde, bleven buiten internering. Het gevolg van  Japanse interneringsmaatregelen was echter dat de blanken geen ruimte werd gegund voor verzetsactiviteiten, en dat niet-geïnterneerde pro-Nederlandse Indo-Europeanen, Ambonezen, Menadonezen en Chinezen reden hadden bang te zijn om te worden opgepakt.

Een derde onderscheid, tenslotte, is het feit dat de verzets-deelnemers, anders dan in het bezette Nederland waar voort-durend contact met Londen werd gehouden, geen radioverbinding met de buitenwereld onderhielden. Er kon weliswaar op illegale wijze naar buitenlandse zenders (meestal radio San Francisco) worden geluisterd; men had geen zendinstallatie die vanuit bezet gebied berichten naar bijvoorbeeld Australië of Brits-Indië kon uitzenden. Het gevolg was, dat  het gepleegde verzet tamelijk ongecoördineerd is gebleven. De conclusies van het Hollandia-rapport ten spijt, de Japanners hadden het georganiseerde verzet vanaf medio 1943, nauwelijks meer dan een jaar na hun inval, volledig onder controle.

10897322092?profile=originalTelefoon verborgen in een veldfles

Waaruit bestond het verzet? Samengevat: zo ongeveer alles wat afbreuk kon doen aan het Japanse gezag. We kunnen hierbij denken aan militairen die zich  niet onderwerpen aan hun krijgsgevangenschap, aan het verbergen van wapens, aan het luisteren naar illegale radiozenders en het verspreiden van nieuwsberichten, aan spionage- en sabotage-activiteiten, aan het voorbereiden van de terugkeer van de Geallieerden, etc.. De definiëring van verzetsactiviteiten is natuurlijk afhankelijk van wie of wat deze beoordeelt.

De Japanners hanteerden een   wel zeer ruime interpretatie:     het Hollandia-rapport staat vol met conspiracies en subversive actions.

Drie regelingen

In na-oorlogse jaren konden Nederlanders een beroep doen op drie regelingen die, naast militaire dapperheidsonderscheidingen, specifiek het verzet in Nederlands-Indië waardeerden:

De Verzetsster Oost-Azië (Koninklijk Besluit, 26 oktober 1948) werd uitgereikt aan diegenen die zich “door geestkracht, karaktervastheid of gemeenschapszin op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor door krijgs-gevangenschap, internering of anderszins in de macht van de vijand geraakte Nederlanders of Nederlandse onderdanen, dan wel in het verzet tegen de vijand”. Hulp aan geïnterneerden – verzet van humanitaire aard – stond hier dus op de eerste plaats. De Verzetsster Oost-Azië, die slechts kon worden verkregen op voordracht door derden, werd 468 keer uitgereikt.

Het Verzetsherdenkingskruis (Koninklijk Besluit, 19 december 1980) was bedoeld voor zowel verzetsdeelnemers in Nederland als wel Nederlands-Indië. Omdat de situatie in Indië zoveel anders was dan in Nederland, werden de criteria voor toekenning op basis van verzet aldaar, bewust vaag gehouden. Het kruis werd uitgereikt aan “een ieder, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Oost-Azië op door Japan bezet gebied of Japans gebied aan, naar het oordeel van het Nationaal Comité Verzetsherdenkingskruis als verzet tegen de vijand aan te merken handelingen heeft deel-genomen”. Toen deze regeling in 1985 werd gesloten waren 15.300 kruisen toegekend, het overgrote deel op basis van activiteiten in Nederland. Het precieze aantal toekenningen op grond van verzetsactiviteiten in Nederlands-Indië is onbekend.

In navolging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, bedoeld voor Nederlandse verzetsdeelnemers (1947), werd in 1986 de Wet buitengewoon pensioen Indisch Verzet in het leven geroepen. Recht op een buitengewoon pensioen hebben deelnemers aan het verzet die ten gevolge van dat verzet tenminste 10% invalidering hebben opgelopen. Ook hun weduwen/ weduwnaars hebben recht op dat pensioen. Tot verzet in de zin   van de wet wordt gerekend: “activiteiten welke na de capitulatie van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, anders dan in militair verband, werden verricht met het oogmerk door daad of houding afbreuk te doen aan de militaire of ideologische doeleinden van de bezetter zonder dat daarbij persoonlijk gewin of andere persoonlijke motieven een rol speelden en welke een zekere mate van duurzaamheid of intensiteit inhielden en waaraan voor betrokkene een duidelijk risico verbonden was”.

   10897322268?profile=original  De Verzetsster Oost - Azië (links) en het Verzetsherdenkingskruis

10897322893?profile=original‘Anders dan in militair verband’ betekent dat reguliere militaire activiteiten buiten beschouwing blijven. ‘Activiteiten door daad of houding’ laat ruimte voor een erkenning in verband met weigeringen om een loyaliteits-verklaring te ondertekenen.

‘Duurzaamheid’ vereist een langere periode, uitgezonderd die situatie waarin verzetsdeelnemer wordt gearresteerd of gedood. En tenslotte, de toevoeging ‘duidelijk risico’ impliceert dat de activiteiten door de Japanners als gezags-ondermijnend moesten worden gezien. In afwijking van bij de Verzetsster Oost-Azië wordt humanitaire hulpverlening hier niet als verzet beoordeeld.

In het kader van deze wet werden ruim 2500 aanvragen ingediend. In ongeveer een kwart daarvan was sprake van erkenning van   de verzetsactiviteiten. Vooral de bewijslast was na zoveel jaren een struikelblok.

Omvang

De omvang van het verzet is moeilijk in te schatten. In afwijking van, bijvoorbeeld, internering, is hier natuurlijk geen sprake geweest van enige vorm van registratie. Iedere schatting is daarom per definitie onvolkomen.

Indisch Verzetsmonument op het Landgoed Bronbeek

In geen enkele publicatie over het verzet in Nederlands-Indië is geprobeerd op dit punt tot een onderbouwde conclusie te komen. Als we ons beperken tot het pro-Nederlandse verzet (van het Inheemse verzet is zeer weinig bekend, en valt buiten het bestek van dit artikel), is hier misschien toch iets over te zeggen. In het Hollandia-rapport (dat alleen het verzet op Java betreft) wordt melding gemaakt van 20 opgerolde verzetsgroepen met 1730 leden, en 42 nog in behandeling zijnde (?) groepen met 1468 leden. Dit naast 8 ‘communistische verzetsgroepen’ met 691 leden. Deze cijfers zijn met enige goede wil te vergelijken met de hierboven genoemde cijfers in het kader van de Nederlandse verzetsregelingen. Misschien mogen we – rekening houdende met aftrek van vermeend verzet – concluderen dat twee à drieduizend personen het hebben aangedurfd om de Japanse bezetting actief te weerspreken. Dat mag misschien weinig lijken, de Japanners moeten er hun handen vol aan hebben gehad.

Java Post

 

ICM 28.8.2015

Lees verder…

15 augustus Door: Corrie A. Bos

10897322697?profile=original15 augustus                            Door:  Corrie A. Bos 

Op een dag kwam er een vrouw naast me zitten. Het was geen gewone dag. Het was 15 augustus. Zij was een van de velen die ik de afgelopen jaren heb ontmoet. Ze vertelden hun verhaal, de een wat uitgebreider dan de ander. Een enkeling vertelde slechts een flard van dat wat er in zijn/haar hoofd was blijven rondzweven. Ze gingen er gewoon vanuit dat ik wel wist waarover ze spraken. Ik ben immers een Indo, net als zij.

 

 

Heeft u ook in het kamp gezeten, vroeg ze. Ik knikte. Het woordje ‘ook’ gaf een verbondenheid. Het was genoeg voor haar. Ze had er geen behoefte aan verder te praten. We zwegen. Keken naar de stroom mensen die van het Congresgebouw kwamen en uitwaaierden, op zoek naar een plaatsje.

De Marinierskapel zette het lied in van ‘Bridge over the River Kwai’. We neurieden samen mee, maar in mijn hoofd kwamen de woorden:

Houd moed, het eind is nu in zicht kop op, zet nu een blij gezicht Want heus, het is geen mop       We kiezen gauw het ruime sop.

Na de capitulatie van Japan, nog voor dat de Politionele acties in volle hevigheid losbarstten, reisde ik op zevenjarige leeftijd naar het onbekende Nederland.

Aan de reling van De Oranje, tussen mijn vader, moeder en mijn zusje ingeklemd, heb ik Indië zien verdwijnen. Mijn twee jaar oudere zus Do vertelde nog wekenlang dat ze nooit zal vergeten hoe onze baboe heel alleen op de kade stond en niet eens wuifde toen de boot wegvoer. Ze huilde. Jaren later vertelde ze het weer, nadat we de film ‘Out of Africa’ hadden gezien. De tranen kwamen zomaar bij de scene waarbij Karen Blixen afscheid nam van haar boy op de kade. “Ik zag opeens weer onze baboe staan op de kade”, Zei ze.

In de repatriëringpapieren las ik, na de dood van mijn ouders, dat we met vader mee mochten naar Nederland. Hij moest zo snel mogelijk medisch behandeld worden aan zijn rug. De Japanners hadden hem met een geweerkolf behoorlijk toegetakeld. Hij was luitenant bij de inlichtingendienst en weigerde mee te werken. Dat was ook de reden van onze snelle repatriëring. Wij waren geen spijt-optanten. “We zijn repatrianten”, zei mijn vader. Pas veel later wist ik pas wat het onderscheid was.

De laatste jaren wordt er onder de Indische mensen ook meer en vrijer over die tijd gesproken. De verhalen van voor de oorlog verschuiven langzaam naar de oorlogsperiode en de tijd van de repatriëring staat volop in de belangstelling. Studies, proef-schriften, verhalen in boekvorm, documentaires, toneelstukken en films over dat tijdvak verschijnen in opmerkelijke hoeveelheden.

“De dagen glijden door je hand”, zingt Herman van Veen al meer dan dertig jaar. Dat doen ze ook en in wezen kan ik nooit loskomen van mijn achtergrond: de grond die ik achtergelaten heb. Dat werkt soms heel verwarrend. Ik ervaar – vooral als ik in Indonesië ben – dat ik twee achtergronden meegekregen heb: een Oosterse en een Westerse. De Oosterse komt steeds meer naar voren als ik daar ben, maar toch blijf ik de Westerling die met een vage herkennende verbazing in het Verre Oosten rondloopt.

10897323286?profile=originalJaren na de dood van onze ouders ben ik voor het eerst teruggereisd naar Indonesië. Mijn drie zussen wilden niet, maar uiteindelijk ging – toen ik voor de derde keer afreisde naar het land waar ons leven begonnen is – ging zus Do mee, samen met haar man en hun toen tienjarige zoon. We zijn op zoek gegaan naar de plaatsen waar we gewoond hebben. Onder andere het huis van onze grootouders in Lawang. Het stond er niet meer. Op die plaats is nu een grote fabriek gebouwd, waar medicamenten geproduceerd worden. Achter de fabriek was nog wel de tuin die vroeger uitliep in een moerasachtig gebied. “Daar plukten we met de kebon altijd kangkung”, vertelde ze aan haar zoon. Het was opvallend dat ze veel Maleise woorden gebruikte sinds we in Indonesië waren. “Alles komt gewoon terug; het gaat vanzelf”, zei ze toen ik haar er opmerkzaam op maakte. Daar op die plek kwamen veel herinneringen terug, ook van het Kamp Taman Sari. Dat kwam vooral ook doordat we een groot bord met ‘Taman Sari’ zagen staan. We wisten niet precies meer of het kamp Taman of Tawang heette. We vroegen ons af of dit de plek was geweest waar we samen geïnterneerd waren.

“Weet je nog Cor, dat je toen in die beerput viel en dat Stella en ik je eruit trokken? Je stonk een uur in de wind en we hebben je toen stiekempjes in een slootje wat schoongewassen. Maar Opa rook het toch nog”. Opa? Die zat toch niet bij ons in het vrouwenkamp? Of was het de Bersiaptijd?

We weten het niet meer. We weten eigenlijk ook niet zoveel meer van onze kamptijd. Wat we weten zijn flarden van angstige, maar soms ook grappige voor-vallen. “En weet je nog dat we toen door het prikkeldraad heen smokkelden? Vier eieren voor een theedoek!”Dat laatste weet ik no. Dit verhaal vertelt ze vaak als iemand vraagt of ze zich nog iets herinnert van haar kamptijd. “Telur asin”, zeg ik zonder enig nadenken.

Meestal vertelt ze stoere verhalen over wat we allemaal deden om de Jap af te leiden als er weer gesmokkeld moest worden. Soms werden we gesnapt. Dan kregen we straf. Later, toen ik ouder werd en doorvroeg waar zo’n straf dan uit bestond, keek ze weg en werd er resoluut gezegd, dat het niet zo erg was geweest. De Jap was wel aardig voor de kinderen. Dit maakte mijn oudste zus furieus. Ze schreeuwde ons toe: Wat weten jullie er nou van. Jullie waren veel te klein om je er nu nog iets van te herinneren. Jappen waren niet aardig….!”

Een halve eeuw later, voor het eerst weer terug in Lawang, vroeg mijn zus Do: “Ken je het Taman Sari bevrijdingslied nog, dat we toen zongen?” Zonder antwoord af te wachten, begon ze:

10897324072?profile=originalHoud moed, het eind is nu in zicht kop op en zet nu een blij gezicht,     want heus, het is geen mop       we kiezen gauw het ruime sop!

Al bij het eerste woord val ik in. Ik herinner me dat lied niet van mijn kamptijd. Toen het lied in de jaren zestig weer populair werd voor de film “Bridge over the River Kwai”, zongen mijn twee oudste zussen dit kamplied, als de tune ergens gespeeld werd. Jaren geleden  vroeg ik aan mijn toen drieëntachtig jarige tante Poule, met wie wij samen geïnterneerd waren in hetzelfde kamp, hoe dit lied naar Java was gekomen. Volgens de geschiedenis is het pas tijdens de aanleg van de Birma-Siam Spoorweg ontstaan. “Kabar angin, kind, kabar angin”, zei ze dan. Letterlijk betekent dit: ‘windnieuws’. Maar tante Poule zei altijd: “De wind heeft het in onze oren gefluisterd”. Opeens is er een bericht. Niemand weet waar het vandaan komt. Telepathie? Of de Tong Tong?

Jaren geleden, tijdens een familie-reünie, zong ik onder de afwas in de keuken met mijn nichtjes uit Noorwegen, Amerika en Canada (Indische Nederlanders vind je overal op de wereld) ons bevrijdings-kamplied:

Tamang Sari, het oord van daagse sleur

Werd gevild met vreugde, pret en fleur

Want de clou van dit verjaardags-feest

Werd gevierd met d’evacuatie-geest

En een ieder waant zich al op de boot

Op weg naar kind of echtgenoot

En al duurt de reis nu nog zo lang

Daarvoor zijn wij niet bang

Houdt moed, het eind is nu in zicht

10897324276?profile=originalDe oudjes kwamen naar dat vrolijke gedoe in de keuken kijken en zagen daar vrouwen tussen de veertig en vijftig jaar die zich danspasjes bij het lied probeerden te herinneren. Tante Pietje was aan het mopperen: “Die kinderen zijn niet goed wijs. Wie bgaat er nu nog zo’n kamplied zingen”. Maar Pietje, we waren al bevrijd, weet je nog? Het was in de Bersiaptijd. De bevrijdingsrevue voor de laatste kampdag. Het is toch goed dat de kinderen de vrolijke dingen hebben onthouden. In de laatste jaren van haar leven leefde ze meer in het verleden en vertelde ze over Indië. Maar nooit over de oorlog. Wel over onze lange reis van Malang naar Batavia in geblindeerde treinen die gedesinfecteerd waren met een wit poeder en hoe blij onze ouders waren toen ze hun drie dochtertjes  weer bij zich hadden, daar in het tijdelijke huis aan de Banjoumasweg in Batavia. Maar wat ze niet vertelde en ik pas veel later hoorde, was dat tijdens de

reis een deel van de trein gebombardeerd was. Een wonder dat wij gespaard bleven. Maar dat wonder had diepe geestelijke wonden achtergelaten bij een van mijn oudere nichten.

Een periode van haar leven leed ze aan angst- en driftaanvallen. Die kwamen nadat haar vader – een over het algemeen rustige man – zomaar van het ene op het andere moment heel driftig kon reageren, zonder enige aanwijs-bare oorzaak. Op een dag werd hij zo driftig dat hij een bord erwten-soep naar haar hoofd smeet. Gelukkig bukte ze. Ze moest wel de troep opruimen en dat vertikte ze, dus nog meer herrie. Haar moeder waarschuwde iedere keer: “Jongens, het is binnenkort volle maan”. Maar de verbinding tussen volle maan en de driftbuien van haar vader, daar kwam ze pas veel later achter.

 

Na het erwtensoep-incident ging ze vreemd gedrag vertonen. Later kreeg ze angst- en driftaanvallen en op zulke momenten smeet ze alles wat binnen haar bereik was aan diggelen. Ze ging dan staan, keek recht voor zich uit en ze schreeuwde dan: ‘joeskit’ ‘Kiré’ en boog stijf naar voren en bleef zo staan. Dan duurde het weer even en schreeuwde ze: ‘noré’, waarna ze weer rechtop in de houding ging staan. Daarna schreeuwde ze weer ‘wakkaré’, draaide zich om en liep als een zombie de kamer uit om urenlang voor zich uit te staren, zittend op de grond in haar slaapkamer. De benen onder zich gevouwen. Onbereikbaar voor iedereen. Het is wat de Jappen schreeuwden als we appèl hadden, zeiden mijn zusjes. (joeskit = in de houding; Kiré = buigen; noré = rechtop; wakkaré = weggaan)

Kort daarna werd er gezegd dat ze voor een half jaar naar een sanatorium moest. In werkelijk-heid zat ze in een psychiatrische inrichting. Daar bleek dat niet alleen het bombardement op onze trein, maar ook het kamp en de Bersiaptijd de oorzaak van haar angstaanvallen waren. Het was in die tijd dat Prof. Bastiaans met zijn kampsyndroom therapieën begon.

10897323463?profile=originalTante Poule overleed in 1987, een jaar voordat ik voor de eerste keer na 1947 weer in Indonesië rond liep. Zij was een van de laatste van de oudere generatie die mij over het kamp had kunnen vertellen. In het boek van mijn leven blijven die bladzijden met persoonlijke aantekeningen van mijn kleuterjaren leeg. Ik zou ze nu redelijk goed kunnen schrijven, maar dat zijn dan niet mijn eigen  verhalen. Mijn zusjes en nichtjes – een paar jaar ouder dan ik – die in hetzelfde kamp waren, slaan die bladzijden in hun boek altijd over alsof ze nooit geschreven zijn. Ook zij willen niets meer vertellen. “Vergeten joh, ik weet alleen nog maar wat flarden…..

Ik vraag nooit verder; ik weet dat het nog heel nabij is voor hen, na al die jaren nog. Zij waren pubers in het kamp. Voor hen zijn het misschien wel de belangrijkste volgeschreven bladzijden in het boek van hun leven. Ik weet ook dat er leeftijdgenoten van mij zijn, die in praatgroepen zaten van de Vereniging ‘Indisch Kampkind’ en dat ze die praatgroepen ‘Kongsi’ noemden, wat in het kamp een kleine groep was dat als een soort gezin functioneerde.

Ik kom er langer hoe meer achter dat er nog heel veel verdriet is onder de generatie kampkinderen. Een ex-collega van mij, die als zevenjarige wees uit Indië na de oorlog door tantes in Nederland werd opgevoed, spreekt nog altijd met veel woede over de ‘Jappen’. Ze weet heel veel verhalen van het kamp waar ze was. Maar haar ouders, daar weet ze helemaal niets van. Alleen een paar foto’s die de tantes vanuit het vooroorlogse Indië toegestuurd hadden gekregen, zeggen wie haar ouders waren. Ouders die met hun dood de herinnering aan haar eerste levensjaren op deze Aarde meegenomen hebben.

De diepe bronzen tonen van de zware Indische klok brachten mij terug in het heden. Ik zat nog steeds naast die dame, die mij vroeg of ik ook in het kamp had gezeten.           www.corrieabos.nl

 

Lees verder…

Partijdige excuses Mitsubishi

10897307270?profile=originalPartijdige excuses Mitsubishi

 

Mitsubishi Materials heeft officieel zijn excuses aangeboden voor het gebruik van Amerikaanse krijgs-gevangenen voor dwangarbeid tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor zover bekend is het bouwbedrijf daarmee de eerste Japanse onderneming die zich daarvoor verontschuldigd. Een van de bestuurders van Mitsubishi, Hikaru Kimura, sprak de excuses uit tijdens een ceremonie in het Simon Wiesenthal-museum in Los Angeles in Californië.

Diepe buiging

In totaal hebben twaalfduizend Amerikaanse gevangenen dwang-arbeid verricht in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 1100 overleden tijdens het werk. Mitsubishi had zes gevangen-kampen in gebruik met 2041 gevangenen, van wie er duizend Amerikaan waren, volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau Asia Policy Point. De gevangenen werkten in de mijnen van Mitsubishi Materials’ voorganger:  Mitsubishi Mining Co.

Excuses van Mitsubishi voor Amerikaanse krijgsgevangenen

James Murphy, een 94-jarige Amerikaan die tijdens de Tweede Wereldoorlog in een kopermijn van Mitsubishi werkte, was aanwezig bij de bijeenkomst. Hij aanvaardde de excuses namens alle krijgsgevangenen van Mitsubishi. Kimura boog naar Japans gebruik diep voor Murphy na zijn toespraak. Over de kampen zei Murphy: “Het was pure slavernij: geen eten, geen medicijnen, geen kleding en geen sanitaire voorzieningen.”

Excuses van Japan

De Japanse regering bood al twee keer eerder excuses aan voor de krijgsgevangenen, in 2009 en in 2010. Maar dit is de eerste keer dat een Japans bedrijf dat doet.

In april was de premier Shinzo Abe als eerste Japanse regerings-leider op bezoek in het Amerikaanse Congres. In een toespraak zei hij dat Japan “diep berouw” voelt over de misstanden die tijdens de Tweede Wereld-oorlog hebben plaatsgevonden. Hij bood echter geen officiële excuses aan de nabestaanden aan. Abe zei dat hij een “diep berouw in zijn hart” voelt vanwege de circa 400.000 Amerikaanse soldaten die zijn gesneuveld tijdens de Tweede Wereldoorlog.

In augustus is het zeventig jaar geleden dat Japan capituleerde. Op 6 augustus 1945 lieten de Amerikanen een atoombom op Hiroshima vallen, drie dagen later verwoestten ze op dezelfde manier Nagasaki. (NRC)

Moeite

Waarom heeft Japan toch zoveel moeite met het aanbieden van excuses? Wie het land beter kent, ervaart juist dat de gemiddelde Japanner bij het minste geringste onmiddellijk klaarstaat met het

 buigen en excuses maken. Maar zodra het om de Tweede Wereld-oorlog gaat, blijft het ijzig stil.

De reden is dat het Japanse volk tot op het bot verdeeld is over alles wat met de oorlog te maken heeft. Geschiedenisboeken zijn vervalst, de heersende elite heeft een soort misplaatste trots en    de rechtse politici hebben het militarisme nog niet afgezworen. Er is een kleine groep Japanners dat echter heilig in pacifisme gelooft en vindt dat Japan met zijn verleden in het reine moet komen.

Tegenstellingen

Verder hebben er in Japan, in tegenstelling tot Duitsland, geen zuiveringen plaatsgevonden, zoals in de Nuerenberg-processen. En liet generaal MacArthur de adellijke, politieke en zakelijke elite ongemoeid. Ook dit in tegen-stelling tot Duitsland.

De Japanse bevolking werd door de Amerikaanse gezaghebbers na de oorlog benaderd als misleide kinderen, die niet bestraft, maar heropgevoed dienden te worden. De Minister van Munitie, Nobosuke Kishi (grootvader van de huidige premier Abe) kwam in 1948 na zijn krijgsgevangenschap op vrije voeten en kon in de vijftiger jaren zelfs premier worden. De Keizer werd zijn goddelijke status afgenomen, maar mocht van de Amerikanen desalniettemin als staatshoofd aanblijven, terwijl hij juist het symbool was van het Japanse militarisme.

10897307288?profile=originalDe ondertekening van de Japanse capitulatie in 1945

Illusie

Er kwam een nieuwe door de Amerikanen gedicteerde “vredes-grondwet”, die door vrijwel iedere Japanner verfoeid werd, hoewel die door Amerika al snel na de invoering tot een lege huls werd gemaakt. Ondanks luide protesten van de pacifisten, kwam er uiteindelijk toch een nieuw Japans leger. Omdat volgens de Amerikanen het Communisme een steeds groter wordend wereldwijd gevaar was geworden.

Zo raakten beide kampen in Japan hevig gefrustreerd en groeide het onderlinge wantrouwen de pan uit. De felheid waarmee beide kampen elkaar bejegenen en verketteren  is nog altijd even groot. Daarom moet gevreesd worden dat een nationale consensus over het Japanse oorlogsverleden voorlopig een illusie zal blijven. (Telegraaf)

Chinezen

Kort na de excuses voor de Amerikaanse dwangarbeiders maakte Mitsubishi bekend dat overwogen wordt de Chinese dwangarbeiders een schade-vergoeding van  17.500 euro uit te keren, Inmiddels schijnt dit definitief te zijn en vragen de voormalige dwangarbeiders van andere nationaliteiten zich af wanneer zij excuses en een schadevergoeding tegemoet kunnen zien. In totaal hebben  zo’n 3.322 Nederlandse krijgs-gevangenen dwangarbeid in de mijnen en op de scheepswerven van Mitsubishi en haar dochter-ondernemingen verricht.

Lees verder…

D66 wil ‘allesomvattend onderzoek naar Nederlands geweld Indonesië’

INDONESIA INDEPENDENCE DAY

Herdenking bij de berg Merapi, in 2014. Foto ANP/EPA/BIMO SATRIO

BINNENLAND 

Het kabinet moet een allesomvattend onderzoek laten doen naar het handelen van Nederlandse soldaten na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid in 1945. Dat zegt D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma. Nederlandse kabinetten zijn hier nooit toe bereid geweest.

Vrijdag meldde NRC dat nieuw wetenschappelijk onderzoek aantoont dat Nederlandse militairen in de periode 1945-1950, nadat Indonesië zich onafhankelijk had verklaard, structureel en op grote schaal extreem geweld tegen Indonesiërs hebben gebruikt.

Tot nu toe was de officiële lezing altijd dat buitensporig geweld slechts in uitzonderlijke gevallen voorkwam. Nederlandse militairen zouden ten tijde van de politionele acties Indonesiërs „op grote schaal” en „buiten onmiddellijke gevechtsacties om” hebben gedood en mishandeld.

ZWARTE PAGINA GESCHIEDENIS

De laatste jaren komen telkens „druppelsgewijs” nieuwe feiten naar boven over deze periode, zegt Sjoerdsma. „Ik vind dat dit duidelijk aangeeft dat er te weinig bekend is over deze zwarte pagina in de Nederlandse geschiedenis. Als je als kabinet echt verantwoording wil afleggen, moet je willen weten waar je het over hebt.”

SP-Kamerlid Sadeth Karabulut verwacht „op zijn minst een reactie van het kabinet” op de bevindingen die afkomstig zijn van de Zwitsers-Nederlandse historicus Remy Limpach, die volgende maand aan de universiteit van Bern op zijn onderzoek hoopt te promoveren. Ook Karabulut acht een breed onderzoek de meest voor de hand liggende uitkomst. Haar fractiegenoot Van Bommel bepleitte in het verleden al tevergeefs een onderzoek.

GEEN EXCUSES

Premier Rutte wilde vrijdag nog niet inhoudelijk reageren. Hij zei het promotie-onderzoek af te wachten. Tijdens de persconferentie na de ministerraad zei Rutte wel dat hij tijdens de Indië-herdenking op zaterdag geen excuses zal maken voor het leed dat Nederlandse militairen na de Tweede Wereldoorlog in Indonesië hebben veroorzaakt.

Rutte zei dat hij „aandacht zal vragen voor de erkenning van het oorlogsleed”. Hij wijst erop dat „het lang heeft geduurd om met elkaar te erkennen wat daar gebeurd is”.

Lees verder…

Dit jaar is het 70 jaar geleden dat Japan capituleerde, waarmee een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Ter gelegenheid daarvan organiseren de Stichting ECDef en SmartPLUS Resources b.v. is samenwerking met het Veteranencomite Dordrecht en het Veteranencafe Zwijndrecht op zondag 20 september 2015 een reünie voor veteranen, die zijn ingezet in Nederlands-Indie en/of Nieuw-Guinea en andere belangstellenden.

De ontvangst is vanaf 14.00 uur, het officiële welkom is om 15.00 uur in aanwezigheid van onder anderen de burgemeester van Dordrecht (o.v.), LtGen b.d. Meines, Directeur Veteraneninstituut, KTZA b.d. Frank Marcus, Voorzitter Vereniging Veteranenplatform, Kol b.d. Hein Scheffer en Voorzitter VOMI Nederland, GenMaj b.d. Leen Noordzij.

Enkele veteranen van het Veteranencomite Dordrecht en het Veteranencafe Zwijndrecht hebben een fototentoonstelling ingericht met bijzondere foto’s uit hun diensttijd in Nederlands-Indie en Nieuw-Guinea. Er wordt ook met muziek een sfeer van ‘tempo doeloe’ gecreëerd, met volop gelegenheid om met elkaar bij te praten. Natuurlijk zijn hapjes en drankjes voldoende voorradig.Toegang voor veteranen €10,00 en voor overigen €15,00. Meer bijzonderheden zijn te lezen op onze website www.onbereikbaardichtbij.nl (daar is opgave mogelijk) en onze facebookpagina

Een bijzonder onderdeel is de presentatie van het boek ‘Onbereikbaar Dichtbij’ met persoonlijke verhalen van veteranen uit Dordrecht e.o., opgetekend door studenten van het Grafisch Lyceum Rotterdam: de eerste generatie in gesprek met de derde generatie. De verhalen worden ingeleid door voorwoorden van de Directeur Veteraneninstituut, KTZA b.d. Frank Marcus, en de initiatiefnemers, Carel Banse (Stichting ECDef) en Marty Picauly (SmartPLUS Resources b.v.).

REUNIE EN BOEKPRESENTATIE, ZONDAG 20 SEP 2015, MULTIBUSINESSPLAZA, PIETER ZEEMANWEG 71A, DORDRECHT, ONTVANGST VANAF 14.00 UUR10897318655?profile=original

Lees verder…

10897291258?profile=original

 

NICC - Magazine maand augustus is uit, Indie Herdenkingen staan centraal!

10897306290?profile=original

 Gratis maandelijks magazine |  Jaargang 7, augustus 2015 | Oplage: 8300|  Hoofdredacteur:  Hans Vogelsang

info@indisch-centrum-denhaag.nl o.v.v. Gratis abonnement NICC Magazine 

.

In  dit  nummer  staan Indie - Herdenkingen centraal verder o.a.  met daarin onder andere de volgende onderwerpen:    

  • Stiefkinderen van de koloniale  rekening...........2

  • Het   verzet  in  Indië..............................................4

  • De Nationale Indië Herdenking  …..…………....7

  • Geboortegrond in een fles……………………. 15

  • 15 augustus……..………....................................17

  • Partijdige excuses van Mitsubishi......................20

  • Herdenken en vooruit denken……………….....22

  • Herdenken is erg belangrijk…………………....29

  • Unicef Talent Battle…...........................................30

  • Causaliteit van  osteoporose en de     2e  Wereldoorlog……...32

 

Rubrieken: Recept, Korte Berichten, Toen en nu, Boekbespreking, Gedicht, Just4kids, Indische Agenda, Advertensi Mini, Column, Pasar Malam Kalender.
Nederlands Indisch

 

Wij wensen u weer veel leesplezier 

Om NCC - maandblad te lezen (downloaden) ga naar de rubriek  Indisch Maandblad van www.icm-online.nl  

                 OF 

               >>>>>>>>  NICC MAGAZINE <Downloaden>>>>>>>&...

10897248258?profile=original Indische zaak - Het Traktaat van Wassenaar 1966

INDISCHE PETITIE  TvW’66

 

Inleiding –  

De Nederlands-Indische gemeenschap heeft het recht om de Nederlandse Staat te sommeren uitvoering te geven aan het Traktaat van Wassenaar 1966 (nader te noemen “TvW 66”) dat geratificeerd werd door zowel de Nederlandse als de Indonesische regering op 7 december 1966.  

Het Traktaat werd gesloten en geratificeerd tussen de toenmalige President van Indonesië Soekarno en de toenmalige Nederlandse regering.

 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives