Alle berichten (10)

Sorteer op

“Wat komen jullie hier doen?”

10897306272?profile=original“Wat komen jullie hier doen?” 

De documentaire “Wat komen jullie hier doen?” gaat over de periode na de Bersiap en de feitelijke onafhankelijkheid van Indonesië op 27 december 1949. De meeste Indische Nederlanders moesten hierna Indonesië verlaten. In Nederland kwamen ze begin vijftiger jaren bij de eerste opvang terecht in de voormalige concentratiekampen Westerbork en Vught, in contractpensions    en bij familie als daar ruimte aanwezig was.

De eerste groep van ruim 80.000 vluchtelingen, die meestal; aangeduid werden als Indische repatrianten, kwamen tussen 1950 en 1952 naar Nederland.

 

In de periode hierna zijn nog eens meer dan 200.000 Indische Nederlanders, waaronder 12.500 Molukkers, naar Nederland gekomen. Verreweg de meesten van hen waren nooit eerder in Nederland geweest.

 

De documentaire

 

De eerste grote groep Indische Nederlanders die uit indonesië vluchtte, kwam al vanaf januari 1950 met schepen aan in Rotterdam en sommigen in IJmuiden. Ze hadden geen idee hoe ze in Nederland opgevangen zouden worden. Een van hen vertelt: “In juli 1950 kwamen we in Nederland aan. Ondanks dat men zei dat het zomer was, hadden we het ijskoud. En ik was hoogzwanger. We hadden geen enkel idee waar we heen zouden gaan. Er stonden grote bussen klaar en daar moesten we instappen. We gingen met twee bussen, met baby’s, met kinderen op schoot, met zwangere vrouwen. De chauffeur van de bus zei: “Waar we jullie naar toe moeten brengen, dat is helemaal niets voor jullie. Als er hier in de bus mensen zijn, die in de buurt of waar dan ook nog familie hebben waar jullie naar toe kunnen, dan brengen we jullie alsnog naar jullie familie”. Maar de meeste mensen hadden hier helemaal geen familie”. 

 

10897306461?profile=originalIn voormalige Duitse Concentratiekampen

 

“We kwamen met de bussen aan toen het al donker was. De kamp-beheerder kwam uity zijn grote huis, hief zijn armen in de lucht en riep: “Wat komen jullie hier doen? Er5 is hier geen eten en we hebben hier niet eens bedden”. De mannen werden van de vrouwen en kinderen gescheiden. Wij moesten in het begin in aparte barakken slapen. Onze m,annen moesten eerst bij de boeren in de omngeving stro halen en daarmee moesten we zelf matrassen vullen. We wisten niet wat ons overkwam. We wisten ook niet dat Westerbork een concentratiekamp was geweest voor Joden, die daarna naar de vernietigings-kampen in Duitsland en Polen getransporteerd werden. Daar hadden we in Indië niets van meegekregen. We vroegen ons af waar we terecht waren gekomen. Ik ben bevallen op een stapelbed. Toen onze zoon geboren werd, zei de zuster tegen mijn man: “Nou, hier is je zoon; met je vrouw gaat het ook goied en je weet verder wel wat je doen moet”. Het was ons eerste kind en wisten wij veel”. Aldus het relaas van een van de gerepatrieerden.

 

10897306488?profile=originalVervolg op Archief van Tranen

 

Deze documentaire, die in augustus zal worden uitgezonden door Omroep MAX, is het vervolg op het tweeluik “Archief van Tranen”, dat eerder werd uitgezonden. In dit tweeluik werden de  vrijwel onbekende massamoorden onthuld op Nederlandse burgers, die plaats-vonden tijdens de onafhankelijk-heoidsstrijd in het voormalige Nederlands-Indië. Deze periode staat bekend als de Bersiap.

 

Met bussen kwamen ze aan bij     het Kamp Westerbork (woonoord Schattenberg)

 

Doel documentaire

 

Documentairemakers Pia van der Molen en Michiel Praal verwoorden de doelstellingen van hun nieuwste productie als volgt: “De Indische gemeenschap in Nederland staat tot op de dag van vandaag bekend als hét voorbeeld van integratie. Zij hebben zich stilzwijgend geschikt in hun lot hier, in het voor hen toen nog onbekende vaderland. Over wat zij tijdens de Japanse bezetting, de erop volgende Bersiap-periode en de daarna volgende gedwongen verbanning uit hun moederland naar het koude Nederland, hebben meegemaakt, is vooral gezwegen. Maar wij, inwoners en overtheid van Nederland, hebben hier ook nooit naar gevraagd. We waren in de wederopbouw na de oorlog vooral met opnszelf bezig, met de verwerking wat óns in de oorlog overkomen was. We waren bezig met het begin van het bouwen aan een welvaartstaat”.

 

10897306501?profile=originalOok in het voormalig Duits concentratiekamp Vught (woonoord Lunetten) werden de Indische mensen opgevangen.

 

“Het is belangrijk dat als vervolg op de documentaire reeks “Archief van tranen” over de bloedige verschrikkingen van de Bersiap-tijd, de verhalen ovber het moeten vluchten naar Nederland en de kilte waarmee de Indische Nederlanders hier zijn ontvangen ook opgetekend wordt”, aldus de makers.

 

Televisie-uitzending

 

De documentaire “Wat komen jullie hier doen?” is germaakt door Pia Media bv in Bussum in opdracht van Omroep MAX. De Televisie-uitzending is op 15 augustus 2015 op NPO 2 om 17.30 uur. De documentaire heeft een lengte van 50 minuten.

Nadere inlichtingen op de website www.pia-media.nl en via e-mail: michiel.praal@pia-media.nl Tel: 06-51357195.

 

 

Lees verder…

10897253880?profile=original

HET GEBAAR -  Hoe dachten de politieke partijen destijds over de Indische Gemeenschap ?

25 839
Tegoeden Tweede Wereldoorlog

nr. 23
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 28 februari 2001

De vaste commissie voor Financiën1 en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 hebben op 8 februari 2001 overleg gevoerd met minister Zalm van Financiën en minister Borst-Eilers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:

– de voortgang van de werkzaamheden in verband met de tegoeden Tweede Wereldoorlog (25 839, nr. 17);

– de voortgangsrapportage Tegoeden Tweede Wereldoorlog (25 839, nr. 18), voorzover de stukken betrekking hebben op de Indische tegoeden;

– de nadere uitwerking van de regeringsreactie naar aanleiding van het rapport van de begeleidingscommissie onderzoek Indische tegoeden (25 839, nr. 21).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Middel (PvdA) stipt aan dat de Kamer de regering tijdens het vorige overleg heeft gemeld dat er te veel bezwaren leefden om akkoord te kunnen gaan met het voorstel inzake de Indische tegoeden. De regering en het Indisch platform hadden geen overeenkomst bereikt over de hoogte van het bedrag, de keuze voor individuele uitkeringen en het door het platform ongewenste onderscheid tussen binnenkampers en buitenkampers. Bovendien zijn er door veel betrokkenen vraagtekens gezet bij de representativiteit van het Indisch platform.

Het inmiddels bereikte resultaat is beter, maar roept toch enkele vragen op. Er is een akkoord bereikt met het Indisch platform over een bedrag van 350 mln. gulden voor individuele uitkeringen en 35 mln. gulden voor collectieve doelen. De in allerlei organisaties en clubs gefragmenteerde Indische gemeenschap blijft echter twijfels uiten over het Indisch platform als representatief orgaan. Het is niet de taak van de Kamer noch van de regering om, zoals hier en daar is geopperd, alsnog een dergelijk orgaan in te stellen. Vastgesteld moet worden dat de Indische gemeenschap, in tegenstelling tot de joodse gemeenschap, blijkbaar niet in staat is om een breed draagvlak te organiseren. Het moge echter duidelijk zijn dat het overboord zetten van de verschillen ertoe zal leiden dat de onderhandelingspositie ten opzichte van de overheid sterker wordt.

De heer Middel vindt het akkoord redelijk, zeker omdat het onderscheid tussen binnenkampers en buitenkampers is weggevallen. Enige verdieping in deze ingewikkelde problematiek maakt immers duidelijk dat het anno 2001 niet op de weg van het parlement ligt om hierop inhoudelijk in te gaan. Het is overigens onduidelijk of een deel van het bedrag van 35 mln. gulden ook wordt of kan worden besteed aan (de problemen rond) het Indisch huis. De regering blijft toch betrokken bij de besteding van dit geld?

Meer in het algemeen blijft onduidelijk, ook voor betrokkenen, of met het bereikte akkoord over «350 plus 35 mln.» de zaak is afgerond. Het Nederlandse rechtssysteem houdt, zoals bekend, de mogelijkheid van individuele claims open. Daarnaast bestaat er echter onduidelijkheid over het overigens zeer te waarderen breed historisch onderzoek, waarin ook aandacht zal worden besteed aan de financiële aspecten van het rechtsherstel. Volgens het Indisch platform, dat overigens onder druk van de demografische ontwikkeling van haar achterban akkoord is gegaan met de 350 mln. gulden, biedt dit een opening om naar aanleiding van nieuwe gegevens het gesprek met de overheid voort te zetten. Kan de minister helderheid brengen op dit vlak? De zaak is nu toch klaar?

De heer Middel spreekt de hoop uit dat bij de verdeling van het geld over de Indische gemeenschap en bij de besteding van het geld voor de collectieve doelen wegen gevolgd kunnen worden analoog aan die bij de joodse gemeenschap. Gelukkig blijkt er reeds sprake van enige contacten tussen beide groeperingen. De regering blijft toch ook betrokken bij deze structuren?

Reeds eerder zijn vier andere groepen van oorlogsgetroffenen naar voren gebracht, die in dit verband in meer brede zin relevant zijn. Het gaat om homoseksuelen, kinderen van Jehova's getuigen, reizigers en dwangarbeiders. Kan de minister enig licht werpen op eventuele vorderingen op dit vlak, ook in relatie met de stichting Burger oorlogsgetroffenen (SBO)? Hoe staat het daarnaast met de pensioenen? De bij SBO geregistreerde mensen hebben via de IOM (Internationale organisatie voor migratie) formulieren ontvangen die hier en daar de verwachting op een vergoeding oproepen. Is de opstelling van de overheid niet te formeel? Hier is eveneens enige spoed op zijn plaats, gelet op de ook hier geldende demografische ontwikkeling.

Mevrouw Meijer (VVD) maakt duidelijk de vele berichten en gegevens uit de Indische gemeenschap zeer op prijs te stellen, daar deze duidelijk geholpen hebben bij het maken van de uiteindelijke afweging.

Zesenvijftig jaar na het einde van de verschrikkingen in en buiten de kampen in Nederlands-Indië zal ruim 350 mln. gulden worden verdeeld over de Indische gemeenschap, als tegemoetkoming voor de kille en afstandelijke behandeling door de verschillende regeringen na de Tweede Wereldoorlog. Mevrouw Meijer stemt hiermee in. Veel Indische Nederlanders namen destijds verzwakt, berooid en bedreigd, noodgedwongen afscheid van Nederlands-Indië. In Nederland vonden de repatrianten en emigranten geen troost of begrip in een samenleving die alle aandacht vestigde op de wederopbouw. Opeenvolgende naoorlogse regeringen hebben vervolgens bij de gehele groep Indische Nederlanders een nog immer actuele, fundamentele frustratie opgeroepen over onmacht, onrecht en leegte. Dit onverdraagbare verdriet, het gevoel te kort te zijn gedaan door de Nederlandse overheid, valt natuurlijk niet weg te nemen of te restitueren met het door de regering overeengekomen gebaar.

Mevrouw Meijer heeft kennisgenomen van de brief van 12 december 2000 van de minister van VWS. Kan de regering toelichten wat verstaan wordt onder «rechtsherstel» en «gebaar»? De bereidheid van de regering om tot een grondig historisch onderzoek naar het rechtsherstel te komen is verheugend. Wat is echter de betekenis van dit onderzoek? Komt het rapport Aspecten van rechtsherstel, van het Indisch platform, daarbij ter sprake? Kan het onderzoek ook financiële consequenties hebben? De minister schrijft dat naast het collectieve gebaar van 350 mln. gulden individuele claims mogelijk blijven. Enige toelichting is hierbij vereist, opdat hierover duidelijkheid ontstaat binnen de Indische gemeenschap. Wat is bijvoorbeeld de positie van Indische Nederlanders die buiten Nederland verblijven? Meer in het algemeen moet helderheid worden geboden inzake de organisatorische afhandeling. Waar kunnen claimanten terecht die het niet eens zijn met de afwikkeling van hun claim?

Mevrouw Meijer roept de Indische gemeenschap op om voortvarend en in het belang van die gemeenschap tot een voor iedereen aanvaardbare afronding van dit lastige dossier te komen. Hoe groot de frustraties ook zijn, er moet nu het nog kan, snel en effectief recht worden gedaan aan wie het toekomt.

Mevrouw Giskes (D66) vindt het treurig dat ruim vijftig jaar na dato nog steeds over dit onderwerp gesproken moet worden. Daarbij past alleen een vorm van gêne. Ook het parlement immers heeft in de jaren na de oorlog te weinig oog gehad voor de positie van Indische Nederlanders. De brief van 12 december brengt echter een heel goede oplossing nabij, waarbij het vervolgens vooral op de uitvoering aankomt.

Bij de door de regering gekozen aanpak inzake de Indische gemeenschap lopen de thema's gebaar en rechtsherstel enigszins door elkaar. Dit komt vooral omdat de verschillende groepen oorlogsgetroffenen in dit verband niet goed te vergelijken zijn. Bij de joodse gemeenschap is er sprake van een vrij nauwkeurige berekening inzake het rechtsherstel. Bij de Sinti en de Roma is er uitsluitend sprake van een financieel gebaar. Bij de Indische gemeenschap moet vastgesteld worden, gegeven de huidige kennis, dat deze zaken door elkaar lopen. Primair lijkt het te gaan om een gebaar, ook hangende het te komen breed historische onderzoek. Dat onderzoek moet het hele verhaal vertellen, in geschiedkundige zin en inzake het (financiële) rechtsherstel van de verschillende groepen die in dit verband onder de noemer van de Indische gemeenschap vallen. Veel van de betrokkenen waren lange of korte tijd weg uit Nederland of waren er nog nooit geweest. Ook daarom zal hun terugkeer in de Nederlandse samenleving anders zijn geweest dan bij de andere gemeenschappen. Meer in het algemeen moet overigens bedacht worden dat het vrijwel onmogelijk is, na zoveel tijd de lucht definitief te klaren.

Mevrouw Giskes acht de 350 mln. gulden, waarop het overleg tussen de regering en het Indisch platform uit is gekomen, aanvaardbaar. Het is goed om vast te stellen dat er een vorm van overeenstemming is gevonden en dat er een gevoel van tevredenheid bestaat bij de vertegenwoordigers van de Indische gemeenschap. Het onderscheid tussen binnenkampers en buitenkampers is dan ook vervallen en bovendien is er nu sprake van een individuele uitkering. Vervolgens is van belang dat er ook snel overgegaan kan worden tot het verstrekking van de uitkeringen. De overheid heeft op dit vlak immers reeds enige ervaring opgedaan met de joodse gemeenschap.

De 350 mln. gulden aan individuele uitkeringen lijkt bestemd te zijn voor mensen die in de periode 1941–1945 aan dan lijve de oorlogstijd hebben meegemaakt in Indonesië. Kan de minister dit bevestigen? Als vervolg op het technische onderzoek naar individuele claims zal er ten dele verder onderzoek plaatsvinden naar rechtsherstel binnen het breed historisch onderzoek. Als de uitkomsten hiervan bekend zijn, zullen die naast het bedrag van 350 mln. gulden gelegd moeten worden, opdat het allerlaatste woord over dit dossier gesproken kan worden.

De heer De Haan (CDA) is van mening dat de Kamer een zo groot mogelijke vorm van eendrachtigheid moet betonen bij deze zaak. Een dergelijk indrukwekkend onderwerp behoeft immers een indrukwekkend optreden. Daarbij moet in het oog worden gehouden dat uiteindelijk geen volstrekte tevredenheid zal kunnen worden bereikt over de hoogte of de interpretatie van het bedrag. In alle plezierige en vaak emotionele contacten met de Indische gemeenschap is immers nooit een eenduidige oplossing naar voren gekomen. De kern van de zaak lijkt daarbij de vraag of er nu sprake is van rechtsherstel of van een gebaar. Daarbij ligt ook het onderscheid tussen de oorlogsperiode en het naoorlogse rechtsherstel gevoelig. Toch is het algemeen gevoelen dat er een punt achter de zaak gezet moet worden, ook als het gaat om het vraagstuk van de representativiteit van het Indisch platform.

Het bedrag van 350 mln. gulden moet «for the time being» worden geaccepteerd. In dit verband moet de functie van het breed historisch onderzoek door de regering duidelijk worden gemaakt. Een objectieve historische studie kan tot herkenning en erkenning leiden van de problemen van de Indische landgenoten. Wat echter als de resultaten laten zien dat de Nederlandse Staat op geld van de Indische gemeenschap zit? Hoe zal vervolg worden gegeven aan een dergelijke conclusie, ook in relatie tot het bedrag van 350 mln. gulden? De regering zal dan toch (opnieuw) tot een vergoeding over moeten gaan?

De heer Van Dijke (RPF/GPV) heeft een gevoel van gêne als het gaat om de duur van de afwikkeling van de problematiek van de Indische tegoeden. Het betekent immers onder meer dat vooral de naoorlogse generatie het woord over dit dossier moet voeren. Daarbij kan onmogelijk hetzelfde gevoel of dezelfde emotie worden opgeroepen als die bij de betrokkenen leven over de buitengewoon trieste en treurige gebeurtenissen. Wie zijn ogen sluit voor het verleden, gaat echter de toekomst blind tegemoet. Het breed historische onderzoek wordt dan ook zeer gewaardeerd, ook al zijn de financiële consequenties vooralsnog onduidelijk. Het is belangrijk dat de regering erkent dat de overheid steken heeft laten vallen in het verleden. In dat verband is het wat wonderlijk dat in de brief van 12 december sprake is van «vermoedelijke tekortkomingen». Is er soms ook sprake van «vermoedelijk rechtsherstel»?

Het is belangrijk dat niet getracht wordt het leed van verschillende groeperingen met elkaar te vergelijken. Bovendien moet voorkomen worden dat mensen zich ongelijk behandeld voelen, zeker bij deze gevoelige kwestie. Het verleden van de Indische gemeenschap is goeddeels niet gedocumenteerd. Uit diezelfde gemeenschap is echter recentelijk door diverse mensen naar voren gebracht dat lang niet alle voor de hand liggende bronnen zijn aangeboord. Heeft de regering een maximale inspanning gepleegd om de beschikbare feiten boven water te krijgen? De heer Van Dijke sluit zich overigens aan bij de woorden van de heer Middel over de kwestie van de representativiteit van het Indisch platform.

Het is de heer Van Dijke nog niet geheel duidelijk wie voor een uitkering in aanmerking komt. Hoe staat het bijvoorbeeld met de mensen, die na de oorlog zijn geëmigreerd? Vallen zij buiten de reikwijdte van deze regeling? Meer in het algemeen zou het buitengewoon betreurenswaardig zijn als bij de afwikkeling van een en ander zaken een rol gaan spelen die de waardigheid in het geding brengen. De oproep van mevrouw Meijer in dezen wordt dan ook door hem onderschreven.

De heer Van der Staaij (SGP) merkt op dat bij rechtsherstel in het algemeen en bij de Indische tegoeden in het bijzonder drie trefwoorden van groot belang zijn: voortvarendheid, zorgvuldigheid en consensusgericht. Gelet op zowel de tijd dat de gebeurtenissen speelden als de hoge leeftijd van betrokkenen is voortvarendheid van groot belang. Zorgvuldigheid en consensusgericht zijn eveneens belangrijk, bijvoorbeeld gelet op veelal ontbrekende gegevens. De bijzondere gevoeligheid van het gebaar, de erkenning en de tegemoetkoming van de overigens zeer gevarieerde Indische gemeenschap maken duidelijk dat het niet kan gaan om een zakelijk debat. Er moet tegemoetgekomen worden aan de ervaren kilheid, het formalisme en de bureaucratie, het onbegrip en de slechte ontvangst van de Indische burgeroorlogsslachtoffers in naoorlogs Nederland. De vele brieven uit de Indische gemeenschap laten immers zien hoe diep de verbittering is.

De in de stukken gebruikte term «gebaar» is weinig gelukkig, omdat deze te veel de sfeer van onverplichte vrijgevigheid uitademt. De term «tegemoetkoming» doet meer recht aan de gevoelens die bij de betrokkenen leven, aangezien het om morele aanspraken gaat. Dat maakt overigens een waardering van de hoogte van het bedrag heel moeilijk. Er lijkt echter zo veel als mogelijk overeenstemming te zijn bereikt over een bedrag dat, ondanks alle kritiek, aan het doel beantwoord. Met het bedrag van 350 mln. gulden plus 35 mln. gulden voor collectieve doeleinden lijkt een balans bereikt, ook aangezien er nu sprake is van individuele uitkeringen. Gaat bij de invulling van de bedragen de afbakening van de doelgroep nog problemen opleveren? In het verleden is immers gesignaleerd dat hier sprake zou zijn van een complicatie. Hoe verhoudt daarnaast het publiekrechtelijke kader zich met de aangeboden behulpzaamheid van de regering bij het opstellen en uitvoeren van een uitkeringsreglement?

De heer Van der Staaij onderschrijft van harte de stelling van de regering dat voor rechthebbenden de mogelijkheid van individuele claims overeind blijft. Uit coulanceoverwegingen zal daarbij worden afgezien van een beroep op louter verjaring. De regering gaat voor het onderzoek naar individuele claims proberen, toegang tot relevante buitenlandse archieven te krijgen. In hoeverre zal een dergelijke poging vrucht kunnen hebben?

Het belang van een breed historisch onderzoek wordt door de heer Van der Staaij onderschreven. De witte vlekken moeten worden ingevuld, opdat er zo veel mogelijk helderheid kan worden gebracht. Staat de door de regering bepleitte breedheid overigens niet de ook gewilde snelheid van het onderzoek in de weg? Wanneer is dit historisch onderzoek afgerond? Volgens de brief van 12 december spelen bij het onderzoek ook de morele aspecten een rol. Dit kan suggereren dat de discussie over de morele aanspraken en de hoogte van het totaalbedrag heropend kan worden. Dat is toch niet de bedoeling? Bij de Indische gemeenschap zijn op dit vlak toch geen verwachtingen gewekt?

De heer Vendrik (GroenLinks) wijst erop dat een gevoel van schaamte past bij de constatering dat vorige politieke generaties in het parlement de zaak niet eerder tot klaarheid hebben kunnen brengen. De algemene lijn van de regering bij de joodse tegoeden, het zoeken naar bewijzen voor het kille en incomplete rechtsherstel na de Tweede Wereldoorlog, is doorgetrokken naar de Indische tegoeden. Eenzelfde benadering hoeft echter niet tot dezelfde uitkomsten te leiden, omdat de aard van de geschiedenis van de joodse en de Indische Nederlanders geheel verschillend is. Al met al is het een wellicht onbeholpen maar gerechtvaardigde en belangrijke poging om voor de door Indische Nederlanders opgedane trieste ervaringen, veroorzaakt door Nederlands handelen, verantwoordelijkheid te (her)nemen.

Het is goed dat het kabinet heeft besloten om in plaats van 250 mln. gulden voor collectieve doelen, 350 mln. gulden te reserveren voor individuele uitkeringen. Een en ander kan dan ook op steun van de Indische gemeenschap rekenen. Een belangrijke vraag daarbij is of met enige zekerheid op objectieve wijze vast te stellen valt wie precies tot de kring van gerechtigden behoort. Deze delicate kwestie speelde ook bij de joodse tegoeden, met name inzake de halfjoden. Meer in het algemeen past hierbij de stelling dat het beter is, een uitkering te veel te verstrekken dan een uitkering ten onrechte te onthouden. De brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport spreekt over nader overleg met het Indisch platform over de kring van gerechtigden. Daarbij moet met enige «zachtheid» worden geopereerd, om te voorkomen dat mensen (weer) een gesloten loket vinden.

De heer Vendrik vraagt zich af wat het bedrag van 350 mln. gulden betekent. Is het een gebaar of een tegemoetkoming en wat is de relatie met het rechtsherstel dat voor sommige Indische Nederlanders zo slecht is uitgepakt? Het is daarnaast in dit verband enigszins onduidelijk wat het breed historische onderzoek, dat er zeker moet komen, behelst. Er moet een poging worden gedaan om zo breed mogelijk boven water te halen wat de Indische Nederlanders is overkomen. De kardinale vraag daarbij is welke consequenties de regering vervolgens uit de conclusies van dat onderzoek zal trekken ten aanzien van het rechtsherstel. Het collectieve gebaar van 350 mln. gulden aan individuele uitkeringen kan immers gezien worden als een poging tot tegemoetkoming in het kader van een onvolkomen rechtsherstel. Daarnaast moet de overheid echter de vraag open laten hoe men zal reageren op de uitkomsten van het onderzoek, aangezien die onbekend zijn. Dit betekent dat er op geen enkele wijze verwachtingen kunnen worden gewekt, al kan niet uitgesloten worden dat het onderzoek het bedrag van 350 mln. gulden ter discussie stelt. Deze opstelling is het meest rechtvaardig ten opzichte van de Indische gemeenschap. Hoe waardeert het kabinet deze opstelling?

Het is niet aan het parlement om te oordelen over de representativiteit van het Indisch platform. Dat neemt niet weg dat het Indisch platform en de regering zich rekenschap moeten geven van de vragen die hieromtrent leven. Dit kan iets betekenen voor de wijze van werken in de komende tijd, bijvoorbeeld transparantie bij de toekenning en besteding van gelden. Een dergelijke opstelling zou zeer te waarderen zijn. De vereniging Oud-cliëntencontact 45 maakt er overigens gewag van geen plaats te krijgen in het Indisch platform. Kan de minister iets betekenen voor deze groep?

De heer Vendrik verwacht nadere voorstellen over de invulling van de 35 mln. gulden aan collectieve doeleinden. Bij de samenstelling van de Indische gemeenschap is er sprake van een enorme pluriformiteit en diversiteit in ervaringen en posities. Deze pluriformiteit moet dan ook tot uitdrukking komen bij de besteding van deze gelden.

Antwoord van de regering

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport deelt de trieste gevoelens over het late moment waarop de overheid probeert te reageren op gevoelens die reeds sinds augustus 1945 leven bij de Indische gemeenschap. De betrokken groep Nederlanders heeft verschrikkelijke dingen meegemaakt vanaf december 1941. Het leed van deze landgenoten is op geen enkele manier te vergoeden. Hier past slechts blijvend begrip en medeleven.

Gedurende een vrij lange periode is overleg gepleegd over de invulling door de regering van de tekortkomingen in het rechtsherstel. De aanvankelijk gekozen oplossing van een collectief gebaar van 250 mln. gulden heeft een stroom van reacties veroorzaakt. Vervolgens is opnieuw overleg gevoerd, waarbij de inmiddels bekende oplossing is gekozen. Bij dat vaak plezierige en soms emotionele overleg heeft het Indisch platform zich ook steeds het lot aangetrokken van de Indische Nederlanders die geen lid zijn van een van de achttien clubs van het platform. Het bedrag van 35 mln. gulden voor collectieve doeleinden gaat overigens gepaard met een verzoek om projecten en ideeën in te dienen. Het net zal daarbij zo wijd mogelijk uitgegooid worden, zodat ook voorstellen van buiten het Indisch platform gehonoreerd kunnen worden.

De minister antwoordt dat met het bedrag van 350 mln. gulden het collectieve gebaar is afgesloten. Het breed historisch onderzoek is vooral nodig omdat er veel witte vlekken bestaan. De historische documentatie over de bezettingsperiode en de periode daarna moet dan ook worden aangevuld om de ontwikkelingen te reconstrueren. Het Indisch platform heeft uitdrukkelijk gevraagd om de notitie van oktober 2000, Aspecten van rechtsherstel, mee te nemen bij dit onderzoek. Een aanvullend onderzoek naar het rechtsherstel zal dan ook een herkenbaar onderdeel gaan vormen van het breed historisch onderzoek.

De commissie-Van Galen en de technische commissie haalbaarheidsonderzoek hebben beide moeten vaststellen dat er teleurstellend weinig archiefmateriaal beschikbaar is. Na grondige bestudering van een en ander is het de overtuiging van de regering dat het breed historisch onderzoek weinig nieuwe aanknopingspunten, inzichten, feiten of claims zal opleveren inzake het rechtsherstel. Er is een maximale inspanning gepleegd om de feiten te achterhalen. De kans dat de Nederlandse regering «op Indisch geld zit» is dan ook minimaal oftewel vrijwel uitgesloten. Wel kunnen wellicht mensen met de conclusies van het onderzoek een individuele claim ondersteunen. Er is ook in dit verband contact met de Indonesische regering over het raadplegen van haar archieven. Honorering van een dergelijk verzoek is onzeker, ook al is duidelijk gemaakt dat het niet in de bedoeling ligt om claims bij de Indonesische regering neer te leggen. Als de resultaten van het onderzoek bekend zijn, zal de regering zich daarin verdiepen en vervolgens geen discussie uit de weg gaan. Het collectieve gebaar is echter gemaakt met het bedrag van 350 mln. gulden. De minister antwoordde desgevraagd dat het naar de stellige overtuiging van de regering hierbij zal blijven. Het indienen van individuele claims blijft overigens te allen tijde mogelijk, ook als de betrokken mensen in het buitenland wonen. De claim op wat men in financieel-materiële zin te kort is gekomen, heeft immers geen verband met de huidige woonplaats.

De minister erkent dat er sprake blijft van een discrepantie bij de interpretatie van het totaalbedrag van 385 mln. gulden. Is het een gebaar of een tegemoetkoming in het rechtsherstel of voor de kille ontvangst? De Indische gemeenschap wil het graag zien als een gebaar op grond van de kille ontvangst. De regering ziet het als een poging tot verzachting van de ervaringen bij het toenmalige, gebrekkige rechtsherstel. In de brief is sprake van «vermoedelijke» tekortkomingen. Aangezien er weinig harde feiten over het rechtsherstel zijn en er geen volledig beeld beschikbaar is, gebiedt de zuiverheid een dergelijke formulering. Naar de overtuiging van de minister is er echter sprake van «waarschijnlijke» tekortkomingen. Juist de correct-formalistische en bureaucratische opstelling van destijds, ook inzake de valutakwestie, wil de overheid daarom alsnog pogen te verzachten. Meer in het algemeen past de term «tegemoetkoming» daarbij wellicht beter dan de term «gebaar».

Het Indisch platform is uitgenodigd om een voorstel te doen over de afbakening van de doelgroep inzake de individuele uitkeringen. Het bedrag zal ten goede moeten komen aan alle Nederlanders die tijdens de Japanse bezetting in Nederlands-Indië verbleven of elders (onvrijwillig) geïnterneerd of tewerkgesteld waren door de Japanse bezetter. Inmiddels is een ambtelijke werkgroep, onder voorzitterschap van mevrouw Van Heemskerk, belast met de voorbereiding van de uitvoering. Die zal ook de uitkeringcriteria nader uitwerken. Aan het NIDI (Nederlands interdisciplinair demografisch instituut) is bovendien gevraagd de doelgroep zo goed mogelijk te omschrijven. Bij die doelgroep horen ook mensen die zijn geëmigreerd. De werkgroep is kwartiermaker voor de in te stellen stichting die, geheel analoog aan die voor de joodse tegoeden, in twee ronden zal zorg dragen voor de afwikkeling en beoordeling van de uitkeringen. Met het oog op de hoge leeftijd van de betrokkenen zullen de eerste bedragen nog dit jaar worden verstrekt. Het ministerie van VWS blijft overigens te allen tijde beschikbaar om, ook als de organisatie reeds werkzaam is, de stichting met raad en daad bij te staan. De verdeling van de gelden is echter een zaak van de stichting zelf. De Kamer zal te zijner tijd in kennis worden gesteld van de uiteindelijke doelgroepdefinitie en de voortgang in het algemeen.

De minister legt uit dat de Kamer tevens nader op de hoogte zal worden gesteld van de besteding van het bedrag van 35 mln. gulden voor collectieve doelen. De zaak van het Indisch huis wordt daarbij in principe op de eigen merites bekeken. Uiteindelijk gaat het echter om de wensen van de Indische gemeenschap.

Met de homoseksuele gemeenschap is overigens zeer recent overeenstemming bereikt over het beschikbaar stellen van 3,5 mln. gulden voor aanvullend onderzoek en het toegankelijk maken van de resultaten daarvan. Een oproep van de SBO inzake de kinderen van Jehova's getuigen heeft slechts drie reacties opgeleverd. Deze drie mensen zijn uitgenodigd voor een gesprek. De reizigers, de woonwagenbewoners, kennen geen organisatie die als gesprekspartner te gebruiken is. Inmiddels is SBO bezig om middels een meldpunt de relevante gegevens te verzamelen. Nog dit jaar zal daarover een rapport aan de Kamer worden toegestuurd.

Bij de ex-dwangarbeiders is er sprake van een teleurstellende ontwikkeling rond het in Duitsland opgerichte fonds. Veel bedrijven hebben nog niet gestort. Ook Oostenrijk kent een fonds, waarvoor overigens SBO de aanvraagbegeleiding mag verzorgen. Op korte termijn wordt de landelijke aanvraagprocedure bekend gemaakt. De regering wil daarnaast trachten iets te doen voor deze mensen via het WUBO-traject (Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945). De Pensioen enuitkeringsraad (PUR) heeft hierop besloten met een pilot te starten voor 1% van de bij SBO-geregistreerde ex-dwangarbeiders, zodat gepeild kan worden hoeveel interesse er is en hoeveel mensen hiervoor in aanmerking komen.

Over de kwestie van de pensioenen vallen, in afwezigheid van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, geen nieuwe feiten te melden.

De minister van Financiën geeft aan dat met rechtsherstel niet wordt gedoeld op een vergoeding van de schade die tijdens de oorlog is geleden. Het gaat om de inzet van de overheid om getraceerde goederen bij de rechthebbende terug te brengen. Door erop te wijzen dat Nederland de oorlog aan Japan verklaarde, wordt soms getracht uit te komen op een soort integrale schadevergoeding. Koningin Wilhelmina zou immers in een radio-oproep hebben gesteld dat er sprake zou zijn van compensatie van geleden oorlogsschade. Het is echter onmogelijk om iedere individuele schade als gevolg van verschillende oorlogshandelingen te vergoeden.

Bij het rechtsherstel zijn ongetwijfeld fouten gemaakt. De kernvraag daarbij is of de Nederlandse overheid op Indisch geld zit. Het bedrag van 350 mln. gulden is een tegemoetkoming voor juist het vermoeden dat het rechtsherstel, ook wat betreft de Nederlandse staat, niet helemaal perfect is verlopen. Het is immers naar de stellige overtuiging van de regering onmogelijk te achterhalen welke fouten zijn gemaakt en welke bedragen daarmee waren gemoeid. Dat laat de mogelijkheid van een individuele claim onverlet, ook al is er sprake van verjaring. Daarbij kan het breed historisch onderzoek wellicht aanknopingspunten bieden.

De afwikkeling van de joodse tegoeden verloopt voorspoedig. Inmiddels worden reeds bedragen uitgekeerd. Hopelijk is er snel sprake van een uitkeringsreglement inzake de Indische tegoeden. Daarbij kan men zijn voordeel doen met de reeds opgedane ervaringen. Er zal dan ook in dit geval sprake zijn van de tweerondenmethode, zodat de 350 mln. gulden geheel individueel uitgekeerd zal worden.

Nadere gedachtewisseling

De heer Middel (PvdA) vindt het van belang dat de uiteindelijke uitvoering van de regeling inzake de Indische tegoeden niet wordt opgehouden door eventuele discussies. Mede gezien de kritische geluiden over representativiteit uit de Indische gemeenschap, is een beroep op de regering gepast om met extra attentie zorg te dragen voor een goede organisatie van de uitvoering. De toenmalige minister-president heeft de Indische gemeenschap immers in 1991 opgeroepen zich te organiseren tot een gesprekspartner voor de regering.

Het onderzoek naar de afbakening van de doelgroep is wat wonderlijk, gelet op de praktijk bij de joodse tegoeden en de uitvoering van met name de WUBO. De huidige woonplaats of nationaliteit van een oorlogsgetroffene maakt toch niets uit? De pilot inzake ex-dwangarbeiders is een aardig initiatief, maar ook hier is enige snelheid geboden met het oog op de hoge leeftijd van de betrokkenen.

De heer Middel vindt dat de overheid de schijn moet vermijden dat mensen aan het lijntje worden gehouden. Het breed historisch onderzoek kan aanleiding geven tot ondersteuning van individuele claims, die immers overeind blijven. Het moet echter duidelijk zijn dat er geen behoefte bestaat om in een later verband op het collectieve bedrag, 385 mln. gulden, terug te komen.

Mevrouw Meijer (VVD) heeft eveneens geen behoefte om op het totaalbedrag van 385 mln. gulden terug te komen. De vraag waar mensen terecht kunnen die het niet eens zijn met de afwikkeling van hun claim is onbeantwoord gebleven.

De wijze van afwikkeling van de joodse tegoeden is, na alle verwikkelingen, buitengewoon goed en plezierig te noemen. De regering moet dan ook toezeggen, vooral behulpzaam en inlevend te zullen opereren bij de organisatie van de afwikkeling van de Indische tegoeden. De Indische gemeenschap op haar beurt moet de strijdbijl begraven, zodat een snelle en goede afwikkeling binnen bereik komt.

Mevrouw Giskes (D66) constateert dat de ergernis over het naoorlogse rechtsherstel en de onvrede en frustratie over de kille ontvangst elkaar hebben versterkt. Erkenning hiervan leidt dan ook tot het in elkaar grijpen van de termen gebaar en rechtsherstel. Daarbij moet geen onderscheid worden gemaakt tussen mensen die wel en mensen die niet in Nederland zijn gebleven. Wellicht hebben immers veel mensen Nederland juist verlaten omdat de ontvangst zo kil was.

De stellige overtuiging van de regering over een deel van de conclusies van het breed historisch onderzoek staat haaks op het idee van onderzoek op zichzelf. Bij een dergelijke overtuiging kan men het onderzoek immers beter laten. Is het niet beter te spreken van «verwachting» in plaats van «overtuiging»? Er kan immers niet uitgesloten worden dat er als gevolg van het onderzoek enigerlei claims naar voren komen die niet tot uitdrukking zijn gebracht in het bedrag van 350 mln. gulden.

Mevrouw Giskes vindt het verheugend en bovendien wezenlijk voor de voortgang van het uitkeringsproces dat er een onafhankelijk voorzitter is gevonden voor de werkgroep. Kan de Kamer te zijner tijd kennisnemen van het uitkeringsreglement?

De heer De Haan (CDA) heeft lof voor de stijl waarmee de regering in de afgelopen periode heeft gehandeld. Mede met het oog daarop moet het debat een duidelijke afsluiting vinden.

Het bedrag van 350 mln. gulden is een collectieve tegemoetkoming die individueel wordt uitgekeerd. Het ligt niet in de bedoeling daarop terug te komen. Uit het breed historisch onderzoek, dat vooral de documenten moet ordenen en de gebeurtenissen moet boekstaven, kan echter blijken dat voor bepaalde groepen of individuen het rechtsherstel nog moet plaatsvinden.

De heer De Haan vindt het belangrijk dat de afwikkeling van een en ander goed wordt georganiseerd. Daarbij kan men de vruchten plukken van de ervaringen en specifieke kennis die zijn opgedaan inzake de joodse tegoeden.

De heer Van Dijke (RPF/GPV) memoreert dat onduidelijk is gebleven hoe te oordelen over de gevolgtrekkingen van het historisch onderzoek. Het accent bij dat onderzoek moet niet liggen op een verdere precisering van genoegdoening of rechtsherstel. Dat zou een veel te smalle betekenis aan dit op zichzelf te waarderen onderzoek geven. Men moet het laten bij het bedrag van 350 mln. gulden, individuele claims uitgezonderd.

Hoe is de regering overigens van zins om de verschillende rechthebbenden, bijvoorbeeld zij die verblijven of wonen in het buitenland, te traceren? Worden er pogingen gedaan om deze mensen te bereiken en zo ja, in welke vorm?

De heer Van der Staaij (SGP) stelt vast dat de materiële en de immateriële aspecten van de tegemoetkoming, ook gezien de wijze van rechtsherstel, moeilijk te scheiden zijn.

De vraag wanneer de eerste resultaten van het breed historisch onderzoek worden verwacht, is onbeantwoord gebleven. Dat onderzoek moet overigens niet als doel hebben om het bedrag van 385 mln. gulden ter discussie te stellen. Het kan echter dienstbaar zijn aan individuele claims.

De heer Vendrik (GroenLinks) vindt dat bij het toekennen van uitkeringen souplesse, snelheid en ruimhartigheid moeten worden betracht.

Kan de minister toezeggen zich sterk te zullen maken voor de zaak van de representativiteit van het Indisch platform, ook in verband met de positie van het Oud-cliëntencontact '45? Alle initiatieven uit de Indische gemeenschap moeten immers een plek onder de zon krijgen.

De heer Vendrik begrijpt van de regering dat de kans dat het breed historisch onderzoek nieuwe feiten oplevert, die het bedrag van 385 mln. gulden opnieuw ter discussie stellen, vrijwel nihil is. Het enige dat hier rest, is de resultaten van het onderzoek af te wachten. Er moet overigens niet vooral of alleen gekeken worden naar de witte vlekken in het rechtsherstel. Deze onderzoeksvragen moeten echter ook niet naar de rand van het onderzoek worden geduwd. Afhankelijk van de conclusies zal er wellicht een debat dienen te ontstaan over het voorliggende akkoord.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft breed uitgesproken steun gehoord voor de conclusie dat het bedrag van 385 mln. gulden het laatste woord is inzake het collectieve gebaar. Op dit vlak mogen er dan ook geen valse verwachtingen worden gewekt.

De hoofddoelstelling van het breed historisch onderzoek is de witte vlekken in de geschiedschrijving op te sporen. Het vele materiaal moet zodanig geordend worden dat de Nederlandse geschiedschrijving een goed hoofdstuk zal bevatten over deze verschrikkelijke periode. Aan het Indisch platform is toegezegd de notitie Aspecten van rechtsherstel bij het onderzoek te zullen betrekken. Naar schatting van de onderzoekers zal het totale onderzoek vier jaar in beslag nemen. Het is echter goed mogelijk dat bepaalde delen van het onderzoek, naar tijd of thema, eerder worden gepubliceerd. De regering stelt daarbij niet reeds te weten wat de resultaten van het onderzoek zullen zijn.

De minister legt uit dat is overeengekomen dat het bedrag van 350 mln. gulden ten goede moet komen aan toenmalige Nederlanders die tijdens de Japanse bezetting in het voormalig Nederlands-Indië verbleven of in opdracht van de bezetter onvrijwillig elders geïnterneerd of tewerkgesteld waren. De Kamer zal, nadat het NIDI een en ander heeft bekeken, op korte termijn een doelgroepdefinitie ontvangen. Nog dit jaar moet immers begonnen worden met het verstrekken van de uitkeringen.

De regering zal ook meer in het algemeen betrokken en behulpzaam blijven bij de organisatie. De inzet is daarbij gericht op het zo snel mogelijk oprichten van een stichting. De beslissingen van deze stichting staan open voor beroep en bezwaar, analoog aan de stichting voor de joodse tegoeden. De landsadvocaat is overigens reeds bezig met het ontwerpen van statuten voor de stichting en van een uitkeringsreglement. De Kamer zal ook deze beide regelingen toegezonden krijgen. De minister zegt toe actief betrokken en inlevend te zullen blijven, ook om eventuele rimpeltjes bij de afwikkeling zo snel mogelijk glad te strijken.

De minister maakt duidelijk dat bij de besteding van de 35 mln. gulden voor collectieve doelen alle ideeën en voorstellen van de Indische gemeenschap welkom zijn. Hierbij wordt vooral gedacht aan projecten in de sfeer van educatie, welzijn en cultuur. De inspanningen zijn momenteel overigens vooral gericht op het tot stand brengen van de individuele uitkeringen.

Het traceren van de mensen uit de doelgroep zal op eenzelfde wijze plaatsvinden als bij de joodse groepering. Door middel van advertenties in binnen- en buitenlandse kranten, netwerken en ambassades zal ook de kleine groep mensen die zich buiten Nederland bevinden bijvoorbeeld in Amerika in de gelegenheid worden gesteld om te reageren.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Van Gijzel

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Essers

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Janssen


XNoot

1

Samenstelling: Leden: Schutte (RPF/GPV), Reitsma (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Van Gijzel (PvdA), voorzitter, Voûte-Droste (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Giskes (D66), Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (RPF/GPV), Bakker (D66), De Vries (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), ondervoorzitter, Stroeken (CDA), Van Beek (VVD), Balkenende (CDA), Vendrik (GroenLinks), Remak (VVD), Wijn (CDA), Kuijper (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Bolhuis (PvdA).

Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Verburg (CDA), Koenders (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Balemans (VVD), Van Oven (PvdA), Schimmel (D66), Patijn (VVD), De Wit (SP), Hoekema (D66), Van Walsem (D66), Wilders (VVD), Blok (VVD), Dankers (CDA), Hillen (CDA), Weekers (VVD), Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Van den Akker (CDA), Timmermans (PvdA), Hindriks (PvdA), Smits (PvdA).

XNoot

2

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, Middel (PvdA), Essers (VVD), voorzitter, Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Rijpstra (VVD), Bakker (D66), Rouvoet (RPF/GPV), Van Vliet (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Gortzak (PvdA), Hermann (GroenLinks), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA), Kant (SP), E. Meijer (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok (VVD), Mosterd (CDA).

Plv. leden: Lambrechts (D66), Rehwinkel (PvdA), Apostolou (PvdA), Örgü (VVD), Van Gent (GroenLinks), Van de Camp (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Weekers (VVD), Ravestein (D66), Schutte (RPF/GPV), Schimmel (D66), Terpstra (VVD), Udo (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Belinfante (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Ross-van Dorp (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Duijkers (PvdA), Smits (PvdA), Marijnissen (SP), O. P. G. Vos (VVD), Hamer (PvdA), Cherribi (VVD), Eurlings (CDA).

Verberg inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Acties


E-overheid bouwt mee aan betere dienstverlening met minder regeldruk

Overheid.nl werkt samen met: Antwoord voor Bedrijven | Rijksoverheid.nl

SnelzoekenInfo

Snelzoeken
U kunt dit veld gebruiken om te zoeken op
–een vrije zoekterm voor het zoeken op tekst (bijvoorbeeld "milieu")
–een betekenisvolle zoekterm voor het zoeken naar specifieke publicaties (bijvoorbeeld dossiernummer '32123' of 'trb 2009 16').
U kunt termen combineren door EN te zetten tussen de termen (blg 32123 EN milieu).
U kunt zoeken op letterlijke tekst door '' om de term te zetten. ('appellabele toezeggingen').

Voor meer mogelijkheden en uitleg verwijzen wij u naar de help-pagina's van Officiële bekendmakingen op overheid.nl

Lees verder…

10897297856?profile=originalUit ICM Jaarboek een stuk geschiedenis hoe de politieke partijen over de Indische gemeenschap dachten:

Geen homogene groep in tegenstelling tot de Joodse - en Santi gemeenschap. Niet solidaire, en weten niet wat ze willen het beeld in 2001 . Wie is Indisch Platform die namens de Indische gemeenschap spreekt (geen achterban heeft) , had grote twijfels bij politiek Den Haag "Niet representatief" dat ICM Jaarboek voor U vastlegde.

Nu anno 2015 - 
NICC en ICM hebben 15 jaren het beeld getoond van de Indische samenleving aan beide Kamers dagelijks, nu weten ze wie de Indo's zijn, en alle fractie voorzitters hebben ICM Jaarboek gehad.


10.000 handtekeningen verzameld door NICC (Initiatiefnemer) en ICM ,

en pakket eisen/wensen bij Martin van Rijn geponeerd, maar dit geldt niet voor het Indische Platform, nog steeds de oud bakken benadering, het slaafse ambtelijk benadering met een repeterende benadering die steeds tegen een muur oploopt, en met geen toekomst visie, die alleen schade toebrengt volgens Java post en het kamp van Grisselda Molemans door deze laffe aanpak om de staat niet via Internationale hof te dag vaardigen.


Ja wij horen mensen nooit over NICC / ICM praten ........

en hoe doen ze dit allemaal zonder subsidies zoals het Indisch Platform, JES, etc.... al die jaren dagelijks draaien als media.

Klik hier voor het verslag http://icmonline.ning.com/profiles/blogs/hoe-dachten-de-politieke-partijen-destijds-over-de-indische-gemee

Lees verder…


10897296273?profile=original
10897232476?profile=originalUit de archieven  -Zal PGB Martin van Rijn de laan uit sturen, en wat zijn de consequenties voor het Indisch Platform ?

Van professie had ik een management / automatiseringsbureau die de multinationals en banken bediende. 5 jaren geleden werd het nieuwe zorgstelsel ingevoerd door onze geschoolde deskundigen, en marktwerking was het toverwoord.


Prachtig business-model om frauduleuze handelingen te stimuleren, en niet alleen ziekenhuizen tierde het willig van de toren hoge  - en dubbele declaraties die niet gecontroleerd werden. Al heel snel volgenden de thuiszorgbureautjes die ook het voorbeeld van de ziekenhuizen volgden.
80 miljard werd in die afgelopen 5 jaren gefraudeerd, volgens onze goeroe Robin Linschoten.


Hier moest heel snel een nieuw systeem vanuit politiek worden opgezet voor het PGB systeem om de fraude te bestrijden, en het andere fraude project met taskforce en Fiod maakte vliegende start door, en het ene na het andere ziekenhuis paste de bekende sterfhuis constructie toe, en successen werden behaald, alleen wordt er verzuimd te melden hoeveel van die 80 miljard werd buit gemaakt. Magertjes worden die 2 miljard bezuinigingen aan de hongerige media gemeld..

Voor het PGB was nog geen oplossing in augustus vorig jaar, en een iedere deskundige op de bedrijfskundige /automatiseringsterrein weet dat de bekende trajecten moeten worden doorlopen;


1. Probleemdefinitie
2. Eisen / wensen van nieuw op te stellen systeem
3. Ontwerp / Analyse
4. Programmering
5. Systeemtesten per onderdeel (instantie)
6. Integratie testen.
7. Conversie van oud naar nieuw.
8. Acceptatie-testen
9. Proef draaien.

Kortom mijn planning stond op januari 2017.

De vraag moet Martin van Rijn opstappen op deze grote vergissing, want de IT deskundigen zullen vast wel ook met zo'n planning zijn gekomen. Onder druk van de Kamer heeft Martin het onmogelijke gedaan, en heeft dus de regie niet in eigen hand kunnen houden, en ten koste van die 240.000 PGB'ers. Je bent door het volk gekozen, en zul je ook hun belangen zwaarder moeten wegen dan de schreeuwende collega's in de Tweede Kamer.


Ik vind van wel, want hij wist dat hij niet te realiseren die deskundigen hebben uitgezocht (Redactie heeft inzage gehad in de stukken). Desondanks hij een goede bestuurder is, maar kennelijk niet voor dit soort projecten / ontwikkelingen. Met mij vinden het 68 % volgens de laatste peilingen. Nu zitten nog vele thuiszorg werkers die al 3 maanden hun loon niet hebben ontvangen, en al duistere mafia praktijken worden uit de kast gehaald. Hoogmoed komt ten val !

 

 

Hoe zit het met het Indisch Platform.

In 2002 verscheen al een dodelijk rapport over het Indisch Platform (Verslag van de Kamercommissie van Tweede Kamer), en daar werden grote twijfels getrokken door alle fracties uitgesproken, en ook nu lijkt dit Indisch Platform anno 2015 in die sporen te lopen van het oude Indisch Platform, niet geschikt om zulke zaken op te pakken en wellicht zoals het kamp van "Grisselda" concludeert. 

Het IP zorgt dat de Indische zaak met haar rechten schade berokkent, zal ook dit IP moeten erkennen dat lat de hoog is geweest en zijn conclusies moeten trekken, en zich zelf moeten opheffen.

Lees verder…

Saté festijn in Taman Indonesia!

 

10897299865?profile=original

13 & 14 juni 2015,  Kallenkote

 

Saté festijn in Taman Indonesia! Riem de Wolff van de Blue Diamonds treedt op in dierenpark Taman Indonesia

 

Alweer voor de 7e maal organiseert Taman Indonesia een Pasar Saté op het park. Verschillende kokkies vanuit heel Nederland komen naar het exotische dierenpark om hun lekkerste saté te bakken. Dit zesde jaar wordt gevierd met op beide dagen live muziek. Op zaterdag speelt de Hoogeveense 9 koppige Krontjongband Toegoe Modern en op zondag de befaamde Riem de Wolff van de Blue Diamonds.

Vanaf 12.o0 wordt er live saté gebakken op de Pasar Saté.

10897300254?profile=originalDiverse koks zullen op hun manier hun eigen saté bereiden en aan het bezoek laten proeven. Zo is er Saté Kambing (saté van geitenvlees), Saté Banjar, Saté Babi (varkensvlees), Sate Pentjol, Saté Ayam (kippenvlees) en andere satés bereidt op verschillende manieren. Diverse eetkraampjes verkopen op deze wijze hun eigen saté, danwel met stokbrood, gado gado of lontong. Smullen dus! Tevens is er een live band die de bezoekers laat swingen op echte traditionele krontjong muziek.

 

 

Riem de Wolff (Blue Diamonds) op de Pasar Saté

Zondag treedt Riem de Wolff, zanger en gitarist van de bekende Blue Diamonds op, in dierenpark Taman Indonesia. The Blue Diamonds zullen voor altijd verbonden blijven met die ene grote hit uit 1960: Ramona. Maar de carrière van de broers Ruud en Riem de Wolff bestaat beslist uit veel meer dan het beroemde liedje.

10897300691?profile=originalNadat de broers in 1949 hun geboorteland Indonesië hadden verlaten en in Nederland kwamen wonen, startten The Blue Diamonds een sprookjesachtige carrière. Die bracht hen wereldwijde successen en eeuwige roem. Van hun platen gingen miljoenen exemplaren over de toonbank, zowel in Nederland als in het buitenland. Ook waren The Blue Diamonds een van de eerste ‘Hollandse’ artiesten die met een liedje in de Amerikaanse hitlijsten stonden genoteerd. Dat gebeurde in november 1960 met Ramona!

Anno 2014 treedt de inmiddels bijna 70-jarige Riem nog steeds op met verschillende bands, waaronder Windfall en de zanggroep Gold met daarin ook de Indonesische televisiekok Lonny. “Ik zing nog altijd Ramona,” zegt Riem, die heeft uitgerekend dat hij het liedje de afgelopen vijftig jaar minstens achtduizend keer moet hebben gezongen. “Ramona zing ik voor het publiek, maar ook voor mijzelf. Want na al die jaren kan ik simpelweg niet meer zonder haar.”

De inmiddels in Taman Indonesia bekende 9 koppige krontjong band Krontjong Toegoe Modern laat zaterdag 14 juni haar gezellige krontjong geluiden horen.

 

Over Taman Indonesia

Taman Indonesia is een exotisch dierenpark waarbij u zich waant de tropische omgeving van Indonesië. Niet alleen ontmoet u spannende Aziatische dieren zoals de Binturong, de luwaks en Maleise Bosuilen, u kunt ook een kijkje nemen in een heus traditioneel Mentawai paalwoning, of een hapje eten in onze Indische warung. Voor kinderen is er een speeltuin, een kinderboerderij en een spannende speurtocht.

 

Naam: Pasar Saté

Datum: 13 & 14 juni 2015

Adres: Kallenkote 53, 8345 HE te Kallenkote

Website: www.taman-indonesia.nl

Organisatie: Taman Indonesia

Email: info@taman-indonesia.nl

 

Lees verder…

10897303491?profile=original10897302694?profile=originalICM ARCHIEF

Halbe Zijlstra verzoekt om een hoorzitting te houden mbt de Indische kwestie

Geachte Griffie,

 

Naar aanleiding van het AO oorlogsgetroffenen van 12 november wil de VVD de commissie verzoeken een hoorzitting te organiseren over de twee NIOD onderzoeken die vorig jaar zijn uitgekomen rond de backpay kwestie. Er is grote behoefte vanuit organisaties zoals het Indisch Platform en de Stichting Ereschulden om hierover met de Kamer van gedachten te wisselen. Aangezien deze onderzoeken er mede op verzoek van de Kamer zijn gekomen, lijkt het de VVD niet meer dan billijk om hierover een hoorzitting te organiseren. Kunt u dit verzoek agenderen voor de procedurevergadering VWS van woensdag 19 november 2010?

 

Met vriendelijke groet,

 

Halbe Zijlstra

Lid VVD-fractie, Tweede Kamer der Staten-Generaal

 

Lees verder…

Tong Tong Fair 57th???

De Tong Tong Fair, telt hun jaren van begin Pasar Malam Tong Tong de eerste gegeven in 1959. Als je begint met de legendarische pasar te tellen, begin dan in 1958 dat is het ware jaar!. Dan is het tellen het 58th pasar voor dit jaar.

Als je Jubileum telt dan is het de 57th Julileum. Normaal tel je zo ook bij een geboorte na een jaar ben je 1. Ook bij opening van een zaak, na een jaar hebben ze de 1ste Jubileum.

Mary Bruckel Beiten organiseerde de eerste jaarlijkse 8 pasar malams in de Haag. Tjalie Robenson (Jan Boone) die het verkeerd heeft gedocumenteerd met het jaar 1959 Daar heeft hij helaas  een slechte beurt in gemaakt, Vooral zelfs met een foto op de 1958 eerste jaar pasar, waar Tjalie Robinson op staat met z'n hoofd heel lief tegen Marty's doet.

Deze verwarring van het begin van dit legendarische postcoloniale Pasar Malam Tong Tong van jaar datums, hoop ik nu Mary Bruckel Beiten erkend is door de gemeente Den Haag als initianemer van de Pasar Malam Tong Tong. Dit dan eindelijk normal word geteld.

Dank u voor uw aandachat

Geraldine Bruckel-Lang

Lees verder…

10897290278?profile=originalIndo Rock ons cultureel paradepaardje? (15)  door:  Albert van Prehn

 

De “Indo music scene” bestaat eigenlijk al sinds de jaren 30 en misschien nog wel veel eerder daarvoor. De komst van de vele westerse nationaliteiten in het voormalige Nederlands Indië was tevens de komst van de vele muziek culturen en aangezien de toenmalige westerse elite hun eigen wereldje hadden gecreëerd waar de inlandse bevolking apart van werd gehouden, bleef de muziek die men van huis uit meenam alleen bestemd voor de besloten kring.

Wat had dat later voor betekenis voor de generaties die zijn ontstaan uit westerse en inlandse ouders, de gemengd-bloedigen,  de latere Indo’s? Deze werden westers opgevoed zoals de westerse ouder het wilde, want zijn gezag was van invloed in het doen en laten van het gezin en alles wat inlands was, hoorde bij een andere wereld.

De Indo zelf is ontstaan uit twee of meerdere culturen had geen keuze en werd meegesleept door de geschiedenis in de richting van de westerse cultuur. Ook de muziek was daar een deel van in de toenmalige society van de bezettende macht. Men had op de sociëteiten concerten en muziek-dansavonden met live muziek, er speelden orkesten en het was later ook zo dat men thuis feestjes had met live muziek.

Het leven in Nederlands-Indië liep parallel met die van Nederland; alleen was het veel aangenamer toeven in de hogere kringen in Indië dan het gewone leven in Nederland. De Nederlanders die daar leefden hadden voor op hun broeders en zusters in het thuis land dat ze daar tot de bezettende macht hoorden en zich dus een veel hogere sociale status konden veroorloven. Het leven als koloniaal had daar meer sociale status dan in het moederland.    De muziek werd belangrijk in de kringen van de Indo’s en de invloed van de westerse muziek was heel belangrijk in die ontwikkeling. Dat is de inleiding tot hetgeen waar we deze keer over gaan hebben.

Met mijn uitlatingen over de INDO ROCK in ons land en voornamelijk de benaming van de muziek die wij hier schijnbaar op een bijzondere manier plegen te maken, heb ik vele tegen mij in het harnas gejaagd. Het feit dat men onze muziekstijl de benaming Indo Rock heeft gegeven is in mijn ogen onterecht, niet omdat het een denigrerend gevoel geeft maar veel meer, omdat men bij het onderzoek zich niet heeft laten leiden door naar de geschiedenis te gaan kijken van de Indische muzikanten en daarmee ook de geschiedenis van ons Nederlands Indische mensen.

Men heeft gewoon aangenomen dat de Indische gemeenschap pas in Nederland is begonnen met het muziek maken en men heeft gewoon niet willen kijken naar de geschiedenis, vooral de muziek geschiedenis van de Indo’s die al in Indonesië tijden lang bezig waren met muziek maken en die muziek gewoon met hun komst hebben meegenomen naar Nederland.

Het is weer het zoveelste bewijs dat men hier geen enkele interesse toont en getoond heeft voor het leven van Nederlandse burgers in de voormalige kolonie. De onwetendheid is niet alleen een kwestie van verzwijging in de geschiedenisboeken, maar ook een soort minachting voor alles wat daarvandaan komt. Men kon en kan niet accepteren dat in dat koloniale gebied de levens-standaard vele malen hoger lag voor de gemiddelde Nederlander en Indo dan hier. Dat is ook zo op gebied van de muziekcultuur.

Met de gedachte dat de Indo’s hier hun kansen kregen om muziek te maken heeft men het de benaming Indo Rock gegeven. Volkomen misplaatst, want dezelfde muziek werd in de kolonie al jaren voordat een Indo zich hier in Nederland heeft gevestigd, gemaakt en toen was het gewoon rock and roll zoals overal elders in de wereld. Maar, we gaan nu over tot de actualiteit. De muziek scene van de Indische gemeenschap is jaren bijna het zelfde gebleven, in grote lijnen kan je wel stellen dat de muziek vanuit het begin tot nu hetzelfde is gebleven en de vele muziek-stromingen hebben beperkt hun invloed gehad op de keuze van het repertoire van de muzikanten.

Kan je stellen dat men achterloopt en niet meeloopt met de moderne zich steeds maar wijzigende stromingen? Neen, de Indische muzikant zal niet gauw metal      of hard rock, punk of wat dan   ook gaan kiezen omdat het niet past bij het karakter van de gemiddelde Indo, die van huis uit is opgevoed met de klanken van melodieuze muziek en vooral de door mij zoveel genoemde Amerikaanse muziek heeft heel veel invloeden gehad. Men is conservatief bezig gebleven.

Dat is de reden dat de Indo muziek zich heeft geïsoleerd is mijn persoonlijke mening, je vindt heel weinig Indo bands op Nederlandse feestjes. Ook zal je  er bijna geen tegenkomen op mega muziek festivals zoals die   in het Nederlandse gebeuren plaatsvinden; ik noem Guus Meeuwis, Borsato en vele anderen die de muziek scene in Nederland een eigen karakter hebben gegeven. Het heeft zich beperkt tot de kumpulans, de pasars en de weinige privé feestjes waarvan er per jaar minder van zijn door de ouderdom en het uitsterven. Als we over 3 a 5 jaar nog wat overhouden van wat er nu is, dan zal het minimaal zijn.

De keuze van en de beïnvloeding van merken voor wat betreft de aanschaf van apparatuur van onze muzikanten. Daar gaan wij de volgende keer over hebben, het is nu tijd voor ontspanning na zoveel persoonlijke informatie.

 

Lees verder…

Op zaterdag 23 mei 2015 organiseert "het Vitusgebouw" PASAR KECIL BLARICUM

10897313276?profile=original

Op zaterdag 23 mei 2015 organiseert "het Vitusgebouw" met een groep enthousiaste vrijwilligers de "PASAR KECIL BLARICUM" voor het eerst, in navolging van de landelijke pasars!
De naam zegt het al "kecil" in het maleis dat voor kleine pasar staat. 
Waarom klein? Omdat wij eerst willen weten of er wel genoeg belangstelling is voor een pasar malam in Blaricum en om te kijken of er genoeg animo is om hier in de toekomst een grotere pasar te realiseren. Nu denkt u een kleine pasar, dan is er niet veel vermaak.
Wij denken u dan toch te kunnen verrassen.
Het podium heeft een doorlopend programma vanaf 14.00 uur met optredens van:
  • De band Wize Gize met gezellige en gouwe ouwe hits
  • De band Uliasser met ook echte traditionele muziek uit Indonesië
  • De band Request met allround muziek
  • De band Chard lekkere dansmuziek, bekend van vele pasar's en Indische avonden
Het Indisch eten dat niet mag ontbreken dat door een goede catering wordt verzorgd namelijk De catering Bintang o.l.v. Henk van Eekhout. Ook kunt u genieten van een heerlijk glaasje cendol, ijs Sjanghai, verschillende soorten saté, en Indische snacks.
 
De kramen met sambal, kroepoek, spekkoek, buddah's, edelstenen, kleding, balsems, creme's e.d. 
Bamboe Massage door H.O.Y ook van de partij.
Last but not least de Indische Internetkrant  met ICM  Team en net uitgebrachte ICM Jaarboek, boeken, cd's en Dvd's.
Te veel om op te noemen.
Ook staan er een paar kramen voor het goede doel, zo blijven wij niet alleen met ons hart maar ook met daad betrokken bij Indonesië.
KORTOM EEN KLEINE PASAR MET EEN GROOT VERMAAK !!!
 
Parkeren:
In Blaricum kunt u overal langs de straten parkeren.
Wij raden het u niet aan om in het winkelcentrum gebied te parkeren.
Mocht het wat drukker zijn langs de straten in Blaricum dan kunt u parkeren naast het voetbalterrein van BVV. (8 min. loopafstand van het Vitusgebouw) of op het Oranjeweitje aan de Torenlaan naast de Hervormde Kerk (12 min. loopafstand van het Vitusgebouw).
Stuurt u ons een verzoek op pasarkecilblaricum@gmail.com dan sturen wij u een plattegrond met wegwijzer naar de boven genoemde parkeerplaatsen.
WELKOM OP 23 MEI 2015 OP DE PASAR KECIL IN HET VITUSGEBOUW,
Kerklaan 10 te Blaricum.
 
Voorverkoop toegangskaarten:
Wilt u voorkomen dat u in de lange rij van de kassa moet wachten. Besteedt u deze tijd liever op de pasar, bieden wij u de mogelijkheid aan om vooraf de toegangskaarten telefonisch te bestellen.
Nadat u telefonisch op een van de onderstaande nummers uw reservering hebt gedaan, maakt u het geld over naar rekeningnummer:
NL36 INGB 0653808569 ten name van: Steenbeek-Joossen met vermelding van uw naam.
De toegangskaarten liggen voor u klaar bij de speciale kassa "Reserveringen".
Marita: 06-52372029
Mona: 06-13021145
Lees verder…

.10897305868?profile=originalDE OPKOMST VAN NIEUWE GENERATIE BESTUURDERS IN INDONESIA


Marshal Manengkei

 

Gouverneur Basoeki Tjahaja Poernama, afgekort Ahok staat nu midden in de belangstelling van heel Indonesia en de wereld. Hij is de eerste Chinese Gouverneur van DKI Jakarta, de Indonesische hoofdstad. Maar meer dan dat hij blijkt de eerste Gouverneur te zijn van DKI Jakarta die met heel zijn ziel en zaligheid een verboten strijd voert tegen bureaucratie en corruptie. Zeer kort geleden voerde hij oorlog tegen zijn parlement die Rp 12 triljoen probeerde "wit te wassen". Het zijn corruptiegelden die de leden van het parlement hebben getoucheerd. Het parlement probeerde de truck die ze al sinds mensengeheugenis bij de andere Gouverneurs hebben geflikt ook bij Ahok te flikken. Maar zie daar na vele maatschappelijke " witte boorden uitschot" bleek Ahok totaal geen vrees te hebben om ook zijn allerhoogste legislatief orgaan te bestrijden en daarmee de alledaagse corruptie te niet te doen.

Ahok personificeert een aantal nieuwe bestuurders over het hele land die patriotisch zijn ingesteld en dit land willen zuiveren van dit reeds diep ingewortelde kwaad.

Jokowi en Ahok hebben het mogelijk gemaakt dat mijn project Sustainable Waste Factories (3 stuks) voor DKI Jakarta vergunning heeft gekregen zonder ook maar 1 cent smeergeld uit te geven. En dan te bedenken dat ik door hen werd uitgekozen uit 265 proposals uit de hele wereld! Alle eer aan onze Hemelse Vader die dit heeft mogelijk gemaakt.

Indonesia is hoop ik voor het eerst de weg opgegaan van een zuiveringsproces dat zijn weerga niet kent! Anders dan het KPK dat slechts een politiek instrument is van de politieke partijen is het optreden van Ahok (Uitvoerende Macht) tegen het parlement (Wetgevende Macht) gestoeld op de Trias Politica van Montesque. KPK is een toezicht/handhavingsorgaan (UItvoerende Macht) dat valt onder het national parlement (Wetgevende Macht). Deze KPK voldoet dus totaal niet aan de grondbeginselen van de Trias Politica, dat is dat elk toezicht/handhavings instituut nooit onder hetzelfde kolom mag vallen van de Maker van de wetten die gelden voor dat zelfde KPK.

Hieronder kunt u 1 van de vele "live" uitzendingen zien en horen hoe Ahok de vloer aanveegt met alles wat riekt naar bureaucratie en corrupie. Hij doet dat op een westerse stijl, direct en geen blad voor de mond nemend waardoor vele met name oneerlijke mensen daar moeite mee hebben temeer daar alle vergaderingen van Ahok openbaar en dus "live" worden uitgezonden door locale TV en Radio stations.

Voor degenen die het Indonesisch niet beheersen probeer iemand te vinden die dit interview met de beroemde Andy Noya zou willen vertalen.

klik op onderstaande link:
https://www.youtube.com/watch?v=DxVBtQaFk9w

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives