Alle berichten (2899)

Sorteer op

10897331259?profile=original

Wat er echt in ons Indië is gebeurd                Door:  Peter van Zonneveld

De dekolonisatie van Indië. Zeventig jaar na het uitroepen van de Republiek Indonesië botsen de meningen over die tijd nog altijd. Twee boeken nuanceren het dekolonisatie-proces, onder andere door getuigen van de Indonesische zijde aan het woord te laten.

Onder redactie van Peter van Zonneveld en Rick Honings verscheen onlangs Een tint van het Indische Oosten. Reizen in Insulinde 1800-1950. Verloren, 304 blz. € 27,-

Zeventig jaar na de Japanse capitulatie zijn we nog altijd bezig met de verwerking van het drama dat zich in Indonesië heeft afgespeeld. Het trauma van de dekolonisatie, de vrijheidsstrijd en de repatriëring heeft diepe sporen nagelaten.                                  Het lijkt wel of de aandacht voor dit deel van onze geschiedenis – en die van Indonesië – alleen maar toeneemt. Hoe komt dat? Waarom blijft de herinnering aan Indië zo sterk aanwezig in ons nationaal bewustzijn?

Ik denk dat daar drie redenen voor zijn. Allereerst de lange duur van de relatie. Nederland en Indonesië zijn al meer dan vierhonderd jaar met elkaar verbonden. Daardoor is het Indische element – net als het Joodse – een onlosmakelijk onder-deel van onze cultuur geworden. Ten tweede: er is bijna geen familie in Nederland die niet door Insulinde is aangeraakt – de nieuwkomers uitgezonderd. En ten slotte: iedereen is het van harte met elkaar oneens. De meningen botsen tot op de dag van vandaag.

Indië bestaat niet meer. Daardoor kan een ieder zijn eigen Indië koesteren. Het maakt nogal wat uit of je daar de spreekwoordelijke paradijselijke jeugd hebt door-gebracht in een welgesteld Europees milieu, zoals Hella S. Haasse en Rudy Kousbroek, of  dat je bent opgegroeid in wat meer bescheiden Indo-Europese kringen, zoals Tjalie Robinson. Het is een groot verschil of je de oorlog in een Japans kamp hebt doorgebracht, of dat je er buiten bent gebleven – dat laatste was ook problematisch.

Velen zijn kort na de Tweede Wereldoorlog naar Indië, een land dat zij niet kenden, gestuurd als dienstplichtige om er ‘rust en orde’ te brengen, en voelden zich nadien verraden. Anderen waren opgenomen in het KNIL, werden tegen hun wil gedemobiliseerd en ‘tijdelijk’ naar Nederland gestuurd, zoals de Molukkers. Dan is er nog de tweede generatie, die Indië niet uit eigen ervaring kent, maar een beeld van de ouders kreeg aangereikt. De derde generatie, minder gehavend dan voorgaande generaties, is daarentegen vooral geïnteresseerd in hun roots.

10897331467?profile=originalIllustratie: Joost Hölscher

Militaire confrontatie

Die enorme variatie in leeftijd, sociale en etnische achtergrond, en ervaringen is bepalend voor de visie op Indië. Sommigen houden nog altijd vast aan de normen en waarden van toen, anderen kijken naar de geschiedenis vanuit hedendaagse opvattingen. Dit alles leidt niet alleen tot een botsing van meningen, maar houdt ook de herinnering aan Indië levend.

Over wat er precies heeft plaatsgevonden tussen de Japanse capitulatie in 1945 en de soevereiniteitsoverdracht in 1949 zijn de afgelopen jaren in binnen- en buitenland tientallen studies verschenen, aangevuld met biografieën en memoires van een aantal sleutelfiguren in dit drama. Naarmate de afstand in tijd groeide, is het inzicht in de complexiteit van de geschiedenis alleen maar toegenomen. Nederland en de in 1945 uit-geroepen Republiek Indonesië stonden tegenover elkaar, maar waren ook intern verdeeld. De Japanners waren nog niet meteen uit Indië verdwenen, de Britten raakten direct betrokken bij de gevechten en ook de Amerikanen oefenden sterke druk uit.

Sommigen kozen voor een militaire confrontatie, anderen geloofden via diplomatiek overleg een uitweg te vinden. Voorts bestond er bij alle betrokkenen een groot verschil in inzicht en kennis van zaken. Maak uit dit alles maar eens een sluitend en bevredigend verhaal.

Een van diegenen die zijn sporen op dit terrein heeft verdient, is J.J.P de Jong. Zijn onderzoek resulteerde in twee gedetailleerde reconstructies: Diplomatie of strijd (1988) over de beginfase van de dekolonisatie, en Avondschot (2011) over de eindfase. Nu heeft hij zijn bevindingen, aangevuld met nieuw onderzoek van hemzelf en anderen, uitgewerkt tot een synthese van het gehele dekolonisatieproces en de nasleep daarvan, onder de titel De terugtocht.

Zijn uitgebreide en heldere weergave van de gebeurtenissen volgt de geschiedenis op de voet. In zijn ontmythologiserende studie gaat hij in discussie met andere historici en laat hij zien dat het afscheid van Indië veel meer nuances kent dan in de publieke opinie zijn doorgedrongen. Opmerkelijk is zijn postscriptum, dat ‘Tussen trauma en verwerking’ heet. Onder invloed van de onthullingen van Hueting in 1969 over de in Indië gepleegde oorlogsmisdaden ontstond een sfeer waarin men het politieke establishment uit de periode 1945-’50 verweet zich unaniem tegen de Indonesische onaf-hankelijkheid te hebben gekeerd. Dat was niet terecht. Sommigen hebben uit volle overtuiging de onafhankelijkheid van Indonesië naderbij willen brengen.

10897331491?profile=originalDe Jong is, samen met de Leidse historicus H.L. Wesseling, van mening, dat de typering van die periode als ‘een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis’ een simplificatie is, die niet door de feiten wordt gestaafd. Wat is er nu werkelijk gebeurd? Onder historici wordt een levendig debat gevoerd, waarvan de resultaten niet of nauwelijks in de publieke opinie doordringen. Intussen woedt er ook een debat dat De Jong typeert als ‘een zichzelf repeterende breuk met verstarde, in rotsvaste zekerheden vastgeroeste visies’.

Actuele boeken

Hilde Janssen: Enkele reis Indonesië; Vier Amsterdamse vrouwen en hun nieuwe vader-land; Nieuw Amsterdam; Ze kozen in 1946 de kant van de Republiek en bleven daar; Over Hollandse vrouwen die niet naar Nederland mochten en nu arm en bejaard nog altijd in Indonesië wonen.

Aan de ene kant zij die vasthouden aan het beeld van een rechtvaardige oorlog en de trauma’s die daar op volgden; aan de andere kant de veroordeling van ‘het verkeerde verleden’ en diepe schaamte daarover. Al met al een uitstekende studie. Wie weten wil, wat er nu écht is gebeurd, kan dit boek niet ongelezen laten.

10897331696?profile=originalWat heeft dit alles betekend voor de betrokkenen? Waar het bij De Jong vooral om de historische feiten gaat, wil Kester Freriks in zijn Echo’s van Indië laten zien, hoezeer het leven van velen is bepaald door de gebeurtenissen van toen.

Zijn boek is een verrassende mengeling van gesprekken met vertegenwoordigers van uiteen-lopende groeperingen, eigen ervaringen en impressies. Uit al deze verhalen en herinneringen ontstaat geleidelijk aan een caleidoscopisch beeld van de relatie tussen Nederland en Indonesië.

Zo geeft Freriks de notities weer van een vrouw, die eind 1939   van plan was naar Indië te gaan. Ze volgde daar een cursus        van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, en wat ze daar  vernam werd opgetekend in een schoolschrift, waaruit Freriks uitbundig citeert. Waar moest je allemaal aan denken? Wat nam je mee aan kleding, schoeisel, keukenspullen en anderszins? De bespreking van gewoonten en gebruiken aldaar roept een koloniale wereld op, waar Freriks zich over verbaast. Zijn conclusie dat de blanken van toen zich op geen enkele manier aanpasten, deel ik niet. Wat bedoelt hij daarmee? Alle praktische tips zijn immers gericht op het leven in de tropen?

Er komen veel Indonesiërs aan het woord. Freriks is er in geslaagd om te praten met hoogbejaarden die nog actief aan de vrijheids-strijd hebben deelgenomen, als militair dan wel als pemoeda (guerrilla- of vrijheidsstrijder). Hun kritiek op het Nederlandse bewind en het militaire optreden is niet mals. Samen met een voormalige pemoeda bezoekt hij de plek waar Soekarno, terzijde gestaan door Hatta, op 17 augustus 1945 zijn Proklamasi (onafhankelijkheidsverklaring) voorlas. Beide Indonesische leiders zijn daar nu in drie meter hoge standbeelden vereeuwigd. Als het om Indië gaat, is iedereen het nog altijd van harte met elkaar oneens.

10897331880?profile=originalTussen de bedrijven door schetst Freriks een beeld van de koloniale geschiedenis, vooral gezien vanuit Indonesisch perspectief: de harde onderdrukking van opstanden in het verleden, de opkomst van de nationalistische beweging, het proces tegen Soekarno. De Japanse bezetting toonde de Indonesiërs dat de blanken niet almachtig waren. Vele vrijheids-strijders kregen in de Japanse tijd een militaire training, die hen later goed van pas kwam. Soekarno en Hatta werkten met de Japanners samen, Soetan Sjahrir, de eerste premier, deed dat niet.

Ondertussen verbleven naar schatting zo’n honderdduizend burgers in de Japanse kampen. Dat liet onuitwisbare sporen na, ook bij de kinderen. Een jongen die zes was toen hij het kamp inging, vertelt zijn ervaringen van toen. Zijn vader was toen in Birma (‘Elke nacht kwam de krijgs-gevangenschap rondspoken in het hoofd van mijn vader.’) Wie handel dreef met de Indonesiërs buiten de omheining, werd zwaar gestraft. Naarmate de oorlog langer duurde, werd het voedsel schaarser, braken ziekten uit waar geen medicijnen voor waren. Het sterftecijfer was hoog. Sommige jongens moesten dienst doen als lijkenwacht.

10897332474?profile=originalNa de oorlog was er het onbegrip in Nederland, met zijn honger-winter en verzetsheroïek. In totaal zijn er tussen 1946 en 1968 – dus na het Nieuw-Guinea-conflict – zo’n driehonderdduizend mensen naar Nederland gekomen.

Voor velen was de bersiap, de periode tussen oktober 1945      en maart 1946, het ergst. Ongeorganiseerde bendes van pemoeda’s zwierven door de straten. Ze maakten vele slachtoffers, vooral onder de Indo-Europeanen. Maar ook Chinezen en Molukkers werden afgeslacht. Men schat dat in totaal zo’n twintigduizend mensen het leven lieten in een orgie van geweld. Iedereen die verdacht werd van Hollandse sympathieën, kon vermoord worden. Bescherming was er niet. De Japanners, die na de capitulatie de opdracht hadden gekregen om de mensen in de kampen te beschermen, deden dat ook, maar hielden zich verder meestal afzijdig. En de Britse troepen, die eerder dan de Nederlandse op Java waren geland, wilden hun handen daar ook niet aan branden – enkele uitzonderingen daargelaten.

10897332487?profile=originalJongens uit Zeeland

Bij Freriks komen ook de dienstplichtigen aan het woord. Jonge jongens uit Zeeland, uitgestuurd naar een land dat zij niet kenden. Ze zouden rust en orde moeten brengen, maar kwamen in een onafhankelijk-heidsstrijd terecht. Wreedheden werden met meer wreedheden vergolden, en achteraf voelden ze zich verraden. Na de onthullingen van Hueting begon men in hun omgeving kritische vragen te stellen. En elk jaar gedenken zij de dood van een gesneuvelde kameraad.                                 

In totaal zijn er bijna zesduizend Nederlandse soldaten omgekomen tegenover naar schatting honderd-duizend Indonesiërs, zowel van het reguliere Indonesische leger, de TNI, als van de pemoeda’s.

Dan zijn er nog de ervaringen van de Chinese bevolkingsgroep, die het ook vaak moest ontgelden, tot op de dag van vandaag. Ook hun geschiedenis en hun lotgevallen worden geschetst in gesprekken met mensen die het hebben meegemaakt. Dit geldt evenzeer voor de Molukkers: van de gedwongen demobilisatie (‘Voor een kind is het onverdraaglijk zijn vader elke dag te zien als een gebroken man’) tot de Drentse treinkaping aan toe. Zo komen in dit kleurrijke boek tientallen personen met een uiteenlopende achtergrond aan het woord, allemaal met hun eigen verhaal.

Zulke getuigenissen kenden we natuurlijk al, maar Kester Freriks probeert zich dus ook in de Indonesische visie op het drama te verplaatsen. Dat is het bijzondere aan dit boek. Wat ik jammer vind, is dat hij misschien ook daardoor soms te afwijzend over het koloniale verleden schrijft, vanuit de opvattingen van nu. De schaamte overheerst. Hier zouden meer nuances op hun plaats zijn geweest. Maar verder mag Echo’s van Indië als evocatie van onze band met dat land in   de tropen, als sfeertekening en door de stem die hij geeft aan al die indringende verhalen zeer geslaagd heten.         (Bron: NRC)

Lees verder…

Museum Volkenkunde haalt meer dan 200 Indonesische bronzen uit depot10897337263?profile=original 

10897337061?profile=original


Voor de allereerste keer toont Museum Volkenkunde in Leiden een bijzondere verzameling voor-werpen die normaal in het depot verblijven: Indonesische bronzen. Meer dan 200 bronzen zijn er opgesteld. Op het eerste gezicht weinig opvallend, maar bijzonder vanwege de omvang, ouderdom en betekenis van de collectie.

De bronzen beelden bieden een schat aan informatie over de geschiedenis van Indonesië. Niet alleen over artistieke ontwikkeling maar ook over rituele betekenis, materiaalgebruik, handelsrelaties, economische ontwikkelingen en het koloniale verleden. Het gaat om kleine beeldjes van Hindoe en boeddhistische goden en rituele voorwerpen. De meeste zijn op Java gevonden maar komen daar oorspronkelijk niet vandaan. Niet zo gek gezien het feit dat Java altijd arm geweest is aan metalen.

Hindoeïsme  en Boeddhisme

De beeldjes zijn eeuwenoud: ze 15e eeuw. In die periode was Java een centrum van hindoeïsme en boeddhisme. Vanaf de vijfde eeuw had de Indiase cultuur een grote aantrekkingskracht op delen van Indonesië. Lokale vorsten gingen het Sanskriet, de Indiase elite-taal, gebruiken en zij stichtten Hindoeïstische en Boeddhistische koninkrijken. Op Java ontstond tussen de zevende en vijftiende eeuw een bloeiende cultuur die grootse monumenten naliet, zoals de reusachtige Boeddhistische Borobudur en de Hindoetempel van Prambanan.

Culturele verbinding en de uit-wisseling van kennis en handels-contacten waren in dit gebied heel lang al aan de orde van de dag.

Onderzoek

Hoe en waarom dit proces van cultuuruitwisseling met India op gang kwam, is nog niet helemaal duidelijk.                                     De Indonesische bronzen uit ons depot kunnen hier een nieuw licht op werpen. Kunsthistorisch onder-zoek laat zien dat sommige beeldjes sterk lijken op Indiase beeldjes en waarschijnlijk uit India komen. Er is ook een spiegel die uit China moet zijn gekomen. Door recent onderzoek naar scheepswrakken in de Javazee weten we dat er metaalstaven werden geïmporteerd. Technisch onderzoek naar het metaal van de bronzen zou helpen om het plaatje van de contacten tussen Indonesië en de buitenwereld completer te krijgen.

 

De tentoonstelling is te zien vanaf 16 juli in Museum Volkenkunde, Steenstraat 1, 2312 BS Leiden. Openingstijden: dinsdag t/m zon-dag van 10.00 tot 17.00 uur. Meer informatie:  www.volkenkunde.nl

Lees verder…

Update Boek Twijfelindo Door: Armando Ello

10897344854?profile=original

Update Boek Twijfelindo            Door:  Armando Ello

Exact een jaar geleden ging het Twijfelindo boekproject van start. Ik wilde met mijn bevlogen ambitie zes maanden eerder verschijnen, maar vorige week is officieel het boekbestand naar de drukker gegaan en kan het drukproces beginnen. Een week daarvoor heb ik het bestand bijgewerkt omdat het aan allerlei eisen van de drukker moest voldoen en het is nu dus bij mij uit handen en in de goede zorgen van de drukker. Na een controle staat het licht nu eindelijk op groen.

10897344867?profile=originalDit betekent dus dat ik medio augustus het boek in handen heb en aan de verkoop kan beginnen. Het boek kan dan gelanceerd worden en de promotie-machine kan gaan draaien.

 

Ik heb al eerder updates over mijn boek willen plaatsen, maar ik wilde eerst 100 % zeker zijn dat er werkelijke progressie in zou zitten. Beloftes die ik niet kon waarmaken zouden alleen maar teleurstellend werken. En zolang ik die zekerheid niet had, nam de frustratie toe; geloof me. Daarom begrip hiervoor.

Naar de eindafwerking

Samen met de Twijfelindo kandi-daten hebben we bijna geen concessies gedaan aan de teksten omdat we alles zo puur mogelijk wilden laten en er heel weinig is geschrapt. De redactie daardoor was “a hell of a job” voor mijn redacteurs, die er 150 uur werk in hebben gestopt.

We hebben het hier wel over 200 interviews   van   gemiddeld  1300

woorden per stuk is totaal zo’n 260.000 woorden. Het totale boek is in plaats van 150 pagina’s dus nu 480 pagina’s geworden. Dit heeft het totale bedrag van het crowdfund budget in beslag genomen voor het drukwerk en een voldoende oplage.

Financiële gevolgen

De gevolgen voor de prijs van het boek, nu er zo’n dikke 300 pagina’s meer in zitten, mogen duidelijk zijn. Het boek gaat nu    € 5,00 meer kosten. Helaas, maar dit kan niet anders. De donateurs van de crowdfunding vorig jaar hoeven echter niets bij te betalen.

Echter de nieuwprijs is wat het is en ik heb mijn best gedaan om het zo laag mogelijk te houden omdat ik wil dat het boek bij zoveel mogelijk mensen terecht komt.

Op mijn website krijg je binnenkort de mogelijkheid om je boek alvast te bestellen. In deze voorbestelling zul je het helaas zonder afbeelding van de cover moeten doen, omdat ik nog niet precies weet hoe die er uit gaat zien.   Veel  mensen  weten  al  van het verschijnen van mijn boek en ik kom regelmatig mensen tegen die mij vragen hoe het ermee staat.

10897344683?profile=originalPromotie

In de afgelopen maanden heb ik geen reclame kunnen maken, behalve dan die van NatGeo. Maar de komende maand ga ik er weer vol tegenaan, want de lancering komt er aan. En om heel eerlijk te zeggen – of ik dit nu wil of niet – is de promotie van mijn boek Twijfelindo iets dat een beetje buiten mijn comfortzone ligt. Daarom dat ik ook de lezers van NICC Magazine wil vragen of zij tips voor mij hebben. Of ken je misschien blogs, waarop ik wat marketing kan plegen voor mijn boek. In ieder geval kun je al wel  mijn Nieuwsbrief over ‘Twijfelindo’ ontvangen. Ga even naar mijn website:  http://hoezoindo.nl.

Je tips kunnen echt van alles zijn, dus ik hoop op een tsunami aan ideeën. Ik kan echt alle hulp en tips goed gebruiken. Laat dus je reactie weten via mijn e-mail: armando@hoezoindo.nl. Alvast bedankt voor je inspanningen.

Armando Ello

Lees verder…

Recept van de maand Sambal Goreng Tempeh

10897336492?profile=original

Recept van de maand   Sambal Goreng Tempeh

Dit bijna onmisbare gerecht bij   de Rijsttafel kunt u zelf zo mild of pedis maken als u wilt, eenvoudig door toevoegen of weglaten van wat lomboks. In de Kids-rubriek de evenknie van dit gerecht:  Tahoe Goreng Telor. Beide producten worden gemaakt van sojabonen en zijn vegetarisch.

Ingrediënten:                       

1 blok tempeh, 3 sjalotten, 5 teentjes knoflook, 6 rode lomboks, 1 tl. tamarinde, 100 gr. gula djawa (palmsuiker) of bruine suiker, 1,5 tl. Laos, 1 tl. djintan, 4 blaadjes salam of laurier, snufje zout, 1 dl. water, 3 el. Ketjap manis, zakje gebakken uitjes, olie om te frituren.

Bereiding:                       

Snijd de tempeh in de lengte in tweeën en daarna in dunne plakjes. Verhit olie in de wok of in de frituur en bak de tempeh in kleine porties goudbruin. Laat het goed uitlekken op keukenpapier. Snijd de lomboks in ringen, de sjalotten  in  snippers  en  hak  de knoflook fijn. Fruit dit alles in een scheutje olie in de wok of braadpan. Voeg de tamarinde, salamblaadjes, gula djawa, zout en water toe en breng dit opnieuw op temperatuur. Vervolgens de ketjap manis erbij en even goed mengen. Tenslotte de gebakken tempeh er aan toevoegen en samen al omscheppend goed vermengen. Strooi er bij het serveren wat gebakken uitjes over.  Dit gerecht kan zowel warm als koud gegeten worden en is in de koeling nog minstens een week houdbaar.       

Selamat makan

Lees verder…

Terugblik op de Pasar Malam dagen in Eindhoven.

Terugblik op de Pasar Malam dagen in Eindhoven.

 

Het weer werkte mee voor een massale toeloop naar de pasar malam. John van Hese van Tjampoer blikte terug op deze  drukke gezellige pasar dagen.

10897335057?profile=original

Dõnna en de Gado’s verzorgden zondag op de Pasar Malam Stellar in Eindhoven een heerlijke show. Dõnna en haar mannen waaronder haar vader brachten in een optreden a.h.w. twee verschillende sets. Hoe kan dat? Het blijkt dat deze hartelijke zangeres naast het beheersen van diverse genres ook nog snel van gedaante kan veranderen. Tradioneel gekleed was in en oogwenk veranderd in een glamour outfit. 
Wat begon ze gezellig met allerlei oude herkenbare songs die vooral de ouderen in de zaal beroerden. Dõnna zag dat er zong dan ook samen met de eerste rij een leid van ‘tóén’.
Twee heel verschillende optredens in een set laat dat maar aan deze formatie over, van alle markten thuis. En dat is in feite het succes van deze formatie zij boeien werkelijk het hele publiek. Niet vreemd dus dat zij ook direct gecontracteerd zijn voor de Pasar Malam Stellar in Tilburg.
Maar ook hebben we bijzonder genoten van de Batik Dance Theater, deze dansgroep is niet alleen bijzonder door de mooi uitgevoerde dansen maar de leider van de groep maakt ook alle kleding zelf. Het ziet er prachtig uit en het is werkelijk een genot voor het oog. 
Dé band voor deze dag was de Helderse formatie ‘Wipe Out Selection’. We zijn er nu achter waarom deze groep de IndoRock zo ‘spicy’ speelt. Zij smeren hun gitaren in met Sambal. Ik betrapte ze bij de Sambalshop waar zij hun gitaren alvast van de diverse sambal lieten proeven. Lode de gitarist weet nu ook dat je eerst op het potje moet lezen wat erop staat. Wanneer er hot op staat kan moet je voorzichtig proeven. Onvoorstelbaar hoe snel Lode van een klein beetje sambal zo’n rood hoofd kon krijgen. De brandblusser moest er bijna bij komen.
Heerlijk zo even over deze bijzonder grote pasar kijken van bovenaf. Een echte avondmarkt zoasl die bedoeld is! 

10897334896?profile=original

De dansgroep Warna Semesta
is nu ongeveer een jaar bezig zich overal in het land te presenteren. Deze groep met ambitieuze leden straalt vanaf het podium! De passie waarmee zij hun voorstelling brengen doet het publiek de adem inhouden. Prachtige dansen! En als er dan als verrassing een danslerares Balinese Dansen uit Indonesië dit weekend aanwezig is in Eindhoven dan wordt er natuurlijk een plaatsje ingeruimd voor een gastoptreden op de Pasar Malam van Stellar. Ik liet me vertellen dat alleen het opmaken al meer dan twee uur duurt. Maar het werd dan ook genieten van deze Balinese dans.

10897335492?profile=original

Laatse dag alweer, deze zondag 3 juli. Met Wipe Out Selection uit den Helder, Donna Pessy en de Gado's en de dansgroep Batik Dance Art. De laatste dag alweer.... wat vliegt de tijd!
Dus voor het publiek in en rondom Eindhoven de laatste dag om te komen genieten. En we zien natuurlijk weer een flink aantal mensen van gisteren want die hebben al aangekondigd bij het weggaan: 'Tot morgen'. En dat is natuurlijk een groot compliment voor de organisatie. 
Nog even de foto van een nieuw trio? Leen, Graham en Frank! Maar let op zij treden nog niet op!

10897335694?profile=original

Op een Pasar Malam tref je ook stands aan die goed zijn voor de mens op een nadere manier.

Zo komen we Ben Bremmer tegen met Paragnost en therapeut bij de praktijk voor natuurgeneeskunde.

Hij heeft een mooie ‘praktijkruimte’ ingericht. De wanden versierd met spirituele ( Budha ) kleden, het dak gemaakt van een klamboe en met zachte verlichting aangevuld met heerlijk geurende kaarsen.
‘KOM TOT JEZELF’, is zijn devies! Doe dat eens met met een heerlijke esoterische massage, of om wat diepere blokkades weg te nemen door het magnetiseren van geest en lichaam.

Ook komen we de stand tegen van Menuara Welness & Therapy. 
Monica Menura Schwab staat ons te woord en stelt zich voor: ‘Ik ben een massagetherapeute met meer dan 30 jaar ervaring. Door mijn Indonesische achtergrond en daardoor vroege aanraking met massage kijk ik naar de mens in zijn totaliteit en masseer ik altijd op gevoel. Massage is een moment van contact met het lichaam, een moment waarin het lichaam kan ontspannen en er een gevoel van welbevinden en compleetheid ervaren kan worden’. Dat is een goed doordacht verhaal besluit ik maar toch heb ik nog een vraag: “Hoe doe je dat dan?’
Zij gaat verder: ‘Afhankelijk van de behoefte op dat moment kan de massage gericht zijn op ontspanning of op vitaliteit en het losmaken van de spieren. De massages die ik geef zijn de klassieke massage gecombineerd met de holistische massage, de pitjit massage (Indonesische massage), stempelkussen massage, cupping massage, hotstone massage, de facelift en de voetreflexmassage. Zo komen bijvoorbeeld een aantal artiesten voor hun optreden bij mij even langs voor een ontspannende massage. Zij kunnen zo perfect in balans aan hun optreden beginnen’.
Een bezoek aan een Pasar is meer dan alleen maar eten drinken en shoppen van allerlei producten. Ook voor de innerlijke en uiterlijke verzorging van je lijf en leden kun je daar goed terecht. Kijk ook een snaar de keur aan bijvoorbeeld massage balsems die er te verkrijgen zijn.

10897336457?profile=original

Redactie ICM.

De foto zou suggereren dat het vingertje ....... Nee, dat is tegen de NL-Staat die ruim 70 jaar de Indische Gemeenschap als een Tweederangsburger behandelt.

De huidige vluchtelingen zijn nog beter behandeld dan de Indiëgangers die alles moesten terugbetalen; de overtocht, verblijf in het pension en de kosten om het huis in te richten.  Ook een z.g. voorschot moest worden terugbetaald. ICM steunt deze Indische perkara's als de grootste Indische Internetkrant; Wij kunnen als samenleving niet voor deze feiten de andere kant op kijken. Vaak gehoord zijn de Nederlanders zelf die zich schamen voor deze handelswijze van Nederlandse regeringen op een rij, zich ook vreselijk kwaad maken waarom het zo lang moet duren ?

 

ICM heeft veel aanloop gehad vooral voor ACTW66. Dit behelst het Verdrag Traktaat van Wassenaar dat in 1966 werd geratificeerd tussen de beide landen, de Rep. Indonesië en Nederland. Indonesië betaalde 689 miljoen gulden aan het Nederland juist om de gedupeerde Indische Nederlanders die al hun bezittingen zijn verloren doordat ze moesten vluchten. Tot op heden heeft het Ministerie van Bert Koenders die 689 Miljoen, dat nu in de miljarden beloopt, na 51 jaar nog steeds niet uitbetaalt aan de rechthebbenden (gedupeerden). 

ACTW66 waarschuwt op voorhand dat niet alleen wordt gesommeerd door JAT (Jakarta Advocaten Team) tot uitbetaling, maar de Staat ook een sanctie aan hun broek krijgt wegens aantoonbaar het bewust weghouden van het geld, waardoor de Indische Gemeenschap aantoonbaar materiële - en immateriële schade heeft opgelopen over een periode van 51 jaar. Als U de belastingen niet op tijd betaalt, heeft U ook een forse boete aan uw broek hangen van 100%.

 

Velen hebben de petitie ondertekend, ook werd op deze pasar campagne gestart om te doneren om de uitvoeringskosten te financieren. 

 

Velen hebben de petitie ondertekend, ook werd op deze pasar campagne gestart om te doneren om de uitvoeringskosten te financieren. 

Lees verder…

Terugblik - Unieke Pasar Malam Stellar Arnhem in Kerkgebouw,  ook de laatste dag een heerlijk evenement!

10897333271?profile=original

Kijken we even naar de afsluiting van drie dagen Pasar.

Voor de afsluiting zorgde Wipe Out Selection samen met Johnny en Jopie Manuhutu. De mensen die weleens concerten hebben bijgewoond in Paradiso moeten best een Aha-Erlebnis hebben gehad. Het lijkt wel Paradiso waar ik ben!

10897333872?profile=original

De prachtige Eusebiuskerk deed mij in ieder geval sterk denken aan de grote zaal van Paradiso. Johnny en Jopie Manuhutu samen zetten een echt festival sfeertje neer met Wipe Out Selection. Tjonge wat ging het erop! Wat werd er genoten van de opzwepende nummers van hen. 
Want Johnny en Jopie live is een geweldige belevenis. Zij gooien hun zijn ziel en zaligheid in hun performance en het resultaat is een boeiend optreden. De set was een mix van bekend repertoire afwisselend rustig maar dat weer opzwepend. Heerlijk!

10897334473?profile=original

Natuurlijk kwamen Johnny en Jopie achteraf nog even naar Leen Kreeft van TLP Productions om na te genieten van hun optreden. Ook zij waren onder de indruk van deze Pasar, de sfeer, de geweldige ambiance en accommodatie.

Aan het eind van de Pasar was er nog veel publiek aanwezig. Chris Uittenbogaard, de organisator bedankte het publiek en schetste waarom de Pasar Malam Arnhem in deze locatie plaats heeft gevonden. Ook gaf hij aan dat deze Pasar ook de komende jaren zal worden georganiseerd in Arnhem. Op zijn vraag aan het publiek of dit een goed idee was en dat de huidige editie goed was bevallen ontving hij een staande ovatie. Duidelijker kan het Arnhemse publiek niet zijn!

10897334661?profile=original

Chris was heel duidelijk in zijn dankwoord aan de crew van Stellar Events: “Dit is alleen mogelijk met de inspanning en loyaliteit van mijn crew, ik dank het daar hartelijk voor!’
Een mooie afsluiting van een mooi evenement.

John van Hese

27 juni 2016

Lees verder…

10897327272?profile=original"Doe-boek” probeert praten over Indië gemakkelijker te maken          Door:  Lilian Visser

Eenvoudig op zoek gaan naar je Indische roots. Het lijkt een moeilijke kwestie. Dit boek “Istori Kita, jouw familiegeschiedenis”, doet hier toch een poging toe. In heel veel Indische gezinnen werd niet of nauwelijks gesproken over het verleden. Het leven in de Jappenkampen, de dwangarbeid en de Bersiap-periode, gevolgd door de “vrede” die ontaardde in een dekolonisatie-oorlog. Over de traumatische jeugd van kinderen in de vrouwenkampen. Simone Berger, dochter van een Indische vader (1940) maakte daarom  “Istori Kita” (onze geschiedenis), een boek dat generatiegenoten moet helpen om gemakkelijker met hun ouders te praten over het verleden van Nederlands-Indië. Aan de hand van bijzondere afbeeldingen en verhalen komen herinneringen weer tot leven. De onderwerpen variëren van zoete jeugdherinneringen tot de verschrikkingen van de Japanse bezetting. Lilian Visser, redactrice bij Historiek.net interviewde de auteur: Simone Berger.

Trauma’s   van  de  eerste generatie

Wat zijn de trauma’s van de eerste generatie uit Nederlands-Indië en waarom vinden zij het zo lastig om erover te praten?  

Tijdens de erbarmelijke, zware en mens-onterende omstandigheden tijdens de bezettingsjaren – waar mensen in interneringskampen zaten of als dwangarbeider tewerk gesteld werden aan bijvoorbeeld de Birma-Siam spoorweg of in fabrieken in Japan – zijn vele families jarenlang uit elkaar gescheurd. En na de zogenaamde bevrijding op 15 augustus begon een vier jaar durende dekoloni-satie-oorlog, met aan het begin daarvan de gruwelen van de Bersiap. Hierdoor was het voor de Indische Nederlanders bijna onmogelijk om terug te keren naar hun leven van voor de oorlog. Na de zo vurig verlangde bevrijding kwam als een mokerslag een periode van angst en chaos, veel bloedvergieten en de onzekerheid wie je vriend of je vijand was.

De verhoudingen waren veranderd en de Indische Nederlanders waren gedwongen te vertrekken uit hun zo geliefde geboorteland en kwamen berooid aan in een land dat na een even zo gruwelijke Duitse bezetting in wederopbouw was. Een land dat op dat moment de Indische mensen kon missen als kiespijn. Dit heeft velen die toch al ernstig beschadigd en getraumatiseerd waren, geen of nauwelijks ruimte en mogelijkheden gegeven om hun eigen trauma’s en ingrijpende gebeurtenissen te verwerken. Hun motto werd: aanpassen!

 10897336058?profile=originalTekening van Hetty Ansing

Tijdens mijn jeugdjaren werden door mijn opa voornamelijk leuke en stoere anekdotes verteld. De diepere lading achter dit soort verhalen vertelde hij pas toen ik volwassen was. Ik realiseerde mij dat mijn vader – in tegenstelling tot mijn eigen stabiele en fijne jeugdjaren – de eerste twintig jaren van zijn leven zich in een onstabiele, angstige en onrustige omgeving afspeelde. In die eerst voor een kind zo belangrijke jaren, kende hij geen normaal gezins-leven en was ere geen vader-figuur. In zijn jeugd kende hij slechts gevangenschap in een Jappenkamp met schreeuwende bewakers, sadisme en het altijd maar moeten buigen voor iedere Jap die je tegenkwam.

Door gesprekken tijdens en na mijn middelbare schooljaren met vrienden en vriendinnen met een Indische of Molukse achtergrond, voelde ik ook dat het vaak het karakter van mensen nadelig had beïnvloed. De tweede generatie leerde daarmee rekening te houden en stelde dus thuis geen vragen meer. Gelukkig heeft mijn vader toch redelijk veel verteld, waardoor ik van jongs af aan begreep dat hij zeer ingrijpende dingen had meegemaakt.

U geeft ook lezingen. Wat voor problemen komen daar naar boven van de tweede generatie?

Dat is heel divers. De een heeft ouders die altijd al veel verteld hebben en hebben dit soms ook in boekvorm vastgelegd. Anderen daarentegen verzwegen heel veel en werd je geacht om onopvallend door het leven te gaan om je ouders zo min mogelijk te irriteren. Verwachtingen werden overgedragen, emoties werden niet geaccepteerd, de pijn en    het verdriet en frustratie werden afgereageerd op partners en/of kinderen. Het helpt enorm als er meer begrip is. Dan kun je bepaalde dingen beter accepteren. Voor sommige mensen is het zelfs zo belangrijk om te begrijpen wat de ouder heeft doorgemaakt, zodat je je ouder kan begrijpen en vergeven. Daarmee kunnen ze dan verder in het leven.

De na-oorlogse generatie is opgevoed door ouders die veelal getraumatiseerd waren en daardoor nauwelijks een gezins-structuur hebben meegemaakt. Maar dit kan van persoon tot persoon verschillen. Heel veel voorkomend is zwijgende ouders, onbesproken geheimen, het afreageren van frustratie door geestelijk of lichamelijk geweld, hoge eisen stellen aan de kinderen, autoritair gedrag. Dit alles leidde tot de houding van “Je kunt je maar beter schikken in hun zwijgzaamheid en verder geen vragen stellen, want intuïtief realiseerde je je dat dat in verkeerde aarde zou vallen”.

Kunt u aangeven wat de opbouw van het boek is en waarom dit  het ophalen van de familie-geschiedenis makkelijker maakt?

Als je weinig weet of in een impasse zit, heb je een “opening” nodig. Door diverse interviews en gesprekken merkte ik dat je door gerichte vragen of door verhalen “een gezicht” te geven – door via internet de school mof ziekenhuis waar je ouder geboren is te laten zien – de een gevoelige snaar raakt en daardoor in gesprek kan raken. Vaak wil de ouder wel over de leuke en plezierige dingen praten. Met mijn boek probeer ik op deze manier de zintuigen te prikkelen: de neus ruikt weer die vertrouwde geuren, de ogen zien weer die felle zon en de bonte kleuren van die weelderige tropische natuur. Vraag gewoon aan je ouder wat hij met een “ketip” (een dubbeltje) deed en je

10897336085?profile=originalKinderbedje met klamboe

krijgt de leukste verhalen. Dan zie je opeens dat jouw (groot)vader ook een gewone kwajongen was die doldwaze streken uithaalde. Door vragen te stellen die laag-

drempelig zijn en waar je ouder met plezier over kan vertellen, raak je weer in gesprek en maak je herinneringen weer levend. Je ouder merkt dan ook dat hun kind interesse heeft in wat verteld wordt. De generatie die alles aan den lijve heeft meegemaakt is nu op zeer hoge leeftijd en vaak is er dan meer behoefte om terug te blikken en over die jaren te vertellen.

Kunt u een thema uitlichten, waarvan de antwoorden belangrijk zijn voor de tweede generatie?

Het boek eindigt met het thema: “Tastbare herinneringen” zodat je altijd weer wat het verhaal is achter de spullen die in hun huis staan en tijdens de overtocht zijn meegekomen. Het boek sluit met doorgeven en herdenken, zodat je aan jouw ouders kan vragen wat ze graag willen doorgeven en waar ze blijvende waarde aan hechten. Dat zijn belangrijke thema’s die invloed kunnen hebben op hoe bewust we met de erfenis van onze (groot)ouders zullen omgaan en dit weer overdragen aan onze eigen kinderen.

10897336662?profile=originalBent u niet bang dat u met het boek onverwerkt verdriet weer boven brengt en daardoor familie-relaties in gevaar brengt?

In eerste instantie worstelde ik lang met de vraag of ik wel vragen kon stellen over die bezettings-jaren en die gruwelijke periode daarna. Nadat ik het gedeelte had afgerond met de leuke en plezierige dingen, die vaak laagdrempelig zijn, besefte ik dat de lezers die vragen stellen aan hun eigen ouders en grootouders, met lege handen zouden komen staan, als ik er geen informatie aan zou toevoegen over deze periode. Het doel van mijn boek en mijn oprechte wens is dat het boek voor velen een hulpmiddel wordt die het “grote stilzwijgen” doorbreekt. Voor in het boek begin ik met “Werkwijze en tips”, waarin ik uitleg dat het belangrijk is om zelf aan te voelen of je het gedeelte over de bezetting en Bersiap wilt bespreken en je hiermee erg zorgvuldig mee om dient te gaan. Uiteindelijk kan je er ook toe besluiten om dit geel “dicht” te laten. Of je kunt je zelf een beeld vormen door met sites en boeken die ik aanreik, verder te zoeken, zodat je je ouder hiermee niet onnodig belast.

Kun je het boek ook gebruiken als je ouders er niet meer zijn?

J10897336855?profile=originalazeker. Ook al kun je je ouders geen vragen meer stellen, dan kun je aan oudere broers of zussen of ooms en tantes die vragen stellen. Tevens biedt het boek veel infor-matie en bijzonder beeldmateriaal over hoe het leven in Nederlands-Indië eruit zag. De gedeeltes   over de dekolonisatiejaren geven informatie over grote markeringen in de geschiedenis die je kunnen helpen meer begrip te tonen waarom jouw ouders hun geboorteland hebben verlaten en hebben besloten om te zwijgen over wat zij hebben meegemaakt. En ik geef veel tips; sites die je kunt raadplegen, boeken die je kunt naslaan. Met behulp van het internet en bepaalde boeken kun je heel veel zelf achterhalen.

In de bijlage van het boek is een uitgebreide verwijzing naar sites en boeken. Bij verschillende hoofdstukken wordt ook verwezen naar interessante boeken die meer achtergrond-informatie kunnen geven. Er is ook een website    met Indische kranten. Met je familienaam en initialen kun je soms je ouders verrassen met bepaalde informatie, waarover zij nooit hebben verteld. Een naam terugvinden is voor sommige families heel belangrijk. De site van de oorlogsgravenstichting heeft onder andere een lijst     met namen van slachtoffers die tijdens de zeetransporten zijn omgekomen. Maar ook is er bijvoorbeeld een overzichtskaart van de meeste gevangenissen en interneringskampen en van de 23 grootste scheepsrampen tijdens de zeetransporten.

Is het boek ook interessant voor mensen zonder roots in Indië, die geïnteresseerd zijn?

Absoluut. Als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Indië, is dit een prettig en leerzaam boek met unieke illustraties. Tevens biedt het in beperkte zin de chronologie van de na-oorlogse periode en de diverse “golven” van hun vettrek naar Nederland. Ook kan het je stimuleren om na te denken welke illustraties je zou kunnen gebruiken die afgestemd kan zijn op de geschiedenis van je eigen familie die wellicht in Indië is opgegroeid en hoe je de zintuigen kunt prikkelen en om met bepaalde “kunstgrepen” de verhalen van je (groot)ouders kunt triggeren.

Bron: http://historiek.net.

Lees verder…

Nederlandse Veteranendag 2016

10897334859?profile=original

Nederlandse  Veteranendag 2016

Meer dan 90.000 belangstellenden hebben vorig jaar de Nederlandse Veteranendag bezocht. De eerste draaginsignes voor VN-militairen werden uitgereikt. Een nationaal evenement, waar heel Nederland haar meer dan 117.000 veteranen bedankt die zich hebben ingezet voor vrede, nu en in het verleden Op 25 juni 2016 is de volgende Nederlandse Veteranendag, waarvan in dit artikel een kort overzicht van de festiviteiten en het programma van de Nationale viering in Den Haag.

Nationaal  defilé  en vliegshow

Zoals elk jaar vindt er rondom het Regeringscentrum Binnenhof en Hofvijver een groot defilé plaats. Hieraan nemen meer dan 5000 veteranen en militairen deel, gevolgd door een grote stoet    van historische en hedendaagse militaire voertuigen.

10897335058?profile=originalIn de Ridderzaal is een besloten bijeenkomst van veteranen en genodigden. Een ceremonieel gebeuren in aanwezigheid van de Koning, de Minister van Defensie en andere leden van Het Kabinet en Tweede Kamer, waarbij weer de jaarlijkse onderscheidingen die bij de veteranen zullen worden opgespeld. Toespraken, muziek  en voordrachten zullen deze ceremonie completeren.

10897335286?profile=originalFestival op het Malieveld

De hele dag van 9.00 tot 17.30 uur is het Malieveld 'open'. Om wat te eten, te drinken of te luisteren naar een optreden van de Boston Tea Party en een concert van de Koninklijke Militaire Kapel. Verder de presentatie van de Veteranen Top 50. Op het Malieveld kunt u persoonlijk met veteranen in gesprek gaan. Praatmet ze over hun ervaringen, over de lessen uit het verleden, over actuele missies en over wat ze nu doen in het dagelijks leven. De veteranen zijn benieuwd naar uw vragen en reacties. Ze staan u graag te woord. Let ook op de speciale programma's waaraan veteranen zelf meedoen en speciale kinderprogramma's.

Op het Malieveld staan bovendien grote videoschermen opgesteld  via welke alle ceremoniële onderdelen en festiviteiten van deze Veteranendag te volgen zijn. Verder op het Malieveld een Kidscorner, een vliegsimulator, een klimmuur, een Wall of Honour en zullen in diverse stands een aantal Nederlandse Musea zich presenteren.

Programma Veteranendag

10.20 uur, Ridderzaal

In aanwezigheid van Koning Willem Alexander, Minister van Defensie Hennes en Minister President Rutte zullen onder andere toespraken en voor-drachten worden gehouden ter ere van militairen die zich voor de vrede in diverse conflictgebieden hebben ingezet. Deze ceremonie wordt gevolgd door de uitreiking van medailles op het Binnenhof om ongeveer 11.30 uur.

13.15 uur, Nationaal defilé en Vliegshow

Meer dan 5000 veteranen en militairen zullen met een aantal muziekkorpsen defileren voor de Koning, die deze vanaf een podium op de Kneuterdijk zal afnemen. De militairen worden gevolgd door een grote collectie aan antieke en hedendaagse militaire voertuigen. De antieke voertuigen worden in puike conditie gehouden door de vereniging: “Keep them Rolling” (www.ktr.nl). Tijdens dit defilé zal er een Fly-by plaatsvinden van een aantal antieke en moderne vliegtuigen en helikopters.

Overzicht van het festivalterrein op het Malieveld

9.00 tot 17.30 uur Programma Malieveld

Gedurende de gehele dag is er een groot festival gaande op het Haagse Malieveld, met veel muziek,   eten,  drinken   en   tal  van

attracties voor iedereen. Zo is er een leuke Kidscorner, een vlieg-simulator en een klimmuur.

Podiumprogramma van 11.00 tot 17.00 uur: Doorlopende optredens van diverse artiesten, met onder andere Veteraan Dennis Kroon en zangeres Renee van Bavel. Het podiumprogramma en daarmee  de veteranendag 2016 wordt afgesloten door een spetterend optreden van de Kon. Militaire Kapel  “Johan Willen Friso”.

 

Voor mindervaliden, rolstoel-gebruikers en begeleiding zijn  er speciale pendelbussen, die rijden vanaf Station Den Haag Centraal naar het Binnenhof (8.00 – 9.15 uur op aanvraag ter plaatse) en het Malieveld (8.00 – 11.15 uur en retour 15.30 – 18.00 uur). Men kan   zich   hiervoor   aanmelden   bij: Sticht. Nederlandse Veteranendag,

 

 

Veteranen van de toekomst (?) aan de boterham....

 

 

Frederikskazerne, (gebouw 104, kamer 002), van Alkemadelaan 786, 2597 BC Den Haag, Tel: 070- 3164215. www.veteranendag.nl.

E-mail: info@veteranendag.nl.

 

_______________________________  

Lees verder…

10897338671?profile=original

Het Verzet in Nederlands-Indië  (2)           Door:  Drs. Humphrey de la Croi

In deel 1 van deze vijfdelige serie over het Indisch verzet, is kort samengevat hoe het verloop is geweest van de verzetsactiviteiten in bezet Nederlands-Indië. Ik ben ingegaan op het gebrek aan steun van de Indonesische bevolking   en haar coöperatieve houding tegenover de Japanners, het succesvolle opereren van Japanse en Indonesische inlichtingen-diensten en het gebrek aan professionele verzetsdeelnemers, die vooral werden gedreven door het idee van een spoedige bevrijding. Ter illustratie van een grotere verzetsgroep die ken-merkend was voor het Indisch verzet heb ik de groep-Meelhuysen genoemd, geformeerd in Soerabaja rond kapitein W.A. Meelhuysen.

Deze verzetsorganisatie werd uiteindelijk al vanaf december 1942 onttakeld door de Japanners en definitief uitgeschakeld in het voorjaar van 1943.

Dit tweede deel benut ik vooral om meer voorbeelden te geven van, in het bijzonder kleinschalig verzet op verschillende plaatsen in bezet Indië. De bronnen zijn uit  de eerste hand verkregen uit gesprekken met voormalige verzetsdeelnemers. Om redenen van privacy zullen deze voorbeelden voorlopig anoniem blijven.

.

Mogelijk dat binnen afzienbare termijn de namen bekend worden gemaakt. In deze bijdrage zal ik ook ingaan op verzetsactiviteiten buiten Java. Al zal het duidelijk zijn dat vanwege de aanwezigheid van Indo’s op vooral Java, dáár veel verzet was gesitueerd. We zullen zien dat   om strategische en soms ook “toevallige” redenen verzet is geboden op met name Sumatra, Celebes (Sulawesi), de Molukken en Nieuw-Guinea.

Sumatra

Generaal-majoor R.T. Overakker, de territoriaal commandant van Midden-Sumatra, gaf zich op 28 maart 1942 over aan de Japanners.

Een alternatief plan om, samen met kolonel G.F.V. Gosenson (territoriaal commandant Atjeh en Sumatra’s Oostkust) vanuit de Alas-vallei de strijd voort te zetten tot de Geallieerden zouden terugkomen, was achterhaald door de snelle opmars en overmacht van de vijand. Een groep rond kapitein J. Dormolen en luitenant H. van Zanten heeft het bevel door te vechten in daden omgezet, al was het maar tot respectievelijk april 1942 en maart 1943.
Generaal Overakker had wel degelijk een scenario opgesteld   in geval van een snelle val van   de Indische strijdkrachten. Hij rekende met name op de Molukse soldaten dat ze de komst van de bondgenoten zouden voor-bereiden. Een groep Molukkers vormde een organisatie die als Sapoe Tangan Merah, Rode Zakdoek, bekend werd. Molukse soldaten hadden als talisman in de strijd een rode zakdoek bij zich. In de te voeren guerrilla was de zakdoek het unieke herkennings-teken. Naast Molukse deden ook Menadonese, Timorese en Indo-Europese ex-militairen mee met de organisatie. Enige tijd na de capitulatie werden inheemse (met name Molukse) en Indo-Europese krijgsgevangenen vrijgelaten; zij waren immers mede-Aziaten. De bezetter trachtte zo hen voor zich te winnen, maar verkeek zich echter in hun loyaliteit aan de Nederlanders. Deze vrijlating vond pas plaats vanaf mei 1942. Het heeft niet zichtbaar geleid tot intensivering van verzetsacties; integendeel. Menselijkerwijs waren de meeste vrijgelaten krijgs-gevangenen blij dat ze naar hun gezinnen konden terugkeren; daar lag nu hun eerste prioriteit.

Verzetsgroep-Van Dormolen

Kapitein J. van Dormolen heeft na de capitulatie de strijd nog voortgezet totdat hij zich tot 24 april 1942 te Pematang Siantar (Noord-Sumatra) overgaf. Een drietal Molukse soldaten zou zich bij hem hebben aangesloten. Deze verzetsgroep telde ongeveer 150 man, de grootte van een compagnie. De drie genoemde soldaten A.P.L., C.S. en J.L.P. hebben elkaar ontmoet op 14 februari 1942 te Laodjohor. Het detachement van A.P.L., komende uit Rengat Indragiri voegde zich na terugtrekking bij de groep van Van Dormolen, waartoe de andere twee behoorden. De drie Molukkers hebben tot 5 april 1942 doorgevochten. Op die dag gaf kapitein Van Dormolen hun het bevel hun uniformen te verbranden en de wapens onklaar te maken en in een rivier te gooien. Ze mochten van hem teruggaan naar hun gezinnen of familie.

Een belangrijk moment in de strijd was de aanval op een Japanse kolonne die op 28 maart 1942 in de kampong werd ingezet. Daarbij zouden 62 Japanners zijn gedood, terwijl de KNIL-ers slechts twee gewonden telden: sergeant J. Kok en de Ambonese mitrailleur-schutter Sinai. Ook A.P.L deed mee aan het gevecht.

10897338884?profile=originalKoos Ayal met 10 van de 17 over-levenden van de groep-Kokkelink in kamp Wacol (Aus.), jan. 1945

De groep-Van Dormolen had als opdracht de opmars van de Japanners vanuit het zuiden zo   te vertragen, zodat generaal Overakker zich ‘georganiseerd’ kon terugtrekken uit Atjeh. De aanval op 28 maart had veel van de groep gevergd en het deed de Nederlanders beseffen hoe sterk de vijand was, ondanks de geslaagde aanval. Kapitein Van Dormolen besloot daarom de streek ter verlaten en noordwaarts te gaan. Hij veronderstelde dat Overakker daar nog onverminderd standhield en versterking welkom zou zijn. Achteraf gezien is juist bekend dat op 28 maart Overakker zich aan de Japanners had overgegeven.

In de dagen   tot 5 maart moest de groep verder in de zware omstandigheden van het tropisch regenwoud, door bergachtig terrein en de twee gewonden moesten worden meegevoerd. Het moreel van de manschappen stond nog eens onder zware druk. Daarom besloot Van Dormolen hen terug te laten keren naar huis. Wèl zouden ze paraat moeten blijven in afwachting van de terugkeer van de Geallieerden en dan zouden zij de vijand in de rug moeten aanvallen. De soldaten gingen een moeilijke tijd tegemoet; de bezetter zou wantrouwig zijn, er was de dreiging van razzia’s en dwangarbeid en niet in het minst moesten ze hun kost verdienen omdat hun vaste inkomsten er niet meer waren. Ze gingen toen op het land groenten en rijst verbouwen. Op 21 september 1943 arresteerden de Japanners C.S. en J.L.P. op beschuldiging van spionage voor de Amerikanen. Zij zouden zijn verraden door een Javaan, een zekere Marto. Ook A.P.L. kwam in de gevangenis terecht en moest martelingen ondergaan. Hij werd ten slotte veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf.

Van 22 september 1943 tot 30 augustus 1944 verbleef hij in     de gevangenis in Rengat Indragiri en van 31 augustus 1944 tot en met 5 september 1945 zat hij gevangen op het eiland Taloek Kwantang. C.S. en J.L.P. waren zijn medegevangenen.

Kei-eilanden

Ook wel de Zuid-Oost Molukken en gelegen ten zuidwesten van Nieuw-Guinea. De eilandengroep telde voor de oorlog ongeveer vijftigduizend mensen.

De bekendste eilandengroepen zijn Noehoejoet, Groot-Kei en Noehoerowa, Klein-Kei. Het bestuurlijk centrum bevond zich in Toeal op het eiland Kei Doelah. Vanaf het einde van de negentiende eeuw was als gevolg van zending en missie de Islam teruggedrongen en was een protestants en een katholiek deel ontstaan. Deze vormden twee-derde van de gelovigen; eenderde was Moslim gebleven.

De eilandengroep was een van de laatste gebieden waar de Japanners zouden arriveren. Vooral in de eerste maanden vanaf de capitulatie van het KNIL kwamen er burgers en militairen aan die wilden doorreizen naar Australië, dat niet heel ver meer weg lag. De hoogste ambtenaar, dr. Th. Nieuwenhuizen, wilde de eilanden zich laten voorbereiden op de Japanse aanval. Maar er waren slechts tientallen militairen en vanuit Australië waren er te weinig schepen daarvoor. Toch lukte het om in juli 1942 enige tientallen soldaten op de been te brengen in Toeal. Stellingen werden aangelegd, de veldpolitie kreeg een korte training en van Ambon gevluchte Keiese soldaten werden opgeroepen mee te doen. Door gebrek aan mensen werden hulpsoldaten gerecruteerd uit de Islamitische bevolkingsgroep. Deze deden o.a. dienst op uitkijkposten. Zij zouden later de Japanners helpen in hun opmars. De Moslims op Kei voelden zich altijd achtergesteld door het bestuur en de christelijke bevolking. Tijdens de Japanse bezetting namen ze hiervoor wraak.
De Japanners arriveerden in de nacht van 29 op 30 juli 1942 ten noorden van Kei Doelah. Ze trokken zonder tegenstand te ondervinden Toelah binnen, daarbij geholpen door Islamitische Keiezen. Vlak daarop volgde echter nog een gevecht met de verdedigers van de stad, waarbij nog tientallen Japanners werden gedood. Na inzet van artillerie en scheepskanonnen, bezweek het detachement en trok zich terug in de bossen.

De bezetter is zich op Kei te buiten gegaan aan veel geweld tegen de Europeanen. Met name zusters en broeders van de missie werden het slachtoffer. Ze waren eerder eenvoudigweg als vijanden door Islamitische Keiezen aan-gewezen.

De geestelijke bedienaren werden zonder proces geëxecuteerd op het strand. Onder hen o.a. monseigneur Aerts. In totaal werden dertien missionarissen gefusilleerd. Jongens van de kampong moesten de lijken de zee inslepen. Enkele paters wisten te ontsnappen: Bedeaux en Van Lith. Zij kwamen aan op Kei Tanimbar. De Japanners kwamen dit te weten en dreigden vrouwen en kinderen te doden wanneer ze zich niet meldden. Dat deden ze en   ze werden overgebracht naar Langgoer, waar ook andere paters nog in leven bleken te zijn: Van Rooyen, Goosens en Van Haren. Een pater De Grijs had het niet overleefd na te zijn gevonden door de bezetter. De vijf overgebleven missionarissen mochten blijven leven na tekenen van een verklaring van niet anti-Japans zijn.

10897339460?profile=originalOud-verzetsdeelneemster Koos Ayal tijdens de bijeenkomst ter ere van het Indisch verzet. Bronbeek 27 april 2012.

Foto: H. de la Croix

De grootste tragische gebeurtenis op de Kei-eilanden was de veroordeling op 22 april 1994 van

39 mannen en drie vrouwen die werden beschuldigd van verzets-activiteiten. Waarschijnlijk zijn het Islamitische medebewoners die hen hebben aangegeven bij de bezetter. Van deze personen kregen 39 de doodstraf. De executie was op 24 mei 1944 op het eilandje Kilwik, bij Toeal. Van de mannen werden er 34 onthoofd, twee vrouwen werden gefusilleerd. De drie anderen waren ziek achtergebleven maar op 10 juni 1944 maakte en Japanse arts een eind aan hun leven.

Het verzet op Kei

De in Lerolim op Noehoerowa (Klein Kei) op 14 februari 1926 geboren P.R. moest bij Langoer werken aan de aanleg van een vliegveld. Een zwaar karwei waarbij bomen moesten worden gekapt en de bodem geëgaliseerd. P.R. vluchtte zodra hij daartoe de kans zag, maar werd achterhaald, zwaar mishandeld en opnieuw tewerkgesteld. Zijn belangrijkste verzetsdaad was het in brand steken van de verblijven van de tewerkgestelden in de kampong Sertean. Door deze brand zouden geallieerde vliegtuigen de posities van de Japanners te weten komen en bombarderen.

Volgens P.R. leidde dat tot aanzienlijke verliezen, maar dit is niet bevestigd in aanwezige rapportages of logboeken. Wel     is er een getuige, een Keiese KNIL-er die de brand heeft meegemaakt. Deze getuige is   een van de medevluchters geweest die weer werden opgepakt. P.R. zou tot zijn daad zijn overgegaan op verzoek van een voor de Geallieerden spionerende Japanner. Dit feit is evenmin bevestigd door officiële bronnen. Met P.R. is het nog goed afgelopen ondanks de zware mishandelingen tijdens verhoren nadat hij werd opgepakt.

De aanleg van het vliegveld bij Langoer maakte deel uit van het plan er drie aan te leggen: bij Faan en Letfoean. Het oorlogs-verloop ten nadele van de Japanners noodzaakte hen de luchtmachtonderdelen te concen-treren op de Kei-eilanden. Voor de aanleg van de vliegvelden werden alle mannelijke bewoners tussen de 15 en 45 jaar gedwongen tewerkgesteld. De werkers verbleven in bewaakte en omheinde kampementen. Ze werden slecht behandeld en mishandeling was regel. Het voedsel was slecht, vaak bedorven en te weinig. De omstandigheden waren zondermeer mensonterend.

Toch was er dermate veel loyaliteit aan de Nederlanders dat er pogingen waren verzet te bieden, vaak passief door traag te werken, soms actief met sabotage. Zo maakten sommigen gebruik van de paniek tijdens en na een bombardement door de bondgenoten, door vliegtuig-benzine in brand te steken. Soms werden ook gebouwen en installaties daardoor vernield. Een ander voorbeeld van verzet was het geven van seinen bedoeld voor geallieerde vliegtuigen.
Concluderend kan worden gesteld dat verzetsactiviteiten op Kei nadrukkelijk in de context van de gedwongen arbeid plaatsvonden.

Dus gericht op de directe omgeving: het kamp, het ontgonnen terrein en vervoers-middelen. Maar ook in de vorm van signalen proberen te geven voor Geallieerde vliegtuigen. Dit bleek enige keren succes te hebben omdat er inderdaad daarna werd gebombardeerd. Het verzet op Kei was dus beperkt tot de locaties van de dwang-arbeiders; over breder verzet in de eilandengroep is niet veel bekend. Het is aannemelijk dat de bezetter het verzet “groter hebben gemaakt” teneinde hard optreden

te rechtvaardigen en loyale Moslim-Keiezen te prikkelen tot medewerking. De strategische positie van de eilanden mocht niet worden ondermijnd.

Nieuw-Guinea

Ook op het erg dunbevolkte en grotendeels nog onbekende Nieuw-Guinea is verzet geweest tegen de Japanners. De Japanners landden op 1 en 2 april 1942 op respectievelijk Fakfak en Babo op het Noordoostelijke schiereiland genaamd Vogelkop. De hoofdstad Manokwari viel op 12 april 1942  in handen van de vijand. Een groep van rond 60 man geleid door de commandant van het KNIL in Manokwari kapitein J.H.B. Willemsz Geeroms trok de jungle in; onder hen sergeant M.C. Kokkelink en later sloot zich daarbij een vrouw aan, ‘tante’ Koos Ayal. Op 15 november 1942 werd de groep aangevallen door de vijand en vijf leden sneuvelden.

Een periode van vluchten en zoeken van veilige plekken volgde gedurende twee en een half jaar. Gevaar was ook te duchten van Papua’s die een beloning van één gulden kregen voor iedere dode  of levende verzetsdeelnemer. De

zware omstandigheden van het tropisch regenwoud eisten hun tol. Ziektes als beri-beri en dysenterie sloegen toe; het voedsel was  bijna op en de gevechtskracht verdween. Slangen, hagedissen, larven dienden als eten. De discipline en het moreel van de groep kwamen onder zware druk te staan. Het kwam zelfs tot de executie van de Javaanse soldaat Saddat.

Hij saboteerde een wapen uit wraak voor een niet toegekende promotie. De groep koos uit haar kring ter plekke een krijgsraad die het vonnis uitsprak. Van de groep zouden 46 leden het niet redden door sneuvelen, ziekte, executie, kannibalisme inheemse bevolking, gevangenneming en executie, desertie en capitulatie. Kapitein Willemsz Geeroms redde het uiteindelijk mentaal niet meer en kwam in handen van de Japanners nadat dezen half april 1944 een aanval op de groep hadden uitgevoerd. De commandant zou later worden onthoofd. Koos Ayal slaagde erin te ontsnappen; evenals sergeant Kokkelink, die het commando overnam. Deze kleine groep van 16 militairen    en Koos Ayal zou uit handen van de Japanners blijven en slaagde erin contact te maken met een   uit Australië gedropte groep parachutisten (een zogeheten NEFIS-party). Toen werden ze overgebracht naar Australië per vliegtuig. De party had samen  met behulpzame Papoea’s een landingsstrip aangelegd. Dit alles speelde tussen 22 september 1944 en 4 oktober 1944. Sergeant Kokkelink werd kort daarop uitgezonden naar de inmiddels bevrijde Vogelkop van Nieuw-Guinea om verkenningsmissies uit te voeren en interneringskampen te bevrijden. Mauretz Christiaan Kokkelink zou bij Koninklijk  Besluit no. 17 van 12 april 1945 onderscheiden worden als Ridder in de Militaire Willemsorde.

Overig verzet op Nieuw-Guinea

De Molukse heer M.E. woonde als politieman van 1935 tot april-mei 1942 op Nieuw-Guinea, eerst in Fakfak en daarna in Babo. Op de dag van de capitulatie van het KNIL was hij in het gebied ten zuiden van Babo, in de regio Mimika te Oeta. Daar zouden de Japanners niet landen. Wel was er destijds het gerucht dat dat ging gebeuren. Op basis van dit gerucht vluchtte M.E. richting Fakfak, maar dit ontkrachtte hij later. De KNIL-militairen op Nieuw-Guinea werd de opdracht gegeven zich terug te trekken in de binnenlanden en de strijd voort te zetten. Deze opdracht was afwijkend ten opzichte van alle andere eenheden vanaf het moment van de capitulatie. Ook M.E. voelde het als zijn plicht door te gaan: hij spreekt van een dienstbevel, dapet printah. In april-mei vertrok hij naar het meer in het oosten en binnenland gelegen Wisselmeren om de post van het Binnenlands Bestuur te zoeken waar controleur dr. J.V. de Bruijn zou zijn. Deze groep was 53 man groot. Na contact te hebben gemaakt stuurde De Bruijn M.E. samen met andere politiemensen, naar Merauke om daar de strijd voort te zetten. Dat betekende een tocht naar de oostgrens van Nederlands Nieuw-Guinea en geheel Indië; een afstand van 700 km door bergen en jungle. M.E. en vijftien andere politiemensen zouden formeel militair worden en in Australië een opleiding gaan volgen. Deze groep zou deel gaan uitmaken van het zogeheten Papoea-bataljon dat vanaf eind 1944 werd gevormd in Hollandia. Half 1942 werd de groep per schip naar Melbourne gebracht. Het schip was een Nederlandse olietanker die in maart 1942 uit Babo wist te ontsnappen.

10897339491?profile=originalPapoea bataljon

De opleiding tot infanterist nam 8 maanden in beslag en vond plaats in kamp Casino. M.E. werd later ingedeeld in de 2e compagnie   van het 1e KNIL-bataljon. Deze eenheid werd toegevoegd aan de Australische 9e Divisie die later op het eiland Morotai kwam en van daaruit op 1 en 2 mei 1945 landde in Tarakan aan de Oostkust van Borneo.

Het relaas van M.E. is niet zozeer een verzetsdaad in de letterlijke en direct zichtbare zin, zoals      het leggen van mijnen, laten ontsporen van treinen en dergelijke, maar het voortzetten van de strijd na de overgave. Toch is het verhaal van M.E. een typische dat samen met alle letterlijke verzetsactiviteiten wordt aangeduid als het Indisch verzet. Ten slotte zou het na het leggen van het contact met dr. De Bruijn zo hebben kunnen lopen dat M.E. bij die groep was gebleven om zo de Geallieerden over een contact in een strategisch belangrijk deel van bezet Indië te laten beschikken.

Samenvattend

In de Grote Oost zoals het uitgestrekte gebied bestaande uit de Molukken en Nieuw-Guinea werd genoemd, zijn er verzets-activiteiten op kleine schaal geweest. Maar niet onbelangrijk omdat de regio voor de Geallieerden van groot militair-strategisch belang was. Dat bleek ook vanaf 1943-1944 toen de oorlogskansen duidelijk keerden ten gunste van de bondgenoten en Japan het alsmaar moeilijker kreeg. De contacten op de Molukse eilanden en Nieuw-Guinea bleven schaarse en des te belangrijker waarde hebben voor de inlichtingendiensten van de Geallieerden. Regelmatig werden door de NEFIS (Netherlands Forces Intelligence Service) speciale verkenners gedropt, de zogenaamde party’s. Samen met de lokale contacten bereidden ze de weg voor de latere invasies van de verschillende eilanden.

Wordt vervolgd

Lees verder…

De aanval op Nederlands-Indië

De aanval op Nederlands-Indië

10897333469?profile=original


De Japanse “Senshi Sōsho” (“oorlogsserie”) telt 102 delen, samengesteld door het Japanse Instituut voor Militaire Historie. Daarvan gaan er twee over de invasie van Nederlands-Indië in 1941-1942. Het eerste deel betreft de verovering van Nederlands-Indië, eindigend met de capitulatie van het KNIL op Java. Het tweede deel betreft de maritieme operaties in en om de Indonesische wateren, waaronder de slag in de Java zee, eind februari 1942.

Dankzij financiële steun van de Corts Foundation werd de vertaling van het eerste deel – in het Engels getiteld ‘The Invasion of the Dutch East Indies’ – op 21 september 2015 in Leiden gepresenteerd. De vertaler Willem Remmelink, voorheen lange tijd directeur van “Japan-Netherlands Institute” in Tokyo, hield de volgende inleiding.

De Tweede Wereldoorlog heeft diepe littekens achtergelaten in zowel de Nederlandse, de Indonesische als de Japanse samenleving. De reacties hierop zijn echter nogal verschillend.

In Nederland is de aandacht vrijwel uitsluitend gericht op de slachtoffers: de burgergeïnter-neerden, de krijgsgevangenen aan de Birma of Pakan Baroe spoorlijn, en natuurlijk de troostmeisjes.

In Indonesië ligt de focus niet op de Japanse bezetting, hoe zwaar deze ook was en hoevelen ook het leven hebben gelaten, als romusha of vanwege het onverstandig economisch beleid van het militaire bestuur. In Indonesië ligt de focus nog volledig op de Proklamasi, het uitroepen van de onafhankelijk-heid. De Japanse bezetting krijgt slechts zeer summiere aandacht. Er zouden ook ongemakkelijke vragen kunnen worden gesteld, zoals die naar de rol van Soekarno tijdens de Japanse bezetting. Aangezien Indonesiërs in het algemeen conflicten trachten te vermijden, wordt de val van de Nederlands-Indië en de Japanse bezetting tot niet meer gezien dan een opmaat naar de onaf-hankelijkheid.

De Japanse visie

In Japan is de reactie nog ingewikkelder. Voor heel veel Japanners is het Tokyo Tribunaal en de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, deze laatste beschouwd als gruwelijker misdaad dan alles wat het Japanse leger ooit heeft begaan, het einde van de discussie. Anderen echter pleiten voor een meer serieus debat over de politiek van de jaren ’30 en de Japanse rol tijdens de oorlog. Helaas is deze discussie volledig gepolitiseerd en de deelnemers worden het zelfs niet eens over de naamgeving van de oorlog, de Pacific Oorlog, de Grote Oost-Azië Oorlog, de Vijftienjarige Oorlog, of de regio Azië-Pacific Oorlog, om maar een paar voorbeelden te noemen.

10897333280?profile=originalDe Japanse leden van de advies-raad tijdens de presentatie

In tegenstelling tot de veteranen van het KNIL, die nogal stiefmoederlijk zijn behandeld door de naoorlogse Nederlandse regeringen, werd de veteranen van het Japanse keizerlijke leger en marine of hun nabestaanden relatief goede zorg geboden. Hun verenigingen speelden ook een belangrijke rol bij de verkiezing van een reeks conservatieve regeringen, wat natuurlijk de discussie over de rol van Japan en zijn strijdkrachten voor en tijdens de oorlogsperiode dempte. Dit wil niet zeggen dat de Japanners niet worstelen met de erfenis van de oorlog. Het persoonlijke verlies   en de trauma’s zijn uitvoerig gedocumenteerd. Maar los van dit immense persoonlijk oorlogsleed, hebben veel Japanners het gevoel dat welke verkeerde politieke beslissingen dan ook hun soldaten en matrozen naar het buitenland zond, deze soldaten en matrozen moeten worden geëerd voor hun loyaliteit en opoffering.

Dat wreedheden en zelfs oorlogs-misdaden zijn gepleegd was lang moeilijk te accepteren, net zoals in Nederland het publiek niet kon geloven dat hun jongens die na de oorlog naar Indonesië waren gestuurd zich niet zo hebben gedragen als had gemoeten. Sinds Vietnam, Afghanistan, Irak en talloze andere conflicten weten we, dankzij de directe media-aandacht, dat oorlog veel smeriger is dan oude heldhaftige oorlogs-verhalen ons willen doen geloven. We weten ook, dat zodra de politieke, religieuze, economische, of welke andere motieven die tot de oorlog hebben geleid ophouden te bestaan, het leven weer gewoon verder gaat. Wat overblijft is het persoonlijke leed van de slachtoffers, met weinig kans     op schadeloosstelling en waar-schijnlijk nog minder kans op een officiële verontschuldiging.

Persoonlijke motieven

Toen mij gevraagd werd deze vertaling te maken, vroeg ik me af waarom ik twee jaar van mijn leven zou moeten spenderen om een ​​boek te vertalen over een vergeten campagne die ook nog eens tot een totale Nederlandse nederlaag had geleid. In grote lijnen kende ik het verhaal. Mijn vader en twee oudere zusters hadden in Japanse internerings-kampen gezeten, net als andere leden van mijn familie. Mijn vader deed zich nooit voor als een slachtoffer. Hij leek zich meer     te beschouwen als iemand die toevallig op het verkeerde moment op de verkeerde plek was geweest, met alle gevolgen van dien. Met een van mijn zusters was het een ander verhaal, maar ik ben blij dat ze vandaag bij ons is. De oprichter van de Corts Foundation was door de oorlog ernstig getraumatiseerd, maar ik heb nooit helemaal zijn obsessie begrepen om te willen weten wat er precies gebeurd is en hoe, om te voorkomen dat het nageslacht het zou vergeten.

Wat me uiteindelijk toch deed besluiten om dit project uit te voeren was een brief van een lezer in het NRC-Handelsblad van 18 mei 2012. De brief – bedoeld als protest tegen de geplande reorganisatie en verplaatsing van het Nederland Instituut voor Oorlogsdocumentatie – vertelde ook het persoonlijke verhaal van de schrijver. Dat deze was gevangengenomen aan het einde van de oorlog, en dat hij op de dag dat hij werd bevrijd had gezworen om alles, maar dan ook álles, over de oorlog te willen weten. En dat dát de rest van zijn leven had bepaald. Toen ik dit las, besefte ik me dat er nog veel te leren viel over deze vergeten campagne – op dat moment de grootste overzeese landings-operatie in de militaire wereld-geschiedenis.

10897334058?profile=originalWillem Remmelink tijdens zijn lezing

Het beeld van Japan

De algemene gedachte is, dat een overmachtig Japans leger en marine neerdook op een slecht voorbereid Nederlands-Indië, en dat de val van de Nederlands-Indië in de aard der dingen lag, zoals lt. kol. Mantel, een stafofficier van het Nederlands-Indisch Leger, opmerkte na de capitulatiebijeenkomst in Kalidjati. Dit staat echter in schril contrast met het beeld van vóór de oorlog, toen Japan werd beschreven als

De invasie in Nederlands-Indië. zoals gemeld in de New York Times op 12 januari 1942.

een derderangs natie met  oorlogsschepen als sardineblikjes, vliegtuigen van papier, en soldaten en matrozen die niet     ´s nachts kon vechten omdat ze geen wortelen aten en daarom niet goed konden zien. In werkelijkheid bleken in het begin van de oorlog de Japanse oorlogsschepen en vliegtuigen juist veel beter dan bijna alles wat de Geallieerden bezaten, en waren nachtelijke aanvallen juist een Japanse specialiteit.

De ommezwaai van opschepperig zelfvertrouwen naar volledige overgave heeft de Nederlandse burgerbevolking zeer verbijsterd. Bekend is de opmerking van een Nederlandse vrouw in Batavia (Jakarta), toen zij getuige was van het binnentrekken van de Japanse troepen in deze stad, dat ze niet kon begrijpen hoe zo’n smerig uitziend stelletje lilliputters op gympjes haar lange en knappe Nederlandse helden hadden verslagen.

De schok was enorm, maar berusten in de gedachte dat dit   op de een of andere manier onvermijdelijk was, verhindert een juiste waardering van de militaire campagne van de Japanners. Deze was immers dusdanig gewaagd dat niemand in Nederlands-Indië haar voor mogelijk had gehouden. In China leken de Japanners niet in staat om een slecht geoutilleerd Chinees leger definitief te verslaan; in een grensincident in Mantsjoerije waren ze eigenlijk geklopt door de Sovjets; en als naar het zuiden wilden, dan moesten ze langs de Amerikanen op de Filippijnen en de Britten in Maleisië en Singapore. Natuurlijk had de oorlog in Europa alles veranderd. Maar zelfs dan, de verovering van Zuidoost-Azië,  met inbegrip van de Nederlands-Indië, leek onhaalbaar voor de Japanners. En tóch namen ze het risico. Nu, achteraf, kunnen we constateren dat de Japanse leiders op dat moment de toekomst van hun natie op het spel zetten door een oorlog te beginnen die menselijkerwijs niet door hen kon worden gewonnen.

Een sprong in het diepe

In feite is het geen rationeel besluit geweest. Medio oktober 1941 viel het derde Konoe kabinet na een botsing tussen premier Konoe en minister van oorlog Tojo. Ondanks zijn groteske ideeën over een nieuwe Aziatische Orde en een Groot-Aziatische Welvaartssfeer, vreesde Konoe een oorlog met de Verenigde Staten en overwoog zelf terug te trekken uit China. Voor Tojo en het leger was dit onaanvaardbaar. Tojo vertelde Konoe dat een man soms vanaf het balkon van de Kiyomizu tempel moet springen. Hij verwees hierbij naar een 18e-eeuwse boeddhistisch verhaal waarin een jongen die bidt voor de gezondheid van zijn zieke moeder van het hoge balkon van de Kiyomizu tempel in Kyoto springt. De jongen bleef op wonder-baarlijke wijze ongedeerd en zijn moeder kon plotseling weer lopen.

Onder leiding van Generaal Tojo, de volgende premier, sprong Japan in blind vertrouwen van het balkon van de tempel. In eerste instantie leek de gok goed uit te pakken. In een paar maanden,   en veel sneller dan gepland, veroverden de Japanse legers Zuidoost-Azië. Toen deze echter hun vaart hadden verloren, en de Geallieerden een Japanse over-winning weigerden te accepteren, veranderde de oorlog in een uitputtingsslag waarop Japan slecht was voorbereid.

De Japanse aanval

Japanse  theorie  en praktijk

Dankzij Nederlandse en andere Geallieerde bronnen weten we hoe het KNIL en zijn partners verslagen zijn, maar zij vertellen ons niets over hoe de Japanners eigenlijk hebben gewonnen, hoe ze de aanval planden, voor-bereidden en uitvoerden. De invasie van de Nederlands-Indië is een schoolvoorbeeld van Japanse militaire theorie en de praktijk.  De nadruk op snelheid en aanvalskracht, de klassieke inzet van een legerdivisie in twee colonnes met een zwakkere linkervleugel om de vijand op zijn plaats te houden en een sterke rechtse om de beslissende slag uit te delen, een snelle en agressieve voorhoede met het risico dat de hoofdmacht deze niet kan volgen: al deze elementen werkten op Java tot in de perfectie tegen een KNIL dat al snel in wanorde verkeerde.

Echter, het succes van de campagne maakte de Japanners ook blind voor de zwakten van hun doctrine. De onophoudelijke nadruk op het doortastend en resoluut optreden leidde bij vele commandanten tot een zekere roekeloosheid omdat ze bang waren voor lafaards te worden uitgemaakt. In de Java-campagne deed dit er niet toe, maar later in Birma leidde het tot de verspilling van duizenden goed opgeleide en loyale troepen. Tojo’s sprong in het diepe, à la Kiyomizu, zegt evenveel over zijn militaire opleiding als over zijn karakter.

Communicatie

Toen ik begon met het vertalen en de oorlogsplannen en logistiek doornam, dacht ik dat het allemaal vrij goed doordacht was. Toen ik echter generaal b.d. Ad Herweijer, voormalig plaats-vervangend commandant van het Nederlandse leger, om zijn mening vroeg, schudde deze zijn hoofd en zei: “Wat een houtje-touwtje operatie. Wij zou nooit hebben durven plannen op die manier.” Echter, de focus van de Japanse tactiek lag geheel op het verrassingseffect, het niet-doen wat de vijand dacht dat je zou gaan doen, ongeacht de risico’s. Dankzij deze tactiek kregen ze het KNIL meteen plat. Het feit het schip met het hoofdkwartier van het Japanse Zestiende Leger aan boord door eigen vuur in de Bantam Baai was getorpedeerd en tot zinken was gebracht met bijna alle communicatie-apparatuur aan boord, was misschien wel een blessing in disguise. Met uitzondering van de Tweede Divisie in West-Java, had de legerleiding tijdens de hele Java-campagne geen contact met de onder zijn bevel staande eenheden. In het geval van de Tweede Divisie leidde het contact tot meer nadelen dan voordelen. Het initiatief overlaten aan de plaatselijke commandanten en hen te laten handelen naar hun eigen oordeel, werkte in het voordeel van de Japanners.

De Engelstalige uitgave

Ik ben geen militair expert, maar ik zou bijna wensen dat het Nederlandse hoofdkwartier in Bandoeng evenmin contact had gehad met zijn troepen. De voortdurende wijzigingen in dispositie en plotselinge marsen en tegenmarsen matten  de troepen af, waardoor ze gedemoraliseerd raakten en ze zich vaak bevonden op plekken waar er geen geloofwaardige verdediging meer mogelijk was.

Als dit boek iets weerspreekt, dan is het wel de veronderstelde numerieke   superioriteit   van   de

Japanse troepen. Tijdens de eerste week van maart 1942 landden ongeveer 55.000 Japanners. Ze werden geconfronteerd met een 60.000 KNIL-soldaten, en als we de Australische, Britse en Amerikaanse troepen meetellen, in totaal een leger van ongeveer 80.000 man. Toegegeven, het merendeel van deze troepen was slecht opgeleid en bewapend. De Japanners waren beter opgeleid, ze waren voor het grootste deel in de strijd gehard, en werden beter geleid. Het is ontnuchterend om  te lezen hoe het KNIL zijn Thermopylae vond in de Tjiaterpas waar slechts één bataljon van de Shoji Detachement, ondersteund door vliegtuigen van de Japanse Derde Luchtdivisie, doorbreekt, en, blijkbaar de weggewezen door een Nederlandse krijgsgevangene, de Nederlandse posities over-vleugelt.

Ook deze slag begon als een wanhopige gok van een frontlinie commandant die op eigen oordeel aanviel, maar werd beloond met de onverwacht snelle overgave van het gehele Nederlands-Indische Leger.  Java Post

The Invasion of the Dutch East Indies – Willem Remmelink (editor). ISBN: 9789087282370, 640 pagina’s. Prijs: € 79,50.

De volledige vertaling is integraal te lezen op: https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/3518

Met dank aan N.I.C.C

Lees verder…

10897336487?profile=original17 - 18 - 19 Juni: Pasar Malam Istimewa in Sporthal Dijnselburg in ZEIST

10897336896?profile=originalJustine Pelmelay ook op de Pasar Malam Istimewa in Zeist

 
Op het laatste moment is het toch gelukt om Justine Pelmelay toe te voegen aan het programma van de Pasar Malam Istimewa in Zeist!
Zij komt er zelfs speciaal eerder voor terug van haar tour in Spanje!  De Pasar Malam in Zeist is van 17 tot en met 19 juni in Sporthal Dijnselburg en Justine zal een wervelend optreden verzorgen op zondag 19 juni.
Justine Pelmelay werd geboren als dochter van een moeder uit Java en een vader uit Ambon en stond twee keer op het Eurovisiesongfestival, een keer met Gerard Joling, en solo met het nummer “blijf zoals je bent”. Justine heeft onder andere gezongen met tv-kok Lonny Gerungan, John Denver en Celine Dion. 
 
 

De Pasar Malam in Zeist is al jaren DE Pasar Malam van de provincie Utrecht!
Dat komt door de combinatie van een binnen en buiten gedeelte. Zowel binnen als buiten staat een podium maar er is ook nog een café met live muziek! Op deze drie podia staan top artiesten en culturele dans demonstraties. Denk bijvoorbeeld aan Erwin van Ligten met zijn band Route 77, The Streetrollers, Ray Smith, Diana Monoarfa, Jimi Bellmartin en nog veel meer! De culturele dansen worden verzorgd door Dansgroep Made, Dansgroep Orchidee en Wahana Budaya Nusantara!

De Indonesische sfeer wordt versterkt door mooie decoratie, een D3 decor op het hoofdpodium, een professionele lichtshow en de Oosterse markt. Tegen leuke prijzen koop je hier bijvoorbeeld wierook, sambal, spekkoek, buddhabeeldjes, wayangpoppen, kleding, Indische kookboeken, een likeur met spekkoek smaak of INDO merchandise van onze partner Indo's Be Like. Hoewel een Pasar Malam van origine uit Indonesië kot is het tegenwoordig een leuk dagje uit voor het hele gezin!

10897337468?profile=originalEen Pasar Malam zou geen Pasar Malam zijn zonder de Indische keuken! Kom genieten van al dat lekkers. Heerlijke complete maaltijden, en helemaal niet duur!
Of liever een snackje? Er zijn verschillende soorten sate (bv. ayam, kambing) een lekkere gebakken banaan. En natuurlijk een tjendol toe.
Vind u het ook leuk om thuis te koken? Bij de informatie balie bij de entree krijgt u voor slechts €1,00 een flesje ABC ketjap met een kookboekje!



10897326278?profile=originalGlossy Pasar Malam Magazine editie voor Zeist.

Met de Streetrollers op de cover met Coverstory, en nog veel meer ....

Voor € 5,95 wordt U de trotse bezitter.

Te verkrijgen bij ICM stand. Op=op !

Prijzen
Aan de deur betaalt u €9,50 voor een volwassene maar als u via deze site uw kaartje online koopt betaalt u slechts €7,50!
Senioren van 65+ betalen aan de deur €8,50 en online in de voorverkoop slechts €6,50 
En op vrijdag is de toegang slechts €5,00 voor 65+'ers
Kinderen tot 4 jaar mogen gratis naar binnen. Voor kinderen van 4 t/m 12 is de toegangsprijs €4,00
Er zijn ook 3-dagen kaarten te koop tegen gereduceerd tarief

Programma:

10897337681?profile=original


Vrijdag 17 juni


- Route 77, met Erwin van Ligten ft. Isabelle Ame
- Jimi Bellmartin
- Free Line
- John Russel Jr.
- Ester Latama
- Dansgroep Made

Zaterdag 18 juni 

10897337881?profile=original
- The Streetrollers
- Ray Smith
- NoyaLohyNoya
- Diana Monoarfa
- Wout Nijland & Harry Jekel
- Dansgroep Orchidee

Zondag 19 juni

- Los Perdidos
- Ray Smith
- Eddy King
- Two Lucky Minds
- Dansgroep Wahana Budaya Nusantara

Openingstijden
Vrijdag 17 juni: 13:00 - 22:00 uur
Zaterdag 18 juni: 12:00 - 22:00 uur
Zondag 19 juni: 12:00 - 20:00 uur

Adres
Sporthal Dijnselburg
Badmeester Schenkpad 2
3705 GK Zeist

Parkeren
U kunt op de parkeerplaats van de Sporthal parkeren voor slechts €3,50
U kunt dit alleen contant afrekenen.
Gratis parkeren kan in omliggende wijken zoals bijvoorbeeld de Laan van Vollehoven. Dit is ca. 10 minuten lopen

 

 

Lees verder…

10897332299?profile=original10897332895?profile=originalLinda Voortman van Groen links in zonnetje gezet door Ton Te Meij.

Op  het Tong Tong Theater waar ‘Postkoloniale openstaande rekeningen: een morele kwestie?’ discussie werd gehouden zou het panel zich over dit onderwerp buigen, leek het panel geheel hieraan voor bij te gaan.

De gespreklseider probeerde het nog in goede banen te leiden, maar ter vergeefs. Het publiek en de gespreksleider dachten dat het panel met constructieve zaken zouden komen zoals onder andere geplande acties van hoe verder nu ?   

Het was weer de wollige gepraat zonder daden en acties die de overhand voeren, naast slechte kennis van Indische dossiers, bizar Tong Tong fair !

Het panel was meer met de eigen belangen  bezig dat ze waren vergeten een  zeer belangrijke zaak namelijk uitbetalen van de KNILLER.  Met name om Linda Voortman van Groenlinks te complimenteren en te bedanken met behaalde tussen resultaat.  

Ton Te Meij vroeg om het woord te voeren, vertelde vervolgens aan  het publiek;  de grote inzet en bijdrage die Linda in de strijd die ze met Martin van Rijn heeft gevoerd en Ton vroeg om applaus van het publiek. Ludiek werd hiervoor geapplaudisseerd.

Ook benadrukte Ton Te Meij stellig  dat het de leden van Tweede Kamer zijn die er voor hebben gezorgd voor deze doorbrak na 70 jaren. Redactie ICM is zeer content met deze uitspraak, een bevestiging op het geen ICM altijd al heeft beweerd. “ Leden  van de Tweede Kamer, zijn Indischer dan menig Indo denkt”. Ook hier aan is door mensen achter de schermen dagelijks aan gewerkt! 

Als bekroning hierop ontving Linda als primeur de Pasar Malam Magazine uit handen van Ferry Schwab sr. 

Tot slot om de onbeantwoorde vragen van gespreksleider kracht bij te zetten bij dit zeer matig optreden van het panel; (met score van een 3, 5) “ dat niet meer achteruit gekeken moet worden, en een keer eens met die “wollige taal” moeten stoppen met deze discussies onder elkaar. Meer daden zoals geplande acties waar de gespreksleider geen antwoord op kreeg” aldus Ferry Schwab sr.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Panelgesprek o.l.v. Fridus Steijlen (KITLV) met Linda Voortman (Tweede Kamerlid GroenLinks), Sylvia Pessireron (Task Force Indisch Rechtsher- stel), Peter Keppy (NIOD) en Peggy Lesquillier (Bersiap Compensatie)

Lees verder…

Korte samenvatting Met liefde vertrekken (vrouwen uit Nederlands-Indië naar Japan (1946) en Japans Indische kinderen) van Han Gieske

 

Na de capitulatie op 15 augustus 1945 kwam op Java een groot aantal Japanse mannen en Indo-Europese vrouwen naar voren die hun relatie wilden omzetten in een (kerkelijk) huwelijk en samen naar Japan wilden vertrekken. Het boek beschrijft –voor het eerst- zowel aan de hand van Nederlandse als Japanse bronnen: de reactie van de Britse en Japanse legerleiding; de rol van Britse officieren en die van de Japanse jezuïet pater Koide en van de R.K. Kerk; de overtocht in vier schepen van 123 vrouwen (alsmede mannen en kinderen); de aankomst, ontvangst en het leven in Japan; en de reactie van de Nederlandse Militaire Missie in Tokio.

 

Een analyse van het beleid van deze Missie –vóór 1948 en daarna- laat de moeilijke situatie zien in Japan; beschrijft de hulp voor terugkeer naar Nederlands-Indië indien vrouwen dat wilden; de dilemma’s waar deze vrouwen voor stonden; in het bijzonder met betrekking tot de vragen die rezen omtrent verlies of behoud van de Nederlandse nationaliteit, met het bijbehorende recht op Nederlandse hulp. Juridisch beslissend voor de nationaliteit van met vijandelijke onderdanen gehuwde vrouwen was, zo bleek in de loop van 1947, een Koninklijk Besluit dat al in 1943 door de regering in Londen was uitgevaardigd. Deze vrouwen behielden hierdoor, in afwijking van de hoofdregel, hun Nederlandse nationaliteit. Het onderzoek naar dit Besluit toont aan dat de bedoeling ervan –blijkens de bespreking in de Raad van Ministers en de wetsgeschiedenis-  een totaal andere was dan na de oorlog is aangenomen.

 

In het boek zijn persoonlijke verhalen weergegeven van vrouwen die in Japan bleven; van vrouwen die terugkeerden; van de Japanse begeleider van de scheepsreis naar Tanabe (Wakayama); van een Japanse stafofficier op Java; van pater Koide en diens laatste levensjaren op Kyushu; van een manager van een opvangcentrum nabij Tokio; en van veteranen die herinneringen ophalen aan de tijd tussen de capitulatie en hun repatriëring met name aan de hulp die zij van een Indo-Europese 'Florence Nightingale' in Batavia/Jakarta kregen. 

 

Vanuit het gezichtspunt van de -ongeveer 70.000 buiten de interneringskampen gebleven- Indo-Europese vrouwen gaat het boek in op de periode op Java na augustus 1945, waarin vooral de Britten en Japanners te maken kregen met de snel in kracht toenemende Indonesische strijd om onafhankelijkheid. Beschreven worden de situatie, de houding en lotgevallen van de Japanners in die periode, alsmede de Bersiap van moorddadige revolutionaire jongeren in Batavia, Bandoeng en Midden- en Oost Java die tal van Indo-Europese slachtoffers eiste onder wie vele vrouwen en kinderen.

 

Het verhaal van de gevechten en de Bersiap in Soerabaja is verweven met de geschiedenis van een Indische familie die het familiehuis in het naburige Sidoarjo had moeten verlaten: een moeder met zeven dochters en hun kinderen. Eén van hen was in 1945 acht jaar. Citaten uit diens geschreven herinneringen laten scherp zien hoe deze jongen de Bersiap heeft beleefd. Hij en zijn moeder werden uit de frontlinies bevrijd door de Britten, een ander deel van de familie werd weggehaald door de Indonesiërs en opgesloten in een republikeins kamp (onder wie de oma, enkele van haar dochters en hun baby’s onder wie twee half-Japanse kinderen). Hiervoor is uit memoires van de jonge moeders geput.

 

De moeders met half-Japanse kinderen die op Java achterbleven kwamen uiteindelijk allen naar Nederland. In de Indische wereld werden de intieme relaties met Japanners doodgezwegen. Na verloop van tijd zochten de‘Japans Indische’ kinderen contact met elkaar. In 1983 werd een contactgroep gevormd en in 1991 een vereniging (JIN). Het boek beschrijft in het kort de maatschappelijke reacties en de verdere activiteiten, in het bijzonder de ontwikkeling van de zoekacties naar Japanse vaders alsmede de verwerkingsreizen naar Japan (in het kader van een Japans regeringsprogramma).

 

Door het boek heen zijn vele (tot dusver ook onbekende) verhalen opgenomen van moeders en hun half-Japanse kinderen. Het slothoofdstuk is gewijd aan het verhaal van Chérie die als baby met haar moeder in 1946 naar Japan vertrok, als elfjarige met haar (gescheiden) moeder naar Nederland kwam, hier in 1983 Hideko ontmoette, met wie zij de eerste contactgroep vormde, en die in 1994 een zoektocht ondernam naar haar (biologische) vader. De tocht die gefilmd werd voor een Japanse tv-documentaire, voerde langs de plekken op Java en Japan uit het verleden van haar moeder en haarzelf. De afloop van dit verhaal is tragisch. 

Lees verder…

Doden bij uitbarsting Sinabung in Indonesië

Doden bij uitbarsting Sinabung in Indonesië

Sinabung bij een eerdere uitbarsting dit jaar.© Sinabung bij een eerdere uitbarsting dit jaar. Sinabung bij een eerdere uitbarsting dit jaar.

Bij een uitbarsting van de vulkaan Sinabung in Indonesië zijn zeker drie mensen omgekomen. Vier anderen zijn zwaargewond en zijn in levensgevaar. De slachtoffers waren op de flanken van de vulkaan op het eiland Sumatra aan het werk, toen die tot uitbarsting kwam.

Bij de uitbarsting werden zij verrast door gloeiend hete aswolken. Autoriteiten hadden gewaarschuwd voor het gevaar. Alle inwoners van het dorp dat naast de vulkaan ligt hadden geld meegekregen om ergens anders een veilig onderkomen te kunnen zoeken.

"Toch hebben mensen besloten hun leven te wagen door terug te keren om op hun boerderijen te werken'', zei een woordvoerder van de rampendienst.

De Sinabung ontwaakte in 2010, na zo'n 400 jaar te hebben geslapen. Sinds 2013 zijn er verschillende uitbarstingen geweest. In 2014 kwamen zestien mensen om het leven bij een eruptie.

Meer op RTLNieuws.nl:

Lees verder…

AN INTERVIEW WITH H. E. MR. ROB SWARTBOL, AMBASSADOR OF HOLLAND TO INDONESIA

Business | Written By, Alison Pace | April 15th, 2016

Entering the second year of his posting in Indonesia, Dutch Ambassador Rob Swartbol still maintains a passion not only for his highly significant role but also for Indonesia itself, a country (and people) whom he has very much come to love.

DB1

He is a forward-thinking, thoroughly modern Ambassador who endeavours to move away from what he calls “old fashioned diplomacy” and towards a more collaborative way of doing things, on a large, political scale and within the embassy itself.  NOW! Jakarta had the pleasure of chatting with this down-to-earth man about the very special Dutch-Indonesian relationship today, what the countries share and how they can learn and grow from each other.

Indonesia seems to be moving in a very different direction than modern, tolerant, broad-thinking Holland. How will this affect the Indonesia – Holland relationship? Do you anticipate any conflicts of interest?

Well, societies are not stagnant entities, there will always be discussions within them about values and perceptions of certain issues. Holland is known as an open, modern society; in fact some people have this image of Holland that everything is possible (which is simply not true!). Lots of things are debated in Holland, and some of these discussions centre around the same topics as here; drugs and religion for example.

It’s true that sometimes our countries’ values differ but there are still many values that we share; such as democracy, position on women, freedom of religion etc.

While there are a few areas where we do not entirely agree, we know what these issues are and we discuss them with respect for each other’s point of view – this is how I’d like to do diplomacy too.

What about the recent developments with regards to the lesbian, gay, bi-sexual and transgender communities in Indonesia?

There are cultural and religious reasons why this is a sensitive issue here, just as there are cultural reasons that we look at the lesbian, gay and transgender communities in a different way in Holland. I’m not here to submit my Western views upon the Indonesians but if necessary we do try to explain our position and then we can see how we work together.

What lessons can Holland learn from Indonesia do you think?

The diversity in religion here; the way Indonesians have found a way to live together—that’s something we can learn from Indonesia. We have a growing Muslim population which is relatively new; by that I mean a couple of decades. We’re still figuring it out because some people have the view that if you live in Holland you should live exactly as the Dutch do, but of course it doesn’t work like that. There are important points to resolve; how do you accept each other? How do you integrate?

How have Dutch companies been affected by the “slowing down” of the economy?

Although it’s true that we have seen a slowing down of the economy, the growth is still about 5 percent.

We have a lot of Dutch companies active here. Firstly, we have companies in fast-moving consumer goods – food, daily use products and so on. As the purchasing power of a sector of Indonesians is less than it was, these companies are having to work a little bit harder to increase their market share.

Secondly, there is a group of Dutch companies in infrastructure. They are mostly involved in designing and building ports, building hospitals, energy, power stations etc. and these companies are doing quite well actually. They work with the government here and the government owned enterprises were a little less funded than originally thought so initially there was a bit of a struggle but now a lot of money has become available for infrastructure.  We are also involved in commercial activities like dredging; it’s well known that in terms of maritime infrastructure and water management, our companies are the biggest in the world and these companies are doing very well.

Thirdly, Dutch companies are very involved in the creative industries; that’s dance, 3D printing, film-making and so on.  This is a booming market; in fact I’m sure that the creative industries are the biggest sector for the future of Indonesia.

So overall we are satisfied. The trade could be a little bit better with Indonesia. But there are a lot of investments here by Dutch companies.

What are the main areas you and your team are concentrating on? Commercial or diplomatic? What are this year’s priorities?

We cover a lot of sectors including culture, political issues, consular issues and economic affairs.

Firstly, in terms of the economy, we are working on getting the economic investment climate a bit better and reducing or getting rid of “red tapism”. It’s true that with the reform packages, there have been a lot of positive steps taken but there is still more to be done on this issue. It is the role of the embassy to make the enabling environment as positive as possible and we are concentrating on a couple of sectors in particular, for example agriculture and water.

On the political field, we work a lot with the Indonesian government and ministries on the reform of Indonesian laws. Most of the laws are based on Dutch laws because of our history and Indonesia is now in the process of reforming these now old-fashioned laws. But of course as they are based on the Dutch laws they would also like to have our expertise as we reformed ours a while ago. So we’ve had delegations from parliament, universities, and ministries working on what’s called “The Rule of Law”. They visited Holland to see how we did it but also to note where we made mistakes! This is a significant ongoing project.

Culturally, we’re trying to look more and more towards the demands here in Indonesia. We’re asking “What’s happening here?” “How can we work with Indonesia?” I always like to have a two-way street because out of experience we know that this is more sustainable if there is reception to what you are doing.

Internally, we are trying to change the attitude of diplomacy; I call it the “inside out” process, we want to engage with the community, go out there, talk to people, interact through social media. We want to take away that almost “mythical” idea of what an embassy actually does because 95 percent of people don’t know!

Erasmus Huis is always hosting events and exhibitions. Is this helping Indonesians to understand Holland?

I hope so! We certainly have a lot of exhibitions! This is something we do because we think it opens up the eyes of the Indonesians to the rest of the world; we showcase Dutch music, dancers, artists, choreographers and sometimes artists which are not directly related to Holland. I’d like Erasmuis Huis to be a place where people can engage. Whenever we have dancers or performers putting on a show or exhibition, we encourage them to work with Indonesian artists; the artists can learn from each other and that radiates with the audience too.  We want to convey how Indonesia relates to and can interact with the rest of the world, this is our vision.

Tell us about your last year in Indonesia. What have been the best – and worst – moments?

I really like living in Indonesia and not just because there are nice islands! The main reason we enjoy it here is because of the people.  We are fortunate to have a lot of Indonesian friends already.

On a positive note, we have welcomed the Mayor of Rotterdam on an official visit and Pak Ahok has also made the trip to Rotterdam, Jakarta’s twin city.  For me personally, working with my team has been amazing; I want to change a lot so they are working hard!

Sadly, this year I suffered a loss in my family which was very hard indeed.  But there have also been many high points.  We visited Bali and Lombok earlier this year as a family, together with my two sons who study in Europe.  Other than that I’ve enjoying many social occasions with friends here and have been playing sports – diplomats are not so different from normal people you know! (laughs).

Lees verder…

Bijna 24.000 oorlogsslachtoffers krijgen financiële ondersteuning 

Bijna 24.000 slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en slachtoffers van ongeregeldheden in het voormalige Nederlands-Indië ontvingen vorig jaar een financiële tegemoetkoming.

In 2015 werd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in totaal 164,5 miljoen euro uitgekeerd, blijkt woensdag uit SVB-gegevens die LocalFocus kreeg na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

De ontvangers zijn met name slachtoffers van vervolging, burgerslachtoffers en de naasten van deze twee groepen. Ook zeelieden en verzetsstrijders ontvangen zo'n uitkering.

Mensen die zijn getroffen door oorlogsgeweld krijgen financiële ondersteuning op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. 

Het kan bijvoorbeeld gaan om mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog bombardementen of beschietingen hebben meegemaakt. Ook personen die gedwongen in bewaakte kampen hebben gezeten, kunnen een uitkering krijgen.

Nederlands-Indië

De regeling biedt ook compensatie aan slachtoffers van ongeregeldheden tijdens de gewelddadige Bersiap-periode in het voormalige Nederlands-Indië. Het gaat om beschietingen, rellen, levensbedreigende evacuaties en gedwongen verblijf in kampen tussen 15 augustus 1945 tot 27 december 1949.

Niet alleen directe slachtoffers, maar ook weduwen, weduwnaars en minderjarige wezen van vervolgden kunnen een financiële tegemoetkoming krijgen.

Amstelveen

In Amstelveen wonen relatief de meeste ontvangers van de financiële ondersteuning. In deze gemeente gaat het om 46 ontvangers per tienduizend inwoners. Volgens LocalFocus komt dit doordat de joodse gemeenschap in Amstelveen relatief het grootst is.

Schiermonnikoog, Rijswijk, Zandvoort en Diemen maken de top vijf compleet. In de eerste vier gemeenten gaat het om afgerond 32 ontvangers per tienduizend inwoners. In Diemen ligt het niveau op 29,3 van de tienduizend inwoners.

Van de vier grootste steden staat Amsterdam voorop (22). Den Haag (16,4), Rotterdam (9,4) en Utrecht (6,6) volge

Lees verder…

10897330070?profile=originalRasa Senang, Ferry Schwab  in de uitzending over Traktaat van Wassenaar, in de 23 ste minuut.

Datum: 18 May 2016 17:00  Duur: 59:48
De samenstellers van het programma Rasa Senang, willen aandacht voor de Indische Nederlanders. \r\n\r\nDe doelstelling was en is: de klamboe der vergetelheid welke over de geschiedenis hangt eens op te lichten. Informatie over alles wat met het oude Indië en het huidige Indonesië te maken heeft zal in het programma voorkomen.\r\n\r\nPresentatie: Aad Feelders, Leendert van Geenen en Judith Emmert \r\nUitzending op woensdag van 17.00 - 18.00 uur.

Om de uitzending te beluisteren klik op onderstaande:

https://gemist.streamonecloud.net/m5KilO/radio/zz9qvoSWTwY5/CatBb8yXrgq1/uitzending-gemist-rasa-senang.html?radio_amount=5&tv_amount=5

Lees verder…

Pasar Malam den Helder startte letterlijk stormachtig aan de 48e editie, met Craham Hill van The Scorptions uit Engeland ingevlogen.

.10897327266?profile=original

Want wat was het weer na een prachtige week vol zonneschijn omgeslagen naar een dag met windkracht 5 of 6 en donkere wolken waar af en toe een hevige bui uit naar beneden stortte. 

Ik heb dan ook bewondering voor de verkeersregelaars (ook weer vrijwilligers van Tropenvrienden den Helder) die dus in weer en wind de auto’s met bezoekers naar een parkeerplaats wezen dichtbij de ingang.
Eenmaal binnen was je het ‘buitengebeuren’ alweer snel vergeten. Een hartverwarmende ontvangst door de Carmen (de voorzitter van de organiserende vereniging) was daar medeoorzaak van en de prachtige aankleding bij de entree met de kleurrijke lampionnen brachten je gelijk in een tropische warme stemming. Maar ook de hele entourage van de Mastenloods, gebouw 66 op het Willemsoord, is uniek voor heel Nederland. Je stap als het ware in een wereld van tientallen jaren terug. Deze hal biedt de standhouders de mogelijkheid om met hun kramen zich goed te onderscheiden en hun waren goed uit te laten komen. En zoals een bezoeker samenvatte: ‘Een bezoek aan de Pasar Malam den Helder op deze locatie voelt al en warm bad’. Ik ben het daar voor 100 % mee eens.

10897327664?profile=original
Direct links bij de entree loop je met een scherpe bocht naar het Indo Rock café. Ook daar lijkt de tijd niet te hebben stil gestaan en dat is dan ook de plek voor de echte IndoRockers! En als u het nog niet weet na het formele sluiten van de Pasar gat daar het feest nog even door tot de late uurtjes. Ik zag daar gelijk al een aantal bekenden muzikanten. Ik vroeg aan de opgestelde band of zij nu de Wipe Out Selection waren. Een bulderende lach kwam van Brian Leepel. Ik begreep echter dat een aantal muzikanten wel degelijk in het verleden daarin gespeeld hadden en natuurlijk spleet Brian daar nu in en is tevens leider van de W.O.S. Maar nu stond hij daar als Brian & Friends. En wat kunnen die jongens lekker spelen. Later op de dag trad Buddy Mitchell nog op eerst alleen maar later ook met deze band. Lekker sfeertje en dat was het publiek het mee eens zoals bleek uit de grote aandacht voor de muziek en de dansvloer.


Via het Indo Rock Café dus naar de Pasar en daar zagen we weer vele vertrouwde standhouders. Praatje hier, praatje daar en zo geraakten we dan eindelijk bij het podium waar dansgroep Bunga Melati hun kleurrijke culturele Molukse show bracht. Natuurlijk hier weer de bekende Milly als presentatrice maar ook weer de boys van TLP Productions. Opvallend was weer het mooie warme samengestelde licht wat het optreden nog kleurrijker maakte. En zag ik daar nu een regenboog geprojecteerd? Ik kreeg bijna een cursus van Frank toen ik daar een compliment over maakte! ‘Kijk’, begon hij, om me daarna de mogelijkheden op de lichtcomputer te laten zien.


Wat heb ik genoten van Hans Milané. Strak in een smetteloos witte outfit bracht hij twee shows die hem maakte tot een muziekreisleider in de tijd. Misschien dom van mij maar nog niet eerder was zo duidelijk opgevallen welke uitgebreid repertoire deze zanger beheerst. Dat loopt werkelijk van aloude tradionele Indische songs tot Soul, van Indo Rock tot Latin. En hij stemt zijn show af op het aanwezige publiek. Niet een van tevoren rigide Play list maar hij dirigeert vanaf het podium de geluidmensen. ‘Nu nummer 12’, geeft hij dan aan. ‘Dat is een nummer of een vermiste engel en voordat je het weet sta je te dansen op: Heaven Must Be Missing One Angel. Even maar wat nummers genoteerd van zijn muzikale wereldreis: Waktu Hajan Sore Sore – The Spanish Night Is Over - Waarom Huil Je Toch Nona Manis – Dance The Night Away – Cukup Satu Kali – La Colegiala – Blue Berry Hill/I Can’t Stop Loving You – Tanase – Take Your Memory With You When You Go – You Send Me – Alusi Au – He’ll Have To Go – Dansa - El Mismo Sol – Mustang Sally – Poco Poco en etc. 
XANUR onder leiding van Robby Lubis maakte er weer een te gekke dag en avond van. Wat een sfeermakers! Dat kun je niet beschrijven dan moet je meemaken. En wat kunnen ze snel schakelen van sfeer. Ze zijn ook een beetje gek met z’n allen. Niet alleen op het podium maar ook daarvoor. Want als collega Hans Milané zijn optreden doet gaat bijna de hele band de dansvloer op. De moves zijn spectaculair evenals hun uithoudingsvermogen. 

10897328467?profile=original


De Pasar wordt afgesloten met een gezamenlijk optreden van Xanur, presentatrice Milly en Hans. Robby liet weer even zien hoe hoog zijn bereik nog steeds is. ‘Hoe doetiedat’, was dan ook de oprechte vraag van Milly. Het publiek vond het prachtig. 22.00 uur. De Pasar gaat sluiten maar de diehards begeven zich naar het Indo Rock Café. Ik loop daarlangs. Het feestje is al begonnen…. Dat kan niet meer fout gaan.
Vandaag zondag, eerste Pinksterdag wordt een topdag want het programma is spectaculair met o.a. Graham Lee uit Engeland. Meer weten ga naar www.tropenvriendendenhelder.nl
Of kijk even naar het programma hieronder.

10897328678?profile=original

Met dank aan www.tjampoer,nl

 ICM video registratie van 14 mei jl .

  • Xanur pasar malam Den Helder 14 mei 2016

    Xanur pasar malam Den Helder 14 mei 2016

    Toegevoegd door F.Schwab (ICM Editor)

    ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    10897237288?profile=original10897237700?profile=original

    INDISCHE PETITIE  TvW’66                            

    Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

    Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

    < of >   Laatste Updates  In het Engels hier

    Uw donatie/bijdrage kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07

    ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar. 

    Tegenwoordig noemen ze het crowdfounding op sociaal media. Uw inleg wordt  als investering gezien en U krijgt daarvoor wat terug. Bij Traktaat krijgt U het geld waar U recht op heeft, en dat kan fors oplopen als het team advocaten en consultants die voor ons werken, hun werk goed doen.

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives