Jan de Keten's berichten (350)

Sorteer op

Binnen ACTW-66 delegatie is bezorgdheid ontstaan.


12232216079?profile=RESIZE_400x

  12232216093?profile=RESIZE_584x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  Binnen ACTW-66 delegatie is bezorgdheid ontstaan.

Na drukke Pasar Malam waar ICM Webportaal akte de presence gaf.  Kunnen nu  weer nieuwe  betalende abonnees welkom heten.  Verbaasd dat ze ICM op hun Mobiel kunnen ontvangen.  Vol verbazing te zien o.a. de Pasar Malam Kalender. UIteraard het ICM nieuws, en de vele  ICM video's maar nu ook op hun mobiel !.   

Vandaag weer naar Den Haag zoals gebruikelijk. Aan de orde hoe nu met traktaat van Wassenaar verder.  Het feit ligt nu voor,  dat de republiek (2e Kamer  van Indonesie)  een brief heeft gestuurd naar Ministerie Algemene zaken. Na te hebben vernomen van delegatie ACTW-66  (Actie Commite Traktaat van Wassenaar  1966) dat na 6 jaren Nederland de gedupeerden nog steeds niet  heeft uitbetaald.  Nu ligt dus het verzoek van de republiek Indonesie om de gelden  (ongeveer 7,2 miljard gulden  van 1966)  terug te geven.  Binnen ACTW-66 delegatie is bezorgdheid ontstaan.  Gaat de republiek Indonesia als nog aan de 15.000 gedupeerden betalen.  

Er ligt tevens ook nog het andere dossier:   Mark Rutte bood namens het Kabinet in de Tweede Kamer excuses aan het volk van de republiek voor de gepleegde oorlogmisdaden (periode 1947 -1948). Tevens de 97.611 nabestaanden te compenseren.

Team delegatie ACTW-66 haalt opgelucht adem.  Na 7 jaren hard werken en de vele kosten die aan dit project ACTW-66 gemoeid zijn, bedroeg over de 1 miljoen euro omdat gene te bereiken, waar ACTW-66 nu staat.  Juist nu zal delegatie ACTW-66 extra allert moeten blijven dat de gelden in goede handen komt.

Namens ACTW-66 Delegatie

Vz.   Ferry Schwab

Delegatie leden Rob Andreas, Paul Vasseur.

15.000 die mandaat hebben gegeven om namens hen te handelen.

 

Lees verder…

ICM op de Pasar Malam Brababanthallen van 22 t/m 24 september,

12227981864?profile=RESIZE_400x

12227982654?profile=RESIZE_710x12227984279?profile=RESIZE_710x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Yes, wij zijn aanwezig op de pasar malam van Istimewa - events die worden gehouden in de Brabanthallen in Den Bosch van 22 t/m 24 september. Voor de belangstellenden, er zijn vele goede berichten. Voor 41 K heeft al een complete woning en U mag zich nu eigenaar noemen. Voorts heeft ICM team het webportaal vernieuwd voor de Indische sociale media. ICM krant kunt U nu op Uw mobiel ontvangen. Dit geldt ook voor de Pasar Malam Kalender. ICM Video kanaal nu op Uw Mobiel…

Meer weergeven
Lees verder…

Herrie's Corner

12225542679?profile=RESIZE_710x

𝗛𝗘𝗥𝗥𝗜𝗘’𝗦 𝗖𝗢𝗥𝗡𝗘𝗥
Op 10 -11 & 12 november 2023 staat Herrie's Corner op de PASAR MALAM ISTIMEWA in Zwolle.
Maak kennis met onze * CRISPY TOFU en een * TOFU SALADE en niet te vergeten een overheerlijke KEMBANG TAHU.
Graag tot in Zwolle 🙂
Met culinaire groet,
Harold Roso - Herrie's Corner
Lees verder…

T h e r e s i a s c h o o l , S u r a b a y a 1 9 4 9

12225540885?profile=RESIZE_710x

· 
Herinneringen, herinneringen...
T h e r e s i a s c h o o l , S u r a b a y a 1 9 4 9
Blanke jongetjes in Indonesië krijgen spierwit haar door de felle zon. En die pech had ik. Op school behoorde ik als overduidelijke kaaskop dan ook tot een kleine minderheid.
Kolonisator zijn wordt door hedendaagse historici beschreven als één groot feest, maar heeft iemand van hen ooit weleens gedacht aan de zoontjes van kolonisatoren, die hun vervloekte blanke huid en grove proporties dagelijks moesten meedragen in een schoolverband waar de meerderheid sierlijk bruin en slank was?
Als je niet heel voorzichtig was, kon je je lol wel op.
Omdat ik bevriend was met Ronnie Eekhout, de voorman van de Indische jongens, had ik weinig last. Maar toen hij een week ziek was, liep het onherroepelijk spaak.
In het speelkwartier liep ik per ongeluk Buddy Dumpel omver, een forse en gezette Indische jongen.
‘Choootverdomme, wach maar strak om half een!’
Om half een ging de school uit, maar ik verstopte me in het tekenlokaal, zag Buddy en zijn kornuiten een halfuur aarzelen op het schoolerf en ten slotte vertrekken.
De volgende dag kreeg ik niet de kans om te verdwijnen.
‘Ik lel jou,’ riep Buddy me toe toen de les was afgelopen, ‘flèr... kedebrak’ (het geluid van brekende botten).
‘Wat nou?’ zei ik zo agressief mogelijk en zocht fanatiek naar een excuus om eronderuit te komen.
‘Jij durreft niet.’
‘Man, ik mol jou,’ zei ik brutaal.
We gingen naar het schoolhek, omspoeld door vriendjes die met hun schooltassen zwaaiden, en gingen tegenover elkaar staan.
‘Wat jij,’ riep Buddy.
‘Wat jij,’ riep ik.
Langzaam begonnen we tegenover elkaar rond te draaien in een cirkel.
Luid waren de toejuichingen voor hem. Ik was nog te kort op deze school. Kontol (lul), asu (stomme hond), was wel het minste wat ik toegevoegd kreeg.
Ik liep met knikkende knieën rond Buddy. Laat-ie me maar rot slaan, dacht ik, man begin nou toch. Ik was niet van plan veel weerwerk te geven, gewoon op de grond gaan liggen en het hoofd afdekken.
Toen we zo’n vijf minuten met gebalde vuisten tegenover elkaar hadden gestaan, begon het volk ongeduldig te worden. Daar betaalden ze hun schoolgeld niet voor.
‘Ajo, toe dan,’ riepen ze en ze duwden ons naar elkaar toe.
Elke keer als we elkaar raakten, gaven we elkaar een duw en renden dan weer achteruit.
Na een tijdje keek ik Buddy eens aan. Hij was bang, ik herkende het instinctief. Misschien duwde ik toch harder dan hij had verwacht. Ik raapte mijn tas op en liep naar hem toe.
‘Hij durft niet,’ riep ik schril. Het werd even stil toen ik met mijn schouder tegen hem aanliep en hem opzij duwde.
Ik ging meteen door, boorde me door de menigte en sloeg de weg naar huis in. Ik probeerde niet te hard te lopen.
Toen ik na een paar honderd meter steels omkeek, zag ik dat de groep uit elkaar ging. Buddy bleef achter, pakte ten slotte zijn tas op en ging schouderophalend weg.
Alleen, net als ik.
Foto: Omslag 'Kind van de Oost'. Een deel van de schoolklas. Driemaal raden wie ik op de foto ben!

 

Lees verder…

Herinneringen – Verlof in Nederland 1947-1948 (2)

 
 
Herinneringen – Verlof in Nederland 1947-1948 (2)
J o p i e v a n B e r k e l
 
We kwamen in Utrecht bij mijn grootouders terecht.
Op school baarde het jongetje uit Indië enig opzien, vooral omdat hij bij het knikkeren niet - zoals iedereen in Holland - eenvoudig de knikker in de vuist hield en hem met zijn duim wegschoot. Nee, met wijs- en middelvinger van beide handen bouwde hij een ingewikkelde lanceerinrichting van waaruit hij hem wegkatapulteerde. En won!
 
Geen wonder dat ik spoedig een vriend kreeg. Jopie van Berkel. Van Jopie herinner ik me vooral zijn ouders; soms mochten wij een middag bij hem spelen met de meccano en dan keek ik naar zijn vader en moeder die de zwartste tanden hadden die ik ooit heb gezien.
Jopie zelf onderscheidde zich tijdens een bezoek van een schoolverpleegster aan onze klas, die alle hoofden op luis controleerde. Alhoewel ik zelf niets had, kon ruimschoots meegenieten van de belangstelling die Jopie kreeg, toen hij als enige van de klas een poeder van de zuster meekreeg.
Tegenover onze school stond een broederschool, waarop de rotroomsen school gingen, lange jongens met bleke gezichten. ’s Middags, als de school uitging, achtervolgden zij ons – van de openbare lagere school - in groepjes. Op een dag was ik samen met Jopie op weg naar huis, een stuk of vijf roomsen volgden ons. Ik had aangebeld en mijn moeder had de deur al opengetrokken toen de roomsen – die hun prooi zagen ontsnappen – met stenen begonnen te gooien. Jopie, even lang en broodmager als zij, stortte zich in de strijd en begon terug te gooien. Ik stond voor de open deur en aarzelde. ‘Kom je nou of kom je niet?’ riep mijn moeder, die van het er-in-of-er-uit-type was.
 
‘Ja, maar Jopie vecht,’ riep ik zenuwachtig naar boven.
Mijn moeder had zich al omgedraaid. ‘Kom boven,’ riep ze nog. Ik liet de voordeur open en betrad met lange tanden de trap.
Boven moest ik mijn handen wassen en pas toen ik daarmee klaar was, kon ik haar eindelijk vertellen wat er aan de hand was. Mijn moeder was onthutst en kwaad op zichzelf.
‘Had dat dan meteen gezegd,’ riep ze. ‘Ga maar weer naar beneden hoor, je kunt Jopie niet alleen laten.’ Verbijsterd keek ik haar aan en liep weer naar de trap.
‘Die jongens gooien met stenen!’ zei ik met nadruk tegen haar. Het moest haar toch duidelijk zijn dat het onverantwoordelijk was om een klein kind aan dat gevaar bloot te stellen?
‘Dan gooi je terug,’ zei ze strijdlustig.
Aarzelend zette ik de eerste schreden, maar ik was nog geen drie treden afgedaald toen Jopie hijgend de deur openstootte en trots riep: ‘Ze zijn weg.’ Hij was ongedeerd, had alleen een veeg aan zijn wang.
‘Ik mocht niet, mijn moeder,’ zei ik tegen hem. Hij knikte, hij had ook een moeder. Maar bij het knikkeren liet ik hem winnen, die dag.
 
Uit: Kind van de Oost (2005, Nijgh & van Ditmar)
Lees verder…
 
Herinneringen. Met verlof in Utrecht (1947 - 1948)
 
In 1947 werd mijn vader met zijn gezin voor verlof naar Nederland gestuurd.
‘10 juli 1947 - 13 mei 1948 met recuperatie in Nederland,’ staat in zijn prachtige kalligrafische handschrift in het curriculum vitae dat ik aantrof tussen zijn nagelaten papieren.
Het was dus ziekteverlof, al heb ik als kind niets van echte ziekte gemerkt. Hij had wel veel pijn in zijn rug dankzij de Birmaspoorweg, maar een paar aspirientjes deden wonderen, vertelde hij steevast. Hij nam er voor alle zekerheid ook altijd een handvol van in.
Mijn vader was een kleine, stevige man voor wie de militaire pas eigenlijk een maatje te groot was. Maar het nemen van iets te grote stappen was in de loop van de jaren zijn tweede natuur geworden en als ik hem met energieke tred over straat zag gaan, was ik toch niet weinig trots op hem. Zette hij thuisgekomen zijn militaire pet af, dan toonde hij ook nog een onoverwinnelijke joviale haardos, mijn vader had ‘slag in zijn haar’ zoals mijn moeder het uitdrukte.
In de crisisjaren was hij als boekhouder werkloos geraakt en had zich ten slotte in arren moede als soldaat gemeld voor het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, het KNIL.
In 1935 werd hij naar de tropen uitgezonden, enkele jaren later gevolgd door zijn bruid. Hij begon als infanterist en klom ijverig op in de onderofficiersrangen. Maar toen bleek hij toch een beperking te hebben. Na het horen van een commando van korporaal Boy Vervoort vroeg een meerdere: welke psalm is dat?
Zijn gevoelige bas/bariton ontbeerde de echte commandoblaf. Kort daarna vond hij zijn eigen plek, bij de militaire administratie.
Twaalf jaar en een oorlog later nam hij ons mee terug naar zijn land van herkomst. We reisden met de Kota Inten, een klein tot troepentransportschip omgebouiwd vrachtschip dat overal naar taart en koekjes rook en vol zat met vrolijke verlofgangers. Op 7 augustus 1947 meerde het schip in Rotterdam. Per bus werden we naar Utrecht vervoerd.
***
Nederland was arm in die tijd. Iedereen woonde bij iedereen in en veel etenswaren waren nog op de bon.
Het arbeidershuisje van mijn grootouders in de Bilderdijkstraat in Utrecht had maar een paar kamers en ik bofte dat er een piepklein zolderhok was waar alleen een kind in paste.
Behalve mijn ouders, mijn in Makassar geboren zusje en ik woonden daar ook tante Joop en oom Paul en hun baby. En de gastheer en gastvrouw natuurlijk, mijn oma en opa.
Opa was een magere zacht pratende man met peper-en-zout-kleurig haar die – zoals alle wat oudere mannen toen – lichtgebogen liep.
Hij was beddenreparateur in het Utrechtse ziekenhuis, nadat een carrière als behanger was afgebroken omdat zijn kleurenblindheid daarbij toch problemen gaf.
De ochtend na onze aankomst nam hij me mee om Utrecht te zien. Hand in hand wandelden we langs de grachten, weinig pratend, opa zei nooit veel. Maar ik voelde me wel op mijn gemak bij hem. Het was zondag, overal luidden kerkklokken, Utrecht stond vol kerken.
Opa klopte aan bij een speelgoedwinkel die eigenlijk dicht was, maar waar we toch werden binnengelaten. Hij kocht een speelgoedstoommachine voor me, een koperen apparaat met een stoomketeltje waarin je water kon doen dat tot koken werd gebracht met een waxinelichtje. De stoom bracht dan een zuigerstangetje op gang dat – tjoeketjoeke – een wieltje liet draaien. En aan dat wieltje kon je bijvoorbeeld een molentje koppelen dat dan ook ging draaien. Omdat het niet te dol mocht worden of omdat zijn geld niet verder reikte, liet opa het bij de stoommachine, de dingen die je ermee kon laten draaien, kwamen later wel.
‘Ga toch met je stoommachine spelen,’ hoorde ik daarna altijd als ik me verveelde en geregeld stak ik dan het vuurtje aan en vulde het tankje met water.
Dankbaar dat ik zijn cadeau waardeerde, legde opa dan zijn krant weg en kwam dichterbij. Het door hem goed ingevette zuigerstangetje sputterde en spetterde hete oliedruppeltjes in het rond, het wieltje draaide en draaide en ik merkte dat ik er eigenlijk niets aan vond.
In het geniep was ik dankbaar toen oma de stoommachine verbood, het oliegespetter was slecht voor het tafelkleed. Opa zuchtte, maar hij kon niet tegen haar op.
Oma was een dikke vrouw met grijs haar in een wrong. Haar lichaam werd bijeengehouden door een zwarte uitbollende jurk, zoals bij alle oudere vrouwen in die tijd.
Met tegenzin plaatste ik elke avond een nachtzoen op haar sponzige wangen. Oma hield er de wind onder door te klagen, oma klaagde de hele dag.
***
Ik ving een gesprekje van mijn ouders op.
‘Ik moet hier weg,’ hoorde ik mijn moeder verzuchten, ‘ik poets en schrob de hele dag en het is nooit goed.’
‘Stop er dan mee,’ zei mijn vader, ‘we zijn hier op verlof.’
‘Ja, en dan achter mijn rug een luie Indische genoemd worden! Dat nooit!’
Oma won, mijn moeder poetste van de vroege ochtend tot de late avond. Mijn vader wandelde veel door de stad. En ik zat veel op het slaapkamertje.
Zaterdags kreeg ik twee dubbeltjes waarmee ik in de boekhandel op de hoek twee keurig gekafte kinderboeken kon lenen. Je mocht ze een week houden, maar na het zaterdagse bad in de teil las ik ze allebei achter elkaar uit. En herlas ze in de dagen daarna.
Het eind van het schooljaar haalde ik niet, op 13 mei 1948 vertrok de MS Indrapoera met ons naar Java. Ik dacht nog weleens terug aan opa, maar ik had nooit heimwee naar Nederland en Utrecht.
Uit: Kind van de Oost (2005, Nijgh & van Ditmar)
Foto: mijn vader met collega's van het KNIL. Hij is de 2e van links, met onoverwinnelijke haardos.
Foto: Ms 'Kota Inten' in Rotterdam
Lees verder…

Tong Tong Fair mogelijk weg uit Den Haag, is dat erg?

Tong Tong Fair mogelijk weg uit Den Haag, is dat erg?

Bereiding van gebakken banaan op de Tong Tong Fair
 
Bereiding van gebakken banaan op de Tong Tong Fair© ANP
DEN HAAG - Het bestuur van de Tong Tong Fair laat er geen gras over groeien. Als het Indische festival volgend jaar niet in mei gehouden kan worden, vertrekt het evenement mogelijk uit Den Haag. Daarmee dreigt festivaldirecteur Siem Boon. 'September was voor ons écht funest.' Acht vragen en antwoorden.

De Tong Tong Fair was dit jaar in september, waarom?

'Het was niet onze keuze, maar werd opgelegd door Staatsbosbeheer. Het liefst houden wij de Tong Tong Fair in mei. Dan zijn de kosten veel lager en komen er meer bezoekers. Bovendien is er in september veel meer concurrentie van andere evenementen.'

Waarom zijn de kosten in september hoger dan in mei?

'Dat heeft verschillende oorzaken. Spullen die je huurt - zoals tenten en schermen - zijn veel duurder, omdat er meer vraag naar is. Onze kosten zijn dit jaar met 25 procent gestegen. Wij hebben zelfs de prijs moeten verhogen.'

Er waren dit jaar minder bezoekers, hoe komt dat?

'Het tropische weer werkte niet mee. Sommigen vonden het veel te heet. Daarnaast had je de blokkade van snelweg A12. Dat heeft het aantal bezoekers echt geremd. Het laatste weekend hebben wij als enorm stressvol ervaren. We hebben hierdoor 50 procent minder bezoekers ontvangen dan normaal in laatste weekend. Mensen waren zelfs bang om te komen.'

Merkte je op het demonstratieterrein iets van de demonstratie?

'Jazeker, vooral van de steundemonstratie op de Laan van Reagan en Gorbatsjov bij de Koekamp. Dat hoorde je zelfs in het middelpunt van het terrein. Maar wat denk je van de bezoekers die met het openbaar vervoer kwamen? Treinreizigers zaten als sardientjes in een blik.'
Tong Tong Fair 2023
 
Tong Tong Fair 2023© Omroep West

Vertel, moeten jullie het veel van ov-reizigers hebben?

'Ga maar na, 85 procent van de bezoekers komt van buiten Den Haag. En meer dan de helft komt van buiten de provincie. Een aanzienlijk deel daarvan reist met het openbaar vervoer. Al die mensen moeten al zoveel betalen, en dan ben je nog niet eens op het terrein.'

U bent niet blij, hè?

'Weet u, je probeert een bepaalde sfeer te creëren. Die A12-demonstratie heeft ons echt genekt. Ook het geluid van de trommelaars die vanaf de Laan van Reagan en Gorbatsjov naar de snelweg leidde echt af. De demonstratie verkrachtte de sfeer van de Tong Tong Fair.'

Dan maar weg uit Den Haag?

'Dat willen we écht niet. We hopen dat de Tong Tong Fair volgend jaar terugkeert in mei, zoals dat tot 2019 ieder jaar het geval was. Dan hebben bezoekers net hun vakantiegeld en meer te besteden. Daarnaast is het erg moeilijk om in september personeel te vinden.'

Zou dat erg zijn, weg uit Den Haag?

'Zonder twijfel. Dat zou ik echt heel erg vinden. We hebben al veel moeite gehad om een plek in de Hofstad te vinden. Den Haag is de Indische hoofdstad van Nederland. Als we niet in mei terechtkunnen op het Malieveld, wordt het voor ons heel moeilijk.'
Lees verder…

Te koop : Afhaal / cateringservice Toko Moetiara in  Harderwijk.

Vraagprijs nu 95 k met jaaromzet van 300 k

10897419283?profile=original

 

Toko Moetiara bestaat ruim 28 jaar, en geniet bekendheid. 

Klantenkring strekt zich niet alleen in Harderwijk, maar de klanten komen van Nunspeet, Ermelo, Zeewolde, Dronten, Hierden,  en Nijkerk  om de Sumatraanse (padangseten) keuken.  Daarnaast voor de mensen die zelf Indisch willen koken zijn alle denkbare Indische  producten te verkrijgen bij  Toko Moetiara; van tempe tot bakso ballen.

 

Omzet indicatie 249.009

Overname voor 110.000 (Goodwill, inventaris, voorraad )  dit is inclusief een maand begeleiding van Adrie voor  het inwerken in de Sumatraanse  (Indische)  keuken.

 

Waarom staat Toko Moetiara in de etalage ? 

Adrie en Jan willen met pensioen gaan.

 

Welke Indische ondernemer willen verder aan de toekomst  werken aan deze goed draaiende toko  om de klanten te blijven bedienen!

 

Info  0341 413663

Website www.tokomoetiara.nl

 

10897420287?profile=original

10897420890?profile=original

 

Toko Moetiara is gelegen in het centrum van Harderwijk en bestaat inmiddels 27 jaar. Het pand heeft een totale oppervlakte van 100m2 en is centraal gelegen in het centrum van Harderwijk aan een doorlopende winkelstraat (ook toegankelijk voor auto's). Door een groot aantal vaste klanten en de vele toeristen die elk jaar Harderwijk bezoeken is er maandelijks een stabiele omzet. De toko bestaat uit afhaal van dagelijks vers bereide gerechten en oosterse producten om zelf mee te koken (merken zoals ABC, Lee Kum Kee, De Oosterse Prins etc).

De omzet kan verhoogd worden door de flexibele openingstijden. Het is mogelijk om langer open te blijven. In Harderwijk is het vanaf heden mogelijkheden om 1x per maand op zondag open te gaan.

De kale huurprijs bedraagt €16.000 per jaar (excl btw)

Lees verder…

 

12218102898?profile=RESIZE_400x

 · 
12218103468?profile=RESIZE_400x
 
 
 

Het automobielbedrijf Smelt is bijna honderd jaar geleden in Soerabaja ontstaan.  Piet de Jong

 
  
 
En de geschiedenis van het bedrijf laat zich lezen als een roman.
 
Rond 1915 vertrok Ad Smelt, geboren in 1892 in Bergen op Zoom, op de bonnefooi naar Nederlands-Indië. Daar trok hij eerst de binnenlanden van Oost-Java in om als assistent-bedrijfsleider op een onderneming (plantage) te gaan werken. Al snel ging hij in Soerabaja aan de slag bij Bouman, een smederij annex autohandel. Daar werd hij, zoals ze dat noemden, procuratiehouder.
Ad trouwde met een Indisch meisje, dat op de boekhouding van Bouman werkte en met wie hij drie zoons en twee dochters kreeg. Ad zag al gauw kansen in de groeimarkt van de auto’s en rond 1925 startte hij zijn eigen autobedrijf in Soerabaja. Al snel verhuisde Ad, met een hoofdagentschap van General Motors op Java op zak, naar Kediri. Binnen tien jaar had hij zijn bedrijf uitgebreid tot vijf vestigingen op Java, in Kediri, Malang, Solo, Madioen en Djokjakarta. Hij was in aanvang hoofddealer van Oakland en subdealer van Dodge, maar voerde later ook de GM-merken Pontiac, Chevrolet, Oldsmobile en Vauxhall. Bijzonder is de foto waarop in een Chevrolet busje Ad met zijn gezin zit. Achter op de bus staat “Geleverd door Autoh. A. Smelt, Malang Kediri”. Het ging Ad goed, ook in de eerste helft van de jaren 30 toen de economische crisis wereldwijd toesloeg. Maar de automobiliteit in Indië was in opmars.
 
Maar in 1935 sloeg het noodlot toe; Ad Smelt overleed plotseling. Het bedrijf kreeg een bewindvoerder en in 1938 ging het gezin met vijf kinderen. tijdelijk, met verlof voor de studie van de kinderen, naar Nederland. Maar het zou anders lopen. De oudste zoon, Ton, ging in januari 1940 nog wel terug naar Java en de rest van het gezin zou kort daarop volgen. Maar dat plan kon geen doorgang vinden vanwege de Duitse bezetting.
In Indië ging Ton Smelt aan de slag in de vestiging van het bedrijf in Kediri, maar hij werd al snel onder de wapenen van het KNIL geroepen en later krijgsgevangen gemaakt door de Japanners.
 
Na de Japanse capitulatie was er van het grote autobedrijf op Java niets meer over. Maar de ondernemingszin zat ook in de tweede generatie Smelt. Ton was in 1946 op Java alweer in gesprek met General Motors en vroeg zijn jongere broers Huib en Gerard om weer naar Indonesië te komen. Dat deden ze in 1948. Omdat General Motors de boot afhield, sprong Velodrome, de importeur van Chrysler, DeSoto, Dodge en Plymouth in het gat en werden de drie broers Smelt de officiële vertegenwoordigers in Midden-Java voor de merken Dodge en DeSoto. Er was zelfs ook al kontakt met Pon in Nederland. Als ze de kans en de tijd gekregen hadden, dan was Smelt misschien ook nog VW-dealer op Java geworden. Maar het zou anders lopen.
In Semarang en Cheribon kwamen twee vestigingen die goed draaiden met de merken Dodge, DeSoto, Vanguard, Jeep en Citroën. Verkooptoppers waren de onverwoestbare Dodge-trucks die als onderstel met ‘cab over engine’ geleverd werden vanuit de VS en die door Smelt op bestelling voorzien werden van laadbakken of andere opbouwen. Maar ook aan de grote sedans van DeSoto en Dodge, populair bij rijke Chinezen en Europese planters en zakenlieden, werd goed verdiend. De trucks en sedans werden eerst via Djakarta per boot naar de rede van Semarang gebracht en daar ontscheept. Later werden ze in konvooi over de weg van Djakarta naar Semarang gereden.
 
In Semarang wist Smelt een mooi wit bedrijfspand los te peuteren van de plaatselijke autoriteiten, een gebouw dat enigszins in Art Deco stijl was neergezet. In de gevel was een groot medaillon aangebracht met daarin de naam A. Smelt, als een ode aan de vader van de drie broers. Bewaard gebleven foto’s laten daarnaast zien dat de garages grotendeels open waren, met alleen een dak erboven. Ongetwijfeld was dat vanwege de hitte. Ook vanwege de hitte woonden Ton en Huib Smelt met hun gezinnen in de koelere bovenstad van Semarang. Vandaaruit reden zij in hun comfortabele Amerikaanse auto’s naar hun werk. Ton reed in 1952 in een prachtige bordeauxrode Dodge Coronet convertible.
De politiek-maatschappelijke situatie in Indonesië verslechterde intussen begin jaren 50. Bovendien waren flinke delen van Java onveilig waardoor het bedrijf na 1950 nog maar heel moeizaam draaide. Toch ging het een jaar later alweer veel beter en keken de drie broers met optimisme naar de toekomst. Maar in 1952 werd duidelijk dat er toch geen toekomst voor Smelt meer was in Indonesië. De bedrijven werden van de hand gedaan en met de opbrengst werd een mooi automobielbedrijf in Nederland opgebouwd.
 
OUD BATAVIA Community Member Franklin Moquette herinnert zich dat begin jaren vijftig moeder Smelt met een dochter enige tijd bij hem in het ouderlijk huis in Rijswijk heeft gelogeerd. Ter overbrugging in plaats van een pension.
Bronvermelding: de heer Frans Smelt.
Voor meer informati
Lees verder…

Jim Bos directeur van Omroep Bersama stopt.

Jim Bos directeur van Omroep Bersama stopt.
12215659470?profile=RESIZE_710x

Jim Bos stapt op bij Omroep Bersama

Met heel veel spijt heb ik moeten besluiten om mijn taken als mede bestuurder van Omroep Bersama neer te leggen. Na intensieve gesprekken is gebleken dat we er binnen het bestuur niet in slagen om het eens te worden over de koers waarmee we het Nederlands-Indische culturele erfgoed onder de aandacht kunnen brengen. Ik heb daaruit mijn conclusies getrokken en treed per direct terug als mede voorzitter van Omroep Bersama. Dat neemt niet weg dat ik alle inspanningen om het Nederlands-Indisch cultureel erfgoed te behouden, te verdiepen en te verspreiden nog steeds een warm hart toedraag. Ik ga nu bekijken hoe ik mijn betrokkenheid in de toekomst vorm kan geven. Ik ben heel dankbaar voor alle steun die ik in mijn tijd bij Omroep Bersama heb ervaren en wens de omroep en zijn toegewijde club van medewerkers, vrijwilligers én leden voor nu en de toekomst heel veel succes toe.

Namens omroep Bersama.

 

ICM redactie.
Spijtig dat Jim opstapt, eindelijk een persoon met ambities, respect voor zijn besluit. Heb Jim maar kort gekend van dichtbij. Een man met persoonlijkheid naar iedereen straalt hij viendschap uit. Iedereen is gelijk of je uit Ambon, of uit Nieuw Guinea of Jakarta of Soebarya komt. Iedereen is welkom. Niet te beroerd om zich in te zetten. Jouw tijd en moment komt Jim. Je weet wij zijn nu 7 jaar met Traktaat van Wassenaar (ACTW-66) bezig. Zit in de Tweede Kamer tijdelijk in de ijskast gezet tot alles weer stabiel is. In het ACTW-66 - rapport staan voor het collectief deel (20 % van lunsum) projecten gedefinieerd in : o.a. ressorts in de republiek en mede een Omroep IDGen gelijksoortig omroep als omroep Bersama. Is geheel in plan uitgewerkt tot detail door rip Marshall Mangenkei hierin stond ook vermeld Garuda TV. IDGen komt ook gelijk met TV blad uit. Ook IDGen zit nu in de ijskast, Wens je veel succes.

 

 

 

Lees verder…

Meest gestelde vragen

12215102853?profile=RESIZE_710x

Meest gestelde vragen dd. 9 september 2023.

Web portaal ICM draait op Ning Network 3.1. Deze versie heeft flink update ondergaan, daarom stelt de webmaster van ICM portaal om deze rubriek op te zetten. Niet iedereen zit op Facebook.

Aanmelden;

Om toegang te krijgen dient U een account aan te maken. Na het aanmaken wordt een verzoek gedaan aan de beheerder van ICM Portaal. Deze beoordeelt Uw aanvraag. Hierna stuurt de webmaster een goedkeuringsbericht naar uw email.

Inloggen ( aanmelden bovenbalk rechts)

Wanneer Uw account is aangemaakt krijgt U toegang nadat Uw email en Uw wachtwoord heeft ingetoetst. Heeft U toegang tot alles, en U komt op het ICM Welkompagina rechts bovenaan de balk verschijnt Uw naam. Door op Uw naam te klikken gaat U naar Uw Profiel.

Op ICM Welkompagina :

worden de recente berichten / publicaties / nieuws getoond. Naast dat Uw kan kiezzen voor de rubrieken Actualiteten & Overige, Pasar Malam agenda, Reizen, Recepten, boekrecensies, Video’s, Webshop, pencak form, Politek, Traktaat van Wassenaar en ICM Bali Home Vision.

U kan bijvoorbeeld reacties plaatsten op ICM pubicaties.

 

Uw profiel vindt boven aan de pagina rechts:

Op uw profiel kan U zelf berichten plaatsen, foto’s en video’s. Vrienden uitnodigen Heeft U account op Facebook dan kan U direct daar Uw bericht, foto of video delen met uw vrienden.

 

Wordt vervolgd.

 

 

 

Lees verder…

In het jaar van de lange bamboesperen

 

12213940099?profile=RESIZE_400x12213940660?profile=RESIZE_710x

Het jaar van de lange bamboesperen
 
In het jaar van de lange bamboesperen, toen de nederlaag van Japan zich aandiende, verhoogde de Japanners hun activiteiten om het enorme potentieel van strijdbare groeperingen, dat door hen was opgebouwd, tactisch te oefenen. Voordat zij hieraan begonnen, werd al direct bij het begin van de Japanse bezetting in het onderwijs op de Sekolah Rakjat (Lagere Volksscholen) en Sekolah Menengah (Middelbare scholen) de jeugd reeds gedrild. De schooldag begon met een toespraak van het Hoofd der school, na het hijsen van de Japanse vlag en het zingen van de Kimigajo (Japans volkslied); dan begon de taiso (ochtendgymnastiek) en daarna veel latihan’s (oefeningen of herendiensten) b.v straatvegen, gewas planten of oogsten, door de stad marcheren onder het zingen van Japanse liederen. Daarnaast werd veel aandacht besteed om spelenderwijs met een militante vorming vertrouwd te geraken, door krijgshaftige oefeningen in ‘oorlogspelletjes’ te houden op de scholen, in de steden op open terreinen en in de dorpen; bewapend met houten stokken, houten zwaarden en-geweren. Onder de leervakken nam de Japanse taal wel de meeste tijd in beslag. De propaganda van de Japanse taal en de Japanse gebruiken, was zeer groot en ging er bij de jeugd in als koek. De fijne hoogstaande Javaanse Adat ( hoge beleefdheids- en omgangsvormen) ging er helemaal uit, vervangen door de ruwe Japanse manieren.
 
De Seinendan, Keibodan, Pesindo, Mobiele Brigade, Stadspolitie, PETA Landsverdedigingscorps en andere groeperingen hielden, in de stad ( de wijken en de buitenwijken militaire oefeningen in straat- en terreingevechten, om hierop voorbereid te zijn als de tijd zou komen om toe te slaan. Ook de Heiho hulpsoldaten van de japanners, opgeleid voor oorlogsvoering tegen de Geallieerden, stonden gereed.
De Mobiele Brigade, Stadspolitie en PETA Landverdedigingsleger beschikten over vuurwapens, waaronder automatische, en andere lichte en zware wapens. De overige strijdgroepen waren in meerderheid uitgerust met scherp gepunte lange bamboesperen (roentjings), dat bij gebruik als wapen dodelijk kan zijn. Een klein gedeelte van deze strijdgroepen was voorzien van houten geweren en oefenden hiermee. De oefeningen die gehouden werden hadden ten doel de Geallieerdenindringers te bestrijden en te vernietigen. De door Japanners gedrilde strijdgroepen oefenden in ordonnansdiensten, verkenningen, hinderlagen, sluipschutter-technieken en Banzai stormaanvallen; veelal op eigen terrein in hun wijkgebied of in combinatie met andere wijken in groter verband, waarbij dus ook uitstekend terreinkennis werd opgedaan. De drie en een half jaar van indoctrinatie door de Japanse meesters maar vooral van de , in het laatste jaar van de oorlog, opgevoerde enorme haatpropaganda tegen de Geallieerden en het tactisch geoefend strijdkrachten zou fataal zijn bij een gezagsvacuüm, en…. dat werd het ook!
 
De krachten stonden paraat om hun dadendrang te laten gelden en de tijd naderde onheilspellend. Op 9 augustus 1945 nodigde de Japanse Maarschalk Terauchi de Indonesische leiders Ir. Soekarno en Mohammed Hatta uit naar Saigon te komen voor een bespreking, hier werd op de 11e augustus gezegd ‘haast te maken met de onafhankelijkheid van Indonesië! ‘
Na een afwachtende houding te hebben aangenomen bij de Japanse capitulatie, en het oogluikend toestaan door de Japanners van Indonesische uitingen in hun vrijheidsstreven, traden de Indonesiërs driester op. Dit optreden werd ondersteund door Vice-Admiraal Maeda van de Japanse Marine en door Generaal Majoor Moichiro Yamamoto de Chef-Staf van het 16e Japanse Leger, beiden invloedrijke figuren, die in de schemerpolitiek ondoorzichtige activitieiten ontplooiden achter de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging.
De Indonesiërs vatten de moed op om aanvankelijk zich incidenteel tegen de Japanners te keren. Felle schermutselingen deden zich in beperkte mate voor waarbij wapens werden buitgemaakt en slachtoffers vielen. Dit deed zich voor eind september, begin oktober 1945.
Lees verder…

Wat heeft ICM U te bieden voor 6 euro in de maand?

12212949478?profile=RESIZE_710x

12212949088?profile=RESIZE_710x

 

 Wat heeft ICM U te bieden  als abonnee? 

Ons webportaal is www.icm-online.nl   ofwel Indische sociaal media.  ICM heeft o.a. de KNIL - betalingen voor elkaar gekregen.  Nu is  het ICM met het Traktaat van Wassenaar bezig  ook wel ACTW-66.    Deze is  nu ter behandeling in de Tweede Kamer.  Dit zijn de Indische pijntjes waar het team ICM zich over ontfermt  dag in dag uit.  Niet het Indisch Platform of gelijksoortge organisaties  zoals Pelita zijn hiermee bezig. Die zijn er als er wat valt te halen.  ICM heeft beide project gefinanciert om tot een resultaat te komen.
 
Naast de Indische pijntjes heeft ICM U veel te bieden;
 
Hier vindt U de rubrieken Actualiteiten & overige, Pasar Malam Agenda, boekrecensies, recepten, reizen, webshops  met producten die ook vindt in ICM stands op de pasar malams,  ICM Bali Home Vision, Politiek,  en Traktaat van Wassenaar.  Voor de ouderen is het project resort Deasyanti op Bali op gestart.   Op de Pasar Malam is Het ICM altijd te vinden.  IP, Pelita en andere zijn onzichtbaar.   Voor de ouderen is het project resort Deasyanti op Bali op gestart. 
 
 
Niet onbelangrijk ons ICM Video kanaal met ruim 598 video's.  Al onze video's kan U casten naar Uw TV een daar afspelen.
www.icm-online.nl is ook te ontvangen op uw I-phone.    Al onze publicaties zijn via ICM Google te vinden zo kan U politieke en Indische zaken makkelijk terugvinden, zeker nu ICM op NING 3.0 functioneert.  Tot 2007 kan U publicaties terugvinden.
 
Hopende  U voldoende te hebben geinformeerd, bent U tevreden vertel het door aan de anderen...
 
Dan is 6 euro voor een maand - abonnement niet duur, zeker als 1100 Knillers dankzij ICM team  25.000 euro hebben ontvangen, alleen die 1100 Knillers vergeten wie dit mogelijk heeft gemaakt en ook nog het project gefinanciert. Ook voor het project traktaat van Wassenaar is veel geld uitgegeven door ICM, en wij zijn er nog niet, want Kabinet is gevallen.  Op nieuw moet het ICM team de relatie  weer gaan opbouwen met leden van de Tweede Kamer.
 
Nu weet U wat het ICM team doet voor de Indische Gemeenschap nu bent u aan de beurt !

 

Redactie

Ferry Schwab sr.

 

KVK - nummer 72173122    ICM Project  Raborekening  NL35 RABO 0377 579491  tnv. ICM Project 
 
 WORDT VANDAAG NOG ABONNEE VIA WWW.ICM-ONLINE.NL BIJ AANMELDEN.

 

 

Lees verder…

Japan capituleerde op 15 augustus dior Hans Vervoort

12212948481?profile=RESIZE_710x

Hans Vervoort  · 

 
Japan capituleerde op 15 augustus, maar dat werd in de interneringskampen pas veel later bekend. Hier mijn herinneringen aan dat moment, opgetekend in 'Weg uit Indië '(Conserve, 2012).
(free translation in English of this book downloadable on my website hansvervoort.nl)
Waarin de oorlog ophoudt, maar de vrijheid nog niet komt
En toen, van de ene dag op de andere, was de oorlog afgelopen. Ze hadden erop gehoopt sinds het vliegtuig over het kamp vloog en papiertjes over het kamp had uitgestrooid waarop stond 'Houdt goede moed'. Maar dat was alweer een halfjaar geleden en sindsdien was alles alleen maar erger geworden.
Maar op die dag, vrijdag 24 augustus 1945, werd iedereen die nog lopen kon naar het Lido geroepen. Er was geen appèl, er was ook geen enkele Japanner te zien. In het midden van het veld stond op een kistje de kampleidster, mevrouw Anema. Van haar dikke lijf was niets meer over, ze was net zo mager als iedereen in het kamp. Gelukkig woei het in Indië bijna nooit, want bij een harde wind zouden ze allemaal omvergeblazen worden.
Mevrouw Anema droeg wel dezelfde bloemetjesjurk als toen ze het kamp in gingen, en die jurk hing nu als een veel te groot laken om haar heen. Ze sprak luid en duidelijk.
'Mensen! Ik heb van de kampcommandant bericht gekregen dat de oorlog is afgelopen. De oorlog is voorbij! Nederland is al drie maanden vrij en nu wij ook!'
Het bleef stil, de verrassing was te groot om meteen te juichen.
Toen begon het geluid, gemompel, gepraat, moeders die elkaar om de hals vlogen. Sommigen huilden.
'Wilhelmus vahan Nahassouwe, ben ik van Duitsen Bloed…'
Ze kwam maar net boven het geluid van de anderen uit, maar het werd meteen stiller en iedereen keek naar de zingende vrouw op dat kistje. Een tweede stem voegde zich erbij, en een derde. En in een paar seconden stonden drieduizend vrouwen en kinderen mee te zingen.
Hans kende de melodie nog van vroeger, maar wist de woorden niet meer precies.
'De vaderhand vertrouwe, blijf ik vanzelf zo goed' maakte hij ervan. Maar toen ze doorzongen wist hij het ineens weer: 'Dèhèn prinsen van Oranjen ben ik vrij onverveerd.'
En dan: 'De kohohohohoning van Spanje hèhèb ik altijd geëerd.'
Als zijn moeder naast hem had gestaan had hij haar meteen gevraagd wat dat nou betekende: de koning van Spanje heb ik altijd geëerd.
Hij nam zich voor het haar later eens te vragen. Nu stond ze te juichen met andere moeders, het was feest. De oorlog was voorbij.
Een van de vrouwen had zo'n harde stem dat ze over het lawaai heen kon schreeuwen. Ze riep: 'Wanneer mogen we het kamp uit? Naar onze mannen toe?'
Iedereen hoorde haar vraag en het werd meteen weer stil. Ze keken allemaal naar mevrouw Anema, die nog steeds op haar kistje stond.
'Dat is afwachten,' zei ze, 'de commandant vertelde me dat het buiten het kamp onrustig is. Indonesische rebellen zijn in opstand gekomen en hebben de macht overgenomen. Wij moeten wachten tot het Engelse leger ons kamp heeft bereikt.'
'Wanneer is dat?' vroeg de vrouw met de harde stem.
'Dat zal niet zo lang duren, denk ik,' zei mevrouw Anema. Je kon aan haar zien dat ze geen flauw idee had. 'De commandant heeft me verteld dat hij en zijn mannen opdracht van de Engelsen hebben gekregen om ons te beschermen.'
'Beschermen? Tegen wie?'
'Tegen de Indonesische rebellen,' zei mevrouw Anema. 'Zij willen alle Nederlanders het land uit schoppen. Veel wapens hebben ze niet, maar wel klewangs en bamboe roentjings. Laten we het rustig afwachten. Hier zijn we veilig.'
Het Lido liep leeg, onderweg praatten de moeders met elkaar, de kinderen volgden.
Tante Aal legde haar armen om Sonja en Hans en liep met ze terug naar Barak 4.
'Ik hoop dat de buitenkampers het redden,' zei ze. 'Als de Indonesiërs in opstand komen zijn de Indische families het eerst aan de beurt. Die hebben geen bescherming.'
Veel Indische families waren het kamp in gegaan, maar als je kon bewijzen dat je voor de helft of meer Indonesisch bloed had, dan mocht je buiten het kamp blijven van de Japanners. Buitenkampers werden ze genoemd.
Hans dacht aan Ronnie Eekhout, zijn vriendje van voor de oorlog, die het kamp niet in hoefde. Zou die nu in gevaar zijn omdat hij voor een deel Nederlands was? Maar Ronnie's vader had vrienden bij de Indonesiërs, en zou dus zijn familie wel kunnen redden.
'Wat is een klewang ook weer?' vroeg hij.
'Dat is een kapmes dat veel Indonesiërs hebben. Je kan er van alles mee doen, een kokosnoot openslaan, een kip de kop af hakken.'
Hans rilde, hij wist het weer.
'En een bamboe roentjing?'
'Dat is een bamboestok, waar je met een klewang een schuine punt aan snijdt. Heel scherp. Ze gebruiken het voor de jacht op wilde zwijnen. Dan werpen ze hem als een speer.'
****
Een paar dagen later was de opwinding voorbij.
'Wat een gedoe!' zei Sonja. 'Nu is de oorlog eindelijk afgelopen en nu mogen we er niet uit!'
Hier en daar waren stukken van het gedek afgetrokken, daarachter zat natuurlijk nog prikkeldraad, zodat je er weinig mee opschoot. Maar je kon nu wel naar het landschap kijken.
'Wat prachtig,' zei tante Aal. Ze keek naar de blauwige berg in de verte en naar de sawahs die bijna direct tot aan het kamp liepen. Sawahs kende Hans nog wel van vroeger, rijstvelden waar op ingewikkelde manieren water doorheen geleid werd. Als het veld goed nat was zag je de vrouwen jonge rijstplantjes steken in de natte modder. Nu waren ze daar ook mee bezig.
Als je naar ze keek, hoe ze voorovergebogen met snelle gebaren die plaatjes in de grond staken voelde je gewoon de modder tussen hun tenen. Op hun hoofd droegen ze tegen de zon een rieten punthoed. Vanuit de verte hoorde je ze met elkaar praten. Over hun mannen die liever op het platje lagen te slapen dan hun handen uit de mouwen te steken. Over hun zoons, die alweer zo snel groot werden. Over hun dochters, hoe ze die ooit aan de man moesten brengen.
Omdat sawahs op verschillende tijdstippen werden beplant verschilden ze van kleur, je zag een lappendeken van allerlei tinten groen tegen de berghelling aan liggen.
Uit de verte klonk gesnater. Het kwam dichterbij en ze zagen een rij ganzen aan komen lopen over het dijkje tussen de sawahs. Ze liepen keurig achterelkaar, gevolgd door een jongen van een jaar of tien, de ganzenhoeder.
'Ajo, boeng!' (vooruit, jongen) moedigde Sonja hem aan, maar hij keek niet op of om.
'Apa kabar?' (Hoe gaat het?) riep ze nog een keer. Nu stopte hij, draaide zich naar hen toe en met een nadrukkelijk gebaar haalde hij zijn hand langs zijn keel. Het gebaar was overduidelijk: ik snij je de keel af.
Daarna liep hij weer verder achter zijn ganzen aan, weg van het kamp.
'Ach Jezus,' zei tante Aal uit de grond van haar hart.
'Wat is er mam?' vroeg Sonja.
'Ja, tante. Waarom doet hij dat?' vroeg Hans.
'De Indonesiërs hebben hun eigen republiek gesticht,' zei tante Aal, 'ze willen dat alle Hollanders zo snel mogelijk vertrekken.'
'Hoezo?' vroeg Sonja. 'Zijn we dan niet goed voor ze? Warti en Oddah huilden toen we het kamp in moesten.' Dat waren hun bedienden van voor de oorlog, wist Hans en hij moest zelf even denken aan kokki Mina die toch ook van hem en zijn vader en moeder hield?
'Jawel,' zei tante Aal, 'maar er zijn natuurlijk ook Indonesiërs die vinden dat wij hun land bezet houden en dat we weg moeten. Net zoals de Duitsers nu gelukkig weer uit Holland verdreven zijn.'
Hans was er niet blij mee. Hij begreep natuurlijk dat blanke jongens en meisjes zoals hijzelf heel anders waren dan de rest van de bevolking. Maar de Hollanders waren al zo lang de baas in Indië, sommige families woonden er al meer dan tweehonderd jaar! Waarom moest je dan weg?
En de Indische mensen dan, zoals zijn vriendje Ronnie Eekhout en ook tante Aal en Sonja? Die waren geboren uit een Hollander en een Indonesische vrouw. En dat ging toch prima?
Zou dat dan niet de oplossing zijn, dat elke Indonesiër met een Hollander trouwde en een Indisch gezin maakte dat thuis hoorde in Indië?
'Als ik nou met een Indonesische vrouw trouw en we krijgen kinderen, mag ik dan niet blijven?' vroeg hij.
Tante Aal glimlachte.
'Het zal zo'n vaart niet lopen,' zei ze. 'Natuurlijk hebben de Indonesiërs recht op hun eigen land. Maar ze zouden wel gek zijn als ze de Hollanders er op staande voet uit gooien. Wie beheert dan de plantages? Wie laat de treinen rijden? Wie bouwt de steden? Dat kunnen ze allemaal zelf nog niet.'
Hans knikte, hij was gerustgesteld
Uit: Weg uit Indië (Conserve, 2012). Tekening: Peter Van Dongen
Het boek is gratis te downloaden op mijn website (www.)hansvervoort.nl Dat geldt ook voor de vertaling 'Farewell to the Indies'.
Lees verder…

Nederland pleegde oorlogmisdaden in de republiek Indonesie

 

 

Conclusies door  (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-,

De onderzoekers komen tot de conclusie dat het standpunt van 1969 onhoudbaar is. Precieze cijfers van misdrijven en aantallen slachtoffers zijn niet te geven. Wel blijkt uit de bronnen dat extreem geweld van de kant van de Nederlandse krijgsmacht niet alleen wijdverbreid was, maar vaak ook bewust werd ingezet. Dit werd op alle niveaus – politiek, militair en justitieel – getolereerd. De reden daarvoor was dat Nederland de Republiek Indonesië – die op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid had uitgeroepen – koste wat kost wilde verslaan en bereid was vrijwel alles aan dit doel ondergeschikt te maken. Daarbij werden nadrukkelijk ook toen geldende ethische grenzen overschreden.

Nederland voerde uiteindelijk een uitzichtloze oorlog die steeds gewelddadiger werd. Van  Indonesische kant werd een harde guerrilla gevoerd. Alle gewapende partijen pasten in deze oorlog vormen van extreem geweld toe. Het hevige geweld in de vroegste fase van de Indonesische revolutie, tegen, onder meer, Indische Nederlanders en Molukkers – in Nederland bekend als de ‘Bersiap-periode’ – speelde wel een rol in de dynamiek van het geweld, maar was niet de reden voor de militaire herbezetting. 

Tijdens de oorlog gebruikte de Nederlandse krijgsmacht veelvuldig en structureel extreem geweld, in de vorm van buitenrechtelijke executies, mishandeling en marteling, detentie onder inhumane omstandigheden, brandstichting van huizen en dorpen, diefstal en vernieling van goederen en levensmiddelen, disproportionele luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, en veelal willekeurige massa-arrestaties en -interneringen.

De Nederlandse krijgsmacht was als instituut verantwoordelijk voor het toegepaste geweld, inclusief het extreme geweld. Zij opereerde echter in nauwe samenspraak met en onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering. Politici in Nederland, gesteund door hun aanhang, gaven weinig aandacht aan het extreme geweld en namen er in feite ook geen verantwoordelijkheid voor. Ze konden zich die houding veroorloven omdat er een breed maatschappelijk draagvlak was voor de oorlogvoering. Bovendien werden zij in de samenleving – waaronder de media – nauwelijks kritisch gevolgd. De geografische, maar vooral de mentale afstand speelde hierbij een belangrijke rol. Kennelijk hanteerden de betrokken Nederlanders, op alle niveaus, als vanzelfsprekend afwijkende maatstaven voor de koloniën en koloniale ‘onderdanen’. 

Het onderzoek heeft uitgewezen dat het overgrote deel van de verantwoordelijken aan Nederlandse kant – politici, officieren, ambtenaren, rechters en andere betrokkenen – wel degelijk kennis had of kon hebben van het stelselmatig gebruik van extreem geweld, maar in gezamenlijkheid bereid was dit te tolereren, te rechtvaardigen, te verhullen en onbestraft te laten. Dit alles met het oog op het hogere doel, om de oorlog tegen de Republiek Indonesië te winnen en zelf de regie te voeren over het proces van dekolonisatie. Op alle niveaus was er bereidheid de geschreven en ongeschreven rechtsregels en het eigen rechtsgevoel opzij te zetten. 

De Nederlandse onderschatting en verwerping van de breed gesteunde Indonesische onafhankelijkheidsbeweging was gebaseerd op een diepgewortelde koloniale mentaliteit. Politici, militairen en bestuurders in de kolonie én in Nederland waren overtuigd van de Nederlandse superioriteit en lieten zich in hun streven naar beheersing van Indonesië vooral leiden door economische en geopolitieke motieven en het idee nog een missie in de ‘Oost’ te hebben en daar onmisbaar te zijn. Die houding leidde tot cruciale inschattingsfouten, zowel militair als politiek; ook internationaal kwam Nederland sterk geïsoleerd te staan.

De uiteindelijke formele overdracht van de soevereiniteit – op 27 december 1949 – vloeide voort uit sterke pressie van de internationale gemeenschap en het besef dat de oorlog niet gewonnen kon worden. Nadien zou politiek Den Haag de oorlog, en zeker vragen rond extreem geweld, zoveel mogelijk buiten de politieke arena blijven houden, zowel om het eigen falen te maskeren als om de Indiëveteranen, de Indische Nederlanders en de Molukkers te ontzien. Het kwam daarbij goed uit dat Indonesië geenszins aandrong op onderzoek. Die opstelling veranderde slechts met horten en stoten; het duurde lang voordat er in de Nederlandse samenleving meer ruimte kwam om kritisch te reflecteren op deze episode, die zo slecht past bij het diepgeworteld rooskleurige nationale zelfbeeld.

Verricht door :

Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 is een gezamenlijk onderzoeksprogramma van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd op 17 februari 2022.

Lees verder…

12189659461?profile=RESIZE_710x

NOS NieuwsDinsdag 8 augustus, 13:22Aangepast dinsdag 8 augustus, 13:44

Halsema trekt zich terug als spreker op Amsterdamse Indië-herdenkingBurgemeester Halsema heeft zich teruggetrokken als spreker tijdens de Indië-herdenking op 15 augustus in Amsterdam. Daar wordt het einde van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië herdacht.

 
ICM Redactie;
 
NOS, feiten en geen halve waarheden. Nog beter was geweest geen aandacht, dit is indieherdenking onwaardig.
Mw. Halsema heeft de verkeerde Indische klokken doen luiden. Was het niet  Kabinet Drees met het Parlement die opdacht gaf aan de 100.000 KNIL - Militairen (jong en niet opgeleid) om de Republiek Indonesie binnen te vallen 1947.  NIOD o.a. meldde in hun rapporten dat er ruim 96.711 onschuldige Indonesische burgers zijn vermoord. Rutte heeft recent onvoorwaardelijk excuses aageboden en gaat de nabestaanden compenseren.
 

Conclusies door  (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-,

De onderzoekers komen tot de conclusie dat het standpunt van 1969 onhoudbaar is. Precieze cijfers van misdrijven en aantallen slachtoffers zijn niet te geven. Wel blijkt uit de bronnen dat extreem geweld van de kant van de Nederlandse krijgsmacht niet alleen wijdverbreid was, maar vaak ook bewust werd ingezet. Dit werd op alle niveaus – politiek, militair en justitieel – getolereerd. De reden daarvoor was dat Nederland de Republiek Indonesië – die op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid had uitgeroepen – koste wat kost wilde verslaan en bereid was vrijwel alles aan dit doel ondergeschikt te maken. Daarbij werden nadrukkelijk ook toen geldende ethische grenzen overschreden.

Nederland voerde uiteindelijk een uitzichtloze oorlog die steeds gewelddadiger werd. Van  Indonesische kant werd een harde guerrilla gevoerd. Alle gewapende partijen pasten in deze oorlog vormen van extreem geweld toe. Het hevige geweld in de vroegste fase van de Indonesische revolutie, tegen, onder meer, Indische Nederlanders en Molukkers – in Nederland bekend als de ‘Bersiap-periode’ – speelde wel een rol in de dynamiek van het geweld, maar was niet de reden voor de militaire herbezetting. 

Tijdens de oorlog gebruikte de Nederlandse krijgsmacht veelvuldig en structureel extreem geweld, in de vorm van buitenrechtelijke executies, mishandeling en marteling, detentie onder inhumane omstandigheden, brandstichting van huizen en dorpen, diefstal en vernieling van goederen en levensmiddelen, disproportionele luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, en veelal willekeurige massa-arrestaties en -interneringen.

De Nederlandse krijgsmacht was als instituut verantwoordelijk voor het toegepaste geweld, inclusief het extreme geweld. Zij opereerde echter in nauwe samenspraak met en onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering. Politici in Nederland, gesteund door hun aanhang, gaven weinig aandacht aan het extreme geweld en namen er in feite ook geen verantwoordelijkheid voor. Ze konden zich die houding veroorloven omdat er een breed maatschappelijk draagvlak was voor de oorlogvoering. Bovendien werden zij in de samenleving – waaronder de media – nauwelijks kritisch gevolgd. De geografische, maar vooral de mentale afstand speelde hierbij een belangrijke rol. Kennelijk hanteerden de betrokken Nederlanders, op alle niveaus, als vanzelfsprekend afwijkende maatstaven voor de koloniën en koloniale ‘onderdanen’. 

Het onderzoek heeft uitgewezen dat het overgrote deel van de verantwoordelijken aan Nederlandse kant – politici, officieren, ambtenaren, rechters en andere betrokkenen – wel degelijk kennis had of kon hebben van het stelselmatig gebruik van extreem geweld, maar in gezamenlijkheid bereid was dit te tolereren, te rechtvaardigen, te verhullen en onbestraft te laten. Dit alles met het oog op het hogere doel, om de oorlog tegen de Republiek Indonesië te winnen en zelf de regie te voeren over het proces van dekolonisatie. Op alle niveaus was er bereidheid de geschreven en ongeschreven rechtsregels en het eigen rechtsgevoel opzij te zetten. 

De Nederlandse onderschatting en verwerping van de breed gesteunde Indonesische onafhankelijkheidsbeweging was gebaseerd op een diepgewortelde koloniale mentaliteit. Politici, militairen en bestuurders in de kolonie én in Nederland waren overtuigd van de Nederlandse superioriteit en lieten zich in hun streven naar beheersing van Indonesië vooral leiden door economische en geopolitieke motieven en het idee nog een missie in de ‘Oost’ te hebben en daar onmisbaar te zijn. Die houding leidde tot cruciale inschattingsfouten, zowel militair als politiek; ook internationaal kwam Nederland sterk geïsoleerd te staan.

De uiteindelijke formele overdracht van de soevereiniteit – op 27 december 1949 – vloeide voort uit sterke pressie van de internationale gemeenschap en het besef dat de oorlog niet gewonnen kon worden. Nadien zou politiek Den Haag de oorlog, en zeker vragen rond extreem geweld, zoveel mogelijk buiten de politieke arena blijven houden, zowel om het eigen falen te maskeren als om de Indiëveteranen, de Indische Nederlanders en de Molukkers te ontzien. Het kwam daarbij goed uit dat Indonesië geenszins aandrong op onderzoek. Die opstelling veranderde slechts met horten en stoten; het duurde lang voordat er in de Nederlandse samenleving meer ruimte kwam om kritisch te reflecteren op deze episode, die zo slecht past bij het diepgeworteld rooskleurige nationale zelfbeeld.

Verricht door :

Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 is een gezamenlijk onderzoeksprogramma van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd op 17 februari 2022.

Lees verder…

12176151474?profile=RESIZE_710xACTW-66 achterban waarom duurt de betalingen Traktaat zo lang ?

Regelmatig komen heetgebakerde personen richting ICM stand met de vraag waarom duurt het allemal zo lang. “ Ik behoor tot de groep van 15.000 die mijn handtekening heb gezet, en ik zelfs twee keren gedoneerd. Waarom hoor ik niets ?

Vol geduld beantwoordde ik deze persoon, maar van binnen was ik woedend. Want de schuldigen zitten in het Kabinet , de Tweede Kamer maar in het bijzonder het Indisch Platform (Ip) met o.a. Pelita, allen gesubsidieerd door Min.VWS

Hier mijn relaas:

In 2015 kwam een abonnee van ICM, U leest het goed een betalende abonnee. Nadat ICM de KNIL – betaling afrondde, was weer ICM die het hele KNIL Project financierde en met die 10.000 handtekeningen was het mogelijk dat eindelijk de Indische Kwestie kan worden behandeld in de Tweede Kamer.

ICM overhandigde de 10.000 handtekeningen aan voorzitter van het Indische Platform de heer Silfraire Del Hay. Met het mandaat Erkenning, Excuses en compensaties (Voor allen). Bij de overdacht van het Mandaat werd Het KNIL en Backpay toegevoegd. ICM team voelde zich bedonderd door het IP. Hele campagne initiatief van ICM en ook nog betaald ! Op de achtergrond binnen het Indisch Platform werd er gemuit. Drie delegatieleden werden geroyeerd ofwel uit de delegatie gemieterd, hierdoor dit IP geen oog had om bijvoorbeeld in contact te blijven met de Tweede Kamer, wat ICM team wel deed. Het ICM Team Lid kwam er achter dat op de begroting van Min.VWS een meevaller was van 6 miljard. Het teamlid verzocht Ferry Schwab om dit door te geven met betrokkene Kamerleden, juist omdat de volgende dag een debat was met Martin van Rijn, en met deze informatie om de oren kon slaan. Wat ook gebeurde. Om in de termen van Vz. Silfraire van het IP te hanteren “So far so Good”.  

Nu het Traktaat van Wassenaar.

ICM start wederom het project ACTW-66 op net als het vorige partners Suisantable en NINES - Zuid. Moest wel omdat het IP zelstandig zonder overleg met ICM de Nederlandse Indische Burgers van eisen lijst schrapte van het mandaat door alleen voor de groep KNIL te gaan. Wederom opstarten van campagne om uiteindelijk 15.000 handtekeningen te verzamelen. Op de achtergrond was het team druk bezig om verhaal te halen bij Ministerie van Buitenlandse zaken, starten van onderzoeken, WOB procedure Min.BuZa, Min. Financien en Min. Sociale zaken. Dit alles werd samengevat in het hoofdrapport, aanvullensrapport, onderzoekbewijs rapport en Persoonlijke verhalen (bewijs).

Van februari 2020 verzoeken gedaan richting de Tweede Kamer om de zaak aan te bieden. Covid – 19, val van Kabinet / formatie zorgde voor de vertraging. September 2021 nadat ACTW-66 een verzoek deed richting alle fractievoorzitter om drie moties namens ACTW-66 (Actie Comite Traktaat Wassenaar 1966) in te dienen. Was Mark Harbes van de VVD die zich opwierp om ACTW-66 zaak te behartigen. Mark Harbes verliet de Tweede Kamer gaf het stokje over aan Jacqueline die naarstig opzoek ging naar collega die wel Min.BuZa in zijn portefeuille heeft. Op 15 maart 22 ( twee jaar) later werd verzoek ingewilligd door de Tweede Kamercommissie Min.BuZa. Was de VVD Rudmer Heereman die petitie en alle stukken in ontvangst nam. VVD heeft zijn woord gehouden. Rekening dient te worden dat dat in Tweede Kamer het stormde van de Toeslagen affaire, Gronings Gas, en Stikstof (De Boeren).

Met dank aan Indisch Platform dat Nu de Republiek Indonesie het geld terugvorder van die 341.000 Nederlandse Indische Burgers ( Nederlanders, Indo-Europeanen, Molukkers, en van Joodse Afkomst)  Met dank Project van ICM wegkaapt!

ACTW-66 heeft heeft als tussenresultaat bereikt :  1)  inval 1947/1948 Inval (geen politionele acties)   2) Gepleegde oorlogmsidaden, al eerder door VN bevestigd.  Mark Rutte excuses aangeboden, gaat de 96.721 nabestaanden compenseren.  3)  17 augustus 1945, Nederland als agressor volgens oorlogsverdragen wordt gezien. Consequentie alle oorlogschade moet betalen van de regering en burgers, dus ook wij (Traktaat van Wassenaar).

 

Lees verder…