Alle berichten (2934)
Binnen ACTW-66 delegatie is bezorgdheid ontstaan.
Na drukke Pasar Malam waar ICM Webportaal akte de presence gaf. Kunnen nu weer nieuwe betalende abonnees welkom heten. Verbaasd dat ze ICM op hun Mobiel kunnen ontvangen. Vol verbazing te zien o.a. de Pasar Malam Kalender. UIteraard het ICM nieuws, en de vele ICM video's maar nu ook op hun mobiel !.
Vandaag weer naar Den Haag zoals gebruikelijk. Aan de orde hoe nu met traktaat van Wassenaar verder. Het feit ligt nu voor, dat de republiek (2e Kamer van Indonesie) een brief heeft gestuurd naar Ministerie Algemene zaken. Na te hebben vernomen van delegatie ACTW-66 (Actie Commite Traktaat van Wassenaar 1966) dat na 6 jaren Nederland de gedupeerden nog steeds niet heeft uitbetaald. Nu ligt dus het verzoek van de republiek Indonesie om de gelden (ongeveer 7,2 miljard gulden van 1966) terug te geven. Binnen ACTW-66 delegatie is bezorgdheid ontstaan. Gaat de republiek Indonesia als nog aan de 15.000 gedupeerden betalen.
Er ligt tevens ook nog het andere dossier: Mark Rutte bood namens het Kabinet in de Tweede Kamer excuses aan het volk van de republiek voor de gepleegde oorlogmisdaden (periode 1947 -1948). Tevens de 97.611 nabestaanden te compenseren.
Team delegatie ACTW-66 haalt opgelucht adem. Na 7 jaren hard werken en de vele kosten die aan dit project ACTW-66 gemoeid zijn, bedroeg over de 1 miljoen euro omdat gene te bereiken, waar ACTW-66 nu staat. Juist nu zal delegatie ACTW-66 extra allert moeten blijven dat de gelden in goede handen komt.
Namens ACTW-66 Delegatie
Vz. Ferry Schwab
Delegatie leden Rob Andreas, Paul Vasseur.
15.000 die mandaat hebben gegeven om namens hen te handelen.
ICM op de Pasar Malam Brababanthallen van 22 t/m 24 september,
Yes, wij zijn aanwezig op de pasar malam van Istimewa - events die worden gehouden in de Brabanthallen in Den Bosch van 22 t/m 24 september. Voor de belangstellenden, er zijn vele goede berichten. Voor 41 K heeft al een complete woning en U mag zich nu eigenaar noemen. Voorts heeft ICM team het webportaal vernieuwd voor de Indische sociale media. ICM krant kunt U nu op Uw mobiel ontvangen. Dit geldt ook voor de Pasar Malam Kalender. ICM Video kanaal nu op Uw Mobiel…

Tong Tong Fair mogelijk weg uit Den Haag, is dat erg?

De Tong Tong Fair was dit jaar in september, waarom?
Waarom zijn de kosten in september hoger dan in mei?
Er waren dit jaar minder bezoekers, hoe komt dat?
Merkte je op het demonstratieterrein iets van de demonstratie?

Vertel, moeten jullie het veel van ov-reizigers hebben?
U bent niet blij, hè?
Dan maar weg uit Den Haag?
Zou dat erg zijn, weg uit Den Haag?
Te koop : Afhaal / cateringservice Toko Moetiara in Harderwijk.
Vraagprijs nu 95 k met jaaromzet van 300 k
Toko Moetiara bestaat ruim 28 jaar, en geniet bekendheid.
Klantenkring strekt zich niet alleen in Harderwijk, maar de klanten komen van Nunspeet, Ermelo, Zeewolde, Dronten, Hierden, en Nijkerk om de Sumatraanse (padangseten) keuken. Daarnaast voor de mensen die zelf Indisch willen koken zijn alle denkbare Indische producten te verkrijgen bij Toko Moetiara; van tempe tot bakso ballen.
Omzet indicatie 249.009
Overname voor 110.000 (Goodwill, inventaris, voorraad ) dit is inclusief een maand begeleiding van Adrie voor het inwerken in de Sumatraanse (Indische) keuken.
Waarom staat Toko Moetiara in de etalage ?
Adrie en Jan willen met pensioen gaan.
Welke Indische ondernemer willen verder aan de toekomst werken aan deze goed draaiende toko om de klanten te blijven bedienen!
Info 0341 413663
Website www.tokomoetiara.nl
Toko Moetiara is gelegen in het centrum van Harderwijk en bestaat inmiddels 27 jaar. Het pand heeft een totale oppervlakte van 100m2 en is centraal gelegen in het centrum van Harderwijk aan een doorlopende winkelstraat (ook toegankelijk voor auto's). Door een groot aantal vaste klanten en de vele toeristen die elk jaar Harderwijk bezoeken is er maandelijks een stabiele omzet. De toko bestaat uit afhaal van dagelijks vers bereide gerechten en oosterse producten om zelf mee te koken (merken zoals ABC, Lee Kum Kee, De Oosterse Prins etc).
De omzet kan verhoogd worden door de flexibele openingstijden. Het is mogelijk om langer open te blijven. In Harderwijk is het vanaf heden mogelijkheden om 1x per maand op zondag open te gaan.
De kale huurprijs bedraagt €16.000 per jaar (excl btw)
Het automobielbedrijf Smelt is bijna honderd jaar geleden in Soerabaja ontstaan. Piet de Jong
Jim Bos directeur van Omroep Bersama stopt.
Jim Bos stapt op bij Omroep Bersama
Met heel veel spijt heb ik moeten besluiten om mijn taken als mede bestuurder van Omroep Bersama neer te leggen. Na intensieve gesprekken is gebleken dat we er binnen het bestuur niet in slagen om het eens te worden over de koers waarmee we het Nederlands-Indische culturele erfgoed onder de aandacht kunnen brengen. Ik heb daaruit mijn conclusies getrokken en treed per direct terug als mede voorzitter van Omroep Bersama. Dat neemt niet weg dat ik alle inspanningen om het Nederlands-Indisch cultureel erfgoed te behouden, te verdiepen en te verspreiden nog steeds een warm hart toedraag. Ik ga nu bekijken hoe ik mijn betrokkenheid in de toekomst vorm kan geven. Ik ben heel dankbaar voor alle steun die ik in mijn tijd bij Omroep Bersama heb ervaren en wens de omroep en zijn toegewijde club van medewerkers, vrijwilligers én leden voor nu en de toekomst heel veel succes toe.
Namens omroep Bersama.
.
Meest gestelde vragen dd. 9 september 2023.
Web portaal ICM draait op Ning Network 3.1. Deze versie heeft flink update ondergaan, daarom stelt de webmaster van ICM portaal om deze rubriek op te zetten. Niet iedereen zit op Facebook.
Aanmelden;
Om toegang te krijgen dient U een account aan te maken. Na het aanmaken wordt een verzoek gedaan aan de beheerder van ICM Portaal. Deze beoordeelt Uw aanvraag. Hierna stuurt de webmaster een goedkeuringsbericht naar uw email.
Inloggen ( aanmelden bovenbalk rechts)
Wanneer Uw account is aangemaakt krijgt U toegang nadat Uw email en Uw wachtwoord heeft ingetoetst. Heeft U toegang tot alles, en U komt op het ICM Welkompagina rechts bovenaan de balk verschijnt Uw naam. Door op Uw naam te klikken gaat U naar Uw Profiel.
Op ICM Welkompagina :
worden de recente berichten / publicaties / nieuws getoond. Naast dat Uw kan kiezzen voor de rubrieken Actualiteten & Overige, Pasar Malam agenda, Reizen, Recepten, boekrecensies, Video’s, Webshop, pencak form, Politek, Traktaat van Wassenaar en ICM Bali Home Vision.
U kan bijvoorbeeld reacties plaatsten op ICM pubicaties.
Uw profiel vindt boven aan de pagina rechts:
Op uw profiel kan U zelf berichten plaatsen, foto’s en video’s. Vrienden uitnodigen Heeft U account op Facebook dan kan U direct daar Uw bericht, foto of video delen met uw vrienden.
Wordt vervolgd.
Wat heeft ICM U te bieden als abonnee?
Redactie
Ferry Schwab sr.
|
Nederland pleegde oorlogmisdaden in de republiek Indonesie
Conclusies door (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-,
De onderzoekers komen tot de conclusie dat het standpunt van 1969 onhoudbaar is. Precieze cijfers van misdrijven en aantallen slachtoffers zijn niet te geven. Wel blijkt uit de bronnen dat extreem geweld van de kant van de Nederlandse krijgsmacht niet alleen wijdverbreid was, maar vaak ook bewust werd ingezet. Dit werd op alle niveaus – politiek, militair en justitieel – getolereerd. De reden daarvoor was dat Nederland de Republiek Indonesië – die op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid had uitgeroepen – koste wat kost wilde verslaan en bereid was vrijwel alles aan dit doel ondergeschikt te maken. Daarbij werden nadrukkelijk ook toen geldende ethische grenzen overschreden.
Nederland voerde uiteindelijk een uitzichtloze oorlog die steeds gewelddadiger werd. Van Indonesische kant werd een harde guerrilla gevoerd. Alle gewapende partijen pasten in deze oorlog vormen van extreem geweld toe. Het hevige geweld in de vroegste fase van de Indonesische revolutie, tegen, onder meer, Indische Nederlanders en Molukkers – in Nederland bekend als de ‘Bersiap-periode’ – speelde wel een rol in de dynamiek van het geweld, maar was niet de reden voor de militaire herbezetting.
Tijdens de oorlog gebruikte de Nederlandse krijgsmacht veelvuldig en structureel extreem geweld, in de vorm van buitenrechtelijke executies, mishandeling en marteling, detentie onder inhumane omstandigheden, brandstichting van huizen en dorpen, diefstal en vernieling van goederen en levensmiddelen, disproportionele luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, en veelal willekeurige massa-arrestaties en -interneringen.
De Nederlandse krijgsmacht was als instituut verantwoordelijk voor het toegepaste geweld, inclusief het extreme geweld. Zij opereerde echter in nauwe samenspraak met en onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering. Politici in Nederland, gesteund door hun aanhang, gaven weinig aandacht aan het extreme geweld en namen er in feite ook geen verantwoordelijkheid voor. Ze konden zich die houding veroorloven omdat er een breed maatschappelijk draagvlak was voor de oorlogvoering. Bovendien werden zij in de samenleving – waaronder de media – nauwelijks kritisch gevolgd. De geografische, maar vooral de mentale afstand speelde hierbij een belangrijke rol. Kennelijk hanteerden de betrokken Nederlanders, op alle niveaus, als vanzelfsprekend afwijkende maatstaven voor de koloniën en koloniale ‘onderdanen’.
Het onderzoek heeft uitgewezen dat het overgrote deel van de verantwoordelijken aan Nederlandse kant – politici, officieren, ambtenaren, rechters en andere betrokkenen – wel degelijk kennis had of kon hebben van het stelselmatig gebruik van extreem geweld, maar in gezamenlijkheid bereid was dit te tolereren, te rechtvaardigen, te verhullen en onbestraft te laten. Dit alles met het oog op het hogere doel, om de oorlog tegen de Republiek Indonesië te winnen en zelf de regie te voeren over het proces van dekolonisatie. Op alle niveaus was er bereidheid de geschreven en ongeschreven rechtsregels en het eigen rechtsgevoel opzij te zetten.
De Nederlandse onderschatting en verwerping van de breed gesteunde Indonesische onafhankelijkheidsbeweging was gebaseerd op een diepgewortelde koloniale mentaliteit. Politici, militairen en bestuurders in de kolonie én in Nederland waren overtuigd van de Nederlandse superioriteit en lieten zich in hun streven naar beheersing van Indonesië vooral leiden door economische en geopolitieke motieven en het idee nog een missie in de ‘Oost’ te hebben en daar onmisbaar te zijn. Die houding leidde tot cruciale inschattingsfouten, zowel militair als politiek; ook internationaal kwam Nederland sterk geïsoleerd te staan.
De uiteindelijke formele overdracht van de soevereiniteit – op 27 december 1949 – vloeide voort uit sterke pressie van de internationale gemeenschap en het besef dat de oorlog niet gewonnen kon worden. Nadien zou politiek Den Haag de oorlog, en zeker vragen rond extreem geweld, zoveel mogelijk buiten de politieke arena blijven houden, zowel om het eigen falen te maskeren als om de Indiëveteranen, de Indische Nederlanders en de Molukkers te ontzien. Het kwam daarbij goed uit dat Indonesië geenszins aandrong op onderzoek. Die opstelling veranderde slechts met horten en stoten; het duurde lang voordat er in de Nederlandse samenleving meer ruimte kwam om kritisch te reflecteren op deze episode, die zo slecht past bij het diepgeworteld rooskleurige nationale zelfbeeld.
Verricht door :
Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 is een gezamenlijk onderzoeksprogramma van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd op 17 februari 2022.
Halsema trekt zich terug als spreker op Amsterdamse Indië-herdenkingBurgemeester Halsema heeft zich teruggetrokken als spreker tijdens de Indië-herdenking op 15 augustus in Amsterdam. Daar wordt het einde van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië herdacht.
Conclusies door (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-,
De onderzoekers komen tot de conclusie dat het standpunt van 1969 onhoudbaar is. Precieze cijfers van misdrijven en aantallen slachtoffers zijn niet te geven. Wel blijkt uit de bronnen dat extreem geweld van de kant van de Nederlandse krijgsmacht niet alleen wijdverbreid was, maar vaak ook bewust werd ingezet. Dit werd op alle niveaus – politiek, militair en justitieel – getolereerd. De reden daarvoor was dat Nederland de Republiek Indonesië – die op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid had uitgeroepen – koste wat kost wilde verslaan en bereid was vrijwel alles aan dit doel ondergeschikt te maken. Daarbij werden nadrukkelijk ook toen geldende ethische grenzen overschreden.
Nederland voerde uiteindelijk een uitzichtloze oorlog die steeds gewelddadiger werd. Van Indonesische kant werd een harde guerrilla gevoerd. Alle gewapende partijen pasten in deze oorlog vormen van extreem geweld toe. Het hevige geweld in de vroegste fase van de Indonesische revolutie, tegen, onder meer, Indische Nederlanders en Molukkers – in Nederland bekend als de ‘Bersiap-periode’ – speelde wel een rol in de dynamiek van het geweld, maar was niet de reden voor de militaire herbezetting.
Tijdens de oorlog gebruikte de Nederlandse krijgsmacht veelvuldig en structureel extreem geweld, in de vorm van buitenrechtelijke executies, mishandeling en marteling, detentie onder inhumane omstandigheden, brandstichting van huizen en dorpen, diefstal en vernieling van goederen en levensmiddelen, disproportionele luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, en veelal willekeurige massa-arrestaties en -interneringen.
De Nederlandse krijgsmacht was als instituut verantwoordelijk voor het toegepaste geweld, inclusief het extreme geweld. Zij opereerde echter in nauwe samenspraak met en onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering. Politici in Nederland, gesteund door hun aanhang, gaven weinig aandacht aan het extreme geweld en namen er in feite ook geen verantwoordelijkheid voor. Ze konden zich die houding veroorloven omdat er een breed maatschappelijk draagvlak was voor de oorlogvoering. Bovendien werden zij in de samenleving – waaronder de media – nauwelijks kritisch gevolgd. De geografische, maar vooral de mentale afstand speelde hierbij een belangrijke rol. Kennelijk hanteerden de betrokken Nederlanders, op alle niveaus, als vanzelfsprekend afwijkende maatstaven voor de koloniën en koloniale ‘onderdanen’.
Het onderzoek heeft uitgewezen dat het overgrote deel van de verantwoordelijken aan Nederlandse kant – politici, officieren, ambtenaren, rechters en andere betrokkenen – wel degelijk kennis had of kon hebben van het stelselmatig gebruik van extreem geweld, maar in gezamenlijkheid bereid was dit te tolereren, te rechtvaardigen, te verhullen en onbestraft te laten. Dit alles met het oog op het hogere doel, om de oorlog tegen de Republiek Indonesië te winnen en zelf de regie te voeren over het proces van dekolonisatie. Op alle niveaus was er bereidheid de geschreven en ongeschreven rechtsregels en het eigen rechtsgevoel opzij te zetten.
De Nederlandse onderschatting en verwerping van de breed gesteunde Indonesische onafhankelijkheidsbeweging was gebaseerd op een diepgewortelde koloniale mentaliteit. Politici, militairen en bestuurders in de kolonie én in Nederland waren overtuigd van de Nederlandse superioriteit en lieten zich in hun streven naar beheersing van Indonesië vooral leiden door economische en geopolitieke motieven en het idee nog een missie in de ‘Oost’ te hebben en daar onmisbaar te zijn. Die houding leidde tot cruciale inschattingsfouten, zowel militair als politiek; ook internationaal kwam Nederland sterk geïsoleerd te staan.
De uiteindelijke formele overdracht van de soevereiniteit – op 27 december 1949 – vloeide voort uit sterke pressie van de internationale gemeenschap en het besef dat de oorlog niet gewonnen kon worden. Nadien zou politiek Den Haag de oorlog, en zeker vragen rond extreem geweld, zoveel mogelijk buiten de politieke arena blijven houden, zowel om het eigen falen te maskeren als om de Indiëveteranen, de Indische Nederlanders en de Molukkers te ontzien. Het kwam daarbij goed uit dat Indonesië geenszins aandrong op onderzoek. Die opstelling veranderde slechts met horten en stoten; het duurde lang voordat er in de Nederlandse samenleving meer ruimte kwam om kritisch te reflecteren op deze episode, die zo slecht past bij het diepgeworteld rooskleurige nationale zelfbeeld.
Verricht door :
Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 is een gezamenlijk onderzoeksprogramma van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd op 17 februari 2022.