Alle berichten (2901)

Sorteer op

Relatie tussen Huis van Oranje - Molukkers

10897274894?profile=originalRelatie tussen Huis van Oranje en Molukkers  door: Nanneke Wigard

Tijdens de “Maand van de Geschiedenis”, die in oktober zal worden gehouden en in het teken staat van “Vorst en Volk”, produceert de Stichting Moluks Historisch Museum een talkshow over de complexe relatie tussen het Huis van Oranje en de Molukkers. Mata Rumah Oranje en Maluku zal plaatsvinden op het Landgoed Bronbeek en een van de items die aan de orde zullen komen, is de mythe van de “trouwe Molukker”. Al vanaf het begin van de Nederlandse aanwezigheid in de Gordel van Smaragd en met name de Molukken, is er sprake van een relatie van (delen van) de bevolking met het Nederlandse vorstenhuis. Zo wordt in 1605 het “Eeuwig Verbond” gesloten waarin de Islamitische

Foto - Groep jonge Molukkers tijdens het defilé op Koninginnedag op Paleis Soestdijk.

hoofden van het schiereiland Hitu op Ambon trouw beloven aan Prins Maurits.

In de zeventiende eeuw zijn er weliswaar nog verschillende oorlogen nodig, voordat de VOC een monopoly op de telt en handel in kruidnagel en nootmuskaat weet te vestigen. In 1817 luidt de terugkeer van het Nederlands bestuur in de Molukken een opstand tegen de Nederlanders in.

Van het beeld van de “Trouwe Molukker” is dan nog geen sprake. Dat beeld ontstaat pas aan het einde van de negentiende eeuw, wanneer het Nederlandse gouvernement op zoek gaat naar bevolkingsgroepen die kunnen worden ingezet bij het besturen en onder controle houden van de kolonie. Met name als de veelal Christelijke) Molukse KNIL soldaten zich manifesteren als symbool van trouw aan Nederland, gepersonifieerd door het vorstenhuis

van Oranje. De Tweede Wereldoorlog en de direct daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd versterken  dat beeld alleen nog maar. Dat Molukse soldaten en burgers al direct na het jaar van hun aankomst in Nederland in 1951 deelnemen aan het defilé op Paleis Soestdijk, is dan ook geen toeval. 

Rocky Tuhuteru spreekt op Bronbeek onder andere met historicus Wim Manuhutu en antropoloog Fridus Steijlen over hoe de mythe van trouw is ontstaan. En wat was het belang van een goede relatie van het Huis van Oranje met de Molukkers na de onafhankelijkheid van Indonesië. De afsluiting wordt gevormd door een gesprek met een aantal koninklijk gedecoreerde Molukkers over hun inzet in de samenleving. Tijdens de bijeenkomst is uniek historisch beeldmateriaal uit de collectie van de Stichting Moluks Historisch Museum te zien.

De talkshow zal worden gehouden    op dinsdag 15 oktober om 14.00 uur in De Kumpulan van het Landgoed Bronbeek in Arnhem. De toegang is slechts € 3,50. Aanmelden via mail:   nwigard@museum-maluku.nl, onder vermelding van Mata Rumah Oranje

Lees verder…

Willem Gerard Hofker  periode 1902 – 1981

10897278492?profile=originalWillem Gerard Hofker  1902 – 1981

foto -Willem Gerard Hofker, zelfportret 1935 

De kunstschilder Willem Gerard Hofker leefde van 1902 tot 1981 en is vooral bekend om zijn Indische oeuvre. Weinig mensen echter weten dat deze impressionist ook staatsieportretten van Koningin Wilhelmina en Koningin Juliana maakte. Hofker verkeerde in kringen van schilders als Willem Witsen, Isaac Israëls en George Breitner. Hofker schilderde tevens een groot aantal andere onderwerpen, zoals stads-gezichten, bloemstillevens, naakten, landschappen en landhuizen. Daarnaast was hij een meester in allerlei andere media: olieverf, aquarel, contékrijt, maar ook etsen, mezotinten en lithografieën.

Willem Hofker werd geboren op 2 mei 1902 als zoon van een PTT-ambtenaar.  Hofker ging eerst naar de academie in Den Haag, en later op zijn 14e jaar naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Willem Witsen en Isaac Israëls, die de vrienden waren van zijn vader, een amateur-artiest, waren de leermeesters van Hofker. In 1927 won Hofker de 2e prijs op de “Prix de Rome”. In 1930 trouwde hij met Maria Reuter, eveneens een kunstschilder en lector aan de Academie in Amsterdam.

In de jaren twintig heeft Hofker  een aantal monumentaal decoratieve opdrachten uitgevoerd, onder andere voor de Koninklijke Nederlandse Stoomvaart Maatschappij, waarvoor hij enkele wandschilderingen maakte in schepen. Hiervan is helaas weinig bewaard gebleven. Hofkers reputatie als portretschilder was zo groot, dat hij in 1936 de opdracht kreeg om Koningin Wilhelmina te schilderen. De opdracht kwam van en was bestemd voor het hoofdkantoor van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM) in Batavia. In 1938 begeleidde het echtpaar Hofker het schilderij naar Nederlands-Indië en ze maakten aansluitend een rondreis door de kolonie. Tijdens deze reis maakten ze tekeningen en schilderijen van Indische onderwerpen, die de KPM zou kunnen gebruiken.

De Hofkers vestigden zich op Bali, waar Willem zeer populaire tekeningen maakte van Balinese landschappen en danseressen. De Hofkers socialiseerden met vele schilders, waaronder Spies, Stasser, Meyer en hun goede vriend Rudolf Bonnet. In 1940 verhuisde het paar naar Ubud. In de periode van 1938 tot 1944 werd het meeste van Hofkers werk in Indië gemaakt. Zijn werkstukken waren verfijnd en vloeiend, zowel als poëtisch. Op Bali schilderde hij voornamelijk tempels en het religieuze leven op het eiland. Hij concentreerde zich daarbij op de mensen van Bali. Vele van zijn schilderstukken worden in Ubud, Arma en het Neka Museum tentoongesteld. In de Tweede Wereldoorlog waren Hofker en zijn vriend Bonnet

f10897279085?profile=originaloto-Flyer Teylers Museum

gedwongen om in het KNIL in Soerabaja dienst te doen. Hij en zijn vrouw werden daarop in verschillende kampen geïnterneerd; hij in Tana Toraja op midden Celebes. Gedurende deze periode raakten de meeste van de schilderijen van Maria Hofker verloren. Na de oorlog keerden zij terug naar Nederland.

10897279874?profile=original

Foto - Een van de tentoonstellingsstukken

Teruggekomen in Nederland in 1946 brak een moeilijke periode aan voor de Hofkers. Het artistieke klimaat was in Nederland inmiddels volkomen veranderd. Het figuratieve werk van Willen vond nauwelijks nog erkenning onder de collega’s. Wel kwamen al spoedig weer wat portretopdrachten binnen. In totaal heeft hij ongeveer 800 portretten geschilderd voor particulieren en voor instellingen, waaronder universiteiten en banken. Zo ook een portret van Herman van der Wall Bake in 1970, de president-directeur van de ABN.

Hofker specialiseerde zich ook in     met krijt getekende Amsterdamse stadsgezichten, waarbij hij zich voornamelijk toelegde op  architectuur. Als het ware “portretten van huizen en gebouwen”.  Deze zijn  in drie boeken gebundeld. Het Balinese werk verscheen onder de titel: “Bali gezien door Willem Hofker”. In 1978. Ook toen hij al in Nederland was, heeft hij nog steeds Balinese mensen en landschappen op papier en doek vastgelegd.

Tijdens zijn latere leven heeft Will;    en Hofker veel gedoceerd en mede door de uitgaven van zijn tekeningen nam zijn bekendheid weer toe. Ook  nu nog zijn zijn Balinese landschappen en danseressen zeer geliefd. Ook internationaal trekken zijn werken veel belangstelling. Willen Hofker woonde in Amsterdam van 1934 tot 1938 en van 1946 tot 1967. Hij overleed in Amsterdam op 30 april 1981.

Teylers Museum

Van het werk van Willem Gerard Hofker wordt een tentoonstelling gehouden in Teylers Museum. De tentoonstelling  toont in de intieme setting van Teylers Prentenkabinet een selectie van Hofker uit de museum-verzameling. Naast enkele portretten van Balinese meisjes, waarmee hij beroemd werd, zijn ook minder bekende werken van de kunstenaar te bewonderen. Hierbij zijn onder andere persoonlijke tekeningen van het dagelijkse leven in het Jappenkamp waar Hofker tijdens de Tweede Wereldoorlog geïnterneerd was. Hoogtepunt is het eerder in dit artikel besproken portret van Koningin Wilhelmina, dat recentelijk in een privécollectie is terug gevonden.

10897279897?profile=originalBoek 

Tegelijk met de tentoonstelling zal; bij uitgeverij Waanders een nieuw boek verschijnen, geschreven door een achternicht van Hofker, Seline Hofker samen met Gianni Orsini.

10897280487?profile=originalHet boek van Seline Hofker en Gianni Orsini dat bij de tentoonstelling zal verschijnen

Het boek vormt tevens de bij              de tentoonstelling te gebruiken catalogus, maar is meer dan dat. Het biedt een unieke blik achter de persoon van de oudoom van de schrijfster, alsmede een goed inzicht in de breedte van het oeuvre van Hofker. Het boek wordt verder gecompleteerd door citaten uit de vele brieven en dagboeken van de kunstenaar. Zo geeft dit boek een dieper inzicht in    de wereld zoals Hofker haar zag.      Het boek bevat meer dan 150 kleurenfoto’s. 

 

Teylers Museum tentoonstelling: Van 14 december 2013 t/m 9 maart 2014. Adres: Spaarne 16, 2011 CH Haarlem. Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur; zondag 12.00-17.00 uur; maandag gesloten, evenals         25 december 2013 en 1 januari 2014. Toegangsprijzen: zie de website: http://www.teylersmuseum.nl.   

Boek: Willem Gerard Hofker, door Seline Hofker en Gianni Orsini, 205 pagina’s, verschijnt op 14 december 2013.  Prijs: € 35,00

Lees verder…

Zwarte Sinterklaas

Zwarte Sinterklaas Niet uitpakken maar inpakken. Voor de Nederlanders in Indonesië was 1957 het jaar van Zwarte Sinterklaas, 6 december 2007
Andere Tijden 6 december 2007 Zwarte Sinterklaas onderling belang

Op 5 december kwam de mededeling dat ze voorgoed het land moesten verlaten. Het was de climax van de anti-Nederlandse stemming die al maanden heerste in de voormalige kolonie. En daar gingen ze... richting een voor velen onbekend vaderland. 



Terwijl iedereen in Nederland op Sinterklaasavond in 1957 vrolijk pepernoten at en cadeautjes uitpakte, was de Sinterklaasviering in Indonesië omgeven door een zwarte rand. Alsof het een Sinterklaassurprise betrof, hoorden de 50.000 Nederlanders op 5 december dat ze Indonesië moesten verlaten. Van een echt ontspannen feestje was toen geen sprake meer. Lange tijd waren er al spanningen in Indonesië en de haat tegen de Nederlanders was hoog opgelopen. Toch had niemand van de Nederlandse gemeenschap erop gerekend dat ze echt weg zouden moeten. Maar de Indonesische regering pikte het niet meer. Nog altijd gedroegen de Nederlanders zich alsof het land van hun was, terwijl Indonesië al sinds 1949 onafhankelijk was. Bovendien viel Nieuw-Guinea nog onder Nederlands bestuur, geheel tegen de zin van de Indonesische regering in.


Twee pijnlijke zaken, die in december 1957 tot uitbarsting kwamen. Al weken scandeerden de nationalisten tijdens massademonstraties leuzen als "Weg met de Belanda" en "Ilias Belanda linjap dari Irian Barat"; Hollandse ratten, verdwijn uit Nieuw-Guinea. Daarbij flink aangevoerd door nationalistische toespraken van Soekarno. Het hek was van de dam toen de Verenigde Naties (VN) op 29 november 1957 besloot dat Nieuw-Guinea toch onder Nederlands bestuur bleef. De Indonesiërs gingen over tot bezetting van de Nederlandse bedrijven. Duizenden Nederlanders moesten de maanden daarna uit Indonesië vertrekken.

Ruurd Koopmans en zijn vrouw


Nederlandse bedrijven de baas

Als militair kwam de Nederlander Ruurd Koopmans in 1946 in Indonesië terecht. Lang duurde zijn militaire loopbaan in Indonesië niet, na de eerste politionele actie werd hij gedemobiliseerd. Hij besloot in 1948 bij de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) in Jakarta te gaan werken. Koopmans: “Ik wilde heel graag in Indonesië blijven. Ik zal er geen doekjes om winden, ik wilde daar carrière maken. Natuurlijk wilde ik ook goed doen voor het land, maar de broodwinning stond voorop. Het was een opbouwperiode, die eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog en het was niet makkelijk". Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 bleven de Nederlanders zich nog altijd gedragen alsof ze de baas waren in het land. Ze behielden vaak hun koloniale bezit en de oneerlijke economische verhoudingen bleven vrijwel gelijk. Heel verrassend was dat niet, want zo was het officieel vastgelegd bij de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag in 1949. De Nederlandse bedrijven hadden daar bedongen dat zij in het onafhankelijke Indonesië ongelimiteerd zaken konden blijven doen. Dat was opgetekend in de Financieel Economische Overeenkomst. De Nederlandse bedrijven konden gebruik maken van allerlei voordelige regelingen, zodat de winst optimaal was. De Indonesische regering was politiek dan wel onafhankelijk, maar economisch volstrekt niet. Dat ging wrikken. Die economische afhankelijkheid was pijnlijk zichtbaar bij de scheepvaartverbindingen tussen de talrijke eilanden van de archipel. Dat was praktisch het monopolie van de KPM. Indonesië zou graag de KPM in handen krijgen. Dat zou een uitstekende basis kunnen vormen voor de Indonesische handel. Maar dat bleef een droom. Daar was geen geld voor.

Voor de Indonesische regering was het wel haalbaar om op microniveau maatregelen door te voeren om de economische macht van de Nederlanders in te perken. Pragmatische politici begonnen daarom begin jaren vijftig met de zogenaamde "indonesianisasie". Die politiek was erop gericht om zoveel mogelijk economisch bezit in handen van Nederlanders, geleidelijk over te hevelen naar de Indonesische bevolking. Ook het Indonesisch personeel moest op hogere posities komen. Nederlandse bedrijven met een sleutelpositie, zoals de spoorwegen, elektriciteit - en gasbedrijven kregen als eerste met deze maatregelen te maken. Indonesiërs richtten een eigen handelsvereniging op om het monopolie van de "Big Five", de vijf belangrijkste Nederlandse handelshuizen, te breken. Ook reserveerde de regering importvergunningen exclusief voor eigen Indonesische importeurs, ten nadele van de Nederlandse ondernemers. Later volgde de regel dat 70 % van het personeel in Nederlandse bedrijven Indonesisch moest zijn. Maar het ging moeizaam. De Nederlanders stonden niet te springen om Indonesisch personeel op hogere functies of in het management te plaatsen. De scheiding tussen de Nederlandse gemeenschap en de Indonesische bevolking bleef groot. De Nederlanders leefden geïsoleerd van de Indonesische bevolking. Constance Huydecoper, echtgenote van de eerste secretaris van de Nederlandse vertegenwoordiging in Jakarta, herinnert zich dat het haar bij aankomst in 1957 opviel, dat er in het centrum van die immens grote gebouwen stonden van Nederlandse bedrijven: "Het enige Indonesische dat je op het grote centrale plein zag, waren de Indonesische bedienden die daar rondfietsten om ons, de Nederlanders, te bedienen".

Om Nederlandse bedrijven te dwingen meer Indonesiërs op hogere functies te plaatsen, beperkte de regering het afgeven van werkvergunningen aan Nederlanders. Dit ontmoedigingsbeleid moest er op lange termijn toe leiden dat Indonesiërs de bedrijven helemaal zouden overnemen. Voor de radicale nationalisten ging dat "op de lange termijn denken" veel te langzaam. Zij wilden de "koloniale economie" per direct omzetten in een nationale economie. En Nieuw-Guinea moest Indonesisch worden. Hun radicale opstelling versterkte de nationale gevoelens en de anti-Nederlandse stemming. Eind 1957, in aanloop naar de stemming in de VN over de status van Nieuw-Guinea, liepen de spanningen hoog op.


“Jaag de Nederlandse honden weg”

"Serahkan Irian Barat" (Laat West Irian los) en "Usirl andjin belanda dari R.I." (Jaag de Nederlandse honden weg uit de Republiek Indonesië); overal in Indonesië stonden deze leuzen op de muren gekalkt. De sfeer werd in deze laatste maanden van 1957 steeds grimmiger. De twee strijdpunten waren Nieuw-Guinea en economische zelfstandigheid. Men wilde af van het juk van de "koloniale" Nederlanders. De Indonesische regering stelde zich gematigder op dan de nationalisten, maar ging wel akkoord met de start van een landelijke Nieuw-Guinea campagne. De coördinatie kwam in handen van het “West Irian bevrijdingscomité”, geleid door de minister van Voorlichting, Subidjo. Dit bevrijdingscomité streefde naar het verbreken van de diplomatieke betrekkingen en nationalisatie van de Nederlandse bezittingen. Op 28 oktober 1957 startte de Nieuw-Guinea-campagne. Een joelende en schreeuwende mensenmassa stroomde toe op het plein voor het gebouw van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging. Constance Huydecoper zag het vanaf het "platje" op het dak, waar ze altijd met haar man koffie dronk: "Ze verbrandden een stropop en schreeuwden dat de Hollanders, Belanda, dood moesten. Wij waren in hun ogen echt vijandige en ellendige figuren. De Hollanders kregen ook al geen invitaties meer om op nationale feestdagen te komen op het paleis van Soekarno. Wij waren niet meer welkom".

De demonstranten trokken brullend door de straten. Op gebouwen van Nederlandse bedrijven en auto's van Nederlanders schreven ze anti-Nederlandse teksten en woningen van Nederlanders werden geplunderd. De schrik zat er goed in, maar na een aantal dagen nam het leven zijn gewone loop. Nederlandse ondernemers waren op hun hoede en drongen er bij de Nederlandse regering op aan zich soepeler op te stellen met betrekking tot Nieuw-Guinea. Zij zagen de bui al hangen. De nationalisten hadden immers aangegeven dat ze alle bedrijven zouden bezetten, als de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Luns weigerde over de status van Nieuw-Guinea te onderhandelen. Om de druk op te voeren bezetten nationalisten op 10 november 1957 "De Djakartaclub" en de Nederlandse jachtclub in Tandjong Priok, de haven van Jakarta. Beide instituties golden voor Indonesiërs als dé symbolen van het Nederlands kolonialisme. Nederlanders kwamen in die clubs regelmatig bij elkaar om te eten en elkaar te ontmoeten. Constance Huydecoper kwam daar ook wel eens, maar ze zag er nooit een Indonesiër; alleen maar blanken.

Massademonstraties, spontane werkonderbrekingen en stiptheidsacties van het Indonesisch personeel volgden elkaar in rap tempo op. Propagandistische radio-uitzendingen stonden in het teken van anti-Nederlandse stemmingmakerij. In Jakarta, Bandung, Surabaja en Malang mochten Nederlanders niet meer in restaurants en bioscopen komen. In winkels negeerde het personeel de Nederlanders en bij benzinepompen mochten ze niet meer tanken. Op straat gold voor hen een parkeerverbod, en parkeerde men toch, dan werden de banden lek gestoken. Constance Huydecoper: "De sfeer was niet goed, wij hadden een speciale nachtwaker die waakte over de banden van onze auto, dat ze niet lek geprikt zouden worden door anti-Nederlandse oproerkraaiers”.

Met de bus had ook geen zin, omdat Nederlanders geen gebruik mochten maken van het openbaar vervoer. De sfeer was zeer broeierig. Libert Hol, wiens vader bij de gasfabriek OGEM werkte, vertelt dat vrijheidsstrijders in de wijk waar hij woonde Nederlandse fietsers dwongen te stoppen en geld eisten in het kader van de vrijheidsstrijd voor Nieuw-Guinea. “Het was duidelijk voelbaar dat alles wat blank was, fout was", zegt Hol. Constance Huydecoper merkte dat andere buitenlanders contacten met Nederlanders uit de weg gingen: "De Amerikanen spraken niet meer met ons, noch de Fransen, de Belgen, noem maar op. In het geheim hadden we contacten met de Australiërs. Er was drie weken geen water omdat de leidingen kapot waren, wellicht sabotage, gelukkig mochten we bij de Australiërs onze emmers vullen. De Australiërs beschikten over het oostelijke deel van Nieuw-Guinea, misschien dat ze zich om die reden soepel opstelden ten opzichte van de Nederlanders”.

De stemming over de status van Nieuw-Guinea op 29 november pakte negatief uit voor Indonesië. Nieuw-Guinea bleef onder Nederland bestuur. De chaos was compleet toen ook nog een aanslag op Soekarno werd uitgevoerd. De geest was uit de fles.

38213859


Militaire Managers

Na de negatieve uitslag van de stemming in de VN over Nieuw-Guinea verloor de Indonesische regering de regie. Radicale nationalisten hadden de landelijke Nieuw-Guinea campagne aangegrepen voor hun eigen doeleinden. De vakbonden zweepten Indonesisch personeel op voor een 24-uurs staking en om de talloze Nederlandse bedrijven te bezetten. Toch leek op 3 december alles dusdanig rustig, dat Ruurd Koopmans gewoon aan het werk ging op het KPM - hoofdkantoor. Maar die rust duurde niet lang. Het imposante gebouw van de KPM in Jakarta, al lang hét toonbeeld van koloniale overheersing, bleek het eerste doelwit. Koopmans hoorde ineens een hoop lawaai en geschreeuw uit de directiekamer, één verdieping boven hem; "Het leek wel een roofoverval! Alarmerend, ik heb onmiddellijk al het kasgeld en de belangrijke documenten in de kluis gestopt, de kluis direct gesloten en de sleutel verstopt. Maar het waren geen roofovervallers, het waren leiders van de vakbond van het Indonesisch KPM personeel. Zij stonden bekend als notoire raddraaiers. Ze eisten de overgave van het bedrijf".

De Nederlandse chefs kregen te horen dat zij uit hun functie ontheven waren en dat zij hun taak moesten overdragen aan een personeelslid. Koopmans: "mijn 'opvolger' was één van mijn Indonesische ondergeschikten. Hij was duidelijk niet gecharmeerd zijn nieuwe functie, maar durfde niet te protesteren tegen de intimidaties van de actievoerders. Hij vroeg mij in vertrouwen of ik alstublieft gewoon met mijn werk wilde doorgaan en zijn functie al nominaal wilde zien".
Na de KPM volgden bezettingen van Geo Wehry, de Nationale Handelsbank, Lindeteves, de Escomptobank en Jacobson van den Berg. De directeur van dit laatste bedrijf werd samen met een medewerker gearresteerd wegens "minachting van de Indonesische vlag". Deze nationale vlag was na de bezetting op de daken van Nederlandse bedrijven geplaatst, maar de directeur van Jacobson van den Berg had het vlaggetouw doorgesneden en de vlag weer naar beneden gehaald.

De overname van de bedrijven verliep erg snel. Het Indonesisch kabinet en de legerleiding hadden dit niet op deze wijze gepland. Zij hadden duidelijk de controle verloren. Na een paar dagen bleek hoe ernstig de gevolgen waren van de bezetting van de KPM. Ineens viel driekwart van het totale scheepvaartverkeer stil. Het verdwijnen van praktisch alle scheepvaartverbindingen tussen de eilanden verlamde het hele land. De aanvoer van voedsel stokte en de prijs van rijst verdubbelde in enkele weken. Rijstvoorraden raakten op en op Java dreigde na enige tijd zelfs hongersnood.

Volgens econoom Kian Wie Thee durfde niemand in die verhitte politieke atmosfeer iets te zeggen. De ontwikkelingen liepen zo uit de hand dat generaal Nasution, chef-staf van het leger, de beslissing nam om Nederlandse bedrijven onder militair beheer te plaatsen. Tegen het leger durfden immers ook de linkse vakbonden niet in te gaan. De legerofficieren werden zo de nieuwe managers en deden hun intrede in de economie. Zij hadden geen enkele ervaring met het werk in hun nieuwe functie. De legerofficieren lieten zich de jaren daarna niet meer van hun economische troon stoten. Hier is de basis gelegd voor een "zwarte economie" die nooit meer helemaal is verdwenen.


Sinterklaas en de Nederlanders niet welkom

"Op 5 december 1957 werd ik wakker en zag allemaal mannen met geweren op straat. Een vriendin van Shell zou bij mij koffie komen drinken, maar zij kwam niet. Zij had haar tafelzilver in een luier verstopt en was hals over kop verdwenen, weg uit Indonesië. Alle consulaten moesten dicht. We belden elkaar allemaal op en informeerden bij elkaar wat er aan de hand was", vertelt Constance Huydecoper.

Soekarno liet op deze Sinterklaasdag officieel een uitwijzingsbesluit uitgaan dat gold voor vrijwel alle Nederlanders. Zij moesten het land uit. Dat wierp een zwarte schaduw over de Sinterklaasviering. Het feest verliep vanwege alle spanningen die dag al heel anders dan voorgaande jaren. Zo was het al jaren de gewoonte dat de burgemeester van Jakarta de witgebaarde bisschop officieel ontving en een rondtocht maakte door de stad. Deze keer moest de bisschop verstek laten gaan. Het Sinterklaasfeest werd verboden. Het was immers een puur Hollands feest, waar ook nog eens de blanke Sinterklaas boven de zwarte knecht stond. Hendrik Bouwer werkte bij de Deli-Spoorweg-Maatschappij (DSM) en ondanks het officiële verbod op de Sinterklaasviering, lukte het hem toch in het geheim het feest bij DSM te organiseren.

Na Sinterklaas kwam de uittocht van veel Nederlanders op gang. Zij probeerden een plekje op één van de boten te bemachtigen en lieten vaak huis en haard achter. Niet iedereen vertok tegelijkertijd. Anneke Koopmans, wiens man bij de KPM werkte zegt: "Ik ben met mijn zoon vertrokken, net voor kerst in 1957. Net als alle andere vrouwen van het KPM personeel. Het was héél erg op die boot. We zaten allemaal onder het dek en moesten daar ook eten. Het was echt armoetroef op die boot".

Libert Hol vertelt dat zijn ouders pas besloten te vertrekken toen de ziekenhuizen geen Hollandse patiënten meer wilden opnemen. Hendrik Bouwer kreeg op 27 december te horen dat hij binnen 24 uur weg moest zijn uit Indonesië. En Lily Philippi stond op oudejaarsavond, 31 december 1957, met een klein mandje vol kleren te wachten op een bus, om te repatriëren. De bus bracht haar en anderen naar de haven van Surabaja, waar ze op de boot stapten.

Op één van de boten werkte Carla Meek als maatschappelijk werkster. Zij moest onderweg zoveel mogelijk informatie verzamelen over de achtergrond van de passagiers. Op basis van die gegevens maakte zij met haar team een onderverdeling van de repatrianten in groepen: "Als iemand bijvoorbeeld een bepaalde ziekte had, kon die persoon het best ingedeeld worden in een pension in de buurt van een ziekenhuis waar die ziekte behandeld kon worden".

De repatrianten kwamen in opvanghuizen terecht, verspreid over heel Nederland. Lily Philippi kwam met de boot aan in Singapore en vloog eind januari met het vliegtuig naar Nederland: "Het was hartje winter en ijskoud. Op schiphol moesten we trainingspakken aantrekken die ter plekke werden uitgedeeld. We hadden zelf niets bij ons. De volgende dag bracht een bus ons naar Zuid - Limburg. Dat wist ik natuurlijk niet, maar ik zag na uren rijden ineens steenkolenmijnen uit het busraampje. Ik vroeg waarom ik zo eindeloos ver weg gebracht werd, waarop de buschauffeur antwoordde: "maar meiske, ge benne toch rooms katholiek". Lily Philippi woonde van haar 15e tot haar 18e in het pension in Zuid Limburg.

In januari 1958 arriveerde Hendrik Bouwer ook in Nederland. Hij moest direct door naar een vakantieverblijf van DSM in Blaricum. Het kostte hem veel moeite om in Nederland werk te vinden:"Ik was te oud en ik telde gewoon niet mee".

Na veel inspanning en met doorzettingsvermogen lukte het zowel Lily Philippi als Hendrik Bouwer om in Nederland werk te vinden. Dat was de basis voor een nieuw leven in een nieuw Land. Om de herinnering aan hun eigen land en cultuur levend te houden, bezoeken ze nu nog regelmatig de zogenaamde "Masoek Sadja", de Indische inloopdagen, waar ze met vele lotgenoten in een toch enigszins weemoedige sfeer Indonesische hapjes eten en bingo spelen.

Tekst en research: Mirjam Gulmans
Samenstelling en regie: Gerda Jansen Hendriks

Beeldmateriaal

Voor de uitzending is gebruikt gemaakt van de 8mm kleurenopnames van Krik Arriëns, de tweede secretaris van de Nederlandse vertegenwoordiging in Jakarta. Daarnaast zijn er beelden uit het NTS journaal, dat in die tijd nog om de dag een uitzending verzorgde. Ook is gebruik gemaakt van het Polygoonjournaals en radioverslagen. De Sinterklaasbeelden dateren van een onderwerp gemaakt door de Nederlands-Indische Regeringsvoorlichtingdienst. Het betreft een bezoek van de Sint aan de Nederlandse generaal Spoor in 1946. Tot slot zijn er beelden te zien uit een vooroorlogse film van de KPM. Behalve de 8mm film, wordt al dit materiaal beheerd door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.




Lees verder…

Den Haag wist van executies in het voormalige Indië

10897270101?profile=originalDen Haag wist van executies in Indië  door  Meindert van der Kaaij

(Kabinet Beel 1946-1948 (foto ANP))

Hooggeplaatste Nederlandse politici waren al van de stadsrechtelijke executies in Nederlands-Indië op de hoogte toen die militaire acties nog in volle gang waren. Toenmalig minister-president Beel wist op 1 februari 1947 van de “methode Westerling”, waarbij burgers standrechtelijk werden geëxecuteerd. Kapitein Westerling maakte pas begin maart op Zuid-Celebes een einde aan die methode. Enkele weken geleden bood de Nederlandse ambassadeur in Jakarta namens de Nederlandse regering excuses aan voor de duizenden standrechtelijke executies die het Nederlandse leger tijdens de dekolonisatie jaren van 1945 tot 1949 uitvoerde. Lang werd ervan uitgegaan dat dit excessen betroffen die door individuele militairen werden begaan en oogluikend werden toegestaan door militaire leidinggevenden.

 

In de archiefstukken heeft Trouw nu aanwijzingen gevonden dat KVP-kamerlid Max van Poll, de Indië-specialist van de fractie, al in november wist dat de commando-eenheid Depot Speciale Troepen onder leiding van Raymond Westerling in Zuid-Celebes zou worden ingezet. Van Poll besloot om op 1 februari 1947 minister-president Beel  gedetailleerd te vertellen wat Westerling op Zuid-Celebes deed en wat zijn “methode” inhield.

Zo schreef hij: “Indien er dan eenigen personen gevonden worden, die deze extremisten aanwijzen, worden eerst de extremisten doodgeschoten en daarna zij die de extremisten hebben aangewezen”. Van Poll liet daarop volgen dat de methode veel succes had en dat er “inderdaad een herstel van orde en rust wordt verkregen: de schrik komt er geweldig in”. Maar hij waarschuwde de minister-president ook: “U zult het wel met mij eens zijn, dat het te hopen is, dat dergelijke methoden niet voor het wereldforum bekend worden!”.

10897271259?profile=originalFoto-Kamerlid Max van Poll

Van Poll was behalve een zeer ervaren Kamerlid ook lid van de zogeheten Commissie-Generaal. Dit was een driemanschap dat Gouverneur-generaal Van Mook bijstond in de onderhandelingen met Soekarno over de toekomst van de Republiek Indonesia. Prominent lid daarvan was ook Willem Schermerhorn, die vlak na de oorlog korte tijd minister-president was. Het is waarschijnlijk dat hij net als Van Poll wist van de executies op Zuid-Celebes.

Goed beschouwd moet ook de onbetwiste leider van de KVP, Carl Romme, op de hoogte zijn geweest van de gang van zaken. Tijdens zijn bezoek aan Nederlands-Indië verbleef hij eind januari 1947 zelfs enige dagen in de hoofdstad Makassar, dat gonsde van de geruchten  over de executies en de successen die daarmee werden geboekt. Bovendien zal Kamerlid Van Poll het niet hebben aangedurfd om wél Beel en niet zijn eigen baas in te lichten over de operaties van Westerling.

10897271292?profile=originalFoto-Kapitein Raymond Westerling

Tot slot waren hoge civiele autoriteiten in Nederlands-Indië niet alleen op de hoogte van de excessen, maar gaven zij daartoe tevens zelfs expliciet toestemming. Dat gebeurde in een vergadering op 22 januari 1947. Vermeulen kreeg van de directeur Hoven van Binnenlands Bestuur (te vergelijken met een minister van Binnenlandse Zaken) groen licht om de Datoe (de plaatselijke vorst) van Suppa en zijn belangrijkste medewerkers te liquideren. Deze Datoe had erg veel macht en gezag bij de inlandse bevolking en zat    op dat moment “preventies gevangen”.

 

Lees verder…

Geert Wilders als ‘toekang kroepoek’

10897241252?profile=originalRaar maar waar: Geert Wilders als ‘toekang kroepoek’

Na afloop van een optreden in het stadhuis van Nijmegen stond ik buiten met twee Indische dames. Twee jongens van Marokkaanse afkomst fietsten voorbij. ‘Kijk, daar heb je weer dat tuig van de riggel’, zei een van de dames. ‘Kent u die jongens?, vroeg ik. Het antwoord was nee. ‘Hebben ze u wat gedaan?’ Opnieuw nee en een integratiedebat op de stoep van het stadhuis was het gevolg. Volgens de dames zijn Marokkaanse jongens onbeschoft, omdat ze niet fatsoenlijk opgevoed worden door hun ouders. Ze vergeleken dat met hun eigen opvoeding toen ze hier in Nederland kwamen in de jaren ’50.

Dat herkende ik. Ook mijn ouders en familie hielden ons voor hoe we ons hier moesten gedragen. Netjes, beleefd, fatsoenlijk. Zo waren ze het in Indië gewend en zo moest het ook hier, want hier moest je je vooral aanpassen. Altijd groeten, met twee woorden spreken, opstaan in de bus voor oudere mensen. En hoe vaak kreeg ik niet te horen ‘éérst je huiswerk, dán de meisjes’. Mijn familie dreigde ook met wat er kon gebeuren als we niet ons best deden. Dan wachtte ons een slechte toekomst als straatschoffie in de kampong of als ‘toekan kroepoek’ (Indische kroepoekbakker). 
In de Indische gemeenschap ontstond vorig jaar wat deining vanwege het gerucht dat Geert Wilders een Indo zou zijn. Het werd met ongeloof ontvangen. Zou Geert met zijn onverholen afschuw van de multiculturele samenleving en zijn felle anti-islamhouding afkomstig zijn uit het grootste islamitische land ter wereld? Dat kon niet waar zijn.

Toch wel! In de biografie ‘Veel gekker kan het niet worden’ (2008) bevestigt Wilders wat ongemakkelijk zijn Indische afkomst. Daarin zegt hij o.a. ‘bij de oudste zus van mijn moeder gingen we wel eens in het weekend kroepoek bakken’. Geert Wilders als Indische kroepoekbakker; het moet inderdaad niet gekker worden.

In mijn jeugd was kroepoek bakken mijn favoriete kookactiviteit. Je doet die kleine kroepoekjes in de hete olie en dan worden ze heel snel heel groot in allerlei kronkelige vormen. Je moet wel erg opletten: niet te veel, anders rijzen de pan uit en niet te lang in de olie, anders branden ze aan. Maar als het goed gaat tover je iets oneetbaars tot een knapperige lekkernij. 
De afgelopen tijd is de geblondeerde Indische kroepoekbakker al weer wekenlang de lieveling van alle media. Gedurende het gehele formatieproces bakte hij er weer lustig op los. Met zijn politieke kroepoek voorziet hij anderhalf miljoen voorstanders van knapperige hapklare brokken. Tegelijkertijd geeft de kroepoekbakker al zijn tegenstanders een onverteerbaar gevoel. Zo onverteerbaar dat er een proces tegen hem werd aangespannen. Dat vind ík weer onverteerbaar. De strijd om zijn opvattingen hoort niet thuis in de rechtzaal, maar in het parlement en het maatschappelijke debat. Dáar moeten voor en tegenstanders met elkaar de pollepels kruisen over zijn smaak en zijn recepten. Nu kan de kroepoekbakker zich uitleven als dé topkok van de vrije meningsuiting en zich tegelijkertijd op zijn zwijgrecht in de rechtzaal beroepen.

Kroepoek bakken is als toveren, maar Wilders is een slechte tovenaar. Hij gooit teveel giftige stukjes in de oververhitte olie van de Nederlandse samenleving, waardoor ze de pan uitrijzen. Hij houdt ze ook te lang in de pan, zodat ze alleen door aangebrande mensen te vreten zijn. Nee, ik gun Wilders van harte vrijspraak in zijn proces. Hij mag wel veroordeeld worden, maar dan door de Keuringsdienst van Waren. Voor zijn niet te vreten kroepoek. 

Wouter Muller, auteur is actief als muzikant, tekstschrijver en componist en tevens werkzaam voor de Stichting Welzijn en Cultuur Twente 

(bron: Twentse Courant Tubantia, 23-10-2010)
Lees verder…

HET VERBORGEN LEED BESTAAT NOG STEEDS....... EN IK BLIJF HET HARDOP ROEPEN.

10897376865?profile=original
Menigeen kan zich dit nog herinneren of heeft het aan den lijve meegemaakt.

Er zijn veel Indische gezinnen na de tweede wereldoorlog vertrokken naar de een of andere bestemming in de wereld.

De meesten zijn in Nederland aangekomen, een deel is naar Nieuw Guinea vertrokken, Australië, Amerika en sommigen zelfs naar Zuid-Afrika.

De repatriëring heeft vele gezinnen uit hun natuurlijke omgeving gehaald, ik bedoel met natuurlijke omgeving, het geboorteland.

Vele gewoontes die men van jongs af aan had leren kennen moesten in de nieuwe vreemde landen, het eerst veranderd worden. 
Je moest je aanpassen, assimileren, en dat ging tegen de vastgeroeste levensgewoontes in van vooral de oudere Indische en Nederlandse mensen uit de tropen.

Aanpassen moest je, anders kon je niet overleven, want jouw oude “ik”, moest ineens een nieuwe “ik” worden met gevolg dat het vooral bij de oudere indo’s nogal wat invloeden had.
Als je jong bent, ben je iets flexibeler, hoewel het toch frustraties binnen in jezelf oproept als je op een ongecontroleerd moment jezelf was en je door je Hollandse omgeving op harde wijze werd gecorrigeerd.

Men vond je dan eigenaardig en lieten dat dan ook blijken, ja soms met een afwijzende houding. Dus je lette er in het vervolg wel op, om niet al te zeer als vreemdeling gekenmerkt te worden.
Je voelde je toch Nederlands? Je sprak de taal en kende het land en zijn cultuur op het duimpje.
Piece of cake dat aanpassen.
Maar je had een raar accent, rook vaak naar knoflook en andere kruiden, en sommige Nederlandse uitdrukkingen kende je niet

Maar is dat wel zo raar? Hebben zij zich niet totaal moeten geven om “echt” aangepast te raken?
Hadden zij daarbij niet iets wat tegenstribbelde in hun binnenste, dat protesteerde iedere keer als het gevoel naar boven komt, dat je jezelf aan het verloochenen was?

De oudere generatie had geen tijd om te treuren over het verlies van familie, land, beroep en belevenissen uit de oorlog. Velen moesten zich gelijk weer op het heden van toen storten omdat de situatie zo verschillend was dan die 5 of 10 jaar eerder voor de oorlog.
Men kon de trauma’s opgelopen in de kampen, interneringsgebieden, vernederingen en angsten niet verwerken omdat de tijd het hun niet gunde.
Van het ene ogenblik op het andere werd men geconfronteerd met de wrede naweeën van een onafhankelijkheidsoorlog. Nog maar niet te spreken over de Jappentijd en de ontberingen in diverse interneringskampen. Maar ook zij die de “buitenkampers” worden genoemd waren net zo goed slachtoffers van hun situatie.

Er zijn heden ten dage nog vele ouderen die de terugslag moeten verwerken. Waar eerst trauma’s konden worden beheerst door erover te zwijgen en ze niet te tonen aan de buitenwereld, deels uit onmacht en bang voor de eigen emoties die men dan moest tonen en daardoor zichtbaar werden, en deels omdat je er met niemand over kon praten, was de kracht eruit en kost het meer moeite.
Je had geleerd om niet te zeuren, je was opgevoed met een harde discipline die openlijke emoties niet toestaat, ook uit persoonlijk veiligheidsgevoel.
Daarnaast moest je leven met het gegeven dat je moest zwijgen, omdat de mensen die de oorlog in Nederland hadden meegemaakt het ook zwaar hebben gehad.
De enkeling die zijn of haar verhaal uit Indië wilde doen werd al gauw het zwijgen opgelegd met als argument dat de Duitsers heel erg waren geweest en dat de mensen in Indië nog geluk hadden omdat het fruit en zo gewoon aan de bomen groeiden.

De beleving van de trauma’s uiten zich door ongecontroleerde uitbarstingen die vaak op de kinderen werden afgereageerd. Het gevolg was mishandelingen, verslechterde verbintenis-gevoelens, ook vaak waren de ouders emotioneel zo ver gesloten dat je niet kunt spreken van warmte en genegenheid. Dat konden veel ouderen niet meer opbrengen.
Het is helaas zo dat er vele ouderen deze trauma’s in hun graf hebben meegenomen en dat deze hun levensvreugde zeer hebben beperkt.

Was het maar zo dat ze hulp hadden gezocht. Hadden zij maar de hulp gehad die men heden ten dage kan bieden in diverse opvangcentra, gespecialiseerd in trauma-verwerking.
Nu zijn er speciale instellingen waar men behandeld kan worden. Ik noem hierbij de stichting 45 in Oegstgeest en de Sinai-centra in Amersfoort en Amstelveen. (waar ook mijn echtgenote bijna 3 jaar is behandeld)

Maar als je denkt dat vele lotgenoten die weg zoeken dan heb je het mis. De Indische man of vrouw is te bang en te gesloten om hulp te vragen, men ervaart hulp als zwakte en als je naar een psycholoog gaat ben je getikt.
Het is de verkeerde opvatting, helaas, want hulp kan de levensvreugde bevorderen. Je angsten en de daarbij gepaard gaande isolatie van emoties die eruit willen breken laten gaan, zodat je meer toegankelijk bent voor je omgeving.
Eindelijk vrij van innerlijke belevenissen van vroeger. Eindelijk rouwen om iets wat je is overkomen. Ja, eindelijk het verdriet laten gaan zoals het zich binnen in je opgesloten aanvoelt.

Ik merk dat soms Indische mensen om mij heen, voornamelijk de wat ouderen, zich gedragen alsof de wereld om hen heen nog steeds vijandig is.
De vaak gecamoufleerde gesloten instelling naar anderen toe, terwijl men met een schijnvertoning van openheid de wereld, de ware belevingen onthoudt.

Als getraumatiseerde kun je niet anders dan jezelf anders voordoen dan wie je bent.
De wereld is vijandig en je bent altijd alert, jouw echte genegenheid en andere gevoelens zijn vaak geblokkeerd. Het liefste verblijf je dan in je huis en als men buitenshuis onaardig tegen je doet, zie je dat als een bevestiging van wat je jezelf inbeeldt.

Dit alles heeft zijn tol geëist, kinderen die hun vader als rationeel en emotieloos ervaren, problemen met uitingen van emotionele blijdschap, emotionele bindingsangst, naar anderen toe.

In je leven heerst het regime van de voorzichtigheid en oplettendheid, de nachtmerries, de blokkade van zichtbare spontaniteit die anderen van je verwachten, en waardoor je vaak tegen onbegrip aan loopt dat heel vaak resulteert in een ongewilde verwijdering.

Ook het beroerde beleid van de Nederlandse overheden geeft aan dit soort gevoelens een voedingsbodem. Het niet erkennen van de meer dan slechte opvang in Nederland van de Indische landgenoten, is een doorn in het oog. 
Alles zijn zij kwijtgeraakt. Land, geld en goederen.

Zij moesten het allemaal zelf rooien.
En dat hebben ze gedaan die moeders en vaders van toen. Er was geen tijd voor praten en denken, nee, zo snel mogelijk moest het Nederlandse leven worden opgepakt, en daarbij geen gezeur, want de Nederlanders hadden het al zo moeilijk gehad. Dus niet klagen, maar slikken en schikken.

Velen van hen waren in dienst van de overheid in Nederlands Indië, en hebben nog steeds salarissen, over de oorlogsjaren, tegoed. Ook andere betalingen die Indonesië heeft gedaan zijn nooit doorbetaald aan de rechthebbenden. Elke vorm van een eerlijke tegemoetkoming voor al die mensen die have en goed verloren hebben en in Nederland terecht zijn gekomen zijn tot op heden voortdurend in de steek gelaten.
Ik kan er niet vaak genoeg over vertellen. Het is de schande die kleeft aan de Nederlandse politiek.

De Nederlandse overheid heeft zich in allerlei zaken altijd gedistantieerd met de boodschap dat zij in dienst waren van de Nederlands-Indische overheid en dus niet van Nederland. 
Soms als je daar aan denkt dan zakt mijn broek af.

Joodse Nederlanders en leden van de zigeuner-gemeenschap hebben destijds een ruimhartige vergoeding gekregen voor het feit dat al hun goederen verloren zijn gegaan en voor het leed dat hen is aangedaan.
De Indische Nederlanders die land, have en goed hebben moeten achterlaten in Indië en het leed van de Japanse bezetting en de onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesiërs achter zich hadden.
Niets, niets en nog eens niets……………………………

Het verborgen leed bij Indische mensen dragen velen ongemerkt met zich mee tot het einde. Vaak dierbaren achterlatend die hun eigen ouder nimmer echt hebben leren kennen.

Door Han Dehne

Lees verder…

De digitale guerrilla over het Indisch Platform op Indo sites en Facebook met de vele kapitein langs de zijlijn, die het al 20 jaar beter weten, maar dan nooit zelf iets maar hebben ondernemen!

10897376882?profile=original

10897253880?profile=originalNaar aanleiding van vele commentaren, reacties m.b.t. de Indische Perkara op ICM (Stille Tocht).

 

De vele commentaren / reacties m.b.t. de Indische Perkara / kwestie dat niets meer wordt gepubliceerd op ICM na een lange periode wil de redactie daarom het volgende pleidooi houden met een stuk achtergrond waarom Ferry Schwab Sr. er nog voor 100% in geloof stelt dat puur gestoeld heeft op rationele gronden dus op wetenschappelijke gronden en analyses met prognoses, en een broedende kip moet men niet storen.


ICM bestaat pas 14 jaren.

Het team met haar leden bewogen zich zeer actief op dit terrein o.a.  Sinds de aanvang van deze pekara / zaak die in beginsel stamt vanaf 1999 (Het Gebaar). Dit was een tussenstation voor de kille koele ontvangst. Als bedrijfskundige constateerde Ferry Schwab dat cultuurtje die heerste binnen het oude Indisch Platform niet lekker hun vel zat. Eerst moest de strijd intern geleverd worden met cultuurtje van oude Indisch Platform. Daar moest worden mee afgerekend met oude IP die de zaak verkwanselde met het Gebaar waar eigen belang hoogtij vierde. Opgemeld dient te worden dat dr. Kloosterman lid van het oude IP de zaak openbrak waardoor het Gebaar uiteindelijk tot stand is gekomen. Beladen was deze diepte – of hoogtepunt voor alle Indische die uit Indie moesten door Overdracht.

Even een zijsprongetje.

In het nieuwe boek van onze ICM abonnee/ lid Henk Harcksen, die nu een ruim een jaar bezig is om dit vast te leggen, staat dit tot detail beschreven die op 18 januari 2014 wordt uit gebracht. Een selecte ICM lezersgroep heeft hier al kennis van mogen nemen als voorschotje. Want Henk wil dat alle werkelijke feiten worden vastgelegd- , daar gaat Henk in op details waar ook het Gebaar aan de orde komt.

De meesten van het oude IP die daar zitting namen, hadden hun broodheer de Overheid dat bij iedereen geen geheim vormt. Beide voorzitters waren bezig om zo veel mogelijk Indische organisaties aan zicht binden. Met maar 1 doel om de Indo's zoet te houden en het Haagsche bos in te sturen. 

Met de komst van het Nieuwe Indisch Platform ging het roer om en een frisse wind door het Indisch Platform. Dit IP ging gelijk in de aanval richting politiek Den Haag.  Vind wel belangrijk dat een auteur aan dit thema wijt in zijn boek gaat wel over een periode van 1999 tot 2013, en dat ook zo de feiten worden vastgelegd. Overigens heeft Herman Bussemaker - de strijder van het eerste uur als historicus - ook zijn bijdrage geleverd aan het boek naast anderen. Er zijn vele boeken geschreven door andere auteurs, maar een boek over het oude IP, en Het Gebaar daar rust een taboe op. De tijdlijn 1999 tot nu zijn letterlijk onder het tapijt geveegd, desondanks Het Gebaar met riante subsidies van 35 miljoen strooide zijn deze auteurs nergens te bekennen, die nu als een boemerang op hun bordje krijgen.

Schande dat nu weer een petitie dient te worden gestart om onze geschiedenis een ere te herstellen.

Helaas het boek van Henk gaat binnenkort ter perse wat het resultaat is geweest zal waarschijnlijk niet in komen te staan ....., maar wel interessant om straks te lezen wat er achter de schermen is gebeurd bij het oude IP, en waarom niets werd bereikt dat te wijten is aan hun brevet van onvermogen.

 

Terug naar de orde van de dag  …..


In 2008 werd het nieuwe IP opgericht olv vz. Herman Bussemaker. Hiervan hebben de meesten nimmer bij die Overheid gewerkt. Het geluk wilde dat binnen de IP delegatie iemand zat namelijk Ton Te Meij die alles wist over het reilen zeilen in Den Haag met zijn netwerk; Is secr. geweest van Jan Peter Balkenenden.   Ton wist zo vele zieltjes te winnen in de Tweede kamer, ook Gerdi Verbeek als vz. van de Tweede Kamer.Zo wist onze Ton alles op de agenda te zetten, ook dit mag eens wel gezegd worden.

Alleen al dit aspect verhoogde onze kansen. Zeker als je die Oude IPérs tegen licht aanhoudt, het zijn lamzakken geweest!

Het gewicht van het IP met IP delegatie die al link hadden met politiek Den Haag verhoogde de kans op slagen tot 90 %, eindelijk actie direct al bij de aanvang, desondanks dat binnen ICM netwerk diverse personen (vrienden) zijn afgehaakt in 2012, wat zeer deed met als argumentatie IP misbruikte de naam / namens de Indische Gemeenschap waren o.a. hun verwijten, en op de pasar malams hadden vele Indo's geen geloof hier meer in. Dit was nog steeds een aftreksel van het oude Indisch Platform.

Deze nieuwe frisse wind begon gelijk ten strijde richting Den Haag.

Vanaf dat moment zijn pogingen gedaan o.a. door een kleine pasar Malam op Het Plein om een dialoog aan te gaan met als inzet de opgestelde Indische NIOD rapporten dat anderhalf miljoen de belastingbetaler heeft gekost. Deze gebeurtenissen staan allemaal vastgelegd op ICM video’s, waar o.a. Halbe Zijlstra het podium nam “” met waar zij die oude 600 miljoen oude guldens gebleven”“ helaas het kabinet viel. Direct daarop werd weer ludiek een campagne gestart op Het Plein om weer in dialoog te komen, die twee dagen duren en tot de ochtend uurtjes en de Indische motie werd verworpen met verschil van twee stemmen.  Ton Te Mei nog heeft nog geprobeerd om de twee decidenten van het CDA  over te halen om achter onze motie te krijgen. 

Toen kwam Hans Vogelsang met zijn Indische Petitie die via zijn site, ICM en pasar malams handtekeningen die een jaar lang handtekeningen verzamelde en later sloten de andere groepen zich aan; Met de stille Tocht  (Peggy Stein) daar hebben ruim 400 man in meegelopen om de petitie aan te bieden; velen staan nog op de gemaakte reportages. Zelfs pasar organisator Wout Nijland was van de partij naast vele bekenden.

Wat mij zeer teleurstelt in die 15 jaren ICM, is een zaak dat alle Indo's aangaat hun sudahhhh laat maar - cultuurtje, en het zijn een dergelijk 400 man die sinds 2009 strijden en dan te denken dat wij een populatie hebben van anderhalf miljoen.

Wat dat betreft ben ik jaloers op de Molukse gemeenschap: 

De eendracht, samenhorigheid, en solairidairiteit, MAG WEL EENS GEZEGD WORDEN NA 15 jaren ICM werd geconfronteerd om dat zij mij assistentie vroegen voor het organiseren van een pasar Malam, ben zo in hun wijken geweest. 

Iedere geval van achter het bureau van de redactie ICM:

CHAPEAU voor die 400 strijders die strijden om het grote onrecht wat hun ouders allemaal is aangedaan en erin blijven geloven.

Zie reportage manifestatie 2009 
http://icmonline.ning.com/video/reportage-ip-manisfestatie-ip

UPDATE PER 2013.

Helaas het aantreden van de nieuwe voorzitter van het Indisch platform heeft ICM redactie doen besluiten om afstand te nemen van dit Indisch Platform, en spijtig genoeg heeft ICM de petitie van Hans Vogelsang geduwd met het eisenpakket : Erkenning, excuses, en compensatie. Compensatie nadrukkelijk op deze volgorde: Oorlogslachtoffers ............ en laatste prioriteit KNIL en Backpay. ICM is van mening dat deze twee niet thuishoren onder de Indische Perkara's, maar een zaak is van oudwerkgever Min. Binnenlandse Zaken en Defensie. Zoals het artikel begon met de nieuwe voorzitter is weer intern binnen delegatie van het Indisch Platform de strijd aangewakkerd, en uiteindelijk geexplodeerd . De helft van delegatie is opgestart en op Facebook wordt deze strijd verder gevoerd, niet gennant, en niet professioneel.

Te beseffen dat Het Indisch Platform geen enkele bevoegdheid heeft om namen Nederlandse Indische Gemeenschap te handelen. 

ICM + redactie hebben ruim 4 jaar afstand genomen van dit IP en de overblijfselen hiervan.

Lees verder…

'Miljardenschuld aan Indische gemeenschap weggemoffeld

Monument ter nagedachtenis aan de KNIL.

Monument ter nagedachtenis aan de KNIL. © ANP

'Miljardenschuld aan Indische gemeenschap weggemoffeld'

Nederland moffelt een miljardenschuld aan de Indische gemeenschap weg. Dat stellen nabestaanden van voormalige KNIL-militairen en ambtenaren uit Nederlands-Indië. Gesteund door de Task Force Indisch Rechtsherstel strijden ze bij de rechter tegen de staat om uitbetaling van achterstallige salarissen tijdens de oorlog.




De kwestie draait om 82.000 voormalige militairen en ambtenaren in Nederlands-Indië. Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) hebben ze geen salaris noch pensioenopbouw gekregen. Over uitbetaling daarvan wordt al decennialang gesteggeld. Het ging destijds om 1,3 miljard gulden, zo’n 16.000 gulden per persoon. Inmiddels is de totale schuldenlast omgerekend naar nu zo’n 5,7 miljard euro, ofwel: 70.500 euro per persoon, exclusief rente.

Nederland weigert aansprakelijkheid. De staat beroept zich op een arrest van de Hoge Raad in 1956, waarin staat dat alle financiële verplichtingen zijn overgedragen aan Indonesië, de rechtsopvolger van Nederlands-Indië. Dat is bij de soevereiniteitsoverdracht in 1949 vastgelegd in een vermogensbalans.

Backpay

Uit archiefonderzoek van onderzoeksjournalist Griselda Molemans blijkt dat dit nooit gebeurd is. Uitbetaling van de achterstallige salarissen, de ‘backpay’, ontbreekt op de vermogensbalans. ,,Indonesië kan helemaal niet aansprakelijk worden gesteld. In de onderhandelingen staat nergens dat die schuldverplichting is overgedragen’’, zegt Molemans. ,,En er staat letterlijk dat Indonesië alleen schulden hoeft over te nemen waar de republiek belang bij heeft. Daarmee heeft Nederland een vrijbrief gegeven om de achterstallige salarissen niet te betalen. Dat is de hoogste trede van bedrog.’’

Nederland heeft vrijbrief gegeven om achterstallige salarissen niet te betalen. Dat is hoogste trede van bedrog Griselda Molemans

Eind 2015 sloot toenmalig staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) alsnog een akkoord met het Indisch Platform over een terugbetaalregeling. Alleen voormalige militairen en ambtenaren die op 15 augustus 2015 nog in leven waren – of hun erfgenamen als ze na die datum overleden – krijgen een eenmalige uitkering van 25.000 euro, een veel lager bedrag dan waar ze recht op hebben.

Tot nu toe hebben 577 rechthebbenden de uitkering gekregen. Dat heeft de Nederlandse staat ‘slechts’ 14,4 miljoen euro gekost. Dat is een schijntje bij de eigenlijke schuldlast van 5,7 miljard euro.

Nabestaanden van KNIL’ers en ambtenaren die vóór de peildatum overleden, haalden dit jaar bakzeil bij de rechter. Daarom stapten enkelen gisteren naar de Centrale Raad van Beroep, onder wie Liszy Jonkers (59), dochter van een ex-KNIL-militair. Haar vader diende tijdens de oorlog in het KNIL. Hij werd gevangengenomen, opgesloten in een Jappenkamp en verrichtte dwangarbeid aan de Birma-spoorlijn.

Jonkers vindt de peildatum ‘oneerlijk’ en ‘discriminerend’. Haar vader overleed op 1 oktober 2004. Bovendien is het in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: in gelijke gevallen moeten mensen gelijk behandeld worden.

Jonkers: ,,Voor mij is het een principekwestie. Ik wil morele en financiële erkenning voor mijn vader. Hij is in dienst geweest van Nederland, is gemarteld en heeft geleden. Ik heb het gevoel dat hij niet meetelt. Mijn vader kan er niets aan doen dat hij in 2004 overleed. De Nederlandse staat kan er wel wat aan doen dat ze deze mensen ruim 70 jaar heeft laten wachten.’’

Morele genoegdoening

Het ministerie zegt dat het een niet-wettelijke regeling heeft, waar geen juridische verplichtingen aan vastzitten. De regeling is getroffen als ‘morele genoegdoening’ en is ‘politiek en financieel het hoogst haalbare’, aldus de advocaten.

Nederland heeft 350 jaar gebruikgemaakt van de vruchten van het land en het zweet van de bevolking

Sylvia Pessireron

Bovendien stellen ze dat de backpay-regeling niet moet worden gezien als een uitbetaling van achterstallige salarissen. Maar dat strookt niet met de brochure van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het uitvoerend orgaan, waarin expliciet staat dat de regeling daarvoor bedoeld is.

Volgens Hana van Ooijen, advocaat van Jonkers, wordt de schuldenlast door Nederland ‘weggemoffeld’. ,,Het is 
too little, too late. Het heeft lang op zich laten wachten en bereikt slechts een fractie van de groep rechthebbenden. Hoeveel betekenis heeft deze regeling?''

Nederland is het enige land ter wereld dat achterstallige salarissen over de oorlogsperiode nooit heeft uitbetaald. ,,Het is een beleid van afschuiven en doorschuiven’’, zegt voorzitter Sylvia Pessireron van de Task Force Indisch Rechtsherstel. ,,Nederland heeft 350 jaar gebruikgemaakt van de vruchten van het land en het zweet van de bevolking. Als dat land wordt bezet, schuift ze die verantwoordelijkheid voor haar onderdanen af.''

De rol van het Indisch Platform is dubieus. De organisatie is in het overleg geen officiële vertegenwoordiger van de Indische gemeenschap. Bovendien zijn veel lidorganisaties uit onvrede opgestapt. Molemans: ,,Het wordt verkocht als een daad van goede wil. Dat je het lef hebt om dit morele genoegdoening te noemen. Alsof het een genereus gebaar is. Het is gewoon een schuld van 5,7 miljard euro die betaald moet worden. Deze mensen hebben daar recht op.’’

Luitenant-generaal Hans van Griensven, ontving onlangs nog als blijk van goede wil Molukse KNIL veteranen.
Luitenant-generaal Hans van Griensven, ontving onlangs nog als blijk van goede wil Molukse KNIL veteranen. © ANP Handouts
Lees verder…

INDIËGANGERS KOTSMISSELIJK VAN INDONESISCHE SCHADECLAIMS

10897281292?profile=original10897293462?profile=originalINDIËGANGERS KOTSMISSELIJK VAN INDONESISCHE SCHADECLAIMS

Klopjacht op de staatskas

Lees verder…

Jakarta meest intolerante stadvan Indonesië

Jakarta meest intolerante stad van Indonesië

Jakarta meest intolerante stadvan Indonesië

17-11-2017 | NIEUWS

Jakarta is de meest intolerante stad in Indonesië. Dat heeft onder meer te maken met de religieuze spanningen tijdens de gouverneursverkiezingen eerder dit jaar, zegt mensenrechtenorganisatie Setara Institute. Setara Institute deed onderzoek in 94 steden in Indonesië in de periode november 2016 tot oktober 2017. Daarbij keek de mensenrechtenorganisatie onder meer hoe steden tolerantie promoten en in de praktijk brengen. Elke stad kreeg een score van 1 tot 7. Hoe hoger de score, hoe toleranter de stad. 

Jakarta kreeg een score van 2.30 en staat daarmee onderaan de lijst. In 2015 stond Jakarta nog op een 65ste plaats in de lijst. Dat Jakarta in 2017 onderaan de lijst bungelt, is onder andere het gevolg van religieuze spanningen in de Indonesische hoofdstad in de aanloop naar, tijdens en na de gouverneursverkiezingen van 2017, zegt Setara Institute. Dat de lokale autoriteiten niet adequaat reageren op schendingen van religieuze vrijheid heeft volgens de organisatie ook een rol gespeeld bij de daling van Jakarta op de lijst. 

Andere steden die slecht scoren zijn Banda Aceh in Aceh (2,90), Bogor in West-Java (3,05), Cilegon in (3,20), Depok in West Java (3,30) and Yogyakarta (3,40).

De meest tolerante steden in Indonesië zijn Manado (Noord-Sulawesi), Pematang Siantar (Noord-Sumatra), Salatiga (Midden-Java), Singkawang (West-Kalimantan) en Tual (Molukken). Deze vijf steden behaalden elk een score van 5.90.

Foto: Indonesiënu.nl

Lees verder…

)ICM Press Release for Mr. Joko Widodo – President of the Republic Indonesia

10897336270?profile=original

10897335872?profile=original

Het is gelukt om even een momentje met Jokowi van gedachten te wisselen!

"Aku djuga. orang Betawi ",  "Apa ini disini  ! " en waren 10  minuten verder, overhandigde ICM Presss Release, en ICT Informatieplan Jakarta Baru Masterplan.

Op  de zijlijn gaf Hans de Boer een knipoog !

Met dank Hans de Boer, Lilianne Ploumen, en KBRI allen dragen ICM een warm hart toe!

Onderstaand ICM Press Release zoals beloofd, de eerste mijlpaal is geslagen voor het vervolg!

KOPIE ICM PRESS RELEASE

Met dank aan Ellen !

10897314458?profile=original

 

April 22, 2016

ICM Press Release for Mr. Joko Widodo – President of the Republic Indonesia

On behalf of all 400.000 ICM-Online readers and the 9.000 signers of the Petition ‘Payment Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’, I welcome you kindest at the Kurhaus in Scheveningen.

ICM-Online is the Dutch-Indonesian Internet paper, with the mission to provide the Dutch people and the Dutch Government, amongst others the daily developments of the Republic of Indonesia. Tilln now we have succeeded very well, in co-operation with our correspondents in Jakarta.

Saya orang Betawi !

As ICM-editor, I am very honoured with your visit. In fact, you are the fourth President, whom I happen to meet, although in a different entourage. The former three Presidents, I have personally met in a private-social atmosphere; the late Bung Karno was a business friend of my father, his daughter Mrs. Megawati Putri Dewi, I have known during my childhood in the age of 11 years, while I met her regularly in the Istana in Jakarta. In the summer of 1966, the late President Suharto and his retinues, came to visit my elderly house in Voorburg. My late father was advisor of the parliament at the time of Bung Karno. Unfortunately he died far to young at the age of 39. However, at heart he has always been an Indonesian.

Many of us (especially the Dutch-Indonesian Group/the Indisch people) still have their roots and ties in your beautiful country and we very much regret the cold attitude from the Dutch Government towards the Republic of Indonesia, regarding mutual relationship. On behalf of the 400.000 ICM-Online readers, please accept our sincere apologies. We feel ashame and like to express to you and the entire Indonesian people, to please look forward and give the Dutch Government a new opportunity.

Your intentions and ambitions for co-operation on economic and political affairs, with priority to intensification of the relationship between The Netherlands and the Republic of Indonesia, is and will always be our main and fervid wish. Besides that, this point also lays in the extension, as stipulated in the agreement of the ‘Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’. For more than 50 years, the Dutch Government has failed to fulfil this part of the agreement, whilst the financial part in total has not been fulfilled at all.

They have never paid-off the Dutch-Indonesian Group for the amount of Dfl. 689 million. Your Government, has fulfilled this Treaty completely by payment of the whole amount, towards the Dutch Ministry of Foreign Affairs. As you might know, this amount was meant as a pay-off for compensation of the Dutch-Indonesian Group, for the loss of goods and chattels by leaving Indonesia (aka repatriation).

Now our readers and signers of aforementioned Petition, requested ICM to inform you of this long-lingering matter. We do know, that this case is an internal affair between the Dutch Government and the Ministry of Foreign Affairs, presided by Minister Bert Koenders. Nevertheless, we will have to look back on this item, in order to come in a humanitarian way, to a satisfactory solution for our Group of people.

Much effort has been made for many years, to organise Indonesia-Netherlands Business Forums, just like it is held today in 2016. This Forum is an excellent economical intitiative in order to present the Dutch Companies the possibilities which Indonesia offers to extend their business and to innovate further developments for Indonesia.

This now, leads us to the excellent development of the Jakarta Baru Masterplan in your former function being the Governor of Jakarta and which has been playful propagated worldwide. On request of former President Susilo Bambang Yudhoyono in 2008, the solution of the Jakarta Watermanagement Problem was developed by an independent Engineering Company in co-operation with private multinational investors. The latest report with integral solution for Jakarta, was officialy presented to former vice-governor Basuki Tjahaja Purnama, in February 2013. The settlement of the financial part is still being in negotiation with the private multinational investors. It must be noticed, that the investors wish, that this project will be carry out under direct management and that the Government is free to participate in this project.

For this huge megaproject, with estimated costs of 640 billion and that will offer approximately 640.000 jobs till the year 2028, an ICT Informationplan has been developed. For such a big megaproject, a thorough Informationplan is indispensable for support of efficient management, to conduct, control and to lead the organisation still to be established.

As I am an ICM-editor, emeritus ICT Management Consultant, I offer you this Information- plan symbolic and I would like to express our hope and wish, that the Dutch Government will follow this gesture, to invest largely and that other companies will follow as such, at the same time.

The ultimate wish is to embody your well-meant intentions and ambitions in a new agreement between The Netherlands and Indonesia, in the extension of the ‘Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’ in which co-operation is one of the main stipulation of this agreement.

 

Ing. MBA Ferry Schwab ICM-Editor / ICM Online

10897314458?profile=original

 

22 april 2016

ICM Press Release voor Mr. Joko Widodo – President van de RI

Namens alle 400.000 ICM-Online lezers en 9000 ondertekenaars van de Petitie ‘Uitbetalen Traktaat van Wassenaar 1966’, heet ik U van harte een warm welkom toe in het Kurhaus te Scheveningen. ICM-Online is de Indische Internetkrant die als missie heeft om o.a. de ontwikkelingen van de Republiek Indonesië dagelijks onder de aandacht te brengen, bij het Nederlands publiek en de Nederlandse regering. Dit lukt ons tot op de dag van vandaag uitstekend, mede door samenwerking met onze correspondenten in Jakarta.

Saya orang betawi!

Als ICM-Editor ben ik zeer vereerd met uw bezoek. U bent de vierde president, met wie ik een persoonlijke ontmoeting mag hebben, zij het vandaag in een geheel andere entourage. De drie voorgaande presidenten heb ik persoonlijk namelijk  in de privésfeer gekend; wijlen Bung Karno, als zakenvriend van mijn vader, zijn dochter Megawati Putri Dewi die ik als kinderen van 11 jaar regelmatig in de Istana in Jakarta trof. In de zomer van 1966 bracht wijlen President Soeharto en zijn gevolg een bezoek aan mijn ouderlijk huis te Voorburg. Wijlen mijn vader was destijds onder Bung Karno als adviseur verbonden aan het parlement en overleed helaas veel te vroeg in de leeftijd van 39 jaar. In zijn hart echter is hij altijd Indonesiër gebleven.

Voor velen van ons (met name de Nederlands-Indische bevolkingsgroep, ook wel de ‘Indischen’) liggen  onze wortels -de banden- nog steeds in uw prachtige land en wij betreuren ten zeerste de kille houding en opstelling inzake de wederzijdse betrekkingen, die de Nederlandse regering tegenover de Republiek Indonesië uitdraagt.

Ik bied u als ICM-Editor en tevens namens die 400.000 lezers dan ook onze welgemeende excuses aan. Wij schamen ons hiervoor en spreken met u en het hele Indonesische volk de wens uit, om a.u.b. vooruit te kijken en de Nederlandse regering een nieuwe kans te geven.

 

Uw intenties en ambities voor samenwerking op economisch en politiek gebied met als prioriteit intensivering van de banden tussen Nederland en Indonesië, is en blijft onze voornaamste en vurige wens. Bovendien ligt dit uitgangspunt in het verlengde, dat wordt belichaamd door het ‘Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966’.

Nederland heeft zich op dit onderdeel van het verdrag ruim 50 jaar niet aan de afspraak gehouden, terwijl het financiële gedeelte in zijn geheel niet werd nagekomen. Nederland heeft namelijk Hfl. 689 miljoen nimmer uitbetaald aan de Indische Gemeenschap. Uw regering heeft zich met de betaling aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, tot op de laatste cent aan uw verplichtingen voldaan. Dit bedrag werd betaald ter compensatie voor het verlies van al onze bezittingen tijdens het vertrek, de z.g. repatriëring, uit de Republiek Indonesië.

Onze lezers en ondertekenaars van eerdergenoemde Petitie vinden, dat ICM u hiervan op de hoogte dient te stellen. Wij beseffen tegelijkertijd, dat dit een interne kwestie betreft tussen de Indische Gemeenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken onder leiding van Minister Bert Koenders. Desalniettemin zullen wij op dit punt moeten terugblikken, om deze langslepende kwestie op humanitaire wijze voor de Indische Gemeenschap tot een bevredigende oplossing te kunnen brengen.

Er wordt al jaren veel inspanning gestoken in het organiseren van Indonesia –  Netherlands Business Forums, zoals ook nu weer het geval is voor 2016. Dit forum is economisch een heel goed initiatief om Nederlandse bedrijven in contact te laten brengen met de mogelijkheden die Indonesië biedt voor de groei van deze bedrijven en de verdere innovatieve ontwikkelingen van de Republiek.

Dit brengt ons bij het Jakarta Baru Masterplan dat u destijds in 2012/2013 als Gouverneur van Jakarta uitmuntend heeft ontwikkeld en ook ludiek wereldwijd heeft uitgedragen. 
Op verzoek van de toenmalig president Susilo Bambang Yudhoyono (SBY) in 2008 was de oplossing van het Jakarta Watermanagement Probleem ontwikkeld door een onafhankelijk ingenieursbureau in samenwerking met private multinationals investors. Het laatste rapport met de integrale oplossing voor Jakarta, was officieel afgegeven in februari 2013 aan toenmalig vice-gouverneur Basuki Tjahaja Purnama (Ahok). De oplossing van het financiële deel is nog in onderhandeling met de private multinationals investors. Het dient te worden opgemerkt, dat de investeerders wensen, dat het project in eigen beheer wordt uitgevoerd en de overheid is vrij om in het project te participeren.

Voor dit immense megaproject dat tot het jaar 2028 zo’n 640.000 arbeidsplaatsen biedt, met kosten geraamd op 640 miljard,  is een ‘ICT Informatieplan JBM” ontwikkeld. Voor een dergelijk megaproject is een gedegen informatieplan onontbeerlijk, ter ondersteuning van een doelmatige bedrijfsvoering voor de nog op te zetten organisatie, om deze mega- projecten te beheren, te controleren en aan te sturen.

Als ICM Editor – emeritus ICT Management Consultant, stel ik symbolisch dit informatieplan beschikbaar en spreek ik de hoop uit, dat de Nederlandse overheid dit voorbeeld zal volgen door ruim te investeren en dat tevens andere Nederlandse bedrijven het voorbeeld zullen volgen.

 

De ultieme wens is om uw welgemeende intenties en ambities te belichamen in een nieuw te sluiten verdrag tussen Nederland en Indonesië, in het verlengde van het ‘Verdrag van Wassenaar 1966’ waarin het samenwerkingsverband tot één van de belangrijkste  overeenkomsten behoort.

 

 

Ing. Ferry Schwab ICM-Editor / ICM Online

10897234678?profile=original

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

De pen is krachtiger dan het zwaard!

10897368486?profile=original

#Steun is #Delen #Maluku4Maluku #KNIL #Ambonezen De pen is krachtiger dan het zwaard!

Iedereen bijgekomen van de doorbraak, die wij als Maluku4Maluku hebben veroorzaakt in en bij alle bevolkingsgroepen in Nederland? Want na eindelijk na 66 jaar beheerst onze bevolkingsgroep de pers, en op een manier waar geen enkele geweld aan te pas is gekomen. De pen is krachtiger dan het zwaard! Want in veel verhalen die nu over onze “eerste generatie” zijn geschreven druipt het menselijke leed, en jarenlange pijn, en heimwee er van af. [ 2,570 more words ]
http://reawaruw7.com/…/…/07/hoopaandacht-door-maluku4maluku/

De pen is krachtiger dan het zwaard! Iedereen bijgekomen van de doorbraak, die wij als Maluku4Maluku hebben veroorzaakt in en bij alle bevolkingsgroepen in Nederland? Want na eindelijk na 66 jaar b…
REAWARUW7.COM

Lees verder…

Stichting Japanse Ereschulden - Nieuws en mededelingen

10897365064?profile=originalStichting Japanse Ereschulden

Foundation of Japanese Honorary Debts

     NGO, Status Roster

                                                                                                                                                                       

 

Nieuws en mededelingen

 

Dhr. F. Schwab sr. hoofd-redacteur en editor/columnist van de internetkrant ICM-Online, door de rechter veroordeeld wegens smaad naar het bestuur van JES.

 

Mededeling van het bestuur van de Stichting Japanse Ereschulden.

 

De Stichting Japanse Ereschulden( JES) heeft de heer F.A. Schwab sr. in kort geding gedagvaardigd naar aanleiding van het door de heer Schwab geschreven en door hem op ICM-Online geplaatste voor JES schadelijke Artikel “De vervlogen valse droom van de Japanse Oorlogsslachtoffers”. Hierna te noemen Artikel.

 

Het Artikel werd op 6 juni geplaatst en de zitting van het kort geding vond op 12 juli in Arnhem plaats.

 

Op 19 juli 2017 concludeerde de voorzieningenrechter en stelde vast dat Schwab  jegens JES onrechtmatig heeft gehandeld en vonniste:

 

  1. Gebiedt Schwab binnen 2 dagen na betekening van het vonnis dat hij het Artikel op de website van icm-online verwijdert en verwijderd houdt,
  2. Verbiedt Schwab zich op enigerlei wijze over JES en haar bestuur uit te laten op vergelijkbare wijze als in het Artikel is gebeurd
  3. Beveelt Schwab binnen 2 werkdagen na betekening van dit vonnis een artikel te plaatsen op de website icm-online waarin hij afstand neemt van het Artikel “de vervlogen vals droom van de Japanse Oorlogsslachtoffers”
  4. Veroordeelt Schwab om aan JES een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan alle uitgesproken hoofdveroordelingen voldoet tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt.
  5. Veroordeelt Schwab in de proceskosten aan de zijde van JES.

 

Het vonnis werd betekend op 23 juli. ICM-Online plaatste op 20 juli een mededeling dat de voorzieningenrechter in zijn vonnis heeft geoordeeld dat het Artikel verwijderd moet worden en ICM afstand moet nemen van dit Artikel. De heer Schwab is persoonlijk ook veroordeeld om binnen 2 dagen na de betekening van het vonnis een artikel te plaatsen waarin hij afstand neemt van het Artikel.

                                                                                                                                                                       

 

 

 

Waarom heeft JES in kort geding de heer Schwab aangesproken?

Ondanks herhaalde sommaties om tot verwijdering en afstand neming van het Artikel op de website van icm-online over te gaan stond het Artikel 12 juli nog steeds op de website.

De inhoud van het Artikel is onjuist en beledigend, lasterlijk en smadelijk. Het is subjectief en het heeft journalistiek geen enkele waarde daar het tot stand is gekomen zonder hoor en wederhoor. De heer Schwab heeft zonder feiten kennis ongefundeerd en leugenachtig gesteld dat er van alles mis zou zijn binnen het JES bestuur. De heer Schwab heeft JES, haar bestuur en zeker haar voorzitter doelbewust schade berokkend. Ook de oproep om de donaties aan JES te staken en daarvoor in de plaatst zijn Actie Traktaat van Wassenaar middels een donatie te steunen is tendentieus.

 

Indien de heer Schwab alvorens het Artikel te plaatsen contact had gezocht met het bestuur van JES dan was hij tot de conclusie gekomen dat de statutaire doelstelling van JES voor alle donateurs van toen, bij de oprichting van JES in 1990 en nu ongewijzigd is en blijft. De statutaire doelstellingen zijn verkort “opkomen voor de belangen van de Nederlanders uit Nederlands-Indië die tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië immateriële en materiele schade hebben ondervonden door toedoen van de Japanse militaire macht”. Deze doelstellingen kunnen statutair niet gewijzigd worden! De JES donateurs betalen een vrijwillige donatie en geven geen gedwongen “contributie”, zoals de heer Schwab beweert. Tevens dat het bestuur jaarlijks in de donateurs vergadering de stand van zaken bespreekt, financiële verantwoording aflegt op basis van een door een externe accountant opgestelde jaarrekening en aan het einde van de vergadering de vraag stelt doorgaan of ophouden. De aanwezige donateurs stemden ook in de laatste vergadering op 23 mei jl. met een overweldigende meerderheid om DOOR TE GAAN.

 

Daarnaast had de heer F. Schwab sr. kunnen vaststellen dat het faillissement van BV’s waarin de voorzitter deelnam geen enkel verband hebben met zijn activiteiten als voorzitter van JES. Overigens de curator van de BV’s stelt de voorzitter de heer Jan van Wagtendonk niet aansprakelijk noch op grond van bestuurlijke aansprakelijkheid noch op grond van paulianeus handelen.

 

De heer Schwab heeft niet de veronderstellingen zorgvuldig onderzocht en zich zoals de voorzieningenrechter stelde zich gebaseerd op “roddels” en niet op feiten dan wel die tendentieus gepresenteerd. Hierbij neemt de heer F. Schwab sr.  persoonlijk afstand van het Artikel “De vervlogen valse droom van de Japanse Oorlogsslachtoffers”.

 

Den Haag, 7 november 2017.

Lees verder…

ARCHIEF - Nabestaanden KNIL woedend

10897325457?profile=original

Nabestaanden KNIL  woedend           Wij willen u hier graag ook reacties laten lezen van mensen die niet zo heel gelukkig zijn met het overeengekomen akkoord tussen Staatssecretaris Van Rijn en Het Indisch Platform. Zoals te verwachten was, zijn niet alle Indische mensen blij met dit akkoord en zijn van mening dat het Indisch Platform de poot stijf had moeten houden. Natuurlijk heel begrijpelijk, maar in ons openingsartikel is al vermeld dat dit “er niet inzat”. Toch wilden wij u deze tegengeluiden niet onthouden. Wie weet is het gevolg hiervan dat de Tweede Kamer zich nog eens achter de oren krabt    en ruimhartiger aan de vervolg-procedure invulling zal geven. Wij plaatsen hier een uitstekend verwoordend artikel uit Dagblad Trouw van 5 november 2015. De “quotes” hebben wij uit de tekst gelicht ter illustratie. Het artikel wordt gevolgd door een commentaar van de hoofdredactie en de senior redacteuren van    het Dagblad Trouw, eveneens geplaatst op 15 november 2015.

 

Nabestaanden zijn woedend over de vergoeding van achterstallige salarissen van het Nederlands-Indisch leger. Want als vader niet meer leeft, lopen zij die vergoeding mis.

Het is geen gift, het is salaris

Staatssecretaris Martin Van Rijn (VWS) had de reacties op zijn besluit om de salarissen van ambtenaren en militairen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië alsnog uit te betalen, waarschijnlijk anders ingeschat. De verbittering en frustraties over het gat van zeventig jaar tussen het eind van de oorlog en dit besluit dringen om de voorrang bij recht-hebbenden, maar vooral bij de nabestaanden.

Van Rijn en de belangen-behartigers van het Indisch Platform werden het dinsdag eens over een financiële regeling voor naar schatting 1100 mensen die nog in leven zijn. Zij krijgen per persoon 25.000 euro uitgekeerd, hopelijk nog voor de Kerst. Nabestaanden zoals weduwen en kinderen vissen achter het net.

Ik kan het niet uitleggen

Tot drie keer toe zegt Elisabeth Mollema het: "Het is geen gift, het is salaris." Ze is woedend over het besluit van Van Rijn. "Het is hun welverdiende geld, geld waar ze recht op hebben. Mijn vader heeft er duizend dagen voor in een Jappenkamp gezeten. Nu hij dood is, hebben zijn nabestaanden daar recht op."

Freddy Mollema was vliegenier bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) toen Japan in 1942 de archipel overrompelde. "Ze namen hem krijgsgevangen, hij belandde in een kamp in Japan. Hij heeft de atoombom op Nagasaki zien vallen. Een dag later lieten ze hem doodleuk door de stad lopen. Na de oorlog werd hij ziek. Een paar jaar na mijn geboorte overleed hij aan een darmperforatie. Geen mens wist hoe dat kwam."

Haar moeder kreeg aanvankelijk ook geen pensioen. "Hadden we gewoon geen geld. Mijn moeder was toevallig een tough cookie, dus het is allemaal goed gekomen. Ze is acht jaar geleden overleden." Mollema, schrijfster van kinderboeken en thrillers is blij dat haar moeder dit niet hoeft mee te maken.

De moeder van Patrick Rugebregt (1966) leeft nog wel, zij is in de tachtig, en hij hoopt dat het nieuws over de 'backpay' aan haar voorbijgaat. "Ik heb haar nog niet gebeld, en dat doe ik ook niet. Ik zou haar niet kunnen uitleggen: papa zou 25.000 euro hebben gekregen, maar jij krijgt niets. Het is allemaal te pijnlijk."

Wat Rugebregt dwarszit, is de timing van het besluit. Afgezien van een klein bedrag vlak na      de oorlog hebben de 40.000 overheidsdienaren nooit iets van hun gederfde inkomsten terug-gezien. Opeenvolgende regeringen schoven de kwestie door, en toen Nederlandse rechters vonden    dat de Indonesische overheid aansprakelijk was, leek de zaak afgedaan. "Mijn vader zei wel eens: Patrick, ze gaan pas betalen als ik in de grond lig. Dat heeft hij goed voorspeld. Hij is in 2011 overleden."

Het steekt Rugebregt dat hij de staatssecretaris hoorde zeggen dat 'gezien de hoge leeftijd van de betrokkenen' er haast moet worden gemaakt.

Na zeventig jaar tijdrekken, spreken ze nu van haast maken. Ik vind dat erg pijnlijk

Zijn ouders verlieten Indonesië met de zogeheten spijtoptanten-regeling in 1965. Toen Nederland al geruime tijd de soevereiniteit aan Indonesië had overgedragen, kozen zij voor vertrek. "Bij aankomst hadden ze niets. Voor het tweedehands meubilair moesten ze bij de overheid een lening afsluiten die zij tot de laatste cent hebben afgelost."

Rugebregt hoorde van zijn vader Willem verhalen die overliepen van frustratie en woede. Willem zat in 1940 als 17-jarige bij de jongste lichting dienstplichtigen. "Hij was krijgsgevangen genomen en verbleef tot na de capitulatie in een kamp in Japan. Mijn vader vond dat hij recht had op zijn soldij.       Soms  gloorde  er  hoop  en

kreeg hij via zijn Indische netwerk positieve berichten, maar het werd nooit wat. Hij heeft niet de genoegdoening mogen smaken."  

De redactie dankt Meindert van der Kaaij voor dit heldere artikel.

 

Commentaar van de hoofdredactie en senior redacteuren van Dagblad TROUW

De mening van de krant, zoals verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren

Een dagje later je salaris krijgen is ongemakkelijk, een maandje later is voor veel mensen al knap lastig. Dus wat betekent het als je zeventig jaar op je salaris moet wachten? Dat is niet anders dan een drama, vooral als daar dan ook nog het Indisch oorlogsleed bij komt kijken. Het kan al snel uitgelegd worden als minachting van de Nederlandse overheid jegens de meer dan 40.000 ambtenaren en militairen die in  de periode 1940-1945 in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement, maar voor die periode nimmer een stuiver ontvingen.

De Tweede Kamer kan nu  laten zien dat ze wél oog heeft     voor Indisch leed

Feitelijk is daar geen sprake van omdat de rechter keer op keer aanspraken van deze oud-ambtenaren en militairen terzijde schoof. In 1949 immers, is het Nederlands Indisch gouvernement overgedragen aan de Republiek Indonesië. Claims horen dus in Jakarta thuis en niet in Den Haag. Dat was ook tientallen jaren het antwoord van de Nederlandse overheid.

De kritiek geldt ook de leden van de Tweede Kamer

Maar wie het juridische gelijk aan zijn zijde heeft, heeft niet automatisch ook het morele gelijk aan zijn kant. De Indische gemeenschap in ons land heeft een bijzondere plaats in onze samenleving, onder andere door haar inzet in voormalig Indië en alle oorlogsleed.

De kwestie van de achterstallige salarissen ligt in die gemeenschap dan ook uiterst gevoelig en werd, logischerwijs, gezien als blijk van gebrek aan waardering van Nederlandse zijde.

Hiervoor heeft Den Haag met zijn strikt juridische opstelling liefst zeventig jaar lang te weinig oog gehad. Het is goed dat er nu eindelijk een akkoord is over de uitbetaling van de achterstallige salarissen, maar het schrijnt dat nu nog maar 1100 mensen daarvoor in aanmerking kunnen komen. Eigenlijk hadden dat er 40.000 moeten zijn.

Logisch dus dat het Indisch Platform, dat lof verdient voor de wijze waarop het deze 'backpay'-zaak levend hield, nu door zijn eigen achterban flink wordt bekritiseerd. Waarom krijgen     de nabestaanden van al die ambtenaren en oud-militairen uit Indië niks?

Maar in feite hoort die kritiek op het bord te liggen van de politici in Den Haag. En van al die bewindslieden die de afgelopen jaren te weinig deden aan dit dossier, waardoor, zoals Staats-secretaris Van Rijn schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer, “de omgang met het Indische oorlogsleed inmiddels een moeilijk en pijnlijk verhaal is geworden”.

In feite hoort die kritiek op het bord te liggen van de politici

ICM redactie,

Prachtig dat redactie Trouw al die Quotes op een rij zet, maar als Trouw beter research heeft gedaan, dan kwamen zij er achter dat het Indisch Platform totaal geen bevoegdheid had om namens de Indische Gemeenschap te handelen. Het IP heeft geen enkele bevoegdheid hiertoe laat staan het mandaat. Dit impliceert dat deze deal met Min. VWS ongeldig is, en dus nooit heeft bestaan !

10897234678?profile=original

Schrijf U vandaag nog in 

Ook kunt het inschrijfformulier aanvragen info@icm-online.nl  of U inschrijven via de site www.icm-online.nl

U bent € 50 verschuldigd als deelnemer ACTW66, en U heeft 1 jaar gratis een ICM Abonnement en toegang tot ons Video-kanaal, het  enige Indisch Kanaal ! Tevens ontvangt U het boek " Rapport Traktaat van Wassenaar" nadat het boek is uitgereikt aan het nieuwe Kabinet en fractie voorzitters van PP in de Tweede Kamer. 
Ruim 15.000 hebben reeds hun handtekening gezet, en wij moeten verder om de verdere uitvoeringskosten van ACTW66 te bekostigen.

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

11 & 12 november : ICM met haar Team op aanstaande Pasar Malam Rijswijk

10897366273?profile=original

10897366295?profile=original

10897366672?profile=original

Zaterdag

12:00 - 12:15 uur    Opening Pasar Malam Rijswijk       Grote Podium
12:30 - 13:00 uur    Dansgroep Hawaiian Treasure        Grote Podium
13:30 -14:00 uur     Ester Latama                                Grote Podium
14:00 - 14:30 uur    Bunga Melati                                 Kleine podium
14:30 - 15:15 uur    Challenge XL                                 Grote Podium 
16:00 -16:30 uur     Ester Latama                                Grote Podium
16:30 - 17:00 uur    Bunga Melati                                 Kleine podium
17:00 - 17:30 uur    Dansgroep Hawaiian Treasure         Grote Podium
18:00 - 18:45 uur    Challenge XL                                 Grote Podium
19:00 - 19:30 uur    Bunga Melati                                 Kleine podium
19:30 -20:00 uur     Ester Latama                                Grote Podium
19:30 - 20:15 uur    Justine Pelmelay                           Grote Podium
20:45 - 21:30 uur    Challenge XL                                 Grote Podium
22:00 - 22:15 uur   Afsluiting Pasar Malam Rijswijk        Grote Podium
Zondag
12:00 - 12:15 uur   Opening Pasar Malam Rijswijk          Grote Podium
12:00 - 12:30 uur    Nuansa Seni                                   Grote Podium
13:00 - 13:30 uur    Diana Monoarfa                               Grote Podium
14:00 - 14:30 uur    Nuansa Seni                                   Grote Podium
14:30 - 15:00 uur    Novi & Vivi                                       Kleine podium
15:00 - 15:45 uur    Java Guitars                                    Grote Podium
16:00 - 16:30 uur    Diana Monoarfa                               Grote Podium
16:30 tot 17:00 uur  Novi & Vivi                                      Kleine podium
17:00 - 17:30 uur    Nuansa Seni                                   Grote Podium
18:00 - 18:30 uur    Diana Monoarfa                               Grote Podium
18:30 tot 19:00 uur  Novi & Vivi                                      Kleine podium
19:00 - 19:45 uur     Java Guitars                                   Grote Podium
20:00 - 20:15 uur     Afsluiting Pasar Malam Rijswijk       Grote Podium
ICM MET HAAR TEAM HEET U VAN HARTE WELKOM BIJ ONZE STANDS.

10897367470?profile=original

 Uiteraard komen wij met de laatste nieuwtjes voor diegenen die de ontwikkelingen op onze Indische Internetkrant niet hebben gevolgd. Er is veel gebeurd o.a. over de oprichting van een nieuw Indisch platform 1.0. De vele vragen hoe verder nu met de Indische zaken?  Bestaat het Indisch Platform nog, nu 1.0 net in de lucht is en zich werpt op de Indische kwestie. Dan succesje dat Leo Reawaruw in zijn eentje voor elkaar heeft gekregen dat Molukse KNIL militairen erkenning hebben gekregen. 

Net uitgebrachte boeken van Rudy Groenewald en Ron Brus.

Uiteraard het boek "Rapport Traktaat van Wassenaar'  druk III kunt U inzien en bij onze stand bestellen, met de aankoop wordt U als deelnemer aangemerkt voor claim ACTW66.  Inmiddels heeft dit boek een aantal mutaties moeten ondergaan met betrekking tot de nieuwe feiten in zake het Verdrag Traktaat van Wassenaar dat tussen de republiek Indonesie en Nederland door beide regeringen is geratificeerd. 

Dit boek wordt binnen kort aan het Kabinet en de voorzitters van de politieke partijen aangeboden. 

10897337860?profile=original

 

10897234678?profile=originalU kan ook inschrijven bij onze stands. 

U bent € 50 verschuldigd als deelnemer ACTW66 claimstichting, en U heeft 1 jaar gratis een ICM Abonnement en toegang tot ons Video-kanaal, het  enige Indisch Kanaal !
Tevens ontvangt het boek nadat deze aan het Kabinet & Kamer is aangeboden  
Lees verder…

Een prachtig boek "Nooit meer thuis" Door Ron Brus !

Een prachtig boek "Nooit meer thuis"  Door Ron Brus !


Op de pasar malam Leek werd het Tjonto - model (inkijk boek) bij ICM stand het meest bekeken. Zelf onze deskundige Koos van o.a. de boeken stand op de pasar was zwaar onder de indruk, en wilde gelijk kopen. Dat zegt eigenlijk al alles, als kenner van de Indische boeken.

Prachtige boek, naast de juiste duur aankleding van het A4 - formaat van het boek waar de foto's en afbeelding van top kwaliteit als eerst opvalt. Al bladerend de sfeer van tempo dulu uitademt, voor een ieder zeer herkenbaar voor die tijd, zelf de overheidsdocumenten van die tijd, en uiteraard die Indische rekeningen. 

Het boek is wederom de bekijken onze ICM stands op de pasar malam Rijswijk de 11 en 12 november aanstaande.

Om te bestellen bestel@icm-online.nl ,

Voor meer info@icn-online.nl

10897379082?profile=original

Lees verder…

DE PUNT- VRAAGTEKENS BIJ NAUWKEURIGHEID HERINNERINGEN

10897378867?profile=original

DE PUNT

VRAAGTEKENS BIJ NAUWKEURIGHEID HERINNERINGEN

Getuige weet niet beter

De Haagse rechtbank bepaalt vandaag hoe het verder moet met de zaak van de treinkaping bij De Punt. Belangrijk onderdeel van het bewijs zijn verklaringen van elf mariniers. Het is volgens deskundigen uit binnen- en buitenland alleen de vraag hoe nauwkeurig die herinneringen aan een gebeurtenis van veertig jaar geleden zijn.

Het verhoor van de marinier met codenaam 5d zorgde eind september voor gesis en gemopper in de rechtbank. De oud-militair zei geen idee meer te hebben in welke aanvalsgroep hij zat en welke wapens hij droeg. „Dat kan toch niet”, bitste een van de aanwezigen op de publieke tribune. „Dat herinner je je toch?”

De Britse professor Mark Howe schudt zijn hoofd. Volgens de wetenschapper, die geldt als internationale autoriteit op het gebied van het geheugen, is het een misverstand dat je juist zo’n belangrijke gebeurtenis tot in de kleinste details onthoudt. „Het kan, maar het tegenovergestelde gebeurt ook”, legt de hoogleraar psychologie aan City University London uit.

„Zeker bij een extreem stressvolle gebeurtenis kan het brein moeite hebben met coderen van informatie waardoor je geheugen alleen heel specifieke details opslaat en andere niet. In het algemeen geldt dat mensen die dezelfde situatie meemaken andere herinneringen vormen. Personen hebben andere achtergronden en verwachtingspatronen. Dat kleurt herinneringen.”

Dat elf mensen die op meters van elkaar in de vroege morgen van 11 juni 1977 een trein binnendrongen om 51 gijzelaars te bevrijden daar andere herinneringen aan hebben, verbaast ook Nederlandse deskundigen niet. „In ons geheugen worden gebeurtenissen niet als plaatje opgeslagen waar je de rest van je leven op dezelfde manier aan terugdenkt ”, zegt Roy Kessels. Hij is hoogleraar neuropsychologie aan de Radboud Universiteit. „Al vanaf het moment dat een herinnering wordt opgeslagen kunnen vertekeningen ontstaan.”

Bovendien geldt volgens zijn collega Albert Postma het algemene principe dat het plaatje van een gebeurtenis minder scherp wordt naarmate tijd verstrijkt. „Het geheugen is een reconstructiemechanisme. Het vormt een beeld door stukjes bij elkaar te leggen. Er gaan elementen verloren en er komt weer informatie bij. Ook over dingen die misschien niet zijn gebeurd en afkomstig uit andere bronnen waar je toegang toe had. Zonder dat je ervan bewust bent, heeft dat invloed”, legt de hoogleraar psychologische functieleer aan de Universiteit Utrecht uit.

Hoe snel herinneringen door deze mechanismen kunnen veranderen bleek uit de studie van de Amerikaanse wetenschappers Talarico en Rubin uit 2003. Ze bevroegen proefpersonen over de aanslagen op de Twin Towers. Voor de eerste keer een dag na de terreurdaad. Daarna 41 dagen later en tot slot bijna driekwart jaar na dato. De conclusie was dat zelfs de herinnering aan zo’n indrukwekkende mijlpaal aan erosie onderhevig is. Zo meldden de ondervraagden met grote stelligheid dat ze bij hun vriend Fred waren toen ze 9/11 voor hun ogen zagen plaatshebben. Terwijl ze eigenlijk bij vriendin Mary verbleven.

De vraag die zich in het geval van De Punt opdringt, is hoe betrouwbaar getuigenissen zijn over een gebeurtenis die veertig jaar achter ons ligt. Voor de opstellers van het officiële onderzoek naar de beëindiging van de gijzeling lag het antwoord vast. Onvoldoende om over te gaan tot het horen van de mariniers. Hoogleraar Postma wil zich niet aan een oordeel wagen. Collega’s Mark Howe en Roy Kessels wel.

„Als hersenonderzoeker en neuropsycholoog zou ik zeer kritisch zijn wanneer herinneringen als enige bewijs werden gebruikt”, aldus Kessels. „Als zelfstandig forensisch bewijs zijn herinneringen ongeschikt”, oordeelt zijn Britse collega. „Delen van herinneringen kunnen best betrouwbaar zijn, maar het probleem is dat we niet kunnen vaststellen welke informatie klopt en welke niet. Zulke verklaringen zijn voor forensische doeleinden alleen bruikbaar in combinatie met aanvullend bewijs.”

Lees verder…

 Pasar Malam Leek  ZA 28 & ZO 29 Oktober aanstaande'- ICM aanwezig met haar team.10897377073?profile=original

 
Tjampoer
 
Nieuwsbrief
  
 
KORTINGSACTIE
Zie voor de vele evenementen : Tjampoer.nl 

  
Zaterdag 28 Oktober
Open:   12.00 – 22.00 uur
10897377657?profile=original
12.15 – 12.45 uur CD muziek
13.00 - 13.30 uur Wahana Budaya 
14.00 - 14.30 uur Hans Milane
15.00  - 15.45 uur Jammpurr
16.15  - 16.45 uur Jimi Bellmartin
17. 15 - 17.45 uur Wahana Budaya 
18.15 -  19.00 uur Jammpurr
19.30 - 20.00 uur Hans Milane
20.30 - 21.00 uur Jimi Bellmartin
21.15 - 22.00 uur Jammpurr22.00 uur
 
Einde eerste dag


Zondag 29 oktober

Open: 12.00 – 19.00 uur
 
12.00 - 12.30  uur Xanur
 12.50 - 13.20  uur Warna Semesta 
13.40 - 14.10  uur Hawaiian Treasure 
14.30 - 15.00 uur SRIKANDI van Groningen
15.20 - 15.50 uur Xanur
16.10 – 16.40 uur Warna Semesta
17.00 - 17.30 uur Hawaiian Treasure
17.50 – 18.30 uur Xanur
 
19.00 uu Einde 2e dag
g

10897377487?profile=original

10897378074?profile=original

Pasar Malam Leek pakt groots uit!
Nu met € 2,- korting p.p. naar de Pasar Malam Leek!
 

10897377895?profile=originalNatuurlijk staat de Pasar Malam Leek weer als een huis.
Maar dit jaar maakt de organisatie een bezoek aan de Pasar wel heel aantrekkelijk.
Er is een speciale kortingsbon gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden en ook in de Huis aan Huis bladen in Noord Nederland. Er worden zo wel 500.000 lezers bereikt.
 
Een kortingsbon is nu ook beschikbaar voor u als lezer van deze Nieuwsbrief en Facebook.
Als bijlage treft u deze kortingsbon aan.
U krijgt bij inlevering van de uitgeprinte bon  € 2,- korting.
U betaalt dan voor uw entreebewijs geen € 7,- maar € 5,- (geldig voor maximaal 2 personen).
Tel daarbij op dat de entree voor kinderen tot 12 jaar gratis is en een heerlijk dagje uit met het gezin tegen een aantrekkelijk prijsje wordt zo mogelijk gemaakt.
 
zie ook de volgende link:Klik hier!
sar-malam-in-leek-2017-uw-bezoek-meer-dan-waard/1652642591473246/

 

10897378460?profile=original

ICM Met haar Team aanwezig.

10897378498?profile=original

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives