Alle berichten (2902)

Sorteer op

Rapport Trakaat van Wassenaar - Deel VII

10897354699?profile=original10897355077?profile=originalRapport: Trakaat van Wassenaar - Deel VII

7.     Interventie kamerlid Halbe Zijlstra

 

Tijdens het IP en ICM-festival stelde Halbe Zijlstra namens de VVD de vraag, waar of die 600 miljoen oude guldens zijn gebleven. Ook stelde hij vast dat je een claim niet met een andere claim kunt betalen, dan wel verrekenen of afkopen:

(zie hiervoor de link: http://icmonline.ning.com/video/reportage-ipmanisfestatie-ip).

Halbe Zijlstra heeft hierover schriftelijk vragen gesteld aan Ab Klink van het Ministerie van VWS. De antwoorden van Ab Klink waren in een rookgordijn verhuld en verre naar tevredenheid van Halbe Zijlstra. 

 

Antwoord AB Klink (VWS) namens het Ministerie van BuZa:

 

Het is op zijn minst merkwaardig te noemen, dat een Minister van VWS de vragen beantwoordt, terwijl het ‘Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966’ met het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd gesloten en van 1973 tot 2003 de financiële betalingen via ditzelfde Ministerie plaatsvonden. Zie de brief van Ab Klink in de bijlage.

10897355653?profile=originalBIJLAGE BRIEF AB KLINK

 

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum 24 maart 2010

 

Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Zijlstra (VVD) over de gerechtelijke vonnissen in de respectievelijke zaken van het Comité Civiele Vorderingen, de Stichting tot Opeising van Militaire Inkomsten ex-krijgsgevangenen en het geding Froeling (2009Z15775, ingezonden 4 september 2009).

 

 

Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

 

Dr. A. Klink

***) Vreemd, dat niet het Ministerie van Buitenlandse Zaken de brief beantwoordt, daar zij het Verdrag met de uitvoering hiervan heeft afgesloten.

 

 

 

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Zijlstra over de gerechtelijke vonnissen in de respectievelijke zaken van het Comité Civiele Vorderingen, de Stichting tot Opeising van Militaire Inkomsten ex-krijgsgevangenen en het geding Froeling.

 (2009Z15775, ingezonden 4 september 2009)

1.

Bent u op de hoogte van de gerechtelijke vonnissen in de respectievelijke zaken van het Comité Civiele Vorderingen (8 december 1955) en de Stichting tot Opeising van Militaire Inkomsten ex-Krijgsgevangenen  (30 november 1955) en het geding Froeling (24 oktober 1957)? 

Ja. 

2.

Is naar uw mening de kern van de genoemde vonnissen dat de betreffende vorderingen expliciet als rechtmatig worden beoordeeld en tevens dat de vorderingen juridisch gezien niet op de Staat der Nederlanden betrekking hebben, maar op de Republiek Indonesië als zijnde rechtsopvolger van de voormalige rechtspersoon Nederlands-Indië? Zo niet, wat is volgens u wel de kern van de vonnissen?

De kern van de genoemde arresten is niet dat de betreffende vorderingen expliciet als rechtmatig worden beoordeeld en tevens dat de vorderingen juridisch gezien niet op de Staat der Nederlanden betrekking hebben, maar op de Republiek Indonesië als zijnde rechtsopvolger van de voormalige rechtspersoon Nederlands-Indië. De rechter heeft in de genoemde arresten slechts een oordeel gegeven op de vraag of in de betreffende zaken de juiste partij in het geding is. In casu is dat niet de Nederlandse Staat, maar de Republiek Indonesië. Een inhoudelijke beoordeling heeft niet plaatsgevonden.

3.

Bent u op de hoogte van het Traktaat van Wassenaar, zoals dat is overeengekomen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië op 7 september 1966?

 Ja, ik ken de overeenkomst van 7 september 1966 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië.

4.

Is naar uw mening de essentie van artikel 1, lid 1 van het Traktaat dat alle financiële claims van de beide landen en hun onderdanen tegen elkaar en hun onderdanen met dit Traktaat vervallen, ook alle vorderingen op de voormalige rechtspersoon Nederlands-Indië? Zo niet, wat is naar uw mening dan de essentie? Kunt u daarbij aangeven hoe de memorie van toelichting dan gelezen moet worden, waar vermeld staat dat “Tenslotte zij aangetekend dat uit artikel 1, lid 1, voortvloeit dat aanspraken van particulieren op het voormalige Gouvernement van Nederlandsch-Indië niet meer tegenover de Republiek Indonesië kunnen worden geldend gemaakt”?

De overeenkomst uit 1966 betrof claims die waren ontstaan in de periode tussen de soevereiniteitsoverdracht (1949) en het verbreken van de diplomatieke betrekkingen tussen beide landen (1962). Ze hadden betrekking op door Indonesië genationaliseerde Nederlandse eigendommen. Voor het afsluiten van de overeenkomst in 1966 was al een consequente beleidslijn dat men zich voor het indienen van claims niet tot Nederland moet wenden, maar tot de opvolger van het Nederlands-Indisch Gouvernement, de Republiek Indonesië. De overeenkomst bracht daarin dus geen verandering. De Nederlandse Staat kan de rechten van particulieren niet zomaar afnemen en heeft dat met deze overeenkomst ook niet gedaan. Afgesproken is dat de Nederlandse Staat zich niet sterk meer zal maken om van de Republiek Indonesië vergoedingen te ontvangen voor claims. Dat is opgenomen in de Memorie van Toelichting bij de overeenkomst en in de Memorie van Toelichting van de Verdelingswet. Het oogmerk van de overeenkomst was om met de afspraak over betaling van een lump sum door de Republiek Indonesië ervoor te zorgen dat in ieder geval nog een deel van de claims van de Nederlandse Staat en van particulieren gehonoreerd zou worden. Zonder de overeenkomst zou de kans op enige vergoeding bijzonder klein zijn geweest.

5.

Is naar uw mening de essentie van artikel 3, lid 1, dat tegen betaling van 600 miljoen Nederlandse guldens de in artikel 1, lid 1, van het Traktaat genoemde financiële verplichtingen worden afgekocht als finale afdoening? Zo niet, wat is naar uw mening dan de essentie? 

Met de betalingen van de Republiek Indonesië aan de Nederlandse Staat werd inderdaad een finale afdoening beoogd.

6.

Heeft de Staat der Nederlanden met het overeenkomen van dit Traktaat niet feitelijk de aansprakelijkheid van de in artikel 1, lid 1, genoemde financiële verplichtingen overgenomen van de Republiek Indonesië in haar hoedanigheid als rechtsopvolger van de voormalige rechtspersoon Nederlands-Indië? Zo niet, waarom is dat volgens u niet het geval?

Uit niets blijkt dat de bedoeling van de overeenkomst is geweest om financiële verplichtingen over te nemen.

 

7.

Heeft de Republiek de betreffende 600 miljoen gulden geheel voldaan en daarmee dus aan de verplichtingen van het Traktaat van Wassenaar voldaan? Zo ja, wanneer heeft de laatste betaling plaatsgevonden? Zo nee, wat zijn naar uw mening de juridische implicaties van het niet nakomen van de afspraken door Indonesië?

 

De Republiek Indonesië heeft geheel aan zijn verplichtingen voldaan. Betalingen vonden plaats in termijnen van 1973 tot en met 2003.

8.

Kunt u aangeven waar het over 600 miljoen gulden aan is uitgegeven? Welk gedeelte van dit bedrag is besteed aan het afdoen van financiële claims die onderdanen van het Koninkrijk der Nederlanden hadden op de Republiek Indonesië en haar onderdanen, als zijnde de rechtsopvolger van de voormalige rechtspersoon Nederlands-Indië en op welke wijze is daarbij juridisch vastgelegd dat daarmee de betreffende claims zijn afgedaan?

 

De Republiek Indonesië heeft in totaal 689 miljoen gulden, inclusief rente, aan de Nederlandse Staat betaalt. Daarvan was  223 miljoen gulden bestemd ter voldoening van een gedeelte van de claim die de Nederlandse Staat op de Republiek Indonesië had. Het resterende bedrag werd uitgekeerd ter voldoening van claims van particulieren, met name als gevolg van nationalisering van bedrijven. Men had drie maanden lang de gelegenheid om de claim in te dienen bij het Bureau Schadeclaims Indonesië. Daaraan is toen ruime bekendheid gegeven door bekendmaking van de Verdelingswet in het Staatsblad, maar ook door publicatie in de landelijke pers en via diplomatieke posten in het buitenland.

****) Je kunt een claim niet afkopen door een andere claim en weer wordt de term ‘particulieren’ gehanteerd en dus geen ondernemingen.

 

 9. 

Wat zijn naar uw mening de juridische gevolgen van het Traktaat van Wassenaar wat betreft vorderingen die particulieren en bedrijven hebben op de Republiek Indonesië als zijnde rechtsopvolger van de voormalige rechtspersoon Nederlands-Indië? Kunt u daarbij specifiek aangeven of hiermee de gerechtelijke vonnissen zoals genoemd in de vragen 1 en 2 in een ander daglicht komen te staan, aangezien het er op lijkt dat de Staat der Nederlanden door het Traktaat de claimanten feitelijk de mogelijkheid ontnomen heeft om hun claims in Indonesië te gelde te maken?

Zie mijn antwoord op vragen 2 en 4. De in de vragen 1 en 2 genoemde arresten komen niet in een ander daglicht te staan, omdat deze geen inhoudelijke beoordeling inhouden en slechts duidelijk hebben gemaakt dat de Nederlandse Staat geen partij is voor de claimanten. De Nederlandse Staat heeft met het bedingen van betaling van een lump sum kunnen regelen dat er ten minste een deel van de claims gehonoreerd kon worden. \

 

UIT DE MEDIA

Bewerken

Lees verder…

2018, 24 JAN. Procedurevergadering" VWS. Door Peter Flohr & Anton te Meij.

10897383459?profile=original10897383655?profile=original

Bronvermelding: Verslag Peter Flohr.

Verslag van een dagje Den Haag voor de Indische Kwestie.

Een kwestie die al meer dan 73 jaar speelt en opgelost moet worden. Daar zet ik mij voor in.

Heel vroeg op pad vandaag. Met Anton Te Meij woensdag 24 jan. afgesproken in café Luden in Den Haag om 9.00hr ter voorbereiding van de rest van de dag. Om 10u naar de 2de Kamer om de “procedurevergadering” VWS te volgen. Het gaat om een vergadering van de Vaste commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In de procedurevergadering gaat het om besluiten over afhandeling en beantwoording van brieven die de commissie ontvangt.
In de commissie zitten 25 Kamerleden. Alle partijen zijn vertegenwoordigd. Een grotere partij heeft meer leden in de commissie dan een kleine partij. Vandaag zijn 15 leden aanwezig. De vergadering wordt in sneltreinvaart afgehandeld.

Agendapunt 34 gaat over de uitvoering van de “gewijzigde motie van het lid Agema over de afhandeling van de Backpay-regeling”. Fleur Agema (PVV) diende deze motie in op 22 december. Zij kreeg daarbij de steun van de hele kamer om eerst een evaluatie te houden over de uitvoering van de Backpay-regeling. Nu was in de commissie de vraag aan de orde hoe en wanneer de motie uitgevoerd zou worden.


Agema benadrukte dat in de Kamer gesproken is over het feit dat op dit moment het nieuw opgericht forum IP2.0 in feite de belangen vertegenwoordigd dan het oude IP. Zij verzoekt dan ook om iP2.0 ook bij de evaluatie te betrekken. De commissie had hier geen bezwaar tegen, waarmee bekrachtigd is dat IP2.0 bij de evaluatie betrokken wordt. De evaluatie vindt vóór 1 juli 2018 plaats.
Chapeau! Anton en ik waren buitengewoon tevreden met dit resultaat. Weer een stapje gezet in serieuze erkenning van IP 2.0.

Intussen was na de lunch Peggy Stein gearriveerd. Met z’n drieën zijn we in gesprek gegaan met Niels Rigter, parlementair verslaggever van de Telegraaf. Meerdere onderwerpen werden uitgediept. Het was een goed gesprek. Het is nuttig om journalisten steeds goed bij te praten. De Indische kwestie is een ingewikkelde kwestie. We hebben hem een overzichtsdocument meegegeven: “Aspecten van het rechtsherstel” inzake de Indische Kwestie. Intussen kwam Fleur Agema in de lunchhoek waar we zaten, nog even langs om onze positieve reactie te horen.

In de middag Kamerlid Sharon Dijksma van de PvdA bijgepraat over de Indische Kwestie en de stand van zaken. In dit gesprek blijkt hoe belangrijk het is om je als platform IP2.0 te presenteren met de meest actuele informatie over de betrokkenheid van de grote groep Indische-Nederlanders. Sharon Dijksma toonde zeker dat ze oprecht gevoelig is voor de narigheid die er bij veel mensen leeft over deze kwestie. Zij is een gedreven politicus.
Zelf heb ik nog eens gewezen op een door mij ingediende motie, op het PvdA congres vorig jaar januari, om samen met andere partijen deze kwestie op te lossen over de grenzen van de eigen partij. Deze motie is door een meerderheid van het congres overgenomen. Ik hoop dat zij en haar fractie dit zich aantrekt en samen met andere partijen aan de slag gaat. Sharon zegde toe dat ze de staatssecretaris VWS zeker zou motiveren om met ons in gesprek te gaan, met name over de totale Indische Kwestie. Wij verwezen haar ook naar de “SVB-impactanalyse” wat betreft het totale bedrag wat uitgekeerd zou kunnen worden.

Conclusie van de dag: Er zijn belangrijke stappen gezet: meer erkenning van IP2.0 en meer achtergrondinformatie kunnen vertellen over de Indische Kwestie.

We zijn redelijk tevreden weer huiswaarts gegaan en klaar om volgende concrete stappen te zetten. Mondelinge informatieoverdracht en in gesprek gaan blijft belangrijk.

TRANSLATION;

Report of a day in the Hague for the Indian issue.

An issue that has been playing for more than 73 years and has to be resolved. That's what I'm in for.

Very early today. With Anton at meij Wednesday 24 Jan. Agreed at café luden in the hague at 9.00 hr in preparation for the rest of the day. At 10 pm to the 2th room to follow the "procedurevergadering" Vws. It is a meeting of the standing committee on public health, welfare and sport (Vws). The Commission is concerned with decisions on handling and replying to letters received by the commission.
There are 25 Mps in the commission. All parties are represented. A larger party has more members in the commission than a small party. Today 15 members are present. The meeting will be dealt with rapidly.

Item 34 deals with the implementation of the 'amended motion by the member of the European Parliament on the handling of the backpay scheme', Fleur Aequalis (Pvv) submitted this motion on 22 December. It received the support of the entire chamber to review the implementation of the backpay scheme first. Now, in the commission, the question was raised how and when the motion would be implemented.
Aequalis stressed that in the room was spoken about the fact that currently the newly founded forum ip2. 0 actually represents the interests than the old IP. It therefore requests that ip2. 0 be included in the evaluation. The Commission had no objection to this, which confirmed that ip2. 0 was involved in the evaluation. The Evaluation shall take place before 1 July 2018
Chapeau! Anton and I were extremely pleased with this result. Another step in serious recognition of IP 2.0.

Meanwhile, after lunch Peggy Stein arrived. The three of us have been talking to Niels Rigter, parliamentary reporter of the telegraph. Several topics were deepened. It was a good conversation. It is useful to keep a close eye on journalists. The Indian issue is a complex issue. We gave him a document: "aspects of the rights" on the Indian issue. Meanwhile, Fleur Aequalis arrived in the lunchhoek where we were, just passing by to hear our positive response.

In the afternoon, Mr Sharon Dijksma of the labour party brought up an update on the Indian issue and the state of affairs. This conversation shows how important it is to present you as platform ip2. 0 with the most up-to-date information on the involvement of the great group of Indian-Dutch. Sharon Dijksma certainly showed that she is genuinely sensitive to the trouble that many people live on on this issue. She's a driven politician.
I myself referred to a motion tabled by me, at the pvda Congress last January, to resolve this issue with other parties on the borders of its own party. This motion has been taken over by a majority of Congress. I hope that she and her group will take care of this and work together with other parties. Sharon said that she would certainly motivate the secretary of state vws to talk to us, particularly on the overall indian issue. We also referred to the 'Svb-Impactanalyse' as regards the total amount that could be paid.

Conclusion of the day: important steps have been taken: more recognition of ip2. 0 and more background information on the Indian issue.

We have gone home reasonably satisfied and ready to take further concrete steps. Oral Transfer of information and conversation remains important.

Lees verder…

10897371280?profile=original

 

Mevrouw Jannsen claimt Minister Bert Koenders in zake het Traktaat van Wassenaar.

Mevrouw Janssen met een Indische achtergrond trok de stoute schoenen aan, en schreef aan Bert Koenders het volgende:

Weledelgestrenge heer Koenders,

 

Betreft: Uitbetaling in zake het verdrag Traktaat van Wassenaar 1966.

 

 

In december 2015. nam ondergetekende kennis van het bestaan van dit onderhavig verdrag  via de website ICM en  website petitie online.

 

Het verdrag Traktaat van Wassenaar is in 1966 ondertekend door de regeringen van Nederland en Indonesië. Doel: De Indonesische regering betaalt aan Nederland het bedrag van 689 miljoen gulden ter genoegdoening aan de Nederlandse staatsburgers, die huis, have en goed in Indonesië moesten achterlaten ten tijde van de repatriëring tussen 1947 en 1962.

 

Als rechthebbende doet ondergetekende beroep hierop, op de uitbetaling hiervan. De hoogte van het bedrag is becijferd tussen de € 25.000 - € 30.000. Hiervoor wordt verwezen naar het boek "Rapport traktaat van Wassenaar" met ISBN - ISBN: 978-94-92575-18-0 opgesteld in opdracht van ACTW66 (Actie comite Traktaat van Wassenaar).

 

Enz. enz. …….

 

 Nog geen 24 uur later ontving ze volgende mail van de afdeling van zekere Hans Smit van de afdeling Juridische Zaken

 

Met antwoord:

Geachte mevrouwe  Jannsssen,

 Namens de minister beantwoord ik uw mail van 18 augustus jl., waarin u aanspraak maakt op 30.000 euro op grond van het Traktaat van Wassenaar 1966.  

Ik heb geen goed nieuws voor u: de Staat der Nederlanden zal die claim niet honoreren. Ik licht dat als volgt toe.

 

In –ruwweg- de periode 1957-1962 vonden in Indonesie op grote schaal nationalisaties plaats. Dat kwam erop neer dat de eigendommen van Nederlandse bedrijven en burgers door de Indonesische regering werden afgenomen zonder enige vergoeding. Tussen Nederland en Indonesie hebben in de jaren zestig onderhandelingen plaatsgevonden, die er enerzijds toe strekten om de betrekkingen tussen beide landen te normaliseren, anderzijds een schadevergoeding voor de gedupeerde Nederlandde bedrijven en burgers te krijgen. Via onderhandelingen zijn partijen uitgekomen op een betaling van Indonesie aan Nederland van ongeveer 600 miljoen gulden. Dat bedrag is in de periode van 1973 tot 2003 door Indonesie in jaarlijkse termijnen betaald. Nederland heeft dat geld aan de gedupeerden doorbetaald op basis van de Verdelingwet 1969. Om voor doorbetaling in aanmerking te komen, moest men zijn claim tijdig hebben ingediend, uiterlijk in 1970. Er hebben toen advertenties in de krant gestaan met informatie dat en hoe men een claim kon indienen. Er zijn enkele duizenden claims ingediend. Men moest die claim kunnen onderbouwen met bewijsstukken. Verder betrof het hier niet meer dan een gedeeltelijke vergoeding van ongeveer 15% van de geleden schade en moest de claimant voor de volledige schade finale kwijting verlenen. 

Dan uw claim. Het is of het een, of het ander. Ofwel u heeft uw claim tijdig ingediend, en dan bent u akkoord gegaan met betaling van 15%, derhalve 4500 euro. En dat geld is in de periode 1973-2003 aan u uitbetaald. Ofwel u heeft uw claim niet tijdig ingediend, maar dan kunt u onder de Verdelingwet geen aanspraak meer maken op vergoeding.  

Onder deze omstandigheden is het niet nodig dat ik u vraag om uw claim te bewijzen, want ik kom daar om de in de vorige alinea genoemde reden niet aan toe.   

Vr.gr.

 

Hierna bracht Hans Smit ludiek via zijn email om binnen zijn netwerk de rest hiervan op de hoogte te stellen, het toeval is dat mevr.Jansen lid is van de Pvda, en als lid ontving ze de mail die voor haar bestemd. De betrokkene heeft wel de privacy van mevr. Jansen fors en bewust geschaad. Onder andere ging de mail naar Stork. Wat heeft Stork in godsnaam hier rnee te maken.

Toch een vreemd antwoord dat volledig afwijkt die heer ing.MBA F.Schwab sr. Ontving op 26 maart 2015  van drs. J.H. A Waltmans namens Minister Bert Koenders waarvan de lezing als volgt is: 

In aanvulling hierop merk ik op dat de compensatie uit hoofde van de Overeenkomst niet bedoeld is voor de “ Indische Gemeenschap” als zodanig, maar voor diegenen die aantoonbare schade hebben geleden door de Indonesische nationalisaties van Nederlandse eigendommen in de periode tussen de soevereiniteitsoverdracht (1949) en het verbreken van de diplomatieke betrekkingen tussen beide landen (1962).

 

Privacy schending van mevrouw Jannsssen.

Naast  het afserveren van mevrouw Jannsssen ( met drie sss),  vond de betrokkene van de betreffende departement ook nog te delen, en kennelijk  om zijn ego een podium te geven om zijn reactie openbaar te delen met:

Van:   ........................................................
Verzonden: dinsdag 22 augustus 2017 8:54
Aan: 
CC:
Onderwerp: FW: uw mail aan Minister Koenders van 18 augustus 2017

U begrijpt om de privacy te beschermen is mevrouw Jannsen een fictieve naam. Werk aan de winkel voor Bert Koenders om binnen zijn departement de ambtenaren tot orde te roepen.

Verontschuldiging voor taal – fouten in de eerste brief, deze is zo door de redactie overgenomen.

 

WORDT VERVOLGD

Lees verder…

ERESCHULD EN BOETE door Pjotr Xerxes Siccama

10897380055?profile=originalERESCHULD EN BOETE

foto :  Michel Korzec.

Een ander lid van de Indische gemeenschap is een zekere mevrouw Spoor-Dijkema die na vijftig jaar nog verkondigde dat er geen goede Jappanners bestaan (‘Vrij Nederland’, 1991).

Deze uitspraken uit de Indische gemeenschap zijn in- en intriest en teleurstellend.

De redactie van de Volkskrant (1991) had schijnbaar in een moment van verstandsverbijstering (?) het geschrift van een zekere heer Korzec geplaatst, die (in een column) commentaar gaf over de, zoals hij het noemde “gedisproportioneerde” aanspraken van de Stichting Japanse Ereschulden.

 

 

Hoezo gedisproportioneerd? Waar haalt mijnheer Korzec die wetenschap vandaan dat te beweren en zich dat aan te matigen? Stoken en modder over een gemeenschap uitstorten die hij helemaal niet kent; is hij een geïnterneerde uit WO II of anderszins een oorlogsslachtoffer? Voorzover ik na kan gaan, is dat niet het geval. Maar het kwaad is al geschied en de destructie heeft zijn werk gedaan. Het doet er nu ook niet meer toe omdat hij kennelijk de bedoeling had mensen voor de schenen te schoppen en te beledigen. Of draagt deze wijsneuzige meneer nog latente en onbegrepen ressentimenten met zich mee, al zeulend, onder een merkwaardig soort jaloezie waarvan hij zelf oorsprong en oorzaak niet meer weet (als oorspronkelijke niet-westerse Europeaan)? Om hier in West Europa voor vol te worden aangezien, moet je toch wel driftig om je heen slaan en zeuren over zaken waar je immers geen ene notie van hebt? Een buitenstaander heeft doorgaans de grootste mond omdat hij zelf betrokken noch verantwoordelijk is. Ik gun als sociaal mens en rechtgeaard vrije democraat van nature een ieder zijn mening en de vrijheid een mening te verkondigen zoals men wil maar hier is geen sprake van een mening: het is een onvervalst oordeel. Dat deze man door Kousbroek ook is aangehaald met betrekking tot de claims van de Stichting Japanse Ereschulden wil niets zeggen over de kwaliteit van zijn geschrift of denkbeeld, laat staan over de man zelf. Ik raad hem dan ook aan zich eerst te verdiepen in de Indisch-Nederlandse geschiedenis, talloze rapporten en vooral de NIOD-rapporten te lezen voordat hij zich waagt aan enig oordeel.

 

Heel anders is het bij burger-geïnterneerden en anderen die aanspraken maken op een materiële genoegdoening die overeenkomt met andere claims van oorlogsslachtoffers en die volstrekt gedisproportioneerd is, om dat woord nog maar eens te gebruiken.

Het is voor mij onbegrijpelijk van Kousbroek dat hij uit de column van Korzec alleen het woord gedisproportioneerd eruit heeft gepikt. Over het waarom, krijgen we het volgende te lezen:

“De overlevenden van de Duitse kampen kregen Wiedergutmachung dat willen de Indische geïnterrneerden ook, maar ze willen meer. Ze willen twintig keer zoveel.

Nu gooit Kousbroek (zelf geïnterneerd om het nog erger te doen lijken), net als Korzec, een knuppel in het hoenderhok, en maakt louter om te JENNEN), een behoorlijke fout met de hiervoor genoemde misplaatste en ridicule opmerking. Ik vind dit zo teleurstellend en bijzonder gemeen van de man om een groep mensen (waar hij, naar hij zegt zelf toe behoort) neer te zetten als lamenterende klagers. Kousbroek weet drommels goed dat dit onwaar en buiten de werkelijkheid is! Ze willen helemaal niet MEER, ze willen volledige genoegdoening (hetgeen nog niet is gebeurd) wat hen recht doet en rechtens toekomt, nu in materiële zin die gelijk is aan  andere oorlogsslachtoffers. Wat kan die man toch zeuren om iets waarmee hij, naar hij zelf zegt veel moeite heeft, namelijk over het onrecht dat in dit land met voeten wordt getreden. Onbegrijpelijk.

 

Bij onze Europese buren gebeurde de compensaties (voor hún koloniën) toch vloeiender en beschaafder en vraag men zich af of  het de Nederlandse regering historisch nog niet duidelijk genoeg is dat de buurlanden Frankrijk, Engeland hun voormalige koloniën (nog afgezien van de VS) en zelfs het straatarme Portugal hun slachtoffers volledig hadden gecompenseerd. De internationale schande die Nederland hiermee op zich laadt, is buitengewoon groot wanneer dit langer blijft duren. Alles staat in de NIOD-rapporten waar en hoe de Nederlandse regering moet handelen.

Nederland wordt nu internationaal constant in de gaten gehouden (gemonitored zoals dat hedentendage heet) nu deze kwestie speelt en dus actueel is, om te weten waarmee en vooral op welke manier de Nederlandse Staat tot een voor de Indische gemeenschap bevredigende oplossing zal komen aanzetten.

 

Er gaan in mijn directe omgeving al stemmen op om Europese (juridische) sancties op te leggen aan hen die verantwoordelijk zijn voor het onrecht aangedaan aan een gemeenschap; die zijn, zo ik heb vernomen in voorbereiding voor het geval de Indische Kwestie niet snel wordt opgelost.

 

Om alles in juiste verhoudingen te zien schrijft Kousbroek vervolgens dat Duitsland aan de Joodse slachtoffers (per hoofd) ca. fl. 2000 had betaald. Ziedaar zijn grote berekeningsfout. Zoals we weten uit de gegevens werd per hoofd aan de Joodse gemeenschap meer dan fl. 40 duizend uitbetaald, evenals de Roma/Sinti-gemeenschap overigens. Ziedaar, zij werden geheel gecompenseerd. Kousbroek was dus weer niet goed geïnformeerd over de hoogte(s) van de respectievelijke vergoedingen/compensaties aan Europese slachtoffers. Waar haalt hij die compleet foute informatie toch vandaan? Ik neem hem dit zeer kwalijk. Hier lijkt iemand flink met cijfers te goochelen en een dom spelletje te spelen, kijken of een gek er misschien in trapt. Het bedrag heeft exact de hoogte die overeenkomt met de claim van de Indische gemeenschap (20 x fl. 2000 weet u nog?) (de burger-geïnterneerden e.a.). Dat is volstrekt helder en legitiem. Sterker nog, de Indische gemeenschap heeft in haar aanspraken zelfs de geldontwaarding, langer dan zestig jaar nog niet eens in het bedrag verdisconteerd. Een bedrag van € 35 duizend is daarom zelfs heel redelijk (zij het altijd nog te schamel bij nader inzien moet ik erbij zeggen, zowel letterlijk als figuurlijk.)

 

Nu komt de vraag weer op: waar komt die agitatie van Kousbroek vandaan om uitgerekend dit punt te berde te brengen? En dan: waarom maakt hij zich zo verdomd druk om deze zaak waarbij hij persoonlijk geen enkel belang heeft maar waarbij hij wel anderen onnodig tegen de schenen schopt? Ook dit reken ik hem bijzonder aan. Dat hij persoonlijk zelf de materiële genoegdoening niet nodig heeft, is zijn zaak en keuze maar dat hij op de stoel van een ambtenaar gaat zitten om zijn onredelijke betoog publiekelijk te spuien is werkelijk niet comme il faut.

 

Laten we eerlijk zijn en niet doen alsof het bedrag zo hoog en onoverkomelijk is.

En dan de onheuse behandeling en onrechtvaardigheid in deze kwestie die meer dan 65 jaar heeft geduurd. Het is nu de allerhoogste tijd om hier komaf te maken en een definitieve streep te zetten onder deze (voor ieder) pijnlijke Indische kwestie. Kousbroek gaf zelf toe (waar komt opeens die ambivalentie van hem vandaan?) dat de Nederlandse Staat (al die regeringen na WO II, de KVP onder leiding van Romme (de man die de vermaledijde fokpremie” heeft ingevoerd, waar hij de sociale bijverschijnselen van die wet op de koop toe nam, voorop met zijn uitspraak:


 “.. we zijn hun niets verschuldigd..(.)” zo onvoorstelbaar stupide, grievend, laks en bovendien krenterig en geborneerd handelt wanneer het om aanspraken en in het algemeen over gelijkstelling gaat.

 

De Nederlandse Staat had al lang de tijd gehad om komaf te maken met de Indische Gemeenschap en ze in hun aanspraken volledig tegemoet te komen. In de 60-er en 70-er jaren had de Indische Gemeenschap toen hard en met de vuisten op tafel moeten slaan; maar ze waren hiervoor te beschaafd (“overbeschaafd”, schreef Jan Blokker – scheen geen visitekaartje te zijn PS).

En juist die houding tekent en kenmerkt het lot van mensen die dachten dat de ander uit hetzelfde hout waren gesneden. Het is met die bescheidenheid nu geheel afgelopen, de messen geslepen en de barricades opgesteld.

 

Per slot zijn de NIOD-rapporten waarin de aanspraken van de Indische gemeenschap zijn neergelegd en bevestigd niet voor niets opgesteld Waar moeten ze nog op wachten? Tot ze allen dood zijn? Er is immers geen enkele belemmering om de aanspraken nu uit te voeren; en ondertussen worden weer miljarden euro’s de wereld in geslingerd in plaats van recht(en) en democratie te exporteren voor al die ontwikkelingsprojecten waarvan een handvol uitvoerders het meeste profijt trekken en dat uit gemeenschapsgeld, tegen ongelijke verdeling en onrecht in de Wereld, maar eigen burgers worden ondertussen hun rechten ontnomen en volstrekt genegeerd. De woorden van Kafka zijn hier vlees geworden.

 

10897270465?profile=original

10897270653?profile=original

Het NIOD gebouw – Amsterdam.

 

10897269292?profile=original

 

10897302663?profile=original

De stille tocht 2012 Den Haag – de stoet naar plein 1813.

 

Door :

 ICM Columnist / respondent

 Pjotr Xerxes Siccama

10897249257?profile=original


 

Lees verder…

10897396278?profile=originalTijd voor onderzoek na het ’onderzoek’

Een ’onderzoek’ is in Den Haag de beste remedie om onwelgevallige berichtgeving of commotie te neutraliseren. Boze Kamerleden, nieuwsgierige journalisten of een gealarmeerd publiek vinden in een ’onderzoek’ een snelle pleister op de wonde van de verontwaardiging. Het gehoopte effect is het wekken van een indruk dat er wat met een vermoedelijke misstand wordt gedaan.

In de praktijk hoeft een onderzoek niet veel voor te stellen. Natuurlijk, parlementaire onderzoeken en enquêtes zijn serieus. Bewindspersonen lanceren ook onderzoeken, waarvan de zwaarte per keer nogal kan verschillen. Bij meldingen dat een aan de overheid gelieerde instantie zich niet aan de regels houdt, kan het Openbaar Ministerie onderzoek doen of een inspectie.

Een onderzoek kan echter ook gewoon betekenen dat een ambtenaar door een minister of een staatssecretaris gevraagd wordt om eens een beetje rond te bellen, zonder dat echt duidelijk is of aan de andere kant van de lijn de waarheid verteld wordt. Op het moment dat het resultaat van het rondje bellen duidelijk is, zijn weken verstreken en is de karavaan verder getrokken.

Wie het ’rapport’ over de verdwenen Nederlandse oorlogsschepen in de Javazee leest dat het kabinet naar de Kamer stuurde, kan onmogelijk de indruk krijgen dat het hier gaat om een onderzoek dat zorgvuldig, diepgravend of professioneel is ondernomen. Een alert Kamerlid noemt het ’twee kantjes die het kabinet heeft afgescheiden’; een treffende omschrijving die voor verschillende interpretatie vatbaar is.

Nadat premier Rutte in 2016 met de Indonesische president Widodo afsprak om de verdwijning van de wrakken gezamenlijk te onderzoeken, trokken Nederlandse en Indonesische experts daar ruim een jaar voor uit. Wat is er al die maanden gebeurd?

Er blijkt in februari 2017 in Jakarta een ontmoeting te zijn geweest van Nederlandse en Indonesische deskundigen. Daarin werd vastgesteld dat de wrakken inderdaad nagenoeg volledig verdwenen zijn. Een half jaar later (!) hebben deskundigen uit beide landen ’tijdens een bijeenkomst’ op basis van beschikbare informatie bepaald dat de wrakken ’op industriële wijze’ geborgen zijn. Illegaal dus en zonder respect voor de doden.

Deze conclusie wordt van uitleg voorzien in het genoemde twee kantjes tellende afgescheiden rapport van de besprekingen. Hierin valt op dat Nederland volledig vertrouwt op de Indonesische mededeling dat er geen schroot van wrakken is aangeboden, er geen vergunningen voor zijn afgegeven en dat er geen verdachte situaties zijn waargenomen. Maar, zo leest het rapport als een disclaimer, er werd in die tijd ook niet echt toezicht op gehouden. Daar kan je dus alle kanten mee op.

Uit onderzoek van lokale journalisten en collega Olof van Joolen komt een duidelijker beeld naar voren. Slooplocatie, bergers en verstrekte vergunningen blijken na enig echt onderzoek vindbaar. Evenals ooggetuigenverslagen van betrokkenen, vuilnisbelten die als impromptu begraafplaats dienden en tastbare memorabilia van de gesloopte schepen.

Het staat in wel heel schril contrast met de ferme conclusie van het kabinet dat er ’geen duidelijke antwoorden kunnen worden gegeven op de vraag hoe deze scheepswrakken zijn verdwenen’.

Zou er überhaupt wel eens iemand van de Nederlandse ambassade ter plekke zijn geweest om poolshoogte te nemen? Hoe vaak? En is er dan met getuigen gesproken? Tot nu toe blijft het gissen, wat bij betrokkenen de indruk wekt dat onze diplomaten de moed hebben opgegeven.

Dat er na onthullingen in deze krant nu pijlsnel een nieuw onderzoek is aangekondigd, geeft aan dat er in Den Haag gelukkig mensen zijn wakkergeschud.

Zo heeft minister Ank Bijleveld van Defensie intern opdracht gegeven om een feitenrelaas op te stellen. Zo wil dit voormalig lid van de Raad van Advies van de Oorlogsgravenstichting weten wat er nu precies wel en niet is gedaan tijdens het ’onderzoek’.

Duidelijk is in ieder geval dat er over het onderwerp een stammenstrijd speelt tussen de twee meest betrokken departementen. Het ministerie van Defensie zou graag alles uit de kast halen om de Nederlandse oorlogshelden een waardig afscheid te bieden. Op meerdere niveaus bij Defensie heerst evenwel frustratie over de focus van de collega’s bij Buitenlandse Zaken, die zich vooral zou richten op het beschermen van de toch al beladen bilaterale betrekkingen met Indonesië.

Het kabinet meldt dat er tussen Nederland en Indonesië ’wederzijds begrip is gegroeid over de waarde van oorlogsgraven’. Dat doet vermoeden dat het Jakarta voor 2016 geen zier interesseerde wat er met de oorlogsbodems gebeurde. Gezien ons besmeurde verleden in het land, valt enigszins te begrijpen dat Indonesiërs de overleden leden van de krijgsmacht die hen onderdrukte niet bovenaan hun prioriteitenlijst hebben staan. Nederland is de oorlogshelden en hun nabestaanden dat echter wel verschuldigd.

In het kabinet wordt erkend dat er voor het ’onderzoek’ vooral op de Indonesiërs is gebouwd. Als het begrip tussen Indonesië en Nederland daadwerkelijk is gegroeid, zou een team Nederlandse experts die kant op moeten kunnen. Om echt onderzoek te doen.

Lees verder…

SCHEEPSSLOPERS ’DEDEN GEWOON HUN WERK’ Schending zonder

enig besef

10897395289?profile=original

10897395466?profile=original

Voor tien dollar per dag maakten ze kleine stukken van de enorme wrakdelen die over zee werden aangevoerd. Ex-medewerkers van het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de illegale sloop van zeker tien scheepswrakken beginnen nu pas langzaam te beseffen wat ze verkeerd hebben gedaan.

Het Indonesische ministerie van Transport gaf tussen 2014 en 2017 aan de lopende band vergunningen af aan bergers om oude scheepswrakken te lichten, zo blijkt uit het register (zie fragment onder uit 2015).

De bij de Slag in de Javazee gezonken Nederlandse oorlogsbodems van de vloot van schout-bij-nacht Karel Doorman vielen ten prooi aan slopers en plunderaars. Werklieden namen kogelhulzen en koperen naambordjes mee.

Hun namen willen ze niet zeggen. Twee van de naar schatting zeventig mensen die tussen 2014 en begin 2017 op een schiereiland naast de haven van Brondong werkten; ze zijn bang voor mogelijke gevolgen. Maar ze willen best vertellen wat ze daar deden en hoe het in zijn werk ging. We noemen ze bij hun schuilnamen: Ari en Budi.

Jonge kerels zijn het nog. Beiden hebben in hun eenvoudige huis van kale grijze bouwblokken hun trouwportret aan de muur hangen. De data zijn nog maar van een paar jaar terug. Ari heeft een jong dochtertje. Ze slaapt op een dun matrasje zo op de kale vloer onder een dekbedhoes in vrolijke cartoon-kleuren. Dezelfde vloer waar haar ouders op zitten. Meubels zijn er in het huisje tussen de palmbomen nauwelijks.

Omdat Ari en Budi het zeker niet breed hebben, kwam het aanbod begin 2014 als geroepen. Budi vertelt hoe het ging. „Ik werkte in Kalimantan en kreeg een belletje van de voorman. Of ik terug naar Java wilde komen want hij had mannen zoals ik nodig. Ik ging. Het salaris en de uren waren goed. We werkten van acht uur in de ochtend tot vier uur ’s middags. Voor tien dollar per dag.”

De twee kwamen te werken op een landtong ten westen van de haven van het kustplaatsje op Java. Om er te komen moet je onder een slagboom door met een bewaker ernaast. Wanneer je de kantoren van de politie en kustwacht bent gepasseerd, moet je een lang hobbelig pad af. De regentijd heeft de kuilen in modderpoelen veranderd. Er herinnert weinig meer aan de brute slooppraktijken.

Opgeruimd

Er slingeren alleen nog wat stukken scheepstouw en een enkele slijpschijf die tijdens het werk is gesneuveld. Verder is het vier voetbalvelden grote terrein vakkundig opgeruimd. De zeecontainers die langs de randen stonden om pottenkijkers buiten de deur te houden, zijn verdwenen. Alleen het verlaten huisje van de bewaker staat er nog.

„Op zee werden de schepen al in grote stukken gehakt. Wij sneden die met snijbranders in kleinere delen”, vertelt Ari. „Dat ging de ene keer makkelijker dan de andere. Vooral delen met veel klinknagels waren lastig. Gemiddeld waren we met een schip een maand bezig. Soms iets langer.”

Toen afgelopen week duidelijk werd dat de Indonesische overheid informatie over de slooppraktijken, zoals het verlenen van vergunningen, heeft verzwegen, beantwoordde minister Bijleveld (Defensie) de gang van zaken met een brief waarin staat dat niet onomstotelijk is aangetoond dat de schepen op de sloop van Brontong, de verdwenen oorlogsbodems Hr.Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer zijn.

Medewerkers van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed bogen zich over foto’s aangeleverd door onder anderen de Indonesische onderzoeksjournalist Aqwam Hanifan en konden niet met zekerheid zeggen dat het om resten van de drie verdwenen oorlogsbodems ging. In theorie zouden het ook gezonken Hollandse koopvaardijschepen kunnen zijn.

Baas

Ari en Budi zetten bij die suggestie kanttekeningen. „De meeste schepen waren oorlogsschepen”, zegt Ari beslist. „Hoe we dat wisten? Omdat de baas ons dat heeft gezegd”, voegt zijn voormalige collega toe. De twee hadden delen van alle soorten marinevaartuigen onder de snijbrander. Van een onderzeeboot tot wat de twee slagschepen noemen. Maar hoogstwaarschijnlijk doelen ze eerder op kleinere marinevaartuigen zoals kruisers en gaat de nuance in de vertaling verloren. Zowel Nederland als Groot-Brittannië verloor dit type schip bij de Slag in de Javazee (1942).

In hun huis hebben de mannen hard bewijs voorhanden. Beiden konden de verlokking van een nog scherp patroon niet weerstaan en namen het mee. De projectielen ogen los van wat groene uitslag puntgaaf. Ari heeft ook twee restanten in zijn bezit die het meest lijken op de gietijzeren vulplaatjes, die tussen een dek en bijvoorbeeld een kanon worden gezet.

Budi tovert twee koperen naambordjes tevoorschijn die hij blijkbaar heeft achtergehouden. Op een ervan staat ’Amsterdam’ en verwijst naar een leverancier van spoorwegmaterieel. Op het andere staat eenvoudigweg: Laadruim.

Grotere en duurdere spullen konden ze niet meenemen. Zakken vol met koperen patrijspoorten werden apart verkocht. Meteen al, want koper is waardevoller dan het oude staal. „De Chinezen namen ook zo’n honderd granaten mee”, herinnert Ari zich. Hij strekt zijn onderarm uit om de grootte van de hulzen aan te duiden. „Ze haalden wel eerst het kruit eruit. Anders was het natuurlijk te gevaarlijk.”

Naast de granaten, kogels, laarzen en helmen zagen de slopers meer voorbijkomen dat erop duidde dat ze aan marineschepen werkten. Complete scheepskanonnen sneden ze in stukken. Budi heeft ook een aanwijzing die een stuk van een wrak lijkt te linken aan de Koninklijke Marine. Hij zegt een deel langs te hebben zien komen met daarop de grote letters K en N. Precies wat er vlak voor de boeg op de zijkant van de Kortenaer stond. Van dit schip is, net als van de Britse HMS Elektra, bekend dat de wrakken lagen in een gebied waarvoor het Indonesische ministerie van Transport vergunningen heeft verleend om te bergen. Het register van het ministerie, waarin de toegekende vergunningen staan vermeld, is in het bezit van De Telegraaf. Daarin staan de namen van vijf bergingsschepen die in 2015 toestemming hebben gekregen om de wrakken te lichten.

Schedels

Op één van de kanonnen, zo vertellen ze, deden de mannen de meest lugubere vondst. Toen ze het wilden slopen, zagen ze eerst helmen en daarna schedels van de mannen die ermee ten onder waren gegaan. Er waren ook andere menselijke resten, maar geen complete skeletten. „Misschien zijn die door de sloop in het water al uit elkaar gevallen”, oppert Budi.

Ze vertellen bijna onbewogen over dit deel van hun werk. „Nee, ik vond het niet eng of naar. Zo gaat dat toch gewoon”, gaat Ari verder. „Eerst schrok ik wel. Het blijven toch botten”, reageert zijn maat. „Maar toen ik wist dat het hele oude botten waren, was ik weer oké. We moesten de resten op een stapel leggen van de voorman. Hij zorgde dan dat ze werden begraven. Dat was het.”

Dat ze indirect hebben meegewerkt aan het verstoren van een oorlogsgraf van honderden mensen, lijkt alleen Budi te begrijpen. En dat ook pas sinds kort, en ogenschijnlijk zonder dat het veel wroeging of andere emoties oproept. „Ik las er een paar weken terug iets over in de krant. Toen dacht ik wel: ik moet oppassen. Straks word ik nog verdachte.”

Lees verder…

’AMBTENAREN VERKOCHTEN BERGINGSVERGUNNINGEN’

Fraude met wrakken

10897385698?profile=original

door Olof van Joolen

Indonesië heeft in het officiële onderzoek naar de uit de Javazee verdwenen scheepswrakken aantoonbaar onjuiste informatie laten opnemen. De overheid stelt dat er geen vergunningen zijn afgegeven voor het bergen van schepen, maar in zeker twee gevallen gebeurde dat wel.

Deze nieuwe onthulling komt van de Indonesische nieuwssite Tirto.id. De website meldde eerder waar stoffelijke resten uit Nederlandse en Britse oorlogsbodems zouden zijn gebleven: in een massagraf op Oost-Java vlakbij de haven waar de brokstukken uit elkaar werden getrokken.

Kortenaer

Uit documenten die de Indonesische onderzoeksjournalisten wisten te bemachtigen, blijkt dat zowel voor de locatie waar de voor 80 procent verdwenen Hr.Ms. Kortenaer lag, als die van de Britse HMS Electra, vergunningen zijn verleend. Het bedrijf dat ze kreeg, is het Indonesisch/Chinese PT Jatim Perkasa dat Tirto en Australische wrakdeskundigen in verband brengen met de vermissing van de Nederlandse wrakken.

De stukken zijn ook in het bezit van De Telegraaf. Ze zorgen voor een ander beeld dan wat minister Bijleveld vrijdag de Tweede Kamer presenteerde. „De belangrijkste conclusie is dat de scheepswrakken zonder vergunning van de Indonesische autoriteiten op industriële wijze zijn geborgen”, schreef ze in een Kamerbrief over de verdwenen scheepswrakken.

Wat ze overigens de Kamer niet meldde en ook niet in de naar het parlement gestuurde samenvatting van het onderzoek staat, is dat er tijdens het onderzoek geen forensisch vergaard bewijs ter tafel is gekomen. Deze kanttekening staat wel in het complete onderzoeksverslag waar De Telegraaf inzage in kreeg. Dit wekt de indruk dat er sprake is van een ’papieren onderzoek.’ Opvallend genoeg melden de opstellers van het stuk dat conclusies zijn getrokken van ’beschikbare informatie.’ Wat klinkt als een kanttekening bij het eigen werk.

Volgens Tirto zijn de Indonesische kustwacht en het directoraat generaal voor zeetransport van het ministerie van Transport druk bezig hun straatje schoon te geven. De onderzoeksjournalisten kregen via een openbaarheidsverzoek een lijst van 217 vergunningen voor bergingen op zee tussen 2014 en 2017. Bij een presentatie aan hen begin dit jaar werd dit aantal plotseling teruggebracht naar slechts dertig.

Herhaalde verzoeken om uitleg die onderzoeksjournalist Aqwam Hanifan neerlegde, werden genegeerd. Hij denkt dat de ambtelijke diensten proberen corruptie te verhullen. Er zouden vergunningen voor grof geld zijn verkocht. Binnen de Indonesische ministeries van Transport en Buitenlandse Zaken zou grote ergernis bestaan over het mogelijke gerommel van de ambtenaren.

De Nederlandse betrokken ministeries zwijgen vooralsnog. Defensie-woordvoerder Paul Middelberg stelt namens dit departement en die van Buitenlandse Zaken en Cultuur, Onderwijs en Wetenschap dat de onthullingen eerst moeten worden bekeken voor de overheid kan reageren.

Nabestaanden

Namens de nabestaanden van de marinemensen die in 1942 ten onder gingen op de Nederlandse oorlogsschepen, roept voorzitter Jacques Brandt van het Karel Doormanfonds de regering op zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen. Het Doormanfonds financierde de expeditie die constateerde dat de Hr.Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer verdwenen waren.

„Het was een schok voor nabestaanden dat de wrakken waren verdwenen en het is weer een schok dat er sprake lijkt te zijn van een massagraf met stoffelijke resten”, reageert de oud-marineofficier. „Er moet zo snel mogelijk worden uitgezocht hoe het met dit graf zit. De eventuele stoffelijke resten moeten worden veilig gesteld. Nederland moet het officiële onderzoek heropenen als er zoveel nieuwe informatie is.”

Lees verder…

10897394055?profile=original

JAVAZEE  - SLOPERS SCHEEPSWRAKKEN BRACHTEN RESTEN      OORLOGSHELDEN IN ZAKKEN NAAR VERZAMELGRAF Harteloos in  kuil gedumpt

Een schokkende ontwikkeling in de zaak van de uit de Javazee verdwenen

oorlogswrakken. Een Indonesische onderzoeksjournalist onthult dat de botten van onze zeehelden in een anoniem massagraf zijn terechtgekomen. Volgens het officiële onderzoek is niet duidelijk wat met de resten van schepen en

bemanning is gebeurd/

De menselijke resten uit oorlogswrakken die illegaal uit de Javazee zijn gehaald, zouden zijn herbegraven in een anoniem massagraf op Oost-Java. Het ligt vlakbij de havenplaats Brodong waar de wrakken in stukken zijn gesneden.

Dit schrijft de Indonesische nieuwswebsite Tirto.id op basis van eigen onderzoek. Volgens journalist Aqwam Hanifan gaat het om Nederlandse en Britse stoffelijke resten. Onder de geheel en gedeeltelijk illegaal geborgen wrakken zijn de Nederlandse Hr.Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer. Ze werden tot zinken gebracht in 1942 tijdens de slag in de Javazee. Negenhonderd opvarenden kwamen om.

Schedels

De journalist sprak met de Indonesiër die op de wal verantwoordelijk was voor het verwerken van de scheepsresten. Aannemer Haji Ghoni bevestigde dat zijn arbeiders tijdens het in stukken snijden van de wrakdelen menselijke resten tegenkwamen. Het zou gaan om schedels, kaakbotten, handen, voeten, heupen en ribben.

„Soms zijn ze er en soms niet”, zei hij. Ghoni vertelde volgens Tirto die botten terug in zee te hebben gegooid. Toen hij een tweede keer met zijn uitlatingen werd geconfronteerd, werd hij zenuwachtig. Twee arbeiders die niet met hun naam op de site wilden, stelden dat ze alle resten aan Ghoni moesten geven.

Ze wisten dat het ging om de stoffelijke resten uit oorlogswrakken omdat tussen de wrakdelen ook munitie, laarzen en granaathulzen werden gevonden.

Typeplaatjes

Op typeplaatjes die de journalist zag, stonden de plaatsnamen Amsterdam en Rotterdam ingeslagen. In het deel van de Javazee waar de bewuste illegale slopers tussen 2014 en 2016 actief waren, liggen gezonken Nederlandse en Britse oorlogsbodems.

De meeste menselijke resten zouden volgens één van de anonieme medewerkers helemaal niet in zee zijn gegooid, maar naar een verzamelgraf zijn gebracht. Dit lag op de Suko begraafplaats, vlak bij het huis van de aannemer. De lokale grafdelver wees de journalist de plek. Menselijke resten zouden in zakken zijn gebracht en op een diepte van minder dan een meter zijn begraven. „Ze kwamen meerdere keren en het was veel”, aldus de grafdelver.

De grote brokken waarin de oorlogsschepen op zee werden gehakt zijn volgens Tirto overgebracht naar een terrein bij de haven van Brondong, op slechts zeven minuten lopen van de begraafplaats. Deze locatie was al langer bekend en werd bezocht door de Nederlandse documentairemaker Kick Stokvis.

Schoongeveegd

Toen de Nederlandse filmploeg begin 2017 ging kijken, was het terrein leeg en zo goed als schoongeveegd.

Tirto.id kreeg als eerste bevestigd dat er daadwerkelijk illegaal geborgen schepen zijn gesloopt. Op verschillende Indonesische websites circuleert beeld waarop de installaties in vol bedrijf zijn. Op dit beeld zijn er verschillende onderdelen zichtbaar die Nederlands lijken. Zoals een anker.

Wie de plek op Google Earth bekijkt, ziet duidelijk een groot bergingsvaartuig liggen. Reconstruerend kwam zowel de Australische duiker en wrakkendeskundige Scott Willan als journalist Aqwam Hanifan uit op de BC Pioneer 88 van bergingsbedrijf PT Jatim Perkas. Een schip varend onder Indonesische vlag, maar feitelijk Chinees eigendom. De bemanning was Chinees en uit een inschrijving bij de lokale Kamer van Koophandel blijkt ook de directeur van PT Jatim Perkas uit China te komen.

Het dossier Javazee valt onder drie Nederlandse ministeries: Defensie, Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De departementen zeggen via een woordvoerder kennis van de onthullingen te hebben genomen. Omdat ze die nog niet hebben kunnen bestuderen, stellen de ministeries niet te kunnen reageren.

Illustratie Marius STeenbergen

Lees verder…

ICM Online Het Schrijvers collectief

ICM Online Het Schrijvers collectief

10897299283?profile=original


10897251071?profile=originalVoor het eerst organiseert  Pasar Malam Rijswijk in samenwerking met ICM Online  "Het Schrijvers Collectief " . De column schrijvers en schijvers ; Han Dehne,  Elly Hauwert, Henk Harksen, Albert van Prehn, Rolo Lapre, Ferry Schwab sr en Wijnand van de Meeberg  hadden deze twee pasardagen op het bij-podium hun verhalen  voorgedragen  uit de pas uigebrachte boeken. Leidend in deze is de verhaalroute uit ICM Jaarboek 2009 - 2010 "toegang tot de Indische wereld". In deze route komt geschiedenis aan de orde van de Indische Nederlanders die anno 2000 in de Nederlandse samenleving woont.  Als passend voorbeeld komt het thema pasar malam aan de orde, naast andere zeer interessante andere thema's. Aansluitend voordrachten van de boeken van de schrijvers. Aan het einde van de voordrachten werden  door het lezerspubliek in Q &A sessies over en weer vragen worden gesteld. Presentatie  & discussieleider  Ferry Schwab sr.  

 

 10897289873?profile=originalICM Jaarboek "Toegang tot de Indische Wereld"

De verschillende schrijvers zullen hun bijdrage leveren tijdens de voordrachten uit ICM Jaarboek.

De geschiedenis van de Indische Nederlanders anno 2000, is vastgelegd in het boek “Toegang tot de Indische Wereld”. Zoals iedere krant wordt er teruggeblikt op afgelopen jaar. ICM als krant blikt terug op het jaar 2009 – 2010, van de Indische Nederlanders in de huidige Nederlandse samenleving met haar pasar malams, koempoelan, lezingen, boeken, schrijvers, documentaire, Indische nieuwtjes, Indische muziek, de Indie herdenkingen, Indische ontwikkelingen, Indisch Platform met haar gelieerde aangesloten Indische organisaties, en ten slotte de laatste stand van zaken met betrekking tot de Indische kwestie, die op dit moment bij de staatsecretaris Martin van Rijn ligt. De verwachtingen zijn dan binnenkort met de oplossing komt.

 10897290099?profile=original“Door de ogen van het kind

De vader van een bekende schrijver overleefde het jappenkamp door op zijn tellen te passen en door de macht van het getal de macht over zijn leven in eigen hand te houden (Adriaan van Dis, Indische Duinen).   Ellen dat als Indisch kind juist op het verkeerde moment (WAR II, overdracht, bersiap, koele kille ontvangst) en plaats ( Tegal in Het Voormalige Indiër ) het licht van aardse voor het eerst mocht aanschouwen, kreeg haar rugzakje al mee.  Een bestemming met een gave, die zorgde dat ze van bizarre gebeurtenissen even afstand kon nemen van het aardse om te kunnen overleven. Zij kende maar even de liefde van haar ouders waarna zij als een “ stuk vuil " van het ene gezin in andere belandde, waar ze opnieuw haar integriteit moest bewijzen. De aankomst in het kille koele Holland stond niemand aan de kade om haar op te vangen.   

10897290295?profile=original

Het boek "Liefde als ruwe diamant" vertelt u onder  andere over de recente ontwikkelingen van de Indische kwestie. Zoals U bekend dient dit dossier onder staatssecr. Martin van Rijn van VWS. Naar verwachting zal hij binnen een maand met het antwoord komen of met het voorstel.

 
Vertelt U op pagina 133 haar bronnen o.a.:
Gesprekken met Frits Bolkenstein, Herman Bussemaker oud vz - IP, Henk Beekhuis, NIOD instituut Jeroen Kapperman, Hans Vervoort, en ICM Online.

Vanaf pagina 138;
wordt het Indische Platform in beeld gebracht, en de Indische kwestie onder de loep genomen.

Vanaf pagina 140;
doet Slifraire Delhaye nieuwe Vz IP zijn kerndoelstellingen en het IP beleid uit te doeken. Brengt de ontwikkelingen in beeld de dialoog met staatsecr. Martin van Rijn van 24 mei 2013 tot het heden. 
Dan neemt Ton te Meij IP delegatie het woord over de politieke dialogen die begonnen op 12-01-2007 tot het heden.
Tot slot komt staatsecr. Martin van Rijn in beeld met zijn Veegbrief Kerstreces 20 december 2013.

Dit is slechts een topje van Liefde als ruwe diamant !

10897291672?profile=original    DOCUMENTAIRE ZOEKTOCHT INDISCHE KINDEREN NAAR JAPANSE VADERS Naar het boek van Han Dehne.

De door de Japanse documentaire maakster Yuki Sunada gemaakte film, waarin o.a. Nippy Noya (de beroemde percussionist) en Mary Dehne (echtgenote van ons redactielid) een prominente rol spelen is de afgelopen woensdag tijdens het filmfestival in Jakarta onderscheiden met een Global Award.  Deze documentaire gaat over Japans Indische kinderen in Nederland die vaak nog altijd op zoek zijn naar hun biologische Japanse vader. In een eerdere kolom van Han Dehne is hier al uitvoerig over geschreven en is voor ICM-leden altijd bereikbaar op zijn NING-pagina bij icmonline.ning.com   Binnenkort zullen de direct betrokkenen een voorvertoning bijwonen in één van de Nederlandse theaters. Hoe de verdere gang van zaken is zal binnenkort bekend gemaakt worden evenals hoe, waar en wanneer deze indrukwekkende documentaire is te zien. 

10897291863?profile=originalVoorbode van het turbulente Millennium - Hoe Mischa ons leven veranderde

DE VELE ONTHULLINGEN MET VELE PRIMEURTJES , DE ONTMOETINGEN MET O.A. PRESIDENTEN, GEO ‘S EN CFO’S DOOR DE OGEN VAN EEN SENIOR INTERNATIONAAL MANAGEMENT CONSULTANT 

Ode aan Mischa

Dit boek is opgedragen aan Mischa, een viervoeter. Onze dochter Avril Lorraine R.I.P 18-10-1968 / 11-12 -2013 o.a. inspireerde ons tot uitgave van dit boek dat vanaf 1999 stoffig lag te worden.

Bill en Hillary Clinton, Barack Obama en First lady, prinses Beatrix en Poetin beschikken over een dergelijke viervoeter als spindoctor, adviseur en vertrouweling. Politicus Jan Terlouw ging ons voor met zijn boek over zijn trouwe viervoeter. Uit ons leven gegrepen speelde zich af van 1989 - 1999. 
Het moment dat de wereld aan de vooravond stond van grote innovatieve veranderingen, met dynamische, turbulente ontwikkelingen, die mondiale afstanden overbruggen, de voorbode van de globalisering, millennium, de Euro, en de financiële ontwikkelingen die later tot de kredietcrises leidde. In deze turbulente dynamiek overleefden Ferry, Astrid en Mischa Schwab.


 

 

 

 

 

 

Lees verder…

Boekbespreking, e-Books, CD en DVD -

10897254899?profile=originalBoekbespreking, e-Books, CD en DVD -  

Soldaat in Indonesië, 1945-1950 – Gert Oostindie. De oorlog in Indonesië roept een mensenleven later nog steeds heftige emoties op. Nederland mobiliseerde destijds 220.000 militairen voor een verloren strijd, die achteraf ‘fout’ ging heten. In het publieke debat gaat het vooral over de Nederlandse oorlogs-misdaden. Veteranen hebben zich in deze debatten flink geroerd.   Zij waren er, hebben het mee-gemaakt, beleefden de rauwe werkelijkheid temidden van een vijandige natie in een ‘groene hel’. Wat aan het licht komt is vaak

onthutsend. In dit boek gaat het daarnaast ook om andere thema’s: spanning tussen hen en de Indonesiërs, begrip en onbegrip over de onafhankelijk-heidsstrijd, frustraties over de politieke en militaire leiding en bevelen, angst, boosheid, schaamte, wraak, verveling en seks. Dit boek is gebaseerd op hun brieven, dagboeken en hun memoires, ingebed in de bredere context van een dekolonisatie-oorlog en de verwerking ervan in Nederland. Gert Oostindie is directeur van het Koninklijk Instituut voor Land- Taal- en Volkenkunde (KITLV). Daarnaast is hij hoogleraargeschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Aan dit boek ligt een zorgvuldig en breed onderzoek ten grondslag.

Adviesprijs: € 29,95.

10897254087?profile=originalDe laatste eeuw van Indië –   J. van Doorn. Halverwege de vorige eeuw werd Nederlands-Indië de onafhankelijke republiek Indonesië. De schok van de afscheiding is in Nederland nooit helemaal verwerkt. Nog steeds vraagt men zich af waarom de breuk niet werd voorzien en verbaast met zich over het geweld waarmee Nederland reageerde op het vrijheidsstreven dat men zelf had opgeroepen. Het oude geschiedenisbeeld van Indië voldoet al lang niet meer en het nieuwe Indonesische beeld biedt nauwelijks een bevredigend alternatief. Dit boek is een diepgaande studie van Van Doorn, waarin een poging wordt gedaan het wezen van Indië te door-gronden.  Adviesprijs: € 12,50.

10897254057?profile=originalGedeeld verleden – Stichting Herdenking 15 Augustus 1945. Ter gelegenheid van 70 jaar einde van de Tweede Wereldoorlog       in Zuid Oost-Azië en daarmee   ook voor het Koninkrijk der Nederlanden, is een lustrumboek uitgegeven. In de loop der jaren zijn er tijdens de herdenkingen door bekende, bijzondere en mooie mensen ontroerende voordrachten gehouden, gedichten voorgedragen en vele liederen gezongen. Deze spreken nog altijd tot de verbeelding en mogen niet  verloren gaan. Deze zijn in dit boek gebundeld met een korte inleiding van de geschiedenis van de oorlog en bezetting van Indië en wordt gecompleteerd door een overzicht van alle oorlogsgraven in Zuid Oost-Azië. In dit boek is ook de herdenking van dit jaar 2015 opgenomen. Adviesprijs: € 19,50.

10897254665?profile=originalEen buitenbezittingse Radja – W.J.M. Michielsen. W.J.M. Michielsen verliet in 1857 op 13-jarige leeftijd zijn geboortestad Breda  om  als  kajuitjongen maar de Oost te gaan. Na enkele zeereizen vestigt hij zich op Java, waar  hij  met  wisselende  banen in zijn levensonderhoud voorzag. Een keerpunt kwam in december 1867, toen hij voor het groot-ambtenaren-examen slaagde en een carrière in Indische bestuurs-dienst mogelijk werd. Deze kans heeft hij ten volle benut. Vele jaren diende hij in de zogenaamde ‘buitenbettingen, om zijn loop-baan uiteindelijk in Batavia af te sluiten als lid van de Raad van Nederlands-Indië. Op zeer hoge leeftijd, rond 1914 schreef hij zijn memoires, waarin hij met veel verve en oog voor detail verslag doet van zijn bewogen leven tot 1975. De latere periode is óf net geschreven, óf verloren gegaan. De editie van deze boeiende en kleurrijke vertellingen wordt hier vooraf gegaan door een inleiding over de historische achtergronden.Adviesprijs: € 29,00.

10897253479?profile=originalDe Indië-weigeraars – Antoine Weijzen. Een boek over een van de pijnlijkste bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis. Twee dagen na de Japanse capitulatie riep  Soekarno   op  17   augustus 

1945 de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Als reactie daarop stuurde de Nederlandse regering een grote troepenmacht bestaand uit dienstplichtige militairen. De meesten gingen zonder probleem, maar een kleine groep weigerde en werd hiervoor zwaar gestraft. Antoine Weijzen brengt dit onderwerp uit de Nederlandse geschiedenis in beeld, maar     met respect voor de context en  de tijdgeest. De Indië-weigeraars

is het eerste deel in de serie“De zwarte bladzijden uit de Vaderlandse geschiedenis”.

Adviesprijs: € 19,50.

Lees verder…


10897261876?profile=original levensverhaal - II     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens

 

Helaas was ik toevalligerwijze aanwezig tijdens dat verraad, en raakte ik zelfs aan mijn hoofd gewond, door een steen, die door hun oudste zoon Rijnco geworpen werd. Dit gebeurde allemaal in de “Villa Isola” in Bandoeng. Na verbonden te zijn, mocht ik met Eppo, hun jongste zoon, in de Japanse stafauto, met vlaggetjes en de Japanse chauffeur, als een troost, een lunch pakketje “Oom” Ab Brons brengen in zijn gevangenis, waar ik hem door de poort tussen een  groepje andere Hollandse gevangenen zag staan. Ab Brons was een grote man met een rood gezicht en witte haren; men kon hem niet missen.

Als Duitse, maar ook om mijn vaders reputatie te dwarsbomen, werd mijn moeder door toedoen van deze mensen bij Greetje Brons ontboden. Deze vroeg haar verzoek de functie van tolk op zich te nemen (mijn moeder sprak vijf talen). Mijn moeder vroeg bedenktijd en ze kreeg hier  slechts drie uur voor. Overhaast vluchtten wij naar Surabaya per trein. De trein werd door de Japanners uitgekamd, op zoek naar ons, maar RK. Zusters hielpen ons verborgen te blijven. Het onderzoek van drie jonge Japanse officieren op die trein duurde drie dagen.    

In Surabaya werden wij toch gevangen genomen en kwamen wij, in volgorde,  in het klooster Gedangan, Ambarawa; daarna ik denk kamp 5, en tenslotte  Banyu-Biru kamp 10. Waar wij tot begin december 1945 verbleven. Ons vertrek van Banyu-Biru kamp, ik geloof op 6 December 1945, was zeer dramatisch. Onder de bescherming van de Ghurca’s, die ons ook van de revolutionairen tijdens de Bersiap bevrijdden. Ons kamp was reeds in handen van de guerrilla’s en werd, volgens de dreigementen, op een totale eliminatie voorbereid. Luidsprekers verkondigden allerlei dreigementen, slangen, krokodillen en tijgers en panters zouden op ons losgelaten worden, barricades van zandzakken werden opgeworpen tegen aanvallen met handgranaten. Wij werden op het laatste moment ontzet door een kolonne Ghurca’s, die ons kamp voor mogelijk een maand   of meer verdedigden met mortieren, machinegeweren en persoonlijke nachtelijke koppensneller-activiteiten.

Met het uiteindelijke vertrek in een grote groep, gingen wij door geweervuur aan beide zijden van de weg en vliegtuigen overal in de lucht schietende en bombarderende tot aan Semarang toe. Het was soms een angstwekkende vuurzee, waar wij doorheen reden. Tenslotte bereikten wij Semarang, waar wij na enige dagen aan boord gingen via pontons op het Amerikaanse schip de “Victoria Amhorst” op weg naar Batavia. Ik denk dat het in het eerste Kamp 11 van Banyu-Biru, onze buren waren, die met hun groep praktisch helemaal uitgemoord zijn. Daarom werd met onze groep geen risico genomen en waren wij ook uitzonderlijk zwaar bewapend, met tanks en gepantserde wagens. Wij zaten dan ook met alle bagage om ons heen in die trucks. 

Terug in Nederland

Binnen het jaar, wist Jannes den Besten, van de weduwen en wezen  

afdeling van de B.P.M, met geweldige leugens, mijn moeder in te palmen en hoe ongelooflijk het ook klinkt, in gemeenschap van goederen met haar te trouwen in December 1947. De man bezat zelf niets, hij was een homosexueel, hetgeen mijn Moeder ook pas te laat te weten kwam. Mijn moeder werd eventueel door hem onder druk gezet, om haar onder controle te kunnen houden. Eenmaal, tijdens een open gesprek, vertelde mijn moeder mij een en ander. Op haar eerste huwelijksnacht posteerde mijn Moeder zich kennelijk voor die man, (ik moet er niet aan denken, mijn moeder). Maar het liep mis, hij gebood haar woedend zich aan te kleden en zei: “Ik heb jou daar niet voor nodig en ik heb nu al jullie geld en die kleine flikker (dat was ik), raak ik op de een of ander manier wel kwijt”. Dit was dus mijn toekomst, waar mijn eigen moeder in meespeelde, “gedwongen of niet”, hoe is dat mogelijk.


10897266476?profile=originalAdrian Lemmens, 15 jaar oud

Alle twee de kisten, met Amerikaanse voedingsmiddelen die wij ons uit de mond hadden gespaard en meenamen naar Nederland, werd door die man alleen opgevreten, terwijl ik, nog mager van de kampen, nog steeds honger leed. Drie grote kisten met sigaretten, verkregen met hulp van de vroegere directeur ir. A. Scholtens van de B.P.M.-Shell, de vroegere directe baas van mijn vader, daar werd direct de eerste Volkswagen Kever van  gekocht. De rest verhandelde en  rookte hij zelf op,  kronkelend over de vloer van het hoesten. Bij de eerste kennismaking  met die man, weigerde ik hem de hand te schudden en kreeg ik een geweldige draai om de oren, van mijn moeder, waardoor ik verschillende meters de gang in vloog. Dat was de eerste introductie, men weet over het instinkt van kinderen.

Zwaar gedisciplineerd als ik was, durfde ik nooit ver van huis te gaan   en werd ik op die manier veelal    alleen gelaten, terwijl andere kinderen op school waren, dat was in de     Jacob Marisstraat 18, te Slooterdijk Amsterdam; dezelfde naam inderdaad, als het schip van de HAL. De ms. Slooterdijk, waarmee wij uit Indië kwamen. Gebruik makende van mijn analfabetisme, wist Jannes den Besten, nu mijn tweede vader, mijn moeder te overtuigen, dat ik niet normaal was en liet mij in een zwakzinnigengesticht in Amsterdam Slooterdijk opnemen. Dat gesticht was een complete nachtmerrie. Kinderen die zich niet normaal gedroegen, zich bevuilden   en de rotzooi op de muren smeerden, of eindeloos hun hoofden tegen een deur of muur aan sloegen, vreemde dierlijke geluiden maakten, staan mij nog altijd bij. Ik realiseerde mij, dat ik daar weleens voorgoed in had kunnen blijven. Eens in een gesticht, nooit meer er uit, gold in die tijd.

Mijn grootvader was geschrokken, toen hij dat hoorde, maar Jannes den Besten wilde van geen advies weten. En waar was mijn zogenaamde moeder? Dankzij mijn grootvader en via de politie, werd het bestuur van die stichting (later bleek, dat zij een stevige betaling van J. den Besten ontvingen om mij daar binnen de muren te houden), gedwongen om mij te laten testen. Ik werd volkomen normaal beschouwd en werd er toen weer uit gelaten, God zij gedankt.  

Ik ben nog steeds woedend over het feit, dat men met mij kennelijk te gemakkelijk kon manoeuvreren in die tijd. Ik bleek ondanks alles, nog zo onschuldig te zijn, dat men schijnbaar van alles met mij uit kon halen. Maar ik was ook in een vreemd koud land  en kende er niemand die ik kon vertrouwen. Ik was immers nog steeds het totaal genegeerde en daardoor eenzame moffenjongetje uit de Jappenkampen en pas tien jaren oud Ik was immers niets anders gewend, dan alleen te zijnen niets om handen te hebben. Wat een verschil met een eigenwijze TV- en computerwijze tienjarige van vandaag.

In de Japanse kampen, was ik het moffenjongetje, waar de andere kinderen niet mede mochten spelen, ongelooflijk als dat klinkt, ondanks,  dat wij het kampleven met iedereen deelden. Mijn Moeder werkte nachts in de keuken en sliep overdag en ik was dus altijd alleen en moest mijzelf bezig zien te houden. Daardoor ben ik een “loner” geworden tot de dag van vandaag.

De enige cadeaus, die ik ooit in mijn leven heb gekregen, waren een aantal boeken van mijn grootvader. Dat werden mijn vrienden en die hield ik  voor mijzelf, toen ik via mijn eerste internaat St. Louise, het lezen en schrijven begon te leren. Gelukkig was ik intelligent en leerde vrij snel. Ik ben er zeker van dat mijn grootvader  daarmede mijn toekomst heeft verzekerd en gered, maar hij deed meer. Via een R.K. Bisschop in onze familie, Mgr. Lemmens, toenmaals Bisschop van Roermond, werd ik ondanks een grote tegenwerking van J. den Besten op de kostschool St. Louise in Amersfoort toegelaten. Daar man een broeder Deciderius mij persoonlijk onder zijn hoede. Hij sleepte mij in mijn eerste en enige schooljaar daar, van de eerste tot de vierde klas door 

mijn studies heen gesleept. Ik was toen 11 jaar en werd 12 in 1948. Het was een elite school, maar ik was de enige die beboterd brood at en niet de voorraden toegestuurd kreeg zoals de andere kinderen. Die aten jam, kaas, muisjes of pindakaas, ik at droog brood met een schrap boter. Maar ik was deel van een gemeenschap, ook al werd ik uitgemaakt voor pinda, als de enige Indische jongen aldaar. Geweldige cadeaus voor al die kinderen en medeleerlingen, met Kerst en Sint Nicolaas, of met verjaardagen;  ik liep daartussen, met niets.

10897266660?profile=original

Vader en moeder Lemmens

Maar voor het zo ver kwam, dat ik naar mijn allereerste school St Louise ging, werd ik eerst nog meegenomen naar de U.S.A. door een vriendin      van mijn moeder, Ria Oosterbaan, die met een Amerikaanse officier was getrouwd en mij mee naar Amerika wilden nemen, waar ik mij hevig tegen verzette. Daarna werd mij direct een naamsverandering opgedrongen, ook tot een “den Besten”, ook al verzette ik mij er tegen. Ik begreep niets meer van wat mijn moeder motiveerde, met al deze handelingen en voorstellen, die natuurlijk van J. den Besten kwamen. Ik wist van mijn grootvader, dat ik een hoop geld bezat op mijn naam, maar liefst 98.000 gulden en dat er ook een kwart van de waarde van het huis van mij was. En later bleek dan  J. den Besten niet van plan was, dat ooit aan mij te laten; wetten of geen wetten, rechten of geen  rechten. Om mijn eigendom te verdonkeremanen, werd het huis met groot verlies van de hand gedaan en mijn grootvader op  straat gesmeten, die daarmee tot een armoedige en eenzame dood was veroordeeld. Hieraan hebben de Nederlandse Autoriteiten mede schuld. Wat heeft Nederland met de nalatenschap van een oorlogsheld gedaan?

Terug naar het internaat St Louise te Amersfoort, na het enige jaar aldaar, gingen mijn zogenaamde ouders op vakantie naar Frankrijk, met hun eerste baby, een jongen, die later, dankzij haar trots en op haar kosten, dokter zou worden. Hij bleek ook  homosexueel te zijn en zou later zijn moeder van alles zou beroven (en daarmee dus ook mijn rechten) en haar de dood in zou jagen.

De tuinman van het internaat St. Louise werd gevraagd of hij op mij wilde passen en werkte ik dus met hem in de tuin in mijn zogenaamde vakantie. Na die vakantie en dat tuinwerk, werd ik van die school afgehaald en op de Technische hogeschool  Don Bosco, bij de Salesianen geplaatst, ook in een internaat in Amersfoort. Ook daar werd weer een tuinman gevraagd om op mij te passen terwijl de familie naar Frankrijk ging. Daarna werd ik ook daar vanaf gehaald. Dat was voor de rest van mijn leven, mijn laatste school, maar ten laatste leerde ik daar inderdaad ook het omgaan met gereedschappen.

Nu volgde echter de vreselijkste periode van mijn leven. De lezer begint nu mogelijk een idee te krijgen wat ik heb moeten doorstaan.  Dat ik mijn vaardigheden ondanks deze situaties heb weten te behouden, is bijna ongelooflijk. Ik heb toen zeker  de voorzienigheid achter mij gehad en kennelijk voor de rest van mijn leven. Misschien is dat de prijs, waar mijn vader zijn leven voor heeft geofferd.  Dat is de vraag waar ik mee aan het worstelen ben. Maar desondanks heb ik nu een vrouw en kinderen.

Een aanslag tegen mijn leven, waaraan ik vijfmaal de dans ben ontsprongen en verder een verschrikkelijk onrecht heb moeten ondervinden, hebben mij uiteindelijk berooid het land uitgestuurd. Ten gevolge waarvan ik nu dus als een emigrant in New Zealand zit, en daar berooid met letterlijk niets tot mijn naam, een nieuw leven moest beginnen, in mei 1962, dus 26 jaar oud. Wat heeft Nederland ooit voor mij gedaan? Wat, of hoe, met de geweldige en potentieel grote rijkdom, en geweldige studie kansen, die ooit mijn rechten waren en die mij ontnomen zijn, ook die door mijn vader aan mij zijn nagelaten.

In het nog vooroorlogse Indië; in 1939

De B.P.M.-Shell, eens mijn vaders bedrijf, gebood hem in zijn functie twee mensen te disciplineren, die de bloemetjes buiten zetten en de B.P.M. als maatschappij te schande maakten, in een tijd, waar een goede naam nog steeds zeer op prijs werd gesteld. Een de zoon van een zittende directeur ir. Jan Brouwer en een prof. dr. ir., professor in de Geologie H.H. Brons een hoge academicus, die zich aan de Japanners hadden verbonden. Voor welke reden dan ook, het was verraad, maar ir. Jan Brouwer door zijn vader gewaarschuwd, vluchtte toen naar Australië. Een mogelijkheid, die ook aan mijn vader geboden werd. Maar mijn vader, destijds de grote organisator van de B.P.M.-Shell in Nederlands Oost-Indië, beval de vernietigingen van de B.P.M.-depots in 

Tarakan en Balikpapan en vluchtte daardoor te laat. Hij was een patriot en verloor zijn leven, in dienst van zijn zogenaamde Vaderland.  

Die twee individuen (heren kan ik ze niet noemen), overleefden en waren ons vijandig gezind. Ze weigerden mijn moeder te helpen en ik wist natuurlijk te veel over en van Brons; ik was een gevaar voor hen en moest worden geëlimineerd en J. den Besten, chanteerde de Brons familie, met wat hij daarover van mijn Moeder had vernomen. Ab Brons nam hem in  dienst om mij te elimineren, wat goed in het plan van J. den Besten, maar ook in dat van de Brons paste. J. den Besten wilde mij immers ook kwijt, omdat hij niet van plan was, om mij ooit mijn rechtmatige bezittingen uit te betalen.

10897266071?profile=originalDe oorkonde die Adrians vader van de Nederlandse regering ontving

Nederland liet dit allemaal toe, door de inbeslagneming van ons huis en eigendom, onze thuis en onze haven, waardoor ik ook mijn grootvader, mijn voogd, en mijn enige bescherming verloor. Met daarbij ook de mensonterende Wet  Onbevoegdheid van de vrouw in die tijd. Dat onze situatie in Nederland, met hun acties 

tegen ons, nog verergerde, is ook de schuld van de Nederlandse Staat en haar overheden. Wat kan ik (persoonlijk) verwachten, als straks de “Indische Kwestie”, door Nederland wordt erkend?

U hebt nu de eerste 12 jaren van mijn leven gezien. Er volgden nog 14 jaren van ongeluk, levensgevaar en armoede voor mij in Nederland, voor mijn uiteindelijke vlucht door emigratie naar Nieuw Zeeland.

Beste Hans, je hebt mijn permissie hier mijn levensloop openbaar te maken. De Nederlandse Staat moet ook kennis nemen  van wat er met mij is gebeurd, evenals de B.P.M.-Shell, die  medeschuldig is aan de behandeling van de  zoon van een van hun toenmaals belangrijkste employés. De B.P.M.-Shell, heeft aan mij ook nooit de studiefondsen toegekend, die door mijn Vader met hen waren vastgezet in 1939, tijdens zijn laatste verlof in Nederland. Studiefondsen die aan mij uitbetaald zouden worden tot aan mijn dertigste jaar en het mede gebruik van alle sociale voorzieningen van de B.P.M. die ik nooit heb gezien of gekregen.

Dit is eveneens een deel van de reden waarom wij Indische Nederlanders nu al 70 jaar lang door Nederland behandeld worden; een periode die we de “Indische Kwestie” noemen. Maar ik weet het, ik ben lang niet de enige, ook al bedenk ik, dat mijn situatie en het verloop van mijn leven uniek is.  Als een consequentie van wat mij allemaal is overkomen, door mijn eigen moeders kennelijke onverschilligheid jegens mij en mijn lot, heb ik haar in 1998 persoonlijk gezegd, dat zij niet het recht had de oorlog te overleven. Deze harde, maar in mijn ogen reële uitspraak deed ik tijdens mijn laatste bezoek aan haar,  

een half jaar voor haar dood. Ik noemde haar als reden het verraad aan haar tweede zoon, ook een J. den Besten. Mijn moeder vroeg mij of ik het meende, hetgeen ik nogmaals bevestigde Zo namen wij afscheid voor de laatste maal; ik heb er geen spijt van, maar ik heb er wel moeite mee. Kunt U zich dit indenken?  Echter los van haar behandeling van en verantwoording jegens mij, haar enige kind van haar eens zo zeer geliefde man, was ook mijn moeder, eens een geweldige persoonlijkheid in die moeilijke jaren. Met geweldige prestaties en trouw aan haar geadopteerde land en nationaliteit en mogelijk honderden hebben hun levensbehoud in de kampen aan haar kookkunsten te danken. Moeder kreeg na de oorlog in Nederland, vele brieven van kampgenoten die haar bedankten voor wat zij had gedaan,  brieven die in nijd en jaloezie door haar tweede man J. den Besten werden verbrand. Maar waarom liet mijn Moeder mij toen in de steek?Nu op 12 jarige leeftijd, werd ik na de vakantietijd en na de vakantie van mijn “familie”, ook weer in Frankrijk,  ook weer van mijn tweede school verwijderd. Ook op deze tweede school liet de tuinman van die school Don Bosco, te Amersfoort, die op mij paste, mij “helpen” bij het werk in de tuin.

J. den Besten had zijn macht nu gevestigd, met onze bezittingen totaal onder zijn beheer en mijn Moeder scheen haar eigen gewoonlijke zelfbeheersing en persoonlijkheid volkomen te zijn verloren. Wij woonden nu na hun huwelijk, in ons eerste huis in de hoerenbuurt van Den Haag, in de Scheldestraat, recht tegenover de ramen met spiegeltjes en die dames in hun voor mij zo vreemde kledij, nooit eerder zoiets geweten of te hebben gezien, was dat voor mij een volkomen raadsel. Dit werd toen ook schijnbaar de tijd voor  

den Besten, om de door hem   met ons aangenomen positie te bevestigen, door mijn moeder volkomen te onderwerpen, zoals hij dat gedurende zijn eigen Vaders tijd had geleerd, in het vooroorlogse Roemeense Bucharest, met de vrouwen aldaar. De “Balkanisatie” van mijn moeder, de totale onderwerping van zijn vrouw, mijn moeder, waarvan ik later ook hoorde, dat het zijn bedoeling was, om ook mijn moeder als zodanig te werk te stellen. Hoe was dat mogelijk.

10897266871?profile=original

Nog een foto van Adrian, 15 jaar oud

Mijn moeder werd zo vaak getrapt en geslagen, dat zij zich veelal niet buiten de deur dorst te vertonen. Ongelooflijk genoeg, bleken die woningen ook tot de B.P.M. te behoren, zo tegenover onze trappen hal woonden ook B.P.M.-ers, de familie de Koning. Door het gegil en het geschreeuw van mijn Moeder, riepen die de politie.  Ondanks dat de politie de staat van mijn moeder kon zien, wist den Besten de rollen zo te verdraaien, dat de politie sympathie met “hem” hadden. Ondanks de vele gaten in mijn kennis, wist ik genoeg, om hem Mossadeg, te noemen, de huilende Minister-president van Iran in die tijd. De buren durfden niet meer te reageren, na bedreigingen van den Besten. Ze hadden nu gezien, van wat hij met de  politie wist te bereiken, ondanks mijn moeders uiterlijke kentekenen, van zijn beestachtige behandeling van haar.                                                         Nu begon ook de tijd voor hem, om zich tegenover mij een houding aan te meten. Met mijn Moeder onderdrukt en onder controle en daardoor niet in staat om tussen hem en mij te kunnen komen, om mij te verdedigen, nu was ik aan de beurt. Het was de winter van 1948, dikke sneeuw en ijsbloemen op de ramen, werd mij geboden, mij uit te kleden, veel van mijn kleding, (nu lompen) was nog steeds van onze repatriatie, de schoenen met touwtjes bij elkaar gebonden, werd ik naakt aan mij haren de douche in getrapt. Ik schreeuwde niet, het had geen zin.

Nog steeds broodmager, stond ik onder dat ijskoude water te jammeren, hij stond met een Spaanse riet voor de open deur, twintig minuten tot een half uur, als ik eruit probeerde te komen, sloeg hij mij op mijn natte huid, ten gevolge waarvan de wonden weken namen om te helen. Ik kon mij na die behandeling nauwelijks meer bewegen. Aan mijn haren werd ik naar het koude gedeelte van het huis, mijn kleine kamertje,  gesleept, de kamer in gegooid, op de vloer gesmeten, waar alleen een kaal matras en een paardendeken lag, terwijl ik niet eens was afgedroogd. Dit heb ik 11 of 12 keer moeten doorstaan. De kennelijke bedoeling was, om mij een longontsteking te bezorgen. Mijn moeder zat in de enige warme kamer, met hun eerste baby een jongen en ook een Jannes en kwam er nooit uit, zij was te bang.      Is dit van een moeder te bevatten? In die omstandigheden? Misschien wel.

Over mijn Moeder

Mijn moeder, kwam uit een niet zo welgestelde familie, een Kleermakerij en was een van de ouderen, van 11 kinderen.  Grootvader een geweldige verteller, met slechts een been, was door geheel Sauerland en Westfalen in Duitsland bekend. Moeder was geboren op een vrijdag de 13e mei in 1913, dus aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Haar door ambitie gedreven leven behelsde Piano spelen, kleding ontwerpen en maken en had ook de Kookschool doorlopen, bij een van de in die streek bekendste Hotels in Winterberg. Als Gouvernante bij een rijke Maastrichtse familie, leerde mijn moeder uiteindelijk mijn vader kennen. Mijn moeder sprak vijf talen, vloeiend Maleis was haar laatste taal.

Beginnende met de huwelijks-voltrekking in Kasteel Oud Wassenaar, bracht haar huwelijksreis haar in 1934, langs vele van de Franse kastelen en Chenonceau aan de Loire en tenslotte het Casino te Monaco, waar zij een maal mocht spelen met 1000 gulden. Moeder was gelukkig, het werden er 4000. Enthousiast wilde zij het nog een maal herhalen, maar mijn vader zei neen; eenmaal was de afspraak en zo bleef het.

In Nederlands-Indië

Moeder was een beetje koket, elke zaterdagavond, in de Soos, in een andere avond japon, nooit een tweede maal gedragen, het waren haar eigen gemaakte designs en de avond japon veranderde in een cocktailjurk en daarna in een middag japon, met veel hand gemaakte opsmuk, waar zij inderdaad bewonderenswaardig mee was, zo was haar leven, in ons oude vooroorlogse  Indië. Maar mijn vader keek naar de toekomst en dit was een duur spelletje. Zo kwam de afspraak, dat mijn Moeder alle stoffen kon kopen, die zij maar wenste, vermits zij haar eigen kleding ontwierp en zelf maakte. De stoffen kwamen van over de hele wereld, zelfs Iers linnen. Mijn moeder was de dame. Maar waar was er de moederlijke tijd voor mij? Die was er niet, voor mij was daar alleen maar de baboe en mogelijk de borstmelk afgekolfd en met de fles  aan mij gevoed.

Mijn vader was trots op zijn eerste zoontje, dat weet ik, er waren foto’s die daarvan getuigden, maar hij had ook een hoge baan bij de B.P.M.-Shell en verantwoordelijk voor de algehele financiën van die Maatschappij. Hij vloog met de Shell vliegtuigen veel en over geheel Indië voor inspectie van de boeken op de vele Shell stations. Eenmaal zelfs eens met Douglas Bader, de beroemde Engelse piloot  zonder benen, die ook voor de Shell vloog. Mijn Vader was helaas dus veel weg  voor inspecties. Corruptie tierde ook in die tijd welig en zo werd het bekend dat telegrammen mijn Vader vooruit gingen, als waarschuwing, zodat de boeken om in een correcte situatie zouden zijn. Er werden hem zelfs afkoopgeschenken aangeboden in vaak geweldige bedragen. Mijn vader reageerde daarop met ontslag en een schoonveegactie schoonveeg actie en zo werd de naam van mijn vader gevreesd op de verschillende stations, waarvan de boeken niet correct waren.

Het B.P.M.-Shell soosgebouw in Pladju

Desondanks was mijn Moeder toch nog te trots, maar ook ten zeerste beschaamd (hoe vaak was de eens zo zeer bekende naam van A.C. Lemmens, door de omstandigheden bezoedeld), om door ook maar enige 

vroegere bekende te worden gezien, vanwege haar huidige uiterlijk en onze vroegere reputatie. Was dat de bedoeling van die Jannes den Besten?

Waarom had ik een moeder, die geen belang of verantwoording voor haar  enig kind nam. Niet als een hartelijke warme en veilige Moeder, maar ook niet door haar onbesuisde tweede huwelijk, nog wel in gemeenschap van goederen ook nog, zonder acht te slaan op de belangen van haar kind. Zelfs al was dat met en onder al de geweldige beloften van die man.

Natuurlijk, haar tweede huwelijk was een volslagen nachtmerrie en in haar situatie was er geen uitweg. Door in alles toe te geven, hoopte mijn moeder een succes van dat huwelijk te kunnen maken. Dat was  dus ook debet aan haar houding  tegenover mij. Ze had toen niet door dat het  haar tweede man in het zo onverantwoorde huwelijk in gemeenschap van goederen, alleen te doen was om haar kapitaal.

Maar er was ook weinig mogelijkheid tot enige hulp, voor mijn Moeder, ze was immers geïsoleerd door de omstandigheden. Er werd een school voor mij gevonden, een RK. School aan het Westeinde. Onder de Wet moest dat tot 15 jarige leeftijd op school blijven, maar kennelijk had niemand enige belangstelling voor mij. Geen interesse en geen leidende hand, of een extra aanspraak, want ik was immers het jongetje dat niet sprak, en zich alleen wist te vermaken; in de geest nog steeds helemaal terug in de tijd van de Japanse kampen. Het Moffen-jongetje, waar de andere kinderen niet mee mochten spelen.    Ik wist niet beter en in Nederland was ik alleen maar een van de pinda’s, waar weinig interesse voor was. Het liep totaal op niets uit en duurde slechts enige maanden, ik leerde daar totaal niets. Tenslotte hing ik gewoon ergens rond en liep ik de geweldige afstanden, op mijn totaal versleten schoenen, in sneeuw en ijs, nog steeds vanuit de repatriërings-periode. Er was immers geen controle op mij Menigmaal, vroeg ik mij af, waarom ik eigenlijk geen moeder had, ik kan mij de borstvoeding niet herinneren, was het afgekolfd, zoals het mij door de baboe werd gegeven. In tegenstelling tot mijn vader, heb ik nooit in de armen van mijn moeder gelegen, maar 

ik had wel de mooiste kinderwagen van Pladju, zo werd verteld.

Tot zover het tweede deel van het levensverhaal van Adrian Lemmens, dat   hij voor deze NICC Nieuwsbrief schreef

Lees verder…

Recept van de week

Recept van de week van 8 januari. 

10897249672?profile=original

Recept van de maand  Soto Ajam                 

Wie kent het niet, de bekendste en lekkerste soep uit Indonesië. Hier een toprecept van deze heerlijke kippensoep.

Ingrediënten:                      

4 hele kippenpoten, 2 gesnipperde uien, 4 teentjes knoflook, 5 cm. gember (of 3 tl. djahé), 2 schijfjes laos (of 1 tl. poeder), 1 verse sereh, 1 tl. trassi, 100 gr. prei (het groen), 1 el. selderij, zakje gebakken uitjes, 2 hardgekookte eieren, 500 gram gare lontong (toko), 100 gr. taugé, 1 à 2 rode lomboks, 1/2 t. koenjit, 1 tl. ketoembar (of 2 el.  grof gehakte verse koriander), zwarte peper,   1 bouillonblok, 1 el. ketjap manis, 3 el. olie om in te bakken.

Bereiding: Laat de kippenpoten minstens een uur of iets langer helemaal garen in ruim water met de bouillonblok en de gekneusde serehstengel. Haal de kip uit het water en laat afkoelen. Ontbeen dan de kip en snijd het vlees in reepjes. Snijd dan het groen van de prei in dunne reepjes en de lomboks in ringetjes. Kook de eieren in 8 minuten hard en laat afkoelen. Halveer dan de eieren in de lengte. Vul nu de bouillon in de pan aan tot voldoende voor vier personen. Doe de kip in een schaaltje, gesnipperde ui, prei, lombok, fijn gehakte knoflook, samen met droge kruiden en      de trassi even aanfruiten tot de   ui glazig is. Haal het met een schuimspaan uit de pan en doe het in een aparte schaal. Doe de verse koriander en selderij in weer een apart schaaltje. Snijd nu de lontong in kleine stukjes en doe dit in een schaal. Ook de taugé, gehalveerde eieren, de gebakken droge uitjes in een aparte schaal doen. Breng de bouillon weer aan de kook en doe er de ketjap manis bij. Neem nu vier ruime soepkommen of diepe borden en doe in elk een lepel van de ingrediënten uit alle schaaltjes. Giet dan de kokendhete bouillon erover, een lepel gedroogde uitjes erover en smullen maar.

Selamat makan.

Lees verder…

10897382455?profile=originalAPRIL 1953. VOOR HET EERST IN NEDERLAND........NADAT........

Dit is het verhaal van Mary. Samen met haar moeder en zus waren zij eind 1945 opgesloten in achtereenvolgend rwee Nationalistische kampen in de omgeving van Solo (Soerakarta) in Indonesië. Het eerste kamp waar zij moesten verblijven werd Kletjo genoemd. Dit was een voormalige touwfabriek. Het lag ongeveer 4 kilometer ten wersten van Soerakarta. Hier werden vrouwen en kinderen uit Soerakarta en Bojolali ondergebracht. Zeg maar gewoon opgesloten. Zij verbleven in een volle loods, waar ze op matjes op de vloer sliepen. Het eten was uitgesproken slecht en de latrines, in de tuin, waren van zeer slechte kwaliteit. Medische zorg ontbrak geheel.

 

Na Kletjo werden zij na ongeveer 2 maanden overgebracht naar het Solosch Internaat (ook Sinkokan genoemd) dat midden in het centrum van de stad gelegen was. Er waren daar zo'n 725 vrouwen en kinderen opgesloten. Ook daar moest op de vloer worden geslapen. Het eten was uiterst beroerd; wat rijst met iets dat op sajoer moest lijken werd 1x per dag verstrekt. Verder niets. 

Ook hier was het sanitair onvoldoende evenals de medische verzorging. Als je ernstig ziek werd dan moest je naar het Rode Kruis Ziekenhuis worden gebracht.

 

In die tijd is er een verslag gemaakt van de bevindingen van de Amerikaanse journaliste Martha Gelhorn die als een van de weinige blanken de gelegenheid kreeg om destijds door het Nationalistisch Java te reizen. De Amerikaanse pers was in de regel geheel op de hand van de Republiek, maar deze ooggetuige kraakt er harde noten over.

Zij bezocht ook het Kamp Sinkokan in de periode dat Mary daar verbleef. Zij schreef dat in het kamp alleen vrouwen, kinderen en een aantal oude mannen gevangen werden gehouden. Het kamp was een verschrikking. De Indonesiërs slaan of martelen of doden niet; zij laten ze eenvoudig vanzelf doodgaan. Niet zozeer de wreedheid maar door een volslagen gebrek aan organisatorisch kunnen. Men gaat nu eenmaal dood op een rantsoen van anderhalf ons rijst per dag, onverschillig of deze uithongering met of zonder opzet geschiedt.

In dit Sinkokan waren vele gevallen van dysenterie en beri-beri (Mary leed hier aan dysenterie). De mensen sliepen op vochtige cementen vloeren zonder matras of kussen; hun kleren hingen aan flarden. De kinderen boden het meest droevige schouwspel; gehurkt trachten zij bruinachtige korsten droge rijst op te warmen om hun maaltijd wat smakelijker te maken. Toen wij (journaliste) kwamen waren ze krankzinnig van vreugde omdat zij dachten dat wij hen kwamen bevrijden.

Tot zover het verslag van deze Amerikaanse journaliste.

 

Eén van die ernstig zieken was Mary en uiteindelijk mocht zij samen met haar moeder en zus naar het Rode Kruis Ziekenhuis omdat Mary er zo ernstig aan toe was dat werd veronderstelt dat zij zou overlijden. Maar wonder boven wonder bleef zij leven. Toen zij na enige tijd weer wat was opgeknapt werd er gesproken over het terugbrengen naar Sinkokan. Maar haar moeder besloot om met haar twee kinderen te vluchten. Moeder was zee naïef in dat opzicht en dacht gewoon een trein te kunnen nemen en naar veilig gebied te rijden. Natuurlijk kon dat helemaal niet  en er werd besloten om dan maar te gaan lopen. Dat betekende 's nachts lopen en overdag je schuil houden. De bedoeling was om naar Malang uit te wijken. Echter als je niet de reguliere weg kan nemen dan moet je door de bossen en bergen daar zien te komen.

Deze tocht heeft bijna 3 maanden geduurd, mede omdat Mary onderweg opnieuw ernstig ziek werd (Cholera) en dringend verzorging nodig had. In één van de kampongs onderweg was men hen goed gezind en zij werden daar opgenomen. De plaatselijke medicijnman smeerde de een of andere pasta op haar hele lichaam, een aantal bladeren van planten werden op haar buik gelegd en met een dikke linnenband werd zij omwikkeld. Het mooiste is dat het nog werkte ook. Mary heeft deze band nog steeds in haar bezit en als later haar reis naar het eeuwige oosten begint gaat deze band mee in de grafkist.

 

Uiteindelijk werd Malang bereikt waar zij aankwamen met nauwelijks nog enige kleding aan het lichaam, sterk vervuild en zwaar ondervoed. Maar het was bevrijd gebied en daar ging het om.

Na een verblijf van ongeveer 2 jaar in Malang en soms in Bandoeng (waar Oma en nog andere zusjes van haar moeder woonden) werden zij medio 1948 herenigd met hun  vader die tijdens de oorlog eerst aan de spoorlijn had moeten werken en later werd overgebracht naar Japan om daar in de steenmijnen slavenarbeid te verrichten.

Maar het was niet de biologische vader van Mary. Haar moeder werd eind 1942 toen zij 18 jaar oud was en al een kind had, opgeëist door een hoge Japanse functionaris. Deze man werd de biologische vader van Mary. Dit zeer aparte verhaal is te lezen in mijn boek "Het leven gaat door"(Uitg.Gigaboek.nl, ISBN 978 90 8548 1669).


In begin 1949 werd het hele gezin overgeplaatst naar Hollandia op Nieuw Guinea in het Kloofkamp, waar vader als KNIL-militair werd geplaatst. Later werd hij overgebracht naar de Koninklijke Landmacht.


In februari 1953 was er in Nederland een enorme watersnoodramp geweest en het gezin van Mary werd in april 1953 per vliegtuig overgevoerd naar Nederland. En dan begint het verhaaltje eindelijk over de komst in Nederland.

Nederland was nog aan het herstellen van de ellende na WOII. Er was een grote woningnood en vooral de toeristenindustrie stond op een zeer laag pitje. Het gevolg daarvan was dat veel hotels en pensions praktisch leegstonden en dat was een goede gelegenheid om de repatrianten daar onder te brengen.

Na de ongekende vrijheid waarmee in een toen primitief Nieuw Guinea zij leefden kregen zij ineens te maken met bestrating, afgesloten perken en een scala aan verbodsborden. Ze kwamen in Zandvoort terecht en de lange Alang-alang of Olifantsgras werd vervangen door helmgras dat lang niet zo hoog groeide en waar je jezelf niet kon verstoppen. Alles was anders als dat zij gewend waren.

Mary en haar zus waren in die periode niet erg gelukkig. Aanpassen en zo snel mogelijk integreren viel echt niet mee. Veel medebewoners waren eveneens sterk getraumatiseerd en hadden de grootste moeite om de verschrikkingen van de Japanse kampen en daarna de Nationalistische kampen te verwerken. Ook de kinderen waren hiermee behept.

 

In Zandvoort verbleven zij maar kort en na 3 maanden moesten zij verhuizen naar het contractpension Het Wapen van Rijsenburg in Driebergen. Hun vader moest daarna weer gaan werken op de Kromhoutkazerne in Utrecht. 

 

Men zegt dat de integratie van de Indische Nederlanders geruisloos verliep maar dat is zeker niet waar.

 

Ik wil eindigen me het volgende door mij geschreven gedicht:

 

ALLEEN, IN MIJN LICHAAM LIG IK TE DROMEN

MIJN LEVEN SCHIET DAARIN GEHEEL VOORBIJ

HET LAAT ZIEN HOE ALLES ZO IS GEKOMEN

HOE ILLUSIES EN VERWACHTINGEN ER NIET WAREN VOOR MIJ

 

IK MOEST DESTIJDS MIJN GEBOORTEGROND VERLATEN

DRIEHONDERD JAAR FAMILIEGESCHIEDENIS WAS WEG

WIJ RUILDEN DE PLANTAGE EN DE DESSA VOOR NEER'LANDS STRATEN

STOEPEN, TRAPPEN, TORENS EN PARKEN MET EEN HEK OF HEG

 

DE WARMTE VAN DE INDISCHE NATUUR ALTIJD OM MIJ HEEN

WERD VERRUILD VOOR DE KILTE IN AL DATGEEN JE ZAG

ZELFS 'S WARME KOP MET KOFFIE VOELT ALS KOUDE STEEN

MIJN JAS GEMAAKT VAN FLANELLENDEKENS HAD GEEN ONTZAG

 

WONEN IN EEN CONTRACTPENSION ZAL IK NOOIT VERGETEN

DE WARMTE ALDAAR MOEST DOOR EEN KACHEL GESCHIEDEN

RIJST MET MELK EN SUIKER KREGEN WIJ ALS INDISCH ETEN

DAT WAS TOCH NIETS VOOR ONS ALS ECHTE INDISCHE LIEDEN

 

OH, DEZE GESCHIEDENIS IS NOG HEEL LANG DOORGEGAAN

TOT WIJ LEERDEN TE ASSIMILEREN EN TE INTEGREREN

JEZUS, WAT HEBBEN WIJ NIET ALLEMAAL DOORSTAAN

OM ONZE NEDERLANDSE LESSEN GOED TE LEREN

 

NU NA ZOVEEL JAREN IN DE TIJD

KAN IK ZEGGEN, IK VOEL MIJ PAS NU BEVRIJD.

 

 

 

(PAKHAN)

  

Lees verder…

10897381281?profile=original

Istimewa nieuwsbrief

Theater De Meenthe in Steenwijk
in Indonesische sferen tijdens de Pasar Malam

 
Op 13 en 14 januari staat het theater van Steenwijk in het teken van Indonesië.
Een Oosterse specialiteitenmarkt, het beste uit de Indische keuken en live muziek op het grote podium maken de Pasar Malam tot een uniek dagje uit voor jong en oud.  

design: created by Samantha Bonouvrie

Locatie
Rabo Theater De Meenthe in Steenwijk

Adres
Stationsplein 1, 8331 GM Steenwijk

Openingstijden
13 januari: 12:00 – 22:00
14 januari: 12:00 – 20:00

Toegangsprijs
Online voorverkoop: €5,00
Aan de deur: €6,00

Online voorverkoop tickets
www.demeenthe.nl

Parkeren en openbaar vervoer
Rondom De Meenthe is een grote parkeerplaats. Tijdens de Pasar Malam is het parkeren gratis.
De Meenthe is slechts 50 meter van het NS treinstation en busstation verwijderd.

De evenementenhal van het theater zal omgetoverd worden tot een klein Indisch dorp. De markt met Oosterse producten en de geuren van de Indische restaurants neemt u even mee naar tropische sferen. Geniet onder het genot van de Indische hapjes en exotische drankjes én van de optredens van de beste artiesten. De prachtige Indische- en Hawaiiaanse dansen laten u even wegdromen en bij de bands kunnen de voetjes van de vloer. Een kaartje in de online voorverkoop kost slechts €5,00.
Kaarten kunnen voor €6,00 ook aan de deur gekocht worden.


Koop hier uw kaarten online

Op dit met prachtige decorstukken aangeklede evenement loopt u rustig langs de kraampjes met artikelen uit het Oosten. Tegen schappelijke prijzen koopt u bijvoorbeeld mooi houtsnijwerk, sieraden, kleding of typische Indische producten zoals een goeling (rolkussen), wajangpoppen, boeddhabeelden of kleding. Heeft u er weleens bij stil gestaan hoeveel soorten sambal of wierook er eigenlijk zijn? Op de Pasar Malam kunnen de standhouders er alles over vertellen.

10897381478?profile=original

10897382056?profile=original

Een kleine greep uit de producten die verkocht worden op de Pasar Malam
(foto's vlnr: Wim Mattieu, Samantha Bonouvrie, Samantha Bonouvrie, GeaFotografie)

Tegen het decor van een Indisch landschap treden de beste artiesten voor u op.
Op zaterdag 13 januari krijgt u optredens te zien van de band Simeon & Friends. Een zeer populaire Molukse band met top muzikanten. Naast de Molukse en Indische liedjes hebben ze een zeer breed allround repertoire.
Door een volle agenda kon Ester Latama er in de zomereditie van de Pasar Malam op de Markt niet bij zijn. Dat vond ze zelf ook erg jammer, daarom heeft ze deze dag meteen in haar agenda geblokkeerd en zal ze op het podium van De Meenthe schitteren.
Demonstraties van Indische dansen kunnen niet ontbreken. De bekende kleurrijke dansgroep Warna Semesta Dance collaboration danst in authentieke kostuums en heeft een indrukwekkend dansrepertoire. Het publiek kan ten volle genieten van deze dansgroep, mede door de culturele uitleg die presentatrice Sylvia Elders geeft bij iedere dans.
Als klap op de vuurpijl zal Harold Verwoert voor u optreden. U zult hem kennen als presentator bij omroep MAX, de beroemde Zwarte Piet Diego, of van muziekprogramma’s zoals Sterren.nl.
 

10897382464?profile=original

10897382481?profile=original

 

10897382859?profile=original

10897383086?profile=original

Simeon & Friends, Ester Latama (Artfotos.nl), Warna Semesta Dance Collaboration, Harold Verwoert

Op zondag 14 januari speelt de band Hot News op de Pasar Malam. Hot News is een van de meest gevraagde bands op Pasar Malams en heeft een grote schare fans opgebouwd door de jaren heen. Ze zijn net terug van optredens in Bali en zullen de sfeer van daar meenemen naar Steenwijk. 
Met zijn nieuwe single “Hello, good morning, hoe gaat het?” bestormt Danny Everett de hitlijsten. Een solo optreden van Danny is al een feest, bedenk eens hoe het zal zijn als de band Hot News met hem mee speelt! Deze unieke combinatie is te bewonderen op de Pasar Malam in Steenwijk. Mis het niet. 
De dansdemonstraties zijn op zijn minst indrukwekkend te noemen. Dansgroep Orchidee neemt u mee naar de stranden van Indonesië,  Hawaii en Tahiti.
Maar dat is nog niet alles de geweldige zangeres Melanie Foëh komt ook naar Steenwijk voor maar liefst 2 spetterende optredens.

10897383865?profile=original

10897383852?profile=original

10897384071?profile=original

10897384501?profile=original

Hot News, Danny Everett, Dansgroep Orchidee (GeaFotografie), Melanie Foëh

Programma

Zaterdag 13 januari 2018

12:00 – 12:45     Simeon & Friends
13:00 – 13:45     Ester Latama
14:00 – 14:30     Warna Semesta Dance Collaboration
14:45 – 15:30     Simeon & Friends
15:45 – 16:30     Ester Latama
16:45 – 17:15     Warna Semesta Dance Collaboration
17:30 – 18:00     Harold Verwoert
18:15 – 19:00     Simeon & Friends
19:15 – 20:00     Ester Latama
20:15 – 20:45     Warna Semesta Dance Collaboration
21:00 – 21:30     Harold Verwoert
21:30 – 22:15     Simeon & Friends


Zondag 14 januari 2018
12:00 – 12:45     Hot News
13:00 – 13:30     Dansgroep Orchidee
13:45 – 14:15     Melanie Foëh
14:30 – 15:15     Hot News
15:30 – 16:00     Dansgroep Orchidee
16:15 – 16:45     Melanie Foëh
17:00 – 17:45     Hot News met Danny Everett
18:00 – 18:30     Dansgroep Orchidee
18:45 – 19:15     Danny Everett
19:15 – 20:00     Hot News


10897360864?profile=original

Lees verder…

dentiteiten van de Indo’s  / Joty ter Kulve

10897253052?profile=originalIdentiteiten van de Indo’s   door:   Joty ter Kulve

Enige gedachten na het zien van   de mooie documentaire van het   IHC (Indisch Herinneringscentrum): Indische herinneringen. Het viel mij op dat alle deelnemers aan deze video, op een enkele uitzondering na, van gemengd bloed waren. Van velen weet ik dat ze ook weer met Hollanders zijn getrouwd. Wat mij nu zo nieuwsgierig maakt, is de vraag of deze mensen “van binnen” de Nederlandse of de Indo identiteit hebben. Of misschien beide? Wanneer is die vermenging tussen de Nederlanders en de Indonesische vrouwen eigenlijk ontstaan? Ik ben geen historicus, geen psycholoog of antropoloog; ik ben gewoon erg geïnteresseerd naar mijn eigen afkomst. Laat ik dan maar beginnen met Jan Pieterszoon Coen, geboren in Hoorn in de Gouden Eeuw.

Met andere doorgewinterde zeebonken uit zijn omgeving, zo stel ik mij voor, stapten ze in hun schepen, op weg naar een onbekende bestemming. Destijds een gigantisch avontuur, te vergelijken met een reis van astronauten naar de Maan of Mars nu. Ook een reis vol levensgevaarlijke risico’s. Van de drie schepen die uitvoeren, kwam er maar één terug. Deze pioniers ontdekten een groep eilanden in de Grote Oceaan, waaronder Banda.

Eerder hadden de Engelsen de eilanden en hun exotische specerijen al ontdekt. In de oorlogen die ontstonden vanwege de specerijen, vond ook het drama van Banda plaats. Coen gaf opdracht om alle Bandanezen te vermoorden, omdat zij tegen zijn wens in de specerijen wilden verkopen of reeds hadden verkocht aan de Engelsen. Moderne concurrentie dus; de wereld is toch niet zoveel veranderd. Tevens gaf Coen het bevel om alle boten van de Bandanezen te vernietigen, die zij gebruikten om hun waar te vervoeren tussen de eilanden onderling of  om hun rituelen te vervullen.

De Hollanders ontdekten behalve de kostbare specerijen ook de schoonheid van de Indonesische vrouwen. En zo, neem ik aan, werd de Indo geboren. Tante Non en tante Noetie deden hun intrede in de geschiedenis. Van de 16e tot en met de 20e eeuw zette de vermenging zich voort in alle gebieden waar de Nederlandse man leefde en werkte. In de praktijk waren dit voornamelijk Java, Sumatra, stukjes Borneo, Celebes en de Molukken.

De Indische mensen ontwikkelden zich tot trouwe ambtenaren en soldaten van het KNIL. Indische meisjes, maar dit gold ook voor de mannen, kregen hun eigen plaats in het sociale en maatschappelijke stelsel. Hella Haasse beschrijft dit heel mooi in haar diverse romans. Nederlanders, tenminste zo heb ik het ervaren, vinden het gemakkelijker om mensen te classificeren in rangen en standen. Zo heb ik mij laten vertellen, dat je als dochter van een slager niet zomaar trouwt met de zoon van een arts.

Ook met een gemengde achtergrond kreeg je het etiket van het potje “Mixed Blood” (half cast voor de Engelsen) opgeplakt. In onze gezamenlijke geschiedenis zijn of hebben wij ons zelf het etiket op het potje Indisch geplakt: “2nd Hand Citizens”. Helaas zijn wij mensen niet altijd even vriendelijk voor elkaar.

Met de komst van de Republiek Indonesia, en de migratie van de Nederlanders naar Nederland en andere continenten, heeft de vermenging zich doorgezet. Zie ook   de DVD “Indische Herinneringen”. Mijn grote vraag was: met wie identificeer ik mij en met wie identificeren Indische mensen zich?

Ik vroeg een goede vriend, ook van Indische afkomst, naar zijn bevinden. Ik kreeg een onthullend antwoord:  Tot begin jaren ’80 van de vorige eeuw meed ik als Indo andere Indo’s, want ik wilde natuurlijk zo Hollands mogelijk worden gevonden en ik ging er vanuit dat andere Indo’s er evenzo over dachten. Zo kwam het nooit bij mij op om verliefd te worden op een Indisch meisje. Ik beschouwde dat als een soort incest. Maar vanaf het lezen van

het boek “Geen gewoon Indisch Meisje” van Marion Bloem, raakte ik mij meer en meer bewust van een positievere kijk op mijn Indische achtergrond. Vanaf de jaren ’90 was ik steeds meer bezig met mijn Indische identiteit en de Indische geschiedenis. Vanaf begin deze eeuw raakte ik steeds meer geëngageerd met mijn Indische roots in Indonesië en sinds kort ben ik bewust bezig met een beter contact met het hedendaagse Indonesië.

Wat mijn vriend met ons deelt, is mijns inziens heel erg belangrijk. Niet alleen voor de Indische mensen en de Nederlanders, maar de identiteits-crisis in de wereld van vandaag, is bepalend voor heel Nederland, voor Europa, voor het Midden Oosten, ja voor de hele wereld.

We zijn niet alleen Hollands of Indisch. We behoren als individu nog tot allerlei andere groepen, dansclub, sportvereniging, kerkgenootschap, enzovoort. Al die groepen bepalen mede onze identiteit. Veel conflicten met minderheidsgroepen en andere culturen zijn ontstaan, omdat mensen worden gemobiliseerd omdat ze dezelfde groep aanhangen of juist niet. Daarom kan het gebeuren dat mensen die altijd als goede buren en vrienden vredig met elkaar geleefd hebben, plotseling dodelijke vijanden worden. Denk aan Joegoslavië en Rwanda. In plaats van elkaar aan te spreken op ons mens-zijn, onze humaniteit en op ons individu, worden we plotseling Molukker, Indo, Moslim, enzovoort.

De grote opgave anno 2013 is misschien wel het vermogen om Eenheid in Diversiteit gestalte te geven. Om weer mens te worden, die wil verbinden en die een ander wil zien staan.

 

Lees verder…

Indo/Europeanen door PJOTR. X.SICCAMA

10897254869?profile=originalIndo/Europeanen

 

Ik heb (weer eens) gemerkt dat er heel wat misverstanden bestaan omtrent de Indische/Nederlanders (de hemeenschap)- Indo s genoemd,  en de Indo/Europeanen in het algemeen

.

Allereerst de Indische/Nederlander: hij of zij die of een Nederlandse (zeg:Europese) vader óf moeder hebben  aan één kant en aan de andere kant een Infonesische/Indische (zeg: Aziatische) vader óf moeder: dit moet voor een ieder helder zijn.

 

Vervolgens kunnen we ter verduidelijking spreken over de Indo/Europeanen:

Het zijn mensen die een Europese én een Aziatische achtergrond (voorouders) hebben zoals: 1.Chinees/Nederlands 2.Chinees/Engels  enz.enz. dan Indonesisch/Nederlands 2.Indonesisch/Duits 3 en.enz.

 

Dat (het grootste deel) zoveel (bijna alle) Indische/Nederlanders, waaronder velen Indo/Europeanen waren, werden gerepatrieerd naar Nederland, had een juridische reden en dat is dat de mensen  die in het voormalig Nederlands Indië waren geboren (uit verschillende verbintenissen, voornamelijk Euro/Aziatisch), gewoond en gewerkt hebben, het recht hadden om de Nationaliteit van de ‘’Bezetter’’= De Nederlandse Koloniale mogendheid, aan te nemen en/of aan te vragen.

 

10897254700?profile=original

Het gold voor een ieder die in de archipel zijn brood verdiende. Evenwel kan worden aangetekend dat het recht om de dubbele nationaliteit te bezitten ook mogelijk was, zeker voor hen (vaak kleine en grote ondernemers) die voor onbepaalde tijd er verbleven, of nog niet weten of ze zich er voor altijd zouden vestigen.

Vrienden van mij waren ook Indo/Europeanen (Italiaans/Javaans/Belgisch/Nederlands) en hadden van dat recht gebruik gemaakt en geopteerd voor de dubbele paspoort: De Italiaanse en de Nederlandse; om maar een voorbeeld te noemen. Zeker voor en na de WOII was het voor ondernemende Indo/Europeanen van economisch belang om een zekere juridische status en positie in te nemen om (ook voor zichzelf) politieke én maatschappelijke duidelijkheid te verschaffen.

 

10897255289?profile=original

 

In een notedop: Naast de autochtone bevolking van het voormalig Nederlands Indië (Javanen/Sumatranen/Atjehers/Sundanezen/Madurezen/ enz.enz.) was er een Indo/Europese gemeenschap (verbintenissen uit Aziatische en uit diverse Europese naties (veel hiervan verbintenissen van Nederlandse zijde) zoals Engelsen/Duitsers/Italianen/Portugezen//Fransen en ook Scandinavische.

 

 

 

 

 

 

Door PJOTR. X.SICCAMA

 

Lees verder…

HET KIND VAN DE REKENING door Albert Prehn

10897224663?profile=originalHET KIND VAN DE REKENING.

Indonesia tanah airku. Tanah tumpa daraku. Het volkslied klinkt na 1949.
De lange oorlog is voorbij, de soldaten keren weer terug naar huis, naar moeder en vrouwen voorzover die nog in leven zijn.

Vele echtparen, verliefde stelletjes en verloofde stellen waren hun wederhelft verloren of hebben hun belofte teniet gedaan in de wanhoop en wanorde die oorzaak was en is tijdens de rumoerige onzekere oorlogsjaren.

Na de oorlog werd het weer tijd voor de hereniging en het was ook tijd om de wonden te likken.
Ging het altijd op voor iedereen? Neen, de oorlog had mensen dingen laten doe die anders nooit zouden zijn gebeurd, het was overleven.

Er is een categorie vrouwen die kleine kinderen hadden en alles deden om ervoor te zorgen dat zij hun kroost in de moeilijke oorlogstijd kon laten overleven, wat velen niet gelukt is.

Andere vrouwen werden slachtoffer van de bezetter en werden als seks slavinnen gebruikt met alle gevolgen voor de latere gevolgen voor deze vrouwen.

Er is ook een categorie die een verbintenis aangaan met een hoge Japanse militair om zo enige zekerheid te verkrijgen om te overleven, want als Nederlandse of Indisch Nederlandse had je in de oorlog niet alleen te maken met de Japanners als bezetters maar ook met de naar vrijheid hunkerende Indonesiërs. Deze waren zeker zo levensbedreigend.

Al met al in het kader van de overlevingsdrang en vaak omwille van de overleving van kroost en familie.

Na de oorlog werden de kinderen uit deze verbintenissen en dwangmatige veroordeling tot troostmeisjes geboren, een probleem.
De diverse huwelijken die na de oorlog werden gesloten en de terugkomst van de echtgenoten die jarenlang elders hadden vastgezeten als krijgsgevangene, werden opgescheept met een erfenis van de Japanse bezetting, een erfenis in levenden lijve.

Deze kinderen kregen een toekomst in de schoot geworpen waarin de gevolgen van de oorlog lijfelijk werd ondervonden.
Een kenmerkend feit is dat vrijwel alle van Japanse afkomst zijnde Indische of Nederlandse kinderen, geboren als gevolg van de bezetting in Indonesië door Japan is, dat zij een toekoms hadden met allerlei hindernissen.

Ik zal er kort een paar omschrijven, deze informatie heb ik gekregen van diverse interviews met dergelijke kinderen die nu volwassen zijn en een heel leven achter de rug hebben

Er was een gemeenschappelijke ervaring. Je bent als kind van een japanner niet gewenst.
Moeders die later hertrouwden met een Indische man die de verschrikkingen van de Japanse bezetting hebben overleefd ervaren dat die het kind niet konden accepteren.

Op de weg naar de toekomst hebben deze kinderen een gemeenschappelijke verhaal, ze werden mishandel door de stiefvader die onbewust zijn trauma’s op het kind botvierde, genegeerd, verzwegen, en zeker niet geaccepteerd door de familie van de stiefvaders kant.

Ze beleefden geen normale jeugd, het werd hun niet verteld en de reden van de vernederingen, mishandeling, niet acceptatie betrekt en ervaart het kind als zijnde dat het aan zichzelf lag.

Waar de stiefbroers en zuster de normale jeugd konden beleven zaten deze kinderen met een geestelijke afstraffing van hetgeen de biologische vaders hebben vertegenwoordigd.

Het tragische kenmerk in deze is dat er niets werd verteld, uit schaamte van de moeder of om het kind te beschermen.
Gevolg een volwassen geworden kind met jeugdtrauma’s,de knagende vraag die het zich een levenlang stelt, waarom? Wat was er mis met mij?

Vragen die tot gevolg hebben dat de meeste kinderen zelf bij de opvoeding van hun eigen kinderen met een handicap zitten, ze hebben genegenheid gemist, liefde en vertrouwen die een normaal kind van het gezin mag verwachten .Ze waren mishandeld zonder reden, niet geaccepteerd door familie en de aldoor pijnlijke vraag waarmee ze worstelen waaraan het heeft gelegen.

Deze kinderen hadden geen toekomst, die is hun afgenomen, door stilzwijgen uit schaamte en door het feit dat zij zich nimmer hadden kunnen ontwikkelen in een normaal gezin waar bescherming, liefde en geborgenheid normaal zou moeten zijn. Het ontbreken ervan is eist een zeer zware tol op weg naar de volwassenheid.

Bij enkele werd het hun verteld op latere leeftijd door familie of de moeder vlak voor het heengaan.

De klap die daarna volgt geeft nog een extra dimensie aan de tragiek, namelijk het bewust worden van waarom en daarmee het verwijt en het verdriet wat hun is aangedaan, vooral de machteloosheid om verantwoording te eisen en in vele gevallen alsnog de behoefte om schoon schip te maken met de stiefouder, want het kind had niet geweten dat de stiefouder in vele gevallen niet de echte ouder was en had daarom niet kunnen begrijpen wat de oorzaak was en is, vooral aan wie het gelegen heeft.

Vele kinderen van de Japanse bezetter hebben zich verenigd, er is een stichting in het leven geroepen met de naam Sakura.
Deze stichting helpt kinderen zoals in dit verslag is omschreven met het terugwinnen van de verloren identiteit.

Het organiseert bijeenkomsten, het organiseert zoektochten naar de biologische ouder en het maakt reizen naar Japan in samenwerking met de Japanse ambassade

Want men moet zich kunnen identificeren met de afkomst en in vele gevallen was binnen het gezin de anti Japanse houding ook overgedragen aan het kind.

Als je dan ervaart dat je juist nakomeling bent van het volk waar je niets anders dan de vreselijkste verhalen hebt gehoord en waar jouw familie zwaar onder heeft geleden, dan kan een ieder begrijpen wat voor gevolg het heeft voor jouw eigen identiteit die dan op tilt slaat.

De gevolgen van de tweede wereld oorlog met Japan in het voormalige pararadijs Nederlands Indie heeft bij velen die daar hebben gewoond en geleefd diepe littekens achter gelaten.

Het heeft bij menigeen gevolgen gehad waar men met moeite over kon praten.
Velen dragen de sporen onzichtbaar met zich mee, anderen zijn met hun eigen wederopbouw bezig geweest en hebben de draad weer kunnen oppakken.

Er is echter een categorie slachtoffers die juist op oudere leeftijd het antwoord krijgen waarom hun jeugd zo anders was dan van broer of zus, waarom men hun nimmer heeft kunnen accepteren binnen de familie, waarom juist zij object van mishandeling en frustraties waren van de stiefvaders die de wreedheden van de bezetters lijfelijk hebben moeten ondervinden en daarom een vreselijke haat hadden tegen alles wat Japans was, dus……óók het kind van de Jap waar zij mee opgescheept zaten tegen wil en dank.

De Japanse nakomelingen al dan niet met liefde verwekt,
Zij voelen zich het kind waarmee afgerekend werd puur vanwege hun afkomst .Het kind van de (AF) rekening.

Albert van Prehn (ICM- MODERATOR) 28 juli 2010
Lees verder…

Geschiedenis : Traktaat van Wassenaar Deel II

Geschiedenis : Traktaat van Wassenaar Deel II

  1. Onafhankelijkheidsoorlog

 

 10897354682?profile=original

 

Een Nederlandse gevechtseenheid tijdens de oorlog (Politionele Acties) in Nederlands-Indie 17-8-1945 / 27-12-1949

 

De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (Indonesisch: Revolusi Nasional Indonesia = 'Indonesische Nationale Revolutie') begon kort na de capitulatie van Japan, gevolgd door het uitroepen van de Republiek Indonesië (beide in augustus 1945) en eindigde met de overdracht van de soevereiniteit over de voormalige kolonie Nederlands-Indië (uitgezonderd Westelijk Nieuw-Guinea) door Nederland aan Indonesië (december 1949). In de traditionele Nederlandse geschiedschrijving wordt naar deze episode doorgaans verwezen  met de term ‘Politionele Acties’ (ook wel 'Politiële Acties', [1] Indonesisch: Aksi Polisionil).

Met de term 'Politionele Acties' wordt gedoeld op een tweetal offensieve operaties van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Deze operaties vonden plaats op de eilanden Java en Sumatra in de periode van 21 juli tot  5 augustus 1947 (eerste actie) en van  19 december 1948 tot 5 januari 1949 (tweede actie). De ‘Politionele Acties’ worden meer recent ook wel aangeduid als de 'Nederlands-Indonesische Oorlogen'[2]. In Indonesië staan de twee Politionele Acties bekend als Agresi Militer Belanda ('Nederlandse Militaire Agressies').

 10897355254?profile=original

  

Kort na de Japanse capitulatie in augustus 1945 braken vijandelijkheden uit tussen Indonesische nationalisten en de troepen uit het Britse Gemenebest die strategische posities in de archipel hadden ingenomen. In oktober 1945 ontbrandde de strijd om Soerabaja, een stad die de nationalisten na bloedige gevechten moesten prijsgeven. Hierbij waren nog geen Nederlandse troepen betrokken. Pas in maart 1946 werden Nederlandse troepen in Indonesië toegelaten om de Britse posities over te nemen.

 

Afgezien van de ‘Politionele Acties’ (kortdurende Nederlandse offensieven), had de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog meestentijds het karakter van een guerrilla van de Indonesischenationalisten tegen de Nederlandse troepen. De vijandelijkheden duurden tot het staakt-het-vuren in augustus 1949. Op sommige plaatsen duurden de vijandelijkheden echter voort, waardoor ook Nederlandse militairen sneuvelden ná8 augustus 1949.

Na 1949 flakkerde de strijd (afgezien van de coup van oud-kapitein Westerling in 1950) nog eenmaal op. Dat was tijdens de vijandelijkheden die voorafgingen aan de overdracht van Nederlands-Nieuw-Guinea in 1962.

 

 10897355479?profile=original

 

Ereveld Kembang Koening Soerabaja

 

De Nederlandse regering erkende de Republiek Indonesië niet als onafhankelijke staat, maar beschouwde haar als een opstandige beweging binnen de kolonie Nederlands-Indië. Hierbij dient te worden aangetekend, dat in het hierna te bespreken ‘Akkoord van Linggadjati’, de Republiek de soevereiniteit van Nederland gedurende een overgangsperiode had erkend. Nederland had in datzelfde akkoord de Republiek de facto wel erkend. Tevens dreigde er hongersnood in de door Nederland bezette gebieden, als gevolg van een blokkade van de opstandelingen. Nederland achtte zich verantwoordelijk voor het welzijn van de bevolking, dus ook van Indonesiërs, Chinezen en Arabieren in deze gebieden.

 

Daarom bezigde men de term 'Politionele Actie'. 'Politioneel' was sinds de negentiende eeuw een gebruikelijke term voor militair optreden dat tot doel had de regelmatig voorkomende opstanden in de kolonie neer te slaan.

 

Het gebruik van de kwalificatie 'politioneel' kan ook worden gezien als een manier om te verbloemen dat het hier om een vrijheidsoorlog ging en zo kritiek op het militaire optreden te pareren.

Tijdens beide Politionele Acties telde de Nederlandse troepenmacht in Indonesië, met inbegrip van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), meer dan 100.000 man (+/-20.000 werden voorop gestuurd en daarna nog eens zo’n 100.000). Het grootste deel hiervan werd bij de acties ingezet.

 

Deze omvang maakte duidelijk dat van een beperkte ‘politie actie’, zoals de Nederlandse regering het probeerde voor te stellen, geen sprake was. In meer recente literatuur wordt om deze reden ook wel gesproken van de Nederlands-Indonesische Oorlogen, zoals door Van den Doel in zijn boek ‘Afscheid van Indië: de val van het Nederlandse imperium in Azië’ (2000). Men kan zich afvragen of een actie van een aantal weken en dan nog wel twee, een "oorlog" te noemen is. Achter beide benamingen gaat dan ook een politieke opvatting schuil. Misschien is "militaire actie" een aanvaardbaar compromis. [3]

Tijdens de bijna vier jaar durende militaire aanwezigheid van Nederland in Indonesië lieten circa 5.000 Nederlandse militairen het leven, waarvan ongeveer de helft door gevechtshandelingen en de overige ten gevolge van ziekten en ongevallen. Onder de Nederlandse en Indisch-Nederlandseburgerbevolking vielen duizenden doden door gewelddaden van Indonesische nationalisten.

 

Aan Indonesische zijde vielen naar schatting 150.000 doden. Dat waren zowel slachtoffers van Nederlands militair optreden als van geweld uitgeoefend door de Indonesische nationalisten tegen politieke tegenstanders en vermeende pro-Nederlandse elementen onder de eigen bevolking.

10897234678?profile=originalActie Comite Traktaat van Wassenaar 1966
 ACTW66 is een claimorganisatie die namens U allen die de petitie "Uitbetalen Traktaat van Wassenaar " hebben ondertekend zich hier kunnen inschrijven als deelnemer als U meent aanspraak te kunnen maken op de uitbetaling. U dient zich in de periode 1947 tot 1962 in de republiek indonesia te hebben gewoond.

Als deelnemer bent U € 50 verschuldigd.
http://icmonline.ning.com/main/authorization/signUp

Lees verder…

Geen Back Pay,  maar rekeningen die tot de laatste cent terug te betalen voor de Indisch oorlogslachtoffers !

10897335859?profile=original

10897336254?profile=original

De burgers (Indische oorlogslachtoffers) wachten nog steeds op het geld dat Republiek Indonesie betaalde aan Nederland omdat ze uit het Indonesie werden verjaagd, hierdoor al hun bezittingen en tegoeden verloren.  

Tot op heden hebben deze oorlogslachtoffers geen erkenning, excuses en geen cent compensatie gehad. Ik hoor hier niemand hierover, daarvoor hebben 15.000 mensen getekend, of zijn wij het al weer vergeten. KNIL en ambtenaren hebben nog gelden gehad, hoefden hun overtocht naar Nederland niet te betalen naast de andere voorzieningen, die burgers (oorlogslachtoffers wel voor hun kiezen kregen). Kortom nog veel werk te doen voor Martin van Rijn, kan toch niet zo zijn dat Indische vluchtelingen zo maar in de kou worden gelaten. 

Zie verder 

https://petities.nl/petitions/uitbetalen-op-basis-van-traktaat-van-...

======================================================================================

10897237700?profile=original

Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
                           

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates  In het Engels hier

  •   SCHRIJF U NOG VANDAAG IN!

    10897222082?profile=originalBent U de gedurende periode tussen 1947 - 1962 woonachtig geweest in de republiek Indonesië, dan valt U onder deze regeling / compensatie voor het verlies van al uw bezittingen omdat U het land werd uitgezet. Uitgesloten zijn ambtenaren en Militairen in dienst van de Nederlandse Overheid. (back pay en Knil vallen hier dus niet onder).

    Het bestuur van ACTW66 - ontstaan uit de Stichting NINES, MM Sustainable en ICM - heeft besloten aan de hand van de gehouden petitie de handtekeningen van totaal ruim 15.000 stuks, om deze nu onder te brengen in een Claim Stichting ACTW66. Zodat als u bekend is, wordt dan collectief tegen Overheid geprocedeerd.

     

    Door collectief te procederen tegen de Overheid is het ook voor normale burger dit nu mogelijk door slechts een eenmalige bijdrage van € 50 voor deelname ACTW66 voor het proces - en advocaat kosten, en de uitvoeringwerkzaamheden voor de front- en backoffice dat in principe thuis hoort bij de Overheid die het 51 jaar heeft nagelaten.

      

    Meent U als gedupeerde hier recht op te hebben dan dient U zich in te schrijven op onze website www.icm-online.nl voor uw claim..

     

    Hoe meldt U zich aan?

    Door naar onze website www.icm-online.nl  te gaan en aan te klikken op "Inschrijven", hierna krijgt U het gebruikelijk formulier met vragen om uw persoonsgegevens in te voeren, en vragen met betrekking of u recht heeft. Hebt U alle vragen met "Ja" kunnen beantwoorden dan voldoet aan uw profiel en wij kunnen uw claim op de lijst deelnemer ACTW66 Claim stichting zetten.

    U ontvangt tevens een bericht van de beheerders  ACTW66 dat Uw claim is geregistreerd in onze administratie. Deze lijst met namen worden ingebracht in het proces, zodat ook namens U de procedure wordt gvoerd.

      

    Let op !

    Vergeet aub eerst niet uw wachtwoord op te schrijven!

     

    10897314458?profile=originalMet uw inschrijving heeft U tevens gratis abonnement op www.icm-online.nl, de enige Indische Internetkraant,  ICM Breaking News  en ICM Videokanaal. Hebt u via uw provider Internet op uw TV, dan kunt U ICM op uw TV - ontvangen. Uiteraard kunt u alle updates / ontwikkelingen rond het traktaat van Wassenaar volgen.

    Bovendien ontvangt U het boek met de titel "Het rapport uitbetalen traktaat van Wassenaar", nadat dit boek samen  met 15.000 handtekeningen aan het kabinet en de fractievoorzitters van de politieke partijen in de Tweede Kamer is overhandigd.

     

    Vergeet U niet € 50 over te maken op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07 ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding: "inschrijving deelname ACTW66", gelijk met de inschrijving voor ACTW66 - administratie . Dit om ons werkzaamheden te verlichten.

     

    Namens Bestuur

    ACTW66.


     

Lees verder…

Pasar Malam in de Bush – Burgers’ Zoo, Arnhem

Nieuwjaar/vakantie in Indonesië? Dat kan op de Pasar Malam in de Bush van Burgers’ Zoo in combinatie met een dagje dierentuin.

10897378892?profile=original

Gezellig langs de kraampjes struinen in het tropisch regenwoud
(foto: created by Samantha Bonouvrie)

In Burgers’ Bush betreedt u de kleurrijke wereld van het tropisch regenwoud. Bij binnenkomst zijn  de warmte, dichte plantengroei, geuren en geluiden  een aangename gewaarwording.
Al snel merkt u dat overal om u heen dieren in alle vrijheid leven

In deze werkelijk prachtige omgeving organiseert Istimewa Events een Pasar Malam van maar liefst 12 dagen!
De Pasar Malam is van 23 december t/m 7 januari m.u.v. 24, 25, 31 december en 1 januari.
Met uw entreekaart van de dierentuin heeft u gratis toegang tot de Pasar Malam.
 
De Pasar Malam heeft 2 podia; een podium binnen in het restaurant en een podium midden in de Bush. Hier treden de beste bands, artiesten en culturele dansgroepen voor u op.
Het Bush restaurant heeft tijdens de Pasar Malam een uitgebreid en extra voordelig Indonesisch buffet. De chef kokkin van Burgers’ Zoo is pas tevreden als de smaak van de gerechten haar in gedachten terug brengt naar haar geboorteplaats op Java.
Er is keus genoeg; of u geniet van een heerlijke Indische maaltijd in het restaurant of u gaat de Indonesische snacks bij een van de stands in de Bush proeven.
In de Bush, maar ook bij de Ocean en richting de Safari staat een groot aantal stands met Aziatische producten en specialiteiten zoals sambal, spekkoek, wierook, houtsnijwerken, sieraden, kleding en decoratie voor in huis of de tuin.

10897378692?profile=original

10897379463?profile=original

Openingstijden
De dierentuin gaat al om 09.00 open.
De Pasar Malam gaat om 12.00 uur open en dan is er meteen een leuk programma speciaal voor de kinderen dat tot 15.00 duurt. Daarna begint het podiumprogramma met artiesten, bands, kookdemonstraties en culturele dansoptredens dat tot 20.00 uur duurt.
 
Kerstavond, 1e Kerstdag en op Oud- en Nieuwjaarsdag zijn de dierentuin en een aantal aantrekkelijke stands geopend maar is er geen podiumprogramma.
 
Op 2e Kerstdag is de Pasar Malam wel geopend met een passend podiumprogramma en kinder-entertainment. We zijn die dag van 12:00 tot 17:00 uur open.
 
 
Toegangsprijzen
Een kaartje geeft toegang tot de dierentuin en de pasar malam.
Vanaf 15:00 uur betaald u slechts €10,- entree.
De dagkaarten zijn  €22,00 voor volwassenen en €19,00 voor kinderen van 4 t/m 9 jaar. (0 t/m 3 jaar gratis).
 
Koop hier uw kaarten online
 Scheelt U het wachten aan de lange rijen bij de kassa., 
Kinderprogramma
Elke dag is er van 12:00 tot 15:00 uur een speciaal programma voor kinderen samengesteld.
(2e Kerstdag van 12:00 tot 17:00 uur)
 
De kinderen kunnen hier heerlijk knutselen, zich verkleden als een Bali prins of prinses, muziek maken, zingen, dansen, op een authentieke angklung spelen of pencak silat leren.
 
Wil je weten wat er op welke dag te doen is? Hou dan onze Facebookpagina in de gaten!
www.facebook.com/istimewa.events

10897379859?profile=original

10897351697?profile=original

10897360864?profile=originalProgramma
Net als bij de voorgaande edities wordt het programma gepresenteerd door Sylvia Elders.


Sylvia is een echte kenner van de Indonesische cultuur. Zij vertelt u graag over de geschiedenis, muziek, dans, culinaire lekkernijen en tradities. Gekleed in

Indonesische klederdracht, de sarong en kebaya, neemt zij u mee naar de gordel van Smaragd.

Presentatrice en gastvrouw van Pasar Malam Istimewa: Sylvia Elders
(foto GeaFotografie)

Programma

Zaterdag 23 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Pentjak Silat.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Relight, Pencak Silat Manyang en zanger Danny Everett.
 
Dinsdag 26 december (2e Kerstdag)
12:00 – 17:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes en verkleden als Bali prins(es) en optredens van Ester Latama en dansgroep Sekar Ayu.
 
Woensdag 27 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Anklung spelen.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Hot News, dansgroep Wahana Budaya, zangeres Diana Monoarfa en een kook demo.
 
Donderdag 28 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Simply Friends, dansgroep InaDance, zanger Harold Verwoert en een kook demo.
 
Vrijdag 29 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Simply Friends, dansgroep Peduli Seni Indonesia, zangeres Ester Latama en een kook demo.
 
Zaterdag 30 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Hot News, dansgroep Orchidee, zangeres Shanelle de Lannoy en een kook demo.
 
Dinsdag 2 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en zingen en muziek maken met Benny en Jeannette.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Free Line, dansgroep Batik, zangeres Diana Monoarfa en een kook demo.
 
Woensdag 3 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en zingen en muziek maken met Benny en Jeannette.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Free Line, dansgroep Orchidee, zanger Jimi Bellmartin en een kook demo.
 
Donderdag 4 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Anklung spelen.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Challenge XL, Pentjak Silat Manyang, zanger Harold Verwoert en een kook demo.
 
Vrijdag 5 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Anklung spelen.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Challenge Xl, dansgroep Sekar Ayu, zanger Ray Smith en een kook demo.
 
Zaterdag 6 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Wipe Out Selection, dansgroep Aniadi Art, zangeressen Shanelle de Lannoy en Deborah Jacobs.
 
Zondag 7 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met The StreetRollers, dansgroep Warna Semesta, zangeres Ester Latama en een kook demo.  

Videoclips te bekijken klik op de afbeelding, 

 
 10897380098?profile=original

Weergaven: 210

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives