Alle berichten (2980)

Sorteer op

10897265069?profile=originalNooit meer buigen  verhaal van een verloren verleden   door: Marielle Saegaert

Dit is het waargebeurde levensverhaal van 'Ruby' H. “Misschien komt het wel heel anders uit dan we denken, maar hoe dan ook, waarderen zullen we het leven dan!” schreef ze hoopvol in 1945 in haar oorlogsdagboek in het Jappenkamp, waarin ze toen geïnterneerd was en waaruit geciteerd wordt. Ze had toen niet kunnen vermoeden hoe haar leven uiteindelijk zou lopen en ze zal de tragedies in haar leven ook niet gewaardeerd hebben. Uiteindelijk verliest ze al   haar herinneringen aan de enige tegenstander in haar lange, bewogen leven waar ze wel bang voor was.

Ze zat op de bank naar buiten te kijken. Het leek of ze de omlaag dwarrelende sneeuw bewonderde, zoals we vroeger altijd deden. “Mooi hè”, zou ze dan zeggen en samen keken we dan nog seconden lang verder, voordat we aan tafel geroepen werden. Nu zat ze op de bank alleen, opgesloten in haar bijna geheel afwezige gedachten. Ze keek wel naar de sneeuw, maar zag het niet meer.

Jaren geleden mocht ik voor het eerst haar kampdagboek inkijken. Bijzonder, want ”mam” heeft het niet graag over haar kampverleden. Over Indië vertelde ze graag, zolang het maar niet over Tjihapit en Ambarawa en over de Jappen gaat. In mijn debuutroman dat het levensverhaal van de dappere ‘Ruby’ beschrijft, citeer ik uit de originele en zeer indrukwekkende kampdagboeken.

10897265475?profile=originalMijn vader was een klein jongetje dat zorgeloos opgroeide in Bandoeng toen ‘Ruby’ daar geïnterneerd was. Zij opgesloten in het kamp en mijn vader vrij spelend in de lanen van Bandoeng. Jaren later, midden zeventiger jaren op vakantie in Ierland, leerden mijn ouders Ruby kennen. Een gedeeld verleden; een gedeeld gemis. Uit respect voor haar wilde ik haar verhaal zo waarheidsgetrouw weergeven, maar daarvoor had ik de hulp van andere mensen nodig. Wie kon mij bijvoorbeeld vertellen over haar jeugd in Indië? En over de ervaringen in de Jappenkampen?

Het was haar vriendin Helen, geboren en getogen in Indië en samen met Ruby geïnterneerd geweest in de kampen, die mij het meest kon vertellen. Helen kende haar als geen ander. “In 1937 kwam ze aan in Indië vanuit Nederland, waar ik – blond en blauwe ogen – nog nooit was geweest. Ze was een stug kind. Ik dacht: dat komt vast dor de kou daar”. Later begreep Helen pas waar die houding vandaan kwam. Ruby had in Nederland in kindertehuizen gewoond, omdat haar familie niet meer voor haar kon zorgen. “Ik was gewend aan een warm gezinsleven; Ruby allerminst”. In Indië fleurde Ruby helemaal op en genoot ze van een gelukkige jeugd. Totdat de oorlog uitbrak. 

Helen kan wel goed over haar kampverleden praten. “Iedereen gaat er weer anders mee om. Van grote invloed was ook de leeftijd waarop je in het kamp zat. Mijn kleine broertje was acht jaar toen hij het kamp in ging en het heeft hem voor de rest van zijn leven erg getekend”.

Helen  vertelt graag hoe stoer Ruby was en hoe ze ‘voor de duvel nog niet bang was’. “Ik was zelf altijd veel doordachter dan Ruby. Ze kon behoorlijk roekeloos zijn. Maar ik vond het wel stoer dat ze voor niemand bang was. Je ziet het aan haar gezicht op de foto op de omslag van het boek. 

10897265279?profile=originalZo is ze haar hele leven gebleven; tenminste, tot aan haar ziekte dan”. Tijdens een van de lange telefoongesprekken waarin Helen mij zo geduldig te woord stond, vertelde ze over de bevrijding en hoer de meisjes weer met zo zorgeloos als voorheen van het leven genoten. “We hadden ons verstand gewoon op nul gezet. Waar onze ouders nog bang waren, voorzichtig ook vanwege de Bersiap, was onze levenslust en ons geluk om weer vrij te zijn, met geen mogelijkheid in te tomen”.  Zo vaak als ze konden gingen de meisjes naar de dansavonden die georganiseerd werden. “Een van onze lievelingsliedjes was: ‘Don’t fence me in’, van Bing Crosby. Met zo’n titel was een beter lijflied ondenkbaar”.

Terwijl Ruby nog steeds naar de sneeuw keek, zette ik tegen beter weten in maar verblind door hoop,  een CD op van Bing Crosby. Dat ene liedje….. zou ze het nog herkennen? Ik had wel eens gelezen dat juist muziek bepaalde herinneringen bij deze patiënten naar boven kon brengen, waar gesproken woorden dat niet meer kunnen. Ruby leek voor zover ze

Oh, give me land, lots of land under starry skies above…” Crosby’s warme stem galmde door de kamer. Mijn moeder zat tegenover Ruby en pakte haar hand vast. Ruby glimlachte en keek haar – als altijd dankbaar voor een liefkozend gebaar – aan. Toen begon ze plotseling zachtjes te zingen: “…Don’t fence me in. Let me ride through the wide open country that I love. Don’t fence me in…”

Dit indrukwekkende boek over het levens-verhaal van Ruby is overal verkrijgbaar. Prijs: € 18,95.

10897265293?profile=original

auteur Mireille Saegaerts

dat kon zijn, opgewekt. Minder verloren dan andere dagen. Ik zette de muziek  aan  en  wachtte  hoopvol  af. 

Lees verder…

Indische mensen en het eten

10897264700?profile=originalIndische mensen en eten

Indische mensen kunnen vaak urenlang kletsen over alles wat te maken heeft met eten. Iedereen weet de beste manier om Petjil of Gado-Gado saus te maken, of om Guléh Kambing te maken of weet het beste geheime recept voor Pepesan. De buitenstaander luistert er naar en vraagt zich af: “waarom maken zij zich zo druk over eten, zo belangrijk is het nou toch ook weer niet”. Maar, voor Indische mensen is het enorm belangrijk en altijd onderwerp van gesprek geweest. Waarom is dat zo gegroeid? 

Bij ons thuis altijd ngobrollen en keuvelen. Je begint met: “Hoe is het toch met Fien en hoe gaat het met tante Toet…..?” Maar al heel gauw gaat dat vervelen en stapt men resoluut over op het onderwerp: Eten. 

En niet alleen de vrouwen, maar ook de mannen blazen dan hun partijtje mee. “Wha, so enak dese, hoe heb je dit gemaakt? Oh, doe je dat zo. Ik gebruik altijd….. en dan…..”

De belangstelling voor eten is van jongs af aan bijgebracht. Nu de laatsten van de eerste generatie aan het uitsterven zijn, zal ook dit gebruik wel spoedig tot de nostalgie gaan behoren. Eten en het bereiden van eten is een van de mogelijkheden om de Indische cultuur wezenlijk te beleven.  Voor Indische mensen is eten een soort van levenskunst en staat voor gezelligheid, gastvrijheid, het altijd rekenen op eventuele gasten die dan blijven eten en meegenieten van eigengemaakte gerechten en lekkernijen.

Kwee lapis en Tjendol. Een keur aan geuren en smaken thuis, maar ook op straat. Daarvan was Nederlands-Indië doordrongen. En ongeacht de sociale status hadden kinderen van de rijke “Totoks” en de “kleine bung” met elkaar gemeen als vanzelfsprekend te delen wat je hebt. Er was altijd wel wat voor iedereen. En bovendien kon je zo je lekkere trek stillen. En zelfs als je van thuis niet op straat mocht eten, deed je het toch. Want is het niet altijd zo, dat wat verboden is, juist zo jammie is….. Daarbij gaat het ook om de herinneringen van allerlei figuren op straat, die jarenlang deel uit hebben gemaakt van je jeugd. En die herinneringen zijn ingeworteld in de Indische cultuur, vooral sinds de repatriëring.

Al die jaren daarna in Nederland heeft deze generatie met zorg het eten bereid en op tafel gezet en er vooral met anderen over gepraat. Want zo houd je die mooie herinnering aan het oude Indië levend. Dan ben je weer even zoals toen en komen de beelden van toen weer boven. Daarom praten Indische mensen zo graag over eten.

Lees verder…
10897379663?profile=originalDe geschiedenis van de Indonesische taal "Bahasa Indonesia (B.I)""
 
Een taal is een middel om met elkaar te communiceren door klank en intonatie. Indien men een taal niet goed beheerst, kunnen er hilarische of pijnlijke situaties ontstaan. Een taal is praktisch, artistiek, cultureel, filologisch, en legt bruggen tussen diverse volkeren, en is  betekenisvol.
 
De B.I. is belangrijk voor:
  • Landadministratie voor officiele brieven, wettelijke documenten, en redevoeringen.
  • Voor de communicatie voor het bijeenhouden van het Indonesisch volk. Liefst 300 talen (dialecten) worden in de provincies gesproken, elke provincie heeft zijn eigen taal.
Indonesie bestaat uit ruim 17000 eilanden, waarvan 13000 bewoond zijn. Omdat de zee vulkanisch is kunnen nieuwe eilanden ontstaan. Op de eilanden weer kunnen meerdere talen worden gesproken. Dit zijn geen dialecten maar echte talen, bijboorbeeld.
 
  • Op Sumatra - Melayu, Aceh Gayo, Lubu, Batak, Minangkabau, Pasemah, Rejang Lebong, Enggano, Mentawai, Pagal, Lumpung enz.
  • Op Java -  Jakartaans, Bantams, Sundanees, Javans enz.
  • Op Kalimantan - Bajar, Dajak, Ngajo, Koyan, Gesang enz.
  • Op Nusatengarra - Bali, Susak, Sunbawa, Bima, Flores, Sumba, Timor, Roti enz.
  • Op Sulawesi - Minihasa, Temulu, Tonsea, Tondano, Toraja, Sangir enz.
  • Op Maluku - Aru, Buru, Kai, Alfuru
Dit zijn de talen die het allerbekendst zijn.
De B.I. wordt door elke stam anders uitgesproken, dit noemt men een dialect. B.I. heeft veel woorden van oorsprong uit andere buitenlandse talen o.a. uit het Portugees, Engels, Nederlands, Chinees, Sanskriet, Arabisch en Perzisich. De basis van het Indonesisch is Maleis; een handelstaatje uit Maleisie.
 
De Koloniale tijd. 
Toen de Europeanen in de 16 e eeuw in Indonesie kwamen - de Portugezen noemden het Indos Nesos - was de handeltaal Maleis. De Portugees Pigafetta had in 1522 een lijst van Maleise woorden gemaakt toen hij Tidore (Molukken) kwam. Zowel de Portugezen als de Nederlanders stuiten op problemen toen zij in Indie scholen oprichhten om zo hun taal in te voeren. E.e.a. staat vermeld in het verslag van ene heer Danckaertz anno 1631. Toen in de 20e eeuw het Indonesische volk moe werd van het Europees juk en kolonialisatie, vond zij het nodig een voertaal voor heel Indonesie in te voeren. Budi Utomo vond dat zijn taal - het Javans - het moest worden, daar waren de studenten die van verschillende eilanden kwamen niet mee eens. Dit was belemmering voor het EEN WORDEN van Indonesie.
 
In 1908 werd door het koloniaal bestuur een COMMISSIE VOOR VOLKS|LECTUUR onder leiding van Dr. G.A.J. Haseu opgericht.
In 1917 werd de naam van deze commisie gewijzigd in BALAI PUSTAKA. Deze organisatie hielp met het laten circuleren/distribueren van goedkope boekjes in de Maleise taal.
Op 25 juni 1918 werd door het Nederlan dse Rijk de vrijheid gegeven om het Maleis in de Volksraad te gebruiken. Deze gelegenheid werd echter niet 100% benut. Bewust van de noodzaak van Indonesie bijeen te houden, werd in 1926 het Maleis als voertaal ingevoerd.
 
Jong Sumatra - organisatie van Sumatraanse stundenten -  had reeds jaren gepleit om het Maleis als voertaal te gebruiken. In het tweede Congres - gehouden te Medan van 28 oktober tot 2 november 1954 - heeft Jong Sumatra, Riau Maleis als het hoogste Maleis aangewezen als geschikt voor de Indonesische voertaal.
 
Vastgelegd in de Grondwet van de Republiek Indonesia art. 4
 
Door bovengenoemde ontwikkelingen werd op 28 oktober 1958 het Congres PEMUDA INDONESIA in Jakarta opericht. Het Maleis heeft zich in  een snel tempo veredeld en  is geworden wat het "School Indonesisch" is, de BAHASA INDONESIA.
 
In een taal zit de cultuur van een volk verankert.
 
Door
Jan De Keten.
 
 
=============================================================================================
 

Geschiedenis [ bewerken ]

Indonesisch is een gestandaardiseerd dialect van "Riau Maleis", [ 7 ] [ 8 ] die ondanks zijn gemeenschappelijke naam is niet het Maleis dialect inheems in Riau , maar eerder het klassieke Maleis van de Malakka koninklijke hoven. [ 9 ] Oorspronkelijk gesproken in Noordoost- Sumatra , [ 10 ]Maleis is gebruikt als een lingua franca in de Indonesische archipel voor een half millennium. Hoewel het zou kunnen worden toegeschreven aan zijn voorouder, de Oude Maleise taal (die terug te voeren tot de 7de eeuw), de Kedukan Bukit Inschrijving is de oudste nog bestaande exemplaar van Oud Maleis, de taal die door Srivijayan imperium. Sinds de 7de eeuw, heeft de oude Maleise taal is gebruikt in Nusantara (Indonesische archipel), gekenmerkt door Srivijaya inscripties en in andere inscripties van de kustgebieden van de archipel, zoals die ontdekt in Java . Handelscontacten door sommige etnische volkeren uitgevoerd op het moment dat was het belangrijkste instrument om de oude Maleise taal te verspreiden, want het was de communicatie-apparaat onder de handelaren. Tegen die tijd, had de oude Maleise taal een lingua franca geworden en werd gesproken door de meeste mensen in de archipel. [ 11 ] [ 12 ]

Indonesische werd verheven tot de status van officiële taal met de Indonesische onafhankelijkheidsverklaring in 1945, geïnspireerd op de Sumpah Pemuda (Youth's Oath) evenement in 1928. [ 13 ] Indonesische (in zijn standaard vorm) is in wezen dezelfde taal als de officiëleMaleisische en Brunei normen van Maleis. Dit betekent echter verschilt van de Maleisische in diverse aspecten, met verschillen in uitspraak en vocabulaire. Deze verschillen zijn hoofdzakelijk te wijten aan de Nederlandse en Javaanse invloeden op Indonesische. Indonesische werd ook beïnvloed door de "bazaar Maleis", dat was de lingua franca van de archipel in de koloniale tijd, en dus indirect door andere gesproken talen van de eilanden. Maleisische Maleis aanspraken om dichter bij de klassieke Maleis van vroegere eeuwen, hoewel moderne Maleisische is zwaar beïnvloed, in het lexicon als in de syntaxis, door het Engels. De vraag of High Maleis (Court Maleis) of Low Maleis (Bazaar Maleis) was de ware ouder van de Indonesische taal is nog in discussie. Hoog Maleis was de officiële taal van het hof van de Johor Sultanaat en voortgezet door de Nederlands-bestuurde grondgebied van Riau-Lingga, terwijl Low Maleis vaak werd gebruikt in marktplaatsen en havens in de archipel. Sommige taalkundigen hebben betoogd dat het de meer-common Low Maleis dat de basis van de Indonesische taal gevormd. [ 14 ]

Terwijl Indonesische wordt als een gesproken moedertaal door slechts een klein deel van de grote populatie in Indonesië (dwz vooral degenen die in de nabijheid van wonen Jakarta en andere grote overwegend Indonesische-sprekende steden als Medan en Balikpapan ), meer dan 200 miljoen mensen maken regelmatig gebruik van de nationale taal, met variërende graden van bekwaamheid. In een land waar meer dan 300 inheemse talen en een breed scala van etnische groepen heeft, het speelt een belangrijke verenigende en cross-archipel rol voor het land. Het gebruik van de nationale taal is overvloedig aanwezig in de media, overheden, scholen, universiteiten, werkplekken, bij de leden van de Indonesische upper-class of adel en ook in veel andere formele situaties.

Standaard en formele Indonesische wordt gebruikt in boeken en kranten en op televisie / radio nieuwsuitzendingen, maar weinig inheemse Indonesische speakers gebruik maken van de formele taal in hun dagelijkse gesprekken. Hoewel dit is een fenomeen in de meeste talen in de wereld (bijvoorbeeld, doet gesproken Engels niet altijd overeen met schriftelijke normen), de mate van "juistheid" van gesproken Indonesisch (in termen van grammatica en woordenschat) in vergelijking met de schriftelijke vorm is opvallend laag. [ nodig citaat ] Dit is vooral te wijten aan [ nodig citaat ]Indonesiërs combineren aspecten van hun eigen lokale talen (bijvoorbeeld, Javaanse , Sundanese ,Balinese en Chinese dialecten) met Indonesische. Dit resulteert in verschillende "regionale" Indonesische dialecten, het typen, dat een buitenlander is het meest waarschijnlijk te horen bij aankomst in elke Indonesische stad of dorp. Dit verschijnsel wordt versterkt door het gebruik vanIndonesië slang , met name in de steden.

Lees verder…


10897258685?profile=original10897259083?profile=originalBurgemeester Osaka:  “Troostmeisjes waren noodzaak….”

Wereldwijd is er grote ophef ontstaan over recente uitspraken van de Burgemeester van hwet Japanse Osaka. Hij noemde de gedwongen prostitutie door zogenoemde Troostmeisjes  tijdens de Tweede Wereldoorlog “een noodzakelijkheid”.

Tijdens de oorlog gebruikten Japanse militairen naar schatting 200.000 jonge vrouwen en meisjes uit de bezette landen als sexslavinnen. Ook Nederlandse vrouwen waren hiervan het slachtoffer. De Burgemeester van Osaka, de jonge en populaire nationalistische Hashimoto, bracht het als volgt onder woorden: “Voor militairen die hun leven waagden en onder een strakke discipline leefden, was een troostmeisjessysteem noodzakelijk om hen tot rust te laten komen. Dat zal voor iedereen duidelijk zijn”.  Verder zei hij dat er ook geen overtuigend bewijs zou zijn dat de Japanners de troostmeisjes dwongen tot prostitutie.

De regeringen van China en Zuid-Korea reageerden onmiddellijk en spraken hun diepe teleurstelling uit. Een regering-woordvoerder uit Zuid-Korea noemde de opmerkingen van de Japanse Burgemeester getuigen van een serieus gebrek aan historisch besef   en gebrek aan respect voor vrouwen. De Chinese woordvoerder zei: “De manier waarop Japan met het verleden omgaat, bepaalt de manier waarop Japan de toekiomst tegemoet treedt. Een woordvoerder van de Japanse oppositie zei, dat het medeleven van de regering uitgaat naar “de mensen die onbeschrijfelijke pijn hebben geleden en nu opnieuw getroffen worden”.

De Burgemeester van Osaka heeft inmiddels erkend dat hij de gevolgen 

van zijn opmerkingen heeft onderschat en constateert dat de internationale gevoeligheid op dit gebied nog steeds erg hoog is. Hij zegt begrip te hebben voor de verontwaardiging die na zijn persconferentie is losgebarsten. “Mijn woorden waren niet bedoeld om het gebruik van prostituees door het Japanse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog te rechtvaardigen”, aldus Hashimoto. Toch wilde hij zijn opmerkingen niet intrekken en zegt dat zijn woorden niet geschikt waren voor oren buiten Japan.

Burgemeester Hashimoto van Osaka

Hashimoto is een harde lijn nationalist. Zijn partijgenoten staan achter de Burgemeester, maar vinden wel dat zijn woorden de partij niet bepaald goed hebben gedaan. Hashimoto is echter niet van plan om af te treden. “Dat is aan de kiezers”, zo zegt hij. De oppositie laat weinig van hem heel en vindt dat Hashimoto de rechten van de vrouwen ernstig heeft geschonden. “Het is betreurens-waardig”, aldus Kiyomi Tsujimoto. “Hij heeft zijn gebrek aan respect voor de rechten van de mens nu duidelijk aan de wereld getoond. Hij is een schande voor Osaka. De recente opmerkingen kunnen het aanzien van Japan in de wereld ernstig schaden”. Makiko Kikuta zei dat de opmerkingen een smet hebben geworpen op de goodwill die Japan de laatste decennia met veel moeite gekweekt heeft. “Het nationale en internationale imago van Japan is ernstig geschaad”.

Amerikaanse congresleden hebben Japan dringend verzocht zich te 

distantiëren van Hashimoto’s uitspraken en te erkennen dat de Troostmeisjes in de Tweede Wereldoorlog door het Japanse leger tot prostitutie gedwongen werden. Afgevaardigde Mike Honda, die zelf  als kind tijdens de oorlogsjaren            in Amerika gevangengezet werd vanwege zijn Japanse afkomst, noemde de houding van Hashimoto weerzinwekkend en zei dat de vrouwen en meisjes lichamelijk en geestelijk op gruwelijke wijze geleden hebben. Volgens Honda is excuses door de Japanse regering de enige mogelijkheid om een langdurige verslechtering van de politieke situatie tussen Japan en de rest van de wereld te voorkomen.

Inmiddels heeft een groep van elf vrouwelijke parlementariërs in Japan van Hashimoto geëist dat hij zijn woorden intrekt en excuses aanbiedt. Keiko Itokazu een onafhankelijk lid van het Japanse Hogerhuis namens Okinawa verklaarde dat “Hashimoto’s uitspraken de waardigheid van zowel vrouwen als mannen heeft geschaad en dat het tijd wordt dat Japan erkent dat het misbruik van vrouwen van bezette landen tijdens oorlogen gedurende zeker de laatste 140 jaar gedwongen is geweest”. Zij zegt dat Japan hiervoor nederige excuses moet aanbieden. Tevens vindt de groep vrouwen dat Hashimoto’s uitlatingen alleen hem aangeschreven dienen te worden en niet het standpunt van     de regering verwoorden en dat dientengevolge de regering zich ervan moet distantiëren. Parlementariër Yuko Mori zei, dat dit verstandig      zou zijn, omdat de internationale gemeenschap wel eens de indruk  zou kunnen krijgen dat Japan de mensenrechten in zijn geheel aan z’n laars lapt.

Ook op websites van Nederlandse kranten die de berichtgeving rond de gewraakte opmerkingen geplaatst 

hebben, ontbrandt een heftige discussie.                                                 En dan blijkt dat niet alleen in Japan het geschiedenisonderwijs dringend hervormd zou moeten worden. In dat land wordt namelijk met vrijwel geen woord gerept over de Japanse misdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het Japanse volk wordt dus in feite bewust onkundig gehouden van de gebeurtenissen in het recente verleden. Op Japanse scholen ligt het wat dit betreft aan de geschiedenisleraar of en in hoeverre de Tweede Wereldoorlog behandeld wordt tijdens de lessen.

Echter in Nederland schijnt het al    niet veel beter te zijn, want een opmerking van een lezer van een Nederlandse krant spande de kroon door op de website als reactie op     het artikel en de daarop volgende reacties van anderen te vragen: “Hoe in hemelsnaam de Japanners in          de Tweede Wereldoorlog aan Nederlandse vrouwen kwamen…..(!)

Tenslotte is op 17 mei 2013 bekend gemaakt dat Burgemeester Hashimoto zijn excuses heeft aangeboden:           “I will tell the comfort women that I’m sorry for Japan having had such   a system no matter whether it        was forcible or not,” verklaarde Hashimoto. “It was a disgraceful  act and should never be repeated.”   

Lees verder…

Komt het niet opgeloste Indische vluchtelingen problematiek na 70 jaren nu aan de orde?

10897315485?profile=originalKomt de niet10897316665?profile=original opgeloste Indische vluchtelingen problematiek na 70 jaren nu aan de orde?

Uiteraard was het voorzitterschap van Nederland toen aan de orde van de dag. Met dit voorzitterschap kon Mark Rutte met zijn delegatie zaken aan sturen omdat Syrië, Irak, en Turkije aan de grens van Nederland staat. De gebeurtenis in Keulen hebben de zaken niet eenvoudiger op gemaakt.

Redenerend zijn al dit soorten ontwikkelingen toch de bemoeinnissen van de Nederlandse regeringen op een rij dat stamt al sinds het voormalige Indie,  die onnodig de Nederlanders voor een  onnodig voldongen feit brengt, niet 18.000 kilometer gescheiden door vele oceanen, maar de Middellandse Zee waar velen hun vakantie in de zomer vieren.  

Een regering die zijn eigen normen en waarden plegen op te dringen aan die regeringen die het in hun ogen niet goed doen. Neem Irak, iedereen was tegen deze coupe tegen Sadat gepleegd dat begon door de CIA die vaak op hun blauwe ogen onvoorwaardelijk worden geloofd, en infiltreren . Blair en Bush hebben ruimtelijk toegegeven dat ze het goed fout zaten, en Blair trad zelf af. Hoe zat dit ook al weer met Nederland, daar was een team van 20 man van commissie Davids nodig om Nederland te overtuigen dat ze nooit hiermee hadden bemoeien, wat deed Jan Peter Balkenende met 100.000 mensen die voor niets zijn overleden, het als een mening afgedaan, schaamteloos CDA!  100.000 mensen zijn onschuldig de dood ingejaagd. Bush en Blair konden dit niet verwerken, en de diensten als CIA zijn de veroorzaker, maar dan nog hebben ze bloed aan hun handen, dus ook NL - regering. Nooit is de rust in Irak teruggekeerd, maar verder als een olievlek verder gestaag uitgebreid.

 

Neem Syrië nu, Wat heeft de bemoeienis teweeggebracht?

Ruim 100.000 oorlogsslachtoffers, een land dat helemaal verwoest is. De massale bevolking die vlucht uit het land richten Nederland die denkt door een oorlog het op te lossen, als er nog sprake is van een land ….. Als een olievlek spreidt dit verder uit de bemoeienissen van Nederland onder het mom “Wij zijn in een handelsland”, dat bevestigd wordt door Spong gedachte goed, dat aan de oorlogen de wapen industrie willig tiert, niet waar?

Nederlandse regering heeft niets geleerd van uit verleden uit het voormalige Indie! Ruim 500.000 Indische Nederlanders  met een Nederlands paspoort moesten het voormalige Indie uitvluchten met gevaar voor eigen leven. Weer door de bemoeienissen van Nederland. NL regering die belust is op macht en geld onder de noemer” wij zijn een handelsland.” Alle normen en waarden op deze aardkloot hebben overtreden. NL regering deinst niet terug voor oorlogsmisdaden als het maar om handel gaat.

 

10897321256?profile=original10897238680?profile=originalHet Verdrag Traktaat van Wassenaar beschrijft de handel en wandel van die Nederlandse regering van toen. Om je te schamen als Nederlandse burger dit te moeten lezen uit het betreffende document! Hoe durf je nog geld aan de kers verse republiek te vragen terwijl je het de staatskas en het land hebt leeggeroofd, moet je toch heel ver zijn, bacchhhh schaamteloos, en dat nu voorzitter van de EU. Wat als de EU de Indische geschiedenis ter ore komt ?

 Vooraf de overdracht aan het nieuwe bestuur van Soekarno / Hatta had NL Regering de staatskas al leeggeplunderd werd uit de gegeneerde resultaten van die Binnenlandse Indische economie. Verwijs naar het rapport van Galen hoe het geld, goud, assets werden weggesluisd door de NL Staat, Banken, Verzekering en de multinationals ( allen houden angstvallig het nog uit te betalen Indisch Geld vast).

Alles weggesluisd en de goudvoorraden getransporteerd naar o.a. New York. Soekarno en Hatta hadden een lege staatskas. Moet U voorstellen dat dit nu gebeurt; Binnenlandse economie van Nederland heeft een omzet van ongeveer 1100 miljard, daarvan vloeit 289 miljard naar de Nederlandse Staatskas aan Belastingen. Van deze orde werd leeggeroofd destijds in het Voormalige Indie zo niet meer dan  289 miljard.

Tegelijkertijd zaten Soekarno/ Hatta  beiden met de opbouw van het land, economie, met een lege staatskas. Maar het grootste probleem was dat 500.000 Indische Nederlanders -  die door de Indonesische bevolking niet meer geduld werden gezien als koloniaal bewind van onderdrukking, vernedering en verkrachtingen van de vrouwen in die 300 jaren. Soekarno / Hatta ontfermde, en beschermde deze groep zo goed als zij het konden. De Nederlandse regering keek dit weg en negeerde het,  wilde deze 500.000 Indische Nederlanders met Nederlands paspoort niet meer terug in Nederland die hebben geleden onder Japanse bezetting en bersiap; Niet te vergeten als veroorzaker van de oorlog met Japan, die hoogst in eigen persoon door de Koningin Wilhelmina  namens NL –regering van uit London werd verklaard om achter Amerika te staat. Van de ene op de andere dag veranderde het leven in het Voormalige Indie in een hel. Mensen uit hun huizen naar de kampen, een lange oorlog dat begon in 1942  tot 1949, hierna bersiap !

Beide regeringen gingen het Verdrag van Wassenaar aan in 1966. Deze hield in dat de NL regering de nieuwe kerst verse republiek hielp bij de opbouw - economisch, terwijl de NL regering Staatskas leegroofde- en compensatie voor de vluchtelingen in Nederland voor het verlies van alle eigendommen, bezittingen, banktegoeden. (Vluchtelingen = Indische Nederlanders uit voormalige Indie). Soekarno betaald aan het Ministerie van Bert Koenders 689 miljoen oude guldens met waarde nu van 2,4 miljard.

10897270694?profile=originalVan de 500.000 vluchtelingen werden 341.000 toegelaten, 159.000 de vergeten groep die hun documenten kwijt waren door die oorlogen werden niet toegelaten, en stateloos. Hoe heeft NL regeringen op een rij hier de vluchtelingen problematiek aangepakt?

 

 

Waarom is het geld dat op de rekening van Bert Koenders staat nu 2,4 miljard nog steeds niet uitgekeerd aan de Indische Gemeenschap?

Waarom hebben die 341.000 alles terug moeten betalen voor de reis, verblijf en herinrichting?

Waarom heeft de NL regering die 159.000 Indische Nederlanders laten barsten? Waarom is na 70 jaren nog steeds niet opgelost dit vluchtelingen probleem?

Waarom hebben die 341.000 oorlogslachtoffers nimmen gecompenseerd uit WMO zoals wel de andere groeperingen (Joodse Gemeenschap, Roma, Sinti"), terwijl Nederland Marshalhulp van ruim 7 miljard toen ontving, en uit het Verdrag met Japan ruim 3 miljard?

 

Mark Rutte zal U eerst niet uw eigen gecreëerde vluchtelingen probleem uit voormalige Indie eerst oplossen na 70 jaren met dit voorzitterschap?

 

Document uitgebracht door Minister van Buitenlandse Zaken;  “Nederland, Indonesie en de financiële overeenkomst van 1966” “To forget the past in favour of a promise for the future”

Bestellen bestel@icm-online.nl   (PDF bestand, 70 pagina’s, kosten € 3)

10897264495?profile=original

Weergaven: 11.113

Lees verder…

10897352498?profile=originalRudy Kousbroeks OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM

Commentaar door Pjotr.X.Siccama - deel 1.

En ruisend in de duisternis/juichend mijn eiland prijzen” – “Sneeuw over Sumatra.”, verwijzend naar dé herinneringen oproepend in al hun intensiteit die hier meer dan symbolisch worden bedoeld. Overeenkomsten met het verhaal (en de verfilming) van het werk van James Joyce met dat wat de schrijver in zijn voorwoord had aangegeven zijn er niet.

Alleen “de deur” in het Ierse verhaal bij het begin in zijn voorwoord trof me zeer: die “deur” in dat Ierse verhaal die dicht bleef; ook toen al bij de Japanse inval in Nederlands Indië. Het is opvallend dat “de deur” hier dan het enig vergelijk is met de duistere en pijnlijke werkelijkheid van de Japanse inval in het voormalig Nederlands Indië.

Helder dat het hier ook om de angst gaat van iemand met een post-traumatisch stress syndroom. Het zijn woorden, beelden, geluiden, geuren en herinneringen in alle kleuren die voor een ieder maar moeilijk te omvatten en te beschrijven zijn. En zeker wanneer je in een (voormalig) paradijs bent geboren en hebt geleefd. Wat ik me nog goed kan herinneren uit een van Kousbroeks vele andere werken is, dat hij, net aangekomen in Holland, vanuit zijn kamer naar buiten keek waar het op dat moment vreselijk vroor en de ruiten van de ramen vol ijsbloemen zaten, daarbuiten een troosteloos aanzien gaf en hij bij zichzelf dacht: “… ze hebben mij uit het Paradijs verjaagd.” Een dergelijke zin vergeet je nooit. Beroofd van menselijk geluk, maar gelukkig zijn en blijven, wordt door lieden als politici, stuk gemaakt; zij waren het die alles maar stuk kunnen maken en daar waar men niet in staat is in te grijpen of invloed kon uitoefenen, is ergelijk en frustrerend.

Een samenvatting van dit prachtige werk is bepaald geen sinecure. Het werk is, zoals gezegd, zo omvangrijk en beslaat vrijwel het hele spectrum van wat de Indisch/Nederlandse (en vice versa) literatuur (tot nog toe) in al haar aspecten heeft voortgebracht. Onderworpen aan het kritisch oog van de auteur is in historisch perspectief gezien buitengewoon interessant. Een fenomenaal document dat zeker op de lijst van verplichte literatuur op alle middelbare scholen dient te worden opgenomen.

De Nederlandse geschiedenis over het voormalig Nederlands Indië, is met dit werk hier geheel voltooid.

Kousbroek is groots en heeft evenzo het grote talent om de beschrijvingen tot in de diepten van het menselijke gevoel volledig, in detail en exact weer te geven. Het werk is rijk aan kostbare persoonlijke ervaringen, ook voor lezers die het (voormalig) Nederlands Indië (nog) niet kennen. De gekozen titel is weliswaar triest, maar laat niet alleen de duisternis zien in de spiegel van de auteur. Integendeel. Het boek las ik als een film die zelfs nu nog actueel zou kunnen zijn. Het is niet allemaal treurigheid in het boek.

Hilarisch is (om een passage te noemen), de beschrijving van de portretten van de Gouverneurs-generaal van Nederlands Indië (de zogenoemde GG’s). Met humor beschrijft hij enkelen van hen, met een theatraliteit en voorstellingsvermogen als van een professionele mimograaf. Prachtige beschrijvingen en die in details. Zo ken ik de schrijver nog niet; een verborgen klein talent.

Velen herkennen de beschrijvingen van de repatriatie uit het voormalige Nederlands Indië, waar de evacués naar het moederland moesten worden overgebracht. Maar in de tijd van Kousbroek was de evacuatie direct na de oorlog (1946) vrij formeel geordend geregeld; dat wil zeggen, onder andere, overeenkomstig de conventierichtlijnen van Genève. En dat ging wel heel omslachtig aan toe maar ook curieus.

De evacuatie in 1946 die Kousbroek had meegemaakt leek wel op een MGM-film in de Arabische woestijn uit de 50-er jaren met het vreemdelingenlegioen, wanneer de evacués naar een afgelegen plaats in de woestijn hun winterkleding (voor Europa) in ontvangst moesten nemen. Absurde en even bizarre scènes moesten zich daar hebben afgespeeld. Heel anders ging het met hen die in het begin van de 50-er jaren werden gerepatrieerd: de winterkleding (althans überhaupt de eerste kleren voor het verblijf in het moederland) werd op de boot ter hoogte van de Rode Zee uitgedeeld en bestond uit een soort zwart/donkergrijze jogging outfit met baret (Kousbroek: ijsmuts), sokken en een paar wollen wanten. Meer kregen ze niet.

Worstelend met de lacunes uit zijn herinneringen, flarden van plotseling opkomende historische personages spelen zich af in zijn hoofd. Een van de vele verschijnselen van een (kamp)syndroom. Zelf schreef hij dat je niet per se in een kamp moest hebben gezeten om het te krijgen (..) Mensen die zowel een (kamp)syndroom hebben als (en/of) een Post Traumatische Stress Syndroom hebben exact dezelfde verschijnselen. Velen zullen deze direct herkennen. De herinneringen die fragmentarisch, soms kort en soms lang(durig), zullen heviger en intensiever worden naarmate de tijd verstrijkt en jezelf ouder wordt.

Zoals mijn zielknijper me jaren geleden bij mijn behandeling mij ervoor had gewaarschuwd. De angst, ja die angst die maar niet en nooit helemaal weg zal kunnen gaan“..

De enige en wellicht wel de laatste unieke (overigens grappige) figuur van de Westerse Cultuur fenomeen in de jungle van Nederlands Indië vormde een bijzonder geroemde excentriekeling, een zekere “Iwan de Verschrikkelijke” (vanwege zijn (Slavisch/Russisch) voorkomen, genoemd door B.D. Swanenburg in zijn boek Leven en werk van Stein Callenfels.

Deze man, (hij was 1.92 m. groot en woog 140 kg.) een zekere Dr. Stein Callenfels was archeoloog/paleontoloog; beroemd, bekend en berucht. Beroemd (vooral in Azië) om zijn kennis en archeologische vondsten (ontving vele buitenlandse onderscheidingen voornamelijk in Azië) en berucht om zijn onnoemelijk grote appetijt. Lachwekkende anekdotes die je bij blijven.

Ook rekent Kousbroek hier af met de Hollandse benepenheid wanneer hij het over de (Hollandse) geschiedenis heeft: het “Holland op zijn smalst,” zeg ik dan. Waar is het inzicht van de Hollanders? En waar de grandeur van een Nederlands Imperium? Wat is het? Nooit van gehoord ! Maar die bestaat ook niet.

Een aaneenschakeling van historische feitelijkheden passeert de revue, maar niet zonder dat hij deze historische hoofdrolspelers er flink van langs geeft. Zo ook in de (Indische) literatuur waar de vraag nog steeds in de lucht hangt, (polemieken houden niet op over dit onderwerp) naar wat en vooral wie (in de literatuur) in hemelsnaam het predicaat Indisch mag en/of kan dragen.

Dan de opvatting van Walraven over de Indo‘s (Indo/Europeanen) die werkelijk hypocriet is wanneer de man deze Indo/Europese gemeenschap kwalijk neemt dat zij zich boven de Indonesiër(s) verheven voelt. Absurditeit ten top is het wanneer men bedenkt dat deze man zich immers boven een ieder superieur voelt, niet zozeer als kolonist/ambtsdrager, maar simpel als burger. Bizar.

Deze kaaskoppen veroorloofden zich schijnbaar een asociaal en immoreel gedrag onder een legitimiteit van een illegale bezetting. Sudah. De Indo-Europeanen staan toch ver boven dit soort stupiditeit. Hoewel er ook Indo-Europeanen zijn die zich zelfs verheven voelden en voelen boven de Totok (de blanke), wat een andere oorzaak en implicatie heeft.

Ach, vreemde denkbeelden hield deze mijnheer Walraven op na, waarbij hij en passant toch nog vergeten was, dat de Indo-gemeenschap niet alleen bestond uit Indische Nederlanders, maar ook uit andere Indische Europeanen (uit heel Europa met inbegrip van mensen uit Noord Amerika en Australië en de rest van Zuid/Oost Azië).

Maar voor de Hollander was het Nederlands Indië van toen een soort verlengstuk van het moederland, de kaaskop waande zich kennelijk rijkelijk alleen op de Wereld (in de zin van het enig Hollands Imperium) waar hij (eindelijk in het Paradijs terechtgekomen zonder ook maar één vinger te verroeren) naar believen de vruchten van plukt. Jawel; men plukte, at de vruchten, maar de hand die ze voortbracht, daar had men geen enkele benul noch liefde voor (gegeven). Men had blijkbaar geen idee, laat staan een visie van de eigen omgeving en dat van de Wereld.

Volgende keer deel - II

Lees verder…

Uit ICM Archief -De relatie tussen Nederland en Indonesië is opnieuw onder druk komen te staan. Deur dicht voor claims Indonesische weduwen

bronvermelding Telegraaf van 21/4-2013

Timmermans …affaire…

De relatie tussen Nederland en Indonesië is opnieuw onder druk gekomen nu onderhandelingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken met tien weduwen op Sulawesi zijn vastgelopen.

De vrouwen wilden elk 20.000 euro schadevergoeding van ons land omdat Nederlandse militairen begin 1947 hun echtgenoten hadden doodgeschoten. Dat gebeurde door speciale troepen van kapitein Raymond Westerling.

In 2010 waren er ook al grote spanningen tussen Den Haag en Jakarta nadat de Indonesische president Yudhoyono een staatsbezoek afzegde omdat Molukkers om zijn arrestatie hadden gevraagd. Vorig jaar voelde diezelfde president zich nog eens extra in zijn hemd gezet toen de verkoop van overtollige Leopard II-tanks door de Tweede Kamer werd geblokkeerd. De Kamer buigt zich waarschijnlijk morgen over de kwestie van de schadevergoedingen.

De advocaat van de weduwen, Liesbeth Zegveld, noemt de afloop van de onderhandelingen teleurstellend. Volgens betrokken ambtenaren wilde Nederland niet verder gaan dan 10.000 euro schadevergoeding per weduwe.

Dat zou zijn om precedentwerking te voorkomen. Want hoewel de koloniale oorlog 65 jaar geleden plaatsvond, werd pas in 2011 voor het eerst door Nederland schuld bekend en betaald. Toen ging het om nabestaanden van een bloedbad in Rawagede.

Excuses

„Dat is keurig opgelost, negen weduwen kregen elk 20.000 euro en er werden excuses aangeboden”, zegt Liesbeth Zegveld. „Op Sulawesi waren de misstanden nog veel erger. Dus waarom dit keer geen akkoord?”

De advocaat gaat namens de vrouwen procederen tegen de Nederlandse staat. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zwijgt omdat de zaak onder de rechter is. Maar minister Timmermans zou „zeer met de affaire in zijn maag zitten”.

Nederlandse veteranen die in de archipel vochten, zijn blij dat ons land dit keer voet bij stuk houdt. „Hoezo ereschulden? Het was oorlog en er gebeurden aan beide zijden vreselijke dingen. Als we weer de hoofdprijs betalen, liggen nieuwe claims op de loer.”

Overigens raakten de door Nederland gecompenseerde weduwen van Rawagede hun 20 mille vooral kwijt. Minstens de helft van het geld werd geconfisqueerd door corrupte politici.

De SP wil minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) morgen naar het vragenuurtje roepen over de kwestie. „Door het ministerie is de suggestie gewekt dat alle vergelijkbare zaken op dezelfde wijze behandeld zouden worden”, stelt Kamerlid Van Bommel. „Het gaat om geld en ontmoediging. Eén van de weduwen is 104. Plat gezegd: een politiek van uitsterven.”

D66-Kamerlid Sjoerdsma vindt dat het nu aan de rechter is om een besluit te nemen. „De weduwen wachten al sinds de jaren ’50 op genoegdoening. Laat die nu snel komen, zodat we deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis kunnen omslaan.”

Lees verder…

10897238680?profile=original10897260893?profile=originalUit archief Onthulling van de miljoen liquidaties in Indonesië bij Pauwe & Witteman van 20/2-2013. Documentaire komt in Nederlandse bioscopen.

Onthutst, en verbaasd met verontwaardiging was Witteman als media Icoon dat nu pas deze bizarre liquidaties in de Nederlandse media is gekomen. Uiteraard niet te verteren als journalist en media Icoon. Dit naar aanleiding van gesprek met correspondente, die 5 jaren in Indonesië werkte. Dit in het kader dat hierover documentaire is gemaakt en in de bioscopen wordt gelanceerd, en later op TV komt.

Al eerder werd deze Indonesische liquidaties uitgelicht twee jaren geleden in het programma “De Wereld Draait Door”. Waar door Jort Keldert samen met een schrijver deze zaak in verband werd bracht en lijntjes die liepen naar Pr, Bernhard. Echter duidelijke aanwijsbare feiten hadden deze niet, dat financieel werd gesteund voor de coupe om president Soekarno af te zetten.  Net het schakeltje van Jort Kelder en de auteur van boek ontbraken nog. Terwijl de geëigende Binnenlandse diensten hiervan op de hoogte waren, maar allen als het graf zwegen.

Was diep slikken voor de sterk geëmotioneerde Witteman als journalist dat niet kon bevatten dat 1 miljoen liquidaties nimmer op het wereldnieuws en de media is gekomen, en geen land ingreep, is niet bevatten.

Zes maanden voor de coupe op Soekarno was majoor Saboer hoogste in rang, later ook geliquideerd, met generaal Soeharto, en generaal Natision  op bezoek bij de familie Schwab in Voorburg aan de David Klemanlaan. Majoor Saboer had de taak om alle openstaande rekeningen van de jongste vrouw  van Soekarno te voldoen in Europa, alsmede het uitdelen van de gelden van Traktaat van Wassenaar die later in september tot stand kwam. Waren voorschotten, in de latere bronnen werd deze gemeld dat om de eerste twee termijnen gingen.

 

Het is u duidelijk dat toen generaal Soeharto een dubbele agenda gehad, en ergens nog een geheim bezoekje bracht buiten om generaal Saboer.  De reacties in Tweede Kamer ten aanzien van de Leopard Tanks spreken boekdelen met een bevestiging wie hier ook bloed aan zijn handen heeft; Immers deze kon het niet zetten dat geen koning werd van de Republiek, maar Soekarno, weten betrouwbare bronnen te melden, ook de middelen die oneigenlijk zijn ingezet.

 

Voor de historici onder U;

De republiek Indonesia onder regiem van president Soekarno dreigde het communisme (Pki) steeds meer te omarmen. De andere bekende groeperingen  in Indonesië zagen dit als dreigende gevaar naast de Westerse wereld. De coupe van de generaals met massa moorden maakten einde aan het regiem van Soekarno. In de tijdsgeest van de jaren 60 / 70 in relatie tot  de koude oorlog en communisme, heeft de wereld dit kennelijk stilzwijgend gesteund en wereldwijd verzwegen.

 

 

Lees verder…
Activiste Lara Nuberg vindt emoties over excuses “belachelijk”

10897426700?profile=original

Michael Meyer  van FIN heeft een bericht gedeeld.

DEN HAAG (5 mei 2020) – Opnieuw hebben uitspraken van de omstreden activiste Lara Nuberg binnen Indisch Nederland tot ergernis geleid. Vooral het feit dat (Indische) Nederlanders de excuses van Nederland aan Indonesië ervaren als een dolksteek vindt zij “belachelijk”.

Nuberg heeft er nooit een geheim van gemaakt dat zij zeer enthousiast is over de spijtbetuiging van Nederland aan Indonesië eerder dit jaar. “Het is een stap vooruit dat de koning zijn excuses heeft aangeboden” laat de blogster, wiens ogen naar eigen zeggen door de radicale actiegroep ‘De Grauwe Eeuw’ zijn geopend”, op 5 mei optekenen door ‘De Kanttekening’. Dat Indische Nederlanders, vooral van de eerste generatie, de excuses ervaren als een dolksteek in de rug vindt Nuberg “belachelijk”.

Het is niet voor het eerst dat Nuberg in opspraak is. Eerder dit jaar vloog ze flink uit de bocht door op Twitter de etnische dimensie van de Bersiap in twijfel te trekken. Nuberg, die ook werkzaam is onder haar artiestennaam ‘Gewoon een Indisch meisje’, beweerde toen dat (Indische) Nederlanders zouden zijn afgeslacht omdat zij “pro-Nederlands” waren. Ook haar betrokkenheid bij het Indië-onderzoek, waar Nuberg samen met de De Grauwe Eeuw een gesprek met onderzoekers aanging, wekt in de Indische gemeenschap wrevel.

http://www.federatie-indo.nl/20-05-05-1/

Lees verder…

10897253052?profile=originalColumn:     Sarah-Ellen Saija      door  Joty ter Kulve

Soms heb je in het leven het voorrecht bijzondere mensen te ontmoeten. Het verzoek in januari van dit jaar van de Banda Adat en Cultuur Gemeenschap op Banda Neira om te helpen bij het realiseren van een replica van een “Prahu Belang” uit de tijd van de VOC, die voor het bevorderen van toerisme en cultureel-historische doeleinden zal worden ingezet, heeft gehoor gevonden in het prachtige 650 jaar oude stadje Hoorn in West-Friesland. Een team in Hoorn, onder leiding van Chris de Meij, heeft de schouders eronder gezet en tot grote vreugde van het team nu uitgebreid met jonge getalenteerde en geïnspireerde Indonesiërs, plus een aantal mensen uit de Molukse gemeenschap in Nederland.

Zo ontmoette ik Sarah-Ellen, een jonge vrouw van Molukse afkomst. Haar grootouders zijn afkomstig van de Molukken en werden na de Tweede Wereldoorlog door omstandigheden (haar grootvader was een KNIL militair) tezamen met vele andere KNIL soldaten, min of meer gedwongen naar Nederland te emigreren.

Ik heb Sarah-Ellen gevraagd haar verhaal op te schrijven, omdat ik erg onder de indruk ben van haar originele 

en zelfstandige manier van denken. Ook het feit dat ze in staat is om haar verhaal in een wereldwijde context te plaatsen van multiculturele en etnische verscheidenheid, die toch wereldwijd aan de orde is en waarmee wij, al worstelend, mee moeten leren leven. Hier komt Sarah-Ellen aan het woord:

Ik ben geboren en getogen in de Molukse wijk Heer in Maastricht. Daar heb ik mooie jeugdherinneringen aan overgehouden. Op de basisschool zaten Nederlandse, Molukse, Turkse, Britse, Marokkaanse en Spaanse kinderen in de klas. Die diversiteit vond ik erg leuk. N a de middelbare school verhuisde ik naar Rotterdam om daar “Trade Management Aimed at Asia” te studeren, om daarna in Utrecht Marketing Management te gaan studeren. De afgelopen vijf jaar heb ik mij gericht op project management. Ik ga nu mijn eigen adviesbureau opzetten, gericht op mijn passies: innovatie, duurzaamheid en cultuur. 

Als derde generatie Molukse groeide ik op met de Molukse cultuur in een Molukse wijk. Mijn ouders leerden mij dat het belangrijk is om nooit te vergeten wie je bent en waar je “roots” liggen. We praatten vrij weinig over politieke geschiedenis; dat werd ook niet aangemoedigd. Mijn ouders gaven de voorkeur aan het overdragen van de cultuur en geschiedenis van onze voorouders. Tenzij er op de TV een documentaire over politieke geschiedenis  was en ik er toch vragen over had. Dan konden we er gerust over praten, zolang ik mijn concentratie op school maar behield. Ik werd thuis altijd gestimuleerd om zelf na te denken over mijn eigen toekomst en mijn ouders ondersteunden mij waar ze maar konden. Naarmate ik ouder werd, besefte ik steeds meer dat tijd niet terug te draaien is. Dat maakt dat de tijd die je nu hebt heel erg kostbaar is en dat je moet beseffen dat je de vrijheid hebt om te kiezen wat je met die tijd doet.

Wat mij altijd is bijgebleven, is wat mijn moeders vader altijd over de komst naar Nederland zei: “In Nederland  heb je nu eenmaal de kans om naar school te gaan en te studeren. Wellicht is die kennis waardevol en nuttig voor de opbouw van de Molukken”.

Mijn reis naar de Molukken in 2010 confronteerde mij met de levenswijze en levenslessen van de authentieke cultuur aldaar. Bij terugkomst dacht ik voortdurend aan hoe ik inhoud en betekenis zou kunnen geven aan de woorden van mijn grootvader. Die tijd is nu voor mij aangebroken.

Einde verhaal van Sarah-Ellen Saija, die een warm hart toedraagt aan het Banda Vriendschapsboot project.

Ongetwijfeld zullen vele migranten zich herkennen in Sarah-Ellens woorden. Het is ook mijn belevenis nu zeventig jaar geleden, toen ik in Nederland een nieuw leven moest beginnen, net als de Indonesische grootouders van Sarah-Ellen. Het geeft je visie en hoop op de toekomst. We worden wereldwijd geconfronteerd met een multiculturele samenleving, met diversiteit aan religies en etnische 

groepen. Amsterdam alleen al telt al meer minderheden dan New York. Multicultureel betekent niet dat wij een etiket moeten plakken op groepen van een bepaalde afkomst, godsdienst of cultuur en die als zodanig ter verantwoording moeten roepen. Als wij dat doen, doen we de mensheid en individuen te kort. Integendeel, hoe wij als individuen met elkaar omgaan, elkaars culturen, achtergronden, religies (of geen religie), gewoontes, respecteren en ook verantwoordelijk zijn voor de samenleving als geheel, dat is de grootste opgaaf waarvoor we op deze wereld zijn gesteld.

Sarah-Ellen heeft ons met haar verhaal het goede voorbeeld gegeven. Fijn dat zijn haar verhaal met ons wilde delen. 

Lees verder…

Geschiedenis van Traktaat van Wassenaar deel 1

Geschiedenis van Traktaat van Wassenaar deel 1

10897234678?profile=original10897363281?profile=originalDe Geschiedenis van Traktaat van Wassenaar deel 1

 

  1. 1.       Transformatie van Nederlands-Indië naar Indonesië

 

Na 300 jaar koloniaal bewind kwam door interventie van de oorlog met Japan, het ‘Indisch Bestuur’ in handen van President Soekarno en Vicepresident Hatta. Dit proces liep allesbehalve soepel. Nederland wilde zijn oude kolonie niet opgeven en negeerde alle signalen van o.a. de VN, om het ‘Indisch-Nederlands Bestuur’ over te dragen aan de eerdergenoemde kersverse nieuwe bewindvoerders. Het verlies van de oud-kolonie werd een zeer moeizaam, complex en onverteerbaar proces, met gevolg dat de Nederlandse regering nog eens 200.000 militairen stuurde. In 1962 kwam de Nieuw-Guinea-kwestie aan de orde en werden de Indische-Nederlanders alsnog het land uitgewezen.

Het zegt al genoeg dat dit dekoloniaal proces duurde van 1947 tot 1962. Anno 2020 heeft de financiële afwikkeling nog steeds niet plaatsgevonden met dien verstande, dat geen compensatie werd uitbetaald aan diegenen die al hun bezittingen hebben verloren. Bovenal zijn de banden/betrekkingen tussen beide landen enkel verder verslechterd.

Het dekoloniaal proces is slechts een onderdeel van de oorlog met Japan, de overdracht en de Bersiap. Het Nederlands beleid riep bij de bevolking van Indonesië onherroepelijk agressie op, dat zich uitte in nietsontziende haat gericht aan vooral de Nederlandse - Indische Gemeenschap, waarbij hun leven in gevaar werd gebracht en er sprake was van veel moordpartijen (zie het boek ‘Bersiap’ van wijlen Herman Bussemaker).

10897363295?profile=original

 10897363860?profile=original

 

 

Het volgende citaat is uit het boek ‘Bersiap’:

“Echter de ernstige geweldsuitbarstingen die in oktober en november 1945 plaatsvonden tegen de (Indo-)Europese bevolking, de Chinezen en de Nederlandsgezinde Indonesiërs doorkruisten deze plannen. Daarbij kwam dat Nederlanders (vooral Indische-Nederlanders) en andere door Indonesische extremisten bedreigde groepen door de Republiek Indonesië geïnterneerd werden in zogeheten ‘beschermingskampen’.

 10897364264?profile=original

10897364098?profile=original 

 

Mountbatten besloot daarop het aantal ‘key areas’ op Java en Sumatra uit te breiden. Daarnaast werden ruim 14.000 voormalig geïnterneerden in december van 1945 overgebracht naar Batavia, Australië, Singapore, Ceylon, Bangkok en Nederland. Door de noodsituatie die was ontstaan was het duidelijk, dat de geïnterneerden bij hun bevrijding niet in Nederlands-Indië opgevangen konden worden en dat er veel meer mensen naar Nederland gerepatrieerd moesten worden dan aanvankelijk werd gedacht.”

 

Vanwege de agressieve politiek van de regering-Drees betreffende de kwestie Nieuw-Guinea (West-Irian) tegen het pas onafhankelijk geworden Indonesië, moest iedereen met de Nederlandse nationaliteit

-waaronder (10.000) ondergetekenden- in de jaren ’60 dat land alsnog noodgedwongen verlaten.

 

 

 10897364878?profile=originalEen Nederlandse gevechtseenheid tijdens de oorlog (Politionele Acties) in Nederlands-Indie 17-8-1945 / 27-12-1949

WORDT VERVOLGD.

10897237288?profile=original10897237700?profile=original

Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
                           

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates  In het Engels hier

Lees verder…

Kousbroeks “Het Oostindisch kampsyndroom”.

10897279098?profile=originalKousbroeks “Het Oostindisch kampsyndroom”.

Besproken door Pjotr.X. Siccama – deel 12

 Tijdens het bezoek van Hirohito  in 1971 aan een paar Europese landen, onder andere Nederland was Kousbroek de enige (zegt hij zelf) in dit land die hem welkom heette.

Veel Nederlanders, zeker de Indische Gemeenschap, die Nederlanders en andere Europeanen die in het voormalig Nederlands Indië zijn geboren gewerkt en geleefd hebben, waren uiterst verbaasd over deze uitspraak.

Vanzelfsprekend mag iedere burger in dit land mensen uit rrn ander land welkom heten, wel of niet besmet of controversieel: dit is een liberaal en democratisch land. Daar heb ik respect voor, maar waarderen is iets anders.

Kousbroek verdedigt zijn standpunt, legt uit waarom en doet dit vervolgens op een manier die bij mij onaangenaam is gevallen.  

In een schamper nostalgisch aandoend begin van een zin, herinnert de schrijver zich de verjaardag van de “oude koningin” (Wilhelmina wordt hiermee bedoeld), op 31 augustus. Citaat: “.. de eerste (31 augustus) staat onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift. … de echte koninginnedag van het oude Nederlandse Imperium.)”. En hij gaat verder: “.. niet alleen koningin Wilhelmina maar ook Hirohito (zijn verjaardag was op dezelfde datum, PS) heeft een tijdlang over ruim zeventig miljoen Nederlandse onderdanen geregeerd en beide verjaardagen roepen bij mij bewogen herinneringen op.”

Deze persoonlijke onthullingen van de schrijver zijn zoals ze zijn: het geeft evenwel de sentimentele sfeer weer die betrokkene blijkbaar opnieuw ondergaat en hij voelt de noodzaak dit zijn lezerspubliek kond te doen, wellicht ter verdediging van zijn standpunt. Het rammelt aan vele kanten. Het doet ook afbreuk aan de eerdere door hem (beargumenteerde) ingenomen standpunten met betrekking tot de Nederlands-Indische geschiedenis. Ten eerste noem ik de verantwoordelijkheid van Hirohito in zijn geheel jegens de WO II, die hij op zich had moeten nemen en dat ook aan de Wereld had moeten uitleggen in een door hemzelf opgestelde verklaring, nog vóórdat de VS hem de volledige capitulatie had voorgelegd. Nogmaals: in zijn naam zijn de ernstigste oorlogsmisdaden begaan en onder de (oorlogs)documenten (o.a. oorlogsverklaring(en) staat zijn naam. Wat is er nog onduidelijks aan?

Een tijdlang had Hirohito (net als Wilhelmina) over meer dan 70 miljoen onderdanen geregeerd, memoreert de schrijver. Wat het eerste betreft kent Hirohito bij lange na niet hoeveel mensen er in het voormalig Nederlands Indië woonden en het doet er hier eigenlijk ook niet toe, maar om de 70 miljoen (in Nederl Indië) onderdanen te noemen vind ik echt ongepast. Nederlanders in Indië waren en zijn nimmer onderdanen geweest: trouwens van niemand.

We leven niet in Japan of in de Middeleeuwen.

Refererend aan uitspraken /standpunten en meningen van onder andere de president van het Tokyo tribunaal, Sir Webb, Brandt, Bergamini, Wim Kan en nog vele andere bekenden in de Wereld, verdedigt de schrijver Hirohito als volgt: “..Overigens  is een dergelijke houding meestal ook gebaseerd op een primitief begrip van macht en gezag.”

Dan bagatelliseert de schrijver deze charade met een infantiel voorbeeld; hoe een kind een keizer voorstelt. Het is om treurig van te worden, want, vervolgt hij “..dat de figuur ‘keizer’ bekleed is met absolute macht en over alles beslist...” Het antwoord heeft hij eigenlijk hierbij al gegeven.

 

De Japanner gehoorzaamt de keizer blindelings schrijft Kousbroek; deze bewering staat in het bekende werk van de schrijver van Bergamini: “The imperial conspiracy” en hij noemt Bergamini een fantast (paranoïde), hetgeen ik bestrijd. Bergamini was niet bepaald op

 

zijn achterhoofd gevallen en wist wel degelijk van de in en outs om dat te beweren; dat even voor de helderheid. Kousbroek had op zn minst mogen nagaan waar Bergamini zijn gegevens vandaan heeft gehaald.

“Hij (Hirohito) had dus ook de macht om de oorlog te kunnen ‘verbieden.’” Voor alle duidelijkheid heeft de schrijver het woord verbieden tussen aanhalingstekens geplaatst. Uit de algehele context van het artikel kan de lezer de uitleg vinden.

Vervolgens verwondert de schrijver zich over het feit dat ‘het verbieden’ (door Hirohito) van de oorlog niet mogelijk was.

Dan komt de  vervolgvraag: waarom niet?

Hierop komt de schrijver met een vergelijk met alle andere vorsten (in dit geval de Nederlandse) en vroeg zich af waarom dezelfde mensen (die zeggen dat Hirohito verantwoordelijk is) de redenering niet of minder op onze eigen vorsten toepassen.  Kousbroek vergeet dat Japan toen een constitutie noch een gekozen parlement had. De Japanse bevolking werd met ijzeren hand geregeerd door één persoon en dat was Hirohito, die in het geheel de absolute macht had. Zijn woord was wet, hoe bespottelijk het voor ons allen ook klinkt in de 20ste eeuw.

 

Heel infantiel komt het vergelijk over met het (woord) ’verbieden’ van een oorlog (WO II) waarbij de oorlog in Atjeh als contrast wordt opgeworpen en dat Wilhelmina dat kon verbieden! Een grote misser van Kousbroek, omdat er veel aan mankeert.

Een eenvoudige verklaring hiervoor is dat “andere vorsten”, zeker de onze, in Europa een positie hebben, die met een constitutie te maken hebben waar beslissingen en verantwoordelijkheden door het parlement en ministers worden genomen en gedragen.  Maar dat is de schrijver toch bekend als hij goed op de hoogte is van de Europese Staatsinrichting?

 

Maar dit is een bagatel vergeleken met zijn verdediging van Hirohito die hij enigszins op een academische wijze probeert te motiveren. Terzijde: ik denk ook waarom – in algemene zin, de Indische Gemeenschap – de schrijver vaak heeft verweten (aanvallen in de vorm van: woedende ingezonden stukken en boze brieven) juist óver dit onderwerp met alle implicaties van dien.

 Of Kousbroek dit hele gedoe met Hirohito heeft willen vergoeilijken en daarmee talloze mensen die  het onderwerp hebben aangesneden, heeft aangevallen, beledigd, en de grond ingetrapt, is mij niet helemaal helder.

Een van de vele voorbeelden is de aanval geweest op de arts de heer Bekkering (c.s.) op wiens mening over Hirohito door Kousbroek kritiek wordt geleverd. De voorstelling van zaken die Bekkering opwerpt, schrijft Kousbroek, is onwaar.

De schrijver werpt vervolgens naar aanleiding hiervan het volgende op: “..de keizer heeft namelijk wat in de oorlog gebeurd (..) wel degelijk erkend en betreurd.” Hij noemt bijvoorbeeld dat dit tijdens de bezoeken aan onder andere de Filipijnen is gebeurd.

Kousbroek noemt Bekkerings uitspraken over het onderwerp infaam (.) (publicaties  in NRC Handelsblad). De schrijver vergeet en passant dat hij zelf bij voortduring een tirade afsteekt over lieden die eens en voor altijd de waarheid willen weten. Daar is niets mis mee. In zijn tirade tegen al die mensen die tegen de (staats)bezoeken waren aan die landen en gebieden die onder de WO II hebben  geleden, zei de schrijver  - aangaande de spijtbetuigingen-“.. dat het onredelijk  is te vragen van een constitutionele vorst dit te doen.”

Nu begint Kousbroek naar mijn smaak misleidende taal uit te kramen en probeert hij ons nu gewoon zand in de ogen te strooien.

Hirohito was geen constitutionele vorst, maar toen had hij wel (de kans in zijn absolute positie) het een en andere te handelen en iets te kunnen betekenen voor de mensen, maar dát had hij juist niet gedaan en

 

dan komt de schrijver nu vergoeielijkend aan  draven dat het (NU) toch niet “redelijk is” om dat aan hem te vragen! In gewone omstandigheden juist, maar niet in zijn geval. Teleurstellend deze constatering.

Ter oriëntatie: we weten dat de schrijver dit groot werk in de 80-er jaren had gepubliceerd (en de bezoeken van Hirohito hadden in de 70-er en 80-er jaren plaatsgevonden) wat betekent dat Japan pas sinds 1947 een constitutionele monarchie is geworden, daarvoor was het een absolute monarchie.

 

Wat de schrijver eigenlijk had moeten doen is het onderzoeken (.) waar toch al die vreemde verhalen, “vermeende” onthullingen en mysterieuze achtergonden vandaan kunnen komen en niet  enkel met een dimensionale blik werpen in de richting van de liefhebberij van de man die zich blijkbaar dagelijks bezig hield (andere bezigheden had hij kennelijk niet) met het (wetenschappelijk?) bestuderen van zeeorganismen waarvan er vele nieuwe exemplaren door hem (persoonlijk?) waren ontdekt. Daarvoor werd hij lid van de Royal Society of Science. Alles is best mogelijk en ik sluit hierbij niets uit.

Het is opvallend dat het verdacht veel lijkt op de wetenschappelijke publicaties van een zekere mevrouw Caucescu van Roemenië, die eveneens gevierd en lid was geworden van de Royal Society (in Londen),

wat achteraf blijkt dat niet mevrouw Caucescu, maar haar (geniale) wetenschappelijke medewerkers(sters) de bewuste ontdekkingen hadden gedaan, maar zij alle loftuitingen in ontvangst mocht nemen.

 

Maar soi, de wetenschappelijke ontdekkingen van de keizer  heeft op de schrijver blijkbaar indruk gemaakt. Citaat: “tijdens de oorlog deelde ik uiteraard de toen voor hem gangbare aversie (mijn cursivering), maar naamate ik meer over hem te weten kwam is hij mij sympathieker geworden – alleen al zijn grote verlegenheid neemt mij voor hem in.” einde citaat. Voor mij betekent deze gangbare aversie niets anders dan “dat het toen zo hoorde”, een neutrale maar ook zwakke stellingname, meer niet.

Kousbroek gaat verder door hem zowat de hemel in te prijzen. Citaat: “Naar mijn beste weten is hem geen verwijt te maken en zonder hem zouden zowel de heer Hans Bekkering als ik niet meer in leven zijn.”einde citaat. Hier is de advocaat van de duivel die het woord heeft: wat bedoelt de schrijver met deze zin? Het kan niet anders betekenen dat de oorlogsmisdaden in WOII  hem dus wel degelijk aan te rekenen zijn, anders zeg je dat niet.

De verwarring omtrent de zogenoemde “nieuwe gegevens” wordt nog groter door een film die Edwar Behr heeft gemaakt getiteld: “Hirohito, behind the myth”.

Er zouden in die bewuste film “nieuwe gegevens” voorkomen over de Keizer in de oorlog. Schrijft Kousbroek dat “het niet theoretisch uitgesloten is dat de Keizer een dubbele rol zou hebben gespeeld (.) maar op grond van tot dusver bekend is, uiterst onwaarschijnlijk.” Natuurlijk, ja zeker, op grond van de thans bekende gegevens, maar waren er geen duistere krachten (zal ik het maar noemen) die gegevens indertijd hadden verdonkeremaand? Of beschikt de schrijver documenten die nog niet openbaar zijn? Ik proef dat bij de schrijver ook twijfel te zijn gerezen.

 

Op de filmer Edward Behr en zijn film geeft de schrijver eveneens hevige kritiek. De film zouden alleen maar oud nieuws zijn enzo meer. – Ik zou juist zeggen: waar rook is is vuur; maar naar die “mysterieuze” rook wil de schrijver maar niet zoeken.

Kousbroek had de film gezien en zag beelden van een parade in Tokyo waar Hirohito had bijgewoond. Die bewuste parade was een traditie van het “jaarlijkse verschijnen van het Nieuwjaar”, volgens de schrijver. Het is alles best, maar het saillante van deze traditie was, dat de gehouden parade  toevallig (?)viel  op de dag dat Singapore was gevallen. Een coïncidentie?

 

 

 

De historicus Roger Buckley schreef aan Sir Georg Samsom (1946): “dat Hirohito zijn positie uitlegt en in zeer frappante bewoordingen zijn spijt betuigt over de oorlog – en heeft

 

 dat daarna nog meerdere malen gedaan” in 1986 tijdens zijn bezoek aan Aquino van de Filipijnen.

Ik heb me altijd al afgevraagd of je spijt moet betuigen wanneer je onschuldig bent?

Wanneer iemand ergens spijt betuigt, betekent dat bij voorbaat dát je schuldig bent of was.

Anders heeft een spijtbetuiging geen enkele zin, hoe men het ook bekijkt; en zeker over een overgevoelige periode waarin zowat de halve wereld onder heeft geleden.

De logica van de schrijver ontgaat me eerlijk gezegd volkomen en is naar mijn insziens een contradictie.

Om zijn standpunt en mening kracht bij te zetten haalt de schrijver een reeks voorbeelden aan van deskundigen  en voert ze op  ten tonele (als medestanders), zoals: E. Reischauer (Aziatische geschiedenis), die de film van Behr maar onzinnig vond; dan John Toland

(historicus/schrijver), had precies hezelfde als Reischauer gedacht; vervolgens Louis Allen (historicus/schrijver), die vond dat Hirohito net zo schuldig was als George VI (slag bij

Duinkerken, (een absurde en onzinnige

 vergelijking) en de een na laatste die Kousbroek ten tonele voert is Stephen Large (Japanse studies/Cambridge), die liefst geteld 22

onjuistheden had geteld in de film van Behr, (kennelijk louter geinteresseerd in statistieken) met nota bene weer de vraag hoe de Keizer zijn consitutionele positie zag! (de keizer wás geen constitutioneel vorst nogmaals voor de helderheid; over deskundigheid gesproken) en ten slotte C. Gluck (geschiedenis/Columbia/Universiteit) die het helemaal te bont maakt met uitspraken als: ‘’wrongheaded, irresponsible, highly selective in the way it ignores field of data.’

.

Het is zo makkelijk om vanuit hun positie deze ‘’one-liners’’ uit te kramen, zonder ook maar een positieve bijdrage te (willen en/of kunnen) leveren aan een zuiver (objectief) discours.

Kousbroek had dikwijls in dit werk over de (stille) neiging van hem om sommigen de nek te willen omdraaien. Op mijn beurt zou ik van de zogoemde opgetrommelde deskundigen die hij hier en daar uit een stoffige kast tevoorschijn heeft gehaald, hetzelfde doen met terugwerkende kracht hun onthullingen publiekelijk en toegankelijk te maken – op televisie bijvoorbeeld, maar dát durven ze natuurlijk niet omdat ze geen lef hebben en grote hypocriete lafaards blijven.

 

Het merkwaardige  in deze historische kwestie, is het, aan de andere kant, niet be(noemen) van de schrijver van sceptici die van het ernstig getordeerde onderwerp (want dat is het zeker) ondertussen de buik vol hebben in de overtuiging dat veel essentiele gegevens vernietigd zijn en/of  voor de eeuwigheid niet meer toegankelijk.

 

Ik vermoed hogelijk dat bij Kousbroek met het noemen van de namen van zijn deskundigen met betrekking tot het onderwerp  en de film van Edward Behr de vakidiotie danig is toegeslagen

.

De schrijver kon,  na de namen van deskundigen in zijn boek genoemd te hebben denkelijk eindelijk ademhalen of liever een frisse neus halen na zulk een onfrisse walm opgesnoven te hebben. – Ik herinner mij in vorige hoofdstukken waar de schrijver over de waarheid had en waarom deskundigen – met name historici– de waarheid verdraaien of leugens verkondigen.  En ziet, nu slaat het fenomeen toe bij hemzelf, gesecondeerd doorzijn deskundigen.

 

.

Ik zou die lieden die denken aan het rechte eind te hebben, willen verzoeken, naar de o, zo wonderlijke “verdwenen of verduisterde” gegevens op zoek te gaan en de waarheden na te vorsen, met verzoek dat  met open vizier te doen,  altijd op behoorlijk wetenschappelijk niveau en (dus) objectief meer het open veld op te zoeken, ( vooral niet alleen maar vanuit een ivoren toren te exclameren als duffe kamergeleerden) alvorens onbenullige uitspraken te doen waar wij allen (en historici) niets aan hebben.

Zo komen ze immers nooit tot de kern tot datgene waarover anderen zich heden ten dage  buigen en integer zeer wel inspannen.

  

Maar een groot verwijt blijft het aan de Amerikanen om Hirohito niet te horen (en te vervolgen) voor het Tokyo Tribunaal; men kan er van alles bij denken. In vorige artikelen heb ik het een en ander naar verwezen. Ik en met mij vele, vele anderen, vinden het verwijt aan de Amerikanen terecht van een historische gemiste kans .. Maar de VS dachten aan hun eigen negoties (ze hadden Japan inclusief Hirohito nodig tegen het opkomende Communisme –wat niet lang erna werkelijkheid werd) tot ergernis van de internationale rechters tijdens het Tokyo Tribunaal. Een onvergeeflijke daad van de VS was ook om de president van het Tokyo Tribunaal in zijn poging om Hirohito alsnog te ondervragen te dwarsbomen om louter hun eigen belang te laten prevaleren.

  

10897280063?profile=original

   Sir Webb – president Tokyo Tribuaal.

10897280291?profile=original

   Edward Behr – filmer

10897280683?profile=original

 

Wordt vervolgd

Lees verder…
Tweederangs burgers’

Overlever Bert van Dijck (79) gebukt onder gebrek aan begrip na terugkeer uit Nederlands-Indië

Deze week precies 75 jaar geleden kwam een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Heel Nederland had naar dit moment toegeleefd. Na de eerste euforie moest iedereen zijn leven weer oppakken. Hoe was dat en op wat voor manier bleef het oorlogsverleden een rol spelen in het bestaan? Vandaag in de laatste aflevering van deze serie: Bert van Dijck (79), overlevende Jappenkamp.

Het was een steek door zijn hart waar hij nog woedend om kan worden. Martin van Rijn, nu minister voor Medische Zorg, maar toen als staatssecretaris verantwoordelijk voor het afhechten van de Indische kwestie, maakte in 2015 bekend dat er een terugbetaalregeling zou komen voor militairen en overheidspersoneel dat de oorlog in Nederlands-Indië had doorgebracht en in die periode geen soldij of salaris kreeg.

In aanmerking kwam iedereen die op 1 januari 2015 nog in leven was. Dus niet Berts vader; die stierf in 1985. Geestelijk zwaar beschadigd in de Tweede Wereldoorlog en diep gedesillusioneerd door de manier waarop de overheid erna met hem en heel veel andere inwoners van de voormalige kolonie was omgegaan. „Hij is tot zijn dood blijven strijden voor waar hij recht op had. 3,5 jaar soldij. Geen cent heeft hij ervan gezien. Ondanks de belofte van koningin Wilhelmina dat alles zou worden betaald. Dat had hij haar op de radio horen zeggen”, vertelt zijn zoon. „Ik heb het na zijn overlijden even laten rusten en nam het daarna over. Tot 2015 en die belachelijke uitspraak van meneer Van Rijn. Die voelde als een klap in mijn gezicht. Ik heb het daarna heel moeilijk gehad, ging door een zwarte periode.”

Beneden peil

Het gaat dankzij lange gesprekken met een hulpverlener van de stichting Pelita weer beter met Bert. Wat niet valt weg te nemen is het gevoel dat volgens hem heel veel Indische Nederlanders hebben. „We voelen ons door de manier waarop we hier na de oorlog zijn ontvangen tweederangs burgers. Die ontvangst was op zijn zachtst gezegd beneden alle peil”, zegt de man die zelf nooit op de voorgrond wil en het woord liever aan anderen laat, opvallend fel.

„We kregen als steun van de overheid 25 gulden per gezinslid. Dat moest mijn vader op het postkantoor gaan innen. Hij schoof de postwissel bij het loket naar binnen en toen dorst de ambtenaar te zeggen: ’Wilt u 25 gulden voor gebombardeerd Nederland afstaan?’ Het was dat die man achter zo’n hekwerkje zat anders had mijn vader hem een knal gegeven. Zelfs wanneer ik nu met mensen probeer te praten over de oorlog is er geen begrip voor wat wij hebben meegemaakt. Dan is het van: ’Jullie hadden toch elke dag zon en genoeg te eten? Terwijl wij hier in de kou zaten’.”

De werkelijkheid was heel anders. De kampen waarin de Japanners hem, zijn moeder en zus opsloten waren net zo’n hel als de Europese concentratiekampen. Bert zag er hoe zijn moeder werd afgeranseld met een zweep omdat ze niet diep genoeg voor haar onderdrukkers boog. Omdat er nauwelijks eten was, aten gevangenen slakken, hagedisjes en insecten. Alles om maar wat eiwitten binnen te krijgen.

Ziekten

En door de hitte verspreiden ernstige ziekten zich razendsnel. Zijn vader, die hij de hele oorlog niet zag omdat hij als dwangarbeider aan de brug over de rivier de Kwai moest werken, lag na zijn vrijlating drie maanden in een ziekenhuis om te herstellen van de zware tropenzweren. „Hij kwam niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk als een wrak uit de oorlog”, vertelt zijn zoon.

„Toen jaren later de film Bridge on the river Kwai in de bioscoop kwam, wilde ik daar met hem heen. Hij zag het eerst niet zitten, maar uiteindelijk ging hij toch mee. Toen we naar buiten kwamen, vroeg ik hem wat hij ervan vond. ’Jongen, als het zo was als in die film, dan ging ik er nu met vakantie heen’, was het enige wat hij erover wilde zeggen.” Van Dijck schiet vol als hij het vertelt. „Sorry… Maar dit raakt me nog steeds.”

Het eind van de oorlog kan Bert van Dijck zich niet meer zo goed herinneren. Hij weet alleen nog dat vliegtuigen pamfletten uitgooiden en de Japanners ineens een stuk minder gewelddadig waren. De poorten van het kamp gingen open. Japan capituleerde op 15 augustus 1945. De oorlog was over, ruim drie maanden nadat die in het moederland eindigde.

Geweldsuitbarsting

Anders dan in Nederland betekende het geen herwonnen vrijheid, maar gingen de Indische Nederlanders over naar de volgende levensgevaarlijke situatie. In het land barstte de onafhankelijkheidsstrijd los die gepaard ging met een uitbarsting van geweld. Geen Nederlander of Indische Nederlander was in de Bersiap-periode zijn leven zeker. Met buitgemaakte wapens en bamboesperen werd op grote schaal geplunderd en gemoord. De schattingen lopen sterk uiteen; maar zeker 3500 en misschien wel tien keer zoveel Nederlanders kwamen om.

„In de soos bij het Simpanghotel in Surabaya werden de verzwakte, net uit de kampen bevrijde oudere mannen, vrouwen en kinderen door de pemuda’s bij elkaar gedreven tot er niemand meer bij kon. Daarna gooiden de Indonesische strijders handgranaten door de ramen. Nagenoeg niemand overleefde het en zij die nog naar buiten probeerden te komen werden afgeslacht”, vertelt Van Dijck.

„Ik heb eind jaren zeventig drie jaar in Surabaya op de marinebasis en werf gewerkt namens Wilton-Fijenoord. Vlak bij de soos staat een monument; een bos bamboesperen ter herinnering aan de ’heldhaftige’ pemuda’s. Elke dag reed mijn chauffeur er op weg naar huis langs. Hij vond het kennelijk niet nodig een andere route te kiezen. Ik moest elke keer aan die arme mensen denken.”

Bijna tachtig is hij nu. Een mooi leven heeft hij gehad, vindt Van Dijck zelf. Ondanks de beroerde start. Dat er iets goeds is terechtgekomen van een jochie dat panisch werd toen een grote man in legergroen hem op straat in Singapore voor het eerst als 6-jarige aansprak, dankt hij volledig aan zijn vrouw. De militair was zijn vader. Het gezinsleven zou altijd getekend blijven door het oorlogsverleden.

„Ik wil niet te dramatisch overkomen”, zegt de gepensioneerde werfmedewerker.

„Maar mijn eigenwaarde, daar mankeert door alles wat ik heb meegemaakt wel eens wat aan. Mijn vrouw is nuchterder. Die vind dat ik me niet naar beneden moet halen en heeft me dat altijd gezegd. Daar ben ik haar heel dankbaar voor. Ik zit niet graag op de eerste rij, tegelijkertijd als ik niet krijg wat me toekomt, vecht ik daarvoor. Kan ik het loslaten? Nee. Je wordt er steeds mee geconfronteerd en herleeft je verleden steeds weer. Ik heb dingen gezien die nooit meer van mijn netvlies gaan.”

’Hij kwam als een wrak uit de oorlog’

Lees verder…

Alle Pasar Malams in navolging van Kermissen zijn afgelast tot september 2020

10897239863?profile=original

Met stijgende verbazing volg ik de economische ontwikkelingen ten gevolge van het coronavirus. De lockdown zorgt dat alle branches voorbij komen die verboden zijn om open te gaan; KLM, Horeca, Festival etc. Bij het programma van Jinek zag ik aan tafel twee onderscheidende branches : De Kermis en de 300 miljoen gesubsidieerde de culturele sector, voor de goede orde deze worden reeds 50 jaar volledig gesubsidieerd, het merkwaardige doet zich voorkomen, hoe zo in problemen? De branche Kermissen en de Pasar Malams ontvangen al 50 jaar geen subsidies. Alles uit eigen zakken betalen. Ten overvloede komt de culturele sector op de buis. In RTL – Boulevard, Jinek of een zondag op WNL met een klagende Albert van de Linde. Schamen moet deze sector zich t.o.v. de twee branches die 50 jaar zonder subsidie en zo'n 2 tot 4 miljoen bezoekers entertainen ! Om maar te noemen het Pasar Color Festival met ruim 100.000 bezoekers in de RAI of Tong Tong Fair met ruim 80.000 bezoeker en ook nog uitgeroepen tot het Europees culturele evenement. Wordt nu tijd voor deze twee branches.

Is voor velen al een doorn in het oog  dat al ruim 300 miljoen naar deze  culturele sector gaat .De Lockdown is nauwelijks begonnen of het bedelen oproepen beginnen al. Onze Jesse Klaver raakte overrompelt toen de Kermis exploitant aan het woord kwam dat nooit aandacht is geweest voor deze branche. Nota bene waar begon Joop van de Ende met zijn Musicals, was dit niet op de Kermis. Deze branche is seizoen gebonden. De lockdown voor de  evenementen zullen zoals het laten aanzien tot oktober van  kracht blijven.

Sluit niet uit dat dit pas weer in 2021 in beeld komt, dan noch de vraag of het wel verantwoord is. Een Pink Pop of Lowlands  met zo'n 80.000 man op elkaar. Dit zorgt voor een ongekende uitbraak van het coronavirus. Persoonlijk is mijn mening totdat er geen preventieve adequate maatregelen zijn voor dit virus zo als beschermde middelen te voorkoming van de verspreiding en nog geen vacine beschikbaar is, dient de evenementen te worden verboden.

In navolging van de Kermissen hebben wij de pasar Malams.

Wel 70 worden er gegeven in het Ahoi  Rotterdam, RAI Amsterdam, Branbanthallen  Den Bosch, Burgerzoo Arnhem, MECC ( Maastricht), het Malieveld naast de niet andere genoemden. Alle Pasars draaien zonder geen enkel vorm van subsidies, die zijn helemaal de klos! Pasar Malams die pallet van Indisch Cultuurerfgoed uitdragen het hele palet; muziek, dans, kunst literatuur, eten …. Noem het maar op. Een evenement dat enkele podia met optredens kent van muziekanten, dansgroepen, lezingen, presentaties van boeken etc. Een evenement met uiteenlopende non-food stand, food stands en restaurant.  Vele partijen zijn bij dit evenement betrokken die ook nog eens hiervan moeten leven; artiesten, bands, dansgroepen, de standhouders, de restaurants. De standbouwers, bouwers van het podium, mensen van licht en geluid. Het team, de beveiligers.

Net als Kermissen is de pasar Malams de pisang Jesse Klaver, dit zou jij toch als kind van Indische Moeder meen moeten weten of schaam jij je dat een halve Indo. Net als de Kermisexploitanten wij stellen ons bescheiden op, maar de mensen die regelmatig bij RTL – Boulevard en bij Jinek de subsidieparasieten, moeten een keer hier aan een voorbeeld nemen!

Lees verder…

10897364283?profile=originalOver deze Nederlandse slavernijgeschiedenis hebben we het nooit

Nederland staat meer stil bij de slavernij. Sinds enkele jaren maakt het eigen slavernijverleden deel uit van Lees hier hoe de geschiedenisboeken tot stand komen.het primair en voortgezet onderwijs. En als je tijdens de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli het nieuws kijkt, en politici invoelend acte de présence ziet geven, dan zou je bijna denken dat er in dit land sprake is van een diepgaand historisch besef als het gaat om het Nederlandse slavernijverleden. 

Niets is minder waar. Afgezien van het feit dat het onderwerp op de scholen veelal beschamend Lees hier meer over de behandeling van slavernij in de schoolboeken.oppervlakkig wordt behandeld (en niet zelden door docenten wordt vermeden), is dat wat wordt onderwezen en herdacht ook nog maar een deel van de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Het deel namelijk dat zich afspeelde in onze voormalige koloniën in de West: Suriname en de Antillen.

Dat ons land ook een meerdere eeuwen omspannend slavernijverleden heeft in het vroegere Nederlands-Indië, dáár wordt tot op heden volledig aan voorbijgegaan. Dit deel van het Nederlandse slavernijverleden ontbreekt geheel in ons collectieve geheugen, in onze nationale geschiedenis, in ons onderwijs en bij onze nationale herdenking.

Hoe kan dat? En waarom mogen we dit deel van onze slavernijgeschiedenis nooit meer negeren?

Nederland deed óók aan slavenhandel in Indië

Het is opmerkelijk dat de roemruchte Vereenigde Oost-Indische Compagnie in ons land vooral wordt gezien als een toonbeeld van daadkracht en ondernemingszin. Dat de VOC-handel gepaard ging met genocide, uitbuiting, oplichting en roof wordt nog te weinig benadrukt. In nogal wat lesboeken geschiedenis wordt die kwalijke rol van de VOC bijvoorbeeld nog steeds niet of nauwelijks belicht.

Bronvermelding De Correspondent Reggy

Lees verder op https://decorrespondent.nl/7479/over-deze-nederlandse-slavernijgeschiedenis-hebben-we-het-nooit/2875454899416-c1a34e1a

10897364871?profile=originalI Loeh Sari, slavin van de radja van Boeleleng, 1865. Foto: I. van Kinsbergen / Leiden University Library  

Lees verder…

10897369683?profile=originalDE INDISCHE NEDERLANDERS,
EEN VERGETEN OF MISKEND VOLK?

Mark Rutte is onze eerste premier met een beetje Indische achtergrond, zo mag je hem classificeren. Ik heb ooit eens gelezen dat hij het enige Rutte gezinslid is dat geboren werd op Nederlandse bodem. 
In de wereldgeschiedenis neemt de band tussen Nederland en Indonesië een bijzondere plaats in. Drie en een halve eeuw lang zijn deze twee landen (metaforisch gezien David en Goliath) nauw aan elkaar verbonden. Zonder dat de beide culturen het beseffen is er een fundamentele verbondenheid met elkaar door de lange verbintenis die ze met elkaar hebben gehad. Je ziet verwevenheid in de taal, in de kookkunst, in de muziek, in het cultureel erfgoed enz. 
Nederland heeft haar eeuwenlange weelde te danken aan de rijkdommen van Indonesië, met name de natuurlijke grondstoffen. Multatuli omschreef het heel treffend: Nederland drijft op de Gordel van Smaragd.

Uit de lange verbintenis tussen deze twee landen is het Nederlands-Indisch/Indisch Nederlands volk ontstaan, ook wel (populair) genoemd de Indischen. Een volk dat ontstaan is uit de kruising tussen twee volkeren. De verhoudingen tussen de Indischen en de Nederlanders maar ook de Indischen en de Indonesiërs stonden een hele eeuw lang onder spanning. Toen Indonesië diens vrijheid proclameerde kwamen de Indischen tussen twee vuren te staan.

De Indonesiërs moesten de collaborateurs niet meer en de Nederlanders moesten de bastaards ook niet. In de ronde tafel conferentie van Linggarjati werden de Indischen uitverkocht aan Indonesie. Nederland heeft de rechten van het Indisch volk daar in die conferentie verkocht aan Indonesië. Men onderhandelde voor een uitverkoop plek en dat werd West-Irian (Ned.Neuw Guinea).

Irian Barat zou het nieuwe land worden van het Indisch-Nederlands volk. De grote volksverhuizing vond plaats en de Indischen emigreerden naar Irian Barat. Op die manier voorkwam Nederland de massale uitstroom van rechtmatige Nederlanders naar Nederland. Voor de Indischen was het een perfecte oplossing. De politiek ging er van uit dat zij Nederland niet kenden en dat men was geboren en getogen in de tropen en niet in dat koude kikkerlandje.

Hoe desillusionerend was het toen de grote stroom Indische Nederlanders toch koos voor Nederland, toen al merkbaar was dat aan het einde van de 50er jaren Indonesië de aanval begon op Nederland door Irian Barat te claimen als Indonesisch grondgebied. De grote uitstroom naar Nederland vond toch plaats en Nederland reageerde ongepast en ongegeneerd. Alle Indischen moesten hun overtochtkosten en verblijfskosten en eerste lijn voorzieningen zelf betalen. Het was toen heel anders gesteld met de Indischen, die nota bene gewoon wettelijk gezien Nederlanders waren ten opzichte van de vluchtelingen en Turken en Marokkanen in de jaren 70, 80 en 90.Kregen deze niet-Nederlanders alle faciliteiten gratis (alle informatie werd zelfs in de allochtone talen gegeven), de Indischen moesten tot op de laatste centen alles terugbetalen weliswaar renteloos, maar toch!

Wat verfoeilijk en mensonterend was dat de Indisch jongens naar de Ambachtsschool en de meisjes naar de Huishoudschool werden gedirigeerd, meer waren ze niet waard in de ogen van de Nederlanders. De vaders werden regelrecht geplaatst in de Rijkswerkplaatsen, de moderne koelie-inrichtingen, want intelligenter dan dat niveau waren ze niet volgens de BBMZ ambtenaren. De gezinnen werden in soms mensonterende pensions ondergebracht, waarvan de vochtige wanden van de kamers helemaal zwart waren geworden van de schimmels en de matrassen gevuld werden met stro waardoor al het kabaal bij elke beweging die je maakte je niet kon slapen.

De pensionhouders hadden toen flink geld verdiend aan die arme Indische Nederlanders. Uit ellende waren de financieel sterkere Indische gezinnen gevlucht naar de Verenigde Staten, Canada, Brazilië, Zuid-Afrika en Australië.Het leven van de Indische Nederlanders was in het begin heel erg zwaar. Men werd op alle fronten en op alle niveaus zwaar gediscrimineerd. Zelfs de hoger opgeleiden uit Indonesië kregen niet de erkenning die ze eigenlijk verdiend hadden. Ze zaten in Indonesië op Nederlandse scholen, dus ook hogescholen maar werden in Nederland gewoonweg gedegradeerd. Een jarenlang praktiserend huisarts kwam niet verder dan keuringsarts te worden bij de Koninklijke Landmacht. Een ervaren tandarts werd niet meer dan schooltandarts. Officieren van Justitie werden gewoon griffiers en Ingenieurs kwamen terecht achter de bankschroeven van allerlei werkplaatsen.

De klap op de vuurpijl kwam later, de rechten van financiële vergoedingen werden en worden nog steeds niet gehonoreerd tot op de dag van vandaag. De Indische Nederlanders zijn een melaats volk geworden. De Indischen brachten levendige muziek mee uit het bruisende tropisch leven. Wat gebeurde er toen? De aanbeden TV-coryfeen Willem Duys en Mies Bouwman noemden de Indische muzikanten: apen die uit de rimboe kwamen, en daar horen ze thuis was hun oordeel. 
De Nederlandse jeugd echter ontving De Tielman Brothers, The Black Dynamites en The Crazy Rockers in hun armen. The Black Dynamites waren eigenlijk de grootsten omdat ze liefs 3 Spaanse internationale films met Spaanse wereldsterren van muziek voorzagen.

Maar de kasteleins weigerden de Indische artiesten werk te verschaffen. Uit ellende vluchten de Indische muzikanten (en dat zijn er heel veel, de Indischen zijn geboren met een gitaar) naar Duitsland. Daar werden ze met open armen (en benen) ontvangen. De Tielman Brothers werden zelfs gevraagd om Duitsland te vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival. De grote TV-presentatoren van destijds Hans-Joachim Kulenkampff en Peter Frankenfeld haalden alle Indische artiesten naar hun Duitse shows. Na 10 jaren durende strijd kwam de erkenning dat de Tielman Brothers de Godfathers zijn van de Nederlandse Popmuziek. Een verdwaalde Indische artiest haalde echter de absolute wereldtop: Eddie van Halen!
Indonesië is nog steeds een van de rijkste landen ter wereld op het gebied van natuurlijke grondstoffen en human resources. Indonesië is ook het grootste democratische land ter wereld.

Waar de westerse wereld alleen blijft dromen van een fundamentele democratie heeft Indonesië na de periode Soeharto daaraan hard gewerkt en die ook bereikt. Er zijn meer dan 30 bijna even grote partijen )tegen de VS die maar 3 partijen heeft' die allemaal vrij gekozen worden in alle parlementaire bestuurslagen. Waar Nederland al eeuwen discussieert over de gekozen burgemeester wordt in Indonesië vanaf de laagste bestuurslaag diens leider gekozen door het volk. De lurah, de camat, de walikota, de bupati, de gouverneur en de president wordt door het volk gekozen.

Nederland kan dus ook veel leren van het jonge land Indonesië, die al veel verder is dan Nederland bij de ontwikkeling van de democratie, de kern waaruit de mensenrechten worden ontgonnen. De corruptie die in dit land heerst is een erfenis van het Nederlands/Indisch tijdperk. Velen vergeten de oorsprong van dit fenomeen, dat geïntroduceerd werd door de VOC/handelaren om de sultans en haar onderdanen om te kopen.

Dat Indonesie in het geval van Irian Barat behoorlijk in de fout is gegaan lijkt ook een grondhouding te zijn die in de koloniale tijd zijn basis vindt.

HET WORDT NU TIJD DAT HET INDISCH VOLK EEN EEUWIGE PLEK KRIJGT TOEBEDEELD IN DE WERELDGESCHIEDENIS. HET ZAL EN MAG NIET ZO ZIJN DAT DIT VOLK DAT ZICH EEN EIGEN IDENTITEIT EN CULTUUR HEEFT ONTWIKKELD OOIT IN DE TIJD ZAL VERDWIJNEN EN WAARIN ALLEEN DE NEDERLANDERS EN INDONESIERS ZULLEN OVERBLIJVEN.

Laat allereerst de Nederlandse overheid schoonschip maken en de gerechtvaardigde wensen van de Indische samenleving honoreren door allereerst de erkenning dat de Nederlandse politieke houding uit de 40er en 50-er jaren de oorzaak vormden van de exodus die plaats vond door het vertrek, zegt maar gerust de vlucht – naar Nederland. Het zogenaamde Vaderland dat zijn Indische landgenoten eigenlijk niet wilde ontvangen.
Hierbij werd aanvankelijk voorbijgegaan aan het feit dat zij allen nagenoeg berooid in Nederland arriveerden, absoluut geen geld, goud of goederen, en daar begint het punt waarop de politiek zich moet schamen. Alleen in dictatoriale landen worden eigen landgenoten vernederd, geknecht en bedrogen. Maar dat mag je zeker niet verwachten van een land dat zelf denkt de democratie praktisch te hebben uitgevonden.

Han Dehne

Lees verder…

 Exact 3 jaar geleden- TIJDENS PRIME TIME  Presentatie ICM Book “Toegang tot de Indische Wereld” op Pasar Malam Rijswijk. 

10897370287?profile=original

Onze Milly gaf de het startsein van de presentatie“Het ICM Book” van Ferry Schwab.

Ferry weer “het is een boek van ons allen, immers wij hebben geschiedschrijving gedaan van de Indische Gemeenschap in deze huidige samenleving gebasseerd op feiten die hebben plaatsgevonden, en dit anno 2014”.

Ferry vervolgde : “Deze pasar malam Rijswijk om maar te noemen, is een vaststaand feit van het bewijs van onze Indische cultuur waar het hele pallet wordt uitgedragen door meer dan 70 pasar malams per jaar”, Ferry vervolgde weer in 1 adem” Dat ooit in Batavia begon , en in 50 jaren naar Den Haag werd gebracht naar de Houtrust Hallen. De eerste zes pasar malams, niet door Tjali Robinson is opgezet, maar door Marie Bruckel-Beiten. Haar dochter in Canada tikte ICM redactie op vingers dat het anders een valse geschiedschrijving wordt in het ICM BOOK.

10897343698?profile=original

Niet alleen de pasar malam bevat maar ook de andere onderwerpen, maar o.a. de geschiedenis die door de Indische muzikanten naar Nederland zijn gebracht en nog steeds wordt gebezigd op alle evenementen, de koempoelan, literatuur, en de Indische kwestie etc.. etc…

Hierna volgde de uitreiken van de ICM Book exemplaren aan het ICM team en partners die zich langer als 10 jaren dag in en dag uit hebben ingezet om te bewijzen dat wel degelijk de Indische cultuur anno 2014 leeft en om het uit te dragen. Uiteraard onze Rolo Lapre die achter schermen wenst te blijven (Indonesische betrekkingen). Hans Vogelsang media – partner van ICM, en de andere Hans Vervoort konden deze presentatie niet bijwonen, en Marshal Manengkei (In Jakarta). Allen om privé – redenen, maar in de ICM gedachten zijn er bij!

Uiteraard de zeer bescheiden jongste Indische organisatrice van de pasar malams Rijswijk waarvan Ferry voeten en aarde heeft moeten bewegen dat ze ook het podium betrad samen met Beynard die haar steunt.

Weer een hard bewijs dat het Indisch cultuur door de jonge generatie Indo’s het stokje wordt opgenomen. Niet alleen Sabrina, maar James Ali en Thony Schwab behoren tot die doelgroep die naast pasars andere evenementen organiseren zonder de andere jongeren niet te kort te doen. Uiteraard onze Milly mag niet ontbreken in dit rijtje als presentatrice.

10897371252?profile=originalFerry was klaar met zijn donderende speech;

Milly zette de presentatie voort die net het ICMBOOK had ontvangen en las gelijk een stukje voor uit het ICM Book”

“Omroepen laten Wieteke van Dort in de kou staan” dat op 15 november 2010 door F.Schwab ICM editor www.icm-online.nl op de site werd gepubliceerd.

Van de stoel van de Editor nog bedankt dat de Pasar Malam Rijswijk ICM de gelegenheid heeft geboden voor deze ludieke presentatie die de geschiedenisboeken in gaat dat de Indische cultuur nog steeds leeft en zal voort blijven bestaan met een populatie van meer dan 2 miljoen.

11 & 12 november : ICM met haar Team op aanstaande Pasar Malam Rijswijk

11 & 12 november 2017 aanstaande : ICM met haar Team op aanstaande Pasar Malam Rijswijk

10897366273?profile=original

10897366295?profile=original

10897366672?profile=original

Zaterdag

12:00 - 12:15 uur    Opening…
Doorgaan

Lees verder…

EEN EENZAME INDISCHE MAN, door Han Dehne

10897377685?profile=originalEEN EENZAME INDISCHE MAN, door Han Dehne

Er kunnen in iemands leven in donkere dagen dingen passeren, die de dagen nog donkerder maken dan ze normaliter al zijn. Ik heb dat enkele jaren geleden ondervonden. U zult het wellicht niet aardig van mij vinden, dat ik deze trieste ervaring aan u vertel. Maar ik neem aan dat er nog genoeg prettige zaken op u afkomen in de komende tijd. Als u dit niet wilt weten, sluit dan uw ogen.

Een paar jaar geleden in 2012 heb ik een man ontmoet op het terras in de Spoorstraat waar ik bijna dagelijks een uurtje ben te vinden. Hij was gepensioneerd van de spoorwegen en was niet afkomstig uit Den Helder. Hij koesterde de hoop nog lang van zijn pensioen te mogen genieten.
Hij was een eenzame man. Gescheiden van zijn vrouw en zijn 2 kinderen waren al getrouwd en woonden in het buitenland. Toen ik hem ontmoette, was hij op zoek naar een kamer om te wonen. 
Hij was neergeslagen en ik bespeurde een zekere onrust in hem. Een kamer zoeken is geen prettig werk, redeneerde ik bij mijzelf en zo verklaarde ik zijn nare bui.

Kort daarna kwam één van mijn kennissen naar mij toe en zei: "jij ontvangt geregeld Indische tijdschriften, is het niet? Kun je er een paar missen". Natuurlijk zei ik en prompt ging ik een paar tijdschriften brengen aan de Binnenhaven, waar hij een kamer had gevonden. Ik stopte alles in de brievenbus. Mijn kennis liet ook weten dat het met hem "nogal" ging. Eigenlijk was hij een zielig geval. Zijn kinderen ver weg in het buitenland en van zijn vrouw gescheiden. Hier in Den Helder kende hij maar weinig mensen. Ik nam mij dan ook voor om hem eens te gaan bezoeken.

Een kleine week later kreeg ik een telefoontje met de mededeling dat ik geen tijdschriften meer hoefde te brengen. "Hoezo, is hij weer vertrokken? Nee, hij is zwaar ziek geworden; het is een dubbele longontsteking en hij wil niet opgenomen worden in het ziekenhuis. Eén dag later zat ik aan zijn bed, in een huurkamer zoals er duizenden bestaan en dus overbodig om het interieur te beschrijven. Op een kastje stond een foto van zijn kinderen. Hij ademde moeilijk en zijn toestand was in mijn ogen hopeloos. "Wil ik je kinderen een bericht sturen? vroeg ik. Nee, laat maar, zei hij mat" Heb je helemaal geen familie meer in Nederland? Het bleef even stil. "Wij zijn niet zo familieziek na de oorlog is alles uiteen gevallen" bracht hij er met moeite uit.

Je kan zeggen dat Ambarawa daarvoor heeft gezorgd. De rest van zijn verhaal liet hij weg, maar ik proefde de oorlog in hem. Even later kwam er een verpleegster van de thuiszorg en die vertelde dat hij nog een getrouwde zuster in Nijmegen had wonen, maar daar kwam hij nooit. Allerlei beelden kwamen bij mij op, maar wij zijn niet de regisseurs van ons eigen levensspel, maar in dit geval werd op het slot wel een heel zwaar accent gelegd. Het bleef verder stil in de kamer. Zijn ademhaling was moeilijk en zijn vingers trokken aan zijn dekbed en zijn ogen zochten de wanden af. In de nacht daarop is hij overleden. Er was een verpleegster of iemand van de thuiszorg bij. Een vreemde had zijn ogen gesloten en zijn handen op het dekbed gekruist.

De volgende ochtend hoorde ik de bijzonderheden. Zijn zuster was gewaarschuwd en was de vorige avond gekomen. Hij had haar niet herkend; gelukkig maar. Hij heeft niet hoeven zien dat zij volkomen onverschillig en zonder spoor van ontroering aan zijn sterfbed had gestaan. Het was vreselijk, vertelde de verpleegster. Ze verontschuldigde zich dat ze in jaren niets van hem had gezien of gehoord, maar.....het was toch haar bloedeigen broer? Heeft ze nog iets gevraagd, vroeg ik. "Of er geld was voor de begrafenis...........Nee hoor"......even later was ze weer vertrokken. Ze had een dagretour genomen. Op het kastje stond nog steeds het portret van zijn kinderen.

Ik had het gevoel dat zijn gezicht er naartoe gewend lag. In mijn gedachten leeft hij nu voort als een eenzame man. Ik hoop maar dat er niet zoveel anderen zijn die ook zo eenzaam zijn en dat er altijd mensen zijn die oog en aandacht hebben voor die mensen die maatschappelijk gezien uit de boot vallen.

Lees verder…

Oostindisch Kampsyndroom van Kousbroek

10897249257?profile=original

Oostindisch Kampsyndroom van Kousbroek

Besproken door Pjotr.X.Siccama – deel 13

 

‘’Azië voor de Aziaten”” schreef Bart van Poelgeest in het NRC Handelsblad ( 01.1989)

Kousbroek schrijft dat van Poelgeest bedoelde:’”Azié voor Japan’’. In dat artikel citeerde van Poelgeet de uitspraken van de ex Japanse-minister Okunó., waarin deze Okuno zich ‘’poogde voor te stellen of de Japaners tijdens de oorlog in Azië nooit iets hadden misdaan en in feite alleen maar werden gedreven door idealistische motieven’’

En vervolgt van Poelgeest dat’’ deze uispraken niet verschillen van de Japanse propaganda voor de’’Groot Aziatische Welvaartsfeer’’.

Beroepen op die uitspraken zijn door het Tokyo Tribunaal nooit geaccepteerd als rechtvaardiging van de Japanse agressie.

Zoals we weten had een van de leden van het Tokyo Tribunaal te weten de Indiase rechter Pal (ongetwijfeld tot onsteltenis van de leden van het Tribunaal), vijspraak verzocht voor de betrokken Japanse misdadigers. – Dan citeert Kousbroek van Poelgeest over deze rechter Pal: citaat’’..moest een ongeloofwaardige poging doen de Japanse oorlogsmisdaden te bagatelliseren om niet in de knoop te raken met zijn onwrikbare overtuiging dat Japan he beste had voorgehad met de onderworpen volken’’ (in Azië) einde citaaat.

 

Dat vond Kousbroek niet eerlijk tegenover de rechter Pal en vroeg zich in de eerste plaats af wat van Poelgeest ermee wil bewijzen. En zegt hierover dat Pal niet altijd uitmuntte (wat de Fransen noemen: de la suite dans les idees ( letterlijk: het verloop/gevolg in de gedachtengang- of de puntjes op de ‘’I’’ zetten in de motiveringen van discours)

Maar dat hij de Japanse misdaden niet had gebagatelliseerd. gelukkig maar... Pal s argumenten tijdens het proces ging namelijk niet minder dan bewijzen

of op zn minst aanwijzingen te vinden die Hirohito konden belasten (dus  opdracht van hogerhand). Een vergelijkende verwijzing naar Nazi Duitsland was het niet en was ook geen onderdeel van een stelselmatig systeem en kan die hogerhand daarom ook niet worden veroordeeld.

Van Poelgeest wil in zijn artikel aantonen dat Japan uit eigen belang de helft van Azië wil annexeren onder het voorwendsel van een’’Groot Aziatische Welvaartsfeer’’. Een grote leugen natuurlijk en daar heeft van Poelgeest een serieus punt : Japan had zonder twijfel een dubbele agenda. Welk Aziatisch land had toen het idee (of vermoeden) van de dubbele bedoeling van de Japanners? Geen een; de buurlanden waren immers beschaafde naties en te goeder trouw!

Nog een argument van rechter Pal over de uitspraak dat hij overtuigd was dat Japan ‘’de beste bedoelingen had met de onderworpen volken in Azië’’. Nogmaals een leugen van de Japanners en wel om de volgende redenen:

.Wanneer Japan toch zo zeer begaan was met het lot van haar Aziatische buren, val je de buren niet aan en al helemaal niet zonder (oorlogs(verklaring); (overigens het Westen: de VS werd zonder oorlogsverklaring ook aangevallen- in Japans ogen waren de VS dé grootste vijandelijke mogendheid) en de buren successievelijk horig maakt. Waar zijn de goede bedoelingen? Japan kon toch ook op andere manieren toenadering zoeken met haar buren, (economisch/cultureel en politiek)  Maar die weg is een te lange.- daar had Japan geen tijd voor blijkbaar.

10897282252?profile=originalfoto / Prof.Röling – rechter Tokyo Tribunaal

De aanval van Japan op Pearl Harbour was een zekere wraak (aanleiding tot de WOII) op de wapen en olie embargo van de VS voor Japan, nadat de slachting door Japan bekend werd van Chinese burgers in Nanking en Shanghai in 1937/38 die er had plaatsgevonden, en de VS haar visie op de Japanse politiek totaal had gewijzigd.

De argumenten van rechter Pal waren, dient te worden begrepen dat het ook niet geheel vrij van – weliswaar zeer begrijpelijk - (formuleer ik voorzichtig) vooringenomenheid  en ressentiment (hij was per slot een Indiër en 

 10897282089?profile=original

 

 ‘’onderdaan’’ van het Britse Rijk) en vond, dat wanneer Japan schuldig is aan een veroveringsoorlog(mijn

cursivering) in Azië, dan waren de westerse koloniale mogendheden dat ook. In die positie sloot hij zich zelfs aan bij het argument van de verdediging. Een hele consternatie bij de overige internationale rechters tijdens het Tokyo proces. Ziedaar Pal s dissenting10897282675?profile=original 

Opinion. De in het proces genoemde ‘’the supreme crime’ (in de formulering: misdrijf tegen de vrede en de strafbaarstelling van aggressieve oorlog.) komt derhalve neer op het bevriezen van de status quo van de koloniale status.

Het is begrijpelijk van Pal, niet alleen als lid en rechter van het tribunaal maar ook als burger van een land als India  dat in die tijd nog door een westerse mogendheid werd bestuurd.(gekoloniseerd en dus bezet)

Immers hij zal dagelijks zijn geconfronteerd met onafhankelijkheidsideeen en verlangens en niet alleen in India.

De Nederlandse rechter bij het tribunaal Mr.Röling had de rechter Pal goed begrepen en had zelfs  enige begrip voor zijn opinion. In een interview (NRC Handelsblad 8-1980) vertelde Röling Citaat ‘’..dat de Aziatische bevolking voor het merendeel het de Japanners niet kwalijk nam dat ze een oorlog begonnen om de Europeanen uit Azië te verdrijven.

En de leus Azié voor de Aziaten was voor de Aziaten een heel begrijpelijke leuze’’einde citaat.

 Maar natuurlijk is de gemeenschappelijke ‘’vijand’’ wederom ‘’het westen of de Europeanen’’ en dat werd door Japan de buurlanden constant voorgehouden en in hun propaganda s uitgemolken. Dat gaf Japan alle instrumenten in de hand om als Aziatische superstaat te opereren. De massa volgt dit soort propagandaleuzen gewillig en zeker als het om een collectief ideaal gaat. De gevolgen van de goede trouw van de Japanse buurlanden werd beloond met het grote bedrog in hun leven.


Citaat:’’Met de jaren zijn wij er toe gekomen instinctief (!) de superioriteit van de blanken te erkennen, en de Chinesen en andere volken uit het Zuiden te minachten. Als we dat doen kunnen we onszelf net zo goed weggooien.’’ Einde citaat.

Diepte de schrijver op uit een Japans instructieboekje.

 

Er dan volgen nog meerdere van dergelijke onzinnige versen, waaruit kan worden afgeleid dat het met de Aziatische Welvaartsfeer die Japan haar Aziatische buurlanden met die leuze lokt met een grote pot zout dient te worden genomen.

De door rechter Pal vededigde Japanse human ideal is met deze vastselling geheel aan gort geslagen.

Of de Indiase rechter Pal en trouwens de overige rechters van het Tribunaal dergelijke geschriften c.q. instructies/convocaties in handen hadden gehad is maar de vraag.

 

Indien Pal wel op de hoogte was van het bestaan van deze instructies, dan was het buitengewoon naïf van de man en onderstreept  bovendien zijn precoccupaties jegens de (de huidige status (quo) van de kolonieën die niet eeuwig konden voortduren) koloniale mogendheden sterk.

Waar blijven dan toch de zo goed bedoelingen die Japan met Azië (e.a.) voor had?

De grootste leugen en groot verraad van Japan aan zijn directe buren en aan de Wereld.

 

Maar Pal s bevooroordeeldheid ligt nog fundamenteel gevoeliger dan we dachten. Was het niet de Indiase groep waar hij ook toe behoorde die Japan zo bewonderde, omdat dat het enige land is dat tegen ‘’het westen’’ durfde op te nemen?

 

Het deed me denken aan een herdenking die de schrijver in Utrecht had bijgewoond en er tot in de bijzonderheden over schrijft over een herdenkingsrede door Professor N. Beets.

Deze spreker, ( Kousbroek);’’.. hield zijn toehoorders voor..’’ citaat Beets:’’ ..moesten verwerken dat ze geconfronteerd werden met een niet-westerse agressor’’ (einde citaat)

Kousbroek vroeg zich, zeer begrijpelijk, of dat erger is dan een westerse aggressor. In andere toespraken sprak hij over  ‘’oosterse-agressors’’.

Wanneer in dit land tijdens de (IIWO) oorlogsherdenkingen toespraken worden gehouden, dan spreekt men bijvoorbeeld wel van ‘’onze ooster buren’’, maar voor de Japanners geldt dat opeens niet. – Inderdaad een merkwaardig vergelijk. Een niet-westerse aggressor wordt hiermee ‘’niet blank’’ bedoeld en moet worden begrepen in een raciale context.

 

Zowel Pal als de anti koloniale (verwoed lid van de uiterst linker vleugel van de Socialistische Partij in India vóor de 2e WOII) Indiase Bose, worden tot op heden in sommige kringen in Japan bewonderd voor hun moed en uitspraken (Pal-tijdens he Tokyo Tribunaal)

Er bestaat zelfs een klein herdenkingsmonument voor R.Pal in Japan. Kousbroeks constatering van de diepgewortelde wrok van rechter Pal en zijn geestelijke medestander Bose jegens de Britse overheersing in India en elders in de Wereld, heeft het beginsel van universeel Recht (en rechtvaardigheid in juist deze gevallen) terecht haar aandacht gevraagd op het Wereldpodium. Het is begrijpelijk van Pal om de internationale rechters op te wijzen dat er geen superieure (koloniale) of andere mogendheden bestaan en dat er om die reden (daarom ook) de (koloniale) status quo diende te worden bevroren en het tribunaal tot herbezinning moest komen om het evenwicht te vinden voor een zuiver oordeel.

 

Pjotr.X.Siccama

10897282496?profile=original

1

Sundra Ch.Bose -

 

Wordt vervolgd

Lees verder…

HET VERHAAL VAN EEN JAPANS-INDISCH KIND

 

HET VERHAAL VAN EEN JAPANS-INDISCH KIND

10897372652?profile=originalHET VERHAAL VAN EEN JAPANS-INDISCH KIND

door Han Dehne op woensdag 22 juni 2011

Zoals in iedere oorlog tussen landen ontstaan er ook relaties tussen vertegenwoordigers van de bezettende macht met vrouwen en meisjes uit het bezette land. Zo ook tijdens de Japanse bezetting van het voormalig Ned.Indie. Veel van deze relaties kwamen onder dwang tot stand, maar soms ook op basis van vrijwilligheid. Immers waar mensen elkaar ontmoeten ontstaan ook verliefdheden die uiteindelijk tot een liefdesrelatie leiden. Er leven enkele honderden kinderen die uit een dergelijke relaties zijn geboren in Nederland en nog een veelvoud daarvan elders in Azie.

De moeders waar het hier om gaat zijn allen van Indische afkomst en waren in die tijd nog erg jong, veelal van 16 tot 21 jaar oud.

Het merendeel van de uit dit soort relaties geboren kinderen werd aanvankelijk nooit iets verteld over hun afkomst. Er werd in de familie angstvallig over gezwegen. Het werd een groot taboe. Pas op latere leeftijd kregen de meeste nakomelingen te horen dat zij een deels Jaoanse afkomst hebben. En daar begonnen dan ook de problemen. Maar dat was in vele gevallen ook het enige dat zij te horen kregen. Voor de rest werd het stilzwijgen bewaard. Door de houding van de omgeving, de ondergane vernederingen met de daarbij behorende angst, waren vele moeders inmiddels sterk getrauimatiseerd en velen schaamden zich voor het door hen voortgebrachte kind en met heet feit dat zij in een zogenaamde verboden relatie hadden gezeten. Een overgroot deel van deze moeders werden nadien met hun kind of kinderen opgesloten in één van de Nataionalistische kampen van de Indonesische vrijheidsstrijders.

Voor andere Nederlanders waren de Japans-Idische kinderen en hun familie hooguit iets exotisch, maar binnen de Indische omgeving werden zij gediscrimineerd, mede als gevolg van de vaak extreme wreedheden begaan door de Japanners en het feit dat deze kinderen hun uiterlijk niet konden verbergen. Zij zien er vaak erg Japans uit.

In die gevallen waarin dat niet gebeurde was het 't gezin zelf die het grote taboe in stand hield. Het kind te zijn van de vijand werd vaak een geestelijk drama. Zeer veel van deze kinderen raakten, vooral op latere leeftijd, in ernstige psychische problemen en hadden dringend hulp nodig om hun leven opnieuw in te richten en klaar te komen met het feit dat zij deels Japans zijn.

HOE IS HET MET MIJN VROUW MARY VERLOPEN?

Met een zwaar woord kan ik zeggen dat zij behoort tot de lotgenoten. Wij zijn nu - anno 2011 - zo'n 47 jaar getrouwd. Toen ik haar leerde kennen was zij 18 jaaren had ongeveer een jaar daarvoor formeel gehoord dat DE MAN WAARVAN ZIJ DACHT DAT HET HAAR VADER WAS, DAT HELEMAAL NIET WAS EN DAT ZIJ HET KIND WAS VAN EEN JAPANNER.

U begrijpt dat zij daar behoorlijk ondersteboven van was, mede omdat haar opvoedvader, voor haar, een hele goede vader was, alhoewel ze al vroeg in de gaten had dat zij in geen enkel opzicht iets van hem in haarzelf kon ontdekken. Nadat wij enkele weken met elkaar omginmgen en onze relatie, zeker van mijn kant, serieus dreigde te worden, wilde zij de relatie beeindigen met de woorden; "dat zij niet was wat ik dacht dat ze was". Ik begreep van die opmerking natuurlijk geen moer. Nee, vertelde ze, ik ben anders een kind van ded vijand. Het resultaat is dat wij nu nog steeds samen zijn, mede omdat het voor mij toen, en nu nog steeds, veel belangrijker was en is van "wie je bent en niet wat je bent".  Vele jaren ging ons leven normaal zijn gang. 3 zoons werden ons deel en de een na de ander ging de deur uit om zijn eigen leven verder op te bouwen.

Totdat........

de eerste tekenen dat het niet goed zat zichtbaar werden. Bij  sommige gelegenheden waar gesproken werd over de Jappentijd, vooral in Indische kringen waar wij veel in verkeren, ging Mary zich steeds ongemakkelijker voelen. Immers als men het had over "die rot Jappen"dan deed dat ergens goed pijn, terwijl ze de reacties en opmerkingen wel kon begrijpen, zeker vin het licht van de vaak wrede geschiedenis. Allerlei gelegenheden ging ze ontlopen en vluchtte als het ware weg.

Onze kinderen werden vooralsnog niet ingelicht over hun afkomst en de afspraak was dat dit pas zou gebeuren zodra Mary hier zelf aan toe was. Nou lieve mensen, dat heeft jaren geduurd.

Ik bespaar u alle momenten die uiteindelijk tot psychische problemen leidde, die haar hebben gevoerd naar een diepgravende therapeutische behandeling bij het Sinai Centrum in Amsterdam van méér dan 2 jaar.

Nadat Mary haar kinderen, op haar eigen manier in 1995, inlichtte over hun deels Japans zijn en dat, tot haar greote verbazing, fantastisch door hen werd opgenomen, evenals door hun echtgenotes, gingen wij voor een kleine twee jaar naar Curacao. Bij onze terugkeer in Nederland gingen wij tijdelijk inwonen bij mijn schoonmoeder en vonden bij haar op tafel   een boekje van de Stichting Sakura. Wij kenden die club niet en vroegen haar wat of dat was. Ach, zei ze, ik heb hun geschreven omdat ik voor jou je vader wilde laten zoeken. Maar je moet het maar afschrijven want nu moet ik geld betalen en dat kan ik niet. Onmiddellijk gaven wij aan dat wij wel contact zouden opnemen met die Stichting en het laten overschrijven naar ons toe, omdat het uiteindelijk onze zaak was. Het ging immers om de vader van Mary. Vanaf dat moment heeft haar moeder nooit meer iets over dit onderwerp prijsgegeven. Op uitdrukkewlijke vragen volgde huilbuien en opmerkingen als; "ik weet niets meer, laat maar zitten en ik ben alles vergeten".

Nadat wij met de Stichting Sakura in contact waren gekomen hebben wij ook een begin gemaakt met het op zoek gaan naar vde biologische vader van Mary.

In 2002 kreeg zij de kans om mee te gaan met een reis naar Japan van 12 dagen. Het doel van deze reis was om een beter inzicht te krijgen in het Japan van nu en te verzoenen met het Japan van toen. Het was voor haar een indrukwekkende, confronterende en emotioneel zware reis, maar wel één die ze niet had willen missen. Daar in Japan ontdekte Mary heel goed dat ze deels Japans is. Velen leken op haar, zij kon door haar lichaamslengte iedereen recht in de ogen kijken en de kinderen die ze daar ontmoette waren vaak copieen van onze eigen kinderen. Kortom ze werd heel erg geconfronteerd met zichzelf, niet alleen door herkenning, maar het versterkte ook een psychisch proces dat de "unheimische" gevoelens die al langere tijd een rol speelde, verhevigde. Een korte tijd na deze reis moest ze zich dan ook onder behandeling stellen om orde te brengen in de grote warboel die in haar hoofd was ontstaan.

De zoektocht naar haar vader met de Stichting liep op niets uit en derhalve besloot  ik om het zelf te gaan proberen. Echter wie we ook aanschreven, overal kregen wij nul op het rekest. Natuurlijk allereerst omdat wij alleen beschikten over een achternaam zonder verdere gegevens  en een spaarzame omschrijving als zou hij een hoge functionaris zijn geweest in het gebied rondom de beroemde Vorstenstad Solo (Soerakarta). Ook de persoonlijke contacten met de Minister of Foreign Affairs of Japan leverde niets op, mede omdat zij alleen wat konden doen als wij beschikten over een legernummer, geboortedatum en plaats. Nou, dat zijn nou juist de zaken die wij - en al onze lotgenoten - niet weten. Bovendien werd het al snel duidelijk dat de privacy voorschriften in Japan nog veel verder gaan als hier in Nederland en doorwerken tot enkele generaties terug. Een ander belangrijk facet dat een rol speelt is dat, zodra er sprake is van wat zij noemen "een aanzienlijke familie", dus een voorname familie dan wordt men helemaal huiverig omdat zij niet lastig gevallen mogen worden met de zoinden van de voorouderen.

Zo hebben wij ruim 6 jaar aangemodderd, ruim 3600 boeken en manuscripten doorgewerkt om maar een klein draadje te vinden die ons verder op de weg kon helpen. Totdat wij op het punt kwamen van opgeven,wij kwamen niet verder........en dan opeens zat ik de memoires te lezen van Sukarno. In één voetnoot kwam ik een verwijzing tegen naar ene Dr. Shigeru Sato die een proefschrift had geschreven over het Japans bestuur op Java gedurende deze oorlog. Ook vond ik een privé mailadres van hem. Binnen 36 uur had ik al enkele ,mailtjes met hem gewisseld en besloot Shigeru, die in Australie woonde en doceerde aan The University oof New Castlle, naar Nederland zou komen om met ons kennis te maken, ons verhaal te horen en te bezien wat hij voor ons kon betekenen. Twee maanden later kwam hij inderdaad naar ons toe en hebben uitvoerig over alles gesproken. Bij zijn vertrek beloofde hij om samen met enkele Universitaire vrienden voor ons aan de slag te gaan.

Na weer enkele maanden kregen wij opnieuw bericht maar nu uit Japan van Prof.Oba. Zij hadden met Hr.Uchiyama de gegevens waar wij zo naarstig naar zochten gevonden. U begrijpt dat dit voor Mary een emotioneel hoogtepunt werd in haar leven. "IK BESTA ECHT", "IK MAG ER ZIJN". Het moment werd nogal aangrijpend omdat zij het bericht ontving toen haar moeder in het ziekenhuis lag, die daar op dat moment in kritieke toestand verbleef.

Ook daarna zijn wij enorm geholpen door een andere vriendin van ons Yoko Watanuki die in alle perioden zeer veel zaken voor ons heeft gedaan. Al deze mensen zijn wij natuurlijk de rest van ons leven buitengewoon dankbaar.

Sindsdien weten wij dat haar biologische vader Touki Okada heet, in 1894 is geboren en afgestudeerd is in de Engelse letteren aan de Universiteit van Tokyo in 1918. Hij is in 1986 overleden op 92 jarige leeftijd en gedurende de oorlog was hij als Attaché de hoogste bestuurder beast met cultuur en onderwijs op Midden Java en gelijkgesteld met de rang van Kolonel.

Er zijn nog 4 dochters van hem in Japan woonachtig, dus halfzusters van Mary.Het contact met hun verloopt uiterst stroef. Men wil de familie hierbuiten houden, maar wij mogen wel alles vragen.

 

 

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives