Alle berichten (2935)

Sorteer op

10897387674?profile=original

10897415897?profile=originalVolgens de omroepen moet Menno Snel staatssecretaris van Financiën achter de tralies, hoe zit het dan met Stef Blok van Min. BuZa aangaande traktaat van Wassenaar.

In beide gevallen gaat om gelden die onrechtmatig worden ontnomen van de niet vermoedende burgers, met zware gevolgen die het leven diepe sporen in hun leven nalaten en in een hel belanden.

Bij de ene zaak / dossier gaat om groep van 8000 burgers die door de ambtenaren van Menno Snel als fraudeurs werden aangemerkt, en onvoorwaardelijk werden veroordeeld tot terugbetaling van het ontvangen toeslagen met terugwerkende kracht over al die jaren. Bedragen vanaf 30.000 tot ruim over de 100.000. Voor deze slachtoffers die al op bijstandsniveau leven veranderde hun leven in hel in drama de afgelopen jaren. Media/omroepen die door Staat betaald worden vinden dat Snel gevangenis straf van 5 jaar verdiend. Die mening als editor van ICM, ben ik niet toegedaan. Immers er is cultuur van bepaalde groeperingen binnen de Belastingdienst die deze koers hebben ingezet. Kennelijk met de gedachte bijstanders krijgen alle toeslagen toegeworpen; zoals de huurtoeslag, Zorgtoeslag en kinderopvang toeslag, waar een ander hard voor moet werken. Het Kabinet is de eerste aangewezene die deze toeslagen introduceren, dus de schuldige in deze kwestie en de Belastingdienst moet het uitvoeren en  het handhaven.

Wat dacht U van Stef Blok, de Minister van Min. BuZa ( Buitenlandse zaken) ?  Heeft hij ook niet een gevangenisstraf van vijf jaar aan zijn broek hangen. Dit geluid hoor je rond zingen binnen het wereldje van de advocaten. Zelf vond ik wel een bizar geluid, immers zijn ambtenaren van het departement  de aangewezen, en zijn voorgangers die deze koers hebben ingezet tegen regels in.

 Even in kort het verhaal van het verdrag traktaat van Wassenaar, rapport  in boekvorm is nu te bestellen als U meer wilt weten.

Het verdrag Traktaat van Wassenaar is in 1966 ondertekend door de regeringen van Nederland en Indonesië. Doel: De Indonesische regering betaalt aan Nederland het bedrag van 689 miljoen gulden ter genoegdoening aan de Nederlandse staatsburgers, die huis, have en goed in Indonesië moesten achterlaten ten tijde van de repatriëring tussen 1947 en 1962. Voorts alle kosten zoals reis, verblijf in het pension en inrichten nieuwe woning zelf hebben moeten betalen. Bij aankomt in Nederland gelijk een schuldverklaring moest tekenen van 16.000 oude Hollandse guldens, nu 40.000 euro.

 Nederlandse regering heeft dit echter nooit aan de rechthebbenden uitbetaald.

De staatsburgers uit Nederlands-Indische gemeenschap ruim 15.000 hebben zich gemeld bij de redactie van ICM. Het oorspronkelijk aantal 381.000, nu geschat op 50.000.  35.000 zijn nog steeds niet op de hoogte van het bestaan van dit verdrag.

 

 Allen hebben moeten constateren

Dat de Nederlandse Staat de afspraken, vastgelegd in het Traktaat van Wassenaar in 1966, al 50 jaar lang niet is nagekomen en de Nederlandse staatsburgers van Indische afkomst nimmer schadeloos heeft gesteld voor verlies van bezittingen, banktegoeden, enz. als gevolg van oorlogshandelingen tijdens de Japanse bezetting, de Bersiap en de politionele acties; en de gevolgen Linggarjati  

                    

Bizar is dat de Volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer het voortdurend zich hebben gebogen over de backpay/KNIL, dus de eigen ambtenaren die alles vergoed hebben gekregen. Uiteraard zijn de Kamerleden door het Indisch Platform willens en weten bewust op het verkeerde been zijn gezet. De Nederlandse Staatsburgers ruim 500.000 zijn daar in het  voormalige Indie  door de  ambtenaren in de steek gelaten, en Nederland wederom.

Wordt tijd dat leden van de Tweede Kamer een seminar volgen over de werkelijke feiten die het Kabinet onder de radar wist te houden  Het instrument was  Indisch Platform betaald door VWS door  backpay/knil   als de Indische bliksemafleider in te zetten.

Als ICM editor van de Indische Internetkrant ben ik zeer benieuwd wat de Kamerleden nu gaan doen, en misschien nu na deze publicatie dat Mark Rutte zelf in stelling komt. Voor de actieve herinneringen daar is al voor gezorgd. Onderzoek met Wob's vervat in boek "Uitbetalen Traktaat van Wassenaar".

Advocatenwereld is van mening dat het om ernstige strafzaak gaat waar ruim 381.000 mensen zware diepe sporen zijn toegedaan omdat hun gelden nog steeds niet zijn uitbetaald ofwel  voor het onrechtmatig in beheer hebben van de gelden. 

Word VERVOLGD!

Lees verder…

BNNVARA heeft opnieuw geblunderd

BNNVARA heeft opnieuw geblunderd met de documentaireserie ‘Onze Jongens op Java’

10897415674?profile=original

10897414478?profile=originalDEN HAAG (29 november 2019) – BNNVARA heeft opnieuw geblunderd met de documentaireserie ‘Onze Jongens op Java’. In de tweede aflevering werd kijkers wijsgemaakt dat Indische Nederlanders tijdens de Bersiap door Indonesiërs zijn afgeslacht, omdat zij “met de Hollanders samenwerken”. De uitzending leidde direct tot consternatie onder Indische Nederlanders.

Hans Moll, voorzitter van Federatie Indische Nederlanders (FIN), reageert onthutst: “BNNVARA doet voorkomen alsof Indische Nederlanders de Bersiap zouden hebben overleefd, als zij maar tegen de meutes Pemoeda’s zouden hebben gezegd: ‘Ja, ik ben een Indische Nederlander, máár ik werk niet samen met de Hollanders’. Wij waren in hun ogen de vijand tout court. BNNVARA doet net alsof wij een keus hadden om de slachtpartijen te ontlopen, terwijl wij werden vervolgd vanwege onze Nederlandse afkomst”.

Bersiap is Maleis voor “Wees paraat” of “Geef acht!” en slaat op de uiterst gewelddadige periode, die volgde op de Japanse bezetting van Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gedurende de Bersiap zijn tienduizenden (Indische) Nederlanders op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door Indonesiërs, vanwege hun Nederlandse c.q. Europese etniciteit. Ook Chinezen, Molukkers en andere etnische minderheden waren de klos, omdat zij werden verdacht Nederlandsgezind te zijn.

Het exacte aantal Nederlandse slachtoffers dat tijdens de Bersiap is gevallen is tot op de dag van vandaag onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 15.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten.  Hoeveel slachtoffers er onder Chinezen, Molukkers en Nederlandsgezinde Indonesiërs alsmede onder Indonesiërs onderling zijn gevallen is onduidelijk.

De documentairereeks is al langer omstreden. Voorafgaand aan de televisiepremière ontstond er ook al ophef, omdat producent BNNVARA in online aankondigingen onvolledige en suggestieve dodencijfers bleek te hanteren. De onjuiste cijfers vormden in de eerste uitzending eveneens het uitgangspunt. FIN riep BNNVARA daarom op de onjuistheden te rectificeren, maar daar is tot op heden geen gehoor aan gegeven. De meest recente blunder onderstreept de relevantie van die oproep.

Lees verder…

Dankzij Andres (van Sandra) kan 'indo-rocker' Danny Everett uit Boxtel zijn 30-jarig jubileum vieren

BOXTEL - De schuur van Herman van der Velden uit Boxtel ligt vol met aanplakbiljetten en affiches die nog moeten worden opgehangen voor zijn jubileumfestival op 30 november. Want onder de noemer 'Do you remember' viert hij dan dat hij al 30 jaar als 'indo-rocker' Danny Everett op feesten, partijen, festivals en Pasar Malams optreedt.

Als zoon van een Indische moeder en een Nederlandse vader waren The Blue Diamonds, De Tielman Brothers en Elvis Presley zijn grote voorbeelden. Omdat Herman van der Velden niet exotisch genoeg klonk, zocht hij een passende artiestennaam toen hij zelf ook zijn eerste voorzichtige stapjes op het podium zette.

Optreden in duigen
"Als Elvis Presley-fan was ik erg onder de indruk van de film Jailhouse Rock. Elvis was daarin Vince Everett. Die achternaam vond ik wel klinken bij Danny, want zo heette mijn broertje die al heel jong overleden is. Vandaar Danny Everrett."

Bijna was het nooit tot een 30-jarig jubileum gekomen, want bij zijn eerste betaalde optreden ging het helemaal mis. "De organisator van een Pasar Malam in Den Haag beloofde me dat ik 25 gulden en daarna nog meer optredens zou krijgen, als het goed zou gaan. Maar zou het fout gaan, dan kon ik naar mijn geld en andere optredens fluiten."

En het ging fout. Want terwijl Danny Everett de Elvis-klassieker 'Are you lonesome tonight' vertolkte, kreeg het cassettebandje met de begeleidende muziek kuren en viel zijn optreden in duigen.

Duet met Andres
"Als jong broekie dacht ik: einde carrière. Maar Andres, bekend van Sandra en Andres, was ook aanwezig en vond het zo zielig dat hij me weer op het podium vroeg om met hem een duet te zingen. Dat ging wel goed en zo verdiende ik dus toch mijn eerste geld en mijn eerste optredens."

Danny Everett, zoals we hem nu toch maar blijven noemen, is Andres er tot op de dag van vandaag nog dankbaar voor. Zoals hij ook met plezier terugdenkt aan de samenwerking met andere zangers en muzikanten van naam.

"Ik heb een duet opgenomen met Albert West. Een enorm aardige en enthousiaste man. Zo erg dat hij er niet meer is. Maar ik heb ook duetten gezongen met Trea Dobbs en Riem de Wolff van de Blue Diamonds. Mijn grootste hit was 'Indo Dreams', dat Andres speciaal voor mijn oma geschreven heeft."

Geen echte doorbraak
Danny Everett heeft naar eigen schatting in die 30 jaar zo'n 1500 keer opgetreden, maar een echte doorbraak naar het grote publiek heeft er nooit ingezeten.

"Dat was nooit een doel op zich voor mij. Ik heb altijd met veel bezieling in de zorg en hulpverlening gewerkt. Eerst bij de kinderbescherming en later in de gevangenis. Het zingen en optreden was daarbij een prima uitlaatklep. Nu lijkt me zo'n doorbraak wel leuk, maar ik blijf realistisch. Mijn vrouw zegt altijd: blijf maar lekker dromen, jongen. Daarvoor ben je nu te oud. Nou dat doe ik dan maar. De 'Indo dreams' van deze bijna 60-jarige zanger."

Op 30 november viert Danny Everett zijn jubileum met het festival 'Do you remember' in Classic Park in zijn woonplaats Boxtel. Hij kijkt ernaar uit. "Lekker Indisch eten en daarnaast heel veel optredens van artiesten en bands die ik tijdens mijn carrière heb leren kennen en bevriend mee ben geraakt. In de loop der jaren heb ik ook een leuke aanhang opgebouwd in heel het land en daar verwacht ik er ook heel wat van in Boxtel."

Lees verder…

Het albumboek  met titel The Roots and the Story of  Indo – Rockers van Rudy Groenewald overhandigd aan Ferry Schwab.

10897412698?profile=original

 

Het albumboek   The Roots and the Story of  Indo – Rockers van Rudy Groenewald,  overhandigd aan Ferry Schwab.

 

Op de laatste dag van de Pasar Malam Rijswijk van  10 november jl.  die in het teken staat van de IndoRock party op 14 december aanstaande, dit in verlengde van de presentatie van albumboek, werd ICM editor verrast door de schrijver Rudy Groenewald .  Rudy bood het eerste exemplaar aan, mooi  verpakt. Met de boodschap offerte – aanvragen aan de uitgevers die straks het albumboek in beheer mogen voeren.

De intentie is zoals gebruikelijk om dit via de huisuitgever van ICM een offerte uit te laten brengen, naast andere drukkerijen.  De goedkoopste mag de order uitvoeren.

Een pracht album met foto’s van artiesten, bands en formaties van de jaren vijftig zo tot het heden.  Voor vele Indo’s  zeer herkenbare foto’s die uiteraard mooie herinneringen naar boven brengen.  Uiteraard zijn er een aantal buiten beeld die kennelijk niet onder het genre IndoRock vallen. Astrid miste reeds een paar o.a. The Vaillants. Inderdaad  het een gemis van  The Vailants  met hun specifieke Vailants sound.  Bovendien de laatste jaren  waren Roy en Bas de vaste begeleiders  van Andy Tielman. De foto’s gesteund door de verhalen (Biografie)  van Rudy geven een stuk geschiedenis weer.

Is een prachtig foto-album boek geworden met 200 pagina’s full color, A4 landscape, papier 200 gsm, glans en cover : 200 slik gelamineerd.

Het albumboek The Roots and The Story of The Indo – Rockers is een eenmalig collect item dat beslist niet mag ontbreken bij de Indo’s   thuis  en bij de bezoekers  van Koempoelans en de Pasar Malams.

Daarom hebt U de mogelijkheid om U nu in te tekenen, en wij zorgen dat het op 14 e december voor U klaar staat.

Mail Uw naam, adres, en mobilnummer naar ruud.groenewald@planet.nl  met het aantal … exemplaren.  Mooi kado voor onder de Kerstboom.

Let op !

Van deze IndoRock Party wordt een live registratie gemaakt.

ICM videoproductions zal de regie / productie voeren, bekend van ICM Video - kanaal en op Facebook meest bekeken kanaal !  Van de opnamen zal een preview worden uitgezonden op ICM webportaal, en  ICM Video kanaal op Facebook / YouTube. Later begin 2020 komt dvd uit en is te verkrijgen / bestellen bij onze ICM stands op de pasar malams van Istimewa-events , Stellar - Events, en de Pasars Rijswijk.

De regie valt onder Ferry Schwab sr., Cameramannen/vrouw Brit, Wim Doornik en Jim van Veen. Studie bewerking ICM Video Productions. Distributie via ICM en ICM stands op de pasars van Istimewa - events, Stellar - Events en pasars van de broodjes fabriek,

 

10897413865?profile=original

Lees verder…

Een moord uit passie

Een moord uit passie Geplaatst op door buitenzorg 

Door Vilan van de Loo

Op 23 mei 1923 raakte Klaas Brugman buiten zichzelf van jaloezie. Met een klewang sloeg hij in op zijn huishoudster Malina. De buurvrouw hoorde haar roepen: “Adoe Klaas, adoe Klaas, mag niet!”

Malina was dood. Vermoord. Door wie, daarover bestond geen enkele twijfel. Klaas Brugman, van beroep portier bij de Havenwerken te Tandjong Priok, had de klewang in huis gehad en die noodlottige dag in zijn hand. Maar het waarom van de moord leek een andere kwestie. Was Klaas misschien ook een slachtoffer en zo ja, van wie of wat?

Havenwerken Tandjoeng Priok

De Indische kranten smulden van het verhaal: liefde, jaloezie, hartstocht en dan die fatale afloop. Het was een geweldig rechtbankdrama, met een verrassend einde. 

Hoofdportier

Na enkele maanden voorarrest verscheen Klaas Brugman eindelijk voor de rechtbank. Verslaggevers noteerden de beklagenswaardige indruk die hij maakte. Hij is schuchter. Huilt. Spreekt schier onhoorbaar. Wist zich nauwelijks iets van zijn daad te herinneren.

Het Bataviaasch Nieuwsblad noteerde wat Klaas vertelde over zijn verhouding met zijn huishoudster (concubine) Malina:

“Ik kon niet van die vrouw af. Ik had haar lief, ik hield van haar. En dat wist ze, want herhaalde maken dreigde ze van mij weg te gaan, toch wel wetende dat ik niet van haar af kon gaan.”

De Sumatra Post bracht het hele verhaal van de tragedie.

“Beklaagde vertelt, hoe hij in den nacht voor het gebeurde op ronde was geweest, en des morgens thuis komende de achterdeur niet gesloten vond. De sleutel in het slot van deze deur moet tweemaal worden omgedraaid, en beklaagde bevond, dat dit slot slechts half gesloten was, zodat het dus met eenmaal omdraaien van de sleutel geopend kon worden. […]

Des morgens thuis komende, vroeg hij aan zijn huishoudster, waarom de deur niet geheel en al gesloten was. Tevoren bij het overgeven van de dienst had de hoofdportier hem min of meer minachtend gegroet. Maar beklaagde heeft daar geen acht op geslagen. Nog had hij evenwel generlei verdenking tegen zijn huishoudster. Hij vroeg haar, of zij soms de kat had binnengelaten. Zij ontkende, en verder haar ondervragend, ontstak de vrouw in toorn en begon te schreeuwen en de schelden, zodat beklaagde zich hierover voor de buren schaamde. Er ontstond ruzie en beklaagde heeft haar met geweld het zwijgen opgelegd door haar mond dicht te houden, terwijl hij haar tegen zich aandrukte.

Daar was de Dritte im Bunde: de buurman van Klaas en zijn onmiddellijke chef: de hoofdportier Foks, dat wil zeggen, de toenmalige hoofdportier. Foks was na de gebeurtenissen van 23 mei gedegradeerd tot gewoon portier. Hij moest getuigen en sprak zich geheel en al in zijn eigen voordeel uit. Natuurlijk was hij ’s nachts niet bij Malina geweest. Hij kende haar niet eens echt. Die Brugman was een jaloerse vent. Foks werd door de rechtbank aan zijn eed herinnerd. Maar hij wist alles zeker. Brugman had Foks nog eens uitgescholden voor ´gladakker´. Ja, dat klonk jaloers. En dan die klewang in huis. De buurvrouw die Malina nog hoorde schreeuwen. Brugman had het gedaan, dat stond vast.”

Koelie

Het Nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 21 augustus 1923

Het is opvallend hoe mild en begripvol de kranten schrijven over de zaak Brugman. De beklaagde – feitelijk: de moordenaar – krijgt veel sympathie. Hij is het slachtoffer van zichzelf, van moeilijke emoties door een waarschijnlijk moeilijke liefdesrelatie. Overspel, jaloezie, angst om de ander te verliezen, de kranten reiken allerhande redenen voor begrip aan, Klaas Brugman lijkt een stakker te zijn. Zijn advocaat pleitte zelfs voor ´clementie´ bij het vaststellen van de strafmaat.

Zou dat ook zo zijn geweest als Klaas inheems was geweest en Malina een Hollandse vrouw? Omkering geeft inzicht, en daarmee komt iets in beeld van het raciaal gekleurde rechtssysteem van de kolonie. Een voorbeeld: zes jaar later steekt een koelie met een mes in op mevrouw Landzaat, de echtgenote van een Hollandse assistent-resident. Zij sterft. De pers schrijft vooral met afkeer over de koelie; hij krijgt de doodstraf en wordt terechtgesteld.

Straf

Op 28 augustus meldde het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië het oordeel van de rechtbank. Klaas Brugman werd “wegens doodslag veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf, met aftrek van de tijd in preventieve hechtenis doorgebracht.”

Dat betekende: een jaar minus een kleine vier maanden, dus zo’n acht maanden gevangenisstraf. Klaas vond het te lang en ging in hoger beroep. Kennelijk had hij geen besef van berouw en boete willen doen. Er zijn moordenaars, die dankbaar zouden zijn voor een klein jaartje zitten.

Twee maanden later kreeg Klaas de bindende uitslag van zijn hoger beroep: hij kreeg 1 jaar en zes maanden opgelegd, onder aftrek van preventieve hechtenis. Dat moet behoorlijk zijn tegengevallen. Méér straf, in plaats van minder. Er bestond toch iets van rechtvaardigheid bij justitie, al was het weinig en al kwam het laat.

x

x
Dit artikel verscheen eerder in Historiek, 23 mei 2017

Lees verder…

Trakaat van Wassenaar - Deel III

Trakaat van Wassenaar  - Deel III   

  1.     De Soevereiniteitsoverdracht

10897359059?profile=original10897359686?profile=original

10897360257?profile=original


 

Bioscoopjournaal uit 1952. In de tuin van de residentie van de Hog

e Commissaris van de Indonesische Republiek in Wassenaar wordt de uitroeping van de Republiek op 17 augustus 1945 herdacht.

In mei 1949 ging de Nederlandse regering overstag. Er werd een akkoord gesloten met de Republiek (de ‘Van Roijen-Roem-overeenkomst) dat voorzag in de ontruiming van Yogyakarta, vrijlating en terugkeer van de Republikeinse leiders en stopzetting van de guerrilla. In augustus werd het staakt-het-vuren van kracht, maar het bleef daarna nog geruime tijd onrustig. Een definitieve regeling van het conflict moest worden bereikt op een rondetafelconferentie in Den Haag.

 

In de onderhandelingen stelden de Indonesische nationalisten zich soepel op en werd een aantal Nederlandse gevoeligheden ontzien. Het onafhankelijke Indonesië zou een federale structuur kennen: de Verenigde Staten van Indonesië. De band met de vroegere kolonisator zou vorm krijgen in de Nederlands-Indonesische Unie. Financieel-economische afspraken werden gemaakt die de Nederlandse economische belangen moesten veiligstellen. Nieuw-Guinea tenslotte, werd buiten de soevereiniteitsoverdracht gehouden en zou in afwachting van een definitieve regeling onder Nederlands bestuur blijven. Dit hele pakket vertoonde veel overeenkomst met het ‘aangeklede Linggadjati’ dat de Republiek drie jaar eerder had verworpen. Maar inmiddels waren de omstandigheden ingrijpend gewijzigd. De Indonesische leiders blaakten van zelfvertrouwen en genoten groot internationaal aanzien, terwijl de rol van Nederland in de voormalige kolonie was uitgespeeld. Als de Nederlanders eenmaal waren vertrokken kon Indonesië zijn eigen interpretatie van de gemaakte afspraken volgen.

 

En aldus geschiedde. Op 27 december 1949 vond in Amsterdam de soevereiniteitsoverdracht plaats. De inkt van de overdrachtsakte was nog niet droog of Indonesië begon met het oprollen van de deelstaten. Dat leidde met name op de Molukken tot verzet, maar dat verzet werd met harde hand de kop ingedrukt. De Nederlands-Indonesische Unie kwam nooit echt van de grond en werd uiteindelijk in 1956 ten grave gedragen. De belangen van het Nederlandse bedrijfsleven kwamen vervolgens in de knel toen Indonesië over Nieuw-Guinea een harde confrontatiepolitiek ging voeren. Na gewapende infiltraties en de dreiging van een grote oorlog, droeg Nederland in 1962 dat gebied over.

Deze episode vormde het laatste bedrijf in de totstandkoming van de Indonesische eenheidsstaat die het gehele grondgebied van de voormalige kolonie Nederlands-Indië omvatte: de Republiek Indonesië.

 

 

 Volgende week Deel IV

VOORTGANGSBERICHT NO 3  VAN PETITIE.NL

     
logo-73584bcc07fcf907c4f08ad38605d8785477012fb5a7639ef413e9da08bebfb8.png

Geachte F.Schwab

Op 04-11-2015 ondertekende u de petitie 'Uitbetalen op basis van Traktaat van Wassenaar 1966' als Ferry Schwab (Schwab@icm-online.nl) uit Harderwijk.

Toen gaf u aan e-mail erover te willen ontvangen. Namens de petitionaris stuurt Petities.nl nu het derde voortgangsbericht.

Op uw persoonlijke pagina kunt u dit veranderen. De link staat onderaan deze mail. Op die pagina kunt u ook makkelijk uitnodigingen versturen om ook te ondertekenen.

Stuur uw reactie op het onderstaande niet naar Petities.nl, maar naar de petitionaris op schwab@kabelfoon.nl


Beste ,

Goed nieuws. Er is een investeerder gevonden die bereid is om de kosten van het proces tegen de overheid op grond van het "Traktaat van Wassenaar" financieel te ondersteunen.

Ondanks de 15.000 toezeggingen voor de financiële ondersteuning voor het proces, zijn slechts 321 hun toezegging nagekomen. Hierdoor was het niet mogelijk om de verdere stappen te ondernemen en heeft de claim een forse vertraging opgelopen. Door deze situatie is de delegatie van het actiecomité Traktaat van Wassenaar (ACTW-66) naarstig op zoek gegaan naar partijen die bereid zijn om te investeren, en... die is nu gevonden!

Het "Rapport Traktaat van Wassenaar" schrijft deze vervolgstappen voor:

1. Eerst 15.000 handtekeningen aanbieden met het rapport aan minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken.

2. Dan het stellen van de termijn waarbinnen de overheid moet uitbetalen aan de gedupeerden op grond van het traktaat.

Voor diegenen die alleen de petitie hebben ondertekend, maar zich niet hebben ingeschreven als deelnemer van ACTW-66 is er nu de mogelijkheid om zich direct in te schrijven. Of u kunt het inschrijfformulier gebruiken. Vanaf deze pagina kunt u het afdrukken of overschrijven en opsturen.

Het boek "Rapport traktaat van Wassenaar" is nu te verkrijgen voor €50. Te bestellen via info@icm-online.nl

Met vriendelijke groeten,

Ferry Schwab sr


Het onderstaande is vertrouwelijk, stuur dit niet door. Uw ondertekening kan erdoor beschadigen.

ONDERTEKENING ONZICHTBAAR MAKEN?

Bij het ondertekenen heeft u gekozen voor een zichtbare ondertekening. Uw naam, woonplaats en functie zijn nu zichtbaar en vindbaar onder deze petitie op petities.nl. Wanneer u nu via een zoekmachine (zoals Google) zoekt naar uw naam kan het zijn dat u uw ondertekening als resultaat ziet. Uw ondertekening onzichtbaar maken kan door een vinkje weg te halen op uw persoonlijke pagina.

Als u nu kiest voor een onzichtbare ondertekening dan kan het nog enige weken duren voor de zoekmachines dit opmerken.

STOPZETTEN E-MAILS

U heeft bij het ondertekenen aangegeven nieuws over de petitie te willen ontvangen. Wilt u dat niet meer? Haal dan het vinkje weg op uw persoonlijke pagina.

UW PERSOONLIJKE PAGINA

De link naar uw persoonlijke pagina is persoonlijk, zoals een wachtwoord. Deel deze niet met anderen!

https://petities.nl/ondertekening/5f7d82cfee1a8f6320272f3f0e0e5908cae2f9a7

We verzekeren u dat uw persoonlijke gegevens goed beschermd zijn door de Algemene verordening gegevensbescherming. Dat wil zeggen dat uw gegevens nergens voor gebruikt worden behalve voor het doel waarvoor u ze heeft opgegeven.

STEUN PETITIES.NL

Met uw gift (geld of tijd) wordt de website beter. Zie https://petities.nl/donate voor details.

VRIEND VAN DEMOCRATIE

Vriend van democratie? Word ook vriend van het vfonds (gratis) en volg de projecten die het vfonds naast Petities.nl ondersteunt!

       

     
vfonds121x100pix.png              

 

 

 

 

 

 

Lees verder…

´Een merkwaardig geval van hulpverlening´

´Een merkwaardig geval van hulpverlening´

Verraad van in >Tjideng geïnterneerde vrouwen voor Amsterdams gerechtshof 

“Het was een merkwaardig geval van hulpverlening aan de vijand, dat het Amsterdams bijzonder gerechtshof zaterdag te behandelen kreeg; merkwaardig, omdat het ditmaal geen hulpverlening betrof aan de Duitsers, maar aan de Japannezen; en omdat het een der gelukkig zeer zeldzame gevallen was, die zich van die aard in de tropen hebben voorgedaan.” 

Paleis van Justitie, Amsterdam

Aldus de openingszin van een artikel in het Algemeen Handelsblad van 22 december 1947. Het ´merkwaardige geval van hulpverlening´ betrof de in 1899 te Salatiga uit Nederlandse ouders geboren Hermina Aleida Rouffaer-Kollewijn. Zij was naar Nederland gerepatrieerd, maar werd nadien in verband met gerezen verdenkingen gearresteerd en opgesloten in het N.S.B.-kamp ´De Roskam´ in Weesp. 

Volgens het Algemeen Handelsblad was zij als echtgenote van een B.P.M.-employé aanvankelijk geïnterneerd in vrouwenkamp Grogol te Batavia. Vanuit hier werd zij overgebracht naar een yoshiwara (Japans bordeel) aan de Hamweg. Na enige tijd ging zij toch weer terug in gevangenschap, naar haar zeggen omdat de omgeving, waarvan zij zich eerst niet bewust zou zijn geweest, haar tegenstond. Zij kwam nu samen met haar dochtertje in het vrouwenkamp Tjideng terecht. “Ook in Tjideng was zij alras verdacht en men waarschuwde elkaar voor haar. Met de kampcommandant, de beruchte Sonei, die inmiddels zijn euveldaden met de strop heeft geboet (Sonei werd in december 1947 geëxecuteerd – JP), stond zij op vertrouwelijke voet. In een van haar verhoren heeft zij verklaard, dat deze Sonei eigenlijk verkeerd begrepen werd, dat hij slechts het goede met de Nederlanders voor had en dat zijn terechtstelling een gerechtelijke dwaling was geweest!”

Een ´vertrouwensfunctie´

De aanklacht richtte zich op het feit dat mevrouw Rouffaer andere vrouwen bij Sonei had aangegeven wanneer deze kleine overtredingen begingen, zoals bijvoorbeeld hetgedekken.
“Sonei heeft me gevraagd hem te helpen om het voor de Nederlanders zo draaglijk mogelijk te maken en ik kan niet anders zeggen, dan dat hij in ons kamp heus wel goed is geweest”, waren de eerste woorden van de grijsharige in bruine bontmantel gestoken verdachte. Luid hoongelach van de publieke tribune, waar een aantal vroegere medegevangenen had plaats genomen, was de reactie op deze woorden. Ook de president, mr. B. de Gaay Fortman, toonde zijn ongeloof door te vragen: “Is Sonei dan ter dood veroordeeld omdat hij wilde helpen?”

Het was voor de verdachte moeilijk, de reeds eerder door haar afgelegde verklaringen te handhaven, te meer daar ook de procureur-fiscaal, mr. Janssen, volkomen met de toenmalige situatie in Indië op de hoogte bleek, omdat hij zelf tijdens een langdurige gevangenschap de ´behulpzaamheid´ van Sonei aan den lijve had ondervonden.

Voormalig kampcommandant Kenichi Sonei na het aanhoren van zijn terdoodveroordeling door de Temporaire Krijgsraad te Batavia (NIMH)

“Ik had een functie, omdat Sonei vertrouwen in mij stelde. Sonei was een hoogstaand mens. De andere vrouwen waren jaloers op me. Ze waren allemaal gek op Sonei.”
De president las deze door verdachte afgelegde verklaringen voor en vroeg: “Waarom is deze hoogstaande man dan ter dood veroordeeld?”
“Ook de rechtelijke macht kan wel eens dwalen”, was het antwoord.
De verklaringen van zowel de getuigen à charge als die van de getuigen à décharge waren met deze verklaringen in lijnrechte tegenspraak. Het was een enigszins verwarde zaak, omdat de feiten in Indië waren gepleegd, en hier in Nederland, zo goed en zo kwaad als het ging, een aantal getuigen bijeen was gebracht.
Op 21 Juli 1945 werd een aantal vrouwen door verdachte uit bed gehaald omdat Sonei – die de volgende dag zou vertrekken  – als afscheid nog even de vrouwen, die gegedèkt hadden, wilde bestraffen. Reeds een twintigtal vrouwen stond voor Sonei opgesteld; verdachte bleef achter de Jap staan. “Hebt u wel gezien, dat Sonei het goed met de vrouwen meende?” vroeg de president aan de getuige. “Neen. Integendeel, hij heeft getrapt en geslagen. Een oude die slecht ter been was, werd herhaalde malen neergeslagen en getrapt omdat ze niet wilde bekennen gesmokkeld te hebben.”
“Ik zou maar niet ontkennen, Sonei weet alles”, zou u toen gezegd hebben, aldus de president tegen verdachte. “Toen de oude vrouw echter bleef ontkennen, zou u tot Sonei gezegd hebben: ´Ze liegt´.”
“Dat is niet waar”, stoof verdachte nu op. “Ik heb die mevrouw in ’t Hollands gezegd: U mag niet jokken”. “Ik dacht, dat men geen Hollands mocht spreken”, bracht de president haar in verwarring. Een andere gevangene moest op het ´hoofd van de keizer´ zweren, niet gesmokkeld te hebben. Toen ook zij ontkende, liet Sonei door verdachte een deel van het haar afknippen, omdat zij hem niet goed ingelicht zou hebben.
Ondanks de hardnekkige ontkenningen bleek meer en meer, dat de verdachte alle moeite deed, het vertrouwen van de Jappen te winnen. Door haar medegevangenen werd zij gewantrouwd en gemeden, “omdat zij vaak Jappen op de thee vroeg”. “Ik houd niet van blanda’s, ik haat de Hollanders”, zou ze volgens een getuige tot een Jap hebben gezegd.

De procureur-fiscaal wees er in zijn requisitoir op, dat een verraadzaak in Holland heel anders was dan in Indië, waar 95 procent van de Nederlandse bevolking zonder contact met de buitenwereld was opgesloten. Men was daar volkomen op elkaar aangewezen en men probeerde elkaar zoveel mogelijk te steunen. Deze goede geest heerste vooral in de vrouwenkampen. Het is hier in Holland niet voldoende bekend, hoe de vrouwen in Indië hebben geleden.
Volgens hem heeft verdachte contact gezocht met een van de ernstigste misdadigers van Indië, een beestmens, die voor zijn misdaden is opgeknoopt. Zij heeft zich volkomen aan Japanse zijde gesteld. “Zij heeft het ergste verraad gepleegd, dat in Indië mogelijk was en ik eis daarom vijf jaar gevangenisstraf”, aldus zijn slotwoorden.

Een scherpe verdediging

De verdediger, jhr. mr. W.F.C. van Lidth de Jeude kwam allereerst tot de conclusie, dat een Nederlands Bijzonder Gerechtshof wel bevoegd is van deze zaak kennis te nemen, maar dat met betrekking tot de strafoplegging het Besluit Buitengewoon Strafrecht buiten toepassing moet blijven. De bijzondere rechtspleging strekt zich immers slechts uit over de periode tussen 5 Mei 1940 en 15 Mei 1945. De hier naar voren gebrachte gebeurtenissen van vóór 15 Mei 1945 zijn niet bewezen. De kwestie van het verraad van het gedekken vond plaats op 21 Juli 1945, en dus buiten de wettelijke termijn. Hij verzocht daarom vrijspraak voor dát deel van de tenlastelegging, met bovendien onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte, die reeds sinds april van dit jaar is gedetineerd.

Het pleidooi gaf de zaak hiermee een verrassende wending. Terwijl de tenlastelegging voornamelijk gebaseerd was op feiten, gepleegd begin mei 1945, zou het bewezen geachte verraad dus hebben plaatsgevonden in juli. De procureur-fiscaal trok hierop een deel van het ten laste gelegde in. Na zich enkele minuten in de raadkamer te hebben teruggetrokken, deelde de president mede, termen aanwezig te vinden, de verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen. De uitspraak volgde binnenkort.

De radio-tekst van het ANP met betrekking tot de uitspraak

De uitspraak

Twee weken later berichtte het Algemeen Handelsblad: “Het Hof sprak verdachte vrij, omdat geen verraad bewezen was in het tijdvak dat in de ten laste legging is genoemd. De advocaat fiscaal had een gevangenisstraf geëist van vijf jaar. De verdediger pleitte vrijspraak en verzocht onmiddellijke invrijheidstelling van zijn cliënte, welk verzoek het Hof inwilligde.”
Hadden de Nederlandse kranten daarvóór gesproken van Hermine Rouffaer-Kollewijn, thans heette zij weer gewoon “Mevrouw Rouffaer”. Een enkele provinciaal blad waagde het nog een vraagteken te plaatsen bij het geheel; over het algemeen was de interesse voor deze bijzondere kwestie al snel tanende.

Mevrouw Rouffaer had negen maanden doorgebracht in een strafkamp. De duur en zwaarte van haar voorarrest kon worden vergeleken met die van vele duizenden N.S.B.-zaken. Het was een Indische kwestie geweest, dit keer, maar verder eigenlijk heel gewoon.

Betrokkene overleed in 1984, op 84-jarige leeftijd, in een verpleegtehuis te Den Helder.

x

Bronnen
De Locomotief, 17 december 1947
Algemeen Handelsblad, 22 december 1947
Het Dagblad, 22 december 1947
Het Dagblad, 3 januari 1948
Algemeen Handelsblad, 3 januari 1948
De Telegraaf, 9 mei 1984

ICM 19.4.17

Lees verder…

10897350671?profile=original

Door de Blauwe ogen - MARIANNE JANSSEN: ‘INDIE BLIJFT ZICH ROEREN.’

Dit is een bijdrage van Sabina de Rozario.

De titel ‘De soep ruikt naar hond’ klinkt even opmerkelijk als grappig. Waar dit boek overgaat, verklaart de ondertitel ‘Herinneringen van Indische Nederlanders na de oversteek’ gelukkig. Dit nieuwe boek van Marianne Janssen (journaliste, schrijfster, 1947) ligt vanaf mei in de winkels. Sabina, van Door blauwe ogen, spreekt alvast met de auteur van dit nieuwe ‘Indische’ boek.

Mama, Margy en Mady Klerks

Korte hoofdstukken, familiefoto’s en anekdotes; het boek is ‘een feest van herkenning’, aldus het persbericht. Maar het feest begint in dit boek met oorlog en kampherinnering. Komen er ook andere herinneringen aan bod? Marianne Janssen licht de inhoud van het boek toe:

“De verhalen bevatten inderdaad lach én traan. Waar mensen herinneringen ophaalden aan hun verblijf in het kamp overheersten de tranen, zeker omdat men in Nederland niets van hun geschiedenis wilde weten. De lach was: we hebben het overleefd. Weemoed: de moeilijke zoektocht naar woonruimte, de onmogelijkheid een baan te krijgen op het eigen niveau, de discriminatie op vele fronten.”

 

De schrijfster heeft gesprekken gevoerd met de oudsten uit de Indische gemeenschap, de eerste generatie die de migratie bewust heeft meegemaakt met alle zorgen, verwachtingen en hoop die deze generatie daarbij heeft gehad. Ook heeft zij hun kinderen en kleinkinderen (derde generatie) ontmoet. Heeft u voor uw gevoel voldoende betrokkenen besproken?

Marianne Janssen: “Ik  heb een aantal familiegeschiedenissen beschreven, door de reizigers verteld, maar meestal door hun kinderen die ook al behoorlijk oud zijn. Naast die interviews had ik tientallen brieven. En daarbovenop kwamen er toevals-verhalen: ‘Ben jij niet bezig met… Dan heb ik nog wel een verhaal…’. Op die manier. Dat zijn de korte verhalen.

Tijdens de gesprekken ontdekte ik dat er dingen begonnen te ‘dubbelen’. Discriminatie-verhalen op school en werk bijvoorbeeld. Ik concludeerde op een gegeven moment dat ik voor het totaalbeeld voldoende verhalen gehoord had over de onderwerpen die ik mijzelf had opgegeven”

Samengevat hoofdstuk De soep ruikt naar hond:

De Indische Nederlanders waren gewend twee- a driemaal daags te baden of mandiën. Maar na de oorlog ging men in Nederland nog pas één keer per week in de teil. Dus de pensions stelden in: één keer per week hooguit douchen. Nu vonden de Indische Nederlanders toch al dat Nederlanders stonken, dus dat zagen ze niet zo zitten. Jennifer, een van mijn zegsmensen, vertelt dat het gezin van haar vader samen met de andere gezinnen uit het pension daarom ééns per dag naar het badhuis ging: ‘als ganzen op een rij, handdoek op een rolletje, stukje zeep in de hand. De inwoners van Kerkrade (want daar speelt het) keken hun ogen uit: wat een nathalzen zeg, die bruintjes!’

Vaak wordt aangenomen dat een Tempo Doeloe-trip, Rootsreis of Heimwee-reis, zoals u het noemt, een lang gekoesterde droom is. Wat bent u hierover te weten gekomen?

Marianne Janssen: “Veel geïnterviewden gingen op ‘heimwee-reis’ naar Indië. Maar ‘Indië bestaat niet meer’, was de verzuchting vaak bij de eerste generatie.  De tweede is minder geïnteresseerd, de derde weer wel. Dat schijnt een vast patroon te zijn na emigratie. Die studie haal ik ook aan in het boek.”

Omslag De soep ruikt naar hondhttps://doorblauweogen.files.wordpress.com/2017/04/omslag-de-soep-ruikt-naar-hond.jpg?w=97&h=150 97w, https://doorblauweogen.files.wordpress.com/2017/04/omslag-de-soep-ruikt-naar-hond.jpg?w=193&h=300 193w, https://doorblauweogen.files.wordpress.com/2017/04/omslag-de-soep-ruikt-naar-hond.jpg 399w" sizes="(max-width: 270px) 100vw, 270px" />

Andere thema’s in het boek zijn wonen, eten, onderwijs, klimaat, school en derde generatie. Stuk voor stuk herkenbare onderwerpen. Groot pluspunt is dat de verhalen autheniek zijn en als het niet het geval is, benadrukt de schrijfster dit. Marianne Janssen beschrijft de geschiedenis van de Indische generaties in Indië en Nederland voldoende en bovendien toegankelijk voor degene die deze nog niet kennen. Anders is het een mooie aanvulling. Wellicht spoort het boek aan om de eigen familiegeschiedenis te onderzoeken?

De titel ‘De soep ruikt naar hond’ wordt na het lezen van het boek meer dan duidelijk. Het zijn woorden uit de mond van een extravert 2-jarig Indisch meisje, deel uitmakend van een treffende anekdote. Haar opmerking leidt tot grote gevolgen trouwens. Welke dat zijn, daarvoor moet men toch echt het boek aanschaffen.
‘De soep ruikt naar hond’ is een prachtig document waarvoor Marianne Janssen met haar betrokkenheid en kennis mooie herinneringen heeft geselecteerd. Stuk voor stuk pareltjes.

 

Aanvullende informatie:

De soep ruikt naar hond: 256 pagina’s, paperback met foto’s. Prijs: 18,95, uitgeverij Just Publishers. ISBN: 97890 8975 0983

ICM 18.4.17

Lees verder…

 

U heeft het gelezen vandaag in de Telegraaf stapt over op het Video kanaal, wist U dat ICM al 9 jaar geleden een begin maakte? Hier alvast een voorproefje !

Lees verder…

NEDERLANDSE OORLOGSGESCHIEDENIS IN AZIË DANKZIJ CHINEZEN VERRASSEND MOOI BEWAARD

10897360667?profile=original

De Hollandse helden’waren erg dapper’

Terwijl Nederland in 1940 onder de voet werd gelopen door nazi-Duitsland, werden ruim 10.000 kilometer oostwaarts onze overzeese gebieden tegen de barbaarse Japanners beschermd. Tientallen hooggeplaatste landgenoten belandden in kampen in China, waar onze oorlogshistorie verrassend mooi levend wordt gehouden. De lokale overheid wil nu graag met nabestaanden in contact komen.

Na een lange reis door het kale landschap van Dongbei, de noordoostelijke regio van China, doemt ineens een standbeeld van militairen op. Lang, grote ogen, strak in legertuniek gestoken. Onmiskenbaar westerlingen. Verdwaald in de woestenij, zo lijkt het.

Liaoyuan, een klein stadje met iets meer dan een miljoen inwoners dat vermaard is om zijn tongstrelende hertenvlees, ligt in een regio die zo Chinees is als het maar zijn kan. Dat was anders ruim 70 jaar geleden, toen de geallieerden – met ook veel Nederlanders – in het verre Azië vochten om de verovering van Nederlands-Indië door troepen van het Japanse keizerrijk te voorkomen.

Hein ter Poorten, commandant van de landstrijdkrachten, probeerde dapper stand te houden met zijn manschappen nadat grote delen van de Indische eilanden waren veroverd, maar nadat Java viel, kon hij niet anders dan capituleren.

De in Buitenzorg geboren Nederlander werd krijgsgevangene in verschillende jappenkampen, net als enkele andere hoge militairen uit ons land. Onder hen ook de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, Alidius Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, de gouverneur op Sumatra, Adriaan Spits, luitenant-generaal Tjalling Bakker, en majoor-generaal Jacob van Rees. Maar ook bijvoorbeeld de prominente Amerikaanse generaal Jonathan Wainwright.

Van de meeste geschiedenis uit die tijd is weinig meer terug te vinden. In Shanghai en op het eiland Hainan zaten ook kort Nederlanders gevangen, maar de kampen in het noordoosten van China – destijds bekend als Mantsjoerije – waren veruit de grootste. In Liaoyuan zou zelfs het kamp met de meeste ’elite’ ter wereld hebben gestaan.

„Dat was niet toevallig”, zegt Yang Jing op de historische grond. De professor aan de Universiteit van Shenyang heeft zich verdiept in onze meeslepende oorlogsgeschiedenis in de regio. „De Japanners zagen ze als waardevol ’ruilmiddel’, en wilden ze als menselijk schild kunnen gebruiken bij een aanval van de geallieerden of een invasie van Rusland, dat niet ver weg lag.”

Naast het museum in Liaoyuan, eveneens niet ver van de Noord-Koreaanse grens, staat er ook in de stad Shenyang een op het gerenoveerde terrein van een concentratiekamp. Ook hier wordt uitgebreid stilgestaan bij onze landgenoten.

„De Nederlanders waren erg dapper”, vertelt Yang Jing verder. „Alle gevangenen moesten werken, en de Japanners droegen ze op landbouwwerk te doen, daar zijn Hollanders immers goed in. Maar dat hebben ze geweigerd. Soms deden ze wat schoonmaakwerk, of ze gaven planten water. Toch deden ze meestal niets.”

Heel gevaarlijk, want er zijn weigerachtige gevangenen ter plekke geëxecuteerd. „Blijkbaar waren de bezetters toch onder de indruk van hun hoge positie. Waarschijnlijk kregen ze als straf wel minder eten. Hier worden ze in ieder geval als helden beschouwd.”

Ook daarom het eerbetoon, dat bij vrijwel geen enkele Nederlander nog bekend is. „En daar willen we verandering in brengen”, zegt de lokale partijofficial Wang Xiaodong, die onder een copieuze maaltijd graag over zijn bijzondere permanente expositie vertelt.

„De militairen leven niet meer, maar het zou ons met trots vervullen als we in contact kunnen komen met hun nabestaanden. We zouden ze graag uitnodigen. Dan weten ze ook waar hun familieleden hebben vastgezeten, en hoe wij met hun nagedachtenis omgaan. Deze Nederlanders hebben hier toch een belangrijk deel van hun leven doorgebracht, en we hebben heel wat objecten van hen hier liggen.”

In het ’High-Ranking Allied POWs Camp Museum’ zijn de gevangenissen van de hoogstgeplaatste militairen te zien, onder wie Ter Poorten. Ook zijn er oorlogsmedailles, een Time Magazine met Ter Poorten op de cover, en verschillende tekeningen van Hollandse landschappen en het leven in de kampen.

„Schrijven stonden de Japanners niet toe”, legt Yang uit. „Maar tegen tekeningen hadden ze geen bezwaar. Daarom hebben meerdere soldaten hun gevoelens zo op papier gezet, waarop je ook kunt aflezen dat ze hun vaderland misten.” Een andere tekening toont een doodskist die wordt gedragen, met de tekst ’Zoo gingen er zoovelen’. De Hollanders overleefden echter allemaal.

In Shenyang, op zo’n drie uur rijden van Liaoyuan, is het jappenkamp uit de oorlogsjaren in later jaren gerestaureerd. Over het leven van toen is veel te zien. Zoals de vertrekken vol met houten stapelbedden, waarbij in de ijskoude winterperiode degenen die bij een kolenkachel sliepen geluk hadden – en degenen die er ver weg van zaten pech. Het kan er in de winter twintig graden vriezen.

In het kamp in Shenyang zijn bovendien veel Nederlandse namen van gevangenen te zien. In totaal waren het er dertig, zegt professor Yang. Onder wie Johannes Speekenbrink, Edward Korthout, korporaal Jan Gielkens en sergeant Willem Exmann. Ze verbleven er anderhalf jaar, tot het moment dat de Russen ze bevrijdden, op 17 augustus 1945.

Yang: „De Amerikanen waren eerder al met parachutes in het kamp geland, maar de Japanners geloofden niet dat de capitulatie was getekend. Toen ze daar wel van overtuigd raakten, zijn het volgens afspraak de Russen geweest die de Nederlanders hebben weggehaald.”

De hoogste officieren vertrokken met het vliegtuig, de rest ging met de trein. De groep viel daarna uiteen. Voor zover bekend is er geen Nederlander meer terug geweest.

ICM 24.4.17

Lees verder…

10897352498?profile=originalRudy Kousbroeks OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM

Commentaar door Pjotr.X.Siccama - deel 1.

En ruisend in de duisternis/juichend mijn eiland prijzen” – “Sneeuw over Sumatra.”, verwijzend naar dé herinneringen oproepend in al hun intensiteit die hier meer dan symbolisch worden bedoeld. Overeenkomsten met het verhaal (en de verfilming) van het werk van James Joyce met dat wat de schrijver in zijn voorwoord had aangegeven zijn er niet.

Alleen “de deur” in het Ierse verhaal bij het begin in zijn voorwoord trof me zeer: die “deur” in dat Ierse verhaal die dicht bleef; ook toen al bij de Japanse inval in Nederlands Indië. Het is opvallend dat “de deur” hier dan het enig vergelijk is met de duistere en pijnlijke werkelijkheid van de Japanse inval in het voormalig Nederlands Indië.

Helder dat het hier ook om de angst gaat van iemand met een post-traumatisch stress syndroom. Het zijn woorden, beelden, geluiden, geuren en herinneringen in alle kleuren die voor een ieder maar moeilijk te omvatten en te beschrijven zijn. En zeker wanneer je in een (voormalig) paradijs bent geboren en hebt geleefd. Wat ik me nog goed kan herinneren uit een van Kousbroeks vele andere werken is, dat hij, net aangekomen in Holland, vanuit zijn kamer naar buiten keek waar het op dat moment vreselijk vroor en de ruiten van de ramen vol ijsbloemen zaten, daarbuiten een troosteloos aanzien gaf en hij bij zichzelf dacht: “… ze hebben mij uit het Paradijs verjaagd.” Een dergelijke zin vergeet je nooit. Beroofd van menselijk geluk, maar gelukkig zijn en blijven, wordt door lieden als politici, stuk gemaakt; zij waren het die alles maar stuk kunnen maken en daar waar men niet in staat is in te grijpen of invloed kon uitoefenen, is ergelijk en frustrerend.

Een samenvatting van dit prachtige werk is bepaald geen sinecure. Het werk is, zoals gezegd, zo omvangrijk en beslaat vrijwel het hele spectrum van wat de Indisch/Nederlandse (en vice versa) literatuur (tot nog toe) in al haar aspecten heeft voortgebracht. Onderworpen aan het kritisch oog van de auteur is in historisch perspectief gezien buitengewoon interessant. Een fenomenaal document dat zeker op de lijst van verplichte literatuur op alle middelbare scholen dient te worden opgenomen.

De Nederlandse geschiedenis over het voormalig Nederlands Indië, is met dit werk hier geheel voltooid.

Kousbroek is groots en heeft evenzo het grote talent om de beschrijvingen tot in de diepten van het menselijke gevoel volledig, in detail en exact weer te geven. Het werk is rijk aan kostbare persoonlijke ervaringen, ook voor lezers die het (voormalig) Nederlands Indië (nog) niet kennen. De gekozen titel is weliswaar triest, maar laat niet alleen de duisternis zien in de spiegel van de auteur. Integendeel. Het boek las ik als een film die zelfs nu nog actueel zou kunnen zijn. Het is niet allemaal treurigheid in het boek.

Hilarisch is (om een passage te noemen), de beschrijving van de portretten van de Gouverneurs-generaal van Nederlands Indië (de zogenoemde GG’s). Met humor beschrijft hij enkelen van hen, met een theatraliteit en voorstellingsvermogen als van een professionele mimograaf. Prachtige beschrijvingen en die in details. Zo ken ik de schrijver nog niet; een verborgen klein talent.

Velen herkennen de beschrijvingen van de repatriatie uit het voormalige Nederlands Indië, waar de evacués naar het moederland moesten worden overgebracht. Maar in de tijd van Kousbroek was de evacuatie direct na de oorlog (1946) vrij formeel geordend geregeld; dat wil zeggen, onder andere, overeenkomstig de conventierichtlijnen van Genève. En dat ging wel heel omslachtig aan toe maar ook curieus.

De evacuatie in 1946 die Kousbroek had meegemaakt leek wel op een MGM-film in de Arabische woestijn uit de 50-er jaren met het vreemdelingenlegioen, wanneer de evacués naar een afgelegen plaats in de woestijn hun winterkleding (voor Europa) in ontvangst moesten nemen. Absurde en even bizarre scènes moesten zich daar hebben afgespeeld. Heel anders ging het met hen die in het begin van de 50-er jaren werden gerepatrieerd: de winterkleding (althans überhaupt de eerste kleren voor het verblijf in het moederland) werd op de boot ter hoogte van de Rode Zee uitgedeeld en bestond uit een soort zwart/donkergrijze jogging outfit met baret (Kousbroek: ijsmuts), sokken en een paar wollen wanten. Meer kregen ze niet.

Worstelend met de lacunes uit zijn herinneringen, flarden van plotseling opkomende historische personages spelen zich af in zijn hoofd. Een van de vele verschijnselen van een (kamp)syndroom. Zelf schreef hij dat je niet per se in een kamp moest hebben gezeten om het te krijgen (..) Mensen die zowel een (kamp)syndroom hebben als (en/of) een Post Traumatische Stress Syndroom hebben exact dezelfde verschijnselen. Velen zullen deze direct herkennen. De herinneringen die fragmentarisch, soms kort en soms lang(durig), zullen heviger en intensiever worden naarmate de tijd verstrijkt en jezelf ouder wordt.

Zoals mijn zielknijper me jaren geleden bij mijn behandeling mij ervoor had gewaarschuwd. De angst, ja die angst die maar niet en nooit helemaal weg zal kunnen gaan“..

De enige en wellicht wel de laatste unieke (overigens grappige) figuur van de Westerse Cultuur fenomeen in de jungle van Nederlands Indië vormde een bijzonder geroemde excentriekeling, een zekere “Iwan de Verschrikkelijke” (vanwege zijn (Slavisch/Russisch) voorkomen, genoemd door B.D. Swanenburg in zijn boek Leven en werk van Stein Callenfels.

Deze man, (hij was 1.92 m. groot en woog 140 kg.) een zekere Dr. Stein Callenfels was archeoloog/paleontoloog; beroemd, bekend en berucht. Beroemd (vooral in Azië) om zijn kennis en archeologische vondsten (ontving vele buitenlandse onderscheidingen voornamelijk in Azië) en berucht om zijn onnoemelijk grote appetijt. Lachwekkende anekdotes die je bij blijven.

Ook rekent Kousbroek hier af met de Hollandse benepenheid wanneer hij het over de (Hollandse) geschiedenis heeft: het “Holland op zijn smalst,” zeg ik dan. Waar is het inzicht van de Hollanders? En waar de grandeur van een Nederlands Imperium? Wat is het? Nooit van gehoord ! Maar die bestaat ook niet.

Een aaneenschakeling van historische feitelijkheden passeert de revue, maar niet zonder dat hij deze historische hoofdrolspelers er flink van langs geeft. Zo ook in de (Indische) literatuur waar de vraag nog steeds in de lucht hangt, (polemieken houden niet op over dit onderwerp) naar wat en vooral wie (in de literatuur) in hemelsnaam het predicaat Indisch mag en/of kan dragen.

Dan de opvatting van Walraven over de Indo‘s (Indo/Europeanen) die werkelijk hypocriet is wanneer de man deze Indo/Europese gemeenschap kwalijk neemt dat zij zich boven de Indonesiër(s) verheven voelt. Absurditeit ten top is het wanneer men bedenkt dat deze man zich immers boven een ieder superieur voelt, niet zozeer als kolonist/ambtsdrager, maar simpel als burger. Bizar.

Deze kaaskoppen veroorloofden zich schijnbaar een asociaal en immoreel gedrag onder een legitimiteit van een illegale bezetting. Sudah. De Indo-Europeanen staan toch ver boven dit soort stupiditeit. Hoewel er ook Indo-Europeanen zijn die zich zelfs verheven voelden en voelen boven de Totok (de blanke), wat een andere oorzaak en implicatie heeft.

Ach, vreemde denkbeelden hield deze mijnheer Walraven op na, waarbij hij en passant toch nog vergeten was, dat de Indo-gemeenschap niet alleen bestond uit Indische Nederlanders, maar ook uit andere Indische Europeanen (uit heel Europa met inbegrip van mensen uit Noord Amerika en Australië en de rest van Zuid/Oost Azië).

Maar voor de Hollander was het Nederlands Indië van toen een soort verlengstuk van het moederland, de kaaskop waande zich kennelijk rijkelijk alleen op de Wereld (in de zin van het enig Hollands Imperium) waar hij (eindelijk in het Paradijs terechtgekomen zonder ook maar één vinger te verroeren) naar believen de vruchten van plukt. Jawel; men plukte, at de vruchten, maar de hand die ze voortbracht, daar had men geen enkele benul noch liefde voor (gegeven). Men had blijkbaar geen idee, laat staan een visie van de eigen omgeving en dat van de Wereld.

Volgende keer deel - II

ICM 26.4.17

Lees verder…

10897416658?profile=originalGrote belangstelling voor opzienbarend boek over Westerling

DEN HAAG (21 november 2019) – Vandaag is onder grote belangstelling een opzienbarend boek over Kapitein Raymond Westerling en de Zuid-Celebes Affaire gepresenteerd. Het boek, met als titel 'Kapitein Westerling en de Zuid-Celebes Affaire (1946-1947) - Mythe en Werkelijkheid', is van de hand van Bauke Geersing en werd gepresenteerd in Internationaal Perscentrum Nieuwspoort te Den Haag,

Volgens historici, politici en journalisten is Westerling een oorlogsmisdadiger. De vraag is echter of dat daadwerkelijk ook zo is. Aan de hand van oorspronkelijke en niet eerder gebruikte primaire bronnen, officiële door de regering opgedragen onderzoeken en andere documenten toont Geersing aan dat de werkelijkheid veel genuanceerder ligt. Geersing betoogt zelfs dat het optreden van Westerling militair als effectief en succesvol kan worden gekwalificeerd.

Na een korte inleiding werd een eerste exemplaar van het boek aangeboden aan Hans Moll, voorzitter van Federatie Indische Nederlanders (FIN). Moll ging daarbij kort in op de eenzijdigheid van het grote Indië-onderzoek, dat momenteel door KITLV, NIMH en NIOD wordt uitgevoerd, en sprak hij de hoop uit dat het nieuwe boek bij mag dragen aan kritische reflectie ten aanzien van de huidige geschiedschrijving over voormalig Nederlands-Indië.

TWITTER.COM
Federatie Indo sände live
Lees verder…

Indonesië betaalde 4 miljard gulden herstelbetalingen aan Nederland

Nederlandse mariniers gaan in de aanval bij het plaatsje Krian bij Surabaya, Oost-Java.
Afgelopen week was ik in Brussel waar ik een inleiding hield over herstelbetalingen. Het onderwerp ligt gevoelig bij gekoloniseerde geesten. Voor de Holocaust hebben Joodse organisaties US$ 8 miljard gevraagd. Ze hebben US$ 70 miljard gekregen. Daarover is nooit een probleem gemaakt.

Ook is er nooit een probleem gemaakt toen gekoloniseerde landen herstelbetalingen hebben betaald aan de kolonisator.

De tot slaaf gemaakte bevolking van Haïti heeft in een bloedige revolutie tussen 1791 en 1804 haar vrijheid bevochten. In 1825 organiseerde Frankrijk een nieuwe aanval op Haïti met steun van andere Europese landen en Amerika. Ze legde een cordon van veertien oorlogsschepen met 528 kanonnen om het eiland en gaf het Haïtiaanse volk de keuze: of herstelbetalingen betalen of een economische blokkade riskeren met hongersnood, oorlog en uiteindelijk de herinvoering van slavernij. Haïti moest het bedrag van 150 miljoen Franse franc betalen (US$ 22 miljard in de huidige waarde) voor verloren bezittingen van Franse slavenmakers (inclusief de waarde van de tot slaaf gemaakte mensen). Haïti moest het geld lenen bij Franse banken tegen 6 procent rente. Elk jaar tussen 1825 en 1947, bijna 150 jaar lang, heeft Haïti een bedrag betaald als aflossing van deze schuld. In 1990 vroeg Jean Aristide, de eerste democratisch gekozen regering van Haïti US$ 22 miljard terug van Frankrijk. In 2004 werd hij afgezet door een coup die gesteund werd door Amerika en Frankrijk. Hij moest vluchten naar Zuid-Afrika.


Nederlandse militairen met Indonesische gevangenen. Foto: javapost.nl

Een ander voorbeeld waarbij een gekoloniseerd land herstelbetalingen moest doen aan de kolonisator is het geval van Indonesië en Nederland. In 1940 kwam het Nederlandse koloniale regime in Indonesië ten val door de Japanse inval. In 1945 riep Soekarno de onafhankelijkheid uit. Nederland, die zelf net bevrijd was van de Nazi-bezetting, stuurde zijn leger naar Indonesië om een vuile oorlog te voeren die 150.000 Indonesiërs het leven kostte.

Onder druk van de Amerikanen trok Nederland zich terug. Bij de Ronde Tafel Conferentie van 1949 leidde de Amerikaanse druk op Indonesië tot een overeenkomst waarbij Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië erkende, maar Indonesië Nf 4,5 miljard moest betalen aan herstelbetalingen. PvdA premier Drees eist een extra Nf 2 miljard voor de kosten die Nederland tijdens de vuile oorlog had gemaakt, maar de Amerikanen vonden dat te gortig. Tussen 1950 en 1956 heeft Indonesië Nf 4 miljard overgemaakt. In 1956 weigerde ze de rest te betalen.

In de Nederlandse geschiedenisboeken wordt gedaan alsof de wederopbouw van Nederland mogelijk gemaakt is door de Amerikaanse Marshallhulp. Die hulp bedroeg US$ 1,1 miljard en was gegeven in de vorm van een lening. De echte financiering van de wederopbouw kwam van Indonesië. Dat staat niet in hun geschiedenisboeken.

Het ergste komt nog. De Nederlandse bezetting van Indonesië was één van de wreedste bezettingen.

Marjolein van Pagee, een Nederlandse journaliste, geeft een voorbeeld van de Nederlandse wreedheid tijdens de vuile bezettingsoorlog op basis van gesprekken met nabestaanden van de Indonesische verzetsleider Andi Abubakar Lambogo op het eiland Sulawesi. In 1947 hadden ze Lambogo gevangengenomen bij Salu Wajo en zijn hoofd afgehakt. Ze spietsten het op een bajonet en hingen het later aan een paal op de markt in de plaats Enrekang zeven kilometer verderop. Het lichaam is op de weg bij Salu Wajo achtergebleven. De Nederlandse militairen dwongen andere krijgsgevangenen, die ze gemaakt hadden, één voor één om het afgehakte hoofd van hun leider, dat op een bajonet was gespietst, te kussen. Daarna hingen de Nederlandse soldaten het hoofd aan een paal. Het hoofd heeft daar twee dagen en een nacht gehangen als afschrikwekkend voorbeeld. De familie mocht uiteindelijk het hoofd meenemen en het samen met het lichaam in Enrekang begraven. Daar is er nu een ereplek voor Lambogo op de begraafplaats. Dit was het beschavingsniveau van de Nederlanders in Indonesië, die beduidend lager was dan die van de Nazi’s die al niet erg hoog was. De Nazi’s hebben nooit het hoofd van een Nederlandse verzetsleider afgehakt en andere Nederlanders gedwongen om dat hoofd te kussen.

En dit Nederlandse volk heeft dan herstelbetalingen geëist en gekregen van de mensen die ze driehonderd jaar lang hebben gekoloniseerd. Hoe schandalig kan geschiedvervalsing zijn.

Sandew Hira

Lees verder…

Tweede Kamer opnieuw geconfronteerd met Indisch verleden

Tweede Kamer opnieuw geconfronteerd met Indisch verleden

10897226269?profile=originalAanbieding boek Ik beken aan voorzitter Vaste
Kamercommissie VWS

Ferry Schwab sr. had de eer om bij dit boek Elise te assisteren. Als Journaliste was reeds jaren bezig om het leven van Ferry mijn naamgenoot  met achternaam Molendijk  te onderzoeken die als jonge man ongewild in het verzet in het voormalige Indie terecht kwam.  Ferry Schwab sr heeft de nodige informatie aangevuld met betrekking tot de structuur van het Indisch Platform met de toen ruim 28 aangesloten Indische Stichtingen. Voorts voorgesteld om dit boek aan alle Tweede Kamer leden te overhandigen.   ICM faciliteerde Elise Lengkeek op alle Pasar Malams waar ICM stands aanwezig waren. Het boek ging als broodjes, en onverwachts ging het mobiel van Elise; Het was Maxim Verhagen  die op weg was naar Japan, en het boek in een keer uitlas, bizar wat Ferry Molenbeek overkwam. 


Op  23 juni 2009 jl  Het onlangs verschenen boek Ik beken werd dinsdag 23 juni 2009 op initiatief van het Indisch Platform aangeboden aan de voorzitter van de Vaste Kamercommissie VWS, mevrouw P. E. Smeets. Met de aanbieding van dit boek hoopt het Indisch Platform in vervolg op de geheime hoorzitting van 1 april jl. de Vaste Kamercommissie VWS meer inzicht en kennis te bieden over wat er feitelijk gebeurde in Nederlands-Indië tijdens WO II en de Bersiapperiode waarin Nederlands-Indië zich met geweld losmaakte van Nederland.

Naar aanleiding van gesprekken van het Indisch Platform met kamerleden van de Vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport kwam op 1 april jl. de Indische backpay-kwestie en de problematiek rond Indische oorlogsschade, roof en rechtsherstel uitvoerig aan de orde tijdens een geheime hoorzitting. Daarbij waren behalve het Indisch Platform ook Peter Meijer en Hans Keppy uitgenodigd, die in opdracht van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) hier onderzoek naar hebben gedaan.* Deze kwestie wordt ook toegelicht in de bijlagen van Ik beken.

De commissie, die zich geschokt toonde bij het horen van de feiten waarvan men geen kennis bleek te hebben, beraadt zich nu op het zetten van vervolgstappen.

Document humain
Het boek Ik beken wordt aan alle leden van de Vaste Kamercommissie uitgereikt als document humain. Het boek beschrijft op indringende wijze het verborgen leed van Indië dat zichtbaar wordt in de verbijsterende levensgeschiedenis van Ferry Holtkamp. Als jongen van veertien raakte hij betrokken bij het Indisch verzet. Na zijn arrestatie overleefde hij als politieke gevangene zes opeenvolgende gevangenissen onder het gruwelijke regime van de Japanse bezetter. Zowel over het Indisch verzet als over de martelingen en mensonterende omstandigheden waaraan politieke gevangenen werden blootgesteld door de Japanse machthebbers is nauwelijks iets bekend geworden via geschiedschrijving of media.

'Hij is een van de weinige Indische verzetsmensen die overleefde en in staat bleek zijn ervaringen te delen. Daarmee draagt Ik beken op unieke wijze bij aan de geschiedschrijving. Dat geldt niet alleen voor dit aspect van de Japanse bezetting, maar ook voor zijn verslag van de haat, het geweld en de moordzucht waarmee de inlandse extremisten volbloed Nederlanders en Indo-Europeanen hebben bejegend,' aldus de historicus dr. Herman Bussemaker, voorzitter van het Indisch Platform.

Ik beken is verschenen op 27 april jl. bij Mistral uitgevers te Amsterdam.

ICM faciliteerde Elise Lengkeek op alle Pasar Malams waar ICM stands aanwezig waren. Het boek ging alles broodjes, en onverwachts ging het mobiel van Elise; Het was Maxim Verhagen  die op weg was naar Japan, en het boek in een keer uitlas, bizar wat Ferry Molenbeek overkwam. 

*) Deze NIOD-rapporten zijn verschenen onder de volgende titels: Meijer, H., Indische rekening. Indië, Nederland en de backpay-kwestie 1945-2005; Amsterdam, 2005 en Keppy, P., Sporen van vernieling. Oorlogsschade, roof en rechtsherstel in Indonesië 1940-1957; Amsterdam, 2006.

Lees verder…

Herdenking bevrijdingsoperatie Jack Boer

Herdenking bevrijdingsoperatie Jack Boer

10897414860?profile=original

DEN HAAG (10 november 2019) - Exact 74 jaar geleden, op 10 november 1945, bevrijdde Jack Boer op spectaculaire wijze 2384 ten dode opgeschreven Nederlanders uit de beruchte Werfstraatgevangenis in Soerabaja. De Nederlanders werden daar gegijzeld door Indonesische terroristen, die op het punt stonden om de Nederlanders te vergiftigen en vervolgens levend te verbranden.

Alhoewel Boer kapitein was bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) moest hij zijn huzarenstuk noodgedwongen uitvoeren in Engels uniform. Boer werd daarbij geassisteerd door 10 Engelse Gurkhas en wist daarmee de Indonesische overmacht op miraculeuze wijze te trotseren. In totaal sneuvelde 1 Gurkha bij de reddingsoperatie. Alle Nederlanders overleefden de operatie. Om onverklaarbare redenen hebben Boer en zijn peloton nooit erkenning gekregen van de Nederlandse overheid voor de operatie en getoonde moed. Voor Indisch Nederland is Boer echter een held.

De bevrijdingsactie vond plaats gedurende de Bersiap, dat Maleis is voor “Wees paraat” of “Geef acht!” en waarmee wordt gedoeld op de uiterst gewelddadige periode, die volgde op de Japanse bezetting van Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gedurende de Bersiap zijn tienduizenden (Indische) Nederlanders op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door Indonesiërs, vanwege hun Nederlandse c.q. Europese etniciteit. Ook Chinezen, Molukkers en andere etnische minderheden waren de klos, omdat zij werden verdacht Nederlandsgezind te zijn.

Het exacte aantal Nederlandse slachtoffers dat tijdens de Bersiap is gevallen is tot op de dag van vandaag onduidelijk.

De schattingen variëren tussen de 15.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten. In tegenstelling tot Nederland heeft Indonesië nooit kritisch gereflecteerd op de door haar onderdanen gepleegde misdaden jegens weerloze burgers. Federatie Indische Nederlanders (FIN) heeft Indonesië daarom al eerder opgeroepen om alsnog erkenning en excuses aan te bieden aan Nederland. Indonesië weigert dit
tot op de dag van vandaag.

Bron: https://twitter.com/FederatieIn…/status/1193473535873835008…

Ferry Schwab Heb de eer gehad om het boek van Richard Klaassen toen in script vorm te mogen lezen ten tijde dat ik in Costa woonde. Kreeg deze van Max Rufi Uitgever van Hallo a/d Costa Blanca. Vroeg mij om via ICM te introduceren. Titel van het boek Macaber Soerabaya. Richard Klaassen die hier zat, had zich verscholen onder lijken, en niet KNIL maar de Indiase Gurkha's en de Engelsen hebben de mensen toen bevrijd, en niet anders.

Lees het boek van Richard die het heeft overleefd.  Overigens ook het boek van Elise Lengkeek de eer gehad om te lezen en te voorzien van informatie. Op de dag dat het script op de deurmat viel, overleed Ferry die nog de week er voor een de lijn had, bizar !

Lees verder…

Elke dag moet je plukken

10897414267?profile=original

Wieteke van Dort theater in met thrillerkomedie ’Enkele reis’

Wieteke van Dort ’verzamelt’ als het ware leuke ervaringen. Niks doen is voor haar geen optie, dus vult ze haar tijd met schilderen, optreden als Tante Lien en het schrijven van boeken. De komende maanden staat ze in het theater met de thrillerkomedie Enkele reis. „Als iets me aanspreekt dan doe ik het. Ik ben zo gelukkig geweest dat ik dat eigenlijk mijn hele leven zo heb kunnen doen.”

’Iedere keer dacht ik weer: iets leukers kan mij niet overkomen, maar dan kwam er toch steeds weer iets anders moois op mijn pad. Ik kom chronisch tijd tekort”, lacht Van Dort (Soerabaja, 1943), die vertelt dat haar overvolle agenda een wederzijds gewenste samenwerking met theaterproducent Hummelinck Stuurman eerder steeds in de weg stond.

„Ik ben zo blij dat die ruimte er nu wel was. Ik vind het enig om deze voorstelling samen met Trudy Labij en Bram van der Vlugt te maken. Met Bram heb ik ooit bij De Nieuwe Komedie nog in de musical Sajjens Fiksjun van Harry Geelen gespeeld en Trudy is wel eens bij me langs geweest in de Late Late Lien Show. Die twee hebben allebei natuurlijk een dijk van een toneelcarrière opgebouwd. Ik kan nog zoveel van hen leren. Ik drink het allemaal in tijdens de repetities. Dat heb ik altijd gedaan. Tijdens mijn periode bij Wim Kan, maar ook van Aart Staartjes, Joost Prinsen en Loes Luca heb ik veel opgestoken. Ik heb er totaal geen moeite mee om aanwijzingen op te volgen. Ik leer graag nieuwe dingen bij. En sinds ik al 25 jaar iedere dag met twintig minuten transcendente meditatie start, ben ik ook nooit meer nerveus.”

Truttig

Het is een uitermate bescheiden opstelling voor iemand die zelf ook een glansrijke carrière opbouwde. „De ster uithangen is nu eenmaal niet zo mijn ding. Er was een keer een Tros-evenement op een vakantiepark in Brabant waar ik moest optreden, maar de portier wilde me het parkeerterrein niet op laten. Toen heb ik mijn auto maar verderop neergezet en ben ik gaan lopen, terwijl collega’s als Martin Brozius er wel gewoon stonden. Maar om daar dan stampij over te maken, daar heb ik dan ook geen zin in. Ik voel me wat dat betreft dan ook vaak dat truttige mevrouwtje. Op het toneel kan ik een mooi liedje zingen en grapjes maken, maar daarbuiten ben ik gewoon Wieteke. Je bent vooral wat je bent door je publiek.”

Wieteke van Dort werd in eerste instantie niet op de toneelacademie aangenomen, omdat ze volgens de directeur ’nog een kuiken was dat net uit het ei was gekropen’. Ze volgde daarom eerst een opleiding tot kleuterleidster en brak haar opleiding aan de toneelschool later alsnog voortijdig af om bij De Nieuwe Komedie in Den Haag te gaan werken, waar zij in 1966 de rol van Julia in Romeo en Julia mocht spelen. Ze ging ook als cabaretière aan de slag bij Wim Kan, maar richtte zich na haar huwelijk met Theo Moody vooral op radio- en televisiewerk (o.a. Oebele, De stratemakeropzeeshow, Radio Lawaaipapegaai). In 1979 creëerde ze haar beroemde alter ego Tante Lien voor de Late Late Lien Show.

Oudjes

„Ik wilde ’s avonds graag thuis zijn bij de kinderen, maar hoewel die inmiddels al lang de deur uit zijn, heb ik het lang volgehouden om toch zoveel mogelijk overdag te werken”, vertelt de actrice. Toch gaat ze nu voor Enkele reis ook ’s avonds het land weer in. „Al heb ik dat natuurlijk wel eerst met Theo overlegd. We zijn in april 50 jaar getrouwd, dus zo’n beslissing neem je niet in je uppie. Al ben ik niet de hele week van huis hoor. Deze tournee is echt op ons oudjes geënt. We spelen hooguit drie keer per week.”

In de thrillerkomedie van Lex Passchier is te zien hoe een thrillerschrijfster (Trudy Labij) en haar sloverige zus (Van Dort) eigenlijk naar een verzorgingstehuis zouden moeten. Om dat te voorkomen schakelen ze een sinistere heer (Bram van der Vlugt) in om hen te helpen bij hun laatste wens. Maar zodra hij arriveert, gebeuren er vreemde dingen.

Hoewel volgens Wieteke van Dort zeker niet alleen de nadruk op dat zelfverkozen levenseinde ligt in dit stuk, is zij er wel degelijk een voorstander van. „Bij een hartsvriend van ons werd darmkanker vastgesteld, maar hij wilde dat hele traject niet in. Hij is er op zijn verjaardag tussenuit gepiept. En mijn eigen moeder heb ik in slaap gezongen in het ziekenhuis. Ik heb er wel respect voor als mensen ervoor kiezen het heft in eigen hand te nemen.”

Zelf keek zij de dood ook in de ogen toen ze in 2012 met een ambulance werd afgevoerd en een zware hartoperatie moest ondergaan. Sindsdien realiseert zij zich nog meer dat ze de dag moet plukken. En dus verschijnt morgen eindelijk het inspiratieboek met cd voor kleuterleerkrachten Lawaaipapegaai, dat zij samenstelde met haar vriendinnen Evelyn Akkermans en Molly Tellegen die zij destijds op de kleuteropleiding leerde kennen.

„Er was nog zoveel mooi materiaal van Burny Bos en Joop Stokkermans. Zonde als dat in de kast blijft liggen. Het is soms ook best ondeugend, maar dat vind ik juist wel leuk. Zoals Aart Staartjes het laatst nog zei: ’We zijn enorm aan het verpreutsen’. En dat is nergens voor nodig. Tante Lien durft ook steeds meer. Ze is in de loop der jaren echt wel wat stouter geworden. Misschien wel net als ik”, glimlacht Wieteke van Dort mysterieus.

Info: hummelinckstuurman.nl

Lees verder…

BNNVARA manipuleert dodencijfers Indië

BNNVARA manipuleert dodencijfers Indië

 10897414656?profile=original

DEN HAAG (18 november 2019) - De documentaireserie ‘Onze jongens op Java’ leidt al vóór de televisiepremière tot de nodige ophef. Producent BNNVARA blijkt in online aankondigingen onvolledige en suggestieve dodencijfers te hanteren. “Het publiek wordt op het verkeerde been gezet” aldus de voorzitter van Federatie Indische Nederlanders (FIN) Hans Moll.

 

In het officiële communiqué rondom de documentairereeks rept BNNVARA over “ruim 100.000 Indonesiërs en meer dan 6.000 Nederlandse militairen” die tussen 1945 en 1949 om het leven zouden zijn gekomen. BNNVARA gaat daarbij volledig voorbij aan de tienduizenden Nederlanders, die slachtoffer werden van Indonesiërs, gedurende dezelfde periode. Bovendien laat BNNVARA onbenoemd dat een substantieel deel van de genoemde 100.000 Indonesische doden het gevolg is van Indonesische strijd onderling. De onjuiste tegenstelling in dodencijfers is daarmee niet alleen onvolledig, maar ook zeer suggestief.

 

Het Nederlandse militaire optreden vond plaats tegen de achtergrond van de Bersiap, dat Maleis is voor “Wees paraat” of “Geef acht!”. Gedurende de Bersiap zijn naar schatting 15.000 tot 30.000 (Indische) Nederlanders op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door Indonesiërs, vanwege hun Nederlandse c.q. Europese etniciteit. Ook Chinezen, Molukkers en andere etnische minderheden waren de klos, omdat zij werden verdacht Nederlandsgezind te zijn. Het exacte aantal Nederlandse slachtoffers dat tijdens de Bersiap is gevallen is tot op de dag van vandaag onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 15.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten.

 

FIN heeft BNNVARA opgeroepen om de bewuste passage te rectificeren. “De gefabriceerde tegenstelling is kwetsend voor Indische Nederlanders, nabestaanden, veteranen en andere betrokkenen” aldus Hans Moll. “Dit soort manipulatieve cijfers doen geen recht aan de geschiedenis en fungeren als vergif in het toch al vijandige klimaat over de Nederlands-Indische geschiedenis”. BNNVARA heeft tot op heden niet gereageerd. Saillant detail is dat Minister van Defensie, Ank Bijleveld, een van de genodigden was bij de voorpremière. Volgens een woordvoerder was dat om “om de Indië-veteranen een hart onder de riem te steken en aandacht te vragen voor de moeilijke positie waarin men zich destijds bevond”. De vraag is echter of zo juist niet precies het tegendeel wordt bereikt.

 

http://www.federatie-indo.nl/19-11-18/

Lees verder…

ARCHITECTUUR IN INDONESIË.

ARCHITECTUUR IN INDONESIË.

10897254670?profile=originalARCHITECTUUR IN INDONESIË.  

Bandung  /  Architect Albert Aalbers ( geb. Rotterdam 1897 – 1961)

 De drie grootste architecten die op Java – Indonesië – hadden  gewerkt, waren: Albert Aalbers, Charles Wolff Schumacher en Pont Mac Laine. Daar op het eiland Java hadden deze drie toparchitecten in die tijd hun talenten, ambities en dromen kunnen verwezenlijken (in Europa was het bijna onmogelijk). En in die absolute vrijheid en eindeloze ruimten die men maar kon bedenken, ook in de meest letterlijke betekenis, konden zij aan “hun wereld” vorm geven. Zij wilden en hadden alle mogelijkheden om een nieuwe wereld te scheppen en dat is hen ook ten dele gelukt. Vrijwel over heel het eiland Java voorzagen deze architecten in opdracht van het vroegere bestuur ondernemingen en particulieren van hun scheppingen. Het leek wel of ze met juwelen in de hand over het eiland hadden rondgestrooid.  

 

Deze drie genoemde architecten worden vrijwel altijd in een adem genoemd wanneer het gaat om de architectuur in het voormalig Nederlands Indië. Het is terecht maar er waren ook andere zeer getalenteerden (ingenieuzen) die daar eveneens voor plaatselijke overheden werkten, van wie nauwelijks iemand de namen weet, zoals de architect Cosman Citroen die in Surabaya het raadhuis heeft neergezet. Een prachtige schepping, waarbij opvalt hoe rijk gedecoreerd het interieur is en de vormgeving die direct verwijst naar zijn achtergrond: de Amsterdamse School (Michel de Klerk). Het is ontegenzeggelijk een juweel van een gebouw. Maar aan hem wil ik in een volgend artikel wijden.

 

Het meest in het oog vallend gebouw is natuurlijk het ons zo bekende hotel Homann.

Officieel heette het gewoon HOMANN naar de familie Homann (de eigenaar toen was de familie Van Es) die eind 19e eeuw het oude hotel op dezelfde plaats had laten bouwen. Na voltooiing van dat hotel vond “men” het wellicht cosmopolitischer om een soort epitheton voor de naam Homann te zetten: SAVOY. Het werd sindsdien Savoy Homann  (in navolging van Londen en Parijs – later in alle Europese hoofdsteden). Het vorige gebouw van Homann werd hiervoor gesloopt (zie foto).*

De architect van dit nieuwe hotel, gebouwd omstreeks 1940, was Albert Aalbers (1897–1961) geboren in Rotterdam. Hij en de twee andere groten uit de architectuurwereld: Wolff Schoemacher en Pont Maclaine, herschiepen de stad Bandung in een voor die tijd hypermoderne metropool. Het plein bijvoorbeeld dat “Alun Alun” heette tot op de dag van vandaag, werd in een vierkant geprojecteerd, waaraan drie zijden theaters werden gebouwd. Helaas kon wegens onbekende redenen de derde zijde niet worden verwezenlijkt. Het is waarschijnlijk dat aan één zijde de oude sociëteit Concordia er nog stond en er dus geen symmetrie in dezelfde stijl kon worden bereikt. Maar nu na 70 jaar zijn de theaters  alsnog afgebroken!

Maar dit beroemde hotel werd in zijn tijd al geroemd om zijn vlotte gestroomlijnde stijl, als het ware “in einem Guss” tot stand gebracht. De jonge kunstbewegingen van het fin de siècle en begin van de 20e eeuw waren immers de kunstuitingen uit de jeugd van deze drie toparchitecten.

Die golf van kunstuitingen waar ze van de historische ornamentiek en het naturalisme werden bevrijd, interpreteerden ze eerder dan dat ze die zonder meer immiteerden en gaf aan de bouwkunst alle mogelijkheden om de nieuwe bouwtechnieken onconventioneel toe te passen. De in Duitsland begonnen nieuwe bouwstijl (Bauhaus/Gropius) vond al snel haar weg in heel West Europa. Met die wetenschap en kennis ging Albers naar Indië (Wolff Schoemakers en Pont Maclaine waren op Java geboren maar genoten hun opleiding in Nederland). En daar in Nederlands Indië, gestimuleerd met die kennis uit Europa, schiepen zij met élan hún dromen. Men zou kunnen zeggen dat zij de (nieuwe) idée in zekere zin “getransplanteerd” hadden naar de tropen.

En een ieder die Bandung vanaf de dertiger jaren nog goed kent, ziet dat er een stad is ontstaan (temidden van al het eeuwige groen) die in Europa werkelijk niet zou kunnen misstaan, afgezien dan van het eeuwige groen.

Albert Aalbers was, net als Wolff Schoemacher en Pont Maclaine beïnvloed door de nieuwe ontwikkelingen op technisch gebied (elementenbouw) en de bouw van moderne motorschepen (o.a. de Titanic) met hun vloeiende lijnen. Aalbers zag per slot zo’n schip ook als een drijvend hotel. In ieder geval waren de Europese architecten, sinds de nieuwe bouwordening  in Europa  (eindelijk) bevrijd van de bouwconventionaliteit en het historicisme en daarmee gingen voor hen alle deuren open.

 

Het markante van hotel Homann is de golvende T-vorm, een soort steven van moderne motorschepen zonder dat ook maar de geringste versiering en/of geleding aan het oppervlak van het gebouw is te ontdekken, die bijvoorbeeld aan de bouwwerken van Charles Wolff Schoemaker wel duidelijk was toegepast. Aalbers toepassing van de opvallende overkraging van betondelen over elke verdieping was een (tropische) stijlkenmerk geworden. Het is feitelijk geen versiering in enge zin. Integendeel deze ‘overkraging’ van de betonndelen is functioneel. De enige ‘versiering’ zo men wil omvat de voor Aalbers zo karakteristieke donkere betonbanden aan zijn gebouwen. Dit bereikte hij door aan de oppervlakte van het beton een soort blauw/ zwart/grijs/glas/steengruis toe te voegen. Het resultaat van het oppervlak wordt hierdoor ‘tweekleurig’. Bovendien was technische uitvoering in zijn tijd uiterst modern door de toepassing van de nieuwe elementenbouw waardoor hoogte én draagkracht konden worden gegarandeerd. Men kon wel zeggen dat het een gewaagde onderneming was. De verbouwing, jaren later hield in dat de voorzijde (hoofdingang(en)) op de begane grond en uit praktische overwegingen een deel van het interieur (het sanitaire gedeelte, de ontvangsthal- receptie werden nl. verplaatst) een verbouwing moest toestaan met als gevolg dat ongelukkigerwijs de typische entrée van haar oor­spronkelijkheid is beroofd.

Aalbers was met zijn opvatting voor publieke ruimten (hij was een modernist par excellence) zijn tijd ver vooruit en zijn bouwstijl was zo populair dat “zijn stijl” zelfs tot de dag van vandaag in heel Zuid-Oost Azië wordt nagevolgd door regionale en locale architecten en niet slechts uit praktische overwegingen.

 

Zijn groot talent echter kan men nu nog in een andere schepping van zijn hand bewonderen: Het DENIS-gebouw, zijn meest prestigeus project. De éerste Nederlands Indische Spaarbank in Bandung aan de Bragaweg, dé populaire winkelstraat van deze stad. Het lijkt alsof Aalbers zijn ziel in dat gebouw had achtergelaten zo levendig oogt dit gebouw nog steeds en het is zijn functie (mutatis mutandis) niet kwijtgeraakt.

 

We zien hier, een uiterst modern kantoorgebouw dat gebouwd werd voor het doel waarvoor het is neergezet: functionaliteit en efficientie, met veel glas waardoor het licht vrij spel heeft in het hele gebouw met veel staal voor de strakke vormgeving binnen en buiten. Zijn standpunt was ook: de functie bepaalt de vorm en niet omgekeerd. Alhoewel recentelijk praktische verbouwingen/aanpassingen aan het gebouw zijn verricht, herkent men direct dat men hier met een kunstwerk van doen heeft van de hand van  een van de briljanste Nederlandse architecten die in het voormalig Nederlands Indië heeft gewerkt.

 

Het is heel triest dat na de voltooiing van zijn kunstwerk, de 2e Wereldoorlog was losgebarsten en alle Nederlanders die in Indië woonden/leven en werkten, gedwongen werden om in de Jappenkampen in de meest onwaardige omstandigheden te leven.

“Vanuit het paradijs verdreven en in een hel gestort; van de ene dag op de ander, simpel omdat men in Indië GELUKKIG was…”

Na de 2e WO repatrieerde Aalbers en zette weer in zijn gebeoorteplaats Rotterdam voet aan wal en begon hij wederom zijn vak op te pakken met zijn vroegere vakpartner De Waal.

 

Die 2e WO had hem zwaar getraumatiseerd en fysiek zeer verzwakt,  mentaal geknakt en intens verteerd waardoor de felle lichten van zijn groot talent werden gedoofd.

 

 

 10897249257?profile=original

Door

ICM Columnist PJOTR X. SICCAMA


 

 

10897254692?profile=original

10897255459?profile=original

Voormalig DENIS  gebouw aan de Bragaweg/Naripanweg.

Thans is de bank JABAR er gevestigd. (afkorting van Jawa Barat oftewel West Java).

 

10897255652?profile=original

DENIS GEBOUW aan de Bragaweg/Naripanweg de grootste winkelstraat in Bandung in 1939.

Foto Tropenmuseum collectie.

Aalbers had de Franse architect P.L. Jeannaret – bijgenaamd Le Corbusier – goed bestudeerd en volgde de Fransman op de voet wanneer het om de brise-Soleil methode ging. De methode waar grote betonranden functioneel uitsteken (overkragen) met de ramen daarachter, waardoor het (felle tropische) zonlicht in dit geval enigszins wordt getemperd en  wat gekoelde lucht er doorheen kan stromen.

 

Een voorbeeld van een villabouw te Bandung aan de Dagoweg -  door een particuliere opdrachtgever. (zijkant).

 

Albert Aalbers 1897/1961.

 

10897255675?profile=original

 

 

10897256279?profile=original

Savoy Homann Hotel (1939/40) aan de Asia/Africa weg (voormalige Grote Postweg) te Bandung. Architect Albert Aalbers.

 icm 27.4.17

Lees verder…

10897353080?profile=original10897344277?profile=originalWeet u het nog in 2016, had ICM een momentje met de President Jokowido. 

Geheel onverwachts vond mijn achterban dat ik de president moest spreken o.a. over het Verdrag traktaat van Wassenaar. Terugkijkend wat heeft het ons opgeleverd. Met "ons"bedoel niet alleen de Nederlandse Indische Gemeenschap, maar ook Nederland. Veel, ik begin eerst met de constructieve ontwikkelingen in economische zin zoals het ICM Press Release een intensivering van de banden tussen beide landen meldt.

ICM is al van 2009 bezig om Nederland het innovatieve economisch methodische model ludiek over te dragen naar het Kabinet en De Kamer hoe Indonesie zijn beleid voor naar de toekomst waar Infrastructuur, economisch en sociaal maatschappelijk elkaar blijvend versterken. Het methodisch model behelst dat bedrijven, partijen en de overheid tesamen investeren om deze gezamenlijk de plannen te ontwikkelen en te uitvoeren betrekking hebben op de infrastructuur in hun eigen land.

 Ludiek ging de republiek Indonesie op de promotie toer; dat partijen met de verder uitgewerkte plannen plus een zak geld kunnen meedingen. In de VS, Arabische landen, China, Japan, Duitsland en overigen. Resultaat zij participeren in de mega masterplannen.  Chapeau ! Hans de Boer rolt ook een dergelijke methodisch economisch model uit in Nederland. Al eerder had Donald Trump op zijn netvlies staan om als vastgoed investeerder het methodisch economisch model, dat ontstond in de republiek Indonesië, op zijn agenda te zetten. Infrastructuur naar The Next -level te brengen dat voor veel werk zorgt, en de binnenlandse economie aanwakkert en hiervan profiteert. 

 

Dan  op minder prettig onderwerp, waar de Nederlanders zich schamen voor de handelswijze van de Nederlandse regeringen jegens de Nederlandse Indische Gemeenschap (NIG). Het verdrag traktaat van Wassenaar heeft Jokowi ter kennisneming aan genomen. In ieder geval is het hem bekend dat het geld van Soekarno & Hatta nog steeds niet is uitbetaald aan NIG (Nederlandse Indische Gemeenschap). Steeds wordt er geroepen er is geen geld als om de Indische zaken gaat (De Indische rekeningen). Te denken dat uit de verdragen met Duistland, Japan en Indonesie NIG ruim 14 miljard te goed geeft. Traktaat van Wassenaar is nu actueel o.a. door de VVD Halbe Zijlstra die zich afvroeg waar die 689 miljoen is gebleven, inmiddels op 2,4 miljard belandt ( rente op rente, koerscorrectie diepe val van de Euro t.o.v. de gulden).

 

Rutte wilde een nieuw verdrag sluiten met Jokowi, in hoeverre Jokowi dit verdrag ter discussie stelt is koffie dik kijken. In feite is het hele parlement van de republiek Indonesie op de hoogte van dit feit dan na 52 jaar aan NIG nog geen 1 Euro is uitbetaald. Hoe het nieuwe Kabinet hiermee omgaat, is ook koffie dik kijken, die zijn nu bezig met model van Hans de Boer, dus het Indonesisch model die nu voorloopt in de wereld. 

ACTW66 (Actie Comite Traktaat Wassenaar 1966) zal ongewijzigd haar koers blijven volharden. 

ICM Press Release for Mr. Joko Widodo – President of the Republic Indonesia

Het is gelukt om even een momentje met Jokowi van gedachten te wisselen!

"Aku djuga orang Betawi ",  "Apa ini disini  ! " en waren vijf minuten verder, 

overhandigde ICM Presss Release, en ICT Informatieplan Jakarta Baru Masterplan.

Op zij lijn gaf Hans de Boer een knipoog !

Met dank Hans de Boer, Lilianne Ploumen, en KBRI allen dragen ICM een warm hart toe!

Onderstaand ICM Press Release zoals beloofd, de eerste mijlpaal is geslagen

voor het vervolg!

10897335872?profile=original10897336270?profile=original

KOPIE ICM PRESS RELEASE

Met dank aan Ellen !

10897314458?profile=original

 

April 22, 2016

ICM Press Release for Mr. Joko Widodo – President of the Republic Indonesia

On behalf of all 400.000 ICM-Online readers and the 9.000 signers of the Petition ‘Payment Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’, I welcome you kindest at the Kurhaus in Scheveningen.

ICM-Online is the Dutch-Indonesian Internet paper, with the mission to provide the Dutch people and the Dutch Government, amongst others the daily developments of the Republic of Indonesia. Tilln now we have succeeded very well, in co-operation with our correspondents in Jakarta.

Saya orang Betawi !

As ICM-editor, I am very honoured with your visit. In fact, you are the fourth President, whom I happen to meet, although in a different entourage. The former three Presidents, I have personally met in a private-social atmosphere; the late Bung Karno was a business friend of my father, his daughter Mrs. Megawati Putri Dewi, I have known during my childhood in the age of 11 years, while I met her regularly in the Istana in Jakarta. In the summer of 1966, the late President Suharto and his retinues, came to visit my elderly house in Voorburg. My late father was advisor of the parliament at the time of Bung Karno. Unfortunately he died far to young at the age of 39. However, at heart he has always been an Indonesian.

Many of us (especially the Dutch-Indonesian Group/the Indisch people) still have their roots and ties in your beautiful country and we very much regret the cold attitude from the Dutch Government towards the Republic of Indonesia, regarding mutual relationship. On behalf of the 400.000 ICM-Online readers, please accept our sincere apologies. We feel ashame and like to express to you and the entire Indonesian people, to please look forward and give the Dutch Government a new opportunity.

Your intentions and ambitions for co-operation on economic and political affairs, with priority to intensification of the relationship between The Netherlands and the Republic of Indonesia, is and will always be our main and fervid wish. Besides that, this point also lays in the extension, as stipulated in the agreement of the ‘Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’. For more than 50 years, the Dutch Government has failed to fulfil this part of the agreement, whilst the financial part in total has not been fulfilled at all.

They have never paid-off the Dutch-Indonesian Group for the amount of Dfl. 689 million. Your Government, has fulfilled this Treaty completely by payment of the whole amount, towards the Dutch Ministry of Foreign Affairs. As you might know, this amount was meant as a pay-off for compensation of the Dutch-Indonesian Group, for the loss of goods and chattels by leaving Indonesia (aka repatriation).

Now our readers and signers of aforementioned Petition, requested ICM to inform you of this long-lingering matter. We do know, that this case is an internal affair between the Dutch Government and the Ministry of Foreign Affairs, presided by Minister Bert Koenders. Nevertheless, we will have to look back on this item, in order to come in a humanitarian way, to a satisfactory solution for our Group of people.

Much effort has been made for many years, to organise Indonesia-Netherlands Business Forums, just like it is held today in 2016. This Forum is an excellent economical intitiative in order to present the Dutch Companies the possibilities which Indonesia offers to extend their business and to innovate further developments for Indonesia.

This now, leads us to the excellent development of the Jakarta Baru Masterplan in your former function being the Governor of Jakarta and which has been playful propagated worldwide. On request of former President Susilo Bambang Yudhoyono in 2008, the solution of the Jakarta Watermanagement Problem was developed by an independent Engineering Company in co-operation with private multinational investors. The latest report with integral solution for Jakarta, was officialy presented to former vice-governor Basuki Tjahaja Purnama, in February 2013. The settlement of the financial part is still being in negotiation with the private multinational investors. It must be noticed, that the investors wish, that this project will be carry out under direct management and that the Government is free to participate in this project.

For this huge megaproject, with estimated costs of 640 billion and that will offer approximately 640.000 jobs till the year 2028, an ICT Informationplan has been developed. For such a big megaproject, a thorough Informationplan is indispensable for support of efficient management, to conduct, control and to lead the organisation still to be established.

As I am an ICM-editor, emeritus ICT Management Consultant, I offer you this Information- plan symbolic and I would like to express our hope and wish, that the Dutch Government will follow this gesture, to invest largely and that other companies will follow as such, at the same time.

The ultimate wish is to embody your well-meant intentions and ambitions in a new agreement between The Netherlands and Indonesia, in the extension of the ‘Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’ in which co-operation is one of the main stipulation of this agreement.

 

Ing. MBA Ferry Schwab ICM-Editor / ICM Online

10897314458?profile=original

 

22 april 2016

ICM Press Release voor Mr. Joko Widodo – President van de RI

Namens alle 400.000 ICM-Online lezers en 9000 ondertekenaars van de Petitie ‘Uitbetalen Traktaat van Wassenaar 1966’, heet ik U van harte een warm welkom toe in het Kurhaus te Scheveningen. ICM-Online is de Indische Internetkrant die als missie heeft om o.a. de ontwikkelingen van de Republiek Indonesië dagelijks onder de aandacht te brengen, bij het Nederlands publiek en de Nederlandse regering. Dit lukt ons tot op de dag van vandaag uitstekend, mede door samenwerking met onze correspondenten in Jakarta.

Saya orang betawi!

Als ICM-Editor ben ik zeer vereerd met uw bezoek. U bent de vierde president, met wie ik een persoonlijke ontmoeting mag hebben, zij het vandaag in een geheel andere entourage. De drie voorgaande presidenten heb ik persoonlijk namelijk  in de privésfeer gekend; wijlen Bung Karno, als zakenvriend van mijn vader, zijn dochter Megawati Putri Dewi die ik als kinderen van 11 jaar regelmatig in de Istana in Jakarta trof. In de zomer van 1966 bracht wijlen President Soeharto en zijn gevolg een bezoek aan mijn ouderlijk huis te Voorburg. Wijlen mijn vader was destijds onder Bung Karno als adviseur verbonden aan het parlement en overleed helaas veel te vroeg in de leeftijd van 39 jaar. In zijn hart echter is hij altijd Indonesiër gebleven.

Voor velen van ons (met name de Nederlands-Indische bevolkingsgroep, ook wel de ‘Indischen’) liggen  onze wortels -de banden- nog steeds in uw prachtige land en wij betreuren ten zeerste de kille houding en opstelling inzake de wederzijdse betrekkingen, die de Nederlandse regering tegenover de Republiek Indonesië uitdraagt.

Ik bied u als ICM-Editor en tevens namens die 400.000 lezers dan ook onze welgemeende excuses aan. Wij schamen ons hiervoor en spreken met u en het hele Indonesische volk de wens uit, om a.u.b. vooruit te kijken en de Nederlandse regering een nieuwe kans te geven.

 

Uw intenties en ambities voor samenwerking op economisch en politiek gebied met als prioriteit intensivering van de banden tussen Nederland en Indonesië, is en blijft onze voornaamste en vurige wens. Bovendien ligt dit uitgangspunt in het verlengde, dat wordt belichaamd door het ‘Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966’.

Nederland heeft zich op dit onderdeel van het verdrag ruim 50 jaar niet aan de afspraak gehouden, terwijl het financiële gedeelte in zijn geheel niet werd nagekomen. Nederland heeft namelijk Hfl. 689 miljoen nimmer uitbetaald aan de Indische Gemeenschap. Uw regering heeft zich met de betaling aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, tot op de laatste cent aan uw verplichtingen voldaan. Dit bedrag werd betaald ter compensatie voor het verlies van al onze bezittingen tijdens het vertrek, de z.g. repatriëring, uit de Republiek Indonesië.

Onze lezers en ondertekenaars van eerdergenoemde Petitie vinden, dat ICM u hiervan op de hoogte dient te stellen. Wij beseffen tegelijkertijd, dat dit een interne kwestie betreft tussen de Indische Gemeenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken onder leiding van Minister Bert Koenders. Desalniettemin zullen wij op dit punt moeten terugblikken, om deze langslepende kwestie op humanitaire wijze voor de Indische Gemeenschap tot een bevredigende oplossing te kunnen brengen.

Er wordt al jaren veel inspanning gestoken in het organiseren van Indonesia –  Netherlands Business Forums, zoals ook nu weer het geval is voor 2016. Dit forum is economisch een heel goed initiatief om Nederlandse bedrijven in contact te laten brengen met de mogelijkheden die Indonesië biedt voor de groei van deze bedrijven en de verdere innovatieve ontwikkelingen van de Republiek.

Dit brengt ons bij het Jakarta Baru Masterplan dat u destijds in 2012/2013 als Gouverneur van Jakarta uitmuntend heeft ontwikkeld en ook ludiek wereldwijd heeft uitgedragen. 
Op verzoek van de toenmalig president Susilo Bambang Yudhoyono (SBY) in 2008 was de oplossing van het Jakarta Watermanagement Probleem ontwikkeld door een onafhankelijk ingenieursbureau in samenwerking met private multinationals investors. Het laatste rapport met de integrale oplossing voor Jakarta, was officieel afgegeven in februari 2013 aan toenmalig vice-gouverneur Basuki Tjahaja Purnama (Ahok). De oplossing van het financiële deel is nog in onderhandeling met de private multinationals investors. Het dient te worden opgemerkt, dat de investeerders wensen, dat het project in eigen beheer wordt uitgevoerd en de overheid is vrij om in het project te participeren.

Voor dit immense megaproject dat tot het jaar 2028 zo’n 640.000 arbeidsplaatsen biedt, met kosten geraamd op 640 miljard,  is een ‘ICT Informatieplan JBM” ontwikkeld. Voor een dergelijk megaproject is een gedegen informatieplan onontbeerlijk, ter ondersteuning van een doelmatige bedrijfsvoering voor de nog op te zetten organisatie, om deze mega- projecten te beheren, te controleren en aan te sturen.

Als ICM Editor – emeritus ICT Management Consultant, stel ik symbolisch dit informatieplan beschikbaar en spreek ik de hoop uit, dat de Nederlandse overheid dit voorbeeld zal volgen door ruim te investeren en dat tevens andere Nederlandse bedrijven het voorbeeld zullen volgen.

 

De ultieme wens is om uw welgemeende intenties en ambities te belichamen in een nieuw te sluiten verdrag tussen Nederland en Indonesië, in het verlengde van het ‘Verdrag van Wassenaar 1966’ waarin het samenwerkingsverband tot één van de belangrijkste  overeenkomsten behoort.

 

 

Ing. Ferry Schwab ICM-Editor / ICM Online

10897234678?profile=original

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives