10897334277?profile=original

Nederland heeft behoefte aan een museum over het Nederlands-Indische verleden           Door:  Niels Graaf

foto Het Indisch Museum Nusantara in Delft dat enkele jaren geleden de deuren moest sluiten

Een historisch museum dat een compleet overzicht geeft van het Nederlands-Indische verleden ontbreekt. Een transnationaal museum over het Nederlands-Indische verleden kan een nuttige rol vervullen in Nederland én Indonesië. Ook als symbool.

Bovenkant formulier

Onderkant formulier

In Jakarta is alles anders. Waar tijdens de nationale Indië-herdenking in Den Haag over het gebrek aan kennis van de koloniale geschiedenis werd geklaagd, kijkt men in de Indonesische hoofdstad slechts vooruit. Zelfs vorige maand, bij de grootse viering van 71 jaar onafhankelijkheid, ging het vooral over vandaag en morgen. Aan terugblikken is geen behoefte.

Toch kan meer aandacht voor de koloniale geschiedenis, zowel in Nederland als Indonesië, geen kwaad. Dit verleden is immers  niet   per   definitie    voorbij.   De Leidse hoogleraar Gert Oostindie betoogde het al eens. De Nederlandse aanwezigheid in de koloniën was niet alleen daar van blijvende invloed.

Gedeeld Nederlands-Indonesisch museum

Ook Nederland is veranderd door zijn  koloniale  geschiedenis. Juist dat gedeelde verleden verdient meer belangstelling en over-denking. Dat kan door het oprichten van een gedeeld Nederlands-Indonesisch museum met twee compleet gelijkwaardige vestigingen, één in Amsterdam en één in Jakarta.

Weliswaar zijn er in Nederland al veel musea die zich met deze geschiedenis bezighouden, maar een historisch museum dat een compleet overzicht geeft van     het Nederlands-Indische verleden ontbreekt. Dit is een gemis. Een dergelijk museum biedt de kans op een toegankelijke wijze met   de koloniaal geschiedenis in aanraking te komen. Het is daarmee een museum tegen     het vergeten van Nederland als imperiale mogendheid. Nederland noemt zich graag een klein, tolerant gidsland, maar hoe verhoudt die zeker niet geweld-loze koloniale geschiedenis zich daarmee? Zonder alleen de verschrikkingen uit te lichten,   kan een Nederlands-Indonesisch museum daarover een breed gedragen maatschappelijk debat op gang brengen.

Indonesisch gemeenschapsgevoel

Tegelijkertijd opent dit museum gesloten deuren in Indonesië. Over de Nederlandse aanwezig-heid wordt slechts terughoudend gesproken. Het gaat wellicht te ver om te spreken van een collectief trauma, maar de koloniale erfenis is verre van verwerkt. Kinderen leren deze geschiedenis slechts kennen als een aaneenschakeling van moedig verzet tegen de onderdrukker. De focus ligt daarbij vooral op de periode van na 1945.

Maar de gedeelde geschiedenis beslaat natuurlijk veel meer. Sterker nog, pas vanaf het einde van de negentiende eeuw begon er zoiets te ontstaan als één Indonesisch gemeenschapsgevoel. En dat is eerder dankzij, dan ondanks de Nederlandse over-heersing. Indonesië vandaag de dag valt niet te begrijpen zonder 350 jaar Nederlandse aan-wezigheid, van de bloei van Batavia tot de horror van Rawagedeh. Zonder kennis van dit verleden rest er slechts een niet inzichtelijke, chaotische wereld. Een museum helpt daarbij, al was het maar als symboolfunctie.

Internationale voorbeeldfunctie

De kennis en de netwerken voor een dergelijk museum is zelfs al Nog steeds is er weinig behoefte het koloniaal verleden op te rakelen, maar de Nederlandse invloed wordt niet meer ontkend.

10897334682?profile=originalNiels Graaf

aanwezig. Deze visie vindt ook in Indonesië steeds meer weerklank. De vervallen, afbrokkelende en half overspoelde pakhuizen en residentiewoningen in Jakarta staan symbool voor de oude benadering van het koloniaal verleden, maar de nieuwe president van Indonesië, Joko Widodo, wil het Nederlandse erfgoed weer op de voorgrond plaatsen. Alleen zo kan Jakarta de hevige concurrentie met andere metropolen aangaan. Een groots opgezet transnationaal museum draagt bij aan dit nieuwe elan van Jakarta.

Juist op zo'n manier kan een museum ontstaan met een internationale voorbeeldfunctie. Het laat zien hoe de rijke, maar ook versnipperde collecties van landelijke, regionale en lokale historische musea en archieven kunnen worden verbonden. De kennis en de netwerken voor een dergelijk museum zijn zelfs al aanwezig.

Uitwisseling van tentoonstellingen

Eerder zijn er twee grote tentoonstellingen georganiseerd vanuit het shared cultural heritage project in het Nationaal Museum te Jakarta en de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Nadrukkelijk gaat het hierbij niet om een dependance,

zoals het Hermitage museum aan de Amstel, maar om twee vestigingen die zich op voet van gelijkheid met elkaar verhouden.

Met een halfjaarlijkse uitwisseling van tentoonstellingen tussen de beide koloniale centra zowel in Amsterdam en in Jakarta wordt de gedeelde geschiedenis optimaal gesymboliseerd.
Driehonderdvijftig jaar koloniale geschiedenis krijgt zo de plek en aandacht die het verdient. Voor een land dat tachtig miljoen euro voor één Rembrandt overheeft, moet dat geen probleem zijn.

Noot van de redactie.

Op het Landgoed Bronbeek in Arnhem, bevindt zich weliswaar het bekende Museum Bronbeek, dat geheel gespecialiseerd is in Nederlands-Indië. Echter de daar tentoongestelde collecties hebben vrijwel uitsluitend betrekking op de militaire kant van het koloniale verleden. Eigenlijk dus meer een KNIL-museum. Daardoor uiteraard niet minder belangrijk. Een museum dat bijna alle facetten van het Nederlands bestuur in Indië voor het voetlicht plaatst, is er dus nog niet. 

Niels Graaf is historicus en is verbonden aan de Wiardi Beckman Stichting. Hij was dit jaar aan-wezig bij de onafhankelijkheids-viering in Jakarta.

(Bron: De Volkskrant)

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives