Alle berichten (2803)

Sorteer op

10897431453?profile=original

Tomasso Bellini is een pseudoniem voor Peter Siccama
Synopsis
In deze sociaal historische roman gaat het over een man, een krantenmagnaat
die door ambitie gedreven van postbeambte carriiere maakte in de perswereld maar die ook op geheimzinnige manier (en nooit opgehelderd) bij een vliegtuigongeluk
met vier anderen om het leven kwamen in de Syrische woestijn.
De rode draad in dit verhaal is Willemien en Ruud (halfbroer van de krantenmagnaat) die als amateur detective bezig waren om erachter te komen met wie zijn halfbroer Henri, de krantenmagnaat  alzo mee omging waarbij ze  op vreemdsoortige vrienden stuitten, in een koloniale omgeving waarin mensen tegen elkaar werden opgezet en discriminatie hoogtij vierde, want de mensen in Bandung (waar het allemaal afspeelde)
leefden vaak in armoede en de geheime politie overal de macht had: kortom alle ingrediënten van een koloniale wereld van een echte politiestaat.
het boek kost Eu 24,90
link: bestellen  bij info@IICM-Online.nl
Lees verder…

Masa Bersiap Pasca-Merdeka: Masa Ngeri Tak Ada Sedapnya

Masa Bersiap Pasca-Merdeka: Masa Ngeri Tak Ada Sedapnya

BERSIAP - Post-onafhankelijkheid tijdperk: de horror van Niemand

 Verslaggever: De Petrik Matanasi    Auteur: Petrik Matanasi  Redacteur: Fahri Salam10897431256?profile=original

Usai kemerdekaan, aksi kriminal & kekerasan dengan sasaran orang Belanda dan Indo-Belanda terjadi nyaris di seluruh Pulau Jawa & Sumatera.
Na onafhankelijkheid vinden er bijna overal op Java & Sumatra criminele actie & geweld plaats met gericht tegen de  Nederlanders en Indo-Nederlanders.

tirto.id - Masa-masa setelah 17 Agustus 1945, di mata orang Indonesia, dianggap masa perjuangan. Setelah 3,5 tahun pendudukan Jepang yang kejam, dan ratusan tahun kolonialisme Belanda, banyak orang Indonesia merasa merdeka. 

Semangat kemerdekaan itu, di kalangan sebagian orang Indonesia, dicampuri nafsu balas dendam kepada segala hal berbau Belanda. Orang-orang ini tidak menyukai orang-orang yang dekat dengan Belanda. Mereka yang bekerja untuk orang Belanda, terutama orang Belanda yang bekerja untuk NICA, dijuluki sebagai Andjing NICA.

Kalau badan lagi apes dan kita dicurigai sebagai “andjing NiCA" (mata-mata Belanda), nasib kita akan jelek sekali. Sudah bagus kalau cuman dihajar dan digebukin saja," tulis Kwee Thiam Tjing dalam Indonesia Raya (15-17 Agustus 1972), seperti dimuat dalam Menjadi Tjamboek Berdoeri: Memoar Kwee Thiam Tjing (2010). 

“Masa itu dikenal sebagai masa perjuangan: Bersiap. Belanda menamakannya: Bersiap-Periode," tulis Rosihan Anwar dalam Napak Tilas ke Belanda: 60 Tahun Perjalanan Wartawan KMB 1949 (2010).

tirto.id-Times na 17 augustus 1945, in de ogen van indonesiërs, beschouwd als een periode van strijd. Na 3,5 jaar de wrede Japanse bezetting en de honderden jaren Nederlands kolonialisme voelden veel Indonesiërs zich onafhankelijk. 

De geest van onafhankelijkheid, onder sommige Indonesiërs, is vermengd met lust voor alle dingen die Nederlands rook. Deze mensen houden niet van mensen die dicht bij Nederland staan. Degenen die voor de Nederlanders werkten, vooral Nederlanders die voor de NICA werkten, werden de Andjing NICA genoemd. Andijng = hond

Als het lichaam weer apen is en we worden ervan verdacht "andjing NiCA" (Nederlandse spion) te zijn, zal ons lot lelijk zijn. Het is goed geweest als de Cuman werd geslagen en Digebukin alleen,  "schreef Kwee Thiam Tjing in Indonesië Raya (15-17 augustus 1972), zoals het werd gepubliceerd in steeds Tjamboek bidden: Memoires van Kwee Thiam Tjing (2010). 

"Die dag staat bekend als een tijd van strijd: Bereid je voor. De Nederlanders noemden het: Prepare-period,  "schreef Rosihan Anwar in Napak Tilas naar Nederland: 60 jaar reisjournalist KMB 1949 (2010).

Kata bersiap kerap diserukan jika malam menjelang. Massa rakyat bersenjata bambu runcing, golok, satu-dua senjata api seperti pistol, bersiap menantikan kedatangan serdadu-serdadu sekutu atau NICA-Belanda. Bentrokan biasa terjadi dan korban berjatuhan di kedua belah pihak, biasanya kebanyakan dari kubu Indonesia.

“Masa Bersiap ditandai maraknya tindakan kriminal dan kekerasan dengan sasaran orang Belanda dan Indo-Belanda. Keadaan ini terjadi hampir di seluruh Pulau Jawa dan Sumatera," tulis Tri Wahyuning M. Irsyam dalam Berkembang dalam Bayang-Bayang Jakarta: Sejarah Depok 1950-1990-an (2017). 

Di Depok terjadi hal semacam itu, yang memuncak pada 11 Oktober 1945, bersamaan serangan Tentara Keamanan Rakyat terhadap Belanda. Peristiwa itu dikenal sebagai Gedoran, tulis Tri Wahyuning.

Sejak 7 Oktober, pemuda-pemuda Indonesia menghalangi pedagang Indonesia yang hendak menjual barang kebutuhan pokok kepada orang Belanda. Di hari itu, rumah Asisten Wedana Depok juga dirampok. Dua hari kemudian, lima rumah kena rampok. Para perampok itu tak hanya membawa senjata tajam, tapi juga bendera Merah-Putih. 

Semula tidak ada korban jiwa. Pada 10 Oktober, giliran para gelandangan menyerbu gudang pangan di Depok. Pada 13 Oktober, gerombolan orang menyerbu, dan sepuluh warga terbunuh. Orang-orang Eropa dan orang Indo, juga orang pribumi yang beragama Kristen, dikumpulkan di belakang Stasiun Depok. Mereka ditawan dan dibawa ke Bogor. "Semua pria, wanita, dan anak-anak itu hampir seluruhnya ditelanjangi," tulis Tri Wahyuning.

Het woord voor te bereiden wordt vaak gezegd als de nacht nadert. De massa's scherpe bamboe bewapende volkeren, machetes, een-twee vuurwapens zoals pistolen, op zoek naar de komst van geallieerde soldaten of NICA-Nederland. De gebruikelijke botsingen kwamen voor en slachtoffers vielen aan beide kanten,  meestal uit Indonesische bolwerken.
LEES OOK: Afwijzing van de Republiek als gevolg van Kangen Normale leeftijd 

"De voorbereidingsperiode markeerde de opkomst van criminele en gewelddadige handelingen  gericht op  de doelen van Nederlanders en Indo-Nederlanders. Deze situatie doet zich bijna overal op het eiland Java en Sumatra voor, "schreef Tri Wahyuning M. Irsyam in de zich ontwikkelende Shadow of Jakarta: History of Depok 1950-1990-an (2017). 

In Depok was er een moment, met als hoogtepunt op 11 oktober 1945, samen  de aanval van het Volksveiligheidsleger op Nederland. Het evenement stond bekend als Gedoran, schrijft Tri Wahyuning.

Sinds 7 oktober hebben Indonesische jongeren  doen voorkomen dat Indonesische handelaren basisbehoeften aan Nederlanders verkochten. Op die dag werd ook het huis van assistent Wedana Depok overvallen. Twee dagen later werden vijf huizen geraakt. De rovers droegen niet alleen scherpe wapens, maar ook de vlag van Rood-wit. 

Er vielen geen gewonden. Op 10 oktober werd de Vagebond het voedselmagazijn in Depok binnen gevallen. Op 13 oktober viel de menigte binnen en werden tien mensen gedood. De Europeanen en de Indo, evenals de inheemse bevolking van het christendom, werden verzameld achter Depok station. Ze werden gevangen gezet en naar Bogor gebracht. "Alle mannen, vrouwen en kinderen waren bijna volledig ontdaan van," schreef Tri Wahyuning.

“Ada saja pejuang yang bangga telah memenggal sekian banyak leher 'kaki tangan NICA', dan ia jadi disegani. Namun, teror adalah teknik, akarnya adalah perjuangan kebebasan dan keadilan," catat Bakri Tianlean dalam Bisikan Nurani Seorang Jenderal (1997). Kaki tangan itu tak mesti serdadu NICA, tapi juga yang dituduh mata-mata sipil atau siapa pun yang bekerja sama dengan Belanda. 

“[Para korban] yang mati tak hanya ada di antara orang-orang Belanda yang baru dibebaskan dari kamp—sekitar tiga ribu lima ratus lebih jiwa—melainkan juga orang-orang Ambon, Cina kaya, dan yang disebut Indo," tulis Mischa de Vreede dalam Selamat Merdeka: Kemerdekaan yang Direstui (2013).

Pembunuhan terhadap orang-orang pro-Belanda atau yang dianggap pro-Belanda itu, menurut Gert Oostindie dalam Serdadu Belanda di Indonesia 1945-1950 (2016), “disertai penyiksaan keji dan pemerkosaan. Perkiraan jumlah orang Eropa yang dibunuh berkisar antara 3.500 sampai 20.000 orang." 

Masa Bersiap serta jumlah korbannya memperlihatkan kekacauan sosial dan administrasi, ujar Gert Oostindie. 

Tak hanya orang dari etnis Ambon yang jadi sasaran. Orang-orang Minahasa atau Manado juga jadi target. 

Orang-orang dari dua etnis ini dinilai bekerja sama dengan pemerintah dan militer Belanda di masa sebelum Jepang menduduki Indonesia. Kebetulan agama mereka sama dengan orang-orang Belanda pada umumnya. Kebetulan orang-orang dari dua etnis ini diistimewakan oleh politik kolonial Belanda. 

Nyatanya, banyak juga orang Jawa yang menjadi pegawai dan tentara kolonial. 

 

LEES OOK: lot van inheemse Depok

"Er is alleen een krijger die trots is te hebben afgesneden veel van de nek tenen, en hij is zo gerespecteerd  ??????????????. Echter, terreur is een techniek, de wortel is een strijd van vrijheid en rechtvaardigheid, "merkte Bakri Tianlean in de ingevingen van een generaal (1997). De benen waren niet noodzakelijkerwijs de NICA soldaten, maar ook beschuldigd van civiele spionnen of iemand in samenwerking met de Nederlanders. 

"[De slachtoffers] die stierven behoorden niet alleen tot de Nederlanders die net uit het kamp werden bevrijd - zo'n drieduizend vijfhonderd meer zielen - maar ook de mensen van Ambon, een rijke Chinees, en de zogenaamde Indo," schreef Mischa de Vreede in Selamat Merdeka: The Independence of the Direstui (2013).

De moord op pro-Nederlandse of vermeende pro-Nederlandse mensen, volgens Gert Oostindie in Nederlandse militairen in Indonesië 1945-1950 (2016), "vergezeld van gruwelijke martelingen en verkrachtingen. Het geschatte aantal gedode Europeanen varieerde van 3.500 tot 20.000 mensen.  " 

De voorbereidingsperiode en het aantal slachtoffers toonden sociale en bestuurlijke onrust, aldus Gert Oostindie. 
LEES OOK: Leren om vrede te sluiten met de geschiedenis van het donker 

Niet alleen de etnische Ambon die het doelwit was. De Minahasa of Manado mensen waren ook het doelwit. 

De mensen met twee etniciteiten werden beoordeeld in samenwerking met de Nederlandse regering en het leger in de dagen voordat de Japanners Indonesië bezetten. Overigens is hun religie hetzelfde als het Nederlandse volk in het algemeen. Overigens waren de mensen van deze twee etniciteiten bevoorrecht door de Nederlandse koloniale politiek. 

In feite werden veel Javaanse mensen officieren en koloniale soldaten.


 

 

Teror Dibalas Teror

Aksi kriminal ala pengacau era 'Masa Bersiap' itu memperbesar musuh Republik. Pihak yang dianggap pro-Belanda yang jadi korban biasanya enggan tinggal diam bila ada dari mereka yang jadi korban pemuda Indonesia yang membabi buta mencelakai mereka. Mereka akhirnya bersikap brutal kepada orang-orang Indonesia pro-Republik yang mereka temui. 

Abdul Haris Nasution dalam Memenuhi Panggilan Tugas (1990), melihat bahwa “Masa Bersiap itu menimbulkan kekejaman-kekejaman oleh pihak sana, seperti dialami oleh pemuda-pemuda kita sehari-hari di Jakarta, antara lain yang terkenal adalah Batalyon X di Senen, Djakarta."

Menurut Arsip Kabinet Perdana Menteri RI Yogyakarta No: 129 (Seri Laporan Djawatan Kepolisian Negara 21 tertanggal Februari 1950): Beberapa orang Ambon yang kerap mangkal di Senen, di antaranya bernama Wimpie, Albert, Mingus Gerardus, dan Polang, pernah menyuruh orang Republik yang mereka temui untuk menelan lencana Merah-Putih yang dikenakan.

 
 

Masa itu juga tak hanya pemuda biasa di jalanan yang menjadi korban. Perdana Menteri Sjahrir menjadi sasaran percobaan pembunuhan, tulis Nasution.

“Desember 1945, dua kali terjadi usaha pembunuhan terhadap PM Sjahrir oleh kelompok-kelompok yang terdiri atas orang-orang Indo, Ambon dan Manado, dan di antaranya adalah anggota militer Belanda. Juga terhadap Ketua KNI Jakarta, Mr. Moh. Roem, yang menjadi target tembakan oknum-oknum NICA," aku Nasution. 

Jika tujuan teror itu hendak menakuti orang-orang Belanda agar tak macam-macam dengan orang-orang Republik maupun pemerintah Republik Sukarno-Hatta, hal itu menjadi tidak berguna.

Mantan pejuang dan tentara yang pernah menjadi jenderal bernama RHA Saleh, dalam Mari Bung Rebut Kembali (2000), menyebut ada satu batalion infanteri KNIL yang memotivasi para anggotanya untuk menyalurkan balas dendam terkait Masa Bersiap. Itulah Batalyon Andjing NICA—sebuah Batalyon Infanteri V KNIL bersimbol anjing berwarna merah menyalak. 

 

Cerita lain: Bahaya terhadap orang-orang Tionghoa dalam Masa Bersiap juga membuat mereka rela dipersenjatai oleh Belanda menghadapi Republik. 

“Sekutu dan NICA membentuk Poh An Tui (ada yang menulisnya Pao An Tui), yang artinya: Pasukan Keamanan Lingkungan Cina," tulis Abdul Baqir Zein dalam Etnis Cina Dalam Potret Pembauran di Indonesia (2000). 

Pasukan itu terbentuk untuk menjaga keamanan daerah Pecinan dari kelompok-kelompok yang mereka sebut sebagai "kaum perampok dan ekstremis."

Baca juga artikel terkait SEJARAH INDONESIA atau tulisan menarik lainnya Petrik Matanasi  
(tirto.id - pet/fhr)

Reporter: Petrik Matanasi 
Penulis: Petrik Matanasi
Editor: Fahri Salam

Terreur in vergelding

De criminele actie van het ' tijd voorbereiden' tijdperk, dat de vijand van de Republiek vergroot. Diegenen die als pro-Nederlanders worden beschouwd en het slachtoffer worden, zijn meestal terughoudend om te zwijgen als er mensen zijn die het slachtoffer zijn van Indonesische jongeren die hen blindelings schaden. Ze eindigden brutaal tegen de pro-Republikeinse Indonesiërs die ze ontmoetten. 

Abdul Haris Nasution in het vervullen van de Call of Duty (1990), zag dat "de voorbereidingsperiode wreedheid veroorzaakt door de partijen, zoals ervaren door onze dagelijkse jeugd in Jakarta, onder andere die beroemd zijn is de X Bataljon in Senen, Djakarta.

Volgens het kabinet archieven van de premier van Indonesië Nr: 129 (The National Police Department verslag serie 21, gedateerd februari 1950): Verschillende Ambon mensen die vaak in Senen, onder hen genaamd Wimpie, Albert, Mingus Gerardus, en Polang, ooit vertelde de Republikeinen die ze tegenkwamen om de rood-witte badge opgelegd slikken.
LEES OOK: Chinezen tegen Nederland, het vergeten historische breken

Het waren ook niet alleen gewone jongeren op straat die het slachtoffer werden. Premier Sjahrir werd het slachtoffer van moordpogingen, schrijft Nasution.

"December 1945, twee pogingen tot moord op premier Sjahrir door groepen bestaande uit Indo, Ambon en Manado mensen, en onder hen waren leden van het Nederlandse leger. Ook tegen de voorzitter van KNI Jakarta, de heer Moh. Roem, dat was het doelwit van oknum oknum van de NICA's,  "Aku Nasution. 

Als het doel van de terreur was om de bevolking van Nederland bang te maken om niet bij de bevolking van de Republiek en de regering van de Republiek Soekarno-Hatta te zijn, werd het nutteloos.

Voormalig krijger en soldaat die was een generaal genaamd RHA Saleh, in Mari dude Rebut terugkeer (2000), riep een KNIL infanterie bataljon dat zijn leden gemotiveerd om wraak te kanaliseren tegen de voorbereidingsperiode. Dat is het Andjing bataljon NICA – een KNIL V infanteriebataljon met een rode hond blaffen. 
LEES OOK: Geschiedenis van het Bataljon Andjing NICA

Een ander verhaal: Het gevaar van de Chinezen in de voorbereidingsperiode maakte hen ook vrijwillig gewapend met de Nederlanders tegen de Republiek. 

"De geallieerden en de NICA vormen de Poh An Tui (sommigen hebben Pao An Tui geschreven), wat betekent: China's milieuveiligheidstroepen, " schreef Abdul Baqir Zein in etnische Chinezen in een Indonesisch portret (2000). 

De troepen werden gevormd om de veiligheid van Chinatown te beschermen tegen de groepen die zij "rovers en extremisten" noemden.

Lees ook de artikelen met betrekking tot indonesische geschiedenis of andere interessante schrijven Petrik Matanasi  
(tirto.id-PET/FHR)

Verslaggever: De Petrik Matanasi 
Auteur: Petrik Matanasi
Redacteur: Fahri Salam

 
 

Lees verder…
10897234678?profile=original10897430886?profile=originalGoed nieuws is dat de grootste politieke partij zich bij mij heeft gemeld om onze zaak aan orde te stellen binnen de Tweede Kamer,
dus wordt voor mij nu elke dag richting in Den Haag, of ik moet op Kamers gaan wonen door de week, ja mensen niets krijg je kado!
Binnen de fractie wordt bezien welk Tweede Kamerlid deze zaak gaat oppakken.
Het hoofdrapport en het aanvullend rapport wordt vooraf aangeboden aan deze politieke partij in aansluiting op de aanbieding aan het Kabinet en de Tweede Kamercommissie van Min.Buza .
Het rapport stelt voor :
de wijze van betaling,
door wie ,
voor wie
en de hoogte van het bedrag.
Ruim 15.000 hebben zich bij ACTW-66 / ICM ingeschreven via de petitie, helaas slechts het bedrag van 28.000 euro werd aan donaties ontvangen,  ruim 190.000 is aan kosten, en liggen nog declaratie op mijn tafel van ruim 400.000 euro voor 5 jaar werk aan onderzoeken, voeren van campagne om het aan de Indo's bekend te maken,  de helpdesk , diensmeer ............
.Om ons financieel te steunen., is ook uw bijdrage  zeer welkom! Deze mega zaak die 1000 keren erger is dan de toeslagen affaire, waar ruim half miljoen Nederlandse Indische Burgers werden getroffen. Verlies van al hun bezittingen en banktegoeden in de republiek Indonesie, terwijl de republiek aan Nederland wel het schadebedrag van ruim 60 miljard heeft betaald.
Het verdrag traktaat van Wassenaar was voor het onderzoek team en team advocaten, een breekijzer wat werkelijk zich afspeelde over de periode 1940 - 1970.
U kan zich nu inschrijven of om uitnodiging verzoeken via schwab@icm-online.nl. Via onze webportaal ontvangt de uitnodiging. Met uw inschrijving bent U deelnemer van de claimorganisatie ACTW-66
Het rapport is na de aanbieding aan de Tweede Kamer te koop via info@icm-online.nl of onze uitgeven Calbona.
Word ook lid van ACTW-66 Traktaat van Wassenaar. 50 euro eenmalig Schrijf U in via www.icm-online.nl, en U hebt gratis een jaar lang een abonnement op onze ICM krant.
Namens redactie ICM en Team
15-09-2021
Lees verder…

ICM BALI HOME VISION

 

                      Wonen  - kopen - huren  -   Inschrijven Residence Deasyanti 

10897430859?profile=original

Goed ICM Nieuws ! Tussen ICM en Projectontwikkelaar in Bali  is overeenkomst bereikt om  het wonen  of verblijf op Bali nu voor iedereen mogelijk te maken.    Om dit te realiseren is de vestiging ICM Bali opgericht om de potentiële kopers in Nederland adequate te ondersteunen via ICM Project & Events. ICM Bali  zal van A tot Z namens U en Uw belangen behartigen. ICM Bali Home Vision pleit er voor om haar type huizen op een dergelijk mooi mogelijke locaties van Bali te bouwen.  Zodanig  dat de plaatsen Kuta, Ubud, pantai cucukan,  kintaman  en Den Pasar voor U  binnen bereik liggen 

 

 

 

10897431263?profile=original

 

Prijs Euro  42  K

 

10897431074?profile=original

 

 Prijs Euro  46 K    


10897431683?profile=original Prijs   Euro    51 K                                      

 

Wij bieden koop en huren.     Bij koop bent U aan beperkingen gehouden, vanwege de Indonesische wetgeving.  Buitenlanders is het niet toegestaan om grond  of  over  een woning te beschikken. Dus U dient op Bali een persoon te kennen die object / woning  deze op zijn/haar naam stelt, of U wordt WN,  Of huwt.  Voor deze constructie geldt;  Betaaltermijnen bij opdracht 30 %, 20% , 20 %, 20% en 10%  na 2 maanden na oplevering

 

Waarborging eigenaarschap woning . Daartoe biedt de Projectontwikkelaar en ICM Bali (Vestiging van ICM Project & Event) die waarborging voor Uw aanstaande woning. Uw woning wordt ten naamgesteld op de onderneming ICM Bali Home Vision. Deze wordt bestuurd door een Balinees.  Daarnaast ontvangt U een notariele akte waarin is opgenomen dat U het type woning bij ICM Bali Home vision heeft gekocht.

 

ICM Bali Home Vision handelt namens Projectontwikkelaar, behartigt Uw zaken van A tot z af.  Is dus het aanspreekpunt.   Voor alle prijzen  wordt de Euro als valuta  gehanteerd alsmede tijdens de loop van de overeenkomst. 

 

10897431900?profile=original

 Prijs   Euro  69 K 

 

ICM Kosten Koper heeft betrekking voor de inschrijving Ressort DeasYanti,  tot stand komen van de Overeenkomst ,  onderhandeling met de Bank, project begeleiding, en toezicht controle op de bouw tot de oplevering en na de oplevering. Het voeren van de financiële administratie o.a. het verzorgen van de incasso dat op tijd wordt betaald. Bij inschrijving rekent ICM  E. 1.950 .  Resterende E . 3.050  in  2 termijn .   Totaal pakket  deze dienstverlening vraagt ICM 5k  euro.

O  Graag wil ik verdere informatie

O  Graag wil een inschrijfformulier + voorwaarden.

O  Graag  wil ik mij inschrijven Ressort Deasyanti  

 

Naam  :   __________________________________________________________________________

Adres   :  __________________________________________________________________________

Woonplaats :  ________________________________ Postcode  ____________________________

Mobiel  :  _______________________                            Email  ______________________________

 

Opsturen naar :  ICM Projects  &  Events

                             Wouterskampen 68

                             3848 BC Hierden          Mobiel +31 06 37282433   Whatsapp 31 06 37282433  Email Schwab@icm-online.nl

 

 @ KVK - nummer 72173122  -   RABO rekening NL35 03775794 91 –  www.icm-online.nl

 

 

Lees verder…

10897430665?profile=original10897428691?profile=originalKlaas Dijkhoff geeft reactie op de open brief met betrekking tot Indische Zaken.

1 van de weinige fractievoorzitters die serieus reageert op vragen van ICM. Wel wijst hij de juiste collega’s aan in zijn fractie om de vragen te beantwoorden. Al eerder van een hele andere orde “ Masterplan Visie Co2 toekomstbestendig” werd tot op detail gereageerd, en dit leidde via PvdA Ronald Plassterk dat biomassa is verbannen, en subsidie gelijk wordt gestopt.

Ik hoop als editor van ICM en emeritus management consultant serieus te worden genomen. Mijn devies is  in mijn hele leven geweest om problemen constructief op te lossen. Twee zaken die ik voorlegde van een hele andere orde, en klimaat is een onderwerp waar voldoende kennis beschikbaar is.

 Anders wordt  over “dekoloniseren”, “soevereiniteit “, en nationalisatie - proces over het voormalige Indië, nu republiek Indonesië hebben. Waar tot heden dit vraagstuk nooit is opgelost na 75 jaar. Gaat om Nederlanders in het voormalige Indië en later de republiek Indonesië.

 Heel wat wildgroei komt er dan op eens om de hoek. Journalisten, omroepen, en historici. Een ieder met zijn eigen beleving. Maar nu komt het! Kabinet, Politiek, media, omroepen…. Noem ze maar op hadden van Kabinet de opdracht om te zwijgen over wat er werkelijk is gebeurd  vast te leggen, in de  geschiedenis noem ze maar op, is het erkennen dat die film echt heeft bestaan. Ergo, de genoemden zijn nooit op de locatie  geweest waar die vreselijke onmenselijke oorlogsmisdaden hebben plaatsgevonden. Alles van horen zeggen, en voegt daarbij de eigen mening.

Verbazend wekkend te moeten constateren dat er ook geen enkele historici de werkelijke feiten heeft vastgelegd over de periode voor WAR-II, 1941-1945, 1946, 1947/1948, 1959 en 1962. Dit heb ik als ICM EDITOR 20 jaar moeten constateren. Als ICM editor ben ik op Bali geboren, en  in 1962 in Nederland aangekomen, omdat wij  door president Soekarno het land zijn uitgezet.  Hier het levend bewijs dat op locatie was!

NIOD betaald door WVS heeft een aantal onderzoeken gedaan, met 1 oog opslag constateerde dat wie betaald die bepaald de uitkomst van Rapport, dus VWS.  Dat journaliste Grisselde Molemans stuitte op zaken die 1,8 miljoen kostende rapport onder het tapijt heeft geveegd. De Indisch Goud Voorraden om maar te noemen, die een begroting van een regering moeten dekken. Voor de inval van de Jappen werd weggesluisd naar Australië. Vervolgens naar New York. Ergens in 2017, meldt DNB-bank dat Goud naar Amsterdam wordt gebracht om veiligheidsredenen. Dit is maar een voorbeeld. Je  hoort het Kabinet, Kamer, Media, Omroepen, en historici niet.  Is nog al wat een goudvoorraad die een begroting dekt. Ook de Kamer zwijgt. Als onderzoeker en zelf respecterende media / journalist kan ik zo wel tien vragen bedenken;  van is deze voorraad al op de huidige begroting bijgeschreven, nee, het is muis stil.  Moet er niet aandenken dat de subsidie-kraan in eens wordt dichtgedraaid.

De regering heeft alle feiten over de periode 1941 – 1962 onder het tapijt gepleegd. Kabinet, Politiek, Media, Omroepen, en historici hadden maar 1 doel deze afschuwelijke periode van hun voorgangers om deze onder het tapijt te vegen, of een andere kleur aan de feiten toe te kennen. 1947/1948 wordt onder de noemer politionele acties geschaard. Een onrechtmatige inval van 100.000 Nederlandse militairen in opdracht van Kabinet, Kamer, en het hele volk, waar Minister President Drees tegen was. Ruim 50.000 onschuldige Indonesische burgers werden vermoord, dit melden Indonesische bronnen.  Er is maar 1 woord hier op zijn plaats GENOCIDE.

Wat heeft de regering nog meer op zijn geweten? De burgers; De Indonesiërs, de Nederlanders, Indische Nederlanders, en Molukkers immateriële – en materiële schade berokkent. De nabestaanden van de Indonesiërs waren nu op wraak uit op allen met een Europese etniciteit. De bersiap periode werd verlengd tot 1961. In 1959 werden nog eens 3000 vaders vermoord, en alle Indische Nederlandse burgers moesten het land uit. Met achterlatend van al hun bezitting / banktegoeden.

 

Nog een praktijkvoorbeeld dat Regering, Politiek, Omroepen, Media en de historici die verzwegen wordt: “ De noodwet van Soekarno “ die hij richting het Indonesische Volk moest uitvaardigen dat aan Nederland 4,5 miljard moest betaalde. Die betaling vond plaats periode 1952 -1956 aan Ministerie van Financiën in de Den Haag. Wederom zweeg Kabinet, Politiek, Media, Omroepen en Historici. Die bronnen verkreeg ICM van de republiek Indonesië.

Weer een praktijkvoorbeeld. Tussen Drees en Soekarno liepen de onderhandelingen over de souverniteitsoverdracht en nationalisatieproces. Een zaak over de overname van de eigendommen , bezitting en banktegoeden waar de 341.000 Indische Nederlandse Burgers ( Nederlanders, Indische Nederlanders, en Molukkers) . Drees wilde 6 miljard hierop in mindering al betaald aan Min. Financiën, zodat overblijft nog 1,6 miljard. Uiteindelijk kwam tot een akkoord van 0,689 miljard. Deze werd bevestigd met het Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966. Alle 341.000 begunstigden werden hier buiten gehouden (zoals wij die kennen bij faillissementen). Slechts 39 miljoen van de 4,5 miljard + 0,689 miljard is uitgekeerd  aan 4777 die hiervan die voorkennis hadden.

Terugkomend op stuk  https://icmonline.ning.com/profiles/blogs/geachte-heer-klaas-dijkhoff-even-voorstellen  aan Klaas Dijhoff,  met respect probeert via zijn fractie hierop te reageren.

Weer een praktijkvoorbeeld dat gedateerd is.

Reactie van F.Schwab (ICM Editor) op 30 Mei 2020 op 17.46

 

Geachte heer Schwab,

 

Hartelijk dank voor uw schrijven aan dhr. Dijkhoff. Namens de VVD ben ik thans woordvoerder Oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers. Derhalve heeft dhr. Dijkhoff uw mail aan mij doorgestuurd en zal ik deze beantwoorden.

 

Ik ben het met u eens dat het Aziatische strijdtoneel in en om de Tweede Wereldoorlog onze aandacht verdient. Om deze reden hebben we als VVD in het kader van 75 jaar vrijheid expliciet gevraagd om aandacht te schenken aan de gebeurtenissen in voormalig Nederlands-Indië. Hiervoor stonden diverse evenementen in de planning, bijvoorbeeld rond 14/15 augustus. Door de coronacrisis zal de vorm hiervan helaas wel aangepast moeten worden, maar wij blijven het nadrukkelijk volgen. Ook wordt er over dit onderwerp nog regelmatig gesproken in de Tweede Kamer met verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis, debatten waar de VVD altijd bij aanwezig is.

 

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

 

Met vriendelijke groet,

Tobias van Gent
Tweede Kamerlid


VVD-fractie Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 1A | Den Haag | Postbus 20018, 2500 EA
E t.vgent@tweedekamer.nl

 

Het ging om deze zaken die na 75 jaar aandacht verdient:

Mijn vraag is wat gaat U doen nu in dit nieuwe Kabinet met deze Indische vraagstukken met betrekking tot:

1.      Inrichten Tweede kamer Commissie Indische zaken

2.      De vergeten groep (NL Onderdaan) die nu stateloos zijn in de republiek Indonesië, gaat u deze NL onderdanen terughalen, of deze met terugwerkende kracht voorzien van een AOW zoals de oudjes hier. Is uiteraard een prachtig initiatief van Omroep Max, maar is een druppel op een gloeiende plaat om deze toch nog een goede oude dag te gunnen.

3.      Wat gaat U doen met nu geschat de 50.000  Nederlandse Indische Burgers, die nimmer schadeloos zijn gesteld, terwijl hiervoor NL wel 7 miljard ontving van Soekarno.

4.      Wat gaat U doen aan De Indische Verankeringen op de scholen etc.

5.      Wat gaat U doen met Traktaat van Wassenaar

6.      Hoe denkt U de bersiapkinderen   te  compenseren

7.      Het herschrijven van de Indische Geschiedenis, en deze op te nemen in onze algemene geschiedenis

 

Lees verder…

Onze vergeten slachtoffers, Wie telt de Indonesische doden?

Medium 73387
Javaanse vluchtelingen keren met de weinige bezittingen die ze nog hebben terug naar het verwoeste Tjilatjap tijdens de Eerste Politionele Actie, Indonesië, 1947© Spaarnestad Photo / HH

Nog altijd maakt de Indonesische dekolonisatieoorlog geen volwaardig deel uit van ons publieke historische bewustzijn. De afwezigheid van Indonesische doden in onze herinneringscultuur maakt dat pijnlijk duidelijk. Een recente telling komt uit op 97.421 slachtoffers – naar waarschijnlijkheid een ondergrens.



Zeventig jaar geleden begon de zogenaamde Eerste Politionele Actie, een grootschalige militaire operatie om de Republiek Indonesië weer aan de onderhandelingstafel van de dekolonisatie te krijgen – op Nederlandse voorwaarden welteverstaan. In Indonesië wordt de strijd die van 21 juli tot 5 augustus 1947 duurde minder eufemistisch de ‘Agresi Militer Belanda I’ genoemd – de Eerste Nederlandse Militaire Agressie. De benamingen tonen een onverenigbaar verschil van perspectief: volgens Nederland was de actie een interne aangelegenheid, volgens de Indonesische Republiek was het een buitenlandse invasie.

De rol die de oorlog in Indonesië van 1945 tot 1949 speelt in het Nederlandse publieke historische bewustzijn blijft beperkt. Het eurocentrisme in ons geschiedbewustzijn overheerst doorgaans, zelfs als we het wel over de koloniale oorlog in Indonesië hebben, wat de laatste jaren langzaamaan meer gebeurt. Want deze discussies blijven erg naar binnen gericht. Op het eerste gezicht lijkt dit wat onwerkelijk. Meer dan ooit is er publieke ruimte om de zwarte bladzijden van het Nederlandse koloniale project onder ogen te komen. En toch. Uiteindelijk is het publieke debat meer een moreel dan een historisch discours. Het gaat om onze misdaden in de voormalige koloniën, om onze schuld en wat daar nu mee te doen. De ander, de Indonesiër, blijft intussen zonder gezicht, zonder eigen rol in de geschiedenis, een figurant in het Nederlandse verhaal.

Kenmerkend voor deze bijrol is de afwezigheid van Indonesische doden in onze herinneringscultuur. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat we tot op vandaag geen betrouwbare schattingen hebben van het aantal Indonesische doden tijdens de oorlog. Het aantal Nederlandse militaire gesneuvelden en verongelukten in Nederlands-Indië kennen we precies (4751 volgens het Nederlands Instituut voor Militaire Historie) en ook over het aantal Nederlandse burgerdoden wordt uitgebreid gediscussieerd (schattingen lopen uiteen van 5000 tot 30.000). Maar tot op heden heeft niemand zelfs maar een serieuze poging gedaan om de aantallen Indonesische doden te becijferen.

Een reden voor dit gebrek aan cijfers is dat het beschikbare bronnenmateriaal aanmerkelijk minder compleet en betrouwbaar is dan de bronnen die we hebben voor de aantallen Nederlandse doden. Maar die lastige bronnensituatie ontslaat ons niet van de plicht om in ieder geval het beschikbare materiaal grondig te bestuderen. Ook Nederlandse historici mogen dus voor het gemis aan aandacht voor de Indonesische slachtoffers gerust het boetekleed aantrekken.

Het gebrek aan betrouwbare cijfers heeft het gebruik van grove schattingen niet in de weg gestaan. Dit komt voort uit de verklaarbare drang van historici om toch een totaal slachtofferaantal te noemen, al was het maar om lezers een beeld te geven van de schaal van de oorlog. Onder veel historici circuleert daarom tegenwoordig een schatting van 100.000 Indonesische slachtoffers. Alleen al het feit dat dit getal zo mooi rond is zou verdenkingen moeten wekken. Het is dan ook uit de lucht gegrepen, zonder traceerbare basis in betrouwbaar bronnenonderzoek.

De oorsprong van deze ‘100.000’ is een voetnoot in het twaalfde deel van Loe de Jongs monumentale werk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (1988). De Jong schreef daar: ‘In Indonesië wordt gesteld dat de Republikeinse strijdkrachten in de jaren ’45-’49 in totaal ca. honderdduizend man hebben verloren – Nederlandse militaire historici houden dat voor een betrouwbaar cijfer.’ De Jong citeerde geen bronnen en gaf ook niet aan welke Indonesiërs of Nederlandse militaire historici hij had geraadpleegd.

De carrière van de ‘100.000’ raakte in een stroomversnelling toen dit getal enkele jaren geleden werd overgenomen op een website van het Niod Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (deze website is sindsdien overigens herzien, om meer recht te doen aan de twijfel over dit aantal). Iedereen die voor het gemak een slachtofferaantal op de oorlog wilde plakken kwam al snel bij deze website uit. En zo gingen de ‘100.000’ van Loe de Jong een eigen leven leiden. Toen het getal eenmaal door een aantal historici was geciteerd, werden die op hun beurt weer door anderen geciteerd en werd het getal allengs ‘harder’.

Een bijkomende curiositeit is dat er geen overeenstemming is tussen de verschillende auteurs of dit getal alleen gaat over de Indonesische slachtoffers als gevolg van Nederlands geweld, of dat het ook de doden als gevolg van onderlinge strijd tussen verschillende Indonesische partijen omvat. In de jaren 1945-1949 vond ook voortdurend strijd plaats tussen diverse Indonesische groepen (onder andere communisten, islamisten en aanhangers van de Republiek Indonesië). De oorspronkelijke schatting van De Jong lijkt enkel te doelen op door Nederlanders gemaakte slachtoffers, maar sommige latere historici (onder anderen Remco Raben en Gert Oostindie) suggereren dat slachtoffers door onderling Indonesisch geweld ook onder de genoemde 100.000 kunnen vallen.

Niet alle historici volgen de trend van de ‘100.000’. Sommigen onthouden zich wijselijk helemaal van een uitspraak. Velen benadrukken in elk geval dat deze schatting een ‘wilde gok’ (Gert Oostindie) of een ‘grove schatting’ (Rémy Limpach) is. Economisch historicus Pierre van der Eng berekende, vanuit een andere interesse, dat het demografische gat – het verschil tussen de normaliter te verwachten en de daadwerkelijke bevolkingsgroei – voor de hele jaren veertig in Indonesië liefst 2,4 miljoen bedroeg: een teken dat niet alleen oorlogsgeweld maar ook hongersnood en andere ontberingen grootschalige gevolgen hadden in deze periode. De Australische historicus Adrian Vickers kwam op basis van een overzicht van vooral Indonesische geschiedschrijving tot een schatting van 45.000 tot 100.000 militaire slachtoffers plus 25.000 tot 100.000 burgerslachtoffers in 1945-1949.

In de militaire rapportage worden alle doden opgevoerd als ‘vijandelijke verliezen’ en is nooit sprake van burgerdoden

Het beschikbare bronnenmateriaal om tot een schatting te komen heeft haken en ogen, maar het is wel mogelijk om tot een betrouwbaarder resultaat te komen dan de ‘wilde gok’ van Loe de Jong. De meest complete en consistente bron die we in de Nederlandse archieven hebben zijn de periodieke operatie-overzichten van de Nederlandse strijdkrachten in Indië. Troepencommandanten te velde moesten de toegebrachte ‘vijandelijke verliezen’ (gesneuvelde, gewonde en gevangen genomen vijanden) registreren en doorgeven aan hun meerderen. De aantallen werden op hoger niveau opgeteld en uiteindelijk door het Hoofdkwartier van de Generale Staf (HKGS) in regionale overzichten opgenomen. Deze overzichten zijn voor vrijwel het hele conflict bijgehouden en overgeleverd, met uitzondering van de chaotische maanden september-december 1945, toen er nog nauwelijks Nederlandse troepen aanwezig waren in Indonesië. Ze zijn bovendien al decennialang openbaar toegankelijk.

De enige die eerder systematisch van dit bronnenmateriaal gebruik heeft gemaakt is historica Petra Groen in haar boek Marsroutes en dwaalsporen (1991). Groen deed daarin het monnikenwerk om op basis van de operatie-overzichten een tabel op te stellen over de slachtofferaantallen op Java en Sumatra in de periode van 1 januari 1949 tot 10 augustus 1949. Alleen al in die zeven maanden van het conflict op die twee eilanden kwam zij tot een totaal van 46.818 gesneuvelde Indonesiërs. Sindsdien heeft kennelijk niemand zich geroepen gevoeld om dezelfde opgave uit te voeren voor de overige periodes van de oorlog.

In de afgelopen maanden hebben wij dat wel gedaan. Het totaal aantal gesneuvelde Indonesiërs komt volgens onze berekeningen uit op 97.421. Het is volstrekt onduidelijk hoeveel daarvan strijders en hoeveel burgers waren. In de guerrillaoorlog was voor Nederlandse soldaten het onderscheid tussen burger en vijand sowieso uiterst moeilijk te maken. In de militaire rapportage worden alle doden opgevoerd als ‘vijandelijke verliezen’ en is praktisch nooit sprake van burgerdoden, terwijl we in sommige gevallen zeker weten, en in andere gevallen vermoeden, dat ook burgers (al of niet per abuis) het slachtoffer werden. Het ontrafelen van de cijfers voor dit onderscheid is helaas onmogelijk.

Uit de berekening die achter de genoemde 97.421 ligt volgen nog enkele andere conclusies (de tabel is te raadplegen op de website van het KITLV). Zoals historici al langer vermoeden was het jaar 1949 met in totaal 59.083 doden veruit het meest gewelddadig – wrang genoeg juist in de periode waarin het steeds meer mensen duidelijk werd dat de oorlog voor Nederland verloren was. Datzelfde jaar was verhoudingsgewijs overigens ook voor de Nederlandse militairen het bloedigste jaar.

Het jaar 1947 was eveneens een ‘heet’ jaar, met in totaal 18.927 gesneuvelde Indonesiërs. Opvallend genoeg viel het grootste deel van die doden niet tijdens de eerste ‘Politionele Actie’, waarin ‘slechts’ 747 gesneuvelden werden geteld. (Hoewel juist voor deze chaotische periode de overzichten van het HKGS incompleet lijken; Petra Groen schatte op basis van extrapolatie het aantal gesneuvelde Indonesiërs in de eerste Politionele Actie op ongeveer 3000.) De grote verliezen kwamen pas in de maanden na de actie (15.299 in augustus-december 1947), waarin de Nederlandse krijgsmacht in Indië voor het eerst op grote schaal werd geconfronteerd met de vijandelijke guerrilla in officieel al beheerst gebied.

De slachtofferverdeling naar regio is minder verrassend. Het overgrote deel van het oorlogsgeweld vond plaats op Java (75.636 doden, min of meer gelijk verdeeld over West-, Midden- en Oost-Java) met Sumatra als verre tweede (10.489). De overige eilanden vielen daarbij vergeleken in het niet, met uitzondering van de maanden december 1946 tot februari 1947 op Zuid-Celebes, waar het Depot Speciale Troepen van kapitein Raymond Westerling huishield.

Het totaal van 97.421 Indonesische doden ligt verrassend dicht bij de grove schatting van Loe de Jong. Had De Jong dan toch gelijk? Ja en nee. De schatting van 100.000 lijkt inderdaad in de juiste orde van grootte te zijn. Maar om een aantal redenen is het hoogst aannemelijk dat de genoemde 97.421 de ondergrens van het daadwerkelijke aantal doden is.

Allereerst lijkt er door de vele lagen van de militaire hiërarchie regelmatig ruis op de lijn te zitten in de rapportage. Cijfers die op lagere niveaus werden gerapporteerd kwamen niet altijd op tijd aan bij de top. Hierdoor vallen er enkele opvallende gaten in onze tabel, waar gedurende enkele weken uit bepaalde regio’s geen cijfers bekend waren, terwijl we weten dat er wel gevochten werd. Een voorbeeld: het eveneens in het archief beschikbare gevechtsverslag van bataljon 1-1 RI vermeldde dat op 4 augustus 1947 de stad Tanjung Balai (Noord-Sumatra) werd bezet ten koste van 300 gesneuvelde vijanden. In deze week werden echter door het hoofdkwartier geen slachtofferaantallen uit Noord-Sumatra gerapporteerd.

Ook in enkele andere steekproeven vonden wij dat op lagere niveaus soms hogere slachtofferaantallen werden gerapporteerd dan door het HKGS in zijn overzichten werd opgenomen. Om deze reden heeft Petra Groen bij haar overzicht voor 1949 dan ook vooral gebruik gemaakt van rapportages op lager niveau. Omdat de rapportage op de lagere niveaus minder compleet voor de hele periode 1945-1949 en bovendien soms overlappend was, hebben wij er toch voor gekozen te werken met de overzichten van het HKGS. Maar het is wel duidelijk dat waar er fouten in de rapporten van het HKGS zitten deze eerder te lage dan te hoge cijfers tot gevolg hadden.

Er werden 124 vijandelijke doden geteld, ‘niet inbegrepen de dooden veroorzaakt door artillerievuur’

Ten tweede werden in de operatie-overzichten normaliter niet de slachtoffers meegeteld die werden gemaakt door niet-militaire diensten: de politie, hulptroepen of paramilitaire organisaties. Er waren in Indië veel van dit soort diensten, die soms een belangrijk aandeel in het wapengeweld hadden – maar die aanmerkelijk minder consistent rapporteerden dan de reguliere militaire eenheden. Zo kwam historicus Willem IJzereef al in de jaren tachtig in een gedetailleerde studie van de Zuid-Celebes-affaire (de acties-Westerling) tot de conclusie dat op Zuid-Celebes tussen januari 1946 en maart 1947 in totaal ongeveer 6500 doden vielen. De cijfers van het HKGS komen echter uit op 3256. Een belangrijk deel van het verschil komt voort uit het feit dat voor deze regio in deze periode een aantal hulpdiensten niet in de militaire rapportage werd opgenomen, evenmin als de cijfers van het Depot Speciale Troepen van Westerling.

Een laatste reden komt voort uit het karakter van de militaire tellingen. De troepencommandanten te velde hadden de opdracht om enkel daadwerkelijk getelde doden door te geven, en dus niet schattingen van de toegebrachte vijandelijke verliezen. Uiteraard was niet iedere commandant op de hoogte van dit onderscheid, en we zien dan ook wel eens dat er toch schattingen en niet exacte cijfers doorkomen. Maar over het algemeen lijken de rapporteurs zich goed aan dit voorschrift te hebben gehouden.

Het verschil tussen getelde en geschatte verliezen kon zeer aanzienlijk zijn. De (grote aantallen) slachtoffers die gemaakt werden door artilleriebeschietingen werden lang niet altijd geregistreerd: die doden vielen immers op afstand van de eigen stellingen en konden vaak niet geteld worden. Een voorbeeld: op 19 oktober 1947 werd een ‘zuiveringsactie’ uitgevoerd in en rond het plaatsje Karanganyar (Midden-Java). De actie opende met grootschalig artillerievuur. Aan het einde van de actie werden 124 vijandelijke doden geteld, ‘niet inbegrepen de dooden veroorzaakt door artillerievuur’. De verantwoordelijke commandant schatte dat aantal op ongeveer 500. Op een monument dat vandaag de dag te Karanganyar te bezichtigen is wordt het totale dodental zelfs op 784 gesteld, hoewel het onduidelijk is waarop dat aantal gebaseerd is. Maar wat er in de rapporten van het HKGS werd opgenomen was enkel de getelde 124 doden.

Er zijn dus goede redenen om aan te nemen dat de telling die uit ons onderzoek naar voren komt slechts een ondergrens van het aantal Indonesische doden betreft. Het is echter ook mogelijk dat in enkele gevallen te hoge cijfers werden opgegeven. Patrouillecommandanten hadden soms de neiging om bewust te hoge aantallen vijandelijke doden aan te geven. Dit aantal is immers een van de weinige tastbare maatstaven van militair ‘succes’ – hoge vijandelijke verliescijfers tonen je meerderen dat je je werk serieus aanpakt.

Dit fenomeen is ook bekend uit de Vietnamoorlog. Wij kunnen niet uitsluiten dat het in Indië ook incidenteel is gebeurd, maar het lijkt ons onwaarschijnlijk dat het structureel of op grote schaal voorkwam. In tegenstelling tot de Amerikaanse legerleiding in Vietnam heeft de Nederlandse legerleiding in Indië in ieder geval nooit expliciet een grote body count als maatstaf van succes aan haar troepencommandanten voorgehouden en daarmee zelf overschattingen in de hand gewerkt. Integendeel, de hogere militaire autoriteiten stonden doorgaans op accurate numerieke rapportage. In de rapporten komen we dan ook regelmatig tegen dat de troepencommandanten zowel getelde aantallen doden als bijkomende geschatte aantallen doorgeven. Alleen de getelde aantallen werden dan centraal geregistreerd.

Het kan al met al dus zijn dat Loe de Jong er met zijn 100.000 Indonesische doden niet al te ver naast zat, maar het is waarschijnlijker dat het werkelijke aantal hoger lag. In ieder geval is duidelijk dat hieronder niet ook de slachtoffers als gevolg van onderlinge Indonesische strijd verdisconteerd zijn. Deze schatting betreft uitsluitend slachtoffers als gevolg van wapengeweld door troepen onder Nederlandse vlag.

Onze nieuwe telling van 97.421 gesneuvelde Indonesiërs (soldaten en burgers) moet gezien worden als een eerste stap. De aantallen in onze tabel kunnen op basis van meer divers bronnenmateriaal per regio en per periode stap voor stap nader worden gepreciseerd en gecompleteerd. Dat vergt gedetailleerd en tijdrovend onderzoek.

Waarom zouden we eigenlijk al die moeite doen om Indonesische doden te tellen? Om dezelfde redenen waarom we ons ook de moeite getroosten om Nederlandse doden van allerlei conflicten te tellen. Dit voorjaar gaf het Nationaal Comité 4 en 5 mei de tweede druk uit van de publicatie De doden tellen, waarin tellingen of beargumenteerde schattingen worden gegeven van de aantallen slachtoffers in verschillende categorieën (joodse slachtoffers, burgerslachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog, Nederlandse militaire slachtoffers in verschillende conflicten, et cetera). De Indonesische slachtoffers van Nederlands wapengeweld komen in dit boekje niet aan bod. In de inleiding merkt Regina Grüter terecht op: ‘Al zijn de exacte aantallen niet altijd bekend, en al weten we vaak niet hoe de slachtoffers aan hun einde zijn gekomen, het streven om zo adequaat mogelijke gegevens te achterhalen is van belang voor hen die hen willen herdenken, maar ook voor een dieper inzicht in onze geschiedenis.’ Volgens ons geldt dit echter niet alleen voor Nederlandse slachtoffers.

Nederland ziet zichzelf graag als gidsland voor de mensenrechten en put zijn inspiratie daarvoor onder meer uit de Tweede Wereldoorlog. Wil het daarin geloofwaardig zijn, dan moet het ook bereid zijn het eigen falen onder ogen te zien. De in Indonesië gemaakte slachtoffers horen daarbij. De tijd en moeite van dit soort onderzoek zijn we de doden aan beide zijden van de dekolonisatieoorlog verschuldigd. Het is bovendien noodzakelijk als we deze pijnlijke herinnering een passende plaats willen geven in ons collectieve historische bewustzijn. Indonesiërs waren niet slechts figuranten op het toneel van de Nederlandse geschiedenis. Zij speelden een hoofdrol.

Christiaan Harinck werkt aan het KITLV (Leiden), Nico van Horn werkte eveneens aan het KITLV en ging mei 2017 met pensioen. Bart Luttikhuis werkt aan de Universiteit Leiden

Lees verder…

Prachtige CD Wout Nijland met jubelende recensies

Prachtige CD Wout Nijland met jubelende recensies10897430292?profile=original

In het begin keken velen vreemd aan tegen de 'plotselinge 'zanger Wout Nijland. Hij was toch immers de organisator van de grote Pasar Malams Istimewa en manager van vele artiesten waaronder Riem de Wolff.

Maar inmiddels zijn de meningen totaal omgedraaid, want na zijn pensioen zette Wout door  met theateroptredens en tenslotte met de productie van een prachtige luister CD, die door vakgenoten is bejubeld. En ook het engagement van Wout klinkt door op de CD in lijn met zijn eerdere opvattingen. Zo liep hij mee met ICM demonstraties voor uitkeringen aan slachtoffers van de Jappenkampen, was betrokken bij de Papua's en zette zich in voor herbouw van de stad Semarang.

Hoe het begon
Wout Nijland is vanaf zijn kinderjaren bezig met muziek en zang. Dit bleef echter een nevenactiviteit in zijn drukke werkzame jaren  als ondernemer, activist, politicus en producer-manager. Velen  kennen hem nog van de roemruchte band The Jeans, de Goud van Oud festivals in Doorn, Wijk en Utrecht en van de vele Indische Pasar Malams. En van de huidige band Simply Friends.

Direct na zijn pensionering nam Wout zich voor zelf uit de kast te komen als singer/songwhriter. Tijdens diverse theateroptredens klonk steeds vaker bij het publiek de roep om een CD. En die CD is er gekomen met direct al jubelende recensies.
Een gesprek met een entertainer/zanger die veel gevoel en emotie in zijn werk legt.

Het luisterlied

"Tot aan mijn pensioen heb ik in mijn vrije tijd met de band en mijn combo altijd veel opgetreden", laat Wout weten. ,,Dan ging het om honderden bruiloften en partijen met als doel de mensen blij te maken. Na mijn pensioen ben ik mij gaan toeleggen op mijn echte talent, het Nederlandse luisterlied. Daarmee kwam ik terecht in het theater en op plekken waar mensen echt luisteren, zoals bij de Zonnebloem, ouderen instellingen en verpleegtehuizen. Met telkens weer de vraag: is er geen CD?

Gedurende zijn carrière zou Wout manager worden van verschillende bands en muzikanten waaronder Blue Diamond Riem de Wolff. ,,Dat was heel bijzonder", laat Wout weten. ,,Na het overlijden van zijn broer Ruud kwam Riem natuurlijk in een heel diep dal. Op zeker moment wilde Riem toch weer wat gaan doen. Nou was ik al redelijk bekend binnen de muziekwereld, o.m. door ondersteuning van mijn broer componist/zanger Theo Nijland en zodoende kwam Riem, die net als ik in Driebergen woonde, bij mij terecht. Vanaf dat moment heb ik hem niet alleen zakelijk maar ook persoonlijk kunnen bijstaan. Het was een heel mooie periode. 

Over de titel van zijn eigen CD 'Uit mijn leven'merkt hij op dat de titel en het zwaartepunt op de twee nummers 'Wassenaar' en 'Beter laat dan nooit' ligt. ,,Beide nummers gaan over mijn moeder", vult hij aan. ,,Mijn broer Theo schreef 'Wassenaar' en mijn nummer 'Beter laat dan nooit' is daar weer een reactie op. De thema's die ik bezing in een liedje blijken ook andere mensen te raken. Het gaat over geluk en humor maar ook over verlies aan liefde en nestwarmte, verdriet en de zin van het leven". Naast bewerkingen van nummers van Robert Long, Jules de Korte, Jeroen van Merwijk en anderen zijn er ook ook twee nummers van Elvis. Desgevraagd zegt Wout: "Ik kon het niet laten, Elvis was mijn idool en steun en het leek net of Elvis alleen voor mij zong. En waarschijnlijk niet helemaal toevallig heb ik ook een Elvis timbre in mijn stem"

Een unicum! Luisterpanel van 80 mensen beluisterden deze zomer de liedjes
In vier sessies hebben 80 mensen 18 liedjes beluisterd en een waardering gegeven. Dit heeft invloed gehad op de samenstelling van de CD, de volgorde van de nummers en op de titel. Bijna uniform wijst de waarderingt van het panel uit dat de kracht van Nijland ligt in het verhalen zingen, het vertellen van een verhaal dat je ziel binnensnijdt. 1 Liedje is daarbij gesneuveld.De CD bevat naast eigen werk van Wout ook covers van bestaande luisterliedjes met vaak eigen arrangementen van pianist Paul Brandsma en ondersteuning van saxofonist Harry Jekel, drummer Victor LeKranTy en de bekende zangeres Justine Pelmelay.


Lovende recensies
Daarnaast liet Wout de CD ter kennisname circuleren bij professionele vakgenoten. De recensies en commentaren bleken zeer lovend te zijn. Henk Westbroek liet hier kort en krachtig over weten: "Klinkt goed! Met jouw stem en eigen nummers doorgaan!." George Baker merkte op dat de songs van Wout heel persoonlijk zijn en onvergelijkbaar zijn met iets anders. "Nog wat van die pareltjes en Wout kan een plaats veroveren in het Hollandstalige chansongebeuren", aldus zijn commentaar. Daarnaast leverden ook Oscar Harris, Sylvia Elders (vanuit de Indische en Molukse Wereld) en Piet Jeuken (Maatschappij kritische luisteraar) jubelende reacties. ,,Om heel eerlijk te zijn, ben ik er een beetje door overdonderd", bekent Wout. ,,Natuurlijk heb ik altijd geweten wat ik in huis had en constant gewerkt om beter te worden; maar als je dit soort reacties krijgt van deze mensen die zo door de wol geverfd zijn, dan is dat een kroon op je werk."

 

De CD of USB stick is a € 16,50 verkrijgbaar door overmaking op NL48 INGB 000 236 7993

Met vermelding van huisadres voor toezending

www.woutnijlandevenementen.nl

Lees verder…

RAPPORT TRAKTAAT VAN WASSENAAR - 1966 (INHOUD - OPAGAVE)

10897429900?profile=original

RAPPORT TRAKTAAT VAN WASSENAAR 

I N H O U D

 

Samenvatting 

Voorwoord

 

        De Geschiedenis

 Van Nederlands-Indië naar Indonesië 

  1. De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog
  2. De Soevereiniteitsoverdracht
  3. Repatriëring van de Indische-Nederlanders naar Nederland
  4. Het ‘Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966’

 

 Huidige Ontwikkelingen

 

  1. Niet nakoming door Nederland van de financiële uitvoering
  2. Interventie door Kamerlid Halbe Zijlstra
  3. Verwijtbare bewuste nalatigheid van de Nederlandse regering

       

 

Ondernomen stappen

 

  1. Oprichting van het Actiecomité TvW-66 
  2. Verzending brief aan de Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders
  3. Ontvangst antwoordbrief namens Bert Koenders
  4. Ontvangstbevestiging van de brief
  5. Juridische bijstand het Jakarta Advocaten Team (JAT)
  6. Voorlegging aan het Indisch Platform (IP)
  7. Opstarten van de Petitie TvW-66
  8. Status Quo

        16.1  President Joko Widodo geïnformeerd

        16.2  Donatie gestart

        16.3  Campagne gestart om  >60.000 gedupeerden te bereiken.

 

 Voorstellen tot Regelingen

 

  1. Uitvoeringskosten
  2. Diversen / overige
  3. Waardebepaling/Indexering van Hf. 689 miljoen naar Euro 2,4 miljard.
  4. Inrichten van de organisaties
  5. Verdeling
  6. Reikwijdte
  7. Uitbetaling/Verrekening
  8. Disfunctionerend verdelingswet

 B  Einde Indonesische herstelbetalingen aan Nederland

 

                           

  1. Overzicht regelingen rond backpay en oorlogsschade, regeling inhoud/doelgroep
  2. Conclusies

 

Begrippen / Bronnen

 

Bijlagen 

 

Zitting 1966 - 906 5 (R 583 ) Goedkeuring van de op 7 september 1966 te ’s-Gravenhage, ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië inzake de tussen beide landen bestaande financiële vraagstukken.

 MEMORIE VAN TOELICHTING NR. 3.  

 

Petitielijst met 15.000 handtekeningen.

 

 10897429699?profile=originalRapport Traktaat van Wassenaar  in boekvorm door uitgeverij Calbona uitgegeven, is nu te bestellen.

Het boek is bestemd voor de groep die de petitie hebben ondertekend. En de groep die zich hebben ingeschreven als deelnemer van de claimorganisatie ACTW – 66.  Wie hebben aan het rapport gewerkt?   Bestuur van Nines Zuid, ICM redactie team, en team advocaten.

Om de feiten boven tafel te krijgen werd als leidraad het document “To forget of a promise for the Future van het Ministerie van Buitenlandse zaken gebruikt.  Bij de onderzoeken van de feiten zijn uiteraard mensen ondervraagt. Zo geeft  meer dan 15.000 aan nooit van het verdrag te hebben gehoord. Dit wordt min of meer ondersteund door WOB – verzoeken aan de andere Ministeries o.a. Economische zaken. 

Het rapport geeft ook aan de momenten dat de NL Staat mogelijkheid had om openbaar te maken.  Ook komt aan de orde  is de waarde nu  van het bedrag van traktaat dat in 1966 werd gesloten. Voor de opwaardering van het vermogen (689 miljoen – 39 miljoen) zijn verschillen rekenmethodes.  Voor de hand liggend is uiteraard voor welk percentage de 689 miljoen had op  de begroting van de miljoenennota 1966 drukte. Deze percentage dient vervolgens tegen de miljarden van nota 2019  te worden aan gehouden.

Het onderzoek en start van ACTW-66 begon in 2015,  moment dat ICM 10.000 handtekeningen overdroeg aan het IP,  Dit ten behoeve van de KNIL - Betalingen.   In deze tussen liggende periode waar ACTW-66 het onderzoek startte en frequent in conclave was met Ministerie van Buitenlandse Zaken, WOB Verzoeken, en onderzoek in het nationaal archief is het team tot schrikbarend ontdekkingen kwam, en in het verlengde van Grisselda,  die leidde tot het schrijven van een  aanvullend rapport .

Rapport gaat in welke stappen zijn ondernomen in fase I , welke stappen voor Fase II.  Niet onbelangrijk is dat wordt voorgesteld de uitbetaling  conform het model Het Gebaar te hanteren

.

Kortom dit rapport geeft u het inzicht wat zoal staat te gebeuren.

Het rapport boek onder het ISBN nummer  978-94-92575-18-0 is nu te bestellen via schwab@ICM-online.nl  .   Prijs  65 euro inclusief verzendkosten.    Ook kan U digitaal via Uw email over het rapport beschikken kosten 17,50.

 

 

Bestelformulier rapport boek  Rapport traktaat van Wassenaar onder het ISBN nummer  978-94-92575-18-0

 

Per Email  _________________________

Boekvorm 

Aantal  ____________  exemplaren

Naam _______________________________________________________________________________

Adres________________________________________________________________________________

Postcode _____________________________________________________________________________

Woonplaats __________________________________________________________________________

Telefoon _____________________________________________________________________________

Formulier kan U ook sturen naar F.Schwab/ICM wouterskampen 68  - 3849 BC Hierden

KVK - nummer 72173122   ---  

U kan  voor het boek het bedrag van 65 euro overmaken op Raborekening NL35 RABO 0377 57 9491  t.n.v. ICM Project & Event o.v.v. boek + adres.    Of  het 17,50 euro  o.v.v.  online versie  opgave van uw email.

 

Namens Administratie ACTW- 66

 

 

 

  

Lees verder…

Macron spreekt Beiroet moed in

Macron spreekt Beiroet moed in
 
Is ondenkbaar dat een Mark Rutte wordt omhelst in Jakarta door de Indonesische bevolking.   Weet U  het nog ? Heel  Nederland was voor de invasie 1947 / 1948 waar een deken overheen werd gelegd door politiek, media, en onderzoekers. De zogenaamde politionele acties.  Ruim 50.000 burgers lieten het leven. Genoide!  Wie waren die burgers ook al weer ?  Indonesiers, Nederlanders, Indische Nederlanders en Molukkers.  Had heel Nederland naar Drees geluisterd, dan had Nederland ook een "Libanon".  
Na 75 jaar is nog steeds gedonder over de bersiap, traktaat .....  Indische Gelden waar de Nederlandse Staat nog steeds op zit dat beloopt nu al in 18 miljard, ooit maakte Gerrit Zalm Kabinet en de Tweede Kamer hier op attent, weet U dat nog ?
 
Heel Nederland moet zich die schamen, dat na 75 nog steeds niet is opgelost !

’Ik ben hier om jou te helpen’

door 

BEIROET De schok en de tranen maken plaats voor woede. ’Hang de stroppen op’, is de kreet waarmee de inwoners van het verwoeste Beiroet hun pijlen richten op de politieke elite, die door jaren van wanbeleid het lont in de bom staken.

Tekenend waren de beelden van de Franse president Macron, die gisteren tijdens zijn bezoek door de verwoeste straten van Beiroet liep. Libanese politici hebben zich daar niet vertoond. Het geeft de immense kloof weer tussen volk en bestuur.

Op zoek naar leiderschap klampten de mensen zich aan Macron vast, schreeuwend om een revolutie in het land. Tienduizenden mensen hebben zelfs een petitie ondertekend waarin wordt opgeroepen om van Libanon weer een Franse kolonie te maken.

Macron verzekerde dat de Franse hulp niet in ’corrupte handen’ terecht zal komen en riep op tot hervormingen. Hij bezwoer dat hij geen blanco check zal uitschrijven voor het onder vuur liggende regime. Tegen een Libanees die zijn huis is kwijtgeraakt, zei hij: „ik ben hier niet om de autoriteiten te helpen. Ik ben hier om jou te helpen.”

De vrees voor chaos en geweld is groot als straks de doden zijn begraven en de speurtocht naar de laatste vermisten is afgelopen. Beiroet kolkt van woede. Er zijn geen arrestaties verricht noch verontschuldigingen aangeboden vanwege het feit dat de inwoners van de stad zes jaar lang naast een tikkende tijdbom leefden.

Een konvooi van oud-premier Hariri, exponent van de corrupte elite, werd al met stenen bekogeld. Overal op straat scanderen mensen leuzen: „De bevolking eist het einde van het regime!” En: „President Aoun is een terrorist!” De woede is zo groot dat een populaire tv-presentator op Twitter over de autoriteiten schreef: ’Of ze doden ons, of we doden hen.’

Premier Diab heeft een onderzoekscomité in het leven geroepen, met daarin verschillende ministers en de bazen van de veiligheidsdiensten. Binnen een paar dagen moeten zij met een rapport komen waarin de schuldigen worden aangewezen. Niemand heeft echter vertrouwen in de uitkomst. Organisaties als Amnesty en Human Right Watch dringen aan op een onafhankelijk, internationaal onderzoek. Dat deed Macron gisteren ook. Hij sprak van een ’politieke, morele, economische en financiële crisis’ .

Beiroet moet nu te midden van een economische crisis en een pandemie beginnen aan de wederopbouw. Door de verwoesting van de graansilo’s is er nog maar voor een maand graan op voorraad. Niemand gelooft dat het corrupte bewind in staat is die gigantische problemen op te lossen.

Lees verder…

Nieuwe, oude liefde geeft JUSTINE (61) nieuw leven

Nieuwe, oude liefde geeft JUSTINE (61) nieuw leven

Zangeres dacht altijd alleen te blijven:

JUSTINE PELMELAY had zich net neergelegd bij het idee altijd vrijgezel te blijven toen een telefoontje van een oude bekende haar leven op zijn kop zette. Een man die zij al 46 jaar kent is nu haar nieuwe liefde. Jong geluk dat echter nu al door ziektes wordt bedreigd...

Ze kende in de liefde de nodige tegenslagen en Blijf zoals je bent, de Eurovisie Songfestivalklassieker waarmee JUSTINE PELMELAY (61) zichzelf in 1989 op de kaart zette, was bij haar minnaars meestal tegen dovemansoren gezegd. Maar de zangeres gaf nooit op en heeft een nieuwe liefde die ze deze week trots aan PRIVÉ presenteert.

Na twee mislukte huwelijken en een paar andere escapades heeft JOHN BLIJLEVEN (66) haar bestaan positief op zijn kop gezet en in elk geval voor de zangeres doet hij zijn naam eer aan.

Berichtje 

Justine: „Mijn laatste relatie eindigde zes jaar geleden en eigenlijk was ik ervan overtuigd dat een nieuwe er niet meer in zou zitten. Hoe meer ik me daar ook op instelde, hoe beter het vrijgezellenleven me ook afging.”

Het was vooral haar gezondheid die haar in de weg zat. Door een beenmergziekte was Justine lang aan huis gekluisterd. Positiviteit en energie haalde ze uit haar werk als studiozangeres, maar dat viel dit voorjaar ook in een klap allemaal weg. „Al acht jaar loop ik ziekenhuis in, ziekenhuis uit. En ik was net terug van weer een bloedtransfusie, toen ik mijn gsm zag oplichten en een berichtje kreeg van een nummer dat ik kende. Of ik met hem wilde praten. Ik had jaren niets van hem gehoord, maar ik heb hem direct gebeld en we hebben diezelfde avond tot drie uur ’s nachts met elkaar aan de telefoon gezeten!”

De twee blijken zelfs heel ver terug te gaan. De latere Songfestivaldeelneemster was 46 jaar geleden verkoopster bij Blokker, waar John als etaleur werkzaam was. „Eens in de drie weken kwam hij langs bij ons filiaal en ik weet nog dat hij toen altijd al indruk op me maakte. Het was een prettige verschijning, zeg maar. Nee, we hadden niets. Dat kon ook niet. We waren allebei bezet en een halfjaar na onze eerste ontmoeting in de winkel trouwde hij, dat weet ik nog. Toch bleven we nog jaren contact houden, hij was een soort klankbord voor me.”

John: „Ik ben zelfs op haar tweede bruiloft geweest.”

Somberheid

Het lange, nachtelijke telefoontje kreeg al ruimschoots vervolg. Justine: „Ik noem hem nu mijn redder. Ik denk dat ik midden in de coronacrisis werkeloos in mijn somberheid was weggezakt als hij niet net op dat moment contact had gezocht. Ik ben een blij mens.”

Toch zijn er ook donkere wolken die het jonge geluk bedreigen. Justine heeft haar gezondheidsproblemen en ook John wordt behandeld tegen een ernstige ziekte. „Toch staan we positief in het leven”, vertellen ze woensdag samen in de nieuwe editie van weekblad PRIVÉ, waarin ze hun indrukwekkende verhaal doen.

Lees verder…

Een mooi collect Item !

Een mooi collect Item  !
Speer project van ICM voor de Pasar Malams, helaas 2020 kunnen wel schrappen, maar U kan nu voorlopig Online bestellen via info@icm-online.nl  totdat ICM weer op de Pasar Malams is te vinden. Voor meer kerstgeschenken ga  naar ICM Webshop  klik op WEBSHOP 
10897429462?profile=original
10897429881?profile=original
10897430064?profile=original

Een mooi collect Item voor onder de Kerstboom!\

Wat dacht U een pracht Foto Albumboek, de kleurrijke foto's vertellen U de bewegingen, de geschiedenis van de IndoRock. Van het ontstaan van de bandjes, tot het heden te zien te zijn op de podia van Pasar Malams, de Koempoelans.  Er zijn vast bands bij die u kent of Uw favoriete zijn of zelfs nu op SBS of omroep Max!

Het Albumboek is full Color, telt 200 pagina, s op fotopapier van de hoogste kwaliteit. Bij opslaan al singles van label DECCA, en Columbia, waarop vele bandjes toen hun muziek op uitbrachten.  De eerste foto gaat terug naar de jaren '50 met George de Fretes, en zijn Royal Hawaaien,   the Bright Stars, The Jackhals, The Stroling Pl ayers, The Mistery Five,  The Black Rocking Cats ................................................................................

Ons speer project van ICM voor de Pasar Malams viel in het water door de Covid - 19 regels dat de Pasars verboden zijn open te gaan door die Overheid, uiteraard staat bij ICM het welzijn van de mensen bovenaan.  Grote investering die zo in de prullenmand  verdween, ruim 4 jaar is aan dit Fotoalbum gewerkt door Rudy.   Helaas het pasarjaar 2020 kunnen wij wel schrappen, maar U kunt nu voorlopig Online bestellen totdat ICM weer op de Pasar Malams is te vinden, en met uw bestelling steunt ons tegelijkertijd te bestellen bestel@icm-online.nl of info@icm-online.nl. Voor meer kerstcadeaus ga naar onze ICM webshop op WEBSHOP

 

Lees verder…

Rutte: diepe excuses voor structureel geweld in Indonesië

10897429675?profile=original

Bronvermelding NOS

Premier Rutte biedt naar aanleiding van het rapport over geweld tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog "diepe excuses" aan aan de bevolking van Indonesië. Hij voegt daaraan ook excuses toe aan iedereen in ons land die werd geraakt door het geweld.

"Voor het stelselmatige en wijdverbreide extreme geweld van Nederlandse zijde in die jaren en het consequent wegkijken door vorige kabinetten maak ik vandaag diepe excuses aan de bevolking van Indonesië. Vandaag moeten we bovendien constateren dat excuses op hun plaats zijn voor iedereen in ons land die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven.

Rutte zegt dat de verantwoordelijkheid voor deze "zwarte bladzijde" niet bij individuele militairen ligt, "die slecht voorbereid op een onmogelijke missie werden gestuurd". Hij wijst de instanties aan die het institutionele geweld mogelijk maakten: de Nederlandse regering, het parlement, de krijgsmacht en de juridische macht. Hij spreekt van een collectief falen.

"De heersende cultuur was er een van wegkijken, afschuiven en een misplaatst koloniaal superioriteitsgevoel. Dat is, zelfs na zoveel jaren, een pijnlijke constatering." 

Deze excuses zijn wat ze zijn: voluit de erkenning dat wij met z'n allen gefaald hebben.

Premier Rutte

De premier gaat verder dan de excuses die koning Willem-Alexander in 2020 al aanbood. Op staatsbezoek in Jakarta sprak die toen over "geweldsontsporingen", in lijn met het kabinetsstandpunt dat geweld wel was voorgekomen, maar een uitzondering was.

Rutte erkent dat die lijn, die opeenvolgende Nederlandse kabinetten sinds 1969 aanhielden, niet meer houdbaar is. Volgens is "een verdere precisering" van die woorden nodig nu is vastgesteld dat geweld stelselmatig en wijdverbreid was.

Gevraagd of de excuses ook betekenen dat meer groepen aanspraak kunnen maken op herstelbetalingen, verwees Rutte naar de bestaande regelingen voor nabestaanden maar kondigde geen nieuwe aan. "Deze excuses zijn wat ze zijn: voluit de erkenning dat wij met z'n allen gefaald hebben."

Rutte kondigde ook geen nieuw standpunt aan over eerherstel voor de dienstweigeraars van destijds. Volgens hem is het lastig om daar in algemene zin uitspraken over te doen, omdat de verschillende omstandigheden van elk geval niet precies zijn vast te stellen.

Lees verder…

ICM ARCHIEF :  Open brief aan Pieter Omzicht

Kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie

10897429499?profile=original

Geachte heer Omzicht,

Aller eerst onze felicitaties voor het behaalde resultaat.

 

Terecht de stem van de CDA - leden. Als redacteur kan ik u zeggen dit wat Uw leden laten zien zal het algemeen beeld worden bij de verkiezingen. Toch mooi dat een CDA een dergelijk talent in haar partij heeft. Geen woorden maar daden, en niet de praatjes Forum van Demogratie, PVV, GroenLinks, die geen gaatjes vullen, en ook onze Henk Rol, die niets voor de ouderen heeft gedaan. Vooral een Jesse Klaver, en een Jette met hun klimaatakkoorden kunnen wel gelijk hun bezem gaan inpakken.

 

Ik zat bij seminar voor journalisten, en onze Reiner van Zutphen van de Ombudsman gaf schitterende praktijkvoorbeelden hoe leden van de Tweede Kamer steeds verder af staan van de burgerij, en dan nog durven te noemen dat ze Volksvertegenwoordigers zijn, terwijl geïnstitutionaliseerde discriminatie nog steeds verankerd ligt bij de ambtenaren van de departementen, en Ministeries, kijk naar de 500.000 Nederlandse Indische Burgers hoe deze zijn behandeld in die 70 jaar.

 

  Mijn persoonlijke mening,

  Discriminatie ligt bij de mens. Je identificeert jezelf met de groep waar je denkt thuis te horen. Dus onbewust doet iedere mens.   Ook binnen Ministeries bij de ambtenaren, spreek men van bedrijfsculturen. Je hoort er bij of niet!

 

Terugkomend op Reiner van Zutphen,

 Heel veel commissies heeft VWS ingesteld om alleen al de feiten van de 500.000 Nederlandse Indische Burgers over de periode 1941-1945, 1946, en 1947-1962 onder het tapijt te vegen.  Nooit is puur hiernaar een onderzoek ingesteld zover mij bekend. 

 

Later wordt hierop teruggekomen, eerst onderstaande ingezonden stuk van een ICM abonnee, dat op 2 juni met een open brief aan uw collega Klaas Nijhof werd verstuurd.

__________________________________________________________________________________________________

Kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie

 

Rutte komt zelfs met nieuwe inzichten t.a.v. Zwarte Piet; Grapperhaus en Halsema vechten elkaar de tent uit: het zijn hypocrieten pur sang met een slecht historisch besef....

Als voormalig kolonisator deed NL niet anders; kolonialisme is per definitie geïnstitutionaliseerde discriminatie.

 

Het repressieve beleid was gericht op uitbuiting en achterstelling. De koloniale samenleving was immers een gelaagde samenleving met een "witte bovenlaag".

Wij Indo's (Nederlandse Indische Staats Burgers)  hadden maar 1 optie: je zo snel mogelijk aanpassen aan die blanke bovenlaag (culturele en intellectuele aanpassing); die grondhouding tref je tot heden nog steeds aan door die ingebakken autoriteitenvrees en dodelijke beleefdheid ("ja, meneer; nee, meneer, heeft u goed geslapen, meneer?"). Ze kunnen je immers maken en breken....

 

Het instrumentarium is altijd heel creatief en uitgebreid aanwezig in het ambtelijk apparaat structureel en systematisch verankerd in regels, wetten en procedures...,

Na meer dan 300 jaar kolonialisme is het daarom naïef te denken dat het uit het DNA van deze wereldberuchte slavenhandelaren zou zijn weggezuiverd.

 

Wellicht ligt deze discriminatie ook ten grondslag aan het feit dat onze KNIL-militairen nimmer hun achterstallig loon hebben gekregen......!   Periode 1947 tot 1962  de 341.000 Nederlandse Indische Burgers nimmer  is  uitbetaald voor het verlies van al hun bezittingen, terwijl nadrukkelijke de republiek Indonesië het bedrag aan Nederland heeft betaald!(discriminatoire achterstelling: een wettelijke grondslag cq rechtstitel voor deze discriminatie is er immers niet).

In sociaal opzicht werd deze constellatie in Holland zelfs nog uitgebreid door de mensen hier uitgedragen in de 50er jaren: Ik en menigeen werden toen nog uitgescholden voor poepchinezen, die moeten oprotten naar hun eigen land (sic), en dat ons eten zo stonk, etc.etc. 

Aan den lijve ondervonden; later in de 70 jaren werd mij tijdens een sollicitatiegesprek een compliment gegeven, dat ik zo goed Nederlands sprak...... Koopman of Dominee: ze zijn niet te vertrouwen. Belanda Boesoek is een gevleugeld gezegde in vml. Indië; heb ik nooit kunnen vergeten als ik die boeren zie.

 

Nu blijkbaar de geesten rijp zijn; lijkt mij dit onderwerp zinvoller ons "oudzeer" nu eens in dit licht te (her)zien.

_____________________________________________________________________________________

Tot orde van de dag.

Onderzoekrapport naar tegoeden

particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in Indie 1940 -1958

Rapport is te vinden op https://st2.ning.com/topology/rest/1.0/file/get/3036571320?profile=original

Rapport van Gaalen op pagina  11 stelt;

 dat tot op heden niet voldoende in beeld is gebracht  voor  de gedupeerden, als volgt  te lezen als  341.000 Nederlandse Indische burgers,  en roept nog steeds vragen op. Gaat om problematiek waar nauwelijks onderzoek is gedaan.  Vanuit de politieke en militaire geschiedschrijving zijn de jaren 1941 – 1950 redelijk in beeld gebracht,  vanuit economische - en  optiek financiële niet bestudeerd.

Rapport van Gaalen op pagina 13 stelt ;

wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel. Wat was het gevolg of gevolgen  door het gevolgde bepleit van de  Overheid voor de particulieren tegoedhouders.

 

VERZOEK TOT

Daarom al zoals de aanbeveling zeer wijs acht  om hierna een onderzoek naar in te stellen naar "wat is de rol van de Overheid al dan niet de bescherming van de belangen van de  particulieren tegoedhouders of financiele instellingen, met name via rechtsherstel van de 341.000 Nederlandse Indische Burgers.

Namens ICM lezers, en abonnees.

Lees verder…
Jakarta - Al 8 miljoen euro van verdachte Nederlandse Maria L. (62) in beslag genomen

door 

JAKARTA

Maria L., de 62-jarige Nederlandse die donderdag vanuit Servië werd uitgeleverd aan Indonesië vanwege een megafraudezaak, wordt beschuldigd van grootschalige corruptie en witwassen. Er is inmiddels voor ruim 8 miljoen aan bezittingen van haar in beslag genomen.

Dat werd vrijdag bekendgemaakt op een speciaal belegde persconferentie door Listyo Sigit Prabowo, hoofd van de Indonesische criminele inlichtingendienst. Het nieuws over L., die vanwege een internationale signalering werd gearresteerd toen ze vanuit Nederland naar Servië reisde, is breed uitgemeten.

Het lijkt erop dat de vrouw een kapitale fout heeft gemaakt door zich veilig te wanen in het Oost-Europese land, dat geen uitleveringsverdrag met Indonesië heeft.

Door diplomatiek overleg op het allerhoogste niveau, waarbij zelfs president Aleksandar Vučić betrokken was, is ze toch in Jakarta aan de Indonesische autoriteiten overhandigd. Justitie in het Aziatische land maakte naar eigen zeggen al zeventien jaar jacht op de ’superfraudeur’.

Tweemaal, in 2010 en 2014, werd Nederland aangespoord haar uit te leveren, maar die verzoeken waren tevergeefs. „Nederland levert geen eigen onderdanen uit”, bevestigde een woordvoerster van het ministerie van Justitie en Veiligheid al.

L. zou Indonesië zijn ontvlucht kort voor ze in 2003 werd verdacht van de megafraude, die in totaal om zo’n 175 miljoen euro draait. Via vervalste documenten zou ze via de Bank Nasional Indonesia aan het enorme bedrag aan leningen zijn gekomen. De andere hoofdverdachte in de zaak kreeg in 2005 levenslang.

Lees verder…

ICM Persverklaring

   10897429085?profile=original

ICM PERSVERKLARING

 

 

Namens

 

Op 15 maart 2022 om 13.40 uur zal het ICM namens de 15.000 ondertekenaars de Petitie het rapport Traktaat van Wassenaar plus de aanvullende stukken aanbieden aan de voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken, mevrouw Drs. A.H. (Attje) Kuiken. Alle deelnemende partijen die zitting hebben in deze commissie zullen de Petitie en de aanvullende stukken ook ontvangen.

 

Wij,

de Nederlands-Indische burgers, zijnde de Nederlanders, Indische Nederlanders, Molukkers en Nederlanders van Joodse afkomst.

 

Constateren,

dat de Nederlandse Staat de betalingsverplichtingen als gevolg van de oorlogsschade over de periode 1947- 1962, dat ten dele in het Traktaat van Wassenaar in 1966 is vastgelegd, tot op de dag van vandaag, al ruim 56 jaar nog niet is nagekomen en de Nederlandse Indische burgers nimmer schadeloos heeft gesteld voor het verlies van bezittingen, banktegoeden, als gevolg van de oorlogshandelingen tijdens de Japanse bezetting, de Bersiap en de militaire acties en de gevolgen van de Overeenkomst van Linggajati en de overdracht.

 

 

En EISEN

 het volgende: In beginsel dient de Nederlandse Staat zijn oprechte welgemeende excuses te maken aan de Nederlandse Indische burgers.

  1. Dat de Nederlandse regering de uitvoering van het hoofdrapport Traktaat van Wassenaar per direct volgt, zodat morgen al kan worden begonnen met uitbetaling aan de 15.000 claimanten die zich hebben gemeld.
  2. Dit in navolging van de “recentelijk NIOD uitspraak “ waar de nabestaanden, de Indonesische bevolking schadeloos wordt gesteld.
  3. Het uitbetalen van de bijgevoegde declaratie die een overzicht is van ruim 7 jaar intensieve arbeid en de kosten die daarvoor zijn gemaakt. De arbeid die het Actie Comité TvW-66 heeft moeten verrichten omdat de Nederlandse Staat verzuimde dat te doen.
  4. Dat het Actie Comité TvW-66 (stichting), het team die door mij, Ferry Schwab in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd.
  5. Alle uitvoerende werkzaamheden en benodigde zaken door de NL Staat wordt betaald.

 

 =====================================================================================

Voor redactie:

Heeft u vragen dan kunt u contact opnemen met Ferry Schwab tel.: 06.37282433 

Lees verder…

.

10897429270?profile=originalSchriftelijk Interview Min. VWS

Staatscretaris heer Paul Blokhuis.

Door Editor ICM Ferry Schwab sr,

Datum 9 April 2019

1. Ten aan zien  van het beleid op het Welzijn m.b.t. Nederlandse Indische Gemeenschap (NIG) is deze anders dan uw voorgangers; Martin van Rijn, en Jet Bussemaker?

........................................................................................................................................ 

 

2.

Uw Ministerie draagt de naam het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kortweg VWS, ik doel op "Welzijn en Sport" en ik zie dat uw Ministerie daar zeer actief is in de Nederlandse samenleving de afgelopen 20 jaren. Wat heeft Uw Ministerie voor NIG betekend, praat dan over die populatie van twee miljoen Indo's voor hun welzijn? 

..........................................................................................................................................

3.

 Welzijn & Sport is de missie van het Ministerie VWS, die zeer ruim wordt gehanteerd als het om andere groeperingen binnen de Nederlandse samenleving gaat, behalve dan voor de NIG wordt ingezet, of werd ingezet de afgelopen 20 jaar, deelt U ook deze mening?

..........................................................................................................................................

4.

In het verleden, waar wel beleid van uw Ministerie op is geënt het niet onderkennen cq. het erkennen van het bestaan van een NIG, ik verwijs naar een VWS Kamerstuk ergens in 2001, deelt U deze mening nog steeds anno 2019?

..........................................................................................................................................

 

5.

Met nadruk leg ik accent op het Welzijn van NIG, en met NIG doel ik op de groep Nederlands Indische mensen die na 15 augustus 1945 in het Voormalige Indië woonden, en letterlijk nadien het land werden uitgezet, het waren dus keiharde vluchtelingen, mede in Indonesië zijn geboren, nooit in Nederland zijn geweest. Alles hebben deze Indische vluchtelingen zelf moeten betalen, waarvoor Uw Ministerie totaal geen oog heeft gehad, en Uw Ministerie cq zich bezighield met de oorlogsslachtoffers, dus de groep voor 15 augustus 1945; zijn dit ook Uw waarnemingen? 

..........................................................................................................................................

6.

Beseft Uw ministerie door slechts aandacht te schenken aan deze groep die de oorlog heeft meegemaakt die door het Indisch Platform werd bijgestaan, die ik als de eerste generatie classificeer, hierdoor geen aandacht ging naar tweede generatie die van 15 augustus 1945 tot 1962 de bersiap hebben meegemaakt?

..........................................................................................................................................

7.

Niet alleen het dossier van de bersiap raakte hierdoor helemaal naar de achtergrond, maar ook de ruim 159.000 mensen die niet zijn toegelaten, omdat ze hun papieren waren verloren door die oorlog (dus statenloos zijn geraakt), dan het dossier het traktaat van wassenaar, vervolgens het dossier AOR dat nu geldt voor de Indischen die nu in Indonesië zitten en recht hierop hebben, de vergeten Indische oudjes waar omroep MAX zich om bekommert,  tot slot het Welzijn van de NIG, wat gaat U doen ten aanzien van de openstaande dossiers, behoudens het traktaat is hier niet van toepassing, dus achterstallig onderhoud op het welzijn van NIG? 

..........................................................................................................................................

8.

Met klem en nadruk, bemoei ik me niet met lopende zaken / dossiers via het IP, mede omdat ICM achterban, die deelneemt aan de huidige Nederlands Indische samenleving en dat zijn er over de 1 miljoen, het Indisch Platform niet erkennen. Het IP is benoemd en ingericht door oud RIP Ruud Lubbers zonder stemming of mandaat van de NIG. Het is dus een FARCE dat IP als vertegenwoordiger wordt gezien van de Nederlandse Indische Gemeenschap van twee miljoen.Menigeen wil zelf het IP aanklagen wegens het gebruik van de term NIG, terwijl men nog geen 7.000 man als achterban heeft, hoe ziet U dit?

..........................................................................................................................................

9.

Ik wil zoveel mogelijke niet over de Indische pijntjes hebben als media, maar je komt er niet onderuit aangezien de begrippen, terminologie en entiteiten zoals Uw Ministerie de afgelopen 20 jaar naar het NIG kijkt, en toch b adinerend. Is het belangrijk om de NIG te verdelen in de groepen die;

 1) de oorlog hebben meegemaakt tot 1945

 2) na 15 augustus 1945 bersiap tot 1962,

3) kinderen die in Nederland zijn geboren.

 Dan de vraag stellen als Ministerie van Welzijn wat Uw Ministerie voor de groep na 1945 heeft betekent en gerealiseerd?

..........................................................................................................................................

 

10.

Ik kan niet laten dat Uw Ministerie of de Overheid zich wel bekommert om de andere groepering, terwijl hier sprake is van gelijkgestemden.

Ik wil mij alleen beperken tot de Molukse Gemeenschap. Deze verzochten mij om een pasar malam te organiseren. Tijdens plannen van de promotionele acties kwam ik aan de weet dat de Molukse Gemeenschap ruim 62 wijkcentra plus kerken plus een museum hadden, ik viel van verbazing van mijn stoel, en wij het NIG moeten nog de eerste euro ontvangen in het kader van het Welzijn, hier komt nog het jaarlijkse onderhoud bij. 

 Hoe rijmt u dit?

..........................................................................................................................................

11.

Na deze lange aanloop kom ik op het punt waar ik wil zijn. 

Hoe denkt uw Ministerie VWS met terugwerkende kracht die compensatie te verlenen voor het Welzijn van NIG, waar het  wel om de mensen gaat die geboren zijn na 15 augustus 1945 tot 1962, mijn onderzoek zegt dat het om ongeveer 40.000 gaat? 

...........................................................................................................................................

12.

Met nadruk leg ik het op het Welzijn van de Indische mensen, 1 van de taken / missie van uw Ministerie. Zoals U via ICM krantjes het beeld wordt geschetst dat er ruim enkele miljoenen mensen genieten van dit Indische Welzijn, die allen burger initiatieven zijn, alles uit de eigen zakken wordt betaald. Om maar te noemen de Indische muzikanten, artiesten, kunst, literatuur, dansen, eten, organiseren van pasar malams, koempoelans, masuk sadja's etc. Indische bladen, boeken, en Indische Internetkrant.

 Het hele jaar door dag in dag uit.

 Hoe denkt U hierin tegemoet te komen? 

..........................................................................................................................................

 

13.

Het nieuwe Indische huis in Den Haag is na constatering meer dicht dan open in vergelijking wat in het land gebeurt, die lopen als een trein. Ik wil mij ook geheel onthouden over de geschiedenis van Indische Huis ontwikkelingen, en kan niet meer dan concluderen van een mislukt project. 

Voorts vreemd dat een Indisch huis met een Indische cultuur zich verbindt met Molukse Gemeenschap; NIG was NOT amused, en voelde zich weer belazerd. Dit alles heeft te maken met “cijfers” dat de subsidie op de Molukse Museum is komen te vervallen, ik verwijs ook naar Uw voorganger van Ross die de wetten hiervoor indiende om alle subsidies en voorzieningen af te bouwen. Praten dan weer nog steeds over het aspect WelZijn.  ?

Wat vindt U hiervan?

..........................................................................................................................................

In deze 19 jaar van het bestaan van ICM als Indische Internetkrant, is het Indisch Huis er  niet in geslaagd die verbinding te leggen met de rest van NIG, dus die 2 miljoen Indo mensen, vrijwel weinigen kennen het bestaan van het Indisch Huis .Desondanks werden diverse consultatie - bureaus ingezet om Het Indisch Huis van Den Haag bij Bronbeek Arnhem in te kwartieren. De stap om weer terug te gaan naar Den Haag geeft bij velen in land een flinke waas voor hun ogen, weer een Haags onderonsje zoals bij Het Gebaar 2000/2001 waar alleen de Haagse Indo's uit die ruif aten. Waarom is niet via ICM stands op de pasar Malams en de ICM krant eerst een enquête gehouden?

..........................................................................................................................................

 

Anderhalf miljoen wordt in een  dood paard geïnvesteerd   -( Het Indisch Huis in Den Haag) waarom wordt er jaarlijkse geen subsidie gestopt in het Indische Welzijn voor het NIG in het land. Via alle bestaande infrastructuren kan die verbinding en die verankering worden gelegd naar alle groeperingen binnen NIG. Deze staan midden in de huidige Nederlandse Indische Gemeenschap.

Denk aan de Indische verankering via stands op de pasar malams, koempoelans, landelijke lezingen en masuk sadja ‘s. De spreiding is wel factor van 1000, ten opzichte van het Indisch Huis dat alle dagen is gesloten vanwege wederom een verbouwing, verwijs met klem naar de verbouwing in het gebouw in Scheveningen waarvan deze nooit afkwam, en in de steiger bleef.

Wat is uw standpunt / opstelling in deze? 

...........................................................................................................................................

 

 

Ik dank U voor het Interview en zie graag een vervolg tegemoet naar aanleiding van de publicatie op ICM, Indische Internetkrant en haar overige media – kanalen,

ICM Editor,

Ferry Schwab sr.

------- Oorspronkelijke bericht --------

Onderwerp: Fwd: Schriftelijk Interview Min. VWS Staatsscretaris Paul Blokhuis. Door Editor ICM Ferry Schwab sr,
Datum: 02-06-2020 12:53
Afzender: schwab@kabelfoon.nl
Ontvanger: k.dijkhoff@tweedekamer.nl, t.vgent@tweedekamer.nl, E <m.harbers@tweedekamer.nl>
Kopie: l.asscher@tweedekamer.nl, t.baudet@tweedekamer.nl, j.klaver@tweedekamer.nl, h.krol@tweedekamer.nl, emileroemer@sp.nl, m.rutte@tweedekamer.nl, g.segers@tweedekamer.nl, C.vdStaaij@tweedekamer.nl, marianne.thieme@tweedekamer.nl, g.wilders@tweedekamer.nl, m.agema@tweedekamer.nl, k.dijkhoff@tweedekamer.nl, p.dijkstra@tweedekamer.nl, t.hiddema@tweedekamer.nl, s.ozturk@tweedekamer.nl, pieter.omtzigt@tweedekamer.nl

Geachte heren Klaas Dijkhoff, Tobias van Gent en Mark Harbers,

Allereerst wil ik de heren hartelijk bedanken, waardeer dit zeerste dat vrij gedetailleerd heeft gereageerd op mijn stukken. Het onderstaande schriftelijk interview is uiteindelijk voorgesteld door Drs. F.H. van Dijk (Floris)  |  Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport  | Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO)  |  Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII (OHW)  .   Na heel wat omzwervingen door dit Ministerie, kwam heer van Dijk met een voorstel om schriftelijk interview, zou zich sterk hiervoor maken, ongetwijfeld, twijfel ik niet aan zijn bijdrage. Vond zeer vreemd al ICM editor van de Indische Internetkrant deze behandelwijze, doen ze dit ook met Nieuws uur etc...

Het ziet er naar uit dat de Heer Paul Blokhuis, niet met deze zaken geconfronteerd wilt worden. Het gaat nu om de generatie de kinderen van ouders die oorlog hebben meegemaakt, in Jappen kampen hebben gezeten, overdracht, de politionele acties 1947/1948 die vervolgens de bersiap inleidde, en het land wordt uitgezet, waar nooit een einde aan is gekomen.

Deze generatie bersiapkinderen hadden in de republiek dagelijks voor hun leven te vrezen, als moest conform bersiap regels, wilde je het overleven. In Holland aangekomen konden ze voor hun ouders zorgen. De ouders ,de oorlogslachtoffers,  hebben de volle aandacht gehad van VWS, praten dan nog niet over alle ter beschikking gestelde voorzieningen.  De laatste voorziening nog de backpay betaling waar Martin van Rijn zijn nek voor uitstak. Wie heeft hiervoor gezorgd de bersiapkinderen die 10.000 handtekeningen ophaalden voor de petitie aan Martin van Rijn.

Ik ben ook een bersiapkind, en ik heb niet te  klagen - heb 30 jaar een bureau gehad nmet 31 consultants die voor mij werkten, en jaren negentig uitsluitend multinationals bediend. Om mij heen zie ik al mijn kennissen, en vrienden van mijn leeftijd die leiden hieronder wat zij meemaakten in hun thuis situatie, lijkt mij onnodig om dit aan te duiden met coronavirus nu, hoe nu huiselijk geweld de pan uitrijst als ik de media mag geloven. 

Paul Blokhuis is met andere zaken bezig, heeft echt niet de intensie om de bersiap op te pakken, rest mij als media man om het aan U wereldkundig maken. 

Zien = geloven.

Dank voor Uw aandacht.

Ferry Schwab  sr.

Ik ben opa, drie zonen . rip dochter, en 7 kleinkinderen totaal zijn wij met 2 miljoen Indo's 

 

Lees verder…
10897429085?profile=original
ICM PERSVERKLARING
Petitie 15.000 + rapport traktaat Wassenaar aan de Tweede Kamer
Namens
Op 15 maart 2022 om 13.40 uur zal het ICM namens de 15.000 ondertekenaars de Petitie het rapport Traktaat van Wassenaar plus de aanvullende stukken aanbieden aan de voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken, dhr. Heerema R.J. (VVD). Alle deelnemende partijen die zitting hebben in deze commissie zullen de Petitie en de aanvullende stukken ook ontvangen.
Wij,
de Nederlands-Indische burgers, zijnde de Nederlanders, Indische Nederlanders, Molukkers en Nederlanders van Joodse afkomst.
Constateren,
dat de Nederlandse Staat de betalingsverplichtingen als gevolg van de oorlogsschade over de periode 1947- 1962, dat ten dele in het Traktaat van Wassenaar in 1966 is vastgelegd, tot op de dag van vandaag, al ruim 56 jaar nog niet is nagekomen en de Nederlandse Indische burgers nimmer schadeloos heeft gesteld voor het verlies van bezittingen, banktegoeden, als gevolg van de oorlogshandelingen tijdens de Japanse bezetting, de Bersiap en de militaire acties en de gevolgen van de Overeenkomst van Linggajati en de overdracht.
En EISEN
het volgende: In beginsel dient de Nederlandse Staat zijn oprechte welgemeende excuses te maken aan de Nederlandse Indische burgers.
1. Dat de Nederlandse regering de uitvoering van het hoofdrapport Traktaat van Wassenaar per direct volgt, zodat morgen al kan worden begonnen met uitbetaling aan de 15.000 claimanten die zich hebben gemeld.
2. Dit in navolging van de “recentelijk NIOD uitspraak “ waar de nabestaanden, de Indonesische bevolking schadeloos wordt gesteld.
3. Het uitbetalen van de bijgevoegde declaratie die een overzicht is van ruim 7 jaar intensieve arbeid en de kosten die daarvoor zijn gemaakt. De arbeid die het Actie Comité TvW-66 heeft moeten verrichten omdat de Nederlandse Staat verzuimde dat te doen.
4. Dat het Actie Comité TvW-66 (stichting), het team die door mij, Ferry Schwab in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd.
5. Alle uitvoerende werkzaamheden en benodigde zaken door de NL Staat wordt betaald.
=====================================================================================
Voor redactie:
Heeft u vragen dan kunt u contact opnemen met Ferry Schwab tel.: 06.37282433
Lees verder…

Hoe Nederland profiteerde van ‘Indië’

Hoe Nederland profiteerde van ‘Indië’

De prijs van de onafhankelijkheid

De financiële voordelen die Nederland met de Indonesische soevereiniteitsoverdracht in 1949 behaalde waren groot. Indonesië werd dan wel politiek onafhankelijk, maar in financieel-economische zin werd de koloniale verhouding geenszins geliquideerd.


medium_Souvereiniteitsoverdracht_aan_Indonesi%C3%AB_in_het_Koninklijk_Paleis_op_de_Dam._Toes__Bestanddeelnr_903-7672.jpg
De openingstoespraak van premier Willem Drees (staand) tijdens de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in het paleis op de Dam, Amsterdam, 27 december 1949. Naast Drees, van links naar rechts: Hamid II, de sultan van Pontianak, vicepresident Mohammed Hatta en koningin Juliana© Joop van Bilsen / Anefo / Nationaal Archief

Op 23 augustus 1949, een dinsdagmiddag met tropische temperaturen, zaten aan de ovale tafel in de Ridderzaal delegaties uit de Republiek Indonesië en de Federale Deelstaten en Nederland bijeen. Ze werden bijgestaan door de Verenigde Naties onder leiding van de Amerikaanse diplomaat Merle Cochran.

Nadat Soekarno en Mohammed Hatta op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid hadden uitgeroepen, volgde een bijna vijf jaar slepend politiek en militair conflict. Deze Ronde Tafel Conferentie was het beoogde sluitstuk waarin de partijen binnen twee maanden onder het wakend oog van de internationale gemeenschap tot de voorwaarden van de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië moesten zien te komen. Na de overdracht werd naar het voorbeeld van de Britse Commonwealth de ‘Nederlands-Indonesische Unie’ opgericht, die bestond uit het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Indonesië, met de Nederlandse vorstin aan het hoofd als Kroon der Unie.

De Indonesiërs waren in twee kampen vertegenwoordigd, maar ze waren eenzelfde agenda overeengekomen: soevereiniteit en niets minder. De voorwaarden, die behelsden nog een stevig gevecht aan de onderhandelingstafel. De Republikeinse delegatie werd voorgezeten door vicepresident Mohammed Hatta en oud-minister van Binnenlandse Zaken Mohammed Rum en de Federale vertegenwoordiging door premier Anak Agung Gede Agung en Hamid II, de sultan van Pontianak.

Namens de Nederlandse regering zaten minister van Overzeese Gebiedsdelen Johannes van Maarseveen, minister van Buitenlandse Zaken Dirk Stikker en de diplomaat Herman van Roijen aan tafel. Minister-president Willem Drees opende de historische conferentie en benadrukte dat er in Nederland nog grote groepen mensen tegen de overdracht gekant waren. Dat blijkt wel uit een stuk van politicus Frans Goedhart (PVDA) die onder het pseudoniem Pieter ’t Hoen in Het Parool schreef dat gelijktijdig ‘het koloniale gezelschap Rijkseenheid’ onder leiding van oud-premier Gerbrandy in de Haagse Dierentuin bijeen was om de soevereiniteitsoverdracht alsnog te stoppen. Deze ‘koloniale mannen’, aldus ’t Hoen, ontketenden liever een burgeroorlog in Indonesië dan dat tempo doeloe verloren ging.

De Nederlandse regering keek vooral met een financiële bril naar de afwikkeling. H.M. Hirschfeld, de invloedrijke regeringscommissaris en expert op het gebied van Nederlands-Indische financiën, zag de politiek staatkundige vraagstukken zelfs als ondergeschikt aan de economische. Zo was het belang van Nederland volgens hem, naast een gunstige schuldenregeling, het behoud en herstel van de beleggingen in plantages, mijnbouw en spoor- en tramwegen. ‘Hirschfeld aanvaardde met zijn opvatting dus de politieke dekolonisatie, maar wenste de financieel economische kolonisatie te handhaven’, aldus econoom J.M.M.J. Clerx, die het onderwerp behandelde in de boekdelen over het kabinet Drees-Van Schaik van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis uit 1991. Die handhaving van de koloniale verhoudingen blijkt ook uit een reeks voordelen die Nederland met de soevereiniteitsoverdracht behaalde, veelal ten koste van de jonge natie Indonesië.

De Nederlandse delegatie stak de onderhandelingen stevig in met de eis dat de gehele Nederlands-Indische schuldenlast van 6,5 miljard gulden op Indonesië over moest gaan, inclusief de kosten van alle recente militaire acties die naar schatting honderdduizend Indonesiërs het leven hadden gekost. In het originele wetsontwerp staat te lezen dat de ‘getroffen maatregelen tot herstel van orde en rust (…) in het belang van Indonesië (waren) geweest’.

Het moet voor de Indonesische delegatieleden een vreemde gewaarwording zijn geweest. Mohammed Hatta was tijdens de zogenoemde ‘Tweede Politionele Actie’ in 1948 nog gevangen gezet en dr. Leimena, een van de Republikeinse delegatieleden, had tijdens diezelfde actie in Yogyakarta een Nederlandse bom door het raam zien aankomen en net op tijd in een ruimte onder de trap weten te springen. Nu kregen zij de rekening van die Nederlandse bom gepresenteerd.

Ook aan Nederlandse kant waren er tegengeluiden. Een aantal progressieve Nederlanders, onder wie Jacques de Kadt en minister van Financiën van de staat Oost-Indonesië M. Hamelink, vonden dat de Nederlandse delegatie de soevereiniteitsoverdracht, die op last van de Veiligheidsraad ‘compleet en onvoorwaardelijk’ moest geschieden, ‘toch wel voorwaardelijk’ instak. Het schuldenvraagstuk, dat zij als de meest brandende kwestie zagen, kon wat hen betrof alleen betekenen: ‘van Nederlandse kant niets te eisen’. Zij vonden dat de Indonesische economie moest worden hersteld, waardoor Nederland handel kon blijven drijven met Indonesië.

De gemoederen liepen op in de speciaal voor het schuldenvraagstuk opgerichte subcommissie. Indonesië gaf aan zich neer te leggen bij de beslissing van de schuldencommissie, mits het tijdstip van de soevereiniteitsoverdracht niet in het geding kwam en de extra militaire kosten van de onafhankelijkheidsoorlog op de schuldenlast in mindering werden gebracht. De harde lijn van de Nederlandse regering was opmerkelijk omdat ze zelf op dat moment al een deel van de Marshallhulp en ook andere financiële baten voor de wederopbouw vanuit andere landen had ontvangen. Onder druk van VN-diplomaat Cochran werd twee miljard gulden in mindering gebracht. Uiteindelijk moest Indonesië 4,5 miljard aan schulden overnemen, met alle bijbehorende rente- en aflossingsverplichtingen.

Al waren het andere tijden, Suriname kreeg bij de onafhankelijkheid in 1975 volledige kwijtschelding van zijn schulden ter waarde van een half miljard. Bovendien kreeg het ten minste 3,5 miljard gulden aan ontwikkelingshulp.

De zogeheten schuldenkwestie bij de Ronde Tafel Conferentie was in het publieke debat langere tijd zo goed als in de vergetelheid geraakt, totdat het, inmiddels overleden, oud-lid van de Tweede Kamer (PVDA) Lambertus Giebels in 2000 in De Groene Amsterdammer betoogde dat Indonesië een significante financiële bijdrage had geleverd aan de wederopbouw van Nederland. Bijna net zo veel als Marshall. Hij gaf aan dat van die 4,5 miljard gulden aan schuldenlast in 1956, toen de betalingen door Indonesië werden stopgezet, nog ongeveer 650 miljoen resteerde en dat daarmee een kleine vier miljard aan Nederland was afgelost. Welk deel van de schuldenlast uiteindelijk is terugbetaald en of het oorspronkelijke bedrag juist was vastgesteld, dat vormt nog altijd onderwerp van discussie. Bronnen die zijn aangehaald door zowel Clerx, zoals Tweede-Kamerstukken, alsook Michael van Zeijl van de Grauwe Eeuw onderbouwen de restschuld die Giebels noemt en het bedrag wordt nog eens extra aannemelijk gemaakt in een document uit het Nationaal Archief in Den Haag, genaamd Nota Keuangan Negara met daarin de aflossingsoverzichten uit het jaar 1952-1953. De tussenstanden van de Nederlandse leningen sluiten goeddeels aan bij de leningsvoorwaarden.

Al is het belang van de Marshallhulp binnen de wetenschap decennia geleden gereduceerd, Giebels maakte de vergelijking tussen de bijdrage van Indonesië en de Marshallhulp om het belang van de Indonesische bijdrage kracht bij te zetten. Een interessante vergelijking, maar zijn conclusie klopte niet. Hij gebruikte voor de Marshallhulp van 1127 miljoen dollar maar één wisselkoers van 3,80 per dollar die pas vanaf 20 september 1949 gold, terwijl de eerste hulp Nederland al in april 1948 binnenkwam, toen de Bretton-Woods rate van 2,65 in gebruik was. Had hij hier wél rekening mee gehouden, dan was de kleine vier miljard juist méér dan de Marshallhulp geweest. Maar belangrijker is dat de overgenomen schuldenlast pas het eerste voordeel van de soevereiniteitsoverdracht voor Nederland was, naast ten minste vijf andere voordelen.

Het tweede voordeel zijn de transfers van winsten, pensioenen en dividenden die na de overdracht vanuit Nederlandse bedrijven in Indonesië terug mochten blijven vloeien naar Nederland. Iets waar de bedrijven hard voor gelobbyd hadden bij de Nederlandse overheid. Over de periode 1950-1957 ging dit in totaal om 3,2 miljard gulden, slechts een kleiner deel werd geherinvesteerd. ‘Nederland stelde bij de RTC zijn financieel- economische belangen veilig. Indonesië nam veel schulden over terwijl het lucratieve handelsverkeer gehandhaafd bleef’, aldus Clerx. Bijna de helft van het geïnvesteerde vermogen in het eilandenrijk was in Nederlandse handen en Indonesië mocht alleen via Nederland naar Europa exporteren. Van de door Nederland beloofde opname van Indonesiërs in de leiding van bedrijven kwam in de praktijk zeer weinig terecht. Al waren het monetaire overheidsbeleid en het bedrijfsleven twee relatief gescheiden domeinen, ze werkten wel degelijk op elkaar in: de Nederlandse bedrijven in Indonesië hielpen, net als de Marshallhulp, om het dollartekort terug te dringen dat in Nederland met name tot en met 1949 heerste.

Het derde voordeel is dat Nederland zich met de soevereiniteitsoverdracht ontsloeg van de verantwoordelijkheid voor de economische wederopbouw van Indonesië, terwijl zowel de Japanse bezetting en de geallieerde bombardementen als de onafhankelijkheidsoorlog enorme materiële en economische schade hadden aangericht, die met de overdracht eind 1949 niet was hersteld. Nederland had namens Nederland/Nederlands-Indië een claim voor de geleden schade ingediend tegen Japan van 24,5 miljard gulden, ruim zevenmaal de Marshallhulp. Die claim werd later ingetrokken onder druk van Amerika uit angst voor het communisme.

Hoogleraar Wytze Gorter merkte het voordeel van ontweken kosten al op in The Economist van 1960, maar hing er geen prijskaartje aan. Minister van Financiën Piet Lieftinck noemde in Het Financieele Dagblad in 1949 alleen al een benodigde 1,6 miljard gulden voor wederopbouw voor de jaren tot en met 1952. Clerx refereerde in zijn boekdelen aan de verwachting van de Nederlandse regering dat de schuldenlast voor Indonesië in de komende jaren met drie à vier miljard gulden ging stijgen, wat gemiddeld gelijk stond aan de gehele Marshallhulp.

Waarom is de grote bijdrage vanuit ­Indonesië niet bij een breder publiek bekend geraakt?

Associate professor Pierre van der Eng (Australian National University) bevestigde dit beeld in het artikel Marshall Aid and Indonesia uit 2003, waarin hij de bespaarde hulpkosten over de gehele periode 1949-1960 op 7,25 miljard gulden berekende. Dit deed hij op basis van de daadwerkelijke hulp die Indonesië in de vorm van leningen, schenkingen en goederen van de Verenigde Staten en Europese landen ontving om het hoofd boven water te houden.

Van der Eng stelt dat Nederland gedwongen was geweest ‘om het financiële herstel van Indonesië uit eigen middelen te financieren’. Het argument dat Nederland toch niet had bijgesprongen omdat Nederlands-Indië technisch gezien een andere juridische entiteit was gaat volgens hem dus niet op. Ook schreef Peter Keppy (NIOD) in Sporen van vernieling uit 2006 dat Lieftinck zich bij gelegenheid op de autonomie van Nederlands-Indië beriep, maar zich aan de andere kant wel intensief met de financiën van de kolonie bemoeide. Nederland stond financieel ook garant voor meerdere leningen van zijn kolonie.

medium_SFA002018710.jpg
Grote belangstelling van Indonesische zijde voor het paleis op de Dam tijdens de soevereiniteitsoverdracht van Nederland aan Indonesië. Amsterdam, 27 december 1949© Fotograaf onbekend / Anefo/ Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad

Een vierde type voordeel dat Van der Eng noemt is dat met de ondertekening van de soevereiniteitsoverdracht naar inzicht van de onderhandelaars verschillende financiële hulp vanuit Amerika aan Nederland definitief loskwam. Nederlandse ministers hadden wel toezeggingen gekregen, maar absolute zekerheid was er niet: de hulp werd jaarlijks opnieuw door Amerika bekeken en werd als (symbolisch) pressiemiddel ingezet. Naast de resterende losgekomen Marshallhulp noemt hij ook een bedrag van 4,5 miljard aan militaire hulp over de periode 1949-1960. Daarmee komt hij met de eerste vier voordelen van de soevereiniteitsoverdracht op een totaal voordeel van ten minste 23 miljard gulden voor Nederland.

Het vijfde voordeel is dat Indonesië tijdens de Ronde Tafel Conferentie ook werd verplicht om te betalen voor nationalisaties. Weliswaar werden de Verenigde Staten van Indonesië al in 1950 opgedoekt door Soekarno en vervangen door de eenheidsstaat Republik Indonesia, de RTC werd pas in 1956 door Indonesië opgezegd en eind 1957 startten de onbetaalde inbeslagnames.

Indonesië kocht na de overdracht vanuit nationaal belang meerdere bedrijven, zoals bijvoorbeeld spoorwegen op Java en de Overzeese Gas- en Elektriciteitsmaatschappij (OGEM). Ook nam het de binnenlandse transportvluchten van de Koninklijke Nederlandsch-Indische Luchtvaart Maatschappij over, zo valt te lezen in Recollections van de Indonesische econoom Thee Kian Wie uit 2003. In Nederland is toch het beeld blijven hangen dat Soekarno uitsluitend bedrijven heeft geroofd. Toen oud-Indonesië-correspondent Michel Maas in 2008 in de Volkskrant stelde dat de ‘grootste’ nationalisatie van de Java Bank in 1951 zich al had voltrokken voordat alle bedrijven in 1958 werden genationaliseerd, liet hij achterwege dat die bank werd gekocht van aandeelhouders uit verschillende landen voor 120 procent van de beurskoers. Ook werden niet alle Nederlandse bedrijven (in 1958) getroffen door overname en nationalisatie, zo betoogde historicus J.T. Lindblad in 2007 in de NIOD-publicatie Van Indië tot Indonesië. De half-Britse Unilever en Shell mochten nog een tijd door in de jaren zestig en de Nederlandse Handelsmaatschappij (NHM), ‘bleef tot diep in 1960 functioneren’, nota bene het bedrijf waaraan Multatuli zijn aanklacht in Max Havelaar had opgehangen.

Het zesde, significante, voordeel, is dat door de soevereiniteitsoverdracht ‘alle rechten en verplichtingen’ van Nederlands-Indië stilzwijgend doorschoven op Indonesië, waardoor voortaan te pas en te onpas naar de rechtsopvolger gewezen kon worden in een lange reeks van netelige onthechtingskwesties.

Een voorbeeld is de Backpay-kwestie, het verzuim tot betaling van de volledige achterstallige salarissen en pensioenen aan alle ambtenaren in dienst van het Indische gouvernement tijdens de Japanse bezetting en in het bijzonder de krijgsgevangen militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). In de jaren voor de overdracht kregen gedupeerden met de Nederlandse nationaliteit slechts een klein deel van het uitstaande bedrag aangeboden, niet-Nederlandse overheidsdienaren kregen niets. In de jaren 1945-1949 baseerde de Nederlands-Indische overheid haar onwil om de achterstallige betalingen te voldoen, daartoe ingefluisterd door de Nederlandse regering op financieel onvermogen, aldus Hans Meijer in De Indische rekening. Ook onderzoekers Griselda Molemans en Henk Harcksen publiceerden over dit onderwerp, Molemans recent op onderzoeksjournalistiek platform Follow the Money.

Toen na de overdracht bleek dat andere landen wel volledige backpay hadden uitbetaald, kwam het geschil in Nederland voor de rechter waarbij de Hoge Raad elke verantwoordelijkheid van Nederland afwees, verwijzend naar de ‘rechten en verplichtingen’ van Nederlands-Indië die met de soevereiniteitsoverdracht waren overgegaan op Indonesië. Volgens een artikel in het Algemeen Dagblad uit 2017 ging het initieel al om een bedrag van 1,3 miljard gulden, verspreid over 82.000 gedupeerden.

In de omgang met Indonesische oorlogs-slachtoffers werd hetzelfde excuus gebruikt: een Nederlandse weduwe die in 1950 een zaak tegen de Nederlandse staat aanspande voor de moord op haar Indonesische man door een KNIL-militair in 1948, kreeg van het ministerie van Oorlog de boodschap terug dat Nederland de aansprakelijkheid doorschoof naar Indonesië. Na de rechtszaak en het hoger beroep volgde een schikking van 149.000 gulden, vandaag ruim 660.000 euro, waarbij elke aansprakelijkheid door Nederland werd afgewezen. De weduwe accepteerde het geld, maar niet de ontkende aansprakelijkheid. Ter vergelijk, negen weduwen uit Rawagede, nabestaanden van slachtoffers van oorlogsgeweld door Nederlandse militairen, kregen in 2011 een bedrag van 20.000 euro per persoon.

Nederland had in de jaren vijftig relatief meer te besteden omdat het de backpay maar voor een klein deel inloste. Die zuinigheid sprak ook uit de erbarmelijke opvang van de Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen. De regering onderneemt in dit soort kwesties vaak pas actie na grote maatschappelijke verontwaardiging of juridische druk. In de uitvoering van terugbetalingen worden allerlei soorten restricties aangebracht, zoals een leeftijdslimiet waardoor maar een deel van de gedupeerden de compensatie ontvangt. Compensaties houden bijna nooit vergoeding van reëel geleden schade in, maar krijgen het karakter van een tegemoetkoming, zoals het ‘gebaar’ naar de Indische gemeenschap voor de ‘kille ontvangst’, of de ‘symbolische’ compensaties aan de weduwen van Rawagede. Van een ruimhartige aanpak die ten minste poogt om financieel en moreel volledig recht te doen aan de openstaande rekeningen is het nog niet gekomen.

Naast de zes bovengenoemde voordelen waren er vanuit Nederland bezien ook nadelen. Zo werden de terugbetalingen in 1956 stopgezet, en was er het waardeverlies van in beslag genomen bedrijven. Deze en andere punten werden door Nederland samengevoegd in een zelf berekende restclaim van 4,5 miljard gulden en na onderhandelingen met Indonesië in een akkoord in 1966 teruggebracht – inclusief alle nog openstaande rekeningen uit de RTC – naar zeshonderd miljoen. Dat bedrag werd door Indonesië met rente tot en met 2003 terugbetaald. Een ander nadeel was het verlies van bezittingen op de balans dat overging naar Indonesië, zoals infrastructuur en bijvoorbeeld tien procent aan courante middelen. Maar tegelijkertijd waren ze wel tot stand gekomen tijdens een koloniaal tijdperk van uitbuiting, een gegeven dat Nederland destijds zelf niet lijkt te hebben willen onderkennen. Zo wilde Van Kleffens, de ambassadeur in Washington, deze ‘voordelen’ voor Indonesië tijdens de RTC-onderhandelingen bij het State Department naar voren brengen om aan te tonen dat minister Stikker geen ‘hard bargain’ wilde forceren maar juist ‘vrijgevig’ was richting Indonesië: Nederland had immers op eigen initiatief van alles moeten bouwen, ‘gezien de indolentie van de Indonesiërs’, zo staat te lezen in een brief van Van Kleffens aan Stikker van 9 oktober 1949 in de Officiële bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1945-1950.

De Marshallhulp gaf de Nederlanders ook indirect ondersteuning, zoals extra zelfvertrouwen. Maar hoe je de kubus ook draait: het Indonesië onder Soekarno droeg in de schrale jaren vijftig vele miljarden guldens méér bij aan Nederland dan de van de VS afkomstige Marshallhulp van 3,5 miljard gulden.

Vandaag de dag was de directe Marshallhulp omgerekend ongeveer zestien miljard euro geweest, inclusief een deel leningen. De voordelen van de soevereiniteitsoverdracht komen minimaal neer op 103 miljard euro. Als je alle potentiële aftrekposten aan beide kanten er vanaf haalt, en de losgekomen hulp vanuit Amerika ook in mindering brengt, zelfs als je alleen rekent tot de opzegging van de RTC in 1956, dan is het resterende voordeel nog steeds vele miljarden euro groter dan de Marshallhulp.

Waarom is de grote bijdrage vanuit Indonesië niet bij een breder publiek bekend geraakt? Van der Eng denkt dat het komt doordat ‘dergelijke geldstromen via banken buiten het zicht en wellicht ook de interesse van het grotere publiek stroomden’. Ook wijst hij als mogelijke oorzaak aan dat ‘achter de Marshallhulp een propagandamachine van de Amerikaanse overheid zat waarin de burgers in de Europese landen die de hulp ontvingen absoluut duidelijk werd gemaakt dat die steun uit Amerika kwam’. Maar het zal ook onderdeel zijn geweest van de langdurige maatschappelijke desinteresse voor de afwikkelingskwesties met Indonesië, zoals ook de Nieuw-Guinea- en de Molukse kwesties. Sutan Sjahrir, de eerste premier van Indonesië, sprak in 1951 de wijdverbreide Indonesische mening uit dat de voortdurende economische dominantie van de Nederlanders het werkelijke fundamentele probleem veroorzaakte in de relatie tussen Indonesië en Nederland. Nederland heeft niet alleen de politieke vrijheid van Indonesië met wapens in de weg gestaan, ook de postkoloniale relatie werd in financieel-economische zin langdurig gekenmerkt door een voortzetting van de koloniale verhouding.


Anne-Lot Hoek is historica en schrijft een boek over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog op Bali. Ewout van der Kleij is bedrijfskundige

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives