Alle berichten (2836)

Sorteer op

Oorlogskinderen met Indië - verleden

undefinedOorlogskinderen met Indië - verleden
maandag 15 augustus 2016 23:39

Zwolle - Op de mooie zomeravond van maandag 15 augustus werden onder de grote kastanjeboom bij de ingang van Park Eekhout rondom de vijver met klaterende fontein de verschrikkingen van de oorlog in Nederlands Indië opgehaald. Om te herdenken en elkaar te troosten. Naast het Indië- en Nieuw Guinea monument stonden Zwolse militaire veteranen en leden van de Nationale Reserve naast elkaar in het gelid. De nationale driekleur naast het monument halfstok. Het Koperensemble Excelsior uit Westenholte zorgde voor passende koraalmuziek. Voor genodigden en andere belangstellenden waren stoelen klaargezet. Velen waren op de fiets gekomen. De kermisattracties waren stilgezet en alleen zacht stadrumoer was hoorbaar toen ceremoniemeester Jeffrey Satoor De Rootas de samenkomst opende: "de herdenking van dit jaar heeft als thema "kinderen en nazaten uit de oorlog in Nederlands Indië." In zijn inleiding vroeg hij aandacht voor de kinderen van oorlogsslachtoffers, die tientallen jaren later soms ernstige gezondheidsklachten krijgen.

dscf4400.jpg
Foto's: Hennie Vrielink

Mevrouw Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei hield een persoonlijk verhaal over haar vader, die als dienstplichtig militair in de herfst van 1945 naar Indië werd gezonden. "Net de hongerwinter achter de rug en gelijk daarna in een koloniale oorlog terechtgekomen." De terugkomst in Nederland verliep kil en gevoelloos en er was toen voor militairen nog geen nazorg. "Ook mijn vader zweeg, want hij zag de afkeuring in onze gezichten." Verbeet wil aandacht voor de verhalen van deze oud-militairen en "we hebben niks aan simpele oordelen dat zij oorlogsmisdadigers waren." 

dscf4403.jpg

dscf4410.jpg

dscf4415.jpg 

Ook vroeg ze aandacht voor kinderen uit oorlogsliefdes. Nederlandse militairen hebben toen kinderen verwekt bij Indische vrouwen. Jarenlang was dit een groot taboe en deze kinderen bleven vaak in Indië achter na vertrek van hun vader naar Nederland. "Ze waren niet bruin genoeg voor de Indonesiërs en werden soms gezien als kinderen van de bezetter. Ze waren niet wit genoeg om door Nederland erkend te worden. Het project "Oorlogliefdeskind" helpt zestig jaar later vaders en kinderen bij hun zoektocht naar elkaar. Inmiddels oudere mannen en vrouwen in Indonesië op zoek naar hun biologische vader "Tuan Papa" en oude blanke mannen uit Nederland die aan het eind van hun leven hun lichtbruine kind willen ontmoeten.

De heer Silfraire Delhaye, voorzitter van het Indisch Platform hield ook een zeer persoonlijke toespraak, waarbij hij vooraf aangaf dat zijn woorden wellicht emoties van boosheid of verontwaardiging zouden kunnen oproepen. De ouderen hielden hun leed verborgen voor hun kinderen en wilden hun trauma's niet tonen, waardoor kinderen hun ouders niet hebben leren kennen. Hijzelf heeft zijn vader nooit gekend. Zijn vader was een Japanse burgerofficier in Nederlands Indië en verwekte bij een Indische vrouw een kind: "Ik ben een Japanse nakomeling." Hij erkende met een "bezwaard gevoel" hier vanavond op 15 augustus met zijn Japanse achtergrond te staan, maar gaf ook een duidelijk statement: "Een kind kan nooit zijn eigen ouders uitzoeken."

Precies om acht uur was het één minuut stil nadat de trompettist het signaal "Taptoe" had gegeven en was alleen de klok van de Peperbus te horen die acht keer sloeg. Na de stilte werd het eerste couplet van het Wilhelmus gespeeld door Koperensemble Excelsior en de vlag werd in top gehesen. Hierna droeg burgemeester Henk Jan Meijer het gedicht "Erfenis" van dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Ted van Lieshout voor.

Niet allen gesproken woorden, maar ook gezongen teksten door de Indische sing-song writer en muzikant Wouter Muller. In een wit pak met zwart vestje nam hij zijn gitaar ter hand en vertelde dat hij kind van een KNIL-militair is. Zijn eerste lied "Daddy". Ook zijn vader zweeg over zijn Indië verleden. "Mijn daddy was stil, maar 's nachts in het donker kwamen keer op keer je herinneringen weer. Dan hoorde ik je gegil." Dit zwijgen heeft grote gevolgen gehad voor henzelf, maar ook voor de generaties daarna. Vervolgens het lied "Wie ben ik?" met de zin "het land waar ik ben geboren heb ik nooit goed gekend."
Op verzoek van enkele aanwezigen zong Wouter Muller zijn lied over het Indië- en Nieuw Guineamonument in Park Eekhout. Naast dit monument het lied "Dit moment. Dit monument." Enkele fragmenten uit dit lied: "Ik kom hier wel eens vaker, meestal als de mensen zijn vertrokken. Dan leg ik bloemen voor mijn vader neer. Midden in de stad staat een sculptuur van drie zuilen in een park. Dit monument als een teken uit het verre Oosten. Vaak spelen hier kinderen onwetend van al die donkere dagen."

Na de muziek van Wouter Muller werden kransen bij het monument gelegd. Eerst door de loco-Commissaris van de Koning Bert Boerman en burgemeester Henk Jan Meijer namens het openbaar bestuur. Vervolgens door (klein)kinderen van Indische en Molukse Nederlanders ter nagedachtenis aan alle omgekomen burgers en de derde krans ter nagedachtenis aan alle omgekomen militairen en koopvaardijpersoneel door vertegenwoordigers van de Stichting Oud Militairen en veteranen, Algemene vereniging van oud personeel van de Koninklijke Marine. De kranslegging werd afgesloten met het leggen van bloemstukken door de Centrale Commissie Oranje en de Parkschool. Hierna vond het defilé plaats, dat werd geopend door de burgemeester en loco-Commissaris van de Koning in Overijssel. De andere aanwezigen sloten zich hierbij aan en hielden met hun eigen herinneringen even stil bij het monument en de kransen. Sommigen legden zelf nog een bosje bloemen aan de voet van het monument. De zon was inmiddels achter de bomen verdwenen; het begon al te schemeren en na vertrek van de mensen bleven de bloemen bij het monument in vredige stilte achter.

Hennie Vrielink
Verslaggever Weblog Zwolle

 

Lees verder…

10897333890?profile=originalHistorie belangrijk goed’

Het is goed om de Japanse capitulatie op 15 augustus in 1945 jaarlijks te herdenken. Driekwart van de deelnemers aan de Stelling van de Dag vindt herdenken belangrijk. We kunnen ervan leren, ook al herhaalt de historie zich nooit exact hetzelfde.

Telegraaf 17 augustus 2016

Stilstaan bij de gruwelen die in Nederlands-Indië plaatsvonden wordt door de meerderheid van de stemmers van het grootste belang geacht. „Geschiedenis is een belangrijk goed, iedereen kan hiervan leren en vruchten plukken. Wanneer je dit stopt zal er een samenleving ontstaan die nog meer verhardt en daar is geen enkel mens op deze aardbol bij gebaat”, vreest een deelnemer.

Sommigen menen dat de overlevenden die bloot hebben gestaan aan de gruwelen van de Japanse bezetting nooit in Nederland de erkenning hebben gehad voor het leed wat hen daar was aangedaan. „Schandalig was die vreselijke periode daar”, laat een overlevende weten.

De geschiedenis van Nederlands-Indië maakt deel uit van onze identiteit, ook al is de historie onderbelicht. Velen vinden dat er meer aandacht hiervoor moet komen. „Schenk op school aandacht aan dit stukje verleden”, stelt iemand voor.

Herdenken is vooral ook important om de historie door te geven aan de jongere generaties, die nu in vrede opgroeien en geen oorlogen hebben meegemaakt. Zo schrijft een respondent met historisch besef: „Het is vooral voor jongeren belangrijk om te herdenken zodat zij zich realiseren dat vrede niet zo normaal is. Al die verschrikkingen willen we nooit meer!” En een andere deelnemer valt bij: „Herdenken is belangrijk voor de overlevenden. Maar ook voor hun kinderen, omdat de ouders hun verdriet hebben doorgegeven. Daardoor zijn hun jeugd en leven eveneens voor een belangrijk deel bepaald door de gevolgen van de verschrikkingen van de oorlog.”

Bijna een kwart van de stellingdeelnemers is het oneens met de stelling en meent dat het na ruim 70 jaar over moet zijn met herdenken. „Kijk liever naar heden en toekomst. Tot op heden zijn we met herdenken weinig opgeschoten, gezien alle oorlogen op dit moment, ook in het klein in Nederland zelf”, klinkt het. „Ik ben van 1947 en deze herdenking zegt mij helemaal niets. Ik heb er ook nooit iets over op de lagere school gehoord. Laten we ermee ophouden en 4/5 mei aanhouden voor iedereen”, schrijft een naoorlogse deelnemer. En enkelen pleiten voor één nationale herdenkingsdag voor alle oorlogsslachtoffers, bijvoorbeeld op 4 mei.

Anderen menen dat niet alleen de Japanse capitulatie en de gruwelen van de Japanners in Nederlands-Indië moeten worden herinnerd. „Herdenken moet op de juiste manier, met ook een scherpe blik voor ’onze’ eigen fouten in het (koloniale) verleden”, stelt iemand voor. En een ander bekritiseert de huidige opzet van de plechtigheid. „Opvallend dat wel slachtoffers van de Japanners worden herdacht, maar dat we de Nederlandse oorlogsmisdaden en de Indonesische slachtoffers daarvan niet herdenken.”

Aan het verleden moet recht worden gedaan. Dat houdt ook in dat de nabestaanden van oud-militairen en - ambtenaren recht hebben op een nabetaling van het kabinet op salarissen die nooit zijn uitbetaald. De helft van de stemmers meent dat staatssecretaris Van Rijn (Welzijn) hiervoor moet ijveren.

René van Zwieten

Lees verder…

ICM met A+B Team aanwezig met ICM stands.




Vrijdag 19 augustus

13.00 - 14.00 uur CD Ind.muziek

14.15 - 15.00 uur Diana & Friends

15.30 - 16.00 uur Aniadi Art

16.30 - 17.15 uur Doña & de Gado,s

17.45 - 18.15 uur Diana & Friends

18.45 - 19.30 uur Aniadi Art

19.45 - 20.15 uur Doña & de Gado,s

20.45 - 21.30 uur Diana & friends

22.00  uur            Einde

 


 

Zaterdag  20 augustus

12.00 - 13.00 uur CD. Ind.muziek

13.00 - 13.45 uur Wipe Out Selection

14.15 - 14.45 uur Bunga Melati

15.15 - 15.45 uur Hans Milané

16.30 - 17.00 uur Wipe Out Selection

17.30 - 18.15 uur Bunga Melati

18.45 - 19.15 uur Hans Milané

19.30 - 20.00 uur Wipe Out Selection

20.30 - 21.30 uur Massada & 4Suara

22.00 uur             Einde

 

Zondag  21 augustus

12.00 - 12.30 uur  CD Ind.muziek

12.30 - 13.00 uur  Gerson & friends

13.30 - 14.00 uur  Batik Dance Theatre

14.30 - 15.00 uur  Gerson & Friends

15.30 - 16.15 uur  Jimi Belmartin

16.30 - 17.00 uur  Batik Dance Theatre

17.30 - 18.30 uur  Gerson & Friends

19.00 uur   Einde


10897237288?profile=original10897237700?profile=original

Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
                           

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates  In het Engels hier

  •  10897234678?profile=original Uitbetalen Traktaat van Wassenaar  Crowdfunder of donateur worden?

     

    Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

Geen Back Pay,  maar rekeningen om tot de laatste cent terug te betalen voor Indisch oorlogslachtoffers !

10897335859?profile=original

10897336254?profile=original

De burgers (Indische oorlogslachtoffers) wachten nog steeds op het geld dat Republiek Indonesie betaalde aan Nederland omdat ze uit het Indonesie werden verjaagd voor het verlies van al hun bezittingen, geen Back pay maar gekregen de rekeningen gepresenteerd dat ze alles tot de laatste cent moesten terugbetalen.

Tot op heden hebben deze oorlogslachtoffers geen erkenning, excuses en geen cent compensatie gehad. Ik hoor hier niemand hierover, daarvoor hebben 12.000 mensen getekend, of zijn wij het al weer vergeten. KNIL en ambtenaren hebben nog gelden gehad, hoefden hun overtocht naar Nederland niet te betalen naast de andere voorzieningen, die burgers (oorlogslachtoffers wel voor hun kiezen kregen). Kortom nog veel werk te doen voor Martin van Rijn, kan toch niet zo zijn dat Indische vluchtelingen zo maar in de kou worden gelaten. 

Zie verder 

https://petities.nl/petitions/uitbetalen-op-basis-van-traktaat-van-wassenaar-1966?locale=nl

======================================================================================

10897237700?profile=original

Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
                           

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates  In het Engels hier

  •  10897234678?profile=original Uitbetalen Traktaat van Wassenaar  Crowdfunder of donateur worden?

     

    Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

10897234678?profile=originalVoortgangsverslag Traktaat van Wassenaar per  9 augustus 2016 (voorheen 18 juli 2016).

De deelnemers (donateurs) en ondertekenaars verzochten het ACTW66 om een tussentijdse verslag.   

**) Updates met rood.

Voor Fase I  heeft ACTW66 inmiddels vele benodigde werkzaamheden verricht en de nodige stappen ondernomen. ACTW66 heeft bereikt dat de advocaten, materiedeskundigen en de consultants op basis van "no cure no pay "voor ons gaan werken bij deze megaklus om aan 60.000-70.000 gedupeerden om  door  De Staat hun gelden te laten uitbetalen.  Inmiddels hebben deze reeds vele werkzaamheden uitgevoerd voor Fase I.  Met de campagne werd van de 60.000 - 70.000 ruim 15.000 bereikt ( Verschillende Indische organisaties hebben zich gemeld om het traktaat onder hun leden ter kennis te stellen) naast dat er ruim 12.000 ( voorheen 9.479, de verwachtingen zijn dat het eind van jaar de 20.000 zullen worden bereikt. Nu het traktaat meer bekendheid krijgt). De petitie is ondertekend en 3678 (voorheen 2417) hebben toegezegd te willen doneren,  blijven helaas de donaties sterk achter op de andere geboekte resultaten.

Uit de gepleegde research door materiedeskundigen zijn in samenwerking met het team van ACTW66 de feiten, bevindingen en oplossingsrichtingen samengevat in het rapport "Voorstel conceptrapport Uitbetalen Traktaat van Wassenaar".    Deze  werd vorige week aan Jakarta Advocaten Team (JAT) ter beschikking gesteld. Deze zullen de juridische puntjes op de I zetten.  Hierna gaat het rapport naar de uitgever om het in boekvorm uit te geven.  De planning is dat dit Rapport/ boek  in september wordt uitgegeven en in boekvorm  beschikbaar komt, alvorens deze  met dagvaarding met 10.000 handtekeningen uit handen van de advocatenkantoor te Jakarta wordt overhandigd aan Bert Koenders.  Ook hij  en zijn Ministerie zijn op de hoogte van deze komende zaak.

 

Alle bewindslieden van de Tweede Kamer zijn op de hoogte gebracht, en uiteraard Halbe Zijlstra die in 2009 begin maakte aan dit dossier, ook research heeft gepleegd.  Op 22 april jl. werd persoonlijk de President Joko Widodo van de republiek Indonesië in kennis gesteld van dit Traktaat dat de Nederlandse Staat  het financiele onderdeel uit dit verdrag tot uitbetaling van de Indische Gemeenschap niet heeft uitgevoerd. 

 

ACTW66 heeft als claimstichting voor Fase I alle benodigde werkzaamheden en uitgaven voor haar rekening genomen, is een fors bedrag geworden !

 

Voor Fase II, zijn meer middelen nodig om  ten eerste de groep van 60.000 gedupeerden (rechthebbenden) ,  zijnde aangemerkt als deelnemer van ACTW66 als claimstichting- te bereiken via de omroepen, en  de dagbladen.  Hier zijn veel kosten meegemoeid. De griffiekosten om deze zaak op de rol te zetten,  2,5 % van 689 miljoen. Ten slotte voor Informatie & Communicatie naar de gedupeerden toe , de levering van het rapport / boek "Voorstel conceptrapport  Uitbetalen traktaat van Wassenaar 1966" voor 70.000 exemplaren.  ACTW66 is intensief bezig om ook andere fondsen aan te boren via financiële instellingen. De kosten voor Fase II worden geschat op minimaal  15 miljoen euro.

 

Daarom vraagt ACTW66 een minimale donatie van € 25, en t.z.t. ontvang u het  "Voorstel conceptrapport Uitbetalen Traktaat van Wassenaar" dat in boekvorm wordt uitgegeven.

 

Uw donatie/bijdrage kunt U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07  ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie ACTW 66 - Traktaat van Wassenaar . Wij hebben uw donatie hard nodig voor de uitvoeringskosten van de regeling tot compensatie, welke de Nederlandse Staat bewust 51 jaar heeft nagelaten, teneinde ons werk  verder af te kunnen maken

Lees verder…

Respect Rudy, de bedenkers van KNIL betalingen zijn Silfraire Delhay en Martin van Rijn!

10897332092?profile=original

Beste Rudy,

alleen maar respect voor deze daad.  

Toch moet je weten wie de ontwerpers, auteurs, bedenkers van dit onhumaan plan zijn, dat uiteindelijk in deze regeling voortvloeit voordat je naar de Overheid wijst.

Het zijn de voorzitter IP Silfraire DelHay en Staatssecretaris Martin van Rijn die dit plan hebben bedacht. Drie jaren lang in stilte zonder maar 1 woord te communiceren naar hun eigen achterban - bij het Indisch Platform de delegatie - en nog erger 10.000 mensen die bij de stille tocht hun mandaat gaven voor: Erkenning, excuses, en compensatie.

 

De compensatie behelsde op deze volgorde en niet anders;

-          alle oorlogsslachtoffers met een plafond die gelijk is gesteld aan de oorlogsslachtoffers Joodse Gemeenschap, Roma, en Sinti’s die rond de 45.000 ontvingen, en de Indische gemeenschap 5200. Mede omdat Nederland in economische crisis zit( Totaal pakket zou 8 miljard kosten voor een dergelijk 65.000 man), deze in een pensioenplan te vatten van € 600 per maand op het AOW via de SVB dit is o.a. met Ton Te Meij (IP delegatie persvoorlichter) besproken en bedacht.

-          Backpay

-          KNIL, omdat deze al andere voorzieningen hebben gehad, en de eerste groep oorlogsslachtoffers ook nog alles zelf hebben moeten betalen tot de laatste cent.

 Te denken dat NCC & ICM jaren achtereen die 10.000 mensen hiervan hebben moeten overtuigen om te tekenen. 

Bizarre is dat juist op de dag van die beslissing bekend werd dat VWS een meevaller had van 6 miljard. Het zijn de leden van de Tweede Kamercommissie VWS die zich volledig gekeerd hebben tegen dit plan, en alsnog drie moties indienden conform onze eisenpakket. 

Rudy dank voor jouw bijdrage in deze strijd!

Is ook goed om te weten dat de Tweede Kamer commissie  leden deze drie jaren voor ons hebben gestreden, Ik dacht dat wij daar het Indisch Platform voor hadden (nadruk op hadden) ?


Lees verder…

Herdenkingen elders in het land

 

10897275489?profile=originalHerdenkingen elders in het land

Met dank aan NICC.

Gelukkig kreeg de redactie dit jaar na herhaalde oproepen in de vorige edities van NICC Magazine weer een aantal meldingen van herdenkingen in den lande. Die meldingen zal de redactie hierna plaatsen. Voor herdenkingen in uw eigen woonplaats, die hier niet vermeld staan, adviseren wij u het internet te raadplegen. De Nationale Herdenking bij het Indisch Monument in Den Haag zal, evenals andere jaren, op televisie worden uitgezonden.

 

14 augustus 2015

Amstelveen, Broersepark

Elk jaar, voorafgaand aan de dag van de capitulatie vindt in Amstelveen de herdenking plaats bij het Monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van  de  Japanse  bezetting  en de 

Bersiap. De plechtigheid begint om 19.30 uur en duurt tot 20.30 uur. Degenen die bij het monument een krans willen plaatsen, kunnen deze tot 19.00 uur afgeven bij de organisatie. Bij deze herdenking is iedereen welkom, maar zorgt u ervoor   tijdig aanwezig  te  zijn,  vanwege een beperkt aantal van 600 zitplaatsen. Na afloop is er in het naast het monument gelegen gebouw een kumpulan, waarvoor u van harte bent uitgenodigd.

10897307057?profile=originalNijmegen, Gemeentehuis

Herdenken doet ieder op zijn of haar eigen wijze. Voor de Indische gemeenschap in Nijmegen en omgeving doen wij dit op 14 augustus om de slachtoffers van de Japanse bezetting te gedenken. Het thema dit jaar is: Gedeelde ervaringen. Yvonne van Genugten, directeur Indisch Herinnerings Centrum en Kartini Slaats, 3e generatie Indische Nederlanders, zullen hun ervaringen met ons delen en vertellen over hetgeen zij

van hun (groot)ouders hebben meegekregen en in hoeverre zij zich Indisch voelen. Het koor Canto Novio uit Nijmegen zorgt voor de muzikale omlijsting. Na de officiële ceremonie is er ruim de tijd om eigen ervaringen met elkaar te delen. Inloop vanaf 19.00 uur. Officiële ceremonie: 19.30 tot 21.00 uur.

 

10897276299?profile=original15 augustus 2015

Wageningen, Rumah Kita

De bewoners van zorginstelling Rumah Kita in Wageningen herdenken samen met hun familieleden de capitulatie veel bewoners luidde deze het begin in  van  de  onafhankelijkheidsstrijd  en de Bersiap periode, waardoor vrijwel ieder het land halsoverkop moest verlaten. Om 10.30 uur   zal Marco Petzoldt regiomanager van Rumah Kita de aanwezigen  

welkom heten, waarna de   Burgemeester   van   Wageningen enkele woorden zal spreken, namens Gemeente Wageningen.  Tijdens de herdenking wordt de taptoe geblazen, gevolgd door  één minuut stilte en het zingen van twee coupletten van het Wilhelmus. Daarna volgt de vlagceremonie en worden twee kransen bij het monument gelegd, waarna tot slot ook de bezoekers en bewoners de mogelijkheid hebben om bloemen bij het monument te leggen. Na afloop wordt er gezamenlijk koffie gedronken in het restaurant.

10897276472?profile=originalGeldrop, begraafplaats ‘t Zand’

Jaarlijkse herdenking bij het gedenkteken op begraafplaats ’t Zand aan het Aragorn in Geldrop. Vanaf 18.30 uur worden  hier  de gevallenen herdacht uit de tijd van de Japanse bezetting, de Bersiap en de Politionele Acties, zowel burgers als militairen. Toespraken worden  afgewisseld  met  muziek. Ook hier wordt twee minuten stilte in acht genomen, en is er gelegenheid tot het leggen van bloemen.

10897276890?profile=originalDe Bilt, Stadhuis

Bij het Oorlogsmonument voor  het Stadhuis in de Bilt vind de jaarlijkse herdenking plaats. Omdat deze herdenking ieder jaar drukker wordt, worden alle belangstellenden  verzocht   om  tijdig  aanwezig   te  zijn.  De aanvang is om 13.30 uur.

Bijzonder is, dat er voor elk jaar na de capitulatie van Japan één rode roos in vazen wordt geplaatst; dit jaar dus 71 rode rozen, plus één witte roos, symbool voor de toekomst. Deze witte roos wordt door iemand   van de 4e generatie op een zelfgekozen plaats tussen de rode rozen geplaatst. Na afloop van het officiële gedeelte is er gelegenheid om zelf bloemen neer te leggen. Daarna is er koffie met spekkoek.

10897276890?profile=originalBreda, Zorgcentrum Raffy

Ter nagedachtenis aan alle mannen, vrouwen en kinderen die gestorven zijn ten gevolge van de Japanse overheersing en de Bersiap-periode in voormalig Nederlands-Indië, organiseert de Stichting Arjati de jaarlijkse Herdenkingsbijeenkomst bij het monument in de tuin van Zorgcentrum Raffy in Breda. Ieder is van harte welkom. De ceremonie beging om 14.00 uur, met het dringende verzoek reeds 

om 13.45 uw plaats te hebben ingenomen in de grote tent of een van de aangrenzende ruimtes van Raffy. Het thema dit jaar is: Erkend Verleden. De herdenking wordt omlijst door muziek en zang, waaronder het Indisch Onze Vader. Voor en na de ceremonie kunt u de foto-tentoonstelling van Will van de Corput bezoeken,    die een beeld geven van leven    en werken in diverse Japanse concentratie-kampen. Na afloop is er gelegenheid tot ontmoeting en met elkaar na te praten. De toko van Raffy is geopend. waar u op eigen rekening een drankje en een hapje kunt nuttigen.

10897278459?profile=originalZwolle, Park Eekhout

Bij het Indië en Nieuw Guinea Monument aan de Van Rooyen-singel worden van 18.45 tot 20.00 

uur de slachtoffers  herdacht  van de  Japanse  bezetting, de Bersiap periode, de politionele acties, alsmede de militaire conflicten in Papua Nieuw Guinea. Muzikale intermezzo’s worden verzorgd door het koperensemble Excelsior. Gastspreker is Silfraire Delhaye, voorzitter Het Indisch Platform.  De kinderen van de Parkschool (adoptieschool van het Indische monument) assisteren bij de kransleggingen. De plechtigheid wordt afgesloten met een defilé,  van alle aanwezigen langs het monument, voorafgegaan door de loco-Commissaris van de Koning en de Burgemeester. Na afloop is gelegenheid tot napraten onder het genot van een kop koffie of thee.

10897329276?profile=originalHelmond, De Cacaofabriek

De capitulatie van Japan lijkt een mensenleven geleden, maar de sporen van de verschrikkingen   en het onvoorstelbare leed zijn nog niet uitgewist. De volgende generatie(s) droegen en dragen de 

trauma’s van hun ouders met zich mee, vaak voor de rest van hun leven. De herinneringen van hun ouders, of misschien juist het stilzwijgen daarover speelt danig parten in het leven van hun erfgenamen. Eerst nu komt er heel langzaam en met vlagen enig gevoel van vergeving. En dat is goed. Daarom ook is het thema van de herdenking van De Indische organisatie Ngotjeh: Vergeving. Het officiële gedeelte begint om 19.00 uur en duurt    tot 20.00 uur. Daarna is er gelegenheid tot napraten met een hapje en een drankje tot ongeveer 21.30 uur.

 

10897329094?profile=originalArnhem, Park Sacré Coeur

De Stichting Monument Sawah Belanda nodigt u uit om de herdenkingsceremonie bij te wonen  bij   het monument aan de Velperweg 158, achter zorghuis Regina Pacis. Iedereen is welkom vanaf 11.00 uur. Er worden enkele toespraken gehouden en er zijn muzikale intermezzo’s. Na afloop is er gelegenheid om na te praten met een drankje en een hapje.

10897277083?profile=originalDen Helder, De Vijfsprong

Bij het monument “Voor hen die vielen” aan De Vijfsprong wordt de jaarlijkse herdenking gehouden. De ontvangst is in Hotel Wienerhof, naast het NS-station om 10.00 uur. Er staat koffie met cake klaar. Om 10.20 uur begint de herdenkingsceremonie met   om 11.00 uur de kerkdienst  onder leiding van Ds. J. Moens.  Na afloop is er (op afroep)  gelegenheid tot het leggen van bloemen op persoonlijke titel. Het officiële gedeelte wordt om 12.00     uur afgesloten met een dank-woord  van  de  voorzitter  van de Stichting “15 augustus herdenking  Den Helder”. Daarna is iedereen uitgenodigd voor een informeel samen zijn in Hotel Wienerhof met koffie en spekkoek en een kleine Indische catering. Vanaf 9.00 uur kunnen kransen en bloemen worden afgeleverd. Insignes en Onderscheidingen mogen worden gedragen.

10897277101?profile=originalHardenberg, Indiëplantsoen

Ook in Hardenberg worden de gevallenen uit de Tweede Wereld-oorlog en de daarop volgende bloedige periode in voormalig Nederlands-Indië herdacht. Dit gebeurt bij het Monument achter 

het theater “De Voorvechter”. Aanvang van de herdenking is om 19.00 uur. 

10897278081?profile=originalSoest, Woongroep Insulinde

Een plechtige herdenking  in de Bendopo van woongroep Insulinde aan  de  Wilgenblik 34  in  Soest. Vanaf  10.30  uur  ontvangst  van genodigden, waarna om 11,00 uur de herdenking begint bij de Indische Plaquette bij het Verzetsmonument aan de Ir. Menko-laan.

10897277900?profile=originalSteenwijk, Slingerbos

Door St. Herdenking 15 augustus 1945 in Steenwijk wordt de jaarlijkse herdenking gehouden bij het monument in het Slingerbos. 

Om 11.00 uur is de vlag-ceremonie, waarna de plechtigheid om 11.45 uur begint. Alle belangstellenden wordt dringend verzocht om uiterlijk 11.30 uur aanwezig te zijn. Spreker is onder andere de Burgemeester van Steenwijk.  Na   afloop   is  er  een  Informele bijeenkomst in de foyer van Theater De Meenthe aan het Stationsplein  in Steenwijk.

Geldrop, begraafplaats ‘t Zand’

Jaarlijkse herdenking bij het gedenkteken op begraafplaats ’t Zand aan het Aragorn in Geldrop. 

Vanaf 18.30 uur worden  hier  de  gevallenen herdacht uit de tijd van de Japanse bezetting, de Bersiap en de Politionele Acties, zowel burgers als militairen. Toespraken worden  afgewisseld  met  muziek. Ook hier wordt twee minuten stilte in acht genomen, en is er gelegenheid tot het leggen van bloemen.

10897330271?profile=originalDe Bilt, Stadhuis

Bij het Oorlogsmonument voor  het Stadhuis in de Bilt vind de jaarlijkse herdenking plaats. Omdat deze herdenking ieder jaar drukker wordt, worden alle belangstellenden dringend verzocht   om  tijdig  aanwezig   te  zijn.  De aanvang is om 13.30 uur.

Bijzonder is, dat er voor elk jaar na de capitulatie van Japan één rode roos in vazen wordt geplaatst; dit jaar dus 67 rozen, plus één witte roos, symbool voor de toekomst. Deze witte roos wordt door iemand van de 4e generatie op een zelfgekozen plaats tussen de rode rozen geplaatst. Na afloop van het officiële gedeelte is er gelegenheid om zelf bloemen neer te leggen. Daarna is er koffie met spekkoek.

10897277074?profile=originalEnschede, Blijdensteinpark

Verreweg het oudste Indië Monument van Nederland staat in Enschede.   Het   werd   in    1960 onthuld door de weduwe van generaal Spoor. De herdenking begint om 10.15 bij het monument in het Blijdensteinpark in Enschede. Sprekers worden afgewisseld door muzikale bijdragen. Ook hier zal de vlag-ceremonie uitgevoerd worden, gevolgd door twee minuten stilte en de mogelijkheid om bloemen te leggen.

10897307684?profile=originalDen Bosch, “De Grevelingen”

Op het terrein van het Indisch-Moluks zorghuis “De Grevelingen” wordt de herdenking gehouden bij het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Japanse bezetting en de Bersiap periode. Het ceremoniële gedeelte begint om 14.15. uur met enkele toespraken, koorzang en dan aansluitend de kransleggingen.

Vervolgens is er voor ieder de gelegenheid om bloemen te leggen bij het monument, waarna het officiële deel om 16.00 uur sluit. Daarna is in het zorgcentrum nog een muzikaal optreden en kunt u nog wat napraten en wordt een Rijsttafel  geserveerd. Deze herdenking wordt georganiseerd door Stichting HONI (Herdenking Oorlogsslachtoffers Nederlands-Indië).

10897330494?profile=originalHilversum, Noorderbegraafplaats

Herdenkingsplechtigheid bij het Indië Monument  aan de Laan 1940-1945. Er zullen toespraken worden gehouden en gedichten voorgelezen, waarna bloemen bij het monument worden gelegd.   De  plechtigheid,  die  al  voor  de 

7e keer wordt georganiseerd door de werkgroep “Hilversum 15 augustus”, begint om 16.00 uur.

 

10897280457?profile=originalHerdenken buiten Nederland

California, U.S.A.

In Zuid Californië woont een grote groep Indische Nederlanders, die daar in de jaren na de oorlog toe emigreerde. Ieder jaar herdenken zij gezamenlijk de capitulatie van Japan en tevens de slachtoffers van de Bersiap. Zij hebben het voorrecht om op het Ereveld “The National Cemetary” in het westen van Los Angeles  een  speciale  gedenknaald  te mogen oprichten, waar een plaquette met de tekst “De Geest Overwint” de façade van het monument siert. Ieder jaar komt ook de Consul zijn opwachting maken en tevens is  de directeur van The National Cemetary bij de ceremonie aanwezig. Naast  de toespraken is er een zangkoor en is er een kranslegging onder andere door de Dutch Club Advendo en De Wapenbroeders Avio. Wie aldaar verblijft en de ceremonie wil bijwonen kan alle informatie inwinnen bij Winnie Schardijn, winschar@aol.com.

 

10897308272?profile=originalOntario, Canada

Ook in Canada wordt de capitulatie van Japan herdacht met een bijeenkomst van Nederlandse en Nederlands-Indische Canadezen en andere geïnteresseerden. De  plechtigheid vindt plaats in de Harmony Hall van  Holland Christian Homes in Zuid Ontario op bij de bronzen  plaquette. De organisatie is in handen van “August 15/1945”.

Bij de plechtigheid zal de Nederlandse Militaire Attaché in Canada, Commander Er worden toespraken een toespraak houden. Verder zal  aanwezig zijn de  Consul Generaal Hans Horbach, alsmede vertegenwoordigers    van Nederlandse veteranen-organisaties in Canada.  Na afloop wordt gezamenlijk een traditionele Indische maaltijd genuttigd. Nadere inlichtingen:

boukedejong@rogers.com

Benidorm, Spanje

Dat in Spanje veel Indische Nederlanders wonen, is bekend. Daarom is er ook in Kerkgebouw Het Anker (in Benidorm, Alicante) een jaarlijkse herdenking van de overgave van Japan. Deze wordt altijd bijgewoond door de Nederlandse Consul en zijn  militaire attaché of zijn Chef de Poste uit Madrid. Ook de plaatselijke Consul voor het gebied rond de Costa Blanca aanwezig. Na de toespraken volgt er een kranslegging en een vlagceremonie. Daarna is er een

informeel samenzijn met een rijsttafel. Bent u in die periode in Spanje en wilt u bij de herdenking aanwezig zijn? Alle informatie kunt u krijgen bij Ortwin Louwerens, orthwin@gmail.com.

10897308674?profile=originalAuckland, New Zealand

De EJOS organisatie in Auckland, New Zealand is verantwoordelijk voor de organisatie van de herdenking aldaar. Ergens   in   mei   worden   de  gevallen soldaten van Australië en New Zealand herdacht op de “ANZAC-day”. De Hollandse en Indische mensen hebben daar niets mee van doen, maar sluiten   zich  daar wel  bij  aan,  omdat  er voor  hen geen andere herdenkingsdag is. En dus vieren ze in mei de capitulatie van Japan bij hun eigen monument.  Bovendien is de 15e augustus voor hen geen reden om

te vieren, omdat ze op die dag in handen vielen van de strijders van Sukarno. Wie meer wil weten over deze herdenking in mei elk jaar, kan terecht bij de voorzitter:     Ivo Pabbruwe,  ivo.p@xtra.co.nz.

 

Herdenken  na 15 augustus

 

20 augustus 2016

Arnhem, Bronbeek

Op zaterdag 20 augustus worden de slachtoffers van de Birma-Siam en   de  Pakan   Baroe   Spoorweg

herdacht. Vanaf 10.00 uur is de ontvangst. De ceremonie begint om 11.00 uur, waarbij iedereen welkom is. Inloop vanaf 10.00 uur. De herdenking wordt geopend met een toespraak van Thijs Meijer, de ceremoniemeester en zoon van een spoorweg-veteraan.  Na  een  voordracht door een  leerling  van  Arentheem  College, Gevolgd door een presentatie   van de eregast, Sir Rod Beattie. De voorzitter van SHBSS, zal eveneens een toespraak    houden.  Dan de Herdenking  met de  officiële kranslegging, waarna de gelegenheid wordt geboden om op persoonlijke titel bloemen bij het monument te leggen. De ceremonie wordt afgesloten met het Wilhelmus. Inschrijving voor het Indisch Lunchbuffet is helaas niet meer mogelijk.

 

10897309260?profile=original21 augustus 2016

Den Haag, Duinzichtkerk

De jaarlijkse herdenkingsdienst wordt weer georganiseerd door de Haagse Gemeenschap van Kerken op zondag 21 augustus. Tijdens  

de dienst zal Bob Schuitemaker vertellen over de bevrijding uit Kamp Bankinang. Tevens zal er aandacht besteed worden aan de Bersiap periode. Vele burgers van jong  tot oud,  werden in die  periode alsnog of opnieuw vastgezet en die vaak op beestachtige wijze vermoord of verminkt. Toespraken zijn er van de kleinkinderen van voormalige krijgsgevangenen. Jonge mensen van de 3e en 4e generatie Indische Nederlanders zorgen deze keer voor de muzikale omlijsting. De dienst begint om 16.30 uur in de Duinzichtkerk, v. Hogenhoucklaan 89, Den Haag. Na afloop is er ruime gelegenheid voor napraten met een drankje en een hapje.

 

23 augustus 2016

Arnhem, Landgoed Bronbeek

De Stichting Herdenking Japanse Jongenskampen  organiseert voor de 27e keer de jaarlijkse herdenking  voor  de  slachtoffers

van de Japanse Jongenskampen. Het  betreft  hier  met  name      de  Jongenskampen    Ambawara /

Bandoengan, Bankong/Gedungjati en Tjimahi/Bandoeng. De aanvang is om 11.00 uur en u bent vanaf 10.30 uur welkom. Toespraken zijn er dit jaar van diverse gastsprekers. Tevens zijn er een aantal muzikale intermezzo’s. De herdenkingsceremonie duurt tot ca. 13.00 uur.

 

  


10897331087?profile=original10 september 2016

Arnhem, Landgoed Bronbeek

Tenslotte een herdenking van de slachtoffers van de Japanse Zeetransporten. De gastsprekers zijn oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet (nu voorzitter Nationaal Comité 4 en 5 mei), Mw. Nicole Bruininga en Sandra Reemer. De herdenking zal om 11.30 uur beginnen en de inloop is vanaf 10.00 uur. Inschrijven voor deze herdenking en voor de dan aangeboden Indische maaltijd dienen vóór 20 augustus binnen  te zijn. Aanmelden via formulier: http://shsjz.nl/files/SHSJZ%20Aanmeldingsform%202016.pdf Ook de betaling à € 14,50 p/p voor   de maaltijd moet voor die datum overgemaakt zijn.  www.shsjz.nl.

Lees verder…

De Nationale Indië Herdenking 2016

De Nationale Indië Herdenking 2016

 10897331669?profile=original

Met dank aan NICC !

Het programma van de Nationale Indië Herdenking op 15 augustus 2016 


Het volledige programma wordt dit jaar weer gehouden in het World Forum (Congresgebouw) aan het Churchillplein in Den Haag. Vorig jaar moest men uitwijken naar het Zuiderstrand Theater aan de Kranenburgweg, vanwege een noodzakelijke renovatiebeurt van het World Forum. 

 

Thema

Het thema "Oost West Thuis Best?" gaat over het verlangen naar een thuis dat er door oorlogsgeweld niet meer is, over het gedwongen verlaten van huis en haard tijdens en na de oorlog in Nederlands Indië, over het wrange gevoel van ontheemding dat tot op de dag van vandaag door velen gevoeld wordt.

Ochtendprogramma in het World Forum:

10.30 - 11.30 uur
Het programma in het World Forum is tot stand gekomen in samenwerking met het Indisch Herinneringscentrum.
Presentator: Ruben Dingemans
- Opening door Erry Stoové, voorzitter van de Stichting Herdenking 15 Augustus 1945
- Voordracht door Yvonne Groeneveld onder begeleiding van Erwin van Ligten
- Lied door Fenna van der Goot
- Column door Esther Scheldwacht
- Lied door Fenna van der Goot

11.30 uur
Te voet van het World Forum naar het Indisch Monument. Het Indisch Monument is op loopafstand van het World Forum. U kunt ook gebruik maken van de gratis pendelbussen.

 

Programma Herdenking bij het Indisch Monument Professor Teldersweg, Den Haag
U wordt verzocht om uiterlijk 12.00 uur uw plaats te hebben ingenomen
- Intreden van het vaandel Regiment Van Heutsz
- Aankomst Minister President met eerbewijs
- Luiden van de Indische Klok
- Uitvoering van “In Remembrance” door de Residentie Bach Ensembles
- Voordracht door Frans Leidelmeijer
- Uitvoering van “The Captives’ Hymn” door de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht
- Uitvoering van Het Indisch Onze Vader door de  Residentie Bach Ensembles
- Kranslegging namens Koninkrijksregering
- Luiden van de Indische Klok / taptoe / stilte / 1e en 6e couplet Wilhelmus
- Kransleggingen voor slachtoffers
- Uitvoering van “Wolf’s Behind the Glass” door Blaudzun
- Voordracht Iris Taal, leerlinge van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum
- Kransleggingen door autoriteiten
- Uitvoering van “I sat down under his Shadow” door de Residentie Bach Ensembles
- Defilé langs het Indisch Monument; uitvoering Ubi Caritas door Residentie Bach Ensembles

Middagprogramma in het World Forum:

Te voet van het Indisch Monument naar het World Forum. Het World Forum is op loopafstand van het Indisch Monument. U kunt ook gebruik maken van de gratis pendelbussen.

13.30 – 17.00 uur
Lunch en koempoelan in het World Forum met muziek en diverse stands.

15.15 – 16.45 uur
Indische Salon in de zalen Europe 1 en 2.
De Indische Salon staat in het teken van het thema “Oost west, thuis best?” waarbij we in het bijzonder stilstaan bij de landelijke fotocampagne Thuis in Beeld. In de aanloop naar 15 augustus zijn mensen van alle leeftijden gevraagd foto’s in te sturen met een verhaal dat bij het thema past. Met de campagne brengen we het ongrijpbare gevoel van ‘thuis’ in beeld. Voor de Indische Salon delen 3 inzenders hun foto’s en verhaal met het publiek. Pamela Pattynama maakt vervolgens een beeldanalyse van de foto’s. Moderator is Wim Manuhutu.

Wim Manuhutu is historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van Indonesië en actief in de erfgoedwereld.

Pamela Pattynama is bijzonder hoogleraar koloniale en postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis en schrijft over beeldvorming, herinneringen aan Indië en identiteit.

De hele dag staat de Wereld Express bij het World Forum. De Wereld Express is een reizende presentatie die gaat over thema's zoals herdenken en vooroordelen, tegen de achtergrond van de Indische geschiedenis. In de Wereld Express worden jongeren uitgedaagd om te ontdekken, te doen, na te denken, te discussiëren en te reflecteren. De Wereld Express is de hele dag gratis te bezoeken. De Wereld Express is gemaakt voor jongeren van 10 tot 14 jaar, maar is ook voor volwassenen boeiend.

Vanaf 15.30 uur       
Documentaire in het World Café: “65 jaar Molukkers in Nederland”.


 

Het gezongen Indisch Onze Vader:             

 

Bapa kami yang ada di surga   

Dimuliahkanlah Nama Mu           

Datanglah Kerajaan MU     

Jadilah Kehendak MU           

di bumi seperti didalam surga   

Berikamlah kami pada hari ini          

makanan kami yang secukupnya                      

Dan ampunilah kesalahn kami    

seperti kama yuga mengampuni   

orang yang bersalah kapada kami               

Dan janganlah membaw kami        

kedalam pencobaan,          

tetapi lepaskanlah kami,   

dari yang jahat,          

kerena Engkaulah yang     

mempunyai Kerajaan       

dan Kuasa dan Kemuliaan    

dampai selama-lamanya. Amin.

http://youtu.be/1UN_XJ8xgDE

 


LIKE onze nieuwe  facebookpagina

https://www.facebook.com/IndischCentrumNICC/


 


 

h

 
 

   


 

 

Lees verder…

ZANGERES ANNEKE GRÖNLOH (74) VOORTAAN MET  ZUURSTOFFLES DE BÜHNE OP:

10897327495?profile=original’Ik kon niet eens meer   praten van de pijn’

Bron Telegraaf van 6 augustus 2016.

ANNEKE GRÖNLOH (74) wende de afgelopen maanden in alle stilte aan haar nieuwe leven, een leven… gekoppeld aan een zuurstoffles! In mei was zij de zangeres van BRANDEND ZAND, PARADISO en SOERABAJA er zo slecht aan toe, dat zij zelfs niet meer kon praten. Maar inmiddels kan, en wíl, zij weer zingen. Maar dan moet niemand schrikken…

Het leven zat ANNEKE GRÖNLOH (74) zeker niet immer mee en is nog steeds niet altijd genadig voor de hitzangeres die haar eerste levensjaren doorbracht in een Jappenkamp. Maar zij zet door.

Anneke wil optreden tot zij erbij neervalt maar doet dat voortaan, zoals zij vandaag onthult, alleen nog met om haar schouder de zuurstoffles waarvan zij helemaal afhankelijk is geworden…

Ze wil haar verhaal vertellen omdat de mensen er anders straks maar van zouden schrikken, als zij met slangetjes naar haar neus het podium oploopt. ,,Maar ik wil zó graag,” zegt ze, ,,Ik ben voortaan dag en nacht aan die flessen gekoppeld. Optreden ís voor mij ook zuurstof, ik wil zo graag nog een paar jaar mijn liedjes zingen. De kinderen vragen: ‘Mam, in godsnaam, waaróm? En dan zeg ik het maar ronduit: ‘Voor mezelf!’ Hahaha, zo egoïstisch ben ik wel…”

Hersenbloeding

Zestien jaar geleden vestigde Anneke zich met haar man WIM-JAAP VAN DER LAAN in de Bourgogne. Ze kochten er een heerlijk huis bij Macon, met daaromheen enorm veel land, met de bedoeling daar samen volop van te genieten. Maar dat liep anders. Wim-Jaap kreeg kanker, werd getroffen door een hersenbloeding en overleed in 2004.

,,Hij is maar 65 geworden,” zegt ze nu. ,,Ach, wat mis ik hem. Nog steeds en elke dag. Net toen ons rustige leven zou gaan beginnen, werd hij ziek en overleed hij. ’We moeten veel land hebben’, zei hij altijd, ‘véél land!’ En daar zit ik nu, in die tijd kon je dat nog goedkoop aanschaffen. Maar alleen al het gedeelte dat gemaaid moet worden is een hectare, 10.000 vierkante meter. En dan is er nog ons bos waar je niets aan hoeft te doen, maar waar ik ook nooit kom. Natuurlijk had ik het me allemaal anders voorgesteld. We zouden het er met z’n tweetjes van gaan nemen, nu ligt hij hier begraven.”

Bezoek je hem nog vaak?

,,Nee nooit, ik draag Wim-Jaap in mijn hart mee. Mijn moeder, mijn zusje dat kort na hem overleed, ik kan er niet tegen hun graf te bezoeken. Ik ben dan dagen van slag. Het bestaat, ik weet dat ik erheen kan, maar ik doe het eigenlijk niet meer. Het is niet goed voor me.”

En nu laat ook je eigen gezondheid nog te wensen over.

,,Maar ik ben sterk hoor. Ik weeg niks, heb schoenmaat 35 en ben een taaie. Ik heb hier in Frankrijk al vijf keer in het ziekenhuis gelegen met longproblemen. Embolieën. Ik heb dat steeds stilgehouden want ik wil niet zielig overkomen, maar een paar jaar geleden had ik dat voor het eerst en in mei van dit jaar nog eens. Die laatste keer heeft wel grote gevolgen gekregen. Sindsdien zit ik aan het zuurstof. Zo staat er een enorme tank in de tuin en ik heb allerlei apparatuur gekregen om mee te nemen als ik de deur uitga. In huis zit ik met een slang aan die tank vast en kan ik twaalf meter naar links en twaalf meter naar rechts lopen, maar bijvoorbeeld niet naar de terrassen in de tuin. Daarvoor heb ik weer een apparaat dat als een tas om mijn schouder hangt en waarin voor een paar uur zuurstof zit. Je kunt je voorstellen dat ik er in het begin erg aan moest wennen en wel een beetje bang voor was. Ook als je gaat slapen moet je dus dat maskertje in en dat moet blijven werken. Voor het geval de stroom mocht uitvallen is er zelfs een noodaggregaat want die zuurstofstroom, daar ben ik helemaal van afhankelijk…”

Neusgaten

Maar je wilt er wel gewoon ‘Brandend Zand’ mee zingen?

,,Ja, ik zal wel moeten! Niet eens voor het geld hoor. Alles wat ik hier heb is hypotheekvrij en ik kan goed leven. Maar optreden doe ik al zestig jaar en is zo’n deel daarvan, net als ‘Brandend Zand’! Ik kom al 55 jaar de zaal niet uit voordat ik dat gezongen heb. Je hoort wel dat mijn stem nog steeds heel krachtig is. Gelukkig wéér heel krachtig is, want in mei kon ik niet eens praten van de pijn.”

Wat gebeurde er?

,,Ik was thuis en kreeg het ineens heel benauwd. Mijn jongste zoon WIM-JAAP JR . woont hier met zijn Franse vrouw, die verpleegster is, dichtbij en was er binnen een paar minuten. Zíjn Frans is voortreffelijk en hij wist meteen uit te leggen wat er aan de hand was en in no-time lag ik in het schitterende, nieuwe ziekenhuis van Chalon Sur Saône, aan de beademing en die is dus nooit meer afgegaan. Er gaan twee slangetjes naar beide neusgaten. Denk je dat mensen ervan zullen schrikken, als ze me straks zo zien?”

Nu niet meer lijkt me.

,,De meningen in mijn omgeving waren verdeeld. Sommigen vonden dat ik nooit meer zou kunnen optreden, maar ik wil daar niet aan. We worden allemaal ouder, en er is al zoveel veranderd. Vroeger liep ik altijd in panty en met een hakje, zelfs naar de brievenbus! Het publiek mocht je niet anders zien. En tegenwoordig… je zou me hier in huis moeten zien. Lekker ongedwongen, vanmiddag ga ik voor het eerst naar de kapper. Daar ben ik al twee maanden niet geweest, haha, dat was vroeger toch echt ondenkbaar geweest!”

Hoe vaak ben je nog hier?

,,We plannen om de zoveel tijd een paar optredens achter elkaar. Vroeger reed ik dan zelf hè, 1000 kilometer, met alleen een stop in Luxemburg. Dat lukt niet meer, maar een van de jongens gaat mee en dan slapen we in een hotel. Sinds ik permanent in Frankrijk woon, heb ik in Nederland niets meer. Ik spreek de collega’s nog wel hoor, RONNIE TOBER en RIA VALK vooral, met IMCA MARINA krijg ik de laatste tijd geen contact meer. Ik ben wel geschrokken van de verhalen over haar, ik hoop dat het weer goed gaat.”

Oud worden

Hoelang zie je jezelf nog doorgaan?

,,Dat weet ik echt niet. Ik voel me nu weer goed en ben gewend aan mijn nieuwe leven met dat zuurstofapparaat. Maar hoelang dat goed gaat? Oud worden is helemaal niet erg, maar oud worden met gebreken… Ik geniet van het leven hier en van de kinderen die goed voor me zijn en hier hun leven hebben opgebouwd en in de horeca werken. Voor hen ben ik hier gaan wonen. Ik mis het zwemmen. Dat deed ik graag en vaak en was goed voor mijn conditie. Maar dat kan nu niet meer en dat vind ik vreselijk, maar dan ook nog het zingen moeten laten? Nee, dat is me nu echt nog een stap te ver!”

Lees verder…

10897244469?profile=original 

Moet het Indisch Platform zich niet opheffen, deze vraag heerst bij velen?

DEEL - I

Sinds aantreden van de nieuwe voorzitter bestond bij Ferry Schwab sr, grote twijfels of de lijn van R.I.P. Herman Bussemaker met zijn delegatie zou worden voorgezet. Openlijk per mail heeft ICM Editor de werkwijze en protocollen aan de nieuwe voorzitter Silfraire Delhaye ter kennisgesteld:” zo hebben wij altijd gedaan vanaf 2008”. Bij Ferry Schwab sr kwamen weer spookbeelden van Boekholt van oude Indisch Platform weer boven drijven, die ook deze handelswijze op na hield, waar de overige leden in het bestuur het zwijgen werden opgelegd.

Te meer omdat het ICM en het IP een goede samenwerking hadden sinds 2008, voorts ICM betreurde dat oude voorzitter aftrad, wegens gezondheidsredenen, en de finish niet met het oude team (IP delegatie) konden afmaken: “wij waren er bijna de bal hoefde alleen er in gekopt te worden”. Direct na de stille Tocht ontpopte deze nieuwe voorzitter zich als een welwillend  man met stokwoordje als om informatie werd verzocht zoals ICM gebruikelijke deed: “so far so good” en dat was het dan! Te denken dat ICM grote inspanning heeft geleverd voor die 10.000 handtekeningen samen met het N.I.C.C. Bij de overdracht als mandaat heeft gesteld het eisenpakket houdende: Erkenning, excuses, en compensatie.

De compensatie behelsde op deze volgorde en niet anders;

-          alle oorlogsslachtoffers met een plafond die gelijk is gesteld aan de oorlogsslachtoffers Joodse Gemeenschap, Roma, en Sinti’s die rond de 45.000 ontvingen, en de Indische gemeenschap 5200. Mede omdat Nederland in economische crisis zit( Totaal pakket zou 8 miljard kosten voor een dergelijk 65.000 man), deze in een pensioenplan te vatten van € 600 per maand op het AOW via de SVB dit is o.a. met Ton Te Meij (IP delegatie persvoorlichter) besproken en bedacht.

-          Backpay

-          KNIL, omdat deze al andere voorzieningen hebben gehad, en de eerste groep oorlogsslachtoffers ook nog alles zelf hebben moeten betalen tot de laatste cent.

So far so good.

Direct al begon de nieuwe voorzitter zeer vreemde trekjes te vertonen waar iedereen last van had, door eerst niet meer te communiceren met ICM zoals het wel gebruikelijk was bij het IP, namelijk de voortgang. Wel was de nieuwe voorzitter druk op Facebook met onbelangrijke zaken, direct alarmeerde ICM de Delegatie van Indisch Platform “Zo presenteert voorzitter van organisatie zich toch niet professioneel ”.

Sof ar so good.

Intussen werd bemerkt dat de onderhandelingen volgens een vreemd model (komen in de leren niet voor ) werd gevoerd om vooral niet terug te koppelen met de delegatie van het Indisch Platform, ICM die het IP altijd heeft gesteund met het mandaat, en de achterban namelijk de 10.000 handtekeningen.

So far so good.

Ergo de delegatie van het Indisch Platform mochten ook er niet bij de besprekingen van Martin van Rijn aanwezig zijn. Wie notuleert dan wat er tussentijds is afgesproken?

So far so good.

Het bleef niet alleen bij de delegatie van het IP. De leden (Indische organisaties) aangesloten bij het Indisch Platform begonnen zich ook te bemoeien over deze vreemde narcistische handelswijze. Vele reacties en mails bleven onbeantwoord.

Het stil zwijgend van 13 maart 2013 tot ver voor dat Martin van Rijn kwam in december 2015, die nadrukkelijk onder de druk gezet werd door alle leden van Tweede Kamercommissie VWS, werd de radio stilte verbroken. Laat op de radio kwam Martin van Rijn, en in De Kamer nog een dikke NON verkondigde.

Het ongenoegen bij alle betrokken is heel groot met dit matig resultaat. Te denken dat deze deal al in de Pipe lines zat: “Fair Deal(Indische kwestie)” van RIP Herman Bussemaker. Totaal 1100 man kosten 27,5 miljoen.

Juist op dit moment Ministerie van VWS een meevaller had van 6 miljard rapporteerde op de begroting, dat ook door de Partij DENK fors onder de aandacht is gebracht, naast Linda Voorman. Was Martin van Rijn geschrokken dat Tweede Kamer Commissie VWS over deze wetenschap beschikten die vooraf ingefluisterd werd door ICM Breaking News! Uiteindelijk ook resulteerde in drie moties, die kennelijk nog zijn aangehouden ter stemming.

Zoals de website van WVS vermeldt:

“Overeenstemming met Indisch Platform” doet dit lijken of de hele achterban akkoord is gegaan, hier totaal geen sprake van is, is de juiste versie van het verhaal, dus een groot leugen door manipulaties van Silfraire DelHaye en Martin van Rijn.

R.I.P. Herman Bussemaker zal zich in zijn graf omdraaien wat deze voorzitter op zijn kerfstok heeft, en heeft veroorzaakt. Had deze niet een hele andere agenda, gezien zijn achtergrond? Beseft deze voorzitter wel wat hij heeft veroorzaakt door zijn narcistische handelswijze dat het opgebouwde Indisch Platform nu ten val komt? Waar velen inclusief ICM ruim 9 jaren hier aan hebben gewerkt. Veel tijd in hebben gestoken om het merk, het imago en het vertrouwen op de kaart te zetten wat veel geld en energie heeft gekost? Niet alleen ICM maar nadrukkelijk de delegatie van het Indisch Platform, en de medewerkers van het dagelijkse bestuur? Het Indisch Platform heeft geen achterban deze werden voorzien door het ICM lezer en NICC lezer.  ICM heeft wekelijks 250.000 lezers.

De sluwe vos heeft het schaap in wolfkleren mooi ingepakt met zijn benaderingswijze op deze zaak, en in keer het Indisch Platform met zijn aangesloten organisaties de afgrond in gegooid. Opgeruimd staat netjes sof ar so good.

Was dit de opzet om het Indische Platform met zijn structuur, en 26 aangesloten Indische organisaties op te blazen?

Hoe verder nu het afbrokkelen is begonnen, en vertouwen nu helemaal zoek is?

Voor Martin van Rijn, zal PvdA nog in het Kabinet zitten bij de aankomende verkiezingen  niet meer er zijn als het van de Indische Gemeenschap betreft.

Als materie-  , bedrijfskundige- EN  media deskundige  houd ik dit voor mij zelf wat de oplossing zouden  kunnen zijn;  repareren, hervormen, of allen nu individueel via de bekende CLAIMSTICHTINGEN met CLaimCode, 

ik laat het aan uw eigen constructieve creativiteit over.

Uw reacties naar Schwab@ICM-online.nl

Lees verder…

SVJ zonder het Indisch Platform verder !

10897331867?profile=original

  • SVJ, zonder het Indisch Platform verder

  1. 1.       MEDEDELING VAN SVJ, DE STICHTING VERVOLGINGSLACHTOFFERS JAPPENKAMP

Het gaat hier om een moeilijke beslissing, die SVJ met grote tegenzin heeft moeten nemen om de samenwerking met het IP, wat betreft de  “Indische kwestie”, te beëindigen om zodoende haar eigen doelstelling, werk en taak ten behoeve van onze achterban van 5000 sympathisanten en hun grote sociale omgeving  op een ordentelijke manier te  kunnen voortzetten.

  1. 2.       WAT IS SVJ ? EN WAT DOET SVJ?

SVJ is op 26 juli 2001 opgericht  met als enig doel “De behartiging van de belangen van uit Indonesië teruggekeerde personen” en in het bijzonder het behartigen van de compensatie van het gemis van salaris en de vergoeding van geleden schade  en doorstane ellende.

Aanvankelijk is SVJ zelfstandig begonnen met het overleg met de overheid, maar op een bepaald moment werd ons aangeraden om ons aan te sluiten bij het Indisch Platform {IP}.

SVJ heeft zich vervolgens aangesloten en zeer loyaal al de gemaakte studies ingebracht, waar later door het IP een dankbaar gebruik van kon worden gemaakt.

De gesprekken met politici, zoals Tweede Kamerleden en staatssecretarissen werden steeds voorbereid en gevoerd door een gelijk verdeelde delegatie. Ook de voorbereiding was in goede onderlinge samenwerking.

  1. 3.       WAT IS HET INDISCH PLATFOM EN WAT DOET HET IP?

Het IP werd in 1991 opgericht, na een mondelinge oproep van MP Lubbers, omdat hij behoefte had aan een aanpreekpunt met de Indische gemeenschap. De oprichting werd nooit formeel besloten en  geregistreerd. Formeel heeft het IP helaas dus geen mandaat.

Het aantal leden varieert tussen de 20 en 30. Opvallend zijn de grote verschillen in doelstellingen,  organisatie en ledenbestand van de leden.

De activiteiten van het IP hebben zich tot nu toe hoofdzakelijk gericht op  het bereiken van ERKENNING, EXCUSES EN COMPENSATIE, waarbij de voorzitter, de  heer  H.Bussemaker,  in goede samenwerking met de delegatie een belangrijke rol speelt.

De delegatie bestaat uit enkele vertegenwoordigers van organisaties die “Rechtsherstel” als doelstelling in hun Statuten hebben staan. JES [Stichting Japanse Ereschulden] en SVJ zijn altijd de steunpilaren geweest van de delegaties. Gezien het belang van communicatie en overheidslobby zijn deskundige adviseurs aangetrokken.  

  1.  PERIODE MET HERMAN BUSSEMAKER ALS VOORZITTER           

In die tijd werd er zeer harmonieus samengewerkt binnen de delegatie. Besprekingen met politici werden vooraf besproken en de rollen werden verdeeld. Men moest er rekening mee houden dat sommige Tweede Kamerleden slecht op de hoogte waren van de zogenaamde Indische Kwestie en grondig moesten worden geïnformeerd. Het doel was: kennis van zaken en de motivatie om zich in te zetten voor onze zaak.  Wij hadden al jarenlang vele studies gemaakt en deze samengevat in Power Point presentaties als hulpmiddel bij de informatie bijeenkomsten.

In deze periode is de basis gelegd voor de samenwerking met de politici. Ons denken werd vast gelegd in de nota FAIR DEAL, die later de basis werd voor de zogenaamde ”Impactanalyse”, die Martin van Rijn door SVB liet maken als uitgangspunt voor de onderhandelingen.

Herman  moest zich langzamerhand terugtrekken in verband met zijn verslechterende gezondheid.

Hij kon nog net zijn Meesterwerk “Het Indisch Verdriet” afschrijven, een waar monument.

5. DE KOMST VAN DE NIEUWE VOORZITTER, SILFRAIRE DELHAYE

In de loop van 2013 werd hij door het Algemeen Bestuur van het IP benoemd en Herman trok zich geleidelijk terug, en is tot zijn dood adviseur van het IP gebleven. Hij overleed op 12 oktober 2015.

Om het gedrag van de voorzitter te kunnen begrijpen is het essentieel zijn innerlijke drijfveren te kennen. Hij heeft bij herhaling verteld dat hij een zoon is van een Japans militair en dat hij zich heeft voorgenomen als om als een soort “compensatie” een positieve bijdrage te willen leveren aan de Indische gemeenschap. Dat is voor hem de betekenis van zijn voorzitterschap. 

Op zich kan men zich deze intentie voorstellen en zelfs waarderen, ware het niet dat deze beslissing voor hem  een zeer overheersend karakter heeft gekregen, met alle gevolgen van dien.

En met soms storende gevolgen die mede het conflict met SVJ hebben veroorzaakt.

De eerste tekenen kwamen tot uiting in een interview van 13 december 2013, gepubliceerd in de bijlage van het boek  “Liefde als ruwe diamant” van Henk Harcksen. [pag141]

“Ontzuiling van de overlegstructuur tussen IP en de regering heeft hij al bereikt : de voorzitter voert

 één op één overleg met de staatssecretaris.  Een significante cultuuromslag die snelheid en autonomie bevordert van het onderhandelingsproces”.

 

“Ik heb mijn droom verteld en hij [de ss] vroeg of ik dat op een A-4tje kon verwoorden”. Dat bleek niet meer en niet minder dan een samenvatting van ons rapport FAIR DEAL.

“Op 25 juni werd het lijvig rapport [de Impactanalyse] van SVB besproken en daarna volgden meerdere één  op één gesprekken tussen van Rijn en  de Voorzitter.

Hij moest vanuit zijn achtergrond  “verlosser”  worden van de Indische gemeenschap en moest zo snel mogelijk scoren om aan zijn ideaal te voldoen.

  1. 6.       EEN GROEIENDE CONFLICTSITUATIE

Over deze fundamentele beleidswijzigingen is nooit overleg geweest met de bestaande delegatie, die al jarenlang succesvol was bezig geweest.

 De overlegdelegatie kwam steeds minder bij elkaar, terwijl wij wisten dat Silfraire regelmatig één op  één  gesprekken had met de staatssecretaris. De delegatie werd stilletjes uitgeschakeld. Dit was symptomatisch: soms gingen maanden voorbij zonder onderling overleg met de delegatie en onze mails werden vaak niet  beantwoord. Zelfs mails waarin wij onze zorgen expliciet naar voren brachten bleven onbeantwoord.

De enkele gesprekken die wij als delegatie nog met de staatssecretaris hadden werden niet of nauwelijks samen voorbereid en in de gesprekken zelf kreeg je al snel de indruk dat de essenties van de zaak al eerder in bilaterale gesprekken tussen Silfraire en de staatssecretaris aan de orde waren geweest.

Inmiddels waren de onderlinge verhoudingen er langzamerhand niet beter op geworden. Er was geen vertrouwen meer in de doelen en de oprechtheid van wat Silfraire naar voren bracht. Wel kregen we in de gaten, dat hij -hoe charmant soms ook- met diplomatieke subtiliteit en precisie zijn eigen masterplan volgde.  En daar had hij kennelijk de bestaande delegatie niet bij nodig. Neen, zij zouden zelfs een obstakel kunnen vormen.

Wat insloeg als een bom was de brief van 23 december 2015. Hierin werd onder andere de delegatie gewoonweg opgeheven. Zonder enig vooroverleg, uitleg of contacten hierover.

Deze brief deed voor ons definitief de deur dicht. Er volgden nog wel 2 gesprekken van het SVJ bestuur met Silfraire, maar deze leverden niet het beoogde doel op, ondanks de schijnbaar begripvolle toon van de voorzitter Delhaye.  Het adagio: Silfraire doet uiteindelijk precies wat hij in zijn hoofd en hart heeft geprent. En alles wordt daaraan ondergeschikt gemaakt.

De problematiek werd ook besproken in enkele Algemene Bestuursvergaderingen, maar er was geen sprake van een gedegen formele besluitvorming.

  1. 7.       WAT WILLEN WIJ?

Het komt er op neer dat wij een voortzetting willen hebben van de  constructie, gebruikelijk in de tijd van Herman Bussemaker, waar sprake was van prima onderlinge samenwerking, terwijl de resultaten overduidelijk waren. Dus geen enkele reden om het overlegmodel op zijn kop te zetten, waarbij de vertegenwoordiger[s] van SVJ in de delegatie in een duidelijke minderheidspositie zouden komen en verantwoording zouden moeten afleggen aan nog onbekende -al of niet deskundige- Dagelijks Bestuursleden.

Het SVJ bestuur heeft zich steeds sterk gemaakt als de vertegenwoordiger van haar achterban met een duidelijke missie: het bereiken van een redelijke compensatie voor opgelopen schade en leed.

En wij laten ons deze rol niet afnemen  door anderen. Laat staan door de voorzitter, die meerdere malen overduidelijk heeft gemaakt, dat het hem gaat om een directe lijn met de staatssecretaris, waarbij hij eventueel, ad-hoc andere leden van de delegatie zal inzetten, al naargelang het thema.

De situatie is nog problematischer, omdat het lijkt dat andere bestaande leden van de delegatie [leden van de Stichting Japanse Ereschulden] kennelijk partij gekozen hebben voor voorzitter Delhaye, die zich daarmede verzekerd heeft van een deskundige en financieel sterke partner.

Zij vormen een bastion van voorstanders van: primair Erkenning en Excuses en met nauwelijks belangstelling in een financiële compensatie.  Terwijl SVJ de drieslag Erkenning, Excuses en Compensatie  onlosmakelijk aan elkaar verbonden acht. En desnoods Compensatie zonder Erkenning en Excuses. Betalingen houden volgens ons namelijk impliciet in dat men de ereschuld erkent en men spijt heeft van het aangedane onrecht.

  1. 8.       HET GEWENSTE EINDRESULTAAT

SVJ heeft vanaf haar start via een Concept-Dagvaarding een eis gepresenteerd van een lumpsum van € 25. 000,-, per persoon, waarmede zowel de achterstallige salarissen, de geleden schade en het leed redelijk gecompenseerd zijn. Uiteindelijk betekent dit een miniem deel van de werkelijke bedragen.

Erkenning en Excuses, waar je jarenlang om moet bedelen worden voor SVJ als steeds minder waardevol en gewenst.

Het onlangs bereikte onderhandelingsresultaat verdient een pluim voor staatssecretaris Martin van Rijn. Hij is de eerste staatssecretaris, die de Indische Kwestie persoonlijk ter hand nam en kennelijk als een leeuw in het Kabinet heeft geknokt voor het bereikte resultaat. Het voordeel  van de overeenkomst is, dat het een impliciete erkenning is van het recht op compensatie. Tevens was hiermee de “canard” ontmaskerd dat Het Gebaar een finale afrekening was. [schijnbaar een bedenksel van een gefrustreerd ambtenaar in het verleden].

Met de acceptatie van het voorstel werden impliciet ook de inspanningen Martin van Rijn gehonoreerd.  En het is natuurlijk prachtig dat een aantal zeer oude ambtenaren nog € 25. 000, ontvangen.

Maar afgezien van bovengenoemde overwegingen is het natuurlijk eigenlijk een pure schande dat het Kabinet dit bedrag  durft aan te bieden aan een zeer gering aantal mensen die nog leven, als  achterstallige betaling. Dit voorziet slechts in een deeloplossing van de Indische Kwestie, en wordt ervaren als onrechtvaardig en onrechtmatig.

Met alle waardering en respect voor van Rijn en zijn inspanningen; wij vermoeden dat de voorzitter het hem helemaal niet zo moeilijk heeft gemaakt met zijn fluwelen aanpak.

Wij maken ons dan ook zorgen voor het vervolg en de afsluiting van de overeenkomst. Wij vrezen dat zijn opvatting en benadering het behalen van een maximaal resultaat [wederom] in de weg zal staan. Verder heeft hij in een radio-interview gezegd dat hij er indien er op korte termijn geen succes te behalen zou zijn, met  “De Indische Kwestie” zou stoppen.  SVJ dus niet!!!

  1. 9.       HOE GAAT SVJ VERDER?

 

SVJ zal zo spoedig mogelijk de contacten hernieuwen met de leden van de Vaste Commissie VWS en de respectievelijke partijvoorzitters. Tevens met de relevante ambtenaren van VWS. Wij zullen uitleggen hoe wij helaas in deze situatie verzeild zijn geraakt en duidelijk maken dat wij zo snel mogelijk willen bouwen aan een positieve en vruchtbare relatie met de politici en de ambtenaren.

Wij zijn niet anti het IP, maar zullen voortaan naast elkaar moeten proberen onze respectievelijke  doelstellingen te bereiken. Deels zullen de doelstellingen parallel lopen, maar in  meerdere gevallen zullen de eisen van SVJ waarschijnlijk aanmerkelijk  zwaarder zijn dan die van het IP.

 

De positie van SVJ is even weinig  geïnstitutionaliseerd als die van het IP en kan eveneens worden bevestigd door middel van mondelinge afspraken, net zoals bij het IP het geval is geweest.

 

Wij zullen de concept Dagvaarding in overleg met onze juridisch adviseur verder actualiseren en hanteren als uitgangspunt van onze onderhandelingen. Wij streven naar een zakelijke en open communicatie met onze overlegpartners.

 

Wij zullen alle nationale en internationale  juridische mogelijkheden uitbuiten om tot ons doel te komen.

 

Wij zullen het publiek op de hoogte houden van onze ontwikkelingen, mede via de social media, die  sinds Peggy Stein en haar “Blue Angels” een grote vlucht hebben genomen. Daarmede bereiken wij meer mensen dan ooit tevoren, en nu vooral ook de  tweede en derde generatie.

 

Voor zo ver mogelijk en gewenst zullen wij het IP blijven ondersteunen.

 

Wij voelen een  grote verantwoordelijkheid voor de  duizenden contribuanten en hun brede familiescharen.  Zij hebben jarenlang ons met kleine bedragen ondersteund en zij hebben al die tijd het vertrouwen in ons  behouden. Wij voelen ons schatplichtig aan hen allen.

 

Wij zullen met veel vertrouwen en energie onze doelstellingen blijven nastreven en zullen niet opgeven, totdat een redelijke oplossing is gevonden.

 

Drs. Jan A. J. de Jong, namens het bestuur van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp

Lees verder…

10897331867?profile=original SVJ

Stichting voor de belangen van slachtoffers in en buiten de concentratie-kampen in Zuid-OOST Azie.

 

P e r s i n f o r m a t i e

 

Komt er nu eindelijk ook een bevredigende volledige oplossing van de “Nederlands Indische kwestie?”

 

Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp

SVJ is op 26 juli 2001 opgericht met als enig doel “De behartiging van de belangen van uit Indonesië teruggekeerde personen” en in het bijzonder het behartigen van de compensatie van het gemis van salaris en de vergoeding van geleden schade  en doorstane ellende.

Aanvankelijk is SVJ zelfstandig begonnen met het overleg met de overheid, maar op een bepaald moment werd ons aangeraden om ons aan te sluiten bij het Indisch Platform {IP}.

SVJ heeft zich vervolgens aangesloten en zeer loyaal alle gemaakte studies ingebracht, waar later door het IP dankbaar gebruik van kon worden gemaakt.

 

Periode met Herman Bussemaker als voorzitter      

In deze periode is de basis gelegd voor de samenwerking met de politici. Ons denken werd vastgelegd in de nota FAIR DEAL, die later de basis werd voor de zogenaamde ”Impactanalyse”, die Martin van Rijn door SVB liet maken als uitgangspunt voor de onderhandelingen.

Herman  moest zich langzamerhand terugtrekken in verband met zijn verslechterende gezondheid.

Hij kon nog net zijn Meesterwerk “Het Indisch Verdriet” voltooien, een waar monument.

De Staatssecretaris Martin van Rijn heeft als eerste zich geweldig ingezet voor de Indische Gemeenschap: zo kwam een Backpayregeling tot stand op 3 november 2015. 

 

Na deze doorbraak heeft het Indisch Platform geen vervolg gegeven aan de volledige oplossing van de Indische Kwestie en heeft haar doelgroep uit het oog verloren.

Het is wederom gebleken  dat het moeilijk is om met het Indisch Platform en met name met de voorzitter van het IP tot een constructief overleg te komen over de urgente voortzetting van het overleg met de overheid over “de Indische Kwestie”.

Dientengevolge heeft SVJ de navolgende beslissing genomen.

Het gaat hier om een moeilijke beslissing, die SVJ met grote tegenzin heeft moeten nemen, om de samenwerking met het IP, wat betreft de  “Indische kwestie”, te beëindigen,  om zodoende haar eigen doelstelling, werk en taak ten behoeve van de Indische Gemeenschap en ten behoeve van onze achterban van 5000 sympathisanten en hun uitgebreide sociale omgeving  op een ordentelijke manier te  kunnen voortzetten.

 

SVJ  vraagt de Regering en het Parlement om de Indische Kwestie definitief op  te lossen.

 

 

 

Lees verder…

NICC / ICM stand op de Indië Herdenking

NICC   / ICM  stand op de Indië Herdenking

10897344087?profile=original

Evenals vorig jaar heeft het NICC weer met ICM een gezamenlijke stand op de nationale Indië Herdenking op 15 augustus 2016. Vorig jaar zaten we nood-gedwongen in het Zuiderstrand Theater in Scheveningen vanwege de renovatie van het World Forum, maar dit jaar weer als vanouds  in  het  gebouw  van  het Haagse World Forum Convention Centre aan de Johan de Wittlaan.

Het NICC deelt de stand ook dit jaar met Ferry Schwab van de bekende Indische internetkrant ICM-online. Ook Armando Ello van ‘HoezoIndo’ zal bij onze stand van de partij zijn voor de promotie van zijn boek “Twijfelindo”. Zie ook zijn artikel op pagina 24.

Alle reden dus om op 15 augustus bij ons langs te komen. Wij hopen u op de Indië-Herdenking v.a. 10.30 uur te mogen begroeten. Heel graag tot dan ■    

Lees verder…

10897234678?profile=originalTraktaat van Wassenaar – die tienduizend handtekeningen zijn binnen.

Op de 10e editie van de zeer geslaagde druk bezochte Pasar Malam Steenwijk werd niet alleen de 10e editie gevierd, maar bij de ICM- stand kon de kurk van de champagne er af . Aanwezig waren bij deze gelegenheid : Rudy Groenewald, Harry Severien , en Ferry Schwab sr.

ICM had veel aanloop, mensen ondertekenen na het zien van de banner - nieuw stijl speciaal hiervoor ontworpen door Rudy Groenewald – en met resultaat. Het werkte dus! Opvallend veel Nederlanders tekenden deze petitie als sympathisant, met het gezegden zoals: “schande van de Nederlandse regeringen” of “ik schaam mij voor de Nederlandse regering, dat jullie Indische zo zijn behandeld”.

Uiteraard had de gebekte Ferry Schwab weer een weerwoord hier op:

“Veel heeft aan ons zelf gelegen, de Indische zijn te onderdanig, te makkelijk geassimileerd (geïntegreerd ) in de Nederlandse gemeenschap als een bevolkingsgroep dat ze het grote onrecht 60 jaren over hun kant laten gaan. Wij noemen dit INDOLENT. Als je onrecht bent aan gedaan zul je zelf het recht in handen moeten nemen. De overheid komt het niet brengen. Die slaafse indolentie ook nog gesteund door het Indisch Platform dat vanaf 1997 denkt met de Overheid / politiek tot oplossingen te komen. Zoals de meningen zijn bij de ondertekenaar van de petitie is dit het beeld dat ook in de Tweede Kamer heerst. Die zijn het die voor de Indische zaak strijden, niet het Indisch Platform. 

Nu anno 2016 krijgt de Overheid dit terug van de andere bevolkingsgroepen, die hebben in de 50 jaren gedacht als de Indische gemeenschap zo makkelijk zich heeft geïntegreerd dan kan de Indische integratie gelden voor de Turken en Marokkanen, waarom niet? ”.

Terug naar die 10.000 handtekeningen. Deze worden overgedragen aan het Jakarta Advocaten Team (JAT) bestaande uit een drie koppige bemanning  onder leiding van Fred Tumbuan  de Geert Jan Knoops van Indonesie afgestudeerd in  Leiden.     Dit was de eis van JAT minimaal 10.000 belanghebbenden.

De campagne Uitbetalen Traktaat van Wassenaar gaat verder. Van de 70.000 gerechtigden - de gedupeerden door de Nederlandse Staat -  zijn er pass 15.000 bereikt. Het streven is om al deze belanghebbenden te kunnen bereiken. Inmiddels hebben  van de 15.000  er nu ruim 10.000 getekend. Ruim 5600 hebben toegezegd minimaal € 25 te doneren. Deze ontvangen t.z.t. Het Rapport Uitbetalen Traktaat van Wassenaar in boekvorm.

Voor de voortgang van het project kan U ons blijven volgen op www.icm-online.nl en de updates op  https://petities.nl/petitions/uitbetalen-op-basis-van-traktaat-van-wassenaar-1966?locale=nl

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van" ICM donatie Traktaat van Wassenaar."

Lees verder…

10897339268?profile=original

WN PRODUCTIONS
Istimewa nieuwsbrief

10 JAAR PASAR MALAM ISTIMEWA STEENWIJK

Ter ere van het 10-jarig jubileum zal de Pasar Malam Istimewa in Steenwijk nu 5 dagen duren.
De Pasar Malam in Steenwijk, die als een 3-daags evenement begon zit dus behoorlijk in de lift! En dat heeft alles te maken met het grote aantal bezoekers dat de Pasar bezoekt. Dat is ook niet verwonderlijk omdat er naast de Pasar nog veel meer te beleven valt in en om Steenwijk.

10897234678?profile=originalIs aanwezig bij ICM stand, en hoopt dat op de pasar malam de 10.000 ste handtekening te scoren voor de petitie trakaat van Wassenaar, 291 handtekeningen zijn er nog voor nodig. Dan kan ACTW66 en JAT (Jakarta Advocaten Team) eindelijk de mouwen opstropen
 
Dit jaar is de Pasar Malam van woensdag 27 juli t/m zondag 31 juli. De weekmarkt die voorheen altijd in het weekend op hetzelfde plein stond zal nu naar een andere locatie uitwijken zodat de Pasar Malam ook in het weekend door kan gaan.
 
De Pasar Malam Istimewa Steenwijk is de grootste gratis toegankelijke Pasar Malam van het Noorden van Nederland en zal plaatsvinden in het centrum van Steenwijk. Het programma bevat grote namen zoals Riem de Wolff van de Blue Diamonds, Ben Heart, Robin Yerah, Harold Verwoert, Ester Latama en John Russell Jr.
Steengoede bands als The Streetrollers, Xanur, Triple B & Friends, Hot News en Challenge XL zullen weer voor het welbekende swingende sfeertje zorgen. En culturele dansdemonstraties van Orchidee, Batik Dance Theatre, Aniadi Art, Wahana Budaya Nusantara, Naomi Bellydance Entertainment en Srikandi zullen u iets laten proeven van de cultuur van het Oosten. 

10897348480?profile=original

10897348692?profile=original

Feestavond op woensdag

Ter gelegenheid van de Vestingsfeesten in Steenwijk zal er op woensdagavond 27 juli een speciale feestavond zijn op het Pasar Malam plein. Deze feestavond wordt ingevuld met een speciaal programma van de populaire en zeer succesvolle band Wipe Out Selection. Deze avond feesten we door tot middernacht!
Verderop in deze nieuwsbrief leest u meer over deze band. 

10897350271?profile=original

Een gezellig dagje uit voor iedereen

De Pasar Istimewa is steeds meer van alle Steenwijkers geworden. Maar niet alleen zei, want uit heel Nederland komen de zomer-thuisblijvers naar Steenwijk. De hotels in en om Steenwijk zitten dan ook snel vol.
De sfeer en de gezelligheid op de Pasar zijn in de loop van de afgelopen 10 jaren inmiddels alom bekend. De Mensen die nog geen kennis hebben gemaakt meet een pasar, denken soms onterecht dat dit evenement alleen bedoeld is voor de Indische Nederlanders. Het tegendeel is waar. In feite is de pasar een gezellig en betaalbaar dagje uit voor alle Nederlanders, die van de Indische keuken houden en zich senang voelen in de exotische sfeer en cultuur. De pasar is er voor iedereen die zich bij ons op de pasar thuis voelt. Vorig jaar werd de pasar dan ook druk bezocht door allerlei bevolkingsgroepen. Vrijwel iedereen houdt van Indisch eten, lekker op een terrasje relaxen, genieten van muziek en danse en slenteren over de Oosterse markt.
 
Het Istimewa Team van WN Productions en Stichting Vestingstad Steenwijk en haar winkeliers en horeca hoopt u allen welkom te mogen heten en wenst u een geweldig mooie en sfeervolle 10 jarige Pasar Malam toe!!

Programma

Net als bij de voorgaande edities wordt het programma gepresenteerd door Sylvia Elders.
Sylvia is een echte kenner van de Indonesische cultuur. Zij verteld u graag over de geschiedenis, muziek, dans, culinaire lekkernijen en tradities. Gekleed in de Indonesische klederdracht, de sarong en kebaya, neemt zij u meer naar de gordel van de smaragd. 

10897341461?profile=original

Woensdag 27-07
 12:00 – 00:00
 
The Streetrollers:
Een band, geïnspireerd door de sound van de 50’s & 60’s en opgegroeid met de fameuze indorock maakt van elke gelegenheid een feestje. Of het nou in een kroeg is of op een Pasar Malam, met de Streetrollers gaan de voetjes geheid van de vloer. Van Poco Poco tot Rock&Roll.
 
Robin Yerah:
Met pas 20 lentes jong timmert Robin Yerah behoorlijk aan de muzikale weg. Hij won de lokale muziekwedstrijd van Zutphen en werd uitgeroepen tot beste singer/songwriter. In Steenwijk zal hij twee optredens verzorgen waarbij hij zichzelf begeleidt op gitaar.
 
Dansgroep Orchidee:
Steenwijk verkeert woensdag in tropische sferen door de dansgroep Orchidee. Een Indische dansgroep die je laat genieten van al het moois uit de Indische en Polynesische danscultuur. Met gratieuze bewegingen voeren zij dansen als de Selendang Sutra, de Tari Lilin en de Javaanse hofdans uit. Daarnaast behoren ook Molukse, Balinese en Sumatraanse dansen tot hun rijke en veelzijdige repertoire.
 
Wipe Out Selection:
Speciaal voor de Vestingsfeesten in Steenwijk is de Pasar Malam op woensdag tot middernacht open!
Met een speciaal avondprogramma verzorgd door de band Wipe Out Selection.
Wipe Out Selection is een band met de typische indorock muziek waarbij de gitaren door de lucht vliegen. Speciaal voor deze avond brengt de band een show die om 21:00 uur zal beginnen en door gaat tot 00:00. Dat belooft een spektakel te worden

10897349871?profile=original

Donderdag 28-07
12:00 – 22:00
 
Xanur:
Een band die country, dangdut, poco-poco, rock 'n roll, soul, keroncong maar ook nog muziek uit de jaren 70 speelt. Kortom een allround repertoire met voor ieder wat wils .
 
Ben Heart:
Geboren op het prachtige Sumatra is een graag geziene artiest op de Pasar Malams. Met zijn warme stem brengt hij mooie Indische nummers maar zingt daarnaast ook Nederlands- en Engelstalig. Ben heeft in de loop der jaren een grote schare fans opgebouwd. Van nature is Ben Heart eigenlijk een rock & roll zanger Hij heeft zijn repertoire uitgebreid waardoor hij nu grote bekenheid geniet als een allround zanger die ook zij eigen nummers schrijft. is Ben een populaire zanger – entertainer heel direct het contact met zijn publiek zoekt. Naast de artistieke kant is er ook een geheel andere kant die de moeite van het melden waard is; met de Ben Heart Foundation zet Ben zich in voor diverse projecten, waaronder het weeshuis Elisama op Bali.
 
Batik Dance Theatre:
Onder leiding van Ali zijn de dansers en danseressen vooral specialist in de prachtige Balinese en indrukwekkende Javaanse danscultuur. Maar hun repertoire omvat daarnaast ook dansen afkomstig van de andere eilanden van Indonesië. Ali bedenkt niet alleen zelf de dansen maar

maakt ook zelf de prachtige traditionele kostuums.

10897351057?profile=original

Vrijdag 29-07
12:00 – 23:15
 
Harold Verwoert:
Harold Verwoert is een echt multitalent! Men zou hem van veel producties kunnen kennen; als de bekende zwarte Piet “Coole Piet Diego”, deelnemer aan het songfestival of presentator van RTL4, TROS en Omroep Max programma’s.
Maar Harold heeft ook een grote voorliefde voor muziek. Hij is een zanger in hart en nieren. Met een breed repertoire kan Harold zijn veelzijdigheid laten horen en zien. Van Elvis Presley tot prachtige ballads, met zijn warme stem weet Harold de mensen te raken.
Op de Pasar Malam in Steenwijk zal hij tussen 12:00 en 19:00 uur maar liefst 4 keer optreden!
 
Aniadi Art:
Deze dansgroep staat onder leiding van Made Aniadi. Made is geboren op Bali. Zij is niet alleen de leidster maar ook de choreograaf en uitvoerend danseres. Met veel passie brengt deze groep de rijke danscultuur uit Indonesie naar het podium, in de stad Steenwijk.
 
Triple B & Friends:
Een relatief nieuwe formatie in het Pasar Malam netwerk. Maar dat zal zeker heel snel gaan veranderen. Deze formatie trekt met haar allround repertoire waaronder Rock&Roll, indorock en Evergreens het publiek gegarandeerd op de dansvloer. Triple B & Friends zullen tot ’s avonds na 23:00 doorspelen.
 
Naomi Bellydance Entertainment:
Naomi is geen onbekende in Steenwijk. Ze heeft haar eigen dansschool in Dorpshuis Onna. Op de Pasar Malam zal Naomi een éénmalig optreden verzorgen om 20:15 uur. De Oriëntaalse dans en muziek zijn van kleins af aan al in haar leven aanwezig geweest, en dat de bellydance haar passie is, is zeker terug te zien in dit weliswaar korte maar zeker erg krachtige optreden

10897351088?profile=original

Zaterdag 30-07
12:00 – 00:00
 
Ester Latama:
De muzikale loopbaan van Ester is op z'n minst 'opvallend' te noemen. Enkele highlights zijn bijvoorbeeld haar optredens met Frank Boeijen en 2Unlimited. Ester zong in het achtergrondkoor van Boney M maar was ook  bij verschillende grote en bekende bands de leading lady! Tegenwoordig treedt Ester voornamelijk als solo artiest op. Met het brede repertoire en haar leuke interactie met het publiek is Ester Latama niet alleen een kwalitatief maar ook een charmant onderdeel van het van het Pasar Malam programma.
 
Wahana Budaya Nusantara:
De liefhebbers van de Indonesische dans komen op zaterdag aan hun trekken met de bekende kleurrijke dansgroep Wahana Budaya Nusantara. Deze dansgroep danst in prachtige kostuums en heeft een indrukwekkend dansrepertoire. Het publiek kan ten volle genieten van deze dansgroep, mede door de culturele uitleg die de presentatrice Sylvia geeft bij iedere dans.
 
 Hot News:
Hot News is opgericht, nadat Oscar Rexhauser in 2006 zijn basgitaar aan de wilgen heeft gehangen en de formatie The Hot Jumpers ophief.  Leading Lady van het orkest is de pittige en expressieve Shirley Salomon. Het repertoire is zeer veelzijdig en van hoog muzikaal niveau met Top40 muziek, soul, country, country Rock, modern, Zuid-Amerikaans en natuurlijk veel Indische liederen.
 
Riem de Wolff (Blue Diamonds)
De absolute topper van de Pasar Malam in Steenwijk!
‘Je zult op je 17e al een ster zijn en verschillende gouden platen hebben gekregen voor je hits.’
Riem de Wolff begon zijn succesvolle carrière als één van de twee Blue Diamonds (samen met zijn broer). Zij waren de tegenhangers van The Everly Brothers. Sinds jaren is  Riem door het publiek in het hart gesloten en de meeste mensen kennen natuurlijk zijn grote hits “Let it be me”, “Little Ship”, “Oh Carol” en natuurlijk de wereldhit “Ramona” 

10897351659?profile=original

Zondag 31-07
12:00 – 20:00
 
Challenge XL:
Challenge wordt vooral gekenmerkt door een uitgebalanceerd repertoire dat o.a. bestaat uit dance classics, country, linedance en Indische keroncong/pop muziek. De wijze waarop de liedjes worden gebracht en de eigen interpretaties hiervan, maken  de specifieke Challenge-sound.
 
Dansgroep Srikandi:
Srikandi is een traditionele Indonesische dansgroep die op de Pasar Malam Steenwijk twee keer zal optreden. In deze dansen laat de dansgroep die traditionele Indonesische cultuur zien.
 
John Russell Jr.
De zoon van Big John Russell (“I Never Loved A Woman The Way That I Love You” & "Hokie Pokie”) treedt in de voetsporen van zijn vader. Men zal genieten van zijn soul en funky nummers. 

10897351684?profile=original

10897352666?profile=original

Lees verder…


10897234678?profile=originalVoortgangsverslag Traktaat van Wassenaar per 18 juli 2016.

De deelnemers (donateurs) en ondertekenaars verzochten het ACTW66 om tussentijdse verslag.   

 

Voor Fase I  heeft ACTW66 inmiddels vele benodigde werkzaamheden verricht en de nodige stappen ondernomen. ACTW66 heeft bereikt dat de advocaten, materiedeskundigen en de consultants op basis van "no cure no pay "voor ons werken bij deze megaklus om 60.000-70.000 gedupeerden De Staat hun gelden te laten uitbetalen.  Inmiddels hebben deze reeds werkzaamheden uitgevoerd voor Fase I.  Met de campagne werd van de 60.000 - 70.000 ruim 15.000 bereikt, naast dat er ruim 9.479 de petitie hebben ondertekend en 2417 hebben gedoneerd. 

Uit de gepleegde research door materiedeskundigen in samenwerking met team van ACTW66 werden de feiten, bevindingen en oplossingsrichtingen samengevat in het rapport "Voorstel concept rapport Uitbetalen Trakktaat van Wassenaar" . De planning is dat dit Rapport/ boek  in september wordt uitgegeven in boekvorm  beschikbaar komt, alvorens deze  met dagvaardinging met 10.000 handtekeningen uit handen van de advocatenkantoor te Jakarta wordt overhandigd aan Bert Koenders.  Ook hij is op de hoogte dat deze zaak staat aan te komen.

 

Alle bewindslieden van de Tweede Kamer zijn op de hoogte gebracht, en uiteraard Halbe Zijlstra die in 2009 begin maakte aan dit dossier, ook research heeft gepleegd.  Op 22 april jl. werd persoonlijk de president Joko Widodo van de republiek Indonesie in kennis gesteld van dit traktaat dat de Nederlandse Staat  het financiele onderdeel tot uitbetaling aan de Indische Gemeenschap niet heeft uitgevoerd uit dit verdrag.

 

ACTW66 heeft als claimstichting voor Fase I alle benodigde werkzaamheden en uitgaven voor haar rekening genomen. 

 

Voor Fase II, zijn middelen nodig om  ten eerst de groep van 60.000 gedupeerden (rechthebbenden) ,  zijnde aangemerkt als deelnemer van ACTW66 als claimstichtichting- te bereiken via de omroepen, en  de dagbladen.  Hier zijn veel kosten meegemoeid. De griffie kosten om deze zaak op de rol te zetten,  2,5 % van 689 miljoen. Ten slotte voor Informatie & Communicatie naar de gedupeerden toe , de levering van het rapport / boek "Voorstel Concept Rapport  Uitbetalen traktaat van Wassenaar 1966" voor 70.000 exemplaren.

 

Daarom vraagt ACTW66 een minimale donatie van € 25, en t.z.t ontvang u het  "Voorstel Concept Rapport Uitbetalen Traktaat van Wassenaar" dat in boekvorm wordt uitgegeven.

 

Uw donatie/bijdrage kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07  ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie ACTW 66 - Traktaat van Wassenaar . Wij hebben uw donatie hard nodig voor de uitvoeringskosten die de Nederlandse Staat bewust 51 jaren heeft nagelaten, dit om ons werk  verder af te maken.

Lees verder…

10897332500?profile=originalHet Verzet in Nederlands-Indië  (3)           Door:  Drs. Humphrey de la Croix

n deel 1 en deel 2 van deze serie over het Indisch verzet, is samengevat hoe het verloop is geweest van de verzetsactiviteiten in bezet Nederlands-Indië. Ik ben ingegaan op het gebrek aan steun van de Indonesische bevolking   en haar coöperatieve houding tegenover de Japanners, het succesvolle opereren van zowel  de Japanse als de Indonesische inlichtingendiensten. Ten slotte was er de afwezigheid van genoeg professionele verzetsdeelnemers; de meeste verzetsdeelnemers werden vooral gedreven door het idee van een spoedige bevrijding. Ter illustratie van een grotere verzetsgroep die kenmerkend was voor het Indisch verzet heb ik    de groep-Meelhuysen genoemd, geformeerd in Soerabaja rond kapitein W.A. Meelhuysen.

Deze verzetsorganisatie werd uiteindelijk al vanaf december 1942 onttakeld door de Japanners en definitief uitgeschakeld in het voorjaar van 1943.

Het tweede deel liet voorbeelden zien van gepleegd verzet op Noord-Sumatra, De Kei-eilanden en Nieuw-Guinea. Anders dan in deel 1 heb ik naast literatuur geput uit primaire bronnen: uit de eerste hand verkregen informatie in gesprekken met voormalige verzetsdeelnemers. Om redenen van privacy zullen deze deel-nemers voorlopig anoniem worden opgevoerd. Mogelijk dat binnen afzienbare termijn de namen bekend worden gemaakt. In dit derde deel ga ik in op het verzet op Midden-Celebes (Sulawesi) in de streek Mori, grofweg gelegen tussen Poso en Kolonodale, waar door een groep van 125 man een guerrilla is gevoerd vanaf april 1942. Ik zal als tweede thema in dit deel ook aandacht geven aan verzetsactiviteiten in de zuidelijke Molukken op de eilanden Babar en Empalawas.

Verzet op Celebes

De eerste Japanse landingen waren aan de oostkust van het olierijke Borneo (Kalimantan) en aan de noordkust van de Minahasa op Noord-Celebes. En het is snel gegaan: half februari 1942 was een groot deel van Celebes in Japanse handen gevallen. Het midden van het eiland bleef na de capitulatie korte tijd nog onder Nederlandse controle doordat   een groep Nederlanders er nog wilden doorvechten. Journalist en schrijver Michel Hegener wijdde er eind jaren tachtig een aantal artikels aan in NRC Handelsblad en bracht in 1990 een monografie uit, Guerrilla in Mori. Het verzet tegen de Japanners op Midden-Celebes in de tweede wereld-oorlog. Ik heb voor deze bijdrage rijkelijk geput uit deze waarde-volle en unieke publicatie. Voor zover ik het overzie is het de meest uitgebreide over gepleegd verzet en met name over een specifieke verzetsgroep in bezet Nederlands-Indië.

 

Wat meteen opvalt aan de vorm van het eiland Celebes is de zeer lange kust, die het gebied extra kwetsbaar en moeilijk verdedig-baar maakte tegen de Japanse invasie. De vijand had de kusten

en landingsplaatsen als het ware voor het kiezen. Met de dreiging van een nederlaag in het vooruitzicht had de legerleiding   in januari 1942 luitenant-kolonel A.L. Gortmans naar het eiland gezonden om daar Nederlandse militairen, maar vooral inheemse soldaten, te helpen voorbereiden op het voeren van een guerilla-oorlog. Maar het verliep totaal anders omdat het hem niet lukte een guerrilla te organiseren. Nogal wat gerecruteerde Indonesiërs deserteerden voordat er strijd was geleverd. Gortmans redde het niet en gaf zich eind maart 1942 over en werd naar Makassar op Zuid-Celebes afgevoerd. Die regio was namelijk al in vijandelijke handen gevallen. Gortmans werd op 6 april 1944 gefusilleerd door de Japanners omdat hij in de bres sprong voor van spionage en verzet beschuldigde Nederlanders en Indonesiërs.

Terug naar januari 1942 zien we dat de commandant van Midden-Celebes, majoor B.F.A. Schilmöller de geregelde strijd in de Minahassa aan het verliezen was. Hij riep de resten van zijn eenheden (ongeveer 1500 man) op een guerrillastrijd te voeren. Maar deze troepen versnipperden al gauw en konden geen effectieve guerrilla beginnen. Schilmöller zelf had ook geen succes en arriveerde rond 21 februari in de streek     ten oosten van Gorontalo, ten zuidenwesten van de Minahassa. Hij wilde verder gaan naar Midden-Celebes, de streek rond Poso. De situatie in en rond Gorontalo veranderde namelijk in hoog tempo dramatisch in het nadeel van de Nederlanders.      De Nederlands-Indische troepen vielen rap uit elkaar. Zo had de lokale stadswacht besloten met de Japanners mee te doen en slaagde erin 33 man van de Menadonese Militie  Compagnie  gevangen  te

nemen. Eerder waren tientallen manschappen gedeserteerd. Een van de personen die met de vijand meedeed was de ex-foerier van de compagnie Ratambanua. Deze zou nog een opmerkelijke rol spelen later in de strijd.

Het midden van Celebes was nog niet aangevallen maar had in januari al een bombardement meegemaakt. Een deel van de stad Kolonodale stond toen in brand. De verwachting was dat een aanval van de vijand vanuit zee zou volgen. Maar na de algehele capitulatie op 8 maart was er in de verste verten nog geen Japanner te bekennen in     of rond Kolonodale. Na het bombardement in januari volgde evacuatie van de burgerbevolking naar de kampongs in het achter-land en bleef een verdediging van ongeveer 60 (!) man achter. Op dat moment had niemand enig idee van de omvang van de Japanse invasiemacht.

In Kolonadele waren de luitenants J.A. de Jong en W.H.J.E. van Daalen de hoogste bevel-voerenden. Zij hadden op 6 maart de inheemse militiesoldaten al naar huis gestuurd en zij oriënteerden zich op een nieuwe strategie. Majoor Schilmöller was op 24 februari in Poso aan-gekomen en hoopte er de verdediging te reorganiseren en de Japanse opmars te stuiten of te vertragen. Echter de realiteit deed hem beseffen dat de strijd in het voordeel van de Japanners ging uitvallen. Hij was er bang voor  dat de Japanners zich zouden afreageren op de Europese inheemse burgerbevolking. Om dat te voorkomen vertrok hij rond 23 maart 1942 naar Menado om zich bij de Japanners te melden en hun instructies af te wachten. Hij seinde naar Poso en Kolonodale dat hij bezig was de voorwaarden rond de overgave te bespreken en riep De Jong en Van Daalen op nadere instructies af te wachten. Zij wachtten intussen met hun groep van ongeveer 125 man. Echter luitenant De Jong besloot in actie te komen nadat hij had vernomen dat Van Daalen zijn wapens had ingeleverd bij de deserteur Ratambanua. Deze laatste zou als een soort ‘gezant’ van de Japanners de taak hebben de capitulatie op Midden-Celebes af te handelen in afwachting van de hoofdmacht. Het zenden van een deserteur was niet direct een uiting van Japans respect voor hun militaire tegenstanders. De Jong slaagde erin de afgegeven wapens weer in bezit te krijgen en nog enkele Nederlandse soldaten uit internering te bevrijden. Het markeerde het begin van een guerrilla op Midden-Celebes.

10897332694?profile=originalSergeant J. Klinkhamer met zijn  verloofde, mei 1941

Verzet in de streek Mori

De 22-jarige sergeant J. Klinkhamer had direct na de capitulatie al de drang door te gaan met de strijd. Het gebied dat ongeveer samenviel met het voormalige koninkrijk Mori, tussen Poso en Kolonodale, was erg geschikt vanwege zijn dichte begroeiing. En er was voedsel genoeg en de lokale bevolking was op Nederlandse hand. De groep van De Jong en Van Daalen trok zich terug op Tentena in een leeg huis van een zendeling.

Klinkhamer zag de strijd eenvoudig als een afwisseling van korte aanvallen en zich snel terugtrekken in de heuvels totdat de Geallieerden waren terug-gekeerd. De eerste confrontatie was in de eerste helft van april met een groep van 50 Japanse soldaten, die er op uit waren gestuurd om De Jong en Van Daalen op te pakken. Dat eerste gevecht eindigde in het voordeel van de KNIL’ ers en de vijand trok zich terug, maar kwam daarna met ongeveer 100 man. Weer lukte het de Japanners niet om de groep te overmeesteren. De Jong en Van Daalen splitsten zich in twee groepen en waren actief in respectievelijk het gebied ten oosten van Poso en rond Kolonodale. De twee hoofdgroepen splitsten zich vervolgens op in weer kleinere groepjes, die zelfstandig opereerden. In de eerste helft van mei boden de Japanners onderhandelingen aan; daarbij hadden ze een brief van majoor Schilmöller bij zich die hen opriep zich over te geven. De Jong wilde echter niet dit bevel van een krijgsgevangene opvolgen. Het verzet slaagde erin een brug te vernielen op de route van Poso naar Kolonodale en een paar keer werden Japanse kolonnes beschoten. Gezien de lichte bewapening in de vorm van pistolen en geweren waren grotere acties dan dit soort speldenprikken niet mogelijk.

De Jong lukte het om met een radiozender de Geallieerden in Australië te bereiken. Dat leidde inderdaad tot dropping van goederen op 15 juli, maar deze zijn waarschijnlijk in vijandige handen gekomen. Eerder was vanuit Australië eind juni een party (de party Lion) gezonden en geland, maar werd overmeesterd door de Japanners. Daarbij werd ook de Nederlandse luitenant R.T. van Hees gevangen; alle leden van de groep zijn terechtgesteld. Later bleek deze hulp niet passen in een strategie om Celebes te heroveren, maar was eerder sprake van een humanitair motief en als morele ondersteuning bedoeld.
Intussen voerden de Japanners steeds meer versterkingen aan richting Midden- en Zuid-Celebes. De groepen van De Jong en     Van Daalen werden gestaag gereduceerd na confrontaties met de vijand. Deserties en over-meestering kwamen daar nog eens bij. De Jong en Van Daalen werden teruggedreven naar Kolonodale. Toch heeft de guerrilla in Mori veel succes gehad tegen de vijand. Het meest memorabel hier te vermelden is het gevecht in Salenda op 7 juli 1942. Het was een gebied met ladang (land-bouwvelden) en wat kampong-huisjes. De groep was ongeveer 25 man groot en kon het voordeel van de verrassing hebben. Echter, eerder op 4 juli had luitenant De Jonge besloot zich koest te houden toen hij vernam dat een groep (Japanners naar hij dacht) naderde; dit tot ergernis van sergeant Klinkhamer die een directe aanval succesvol achtte. Het blijft volgens Michiel Hegener speculeren waarom de officier niet tot actie overging. Kort daarna op 7 juli volgde een confrontatie met de vijand in Salenda. De bevolking was inmiddels geneigd om de Japanners te helpen en briefden de aanwezigheid van de Nederlanders door. De vijand besloot drie voertuigen te sturen met 35 man voorzien van geweren, automatische wapens en mortieren. Het gevecht brak los tussen de groep van 45 Nederlanders en de al aanwezige Japanners. Het konvooi van drie voertuigen was al bijna in de buurt, maar deze groep aarzelde het bos in te trekken uit angst voor verrassingsaanvallen. De Japanners leden met tientallen doden flinke verliezen; volgens getuigen waren de drie voertuigen geheel gevuld met lijken. Deze werden vervolgens verbrand met benzine. Het gevecht had de eerste dag geduurd tot negen uur ’s avonds en de volgende ochtend van zes tot negen uur. De KNIL’ ers hadden het zelf ook moeilijk gehad; ze hadden tegen een overmacht gevochten en moesten zich snel terugtrekken omdat ze nu omsingeld raakten. Niet alle leden van de groep lukte het te ontsnappen; sommigen gaven zich over. Eén man had zichzelf door het hoofd geschoten.

Maar de Japanse opmars en overmacht waren onvermijdelijk, zodat begin augustus het einde van de guerrilla zich begon af te tekenen. De vijand had ook nog eens honderden bewoners ingezet in hun zoekacties naar de rebellen. Moegestreden vielen De Jong en Van Daalen op 9 augustus 1942 in handen van de Japanners.

10897333070?profile=originalKolonodale op Celebes

De gevangenen werden in Kolonodale gevangen gezet in    de kazerne. Verhoren en mishandelingen volgden. Sergeant Klinkhamer wist als enige uit handen van de vijand te blijven. De luitenants De Jong en Van Daalen zijn naar Menado overgebracht en geëxecuteerd op 25 augustus 1942. De leden van de party-Lion werden op 14 en   15 september 1942 onthoofd. Sergeant Klinkhamer hield zich verborgen in het bos gelegen rond en op de berg Goenoeng Madjelentje; daar waren veel grotten en begroeiing ideaal om zich te verbergen. De onderofficier heeft zich daar bijna drie jaar kunnen handhaven. Voedsel kreeg hij soms van de lokale bevolking, maar het merendeel moest hij zelf in de bossen vinden. Van zijn wapens had hij alleen een klewang (sabel) overgehouden; zijn uniform had hij ingewisseld voor normale kleren. De Japanners bleven moeite doen hem te vinden en hun wantrouwen tegenover de bevolking nam alleen maar toe. De kampongbewoners werden gedwongen mee te zoeken en ook werden ze gestraft op verdenking van het verbergen van Klinkhamer.

Het nieuws van de Japanse capitulatie bereikte de omgeving van Goenoeng Madjelentje vrij snel, maar Klinkhamer besloot veiligheidshalve zich nog niet te laten zien. Pas na eind oktober besloot hij tevoorschijn te komen en liep op 1 november 1945 Kolonodale binnen. En die dag vierde hij de vrijheid met de radja (koning) van Mori en ontmoette er Japanse officieren, kort tevoren zijn vijanden die hem koste wat kost wilden vinden. De rust was betrekkelijk en van korte duur omdat al gauw de Indonesisch vrijheidsstrijd zich ontketend; een nieuwe oorlog was begonnen.

Michiel Hegener concludeert dat het verzet van de luitenants De Jong en Van Daalen tot een van de meest effectiefste en grootschalige is geweest. De natuurlijke omgeving was zeer geschikt en de Japanners waren erg bevreesd voor het aangaan van een guerrillastrijd. De verzets-groep had aanvankelijk veel succes met hit-and-run acties, maar moest het uiteindelijk afleggen tegen de steeds sterker wordende Japanners en de groeiende steun van de lokale bevolking aan de nieuwe machtshebbers.

10897333087?profile=originalVerzet op de Molukken

Molukse militairen behoorden tot de meest loyale leden van de koloniale strijdkrachten. En de capitulatie van het KNIL was daarom een zeer grote klap. Na  de overgave werden ze door de Japanners als mede-Aziaten gezien en spoedig vrijgelaten in het voorjaar van 1942. Een relatief groot aantal van hen begaf zich vervolgens in de illegaliteit, variërend van lijdzaam verzet tot riskante aanvallen op de bezetter. De ligging van de Molukse archipel was voor de Japanners van groot strategisch belang. Het gebied dat ruim gezien gelegen is tussen Australië (de zuidwest Pacific) en Japan, fungeerde als een knoop-punt in de militaire logistiek en de mogelijke verdere sprong richting de Stille Oceaan. Concreet betekende het de aanleg van maritieme en vliegbases.

De bezetter schakelde op de Molukken vooral de lokale bevolking in om bossen te kappen, grond te egaliseren, vliegvelden aan te leggen en versterkingen op te bouwen. Ook verhoging van de voedselproductie was voor de Japanners een belangrijk doel.  Het vergde het uiterste van        de bevolking die vooral op versnipperde, kleine stukken grond haar voedsel verbouwde. Nu opeens door de aanwezigheid van tienduizenden Japanners werd de druk op de aanwezige menskracht ingrijpend verhoogd. Naast de lokale bevolking en daar aanwezige voormalige Molukse KNIL’ ers, haalden de Japanners heiho’s (hulpsoldaten) en vrij-gelaten Molukse KNIL-militairen van Java om de voedselproductie en het tempo van aanleg van infrastructuur op te schroeven.

Op de Molukken bevonden zich weinig objecten die vatbaar waren voor sabotage: geen spoorlijnen, geen kazernes, geen industrieën. De verzetsactiviteiten waren aanvankelijk gericht op het voorbereiden van de terugkeer van de geallieerden, die zoals overal in de archipel op niet al te lange termijn werd verwacht. Later ging het verzet zich meer richten op de nieuwe infra-structuren in wording, zoals vliegvelden met de bijbehorende gebouwen en in de voedsel-productie. Het meest aannemelijk is dat passief verzet is gepleegd in de vorm van luisteren naar de radio en het verspreiden van informatie, het stiekem geven van eten, kleren en brieven aan geïnterneerden, het helpen van onderduikers, het weigeren een loyaliteitsverklaring aan de Japanners tekenen of weigeren   te werken voor de bezetter.
De term Moluks verzet moet ruim worden gezien omdat het gepleegd is door iedereen van Molukse afkomst. Dus het verzet beperkte zich niet tot de Molukken zèlf, maar ook dat op andere eilanden. Eerder zagen we in deel 1 van deze serie de groep Sapoe Tangan Merah, de Rode Zakdoek. Degenen die verzet pleegden handhaafden de hiërarchische verhoudingen zoals ze vóór de capitulatie kenden; dus de voormalige hoogste in rang werd de leider van een verzetsgroep.

 De Molukken met midden-onder de Babar eilanden

Een goed voorbeeld van een verzetsgroep was die van Jacob Litamahaputty op Saparoea. Deze groep bereidde de terugkomst van de Geallieerden voor; informatie verzamelen over de Japanners op het eiland en het blijvend in de gaten houden van de vijand. Ook verzamelde de groep wapens en munitie, afkomstig uit het KNIL en politieposten. Zelfs uit Japanse barakken werden er wapens gestolen. Vanwege de geringe omvang van Saparoe was het moeilijk in het geheim te opereren; temeer omdat de bezetter de bevolking constant bang maakte voor het geval ze verzet zouden steunen of plegen. In 1943 zag de situatie er voor de groep niet goed uit toen de Japanners veel intensiever aan opsporing deden. Ze pakten enige leden op en executeerden hen. Vervolgens moest de bevolking zich op een dag op een plein melden waarna er verklikkers verdachten aanwezen als rebel. Dat leidde tot executies en gevangenisstraffen. Restanten van de groep onder leiding van Litamahaputty vluchtten naar het grotere eiland Ceram. Daar bleken ze ook niet veilig omdat de Japanners wisten van hun oversteek. Na een aanval trok de groep zich terug, daarbij een schrift verliezend met namen van de groepsleden en anderen die hen steunden. Dit maakte het de Japanners makkelijk met succes hun speurtocht uit te voeren. De groep ging uiteindelijk ten onder aan malaria en het gebrek aan communicatiemiddelen om het verzet perspectief te bieden (in plaats van in in isolement te opereren). Besloten werd terug te gaan naar Saparoe en daar de strijd voort te zetten. Het zou het einde betekenen van de guerrilla. De vijand had bijna iedereen opgespoord en ook Litamahaputty kregen ze te pakken nadat ze zijn familie hadden gegijzeld onder dreiging hen te doden. Jacob Litamahaputty werd na zware mishandeling en vernederingen op 21 maart 1944 geëxecuteerd, samen met 21 andere verzets-lieden.

Verzet op Pulau Babar

De Babar-eilanden liggen in de zuidelijke Bandazee ongeveer 200 km ten oosten van Timor en 500 km ten zuiden van Ambon en Ceram. De hoofdplaats is de desa Tepa. Middelen van bestaan  waren visvangst en kleinschalige landbouw. Tijdens de bezetting dwongen de Japanners de bevolking voedsel, tabak en varkens te leveren. Hiertegen rees al gauw verzet en strijdbare mannen besloten in verzet te gaan tegen de bezetter. Al vanaf het begin in augustus 1942 waren de Japanners hard opgetreden tegen de bewoners, die er tot dan toe geïsoleerd maar in vrede hadden gewoond. De ontzetting en aversie tegen de brute indringers waren daarom enorm groot. Deze groeiende controverses hebben geleid tot een van de grootste massamoorden tijdens de bezetting van Indië. In november 1944 was het de Japanse commandant Shihonara, die in Empalawas verscheen om er de zaken recht te trekken en raakte in conflict met de mensen. Dezen doodden de Japanner en enkele van zijn landgenoten die zich in een andere kampong, Masboear, bevonden. Daarop kwamen Japanse versterkingen die enkele dorpsbewoners executeerden bij wijze van vergelding. Om de bevolking met zich te laten verzoenen, nodigden de Japanners iedereen uit Empalawas uit voor een feest. Aangekomen bij de ruimte moesten de mensen zich in twee rijen opstellen, waarna ze door mitrailleurvuur omkwamen.

De getuigen L.M. en A.E. moesten als dwangarbeider de lijken opruimen en in door hen gegraven putten gooien. In hun beleving waren er wel duizend mensen doodgeschoten; in werkelijkheid waren het er ongeveer vier-honderd. Bijna iedereen liet het leven, op tien meisjes na die gedwongen waren tot prostitutie. Maar volgens getuigen L.M. en A.E. zou een vijftigtal oudere mensen erin geslaagd zijn te vluchten in de bossen. Het dorp werd toen in brand gestoken.
Een van die ingezetenen van Babar was ook O.L. die destijds woonachtig was in de kampong Ahanari. Hij was betrokken bij de aanval op Japanners in Empalawas in november 1944. De getuigen L.M. en A.E. waren afkomstig uit hetzelfde dorp, waren opgegroeid in hetzelfde huis en hebben samen met O.L. gedwongen moeten werken; ze waren toen gehuisvest in een soort kamp omringd door prikkeldraad. Getuigen vertellen dat ze iedere ochtend vroeg begonnen met werken op het land, het transporteren te voet van voorraden naar Japanse posten in Empalawas en Wakpapi die op respectievelijk 12 km en 4 km afstand van Ahanari waren gelegen. Soms moest er 30 km per dag worden gelopen met zware lasten op hun rug. O.L. had destijds ook familie wonen in Empalawas. L.M. en A.E. vertellen dat zijzelf tot een groepje jonge mannen behoorden die de strijd wilde aangaan met de vijand. Ze hadden zich bewapend met messen, bamboesperen en pijl   en boog. Ze hadden gewoonweg genoeg van de Japanse aanwezigheid en uitbuiting. Een zekere Imsula, 20 jaar oud, uit Empalawas was hun leider. Het plan was om zoveel mogelijk Japanners uit de weg ruimen. De groep bestond uit ongeveer dertig jonge mannen die kwamen uit de dorpen Ahanari, Empalawas en Wakpapi. De getuigen vertellen ook dat er een verklikker rondliep, Hetharia. O.L. zou twee vijanden gedood hebben: een marine-arts-officier en een soldaat. Zij waren achtergebleven nadat de andere Japanse militairen mensen uit het dorp hadden geronseld voor werk. De verzetsgroep vernielde toen ook met stukken steen en hout  de verrekijker van de vijandelijke uitkijkpost die ongeveer 200 meter op een heuvel stond. De twee Japanners werden met pijlen neergeschoten door O.L. toen zij poolshoogte kwamen nemen op  de uitkijkpost. De leider Imsula slaagde er in een soldaat om te brengen. O.L. werd later vanuit het werkkamp meegenomen naar de gevangenis in Wakpapi op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagen. De getuigen zeggen ten slotte dat een vrouw, Laisiwi, de massamoord had overleefd; zij ging later naar Nederland maar was tegen eind jaren tachtig al overleden. De verzetsgroep heeft na de aanslag en de massamoord geen activiteiten meer ontplooid. Waarschijnlijk afgeschrikt door de Japanse reactie en hun beperkte mogelijkheden door gebrek aan vuurwapens, afwezigheid van communicatiemiddelen en de aanwezigheid van verklikkers en collaborateurs. O.L. onderging zware mishandelingen maar heeft niet doorgeslagen; hij werd vrij-gelaten en kwam uitgemergeld terug. Hij ging na de oorlog naar Nederland, maar zou rond 1970 terugkeren naar Indonesië.

Wordt vervolgd

In deel 1 en deel 2 van deze serie over het Indisch verzet, is samengevat hoe het verloop is geweest van de verzetsactiviteiten in bezet Nederlands-Indië. Ik ben ingegaan op het gebrek aan steun van de Indonesische bevolking   en haar coöperatieve houding tegenover de Japanners, het succesvolle opereren van zowel  de Japanse als de Indonesische inlichtingendiensten. Ten slotte was er de afwezigheid van genoeg professionele verzetsdeelnemers; de meeste verzetsdeelnemers werden vooral gedreven door het idee van een spoedige bevrijding. Ter illustratie van een grotere verzetsgroep die kenmerkend was voor het Indisch verzet heb ik    de groep-Meelhuysen genoemd, geformeerd in Soerabaja rond kapitein W.A. Meelhuysen.

Deze verzetsorganisatie werd uiteindelijk al vanaf december 1942 onttakeld door de Japanners en definitief uitgeschakeld in het voorjaar van 1943.

Het tweede deel liet voorbeelden zien van gepleegd verzet op Noord-Sumatra, De Kei-eilanden en Nieuw-Guinea. Anders dan in deel 1 heb ik naast literatuur geput uit primaire bronnen: uit de eerste hand verkregen informatie in gesprekken met voormalige verzetsdeelnemers. Om redenen van privacy zullen deze deel-nemers voorlopig anoniem worden opgevoerd. Mogelijk dat binnen afzienbare termijn de namen bekend worden gemaakt. In dit derde deel ga ik in op het verzet op Midden-Celebes (Sulawesi) in de streek Mori, grofweg gelegen tussen Poso en Kolonodale, waar door een groep van 125 man een guerrilla is gevoerd vanaf april 1942. Ik zal als tweede thema in dit deel ook aandacht geven aan verzetsactiviteiten in de zuidelijke Molukken op de eilanden Babar en Empalawas.

Verzet op Celebes

De eerste Japanse landingen waren aan de oostkust van het olierijke Borneo (Kalimantan) en aan de noordkust van de Minahasa op Noord-Celebes. En het is snel gegaan: half februari 1942 was een groot deel van Celebes in Japanse handen gevallen. Het midden van het eiland bleef na de capitulatie korte tijd nog onder Nederlandse controle doordat   een groep Nederlanders er nog wilden doorvechten. Journalist en schrijver Michel Hegener wijdde er eind jaren tachtig een aantal artikels aan in NRC Handelsblad en bracht in 1990 een monografie uit, Guerrilla in Mori. Het verzet tegen de Japanners op Midden-Celebes in de tweede wereld-oorlog. Ik heb voor deze bijdrage rijkelijk geput uit deze waarde-volle en unieke publicatie. Voor zover ik het overzie is het de meest uitgebreide over gepleegd verzet en met name over een specifieke verzetsgroep in bezet Nederlands-Indië.

Kaart van Celebes, 1942

Wat meteen opvalt aan de vorm van het eiland Celebes is de zeer lange kust, die het gebied extra kwetsbaar en moeilijk verdedig-baar maakte tegen de Japanse invasie. De vijand had de kusten

en landingsplaatsen als het ware voor het kiezen. Met de dreiging van een nederlaag in het vooruitzicht had de legerleiding   in januari 1942 luitenant-kolonel A.L. Gortmans naar het eiland gezonden om daar Nederlandse militairen, maar vooral inheemse soldaten, te helpen voorbereiden op het voeren van een guerilla-oorlog. Maar het verliep totaal anders omdat het hem niet lukte een guerrilla te organiseren. Nogal wat gerecruteerde Indonesiërs deserteerden voordat er strijd was geleverd. Gortmans redde het niet en gaf zich eind maart 1942 over en werd naar Makassar op Zuid-Celebes afgevoerd. Die regio was namelijk al in vijandelijke handen gevallen. Gortmans werd op 6 april 1944 gefusilleerd door de Japanners omdat hij in de bres sprong voor van spionage en verzet beschuldigde Nederlanders en Indonesiërs.

Terug naar januari 1942 zien we dat de commandant van Midden-Celebes, majoor B.F.A. Schilmöller de geregelde strijd in de Minahassa aan het verliezen was. Hij riep de resten van zijn eenheden (ongeveer 1500 man) op een guerrillastrijd te voeren. Maar deze troepen versnipperden al gauw en konden geen effectieve guerrilla beginnen. Schilmöller zelf had ook geen succes en arriveerde rond 21 februari in de streek     ten oosten van Gorontalo, ten zuidenwesten van de Minahassa. Hij wilde verder gaan naar Midden-Celebes, de streek rond Poso. De situatie in en rond Gorontalo veranderde namelijk in hoog tempo dramatisch in het nadeel van de Nederlanders.      De Nederlands-Indische troepen vielen rap uit elkaar. Zo had de lokale stadswacht besloten met de Japanners mee te doen en slaagde erin 33 man van de Menadonese Militie  Compagnie  gevangen  te

nemen. Eerder waren tientallen manschappen gedeserteerd. Een van de personen die met de vijand meedeed was de ex-foerier van de compagnie Ratambanua. Deze zou nog een opmerkelijke rol spelen later in de strijd.

Het midden van Celebes was nog niet aangevallen maar had in januari al een bombardement meegemaakt. Een deel van de stad Kolonodale stond toen in brand. De verwachting was dat een aanval van de vijand vanuit zee zou volgen. Maar na de algehele capitulatie op 8 maart was er in de verste verten nog geen Japanner te bekennen in     of rond Kolonodale. Na het bombardement in januari volgde evacuatie van de burgerbevolking naar de kampongs in het achter-land en bleef een verdediging van ongeveer 60 (!) man achter. Op dat moment had niemand enig idee van de omvang van de Japanse invasiemacht.

In Kolonadele waren de luitenants J.A. de Jong en W.H.J.E. van Daalen de hoogste bevel-voerenden. Zij hadden op 6 maart de inheemse militiesoldaten al naar huis gestuurd en zij oriënteerden zich op een nieuwe strategie. Majoor Schilmöller was op 24 februari in Poso aan-gekomen en hoopte er de verdediging te reorganiseren en de Japanse opmars te stuiten of te vertragen. Echter de realiteit deed hem beseffen dat de strijd in het voordeel van de Japanners ging uitvallen. Hij was er bang voor  dat de Japanners zich zouden afreageren op de Europese inheemse burgerbevolking. Om dat te voorkomen vertrok hij rond 23 maart 1942 naar Menado om zich bij de Japanners te melden en hun instructies af te wachten. Hij seinde naar Poso en Kolonodale dat hij bezig was de voorwaarden rond de overgave te bespreken en riep De Jong en Van Daalen op nadere instructies af te wachten. Zij wachtten intussen met hun groep van ongeveer 125 man. Echter luitenant De Jong besloot in actie te komen nadat hij had vernomen dat Van Daalen zijn wapens had ingeleverd bij de deserteur Ratambanua. Deze laatste zou als een soort ‘gezant’ van de Japanners de taak hebben de capitulatie op Midden-Celebes af te handelen in afwachting van de hoofdmacht. Het zenden van een deserteur was niet direct een uiting van Japans respect voor hun militaire tegenstanders. De Jong slaagde erin de afgegeven wapens weer in bezit te krijgen en nog enkele Nederlandse soldaten uit internering te bevrijden. Het markeerde het begin van een guerrilla op Midden-Celebes.

Sergeant J. Klinkhamer met zijn  verloofde, mei 1941

Verzet in de streek Mori

De 22-jarige sergeant J. Klinkhamer had direct na de capitulatie al de drang door te gaan met de strijd. Het gebied dat ongeveer samenviel met het voormalige koninkrijk Mori, tussen Poso en Kolonodale, was erg geschikt vanwege zijn dichte begroeiing. En er was voedsel genoeg en de lokale bevolking was op Nederlandse hand. De groep van De Jong en Van Daalen trok zich terug op Tentena in een leeg huis van een zendeling.

Klinkhamer zag de strijd eenvoudig als een afwisseling van korte aanvallen en zich snel terugtrekken in de heuvels totdat de Geallieerden waren terug-gekeerd. De eerste confrontatie was in de eerste helft van april met een groep van 50 Japanse soldaten, die er op uit waren gestuurd om De Jong en Van Daalen op te pakken. Dat eerste gevecht eindigde in het voordeel van de KNIL’ ers en de vijand trok zich terug, maar kwam daarna met ongeveer 100 man. Weer lukte het de Japanners niet om de groep te overmeesteren. De Jong en Van Daalen splitsten zich in twee groepen en waren actief in respectievelijk het gebied ten oosten van Poso en rond Kolonodale. De twee hoofdgroepen splitsten zich vervolgens op in weer kleinere groepjes, die zelfstandig opereerden. In de eerste helft van mei boden de Japanners onderhandelingen aan; daarbij hadden ze een brief van majoor Schilmöller bij zich die hen opriep zich over te geven. De Jong wilde echter niet dit bevel van een krijgsgevangene opvolgen. Het verzet slaagde erin een brug te vernielen op de route van Poso naar Kolonodale en een paar keer werden Japanse kolonnes beschoten. Gezien de lichte bewapening in de vorm van pistolen en geweren waren grotere acties dan dit soort speldenprikken niet mogelijk.

De Jong lukte het om met een radiozender de Geallieerden in Australië te bereiken. Dat leidde inderdaad tot dropping van goederen op 15 juli, maar deze zijn waarschijnlijk in vijandige handen gekomen. Eerder was vanuit Australië eind juni een party (de party Lion) gezonden en geland, maar werd overmeesterd door de Japanners. Daarbij werd ook de Nederlandse luitenant R.T. van Hees gevangen; alle leden van de groep zijn terechtgesteld. Later bleek deze hulp niet passen in een strategie om Celebes te heroveren, maar was eerder sprake van een humanitair motief en als morele ondersteuning bedoeld.
Intussen voerden de Japanners steeds meer versterkingen aan richting Midden- en Zuid-Celebes. De groepen van De Jong en     Van Daalen werden gestaag gereduceerd na confrontaties met de vijand. Deserties en over-meestering kwamen daar nog eens bij. De Jong en Van Daalen werden teruggedreven naar Kolonodale. Toch heeft de guerrilla in Mori veel succes gehad tegen de vijand. Het meest memorabel hier te vermelden is het gevecht in Salenda op 7 juli 1942. Het was een gebied met ladang (land-bouwvelden) en wat kampong-huisjes. De groep was ongeveer 25 man groot en kon het voordeel van de verrassing hebben. Echter, eerder op 4 juli had luitenant De Jonge besloot zich koest te houden toen hij vernam dat een groep (Japanners naar hij dacht) naderde; dit tot ergernis van sergeant Klinkhamer die een directe aanval succesvol achtte. Het blijft volgens Michiel Hegener speculeren waarom de officier niet tot actie overging. Kort daarna op 7 juli volgde een confrontatie met de vijand in Salenda. De bevolking was inmiddels geneigd om de Japanners te helpen en briefden de aanwezigheid van de Nederlanders door. De vijand besloot drie voertuigen te sturen met 35 man voorzien van geweren, automatische wapens en mortieren. Het gevecht brak los tussen de groep van 45 Nederlanders en de al aanwezige Japanners. Het konvooi van drie voertuigen was al bijna in de buurt, maar deze groep aarzelde het bos in te trekken uit angst voor verrassingsaanvallen. De Japanners leden met tientallen doden flinke verliezen; volgens getuigen waren de drie voertuigen geheel gevuld met lijken. Deze werden vervolgens verbrand met benzine. Het gevecht had de eerste dag geduurd tot negen uur ’s avonds en de volgende ochtend van zes tot negen uur. De KNIL’ ers hadden het zelf ook moeilijk gehad; ze hadden tegen een overmacht gevochten en moesten zich snel terugtrekken omdat ze nu omsingeld raakten. Niet alle leden van de groep lukte het te ontsnappen; sommigen gaven zich over. Eén man had zichzelf door het hoofd geschoten.

Maar de Japanse opmars en overmacht waren onvermijdelijk, zodat begin augustus het einde van de guerrilla zich begon af te tekenen. De vijand had ook nog eens honderden bewoners ingezet in hun zoekacties naar de rebellen. Moegestreden vielen De Jong en Van Daalen op 9 augustus 1942 in handen van de Japanners.

Kolonodale op Celebes

De gevangenen werden in Kolonodale gevangen gezet in    de kazerne. Verhoren en mishandelingen volgden. Sergeant Klinkhamer wist als enige uit handen van de vijand te blijven. De luitenants De Jong en Van Daalen zijn naar Menado overgebracht en geëxecuteerd op 25 augustus 1942. De leden van de party-Lion werden op 14 en   15 september 1942 onthoofd. Sergeant Klinkhamer hield zich verborgen in het bos gelegen rond en op de berg Goenoeng Madjelentje; daar waren veel grotten en begroeiing ideaal om zich te verbergen. De onderofficier heeft zich daar bijna drie jaar kunnen handhaven. Voedsel kreeg hij soms van de lokale bevolking, maar het merendeel moest hij zelf in de bossen vinden. Van zijn wapens had hij alleen een klewang (sabel) overgehouden; zijn uniform had hij ingewisseld voor normale kleren. De Japanners bleven moeite doen hem te vinden en hun wantrouwen tegenover de bevolking nam alleen maar toe. De kampongbewoners werden gedwongen mee te zoeken en ook werden ze gestraft op verdenking van het verbergen van Klinkhamer.

Het nieuws van de Japanse capitulatie bereikte de omgeving van Goenoeng Madjelentje vrij snel, maar Klinkhamer besloot veiligheidshalve zich nog niet te laten zien. Pas na eind oktober besloot hij tevoorschijn te komen en liep op 1 november 1945 Kolonodale binnen. En die dag vierde hij de vrijheid met de radja (koning) van Mori en ontmoette er Japanse officieren, kort tevoren zijn vijanden die hem koste wat kost wilden vinden. De rust was betrekkelijk en van korte duur omdat al gauw de Indonesisch vrijheidsstrijd zich ontketend; een nieuwe oorlog was begonnen.

Michiel Hegener concludeert dat het verzet van de luitenants De Jong en Van Daalen tot een van de meest effectiefste en grootschalige is geweest. De natuurlijke omgeving was zeer geschikt en de Japanners waren erg bevreesd voor het aangaan van een guerrillastrijd. De verzets-groep had aanvankelijk veel succes met hit-and-run acties, maar moest het uiteindelijk afleggen tegen de steeds sterker wordende Japanners en de groeiende steun van de lokale bevolking aan de nieuwe machtshebbers.

Verzet op de Molukken

Molukse militairen behoorden tot de meest loyale leden van de koloniale strijdkrachten. En de capitulatie van het KNIL was daarom een zeer grote klap. Na  de overgave werden ze door de Japanners als mede-Aziaten gezien en spoedig vrijgelaten in het voorjaar van 1942. Een relatief groot aantal van hen begaf zich vervolgens in de illegaliteit, variërend van lijdzaam verzet tot riskante aanvallen op de bezetter. De ligging van de Molukse archipel was voor de Japanners van groot strategisch belang. Het gebied dat ruim gezien gelegen is tussen Australië (de zuidwest Pacific) en Japan, fungeerde als een knoop-punt in de militaire logistiek en de mogelijke verdere sprong richting de Stille Oceaan. Concreet betekende het de aanleg van maritieme en vliegbases.

De bezetter schakelde op de Molukken vooral de lokale bevolking in om bossen te kappen, grond te egaliseren, vliegvelden aan te leggen en versterkingen op te bouwen. Ook verhoging van de voedselproductie was voor de Japanners een belangrijk doel.  Het vergde het uiterste van        de bevolking die vooral op versnipperde, kleine stukken grond haar voedsel verbouwde. Nu opeens door de aanwezigheid van tienduizenden Japanners werd de druk op de aanwezige menskracht ingrijpend verhoogd. Naast de lokale bevolking en daar aanwezige voormalige Molukse KNIL’ ers, haalden de Japanners heiho’s (hulpsoldaten) en vrij-gelaten Molukse KNIL-militairen van Java om de voedselproductie en het tempo van aanleg van infrastructuur op te schroeven.

Op de Molukken bevonden zich weinig objecten die vatbaar waren voor sabotage: geen spoorlijnen, geen kazernes, geen industrieën. De verzetsactiviteiten waren aanvankelijk gericht op het voorbereiden van de terugkeer van de geallieerden, die zoals overal in de archipel op niet al te lange termijn werd verwacht. Later ging het verzet zich meer richten op de nieuwe infra-structuren in wording, zoals vliegvelden met de bijbehorende gebouwen en in de voedsel-productie. Het meest aannemelijk is dat passief verzet is gepleegd in de vorm van luisteren naar de radio en het verspreiden van informatie, het stiekem geven van eten, kleren en brieven aan geïnterneerden, het helpen van onderduikers, het weigeren een loyaliteitsverklaring aan de Japanners tekenen of weigeren   te werken voor de bezetter.
De term Moluks verzet moet ruim worden gezien omdat het gepleegd is door iedereen van Molukse afkomst. Dus het verzet beperkte zich niet tot de Molukken zèlf, maar ook dat op andere eilanden. Eerder zagen we in deel 1 van deze serie de groep Sapoe Tangan Merah, de Rode Zakdoek. Degenen die verzet pleegden handhaafden de hiërarchische verhoudingen zoals ze vóór de capitulatie kenden; dus de voormalige hoogste in rang werd de leider van een verzetsgroep.

 De Molukken met midden-onder de Babar eilanden

Een goed voorbeeld van een verzetsgroep was die van Jacob Litamahaputty op Saparoea. Deze groep bereidde de terugkomst van de Geallieerden voor; informatie verzamelen over de Japanners op het eiland en het blijvend in de gaten houden van de vijand. Ook verzamelde de groep wapens en munitie, afkomstig uit het KNIL en politieposten. Zelfs uit Japanse barakken werden er wapens gestolen. Vanwege de geringe omvang van Saparoe was het moeilijk in het geheim te opereren; temeer omdat de bezetter de bevolking constant bang maakte voor het geval ze verzet zouden steunen of plegen. In 1943 zag de situatie er voor de groep niet goed uit toen de Japanners veel intensiever aan opsporing deden. Ze pakten enige leden op en executeerden hen. Vervolgens moest de bevolking zich op een dag op een plein melden waarna er verklikkers verdachten aanwezen als rebel. Dat leidde tot executies en gevangenisstraffen. Restanten van de groep onder leiding van Litamahaputty vluchtten naar het grotere eiland Ceram. Daar bleken ze ook niet veilig omdat de Japanners wisten van hun oversteek. Na een aanval trok de groep zich terug, daarbij een schrift verliezend met namen van de groepsleden en anderen die hen steunden. Dit maakte het de Japanners makkelijk met succes hun speurtocht uit te voeren. De groep ging uiteindelijk ten onder aan malaria en het gebrek aan communicatiemiddelen om het verzet perspectief te bieden (in plaats van in in isolement te opereren). Besloten werd terug te gaan naar Saparoe en daar de strijd voort te zetten. Het zou het einde betekenen van de guerrilla. De vijand had bijna iedereen opgespoord en ook Litamahaputty kregen ze te pakken nadat ze zijn familie hadden gegijzeld onder dreiging hen te doden. Jacob Litamahaputty werd na zware mishandeling en vernederingen op 21 maart 1944 geëxecuteerd, samen met 21 andere verzets-lieden.

Verzet op Pulau Babar

De Babar-eilanden liggen in de zuidelijke Bandazee ongeveer 200 km ten oosten van Timor en 500 km ten zuiden van Ambon en Ceram. De hoofdplaats is de desa Tepa. Middelen van bestaan  waren visvangst en kleinschalige landbouw. Tijdens de bezetting dwongen de Japanners de bevolking voedsel, tabak en varkens te leveren. Hiertegen rees al gauw verzet en strijdbare mannen besloten in verzet te gaan tegen de bezetter. Al vanaf het begin in augustus 1942 waren de Japanners hard opgetreden tegen de bewoners, die er tot dan toe geïsoleerd maar in vrede hadden gewoond. De ontzetting en aversie tegen de brute indringers waren daarom enorm groot. Deze groeiende controverses hebben geleid tot een van de grootste massamoorden tijdens de bezetting van Indië. In november 1944 was het de Japanse commandant Shihonara, die in Empalawas verscheen om er de zaken recht te trekken en raakte in conflict met de mensen. Dezen doodden de Japanner en enkele van zijn landgenoten die zich in een andere kampong, Masboear, bevonden. Daarop kwamen Japanse versterkingen die enkele dorpsbewoners executeerden bij wijze van vergelding. Om de bevolking met zich te laten verzoenen, nodigden de Japanners iedereen uit Empalawas uit voor een feest. Aangekomen bij de ruimte moesten de mensen zich in twee rijen opstellen, waarna ze door mitrailleurvuur omkwamen.

De getuigen L.M. en A.E. moesten als dwangarbeider de lijken opruimen en in door hen gegraven putten gooien. In hun beleving waren er wel duizend mensen doodgeschoten; in werkelijkheid waren het er ongeveer vier-honderd. Bijna iedereen liet het leven, op tien meisjes na die gedwongen waren tot prostitutie. Maar volgens getuigen L.M. en A.E. zou een vijftigtal oudere mensen erin geslaagd zijn te vluchten in de bossen. Het dorp werd toen in brand gestoken.
Een van die ingezetenen van Babar was ook O.L. die destijds woonachtig was in de kampong Ahanari. Hij was betrokken bij de aanval op Japanners in Empalawas in november 1944. De getuigen L.M. en A.E. waren afkomstig uit hetzelfde dorp, waren opgegroeid in hetzelfde huis en hebben samen met O.L. gedwongen moeten werken; ze waren toen gehuisvest in een soort kamp omringd door prikkeldraad. Getuigen vertellen dat ze iedere ochtend vroeg begonnen met werken op het land, het transporteren te voet van voorraden naar Japanse posten in Empalawas en Wakpapi die op respectievelijk 12 km en 4 km afstand van Ahanari waren gelegen. Soms moest er 30 km per dag worden gelopen met zware lasten op hun rug. O.L. had destijds ook familie wonen in Empalawas. L.M. en A.E. vertellen dat zijzelf tot een groepje jonge mannen behoorden die de strijd wilde aangaan met de vijand. Ze hadden zich bewapend met messen, bamboesperen en pijl   en boog. Ze hadden gewoonweg genoeg van de Japanse aanwezigheid en uitbuiting. Een zekere Imsula, 20 jaar oud, uit Empalawas was hun leider. Het plan was om zoveel mogelijk Japanners uit de weg ruimen. De groep bestond uit ongeveer dertig jonge mannen die kwamen uit de dorpen Ahanari, Empalawas en Wakpapi. De getuigen vertellen ook dat er een verklikker rondliep, Hetharia. O.L. zou twee vijanden gedood hebben: een marine-arts-officier en een soldaat. Zij waren achtergebleven nadat de andere Japanse militairen mensen uit het dorp hadden geronseld voor werk. De verzetsgroep vernielde toen ook met stukken steen en hout  de verrekijker van de vijandelijke uitkijkpost die ongeveer 200 meter op een heuvel stond. De twee Japanners werden met pijlen neergeschoten door O.L. toen zij poolshoogte kwamen nemen op  de uitkijkpost. De leider Imsula slaagde er in een soldaat om te brengen. O.L. werd later vanuit het werkkamp meegenomen naar de gevangenis in Wakpapi op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagen. De getuigen zeggen ten slotte dat een vrouw, Laisiwi, de massamoord had overleefd; zij ging later naar Nederland maar was tegen eind jaren tachtig al overleden. De verzetsgroep heeft na de aanslag en de massamoord geen activiteiten meer ontplooid. Waarschijnlijk afgeschrikt door de Japanse reactie en hun beperkte mogelijkheden door gebrek aan vuurwapens, afwezigheid van communicatiemiddelen en de aanwezigheid van verklikkers en collaborateurs. O.L. onderging zware mishandelingen maar heeft niet doorgeslagen; hij werd vrij-gelaten en kwam uitgemergeld terug. Hij ging na de oorlog naar Nederland, maar zou rond 1970 terugkeren naar Indonesië.

Wordt vervolgd

Lees verder…

10897331259?profile=original

Wat er echt in ons Indië is gebeurd                Door:  Peter van Zonneveld

De dekolonisatie van Indië. Zeventig jaar na het uitroepen van de Republiek Indonesië botsen de meningen over die tijd nog altijd. Twee boeken nuanceren het dekolonisatie-proces, onder andere door getuigen van de Indonesische zijde aan het woord te laten.

Onder redactie van Peter van Zonneveld en Rick Honings verscheen onlangs Een tint van het Indische Oosten. Reizen in Insulinde 1800-1950. Verloren, 304 blz. € 27,-

Zeventig jaar na de Japanse capitulatie zijn we nog altijd bezig met de verwerking van het drama dat zich in Indonesië heeft afgespeeld. Het trauma van de dekolonisatie, de vrijheidsstrijd en de repatriëring heeft diepe sporen nagelaten.                                  Het lijkt wel of de aandacht voor dit deel van onze geschiedenis – en die van Indonesië – alleen maar toeneemt. Hoe komt dat? Waarom blijft de herinnering aan Indië zo sterk aanwezig in ons nationaal bewustzijn?

Ik denk dat daar drie redenen voor zijn. Allereerst de lange duur van de relatie. Nederland en Indonesië zijn al meer dan vierhonderd jaar met elkaar verbonden. Daardoor is het Indische element – net als het Joodse – een onlosmakelijk onder-deel van onze cultuur geworden. Ten tweede: er is bijna geen familie in Nederland die niet door Insulinde is aangeraakt – de nieuwkomers uitgezonderd. En ten slotte: iedereen is het van harte met elkaar oneens. De meningen botsen tot op de dag van vandaag.

Indië bestaat niet meer. Daardoor kan een ieder zijn eigen Indië koesteren. Het maakt nogal wat uit of je daar de spreekwoordelijke paradijselijke jeugd hebt door-gebracht in een welgesteld Europees milieu, zoals Hella S. Haasse en Rudy Kousbroek, of  dat je bent opgegroeid in wat meer bescheiden Indo-Europese kringen, zoals Tjalie Robinson. Het is een groot verschil of je de oorlog in een Japans kamp hebt doorgebracht, of dat je er buiten bent gebleven – dat laatste was ook problematisch.

Velen zijn kort na de Tweede Wereldoorlog naar Indië, een land dat zij niet kenden, gestuurd als dienstplichtige om er ‘rust en orde’ te brengen, en voelden zich nadien verraden. Anderen waren opgenomen in het KNIL, werden tegen hun wil gedemobiliseerd en ‘tijdelijk’ naar Nederland gestuurd, zoals de Molukkers. Dan is er nog de tweede generatie, die Indië niet uit eigen ervaring kent, maar een beeld van de ouders kreeg aangereikt. De derde generatie, minder gehavend dan voorgaande generaties, is daarentegen vooral geïnteresseerd in hun roots.

10897331467?profile=originalIllustratie: Joost Hölscher

Militaire confrontatie

Die enorme variatie in leeftijd, sociale en etnische achtergrond, en ervaringen is bepalend voor de visie op Indië. Sommigen houden nog altijd vast aan de normen en waarden van toen, anderen kijken naar de geschiedenis vanuit hedendaagse opvattingen. Dit alles leidt niet alleen tot een botsing van meningen, maar houdt ook de herinnering aan Indië levend.

Over wat er precies heeft plaatsgevonden tussen de Japanse capitulatie in 1945 en de soevereiniteitsoverdracht in 1949 zijn de afgelopen jaren in binnen- en buitenland tientallen studies verschenen, aangevuld met biografieën en memoires van een aantal sleutelfiguren in dit drama. Naarmate de afstand in tijd groeide, is het inzicht in de complexiteit van de geschiedenis alleen maar toegenomen. Nederland en de in 1945 uit-geroepen Republiek Indonesië stonden tegenover elkaar, maar waren ook intern verdeeld. De Japanners waren nog niet meteen uit Indië verdwenen, de Britten raakten direct betrokken bij de gevechten en ook de Amerikanen oefenden sterke druk uit.

Sommigen kozen voor een militaire confrontatie, anderen geloofden via diplomatiek overleg een uitweg te vinden. Voorts bestond er bij alle betrokkenen een groot verschil in inzicht en kennis van zaken. Maak uit dit alles maar eens een sluitend en bevredigend verhaal.

Een van diegenen die zijn sporen op dit terrein heeft verdient, is J.J.P de Jong. Zijn onderzoek resulteerde in twee gedetailleerde reconstructies: Diplomatie of strijd (1988) over de beginfase van de dekolonisatie, en Avondschot (2011) over de eindfase. Nu heeft hij zijn bevindingen, aangevuld met nieuw onderzoek van hemzelf en anderen, uitgewerkt tot een synthese van het gehele dekolonisatieproces en de nasleep daarvan, onder de titel De terugtocht.

Zijn uitgebreide en heldere weergave van de gebeurtenissen volgt de geschiedenis op de voet. In zijn ontmythologiserende studie gaat hij in discussie met andere historici en laat hij zien dat het afscheid van Indië veel meer nuances kent dan in de publieke opinie zijn doorgedrongen. Opmerkelijk is zijn postscriptum, dat ‘Tussen trauma en verwerking’ heet. Onder invloed van de onthullingen van Hueting in 1969 over de in Indië gepleegde oorlogsmisdaden ontstond een sfeer waarin men het politieke establishment uit de periode 1945-’50 verweet zich unaniem tegen de Indonesische onaf-hankelijkheid te hebben gekeerd. Dat was niet terecht. Sommigen hebben uit volle overtuiging de onafhankelijkheid van Indonesië naderbij willen brengen.

10897331491?profile=originalDe Jong is, samen met de Leidse historicus H.L. Wesseling, van mening, dat de typering van die periode als ‘een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis’ een simplificatie is, die niet door de feiten wordt gestaafd. Wat is er nu werkelijk gebeurd? Onder historici wordt een levendig debat gevoerd, waarvan de resultaten niet of nauwelijks in de publieke opinie doordringen. Intussen woedt er ook een debat dat De Jong typeert als ‘een zichzelf repeterende breuk met verstarde, in rotsvaste zekerheden vastgeroeste visies’.

Actuele boeken

Hilde Janssen: Enkele reis Indonesië; Vier Amsterdamse vrouwen en hun nieuwe vader-land; Nieuw Amsterdam; Ze kozen in 1946 de kant van de Republiek en bleven daar; Over Hollandse vrouwen die niet naar Nederland mochten en nu arm en bejaard nog altijd in Indonesië wonen.

Aan de ene kant zij die vasthouden aan het beeld van een rechtvaardige oorlog en de trauma’s die daar op volgden; aan de andere kant de veroordeling van ‘het verkeerde verleden’ en diepe schaamte daarover. Al met al een uitstekende studie. Wie weten wil, wat er nu écht is gebeurd, kan dit boek niet ongelezen laten.

10897331696?profile=originalWat heeft dit alles betekend voor de betrokkenen? Waar het bij De Jong vooral om de historische feiten gaat, wil Kester Freriks in zijn Echo’s van Indië laten zien, hoezeer het leven van velen is bepaald door de gebeurtenissen van toen.

Zijn boek is een verrassende mengeling van gesprekken met vertegenwoordigers van uiteen-lopende groeperingen, eigen ervaringen en impressies. Uit al deze verhalen en herinneringen ontstaat geleidelijk aan een caleidoscopisch beeld van de relatie tussen Nederland en Indonesië.

Zo geeft Freriks de notities weer van een vrouw, die eind 1939   van plan was naar Indië te gaan. Ze volgde daar een cursus        van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, en wat ze daar  vernam werd opgetekend in een schoolschrift, waaruit Freriks uitbundig citeert. Waar moest je allemaal aan denken? Wat nam je mee aan kleding, schoeisel, keukenspullen en anderszins? De bespreking van gewoonten en gebruiken aldaar roept een koloniale wereld op, waar Freriks zich over verbaast. Zijn conclusie dat de blanken van toen zich op geen enkele manier aanpasten, deel ik niet. Wat bedoelt hij daarmee? Alle praktische tips zijn immers gericht op het leven in de tropen?

Er komen veel Indonesiërs aan het woord. Freriks is er in geslaagd om te praten met hoogbejaarden die nog actief aan de vrijheids-strijd hebben deelgenomen, als militair dan wel als pemoeda (guerrilla- of vrijheidsstrijder). Hun kritiek op het Nederlandse bewind en het militaire optreden is niet mals. Samen met een voormalige pemoeda bezoekt hij de plek waar Soekarno, terzijde gestaan door Hatta, op 17 augustus 1945 zijn Proklamasi (onafhankelijkheidsverklaring) voorlas. Beide Indonesische leiders zijn daar nu in drie meter hoge standbeelden vereeuwigd. Als het om Indië gaat, is iedereen het nog altijd van harte met elkaar oneens.

10897331880?profile=originalTussen de bedrijven door schetst Freriks een beeld van de koloniale geschiedenis, vooral gezien vanuit Indonesisch perspectief: de harde onderdrukking van opstanden in het verleden, de opkomst van de nationalistische beweging, het proces tegen Soekarno. De Japanse bezetting toonde de Indonesiërs dat de blanken niet almachtig waren. Vele vrijheids-strijders kregen in de Japanse tijd een militaire training, die hen later goed van pas kwam. Soekarno en Hatta werkten met de Japanners samen, Soetan Sjahrir, de eerste premier, deed dat niet.

Ondertussen verbleven naar schatting zo’n honderdduizend burgers in de Japanse kampen. Dat liet onuitwisbare sporen na, ook bij de kinderen. Een jongen die zes was toen hij het kamp inging, vertelt zijn ervaringen van toen. Zijn vader was toen in Birma (‘Elke nacht kwam de krijgs-gevangenschap rondspoken in het hoofd van mijn vader.’) Wie handel dreef met de Indonesiërs buiten de omheining, werd zwaar gestraft. Naarmate de oorlog langer duurde, werd het voedsel schaarser, braken ziekten uit waar geen medicijnen voor waren. Het sterftecijfer was hoog. Sommige jongens moesten dienst doen als lijkenwacht.

10897332474?profile=originalNa de oorlog was er het onbegrip in Nederland, met zijn honger-winter en verzetsheroïek. In totaal zijn er tussen 1946 en 1968 – dus na het Nieuw-Guinea-conflict – zo’n driehonderdduizend mensen naar Nederland gekomen.

Voor velen was de bersiap, de periode tussen oktober 1945      en maart 1946, het ergst. Ongeorganiseerde bendes van pemoeda’s zwierven door de straten. Ze maakten vele slachtoffers, vooral onder de Indo-Europeanen. Maar ook Chinezen en Molukkers werden afgeslacht. Men schat dat in totaal zo’n twintigduizend mensen het leven lieten in een orgie van geweld. Iedereen die verdacht werd van Hollandse sympathieën, kon vermoord worden. Bescherming was er niet. De Japanners, die na de capitulatie de opdracht hadden gekregen om de mensen in de kampen te beschermen, deden dat ook, maar hielden zich verder meestal afzijdig. En de Britse troepen, die eerder dan de Nederlandse op Java waren geland, wilden hun handen daar ook niet aan branden – enkele uitzonderingen daargelaten.

10897332487?profile=originalJongens uit Zeeland

Bij Freriks komen ook de dienstplichtigen aan het woord. Jonge jongens uit Zeeland, uitgestuurd naar een land dat zij niet kenden. Ze zouden rust en orde moeten brengen, maar kwamen in een onafhankelijk-heidsstrijd terecht. Wreedheden werden met meer wreedheden vergolden, en achteraf voelden ze zich verraden. Na de onthullingen van Hueting begon men in hun omgeving kritische vragen te stellen. En elk jaar gedenken zij de dood van een gesneuvelde kameraad.                                 

In totaal zijn er bijna zesduizend Nederlandse soldaten omgekomen tegenover naar schatting honderd-duizend Indonesiërs, zowel van het reguliere Indonesische leger, de TNI, als van de pemoeda’s.

Dan zijn er nog de ervaringen van de Chinese bevolkingsgroep, die het ook vaak moest ontgelden, tot op de dag van vandaag. Ook hun geschiedenis en hun lotgevallen worden geschetst in gesprekken met mensen die het hebben meegemaakt. Dit geldt evenzeer voor de Molukkers: van de gedwongen demobilisatie (‘Voor een kind is het onverdraaglijk zijn vader elke dag te zien als een gebroken man’) tot de Drentse treinkaping aan toe. Zo komen in dit kleurrijke boek tientallen personen met een uiteenlopende achtergrond aan het woord, allemaal met hun eigen verhaal.

Zulke getuigenissen kenden we natuurlijk al, maar Kester Freriks probeert zich dus ook in de Indonesische visie op het drama te verplaatsen. Dat is het bijzondere aan dit boek. Wat ik jammer vind, is dat hij misschien ook daardoor soms te afwijzend over het koloniale verleden schrijft, vanuit de opvattingen van nu. De schaamte overheerst. Hier zouden meer nuances op hun plaats zijn geweest. Maar verder mag Echo’s van Indië als evocatie van onze band met dat land in   de tropen, als sfeertekening en door de stem die hij geeft aan al die indringende verhalen zeer geslaagd heten.         (Bron: NRC)

Lees verder…

Museum Volkenkunde haalt meer dan 200 Indonesische bronzen uit depot10897337263?profile=original 

10897337061?profile=original


Voor de allereerste keer toont Museum Volkenkunde in Leiden een bijzondere verzameling voor-werpen die normaal in het depot verblijven: Indonesische bronzen. Meer dan 200 bronzen zijn er opgesteld. Op het eerste gezicht weinig opvallend, maar bijzonder vanwege de omvang, ouderdom en betekenis van de collectie.

De bronzen beelden bieden een schat aan informatie over de geschiedenis van Indonesië. Niet alleen over artistieke ontwikkeling maar ook over rituele betekenis, materiaalgebruik, handelsrelaties, economische ontwikkelingen en het koloniale verleden. Het gaat om kleine beeldjes van Hindoe en boeddhistische goden en rituele voorwerpen. De meeste zijn op Java gevonden maar komen daar oorspronkelijk niet vandaan. Niet zo gek gezien het feit dat Java altijd arm geweest is aan metalen.

Hindoeïsme  en Boeddhisme

De beeldjes zijn eeuwenoud: ze 15e eeuw. In die periode was Java een centrum van hindoeïsme en boeddhisme. Vanaf de vijfde eeuw had de Indiase cultuur een grote aantrekkingskracht op delen van Indonesië. Lokale vorsten gingen het Sanskriet, de Indiase elite-taal, gebruiken en zij stichtten Hindoeïstische en Boeddhistische koninkrijken. Op Java ontstond tussen de zevende en vijftiende eeuw een bloeiende cultuur die grootse monumenten naliet, zoals de reusachtige Boeddhistische Borobudur en de Hindoetempel van Prambanan.

Culturele verbinding en de uit-wisseling van kennis en handels-contacten waren in dit gebied heel lang al aan de orde van de dag.

Onderzoek

Hoe en waarom dit proces van cultuuruitwisseling met India op gang kwam, is nog niet helemaal duidelijk.                                     De Indonesische bronzen uit ons depot kunnen hier een nieuw licht op werpen. Kunsthistorisch onder-zoek laat zien dat sommige beeldjes sterk lijken op Indiase beeldjes en waarschijnlijk uit India komen. Er is ook een spiegel die uit China moet zijn gekomen. Door recent onderzoek naar scheepswrakken in de Javazee weten we dat er metaalstaven werden geïmporteerd. Technisch onderzoek naar het metaal van de bronzen zou helpen om het plaatje van de contacten tussen Indonesië en de buitenwereld completer te krijgen.

 

De tentoonstelling is te zien vanaf 16 juli in Museum Volkenkunde, Steenstraat 1, 2312 BS Leiden. Openingstijden: dinsdag t/m zon-dag van 10.00 tot 17.00 uur. Meer informatie:  www.volkenkunde.nl

Lees verder…

Update Boek Twijfelindo Door: Armando Ello

10897344854?profile=original

Update Boek Twijfelindo            Door:  Armando Ello

Exact een jaar geleden ging het Twijfelindo boekproject van start. Ik wilde met mijn bevlogen ambitie zes maanden eerder verschijnen, maar vorige week is officieel het boekbestand naar de drukker gegaan en kan het drukproces beginnen. Een week daarvoor heb ik het bestand bijgewerkt omdat het aan allerlei eisen van de drukker moest voldoen en het is nu dus bij mij uit handen en in de goede zorgen van de drukker. Na een controle staat het licht nu eindelijk op groen.

10897344867?profile=originalDit betekent dus dat ik medio augustus het boek in handen heb en aan de verkoop kan beginnen. Het boek kan dan gelanceerd worden en de promotie-machine kan gaan draaien.

 

Ik heb al eerder updates over mijn boek willen plaatsen, maar ik wilde eerst 100 % zeker zijn dat er werkelijke progressie in zou zitten. Beloftes die ik niet kon waarmaken zouden alleen maar teleurstellend werken. En zolang ik die zekerheid niet had, nam de frustratie toe; geloof me. Daarom begrip hiervoor.

Naar de eindafwerking

Samen met de Twijfelindo kandi-daten hebben we bijna geen concessies gedaan aan de teksten omdat we alles zo puur mogelijk wilden laten en er heel weinig is geschrapt. De redactie daardoor was “a hell of a job” voor mijn redacteurs, die er 150 uur werk in hebben gestopt.

We hebben het hier wel over 200 interviews   van   gemiddeld  1300

woorden per stuk is totaal zo’n 260.000 woorden. Het totale boek is in plaats van 150 pagina’s dus nu 480 pagina’s geworden. Dit heeft het totale bedrag van het crowdfund budget in beslag genomen voor het drukwerk en een voldoende oplage.

Financiële gevolgen

De gevolgen voor de prijs van het boek, nu er zo’n dikke 300 pagina’s meer in zitten, mogen duidelijk zijn. Het boek gaat nu    € 5,00 meer kosten. Helaas, maar dit kan niet anders. De donateurs van de crowdfunding vorig jaar hoeven echter niets bij te betalen.

Echter de nieuwprijs is wat het is en ik heb mijn best gedaan om het zo laag mogelijk te houden omdat ik wil dat het boek bij zoveel mogelijk mensen terecht komt.

Op mijn website krijg je binnenkort de mogelijkheid om je boek alvast te bestellen. In deze voorbestelling zul je het helaas zonder afbeelding van de cover moeten doen, omdat ik nog niet precies weet hoe die er uit gaat zien.   Veel  mensen  weten  al  van het verschijnen van mijn boek en ik kom regelmatig mensen tegen die mij vragen hoe het ermee staat.

10897344683?profile=originalPromotie

In de afgelopen maanden heb ik geen reclame kunnen maken, behalve dan die van NatGeo. Maar de komende maand ga ik er weer vol tegenaan, want de lancering komt er aan. En om heel eerlijk te zeggen – of ik dit nu wil of niet – is de promotie van mijn boek Twijfelindo iets dat een beetje buiten mijn comfortzone ligt. Daarom dat ik ook de lezers van NICC Magazine wil vragen of zij tips voor mij hebben. Of ken je misschien blogs, waarop ik wat marketing kan plegen voor mijn boek. In ieder geval kun je al wel  mijn Nieuwsbrief over ‘Twijfelindo’ ontvangen. Ga even naar mijn website:  http://hoezoindo.nl.

Je tips kunnen echt van alles zijn, dus ik hoop op een tsunami aan ideeën. Ik kan echt alle hulp en tips goed gebruiken. Laat dus je reactie weten via mijn e-mail: armando@hoezoindo.nl. Alvast bedankt voor je inspanningen.

Armando Ello

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives