Alle berichten (2935)

Sorteer op

Pasar Malam Eindhoven 25-10 t/m 27-10-2019

10897413077?profile=original

Door mij geplaatst op 11 Oktober 2019 om 12.39

Opnieuw beving op Ambon

Opnieuw beving op Ambon

door 

AMBON Opnieuw is het Indonesische eiland Ambon getroffen door een aardbeving met een kracht van 5.2 op de schaal van Richter. De Nederlandse toeristen Tjeerd en Siline de Jong maakten de schokken…

Doorgaan

Door mij geplaatst op 11 Oktober 2019 om 12.38

Jubileum Editie PM Eindhoven 25, 26 en 27 Oktober

Pasar Malam Eindhoven

25-10-2019 t/m 27-10-2019
10897412065?profile=original


De gezellige Pasar Malam Stellar vindt weer drie dagen plaats in het prachtige Beursgebouw in Eindhoven welke weer wordt omgetoverd tot een echte tropische avondmarkt.
Een zeer grote markt met meer dan 80 kramen met bijzondere artikelen uit heel Azië.
Heerlijke verrassende sambals, bijzondere vruchten, sponscake, spekkoek, saté, pisang goreng en natuurlijk volledige maaltijden zoals Ikan Bali en een complete Nasi Goreng op authentieke wijze bereidt zijn er om u trek in iets lekkers te stillen.
En zin in een heerlijke Tjendol, een echt Bintang biertje of een tropische cocktail? Ook daarvoor komt u naar de Pasar Malam van Stellar.…
Doorgaan

Door mij geplaatst op 10 Oktober 2019 om 17.01

OVER INDISCHE NEDERLANDERS EN ASIELZOEKERS.

OVER INDISCHE NEDERLANDERS EN ASIELZOEKERS.

Vanwege de agressieve politiek van de regering-Drees inzake de kwestie Nieuw-Guinea (West-Irian) tegen het pas onafhankelijk geworden Indonesië moest iedereen met de Nederlandse nationaliteit – waaronder ondergetekende – in de jaren ’50 dat land noodgedwongen verlaten.

01

Voor het overgrote deel van de Indische Nederlanders was Nederland een vreemd land dat ze alleen kenden van verhalen en plaatjes in de schoolboeken. 

Vaak worden deze repatrianten nog steeds gezien als de eerste asielzoekers in Nederland, zoals ook in een TV-uitzending op 30 december 1993.

02 https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/021.jpg?w=150 150w,…

Doorgaan

Door mij geplaatst op 10 Oktober 2019 om 14.30 — 1 commentaar

Premier rutte toont Indonesië respect met batik overhemd

Premier rutte toont Indonesië respect met batik overhemd, komt op het juiste moment nu Batavia (Jakarta) gaat verhuizen.

JAKARTA In een batik bloesje bezocht premier Rutte gisteren de Indonesische president Joko Widodo in het presidentieel paleis in Bogor. Het was Ruttes derde bezoek in zes jaar tijd, en de regeringsleiders hebben…

Doorgaan

Door mij geplaatst op 8 Oktober 2019 om 11.30

Een mammoettaak, maar de regering van Indonesië wil het gaan wagen

Een mammoettaak, maar de regering van Indonesië wil het gaan wagen
10897411676?profile=original

Vanuit het niets een gloednieuwe hoofdstad bouwen in de jungle en binnen vijf jaar een miljoen ambtenaren ernaartoe verhuizen. Een mammoettaak, maar de regering van Indonesië wil het gaan wagen. President Joko Widodo kondigde onlangs aan de nationale hoofdstad te gaan verplaatsen van Jakarta naar een nog te bouwen stad in het oosten van het eiland Borneo, meer dan duizend kilometer ervandaan. Jakarta barst namelijk uit zijn voegen. De stad van meer dan tien miljoen zinkt razendsnel, en…

Doorgaan

Door mij geplaatst op 8 Oktober 2019 om 11.29

FIN: "Indonesië erken misdaden"

10897412679?profile=original
Michael Meyer heeft een …
Doorgaan

Door mij geplaatst op 7 Oktober 2019 om 12.27

Pasar Malam De Ridderhof Alphen aan de Rijn

10897414675?profile=original

10897414696?profile=original

Door mij geplaatst op 7 Oktober 2019 om 11.50

Presentatie Boek Blauwe Zomer van Leo Blokhuis

Leo Blokhuis schrijft eerbetoon aan Indo's: 'Zij leerden ons hoe je met de elektrische gitaar omgaat'.

10897414289?profile=original



De Totokkers (de Hollanders) moeten dit weten zei Leo tegen Ferry Schwab sr. die als ICM editor het boek ontarmde. Is de tweede Tokokker die een Indisch boek schreef in navolging van Elise Lengkeek met de titel "Ik beken" . Acht jaar heeft Leo over dit boek gedaan. Ga lekker dit weekend het boek lezen.

Ferry : "Leo weet je dat in deze statenkwartier heb gewoond , Prins Mauritslaan, toen wij net uit Jakarta moesten vluchten? , en ik heb genoten hier van de Indo bands The Tielman, Crazy Rockers (Pam Pam, Palais de Dance). dn Ook mijn eerste liefde heb ik…

Doorgaan

Door mij geplaatst op 5 Oktober 2019 om 11.36

PLUNDEREN, MOORDEN EN VERKRACHTEN IN BERSIAP-TIJD’Zo erg als Aleppo’

10897344286?profile=originalPLUNDEREN, MOORDEN EN VERKRACHTEN IN BERSIAP-TIJD’Zo erg als Aleppo’

door Olof van Joolen

Dolblij was Joty ter Kulve dat ze in 1945 de inktzwarte bladzijde van de Japanse bezetting kon omslaan en gaan nadenken over een toekomst in vrijheid. Het mocht niet zo zijn. Na de Jappenkampen kwam de waanzin van de Bersiap.

Zoals zovelen torste Ter Kulve in 1945 de persoonlijke last van jaren in een Jappenkamp met zich mee. Haar…

Doorgaan

Door mij geplaatst op 4 Oktober 2019 om 10.06 — 2 commentaren

Lees verder…

Opnieuw beving op Ambon

Opnieuw beving op Ambon

door 

AMBON Opnieuw is het Indonesische eiland Ambon getroffen door een aardbeving met een kracht van 5.2 op de schaal van Richter. De Nederlandse toeristen Tjeerd en Siline de Jong maakten de schokken gisterochtend aan den lijve mee. Het epicentrum lag volgens hen vlakbij.

„We waren net uit Sulawesi aangekomen in Ambon-Stad, toen we op onze kamer ineens werden opgeschrikt door de beving. Het hele City Hotel begon te schudden op zijn grondvesten. We konden nauwelijks op onze benen blijven staan. Er viel van alles kapot. We zijn als een speer van zeshoog naar beneden gerend. Er heerste enorme paniek”, vertelt Tjeerd de Jong.

Iedereen stond volgens hem op straat, velen in hun onderbroek. „Het was een gekkenhuis. We waren doodsbang dat er een tsunami aan zou komen. We zitten honderd meter van de zee. Waarschuwingen worden in Indonesië nauwelijks of te laat gegeven. Dat vertrouwt niemand hier. Daarom zijn we voor alle zekerheid maar een berg op gegaan.”

De schade aan gebouwen valt volgens De Jong nog mee. „Maar bewoners zijn zichtbaar nerveus. Een paar weken geleden was hier een aardbeving van 6.5 die wel degelijk levens heeft geëist. Ook woensdag beefde de aarde al, horen we. Ja, we zijn best een beetje bang.”

Het stel trekt anderhalve maand door Indonesië. „We zijn op onszelf aangewezen en houden de berichten goed in de gaten, maar we voelen ons nu toch minder op ons gemak.”

Lees verder…

OVER INDISCHE NEDERLANDERS EN ASIELZOEKERS.

OVER INDISCHE NEDERLANDERS EN ASIELZOEKERS.

Vanwege de agressieve politiek van de regering-Drees inzake de kwestie Nieuw-Guinea (West-Irian) tegen het pas onafhankelijk geworden Indonesië moest iedereen met de Nederlandse nationaliteit – waaronder ondergetekende – in de jaren ’50 dat land noodgedwongen verlaten.

01

Voor het overgrote deel van de Indische Nederlanders was Nederland een vreemd land dat ze alleen kenden van verhalen en plaatjes in de schoolboeken. 
Vaak worden deze repatrianten nog steeds gezien als de eerste asielzoekers in Nederland, zoals ook in een TV-uitzending op 30 december 1993.

02https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/021.jpg?w=150 150w, https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/021.jpg?w=300 300w" sizes="(max-width: 431px) 100vw, 431px" />

Deze vergelijking gaat echter geheel mank. Ten eerste waren de Indische Nederlanders van Nederlandse afkomst, ook al was dat een Nederlandse voorvader in een ver verleden, en ten tweede hadden ze de Nederlandse nationaliteit. Daar komt nog bij dat – in tegenstelling tot de huidige asielzoekers – de Indische Nederlanders alles zelf moesten terugbetalen.
Na aankomst in Nederland, waar ze werden ondergebracht in zogeheten contractpensions, werden ze door het Ministerie van Maatschappelijk Werk namelijk gedwongen een overeenkomst te tekenen om alle voorgeschoten kosten  voor het transport van Indonesië naar Nederland, het contractpension en het levensonderhoud zelf te betalen. Dat gold trouwens ook voor de kosten van de winterkleding dat onderweg aan boord van de schepen was uitgereikt.
Degenen in de contractpensions die na verloop van tijd werk hadden gevonden moesten 60% van hun inkomen afdragen aan het Ministerie van Maatschappelijk Werk. En zij die nog wat spaargeld naar Nederland hadden weten mee te nemen, moesten meteen al de rekening van de overtocht betalen. Anderen konden het later aflossen. Maar het overgrote deel van de Indische Nederlanders, met destijds een gemiddeld inkomen van 85 gulden per week, hebben er jarenlang over moeten doen om alle kosten van de reis en de opvang terug te betalen.

03IndoAsielhttps://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/03indoasiel.jpg?w=106 106w, https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/03indoasiel.jpg?w=211 211w, https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/03indoasiel.jpg 631w" sizes="(max-width: 474px) 100vw, 474px" />

Overigens zag de Nederlandse regering, met de PVDA voorop, de Indische Nederlanders liever gaan dan komen. Nadat de regering in 1951 eerst de Molukkers had gedumpt in voormalige Duitse concentratiekampen zoals Westerbork en Vught, wilde Drees c.s. in 1954 de Indische Nederlanders wegstoppen in de jungle van Brazilië. De bedoeling was om ze onder te brengen in een gebied langs de Amazone, “want daar is een klimaat dat deze mensen eigen is”, zoals de toenmalige regeringscommissaris B.W. Haveman (PVDA) in de media jubelde. Uiteindelijk is dat hele emigratieplan op een fiasco uitgelopen.

01https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/012.jpg?w=150&h=150 150w, https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/012.jpg?w=300&h=300 300w" sizes="(max-width: 474px) 100vw, 474px" />

02https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/022.jpg?w=146 146w, https://gerard1945.files.wordpress.com/2016/02/022.jpg?w=293 293w" sizes="(max-width: 453px) 100vw, 453px" />

Tot slot nog wat over de Molukkers. Veel gezinnen hebben in 1951 een deel van hun kinderen in Indonesië moeten achterlaten en zijn nooit in aanmerking gekomen voor gezinshereniging!
Voor meer details, zie mijn artikel: Hoe de Molukkers in 1951 door de Nederlandse regering zijn bedrogen.

Gerard

ICM 4.12.16

Lees verder…
Premier rutte toont Indonesië respect met batik overhemd, komt op het juiste moment nu Batavia (Jakarta) gaat verhuizen.

JAKARTA In een batik bloesje bezocht premier Rutte gisteren de Indonesische president Joko Widodo in het presidentieel paleis in Bogor. Het was Ruttes derde bezoek in zes jaar tijd, en de regeringsleiders hebben afgesproken elkaar voortaan jaarlijks te ontmoeten. Het was echter voor het eerst dat de Nederlandse premier een hemd met de traditioneel Javaanse versierselen droeg, voor gastheer ’Jokowi’ een teken van vriendschap. Rutte betoonde er zijn respect mee. Het moest uitdragen dat de relatie tussen Indonesië en de oude kolonisator de afgelopen jaren danig is verbeterd. Reageerde Jakarta voorheen nogal eens geïrriteerd als Den Haag weer eens met geheven vinger het eilandenrijk de les las over een mensenrechtenkwestie, nu volstonden beide partijen met de mededeling dat ’mensenrechten’ als vast gespreksonderwerp was langsgekomen. Of de situatie in Papoea en West-Papoea was besproken, de provincies waar het streven naar afscheiding met harde hand wordt onderdrukt? De Rijksvoorlichtingsdienst laat slechts weten dat het openbaren van details daarover de ’vertrouwelijkheid’ van het gesprek zou schaden.

Tijdens het eendaagse bezoek schonk Rutte ook aandacht aan samenwerking op het gebied van onderwijs en de maritieme sector. Ook werd gesproken over terreurbestrijding, eveneens een onderwerp waarop Nederland en Indonesië van elkaar proberen te leren. De meegereisde Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Pieter-Jaap Aalbersberg had in Indonesië een eigen programma.

Lees verder…
Een mammoettaak, maar de regering van Indonesië wil het gaan wagen
10897411676?profile=original

Vanuit het niets een gloednieuwe hoofdstad bouwen in de jungle en binnen vijf jaar een miljoen ambtenaren ernaartoe verhuizen. Een mammoettaak, maar de regering van Indonesië wil het gaan wagen. President Joko Widodo kondigde onlangs aan de nationale hoofdstad te gaan verplaatsen van Jakarta naar een nog te bouwen stad in het oosten van het eiland Borneo, meer dan duizend kilometer ervandaan. Jakarta barst namelijk uit zijn voegen. De stad van meer dan tien miljoen zinkt razendsnel, en zucht onder eindeloze files en smog.

Ex-president Soekarno opperde al het idee voor een nieuwe hoofdstad in de jaren ’50, maar dat had een nationalistische reden. Jakarta, het vroegere Batavia, was immers de hoofdstad van de oude kolonie Nederlands-Indië. Hij vond dat de nieuwe onafhankelijke republiek Indonesië een nieuwe hoofdstad nodig had.

En nu droomt Joko Widodo van een nieuwe en probleemvrije metropool. Hij spoort parlementariërs aan zijn circa 32 miljard dollar kostende plan te steunen. Dat is nog in het beginstadium, maar het is de bedoeling dat de eerste fase in 2024 klaar zal zijn. Ondanks de enorme uitdagingen en kostbare onderneming, is het meer dan dertig andere landen eerder gelukt hun hoofdstad te verhuizen. Maar velen in Indonesië vragen zich af of de regering niet dezelfde fouten zal maken, waardoor Jakarta nu onleefbaar is geworden.

Ook beweert de regering dat de toekomstige stad duurzaam zal zijn. Het moet „een slimme en groene stad” worden. Ambtenaren roepen steeds dat de bouw geen schade aan de omgeving zal aanrichten, ondanks dat de toekomstige stad beschermd bosgebied zal overlappen. Experts waarschuwen dat er nog vele vragen zijn die moeten worden beantwoord voordat de nieuwe hoofdstad echt duurzaam kan worden genoemd. En terwijl de regering belooft het bos met rust te laten, laten de plannen zien dat de locatie is omgeven door mijnbouw-, palmolie- en houtkapconcessies.

Lees verder…

FIN: "Indonesië erken misdaden"

FIN: "Indonesië erken misdaden"

DEN HAAG (6 oktober 2019) – Federatie Indische Nederlanders (FIN) roept Indonesië op om de oorlogsmisdaden, die Indonesiërs tijdens de Bersiap tegen (Indische) Nederlanders hebben begaan, te erkennen. In een open brief moedigt voorzitter Hans Moll de Indonesische president daartoe aan. FIN doet de oproep aan de vooravond van het bezoek van premier Mark Rutte aan Indonesië morgen.

Nadat op 17 augustus 1945 de Republiek Indonesië werd uitgeroepen waren Nederlanders, Chinezen en andere etnische minderheden vogelvrij op het voorheen Nederlands overzeese grondgebied. Het weerzinwekkende geweld, gepleegd door Indonesische nationalisten tijdens de Bersiap, maakte tienduizenden Nederlandse slachtoffers en leidde tot gedwongen repatriëring en wereldwijde diaspora van Indisch Nederland.

In tegenstelling tot Nederland heeft Indonesië nooit kritisch gereflecteerd op de door haar onderdanen gepleegde oorlogsmisdaden jegens weerloze Nederlandse burgers. In aanloop naar '75 jaar vrijheid' is het hoog tijd dat dit alsnog gebeurt. FIN heeft daarom de Indonesische president opgeroepen om namens Indonesië alsnog erkenning en excuses aan te bieden aan Nederland.

U kunt de open brief hier inzien: http://www.federatie-indo.nl/19-10-06

bron: https://twitter.com/FederatieIn…/status/1181130096851247104…

VERTALING voor Indonesische media:

FIN: “Indonesia, mengakukanlah perbuatan-perbuatan jahat Bersiap”

Den Haag (6 oktober 2019) 一 Federatie Indische Nederlanders (FIN) memanggil Indonesia untuk mengakukan perbuatan-perbuatan jahat yang telah dilakukan kepada orang Indo oleh orang Indonesia pada waktu Bersiap. Di surat terbuka ketua FIN, Hans Moll, memanggil itu kepada Presiden Indonesia. FIN lakukan pemanggilan ini dimalam sebelum perdana menteri Belanda, Mark Rutte, mengunjungi Indonesia hari besok.

Setelah Republik Indonesia didirikan pada 17 agustus 1945 orang Belanda, orang Cina dan orang-orang lain dari etnisitas minoritas diusir (outlawed) di tanah yang sebelum hari itu masih termasuk tanah Belanda. Kekerasan yang mengherankan dilakukan oleh nasionalis-nasionalis Indonesia pada waktu Bersiap, menjadikan berapa puluh ribuan korban orang Belanda dan menyebabkan pemulangan terpaksa dan diaspora global untuk orang Indo.

Berlawanan dengan Belanda, Indonesia tidak pernah merefleksikan dengan kritik kejahatan yang dibuat oleh ia punya warga negara kepada orang Belanda yang tidak berbahaya. Di depan perayaan ‘75 tahun kemerdekaan’ ini masih sangat penting bahwa itu dilakukan. Karena itu FIN telah memanggil Presiden Indonesia untuk mengakukan dan minta maaf atas nama Republik Indonesia kepada Belanda.

Lees verder…

Presentatie Boek Blauwe Zomer van Leo Blokhuis

Leo Blokhuis schrijft eerbetoon aan Indo's: 'Zij leerden ons hoe je met de elektrische gitaar omgaat'.

10897414289?profile=original


De Totokkers (de Hollanders) moeten dit weten zei Leo tegen Ferry Schwab sr. die als ICM editor het boek ontarmde. Is de tweede Tokokker die een Indisch boek schreef in navolging van Elise Lengkeek met de titel "Ik beken" . Acht jaar heeft Leo over dit boek gedaan. Ga lekker dit weekend het boek lezen.

Ferry : "Leo weet je dat in deze statenkwartier heb gewoond , Prins Mauritslaan, toen wij net uit Jakarta moesten vluchten? , en ik heb genoten hier van de Indo bands The Tielman, Crazy Rockers (Pam Pam, Palais de Dance). dn Ook mijn eerste liefde heb ik hier ontmoet, waar ik nog steeds bent verenigd.


Ben ook zeer geemotioneerd dat juist op deze plek je boek presenteert..
Meer weten ga naar http://icmonline.ning.com/…/leo-blokhuis-schrijft-eerbetoon…

Lees verder…

10897344286?profile=originalPLUNDEREN, MOORDEN EN VERKRACHTEN IN BERSIAP-TIJD’Zo erg als Aleppo’

door Olof van Joolen

Dolblij was Joty ter Kulve dat ze in 1945 de inktzwarte bladzijde van de Japanse bezetting kon omslaan en gaan nadenken over een toekomst in vrijheid. Het mocht niet zo zijn. Na de Jappenkampen kwam de waanzin van de Bersiap.

Zoals zovelen torste Ter Kulve in 1945 de persoonlijke last van jaren in een Jappenkamp met zich mee. Haar grootvader bezweek er binnen een paar weken na aankomst. ,,Ineens was er van ons leven van voor de oorlog in het bergdorpje Linggadjati niets meer over”, herinnert de 89-jarige oud-jurist zich helder.

,,Het kamp was natuurlijk verschrikkelijk. Erbuiten wonen was minstens zo gevaarlijk. Wij hebben dat een paar maanden gedaan. Tot mijn moeder bij de Japanse autoriteiten werd geroepen met het verzoek mijn zus (17) en mij (14) mee te nemen. Ze moest ons achterlaten. We zouden in een Japans bordeel gaan werken. Alleen omdat ze zei dat de Jappen haar dan eerst moesten doodschieten, lieten ze ons weer vrij.”

Na de oorlog komen Joty ter Kulve en haar familie in Bandung (Java) terecht. De Bersiap-periode waarin niemand meer echt het gezag over de voormalige kolonie heeft, maar veel partijen het met geweld proberen te krijgen, barst in volle hevigheid los. De oude dame vertelt erover in brokjes met de berusting die alleen heel veel jaren kan brengen. Het maakt de anekdotes er niet minder afschrikwekkend om.

,,Bandung toen was zoals Aleppo nu. De stad was in tweeën gedeeld. De Indonesische vrijheidsstrijders probeerden het stuk waar de Nederlanders zaten in handen te krijgen. Met grof geweld. Ik had een vriend die uit bravoure naar de andere kant ging omdat hij een vlag wilde stelen. Ze hebben hem gesnapt en letterlijk in stukjes gehakt”, zegt ze en laat een korte stilte vallen.

,,Er was niemand om ons te verdedigen. We werden naar een school gedirigeerd en daar moest mijn broertje van 14 achter een mitrailleur kruipen. Soekarno en Hatta hadden hun strijders totaal niet in de hand. Die jongens waren door de Jappen en de bezetting lang opgefokt. Ze gingen tekeer zoals die relschoppers die je nu bij het voetbal ziet. Volledig redeloos gewelddadig. Ze deden alles wat god heeft verboden. Plunderen, moorden en verkrachten? Allemaal. Het was oorlog en dan gebeurt dat.”

,,Iets later kwamen de Gurkhas die Engeland had gestuurd als stoottroepen. Zij beschermden ons. Maar alleen overdag. ’s Avonds moesten we ons barricaderen omdat ze ons probeerden te verkrachten. Tegelijkertijd – dat vond ik raar – beschermde een deel van de Jappen die ons eerst in kampen hadden gezet ons wel weer. Pas in de loop van 1946 normaliseerde de situatie een beetje toen de Britten kwamen. Ik heb nog met ze gedanst. Terwijl de kogels bij die feestjes in de rondte vlogen.”

Joty ter Kulve vertrekt in 1947 naar Nederland om rechten te studeren. Met haar bul op zak kiest ze voor een loopbaan in de non-profitsector.

De Wassenaarse noemt zichzelf een vredesactivist. Maar wel eentje die genuanceerd tegen het verleden aankijkt. Ze weigert Indonesië als kwaaie genius achter de Bersiap te zien, maar dicht Nederland die rol ook niet toe. ,,Het heeft kunnen gebeuren door wederzijds onbegrip en botsende belangen. Het zou goed zijn wanneer dat beeld uit een nieuw onderzoek beter naar voren komt.”

Commentaar ICM Editor,

Als jongen van 12 heb ik de bersiap meegemaakt; Het levende bewijs, toen al had ik belangstelling voor de media. Ik las de krant en volgde omroepen. Ik had ook nog de pech dat ik groene ogen en een blanke huid had, dus ik was altijd aan de beurt. Vele incidenten mogen meemaken, en het bewijs een lid teken op mijn rug. Ik zat achter op de brommer, en op een kruispunt werd een handgranaat gegooid, naar wie is mij tot heden onbekend. Gevolg R.I.P broer gooide brommer op zijn kant om de scherven te ontwijken, ik hoorde over scherven rond vliegen, en mijn been en schouder was open geschaafd.

Iedere stap die je zette moest je achteruit kijken. Ik raakte in paniek als de chauffeur te laat was om ons op te halen.

Ik ben nu ruim 16 jaar ICM Editor, en heb zoveel onzin aan rapporten en aan boeken rond zien komen, ook nu weer. Mijn missie is dat de waarheid met feiten boven tafel komt en dat de smerige politiek Den Haag eens erkend, en zich niet steeds verschuilt achter onderzoekcommissies, rapporten, en diensmeer.

Bekend kleur Ben Bot, Jet Bussemaker, Gerrit Zalm en Mark als omhoog gevallen Indo’s en verloochen je afkomst niet.

Uiteraard is de hoofdschuldige aan te wijzen, gewoon Nederlandse regering en het Kon. Huis. Wat heeft Nederland in Indonesie te zoeken? Waarom 300 jaren onderdrukking van vreedzaam Indonesisch volk? Waarom die verkrachtingen? Waarom het land leegroven.  Waarom die massamoorden op Indonesische bevolking? Zijn dit speerpunten van het zo geroemde VOC – Model (Jan Peter Balkenende). Wie heeft Japan op persoonlijk titel de oorlog verklaard? Was dat niet Kon. Wilhelmina vanuit London?

Als ik Indonesiër was zal ik altijd wraakgevoelens hebben tegen de bezetter van mijn land, toch, en niet zoals bovenstaande artikel, schande, bahhhh!

En ..... Mark, Jan Peter, Dirk, Ben, Gerrit ........ Nederland heeft nog steeds geleerd vanuit de Indie geschiedenis, in deze bersiap !!!!

ICM 5.12.16

Lees verder…

10897344871?profile=originalDe VOC redden was een prestigekwestie'

In 2002 viert Nederland dat 400 jaar geleden de Verenigde Oost-Indische Compagnie is opgericht. `De eerste multinational ter wereld' gaat na twee eeuwen van bloeiende handel en machtsuitoefening in Azië in 1800 over de kop. De Britten geven de handelscompagnie de doodsteek, maar de VOC is dan allang verrot. Gebrek aan flexibiliteit en een falend financieel beleid doen het bedrijf de das om.

GESCHIEDENIS VAN DE VOC

Vier eeuwen geleden verkreeg de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie voor de vaart op Azië. De VOC werd in de 17de en 18de eeuw het grootste scheepvaart- en handelsbedrijf ter wereld. Met de handel in specerijen als peper en kaneel - en...

€ 34,95 | Koop nu

Talloze exposities en festiviteiten in verschillende steden besteden volgend jaar aandacht aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), die in 1602 werd opgericht. Het zal vooral gaan om de positieve erfenis van de VOC: de welvaart en het contact met andere werelden en culturen. Misschien zal een enkele criticus wijzen op de schaduwkanten van de Nederlandse expansie in de Oost. Maar niemand is op het idee gekomen om vorig jaar stil te staan bij de dood van de VOC, in 1800. Toch was die even spectaculair als ondoorgrondelijk. Waaraan is deze economische reus nu eigenlijk gestorven?
        
Die vraag heeft generaties historici beziggehouden. Al in 1922 publiceerde W.M.F. Mansvelt een boek waarin hij kritiek had op de boekhouding van de VOC. Het was het begin van een groot aantal studies naar de ondergang van het bedrijf, waarbij economische aspecten de nadruk kregen. De huidige generatie VOC-historici denkt ook economisch, maar komt tot nieuwe conclusies.

Multinational
Vanaf het begin is duidelijk dat de VOC behalve economische ook politiek-militaire doelen dient. De compagnie wordt op 20 maart 1602 opgericht op initiatief van de Staten-Generaal, die veel verwachten van de handel op Oost-Indië en bovendien de Spanjaarden en Portugezen – die al in Azië actief zijn – de loef af willen steken. De Staten verlenen de Compagnie een zogenoemd `octrooi', dat elke vier jaar wordt verlengd. De VOC krijgt niet alleen het monopolie op de Aziatische handel, maar ook de bevoegdheid om in naam van de Staten-Generaal oorlog te voeren en gebieden te bezetten. Dat doet zij dan ook enthousiast. De Compagnie sticht talloze handelsposten langs de Aziatische kusten. `De VOC wordt vaak de eerste multinational genoemd, maar geen enkele moderne multinational heeft zoals de Compagnie ook nog eens 600.000 onderdanen,' zegt de Utrechtse historicus Jurrien van Goor, auteur van De Nederlandse koloniën (1993), die de VOC vooral vanuit politiek oogpunt heeft bestudeerd. `De Compagnie is naast koopman ook soeverein.'
        
In eerste instantie staat de machtsuitbreiding geheel in het teken van de handel. De VOC spint een net van vestigingen door Azië, dat zij gebruikt om binnen het continent handel te drijven. Het bedrijf koopt bijvoorbeeld zijde in China, ruilt dat voor Japans goud, koopt daarvan Indiase stoffen en betrekt vervolgens de felbegeerde Molukse specerijen. De Nederlanders hebben het wereldwijde monopolie op fijne specerijen als kaneel, kruidnagelen, foelie en nootmuskaat, en bewaken dat met forten en een bewapende vloot.
        
Later wordt handhaving van de eigen macht een belang op zich. In Batavia ontstaat een bestuurselite die zijn positie op Java belangrijker vindt dan de opbrengsten van de veilingen in Nederland. De VOC raakt verzeild in binnenlandse conflicten en wordt de archipel in gezogen. Van Goor: `De bewindhebbers in Nederland vinden dat vreselijk, want oorlog kost geld. Toch ontkomt de VOC er niet aan. Wie handel drijft in Azië, krijgt te maken met radja's en sultans die hun deel eisen. Dus moet de VOC deals sluiten en haar gezag laten gelden.'

De expansie van de VOC levert de Compagnie in de zeventiende eeuw nog grote winsten op. Dankzij het unieke systeem van intra-Aziatische handel behaalt de Compagnie met een kleine input hoge opbrengsten. Nederlands macht over de wereldzeeën is nog altijd onbetwist en het specerijenmonopolie kan ten volle worden uitgebuit. De aandeelhouders van de VOC worden verwend met een vast dividend van maar liefst 12,5 procent. Toch komt de Compagnie al snel geld tekort. Al in 1612 sluiten de Heren XVII, het hoogste college van de VOC (zie kader), leningen af. Deze zijn snel opeisbaar, en dus riskant. De seizoensvloot uit Batavia hoeft maar één keer niet aan te komen, of de Compagnie komt in de problemen. Als Frankrijk in 1672 de Republiek aanvalt en de handel wordt verstoord, moet de VOC uitstel van betaling aanvragen.
        
De Leidse historicus Femme Gaastra, schrijver van De geschiedenis van de VOC, heeft berekend dat de Aziatische afdeling van de VOC vanaf de periode 1689-1700 verlies begint te draaien. De bewindhebbers in Nederland moeten bijpassen, wat zwaar drukt op de winsten die op de veilingen gemaakt worden. `Het verlies in Azië wordt niet veroorzaakt door de handel, want die blijft voorlopig groeien,' zegt Gaastra. `Het zijn de kosten voor oorlogvoering en administratie in de bezette gebieden waardoor de balans negatief doorslaat.'
        
Maar naarmate de achttiende eeuw vordert, begint de VOC ook economisch zwakke plekken te vertonen. Terwijl de Nederlanders sterk blijven in de specerijenhandel, ontwikkelen zich nieuwe markten, waarin zij al snel een achterstand hebben. Rond 1730 zijn het de Britse en Franse compagnieën die de meeste textiel uit India naar Europa vervoeren. Ook in de theehandel mist de VOC de boot: haar Europese marktaandeel is slechts 22,5 procent. Terwijl Engelsen, Vlamingen, Fransen, Denen en Duitsers de thee zelf inkopen in Kanton, hanteert de VOC een systeem waarbij Chinese handelaren de thee eerst naar Batavia vervoeren. Deze thee is duurder en van een lagere kwaliteit dan die van de Europese concurrenten. Alleen in de koffie kan de VOC bijblijven, dankzij de introductie van het gewas op Java.

Mercantilisme
Toch is de VOC nog altijd de grootste in Azië. Ze drijft als enige compagnie handel binnen Azië; de anderen pendelen simpelweg heen en weer tussen het continent en het thuisland. Wel zagen Europese privé-handelaren, die wel tussen de Aziatische landen varen, aan de poten van het bedrijf. Ook de directe vaart bedreigt haar positie. Grootste kwelgeest van de VOC is de Britse East India Company. Eind zeventiende eeuw nestelen de Britten zich op de kust van India, waar ze de Nederlanders beginnen te overvleugelen en uiteindelijk verdrijven. De concurrentie en de toenemende vraag naar textiel in Europa drijven de prijs van Indiase stoffen op. Voor de VOC is dat ongunstig, want zij heeft de stoffen nodig om specerijen te kopen. Zo wordt de kostprijs hoger en gaan de winstmarges omlaag.
        
Ook een ander belangrijk ruilmiddel in Azië, Japans goud, is steeds moeilijker verkrijgbaar. De VOC heeft geluk dat zij als enige Europese mogendheid handel mag drijven met het keizerrijk. Maar vanaf 1685 legt Japan die handel steeds verder aan banden, en in 1752 wordt de uitvoer van goud helemaal verboden. Koper dient een tijdlang als vervanging, maar ook hierop leggen de Japanners steeds meer beperkingen. Dus zit er voor de VOC niets anders op dan meer edelmetaal vanuit Nederland naar Azië te verschepen.
        
Een hoge kostenpost voor de VOC is ten slotte de grote sterfte onder haar werknemers. `Vanaf 1732 overlijden jaarlijks grote aantallen soldaten en arbeiders in Batavia aan malaria,' zegt Gaastra. `Omdat de oversteek van Nederland naar Indië zo lang duurt, moet de VOC al deze mensen eerst een jaar lang salaris uitbetalen, voordat ze productief kunnen worden. En als ze kort na aankomst sterven, heeft de Compagnie voor niets betaald. In de loop van de achttiende eeuw wordt het steeds moeilijker personeel te vinden.' Niemand zit te wachten op een gruwelijke dood in de tropen. Alleen wie echt geen andere uitweg heeft uit zijn armoedig bestaan kiest voor een baan bij de VOC. Het merendeel van de soldaten en arbeiders komt dan ook uit Duitsland en Scandinavië.

Lange tijd kunnen de bewindhebbers de handelstekorten in Azië bijpassen, maar na 1740 wordt de situatie nijpend. Ook in Europa dreigt zwaar weer. Onder invloed van het mercantilisme gooien landen als Frankrijk en Pruisen hun grenzen dicht voor buitenlandse import. Nederland verliest zijn functie als Europese mainport. Halverwege de achttiende eeuw gaat het met de Compagnie snel bergafwaarts. Gaastra: `De VOC sluit steeds grotere leningen af. Ondertussen daalt het rendement op de investeringen dramatisch.'
        
De Heren XVII krijgen door dat er iets moet veranderen, wil de VOC overleven. In 1742 sturen ze Gustaaf baron Van Imhoff als nieuwe gouverneur-generaal naar Batavia om de Aziatische tak van het bedrijf te hervormen. Niet voor niets wordt het schip waarmee hij oversteekt `Hersteller' gedoopt. Van Imhoff wil de handel in Azië liberaliseren. In plaats van dure en moeilijk te handhaven verbodsbepalingen op te leggen aan privé-handelaren moeten deze vrije vaart krijgen. Zijn plannen worden direct gedwarsboomd door zijn medebestuurders in Batavia. In het kielzog van de Compagnie drijven velen van hen zelf privé-handel, en concurrentie kunnen zij daarbij niet gebruiken. Alleen de opiumhandel weet Van Imhoff te privatiseren: in plaats van de drug zelf over Azië te distribueren laat de VOC dat over aan een consortium van kleinere handelaren. Deze Amphioen Sociëteit koopt de opium voor een vaste prijs van de Compagnie.
        
Verder wil Van Imhoff dat de VOC zich concentreert op de nog altijd winstgevende specerijenhandel en de handel in nieuwe producten beperkt of staakt. Zijn opvolger Jacob Mossel probeert vanaf 1750 de Compagnie juist sterker te maken in de Chinese en Indiase groeimarkten. In de praktijk wordt geen van beide hervormingsplannen uitgevoerd. De VOC blijft op alle paarden tegelijk wedden.
        
De Nederlandse overheid ziet de krimpende resultaten van de VOC met lede ogen aan en eist meer invloed. In 1749 wordt stadhouder Willem IV `opperbewindhebber', met een ruime bevoegdheid om reorganisaties door te voeren in de top van de Compagnie. Maar Willem sterft twee jaar later, en zijn zoon neemt pas in 1766 het ambt van opperbewindhebber aan. Voor een radicale koerswijziging kunnen of willen ook de stadhouders niet zorgen.

Steekpenningen
De besluiteloosheid van de stadhouders wekt het ongenoegen van de opkomende patriottenpartij, die vanaf 1773 pamfletten verspreidt vol aanklachten tegen de `corruptie' binnen de VOC. Zij beschuldigt de werknemers in Azië van het aannemen van steekpenningen, sluikhandel en regelrechte diefstal ten koste van de Compagnie. `De protesten van de patriotten hebben te maken met de nieuwe economische ethiek die aan het einde van de achttiende eeuw ontstaat. Maar ze protesteren in feite tegen iets wat de twee eeuwen daarvoor lang volkomen geaccepteerd was,' zegt historica Els Jacobs, coördinator van de Nationale Jubileumexpositie over de VOC die in 2002 te zien zal zijn in het Maritiem Museum Rotterdam en het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
        
`In de zeventiende en achttiende eeuw is het gebruikelijk dat iemand geld krijgt als hij een ander aan een baan helpt. In de reglementen van de VOC was vastgelegd dat een hogergeplaatste dienaar bij elke transactie recht heeft op een deel van de opbrengst. Privé-handel is wel verboden, maar niet per se schadelijk. Die kan namelijk ook een functie hebben als smeermiddel voor de handel van de Compagnie.'
        
In een enkel geval maakt een werknemer het toch te bont en wordt hij vervolgd. In 1682 wordt in de Indiase vestiging Suratte een groot aantal corrupte ambtenaren ontslagen. Hun vervangers blijken geen verbetering. Wanneer boekhouder-generaal Paulus de Roo in Suratte op inspectie uitgaat, wordt hij zelfs vergiftigd. Tien jaar later sturen de Heren XVII onafhankelijke inspecteurs naar Azië om de boeken streng te controleren. Al snel burgeren de inspecteurs helemaal in en doen ze net zo hard mee met de collectieve zelfverrijking. Het bekendste corruptieschandaal uit de VOC-geschiedenis speelt zich af in de jaren dertig van de achttiende eeuw, opnieuw in Suratte. Directeur van de handelspost is Pieter Phoonsen; hij drijft er een eigen handel in specerijen, die hij uit de Compagnie-magazijnen steelt. Wanneer de diefstal uitkomt, vlucht hij naar Bombay.
        
`Toch zijn er in twee eeuwen VOC maar weinig koppen gerold,' zegt Gaastra. `De bewindhebbers hebben geen behoefte de corruptie te bestrijden, want ze zitten er zelf middenin. Ze regelen voor hun zonen en neven allerlei baantjes in de Oost en laten zich daarvoor betalen. Wie iets wil bereiken binnen de VOC is afhankelijk van patronage.'
        
Het is een wijdverbreid cliché dat de corruptie de VOC uiteindelijk ten val heeft gebracht. De letters `VOC' worden tegenwoordig zelfs verbasterd tot `Vergaan Onder Corruptie'. `Die mythe wordt graag geloofd, maar er is geen enkel overtuigend argument voor,' zegt Jacobs. `Sluikhandel en smeergeld zijn net zo gebruikelijk in de bloeiperiode van de VOC als ten tijde van het verval. Sommige onderzoekers wijzen erop dat de schatten die dienaren in de achttiende eeuw vergaren groter zijn dan in de zeventiende, maar dat is logisch: de omvang van de hele VOC-handel neemt dan toe.'

De VOC wankelt. Het wachten is op het laatste zetje. In 1780 verklaart Engeland de Republiek voor de vierde keer de oorlog, omdat die in Britse ogen te openlijk steun verleent aan de Amerikaanse rebellen. De Engelsen veroveren de VOC-vestigingen in India, en wat belangrijker is: een groot aantal goederen die bestemd zijn voor Europa valt in hun handen. De vaart ligt nagenoeg stil. Pogingen van de VOC om onder neutrale vlag nog iets naar Nederland te smokkelen hebben weinig succes. Dat betekent dat er amper iets te veilen valt. De kortlopende leningen kunnen niet meer worden afgelost. Slechts met behulp van de Staten van Holland en Zeeland en de stad Amsterdam kan de Compagnie het hoofd nog even boven water houden.
        
Voor de Nederlandse overheid staat vast dat de VOC niet ten onder mag gaan, omdat ze die ziet als de belangrijkste steunpilaar van de Republiek. Het is de vraag of dat terecht is. `De bijdrage van de VOC aan de Nederlandse economie is altijd overschat,' zegt Jacobs. `Hoe vaak horen we ook nu niet dat ons land de Gouden Eeuw aan de Compagnie te danken heeft? In werkelijkheid is de VOC verantwoordelijk geweest voor slechts 10 procent van de Nederlandse handelsomzet.' Maar volgens Gaastra doet dat er niet toe. `Waar het om gaat, is dat aan het eind van de achttiende eeuw nog steeds iedereen in binnen- en buitenland ervan overtuigd is dat de VOC Nederland sterk maakt. Dus dan is het zo. Het redden van de VOC is een prestigekwestie, zoals dat in onze tijd het geval was bij Daf en Fokker.'
        
Direct na de Bataafse Revolutie van 1795 wordt de VOC door de nieuwe, patriottische machthebbers genationaliseerd. Ze sturen de bewindhebbers de laan uit en een nieuw bestuur neemt de leiding over. Maar ook dat kan het tij niet keren. In 1798 valt Groot-Brittannië de Republiek opnieuw aan en is het met de VOC gebeurd. De Britten bezetten nagenoeg alle bezittingen in Azië en de handel ligt stil.
        
In 1800 wordt de VOC opgeheven; de Staten-Generaal willen het octrooi niet meer verlengen. De Nederlandse staat stelt zich verantwoordelijk voor de enorme schuld van 219 miljoen gulden, eenderde van de totale staatsschuld. `De belastingbetaler draait er uiteindelijk voor op,' zegt Gaastra. `Dat is een van de redenen dat de Belgen bij de aansluiting in 1815 zo tegensputteren. De schulden van de VOC blijven tot diep in de negentiende eeuw een zware last voor het Koninkrijk.'

Onverantwoord riskant
De ondergang van de VOC was voor Nederland welhaast een traumatische ervaring. Velen hebben zich vertwijfeld afgevraagd wat er mis is gegaan. Allerlei verklaringen zijn geopperd, zinnige en onzinnige. De mythe van de corruptie heeft afgedaan, en ook het klassieke argument dat de schepen van de VOC verouderd en dus te langzaam waren om de concurrentie bij te benen, wordt door de nieuwe generatie historici afgewezen.
        
Wat had de VOC dan wél anders moeten doen? `Het ging mis toen de Aziatische afdeling verlies begon te lijden vanwege de hoge bestuurskosten. Dus had de Compagnie zich moeten concentreren op de handel en het bestuur moeten overlaten aan de overheid,' meent Femme Gaastra. Maar volgens Jurrien Van Goor was dat onmogelijk: `Handel en politiek hoorden bij elkaar. De VOC moest militaire en politieke macht ontwikkelen om haar handelspositie te handhaven. Van een vrijemarkteconomie was nog lang geen sprake. Veel van de kritiek op het economisch functioneren van de VOC komt voort uit moderne, liberale opvattingen.'
        
Had de VOC dan moeten stoppen met handel drijven binnen Azië, om net als de Britten alleen rechtstreeks van en naar Europa te varen? Gaastra vindt van wel: `In de zeventiende eeuw was de handel binnen Azië de grote kracht van de VOC, maar in de achttiende eeuw had ze het anders moeten aanpakken. Het bedrijf had zich in onderdelen moeten splitsen. Dat hebben de bewindhebbers nooit aangedurfd, omdat ze halfhartig en conservatief waren.'
        
Els Jacobs wil daar niets van weten: `Dat hele net van de VOC binnen Azië was juist nodig om de specerijen te krijgen. De Sumatranen zaten niet te wachten op Europees zilvergeld; die wilden Indiase stoffen. Voor koffie, thee en textiel had je zo'n netwerk niet nodig. Er is daarom wel geopperd dat de VOC haar monopolie in de specerijenhandel had moeten opgeven. Maar dat was nu juist haar corebusiness. Als de VOC al iets had moeten laten, dan was het de theehandel geweest. Het harde zilvergeld dat daarvoor nodig was had de Compagnie beter in haar meer succesvolle handelstakken kunnen investeren.'
        
Kritiek op de bewindhebbers weerspreekt Jacobs vurig: `Natuurlijk zijn er blunders gemaakt, maar daar staan genoeg goede beslissingen tegenover. Dat de VOC koffie introduceerde op Java was een prima idee. Na de Vierde Engelse Oorlog ging de VOC schepen huren en kopen, om het ontstane gebrek aan scheepsruimte zo snel mogelijk te compenseren. Eeuwenlang had de VOC alle schepen op haar eigen werven gebouwd. Ook deze koerswijziging was verfrissend, en bepaald niet conservatief.'

Over één ding zijn de historici het wel eens: het financieringsbeleid van de VOC was onverantwoord riskant. Het vermogen van de VOC bestond in 1780 voornamelijk uit geleend geld, zo'n 14 miljoen. Daartegenover stond slechts 6,5 miljoen aan uitstaande aandelen. En dat was al zo sinds de oprichting in 1602. `Begin zeventiende eeuw was ruim 6 miljoen aan eigen vermogen nog genoeg om alle concurrenten te overvleugelen, maar in 1709 had de East India Company al een aandelenkapitaal van 35 miljoen. Het is mij een raadsel waarom nooit iemand binnen de VOC heeft geopperd het aandelenkapitaal uit te breiden,' zegt Jacobs. Met een groter eigen vermogen was de Compagnie minder acuut in de schulden gekomen toen de Britten in 1780 haar goederen kaapten. Gaastra: `De VOC is ten onder gegaan aan dalende rendementen en een liquiditeitscrisis, die acuut werd door de Vierde Engelse Oorlog. Misschien had zij een doorstart kunnen maken als puur koloniaal bestuurder zonder handelsactiviteiten. Maar toen de Britten vijftien jaar later bijna alle bezittingen in Azië overnamen, crashte het bedrijf.'

In het kader van 400 jaar VOC worden talloze evenementen en tentoonstellingen georganiseerd. De activiteiten zijn te vinden op www.voc2002.nl en in de loop van volgend jaar in de agenda van Historisch Nieuwsblad.


Zeventiende eeuw: opgang
1602        Oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
1612        Tegenvallende resultaten nopen de VOC de eerste leningen af te sluiten.
1618        Jan Pietersz. Coen sticht Batavia.
1641        Vestiging van een VOC-post op het Japanse eiland Deshima.
1652        Stichting van de Kaapkolonie.
1655        Verovering van Ambon.
1656        Verovering van Colombo.
1659        Verovering van Negatpatnam (Zuid-India) op de Portugezen.
1660        Begin van tien jaren van recordwinsten.
1672        Rampjaar voor de Republiek; de VOC vraagt uitstel van betaling aan.
1692        De Aziatische tak van de VOC begint verlies te draaien.

Achttiende eeuw: ondergang
1703        Eerste Javaanse Successieoorlog: de VOC mengt zich in de binnenlandse politiek.
1718        Tweede Javaanse Successieoorlog.
1730        De Britse en Franse compagnieën streven de VOC in de Indiase textielhandel voorbij.
1732        Malaria en tyfus beginnen een zware tol te eisen onder de bevolking van Batavia.
1740        De bewindhebbers in Nederland kunnen de Aziatische tekorten niet meer aanvullen; de rendementen zijn dramatisch laag en de schuldenlast is inmiddels torenhoog.
1742        De Heren XVII sturen Gustaaf van Imhoff naar Batavia om orde op zaken te stellen.
1752        De Japanse-goudstroom droogt op.
1760        Voornamelijk Britse privé-handelaren gaan in de Aziatische wateren een heftige concurrentieslag met de VOC aan.
1773        De patriotten hekelen in pamfletten de corruptie binnen de VOC.
1780        De Vierde Engelse Oorlog breekt uit; de handel met Azië wordt zwaar belemmerd.
1781        Verlies van Negatpatnam aan de Britten.
1795        De Bataafse Republiek wordt uitgeroepen en de VOC wordt genationaliseerd.
1796        De Britten veroveren Ceylon.
1798        Opnieuw oorlog met Engeland; alle bezittingen behalve Java worden bezet.
1800        De VOC wordt opgeheven.


Hollanders in Taiwan'
Als een van de weinige ex-kolonies van de VOC zal Taiwan in 2002 uitgebreid inhaken op de herdenking van het feit dat 400 jaar geleden de Verenigde Oost-Indische Compagnie werd opgericht. De VOC was in de zeventiende eeuw al met al nog geen veertig jaar actief op het eiland tegenover de Chinese kust (1624-1662). De invloed van die aanwezigheid was echter zo groot dat de Taiwanese historicus Chen Kuo-tung ronduit stelt dat `de geschiedenis van Taiwan in feite begint met de komst van de Hollanders'.
        
De dienaren van de Compagnie zetten niet alleen de ontwikkeling van landbouw in gang, stichtten scholen en vestigden een eerste bestuurlijke organisatie op wat toen Formosa werd genoemd, maar lieten ook nog eens een uiterst belangrijke geschreven bron na: de Dagregisters van kasteel Zeelandia. De Dagregisters bevatten uitvoerige informatie over de handel en wandel van de VOC op Taiwan. Belangrijk voor de Taiwanezen zijn met name de vele landkaarten, de gedetailleerde geografische beschrijvingen van het eiland en ook de informatie over de inheemse bevolking. Die bestond uit verschillende stammen, van Austronesische afkomst; op dit moment wonen nog een kleine 400.000 van deze zogeheten aborigines in Taiwan.
        
Zoals in meer gebieden waar de VOC actief was, hebben de Nederlanders sporen achtergelaten. Het woord pak (pacht) is lange tijd in Taiwan gebruikt, en aan de westkust zijn nog inwoners te vinden met een lichte kleur haar, huid en ogen. Ook hebben de Hollanders diverse forten gebouwd, waarvan het belangrijkste Fort Zeelandia is, het bestuurlijk centrum van de VOC. Op dit moment worden de mogelijkheden onderzocht om de restanten van het fort - inmiddels ingekapseld in de moderne stad Tainan - te restaureren.
        
Intussen wordt in Taiwan ook gewerkt aan de opbouw van een nieuw Nationaal Museum voor Geschiedenis. De locatiekeuze, nabij Tainan, geeft al aan dat de VOC-periode een belangrijke plaats in het museum zal innemen. Voor het zover is, zal het National Palace Museum in Taipei (thuisbasis van de duizenden Chinese kunstschatten die de nationalist Chiang Kai-shek met zich meevoerde op zijn vlucht naar Taiwan, in 1949) volgend jaar zomer flink uitpakken met een VOC-tentoonstelling. Hiervoor geeft het Westfries Museum in Hoorn vrijwel de gehele collectie-VOC in bruikleen.
Marilou den Outer

Marilou den Outer is freelance journalist en onderhoudt een website over China en Taiwan:www.china-info.nl

De lange lijnen van de VOC
De VOC is wel een mammoettanker genoemd. Alles aan het bedrijf is groot en indrukwekkend, maar het was ook log en soms stuurloos. Het bedrijf verbindt de Europese en de Aziatische economie met een uitgebreid netwerk van handelsposten, forten en verversingsplaatsen. De lijnen zijn lang en informatie sijpelt maar langzaam door. Formeel is de leiding in handen van de zogenaamde `bewindhebbers' in Nederland, die in zes lokale kamers zijn georganiseerd. Zij sturen vertegenwoordigers naar de vergaderingen van de Heren XVII, het hoogste college. Ver weg in Batavia zetelt de Hoge Regering, onder leiding van een gouverneur-generaal, die soms een eigenzinnige koers vaart. En dan zijn er nog de bestuurders van de verschillende vestigingen in Azië, die weer hun eigen belangen hebben. In deze diffuse gezagsverhouding is het moeilijk alle neuzen één kant op te krijgen.
ICM 12.12.16
Lees verder…

Uitgebleven Indisch rechtsherstel bedraagt 36,5 MILJARD EURO

Foto: Tweede Kamer - Still Video

Na 74 jaar is de cijfermatige berekening van de slepende Indische Kwestie (het uitgebleven rechtsherstel voor de Indische gemeenschap) bekend. Op verzoek van Indisch Platform 2.0 heeft onderzoeksjournalist Griselda Molemans ten overstaan van de Vaste Kamercommissie van VWS haar bevindingen gepresenteerd op basis van archiefonderzoek in Nederlandse en buitenlandse archieven. De openstaande claims vertegenwoordigen een waarde van ten minste 36,5 miljard euro.

Videospeler
00:00
02:57:43

Een onafhankelijk bureau berekende op grond van indexatie en rente-op-rente de huidige waarde van de claims: de backpay (de nooit uitbetaalde salarissen over 3,5 jaar Japanse bezetting aan 82.000 KNIL-militairen en ambtenaren); de nooit uitbetaalde KNIL-pensioenen; drie buitenlandse compensatieregelingen voor oorlogsslachtoffers c.q. ontheemde gezinnen; en het naar de Federal Reserve in New York weggesluisde goud en geld van De Javasche Bank, de centrale bank van Nederlands-Indië.

Het afrondende onderzoeksdossier betreft de ontmanteling van de filialen van de Yokohama Specie Bank en de Bank of Taiwan, de Japanse banken die de oorlogsvoering financierden en waar het in beslag genomen geld, goud en diamanten van inwoners van de bezette kolonie gestald was. Teneinde inzage te krijgen in de afhandeling van deze individuele claims dient er toegang te worden gegeven tot afgegrendelde Nederlandse archieven.

Door de jaren heen heeft er slechts een minimale afkoop van het rechtsherstel plaatsgevonden onder de noemer van Het Gebaar: een moreel gebaar van 178 miljoen euro aan de generatie oorlogsslachtoffers uit voormalig Nederlands-Indië. De uitbetaling in 2003 tegen finale kwijting was op basis van ‘vermoedelijke gebreken in het rechtsherstel’. Twintig jaar na de onderhandelingen over Het Gebaar zijn deze gebreken op basis van bewijsmateriaal in kaart gebracht.

Aangezien rechthebbenden na de Japanse bezetting van de kolonie vrijwel niets van hun saldi uitbetaald hadden gekregen, betekende dit dat ze onder zeer armoedige omstandigheden een compleet nieuw leven in Nederland moesten opbouwen. Dit onrecht heeft meerdere generaties getekend. Volgens Peggy Stein, voorzitter van het Indisch Platform 2.0, kan er pas stilgestaan worden bij 75 jaar vrijheid in het jaar 2020 wanneer deze openstaande rekening vereffend wordt. ‘De Nederlandse Staat heeft 74 jaar lang symboolpolitiek bedreven. Het is tijd voor gerechtigheid.’
De Indische gemeenschap is een verzamelterm voor alle voormalige inwoners van de kolonie en varieert van Hollandse ambtenaren en militairen tot Indo-Europese, Molukse, Chinese, Toegoenese, joodse, Armeense, Papoea, Indo-Afrikaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders, aangevuld met zogeheten veiliggestelde Indonesische gezinnen van wie de vader voor de Nederlandse inlichtingendiensten werkzaam is geweest.

Indisch Platform 2.0 werkt samen met de Task Force Indisch Rechtsherstel. Sylvia Pessireron, voorzitter van de TFIR: ‘Mijn Molukse vader was sergeant bij het KNIL. Als het thuis over de Japanse bezetting ging, kon hij nauwelijks praten over de martelingen die hij heeft doorstaan. Waar hij ronduit furieus over werd, was dat hij over die periode geen soldij heeft ontvangen. Hij voelde zich enorm geschoffeerd.

Lees verder…

rob andreas: Indische kwestie | Debat Gemist

Op 1-10-2019 om 15:04 schreef rob andreas: Indische kwestie | Debat Gemist 
10897316056?profile=original

https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/indische-kwestie

Op 1-10-2019 om 15:04 schreef rob andreas van NINES aan Ferry om bericht onder de aandacht te brengen (Ferry sr.)

Met vol interesse heb ik maandag 30 sept. jl rondetafelgesprek te Den Haag met betrekking de Indische kwestie in de Tweede Kamer gevolgd via Life stream, .

Ik heb wel een mening,  standpunt in deze.

De bron van al deze slepende ellende van 70 jaar zit hem in het feit dat Drees en Lieftelink kost wat kost alle Indische gelden en het goud naar de NL Staat wilde brengen en buiten de boeken wilden houden,Inen het beleid geen 1 Indisch  Staatsburger uit voormalige Indie toe te laat staan te betalen. Het waren wel 381.000 waar het Indisch Platform zich nooit druk om heeft gemaakt.

GELD WAS DE DRIJFVEER.

Dit om de te korten door de Oorlog hier weer op te bouwen.
Velen die zich in de ontwikkelingen / tot stand komen van Traktaat van Wassenaar hebben verdiept zien dat Drees de 500.000 Staatsburgers in het voormalige Indie niet in Nederland wilde toelaten.
Staatsburgers betroffen Nederlanders, Indische Nederlanders, Joodse - en Molukse Gemeenschap.
VS heeft Drees sancties opgelegd bij het niet toelaten, werd o.a. Marshal hulp onttrokken en kredietwaardigheid van Nederland op nul gezet, zodat Nederland geen gelden konden lenen.
Van de 500.000 Indische Staatsburgers werden NIET toegelaten 159.000 ook wel de vergeten groep nu waar Omroep MAX zich om bekommert.
Ook zei DREES geen 1 gulden te willen besteden aan deze vluchtelingen uit voormalige Indie, en later de republiek Indonesie.
Een ieder die in Nederland aankwam diende gelijk een schuldverklaring te ondertekenen v.an 16.000 gulden nu 40.000 euro, bovenop alles zelf betalen de reis, verblijf en nieuwe woning
Nu worden de vluchtelingen beloond met 40.000 euro per jaar.

Vooraf tot stand komen van traktaat van Wassenaar (afsluiting) werd ruim 4,5 miljard betaald op de 600 miljoen ( waarde nu 9) miljard door de republiek Indonesie aan Ministerie van Stef Blok .
Uit meerdere bronnen putte Drees het geld uit het voormalige Indie alle banktegoeden (verzekeringen, pensioenen) werden weggesluisd.
Kredietplafond werd verhoogd , omdat NL garant zou staan voor de nieuwe republiek Indonesie (economisch opbouw).
Grisselda Molemans gaat uit van 37 miljard euro. Heeft vergeten al deze factoren erbij te betrekken en komt het bedrag op ruim 80 miljard dat NL Staat zich heeft verrijkt over het Indisch Geld.
Onlangs nog werden de Indische goudvoorraden nog naar Amsterdam gebracht door de onthulling van journaliste Grisselda Molemans.
De vraag die dan opkomt bij mij waar was het parlement (Tweede Kamer) toen ?
Nederland is toch democratisch land dat toen leek alleen geregeerd te worden door Drees?
Hoe is et mogelijk dat 381.000 Staatsburgers op deze wijze zijn behandeld, haar bezittingen gestolen, behandelingen die thuis horen onder de categorie strafrechtelijk, en het erge is dat de Ambtenaren van de verschillende ministeries hier aan 70 jaar aan hebben meegewerkt.

De vraag hoe kan je AOW fonds oprichten ????? Van niets ........... Daar heb je een beginkapitaal voor nodig om de buffers op te bouwen. AOW opgebouwd op Indisch bloedgeld !.

Niet onbelangrijk wiens belang behartigde in die jaren het Oude Indische Platform (IP) , die door NL - Overheid in het leven is groepen. Naast al die stichtingen zoals Pelita, IHC etc... die ook nog worden betaald door het Ministerie van VWS?
Het gaat om 381.000 Staatsburgers, schatting nu zo',n 60.000, die door het IP in de steek zijn gelaten. De focus van het IP is gericht uitsluitend op de groep ambtenaren Te denken dat deze alles vergoed hebben . Ook de 381.000 staatsburgers hebben hun backpay niet gehad, terwijl de republiek Indonesie eerst 4,5 miljard plus 689 miljoen hiervoor betaalde, bizar, schandelijk dat nooit voor deze groep is op gekomen.gaat om 381.000

Nog erger wordt dat het IP hiervan een Indische kwestie maakt en misbruik maakt om namens de Indische Gemeenschap te spreken die ruim 2 miljoen omvat, en slechts een achterban heeft van nog geen duizenden. Goed te horen dat ze nu de zaken bij VWS weghaalt, en de andere Ministeries gaat betrekken, gaat uiteindelijk om hun eigen ambtenaren in het voormalige Indie, dus een geschil tussen werkgever en werknemer, hier schat ik de kans groter dat dit slaag!

Verjaring van het verdrag Traktaat van Wassenaar ?

Welnee .... net als de gruwelijke politionele acties zal de Hoge Raad NL Staat verwijten van alle gerechtelijke dwalingen, en wellicht zullen er ook sancties opkomen !

Voorts heeft het ACTW-66 nog een ander wapen in de strijd gegooid om verjaring tegen te gaan.
In het rapport uitbetalen traktaat van Wassenaar staan al deze gruwelijke daden van Drees opgesteld door ACTW- 66, Actie Commite Wassenaar 1966

Tot slot sprak zich een kamerlid uit over de eendracht binnen de Indische Gemeenschap, deze is er wel, net als ICM voelen zij zich bedrogen door het IP en op het verkeerde been gezet, dus is ook het parlement op het verkeerde been gezet. Het IP was het strategisch wapen dat VWS in zetten om de werkelijke 381,000 gedupeerden van zich af te houden.

ICM heeft de afgelopen 19 jaar wel die eendracht getoond, desondanks de verschillende opvattingen, en de wetenschap altijd bezig had dat het IP namens en voor de Overheid handelde, en specifiek zich alleen op de Indische ambtenaren haar focus had gericht, en dit opblies onder het thema en politiek thema "De Indische Kwestie". Een zaak die gewoon thuis hoort bij hun oud-werkgever.  Dat ze vergaten dat waar het om gaat die 381.000 staatsburgers  als ambtenaar on haar hoede te nemen,

ICM steunde het IP o.a. bij die 10.000 handtekeningen dat tot KNIL uitbetaling leidde onder Martin van Rijn.. Zijn wel handtekeningen van van die overgebleven 381.000 Indische Staatsburgers.

ICM kent meer dan 100.000 lezers en dat vanaf 1999, die hebben alles in het archief staan, ook de leugenachtige uitspraken van nu !

Ferry Schwab sr.

Lees verder…

NINES Spijkenisse

10897419876?profile=originalNINES Spijkenisse

In onze editie van 10 september jl. stond abusievelijk vermeld dat NINES was opgeheven. NINES (Nazaten Indische Nederlanders en Sympathisanten) bestaat echter nog steeds en is nog volop actief voor de belangen van de Indische Gemeenschap.

Bron :  Hoofdredacteur Groot Nissewaard 27/9-2019


NINES Spijkenisse is op 13 februari 1980 ontstaan als onderafdeling van NINES Den Haag. Deze laatste vereniging werd in 2004 opgeheven, nadat het opgegaan was in het Indisch Huis. NINES Spijkenisse nam de taken van NINES Den Haag over.

NINES Spijkenisse is betrokken bij het organiseren van diverse evenementen, waaronder de Indische avonden met optredens van beroemde artiesten en bands zoals Jack Jersey, het Indische Dorp, een onderdeel van het Dunya Festival en Pencak. Daarnaast participeert NINES in ICM projecten en onderhoudt het samen met KBRI diplomatieke betrekkingen. Zo was het voor ICM Editor Ferry Schwab Sr. mogelijk persoonlijk zijn verhaal te doen bij de president van de republiek Indonesië.


Door de opheffing van NINES Den Haag ging het webportaal NINES Online over in een Indische Internetkrant, ICM - Online. Deze is een project van ICM Project & Events en heeft als missie 'het in beeld brengen van de huidige Indisch gemeenschap, het beheren en overdragen van de pallet het Indische cultuur erfgoed aan de volgende generatie en de Nederlander, met een knipoog naar Tempo Doeloe. Wat belangrijk is voor de Indische gemeenschap is het signaal geven naar politiek Den Haag voor "de niet opgeloste Indische Zaken.'

NINES voorzitter Rob Andreas nam o.a. deel aan de projecten Backpay/KNIL en ACTW-66 (Verdrag Traktaat van Wassenaar). Backpay/KNIL was een project van NICC samen met ICM/Nines , waarbij ruim 10.000 handtekeningen werden opgehaald die werden overgedragen aan het Indisch Platform met het mandaat Erkenning, excuses en compensatie. Eerst compensatie voor de Oorlogsslachtoffers, dan pas Backpay / Knil. De Rijksoverheid betaalde tenslotte € 25.000 aan 1100 Knillers.

Project ACTW - 66 (traktaat Wassenaar) werd op aangeven van ICM abonnees opgestart in 2015. NINES heeft een belangrijke rol gespeeld in de vormgeving van dit project. In 2017 is aan de hand van diverse onderzoeken en WOB verzoeken het "Rapport uitbetalen Traktaat van Wassenaar" verschenen. Het verdrag houdt in alle burgers (Nederlanders, Indische, Joodse, en Molukse mensen) die in de periode 1947-1966 verbleven in het voormalige Indie resp. in de republiek Indonesië recht hebben op een schade vergoeding. De campagne die van 2015 van start is gegaan, heeft als doel alle 60.000 gedupeerden te informeren over het bestaan van het traktaat, zodat ze alsnog hun claim kunnen indienen. Uitgesloten zijn de ambtenaren/ KNIL in dienst van de Indische Nederlandse regering. In 1966 werd het bedrag van 689 miljoen genoemd; nu gaat het om ruim negen miljard dat toekomt aan 50.000 /60.000 gedupeerden. De petitie die is opgesteld om op basis van het Traktaat van Wassenaar tot uitbetaling te komen, is inmiddels al door 15.548 mensen ondertekend.

Het verdrag Traktaat van Wassenaar is in 1966 ondertekend door de regeringen van Nederland en Indonesië. Het doel van de overeenkomst was dat de Indonesische regering aan Nederland het bedrag van 689 miljoen gulden zou betalen ter genoegdoening aan de Nederlandse staatsburgers, die huis, have en goed in Indonesië moesten achterlaten ten tijde van de repatriëring tussen 1947 en 1962. De Nederlandse regering heeft dit echter nooit aan de rechthebbenden uitbetaald. Het Traktaat is ondergebracht in de claim stichting ACTW66. Als u meent recht te hebben, schrijf u dan in als deelnemer via www.Icm-online.nl zodat ook namens u het proces wordt gevoerd. U kunt de stichting ook financieel steunen door een bedrag te storten op NL41 RABO 03977255 07 ten name van F. Schwab / ICM Online onder vermelding van donatieACTW 66. Vragen over de inhoud van deze petitie kunt u richten aan Ferry Schwab, Wouterskampen 68, 3849 BC Hierden, Of mail naar Schwab@kabelfoon.nl. Updates over het project vindt u op www.icm-online.nl.


Bron Groot Nissewaard 27/9-2019


Reactie ICM redactie.

NINES zat als delegatie lid in het oude Indisch Platform, waar het Gebaar tot stand kwam( 385 miljoen werd uitgekeerd aan betrokkenen die voor 15 augustus 1945 werden geboren), en had onderafdelingen in Spijkenisse, Tilburg en Groningen. Hiervan was Spijkenisse het meest actief. Net als het huidige ICM (Indische Internetkrant, voorheen NINES Online) volgde NINES Spijkenisse zijn eigen koers. Zijn ook zeer content niet in die Indische huisjes en zaakjes  verzeild te zijn geraakt. NINES Den Haag ging samen met het Indisch huis. U weet wat voor Indische soap hier uit is voort gekomen, die de basis legt aan het Sophia-hof van nu.  ICM / NINES is de andere keerzijde van de medaille als het om de Indische zaken gaat. ICM / NINES staat letterlijk voor de Indische Gemeenschap  en is overal in het land. De 381.000 staatsburgers die het land Indonesie uit moesten vluchten met achterlatend van al hun bezittingen, en banktegoeden. Vervolgens hier in Nederland alles zelf hebben moeten betalen de reis, pension, en nieuwe woning.   Bizar is  ook  nog als via traktaat van Wassenaar de republiek  de schadevergoeding compenseerde.  Hier een voorbeeld dat het Indische Platform  alleen voor zijn eigen toko opkomt namelijk alleen de ambtenaren / Knil in dienst van de Indische Nederlandse regering.  Wie is de achterban van IP, nog geen 5000 man.  381.000 staatsburgers heeft het Indisch Platform in de steek gelaten  in deze 70 jaar. Deze was alleen gespitst op back/knil waar hun doelgroep uitbestaat.

Niet op de oudjes in Indonesie  ( bekend van Omroep Max), de groep die onder de bersiap hebben te leiden , en die hun ouders in Nederland hebben opgevangen, en niet onbelangrijk het traktaat. 

Ook alle leden van de Tweede Kamer zijn op het verkeerde been gezet door dit Indisch Platform, bizar!

Lees het boek Andijvilucht van Grisselda Molemans; Citaat bij aankomst in Nederland moesten deze Indische Staatsburger gelijk een schuldverklaring tekenen van 16.000 gulden = 40.000 euro.


Wilt meer weten schwab@kabelfoon.nl

Lees verder…
En het leed van onze vaders en moeders dan?’

OPINIE Hans Moll, Federatie Indische Nederlanders

Het Haagse gerechtshof oordeelde dinsdag dat Nederland zich niet kan beroepen op verjaring van geweld en executies door Nederlandse militairen in 1947 in voormalig Nederlands-Indië. Begrijpelijk, vindt Hans Moll. „Maar ook schrijnend voor ons Indische Nederlanders.”

Anno 2019 ontkent niemand dat er tussen 1945-1950 misdaden zijn begaan door Nederlandse militairen, maar in de beeldvorming lijken Indonesiërs inmiddels de enige slachtoffers. De erkenning van het leed van (Indische) Nederlanders staat in schril contrast met de wijze waarop Indonesisch slachtofferschap gehoor vindt. Nederlandse slachtoffers blijven stuiten op een muur van onbegrip en ontkenning.

Ook mijn moeder heeft ooit voor een commissie gezeten waar ze moest vertellen wat haar was overkomen. Ze hoopte in aanmerking te komen voor een aanvulling op haar bijstandsuitkering in het kader van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Mijn moeder was een zogeheten ’buitenkamper’; omdat zij van moederszijde ’inlandse’ grootmoeders had, kon zij buiten de kampen blijven.

Door de oorlog was in Indië hongersnood ontstaan. De niet-geïnterneerde blanken - Duitsers, Zwitsers, Italianen - hadden geen middelen van bestaan anders dan via ruilhandel. Mijn moeder fungeerde in die informele handel vaak als koerier. Steeds lag daarbij ontdekking door de Kempeitai (de Japanse Gestapo) op de loer.

Een keer stapte ze uit de trein en zag dat een razzia gaande was op het perron. Mensen moesten tonen wat ze bij zich hadden en werden afgeranseld als er verboden waar bij hen werd aangetroffen. Ze werd niet gefouilleerd, maar hield er wel een levenslange angst aan over voor het openbaar vervoer.

Na de overgave van Japan brak de onafhankelijkheidsstrijd aan, de Bersiap. Mijn moeder moest enkele keren vluchten voor met bamboesperen en kapmessen gewapende Indonesiërs. In Batavia kwam ze te werken bij de inlichtingendienst van het KNIL. Daar kwamen de foto’s en verslagen binnen van moordpartijen onder (Indische) Nederlanders, Chinezen, Ambonezen en van sympathie met de Hollanders verdachte Indonesiërs. Ze waren vaak getjintjangd, in stukken gehakt.

Mijn moeder is overleden in een verzorgingshuis in Diemen waar ze niet naast het tuinraam wilde zitten, want in de struiken kon wel een sluipmoordenaar zitten. Soms zat ze te rillen van angst omdat ze bang was dat ze naar Indië zou worden teruggestuurd.

Mijn vader, ook een Indische Nederlander, die bij het KNIL zat, kwam in een ’Jappenkamp’ terecht. Hij overleed twee jaar nadat hij vervroegd met pensioen was gegaan. In zijn nalatenschap vond ik papieren van een uitkeringsarts. Daarin stond iets over de ontberingen die hij moest ondergaan in het kamp: mishandelingen, beri beri, dysentrie. Volgens zijn tweede vrouw leed hij die laatste twee jaar aan nachtmerries, vaak over de Bersiap. Erover praten wilde hij niet.

Mijn moeder moest voor de Wubo-commissie vertellen wat haar tijdens de oorlog was overkomen. Voordat de aanvraagformulieren helemaal waren ingevuld en uiteindelijk na lang doorvragen, was er ook uitgekomen wat ze tot dan toe nooit had verteld. Een verhaal dat hoort bij alleenstaande, jonge en mooie vrouwen en vijandige, jonge soldaten tijdens een oorlog. Na die eerste vernedering en de vernedering van het vertellen aan vreemden, volgde de derde, toen de keurig geklede, Hollandse heren op leeftijd na beschaafd te hebben geluisterd, zeiden: „Ja, we geloven u, maar het is natuurlijk niet te bewijzen.”

Mijn vader is nooit gecompenseerd voor de gederfde soldij in krijgsgevangenschap. Mijn moeder kreeg geen uitkering van de Wubo. Tegen het licht van de uitspraak van het hof schrijnt dat.

Hans Moll is voorzitter van de Federatie Indische Nederlanders

Lees verder…

Beroep op verjaring verworpen

Beroep op verjaring verworpen
10897418275?profile=original

Geweld en executies in Nederlands-Indië te verwijtbaar door 

DEN HAAG Nederland kan zich niet beroepen op verjaring bij de schade die Nederlandse militairen in 1947 hebben veroorzaakt door geweld en executies in voormalig Nederlands-Indië. Dat heeft het Haagse gerechtshof gisteren besloten in twee zaken die waren aangespannen door oud-strijder Yaseman en enkele kinderen van geëxecuteerden.

Advocaat Liesbeth Zegveld hoopt dat deze uitspraak de deur opent voor een collectieve regeling voor kinderen van slachtoffers in Nederlands-Indië. Defensie vreest dat de groep die aanspraak maakt op een schadevergoeding steeds groter wordt.

Nederland verzette zich tegen de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië in 1945, waarna militairen met geweld en executies probeerden het koloniale gezag te herstellen. In 1947 vonden op Zuid-Sulawesi (destijds Zuid-Celebes) ’zuiveringsacties’ plaats. Yaseman werd bovendien gemarteld tijdens Nederlands gevangenschap op Oost-Java. Uiteindelijk werd in 1949 de republiek erkend. Nabestaanden en kinderen spanden een rechtszaak aan omdat ze vonden dat ze recht hadden op een schadevergoeding.

De Staat vond dat er sprake was van verjaring, omdat het gaat om gebeurtenissen van ruim zeventig jaar geleden. Op een zeker moment moet je ergens een streep onder kunnen zetten, zo redeneert Defensie, aangezien feiten zoveel jaar na dato niet meer zijn vast te stellen.

Het gerechtshof heeft die bezwaren afgewezen. Het hof vindt dat ’de buitengewone ernst en de grote mate van verwijtbaarheid van het gebruikte geweld verjaring in de weg staan’. Ook stelt het hof dat het weliswaar lastig is om de zaken van de – inmiddels bejaarde – kinderen te bewijzen, maar dat de Staat die problemen vooral aan zichzelf te wijten heeft. Nederland heeft destijds niet gedocumenteerd wie werd doodgeschoten of mishandeld.

Volgens advocaat Geert-Jan Knoops, deskundige internationaal recht, past deze uitspraak in een ontwikkeling. In het (inter)nationale recht accepteren rechters een beroep op verjaringstermijnen door een staat bij ernstige misdrijven steeds minder. „Zo oordeelde de rechtbank Den Haag op 14 september 2011 in de ’Ragawede-zaak’ ook dat een beroep op verjaring voor een deel van de vorderingen moest worden afgewezen.” Die zaak had eveneens betrekking op executies van het KNIL, ditmaal op 9 december 1947 in Ragawede in Indonesië, waarna weduwen en een overlevende een zaak aanspanden. Zij kregen een schadevergoeding.

Nieuw aan de uitspraak is dat nu ook kinderen van slachtoffers door handelen van de Staat in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Dat zou de deur kunnen openen naar vergoedingen als gevolg van schade door de slavernij.

Advocaat van de slachtoffers Liesbeth Zegveld is dolblij met de uitspraak. Ze hoopt dat deze uitspraak tot een collectieve regeling voor kinderen van slachtoffers uit Nederlands-Indië leidt. „Voor weduwen bestaat zo’n regeling al. Zij hebben recht op 20.000 euro als ze met een relatief lage bewijsvoering van het leed komen. Het zou chique zijn als ook de kinderen gelijk een beroep op een regeling kunnen doen.” Zegveld denkt dat deze uitspraak deuren kan openen voor schadevergoedingen bij recente gevallen van koloniaal geweld.

De rechtbank moet nu vaststellen of de eisers ook echt een kind zijn van de mannen die in 1947 zijn geëxecuteerd. Zij krijgen dan een vergoeding voor de kosten van levensonderhoud voordat ze volwassen waren, maar geen smartengeld, bepaalde de rechtbank eerder. Het hof liet dat in stand. In de zaak van de inmiddels overleden Yaseman was de Staat al schadeplichtig gesteld door de rechtbank. Het hof bekrachtigt dat nu. Yaseman heeft 5.000 euro aan smartengeld ontvangen. Defensie kan nog niet zeggen of er beroep wordt aangetekend.

Lees verder…

Leo Blokhuis schrijft eerbetoon aan Indo's: 'Zij leerden ons hoe je met de elektrische gitaar omgaat'10897412094?profile=originalIndo's die in de jaren vijftig uit Indonesië moesten vertrekken, kregen in Nederland een kille ontvangst. Als ze al werden toegelaten. Leo Blokhuis vertelt hun aangrijpende verhaal in zijn eerste roman Blauwe Zomer. Een eerbetoon aan een vergeten generatie.

Op het podium van café De Zwarte Ruiter aan de Grote Markt staan de Crazy Rockers grapjes te maken. ,,Hebben jullie er zin in, let's have a party'', roept frontman Woody Brunings (81). De band speelt Jailhouse rock. Er wordt gedanst in de zaal en achter de tafel waarop stapels boeken liggen. ,,Wat klinken ze nog goed'', zegt een vrouw.

Dit is mogelijk de meest swingende presentatie van een roman die er ooit is geweest. Voor indoband de Crazy Rockers is het bekend terrein: zij swingden hier al als jonge pikkies in 1960, toen de zaak nog La Gaité heette. Leo Blokhuis (57) was toen nog niet geboren.

De 'popprofessor' is al een tijd gefascineerd door de muziek uit de jaren 50 en 60. ,,De Nederlandse rock-'n-roll is ondenkbaar zonder indobands. Zij leerden hoe je met de elektrische gitaar omgaat. The Motions en Golden Earrings kwamen pas later'', vertelt Blokhuis.

Ik zei een keer op tv per ongeluk 'Indonesiërs' en werd daar direct op aangespro­ken

Leo Blokhuis

,,Ik zei een keer op tv per ongeluk 'Indonesiërs' en werd daar direct op aangesproken.'' De emotie waarmee dat gebeurde, was nieuw voor hem. Hij kende de geschiedenis van de Bersiap niet. Op school leerde je niets over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd met rebellen (pemuda's) in 1945 na de capitulatie van Japan. En Blokhuis heeft 'geen enkele druppel Indisch bloed'. Maar dat bewogen verhaal, waar Indo's meestal over zwijgen ('Soedah, dat is voorbij'), daar wilde hij meer mee doen. Niet in de vorm van een non-fictie boek, zoals Haags speelkwartier (over muziekhandel Servaas), maar in een roman.

Soerabaya

De auteur neemt ons mee naar het Soerabaya van de jaren vijftig, waar Chris Buisman in de tuin op zijn gitaar speelt. Hij hoort de eerste rock-'n-roll via Amerikaanse zenders op de Filipijnen. In diezelfde tijd ziet Hagenaar Johan Berkenbosch in bioscoop Thalia de film Rock around the clock en koopt zijn eerste singletje. Hij luistert er stiekem naar, want zijn strenggelovige vader wil de 'oerwoudmuziek' niet in huis hebben.

Beide jongens ontmoeten elkaar in 1958 bij een muziekhandel in de Boekhorststraat, waar Chris met zijn broer en een vriend laten horen hoe je rock-'n-roll speelt. Ze beginnen de band de Rocking Blue Boys en spelen voor volle zalen in het Moors Paleis in de Haagse dierentuin, de Marathon en La Gaité. Ze hebben zoveel succes, dat ze voor veel geld mogen optreden voor Amerikaanse soldaten in Frankfurt, Hamburg en Stuttgart. De jongens zijn maanden van huis, kopen auto's, instrumenten, hebben vriendinnen.

Het is geen schelmenro­man

Leo Blokhuis
?appId=21791a8992982cd8da851550a453bd7f&quality=0.7
© uitgeverij Ambo Anthos

,,Maar het is geen schelmenroman'', zegt auteur Blokhuis. Bandleider Chris wordt achtervolgd door wat hij heeft gezien in de Bersiap-tijd, de angst die hij toen voelde. Hij was gevlucht uit zijn moederland als verstekeling op een schip. Zijn ervaring is geen fictie, maar de harde werkelijkheid voor veel Indo's, het verleden dat ze liever wegstoppen.

Blokhuis deed ruim zeven jaar research om het personage Chris overtuigend neer te zeten. Hij sprak met veel mensen, las boeken, bezocht plekken in Indonesië. ,,Johan was bekend terrein voor mij, dat wist ik wel'', vertelt de auteur die als domineeszoon enigszins vertrouwd is met het christelijke milieu van de bassist van de band.

Maar de lotgevallen van Chris, dat was andere koek. Als hij in Nederland aankomt, wordt hij eerst acht maanden opgesloten en moet hij wasknijpers draaien. De overheid vertrouwt de Indo's niet, omdat ze 'oosters geöriënteerd' zijn. Met zijn moeder belandt Chris in een contractpension in Scheveningen, waar de hospita zegt: ,,Dit is wat anders dan een hutje in de tropen.'' Hier was de oorlog veel erger geweest, want mensen aten tulpenbollen, terwijl er in Indië kokosnoten volop waren. Op straat schreeuwt men 'pinda' naar Chris.

Dit is een eerbetoon aan alle Indische Nederlan­ders!

Leo Blokhuis

Compliment

Blokhuis raakt geëmotioneerd als hij een eerste reactie op zijn boek aanhaalt. Een tweet van een hem onbekende zoon van een Indische man herkende het verhaal. Voor de auteur voelt dat als een groot compliment, zijn boodschap is overgekomen. ,,Dit is een eerbetoon aan alle Indische Nederlanders!''

Het schrijfproces was voor Blokhuis een ontdekkingsreis, waarin hij een tipje van de historie kon oplichten. Hij raakte onder de indruk van de hartelijkheid waarmee hij overal werd ontvangen. ,,En altijd kwam er wel bami of wat anders op tafel.'' Ook bij de presentatie van zijn boek zijn er veel omhelzingen.. Thuis probeert hij Indische recepten uit als hij kookt voor zijn vrouw. ,,Ik kan al rendang maken.''

Op het podium sluiten de Crazy Rockers hun show af met Bye, Bye. Ze stonden model voor de Rocking Blue Boys. Bandleider Woody Brunings las de manuscripten na op historische feiten. Hij is erg blij met de roman, waarvan hij het eerste exemplaar mocht ontvangen. Blokhuis: ,,Zonder hem was dit boek niet mogelijk geweest.''

Zonder iets te verklappen, vertelt Blokhuis dat hij het einde van de roman vrij vroeg had bedacht. ,,Kopen dat boek'', klinkt er vanaf het podium.

Blauwe Zomer, Ambo Anthos 21,99 euro, Leo Blokhuis wordt op vrijdag 4 oktober om 19.00 uur geïnterviewd over zijn roman in boekhandel Paagman aan de Frederik Hendriklaan in Den Haag.

Elke ochtend het nieuws uit Den Haag in je mailbox? S

Lees verder…

Column : Rolo E. Lapré opmaak, 7 december 2016

10897349291?profile=originalColumn : Rolo E. Lapré    opmaak, 7 december 2016

 

foto : Voorpagina Telegraaf 1959

De Telegraaf van 2 december 2016 kopt : 1) “Kabinet maakt ommezwaai -Toch nog onderzoek naar Indië”. 2) Vervolgens op  pagina 2- VVD schrapt eis onderzoek naar geweld Indische zijde. 3) Met als thema’s:  Onderzoek niet uit budget van Defensie – Complete Hollandse gezinnen uitgemoord – Staat blijft op gepaste afstand – Veteranen zijn al ingelicht over studie.

 

Laat ik beginnen bij  punt 1: Het is geweldig dat er eindelijk een onderzoek komt. De zoveelste? Maar geeft geen uitstel voor het uitvoeren van het Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966, in Staatsblad 183, uitgebracht in 1969 onder nr. 397 in Artikel 3.

a) Is dat om in het NL-Budget te verantwoorden dat er een groep Nederlanders naar Yogyakarta zijn vertrokken voor studie (Welke? Wat mag dat kosten?).

b) Hoe komt het dat Mark Rutte als historicus wederom een poging doet om verwarring te veroorzaken binnen zijn eigen Nederlands Indische Gemeenschap. 

De Nederlandse Staat blijft op gepaste afstand? Wat een hypocrisie Mark Rutte, U als historicus?

 

Tot slot, dit onderzoek heeft niets te maken met het “Verdrag Tractaat van Wassenaar 1966”. Is dat niet een schaamteloze vertoning van een Min. President van een democratisch land dat “Mensenrechten” voorstaat en “Discriminatie” veroordeelt?

Ik kom hier later op terug bij mijn uitleg TvW66.

c) De Telegraaf als onafhankelijke media die zich zo laat meeslepen, in de voor de Nederlands-Indische Gemeenschap, het in verwarring brengen cq. ze op het verkeerde been zet met zo’n bericht. Gaat het dan alleen nog maar om de verkoopcijfers?

Vervolgens gebruikt zij ook nog een onduidelijke aanduiding met de woordkeuze van “Indische zijde” m.b.t. de harde voorwaarde om het openen van de Indonesische archieven. Volgens mij moet het zijn : “schrapt de eis van de “Indonesische zijde”.

Eindelijk neemt Nederland zijn eigen verantwoordelijkheid in deze historische kwestie.

 

Ten overvloede :

Het onderzoek over misdrijven door wie dan ook moet ALTIJD goed en adequaat worden onderzocht. Dat geeft o.a. het bestaansrecht van een democratisch en niet- discriminerend land.  

 

Uitleg TvW66 te Wassenaar :

1) Het “Verdrag Tractaat van Wassenaar 1966”, Staatsblad 183, uitgebracht in 1969 onder nr. 397 waar in Artikel 3 onder punt 1 staat dat Indonesische regering en de Nederlandse regering zijn overeengekomen: Dat Indonesië Hfl. 600 miljoen  plus rente 89 miljoen zal overmaken naar  “De Nederlandse Bank N.V.” on the books of “De Indonesische Overzeese Bank N.V.” ten behoeve van de schade die is geleden door de Nederlands-Indische Gemeenschap etc. etc.  

10897330276?profile=original10897350652?profile=originalDit besluit is ondertekend door destijds voor Nederland Min. J. Luns en voor Indonesië door Sultan Hamengku Buwono (Sultan van Yogyakarta). Origineel in bezit van het ACTW66.

 

2) Indonesië heeft dit bedrag in 2003 afbetaald. Inmiddels is het volgens de deskundigen al meer dan € 2.4 miljard waard en is het onder het beheer van de Min.v. Buitenlandse Zaken. Deze heeft Staatssecr. Martin van Rijn de opdracht gegeven dit bedrag uit te keren aan de RECHTHEBBENDEN (de TOENMALIGE vluchtelingen en bedreigde NIG).

De eerste stap is gezet door het Kabinet: De toenmalige KNIL-ers en Ambtenaren krijgen hun achterstallige salarissen uitgekeerd. Waarom dan wachten om de volgende twee stappen uit te voeren?

 

3) Dit punt staat reeds lang op de agenda van de Tweede Kamer voor bespreking. Echter steeds weer wordt dit punt voor hen uitgeschoven i.v.m. de prioriteiten keuze.

Waaraan voorbij wordt gegaan, ook door de leden van de Tweede Kamer is :

a) Hoe oud zijn inmiddels de Rechthebbenden en hoeveel zijn er nog in leven?

b) Is dat de reden om te wachten, zodat er nog maar 7 daarvan in leven zijn?

Mark Rutte als historicus kent toch het verhaal van “Rawagedeh”?

Daarmee is ook gewacht tot er 7 vrouwen waren overgebleven (met dank aan Liesbeth Zegveld) die ieder € 20.000,= kregen uitgekeerd (op een onacceptabele manier).

 

Vandaar dat er een Actiecomité TvW66 is ontstaan o.l.v. Rob Andreas - F. Schwab (Sr) - Marshal Manengkei. Zij zijn begonnen met een Petitie rond te sturen.

De Petitie heeft 3 betekenissen :

a) Het bekend stellen van het Verdrag Tractaat van Wassenaar 1966 aan de onwetend gehouden NIG.

b) Met het verzamelen van handtekeningen doet het ACTW66 een poging de Tweede Kamer te verzoeken hier meer aandacht aan te willen besteden.

c) Dit i.v.m.: 1) Het schenden van Mensenrechten – 2) Het gevoel bij de NIG steeds weer gediscrimineerd te worden als eigen bevolkingsgroep -  3) Via de Volksvertegenwoordigers forceren een antwoord van het Kabinet te verkrijgen, wat de reden is van het uitstellen van compensatie aan de Rechthebbenden.

 

Het zou mij verbazen als allen die het niet eens zijn met deze discriminerende handelwijze van het Kabinet, dit niet via de ondergetekende petitie zouden hebben laten blijken ter ondersteuning van het ACTW66.

 

Lees verder…

Zwarte Sinterklaas

Niet uitpakken maar inpakken. Voor de Nederlanders in Indonesië was 1957 het jaar van Zwarte Sinterklaas. 

10897345264?profile=original

Op 5 december kwam de mededeling dat ze voorgoed het land moesten verlaten. Het was de climax van de anti-Nederlandse stemming die al maanden heerste in de voormalige kolonie. En daar gingen ze... richting een voor velen onbekend vaderland. 
Andere Tijden, donderdag 6 december, 21.25 uur, Nederland 2

 

Terwijl iedereen in Nederland op Sinterklaasavond in1957 vrolijk pepernoten at en cadeautjes uitpakte, was de Sinterklaasviering in Indonesië omgeven door een zwarte rand. Alsof het een Sinterklaassurprise betrof, hoorden de 50.000 Nederlanders op 5 december dat ze Indonesië moesten verlaten. Van een echt ontspannen feestje was toen geen sprake meer. Lange tijd waren er al spanningen in Indonesië en de haat tegen de Nederlanders was hoog opgelopen. Toch had niemand van de Nederlandse gemeenschap erop gerekend dat ze echt weg zouden moeten. Maar de Indonesische regering pikte het niet meer. Nog altijd gedroegen de Nederlanders zich alsof het land van hun was, terwijl Indonesië al sinds 1949 onafhankelijk was. Bovendien viel Nieuw-Guinea nog onder Nederlands bestuur, geheel tegen de zin van de Indonesische regering in.

Twee pijnlijke zaken, die in december 1957 tot uitbarsting kwamen. Al weken scandeerden de nationalisten tijdens massademonstraties leuzen als "Weg met de Belanda" en "Ilias Belanda linjap dari Irian Barat"; Hollandse ratten, verdwijn uit Nieuw-Guinea. Daarbij flink aangevoerd door nationalistische toespraken van Soekarno. Het hek was van de dam toen de Verenigde Naties (VN) op 29 november 1957 besloot dat Nieuw-Guinea toch onder Nederlands bestuur bleef. De Indonesiërs gingen over tot bezetting van de Nederlandse bedrijven. Duizenden Nederlanders moesten de maanden daarna uit Indonesië vertrekken.

Ruurd Koopmans en zijn vrouw

Nederlandse bedrijven de baas

Als militair kwam de Nederlander Ruurd Koopmans in 1946 in Indonesië terecht. Lang duurde zijn militaire loopbaan in Indonesië niet, na de eerste politionele actie werd hij gedemobiliseerd. Hij besloot in 1948 bij de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) in Jakarta te gaan werken. Koopmans: “Ik wilde heel graag in Indonesië blijven. Ik zal er geen doekjes om winden, ik wilde daar carrière maken. Natuurlijk wilde ik ook goed doen voor het land, maar de broodwinning stond voorop. Het was een opbouwperiode, die eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog en het was niet makkelijk". Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 bleven de Nederlanders zich nog altijd gedragen alsof ze de baas waren in het land. Ze behielden vaak hun koloniale bezit en de oneerlijke economische verhoudingen bleven vrijwel gelijk. Heel verrassend was dat niet, want zo was het officieel vastgelegd bij de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag in 1949. De Nederlandse bedrijven hadden daar bedongen dat zij in het onafhankelijke Indonesië ongelimiteerd zaken konden blijven doen. Dat was opgetekend in de Financieel Economische Overeenkomst. De Nederlandse bedrijven konden gebruik maken van allerlei voordelige regelingen, zodat de winst optimaal was. De Indonesische regering was politiek dan wel onafhankelijk, maar economisch volstrekt niet. Dat ging wrikken. Die economische afhankelijkheid was pijnlijk zichtbaar bij de scheepvaartverbindingen tussen de talrijke eilanden van de archipel. Dat was praktisch het monopolie van de KPM. Indonesië zou graag de KPM in handen krijgen. Dat zou een uitstekende basis kunnen vormen voor de Indonesische handel. Maar dat bleef een droom. Daar was geen geld voor.

Voor de Indonesische regering was het wel haalbaar om op microniveau maatregelen door te voeren om de economische macht van de Nederlanders in te perken. Pragmatische politici begonnen daarom begin jaren vijftig met de zogenaamde "indonesianisasie". Die politiek was erop gericht om zoveel mogelijk economisch bezit in handen van Nederlanders, geleidelijk over te hevelen naar de Indonesische bevolking. Ook het Indonesisch personeel moest op hogere posities komen. Nederlandse bedrijven met een sleutelpositie, zoals de spoorwegen, elektriciteit - en gasbedrijven kregen als eerste met deze maatregelen te maken. Indonesiërs richtten een eigen handelsvereniging op om het monopolie van de "Big Five", de vijf belangrijkste Nederlandse handelshuizen, te breken. Ook reserveerde de regering importvergunningen exclusief voor eigen Indonesische importeurs, ten nadele van de Nederlandse ondernemers. Later volgde de regel dat 70 % van het personeel in Nederlandse bedrijven Indonesisch moest zijn. Maar het ging moeizaam. De Nederlanders stonden niet te springen om Indonesisch personeel op hogere functies of in het management te plaatsen. De scheiding tussen de Nederlandse gemeenschap en de Indonesische bevolking bleef groot. De Nederlanders leefden geïsoleerd van de Indonesische bevolking. Constance Huydecoper, echtgenote van de eerste secretaris van de Nederlandse vertegenwoordiging in Jakarta, herinnert zich dat het haar bij aankomst in 1957 opviel, dat er in het centrum van die immens grote gebouwen stonden van Nederlandse bedrijven: "Het enige Indonesische dat je op het grote centrale plein zag, waren de Indonesische bedienden die daar rondfietsten om ons, de Nederlanders, te bedienen".

Om Nederlandse bedrijven te dwingen meer Indonesiërs op hogere functies te plaatsen, beperkte de regering het afgeven van werkvergunningen aan Nederlanders. Dit ontmoedigingsbeleid moest er op lange termijn toe leiden dat Indonesiërs de bedrijven helemaal zouden overnemen. Voor de radicale nationalisten ging dat "op de lange termijn denken" veel te langzaam. Zij wilden de "koloniale economie" per direct omzetten in een nationale economie. En Nieuw-Guinea moest Indonesisch worden. Hun radicale opstelling versterkte de nationale gevoelens en de anti-Nederlandse stemming. Eind 1957, in aanloop naar de stemming in de VN over de status van Nieuw-Guinea, liepen de spanningen hoog op.

“Jaag de Nederlandse honden weg”

"Serahkan Irian Barat" (Laat West Irian los) en "Usirl andjin belanda dari R.I." (Jaag de Nederlandse honden weg uit de Republiek Indonesië); overal in Indonesië stonden deze leuzen op de muren gekalkt. De sfeer werd in deze laatste maanden van 1957 steeds grimmiger. De twee strijdpunten waren Nieuw-Guinea en economische zelfstandigheid. Men wilde af van het juk van de "koloniale" Nederlanders. De Indonesische regering stelde zich gematigder op dan de nationalisten, maar ging wel akkoord met de start van een landelijke Nieuw-Guinea campagne. De coördinatie kwam in handen van het “West Irian bevrijdingscomité”, geleid door de minister van Voorlichting, Subidjo. Dit bevrijdingscomité streefde naar het verbreken van de diplomatieke betrekkingen en nationalisatie van de Nederlandse bezittingen. Op 28 oktober 1957 startte de Nieuw-Guinea-campagne. Een joelende en schreeuwende mensenmassa stroomde toe op het plein voor het gebouw van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging. Constance Huydecoper zag het vanaf het "platje" op het dak, waar ze altijd met haar man koffie dronk: "Ze verbrandden een stropop en schreeuwden dat de Hollanders, Belanda, dood moesten. Wij waren in hun ogen echt vijandige en ellendige figuren. De Hollanders kregen ook al geen invitaties meer om op nationale feestdagen te komen op het paleis van Soekarno. Wij waren niet meer welkom".

De demonstranten trokken brullend door de straten. Op gebouwen van Nederlandse bedrijven en auto's van Nederlanders schreven ze anti-Nederlandse teksten en woningen van Nederlanders werden geplunderd. De schrik zat er goed in, maar na een aantal dagen nam het leven zijn gewone loop. Nederlandse ondernemers waren op hun hoede en drongen er bij de Nederlandse regering op aan zich soepeler op te stellen met betrekking tot Nieuw-Guinea. Zij zagen de bui al hangen. De nationalisten hadden immers aangegeven dat ze alle bedrijven zouden bezetten, als de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Luns weigerde over de status van Nieuw-Guinea te onderhandelen. Om de druk op te voeren bezetten nationalisten op 10 november 1957 "De Djakartaclub" en de Nederlandse jachtclub in Tandjong Priok, de haven van Jakarta. Beide instituties golden voor Indonesiërs als dé symbolen van het Nederlands kolonialisme. Nederlanders kwamen in die clubs regelmatig bij elkaar om te eten en elkaar te ontmoeten. Constance Huydecoper kwam daar ook wel eens, maar ze zag er nooit een Indonesiër; alleen maar blanken.

Massademonstraties, spontane werkonderbrekingen en stiptheidsacties van het Indonesisch personeel volgden elkaar in rap tempo op. Propagandistische radio-uitzendingen stonden in het teken van anti-Nederlandse stemmingmakerij. In Jakarta, Bandung, Surabaja en Malang mochten Nederlanders niet meer in restaurants en bioscopen komen. In winkels negeerde het personeel de Nederlanders en bij benzinepompen mochten ze niet meer tanken. Op straat gold voor hen een parkeerverbod, en parkeerde men toch, dan werden de banden lek gestoken. Constance Huydecoper: "De sfeer was niet goed, wij hadden een speciale nachtwaker die waakte over de banden van onze auto, dat ze niet lek geprikt zouden worden door anti-Nederlandse oproerkraaiers”.

Met de bus had ook geen zin, omdat Nederlanders geen gebruik mochten maken van het openbaar vervoer. De sfeer was zeer broeierig. Libert Hol, wiens vader bij de gasfabriek OGEM werkte, vertelt dat vrijheidsstrijders in de wijk waar hij woonde Nederlandse fietsers dwongen te stoppen en geld eisten in het kader van de vrijheidsstrijd voor Nieuw-Guinea. “Het was duidelijk voelbaar dat alles wat blank was, fout was", zegt Hol. Constance Huydecoper merkte dat andere buitenlanders contacten met Nederlanders uit de weg gingen: "De Amerikanen spraken niet meer met ons, noch de Fransen, de Belgen, noem maar op. In het geheim hadden we contacten met de Australiërs. Er was drie weken geen water omdat de leidingen kapot waren, wellicht sabotage, gelukkig mochten we bij de Australiërs onze emmers vullen. De Australiërs beschikten over het oostelijke deel van Nieuw-Guinea, misschien dat ze zich om die reden soepel opstelden ten opzichte van de Nederlanders”.

De stemming over de status van Nieuw-Guinea op 29 november pakte negatief uit voor Indonesië. Nieuw-Guinea bleef onder Nederland bestuur. De chaos was compleet toen ook nog een aanslag op Soekarno werd uitgevoerd. De geest was uit de fles.

38213859

Militaire Managers

Na de negatieve uitslag van de stemming in de VN over Nieuw-Guinea verloor de Indonesische regering de regie. Radicale nationalisten hadden de landelijke Nieuw-Guinea campagne aangegrepen voor hun eigen doeleinden. De vakbonden zweepten Indonesisch personeel op voor een 24-uurs staking en om de talloze Nederlandse bedrijven te bezetten. Toch leek op 3 december alles dusdanig rustig, dat Ruurd Koopmans gewoon aan het werk ging op het KPM - hoofdkantoor. Maar die rust duurde niet lang. Het imposante gebouw van de KPM in Jakarta, al lang hét toonbeeld van koloniale overheersing, bleek het eerste doelwit. Koopmans hoorde ineens een hoop lawaai en geschreeuw uit de directiekamer, één verdieping boven hem; "Het leek wel een roofoverval! Alarmerend, ik heb onmiddellijk al het kasgeld en de belangrijke documenten in de kluis gestopt, de kluis direct gesloten en de sleutel verstopt. Maar het waren geen roofovervallers, het waren leiders van de vakbond van het Indonesisch KPM personeel. Zij stonden bekend als notoire raddraaiers. Ze eisten de overgave van het bedrijf".

De Nederlandse chefs kregen te horen dat zij uit hun functie ontheven waren en dat zij hun taak moesten overdragen aan een personeelslid. Koopmans: "mijn 'opvolger' was één van mijn Indonesische ondergeschikten. Hij was duidelijk niet gecharmeerd zijn nieuwe functie, maar durfde niet te protesteren tegen de intimidaties van de actievoerders. Hij vroeg mij in vertrouwen of ik alstublieft gewoon met mijn werk wilde doorgaan en zijn functie al nominaal wilde zien". 
Na de KPM volgden bezettingen van Geo Wehry, de Nationale Handelsbank, Lindeteves, de Escomptobank en Jacobson van den Berg. De directeur van dit laatste bedrijf werd samen met een medewerker gearresteerd wegens "minachting van de Indonesische vlag". Deze nationale vlag was na de bezetting op de daken van Nederlandse bedrijven geplaatst, maar de directeur van Jacobson van den Berg had het vlaggetouw doorgesneden en de vlag weer naar beneden gehaald.

De overname van de bedrijven verliep erg snel. Het Indonesisch kabinet en de legerleiding hadden dit niet op deze wijze gepland. Zij hadden duidelijk de controle verloren. Na een paar dagen bleek hoe ernstig de gevolgen waren van de bezetting van de KPM. Ineens viel driekwart van het totale scheepvaartverkeer stil. Het verdwijnen van praktisch alle scheepvaartverbindingen tussen de eilanden verlamde het hele land. De aanvoer van voedsel stokte en de prijs van rijst verdubbelde in enkele weken. Rijstvoorraden raakten op en op Java dreigde na enige tijd zelfs hongersnood.

Volgens econoom Kian Wie Thee durfde niemand in die verhitte politieke atmosfeer iets te zeggen. De ontwikkelingen liepen zo uit de hand dat generaal Nasution, chef-staf van het leger, de beslissing nam om Nederlandse bedrijven onder militair beheer te plaatsen. Tegen het leger durfden immers ook de linkse vakbonden niet in te gaan. De legerofficieren werden zo de nieuwe managers en deden hun intrede in de economie. Zij hadden geen enkele ervaring met het werk in hun nieuwe functie. De legerofficieren lieten zich de jaren daarna niet meer van hun economische troon stoten. Hier is de basis gelegd voor een "zwarte economie" die nooit meer helemaal is verdwenen.

Sinterklaas en de Nederlanders niet welkom

"Op 5 december 1957 werd ik wakker en zag allemaal mannen met geweren op straat. Een vriendin van Shell zou bij mij koffie komen drinken, maar zij kwam niet. Zij had haar tafelzilver in een luier verstopt en was hals over kop verdwenen, weg uit Indonesië. Alle consulaten moesten dicht. We belden elkaar allemaal op en informeerden bij elkaar wat er aan de hand was", vertelt Constance Huydecoper.

Soekarno liet op deze Sinterklaasdag officieel een uitwijzingsbesluit uitgaan dat gold voor vrijwel alle Nederlanders. Zij moesten het land uit. Dat wierp een zwarte schaduw over de Sinterklaasviering. Het feest verliep vanwege alle spanningen die dag al heel anders dan voorgaande jaren. Zo was het al jaren de gewoonte dat de burgemeester van Jakarta de witgebaarde bisschop officieel ontving en een rondtocht maakte door de stad. Deze keer moest de bisschop verstek laten gaan. Het Sinterklaasfeest werd verboden. Het was immers een puur Hollands feest, waar ook nog eens de blanke Sinterklaas boven de zwarte knecht stond. Hendrik Bouwer werkte bij de Deli-Spoorweg-Maatschappij (DSM) en ondanks het officiële verbod op de Sinterklaasviering, lukte het hem toch in het geheim het feest bij DSM te organiseren.

Na Sinterklaas kwam de uittocht van veel Nederlanders op gang. Zij probeerden een plekje op één van de boten te bemachtigen en lieten vaak huis en haard achter. Niet iedereen vertok tegelijkertijd. Anneke Koopmans, wiens man bij de KPM werkte zegt: "Ik ben met mijn zoon vertrokken, net voor kerst in 1957. Net als alle andere vrouwen van het KPM personeel. Het was héél erg op die boot. We zaten allemaal onder het dek en moesten daar ook eten. Het was echt armoetroef op die boot".

Libert Hol vertelt dat zijn ouders pas besloten te vertrekken toen de ziekenhuizen geen Hollandse patiënten meer wilden opnemen. Hendrik Bouwer kreeg op 27 december te horen dat hij binnen 24 uur weg moest zijn uit Indonesië. En Lily Philippi stond op oudejaarsavond, 31 december 1957, met een klein mandje vol kleren te wachten op een bus, om te repatriëren. De bus bracht haar en anderen naar de haven van Surabaja, waar ze op de boot stapten.

Op één van de boten werkte Carla Meek als maatschappelijk werkster. Zij moest onderweg zoveel mogelijk informatie verzamelen over de achtergrond van de passagiers. Op basis van die gegevens maakte zij met haar team een onderverdeling van de repatrianten in groepen: "Als iemand bijvoorbeeld een bepaalde ziekte had, kon die persoon het best ingedeeld worden in een pension in de buurt van een ziekenhuis waar die ziekte behandeld kon worden".

De repatrianten kwamen in opvanghuizen terecht, verspreid over heel Nederland. Lily Philippi kwam met de boot aan in Singapore en vloog eind januari met het vliegtuig naar Nederland: "Het was hartje winter en ijskoud. Op schiphol moesten we trainingspakken aantrekken die ter plekke werden uitgedeeld. We hadden zelf niets bij ons. De volgende dag bracht een bus ons naar Zuid - Limburg. Dat wist ik natuurlijk niet, maar ik zag na uren rijden ineens steenkolenmijnen uit het busraampje. Ik vroeg waarom ik zo eindeloos ver weg gebracht werd, waarop de buschauffeur antwoordde: "maar meiske, ge benne toch rooms katholiek". Lily Philippi woonde van haar 15e tot haar 18e in het pension in Zuid Limburg.

In januari 1958 arriveerde Hendrik Bouwer ook in Nederland. Hij moest direct door naar een vakantieverblijf van DSM in Blaricum. Het kostte hem veel moeite om in Nederland werk te vinden:"Ik was te oud en ik telde gewoon niet mee".

Na veel inspanning en met doorzettingsvermogen lukte het zowel Lily Philippi als Hendrik Bouwer om in Nederland werk te vinden. Dat was de basis voor een nieuw leven in een nieuw Land. Om de herinnering aan hun eigen land en cultuur levend te houden, bezoeken ze nu nog regelmatig de zogenaamde "Masoek Sadja", de Indische inloopdagen, waar ze met vele lotgenoten in een toch enigszins weemoedige sfeer Indonesische hapjes eten en bingo spelen.

Tekst en research: Mirjam Gulmans 
Samenstelling en regie: Gerda Jansen Hendriks

Bronnen

ICM 14.12.16

Lees verder…

10897341492?profile=originalBegrotingstekort nog nimmer zo laag! Is dat zo Jeroen ?

Hoe zit het met het Nederlands Indisch geld waar de Nederlandse Staat op zit, volgens je oud collega Gerrit Zalm.

 

Wie is Jeroen Dijsselbloem?

21-01-2013, 22:08

AANGEPAST OP 22-01-2013, 07:49

POLITIEK

Zijn naam circuleerde al enige tijd en hij was de enige kandidaat, maar sinds vanavond is het officieel: Jeroen Dijsselbloem is de nieuwe voorzitter van de eurogroep. Hij is nog geen drie maanden minister van Financiën en nu al de man die de invloedrijke vergadering van al zijn Europese collega's in de eurozone gaat leiden.

 

Om je te schamen Jeroen, dat je die 16 miljard Indisch geld onder het tapijt veegt!

 

Creatief boekhouden Jeroen heet dit. Dit hebben je voorgangers al eerder bedacht. Het feit waarop de ondernemingen bij zo'n daad onder  onder curatele door de FIOD worden gesteld. Zonder enige schroom durf je met zo'n begroting naar buiten toe te komen. Te bedenken dat de multinationals  voor gingen. Was het ook niet zo met de invoering van  de Euro dat  oud – collega  Gerrit Zalm ook alles onder het tapijt veegde  en om mooie toverde om maar prachtige cijfers om tot de Eurozone toe te kunnen treden. De 400.000 werklozen werden maar snel arbeidsongeschikt verklaard, dat Ruud Lubbers constateerde dat  half Nederland ziek was, en vervolgens alle staatseigendommen in de etalage werden gezet om te cashen. Dit alleen al enkel en vanwege "het beste jongetje van de klas" om  met het vingertje richting Griekenland te wijzen.

 

Waarom leest men dit niet in de media en de omroepen die door deze zelfde Overheid worden gesubsidieerd, of omgekocht!

 

Over vrijheid van meningsuiting gesproken, 70 jaar wordt er gezwegen over het Indisch koloniaal verleden, echter het verleden wordt nu ingehaald door het heden. Van alle kanten vliegen de claims richting de Nederlandse Staat! Zelf een president van de Republiek van Indonesië wordt persoonlijk geinformeerd over de misstoesanden hier waar een hele bevolkingsgroep (Indische Gemeenschap) als tweederangburger wordt behandeld. Vanuit Nederland en vanuit de republiek Indonesia. Wordt wakker Jeroen en kom  uit je dromen; een land met voedselbanken, een slechte ouderenzorg,  en een land dat zijn oude schulden tot op heden nog niet heeft ingelost aan de NIG (Nederlandse Indische Gemeenschap).

 

Was het niet ook je oud collega Gerrit Zalm die toen al rapporteerde dat de Nederlandse Staat op het Indisch geld zit? 

en ......nog werd er geen actie ondernomen door de regeringen, lees hier het Kabinet. Conclusie : de Nederlandse regering en Kabinet waren toen al goed omtrent de Indische tegoeden geïnformeerd.

 

Mark Rutte hoezo schulden moet je niet vooruitschuiven? Wat ben je dan nu aan doen met die meevallers?

Nota bene is dit Indisch geld niet van de Nederlandse Staat, laat staan van de belastingbetaler. Via de  geratificeerde verdragen had de Nederlandse Staat de plicht om het aan de Nederlandse Indische Gemeenschap (NIG) uit te betalen. Bahhhhh schandelijk! 

 

Met het creatief boekhouden Jeroen, wetende dat de openstaande Indisch post van 16 miljard nog ingelost moet worden. 

Staat deze post  nu ook op de begroting ook als schuld aangemerkt?  Zo niet, zit dit nu niet tegen de frauduleuze grenzen aan, moet deze begroting dan niet worden afgekeurd en eerst deze Indische post op de begroting worden gezet?  Zoals het een schone boekhouding betaamt, en vergeet niet de  Nederlandse Staat moet het goede voorbeeld geven, toch ?

 

Volgens de werkelijke feiten heeft de Nederlandse Staat ruim 16 miljard schuld aan de bevolkingsgroep de Nederlandse Indische Gemeenschap(NIG). Hier de afzonderlijke posten die nu 71 - en 51 jaren openstaan die op de begroting van de Nederlandse Staat als schuld dienen te worden aangemerkt, afkomstig uit gelden van :

 

  1. Marshal hulp /WMO, uitkeringen van 45.000 per individu conform de andere groepering die deze bedragen hebben ontvangen o.a. de Joodse gemeenschap  per individu. Dit keer 70.000 personen uit het voormalige Indië.
  2. Compensatie uit het verdrag met Japan ruim 3/4 miljard.
  3. Compensatie uit het verdrag van Wassenaar met de Republiek Indonesië,  opgelopen 2,4 miljard (rente op rente).

 

Een snelle calculatie leert  het dat om ruim 16 miljard gaat dat aan 60.000 - 70.000 gedupeerden nog uitbetaald dient te worden. Uw collega’s van VWS en Buitenlandse Zaken zijn tot in detail op de hoogte dat deze schuld er ligt.

 

Ruim 16 jaar hebben alle Indische organisaties inclusief het Indisch Platform het Kabinet hierover geïnformeerd.

Nog sterker,  de Tweede Kamer Commissie VWS heeft onlangs nog uw collega Martin van Rijn uitvoerig hierover geïnformeerd, dit leidde tot indienen van drie moties, en nota bene ook nog van uw oud-collega's die uit de PvdA zijn gestapt.  Hoe kunt u als een blind paard, deze feiten en cijfers negeren die onder een wet en verdragen vallen om  ten uitvoer gebracht te worden tot uitbetaling, zodat in uw begroting nu nog een gat zit van 16 miljard. U kunt er op rekenen dat hier nog niet het laatste woord over is gevallen.

 

ICM als media heeft persoonlijk de president van de republiek Indonesië Jokowido op 22 april jl. geïnformeerd dat Uw kabinet het Traktaat van Wassenaar niet heeft uitbetaald aan NIG. In het verlengde hiervan werd de minister Bert Koenders geïnformeerd, naast Halbe Zijlstra en Kamerleden dat deze zaak op de rol staat.  

 

Wij zijn ICM, de Indisch Internetkrant, het is onze plicht om fraude, mistoestanden etc.... tot de bodem uit te zoeken en dit in de media te publiceren naast de partijen  te informeren!

 

Waarvan Akte, 

 

 

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives