Alle berichten (27)

Sorteer op

10897325457?profile=original

Nabestaanden KNIL  woedend op het Indisch Platform (IP)

         Wij willen u hier graag ook reacties laten lezen van mensen die niet zo heel gelukkig zijn met het overeengekomen akkoord tussen Staatssecretaris Van Rijn en Het Indisch Platform. Zoals te verwachten was, zijn niet alle Indische mensen blij met dit akkoord en zijn van mening dat het Indisch Platform de poot stijf had moeten houden. Natuurlijk heel begrijpelijk, maar in ons openingsartikel is al vermeld dat dit “er niet inzat”. Toch wilden wij u deze tegengeluiden niet onthouden. Wie weet is het gevolg hiervan dat de Tweede Kamer zich nog eens achter de oren krabt    en ruimhartiger aan de vervolg-procedure invulling zal geven. Wij plaatsen hier een uitstekend verwoordend artikel uit Dagblad Trouw van 5 november 2015. De “quotes” hebben wij uit de tekst gelicht ter illustratie. Het artikel wordt gevolgd door een commentaar van de hoofdredactie en de senior redacteuren van    het Dagblad Trouw, eveneens geplaatst op 15 november 2015.

 

Nabestaanden zijn woedend over de vergoeding van achterstallige salarissen van het Nederlands-Indisch leger. Want als vader niet meer leeft, lopen zij die vergoeding mis.

Het is geen gift, het is salaris

Staatssecretaris Martin Van Rijn (VWS) had de reacties op zijn besluit om de salarissen van ambtenaren en militairen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië alsnog uit te betalen, waarschijnlijk anders ingeschat. De verbittering en frustraties over het gat van zeventig jaar tussen het eind van de oorlog en dit besluit dringen om de voorrang bij recht-hebbenden, maar vooral bij de nabestaanden.

Van Rijn en de belangen-behartigers van het Indisch Platform werden het dinsdag eens over een financiële regeling voor naar schatting 1100 mensen die nog in leven zijn. Zij krijgen per persoon 25.000 euro uitgekeerd, hopelijk nog voor de Kerst. Nabestaanden zoals weduwen en kinderen vissen achter het net.

Ik kan het niet uitleggen

Tot drie keer toe zegt Elisabeth Mollema het: "Het is geen gift, het is salaris." Ze is woedend over het besluit van Van Rijn. "Het is hun welverdiende geld, geld waar ze recht op hebben. Mijn vader heeft er duizend dagen voor in een Jappenkamp gezeten. Nu hij dood is, hebben zijn nabestaanden daar recht op."

Freddy Mollema was vliegenier bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) toen Japan in 1942 de archipel overrompelde. "Ze namen hem krijgsgevangen, hij belandde in een kamp in Japan. Hij heeft de atoombom op Nagasaki zien vallen. Een dag later lieten ze hem doodleuk door de stad lopen. Na de oorlog werd hij ziek. Een paar jaar na mijn geboorte overleed hij aan een darmperforatie. Geen mens wist hoe dat kwam."

Haar moeder kreeg aanvankelijk ook geen pensioen. "Hadden we gewoon geen geld. Mijn moeder was toevallig een tough cookie, dus het is allemaal goed gekomen. Ze is acht jaar geleden overleden." Mollema, schrijfster van kinderboeken en thrillers is blij dat haar moeder dit niet hoeft mee te maken.

De moeder van Patrick Rugebregt (1966) leeft nog wel, zij is in de tachtig, en hij hoopt dat het nieuws over de 'backpay' aan haar voorbijgaat. "Ik heb haar nog niet gebeld, en dat doe ik ook niet. Ik zou haar niet kunnen uitleggen: papa zou 25.000 euro hebben gekregen, maar jij krijgt niets. Het is allemaal te pijnlijk."

Wat Rugebregt dwarszit, is de timing van het besluit. Afgezien van een klein bedrag vlak na      de oorlog hebben de 40.000 overheidsdienaren nooit iets van hun gederfde inkomsten terug-gezien. Opeenvolgende regeringen schoven de kwestie door, en toen Nederlandse rechters vonden    dat de Indonesische overheid aansprakelijk was, leek de zaak afgedaan. "Mijn vader zei wel eens: Patrick, ze gaan pas betalen als ik in de grond lig. Dat heeft hij goed voorspeld. Hij is in 2011 overleden."

Het steekt Rugebregt dat hij de staatssecretaris hoorde zeggen dat 'gezien de hoge leeftijd van de betrokkenen' er haast moet worden gemaakt.

Na zeventig jaar tijdrekken, spreken ze nu van haast maken. Ik vind dat erg pijnlijk

Zijn ouders verlieten Indonesië met de zogeheten spijtoptanten-regeling in 1965. Toen Nederland al geruime tijd de soevereiniteit aan Indonesië had overgedragen, kozen zij voor vertrek. "Bij aankomst hadden ze niets. Voor het tweedehands meubilair moesten ze bij de overheid een lening afsluiten die zij tot de laatste cent hebben afgelost."

Rugebregt hoorde van zijn vader Willem verhalen die overliepen van frustratie en woede. Willem zat in 1940 als 17-jarige bij de jongste lichting dienstplichtigen. "Hij was krijgsgevangen genomen en verbleef tot na de capitulatie in een kamp in Japan. Mijn vader vond dat hij recht had op zijn soldij.       Soms  gloorde  er  hoop  en

kreeg hij via zijn Indische netwerk positieve berichten, maar het werd nooit wat. Hij heeft niet de genoegdoening mogen smaken."  

De redactie dankt Meindert van der Kaaij voor dit heldere artikel.

 

Commentaar van de hoofdredactie en senior redacteuren van Dagblad TROUW

De mening van de krant, zoals verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren

Een dagje later je salaris krijgen is ongemakkelijk, een maandje later is voor veel mensen al knap lastig. Dus wat betekent het als je zeventig jaar op je salaris moet wachten? Dat is niet anders dan een drama, vooral als daar dan ook nog het Indisch oorlogsleed bij komt kijken. Het kan al snel uitgelegd worden als minachting van de Nederlandse overheid jegens de meer dan 40.000 ambtenaren en militairen die in  de periode 1940-1945 in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement, maar voor die periode nimmer een stuiver ontvingen.

De Tweede Kamer kan nu  laten zien dat ze wél oog heeft     voor Indisch leed

Feitelijk is daar geen sprake van omdat de rechter keer op keer aanspraken van deze oud-ambtenaren en militairen terzijde schoof. In 1949 immers, is het Nederlands Indisch gouvernement overgedragen aan de Republiek Indonesië. Claims horen dus in Jakarta thuis en niet in Den Haag. Dat was ook tientallen jaren het antwoord van de Nederlandse overheid.

De kritiek geldt ook de leden van de Tweede Kamer

Maar wie het juridische gelijk aan zijn zijde heeft, heeft niet automatisch ook het morele gelijk aan zijn kant. De Indische gemeenschap in ons land heeft een bijzondere plaats in onze samenleving, onder andere door haar inzet in voormalig Indië en alle oorlogsleed.

De kwestie van de achterstallige salarissen ligt in die gemeenschap dan ook uiterst gevoelig en werd, logischerwijs, gezien als blijk van gebrek aan waardering van Nederlandse zijde.

Hiervoor heeft Den Haag met zijn strikt juridische opstelling liefst zeventig jaar lang te weinig oog gehad. Het is goed dat er nu eindelijk een akkoord is over de uitbetaling van de achterstallige salarissen, maar het schrijnt dat nu nog maar 1100 mensen daarvoor in aanmerking kunnen komen. Eigenlijk hadden dat er 40.000 moeten zijn.

Logisch dus dat het Indisch Platform, dat lof verdient voor de wijze waarop het deze 'backpay'-zaak levend hield, nu door zijn eigen achterban flink wordt bekritiseerd. Waarom krijgen     de nabestaanden van al die ambtenaren en oud-militairen uit Indië niks?

Maar in feite hoort die kritiek op het bord te liggen van de politici in Den Haag. En van al die bewindslieden die de afgelopen jaren te weinig deden aan dit dossier, waardoor, zoals Staats-secretaris Van Rijn schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer, “de omgang met het Indische oorlogsleed inmiddels een moeilijk en pijnlijk verhaal is geworden”.

In feite hoort die kritiek op het bord te liggen van de politici

Belangrijke mededeling voor alle Indo's!

Belangrijke mededeling voor alle Indo's!

10897222082?profile=original

ACTW66 - bestuur is door Ton Te Meij uitgenodigd om ook mee te lopen in de aanstaande geplande demonstratie ergens in april. Eerst wil ACTW66 bestuur kwijt,  veel respect te hebben voor Ton te Meij een Belanda met een Indo hart, die dag en nacht klaar staat voor de Indo's en de Molukkers ! De gunfactor is groot bij het ACTW66 - bestuur dat Ton in zijn missie slaagt, maar Ton kan zich getroosten op de steun van ICM…

Doorgaan

 

Lees verder…

Ze bracht vrolijkheid in het kamp

Ze bracht vrolijkheid in het kamp

In deze rubriek elk weekeinde een necrologie van iemand die recent is overleden. In het jappenkamp was Mieke Braams-Beversluis (1921-2018) lid van een padvindersgroepje.

data28247614-47cee6.jpg
Mieke Braams-Beversluis met koala in Australië, 1946.Privécollectie familie

‘We heetten de Stormvogels”, vertelt Bep Maassen (94). „We waren een groep padvindsters van zo’n twintig meisjes vanaf een jaar of zestien, in het kamp Kareës in Bandoeng. Mieke was ouder dan ik. De Stormvogels brachten wat plezier in het kamp. We hielden kringgesprekken waarbij we op zelf geborduurde zitmatten zaten, met behalve onze naam ook symbolen erop – de perkoetoet, een Indische vogel die stond voor geluk, en vuurvliegen voor het licht. Onze motto’s waren Waarheid, Reinheid en Trouw.”

De taken van de Stormvogels in het kamp varieerden: ze assisteerden zieke moeders en voerden voor de kleintjes operettes uit. Zo verlichtten ze de dagen. Na de oorlog vond een deel van de groep elkaar in Nederland terug; toen Lady Baden-Powell, de weduwe van padvinderij-oprichter Baden-Powell, op bezoek kwam wachtten de Stormvogels haar op op Schiphol. De kampjaren waren vormend voor het leven, nog tientallen jaren vonden er reünies plaats; Bep Maassen heeft haar zitmatje nog steeds.

Onze motto’s waren Waarheid, Reinheid en Trouw

Voor Mieke Beversluis was Kareës haar tweede kamp – terwijl haar vader Ton, houtvester van beroep, in mannenkamp Tjimahi zat, werd zij met haar moeder Kiek en jongere zusjes Ankie en Hetty tijdens de Japanse bezetting van Indië (1942-1945) van Ambarawa via Kareës naar Sint Vincentius in Batavia overgeplaatst. Overal ging het leven door: in Ambarawa gaf Mieke les, in St. Vincentius was ze (ongediplomeerd) verpleegkundige. Aan de Stormvogels behield ze de beste herinneringen.

Na de bevrijding belandde het gezin via een tussenstop in Australië in Utrecht, waar Mieke alsnog een studie geschiedenis begon. Zo ontmoette ze Reinier Braams, een student natuurkunde met een veelbelovende wetenschappelijke carrière, rond wie ze de rest van haar leven zou inrichten. Vier kinderen kregen ze, en het gezin woonde drie keer tijdelijk in de VS als het werk van Reinier erom vroeg.

Het gezin Beversluis in het Lone Pine Koala Sanctuary bij Brisbane, Australië, december 1946 (v.l.n.r. moeder Kiek Beversluis- van der Brug, Hetty, vader Ton Beversluis, Mieke, Ankie).Privécollectie familie

Het gezin Beversluis hield in de woorden van Margreet Braams, Mieke’s tweede dochter, „geen trauma’s of echte ellende” aan de kampjaren over, maar de band bleef „enorm hecht”. „Ze hielden altijd iets Indisch. Op Tweede Paasdag en met verjaardagen gingen we rijsttafelen bij opa en oma, en na de onthulling van het Indiëmonument in 1988 ging mijn moeder elk jaar met haar zusjes naar de herdenking. Mama was niet bitter of boos, maar een zeker verdriet over de teloorgang van het land van haar jeugd had ze wel. Ze is nooit meer teruggeweest, zelfs niet toen haar zus Hetty tijdelijk in Indonesië woonde.”

Liever richtte Mieke zich op het heden. Wat politieke voorkeur betreft trokken zij en haar man gelijk op: beiden waren VVD-lid, wat bij Reinier Braams in 1977 leidde tot het verruilen van de universiteit voor de Tweede Kamer, waar hij twaalf jaar VVD-woordvoerder milieu en wetenschapsbeleid was. „Mijn vader was als fysicus een groot voorstander van kernenergie”, vertelt dochter Margreet. „In een jaren zeventig-gezin als het onze gaf dat levendige discussies.” Mieke leidde de Vrouwen-afdeling bij VVD-Utrecht, „op een lieve, empathische manier”, volgens mede-lid Irene Crul. „Ze was geëmancipeerd, maar niet fel.” Tweemaal vertegenwoordigde ze de VVD in de Provinciale Staten.

Ze hielden altijd iets Indisch

Daarnaast was ze actief in de Hervormde Kerk en zat ze twintig jaar in het bestuur van Mytylschool Ariane de Ranitz. Bij de school ging ze voortvarend te werk, zegt oud-directeur Wim Kloppenborg. „Ze was van de praktische oplossingen, ze kwam regelmatig kijken hoe het eraan toeging.” Over politiek, laat staan over haar Indische verleden, sprak ze in deze hoedanigheid nooit. Ze bleef gereserveerd, een nette dame met „een luid, zeer gearticuleerd stemgeluid dat sommigen aanvankelijk een verkeerde indruk gaf”, aldus Kloppenborg.

Mieke Beversluis in 2009.Privécollectie familie

Voor die markante stem heeft dochter Margreet een eenvoudige verklaring. „Mijn moeder had otosclerose, een familiekwaal die wellicht was verergerd door de kamptijd. Wij kinderen wisten niet beter of ze was aan één oor doof en aan het andere slechthorend. Als je ’s nachts bij mama aan het bed kwam en ze had haar gehoorapparaat niet in, moest je hard aan haar schouder sjorren.” Het weerhield haar verder nergens van. In 2002 werd ze koninklijk onderscheiden voor haar vrijwilligerswerk.

Ondanks haar positieve instelling en het contact met haar (klein-)kinderen, was Mieke’s ouderdom niet gemakkelijk. Haar man Reinier overleed in 2001, en tenslotte zou ze ook haar beide zusjes overleven. Toen ze als hoogbejaarde behalve steeds dover ook praktisch blind werd en ze het nieuws niet meer kon volgen, verloor ze langzaam haar levenslust.

Haar negentigste verjaardag was nog een groot feest: een rijsttafel met de familie in Bronbeek, waarbij ze haar ‘gouden jeugd’ in Indië memoreerde. Het land had ze toen al meer dan 65 jaar niet meer gezien, maar de smaken, klanken en landschappen droeg ze bij zich.

Lees verder…

23-24-25 maart pasar Malam Eindhoven met The Blues Brothers, en vele anderen !

10897380888?profile=original10897381290?profile=original

                                              The Blues Brothers komen terug naar Nederland.

                                                               Nu op de Pasar Malam Stellar

10897380888?profile=original

10897381495?profile=original

Twee mannen met een zwarte hoed, bijpassende pak, smalle zwarte stropdas en een zwarte zonnebril: gaat er bij u al een lampje branden? Na een optreden in de Saturday Night Live Show breken John Belushi en Dan Aykroyd eind jaren zeventig in Amerika door.

Mede dankzij de film uit 1980 veroveren de "coole" Jake en de "sukkelige" Elwood dan ook de rest van de wereld. Ze vormen een van de meest legendarische duo’s en ook de film is een culthit. De beruchte Blues Brothers zijn nog steeds bij vele mensen een begrip maar nergens komen zij meer tot hun recht dan op het podium.

 Voorzien van nieuwe danspassen en vers gestoomde pakken laten ze alle grote hits voorbijkomen: "Gimme some of lovin'", "Shake your Tailfeather", "Minnie the Moocher", "Soul Man", "Think", e.v.a.  Kortom... voor de liefhebber van Rhythm & Blues en de onvervalste "seventies" is het genieten.

10897381882?profile=original

zaterdag 24 maart om 20.00 uur!

ADVERTENTIE

De lente breekt aan, wat dacht van uw tuin geheel in Bamboe Design ?

10897382254?profile=original

Zithoek donker bamboe

Mooie zithoek van donker bamboe, afgewerkt met blanke rotan. De prijs is voor een driezits, twee… om verder te lezen klik op  Doorgaan 

10897234678?profile=original

Schrijf U vandaag nog in 

Ook kunt het inschrijfformulier aanvragen info@icm-online.nl of direct via deze site inschrijven op www.icm-online.nl
U bent € 50 verschuldigd als deelnemer ACTW66, en U heeft 1 jaar gratis een ICM Abonnement en toegang tot ons Video-kanaal, het  enige Indisch Kanaal !  

Steun ACTW66 ! 

Lees verder…

Pasar Malam Istimewa XL in Rotterdam Ahoy tijdens Pasen

10897383679?profile=originalDatum: 31 maart t/m 2 april
Locatie: Rotterdam Ahoy (Hal 3 & Hal 5) 
Adres: Ahoyweg 10, 3084 BA Rotterdam

Openingstijden:
Zaterdag 31 maart: 12:00 – 23:00 uur
Zondag 1 april (1e Paasdag): 12:00 – 22:00 uur
Maandag 2 april (2e Paasdag): 12:00 – 20:00 uur

Traditiegetrouw is er weer een Pasar Malam in Rotterdam Ahoy in het Paasweekend. Van 31 maart t/m 2 april toveren we dit jaar maar liefst 2 hallen van Ahoy om tot een gezellige Pasar Malam. Vandaar de toevoeging “XL” in de naam. Maar niet alleen de oppervlakte is XL, ook het aantal stands en het artiestenpakket is XL!

Voordelig naar de Pasar Malam Istimewa XL in Rotterdam Ahoy? Koop je kaarten dan alvast met korting in de online voorverkoop!
 

KLIK HIER OM KAARTEN MET KORTING TE KOPEN

Molukse dag met The Brothers Timisela

Zaterdag 31 maart staat in het teken van de Molukse eilanden met als één van de hoogtepunten het cabaret duo The Brothers Timisela. In 2015 realiseerden zij de speelfilm ‘Jefta’ (de allereerste bioscoopfilm gemaakt door Molukkers in Nederland) en veroverden ze de Nederlandse theaters met hun eerste voorstelling over twee Nederlands-Molukse broers die ieder hun eigen leven leiden en elkaar daarbij in balans houden. Overal in het land zaten de zalen vol. Daarna volgde ‘Enkeltje Toekomst’, die minstens net zo succesvol bleek. Met hun nieuwste programma ‘De Liepde Show’ brengen ze een combinatie van interactief theater, live muziek, entertainment, educatie en veel familieplezier in de Nederlands theaters. De broers hebben ook een kraam op de Pasar Malam waar om 19.15 uur een Meet & Greet is.

10897384254?profile=original

The Brothers Timisela

Verder kun je deze dag genieten van optredens op 2 podia van de Molukse band Gazooth, Jimi Bellmartin, Robin Yerah en NoyaLohyNoya. Op een Molukse dag mag een traditionele Tifagroep met Molukse dans natuurlijk niet ontbreken. De Molukse dag wordt spectaculair afgesloten door de band Bersama!
 

10897384498?profile=original


10897384271?profile=original
10897384292?profile=original


10897385654?profile=original 10897385870?profile=original

10897386068?profile=original

Bersama
Tifagroep Bunji / NoyaLohyNoya
Jimi Bellmartin / Robin Yerah
Gazooth

 

3e Generatie Indo’s

Op 1e Paasdag, zondag 1 april, staat er een aantal 3e generatie Indo’s op het programma. Tegenwoordig zijn de talentenjachten op tv zeer succesvol. Die verschillende talentenjachten brachten ook veel talent met een Indische achtergrond zoals onder andere Shanelle de Lannoy die het ver schopte bij The Voice Kids, Amy Mielatz (met de band Challenge XL) die mee deed aan Idols en Kempo Kuntao dat met een golden ticket de finale van Holland’s Got Talent wisten te halen. Op zondag is ook de publiekslieveling Ester Latama van de partij.

10897386094?profile=original


10897386673?profile=original
10897387088?profile=original

10897386700?profile=original

10897387293?profile=original

Kempo Kuntao (Istimewa)
Challenge XL (GeaFotografie) / Amy Mielatz
Ester Latama (CoPictures) / Shanelle de Lannoy

 

Als klap op de vuurpijl komt één van de beroemdste Indo’s van Nederland naar Ahoy; Ricky Risolles. Ricky bracht onlangs nog zijn CD ‘Nakal’ uit met onder andere Gatal, Mijn Soto, Jam Karet, Ik Wil Naar Bali, Gordel van Smaragd en natuurlijk Poco Poco Style. Op het podium wordt Ricky begeleid door Laurens van Wessel. Laurens is zeker niet de minste in de muziekwereld. Zo werkt hij onder andere veel met Frans Bauer en veel meer artiesten.
Na het optreden van Ricky Risolles is er een Meet & Greet bij de foto hoek van de Pasar Malam. Hier kan je zijn CD kopen, laten signeren en met Ricky op de foto!

10897387690?profile=originalEén van de vele leuke nummers van RICKY RISOLLES

Traditionele Pasar Malam

Liefhebbers van de traditionele Pasar Malam kunnen op maandag 2 april hun hart ophalen.
Op de 2 podia zullen Edu Schalk, Diana Monoarfa, Harold Verwoert en de band Hot News elkaar afwisselen. De culturele dansdemonstraties zullen worden verzorgd door Warna Semesta. De Pasar Malam Istimewa wordt alle 3 de dagen gepresenteerd door Sylvia Elders. Sylvia is een echte kenner van de Indonesische cultuur en zal u meenemen op reis naar de Gordel van Smaragd.

10897387896?profile=original

10897388483?profile=original

10897388268?profile=original

 

10897389073?profile=original

10897389280?profile=original

10897388670?profile=original

Warna Semesta Dance Collaboration
Edu Schalk (GeaFotografie) / Diana Monoarfa
Harold Verwoert / Presentatrice Sylvia Elders (GeaFotografie)
Hot News (Wim Matthieu)

 
KLIK HIER VOOR HET PROGRAMMA MET DE TIJDEN EN MEER INFORMATIE OVER DE PASAR MALAM

Rotterdam Ahoy is ideaal gelegen aan de snelweg, bij metro- en bushalte Zuidplein.
Ahoy hanteert een vast parkeertarief van €13,00 per dag.
U kunt gratis parkeren op de Oldegaarde en omliggende straten. Vanaf hier loopt u in ca. 10 minuten door het Zuiderpark naar de Pasar Malam.
Andere opties zijn de parkeergarage van winkelcentrum Zuidplein (€1,00 per 22 minuten) of P+R Transferium Slinge, vanaf hier is het 1 halte met de metro. (€2,00 als u met uw OV-chipkaart verder reist met het openbaar vervoer, niet-OV-gebruikers betalen het normale tarief van €0,50 cent per 18 minuten)

Toegangsprijzen

Online voorverkoop
Volwassenen: €7,50
Senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €5,00
3 dagen kaart volwassenen: €15,00
3 dagen kaart senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €10,00

KLIK HIER OM KAARTEN MET KORTING TE KOPEN

Tickets aan de kassa
Volwassenen: €9,50
Senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €7,00
3 dagen kaart volwassenen: €19,00
3 dagen kaart senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €14,00

Lees verder…

Belangrijke mededeling voor alle Indo's!

Belangrijke mededeling voor alle Indo's!

10897222082?profile=original

ACTW66 - bestuur is door Ton Te Meij uitgenodigd om ook mee te lopen in de aanstaande geplande demonstratie ergens in april. Eerst wil ACTW66 bestuur kwijt,  veel respect te hebben voor Ton te Meij een Belanda met een Indo hart, die dag en nacht klaar staat voor de Indo's en de Molukkers ! De gunfactor is groot bij het ACTW66 - bestuur dat Ton in zijn missie slaagt, maar Ton kan zich getroosten op de steun van ICM achterban.

 

In het telefonische onderhoud met het bestuur ACTW66 heeft ACTW66 hiervoor bedankt.

 

Het bestuur staat op het standpunt dat het traktaat totaal niets te maken heeft met de kwestie Backpay en Knil. Ook dit heeft Ferry Schwab sr in het vereleden ten overvloedde benadrukt het gaat om de oorlogslachtoffers waar Nederland gelden uit MarshalHulp,  verdrag met Japan en  verdrag met Indonesie heeft vekregen. Deze gelden worden dus niet door de belanstingbetaler opgehoest.

 

Heer Rob Andreas is van mening dat dit arbeidsconflict betreft tussen oud-werkgever Min. Binnenlandse zaken en Min. van Defensie, heeft dus niets met oorlogslachtoffers te maken.

 

Voorts zijn demonstraties een gepasseerd station, er zijn al zovele gevoerd in het verleden dat ICM als krant steunde. Zelfs in 2007 heeft ICM een Manifest georaganiseerd op Het Plein voor het Gebouw van de Tweede Kamer, een kleine pasar waar politici het podium betraden. Kortom deze kwestie heeft reeds ten overvloede die aandacht gehad,  en is ruimschoots in de Kamer en Kabinet geweest waar het Indisch Platform akkoord is gaan met de KNIL uitbetalingen. Tevens moet het geld hiervoor worden vrijgemaakt uit de begroting van het Kabinet.

Wij zien nu al waar het toe leidt dat 1,4 miljard aan de multinationals is geschonken. 

 

De oplossing is om te kiezen via de betreffende Ministeries als oud-werkgever zal meer succesvoller zijn dan nu het geval is. Werk aan de winkel voor de vakbonden!

.

Bij het Traktaat van Wassenaar is het geld aanwezig dat afkomstig is van de republiek Indonesia Geld van Soekarno en Soeharto).  Het Kabinet is hierin nalatig geweest wat betreft de de uitvoering van het verdrag om fde ruim 60.000 gerechtigden uit te betalen. Gaat om 2,4 miljard, na conversie van het oorspronkelijke bedrag 689 miljoen. In onderzoek is nu,  waar de 4,5 miljard is gebleven dat Soekarno ook nog eens betaalde, voor de tot standkoming van het verdrag, dit wordt in de media van de republiek Indonesia geroepen dat dit bedrag boven op de 689 miljoen komt. Binnen ACTW66 is dit in onderzoek om de stukken boven tafel te krijgen en waar dit geld is gebleven.

 

Tot slot 15.000 man hebben ACTW66 het mandaat gegeven via de gevoerde petitie. Voorts ACTW66 nu fase II verkeerd en alle noodzakelijke zaken heeft uitgevoerd o.a. onderzoek, boek Rapport traktaat van Wassenaar,  los van de werkinspanning van het team op vrijwilige basis is ruim 70.000 euro uitgegeven.

 

ACTW66 - bestuur  wenst Ton, en Peggy veel succes toe,

het staat geheel vrij in de keuze wat onze grote ICM achterban doet.

Lees verder…
10897386283?profile=original

Han Dehne, 19 maart om 13:59

TIJD DAT HET INDISCH VOLK EEN EEUWIGE PLEK KRIJGT TOEBEDEELD IN DE WERELDGESCHIEDENIS

In de wereldgeschiedenis neemt de band tussen Nederland en Indonesie een bijzondere plaats in. Drie en een halve eeuw lang zijn deze twee landen (metaforisch gezien David en Goliath) nauw aan elkaar verbonden. Zonder dat de beide culturen het beseffen is er een fundamentele verbondenheid met elkaar door de lange verbintenis die ze met elkaar hebben gehad. Je ziet verwevenheid in de taal, in de kookkunst, in de muziek, in het cultureel erfgoed enz. Nederland heeft haar eeuwenlange weelde te danken aan de rijkdommen van Indonesie, met name de natuurlijke grondstoffen.

Multatuli omschreef het heel treffend: Nederland drijft op de Gordel van Smaragd.Uit de lange verbintenis tussen deze twee landen is het Nederlands-Indisch/Indisch Nederlands volk ontstaan, ook wel genoemd de Indischen. Een volk dat ontstaan is uit de kruising tussen twee volkeren. De verhoudingen tussen de Indischen en de Nederlanders maar ook de Indischen en de Indonesiers stonden een hele eeuw lang onder spanning.Toen Indonesie diens vrijheid proclameerde kwamen de Indischen tussen twee vuren te staan. De Indonesiers moesten de collaborateurs niet meer en de Nederlanders moesten de bastaards ook niet. In de ronde tafel conferentie van Linggarjati werden de Indischen uitverkocht aan Indonesie.

Nederland heeft de rechten van het Indisch volk daar in die conferentie verkocht aan Indonesie. Men onderhandelde voor een uitverkoop plek en dat werd West-Irian (Ned.Neuw Guinea). Irian Barat zou het nieuwe land worden van het Indisch-Nederlands volk. De grote volksverhuizing vond plaats en de Indischen emigreerden naar Irian Barat. Op die manier voorkwam Nederland de massale uitstroom van rechtmatige Nederlanders naar Nederland. Voor de Indischen was het een perfecte oplossing. Men kende Nederland niet en men was geboren en getogen in de tropen en niet in dat koude kikkerlandje.Hoe desillusionerend was het toen de grote stroom Indische Nederlanders toch koos voor Nederland, toen al merkbaar was dat aan het einde van de 50er jaren Indonesie de aanval begon op Nederland door Irian Barat te claimen als Indonesisch grondgebied.

De grote uitstroom naar Nederland vond toch plaats en Nederland reageerde ongepast en ongegeneerd. Alle Indischen moesten hun overtochtskosten en verblijfskosten en eerste lijn voorzieningen zelf betalen. Het was toen heel anders gesteld met de Indischen, die nota bene gewoon wettelijk gezien Nederlanders waren ten opzichte van de vluchtelingen en Turken en Marokkanen in de jaren 70, 80 en 90.Kregen deze niet-Nederlanders alle faciliteiten gratis (alle informatie werd zelfs in de allochtone talen gegeven), de Indischen moesten tot op de laatste centen alles terugbetalen weliswaar renteloos, maar toch! Wat verfoeilijk en mensonterend was dat de Indisch jongens naar de Ambachtsschool en de meisjes naar de Huishoudschool werden gedirigeerd, meer waren ze niet waard in de ogen van de Nederlanders.

De vaders werden regelrecht geplaatst in de Rijkswerkplaatsen, de moderne koeli-inrichtingen, want intelligenter dan dat niveau waren ze niet volgens de BBMZ ambtenaren. De gezinnen werden in mensonterende pensions ondergebracht, waarvan de vochtige wanden van de kamers helemaal zwart waren geworden van de schimmels en de matrassen gevuld werden met stro waardoor al het kabaal bij elke beweging die je maakte je niet kon slapen. De pensionhouders hadden toen flink geld verdiend aan die arme Indische Nederlanders. Uit ellende waren de financieel sterkere Indische gezinnen gevlucht naar de Verenigde Staten, Canada, Brazilie, Zuid-Afrika en Australie.Het leven van de Indische Nederlanders was in het begin heel erg zwaar. Men werd op alle fronten en op alle niveaus zwaar gediscrimineerd. Zelfs de hoger opgeleiden uit Indonesie kregen niet de erkenning die ze eigenlijk verdiend hadden. Ze zaten in Indonesie op Nederlandse scholen, dus ook hogescholen maar werden in Nederland gewoonweg gedegradeerd. Een jarenlang praktiserend huisarts kwam niet verder dan keuringsarts te worden bij de Koninklijke Landmacht. Een ervaren tandarts werd niet meer dan schooltandarts. Officieren van Justitie werden gewoon griffiers en Ingenieurs kwamen terecht achter de bankschroeven van allerlei werkplaatsen.

De klap op de vuurpijl kwam later, de rechten van financiele vergoedingen werden en worden nog steeds niet gehonoreerd tot op de dag van vandaag. De Indische Nederlanders zijn een melaats volk geworden.De Indischen brachten levendige muziek mee uit het bruisende tropisch leven. Wat gebeurde er toen? De aanbeden TV-coryfeen Willem Duys en Mies Bouwman noemden de Indische muzikanten: apen die uit de rimboe kwamen, en daar horen ze thuis was hun oordeel. De Nederlandse jeugd echter ontving De Tielman Brothers, The Black Dynamites en The Crazy Rockers in hun armen. The Black Dynamites waren eigenlijk de grootsten omdat ze liefs 3 Spaanse internationale films met Spaanse wereldsterren van muziek voorzagen. Maar de kasteleins weigerden de Indische artiesten werk te verschaffen. Uit ellende vluchten de Indische muzikanten (en dat zijn er heel veel, de Indischen zijn geboren met een gitaar) naar Duitsland. Daar werden ze met open armen (en benen) ontvangen. De Tielman Brothers werden zelfs gevraagd om Duitsland te vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival. De grote TV-presentatoren van destijds Hans-Joachim Kulenkampff en Peter Frankenfeld haalden alle Indische artiesten naar hun Duitse shows. Na 10 jaren durende strijd kwam de erkenning dat de Tielman Brothers de Godfathers zijn van de Nederlandse Popmuziek. Een verdwaalde Indische artiest haalde echter de absolute wereldtop: Eddie van Halen!

Nu is de kans juist voor Nederland om haar bekrompenheid en schijnheiligheid om te zetten in grootmoedigheid en zakelijke durf! Indonesie is na China het land met de grootste economische groei.Nederland vergrijst terwijl Indonesie verjongd. De potentie van groei dat bij de Indonesische jeugd zit zou een geweldige nieuwe markt voor de Nederlandse senioren, die al vanaf hun 50ste jaar, in Nederland afgedankt zijn als oud vuil. De kennis die er is bij de Nederlandse senioren zou een geweldige investering kunnen betekenen voor Indonesie, indien de Nederlandse regering en parlement van hun feodalistische ivoren toren troon willen stappen.Indonesie is nog steeds een van de rijkste landen ter wereld op het gebied van natuurlijke grondstoffen en human resources.Indonesie is ook het grootste democratische land ter wereld. Waar de westerse wereld alleen blijft dromen van een fundamentele democratie heeft Indonesie na de periode Soeharto daaraan hard gewerkt en die ook bereikt. Er zijn meer dan 30 bijna evengrote partijen )tegen de VS die maar 3 partijen heeft' die allemaal vrij gekozen worden in alle parlementaire bestuurslagen.

Waar Nederland al eeuwen discussieert over de gekozen burgemeester wordt in Indonesie vanaf de laagste bestuurslaag diens leider gekozen door het volk. De lurah, de camat, de walikota, de bupati, de gouverneur en de president wordt door het volk gekozen. Nederland kan dus ook veel leren van het jonge land Indonesie, die al veel verder is dan Nederland bij de ontwikkeling van de democratie, de kern waaruit de mensenrechten worden ontgonnen. De corruptie die in dit land heerst is een erfenis van het Nederlands/Indisch tijdperk. Velen vergeten de oorsprong van dit fenomeen, dat geintroduceerd werd door de VOC/handelaren om de sultans en haar onderdanen om te kopen.

HET WORDT NU TIJD DAT HET INDISCH VOLK EEN EEUWIGE PLEK KRIJGT TOEBEDEELD IN DE WERELDGESCHIEDENIS. HET ZAL EN MAG NIET ZO ZIJN DAT DIT VOLK DAT ZICH EEN EIGEN IDENTITEIT EN CULTUUR HEEFT ONTWIKKELD OOIT IN DE TIJD ZAL VERDWIJNEN EN WAARIN ALLEEN DE NEDERLANDERS EN INDONESIERS ZULLEN OVERBLIJVEN.

Lees verder…

A BLOODY SHAME........ door Han Dehne.

A BLOODY SHAME........ door Han Dehne.

10897380862?profile=original

Je hoort regelmatig praten over “wij zijn gerepat”. Dat zijn dan luitjes die enige tijd in een ander land hebben gewoond en gewerkt en dan weer terugkeren naar het land waar ze zijn geboren en opgegroeid.
“Gerepat” wil eigenlijk voluit zeggen “gerepatrieerd”
En dat betekent letterlijk de terugkeer in Patria, naar het vaderland Nederland.
Voor de Indische Nederlanders was het echter een andere situatie. Voor de meesten was Nederland weliswaar officieel hun vaderland maar de meesten waren daar nog nooit geweest. Waren er niet geboren en zijn er niet opgegroeid. Dat vaderland kenden ze alleen uit verhalen, plaatjes en boeken, maar vooral door het onderwijs op school met de daarbij behorende schoolplaten.
In de jaren na de tweede wereldoorlog werd de repatriëring van ruim 279.000 personen vanuit Nederlands Indië veroorzaakt door het verlies van werk, een vijandige sfeer en slechter wordende economische omstandigheden. Deze groep van zogenaamde repatrianten bestond zowel uit blanke Nederlanders (totoks) als mensen van gemengde afkomst of Indo’s. Die terugkeer of vertrek naar Patria is niet iets wat de mensen zomaar is overkomen, maar……een groot deel van de Indo’s wilde eigenlijk niet gaan. Zij hadden de overtuiging in Indonesië gewoon thuis te horen. Maar helaas werd het hen erg moeilijk gemaakt en de onzekerheden waren te groot. Velen moesten daarom afscheid nemen van vrienden, buren en zelfs achterblijvende familie.
Het uitroepen van de Republiek Indonesia en de snelle desintegratie van de Nederlandse aanwezigheid kwam erg abrupt en snel.
Na de oorlog was de Europese gemeenschap verrast door de houding van de Indonesiërs en Soekarno wordt wel als een kwade geest bestempeld omdat hij een eind maakte aan hun zekerheden, leidend tot een vernederend en pijnlijk vertrek naar Nederland.

De lieden die in 1949 en 1950 hadden geopteerd voor de Indonesische nationaliteit, maar er later spijt van kregen wilden alsnog het Nederlanderschap. Zij konden op dat moment alleen maar rekenen op een onwelwillende Nederlandse overheid. Die zagen de bui al hangen met een massale toeloop naar Nederland dat toch al een woningtekort had en nog druk bezig was met de eigen wederopbouw dor o.a. een sober economisch beleid.
Toen het echter duidelijk werd dat men deze landgenoten niet in de steek kon laten werd massaal het alsnog toegang krijgen tot het Nederlanderschap gegund.

Na de repatriëring de inburgering of liever de assimilatie zoals men toen zei in Nederland. De Nederlandse overheid was er op gericht de Indo’s te kneden tot model-Nederlanders die afstand hadden gedaan van hun Indische eigenheid. Wat een verwaande doelstelling was dat.
De achtergrond van die Nederlandse manier van denken wordt gevormd door de overtuiging dat het behoud van hun eigenheid alleen maar zou leiden tot problemen op het werk, school en in de wijken waar men kwam te wonen.
MISSCHIEN MEER NOG DAN DE PERIKELEN ROND DE OVERTOCHT, WAS HET DE OPVANG IN NEDERLAND DIE MENIG INDO ALS EEN PIJNLIJKE EN GENANTE HERINNERING HEEFT ERVAREN.
In het bijzonder de financiële opvang leidde tot emotionele reacties. De leningen voor de overtocht en de inrichting van de nieuw te betrekken woning (meubelvoorschot) werden ervaren als een weinig genereus gebaar en als een soort opvang die duidelijk met tegenzin gepaard ging. De gastvrijheid was ver te zoeken.

Eén van de mensen die dit alles aan den lijve heeft ondervonden Dhr. Paul Ferdinand Abels omschreef het e.e.a. als volgt;
“Het begin van ons bestaan in Nederland na onze repatriëring was niet bepaald om over naar huis te schrijven. Eerst in de contractpensions, waar je bijna straatarm begon, en in den beginne 4 gulden per week kreeg van DMZ (Dienst Maatschappelijke Zorg) om je vervoerskosten te kunnen betalen en postzegels te kopen voor het frankeren van brieven bij het solliciteren naar werk. Had je werk, dan werd je daar ook niet veel wijzer van omdat je het grootste deel van je inkomen moest afdragen aan DMZ om de gemaakte pensionkosten (voorlopig althans) gedeeltelijk terug te betalen. Had je bovendien nog een baby, dan moest die maar eten wat de pot schafte in het contractpension en anders moest je die babyvoeding zelf kopen van het weinige geld dat je overhield.”

Al met al is de repatriëring voor de meeste Indo’s gevolgd door een goede inpassing in de Nederlandse samenleving. Dat is vooral te danken aan hun eigen inzet en hun kracht.
Indo’s hebben net als alle Nederlanders gebouwd aan de grote naoorlogse welvaart en hebben daar volop in meegedeeld. Als eindconclusie kan ik dan ook alleen neerschrijven dat de INDO’S TROTS KUNNEN ZIJN OP HETGEEN ZIJ HEBBEN GEPRESTEERD, EEN IEDER BINNEN ZIJN EIGEN MOGELIJKHEDEN.

Alleen al om die reden is het dan ook onbegrijpelijk dat alle problemen rond de komst naar Nederland, waarbij praktisch alle bezitttingen verloren zijn gegaan en de emotionele schade die werd opgelopen gedurende de hele periode tussen 1942 en grosso modo 1960 niet door de Nederlandse overheid wordt erkend door o.a. een schadeloosstelling. Het is toch een voortdurende schande dat een regering haar eigen landgenoten in de kou laat staan en zeker over zo’n lange periode.

Commentaar Redactie ICM.

Ferry Schwab Onderdeel van Traktaat van Wassenaar ! Soekarno en Hatta hebben uiteindelijk VS om hulp geroepen,, en onder dreiging werd Drees (PvdA) verzocht om ons toe te laten. Het werden er 341.000 van de 500.000. De rest werd stateloos gemaakt, ook Soekarno wist geen raad met deze situatie. Overigens betaalde Soekarno en Hatta 4,5 miljard plus 689 miljoen (Traktaat) om onze opgelopen schade te betalen. Geen 1 euro is betaald aan de gedupeerden die onder het traktaat vallen in tegenstelling tot het Knil en de Indische ambtenaren die alles vergoed kregen, behalve hun achterstallig loon. Met dank aan historici en studenten van Universiteit Utrecht die alles voor ICM hebben uitgezocht !

Lees verder…

Op bezoek bij in Indonesië achtergebleven Indische Nederlanders

Persoonlijke beoordeling: Geen

Mevrouw Martens(Lawang – Malang)

Rond 14.00 uur reden we Lawang binnen en het zoeken naar haar adres was tegelijk begonnen. Met heel veel moeite hadden we toch haar huisje gevonden. Kon ook niet anders de nummers sprongen van nr. 44 naar nr. 164.
Mevrouw Martens wachtte ons al op voor de deur en verwelkomde ons.    Een leuk gezellig ingerichte woonkamertje éénvoudig en schoon en meteen al werd er warme thee ingeschonken op die bloedhete middag. En niet lang daarna kwam haar kleindochtertje van ongeveer 6 jaar binnen, gaf ons een handje en zat tegelijk naast me … trouwens een mooi kindje om te zien en heel vlot!
Het adres van mevr. Martens hebben wij (de Stichting Adinda) gekregen van Rosita Portier-Kicksen, een beste vriendin van haar uit Surabaya. 
Direct werd er gesproken over haar band met Rosita en over haar wijlen man een ex-militair van het Indonesische leger … TNI (Tentara Negara Indonesia) en ze vertelde ons ook dat ze tot en met heden nog geniet van het pensioen van haar wijlen man. Ik overhandigde haar het envelopje met inhoud en een mooi verpakt geurtje van Rosita. 

“Wilt u zeggen aan Roos, bedankt en dat ik erg blij ben met haar kado en envelop.” “Ja, hoor mevrouw Martens, ik zal het doorgeven aan Roos, maar helaas kan ik u niet helpen voor een aanvraag bij de Stichting Halin en dat komt omdat u nog een pensioen heeft van uw wijlen man. 
Ik vind het heel erg voor u, maar desondanks krijgt u van onze stichting Adinda toch nog een kleine bijdrage, oké? Het is geen groot bedrag maar wel lekker om er leuke dingen van te doen, of lekkere dingen van te kopen”. 
Ik overhandigde haar het geld en vroeg haar te tekenen voor het ontvangst van de centjes. 
“Bedankt meneer Ed Brodie, hartelijk bedankt namens mijn hele gezin, en ik zal bidden dat de stichting Adinda nog heel lang mag blijven bestaan!”

Mevrouw Martens een dappere Indische vrouw van 64 jaar oud, houdt niet van klagen en probeert van haar schrale pensioen te overleven. 

Ik kreeg een gevoel van kasian voor haar maar dat veranderde weer in groot respect voor haar moed om verder durven, te leven ondanks de moeilijke tijden voor haar … maar dan voor altijd moeilijk ...!” 

Weer zo’n geval … zij was Nederlandse met een NEDERLANDS PASPOORT totdat ze ging trouwen met een Indonesiër … maar waarom kon zij haar oude Nederlandse Staatsburgerschap niet terug krijgen na de dood van haar man? 

Hoeveel Nederlandse vrouwen die getrouwd waren met buitenlanders, in het buitenland woonden en na de scheiding van hun echtgenoot, Nederland weer konden binnentreden om op hun 65ste jaar toch van hun AOW te genieten?.

Zijn er überhaupt geen instanties in Nederland die bereid zijn deze ex- NEDERLANDERS in Indonesië te helpen? 

Kom op jongelui help deze Indische mensen en laat ze niet aan hun lot over!!

Ed Brodie
Zoetermeer - Nederland

 

 

Tante Doortje Wasito – Samuëls (Surabaya)

Tante Doortje woont in Nangka Kidul bij Tambaksari in Surabaya, een klein huisje nou ja huisje … het is meer een krotje, de vloer was het mooist met witte tegels voor de rest was alles oud, kapot versleten en donker binnen. 
Er hangt een schilderij van Jezus tijdens het laatste avondmaal aan de vochtige muur…Tante Doortje lag in bed toen wij, Inge en Fina Arsjad (onze vertegenwoodigster in Surabayavan Stichting Adinda) en ik binnen kwamen. 

Haar zoon Doddy, weduwnaar die bij haar inwoont, maakte haar wakker en vertelde haar dat er visite is uit Holland.
“Mam, mam ..oom Ed dari Belanda datang lagi, mam” wekte hij haar met een blijde stem! “He … Ed? Dimana dia … Ed, Ed hoe zie je er nu uit, jongen?” riep tante Doortje vanuit haar slaapruimte. Gearmd met haar zoon liep ze haar woonkamertje binnen en al lopend riep ze:” Ik ben blind Ed .. hoe zie je er nu uit, ik ken amper meer zien, Ed! 
Met wie ben je gekomen, ik hoor zoveel stemmen!” riep ze zenuwachtig. Rustig maar tante, ik ben het … Ed Brodie uit Holland, kent u me nog? Ik was zo’n 4 jaar terug ook al bij u geweest, toen had u nog gezongen … 
“When I’m fall in love” van Nat King Cole ...weet u het nog?” zei ik enthousiast tegen haar. 
“Ik ben met Inge mijn vrouw gekomen en Fina kent u ook al van vroeger toen ik voor de eerste keer bij u kwam. ”Ze draaide met haar hoofd, ogen dicht en glimlachend volgde ze mijn stem. “Hoe zie je er nu uit, Ed?” vroeg ze me het weer …”Gewoon net als vroeger, wat ouder en kraniger natuurlijk!” zei ik lachend. 
Ze glimlachte weer en vroeg wanneer ik ben aangekomen. Tante Doortje is een gezellige tante, kan goed vertellen over vroeger, alleen verteld ze 3x hetzelfde verhaal, ze is in Malang geboren en haar lieve vader was militair en toen hij naar Holland terug moest, was Doortje toen al getrouwd met meneer Wasito, dus kon Doortje niet mee naar Holland.
Tante Doortje is 83 jaar oud, heeft haar man en 3 zonen verloren … haar zonen waren niet zo lang geleden overleden. Na de dood van zijn vrouw is haar jongste zoon Doddy bij haar komen inwonen. Doddy is een geweldige gitarist, muzikant van beroep en speelt veel voor zijn kerk. Weer vertelde tante over haar jeugdtijd in Malang, en dan stopte ze met haar verhaal en vraagt dan weer:”Hoe zie je er nu uit, Ed?” 
Inge en Fina hadden het grootste plezier met tante Doortje, ze is vrolijk en zingt heel mooi, kortom tante Doortje is een artieste ..Ik overhandigde haar het geld van de stichting Adinda, en zij beloofde me het goed te gebruiken. 

Tante we moeten nu opstappen, maar ik kom gauw weer terug bij u, oké? Beloofde ik haar.“Ja, maar wanneer kom je dan Ed, toch niet te lang … misschien ben ik er dan niet meer!” zei ze huilend tegen me. Ik pakte haar handen en zei dat ze positief moest blijven denken … en beloofde haar weer dat ik zo spoedig mogelijk terug zal komen, maar in stilte dacht ik met haar mee, zo van …zou ik haar nog terug ontmoeten?
“Ed, zing je nog een liedje voor mij vóór dat je naar Holland gaat? Alsjeblieft Ed?” vroeg ze het mij met haar bibberende stemmetje. Ik keek Doddy aan, hij pakte zijn gitaar en begeleide me … ik zong voor tante Doortje “Als de orchideeën bloeien”. Het is mijn lieveling lied Ed, zing het voor mij … Ik zong toen voor tante, en al huilend luisterde ze naar me, en op de achtergrond hoorde ik Inge en Fina mee snikken. 
We kusten tante en namen weer afscheid van haar, maar voor hoe lang?Doddy gaf me een hand en zei:” Terima kasih oom Ed, menghiburi mama hari ini, terima kasih oom”! Ik keek hem aan en zei, dat ik van zijn moeder houd, "wees lief voor haar en verzorg haar maar goed".. …tegen tante schreeuwde ik: “Wees sterk tante Doortje en tot gauw maar weer!” Voor haar huisje stonden wij alle drie even stil en zwaaiden naar haar en haar zoon. Doddy zwaaide terug en tante Doortje keek weer somber uit het raam maar zag niets …Al lopend naar de auto zei ik tegen me zelf: 
“Wat een ellendig leven hebben deze lieve mensen!”

Ed Brodie
Zoetermeer - Nederland

Artikel overgenomen van de Stichting Adinda

Ingediend door Ferry Schwab  op ma, 19/03/2018 - 09:24.

Ed, wij zijn bezig met traktaat van Wassenaar. Ook weet je dat Drees ons niet wilde toelaten (500.000). Soekarno heeft toen de hulp ingeroepen en Drees werd aangemaand om " ons ", 341.000 toe te laten. De 159.000 waren hun papieren kwijt geraakt. Deze geroep werd niet toegelaten, die stateloos achterbleven. 

 

Je weet ook Jan SLagter van Omroep MAx is bezig om signaal af te geven naar Den Haag. Recent werd ik benaderd door een advocatenkantoor in Den Haag, die hoorde dat wij met traktaat van Wassenaar bezig waren, die willen Nederlandse Staat verzoeken om deze groep te voorzien van AOW zoals de oudjes hier, met terugwerkende kracht of ze nu toe te laten. Het laatste acht ik onmogelijk. 

 

Achter de schermen zijn veel bezig, en vergeet Franchine ook niet 

Alles staat op www.icm-online.nl , de Indische Internetkrant.

Ferry Schwab sr.

Lees verder…

Istimewa nieuwsbrief`o.a. Met Istimewa naar Spanje

10897380883?profile=original

10897382853?profile=original

Istimewa nieuwsbrief

Met Istimewa naar Spanje
Gezellige en zeer voordelige reis. Gaat u ook mee?

Istimewa Events, bekend van de Pasar Malam Istimewa, organiseert samen met Wout Nijland Evenementen een 13-daagse muzikale vakantie naar Spanje.

Van 1 t/m 13 juni kunt u op vakantie met de bands Simply Friends en Wipe Out Selection. Ook zullen Justine Pelmelay, Ester Latama, Hans Sommer en Wout Nijland solo, daar in die periode optreden. De reis gaat naar het Indalo Park Resort in Santa Susanna aan de Costa Brava.
Indalo Park ligt direct aan de mooie, lange wandelpromenade. Het levendige hotel heeft sfeervolle kamers en ligt op steenworp afstand van het schitterende strand. Ook is er een leuk zwembad met een waterval en twee jacuzzi's, waar je gezellig kunt bubbelen. Indalo staat bekend om haar voortreffelijke eten.

De reis wordt verzorgd door Solmar reizen. U vertrekt op vrijdagmiddag 1 juni en de terugreis is op dinsdag 13 juni. Voor deze 13-daagse vakantie/volpension, betaalt u slechts €459,-. Een kortere 10-daagse reis is ook mogelijk voor €361,-. Langer verblijf is mogelijk tegen meerprijs en ook vliegen is een optie. De bussen rijden telkens op zaterdag en dinsdag!

Om deze vakantie vast te leggen, kunt u de vakantie zelf met  Solmar bellen. U boekt voor half pension en geeft aan met Simply Friends mee te reizen. Vervolgens stuurt u een mail naar info@woutnijlandevenementen.nl om ons te laten weten, dat u met ons mee gaat. Uw boeking wordt dan gratis opgewaardeerd van half- naar vol pension! 
Op diverse plekken in Nederland kunt u opstappen in de Solmar bus.Raadpleeg  hiervoor de site van Solmar. De door u gewenste opstapplaats kunt u doorgeven doorgeven bij de boeking.

Denkt u, dat dit de perfecte reis voor u is maar ziet u op tegen de busreis (die overigens heel gezellig is) kunt u ook met het vliegtuig, dan is de prijs bij Solmar ongeveer 100 euro hoger. Daarin zit dan ook twee keer transfer van het vliegveld Gerona naar Malgrat de Mar/ Santa Suzanna inbegrepen.
Let op: Als u zelf een vlucht boekt, betaalt u zelf twee keer een transfer (2x € 40,-p.p.) van het  vliegveld naar het hotel.

Voor boekingen:
Solmar Tours - telefoon 0495588740 of www.solmartours.nl

Heeft u vragen over deze reis kunt u contact op nemen met Wout Nijland -

info@woutnijlandevenementen.nl   mobiel 0646066191

10897383264?profile=original

Dansmatinee in Driebergen,
toegankelijk voor iedereen

In aanloop naar deze Spanjereis spelen Simply Friends, Wipe Out Selection, Ester Latama en Hans Sommer op zondag 25 maart vanaf 13.00 uur in Champ’Aubert in Driebergen. Er is catering met sate,bitterballengarnituur en tapas. 
De zaal is om 12:00 uur geopend en de entree is maar €5,00 inclusief een leuke verrassing.
Ook als u niet mee gaat naar Spanje, bent u van harte uitgenodigd om gezellig en ongedwongen sate en tapas te eten, een drankje te doen en lekker te dansen.

10897383289?profile=original

Istimewa Agenda 2018

Pasar Malam Istimewa XL in Rotterdam Ahoy
31 maart, 1 & 2 april (Paasweekend)
Rotterdam Ahoy

Fiësta EurAsia Antwerpen (BE)
27 april t/m 1 mei
Gedempte Zuiderdokken, Antwerpen
Gratis toegang

Pasar Malam Istimewa Gorinchem
24 t/m 27 mei
Varkenmarkt & Theater De Vijfzinnen, Gorinchem
Gratis toegang

Pasar Malam Istimewa Zeist
29,30 juni & 1 juli
Dijnselburg Zeist

Big Rivers Festival
Food en festivalmarkt
13 t/m 15 juli
Dordrecht

Pasar Malam Istimewa Steenwijk
25 t/m 29 juli
Steenwijk centrum
Gratis toegang

Fiësta EurAsia Oostende (BE)
27 t/m 29 juli
Leopold III-laan, Oostende
Gratis toegang

Pasar Malam Oost en West TeSaam
3 t/m 5 augustus
De Lindehof, Spijk
Gratis toegang

Pasar Malam Istimewa Dordrecht
12 t/m 15 augustus
Statenplein en Sarisgang
Gratis toegang

Pasar Malam Assen: Istimewa & Bagus
7 t/m 9 september
TT Hall Assen

Fiësta EurAsia Maastricht
29 september t/m 1 oktober
Markt, Maastricht
Gratis toegang

Pasar Malam Istimewa Alphen aan den Rijn
11 t/m 14 oktober
Winkelcentrum de Ridderhof
Gratis toegang

Goud van Oud
20 oktober
RCN Het Grote Bos , Doorn

Pasar Malam in de Bush
22 december t/m 6 januari
Burgers’ Zoo, Arnhem

 

Istimewa Agenda 2019

Pasar Colours Festival op de Huishoudbeurs
16 t/m 24 februari
RAI Amsterdam

Pasar Malam Istimewa XL Zwolle
8 t/m 10 maart
IJsselhallen

Pasar Malam Istimewa XL in Rotterdam Ahoy
20 t/m 22 april (Paasweekend)
Rotterdam Ahoy

Lees verder…

Zondag 15 april, The Blue Diamond Celebration


10897386085?profile=original

The Blue Diamond Celebration

Zo. 15 april 2018

Theater Harderwijk in Harderwijk

12.30-18.00 uur

 

WIJ VIEREN ‘THE BLUE DIAMONDS’, DUS VIER HET MET ONS MEE.

 

ARTIESTEN:

Ronnie Tober / Aïs Lawalata / Renée & the Alligators

Johnny Manuhutu-Massada / Charly Angenois / Ingrid Simons

Harold Verwoert  / The Old Blue Diamonds Band 

Remy Hansen / Rob Buis / Marcel Titarsolej / Diana Monoarfa 

Louisa Verwoert / Johnny Valentino / Affinity / Trio Pattisellano

 

Theater Harderwijk . Stationslaan 26 . Harderwijk

Theater open 12.30 u. / Zaal open 14.00 u. / Programma 14.00-18.00 u. / Entree €16,50 p.p.

 

Kaarten vooraf reserveren / Ophalen & betalen op 15/4 vanaf 12.30 u. aan de theaterkassa

 

Stuur uw e-mail naar info@m-box.nl  o.v.v. uw naam, mobiele nummer en het aantal kaarten

Sateh- en Indosnackbuffet van Toko C / Voor elke bezoeker een kleine herrinneringsattentie

 

10897386869?profile=original

10897386897?profile=original

Het is prachtig om te zien hoe deze groep artiesten hiermee bezig is en dankzij hen mag u rekenen op een mooi en vol programma, met een enorme dosis veelzijdigheid. Riem was het laatste jaar blij en trots op onze geplande theatertour 'The Story of the Blue Diamonds'. Tijdens de vele repetities zei hij regelmatig tegen de hele cast en ik citeer: "Jongens, wat is dit leuk! Een droom komt uit!" Om die reden hebben we voor deze viering ook heel bewust gekozen voor een theater. Uiteraard laten we uit die show heel graag twee showblokjes zien, gepaard gaande met unieke beelden uit de mooie en lange carriëre van Ruud & Riem.

Voor de inwendige mens verzorgt 'Toko C' een heerlijk sateh- en Indosnackbuffet. Zoals jullie wellicht bekend wordt bij Carla en Danny elk stokje sateh persoonlijk op de houtskoolgrill geroosterd.

Practische informatie:

De viering vindt plaats in Theater Harderwijk . Stationslaan 26 . Harderwijk

Het theater gaat open om 12.30 uur en de zaal gaat open om 14.00 u.

Het programma duurt van 14.00-18.00 uur met een pauze van 15.30-16.30 uur.

Een toegangskaart kost € 16,50 p.p. en de kaarten kunt u reserveren door een e-mail te sturen naar info@m-box.nl o.v.v. uw naam, mobiele nummer en het aantal kaarten.

Op 15 april kunt u tussen 12.30-13.45 uur uw kaarten ophalen & betalen aan de theaterkassa.

Het is natuurlijk heel fijn om te kunnen constateren, dat de kaartverkoop al aardig op gang is gekomen.

Attentie: Zorgt u er wel voor dat u op tijd bent, want zodra het programma begint, zullen de zaaldeuren sluiten. Uiteraard hopen we van harte om deze mooie viering samen met jullie te vieren, dus heel graag tot zondagmiddag 15 april in Theater Harderwijk.

Lees verder…

Indische Nederlanders – Een vergeten Volk?

10897271693?profile=original10897272677?profile=originalDe Indische Nederlanders – Een vergeten Volk

(c) Bron MM onze correspondent in Soerabaja.

Mark Rutte is onze eerste Indische premier, zo mag je hem wel classificeren. Ik heb ooit eens gelezen dat hij het enige Rutte gezinslid is dat geboren werd op Nederlandse bodem.

In de wereldgeschiedenis neemt de band tussen Nederland en Indonesia een bijzondere plaats in. Drie en een halve eeuw lang zijn deze twee landen (metaforisch gezien David en Goliath) nauw aan elkaar verbonden. Zonder dat de beide culturen het beseffen is er een fundamentele verbondenheid met elkaar door de lange verbintenis die ze met elkaar hebben gehad. Je ziet verwevenheid in de taal, in de kookkunst, in de muziek, in het cultureel erfgoed enzovoorts. Nederland heeft haar eeuwenlange weelde te danken aan de rijkdommen van Indonesia, met name de natuurlijke grondstoffen. Multatuli omschreef het heel treffend: Nederland drijft op de Gordel van Smaragd.

Uit de lange verbintenis tussen deze twee landen is het Nederlands-Indisch/Indisch-Nederlands volk ontstaan, ook wel genoemd de Indischen. Een volk dat ontstaan is uit de kruising tussen deze twee volkeren. De verhoudingen tussen de Indischen en de Nederlanders maar ook de Indischen en de Indonesiers stonden een hele eeuw lang onder spanning. Toen Indonesia diens vrijheid proclameerde, kwamen de Indischen tussen twee vuren te staan. De Indonesiers moesten de collaborateurs niet meer en de Nederlanders moesten de bastaards ook niet. In de ronde tafel conferentie van Linggarjati werden de Indischen uitverkocht aan Indonesia. Nederland heeft de rechten van het Indisch volk daar in die conferentie verkocht aan Indonesia. Men onderhandelde voor een uitverkoop plek en dat werd West-Irian. Irian Barat zou het nieuwe land worden van het Indisch-Nederlands volk. De grote volksverhuizing vond plaats en de Indischen emigreerden naar Irian Barat. Op die manier voorkwam Nederland de massale uitstroom van rechtmatige Nederlanders naar Nederland. Voor de Indischen was het een perfecte oplossing. Men kende Nederland niet en men was geboren en getogen in de tropen en niet in dat koude kikkerlandje.

Hoe desillusionerend was het toen de grote stroom Indische-Nederlanders toch koos voor Nederland, toen al merkbaar was dat aan het einde van de 50-er jaren Indonesia de aanval begon op Nederland door Irian Barat te claimen als Indonesisch grondgebied. De grote uitstroom naar Nederland vond toch plaats en Nederland reageerde ongepast en ongegeneerd. Alle Indischen moesten hun overtochtkosten en verblijfkosten en eerste lijnsvoorzieningen zelf betalen. Het was toen heel anders gesteld met de Indischen, die notabene gewoon wettelijk gezien Nederlanders waren ten opzichte van de vluchtelingen en Turken en Marokkanen in de jaren 70, 80 en 90.

Kregen deze niet Nederlanders alle faciliteiten gratis (alle informatie werd zelfs in de allochtone talen gegeven), de Indischen moesten tot op de laatste centen alles terugbetalen weliswaar renteloos, maar toch! Wat verfoeilijk en mensonterend was dat de Indische jongens naar de Ambachtschool en de meisjes naar de Huishoudschool werden gedirigeerd, meer waren ze niet waard in de ogen van de Nederlanders. De vaders werden regelrecht geplaatst in de Rijkswerkplaatsen, de moderne koelie-inrichtingen, want intelligenter dan dat niveau waren ze niet volgens de BBMZ ambtenaren. De gezinnen werden in mensonterende pensions ondergebracht, waarvan de vochtige wanden van de kamers helemaal zwart waren geworden van de schimmels de matrassen gevuld werden met stro, waardoor door al het kabaal bij elke beweging die je maakte je niet kon slapen. De pensionhouders hadden toen flink geld verdiend aan die arme Indische Nederlanders. Uit ellende waren de wat financieel sterkere Indische gezinnen gevlucht naar de Verenigde Staten, Canada, Brazilie, Zuid-Afrika en Australie.

Het leven van de Indische Nederlanders was in het begin heel erg zwaar. Men werd op alle fronten en op alle niveaus zwaar gediscrimineerd. Zelfs de hoger opgeleiden uit Indonesia kregen niet de erkenning die ze eigenlijk verdiend hadden. Ze zaten in Indonesia op Nederlandse scholen, dus ook hogescholen maar werden in Nederland gewoonweg gedegradeerd. Een jarenlang praktizerend huisarts kwam niet verder dan keuringsarts te worden bij de Koninklijke Landmacht. Een ervaren tandarts werd niet meer dan een schooltandarts. Officieren van Justitie werden gewoon griffiers en Ingenieurs kwamen terecht achter de bankschroeven van de Rijkswerkplaatsen. De klap op de vuurpijl kwam later, de rechten van financiele vergoedingen werden en worden nog steeds niet gehonoreerd tot op de dag van vandaag. De Indische Nederlanders zijn een melaats volk geworden.

De Indischen brachten levendige muziek mee uit het bruisende tropisch leven. Wat gebeurde er toen? De aanbeden Nederlandse TV-coryfeen Willem Duys en Mies Bouwman noemden de Indische muzikanten: apen die uit de rimboe kwamen, en daar horen ze thuis was hun oordeel! De Nederlandse jeugd echter ontving De Tielman Brothers, The Black Dynamites en The Crazy Rockers in hun armen. The Black Dynamites waren eigenlijk de grootsten omdat ze liefst 3 Spaanse internationale films met Spaanse wereldsterren van muziek voorzagen. Maar de kasteleins weigerden de Indische artiesten werk te verschaffen. Uit alle ellende vluchten de Indische muzikanten (en dat zijn er heel veel, de Indischen zijn geboren met zang en gitaar) naar Duitsland. Daar werden ze met open armen (en benen) ontvangen. De Tielman Brothers werden zelfs gevraagd om Duitsland te vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival. De grote TV-presentatoren van destijds Hans-Joachim Kulenkampff en Peter Frankenfeld haalden alle Indische artiesten naar hun Duitse TV-Shows. Na een 10 jaren durende strijd kwam de erkenning dat The Tielman Brothers de Godfathers zijn van de Nederlandse Popmuziek. Een verdwaalde Indische artiest haalde echter de absolute wereldtop: Eddie van Halen!

Mark Rutte recycled in November de Nederlands-Indische geschiedenis door Indonesia met een groot handelsdelegatie te bezoeken. Nu is de kans juist voor Nederland om haar bekrompenheid en schijnheiligheid om te zetten in grootmoedigheid en zakelijke durf! Indonesia is na China het land met de grootste economische groei. Nederland vergrijst terwijl Indonesia verjongd. De potentie van groei dat bij de Indonesische jeugd zit zou een geweldige nieuwe markt kunnen zijn voor de Nederlandse senioren die al vanaf hun 50ste jaar in Nederland afgedankt zijn als oud vuil. De kennis die er is bij de Nederlandse senioren zou een geweldige investering kunnen betekenen voor Indonesia, indien de Nederlandse regering en parlement van hun feodalistsiche ivoren troon willen stappen. 

Lees ook: http://www.binnenlandsbestuur.nl/ambtenaar-en-carriere/nieuws/overh... 

Indonesia is nog steeds een van de rijkste landen ter wereld op het gebied van natuurlijke grondstoffen en human resources.

Indonesia is ook het grootste democratisch land ter wereld. Waar de Westerse wereld alleen blijft dromen van een fundamentele democratie heeft Indonesia na de periode Soeharto hard gewerkt daaraan heeft die dan ook bereikt. Er zijn meer dan dertig bijna even grote partijen (tegen de VS die maar 3 partijen heeft) die allemaal vrij gekozen worden in alle parlementaire bestuurslagen. Waar Nederland geen gekozen premier heeft wordt de Indonesische president rechtstreeks gekozen door het volk. Waar Nederland al eeuwen discussieert over de gekozen burgemeester wordt in Indonesia vanaf de laagste bestuurslaag diens leider gekozen door het volk. De lurah, de camat, de walikota, de bupati, de gouverneur en de president wordt door het volk gekozen. Nederland kan dus ook veel leren van het jonge land Indonesia, die al veel verder is dan Nederland bij de ontwikkeling van de democratie, de kern waaruit de mensenrechten worden ontgonnen. De corruptie die in dit land heerst is een erfenis van het Nederlands-Indisch tijdperk. Velen vergeten de oorsprong van dit fenomeen, dat geintroduceerd werd door de VOC-handelaren om de sultans en haar onderdanen om te kopen.

Het wordt nu de hoogste tijd dat het Indisch volk een eeuwige plek krijgt toebedeeld in de wereldgeschiedenis. Dat kan alleen bereikt worden door een grootst communicatie media- en infrastructuur op te zetten. Het zal en mag niet zo zijn dat dit volk dat zich een eigen identiteit en cultuur heeft ontwikkeld ooit in de tijd zal verdwijnen en waarin alleen de Nederlanders en Indonesiers zullen overblijven. Er zal gebruik moeten worden gemaakt van de reeds aanwezige sociale media zoals ICM-Online: de stem van het gewone Indisch volk, Stichting Nederlands-Indisch Cultureel Centrum: de stem van het elitair Indisch volk, Het Indisch Plein: de stem van de gemiddelde Indische man/vrouw en nog meer soortgelijke media. Ook zal er gebruik moeten worden gemaakt van organisaties als Stichting Indisch Erfgoed Apeldoorn, Pelita, Indisch HerinneringsCentrum enzovoorts. Alleen door massale mediale beinvloeding zal dit doel kunnen worden bereikt en helaas niet door het Indisch Platform alleen.

Leve het Indisch-Nederlands volk! Hiduplah bangsa Indo-Belanda!

Zie hoe Indonesia bouwt aan haar toekomst:

https://www.youtube.com/watch?v=Hmx_61NVPho

https://www.youtube.com/watch?v=8k2ybTZackQ

https://www.youtube.com/watch?v=9WXMsPwAQFo

https://www.youtube.com/watch?v=_lJC-pvn2BA

 

Weergaven: 102.778

Lees verder…

Helemaal alleen in Indonesië Door: Ed Caffin

 10897269496?profile=originalColumn   Helemaal alleen in Indonesië                  Door:   Ed Caffin

Reizend door het noorden van de Molukken en Sulawesi, minder toeristische delen van Indonesië, zijn we regelmatig de enige toeristen in het dorp, hotel of op het hagelwitte strand met palmbomen. Voor veel reizigers is dat het summum: je ergens pionier voelen, terwijl alles eigenlijk allang ontdekt is. “We waren er helemaal alleen; we hoorden dat er zeker een half jaar lang geen westerling geweest was”, hoor je dan vaak. Als het onderwerp “Beste reisverhalen” voorbij komt in een of ander gesprek in een backpackerscafé, dan scoor je daar zeker punten mee.

Voor ons voelt het na een aantal maanden in het drukke en toeristische Bali, waar we tussen de rijstvelden en andere toeristen woonden, vooral vreemd.  Dat komt met name omdat het reizen in deze gebieden als bijeffect heeft dat je overal wordt nageroepen en er regelmatig foto’s van je worden gemaakt. We zijn  blijkbaar opeens een beziens-waardigheid en aan die status kunnen we maar moeilijk wennen.

Dat westerlingen in deze delen van Indonesië een heuse verschijning zijn, valt te verklaren als je kijkt nar de verdeling toeristen over Indonesië. Van de ruim 7 miljoen buitenlandse toeristen die in 2011 naar Indonesië gingen, kwam bijna de helft (2,9 miljoen) met verder dan het kleine Bali. Van de rest gaan de meesten naar Jakarta en Java, of Sumatra. Slechts kleine plukjes toeristen gaan verder, richting het oosten van Indonesië, en ontlopen daar elkaar gemakkelijk.

In de Molukken en bepaalde delen van Sulawesi kom je er in ieder geval weinig tegen. En dat merk je aan de reacties van de mensen. Degenen die ons aanspreken en op de foto willen, zijn zonder uitzondering erg aardig en positief, dat wel, maar een anoniem etentje zit er – hoe absurd het ook klinkt – niet in. Soms neemt het wel heel extreme vormen aan. Op het strand voor het hotel, wilde een grote groep vrienden – met kinderen op schoot – één voor één met ons op de foto.  Ook worden we geregeld zonder te vragen gefotografeerd. Onze beeltenis prijkt intussen als een screensaver op tientallen mobiele telefoons, denk ik. Als ik aan een man van mijn leeftijd vraag waarom hij die foto eigenlijk wil, antwoordt hij simpelweg, dat hij het een leuke herinnering vindt, een foto van een Bule (buitenlander). “Het komt niet vaak voor dat je een exemplaar in het wild tegen het lijf loopt, en dan moet je hem schieten”, zegt hij er nog net niet bij. We zijn gewillige slachtoffers; ook ons zoontje van twee. Met zijn bruinverbrande kop en lichtblonde haren is hij een soort allemans knuffelbeer geworden. Na een stuk of tien uitgebreide fotoshoots is hij er inmiddels al zeer bedreven in. Zodra iemand naast hem knielt, hem bij de schouders pakt en de wang tegen de zijne drukt, staat hij stil en er verschijnt zowaar een heuse fotoglimlach op zijn gezicht.  Minpuntje wellicht, hij weet inmiddels niet beter dan dat hij blijkbaar erg 

interessant is om te fotograferen. Hij zou er bijna van naast zijn kleine “Croqs” gaan lopen. Na weken vol fotoshoots mijden we de laatste dagen de drukke stranden maar even en gaan we naar ons prachtige en verlaten witte strand met palmbomen, langs een hobbelige weg verderop. Daar zijn we helemaal alleen en kunnen we tenminste anoniem zwemmen.

Eerder verschenen in DE AZIATISCHE TIJGER   

Lees verder…

Herdenken - WAAROM HERDENKEN OP 15 AUGUSTUS?

Herdenken - WAAROM HERDENKEN OP 15 AUGUSTUS?

 

10897273093?profile=original

Nederland wordt bevrijd op 5 mei 1945. Op die datum is er in voormalig Nederlands-Indië echter nog geen bevrijding. De Japanse overheersing van het voormalig Nederlands-Indië drukt in de hierop volgende maanden nog zwaar op alle inwoners van dat land en ver daarbuiten.

De aandacht van de (Nationale) Herdenking op 4 mei gaat vooral uit naar de gevolgen van de oorlog tegen nazi-Duitsland. De dag erna is gereserveerd voor de feestelijke viering van de bevrijding van de Nazi bezetter.
De geschiedenis van de mensen met een Indische oorlogsachtergrond is echter zó anders verlopen dat de activiteiten op 4 en 5 mei niet genoeg bij de behoeften van deze groep blijken aan te sluiten.

Capitulatie
Pas op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan de oorlog in dit gebied door de capitulatie van Japan. Dit betekende echter nog niet dat er sprake kon zijn van een echte bevrijding. Toen Japan zich overgaf, waren er nog geen geallieerde troepen Indië binnengetrokken. De Japanse militairen kregen de opdracht de orde en rust te bewaren totdat de geallieerde troepen de macht konden overnemen.

Maar twee dagen na de capitulatie van Japan op 17 augustus 1945 besloot een invloedrijke groep Indonesiërs onder druk van hun jonge achterban Indonesië onafhankelijk te verklaren zowel van Nederland als van Japan. Als gevolg daarvan begonnen Indonesische strijdgroepen alles in het werk te stellen om wapens van het Japanse leger te bemachtigen om te voorkomen dat de Nederlanders hun voormalige machtspositie zouden terugkrijgen. Het begin van de onafhankelijkheidsoorlog was een feit en ging met veel geweld gepaard.
Velen, ex-kampers en buitenkampers, waaronder Indo-Europeanen en Chinezen, belandden in een concentratiekamp nu onder het regime van Indonesische “vrijheidsstrijders”.



Onafhankelijkheid
Deze oorlog leidt uiteindelijk tot de onafhankelijkheid van Indonesië op 27 december 1949. Als gevolg daarvan worden velen gedwongen te kiezen tussen Nederland en Indonesië. Keuze tussen blijven en vertrekken. Honderdduizenden worden daarom in de jaren na 1945 (nood)gedwongen naar Nederland verscheept. Dit betekent dat tot in de jaren zestig zo’n 300.000 personen vanuit Indonesië naar Nederland komen. Velen zijn nog nooit in Nederland geweest en hebben op de een of andere manier hun wortels in Indië. Hollanders, Indo-europeanen (“Indo’s”) en de groep Ambonezen / Molukkers en Chinezen.
Ondanks hun eigen (vaak dramatische) oorlogsgeschiedenis, wordt hen duidelijk gemaakt dat in Nederland een “eigen” oorlog is geweest waardoor er geen ruimte blijkt te zijn voor de verhalen over die “verre Aziatische” oorlog.

Dit heeft onder andere tot gevolg dat het einde van de Tweede Wereldoorlog voor veel Indische mensen niet een periode van herstel inluidt, maar eerder een markering blijkt te zijn van voortschrijdend verlies: van have en goed, status en geboorteland. Soms zelfs van identiteit. Kortom, compleet verlies van een manier van leven.
Er rest de betrokkenen niets anders dan het zich zo geruisloos mogelijk aanpassen aan de in het nieuwe vaderland heersende cultuur. Onder andere door het hanteren van een eigen “Indische” arbeidsethos: extra hard werken.

10897275083?profile=originalHerdenken en ontmoeten
De 15e augustus is elk jaar de dag waarop al die ingrijpende gebeurtenissen kunnen worden herdacht in gezelschap van personen met een gedeelde “Indische” achtergrond.
De eerste herdenking op 15 augustus komt op initiatief van ir. G.S. Vrijburg in 1970 in Den Haag tot stand. Hierbij zijn koningin Juliana, Prinses Beatrix en Prins Claus aanwezig zijn.

Na deze, oorspronkelijk als eenmalig bedoelde gebeurtenis, blijkt dat velen behoefte hebben aan een herhaling van deze gelegenheid tot herdenken en ontmoeten. In 1980 wordt de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 opgericht met ZKH Prins Bernhard als beschermheer om een jaarlijkse herdenking en ontmoeting te organiseren. In dat jaar vindt een grootse herdenking plaats in aanwezigheid van Koningin Beatrix en ZKH Prins Claus. Sedertdien wordt ieder jaar de herdenking op 15 augustus op wisselende plaatsen in het land georganiseerd.
Totdat in 1988 het Indisch Monument aan de Prof. Teldersweg in Den Haag wordt onthuld door H.M. koningin Beatrix en de Indische gemeenschap eindelijk een eigen monument heeft waar men jaarlijks de overleden dierbaren kan herdenken.
Dit monument symboliseert het lijden van alle landgenoten in Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Eer bewijzen
In 1999 heeft het kabinet Kok 15 augustus 1945 erkend als het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf dat moment wordt op deze dag op alle overheidsgebouwen gevlagd. Ook de media besteden zendtijd aan deze gebeurtenis.

Velen van de generatie die de Tweede wereldoorlog in Azië daadwerkelijk hebben meegemaakt zijn inmiddels overleden. Desondanks wordt de jaarlijkse Herdenking op 15 Augustus druk bezocht.
Voor vele deelnemers is het de gelegenheid om stil te staan bij de eigen herinneringen aan die periode. Om eer te bewijzen aan dierbaren die deze periode niet hebben overleefd.

Ook jongeren komen in toenemende getale naar de Herdenking. Veelal op uitnodiging van hun ouders of grootouders. Vaak ook uit eigen gezonde nieuwsgierigheid naar hun “wortels”. Uit respect voor hun (voor)ouders. Er is bij hen sprake van behoefte om verhalen te horen die eigen ouders en grootouders (nog) niet hebben kunnen of durven vertellen.
Bij de jongere generatie blijkt nu een groeiende behoefte aan persoonlijke verhalen over toen. Om te kunnen weten. Om de geschiedenis van zichzelf en die van de (groot)ouders beter te kunnen begrijpen.

De Herdenking wordt jaarlijks bijgewoond door vertegenwoordigers van de Nederlandse regering en van die van de toenmalige geallieerden. Hiermee toont men betrokkenheid bij en erkent men het belang van de Herdenking van 15 augustus 1945.
Lees verder…

10897380888?profile=original10897381290?profile=original

                                              The Blues Brothers komen terug naar Nederland.

                                                               Nu op de Pasar Malam Stellar

10897380888?profile=original

10897381495?profile=original

Twee mannen met een zwarte hoed, bijpassende pak, smalle zwarte stropdas en een zwarte zonnebril: gaat er bij u al een lampje branden? Na een optreden in de Saturday Night Live Show breken John Belushi en Dan Aykroyd eind jaren zeventig in Amerika door.

Mede dankzij de film uit 1980 veroveren de "coole" Jake en de "sukkelige" Elwood dan ook de rest van de wereld. Ze vormen een van de meest legendarische duo’s en ook de film is een culthit. De beruchte Blues Brothers zijn nog steeds bij vele mensen een begrip maar nergens komen zij meer tot hun recht dan op het podium.

 Voorzien van nieuwe danspassen en vers gestoomde pakken laten ze alle grote hits voorbijkomen: "Gimme some of lovin'", "Shake your Tailfeather", "Minnie the Moocher", "Soul Man", "Think", e.v.a.  Kortom... voor de liefhebber van Rhythm & Blues en de onvervalste "seventies" is het genieten.

10897381882?profile=original

zaterdag 24 maart om 20.00 uur!

ADVERTENTIE

De lente breekt aan, wat dacht van uw tuin geheel in Bamboe Design ?

10897382254?profile=original

Zithoek donker bamboe

Mooie zithoek van donker bamboe, afgewerkt met blanke rotan. De prijs is voor een driezits, twee… om verder te lezen klik op  Doorgaan

Lees verder…

10897383053?profile=originalDe lente breekt aan, wat dacht van uw tuin geheel in Bamboe Design ?

10897382254?profile=original

Zithoek donker bamboe

Mooie zithoek van donker bamboe, afgewerkt met blanke rotan. De prijs is voor een driezits, twee 1-zits en salontafel. Afgewerkt met synthetisch rotan is de zithoek ook geschikt voor buiten.
Kussens van eerste kwaliteit meubelstof. Andere kleuren, stoffen of leer is mogelijk.

De prijs is exclusief bezorgen.
Voor bestellen en de kosten van bezorging bij u aan huis kunt u contact opnemen met Bamboe design, of ga naarhttps://bamboedesign.nl/

10897383263?profile=original

Eethoek Asian

Bamboe eethoek voor buiten, inclusief vier stoelen. Het blad wordt afgewerkt met bamboe mat of met glad afgewerkt bamboe.

De prijs is exclusief bezorgen.
Voor bestellen en de kosten van bezorging bij u aan huis kunt u contact opnemen met Bamboe design. of ga naarhttps://bamboedesign.nl/

Lees verder…

10897381081?profile=originalDNA-PROFIELEN VAN HUN BOTTEN ZEER MOEILIJK VAST TE STELLEN

Doden Javazee anoniem

door Olof van Joolen

Het is nog maar de vraag of kan worden vastgesteld of de laatste resten die in het Indonesische Brondong werden opgegraven van op de Javazee gesneuvelde marinemensen zijn. Volgens het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is het zeer moeilijk dna-profielen van deze botten en schedels te verkrijgen.

Een ploeg van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) bevindt zich op dit moment in het Indonesische Brondong. Defensie is terughoudend met mededelingen over wat het team doet en hoe de voortgang is. Richting nabestaanden die hopen dat ze resten van hun geliefden kunnen herbegraven zou de Koninklijke Marine de verwachtingen temperen.

Ingewikkeld

Daar doet defensie volgens dna-autoriteit Lex Meulenbroek van het NFI goed aan. Volgens hem is het een heel ingewikkeld karwei uit de resten voldoende materiaal te halen waarmee een dna-profiel kan worden opgesteld. De botten en schedels hebben dik zeventig jaar onder water gelegen en werden daarna weinig zachtzinnig behandeld en begraven. Daarbij gaat dna-materiaal verloren.

„Om het eventueel nog aanwezige dna uit het lichaamsmateriaal te halen zullen de meest geavanceerde methodes moeten worden ingezet”, legt Meulenbroek uit. „De kans op succes is beperkt. Hoe groot de kans daadwerkelijk is dat op basis van dna mensen zijn te identificeren is op voorhand niet te geven.”

De meest voor de hand liggende manier die er volgens Meulenbroek is om met DNA meer duidelijkheid te krijgen, is een vergelijk te maken met dna-profielen van eerstegraads familieleden. Dat staat alleen weer op gespannen voet met het feit dat veel opvarenden van de schepen jong en kinderloos waren. Of dat hun zonen en dochters inmiddels ook niet meer leven. Dat maakt een vergelijk met eerstelijns verwanten niet meer mogelijk.

Dna biedt ook mogelijkheden om vast te stellen uit welk deel van de wereld iemands familielijn komt. Daarmee zou het onderscheid tussen een West-Europeaan of Aziaat te maken zijn.

Het probleem daarvan is alleen weer dat je voor dat onderzoek relatief en veel goed dna-materiaal nodig hebt.

„De kans daarop is niet groot”, stelt de NFI-medewerker vast. Hij is in ons land al vijftien jaar betrokken bij de stormachtige ontwikkeling die dna-onderzoeken doormaken.

Watersnoodramp

„We hebben als NFI veel ervaring opgedaan met een vergelijkbaar project waarbij we de identiteit probeerden vast te stellen van onbekende slachtoffers van de Watersnoodramp. Ook daar liepen we tegen de grenzen van onze mogelijkheden aan omdat er weinig eerstelijns nabestaanden waren. Dna is helaas geen wondermiddel. Het zal een langdurig proces worden, waarbij, zo inschattend, het niet mogelijk zal zijn een groot deel van het aangetroffen lichaamsmateriaal te identificeren. Dit zal aan nabestaanden duidelijk moeten worden gemaakt.”

Lees verder…

10897385455?profile=original

10897385286?profile=original

Zitting 1966 - 906 5 (R 583 ) Goedkeuring van de op 7 september 1966 te 's-Gravenhage ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië inzake de tussen de beide landen nog bestaande financiële vraagstukken

MEMORIE VAN TOELICHTING Nr. 3

  1. Inleiding

De Nederlands-Indonesische Overeenkomst van 7 september jl. staat aan het einde van een langjarige en bewogen periode, waarin een reeks incidenten en conflicten de wederzijdse betrekkingen heeft overschaduwd. Naar de bedoeling van beide partijen ruimt de overeenkomst de uit de periode overgebleven geschilpunten uit de weg. In die zin vormt zij de bewuste afsluiting van een tijdvak.

         

Hoewel bedoelde geschilpunten voornamelijk een financieel karakter droegen en de overeenkomst derhalve ook slechts financiële bepalingen inhoudt, dient de bereikte overeenstemming niet als een louter financieel-zakelijke transactie te worden beschouwd. Bij een evaluatie van de overeenkomst dient het politieke effect tevens in aanmerking te worden genomen. Deze financiële regeling heeft tevens de belemmeringen weggenomen die nog in de weg stonden aan het zowel bij het Koninkrijk als bij Indonesië bestaande streven, het proces van behoedzame toenadering dat sedert enige jaren bezig was zich te voltrekken, te voltooien. Dit vergelijk zal de basis kunnen vormen voor de door beide partijen gewenste normalisering der betrekkingen en nu het in de ter goedkeuring aangeboden overeenkomst vorm heeft gekregen, meent de Regering van het Koninkrijk te mogen verwachten, dat een voortschrijdende samenwerking op velerlei terrein niet zal uitblijven.

        

De Regering is er zich anderzijds van bewust, dat in materieel opzicht ons land een zeer zwaar offer heeft gebracht en dat de met Indonesië overeengekomen financiële regeling door de belanghebbenden met gemengde gevoelens zal zijn ontvangen. Enerzijds komt op vrij korte termijn een bedrag beschikbaar, waaruit -met een zekere prioriteit- die belanghebbenden, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen, een gedeeltelijke schadeloosstelling kan worden uitgekeerd, anderzijds is het bedrag tot betaling waarvan Indonesië zich heeft verplicht, slechts een fractie van de door de Staat en de belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen geleden verliezen.

In het licht van de betalingsonmacht van Indonesië en rekening houdend met het politieke en economisch belang, dat op dat moment in het bereiken van overeenstemming met de Indonesische regering was gelegen, heeft de Regering gemeend ondanks genoemde schaduwzijde, akkoord te moeten gaan met het overeengekomen bedrag.

Daarbij is overwogen dat, indien thans geen overeenstemming zou worden bereikt er niet op mocht worden gerekend, dat dit later wel mogelijk zou zijn laat staan, dat daarbij gunstiger voorwaarden zouden kunnen worden bedongen, zodat de belangen der claimanten met aanvaarding van het Indonesische aanbod het best gediend zouden zijn.

 

  1. Voorgeschiedenis

Een historisch overzicht van het ontstaan der problemen, die in de overeenkomst tot oplossing zijn gebracht, dient aan te vangen met de mededeling in 1956 van Indonesië, dat het zich niet langer gebonden achtte aan de ter Rondetafelconferentie gesloten overeenkomsten en het daarop gevolgde Besluit 9, de bij de soevereiniteitsoverdracht aanvaarde schulden aan Nederland en de Nederlandsche Bank en de schulden uit hoofde van Nederlands-Indische openbare obligatieleningen welke door de Nederlandse Staat zijn gegarandeerd, niet langer te erkennen en niet meer te zullen betalen. Voorts werd ingevolge een besluit van de Centrale Regering te Jakarta de leningsdienst van de autonome ressorten gestaakt.

Politieke ontwikkelingen waren in december 1957 en latere maanden aanleiding tot een reeks maatregelen van de Indonesische overheid, waardoor aan de Nederlandse economische activiteit in Indonesië over bijna de gehele linie een einde werd gemaakt. De betaling van pensioenen en wachtgelden aan gewezen ambtenaren van Nederlandse nationaliteit werd beëindigd. Voorts werd thans ook de nakoming opgeschort van betalingsverplichtingen tegenover Nederland, waarvan de rechtsgeldigheid overigens niet buiten twijfel werd gesteld.

 

De aanvankelijke onder beheerstelling van alle Nederlandse bedrijven werd later gevolgd door nationalisatie krachtens een op 31 december 1958 afgekondigde daartoe strekkende wet (nr. 86/1958). Ten gevolge van de afkondiging van de Indonesische Agrarische Basiswet, in werking getreden op 24 september 1960, verloren vele Nederlandse belanghebbenden de facto de beschikking over hun grond- en huizenbezit. Door sommige particuliere belanghebbenden ondernomen pogingen om rechtsherstel of schadevergoeding te verkrijgen of om verhaal te vinden op Indonesische eigendommen elders, hadden geen resultaat.

 

Bovenvermelde Indonesische maatregelen gaven aanleiding tot een reeks diplomatieke stappen, die echter zonder effect bleven. Uitvoeriger bijzonderheden over de bovenomschreven ontwikkelingen zijn opgenomen in de Jaarboeken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de betreffende periode. 

 

Toen op 17 augustus 1960 de diplomatieke betrekkingen door Indonesië werden verbroken, kwam daarmede tevens een einde aan de mogelijkheid, langs rechtstreekse diplomatieke weg te trachten de aanspraken van belanghebbenden en van de Staat geldend te maken. Gaandeweg werd duidelijk, dat niet meer op teruggave van genationaliseerde bedrijven kon worden gerekend en dat de noodzaak onder ogen moest worden gezien om de oplossing te zoeken in een schadeloosstelling. Met het oog hierop werd door de eerste ondergetekende het Bureau Schadeclaims Indonesië ingesteld, dat begin 1963 een aanvang maakte met de uitvoering van zijn taak gegevens te verzamelen omtrent de omvang van de door Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen geleden schade.

 

 Na de totstandkoming van de Overeenkomst van New York inzake West-Irian op 15 augustus 1962 werden de diplomatieke betrekkingen hersteld, hetgeen nieuwe initiatieven mogelijk maakte.

 

De gelegenheid hiertoe deed zich voor bij het bezoek, dat  - na een eerder contact met de Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland in New York in september 1963 -  de Minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië van 1 tot

4 april 1964 aan Nederland bracht en waarbij onder meer werd afgesproken, dat ambtelijke delegaties van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië de tussen de beide  Staten hangende financiële vraagstukken zouden bestuderen en ernaar zouden streven, tot een gezamenlijk voorstel aan de beide regeringen te komen, ten einde te geraken tot een oplossing van deze problemen. 

 

Bij het daarop volgende bezoek van de eerste ondergetekende aan Indonesië van 24 juli tot 2 augustus 1964 werd besloten, dat het overleg over de hangende financiële vraagstukken zou worden voortgezet in een gemengde commissie, welke zich zou bezighouden met de voorbereiding van een definitieve regeling. Wederzijds zou zo spoedig mogelijk een einde worden gemaakt aan nog bestaande discriminaties op financieel-economisch gebied hetgeen onder meer inhield, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen.

 

Als gevolg van de besprekingen stortte Indonesië in de loop van 1962 een bedrag van f 36 mln. op een geblokkeerde rekening van de Nederlandsche Bank N.V. bij de Indonesische Overzeese Bank N.V. te Amsterdam, als blijk van bereidheid bij te dragen tot de regeling der hangende financiële vraagstukken. Ter bevordering van de economische samenwerking werden van Nederlandse zijde voor 1962 export-kredietgaranties toegezegd voor de levering van Nederlandse kapitaalgoederen of diensten tot een waarde van ruim f 100 mln. 

Ter uitvoering van de bovenvermelde afspraken voerden een Indonesische delegatie en een Nederlandse delegatie, handelende ten deze als een Gezamenlijke Commissie, te 's-Gravenhage van 9 tot 27 november 1964 besprekingen ter voor-bereiding van een door de Regeringen te sluiten overeenkomst. Deze besprekingen droegen voornamelijk een oriënterend karakter. Een concreet resultaat was de afspraak, dat het wederzijdse effectenbezit zoveel mogelijk van belemmeringen zou worden vrijgemaakt. De uitvoering hiervan werd overgelaten aan de beide centrale banken. 

 

De besprekingen werden in de Gezamenlijke Commissie voortgezet in Indonesië van 25 augustus tot 11 september 1962. Daarbij bleek, dat het de Indonesische delegatie slechts dan mogelijk zou zijn, haar regering te adviseren om een betalingsverplichting aan Nederland te erkennen, indien deze gebaseerd zou zijn op de beginselen van rechtvaardigheid, menselijkheid en billijkheid, welke deel uitmaken van de Indonesische staatsideologie, de Pantjasila. Beide delegaties konden tot overeenstemming komen over het idee van vaststelling van een 'lump sum' ter finale afdoening van het geheel der problemen, zonder dat discussie hoefde te worden gevoerd over de afzonderlijke onderwerpen, waarover verschil van opvatting bestond.    De Nederlandse delegatie verklaarde zich bereid, de hoogte van deze som te berekenen, uitgaande van het totaal der gelden na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië, behalve aan de soevereine Republiek Indonesië ten goede gekomen, welk bedrag werd becijferd op f 1260 mln. Deze benaderingswijze, waarbij -met inachtneming van het Indonesische uitgangspunt- van Nederlandse kant rekening werd gehouden met de zeer zwakke financiële positie van Indonesië, doch geen afstand werd gedaan van gerechtvaardigde aanspraken, bleek voor beide partijen in beginsel aanvaardbaar. 

 

 Het uitgangspunt van betaling door Indonesië van een 'lump sum' werd door beide regeringen aanvaard. Van 2 tot 10 juni en op 18 en 19 juli 1966 verbleef een Indonesische Missie onder leiding van de Vice-Minister van Buitenlandse Zaken, Umarjadi Njotowijono, in Nederland. De missie verklaarde een tweeledige opdracht te hebben: enerzijds dezelfde taak als waartoe de missie ook andere landen bezocht, nl. het uiteenzetten van Indonesië's zeer moeilijke financiële en economische positie, op grond waarvan Indonesië medewerking vroeg tot uitstel van betaling van zijn lopende schuldverplichtingen en tot het verkrijgen van nieuwe financiële faciliteiten, anderzijds het voortzetten van de besprekingen over de speciale tussen Nederland en Indonesië nog openstaande financiële vraagstukken.

 

Een delegatie onder voorzitterschap van mr. N. S. Blom, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, voerde aan Nederlandse zijde de besprekingen over beide onderwerpen.

 

 

Met betrekking tot het laatstgenoemde onderwerp zetten de delegaties het overleg van de Gezamenlijke Commissie voort op grondslag van de eerder bereikte voorlopige resultaten. Regeling van dit punt werd urgent geacht, daar het uitblijven daarvan onvermijdelijk het internationaal overleg over een schuldenregeling en de rehabilitatie van de Indonesische economie zou compliceren. 

Het resultaat van het overleg werd neergelegd in een aan beide regeringen aangeboden gemeenschappelijk voorstel, waarvan een ontwerpovereenkomst was gehecht. Echter werd de beslissing over de grootte van de 'lump sum' en de betalingsmodaliteiten aan de regeringen voorbehouden.

Van 5 tot 7 september 1966 werden te 's-Gravenhage door een Indonesische regeringsdelegatie onder leiding van Sultan Hamengku Buwono IX, Presidium Minister voor Economie en Financiën, besprekingen gevoerd om tot een definitieve regeling te komen. Als resultaat daarvan kwam op 7 september 1966 de onderwerpelijke overeenkomst tot stand.

 

III. Inhoud der Overeenkomst

Bij de overeenkomst verplicht de Republiek Indonesië zich tot betaling van een bedrag van f 600 mln. ter finale afdoening van het geheel der financiële aanspraken, die vallen binnen de omschrijving van Artikel 1.

De overeenkomst strekt tot afdoening van alle ingevolge politieke gebeurtenissen ontstane financiële aanspraken van de Staat der Nederlanden en van Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen op de Republiek Indonesië en haar staatsburgers, waarbij over en weer van een specificatie daarvan wordt afgezien.

De verdeling onder belanghebbenden van de door Indonesië te verrichten betalingen is voorbehouden aan de Koninkrijksregering. Een daartoe strekkend wetsvoorstel is in voorbereiding.

 

Het ligt in het voornemen daarbij de Staat en de particuliere deelgerechtigden op dezelfde voet te laten delen met dien verstande, dat een zekere voorrang wordt toegekend aan die groepen claimanten, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen.

 

            Ter toelichting op een aantal afzonderlijke bepalingen dienen het volgende:

 

Artikel 1, lid 1,

omschrijft de financiële aanspraken waarop de overeenkomst betrekking heeft. Hieronder vallen alle thans en in de toekomst opeisbare aanspraken van de Staat der Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen, die berusten op verdragsverplichtingen of voortvloeien uit wettelijke of administratieve maatregelen, in Indonesië getroffen vóór 15 augustus 1962, zijnde de datum waarop door de overeenkomst van New York een einde kwam aan het politieke geschil. Hiervan verdienen afzonderlijke vermelding de aanspraken die voortvloeien uit de reeds vermelde nationalisatiewet van 1958 en de Agrarische Basiswet van 1960; voorts vorderingen uit hoofde van openbare obligatieleningen van Indonesische autonome ressorten. De belanghebbenden bij deze aanspraken zullen, evenals de Staat, bij de hierboven genoemde in voorbereiding zijnde wet in aanmerking worden gebracht, voor een aandeel in de ter beschikking komende gelden.

           Ten slotte zij aangetekend, dat uit Artikel 1, lid 1, voortvloeit, dat aanspraken van particulieren op het voormalige Gouvernement van Nederlandsch-Indië (Indonesië) niet meer tegenover de Republiek Indonesië kunnen worden geldend gemaakt.

 

Artikel 1, lid 3. 

Ingevolge artikel XXII, lid 3, van de Overeenkomst van New York werd een gemengde Nederlands-Indonesische Commissie ingesteld teneinde te bestuderen welke concessie- en eigendomsrechten van Nederlanders in West-Irian konden worden gehandhaafd.   

Deze commissie stelde vast, dat genoemde rechten niet onverenigbaar waren met de belangen van de bevolking van dit gebiedsdeel en derhalve dienden te worden gehandhaafd, doch zij constateerde tevens, dat de uitoefening daarvan door Nederlanders in de gegeven omstandigheden in feite onmogelijk was. Zij adviseerde beide regeringen het zoeken van een regeling 4) voor de daardoor ontstane schade op te dragen aan de gezamenlijke commissie voor de hangende financiële problemen. Conform het voorstel van laatstgenoemde commissie is besloten dit probleem tot afdoening te brengen in het kader van de onderwerpelijke overeenkomst. Het bedrag, dat hiermede is gemoeid kon nog niet nauwkeurig worden vastgesteld, doch zal naar schatting f 10 mln. niet te boven gaan. Het ligt in het voornemen de belanghebbenden een uitkering te geven uit de ter beschikking komende gelden, op dezelfde voet als aan degenen die uit anderen hoofde deelgerechtigd zijn. 

 

Artikel 2

dient om te voorkomen,  dat één der partijen aanspraken als erkend zal aanmerken die voor de andere partij onaanvaardbaar zijn, of omgekeerd er zich op zal beroepen bepaalde aanspraken niet erkend te hebben, waarvan de betwisting voor de andere partij onaanvaardbaar is.

 

Artikel  3 en 4 

Als bovenvermeld, kan het bedrag ad f 600 mln. niet worden geacht de adequate vergoeding te zijn voor de materiële verliezen van de Staat en andere belang-hebbenden. Betwijfeld kan worden dat het uitgangspunt, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen, volledig is gehandhaafd. Aanvankelijk werd aan Indonesië opgegeven, dat deze vorderingen totaal circa f 4.400 mln. bedroegen. De berekening met inachtneming van de tijdens de besprekingen in Djakarta in augustus/september 1962 overeengekomen benaderingswijze leverde een uitkomst op van f 1.260 mln., derhalve een reductie tot circa een vierde. Met het oog op de acute Indonesische betalingsmoeilijkheden, die inmiddels aan de dag waren getreden, heeft de Regering vervolgens vóór de aanvang van de besprekingen in september jl. met de Indonesische regeringsdelegatie in contacten met Indonesië te kennen gegeven, dat Nederland enige verdere reductie van dit bedrag niet bij voorbaat zou afwijzen. Daarbij stond de Regering echter geen halvering voor ogen en evenmin een zo lange afbetalingstermijn als thans overeengekomen. De reeds vermelde overwegingen hebben de Regering uiteindelijk doen besluiten over deze bezwaren heen te stappen. Vermeld zij voorts, dat afzonderlijk is overeengekomen, dat het in het tweede lid van Artikel 3 genoemde bedrag van f 36 mln. ter beschikking zal worden gesteld in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste op 31 december 1966 en de tweede op 31 december 1967. 

 

Artikel 5, lid 1,

bewerkt dat, vooruitlopend op de volledige nakoming, reeds met ingang van de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst en zolang deze wordt nageleefd de partijen en derzelver staatsburgers zijn gevrijwaard tegen iedere gerechtelijke actie ter verzeker- ring van de nakoming van verplichtingen, waarvan de afdoening is geregeld bij de overeenkomst.

 

  1. Conclusie

 

De voorliggende overeenkomst belichaamt, ondanks de bedenkingen waartoe zij aanleiding geeft, het gunstigste financiële resultaat, dat in de huidige en voor de naaste toekomst voorzienbare situatie redelijkerwijs bereikbaar moet worden geacht. De Regering vertrouwt, dat de totstandkoming van de overeenkomst de grondslag zal blijken te zijn, waarop tussen Nederland en Indonesië een nieuwe en positieve verstandhouding kan worden gebouwd. Zij acht goede reden aanwezig voor de verwachting, dat de nog altijd bestaande banden op velerlei gebied nauwer zullen worden aangehaald en zullen leiden tot toenemend hartelijke en vriendschappelijke

relaties tussen Indonesië en het Koninkrijk. In dit perspectief zou Nederland dan gelegenheid vinden zowel zijn vanouds bestaande speciale deskundigheid als zijn nieuw verworven technische en industriële capaciteiten ten dienste te stellen van Indonesië, dat daaruit bij zijn ontwikkeling aanzienlijke voordelen zal kunnen trekken. 

In het belang van de goede wederzijdse betrekkingen moge de Regering daarom de overeenkomst bij de Staten-Generaal ter goedkeuring aanbevelen.

 

De Minister van Buitenlandse Zaken,  LUNS.  

De Minister van Financiën, J. ZJJLSTRA.

Pasar Malam Zwolle, ICM met traktaat van Wassenaar Fase II, U kan zich hier inschrijven!

10897385673?profile=original

 

2018 starten wij met Fase II Traktaat van Wassenaar volgens planning.

Te beginnen op Pasar Malam Rijswijk,  en vervolgens o.a. Zwolle, Ahoy, Nieuwegein, Zeist, Emmeloord, Steenwijk, Dordrecht, Assen  Leek .....Blijf ons volgen op de pasars in het land.

 

Fase I hebben wij achter de rug.

Wij hebben een draagvlak - steun- . Ruim 15.000 hebben hun handtekening gezet. Wij hebben dus van de 50.000 - 60.000, 15.000 bereikt. Nog 45.000 dus te gaan. Met verschillende partijen is onderzoek gestart,  recent wederom hebben zich jonge historisie verbonden aan de universiteiten zich gemeld,  met nieuwe feiten o.a. uit rapporten van de CIA. 

Steeds duidelijker worden de bedoelingen van Kabinetten Drees. Niet haar Indische onderdanen hadden die prioriteiten (primaire rechten van de mens), maar de Nederlandse Economie voor de heropbouw met geld uit de republiek. Ruim 4,6 miljard betaalde president Soekarno voor de overname van de Nederlandse Indische bezittingen van particulieren en bedrijven in d periode 1947- 1959. Met als afronding 689 miljoen (Verdrag traktaat van  wassenaar) dat werd geratifeert door beide regeringen ( Halbe Zijlstra heeft in 2009 onderzoek gedaan). In deze fase zijn alle leden van de Kamer & Kabinet geinformeerd. Niet onbelangrijk persoonlijk de president van Indonesie.

 

De resultaten zijn in het rapport traktaat van Wassenaar vervat, en in boekvorm uitgebracht  door uitgever Calbona ISBN 978 - 94- 92575 - 18 -10. Druk II van het boek kan U inzien bij  ICM Stands   staan bij de hoofd ingang . In 3 e druk komen de laatste feiten.

Lees verder…

10897385673?profile=original

 

2018 starten wij met Fase II Traktaat van Wassenaar volgens planning.

Te beginnen op Pasar Malam Rijswijk,  en vervolgens o.a. Zwolle, Ahoy, Nieuwegein, Zeist, Emmeloord, Steenwijk, Dordrecht, Assen  Leek .....Blijf ons volgen op de pasars in het land.

 

Fase I hebben wij achter de rug.

Wij hebben een draagvlak - steun- . Ruim 15.000 hebben hun handtekening gezet. Wij hebben dus van de 50.000 - 60.000, 15.000 bereikt. Nog 45.000 dus te gaan. Met verschillende partijen is onderzoek gestart,  recent wederom hebben zich jonge historisie verbonden aan de universiteiten zich gemeld,  met nieuwe feiten o.a. uit rapporten van de CIA. 

Steeds duidelijker worden de bedoelingen van Kabinetten Drees. Niet haar Indische onderdanen hadden die prioriteiten (primaire rechten van de mens), maar de Nederlandse Economie voor de heropbouw met geld uit de republiek. Ruim 4,6 miljard betaalde president Soekarno voor de overname van de Nederlandse Indische bezittingen van particulieren en bedrijven in d periode 1947- 1959. Met als afronding 689 miljoen (Verdrag traktaat van  wassenaar) dat werd geratifeert door beide regeringen ( Halbe Zijlstra heeft in 2009 onderzoek gedaan). In deze fase zijn alle leden van de Kamer & Kabinet geinformeerd. Niet onbelangrijk persoonlijk de president van Indonesie.

 

De resultaten zijn in het rapport traktaat van Wassenaar vervat, en in boekvorm uitgebracht  door uitgever Calbona ISBN 978 - 94- 92575 - 18 -10. Druk II van het boek kan U inzien bij  ICM Stands   staan bij de hoofd ingang . In 3 e druk komen de laatste feiten.

10897385455?profile=original

10897385286?profile=original

Zitting 1966 - 906 5 (R 583 ) Goedkeuring van de op 7 september 1966 te 's-Gravenhage ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië inzake de tussen de beide landen nog bestaande financiële vraagstukken

MEMORIE VAN TOELICHTING Nr. 3

  1. Inleiding

De Nederlands-Indonesische Overeenkomst van 7 september jl. staat aan het einde van een langjarige en bewogen periode, waarin een reeks incidenten en conflicten de wederzijdse betrekkingen heeft overschaduwd. Naar de bedoeling van beide partijen ruimt de overeenkomst de uit de periode overgebleven geschilpunten uit de weg. In die zin vormt zij de bewuste afsluiting van een tijdvak.

         

Hoewel bedoelde geschilpunten voornamelijk een financieel karakter droegen en de overeenkomst derhalve ook slechts financiële bepalingen inhoudt, dient de bereikte overeenstemming niet als een louter financieel-zakelijke transactie te worden beschouwd. Bij een evaluatie van de overeenkomst dient het politieke effect tevens in aanmerking te worden genomen. Deze financiële regeling heeft tevens de belemmeringen weggenomen die nog in de weg stonden aan het zowel bij het Koninkrijk als bij Indonesië bestaande streven, het proces van behoedzame toenadering dat sedert enige jaren bezig was zich te voltrekken, te voltooien. Dit vergelijk zal de basis kunnen vormen voor de door beide partijen gewenste normalisering der betrekkingen en nu het in de ter goedkeuring aangeboden overeenkomst vorm heeft gekregen, meent de Regering van het Koninkrijk te mogen verwachten, dat een voortschrijdende samenwerking op velerlei terrein niet zal uitblijven.

        

De Regering is er zich anderzijds van bewust, dat in materieel opzicht ons land een zeer zwaar offer heeft gebracht en dat de met Indonesië overeengekomen financiële regeling door de belanghebbenden met gemengde gevoelens zal zijn ontvangen. Enerzijds komt op vrij korte termijn een bedrag beschikbaar, waaruit -met een zekere prioriteit- die belanghebbenden, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen, een gedeeltelijke schadeloosstelling kan worden uitgekeerd, anderzijds is het bedrag tot betaling waarvan Indonesië zich heeft verplicht, slechts een fractie van de door de Staat en de belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen geleden verliezen.

In het licht van de betalingsonmacht van Indonesië en rekening houdend met het politieke en economisch belang, dat op dat moment in het bereiken van overeenstemming met de Indonesische regering was gelegen, heeft de Regering gemeend ondanks genoemde schaduwzijde, akkoord te moeten gaan met het overeengekomen bedrag.

Daarbij is overwogen dat, indien thans geen overeenstemming zou worden bereikt er niet op mocht worden gerekend, dat dit later wel mogelijk zou zijn laat staan, dat daarbij gunstiger voorwaarden zouden kunnen worden bedongen, zodat de belangen der claimanten met aanvaarding van het Indonesische aanbod het best gediend zouden zijn.

 

  1. Voorgeschiedenis

Een historisch overzicht van het ontstaan der problemen, die in de overeenkomst tot oplossing zijn gebracht, dient aan te vangen met de mededeling in 1956 van Indonesië, dat het zich niet langer gebonden achtte aan de ter Rondetafelconferentie gesloten overeenkomsten en het daarop gevolgde Besluit 9, de bij de soevereiniteitsoverdracht aanvaarde schulden aan Nederland en de Nederlandsche Bank en de schulden uit hoofde van Nederlands-Indische openbare obligatieleningen welke door de Nederlandse Staat zijn gegarandeerd, niet langer te erkennen en niet meer te zullen betalen. Voorts werd ingevolge een besluit van de Centrale Regering te Jakarta de leningsdienst van de autonome ressorten gestaakt.

Politieke ontwikkelingen waren in december 1957 en latere maanden aanleiding tot een reeks maatregelen van de Indonesische overheid, waardoor aan de Nederlandse economische activiteit in Indonesië over bijna de gehele linie een einde werd gemaakt. De betaling van pensioenen en wachtgelden aan gewezen ambtenaren van Nederlandse nationaliteit werd beëindigd. Voorts werd thans ook de nakoming opgeschort van betalingsverplichtingen tegenover Nederland, waarvan de rechtsgeldigheid overigens niet buiten twijfel werd gesteld.

 

De aanvankelijke onder beheerstelling van alle Nederlandse bedrijven werd later gevolgd door nationalisatie krachtens een op 31 december 1958 afgekondigde daartoe strekkende wet (nr. 86/1958). Ten gevolge van de afkondiging van de Indonesische Agrarische Basiswet, in werking getreden op 24 september 1960, verloren vele Nederlandse belanghebbenden de facto de beschikking over hun grond- en huizenbezit. Door sommige particuliere belanghebbenden ondernomen pogingen om rechtsherstel of schadevergoeding te verkrijgen of om verhaal te vinden op Indonesische eigendommen elders, hadden geen resultaat.

 

Bovenvermelde Indonesische maatregelen gaven aanleiding tot een reeks diplomatieke stappen, die echter zonder effect bleven. Uitvoeriger bijzonderheden over de bovenomschreven ontwikkelingen zijn opgenomen in de Jaarboeken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de betreffende periode. 

 

Toen op 17 augustus 1960 de diplomatieke betrekkingen door Indonesië werden verbroken, kwam daarmede tevens een einde aan de mogelijkheid, langs rechtstreekse diplomatieke weg te trachten de aanspraken van belanghebbenden en van de Staat geldend te maken. Gaandeweg werd duidelijk, dat niet meer op teruggave van genationaliseerde bedrijven kon worden gerekend en dat de noodzaak onder ogen moest worden gezien om de oplossing te zoeken in een schadeloosstelling. Met het oog hierop werd door de eerste ondergetekende het Bureau Schadeclaims Indonesië ingesteld, dat begin 1963 een aanvang maakte met de uitvoering van zijn taak gegevens te verzamelen omtrent de omvang van de door Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen geleden schade.

 

 Na de totstandkoming van de Overeenkomst van New York inzake West-Irian op 15 augustus 1962 werden de diplomatieke betrekkingen hersteld, hetgeen nieuwe initiatieven mogelijk maakte.

 

De gelegenheid hiertoe deed zich voor bij het bezoek, dat  - na een eerder contact met de Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland in New York in september 1963 -  de Minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië van 1 tot

4 april 1964 aan Nederland bracht en waarbij onder meer werd afgesproken, dat ambtelijke delegaties van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië de tussen de beide  Staten hangende financiële vraagstukken zouden bestuderen en ernaar zouden streven, tot een gezamenlijk voorstel aan de beide regeringen te komen, ten einde te geraken tot een oplossing van deze problemen. 

 

Bij het daarop volgende bezoek van de eerste ondergetekende aan Indonesië van 24 juli tot 2 augustus 1964 werd besloten, dat het overleg over de hangende financiële vraagstukken zou worden voortgezet in een gemengde commissie, welke zich zou bezighouden met de voorbereiding van een definitieve regeling. Wederzijds zou zo spoedig mogelijk een einde worden gemaakt aan nog bestaande discriminaties op financieel-economisch gebied hetgeen onder meer inhield, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen.

 

Als gevolg van de besprekingen stortte Indonesië in de loop van 1962 een bedrag van f 36 mln. op een geblokkeerde rekening van de Nederlandsche Bank N.V. bij de Indonesische Overzeese Bank N.V. te Amsterdam, als blijk van bereidheid bij te dragen tot de regeling der hangende financiële vraagstukken. Ter bevordering van de economische samenwerking werden van Nederlandse zijde voor 1962 export-kredietgaranties toegezegd voor de levering van Nederlandse kapitaalgoederen of diensten tot een waarde van ruim f 100 mln. 

Ter uitvoering van de bovenvermelde afspraken voerden een Indonesische delegatie en een Nederlandse delegatie, handelende ten deze als een Gezamenlijke Commissie, te 's-Gravenhage van 9 tot 27 november 1964 besprekingen ter voor-bereiding van een door de Regeringen te sluiten overeenkomst. Deze besprekingen droegen voornamelijk een oriënterend karakter. Een concreet resultaat was de afspraak, dat het wederzijdse effectenbezit zoveel mogelijk van belemmeringen zou worden vrijgemaakt. De uitvoering hiervan werd overgelaten aan de beide centrale banken. 

 

De besprekingen werden in de Gezamenlijke Commissie voortgezet in Indonesië van 25 augustus tot 11 september 1962. Daarbij bleek, dat het de Indonesische delegatie slechts dan mogelijk zou zijn, haar regering te adviseren om een betalingsverplichting aan Nederland te erkennen, indien deze gebaseerd zou zijn op de beginselen van rechtvaardigheid, menselijkheid en billijkheid, welke deel uitmaken van de Indonesische staatsideologie, de Pantjasila. Beide delegaties konden tot overeenstemming komen over het idee van vaststelling van een 'lump sum' ter finale afdoening van het geheel der problemen, zonder dat discussie hoefde te worden gevoerd over de afzonderlijke onderwerpen, waarover verschil van opvatting bestond.    De Nederlandse delegatie verklaarde zich bereid, de hoogte van deze som te berekenen, uitgaande van het totaal der gelden na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië, behalve aan de soevereine Republiek Indonesië ten goede gekomen, welk bedrag werd becijferd op f 1260 mln. Deze benaderingswijze, waarbij -met inachtneming van het Indonesische uitgangspunt- van Nederlandse kant rekening werd gehouden met de zeer zwakke financiële positie van Indonesië, doch geen afstand werd gedaan van gerechtvaardigde aanspraken, bleek voor beide partijen in beginsel aanvaardbaar. 

 

 Het uitgangspunt van betaling door Indonesië van een 'lump sum' werd door beide regeringen aanvaard. Van 2 tot 10 juni en op 18 en 19 juli 1966 verbleef een Indonesische Missie onder leiding van de Vice-Minister van Buitenlandse Zaken, Umarjadi Njotowijono, in Nederland. De missie verklaarde een tweeledige opdracht te hebben: enerzijds dezelfde taak als waartoe de missie ook andere landen bezocht, nl. het uiteenzetten van Indonesië's zeer moeilijke financiële en economische positie, op grond waarvan Indonesië medewerking vroeg tot uitstel van betaling van zijn lopende schuldverplichtingen en tot het verkrijgen van nieuwe financiële faciliteiten, anderzijds het voortzetten van de besprekingen over de speciale tussen Nederland en Indonesië nog openstaande financiële vraagstukken.

 

Een delegatie onder voorzitterschap van mr. N. S. Blom, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, voerde aan Nederlandse zijde de besprekingen over beide onderwerpen.

 

 

Met betrekking tot het laatstgenoemde onderwerp zetten de delegaties het overleg van de Gezamenlijke Commissie voort op grondslag van de eerder bereikte voorlopige resultaten. Regeling van dit punt werd urgent geacht, daar het uitblijven daarvan onvermijdelijk het internationaal overleg over een schuldenregeling en de rehabilitatie van de Indonesische economie zou compliceren. 

Het resultaat van het overleg werd neergelegd in een aan beide regeringen aangeboden gemeenschappelijk voorstel, waarvan een ontwerpovereenkomst was gehecht. Echter werd de beslissing over de grootte van de 'lump sum' en de betalingsmodaliteiten aan de regeringen voorbehouden.

Van 5 tot 7 september 1966 werden te 's-Gravenhage door een Indonesische regeringsdelegatie onder leiding van Sultan Hamengku Buwono IX, Presidium Minister voor Economie en Financiën, besprekingen gevoerd om tot een definitieve regeling te komen. Als resultaat daarvan kwam op 7 september 1966 de onderwerpelijke overeenkomst tot stand.

 

III. Inhoud der Overeenkomst

Bij de overeenkomst verplicht de Republiek Indonesië zich tot betaling van een bedrag van f 600 mln. ter finale afdoening van het geheel der financiële aanspraken, die vallen binnen de omschrijving van Artikel 1.

De overeenkomst strekt tot afdoening van alle ingevolge politieke gebeurtenissen ontstane financiële aanspraken van de Staat der Nederlanden en van Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen op de Republiek Indonesië en haar staatsburgers, waarbij over en weer van een specificatie daarvan wordt afgezien.

De verdeling onder belanghebbenden van de door Indonesië te verrichten betalingen is voorbehouden aan de Koninkrijksregering. Een daartoe strekkend wetsvoorstel is in voorbereiding.

 

Het ligt in het voornemen daarbij de Staat en de particuliere deelgerechtigden op dezelfde voet te laten delen met dien verstande, dat een zekere voorrang wordt toegekend aan die groepen claimanten, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen.

 

            Ter toelichting op een aantal afzonderlijke bepalingen dienen het volgende:

 

Artikel 1, lid 1,

omschrijft de financiële aanspraken waarop de overeenkomst betrekking heeft. Hieronder vallen alle thans en in de toekomst opeisbare aanspraken van de Staat der Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen, die berusten op verdragsverplichtingen of voortvloeien uit wettelijke of administratieve maatregelen, in Indonesië getroffen vóór 15 augustus 1962, zijnde de datum waarop door de overeenkomst van New York een einde kwam aan het politieke geschil. Hiervan verdienen afzonderlijke vermelding de aanspraken die voortvloeien uit de reeds vermelde nationalisatiewet van 1958 en de Agrarische Basiswet van 1960; voorts vorderingen uit hoofde van openbare obligatieleningen van Indonesische autonome ressorten. De belanghebbenden bij deze aanspraken zullen, evenals de Staat, bij de hierboven genoemde in voorbereiding zijnde wet in aanmerking worden gebracht, voor een aandeel in de ter beschikking komende gelden.

           Ten slotte zij aangetekend, dat uit Artikel 1, lid 1, voortvloeit, dat aanspraken van particulieren op het voormalige Gouvernement van Nederlandsch-Indië (Indonesië) niet meer tegenover de Republiek Indonesië kunnen worden geldend gemaakt.

 

Artikel 1, lid 3. 

Ingevolge artikel XXII, lid 3, van de Overeenkomst van New York werd een gemengde Nederlands-Indonesische Commissie ingesteld teneinde te bestuderen welke concessie- en eigendomsrechten van Nederlanders in West-Irian konden worden gehandhaafd.   

Deze commissie stelde vast, dat genoemde rechten niet onverenigbaar waren met de belangen van de bevolking van dit gebiedsdeel en derhalve dienden te worden gehandhaafd, doch zij constateerde tevens, dat de uitoefening daarvan door Nederlanders in de gegeven omstandigheden in feite onmogelijk was. Zij adviseerde beide regeringen het zoeken van een regeling 4) voor de daardoor ontstane schade op te dragen aan de gezamenlijke commissie voor de hangende financiële problemen. Conform het voorstel van laatstgenoemde commissie is besloten dit probleem tot afdoening te brengen in het kader van de onderwerpelijke overeenkomst. Het bedrag, dat hiermede is gemoeid kon nog niet nauwkeurig worden vastgesteld, doch zal naar schatting f 10 mln. niet te boven gaan. Het ligt in het voornemen de belanghebbenden een uitkering te geven uit de ter beschikking komende gelden, op dezelfde voet als aan degenen die uit anderen hoofde deelgerechtigd zijn. 

 

Artikel 2

dient om te voorkomen,  dat één der partijen aanspraken als erkend zal aanmerken die voor de andere partij onaanvaardbaar zijn, of omgekeerd er zich op zal beroepen bepaalde aanspraken niet erkend te hebben, waarvan de betwisting voor de andere partij onaanvaardbaar is.

 

Artikel  3 en 4 

Als bovenvermeld, kan het bedrag ad f 600 mln. niet worden geacht de adequate vergoeding te zijn voor de materiële verliezen van de Staat en andere belang-hebbenden. Betwijfeld kan worden dat het uitgangspunt, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen, volledig is gehandhaafd. Aanvankelijk werd aan Indonesië opgegeven, dat deze vorderingen totaal circa f 4.400 mln. bedroegen. De berekening met inachtneming van de tijdens de besprekingen in Djakarta in augustus/september 1962 overeengekomen benaderingswijze leverde een uitkomst op van f 1.260 mln., derhalve een reductie tot circa een vierde. Met het oog op de acute Indonesische betalingsmoeilijkheden, die inmiddels aan de dag waren getreden, heeft de Regering vervolgens vóór de aanvang van de besprekingen in september jl. met de Indonesische regeringsdelegatie in contacten met Indonesië te kennen gegeven, dat Nederland enige verdere reductie van dit bedrag niet bij voorbaat zou afwijzen. Daarbij stond de Regering echter geen halvering voor ogen en evenmin een zo lange afbetalingstermijn als thans overeengekomen. De reeds vermelde overwegingen hebben de Regering uiteindelijk doen besluiten over deze bezwaren heen te stappen. Vermeld zij voorts, dat afzonderlijk is overeengekomen, dat het in het tweede lid van Artikel 3 genoemde bedrag van f 36 mln. ter beschikking zal worden gesteld in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste op 31 december 1966 en de tweede op 31 december 1967. 

 

Artikel 5, lid 1,

bewerkt dat, vooruitlopend op de volledige nakoming, reeds met ingang van de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst en zolang deze wordt nageleefd de partijen en derzelver staatsburgers zijn gevrijwaard tegen iedere gerechtelijke actie ter verzeker- ring van de nakoming van verplichtingen, waarvan de afdoening is geregeld bij de overeenkomst.

 

  1. Conclusie

 

De voorliggende overeenkomst belichaamt, ondanks de bedenkingen waartoe zij aanleiding geeft, het gunstigste financiële resultaat, dat in de huidige en voor de naaste toekomst voorzienbare situatie redelijkerwijs bereikbaar moet worden geacht. De Regering vertrouwt, dat de totstandkoming van de overeenkomst de grondslag zal blijken te zijn, waarop tussen Nederland en Indonesië een nieuwe en positieve verstandhouding kan worden gebouwd. Zij acht goede reden aanwezig voor de verwachting, dat de nog altijd bestaande banden op velerlei gebied nauwer zullen worden aangehaald en zullen leiden tot toenemend hartelijke en vriendschappelijke

relaties tussen Indonesië en het Koninkrijk. In dit perspectief zou Nederland dan gelegenheid vinden zowel zijn vanouds bestaande speciale deskundigheid als zijn nieuw verworven technische en industriële capaciteiten ten dienste te stellen van Indonesië, dat daaruit bij zijn ontwikkeling aanzienlijke voordelen zal kunnen trekken. 

In het belang van de goede wederzijdse betrekkingen moge de Regering daarom de overeenkomst bij de Staten-Generaal ter goedkeuring aanbevelen.

 

De Minister van Buitenlandse Zaken,  LUNS.  

De Minister van Financiën, J. ZJJLSTRA.

Lees verder…

Willem Nijholt in zijn nopjes

Willem Nijholt in zijn nopjes

10897271893?profile=originalWillem Nijholt in zijn nopjes  REÜNIE na zeventig jaar!

De ontmoeting tussen de gelauwerde acteur en Ilse Evelijn Veere vindt plaats op Schiphol. Ze is na de oorlog in Amerika gaan wonen. „Ik haal haar op met een grote bos bloemen. Ze komt hier om haar zus in Groningen te bezoeken. Toeval bestaat niet. Ze had net als mijn partner Ben en ik haar reis al gepland, en komt een dag aan nadat Ben en ik even terug zijn uit Frankrijk. En ze heeft net als ik ook een boek geschreven over haar ervaringen in het jappenkamp: End the silence . Daar is ze al een paar keer mee op de Amerikaanse televisie geweest.”

In zijn Franse huis in de Loirestreek, waar hij met Ben Swibben – zijn levenspartner sinds 1977 – permanent woont, is Willem opgetogen. „Het is toch ongelooflijk; we hebben elkaar zeventig jaar niet gezien! Ongeveer hetzelfde meegemaakt en dat van ons af geschreven. Het komt allemaal door een fan, inmiddels eigenlijk meer een vriend, die een website over mij heeft opgezet. Mark de Vries las mijn boek Met bonzend hart , kwam de naam van Ilse tegen en, nieuwsgierig geworden, googelde toen haar naam.

10897271680?profile=original

Foto : De Indische Jeugdvriedin gevonden In Amerika

( De 79-jarige Willem Nijholt staat aan de vooravond van een van de ontroerendste ontmoetingen van zijn leven. En we

l met het meisje met de witte strik. Ilse Evelijn Veere woonde in dezelfde straat in Soemenep op het eiland Madoera als hij, vlak voor zowel zij met haar gezin als híj met zijn moeder, broer en zus naar een jappenkamp werd getransporteerd. „Wij werden opgehaald en zij ook. Ik was acht jaar. Ik heb nooit geweten waar mijn jeugdvriendinnetje terecht is gekomen, of wat er van haar geworden is. En nu ga ik haar weer zien!” )

Foto : Een piepjonge Willem met op de achtergrond zijn vader. Willem: „Ik was bepaald niet de stoere jongen op wie mijn vader als KNIL-militair had gehoopt.” OMSLAGFOTO ’MET BONZEND HART’

10897272477?profile=original

Foto : Ilse Evelijn Veere-Smit zoals zij er tegenwoordig uitziet. In 1954 trouwde ze in Amsterdam met Jan Smit, vandaar haar achternaam. FOTO: MICHAEL STADLER

 

Dochter

„Zo kwam hij erachter dat Ilse nog leeft! In Washington, Amerika! Waar zij met haar naaste familie niet lang na de oorlog terecht is gekomen. Hij heeft de contacten gelegd en enfin, van het een kwam het ander. Ik heb haar een lange brief geschreven, haar dochter gesproken… En nu gaan we elkaar dus binnenkort ontmoeten.”

Willem vertelt: „De laatste jaren voor Japan in oorlog kwam met Nederland, dus ook met Indonesië, woonde ons gezin op het eiland Madoera in de hoofdstad Soemenep. In die paar jaar hadden wij in onze straat omgang met de familie Evelijn Veere. Het oudste dochtertje, Ilse, werd een speelkameraadje 

van me en omdat ik geen voetbaljongen was maar meer met meisjes speelde, raakten Ilse en ik echt bevriend. Zij was iets ouder dan ik, kon heel goed bikkelen en heeft mij dat geleerd. We zaten dan op het platje voor hun huis. Ook kwam ze veel bij ons, vooral op het voorerf, waar wij grote Tjimahi-bomen hadden, met van die heel lange dennennaalden, soms wel twintig cm lang. Ik kon de segmentjes van die naalden lostrekken en dan deed ik er jasmijn aan vast en dan kon je die naald ook weer sluiten. En zo vlocht ik bloemenkransjes voor haar en mijn moeder, die meestal op ons voorplatje aan de ratelende naaimachine zat.”

De vriendelijke acteur knijpt mijmerend zijn ogen samen: „Ik was bepaald niet de stoere jongen op wie mijn vader als KNIL-militair had gehoopt. Ilse en ik kregen de lapjes stof die mijn moeder niet meer gebruikte en maakten daarvan dan poppenkleertjes. Het waren zonnige dagen, ik weet ook nog dat ik met haar op een of ander Oranjefeest een klompendansje deed.”

In de brieven aan Hella S. Haasse die zijn boek Met bonzend hart (2011) opleverden, schrijft Willem al: Ik heb me nooit door mijn vader geaccepteerd gevoeld. Ik was als tweede kind de teleurstelling. Ik was niet het meisje op wie hij en mijn moeder, nadat mijn broer Jan was geboren als stamhouder, zo hadden gerekend. Toen ik als jongentje dan toch een meisjesachtig kind bleek, heb ik in die ogen van hem vaak irritatie en zelfs afkeer gevoeld als ik met mijn aankleedpoppen speelde of met mijn buurmeisje hinkelde of bikkelde. Nee, dan Jantje, die voetbalde en katjongde (kattekwaad uithalen) met zijn vriendjes. Die kwam altijd onder de schrammen en builen thuis van hun gezamenlijke strooptochten en zat even later gemandied (gewassen) en gejodiumd weer stoer onder pleister en verband wilde verhalen te vertellen als  

pa weer thuis was. En ik? Ik zat liever de hele middag naast maatje (zijn moeder, red.) en de naaimachine met Ilse Evelijn Veere. Mijn buurmeisje en vriendinnetje, een mollig Indisch meisje met een zwart Louise Brooks kapsel en altijd boven op haar hoofd een witte strik . Willem lacht: „Ik heb haar na zeventig jaar weer gevonden, hoe uniek is dat!” Hij herinnert zich: „Ik weet nog dat mijn moeder altijd, als ik was gevallen en me pijn had gedaan, zei ’kom maar jongen, ik leg er een koekje op. Het gaat wel over voor je een meisje bent geworden’. Een keer heb ik toen uitgeroepen: ’Maar ik wil graag een meisje zijn!’ De blik in de ogen van mijn vader… Ik krimp er nog steeds van in elkaar. Ach… mijn vader was in die tijd vlak voor Japan ook in oorlog kwam met Nederland, behoorlijk gefrustreerd. Madoera was strategisch heel belangrijk en tegen een Japanse invasie vanuit zee was er weinig te verdedigen. Het eiland had maar één tank. Al die stress van patrouilles, oefeningen en strategiebepalingen… Het voelde voor hem nutteloos, hopeloos en uitzichtloos. Moet je je voorstellen dat je dan na zo’n tweedaagse, overbodig te beschouwen veldtocht ook nog gepest wordt door je toch al niet favoriete zoontje van acht, dat nuffig modepopjes zit te knippen. Hij was als een kind zo blij toen mijn zusje Ria werd geboren.”

Willem zucht: „We hebben het uiteindelijk allemaal overleefd. Mijn vader de Birmaspoorlijn en mijn moeder op het nippertje de kampen. Zij heeft helaas nooit mogen zien dat ik succes kreeg als acteur. Ze zag het nooit zitten. Dan riep ik: ’Ik word ontdekt’ en dan zij zei: ’Ja kind, langs de weg op een slof en een schoen.’ Mijn vader deed alsof het hem niet interesseerde, maar na zijn dood kreeg ik een hele kist met 

knipsels over al mijn successen. Was hij toch stiekem trots op me geweest.”

Willem Nijholt gaat verder terug in de tijd: „Ilse en ik hadden een heerlijke jeugd, totdat de Japanners binnenvielen en wij hun legers door de straten van Soemenep zagen trekken. Op fietsjes reden ze. Wij moesten er eerst om lachen. Niet wetend wat ons allemaal te wachten stond. Mijn vader werd meteen (als militair) opgepakt en weggevoerd en niet lang daarna werden successievelijk ook alle Nederlandse en Nederlands-Indische gezinnen uit hun huizen gehaald. We kregen een kwartier om koffers te pakken en húp, ging het in open vrachtwagens, vrouwen en kinderen opeengepakt.”

Hitte en stof

„Van de oostkant van Madoera naar de westkant, een dagreis lang in hitte en stof. Vervolgens met de ferry naar Soerabaja en vandaar naar Malang naar het kamp. De details laat ik achterwege. Met familie Evelijn Veere is dat ook gebeurd, maar zij werden op een andere dag van huis en have gejaagd en op vrachtwagens gesmeten. Wij zijn elkaar zo maar ineens kwijtgeraakt. Ilse en ik hebben elkaar nooit meer gezien en wisten ook niet van elkaar in welk kamp wij terechtgekomen waren.”

Peinst: „Ik heb wel altijd aan haar moeten denken, vroeg me vaak af wat er met haar gebeurd zou zijn. Met mijn vriendinnetje met haar mooie naam en grote witte strik in het haar. Nu weet ik het. Het staat allemaal in haar boek End the silence . Ilse was een heldin van twaalf jaar. Ilses moeder heeft het kamp niet overleefd, en Ilse heeft, als oudste van de kinderen, na de dood van haar moeder, in het kamp gezorgd dat haar zusje en broertjes – de jongste was 

zelfs nog een baby – te eten kregen en beschermd werden. Om de jap niet te irriteren en de baby te laten stoppen met huilen liet ze het kindje de hele dag aan haar vinger sabbelen, en ondertussen lette ze op de rest.”

„In dezelfde tijd dat mijn boek uitkwam, verscheen ook háár boek met kampervaringen. Nou ja, dan geloof ik niet meer in toeval, maar in dat de kracht in het heelal alles bestiert. Ook omdat ik van de dochter van Ilse een mail kreeg, waarin ze me vertelde dat Ilse naar Nederland komt. Om familie in Groningen op te komen zoeken. En laten Ben en ik toen ook al tickets hebben geboekt voor een dag ervoor om naar Nederland te gaan voor twee weken. Ilse en ik. Los van elkaar. Ja, het heeft zo moeten zijn! De tijd heeft in het tapijt van ons beider bestaan onze levensdraden elkaar weer laten kruisen. Bizar en mooi.”

In Met bonzend hart beschrijft Willem zelf ook de verschrikkingen in het jappenkamp. Hoe ze werden uitgehongerd, hoe zijn jongste zusje overdekt met zweren in de ziekenboeg terechtkwam en hoe zijn oudere broer naar het jongenskamp werd afgevoerd terwijl zijn moeder, omdat ze protesteerde en aan de vrachtwagen ging hangen, door de jap werd afgeranseld met stokken en geweerkolven.

Hoe kijkt Willem intussen aan tegen zijn eigen geschiedenis? Hij zegt: „Ik kan nog steeds niet tegen jappen. Alleen laat ik dat niet zo merken. Nou ja, één keer. Ik was op weg naar Frankrijk even gestopt bij een wegrestaurant om me op te frissen. Korte tijd nadat wij binnenliepen, dwarrelde er ook een hele bus Japanners binnen. Het was sterker dan ikzelf; ’kiotské’ schreeuwde ik. Dat betekent in het Japans ’in de houding’. Er viel een doodse stilte. En toen riep ik keihard ’kerè’ (buigen) en toen ’norè’ (opstaan). Buigen en weer opstaan voor het gezag moesten we in het jappenkamp zo’n dertig keer per dag doen. Het  

gekke was, het luchtte me helemaal niet op. Ik voelde er helemaal niks bij. Ik geneerde mij zelfs voor mijn gedrag. ’Nijholt wat doe je nou?’ dacht ik en vluchtte weg.”

Het is even stil in het huis aan de Loire. Dan besluit hij: „Dit is het ongelofelijke verhaal van hoe twee vroegere speelmakkertjes, door oorlog en ellende gescheiden, na zeventig jaar door Het Lot weer voor even worden verenigd. Ik wil met Ilse zo graag de gelukkige tijd van vóór de kampen terugvinden.”

Met dank aan Wilma Naninga van Prive.

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives