Alle berichten (20)

Sorteer op

10897344277?profile=original

10897285868?profile=original

22 april 2016  jl. betoogde ICM om nieuw handelsverdrag te sluiten met de republiek Indonesia

Op 22 april 2016 jl., met dank aan Hans de Boer, een moment persoonlijk de president mocht spreken. Waar ik betoogde dat een nieuw handelsverdrag met Nederland voor alle partijen een Win Win situatie is om die mega master plannen in de republiek Indonesie nu te kunnen realiseren die voor beide landen oplossingen geven o.a. werk biedt in Nederland voor wel ruim 150.000 FTE's, en ruim 640.000 FTE's in de republiek zelf. Werk tot 2030. Tegelijkertijd bracht ik het Traktaat van Wassenaar onder de aandacht dat de 689 miljoen nog steeds niet door de NL Overheid aan de Indische Gemeenschap werd betaald.


Lees mijn persverklaring dat aan de president Jokowi persoonlijk heb overhandigd namens de Indische Gemeenschap, ICM abonees, en 12.000 die de petitie hebben ondertekend.

De hoop uitsprekend dat ook aan ICM  wordt gedacht, met name aan het verdrag Traktaat van Wassenaar

 

KOPIE ICM PRESS RELEASE

Met dank aan Ellen !

10897314458?profile=original

 

April 22, 2016

ICM Press Release for Mr. Joko Widodo – President of the Republic Indonesia

On behalf of all 400.000 ICM-Online readers and the 9.000 signers of the Petition ‘Payment Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’, I welcome you kindest at the Kurhaus in Scheveningen.

ICM-Online is the Dutch-Indonesian Internet paper, with the mission to provide the Dutch people and the Dutch Government, amongst others the daily developments of the Republic of Indonesia. Tilln now we have succeeded very well, in co-operation with our correspondents in Jakarta.

Saya orang Betawi !

As ICM-editor, I am very honoured with your visit. In fact, you are the fourth President, whom I happen to meet, although in a different entourage. The former three Presidents, I have personally met in a private-social atmosphere; the late Bung Karno was a business friend of my father, his daughter Mrs. Megawati Putri Dewi, I have known during my childhood in the age of 11 years, while I met her regularly in the Istana in Jakarta. In the summer of 1966, the late President Suharto and his retinues, came to visit my elderly house in Voorburg. My late father was advisor of the parliament at the time of Bung Karno. Unfortunately he died far to young at the age of 39. However, at heart he has always been an Indonesian.

Many of us (especially the Dutch-Indonesian Group/the Indisch people) still have their roots and ties in your beautiful country and we very much regret the cold attitude from the Dutch Government towards the Republic of Indonesia, regarding mutual relationship. On behalf of the 400.000 ICM-Online readers, please accept our sincere apologies. We feel ashame and like to express to you and the entire Indonesian people, to please look forward and give the Dutch Government a new opportunity.

Your intentions and ambitions for co-operation on economic and political affairs, with priority to intensification of the relationship between The Netherlands and the Republic of Indonesia, is and will always be our main and fervid wish. Besides that, this point also lays in the extension, as stipulated in the agreement of the ‘Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’. For more than 50 years, the Dutch Government has failed to fulfil this part of the agreement, whilst the financial part in total has not been fulfilled at all.

They have never paid-off the Dutch-Indonesian Group for the amount of Dfl. 689 million. Your Government, has fulfilled this Treaty completely by payment of the whole amount, towards the Dutch Ministry of Foreign Affairs. As you might know, this amount was meant as a pay-off for compensation of the Dutch-Indonesian Group, for the loss of goods and chattels by leaving Indonesia (aka repatriation).

Now our readers and signers of aforementioned Petition, requested ICM to inform you of this long-lingering matter. We do know, that this case is an internal affair between the Dutch Government and the Ministry of Foreign Affairs, presided by Minister Bert Koenders. Nevertheless, we will have to look back on this item, in order to come in a humanitarian way, to a satisfactory solution for our Group of people.

Much effort has been made for many years, to organise Indonesia-Netherlands Business Forums, just like it is held today in 2016. This Forum is an excellent economical intitiative in order to present the Dutch Companies the possibilities which Indonesia offers to extend their business and to innovate further developments for Indonesia.

This now, leads us to the excellent development of the Jakarta Baru Masterplan in your former function being the Governor of Jakarta and which has been playful propagated worldwide. On request of former President Susilo Bambang Yudhoyono in 2008, the solution of the Jakarta Watermanagement Problem was developed by an independent Engineering Company in co-operation with private multinational investors. The latest report with integral solution for Jakarta, was officialy presented to former vice-governor Basuki Tjahaja Purnama, in February 2013. The settlement of the financial part is still being in negotiation with the private multinational investors. It must be noticed, that the investors wish, that this project will be carry out under direct management and that the Government is free to participate in this project.

For this huge megaproject, with estimated costs of 640 billion and that will offer approximately 640.000 jobs till the year 2028, an ICT Informationplan has been developed. For such a big megaproject, a thorough Informationplan is indispensable for support of efficient management, to conduct, control and to lead the organisation still to be established.

As I am an ICM-editor, emeritus ICT Management Consultant, I offer you this Information- plan symbolic and I would like to express our hope and wish, that the Dutch Government will follow this gesture, to invest largely and that other companies will follow as such, at the same time.

The ultimate wish is to embody your well-meant intentions and ambitions in a new agreement between The Netherlands and Indonesia, in the extension of the ‘Treaty of Tractate from Wassenaar 1966’ in which co-operation is one of the main stipulation of this agreement.

 

Ing. MBA Ferry Schwab ICM-Editor / ICM Online

10897314458?profile=original

 

22 april 2016

ICM Press Release voor Mr. Joko Widodo – President van de RI

Namens alle 400.000 ICM-Online lezers en 9000 ondertekenaars van de Petitie ‘Uitbetalen Traktaat van Wassenaar 1966’, heet ik U van harte een warm welkom toe in het Kurhaus te Scheveningen. ICM-Online is de Indische Internetkrant die als missie heeft om o.a. de ontwikkelingen van de Republiek Indonesië dagelijks onder de aandacht te brengen, bij het Nederlands publiek en de Nederlandse regering. Dit lukt ons tot op de dag van vandaag uitstekend, mede door samenwerking met onze correspondenten in Jakarta.

Saya orang betawi!

Als ICM-Editor ben ik zeer vereerd met uw bezoek. U bent de vierde president, met wie ik een persoonlijke ontmoeting mag hebben, zij het vandaag in een geheel andere entourage. De drie voorgaande presidenten heb ik persoonlijk namelijk  in de privésfeer gekend; wijlen Bung Karno, als zakenvriend van mijn vader, zijn dochter Megawati Putri Dewi die ik als kinderen van 11 jaar regelmatig in de Istana in Jakarta trof. In de zomer van 1966 bracht wijlen President Soeharto en zijn gevolg een bezoek aan mijn ouderlijk huis te Voorburg. Wijlen mijn vader was destijds onder Bung Karno als adviseur verbonden aan het parlement en overleed helaas veel te vroeg in de leeftijd van 39 jaar. In zijn hart echter is hij altijd Indonesiër gebleven.

Voor velen van ons (met name de Nederlands-Indische bevolkingsgroep, ook wel de ‘Indischen’) liggen  onze wortels -de banden- nog steeds in uw prachtige land en wij betreuren ten zeerste de kille houding en opstelling inzake de wederzijdse betrekkingen, die de Nederlandse regering tegenover de Republiek Indonesië uitdraagt.

Ik bied u als ICM-Editor en tevens namens die 400.000 lezers dan ook onze welgemeende excuses aan. Wij schamen ons hiervoor en spreken met u en het hele Indonesische volk de wens uit, om a.u.b. vooruit te kijken en de Nederlandse regering een nieuwe kans te geven.

 

Uw intenties en ambities voor samenwerking op economisch en politiek gebied met als prioriteit intensivering van de banden tussen Nederland en Indonesië, is en blijft onze voornaamste en vurige wens. Bovendien ligt dit uitgangspunt in het verlengde, dat wordt belichaamd door het ‘Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966’.

Nederland heeft zich op dit onderdeel van het verdrag ruim 50 jaar niet aan de afspraak gehouden, terwijl het financiële gedeelte in zijn geheel niet werd nagekomen. Nederland heeft namelijk Hfl. 689 miljoen nimmer uitbetaald aan de Indische Gemeenschap. Uw regering heeft zich met de betaling aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, tot op de laatste cent aan uw verplichtingen voldaan. Dit bedrag werd betaald ter compensatie voor het verlies van al onze bezittingen tijdens het vertrek, de z.g. repatriëring, uit de Republiek Indonesië.

Onze lezers en ondertekenaars van eerdergenoemde Petitie vinden, dat ICM u hiervan op de hoogte dient te stellen. Wij beseffen tegelijkertijd, dat dit een interne kwestie betreft tussen de Indische Gemeenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken onder leiding van Minister Bert Koenders. Desalniettemin zullen wij op dit punt moeten terugblikken, om deze langslepende kwestie op humanitaire wijze voor de Indische Gemeenschap tot een bevredigende oplossing te kunnen brengen.

Er wordt al jaren veel inspanning gestoken in het organiseren van Indonesia –  Netherlands Business Forums, zoals ook nu weer het geval is voor 2016. Dit forum is economisch een heel goed initiatief om Nederlandse bedrijven in contact te laten brengen met de mogelijkheden die Indonesië biedt voor de groei van deze bedrijven en de verdere innovatieve ontwikkelingen van de Republiek.

Dit brengt ons bij het Jakarta Baru Masterplan dat u destijds in 2012/2013 als Gouverneur van Jakarta uitmuntend heeft ontwikkeld en ook ludiek wereldwijd heeft uitgedragen. 
Op verzoek van de toenmalig president Susilo Bambang Yudhoyono (SBY) in 2008 was de oplossing van het Jakarta Watermanagement Probleem ontwikkeld door een onafhankelijk ingenieursbureau in samenwerking met private multinationals investors. Het laatste rapport met de integrale oplossing voor Jakarta, was officieel afgegeven in februari 2013 aan toenmalig vice-gouverneur Basuki Tjahaja Purnama (Ahok). De oplossing van het financiële deel is nog in onderhandeling met de private multinationals investors. Het dient te worden opgemerkt, dat de investeerders wensen, dat het project in eigen beheer wordt uitgevoerd en de overheid is vrij om in het project te participeren.

Voor dit immense megaproject dat tot het jaar 2028 zo’n 640.000 arbeidsplaatsen biedt, met kosten geraamd op 640 miljard,  is een ‘ICT Informatieplan JBM” ontwikkeld. Voor een dergelijk megaproject is een gedegen informatieplan onontbeerlijk, ter ondersteuning van een doelmatige bedrijfsvoering voor de nog op te zetten organisatie, om deze mega- projecten te beheren, te controleren en aan te sturen.

Als ICM Editor – emeritus ICT Management Consultant, stel ik symbolisch dit informatieplan beschikbaar en spreek ik de hoop uit, dat de Nederlandse overheid dit voorbeeld zal volgen door ruim te investeren en dat tevens andere Nederlandse bedrijven het voorbeeld zullen volgen.

 

De ultieme wens is om uw welgemeende intenties en ambities te belichamen in een nieuw te sluiten verdrag tussen Nederland en Indonesië, in het verlengde van het ‘Verdrag van Wassenaar 1966’ waarin het samenwerkingsverband tot één van de belangrijkste  overeenkomsten behoort.

 

 

Ing. Ferry Schwab ICM-Editor / ICM Online

10897234678?profile=original

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

ICM 10.11.16

Lees verder…

10897337693?profile=originalElke Indo draagt geschiedenis mee

Geen beter voorbeeld van inburgering dan die van de Indische Nederlanders. Toch verwachten zorgprofessionals Peter Bouman en Wouter Muller dat de behoefte aan welzijns- of maatschappelijk werk voor deze groep de komende jaren zal toenemen.
Elke Indo draagt geschiedenis mee

De Indische Nederlanders zijn de grootste immigrantengroep die zich ooit in Nederland heeft gevestigd. Zij pasten zich na hun massale komst tussen 1945 en 1965 goed aan en lijken te zijn opgegaan in de Nederlandse samenleving. Het onlangs verschenen boek  ‘Indisch is een gevoel’  van socioloog Marlene de Vries van de Universiteit van Amsterdam bevestigt dat beeld. In het boek vertellen kinderen en kleinkinderen van Indische immigranten, de tweede en derde generatie, over wat ze van huis uit aan Indische bagage hebben meegekregen en wat Indisch-zijn voor hen betekent. Uit het onderzoek blijkt dat de tweede generatie weliswaar haar draai moest vinden in Nederland, maar uiteindelijk haar plaats vond. Voor de derde generatie is het Indisch-zijn veelal niets meer dan een gevoel, dat op een dag ophoudt te bestaan.

Bijl onder bed
All’s well that ends well? Het blijft de vraag hoe geruisloos het proces voor de Indische gemeenschap verliep dat tegenwoordig wordt aangeduid als inburgering. En waarom er nog steeds behoefte is aan specifieke zorg en hulpverlening onder deze schijnbaar geassimileerde groep. Twee zorgprofessionals, Indisch, van de tweede generatie, geven hun visie. 

Peter Bouman (1953) is rapporteur bij Pelita, de stichting die zich van oudsher bezighoudt met maatschappelijk werk binnen de Indische gemeenschap. ‘Mijn werk houdt in dat ik levensverhalen opstel in verband met bepaalde voorzieningen in het kader van wetten als de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers (Wuv) en de Wet uitkering burger-oorlogsslachtoffers (Wubo). Tot 1995 kon ook de tweede generatie toekenning krijgen. Dat was vijftig jaar na de oorlog. De overheid ging ervan uit dat iedereen wel een aanvraag had ingediend. Ondertussen was men wel even vergeten dat de oorlog in Indië, inclusief de Bersiap (het machtsvacuüm waarin bendes rovend en moordend door vooral Java trokken, HK) en daarna de politionele acties tot 1950 heeft geduurd.’

‘Maatschappelijk hebben Indische mensen zich heel goed aangepast. Maar thuis werd de stress ontladen. Dat kwam bijvoorbeeld tot uiting in driftbuien. In ieder gezin hadden de kinderen wel door dat vader of moeder ergens mee zat, maar niet precies waarmee. Ik werk zo’n negentien jaar bij Pelita. En nog steeds ben ik degene die op bezoek bij een oudere voor de allereerste keer het oorlogsverhaal hoor. De partner en kinderen weten daar totaal niets van. Ze snappen niet waarom vader of moeder zo overspannen raakt, in paniek of zo verdrietig is. Het hangt samen met de oorlog. Het gevaar kwam van alle kanten, er werden mensen, bekenden, afgeslacht. De angst van die tijd is nog steeds merkbaar bij mijn cliënten. Ik vraag altijd aan het eind van een gesprek, “wat heeft u onder uw bed liggen?” Mijn nu 83-jarige vader had altijd een bijl onder zijn bed liggen. Dat is inmiddels een grote dolk geworden.’

Aardappelen schillen
Wouter Muller (1947) was in 1974 de eerste opbouwwerker in Twente. Tegenwoordig werkt hij bij Scala, een algemene welzijnsorganisatie in Hengelo. Muller is ook een populair musicus in Indische kringen. Hij dichtte de regels:

Ze hadden zoveel te vertellen
maar werden nauwelijks gehoord
de mensen van de eerste generatie 
En ze hebben toen hun verhalen
maar in stilte gesmoord
Dus wie weet daarom nog iets
van hun frustratie
van hun woede, van hun pijn
om hier een vreemdeling te zijn
zonder aanzien, zonder recht
Er is nog zoveel
nog zoveel niet gezegd

Muller licht toe: ‘Verreweg de meeste Indische Nederlanders van de eerste generatie zijn erg teleurgesteld over hoe zij werden ontvangen en bejegend. Ze voelden zo goed dat zij hier niet welkom waren. En zij vonden het een enorme belediging dat de Nederlanders vrijwel niets wisten van hen of wat er in Indië was gebeurd. Het beetje maatschappelijk werk dat er was, ging volgens het regime van aanpassen, aanpassen, aanpassen. Het bekendste voorbeeld is dat ze hier door maatschappelijk werkers werd geleerd om aardappelen te schillen. Alsof er in Indië geen aardappelen werden gegeten.’

‘Neem mijn vader en ooms. Door heel hard werken hadden zij in Indië redelijke posities bereikt in de burgermaatschappij, bij de overheid of in het leger. Zij waren alles al kwijtgeraakt, en nu werd ook nog eens hun staat van dienst van tafel geveegd. Een oom van mij was bedrijfsleider bij de Shell op Sumatra, met 120 man onder zich. Hij werd dankzij een goed woordje assistent-portier bij Shell in Den Haag, in zo’n hokje bij de poort. Dat is exemplarisch voor wat de eerste generatie is overkomen. Drijfveer was: we houden elkaar vast en zorgen voor een goede toekomst voor onze kinderen, zonder ze te belasten met ons verdriet om Indië en de oorlog.’

‘De invloed van de erfenis van de oorlog en de naoorlogse periode lijkt bij de meeste ondervraagden niet heel groot te zijn geweest, althans niet in de zin dat er trauma’s op hen zijn overgedragen of dat zij in hun jeugd ernstig onder deze erfenis hebben geleden.’ (uit: ‘Indisch is een gevoel’)

Peter Bouman: ‘Dat bestrijd ik, er is enorm veel aan de hand. Wanneer de kinderen gaan studeren of het huis uitgaan en de ouders in hun allerlaatste levensfase zitten, zullen de leden van de tweede generatie opeens wél met hun Indische achtergrond worden geconfronteerd. Ze zullen zich realiseren dat de emotionele band met hun ouders niet ideaal was. Je hebt de INOG (Indische NaOorlogse Generatie) als bekendste organisatie die mensen met tweedegeneratieproblematiek behandelt. Sinai Ambulant en anderen bieden gespreksgroepen voor Indische Nederlanders. Die instanties zijn er niet voor niets. Ik organiseer voor Pelita maandelijkse ontmoetingsmiddagen in het land onder de naam “Masoek sadja” (kom gewoon binnen). De belangstelling blijft enorm groot. Onder eerste, en nu ook tweede en derde generatie indo’s.’

Een drama
Wouter Muller wilde ooit een boek schrijven met de titel In elke Indo schuilt een drama. ‘Heel veel mensen van de tweede generatie zijn in een spagaat terechtgekomen. Hoe kun je trots zijn op wat je ouders voor je hebben gedaan en ze tegelijkertijd verwijten dat ze hun leed voor jou hebben verzwegen en niet met jou gedeeld? De reactie op dat stilzwijgen was er een van compassie. Je respecteerde hun houding. Niet omdat je wist wat er aan de hand was, maar omdat het je ouders waren. Een groot deel van mijn liederenrepertoire is gebaseerd op hoe je omgaat met dat zwijgen. Ik krijg daar enorm veel reacties op, heb ordners vol brieven. De mensen vertellen dat ze in therapie zijn, bij Centrum ’45 bijvoorbeeld. Men zoekt de weg via yoga, religie, lotgenotenverenigingen, enzovoorts.’
‘Ik verwacht dat bij de tweede generatie die ouder wordt, psychische en ook relatieproblemen zullen toenemen. Er broeit, borrelt wat. Dat is nog niet in kaart gebracht. Een organisatie als Pelita zou daarin kunnen helpen met bijeenkomsten, zoals die van INOG. Er zou een informatieve website kunnen worden opgezet, en eens per jaar een belangwekkende conferentie.’

‘Bij de derde generatie zal het Indische in hen over het algemeen niet tot problemen leiden. Met plezier zie ik dat veel derdegeneratiekinderen zich voelen aangetrokken tot de multiculturele setting. In Enschede is Nasi Idjo (ongepelde rijst) opgericht, door derde generatie Indo’s. Op hun feesten en bijeenkomsten zie je alle kleuren door elkaar. Zij putten uit meer dan één culturele bron.’
‘Maar schrijf de eerste generatie, de 70-plussers nog niet af. Ik zie een immense behoefte onder hen aan eigen voorzieningen, een Indische omgeving. Extramuraal zijn er al een aantal Indische dagopvangvoorzieningen tot stand gebracht met AWBZ-geld. Ik hoop dat dit zich verder ontwikkelt, maar ik vrees dat de aangekondigde bezuinigingen funest zullen zijn. Lokaal en landelijk zouden zorg- en welzijnsinstellingen moeten nadenken over de zorgbehoeften van Indische mensen, ook die nu in het buitenland wonen. Qua beleid zou er een extra inspanning moeten worden gedaan door kenniscentra, bijvoorbeeld Movisie, om zich extra op de eerste generatie te richten.’

Marlene de Vries. ‘Indisch is een gevoel’. De tweede en derde generatie Indische Nederlanders. Amsterdam University Press, 39,50 euro.

Lees verder in het dubbele Zorg + Welzijn zomermagazine nummer 7/8, juli/augustus 2009

Bron: Foto: Herman Keppy

Herman Keppy

ICM 7,11,16

Lees verder…

Unieke rede Rutte in Indonesië

BETREKKINGEN LAATSTE TIJD STERK VERBETERD

Unieke rede Rutte in Indonesië

10897342868?profile=original

ICM Editor Ferry Schwab sr.

Mijn inbreng als ICM editor van de afgelopen jaren heeft toch vruchten afgeworpen, uiteraard dankzij mijn netwerken in Indonesie die mij elke minuut van de dag continue op de hoogte hielden.  Mijn taak was om de Kabinet en Kamerleden blijvend te informeren dat in de republiek Indonesia vele economische ontwikkelingen speelden. Alsmede omdat vele Ingenieursbureau in Nederland o.a. Rotterdam reeds vanaf 2009 betrokken zijn bij de ontwikkelingen van de vele masterplannen die o.a. onder de huidige president Joko Widodo (Jokowi) in ontwikkelingen waren destijds te scharen onder het Jakarta Baru Masterplan toen Jokowi nog de burgemeester van Jakarta was.

Op 22 april 2016, met dank aan Hans de Boer, een moment persoonlijk de president mocht spreken. Waar ik betoog dat een nieuw handelsverdrag met  Nederland voor alle partijen een Win Win situatie is om die mega master plannen in de republiek Indonesie nu te kunnen realiseren die voor beide landen oplossingen geven o.a. werk biedt in Nederland voor wel ruim 150.000 FTE's, en ruim 640.000 FTE's in de republiek zelf. Werk tot 2030.  Tegelijkertijd bracht ik het Traktaat van Wassenaar onder de aandacht dat de 689 miljoen nog steeds niet door de NL Overheid aan de Indische Gemeenschap werd betaald.

Lees mijn persverklaring dat aan de president Jokowi persoonlijk heb overhandigd.

http://icmonline.ning.com/profiles/blogs/icm-press-release-for-mr-joko-widodo-president-of-the-republic-in

Onderstaande artikelen zijn allen ter kennis gesteld aan de Kamerleden inclusief Mark Rutte, met de bijlagen van de Mega Master plannen.  Er wordt nu geluisterd naar de enige krant in Nederland ICM Online, de grootste Indische Internetkrant, dankzij de bronnen, relaties en netwerk in Indonesie,

Indonesië economische Masterplan 2011-2014 fase I

Zie YouTube http://youtu.be/hGtol65OeUg 

Premier Rutte houdt later deze maand als eerste Nederlandse minister-president een toespraak in het parlement van Indonesië. De premier is dan in de voormalige kolonie voor een handelsmissie.

Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst is het niet gebruikelijk dat buitenlandse bewindslieden toespraken houden in het parlement in Jakarta. Naast de rede van Rutte op 23 november is er ook een ontmoeting met Indonesische volksvertegenwoordigers gepland.

De betrekkingen tussen Nederland en Indonesië zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd. Handel domineert de relatie. Verscheidene bewindslieden zijn deze kabinetsperiode naar Indonesië gereisd. Voor de premier is het zijn tweede trip naar het land. Hij was er ook eind 2013 op handelsmissie.

In april was de Indonesische president Joko Widodo nog een dag in ons land. Dat was het eerste bezoek van een Indonesisch staatshoofd in zestien jaar aan Nederland. Rutte spreekt tijdens de handelsmissie over twee weken ook weer met Widodo.

Naast Rutte nemen ook minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en minister Schultz en haar staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) deel aan de economische missie. In hun kielzog reist een delegatie van 110 bedrijven mee.

De handelsmissie is van 21 tot en met 24 november en richt zich onder meer op de maritieme sector.

_______________________________________________________________________________________

ICM Editor Ferry Schwab sr.

Mijn inbreng als ICM editor van de afgelopen jaren heeft toch vruchten afgeworpen, uiteraard dankzij mijn netwerken in Indonesie die mij elke minuut van de dag continue op de hoogte hielden.  Mijn taak was om de Kabinet en Kamerleden blijvend te informeren dat in de republiek Indonesia vele economische ontwikkelingen speelden. Alsmede omdat vele Ingenieursbureau in Nederland o.a. Rotterdam reeds vanaf 2009 betrokken zijn bij de ontwikkelingen van de vele masterplannen die o.a. onder de huidige president Joko Widodo (Jokowi) in ontwikkelingen waren destijds te scharen onder het Jakarta Baru Masterplan toen Jokowi nog de burgemeester van Jakarta was.

Op 22 april 2016, met dank aan Hans de Boer, een moment persoonlijk de president mocht spreken. Waar ik betoog dat een nieuw handelsverdrag met  Nederland voor alle partijen een Win Win situatie is om die mega master plannen in de republiek Indonesie nu te kunnen realiseren die voor beide landen oplossingen geven o.a. werk biedt in Nederland voor wel ruim 150.000 FTE's, en ruim 640.000 FTE's in de republiek zelf. Werk tot 2030.  Tegelijkertijd bracht ik het Traktaat van Wassenaar onder de aandacht dat de 689 miljoen nog steeds niet door de NL Overheid aan de Indische Gemeenschap werd betaald.

Lees mijn persverklaring dat aan de president Jokowi persoonlijk heb overhandigd.

http://icmonline.ning.com/profiles/blogs/icm-press-release-for-mr-joko-widodo-president-of-the-republic-in

Onderstaande artikelen zijn allen ter kennis gesteld aan de Kamerleden inclusief Mark Rutte, met de bijlagen van de Mega Master plannen.  Er wordt nu geluisterd naar de enige krant in Nederland ICM Online, de grootste Indische Internetkrant, dankzij de bronnen, relaties en netwerk in Indonesie,

Indonesië economische Masterplan 2011-2014 fase I

Zie YouTube http://youtu.be/hGtol65OeUg 

10897255861?profile=original

De gouden tijden dienen zich aan in Indonesie - Het  Indonesië economische Masterplan wordt in fases uitgevoerd met de meest geavanceerde methode en technieken die worden ingezet. Om maar te noemen er wordt een metro aangelegd, nieuwe vlieghaven, haven, dijken, nieuw land wordt voor de kust aangelegd, zoutwater wordt gezuiverd naar drinkwaren, een lange brug, nieuwe electrische centrales die gestookt worden met vuil om de bergen vuil weg te werken, er wordt nieuwe boulevard met hotels gebouwd en wateroverlast wordt als eerste aangepakt. 
 
Vanuit de hele wereld wordt er ingeschreven op deze Internationale mega master aanbesteding die een looptijd kent van 20 jaren dit volgens bronnen uit de documenten.
Dat Nederlandse  projectontwikkelaars, architecten- en ingenieursbureaus niet stil hebben gezeten op deze Internationale aanbesteding besteding dat blijkt wel dat de diverse partijen zich drie/vier jaren geleden al hebben inschreven en intensief bezig zijn om de projecten naar Nederland te halen. Uit onderstaande promotieclip van YouTube 
 http://youtu.be/hGtol65OeUg , die door 1 van de aanbieders uit Nederland klaarblijkelijk is ontworpen dat blinkt van het Nederlands landschap, en kennelijk geselecteerd naast de getekende Letter of Intens namens de republiek Indonesia, dat ruim 18.000 keren is bekeken op YouTube. 
 
Voor de Nederlandse ondernemingen toch diep in stof bijten al die vier jaren die voor alle voorbereidingen zoals oa. de presentatie, ontwerp en uitwerking diep in de buidel moesten tasten om deze tot op detail uit te werken (ontwerpen/oplossingen) zoals betaamt, naast het vinden van buitenlandse investeerders. Is zuur voor die Nederlandse ondernemers die mee willen dingen met Mega Master Plan niet worden gesteund door Nederlandse Overheid.
Er wordt 100 miljarden in de banken, Euro en Griekenland gestoken, en zonder enig toekomstperspectief, en  naar mate de tijd verstrijkt wordt het alleen slechter met (EZE) Euro Zone Economie.  De drie letters met een voorspellende werking waar de (L) van ontbreekt geven waar het naar toeleidt met EZE.
Het gaat hier  om Internationale megaaanbesteding (ruim 1000 Miljard)  waar Nederland haar  producten zoals o.a. Kennismanagement, watermanagement, innovatiemanagement , werkgelegenheid voor 20 jaren kan afzetten in de Republiek Indonesie; Tegen die zelfde achtergrond andere landen zich voor 200 % inzetten zoals  een China bijvoorbeeld die geen buitenlandse investeerders hoeven aan te trekken voor hun ingediende plannen.  Dit in tegenstelling tot de Nederlandse collega's die zelf tientallen miljoenen moeten uittrekken voor hun ingediende plannen. Nederland legt overal staatsbezoeken af voor de handel en industrie,  en slaat Indonesie over. Het masterplan is ruim 4 jaren geleden gelanceerd meldden bronnen. 
 
 
Binnen ICM zijn diverse partijen al geruime tijd mee bezig, die het niet van elkaar weten, die redactie 3 jaren onder pet wist te houden!  Net als de Nederlandse Media die alle ontwikkelingen vanuit de republiek Indonesia niet belangrijk vinden terwijl daar de mogelijkeden liggen voor de Nederlandse economie, en juist waar Nederland sterk in is met haar Kennismanagement, watermanagemt en innovatiemanagement.
 
Indonesië economische Masterplan 2011-2025
 
Het Masterplan of MP3EI is een eerste stap voor Indonesië te versnellen en de economische ontwikkeling uit te breiden teneinde haar transformatie naar een ontwikkeld land tegen 2025. Dit zal gedaan worden door "inclusive, rechtvaardige en gelijktijdige economische prominente groei". Om te bereiken dat moet de economische groei worden 7-8% per jaar. De particuliere sector zal een belangrijke rol vervullen bij de uitvoering van het Masterplan, bij investeringen, productie en distributie, samen met de regering die als de regelgever en ook als een facilitator en met versterkte coördinatie tussen de betrokken ministeries fungeren zal en de regionale regering.  
Het Masterplan bestaat uit drie belangrijke elementen: 
(a) de ontwikkeling van zes Indonesië economische gangen, door de oprichting van centra van ontwikkeling binnen elke corridor en ontwikkelende industriële clusters en speciale economische zone op basis van geavanceerde grondstoffen middelen; 
(b) versterking van nationale connectiviteit, dat bestaat uit intra en inter connectiviteit van centra ontwikkeling, intra-eilanden (corridors) en internationale handel; 
(c) de nationale wetenschap en technologie versnelling ter ondersteuning van de ontwikkeling van het hoofdprogramma. 
 
Bij de uitvoering van de economische Corridors, economische ontwikkeling zal zich richten op de synergie van sectorale en regionale ontwikkeling te verhogen voordelen op nationaal niveau. De economische Corridors ook richten op de ontwikkeling van de infrastructuur die de samenwerking tussen de overheid en de particuliere sector zal benadrukken. De tenuitvoerlegging van de economische Corridors verwachting leiden tot een versnelling en uitbreiding van economische groei, met de behoeften in de ontwikkeling van de infrastructuur voor fase één (2011-2014) wordt geschat op 150 miljard dollar. Als bemiddelaar zal de regering fiscale en financiële prikkels te geven, project garantie, bereiden verwante agentschappen, versterking van de toepasselijke wet- en regelgeving kader, en openbare dienstverlening als voorbereiding Project ontwikkeling faciliteit (PDF). 
 
Wat is de relevantie?
Met het Masterplan stelt de overheid duidelijk dat het duurt een sterke positie niet alleen als de regelgever, maar ook als facilitator en functie als "katalysator voor groei". Met deze nieuwe aanpak van de regering is de tijd rijp voor de particuliere sector tot een diepere dialoog dan eerder gezien, om gezamenlijk werken aan de doelstellingen uiteengezet. Een van de belangrijkste mogelijkheden met het Masterplan is dat de regering zal wijzigen of verwijderen van regelgeving die een remmende werking van de uitvoering van de investeringen, en mogelijk ook degenen die meer handel belemmeren en soepeler goederenstroom. Dit "debottlenecking" proces is een belangrijke factor, omdat de regering zullen vereisen en verzoeken de input van de particuliere sector voornamelijk identificeren maar ook oplossingen te vinden voor de problemen bij de hand. Het team van de werken van het Masterplan bestaat uit Echelon 1 ambtenaren, in sleutel ministeries zoals coördinatie van Ministerie van economische zaken (FLIPPO Perekonomian), EuroCham zal verdiepen de samenwerking/dialoog met FLIPPO Perekonomian voor de uitvoering van het masterplan, met name met betrekking tot de "debottlenecking" van verordeningen om meer investeringen en soepeler stroom van goederen te vergemakkelijken. 
Meer uitgebreide informatie over het masterplan, haar economische Corridors en aanverwante onderwerpen zijn beschikbaar via het EuroCham Bureau op verzoek.
Het masterplan-document kan worden gedownload van de website van de coördinatie van het ministerie van economische zaken: 
of

ICM 9.11.16

Lees verder…

10897345455?profile=originalDienstweigeraars  koloniale oorlog            Gevat in twee interessante video’s

 

De Indonesische Onafhankelijk-heidsoorlog (Revolusi Nasional Indonesia) begon direct na de capitulatie van Japan, met het uitroepen van de Republiek Indonesië op 17 augustus 1945), en eindigde met de overdracht van de soevereiniteit over de voormalige kolonie Nederlands-Indie. Nederlands Nieuw-Guinea vormde daarbij een uitzondering.

Kort na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 braken vijandelijkheden uit tussen de Indonesische nationalisten en de troepen uit het Britse Gemenebest die strategische posities in de archipel hadden ingenomen. In oktober 1945 ontbrandde de  strijd om Soerabaja, een stad die de nationalisten na bloedige gevechten moesten prijsgeven.  Nederlandse strijdkrachten waren hierbij nog niet betrokken. Pas in maart 1946 werden Nederlandse troepen in Indonesië toegelaten om de Britse posities over te nemen.

De Nederlandse regering erkende de Republiek Indonesië niet als een onafhankelijke staat, maar beschouwde de strijders als een opstandige beweging binnen de kolonie Nederlands-Indie. In de traditionele Nederlandse geschied-schrijving wordt naar deze episode doorgaans verwezen met de term politionele acties (Aksi Polisionil). ‘Politionele acties’ was de benaming die de Nederlandse regering destijds hanteerde voor twee kortdurende offensieve operaties van de ruim 100.000 man sterke Nederlandse leger tijdens de Indonesische Onaf-hankelijkheidsoorlog. Deze vonden plaats op de eilanden Java en Sumatra in de periode 21 juli tot 5 augustus 1947 (Operatie Product) en 19 december 1948 tot 5 januari 1949 (Operatie Kraai).

In juli 1946 vond een onderzoek plaats van de publieke opinie over de vraag: ‘Bent U het ermee eens dat onze soldaten naar Indië worden gezonden?’. Van de mannen antwoordde 50% met ‘ja’ en 41% met ‘neen’. Bij de vrouwen was dit respectievelijk 36% en 44%. De overige ondervraagden gaven aan ‘geen oordeel’ te hebben. Voor- en tegenstanders hielden elkaar dus ongeveer in evenwicht. Op 22 september 1946, twee dagen voor het vertrek van de Boissevain, waren er in Amsterdam grote protestdemonstraties. De politie trad hiertegen met zwaar geweld op. Op de vertrekdag brak          in Amsterdam een massale proteststaking uit. Op de wagons van de troepentransporttreinen waren de opschriften te lezen    als: “Vleestransport Amsterdam-Batavia”.

Duizenden dienstplichtigen hadden ernstige bezwaren om naar Indonesië te worden uitgezonden. De meesten van hen hadden geen enkel bezwaar gehad hun dienstplicht in Nederland te vervullen maar wel om zich te laten inzetten in een strijd tegen het Indonesische volk dat tegen de vroegere koloniale heerser voor zijn bevrijding vocht.

De dienstweigeraars werden door de militaire instanties, en ook door de krijgsraden die hen later berechtten, als deserteurs aan-gemerkt. Zij werden ook als zodanig behandeld, veroordeeld tot zware straffen en behandeld als paria’s na beëindiging van hun straftijd. 6000 Jongens weigerden dienst. Zoals Nederland excuus moet aanbieden aan Indonesië, vertelde één hunner in januari 1995, zouden ook zij moeten worden gerehabiliteerd. Wat was hierin de rol van de kerken? In de eerste video wordt de rol van de kerken behandeld.

In de tweede video komt de Indonesië-weigeraar Jan van Luyn (1926) aan het woord, die van 1946 tot 1950 ondergedoken zat in Amsterdam, omdat de Marechaussee jacht op hem maakte. Van Luyn bezoekt zijn voormalige onderduikadressen in de Spaarndammerbuurt en de NDSM-werf en haalt herinneringen op aan deze plekken. We komen te weten wat zijn motieven waren om niet naar Indonesië te gaan en hoe het was om bijna vier jaar lang opgejaagd, in onderduik te moeten leven.

Voor de twee video’s gaat u naar:       http://www.sawahbelanda.nl/dienstweigeraars-indonesie-oorlog/

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

10897234678?profile=original

 

Wij staan  de maand december / januari  met ICM stands op de Pasar Malam  BurgerZoo in Arnhem. Hier kunt  U deze  ook via tekenlijst ondertekenen en tevens doneren. 

Wij hebben hard uw donatie nodig !!!!!

Uw donatie/bijdrage kunt U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07  ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie ACTW 66 - Traktaat van Wassenaar . Wij hebben uw donatie hard nodig voor de uitvoeringskosten van de regeling tot compensatie, welke de Nederlandse Staat bewust 51 jaar heeft nagelaten, teneinde ons werk  verder af te kunnen maken.

ONZE LAATSTE UPDATES!

Geachte dames/heren,

 

Dank voor uw ondersteuning voor uw handtekening voor Actie Traktaat van Wassenaar. Inmiddels hebben ruim 12.000 mensen ook hun handtekening gezet.

Zoals de petitie meldde zal het Jakarta advocaten Team (Yara & Yara) de zaak voor ons trachten om deze tot enkele oplossingen te brengen. Hiervoor wordt een proefproces gestart waarbij kleinschalig voor 10 gedupeerden. Hiervoor is nodig dat hun documenten formeel worden geautoriseerd  en gelegaliseerd door de Indonesische Overheid.

Bij dit proefproces wordt evenals namens de 12.000 ondertekenaars gevoerd, waar tevens hetrapport “uitbetalen traktaat van Wassenaar” als uitgangspunt wordt ingebracht, en later breder getrokken, dit middels een aanklacht tegen de Nederlandse Staat.

 

Betekent dat wij nu hard Uw steun/donatie nodig hebben. Voor goed geïnformeerden; het voeren van proces kost handen vol geld o.a. alleen al de griffiekosten over een bedrag van 689 miljoen is men 17 miljoen euro verschuldigd. Om het toch toegankelijk te maken tot de procesgang heeft ACTW66 tesamen met de advocaten een oplossing hiervoor bedacht, zodat wij toch de Staat kunnen dagvaardigen.

 

De kosten die nu per direct voldaan moeten worden zijn de startkosten dat op ruim

€ 70.000 neerkomt.

Voorts voor fase I € 450.000, en later in het proces ruim 1,6 miljoen.

Echter door de inzet van de bedragen tot fase 3, kunnen wij via de voorzieningen uitvoeringskosten die 17 miljoen als voorschot declareren, waardoor wij toch toegang verkrijgen tot de Rechtelijke macht.

Dit alles staat beschreven in ons rapport “Uitbetalen Traktaat van Wassen” die later wordt vrijgegeven (Onder embargo).

 

Inmiddels hebben wij ruim € 340.000 - uit private middelen, sponsors en geleverde werkzaamheden op basis van “no cure no pay” - voorgefinancierd voor de uitvoeringskosten voor de voorbereidingen en de gemaakte facilitaire kosten, en zijn door ons middelen heen.

 

Resultaat tot heden: Van de 70.000 mensen hebben wij 15.000 mensen bereikt.

12.000 hebben getekend. Donaties € 1500, hieraan gaan wij nu hard aan werken!

 

Namens ACTW66.

 

========================================================================================

 

 

ICM stands succesvol bij grote donatie actie voor Traktaat van Wassenaar, tijdens de pasar malam Rijswijk.

 

Door F.Schwab (ICM Editor) geplaatst op 7 November 2016 om 12.00

 

Het was een geslaagde actie van Traktaat van Wassenaar op zeer druk bezochte gezellige pasar malam. Ruim 3000 flyers gingen van de ICM toonbank voor het werven van de fondsen die werden persoonlijk in de handen van pasar bezoekers gedrukt, en gretig werden deze opgepakt en gelijk gelezen, wegstopt om thuis weer verder te lezen. 

Het Team had best zwaar te verduren op deze pasar. De massale aanloop die via ICM en Facebook werden opgeroepen snelden naar de ICM stands waar 12 stoelen speciaal voor deze gelegenheid werden opgesteld.

Bij velen waren de frustratie’s bizar groot, dat na 50 jaren tot op heden niets werd bereikt door alle Indische Stichtingen zoals een JES die tot heden nog steeds contributies vraagt, en niet te vergeten het Indisch Platform (IP) waar velen zich afvragen wat ze aan doen zijn. Het team heeft deze reactie’s genegeerd. 

Het team had al de grootste moeite om de emoties van de mensen te bedwingen om uit te leggen dat ACTW66/ICM niets van doen hadden met deze Indische zaken.

Deze berusten bij het Indisch Platform met al de gelieerde Indische stichtingen, en er op moeten wijzen dat ACTW66 ( in de schaduw van het ICM) pas anderhalf jaar bezig is met het Verdrag van Traktaat van Wassenaar, waar de Nederlandse Overheid en de regering in hebben gefaald.

Bovendien ACTW66 bewust heeft gekozen  dit moelijk complex traject te bewandelen om te procederen om de Nederlandse Staat aan te klagen, en niet zoals de overige Indische Stichtingen passief blijven toekijken, en passief afwachtende houding achter geranium in nemen! Wetende dat een dialoog tot niets leidt. Bovendien waren zij (IP) in geen enkel velden in het land te bekennen om onder de ogen komen van dit geemotioneerd publiek!

 

Ferry Schwab: "U krijgt nimmer het recht als iedere burger bij een iedere Overheid”.

De Overheid komt nimmer het recht brengen, en dat zult U zelf moeten halen via een advocaat, en ACTW66 heeft juist hiervoor alles al geregeld voor U.

Wij hebben nu voor de advocaten en startproces ruim € 70.000 voor nodig. Voor de volgende fase 1 ruim € 450.000, en later in het proces ruim € 1,6 miljoen.

Wij komen nu met cijfers naar buiten na onderzoek in samenwerking met Jakarta team advocaten. Wel zijn inmiddels voor alle voorbereidingen en werkzaamheden om deze zaak (project) naar deze fase te brengen dankzij private middelen, sponsors en op basis van  "No cure No pay" werkzaamheden,  waar ruim € 340.000 aan is uitgegeven. Wij zijn nu door onze middelen heen, gelukkig hebben wij  de toezeggingen nog die wij binnenkort gaan aanschrijven.

De bereikte resultaten na ander half jaar liegen er niet om! Van de 70.000 mensen werden er 15.000 bereikt.

12.000 mensen hebben hun handtekeningen gezet.

4800 hadden toegezegd te willen doneren.

Ontvangen donaties tot heden € 1500 zeer zorgwekkend, waar wij nu de komende periode hard aan gaan werken.

 

Zo zullen de 4800 mensen die hebben getekend en toegezegd persoonlijk door het team en via de post worden benaderd. Ook wordt nu gewerkt aan het opbouwen van database voor de uiteindelijk uitvoering , gezien mijn achtergrond als bedrijfskundige (eigenaar van organisatie- en automatiseringsbedrijf) wat wederom in de papieren gaat lopen.

Om al vast klaar te zijn voor de werkelijke uitbetaling. U weet wel, wij willen geen mislukt PGB projecten zoals die bij Martin van Rijn."

 

1 ding is zeker meer bekendheid en erkenning ondervinden wij, wij zitten op koers, kunnen best nog meer sponsors gebruiken en donaties.

 

Tot slot :

Chapeau voor het ICM team die wist te handelen met de geëmotioneerde mensen, en dit te doorstaan deze twee lange dagen en heel zwaar hebben gehad, op naar de pasar malam BurgerZoo voor de volgende actie.!

 

ICM 22.11.16

Lees verder…

Op zoek naar het verloren pension Door: Ferdinand Geuther

10897345481?profile=originalOp zoek naar het verloren pension           Door:  Ferdinand Geuther

foto Bennebroek, december 1954

Na aankomst van de Johan van Oldenbarnevelt in de haven van Amsterdam en de ontscheping van passagiers en lading werden mijn ouders en ik overgebracht naar een contractpension in de plaats Bennebroek. Een door de overheid gecontrac­teerd pension voor tijdelijke opvang.

Van die korte reis herinner ik mij niets en ik heb verzuimd te vragen aan mijn ouders hoe dat ging. 29 november 1954, het zal vochtig koud zijn geweest. Bruine mensjes in trainingspakken met winter-jassen, wollen sjaals om het hoofd, klappertandend in de bus door het kale landschap op weg naar hun eerste onderkomen in het moederland. Grote bruine ogen die met verbazing keken naar het lege land, zonder bergen, zonder groen, zonder bloemen, zonder dieren, hooguit een paar schapen.

Repatrianten werden we genoemd – letterlijk terugkerende land-genoten – een mooie positieve maar niet helemaal correcte benaming, want we kwamen voor het eerst! Maar we spraken de taal, weliswaar met een accentje, en we hadden een Nederlands paspoort.

Het pension in Bennebroek was een grote oude villa met de   naam HUIZE “Marjo”. Er werden meerdere repatriantenfamilies in ondergebracht. Wij kregen één kamer, met wastafel. Dat was geen bezwaar, in Jakarta woonden we ook in één kamer. Het was tijdelijk, want snel werk zoeken en dan een eigen woning zoeken, dat was waar iedereen zich mee bezig hield.

Beneden was een grote kamer ingericht als woonkamer met lage stoelen en salontafel maar voorzien van een bar als in een café.

Een enkele keer mocht ik mee naar de woonkamer en dan kreeg ik van mijn vader een flesje Nutricia chocomel, een ware traktatie en vaak mocht ik een schoteltje pinda's halen uit de pinda-automaat. Zo'n glazen bol met onderin een grote draaiknop die na het inwerpen van een munt via een klepopening een handvol pinda's stortte op een schoteltje. Voor een vijfjarige was dat een wonderlijk gebeuren met een smakelijke uitkomst. De vraag om een tweede munt kwam altijd snel.

10897345869?profile=originalLinnaeushof in Bennebroek, 1956

De winter was een machtige belevenis. De kou, het witte landschap, de mensen in dikke jassen. Voor het eerst zagen we sneeuw en bevroren water. Sneeuwballen gooien. Schaatsers!

Mijn vader had me een liedje geleerd dat toen populair was maar hij had de tekst wat ludieker gemaakt. Ik zong het vol verve in de woonkamer en kreeg dan ook veel bijval van de aanwezigen. Gelukkig wist ik niet wat “troelala” betekende bij het zingen van “Oh mijn papa, jij houdt zoveel van troelala...”. Onschuldig vermaak.

Werk zoeken had prioriteit maar er was ook ontspanning. De Linnaeushof werd geopend in april 1956, een fraaie tuin waarin de eerste “vakantie” foto’s werden geschoten. Het was een prachtig jaar in de Bollenstreek, het eerste jaar van ons nieuwe leven.

10897345895?profile=originalHotel Huize Marjo, Bennebroek, 1956

De bescheiden zwart-wit foto's in het familie­album herinneren aan dat eerste jaar in Nederland. De foto waarop het pension met naam te zien is bracht me op het idee om op zoek te gaan naar Huize Marjo. Waar was het in Bennebroek en zou het nog bestaan?

Op de foto van de Linnaeushof is in de achter­grond een wit gebouw te zien dat lijkt op “HUIZE Marjo”. Na inscannen op hoge resolutie kon ik het kleine beeld sterk uitvergroten en zag tot mijn verrassing het woord “HOTEL” op de zijkant van het gebouw. De voorkant met een dakkapel recht boven de hoofdingang maakte duidelijk dat dit “Huize Marjo” moest zijn. Het pension lag tegenover de Linnaeushof!

In het document “Heerlijkheden nr 118, 2003” van de Vereniging Oud Heemstede-Bennebroek vond ik een passage over Huize Duinlaan:

In de tijd dat er (jarenlang) gediscussieerd werd over de noodzakelijke bouw van een nieuw

 

raadhuis had Huize Duinlaan een nogal variërende bewoning.

Na de tweede wereld­oorlog was het een tijdlang een opvanghuis voor uit Indonesië gerepatrieerde gezinnen. Daarna was er in het steeds meer in verval rakende huis een klein knopenfabriekje gevestigd en vonden er andere min of meer industriële activiteiten plaats. Het gebouw werd toen wel Huize Marjo genoemd. Alle glorie uit vroeger eeuwen was toen wel verdwenen. Tenslotte is het in 1960 afgebroken. Het terrein was toen beschikbaar voor de bouw van het nieuwe gemeentehuis.”

10897346467?profile=original www.boekenbent.com

In een militair document van mijn vader vond ik het adres. Huize Marjo lag aan de Bennebroeker­laan nummer 5 op de hoek met de Duinlaan. Het bestaat niet meer. Op die hoek staat een modern pand, in 1972 gebouwd als gemeente­huis en sinds januari 2015 bestemd om plaats te maken voor woningbouw.

Het resultaat van mijn recherche. Het verloren pension is terug-gevonden maar blijkt reeds lang voorgoed verloren.

Uit: ‘Eigenzinnig Indisch’ , 1916.

Ferdinand G. Geuther

Lees verder…

Nieuwsuur -  Levert de handelsmissie naar Indonesië iets op?

10897346677?profile=original

Premier Rutte begon  aan de grootste handelsmissie ooit naar Indonesië. Maar de vraag is of zo’n missie ook daadwerkelijk iets gaat opleveren voor het Nederlandse bedrijfsleven. Want ondanks beloftes van president Joko Widodo dat westerse ondernemingen makkelijk toegang tot de Indonesische markt krijgen, is de praktijk anders.   Bedrijven uit Indonesië, China of Zuid-Korea krijgen de meeste orders. Nieuwe investeerders laten het land liever links liggen. 

Vroeger verhuurden we drie huizen per maand. De afgelopen drie maanden hebben we er niet één verhuurd.

Makelaar Dodi

Gmang is dé wijk van Jakarta waar de expats wonen. Tot een dramatische leegloop begon en het aantal expats in een paar jaar tijd werd gehalveerd. De makelaars van de grote villa's hebben het moeilijk. 

"Vroeger verhuurden we twee, drie huizen per maand. De afgelopen drie maanden hebben we er nog niet één verhuurd", zegt makelaar Dodi.

Makelaar Dodi heeft de afgelopen drie maanden geen huis meer verhuurd aan expats.NIEUWSUUR
De kleine, Nederlandse school in Jakarta bestaat volgend jaar vijftig jaar. De vraag is of de school volgend jaar nog kan openblijven. In groep 7 en 8 zitten slechts vier kinderen. Vorig jaar waren dat er nog twaalf.NIEUWSUUR

Niet alleen de makelaars hebben het moeilijk. Ook de kleine Nederlandse school in Jakarta, die volgend jaar vijftig jaar bestaat, kampt met een terugloop van het leerlingenaantal. Groep 7 en 8 tellen samen nog slechts vier kinderen. De vraag is of de school haar vijftigjarige jubileum haalt.

Immigratiedienst

De leegloop is pijnlijk. Weinig mensen willen er openlijk over praten. Ook in het bedrijfsleven houden mensen liever hun mond. 

Want als je het over expats hebt, dan heb je het over de immigratiedienst. En die gaat over de verblijfsvergunningen. Ook veranderen de regels voortdurend, soms zelfs met terugwerkende kracht. 

Als je niet alles tot in de puntjes geregeld hebt, wordt het een enkeltje Amsterdam.

Ingenieur Victor Coene

De Indonesische immigratiedienst maakt het leven voor veel expats en ondernemers bijzonder moeilijk. Het ingenieursbedrijf van de Nederlander Victor Coene beaamt dit.

"Het is heel gebruikelijk om op kantoor bezoek te krijgen van de immigratiedienst. Zij kijken dan of de papieren in orde zijn. Je moet dus ook altijd zorgen dat je alles tot in de puntjes geregeld hebt. Want heb je dat niet, dan is het een enkeltje Amsterdam."

'Als niet alles in orde is, is het een enkeltje Amsterdam'

Het ingenieursbedrijf heeft onlangs de helft van zijn expats naar huis moeten sturen. 

"Vorig jaar was er ineens een regel dat je tien Indonesiërs per expat in dienst moest hebben. Dat konden we niet in zo'n korte tijd regelen, dus hebben we mensen naar huis toegestuurd. Vervolgens is die regel net zo snel weer ingetrokken", zegt Coene.

Veel zaken bij de immigratiedienst hebben niets met nationalisme te maken. Het is louter corrupte bureaucratie.

Oud-minister van Maritieme Zaken, Rizal Ramli

Volgens oud-minister van Maritieme Zaken, Rizal Ramli, schept Indonesië een onvriendelijk klimaat en is het puur een kwestie van geld. "Veel zaken bij de immigratiedienst hebben niets met nationalisme te maken. Het is louter corrupte bureaucratie."

Volgens Ramli zijn het de machtige zakenlui die ook nog eens in het centrum van de macht zitten. "Zij kunnen alles regelen, en gebruiken nationalistische argumenten voor hun eigen ambitieuze belangen."

Ingenieur Victor Coene: "Het is heel gebruikelijk om op kantoor bezoek te krijgen van de Indonesische immigratiedienst om te kijken of je papieren in orde zijn. Je moet dus ook altijd zorgen dat je alles tot in de puntjes geregeld hebt, want anders is het enkeltje Amsterdam."NIEUWSUUR
Indonesië schept een onvriendelijk klimaat. Volgens voormalige minister Ramli is dat puur een kwestie van geld. "Veel zaken bij de immigratiedienst hebben niets met nationalisme te maken. Het is louter corrupte bureaucratie."NIEUWSUUR

Maar de economie in Indonesië groeit. Er wordt volop gebouwd en gigantische projecten staan op stapel. En dat maakt dat bedrijven het ondanks alles toch blijven proberen. Toch gaan veel projecten aan Nederland voorbij.

Vooral de Chinezen, Japanners en Koreanen gaan met de grote projecten aan de haal. Want die zijn goedkoper en brengen geld en zachte leningen mee. Ook de allergrootste handelsmissie zal hier weinig aan veranderen.

http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2144175-levert-de-handelsmissie-naar-indonesie-iets-op.html

ZONDAG, 17:41

Commentaar ICM Editor.

Zonde dat Nieuwsuur met dit slecht onderzoekwerk partijen op het verkeerde been zet. Sinds 2009 zijn diverse partijen o.a. ingenieursbureau bezig om te zorgen voor de gunning van de opdrachten. In 2013 heeft redactie ICM o.a. een afgeleide het Jakarta Baru Masterplan ludiek onder de aandacht gebracht; Dit masterplan is een sub onderdeel van het gehele Masterplan, dat op ruim 2300 miljard komt. 

 

De benadering van deze plannen behelzen dat de projectontwikkelaar met een ontwerpplan met een zak geld komen; dus projectontwikkelaar met de investeerders. Wel een eis dat de regie in handen blijft van de projectontwikkelaar & Investeerders.

Vele partijen uit de landen China, Japan, Korea, India, en Emiraten hebben zich aangemeld, evenals Angela Merkel, dat voor 180 miljard meegaat integraal.  Veelal gesteund door hun Overheid, en Nederlandse Overheid in geen velden is te bekennen.

 

In 2009 tot 2013 werd onder supervisie van toenmalig burgemeester het Jakarta Baru Masterplan (JBM) verder ontwikkeld in samenwerking met ing.bureau & investeerder uit Rotterdam. Deze hadden moeite om voet aan de grond te krijgen omdat Mark Rutte en consortium geen oor hiervoor hadden, en hun tijd op werd gesoupeerd aan de problemen in Brussel.  JBM geeft werk voor 100.000 Ftes in Nederland en 640.000 fte in de republiek tot 2027.

 

Nu anno 2016 komt Nieuwsuur met de kop "Levert de handelsmissie naar Indonesië iets op?" als een kip zonder kop. Dus ruim 7 jaren te laat waar al de andere landen zich goed konden nestelen, komt Nederland nu, mosterd na de maaltijd. Is Nederland ook bereid zoals Angela Merkel te investeren ?

ICM Editor is doordrongen van het feit dat alleen nog het sluiten van een nieuw verdrag Nederland misschien die positie kan verwerven voor die landen die bewezen er te zijn voor de republiek Indonesie.  Maar ook dan is er nog een vlekje werk te werken. Want Nederland is het verdrag Traktaat van Wassenaar niet nagekomen. Ruim 70.000 mensen wachten nog op de uitbetaling. De republiek Indonesië heeft 689 miljoen (waarde nu 2,7 miljard) aan het ministerie van Bert Koenders betaald ter compensatie van het verlies van alle bezittingen.

ICM 22,11,16

Lees verder…

10897343093?profile=original

Helden met bloed aan hun handen   De andere kant van het verhaal    Door:  Dirk Vlasblom

Indonesië eert de helden van de onafhankelijkheid. Maar deze vrijheidsstrijders martelden en moordden – onder de koloniale soldaten én evenzo onder de eigen bevolking.

Op 10 november viert Indonesië Hari Pahlawan, Dag van de Helden. Dan wordt herdacht dat  in november 1945 tientallen duizenden Indonesische jongeren, uitgerust met Japanse wapens, de strijd aanbonden met Britse troepen die waren geland in de marinehaven van Surabaya. Soekarno en Hatta hadden op 17 augustus de onafhankelijke Republiek Indonesië uitgeroepen en de jeugd van Surabaya verdacht de Britten ervan dat zij het Nederlandse koloniale gezag kwamen herstellen. Het duurde weken voor Britse troepen de stad in handen kregen. Rond deze strijdlustige jongeren is in Indonesië een ware cultus geweven. In de Indonesische geschiedschrijving belichamen zij een generatie van helden die schouder aan schouder vocht voor de vrijheid.

Toch vallen er af en toe scheurtjes in deze heldencultus. Een gewezen scholier-soldaat, de schrijver Yusuf Bilyarta Mangunwijaya, beschreef in 1985 een gebeurtenis van begin 1950. In het Oost-Javaanse stadje Malang stonden scholier-soldaten van de Republiek Indonesië (TRIP) aangetreden, een jongerenstrijdgroep die had meegevochten tegen de Nederlanders. Het grote doel, onafhankelijkheid, was bereikt en het was tijd om te demobiliseren. De samengestroomde burgers van Malang werden toegesproken door de TRIP-commandant, majoor Isman. Hij trok, verrassend genoeg, het boetekleed aan: „Jullie hoeven ons niet zo warm te begroeten. We zijn niet langer jong en zuiver. We zijn ook niet de bloem der natie. We hebben gemoord en huizen platgebrand. Onze handen zijn besmeurd met bloed. Help ons terug te keren in de maatschappij als normale mensen. Niet wij zijn de helden, maar jullie, het gewone volk, dat zo zwaar heeft geleden.”

In Nederland staan nu de Indonesische onafhankelijkheids-oorlog en de pogingen van het koloniale moederland om het revolutionaire tij te keren weer volop in de belangstelling. In de rechtszaal, waar overlevende burgerslachtoffers van Nederlands militair geweld genoegdoening eisen. In de media, die gewelds-incidenten reconstrueren. En in academia, waar historici na      vele decennia van relatieve onverschilligheid in de bronnen zijn gedoken.

Dat historische onderzoek heeft het afgelopen jaar twee kloeke boeken opgeleverd: Soldaat in Indonesië 1945-1950 van Gert Oostindie en De brandende kampongs van generaal Spoor van Rémy Limpach. Daarin wordt overtuigend aangetoond dat het geweld van Nederlandse militairen tegen burgers en tegen krijgs-gevangenen geen incidentele ontsporingen waren, zoals de Nederlandse regering in 1969 na een haastig uitgevoerd onderzoek concludeerde, maar dat het structurele vormen aannam. Helemaal nieuw is deze conclusie niet, maar niet eerder is die zo zorgvuldig onderbouwd met brieven, dagboeken en memoires van oud-strijders, met veld-rapporten en met interviews.

Het is een begin. Voor een goed begrip van het massale geweld in het Indonesië van de jaren 1945-1950 zou deze reconstructie van Nederlandse oorlogsmisdaden moeten worden aangevuld met een even zorgvuldige studie van het geweld aan Indonesische kant. Want ook dat was niet mis; majoor Isman gaf het in 1950 volmondig toe. Oostindie zegt in zijn jongste boek dat „de dekolonisatieoorlog onderdeel was van de Indonesische Revolutie”. En, schrijft hij, „in die zin is de aandacht voor het Nederlandse militaire optreden, en in het bijzonder de Nederlandse oorlogs-misdaden, een eenzijdige ingang om een veel groter historisch proces te begrijpen” (p. 33). Limpach schrijft dat het geweld aan Indonesische kant „eveneens structureel” was. „De TNI [het nationalistische leger] en de milities eisten voor hun strijd steun van de bevolking, waarbij  zij extreme middelen inzetten om hun eisen kracht bij te zetten.”  (p. 770) Op dat onderlinge Indonesische geweld gaat hij in zijn boek niet in.

Nationalisten stonden tegenover communisten en radicale moslims; gewezen KNIL-ers tegenover door Japan getrainde officieren

Nederlandse soldaten die het oorlogsrecht schonden door kampongs plat te branden, krijgsgevangenen te martelen    en ‘verdachte’ dorpsbewoners standrechtelijk te executeren opereerden niet in een vacuüm. Het land waarin zij verzeild waren, stond in vuur en vlam. Tijdens drieënhalf jaar Japanse bezetting waren honderdduizenden jongeren getraind voor de gewapende strijd. Zij geloofden heilig dat na vertrek van de Japanners oude profetieën zouden uitkomen en de vrijheid (merdeka) zou aanbreken. Toen Japan capituleerde, waren zij stuurloos, want oude gezags-structuren waren bezweken. De proclamatie van de Republiek was de lont in een gigantisch kruitvat dat nationalistische leiders niet onder controle hadden.

In de Indonesische historiografie rust nog steeds een taboe op    het (onderlinge) geweld van Indonesiërs tijdens de Revolutie. Die wordt steevast beschreven als een eensgezinde en heroïsche verzetsbeweging tegen Nederland, dat het onafhankelijke Indonesië weer in het koloniale gareel wilde dwingen. Toch weten we het een en ander over de duistere kanten van die Revolutie. Dankzij het werk van een beperkt aantal Westerse historici en van Indonesische schrijvers en journalisten die de vrijheid namen nuances aan te brengen in de officiële heldenverering.

We bekijken hieronder drie geweldsexplosies die door hen zijn beschreven.

Bersiap! (15.000 à 20.000 doden)

De opmaat tot de gewapende strijd, in de laatste maanden van 1945, was even bloedig als chaotisch. Japan had gecapitu-leerd, maar Java en Sumatra waren nog niet bezet door de geallieerden. In dat gezags-vacuüm moesten de Japanse militairen voorlopig de orde handhaven en dat lukte maar nauwelijks. Er volgden golven van tomeloze agressie van vaak alleen met gepunte bamboestokken en kapmessen uitgeruste groepen Indonesische jongeren tegen Nederlandse burgers in Japanse interneringskampen, gewezen Nederlandse krijgsgevangenen, Indo-Europeanen (Indo’s golden als pro-Nederlands), Molukkers en etnische Chinezen.

Dezelfde jongeren die in november 1945 vochten tegen de Britten hadden zich een paar weken eerder op gruwelijke wijze misdragen. Toen de Japanse marinecommandant zijn wapen-arsenalen had opengesteld voor de Indonesische strijdgroepen, begonnen zij op 15 oktober gewezen Nederlandse krijgs-gevangen en geïnterneerden op  te pakken. Die waren net bevrijd uit de kampen en werden nu      de Kalisosok gevangenis van Surabaya in geslagen. Van de 3.000 mannen die werden samengedreven raakten er 2.000 gewond en lieten 400 het leven. Op 28 oktober werd een konvooi van Britse legertrucks met 400 Europese vrouwen en kinderen met mitrailleurs en handgranaten bestookt door strijdgroepen. Er viel een onbekend aantal doden onder de Britten en hun beschermelingen.

Deze extreem bloedige episode, bekend geworden als Bersiap! (Indonesisch voor ‘wees paraat’), ging door toen de eerste Britse troepen waren geland. In Indonesische geschiedenisboeken staat er niets over en geen Indonesiër heeft van de Bersiap gehoord. ‘Paraat waarvoor?’ is steevast de reactie. In Nederland verscheen in 2005 een eerste inventarisatie van de gewelds-incidenten op Java en Sumatra tot maart 1946, onder de titel Bersiap – Opstand in het paradijs. Auteur was de in 2015 overleden Indische Nederlander Herman Bussemaker. Hij houdt het aantal Nederlandse, Indo-Europese en Ambonese slachtoffers op 20.000. Limpach kiest voor de schatting van het Nederlands Instituut voor Oorlogs- Holocaust- en Genocidestudies (NIOD): 5.500. Hij zegt er wel bij dat hier nog eens 10.000 etnische Chinezen bij moeten worden opgeteld.

Opstand in Madiun (8.000 à 10.000 doden)

Het zou vier jaar en twee ‘Politionele Acties’ duren voordat Nederland zich neerlegde bij de feiten. In die revolutionaire jaren was het nationalistische kamp diep verdeeld. Soekarno en Hatta, die hadden samengewerkt met de Japanners, stonden tegenover principiële antifascisten. Voor-standers van diplomatie stonden tegenover “mannen-van-actie”. Gewezen KNIL-mannen stonden tegenover door Japan getrainde officieren; nationalistische milities tegenover strijdgroepen van communisten en radicale moslims; Moskougezinden tegenover de ‘nationale communisten’. Zij bonden even vaak de strijd aan met elkaar als met de Nederlanders en het aantal slachtoffers was navenant.

Na de val, onder druk van islamitische en nationalistische partijen, van het linkse kabinet-Sjarifoeddin en de vorming van het kabinet-Hatta in januari 1948 laaide de partijstrijd in het republikeinse kamp op. In september 1948 escaleerde die  tot een regelrechte burgeroorlog. Die is beschreven door de Indonesische activist Soe Hok Gie (1942-1969) in zijn doctoraal-scriptie Orang-orang di persim-pangan kiri jalan (Mensen die op de tweesprong links afslaan,1969) en in de monumentale biografie van de ‘nationale communist’ Tan Malaka door Harry Poeze (2007).

In de Indonesische historiografie rust nog steeds taboe op het geweld van Indonesiërs

De Republiek had zijn hoofdstad gevestigd in Yogyakarta, Midden-Java. Na de Eerste Politionele Actie in 1947 was een bestandslijn getrokken tussen door Nederland bezet gebied en de Republiek. Overeenkomstig de Renville-overeenkomst van 17 januari 1948 werd het West-Javaanse onderdeel van het nationalistische leger (TNI), de Siliwangi Divisie, teruggetrokken achter de bestandslijn en gelegerd in Solo, een stad in Midden-Java. Siliwangi, onder bevel van de gewezen KNIL-vaandrig Abdul Haris Nasution, was gebeten op alles wat links was. Begin september zochten zijn officieren ruzie met de Midden-Javaanse Senopati Divisie, die veel aanhangers telde van het door   de communistische partij (PKI) gedomineerde Volksfront (FDR). Senopati-officieren werden ont-voerd en vermoord, het kwam tot schietpartijen en het zou zijn uitgedraaid op een veldslag als Soekarno de oud-marechaussee Gatot Subroto niet had benoemd tot militair gouverneur. Hij gaf de schuld van de schermutselingen aan de Senopati Divisie, die zich daarop terugtrok uit Solo.

In dit gespannen klimaat keerde in augustus 1948, na ruim twintig jaar ballingschap in Moskou, de communistische hardliner Muso terug naar Indonesië. Hij had instructies van de Kominform die behelsden dat de PKI partij moest kiezen in de zojuist uitgebroken Koude Oorlog. Onderhandelingen met ‘het imperialistische kamp’     - lees hier: Nederland en de Amerikaanse bemiddelaars - waren voortaan uit den boze. Muso nam de leiding van de PKI en maakte begin september een tournee langs steden in Midden- en Oost-Java waar hij opzwepende redevoeringen hield. Arbeiders en boeren moesten zich opmaken voor een guerrilla en een ‘politiek van verschroeide aarde’. Gezien de gebeurtenissen in Solo vond Muso gehoor bij linkse milities, die rekening hielden met een offensief van Siliwangi.

Op 18 september nam het Volksfront gewapenderhand het bestuur over in de Oost-Javaanse stad Madiun. FDR-milities ontwapenden de militaire politie en plaatselijke eenheden van Siliwangi. De Socialistische Jeugd, onderdeel van het Volksfront, deed hetzelfde in omliggende stadjes en dorpen. De vlag van de Republiek werd verscheurd en vervangen door de banier met hamer en sikkel; portretten van Soekarno door die van Muso. Onderzoekers zijn het er niet over eens of ‘Madiun’ de opmaat was voor een opstand tegen de Republiek of slechts een lokale, preventieve maatregel om een actie van Siliwangi voor te zijn. Muso’s ambities waren duidelijk; hij wilde een Sovjet-republiek, maar deelnemers aan de actie waren in veel gevallen niet bereid de Republikeinse regering af te vallen.

Ooggetuigen vertelden gruwel-verhalen over de moordpartijen onder de aanhangers van de islamitische partij Masyumi en de nationalistische PNI in Madiun en omgeving. Soemarsono, FDR-leider in Madiun en initiatiefnemer van de coup, vertelde later dat het nieuwe bestuur buiten Madiun geen controle had en dat ‘de massa woest was en erop los sloeg’. Slachtoffers waren lokale bestuurders, maar ook  politie-mensen, religieuze voormannen, Masyumi- en PNI-leiders.

Niet minder bloedig was het antwoord van Siliwangi, die opdracht kreeg de opstand in Madiun neer te slaan. Daarbij werd een meedogenloze zuivering uitgevoerd onder alles wat links was in Madiun en omgeving. De dichter Kuslan Budiman (geboren in 1935) beschreef in zijn autobiografische roman Bendera itu masih berkibar (Die vlag wappert nog, 2005) hoe de TNI huishield in zijn geboortestadje Maospati, tien kilometer van Madiun. Wie verdacht werd van sympathieën met het verdreven FDR-bewind werd opgepakt. In de plaatselijke gevangenis werd systematisch gemarteld. Kuslan kon dat zien en horen vanuit een boom naast de gevangenis. Hij zag hoe zeven mannen hun eigen graf moesten graven en werden doodgeschoten. Linkse legereen-heden en milities ontvluchtten Madiun, achtervolgd door de Siliwangi. Muso werd op de vlucht opgepakt en doodgeschoten. Tientallen andere PKI-leiders werden ingerekend en direct geëxecuteerd. Oud-premier Amir Sjarifoeddin werd aangehouden  en vastgezet in Yogyakarta. Op  19 december 1948 landden parachutisten van het Nederlandse Korps Speciale Troepen (KST) op het vliegveld van Yogya en begon de ‘Tweede Politionele Actie’. Sjarifoeddin en veel andere gevangenen werden nog diezelfde dag doodgeschoten door TNI-troepen.

Hoeveel slachtoffers ‘Madiun’ heeft geëist is onbekend. De meest betrouwbare schattingen variëren van acht- tot tienduizend, zowel onder TNI, opstandelingen als de gewone bevolking.

Revolutie in Atjeh (3.000 doden)

In Atjeh, op de noordpunt van Sumatra, had de Indonesische Revolutie een bijzonder, maar niet minder gewelddadig verloop. Britse en Nederlandse troepen kwamen na de Japanse capitulatie niet verder dan Medan, de hoofdplaats van de vooroorlogse residentie Sumatra’s Oostkust. Atjeh was het eerste deel van de archipel dat zich bevrijdde van koloniaal bestuur.

De openbare executie van een Indonesische communist in 1948 in Magetan. Hij werd van een verhoging geworpen, waarna de bevolking hem met messen doodde.  (Foto DLC)

Daarbij kwam het tot een gewelddadige confrontatie tussen nationalistische jongeren, aan-gevoerd door islamitische schrift-geleerden (ulama), en een deel van de oude adel (ulèëbalang), die voor de oorlog had samengewerkt met de Nederlanders. Deze episode is beschreven door de historicus Anthony Reid in het boek The Blood of the People (1979) en door zijn Atjehse collega Nazaruddin Sjamsuddin in Revolusi di Serambi Mekah (Revolutie op de Veranda van Mekka, 1999).

Na de capitulatie trokken de Japanse troepen in Atjeh zich terug op het eilandje Sabang en op de olievelden aan Sumatra’s oostkust. In Kotaradja (nu Banda Aceh) vormden nationalisten, linkse partijen en ulama een voorlopig residentiebestuur. In de steden en dorpen van Atjeh werd in de loop van oktober 1945 de rood-witte vlag van de Republiek gehesen. Alleen in het noord-oostelijke regentschap Pidie leidde dit tot problemen. In de steden Sigli en Lammeulo verboden adellijke bestuurders de nieuwe vlag te hijsen. Zij maakten zich zorgen over hun positie onder de Republiek en wachtten op een landing van Nederlandse troepen (die er nooit zou komen) om de vooroorlogse orde in Atjeh, en daarmee de machtspositie van de bestuursadel, te herstellen. Een aantal ulèëbalang in Pidie besloot een militie te vormen ‘ter beveiliging van de openbare orde’ en die begon nationalistische jongeren op te pakken.

Toen het bestuur in Kotaradja aarzelde om in te grijpen, stuurde de PUSA, een machtig verbond van ulama, eigen troepen, aan-gevoerd door Husin Al-Mudjahid, naar Pidie. Zij bonden in januari 1946 de strijd aan met de militie van de lokale adel. Die laatste legde het al snel af tegen de mujahidin die deze ‘vijanden van de staat en het geloof’ opjoegen tot in de bergen. De PUSA-militie en door hen aangevuurde boeren vermoordden 23 van de 25 adellijke bestuurders in Pidie.

Elders in Atjeh hadden Ulèëbalang zich uitgesproken vóór de Republiek, maar  gebeurtenissen in Pidie wekten twijfel aan hun loyaliteit. In de weken en maanden die volgden kwam het in heel Atjeh tot uitbarstingen van volkswoede tegen ambtsedelen, hun familieleden en volgelingen. Daarbij werden nogal eens persoonlijke rekeningen vereffend. Sjamsuddin citeert een oog-getuige: „Tallozen vonden de dood, zonder gebed, zonder te worden gewassen, zelfs zonder te worden begraven’. Deze ‘sociale revolutie’, zoals hij is gaan heten, eiste naar schatting 3.000 levens.

Onderzoek?

Ook na de val van generaal-president Soeharto in 1998 hield de hoofdstroom van Indonesische historici vast aan het beeld van de Revolutie als eensgezind optreden van heldhaftige Indonesische pejuang (vrijheidstrijders). In schoolboeken wordt niet gerept van aantallen dodelijke slacht-offers, of die nu vielen door Nederlandse of door Indonesische hand. Van officiële zijde wordt ook niet gehamerd op Nederlandse gewelddaden in de jaren 1945-1950, want wie kaatst moet de bal verwachten. Waarom lijken uit de kast halen? De Indonesiërs hebben immers aan het langste eind getrokken.

Toch ontstaat de laatste jaren onder jonge Indonesiërs steeds meer behoefte om deze gelijkgeschakelde versie van hun geschiedenis kritisch tegen het licht te houden. Vooral als het gaat over heftige episodes, zoals de communistenmoord van 1965-’66 en – jawel – de Revolutie.

Serieus onderzoek naar het gedrag van de eigen veteranen, zoals Oostindie en Limpach deden met Nederlandse oud-strijders, vereist dat de archieven van het Indonesische leger (TNI) in Bandung opengaan voor kritische onderzoekers. Dat is niet zo eenvoudig. De TNI is geboren     in de Revolutie en zijn heldenstatus maakt deel uit van de oorsprongsmythe van de Republiek Indonesië.

(Bron: NRC)

______________________

ICM 23.11.16

Lees verder…

Rutte strooide bloemblaadjes op Nederlands ereveld in Semarang

GISTEREN, 14:14 22 
Ereveld Kalibanteng in Semarang, bij het graf van een eenjarig jongetje ANP


Op de tweede dag van zijn bezoek aan Indonesië heeft premier Rutte de Nederlandse erebegraafplaats Kalibanteng bezocht in Semarang. Daar liggen 3100 oorlogsslachtoffers en militairen begraven. De meeste van deze slachtoffers zijn burgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Japanse interneringskampen zaten. 

Rutte strooide bloemblaadjes bij het graf van de onbekende vrouw, het monument voor iedereen die geen laatste rustplaats op het ereveld heeft gekregen, en het beeld van een uitgehongerd kampjongetje. Ook stond Rutte stil bij een aantal individuele graven. 

Wrang

Rutte werd vergezeld door minister Melanie Schultz, de Nederlandse ambassadeur Rob Swartbol, Robbert van de Rijdt van de Oorlogsgravenstichting en een deel van de handelsdelegatie die meereist.  

"Het is wrang hoe schitterend het erbij ligt, terwijl aan de andere kant van het eiland oorlogsgraven in zee zonder enig respect zijn vernietigd", zegt correspondent Michel Maas.  

Daarna bezocht Rutte de oude binnenstad van Semarang. Het deel dat uit het koloniale verleden stamt, wordt opgeknapt. "Het lijkt op Nederland, met een nostalgisch tintje. De oude panden worden gerestaureerd en beschermd. Dat gebeurt lang niet op alle plaatsen in Indonesië", zegt Maas

Koepelkerkje

"Het wordt een sfeervolle stad. Dat heeft lang geduurd, want het cultureel besef is nog niet zo sterk ontwikkeld als in Nederland." Rutte bezocht onder meer de oudste Nederlandse kerk op Java, een koepelkerkje. 

Op straat was veel belangstelling voor het bezoek. Mensen liepen naar de premier toe en waren blij. "Er komt hier bijna nooit internationaal bezoek", zeggen bewoners tegen Maas. "Het bezoek geeft een beeld van de goede betrekkingen. Er zijn in het verleden niet alleen maar slechte dingen gebeurd."

Eerder op de dag bezocht Rutte met Schultz het project Polder Water en plantte hij een boom bij het Jakarta Centre for Law Enforcement Cooperation. Morgen is de laatste dag van het bezoek aan Indonesië.

ICM 23,11,16

Lees verder…

10897337467?profile=original

10897337498?profile=originalDe SVB komt voor het eerst met publicatie rond het verdrag Traktaat van Wassenaar.

50 jaren geleden verscheen deze publicatie in de Staatscourant gedurende zes weken, nu komt deze  in Magazine Aanspraak van december 2016. Via De Pelita heeft ICM krant ter kennis gesteld van deze publicatie met  vraag wat houdt dit in? . 

In het blad AANSPRAAK, dat de SVB, afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen http://www.svb.nl/…/veno/brochures_en_formulieren/aanspraak/ ieder kwartaal aan clienten toestuurt, staat in de editie van december 2016 op pagina 22 een lezenswaardig stukje te lezen over het TRAKTAAT van WASSENAAR. Wij citeren:

"Ik hoor op Indische bijeenkomsten iets over vergoeding van bezittingen op grond van het Traktaat van
Wassenaar uit 1966. Weet u wat dat inhoudt? 

Het Traktaat van Wassenaar is een overeenkomst tussen Indonesië en Nederland uit 1966. In die overeenkomst is afgesproken dat Indonesië 600 miljoen gulden in termijnen zal betalen als vergoeding voor
de vanaf 1957 genationaliseerde eigendommen van Nederlandse particulieren en rechtspersonen.
In de verdelingswet van 1969 is door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangegeven dat het gaat
om de schade die is ontstaan door de onder beheerstellingen en de bedrijfsbezettingen door vakbonden
en militairen in 1957, door de nationalisaties van 1958 en door de Agrarische wetgeving van 1960.
Daarnaast ging het om de betaling van obligaties die Indonesië had stopgezet en om het verlies van
goederen na de overdracht van Nieuw-Guinea in 1962. Tussen 1969 en 1978 zijn door het bureau
Schadeclaims Indonesië eerst de kleinere particuliere claims afgehandeld, gevolgd door de wat grotere
claims (tot f 250.000,-). De afhandeling van de aanzienlijke claims van grote bedrijven vond plaats
tussen 1979 en 2003. "

Reactie ICM in antwoord op vraag van Pelita.

 

Vreemde dat een Sociale Verzekeringsbank met deze publicatie komt nu pas, omdat Martin van Rijn steeds roept er is geen geld voor de Indische oorlogslachtoffers. 

SVB is een uitvoeringsorganisatie die als opdrachtgevers heeft de verschillende opdrachtgever en valt onder Min. van Sociale Zaken. ICM Editor namens ACTW66 is dan ook zeer benieuwd wie de bron is, naast dat dit bericht flink ruis op de kabel brengt. Geconstateerd wordt na publicatie van 6 weken in de Staatscourant 50 jaren geleden, die niemand leest, wordt nu  via SVB (uitvoeringsorganisatie) dit ludiek gepubliceerd.

 

Deze publicatie in het Magazine AANSPRAAK met een oplage van 30.000 is niet volledig in de informatievoorziening; Met deze berichtgeving wordt gesuggereerd dat alles is betaald, en dit is onjuist. Voordat het verdrag werd gesloten werd er een bedrag van rond het 19 miljoen betaald aan kleine claims. Totaal is nog geen 45 miljoen betaald aan de niet_gerechtigden! De Lunsum bedraagt 600 miljoen plus 2% rente over de looptijd van 50 jaren dat op 89 Miljoen neerkomt.   Totaal op 689 Miljoen. Voor Het ACTW66 blijft dit het bedrag, en vordert de reeds uitkeerde claims terug aan de niet_rechthebbende.

Zie hiervoor rapport van Gaalen.

 

De schade is om het verlies van goederen = bezittingen na de overdracht van Nieuw-Guinea. In 1959 werden alle Indische Nederlanders gedagvaardigd / verzocht  werden door toenmalige Minister van Buitenlandse zaken van de republiek om het land direct  te verlaten. In Nederland heeft deze groep alle kosten moeten terugbetalen voor de overtocht, verblijf in het pension en de herinrichtingskosten, juist waarvoor deze compensatie voor bedoeld is. Gaat om die groep, die volgens het Rapport Uitbetalen Traktaat Wassenaar op ruim 60-70.000 mensen neerkomt. Kortom een hele bevolkingsgroep is door het handelen van de Nederlandse Staat gedupeerd. Juist deze groep bij de start het geld hard nodig hadden. Gelijk tegen schuld opkeken vanaf 40.000 gulden, die tot de laatste cent aan de Staat is terugbetaald.

 

In 2009 heeft Halbe Zijlstra van de VVD al eerder aan de bel getrokken waar die 600 miljoen is gebleven , waarde nu door rente op rente en correctie forse  koersval gulden - Euro komt het op ruim 2,4 miljard. Ruim 70.000 Indsiche Nederlanders hebben recht op deze compensatie als gedupeerden.

 

Ten slotte bevestigde Min. Bu Za dat het geld er nog is!

10897263873?profile=original

10897264495?profile=original

Lees verder…

Een onderzoek naar schuld en boete

Een onderzoek naar schuld en boete

Terwijl premier Rutte in Indonesië is, pleiten Indonesische academici voor gezamenlijk onderzoek naar het koloniale verleden. En, zeggen ze nu, dan moeten ook de voor hun eigen land pijnlijke zaken aan de kaak worden gesteld. „Tijd voor verandering.”

Dit portret zal te zien zijn in een tentoonstelling begin 2017 in het Nationaal Militair Museum. Het wordt het boegbeeld van de tentoonstelling. (foto: Suzanne Liem)

Dit portret zal te zien zijn in een tentoonstelling begin 2017 in het Nationaal Militair Museum. Het wordt het boegbeeld van de tentoonstelling. (foto: Suzanne Liem)

Door Anne-Lot Hoek

Zuid-Sulawesi, december 2011. Ibu (mevrouw) Manna kijkt met haar kleinzoon naar een uitzending over een massamoord door Nederlandse militairen in een Javaans dorp. In Rawagade (nu Balongsari) waren in 1947 bijna alle mannen gedood, en de nabestaanden hadden net een rechtszaak tegen de Nederlandse staat gewonnen. Door de gelijkenissen tussen Rawagade en het verhaal van zijn eigen dorp Rappang op Zuid-Sulawesi in 1947, begrijpt de kleinzoon ineens het verleden van zijn oma, wier man ook was doodgeschoten. Het verhaal was er in stukjes altijd, maar plaatsen kon hij het niet. Nu vertelt oma voor het eerst uitgebreid.

Premier Mark Rutte is deze week op handelsmissie in Indonesië. Aan de vooravond van zijn vorige bezoek in 2013 zei hij dat „we het verleden, het verleden” moesten laten. Kort daarvoor bood Nederland voor het eerst officieel excuus aan voor misdaden tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949). Dat gebeurde nadat de staat twee civiele zaken verloor die Indonesische nabestaanden van slachtoffers in Rawagede en Zuid-Sulawesi aanspanden. 

Herstelbetalingen

Het maken van excuses en de rechtszaken raken aan de vraag, hoe Nederland met de verwerking van het koloniale verleden om zou moeten gaan. Een vraag die nog actueler werd na het recente proefschrift van historicus Rémy Limpach, die hard oordeelt over het Nederlandse militaire optreden. De media-aandacht die volgde, lijkt vooral te gaan over de Nederlandse Vergangenheitsbewältigung. Heeft dat nog wel iets met Indonesië te maken? De roep om grootschalig onderzoek en het betalen van compensatie door de staat, zit Indonesië daar eigenlijk wel op te wachten?

Mevrouw Manna is een van de nabestaanden die historica Nicole Immler en documentair fotografe Suzanne Liem, onlangs in Balongsari en Zuid-Sulawesi, bezochten. Immler werkt aan een onderzoek aan het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) en de Universiteit voor Humanistiek naar Joodse en postkoloniale herstelbetalingen .

Het duo onderzocht hoe het nabestaanden was vergaan nadat vierendertig van hen individueel 20.000 euro compensatie kregen van Nederland. Ze spraken met bijna vijftig nabestaanden.

Aanwezigheid van het verleden

De plotse aandacht die mevrouw Manna van haar familie kreeg, was goed voor haar, zeggen Liem en Immler in een zaal van het NIOD in Amsterdam. Volgens de kleinzoon was ze daarvoor erg triest en heeft ze nooit geweten waarom haar man van huis was weggehaald en doodgeschoten. Wat sterk uit de verhalen van het duo naar voren komt, is de aanwezigheid van het verleden in de levens van de betrokkenen. Zo spraken ze met een kleindochter van de weduwe Ibu Tjammorong uit Pare Pare in Zuid-Sulawesi, die liet zien hoe de armoede als gevolg van de executies tot in de derde generatie doorwerkt. Immler: „Haar oma zei, als je opa nog had geleefd dan zouden we een beter leven hebben gehad.” De kleindochter moest koeken verkopen die oma bakte en liep dagelijks zonder schoenen met de nabestaanden mee naar de begraafplaats van de doodgeschoten mannen. „De emotie over het niet erkende verleden van de oma en de schaamte over de armoede, van zo’n jong iemand, dat raakte me enorm”, aldus Immler.

Erkenning is cruciaal, aldus Liem. „Jeffry Pondaag (de Nederlands-Indonesische activist die de zaken voor de rechter bracht) luisterde naar hun verhalen. Dat was nog nooit gebeurd.” Het geld is daarbij erg welkom. „Het zijn hele arme mensen die een leven lang dromen van een opleiding voor hun kinderen en het kunnen bouwen van een eigen huisje.”

Maar al zijn de nabestaanden dankbaar: uit het onderzoek van Immler en Liem komt naar voren dat het compensatieproces ook een Nederlandse aangelegenheid is en de Indonesische gemeenschap niet alleen ten goede komt. Toen Pondaag en advocate Liesbeth Zegveld in 2007 juridische claims bij de rechtbank op tafel legden, stuurde de overheid twee jaar later 850.000 euro ontwikkelingsgeld naar Balongsari. Dat wilde de staat niet koppelen aan erkenning voor de executies en daarom pleitten Pondaag en Zegveld vervolgens voor individuele erkenning.

Toch zag Immler die wensen niet zo sterk terugkomen in de gesprekken met nabestaanden: „Ze zijn vooral ingekleurd door wat wij hier belangrijk vinden.” Nadat Pondaag en Zegveld de zaak wonnen kwamen er herstelbetalingen, die volgens de Nederlandse wet op individuele basis werden toegekend. Dat leidde tot grote problemen in Balongsari. Alleen de mensen waarvan het slachtofferschap onomstotelijk kon worden bewezen, kregen geld en de rest niet, en het geld werd herverdeeld door het dorpshoofd. „Zo’n Nederlandse procedure ontwricht een gemeenschapscultuur. Je creëert daarmee een hiërarchie onder slachtoffers en speelt mensen tegen elkaar uit”, aldus Immler, die soortgelijke situaties zag in haar onderzoek naar compensatie aan Joodse Holocaust-slachtoffers na de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam. En ook in rechtszaken rond het Britse koloniale verleden en de Keniaanse Mau Mau guerrillabeweging, waarbij dezelfde problemen ontstonden. Het ging hierbij over marteling in Britse gevangenschap.

Polariserende rechtszaken

Het door de Nederlandse staat uitgevoerde juridische onderzoek ter plaatse is volgens het duo erg Nederlands van opzet. „Het verhaal van de mensen wordt gereduceerd tot de vraag wie er in een bepaald graf ligt”, zegt Liem. „Aan kinderen wordt gevraagd wat het gederfde inkomen was van hun vader. Dat is zakelijk en Nederlands en voor die mensen niet begrijpelijk.”

De Indonesische historicus Bambang Purwanto (Universitas Gadjah Mada, Jogjakarta) is kritisch over de rechtszaken. Hij bekleedde van 2008 tot 2013 de Leidse leerstoel voor de geschiedenis van Nederlands-Indonesische relaties en vindt dat de rechtszaken problemen creëren in Indonesië en onnodig polariseren. „Het houdt beide landen in de greep van schuld en boetedoening, daar moeten we vanaf,” zegt hij in de lobby van zijn hotel in Amsterdam. „En als je wilt procederen dan moet je beginnen bij de VOC in de zeventiende eeuw, bij de genocide op de bevolking van de Banda-eilanden door Jan Pieterszoon Coen. En hoe zit het dan met iemand die door de koloniale politie is gemarteld in 1938? Waarom wordt een relatie van driehonderdvijftig jaar tot 1945-1949 teruggebracht?”

Daarbij vindt hij de vaststelling van geldbedragen door Nederland voor moord, marteling en verkrachting van Indonesiërs stuitend. „Is het aan Nederland te bepalen welke prijs voor het sterven voor onze vrijheid moet worden betaald?” Purwanto vindt dat men aan geschiedschrijving moet doen, niet aan politiek.

Maar laat het verhaal van mevrouw Manna en haar kleinzoon niet juist zien, dat historische feiten en de afhandeling daarvan, niet zo makkelijk los van elkaar te plaatsen zijn? Het was de gewonnen rechtszaak van Rawagade waardoor mensen in het dorp het gevoel kregen onderdeel te zijn van een collectief verleden. Immler: „De kleinzoon van mevrouw Manna beseft dat plotseling. Daarvoor was het slechts een individueel verhaal van zijn grootmoeder.”

De hand van het recht leidde in Nederland tot politieke erkenning, maar gaf ook het maatschappelijke en wetenschappelijke debat een nieuwe impuls. De rechtbank stuurde de Australische historicus Robert Cribb er zelfs onlangs op uit om onderzoek te doen op Zuid-Sulawesi.

Historicus Rémy Limpach beargumenteert dat Nederlands militair geweld in Indonesië structureel was. Maar ook daarmee wordt volgens Purwanto vooral een probleem in de Nederlandse historiografie blootgelegd. „Die conclusie is voor ons niets nieuws. Ook kun je Nederlands geweld niet los van Indonesisch geweld bekijken.”

Pijnlijk verhaal

Ariel Heryanto, hoogleraar postkoloniale studies aan de Australian National University, tijdelijk verbonden aan het Leidse Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV ), ziet de Nederlandse academische impuls als een belangrijke stap, zegt hij. Maar er is nog veel te doen. Beide landen komen moeizaam over hun koloniale erfenis heen, en blijken slecht in staat om de verschillende perspectieven in de koloniale geschiedschrijving te integreren. „Daarin verschillen we weinig van elkaar.”

Purwanto en Heryanto groeiden op in een Indonesië waarin de schoolboeken voornamelijk over het heldendom van de Indonesische onafhankelijkheidstrijd ging. „Alle verantwoordelijkheid voor wat fout was gegaan, lag bij het kolonialisme en Indonesië was de grote held, dát leerde je op school”, aldus Heryanto. „Maar dat kolonialisme een samenwerking was van een elite van Nederlanders en Indonesiërs, dat is een verhaal dat in beide landen niet in de schoolboeken staat.”

Dat is volgens de onderzoeker ook de reden waarom er in Indonesië zelf geen postkoloniaal debat ontstond: „Indonesiërs die andere Indonesiërs onderdrukten, dat is niet alleen een pijnlijk verhaal, maar ook een systeem dat zijn diepe sporen heeft nagelaten in het Indonesië van vandaag.”

Advocate Liesbeth Zegveld laat in een reactie weten zelf geen voorstander te zijn van eindeloos procederen. „Maar bij een totaal gebrek aan creativiteit van een ieder, was dit de enige weg naar erkenning. Het is makkelijk om na zestig jaar van passiviteit kritiek te leveren op de problematische kanten van het recht.”

Purwanto en Heryanto willen meer dialoog en samenwerking met Nederland. „We kunnen de geschiedenis van Indonesië en Nederland niet los van elkaar zien” aldus Purwanto. „En die koloniale geschiedenis is veel breder en rijker dan tot waartoe het nu wordt gereduceerd. Dat jullie in bijna iedere stad een Javastraat hebben geeft dat al aan.” Drie historische instituten roepen sinds 2012 op tot grootschalig onderzoek. De Indonesische president gaf eerder dit jaar aan liever naar de toekomst te willen kijken. „Los komen van koloniaal gedachtengoed doet ieder in zijn eigen tempo”, zegt Heryanto daarover. „Nodig Indonesische studenten en onderzoekers uit bij jullie onderzoek”, oppert hij. „Dit, wat wij nu doen is waar het om gaat: een dialoog voeren, ideeën uitwisselen en verbinding zoeken. Dat kan met historisch onderzoek, maar net zo goed via kunst, cultuur, literatuur en de journalistiek.” Purwanto spreekt van „een nieuwe episode’’ in de relatie Nederland-Indonesië. „Tijd voor verandering.”

x

Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad, 22 november 2016

Lees verder…

Economische missie naar Indonesië met minister-president Mark Rutte 21 t/m 24 november 2016

Indonesie Borobudur

Wilt u zakendoen in Indonesië? Ga dan van 21 tot en met 24 november mee met de economische missie, onder leiding van minister-president Mark Rutte. Ook de ministers Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) en staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) gaan mee.

Doel van het bezoek is de politieke en economische banden tussen Nederland en Indonesië te versterken. De missie volgt op een economisch bezoek van de Indonesische president Joko Widodo aan Nederland op 21 en 22 april.

Indonesië is een lastige markt voor nieuwkomers. Vooral bedrijven die hier al actief zijn, worden geadviseerd zich voor de missie in te schrijven.

Belangrijke handelspartner

Indonesië heeft kennis en investeringen nodig rond havens, scheepsbouw, logistiek, infrastructuur, landaanwinning, kustbescherming, klimaat, water- en luchtkwaliteit, afvalmanagement, life sciences & health, tuinbouw en voedselproductie. Hier liggen kansen voor Nederlandse bedrijven. Nederland is voor Indonesië de Gateway to Europe. Nederland staat in de Indonesische top 3 van Europese handelspartners. Op onze landenpagina vindt u meer informatie.

Voor wie?

De missie richt zich in de eerste plaats op bedrijven en kennisinstellingen uit de  sectoren/thema’s: water & maritiem, klimaat & afvalmanagement, life sciences & health, en tuinbouw & uitgangsmaterialen. Ook organisaties uit andere sectoren kunnen deelnemen. Voor hen worden geen aparte programma’s georganiseerd.

Water & Maritiem

Indonesië heeft met Nederland samenwerkingsovereenkomsten in de maritieme sector, de watersector en op het gebied van hoger onderwijs en wetenschappelijke samenwerking. Het land heeft behoefte aan een betere kustbescherming, landaanwinning, waterzuivering, het omleggen van rivieren, het stoppen van bodemdaling, havenontwikkeling, scheepsbouw, en kennis en onderwijs op al deze terreinen.

Klimaat & Afvalmanagement

Door CO2 en andere broeikasgassen verandert het klimaat op aarde en stijgt de zeewaterspiegel. Met ruim 17 duizend eilanden en een hoofdstad waarvan de bodem al jaren daalt, is Indonesië extra kwetsbaar. Bovendien is het land zelf een grote CO2-producent. Tijdens de wereldklimaatconferentie in december vorig jaar in Parijs, heeft staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur & Milieu een eerste klimaatmissie naar Indonesië aangekondigd. Deze is interessant voor bedrijven die zich richten op: klimaat (waaronder monitoringssystemen, modellering etc.), klimaatadaptatie en duurzaam landgebruik (waaronder duurzame energie,  warmte-koude-opslag, biomassa, geothermie en de veengebieden in Indonesië), afvalmanagement (zoals zwerfvuilbestrijding waaronder plastics), storten, inzamelen en recycling) en duurzaam transport (waaronder verbetering van de luchtkwaliteit, de-carbonisatie van transport en CO2 neutraal transport).

Life Sciences & Health

Indonesië heeft een tekort aan ziekenhuizen, artsen en verpleegkundigen. Er is behoefte aan kennis, opleidingen, apparaten en ICT. Op de langere termijn liggen er ook kansen in de primaire gezondheidszorg.

Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

Indonesië is een grote voedselproducent, maar de opbrengsten kunnen omhoog en verlies van voedsel na de oogst kan worden tegengegaan. Onder meer door toepassingen van moderne zaden, technieken als precisiebemesting en een slimme logistiek kunnen de opbrengsten per hectare flink omhoog. Nederlandse bedrijven beschikken over de kennis en technologie die hiervoor nodig is.

Programma

Tijdens deze missie ontmoet u potentiële Indonesische partners en kunt u uw bedrijf, producten en diensten bekendheid geven in de Indonesische markt. Ook kan de Nederlandse overheid ondernemingsissues voor u aankaarten bij de Indonesische autoriteiten. Voor het programma kunt u denken aan netwerkbijeenkomsten, seminars, bedrijvenbezoeken; ondertekening van contracten of MoU's in aanwezigheid van Nederlandse en Indonesische bewindspersonen. Bekijk hetvoorlopige programma van de missie.

Bestemmingen

Op 22 november zijn veldbezoeken buiten Jakarta voorzien aan Semarang (water & maritiem) door minister Schultz van Haegen. Op 23 november verblijft de voltallige handelsdelegatie in Jakarta.

Kosten

Deelname kost € 950,- per bedrijf (maximaal 2 deelnemers). Voor extra deelnemers betaalt u €475 per persoon. Om de deelname van vrouwelijke ondernemers te stimuleren geldt voor deze specifieke doelgroep tot medio maart 2017 een korting van 50% op de deelnemersbijdrage.
Het dienstenpakket  dat u hiervoor wordt geboden omvat deelname aan de (collectieve) programmaonderdelen, vermelding van uw bedrijfsprofiel in het missieboekje, collectief lokaal vervoer en lokale ondersteuning door de organisatie tijdens het verblijf in Indonesië. Een reisbureau is gevraagd een reisarrangement samen te stellen.

Aanmelden

U kunt zich niet meer aanmelden. De inschrijving is gesloten.

Meer informatie

Lees verder…

Backpay regeling verlengd

 

10897262476?profile=original

 10897338669?profile=originalBackpay regeling verlengd

Staatssecretarie Martin van Rijn heeft op 3 november 2016 bekend gemaakt dat de aanvragen voor de Backpay regeling het gehele volgend jaar nog kunnen worden ingediend. De regeling die een compensatie uitkeert ten bedrage van € 25.000 voor niet uitbetaalde salarissen gedurende de Japanse overheersing van het voormalig Nederlands-Indië zou in eerste instantie tot 1 januari 2017 aangevraagd kunnen worden, maar is met een jaar verlengd.

 

De verlenging voor alle recht-hebbenden is vooral vanwege de niet in Nederland wonende oud KNIL-ers en ambtenaren, die op deze wijze meer tijd krijgen zich aan te melden voor de regeling. Eén van hen was onlangs een 95 jarige Molukse veteraan van het KNIL, die altijd op de Molukken is blijven wonen en Nederland nooit heeft gezien. Leo Reawaruw, die voor zijn belangen opkomt en   zijn   aanvraag   heeft   ingediend,

zegt dat er op de Molukken nog een aantal andere veteranen in leven zijn.

 

Tegelijk met deze aankondiging noemde Van Rijn een regeling ten behoeven van de “collectieve erkenning”. Een en ander legde de Staatssecretaris als volgt uit aan de Tweede Kamer:

 

“Eind vorig jaar heb ik met uw Kamer uitgebreid stilgestaan bij de NIOD rapporten die vanuit Het Gebaar zijn opgesteld rond de Indische Kwestie. Op verzoek van uw Kamer heeft dit geleid tot een backpay uitkeringsregeling.

Daarnaast heb ik met uw Kamer geconstateerd dat het niet mogelijk is gebleken om met de Indische gemeenschap tot een individuele regeling te komen voor het onderdeel oorlogsschade. Wel bleek bij het debat brede steun om te zoeken naar een passende wijze van een brede “collectieve erkenning” van hetgeen men in Nederlands-Indië en na aankomst in Nederland heeft meegemaakt.

Gezien het bijzondere belang hiervan – en de door mij gedane toezeggingen in betreffende AO’s – zal ik u hier via een aparte brief over informeren.

De behoefte aan een Indische pleisterplaats – en met name de rol van het Indisch Herinnerings-centrum daarbij – zal hiervan onderdeel uitmaken.

Vooruitlopend hierop kan ik u reeds melden dat ik in overleg  met het Indisch Platform heb afgesproken om de Uitkerings-regeling Backpay met een jaar te verlengen., zodat met name potentiële rechthebbenden die  niet in Nederland wonen, ruim voldoende tijd krijgen om een aanvraag in te dienen”.

 

Tot eind augustus waren ruim vijf-honderd aanvragen toegekend en nog eens vijftig in behandeling. 

10897234678?profile=original

 

Wij staan  de maand december / januari  met ICM stands op de Pasar Malam  BurgerZoo in Arnhem. Hier kunt  U deze  ook via tekenlijst ondertekenen en tevens doneren. 

Wij hebben hard uw donatie nodig !!!!!

Uw donatie/bijdrage kunt U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07  ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie ACTW 66 - Traktaat van Wassenaar . Wij hebben uw donatie hard nodig voor de uitvoeringskosten van de regeling tot compensatie, welke de Nederlandse Staat bewust 51 jaar heeft nagelaten, teneinde ons werk  verder af te kunnen maken.

ONZE LAATSTE UPDATES!

Geachte dames/heren,

 

Dank voor uw ondersteuning voor uw handtekening voor Actie Traktaat van Wassenaar. Inmiddels hebben ruim 12.000 mensen ook hun handtekening gezet.

Zoals de petitie meldde zal het Jakarta advocaten Team (Yara & Yara) de zaak voor ons trachten om deze tot enkele oplossingen te brengen. Hiervoor wordt een proefproces gestart waarbij kleinschalig voor 10 gedupeerden. Hiervoor is nodig dat hun documenten formeel worden geautoriseerd  en gelegaliseerd door de Indonesische Overheid.

Bij dit proefproces wordt evenals namens de 12.000 ondertekenaars gevoerd, waar tevens hetrapport “uitbetalen traktaat van Wassenaar” als uitgangspunt wordt ingebracht, en later breder getrokken, dit middels een aanklacht tegen de Nederlandse Staat.

 

Betekent dat wij nu hard Uw steun/donatie nodig hebben. Voor goed geïnformeerden; het voeren van proces kost handen vol geld o.a. alleen al de griffiekosten over een bedrag van 689 miljoen is men 17 miljoen euro verschuldigd. Om het toch toegankelijk te maken tot de procesgang heeft ACTW66 tesamen met de advocaten een oplossing hiervoor bedacht, zodat wij toch de Staat kunnen dagvaardigen.

 

De kosten die nu per direct voldaan moeten worden zijn de startkosten dat op ruim

€ 70.000 neerkomt.

Voorts voor fase I € 450.000, en later in het proces ruim 1,6 miljoen.

Echter door de inzet van de bedragen tot fase 3, kunnen wij via de voorzieningen uitvoeringskosten die 17 miljoen als voorschot declareren, waardoor wij toch toegang verkrijgen tot de Rechtelijke macht.

Dit alles staat beschreven in ons rapport “Uitbetalen Traktaat van Wassen” die later wordt vrijgegeven (Onder embargo).

 

Inmiddels hebben wij ruim € 340.000 - uit private middelen, sponsors en geleverde werkzaamheden op basis van “no cure no pay” - voorgefinancierd voor de uitvoeringskosten voor de voorbereidingen en de gemaakte facilitaire kosten, en zijn door ons middelen heen.

 

Resultaat tot heden: Van de 70.000 mensen hebben wij 15.000 mensen bereikt.

12.000 hebben getekend. Donaties € 1500, hieraan gaan wij nu hard aan werken!

 

Namens ACTW66.

 

========================================================================================

 

 

ICM stands succesvol bij grote donatie actie voor Traktaat van Wassenaar, tijdens de pasar malam Rijswijk.

 

Door F.Schwab (ICM Editor) geplaatst op 7 November 2016 om 12.00

 

Het was een geslaagde actie van Traktaat van Wassenaar op zeer druk bezochte gezellige pasar malam. Ruim 3000 flyers gingen van de ICM toonbank voor het werven van de fondsen die werden persoonlijk in de handen van pasar bezoekers gedrukt, en gretig werden deze opgepakt en gelijk gelezen, wegstopt om thuis weer verder te lezen. 

Het Team had best zwaar te verduren op deze pasar. De massale aanloop die via ICM en Facebook werden opgeroepen snelden naar de ICM stands waar 12 stoelen speciaal voor deze gelegenheid werden opgesteld.

Bij velen waren de frustratie’s bizar groot, dat na 50 jaren tot op heden niets werd bereikt door alle Indische Stichtingen zoals een JES die tot heden nog steeds contributies vraagt, en niet te vergeten het Indisch Platform (IP) waar velen zich afvragen wat ze aan doen zijn. Het team heeft deze reactie’s genegeerd. 

Het team had al de grootste moeite om de emoties van de mensen te bedwingen om uit te leggen dat ACTW66/ICM niets van doen hadden met deze Indische zaken.

Deze berusten bij het Indisch Platform met al de gelieerde Indische stichtingen, en er op moeten wijzen dat ACTW66 ( in de schaduw van het ICM) pas anderhalf jaar bezig is met het Verdrag van Traktaat van Wassenaar, waar de Nederlandse Overheid en de regering in hebben gefaald.

Bovendien ACTW66 bewust heeft gekozen  dit moelijk complex traject te bewandelen om te procederen om de Nederlandse Staat aan te klagen, en niet zoals de overige Indische Stichtingen passief blijven toekijken, en passief afwachtende houding achter geranium in nemen! Wetende dat een dialoog tot niets leidt. Bovendien waren zij (IP) in geen enkel velden in het land te bekennen om onder de ogen komen van dit geemotioneerd publiek!

 

Ferry Schwab: "U krijgt nimmer het recht als iedere burger bij een iedere Overheid”.

De Overheid komt nimmer het recht brengen, en dat zult U zelf moeten halen via een advocaat, en ACTW66 heeft juist hiervoor alles al geregeld voor U.

Wij hebben nu voor de advocaten en startproces ruim € 70.000 voor nodig. Voor de volgende fase 1 ruim € 450.000, en later in het proces ruim € 1,6 miljoen.

Wij komen nu met cijfers naar buiten na onderzoek in samenwerking met Jakarta team advocaten. Wel zijn inmiddels voor alle voorbereidingen en werkzaamheden om deze zaak (project) naar deze fase te brengen dankzij private middelen, sponsors en op basis van  "No cure No pay" werkzaamheden,  waar ruim € 340.000 aan is uitgegeven. Wij zijn nu door onze middelen heen, gelukkig hebben wij  de toezeggingen nog die wij binnenkort gaan aanschrijven.

De bereikte resultaten na ander half jaar liegen er niet om! Van de 70.000 mensen werden er 15.000 bereikt.

12.000 mensen hebben hun handtekeningen gezet.

4800 hadden toegezegd te willen doneren.

Ontvangen donaties tot heden € 1500 zeer zorgwekkend, waar wij nu de komende periode hard aan gaan werken.

 

Zo zullen de 4800 mensen die hebben getekend en toegezegd persoonlijk door het team en via de post worden benaderd. Ook wordt nu gewerkt aan het opbouwen van database voor de uiteindelijk uitvoering , gezien mijn achtergrond als bedrijfskundige (eigenaar van organisatie- en automatiseringsbedrijf) wat wederom in de papieren gaat lopen.

Om al vast klaar te zijn voor de werkelijke uitbetaling. U weet wel, wij willen geen mislukt PGB projecten zoals die bij Martin van Rijn."

 

1 ding is zeker meer bekendheid en erkenning ondervinden wij, wij zitten op koers, kunnen best nog meer sponsors gebruiken en donaties.

 

Tot slot :

Chapeau voor het ICM team die wist te handelen met de geëmotioneerde mensen, en dit te doorstaan deze twee lange dagen en heel zwaar hebben gehad,

op naar de pasar malam BurgerZoo voor de volgende actie.!

 

Lees verder…

NICC Magazine van de maand november is uit.

NICC Magazine van de maand november is uit.

10897291258?profile=original

 

Jaargang 8 | november   2016 | oplage:  9300  | Hoofdredacteur:  Hans Vogelsang

info@indisch-centrum-denhaag.nl o.v.v. Gratis abonnement NICC Magazine .

Heerlijk, lekker neuzen in kabar agin (krant) . Het maartnummer van NICC Magazine 2016 met daarin onder andere de volgende onderwerpen: •  …

Doorgaan 

.

In  het november  nummer van NICC Magazine  met daarin onder andere de volgende onderwerpen met:   

  • Backpay regeling verlengd............................2

    Dienstweigeraars koloniale oorlog............3

    Op zoek naar het verloren pension..........4

    Elke Indo draagt geschiedenis mee........5

    Helden met bloed aan hun handen.....................7

    INDOroutes 2016......11

    Indonesische propaganda   1945......12

    Onderzeeër   K-XVII...14

    Dans & muziektheater ‘LIGHT’….........................16

    Restauratieprojecten in Indonesië.................17

    ‘Bakkeleien’ komt uit het Maleis.....................18

    Atjeh door een trans-koloniale bril..............22

    Nationaal Onderwijs Museum........................27

    Mededeling.................32

 

Rubrieken: Recept, Korte Berichten, Toen en nu, Boekbespreking, Gedicht, Just4kids, Indische Agenda, Advertensie Mini, Column, Pasar Malam Kalender.

 

Wij wensen u weer veel leesplezier 

Om NCC - maandblad te lezen .=====>HIER

 10897234678?profile=original

 

Wij staan  de maand december / januari  met ICM stands op de Pasar Malam  BurgerZoo in Arnhem. Hier kunt  U deze  ook via tekenlijst ondertekenen en tevens doneren. 

Wij hebben hard uw donatie nodig !!!!!

Uw donatie/bijdrage kunt U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07  ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie ACTW 66 - Traktaat van Wassenaar . Wij hebben uw donatie hard nodig voor de uitvoeringskosten van de regeling tot compensatie, welke de Nederlandse Staat bewust 51 jaar heeft nagelaten, teneinde ons werk  verder af te kunnen maken.

ONZE LAATSTE UPDATES!

Geachte dames/heren,

 

Dank voor uw ondersteuning voor uw handtekening voor Actie Traktaat van Wassenaar. Inmiddels hebben ruim 12.000 mensen ook hun handtekening gezet.

Zoals de petitie meldde zal het Jakarta advocaten Team (Yara & Yara) de zaak voor ons trachten om deze tot enkele oplossingen te brengen. Hiervoor wordt een proefproces gestart waarbij kleinschalig voor 10 gedupeerden. Hiervoor is nodig dat hun documenten formeel worden geautoriseerd  en gelegaliseerd door de Indonesische Overheid.

Bij dit proefproces wordt evenals namens de 12.000 ondertekenaars gevoerd, waar tevens het rapport “uitbetalen traktaat van Wassenaar” als uitgangspunt wordt ingebracht, en later breder getrokken, dit middels een aanklacht tegen de Nederlandse Staat.

 

Betekent dat wij nu hard Uw steun/donatie nodig hebben. Voor goed geïnformeerden; het voeren van proces kost handen vol geld o.a. alleen al de griffiekosten over een bedrag van 689 miljoen is men 17 miljoen euro verschuldigd. Om het toch toegankelijk te maken tot de procesgang heeft ACTW66 tesamen met de advocaten een oplossing hiervoor bedacht, zodat wij toch de Staat kunnen dagvaardigen.

 

De kosten die nu per direct voldaan moeten worden zijn de startkosten dat op ruim

€ 70.000 neerkomt.

Voorts voor fase I € 450.000, en later in het proces ruim 1,6 miljoen.

Echter door de inzet van de bedragen tot fase 3, kunnen wij via de voorzieningen uitvoeringskosten die 17 miljoen als voorschot declareren, waardoor wij toch toegang verkrijgen tot de Rechtelijke macht.

Dit alles staat beschreven in ons rapport “Uitbetalen Traktaat van Wassen” die later wordt vrijgegeven (Onder embargo).

 

Inmiddels hebben wij ruim € 340.000 - uit private middelen, sponsors en geleverde werkzaamheden op basis van “no cure no pay” - voorgefinancierd voor de uitvoeringskosten voor de voorbereidingen en de gemaakte facilitaire kosten, en zijn door ons middelen heen.

 

Resultaat tot heden: Van de 70.000 mensen hebben wij 15.000 mensen bereikt.

12.000 hebben getekend. Donaties € 1500, hieraan gaan wij nu hard aan werken!

 

Namens ACTW66.

 

========================================================================================

 

 

ICM stands succesvol bij grote donatie actie voor Traktaat van Wassenaar, tijdens de pasar malam Rijswijk.

 

Door F.Schwab (ICM Editor) geplaatst op 7 November 2016 om 12.00

 

Het was een geslaagde actie van Traktaat van Wassenaar op zeer druk bezochte gezellige pasar malam. Ruim 3000 flyers gingen van de ICM toonbank voor het werven van de fondsen die werden persoonlijk in de handen van pasar bezoekers gedrukt, en gretig werden deze opgepakt en gelijk gelezen, wegstopt om thuis weer verder te lezen. 

Het Team had best zwaar te verduren op deze pasar. De massale aanloop die via ICM en Facebook werden opgeroepen snelden naar de ICM stands waar 12 stoelen speciaal voor deze gelegenheid werden opgesteld.

Bij velen waren de frustratie’s bizar groot, dat na 50 jaren tot op heden niets werd bereikt door alle Indische Stichtingen zoals een JES die tot heden nog steeds contributies vraagt, en niet te vergeten het Indisch Platform (IP) waar velen zich afvragen wat ze aan doen zijn. Het team heeft deze reactie’s genegeerd. 

Het team had al de grootste moeite om de emoties van de mensen te bedwingen om uit te leggen dat ACTW66/ICM niets van doen hadden met deze Indische zaken.

Deze berusten bij het Indisch Platform met al de gelieerde Indische stichtingen, en er op moeten wijzen dat ACTW66 ( in de schaduw van het ICM) pas anderhalf jaar bezig is met het Verdrag van Traktaat van Wassenaar, waar de Nederlandse Overheid en de regering in hebben gefaald.

Bovendien ACTW66 bewust heeft gekozen  dit moelijk complex traject te bewandelen om te procederen om de Nederlandse Staat aan te klagen, en niet zoals de overige Indische Stichtingen passief blijven toekijken, en passief afwachtende houding achter geranium in nemen! Wetende dat een dialoog tot niets leidt. Bovendien waren zij (IP) in geen enkel velden in het land te bekennen om onder de ogen komen van dit geemotioneerd publiek!

 

Ferry Schwab: "U krijgt nimmer het recht als iedere burger bij een iedere Overheid”.

De Overheid komt nimmer het recht brengen, en dat zult U zelf moeten halen via een advocaat, en ACTW66 heeft juist hiervoor alles al geregeld voor U.

Wij hebben nu voor de advocaten en startproces ruim € 70.000 voor nodig. Voor de volgende fase 1 ruim € 450.000, en later in het proces ruim € 1,6 miljoen.

Wij komen nu met cijfers naar buiten na onderzoek in samenwerking met Jakarta team advocaten. Wel zijn inmiddels voor alle voorbereidingen en werkzaamheden om deze zaak (project) naar deze fase te brengen dankzij private middelen, sponsors en op basis van  "No cure No pay" werkzaamheden,  waar ruim € 340.000 aan is uitgegeven. Wij zijn nu door onze middelen heen, gelukkig hebben wij  de toezeggingen nog die wij binnenkort gaan aanschrijven.

De bereikte resultaten na ander half jaar liegen er niet om! Van de 70.000 mensen werden er 15.000 bereikt.

12.000 mensen hebben hun handtekeningen gezet.

4800 hadden toegezegd te willen doneren.

Ontvangen donaties tot heden € 1500 zeer zorgwekkend, waar wij nu de komende periode hard aan gaan werken.

 

Zo zullen de 4800 mensen die hebben getekend en toegezegd persoonlijk door het team en via de post worden benaderd. Ook wordt nu gewerkt aan het opbouwen van database voor de uiteindelijk uitvoering , gezien mijn achtergrond als bedrijfskundige (eigenaar van organisatie- en automatiseringsbedrijf) wat wederom in de papieren gaat lopen.

Om al vast klaar te zijn voor de werkelijke uitbetaling. U weet wel, wij willen geen mislukt PGB projecten zoals die bij Martin van Rijn."

 

1 ding is zeker meer bekendheid en erkenning ondervinden wij, wij zitten op koers, kunnen best nog meer sponsors gebruiken en donaties.

 

Tot slot :

Chapeau voor het ICM team die wist te handelen met de geëmotioneerde mensen, en dit te doorstaan deze twee lange dagen en heel zwaar hebben gehad,

op naar de pasar malam BurgerZoo voor de volgende actie.!

 

 

 

Lees verder…

Nederlandse oorlogswrakken in Javazee verdwenen

Nederlandse oorlogswrakken in Javazee verdwenen

Twee Nederlandse oorlogswrakken voor de kust van Indonesië lijken van de zeebodem te zijn verdwenen. Ook een derde wrak lijkt voor een groot deel te ontbreken, schrijft minister Hennis aan de Tweede Kamer. Duikers die op zoek waren naar de wrakken troffen wel sporen aan en sonaropnamen tonen de afdruk van schepen op de zeebodem.

Slag in de Javazee (ANP)

Slag in de Javazee (ANP)

Het gaat om de schepen Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Java en Hr.Ms. Kortenaer. De schepen vergingen in 1942 tijdens de Slag in de Javazee. Daarbij vonden 915 Nederlandse marinemensen, onder wie schout-bij-nacht Karel Doorman, en 259 opvarenden van Indonesische origine een zeemansgraf.

In 2002 vonden amateurduikers de wrakken terug. Een internationaal team van duikers constateert nu echter dat ze worden vermist.  

Grafschennis

De drie Nederlandse schepen werden in 1942 tot zinken gebracht bij een treffen met de Japanse vloot. Hennis meldt dat ze met zorg kennis heeft genomen van de verdwijning.

“De slag op de Javazee maakt deel uit van ons collectieve geheugen. De scheepswrakken zijn stille getuigen van deze tragische gebeurtenis en vormen het decor voor de vele verhalen over de verschrikkingen van de oorlog, maar ook de kameraadschap tussen opvarenden.”

Volgens het kabinet is er nu nog onvoldoende informatie om de toedracht van de verdwijning vast te stellen. Het wil daar onderzoek naar doen, samen met andere landen. Hennis benadrukt al wel dat grafschennis een ernstig vergrijp is.

Expeditie

De verdwijning van de wrakken kwam aan het licht bij een expeditie die in gang was gezet door het Karel Doormanfonds. Dat wilde, met het oog op de 75ste herdenking van de Slag om de Javazee op 27 februari 2017, duiken naar de wrakken om zo de locaties vast te leggen voor de nabestaanden. Ook kon op die manier de status van oorlogsgraf nog eens worden benadrukt.

x
Dit artikel verscheen eerder op www.nos.nl15 november 2016

Lees verder…

ICM stands succesvol bij grote donatie actie voor Traktaat van Wassenaar, tijdens de pasar malam Rijswijk.

10897335676?profile=original

Foto Donna Metzelaar van event Royal ChristmasGala Charit met Ferry Schwab

Deel van het bestuur ACTW66 met 1 van de sponsoren. 

10897334286?profile=original10897334866?profile=original

Het was een geslaagde actie van Traktaat van Wassenaar op de zeer druk bezochte gezellige pasar malam. Ruim 3000 flyers  gingen over de ICM toonbank voor het werven van de fondsen die werden persoonlijk in de handen van de pasar bezoekers gedrukt, en gretig werden deze opgepakt,  gelijk gelezen en wegstopt om thuis weer verder te lezen. 

 

Het Team had best zwaar te verduren op deze pasar.

 De massale aanloop die via ICM en Facebook werden opgeroepen snelden naar de ICM stands,  waar 12 stoelen speciaal voor deze gelegenheid werden opgesteld. Bij velen waren de frustratie bizar groot dat na 50 jaren tot op heden niets werd bereikt door alle Indische Stichtingen zoals een JES die tot heden nog steeds contributies vraagt, en niet te vergeten het Indisch Platform waar velen zich afvragen wat ze aan doen zijn. Het team heeft deze reacties em opmerkingen gegenegeerd. Het team had al de grootste moeite om de emoties van de mensen te bedwingen om uit te leggen dat ACTW66/ICM niets van doen heeft met deze Indische zaken. Deze berusten bij het Indisch Platform met al de gelieerde Indische stichtingen, en er op moeten wijzen dat ACTW66 ( in de schaduw van het ICM) pas anderhalf jaar bezig is met het Verdrag van Traktaat van Wassenaar, waar de Nederlandse Overheid en de regering in hebben gefaald. Bovendien ACTW66 bewust heeft gekozen  voor dit moelijk complex traject te bewandelen  namelijk om te procederen om de Nederlandse Staat aan te klagen, en niet zoals de overige Indische Stichtingen passief blijven toekijken, en passief afwachtende houding achter geraniums in nemen! Weten de dat een dialoog tot niets leidt. Bovendien in geen enkel velden in het land te bekennen is om onder de ogen te komen van dit geemotioneerd publiek!

 

Ferry Schwab: "U krijgt nimmer het recht  als iedere burger bij een iedere Overheid. De Overheid komt nimmer het recht brengen, en dat zult zelf moeten halen via een advocaat, en ACTW66 heeft juist hiervoor alles al geregeld voor U. Wij hebben  nu voor de advocaten en  startproces  ruim € 70.000 voor nodig. Voor de volgende fase 1 ruim € 450.000, en later in het proces ruim 1,6 miljoen euro’s. Wij komen nu met cijfers naar buiten na onderzoek in samenwerking met Jakarta team advocaten. Wel zijn inmiddels voor alle voorbereidingen en werkzaamheden om deze zaak (project) naar deze fase te brengen dankzij private middelen, sponsors en "No cure No pay" werkzaamheden  waar ruim 340.000 euro  aan is uitgegeven. Wij zijn nu door onze middelen heen, gelukkig hebben wij  de toezeggingen nog die wij binnenkort gaan aanschrijven.
De bereikte resultaten na ander half jaar liegen er niet om! Van de 70.000 mensen werden er 15.000 bereikt. 12.000 hebben hun handtekeningen gezet. 4800 hadden toegezegd te willen doneren. Ontvangen donaties tot heden € 1500 zeer zorgwekkend, waar wij nu de komende periode hard aan gaan werken. Zo zullen de 4800 mensen die hebben getekend en toegezegd persoonlijk door het team en via de post worden benaderd. Ook wordt nu gewerkt aan het opbouwen van database voor de uiteindelijk uitvoering , gezien mijn achtergrond als bedrijfskundige (eigenaar van organisatie- en automatiseringsbedrijf) wat wederom in de papieren gaat lopen. Om al vast klaar te zijn voor de werkelijke uitbetaling. U weet wel, wij willen geen mislukt PGB projecten zoals die bij Martin van Rijn."

 

1 ding is zeker steeds meer bekendheid  rond het Traktaat van Wassenaar en erkenning ondervinden wij, wij zitten op koers, het kan alleen nog sneller, en kunnen best nog meer sponsors gebruiken en donaties.

 

Tot slot :

Chapeau voor het ICM team die wist te handelen met de geëmotioneerde mensen, en dit te doorstaan deze twee lange dagen en heel zwaar hebben gehad,

op naar de pasar malam BurgerZoo voor de volgende actie!

 

Lees verder…

Indonesia Film Festival

The Embassy of the Republic of Indonesia is pleased to invite you to attend a Press Conference on:

 

Indonesia Film Festival

Contemporary Indonesia

Cinema of Riri Riza

 

Monday, November 14th, 2016 at 12.00 P.M.

Nusantara Room

The Embassy of the Republic of Indonesia

Tobias Asserlaan 8

2517KC The Hague

 

Minister Counsellor for Information and Socio-Cultural Affairs of the  Embassy of the Republic of Indonesia and Riri Riza (film director) as well as Nicolas Syahputra (actor) will be in the conference and will provide informations about this event. We look forward to your participation in this conference.

 

This event begins with lunch.

 

For further information, please contact Wilis Pinidji, ph: 070-3108 148 email: bidpen@indonesia.nl

 

Den Haag, 4 November 2016

 

 

Sincerely yours,

 

Barbara Noira B. Solani

First Secretary

 

--------------oOo--------------

 

 

10897343678?profile=originalIndonesia Film Festival 2016

Indonesian Film Festival is a series of screening, presentation and discussion of development of cinema in Indonesia. To introduce the culture of cinema, the history, the grow, the challenge and it’s in the development of Indonesia as a culturally diverse nation. The films shown is a reflection of contemporary Indonesian society, and also a good window to see the beauty of Indonesian culture and visual landscape.

The Indonesian Film Festival in Netherlands highlight the works of writer and director Riri Riza of Miles Films. Riri’s film known as not only pushing the boundaries of genre convention and the production value quality of Indonesian film, that makes his film invited to be screen in many film festivals around the world. But also, his films are appreciated by Indonesian audience and made box office records.

The film shown in this festival is also mark Riri Riza’s 15th years of film career in developing the multiculturalism and freedom of expression in the medium of cinema in Indonesia.   

Screening of selected short films by emerging filmmakers choosen picked by Riri Riza, discussion and meet & greet the actors that accompany the festival will be a great opportunity to understand the challenge and future potential of Indonesian Cinema.

 

10897344065?profile=originalRiri Riza graduated from the Film Department of the Jakarta Arts Institute, earned a Master’s degree in Feature Screenwriting from the Royal Holloway University in London. Riri Riza is a partner in film production company Miles Films founded by producer Mira Lesmana.

ELIANA, ELIANA won Young Cinema award and FIPRESCI at the 2002 Singapore International Film Festival, also The Special Jury prize at the Vancouver International Film Festival. GIE is his 4th feature film, won the best picture in Asia Pacific Film Festival and also best picture in Indonesian Film Festival 2005. 3 DAYS TO FOREVER won Best Director award at the 35th Brussels International Independent Film Festival in 2008. THE RAINBOW TROOPS (2008) was Indonesia’s alltime box-office records, was selected for Berlin International Film Festival 2009.

THE  DREAMER, won Audience Awards in Udinese Far East Film Festival in Italy. ATAMBUA 39o Celsius is the first crowd funded film project in Indonesia, premiered in competion section of Tokyo International Film festival 2011, and won best picture in Indonesian Film Appreciation Award. THE JUNGLE SCHOOL won the Audience Awards in Fukuoka Focus on Asia International film festival 2014.

Born in Makassar, South Sulawesi, Indonesia in 1970. Riri Riza is a co-founder of Rumata’artspace in Makassar and founded the annual SEAscreen Academy, a filmmaking training for young filmmakers of east Indonesia, and forum for Young South East Asian directors.

More info: www.indonesia.nl/

Lees verder…

Regeling salariskwestie Indië verlengd

Regeling salariskwestie Indië verlengd

DEN HAAG (ANP) - De zogeheten backpay-regeling voor ambtenaren en militairen uit Nederlands-Indië die na de Japanse bezetting hun salaris niet uitbetaald kregen, wordt met een jaar verlengd. Dat heeft staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) donderdag bekendgemaakt.

Van Rijn (VWS) en het Indisch Platform werden het vorig jaar eens over de financiële regeling voor de betrokkenen die zeventig jaar later nog in leven waren. Per persoon wordt 25.000 euro netto uitgekeerd. Aanvragen moesten uiterlijk op 1 januari 2017 zijn ingediend.

Regeling salariskwestie Indië verlengd© Copyright ANP 2016 Regeling salariskwestie Indië verlengd

De verlenging moet vooral rechthebbenden die niet in Nederland wonen de gelegenheid geven nog een aanvraag in te dienen, aldus Van Rijn.

De salariskwestie heeft decennialang gespeeld. Na de Tweede Wereldoorlog achtte Nederland zich juridisch niet

verplicht om de achterstallige salarissen uit te keren van de militairen en ambtenaren in dienst van Nederlands-Indië.

Lees verder…

JONGSTE GIJZELAAR BIJ TREINKAPING DE PUNT VERTELT VOOR HET EERST ZIJN VERHAAL Wíj zijn slachtoffers, niet zij!’

10897336854?profile=original

door Silvan Schoonhoven

Met alleen een konijn als reisgenoot zat Roelof Kamphuis in de intercity, toen die in Drenthe knarsend tot stilstand kwam. Kamphuis was in 1977 als 12-jarige de jongste gijzelaar bij de Molukse treinkaping bij De Punt. Voor het eerst vertelt hij zijn verhaal. „Ik vroeg nog: zijn die geweren echt?”

Nog steeds slaat hem de schrik om het hart als een trein plotseling remt. Want zo begon het. Op 23 mei 1977, rond 9 uur ’s ochtends trokken Molukkers aan de noodrem en dreven de passagiers bij elkaar. De kaping zou zich drie weken voortslepen en eindigen in een bloedige finale met acht doden, onder wie twee gijzelaars. Voor de jonge Roelof duurde de nachtmerrie slechts een paar uur, tot hij samen met een handvol oudere passagiers werd vrijgelaten.

Zijn moeder had Roelof die dag vroeg op de trein gezet. Zo ging dat elke maandagochtend, als haar zoon naar een school voor slechthorenden in Groningen reisde. De rest van de schoolweek logeerde hij dan bij een pleeggezin, vrijdags nam hij de trein terug.

„Tijdens de reis zat ik een stripboek te lezen. Op station Assen zag ik een groep Molukkers op het perron, ik vond het gek dat ze apart van elkaar instapten.” In Drenthe stopte de intercity abrupt en werd het stil. „De trein stond scheef, dat is me altijd bijgebleven. De machinist liep langs om te zien wat er aan de hand was. Ik zag hoe een tl-buis kapot werd geschoten, de scherven vielen naar beneden. Tegenover me zat er een man die schrok en zei: ’Kalm blijven, geen paniek.’ Maar ik voelde zijn spanning. Ik zag iemand lopen met een grote sabel en een ander met een pistool. We moesten naar het voorste deel van de trein. Ik kreeg een schop van een vrouw dat ik door moest lopen.” Dat was Hansina Uktolseja, de 21-jarige gijzelneemster die drie weken later door mariniers werd doodgeschoten.

„Ik was heel naïef en vroeg of die geweren echt waren. Een man tegenover me begon te lachen en zei: was het maar waar dat ze nep zijn. Toen we bij elkaar zaten voorin de trein, hoorde ik de gijzelnemers naar elkaar schreeuwen. De mensen zaten doodstil bij elkaar.”

Na een paar uur was het voor Roelof en een handvol andere passagiers voorbij. „Een meisje van twintig naast me deed alsof ze mijn moeder was, zodat ze ook de trein uit mocht. We liepen langs het spoor, ik had de kooi met dat konijn bij me. Andere kinderen zag ik niet. Ik was blij dat ik nog leefde, want ik had gedacht dat ik doodgeschoten zou worden. We kwamen nog boeren op tractoren tegen, die wisten nog niet dat er een kaping aan de gang was. We werden opgevangen op een boerderij, waar de politie mijn naam noteerde. Pas nadat de gijzeling voorbij was, na drie weken, kwam de klap. Mijn moeder moest een half jaar met me meereizen naar school, anders vertikte ik het. Mijn moeder stuurde me naar een maatschappelijk werkster, maar ze was Moluks, de eerste keren wilde ik niets tegen haar zeggen.”

Hij vindt het vreselijk dat de daders van toen nu als slachtoffers worden afgeschilderd. „Wij zijn de slachtoffers, niet zij.

======================================================================================

Moedwillig doden treinkapers onwaarschijnlijk

door Olof van Joolen

Nabestaanden van twee Molukse treinkapers die in 1977 om het leven kwamen, slepen vandaag de Staat der Nederlanden voor de rechter. Ze eisen schadevergoeding omdat hun kinderen opzettelijk zouden zijn geëxecuteerd terwijl ze geen gevaar meer vormden.

Dat verhaal valt op meerdere punten discutabel te noemen.

1. Onwaarschijnlijk

Het belangrijkste bewijs dat de advocaat van de nabestaanden, Liesbeth Zegveld, aanvoert, bestaat uit autopsierapporten van de gedode kapers Papilaja en Uktolseja. Daaruit blijkt dat ze door een groot aantal kogels zijn gedood. Volgens Zegveld het bewijs voor een doelgerichte executie.

Wat dit verhaal wankel maakt, is dat de bestorming pas na drie weken wikken en wegen en tegen de zin van premier Den Uyl plaatsvond. Doel van deze actie: aanhouden van de kapers.

Volgens historicus Peter Bootsma, die een boek over De Punt schreef, is het radicale scenario van de advocaten ronduit onwaarschijnlijk. Helemaal omdat van de negen kapers drie de bevrijdingsactie wel overleefden.

2. Geweldsregels

Advocaat Zegveld stelt dat de Staat het recht niet had te grijpen naar het zwaarste middel: de toepassing van dodelijk geweld. Dat is een erg krappe interpretatie van de geweldsinstructie. Daarin stond dat gepast geweld mocht worden gebruikt. Tot en met dodelijk wanneer dat nodig was.

Met die instructie bestormden de elitesoldaten in alle vroegte een trein die net door hun collega’s was doorzeefd. Waarin mensen gilden, schreeuwden om hulp of hun laatste adem uitbliezen. Waarin ook kapers hen probeerden te doden.

In die totale chaos moesten de militairen in een fractie van een seconde bepalen of ze schoten of niet. Dat lijkt eerder bepalend voor het eindresultaat dan de regels waarmee ze op pad werden gestuurd.

3. Zwakke bron

Het belangrijkste nieuwe bewijs dat in de aanloop naar het proces boven water kwam, is een anonieme verklaring van een marinier. Hij stelt dat op de avond voor de bestorming tegen de militairen zou zijn gezegd dat ze moesten zorgen dat de gijzelnemers niet levend de trein zouden verlaten.

Er is in archieven geen snipper bewijs te vinden dat dit ondersteunt.

Lees verder…

De Stichting Teman Teman Sehati in Arnhem, die al 16 jaar opkomt voor de achtergebleven Nederlanders in  Indonesië is benaderd door Omroep Max om een reportage van hun werk te mogen maken.
10897342270?profile=original
 
Afgelopen September zijn zij en Jan Slagter met Francine Tammeling, voorzitter van de stichting, meegeweest naar Bandung.
Deze reportage is te zien op zaterdag 5 november bij het programma Max maakt mogelijk  om 18.35 u op Ned. 2
 
Naar aanleiding van deze reportage heeft Armand Filon een lied geschreven over de drijfveer van Teman Teman Sehati. Stel je eens voor.......
Verschillende muzikanten hebben dit lied samen gezongen en gespeeld. En zij zijn uitgenodigd om live op de tv bij het programma Tijd voor Max dit lied ten gehore te brengen.
Begeleidt door de band No Name uit Arnhem olv Danny Pattinama zullen o.a. Eddy Chatelin - Stella Makadoero - Arie Mosies en Armand Filon live te zien zijn op vrijdag 4 november bij Tijd voor Max op Ned 1 vanaf 17.10 u
 
 
Staand van L naar R  Arie Mosies-Eddy Chatelin-Stella Makadoero-Henny Lammers-Ernst Wernicke- Jan Meuzer
Zittend  John Lubbers - Armand Filon- Danny Pattinama

 
Het was een hard werken de laatse repetitie. Het nummer moest worden teruggebracht van 4 naar 2 minuten. Zo gaat dat bij de TV alles moet snel. Maar dat is gelukt. De muzikanten hebben keihard gewerkt! Armand en Francine zien met spanning de uitzending tegemoet.
Tjampoer.nl zal ook aanwezig zijn en ik hoop daar wat foto's te mogen en kunnen maken.
U kijkt toch ook vrijdag 4 en zaterdag 5 november?
 
Hier nog wat foto's van de repetitie!
tjampoer_foto2350.jpgtjampoer_foto1350.jpg
tjampoer_foto3350.jpgtjampoer_foto4350.jpg
tjampoer_foto5350.jpgtjampoer_foto6350.jpg
 Foto's John van Hese
Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives