Alle berichten (17)

Sorteer op

10897253853?profile=originalKunnen de PVV en CDA nog op Indische stemmen rekenen?

In ieder geval niet meer stemmen op de PVV, die waren in beide kabinetten tegen het Indisch dossier.

 

 

Om tot deze constatering en conclusie te moeten komen zullen eerst beide kabinetten onder de loep moet worden genomen hoe hun beleid was ten aanzien van  het Indische dossier. Een dossier  die gekend worden door twee hoogtepunten. 

 

In oktober 2009 gaf oud premier Jan Peter Balkenende opdracht aan Jet Bussemaker de opdracht tot heropening van de Indische Kwestie om de opgestelde Indische NIOD Rapporten in behandeling te nemen en verder te onderzoeken. Vervolgens met voorstellen te komen richting de Tweede Kamer. Helaas het Kabinet Balkenende viel; De NIOD rapporten verdwenen weer in de onderste la van  de ambtenaren in afwachting van het volgende kabinet; hierbij vergat Jet Bussemaker dit dossier over te dragen aan haar opvolgster.

 

Op mei/ juni 2011  deed de delegatie van het Nieuwe Indisch Platform een verzoek tot heropening van de dezelfde NIOD rapporten aan het nieuwe aangetreden kabinet Rutte-1. De door de PVV gegijzelde staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner van Min. VWS weigerde de NIOD rapporten te heropenen met de mededeling dat via Het Gebaar de finale kwijting was,  hetgeen geheel een groot leugen is. Immers de NIOD rapporten kwamen later pas  tot stand na het Gebaar mede om hiernaar juist een onderzoek naar in te instellen.

Via de oppostite partijen werden pogingen gedaan om een motie in te dienen. Dit eindigde dat hoofdelijk gestemd tot in de late uurtjes werd  op de Indische motie door de oppositie unaniem "voor"gestemd, wat zeer uniek in de geschiedenis is.  De regeringspartijen VDD, CDA, en PVV stemden tegen, tegelijkertijd het CDA eerst voor het Indisch dossier was. De Indische motie hield in;  het instellen van een commissie met drie wijzen voor een studie / onderzoek in het licht van de opgestelde Indische NIOD rapporten en waar tegen de staatssecretaris  Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner leugens verkondigde dat het Gebaar de finale kwijting was. De delegatie van het Indisch Platform heeft nog geprobeerd om twee parlementariers van het CDA  achter deze motie te krijgen om zo in meerderheid te krijgen op basis van hun bevindingen met het Kabinet Balkenende. De gegijzelde staatssecretaris wilde perse de Indische NIOD rapporten/absoluut niet in behandeling te nemen,  heeft onder druk gelogen destijds.

 

Analyse laat het beeld zien na de stoelendans dat  met de gedoogde PVV in de regering dat het CDA op alle onderwerpen/thema's  die PVV van Geert Wilders niet aan stond werden verworpen of tegengewerkt niet alleen  staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner ,  maar ook Minister Leers werd gegijzeld om tegen zijn wil in te handelen en te acteren door toedoen van de PVV.

 

De hamvraag blijft nu in hoeverre straks na de stoelendans de Indische zaak een kans maakt op steun van een meerderheid?

 Bij Kabinet Balkenende waren het CDA, PVDA en Christen Unie voor de Indische zaak en bij Kabinet Rutte - 1 alle oppositie partijen. Een rekensom leert dat nu 3 kwart bij het aankomend kabinet  voor de Indische Kwestie zal moeten zijn!  Helaas met politiek weet je het nooit 100% zeker, het blijft koffiedik kijken .... Kortom hoe betrouwbaar is een politieke partij? Wel een constatering dat  de PVV in beide kabinetten geen voorstander is van het Indisch dossier om deze tot een oplossing te brengen.

 

WORDT VERVOLGD

Lees verder…

10897255061?profile=original

 

MoessOn abuisievelijk uitgenodigd door NTR programma halve maan?

door   PJOTR.X SICCAMA

 

 

In dit programma werd  (met o.a.Aat v.d.Heuvel) de hoofdredactrice van het maandblad Moesson mevr.Marjolein v.Asdonck uitgenodigd en gevraagd hoe het met de Indo/Nederlandse gemeenschap gaat mt de 1e t/m de 5e generatie en de verschillen tussen die generaties en zo meer.

 

Ik begrijp niet (en met mij ongetwijfeld velen in  de Ind/Nederlandse gemeenschap) dat u mevr.M.v.Asdonck heeft uitgenodigd om de (bekende en ook fundamentele) vragen aan haar te stellen, om de simpele reden dat zij de Ind/Nederlandse gemeenschap niet representeert. Ik en met mij dus velen betreuren dit ten zeerste.

Nog afgezien van het feit dat de de vragen die u aan deze hoofdredactrice heeft gesteld al eeuwen bekend zijn, waren bovendien tendentieus in die zin dat op fundamentele vragen, zaken met ’’ appels en peren’’ werden vergeleken.  En zeker gold die vergelijking gesteld door de vragenstelster  van het programma (waar ik de naam niet meer zo duidelijk voor de geest kan halen) tijdens  ‘’het interview’’met mevr.M.van Asdonck.

In ieder geval heeft uw programma niets bijgedragen aan de helderheid van het onderwerp en vind het beeld dat bij mij is  achtergebleven volkomen vertekend.

 

Ter verduidelijking en ter oriëntatie zij gesteld dat u als redactie  immers dient te weten dat de Indo/(Indisch)Nederlandse gemeenschap GEEN  aparte ETNISCHE (groep) c.q. gemeenschap is als zodanig, maar direct verwant is aan de Nederlandse en Europese volken. Nederlandse c.q. Europese enerzijds en de Aziatische anderzijds.

De wortels van de Indo/Europeanen liggen derhalve zowel in Europa als in (Z.O.)Azië en dient ze  daarom als zodanig te worden gezien; want dit land (en Europa) is hún vaderland. (over het vergelijk tussen appels en peren).

 

Zij, de Indo/Europeanen, waren reeds Europees van geboorte en hadden in den vreemde dezelfde rechten en plichten van dien: opvoeding in taal en cultuur en wat dies meer zij.

Zij, de Indo/Europeanen hadden zich, ondanks de Europese verwantschappen, toch op eigen kracht en intelligentie, na hun repatriatie in dit land tot alle lagen van de Nederlandse gemeenschap weten door te dringen,  zonder dat ze indertijd in de watten werden gelegd ( zoals u wellicht bekend is indien u die episode van de geschiedenis goed heeft bestudeerd), zoals te doen gebruikelijk  en ‘’standaard’’ schijnt te zijn  bij immigranten.

 

Op die manier hebben zij zich behoorlijk laten horen en niet anders.

 

Hoogachtend,

PJOTR.X SICCAMA

  


Lees verder…
 
10897258263?profile=original
 
 
 
34 Koninklijke onderscheidingen in Utrecht bij lintjesregen 2012
27-04-2012

 
 
Tijdens de lintjesregen ter gelegenheid van Koninginnedag reikt Utrecht dit jaar 34 koninklijke onderscheidingen uit. Dertig mensen hebben deze morgen hun onderscheiding ontvangen in de Stadsschouwburg uit handen van burgemeester Wolfsen

De heer Eddy Lie – Lid in de Orde van Oranje-Nassau
De heer Lie is schrijver en beeldend kunstenaar. Hij zet zich sinds 1976, onder meer via zijn schrijfwerk, in voor de Indische gemeenschap in Nederland. De heer Lie verzorgt onder meer lezingen en optredens, bijvoorbeeld in verzorgings- en verpleegtehuizen, alsmede in culturele centra. Hij heeft onder meer een voordracht geven over Troost voor de Landelijke Vereniging Indische Na-Oorlogse Generatie en de vrijwilligersorganisatie Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bersiap 1941-1949. Ook als voorganger in het Stiltecentrum in Utrecht, richt hij zich op de ontmoeting tussen culturen.
Lees verder…

Stem op MAX van Huut, die heeft jullie stem nodig!.

10897249701?profile=original10897250480?profile=original
 
 
Stem op MAX van Huut, die heeft jullie stem nodig!.
 
Om te beginnen is Max een neef van mijn vrouw, dus een ras echte Indo. Heeft diverse awards gewonnen op zijn werken.  Max van Huut (Djakarta, 7 december 1947) is een Nederlandse architect die vooral bekend is door zijn organische architectuur. Sinds 1958 woont hij in Nederland. Hij studeerde aan het Hoger Technisch Instituut te Amsterdam en daarna aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam. Van Huut heeft bij diverse architectenbureaus gewerkt voordat hij in 1975 in dienst kwam bij het architectenbureau van Ton Alberts. Na een van zijn belangrijkste projecten: de NMB Bank te Amsterdam Zuid-Oost (thans ING), welke hij samen ontwierp met Ton Alberts, werd hij in 1987 partner. Het bureau, dat vanaf dan Architectenbureau Alberts en Van Huut heet, is nog steeds actief onder leiding van Van Huut.

Van Huut heeft aan veel verschillende projecten gewerkt,

waaronder woningen, kantoren, fabrieken, scholen, kerken, ziekenhuizen en diverse verbouwings- en renovatieprojecten.

 

In 2007 kreeg het bureau voor het Hoofdkantoor van De Gasunie NV te Groningen de publieksprijs van de lezers van Trouw voor mooiste gebouw aller tijden. Het eerder genoemde hoofdkantoor van de ING verwierf in deze verkiezing de 3e plaats.

 

 

 

 

 

Lees verder…

ARCHITECTUUR IN INDONESIË.

10897254670?profile=originalARCHITECTUUR IN INDONESIË.  

Bandung

Architect Albert Aalbers ( geb. Rotterdam 1897 – 1961)

 

De drie grootste architecten die op Java – Indonesië – hadden  gewerkt, waren: Albert Aalbers, Charles Wolff Schumacher en Pont Mac Laine. Daar op het eiland Java hadden deze drie toparchitecten in die tijd hun talenten, ambities en dromen kunnen verwezenlijken (in Europa was het bijna onmogelijk). En in die absolute vrijheid en eindeloze ruimten die men maar kon bedenken, ook in de meest letterlijke betekenis, konden zij aan “hun wereld” vorm geven. Zij wilden en hadden alle mogelijkheden om een nieuwe wereld te scheppen en dat is hen ook ten dele gelukt. Vrijwel over heel het eiland Java voorzagen deze architecten in opdracht van het vroegere bestuur ondernemingen en particulieren van hun scheppingen. Het leek wel of ze met juwelen in de hand over het eiland hadden rondgestrooid.  

 

Deze drie genoemde architecten worden vrijwel altijd in een adem genoemd wanneer het gaat om de architectuur in het voormalig Nederlands Indië. Het is terecht maar er waren ook andere zeer getalenteerden (ingenieuzen) die daar eveneens voor plaatselijke overheden werkten, van wie nauwelijks iemand de namen weet, zoals de architect Cosman Citroen die in Surabaya het raadhuis heeft neergezet. Een prachtige schepping, waarbij opvalt hoe rijk gedecoreerd het interieur is en de vormgeving die direct verwijst naar zijn achtergrond: de Amsterdamse School (Michel de Klerk). Het is ontegenzeggelijk een juweel van een gebouw. Maar aan hem wil ik in een volgend artikel wijden.

 

Het meest in het oog vallend gebouw is natuurlijk het ons zo bekende hotel Homann.

Officieel heette het gewoon HOMANN naar de familie Homann (de eigenaar toen was de familie Van Es) die eind 19e eeuw het oude hotel op dezelfde plaats had laten bouwen. Na voltooiing van dat hotel vond “men” het wellicht cosmopolitischer om een soort epitheton voor de naam Homann te zetten: SAVOY. Het werd sindsdien Savoy Homann  (in navolging van Londen en Parijs – later in alle Europese hoofdsteden). Het vorige gebouw van Homann werd hiervoor gesloopt (zie foto).*

De architect van dit nieuwe hotel, gebouwd omstreeks 1940, was Albert Aalbers (1897–1961) geboren in Rotterdam. Hij en de twee andere groten uit de architectuurwereld: Wolff Schoemacher en Pont Maclaine, herschiepen de stad Bandung in een voor die tijd hypermoderne metropool. Het plein bijvoorbeeld dat “Alun Alun” heette tot op de dag van vandaag, werd in een vierkant geprojecteerd, waaraan drie zijden theaters werden gebouwd. Helaas kon wegens onbekende redenen de derde zijde niet worden verwezenlijkt. Het is waarschijnlijk dat aan één zijde de oude sociëteit Concordia er nog stond en er dus geen symmetrie in dezelfde stijl kon worden bereikt. Maar nu na 70 jaar zijn de theaters  alsnog afgebroken!

Maar dit beroemde hotel werd in zijn tijd al geroemd om zijn vlotte gestroomlijnde stijl, als het ware “in einem Guss” tot stand gebracht. De jonge kunstbewegingen van het fin de siècle en begin van de 20e eeuw waren immers de kunstuitingen uit de jeugd van deze drie toparchitecten.

Die golf van kunstuitingen waar ze van de historische ornamentiek en het naturalisme werden bevrijd, interpreteerden ze eerder dan dat ze die zonder meer immiteerden en gaf aan de bouwkunst alle mogelijkheden om de nieuwe bouwtechnieken onconventioneel toe te passen. De in Duitsland begonnen nieuwe bouwstijl (Bauhaus/Gropius) vond al snel haar weg in heel West Europa. Met die wetenschap en kennis ging Albers naar Indië (Wolff Schoemakers en Pont Maclaine waren op Java geboren maar genoten hun opleiding in Nederland). En daar in Nederlands Indië, gestimuleerd met die kennis uit Europa, schiepen zij met élan hún dromen. Men zou kunnen zeggen dat zij de (nieuwe) idée in zekere zin “getransplanteerd” hadden naar de tropen.

En een ieder die Bandung vanaf de dertiger jaren nog goed kent, ziet dat er een stad is ontstaan (temidden van al het eeuwige groen) die in Europa werkelijk niet zou kunnen misstaan, afgezien dan van het eeuwige groen.

Albert Aalbers was, net als Wolff Schoemacher en Pont Maclaine beïnvloed door de nieuwe ontwikkelingen op technisch gebied (elementenbouw) en de bouw van moderne motorschepen (o.a. de Titanic) met hun vloeiende lijnen. Aalbers zag per slot zo’n schip ook als een drijvend hotel. In ieder geval waren de Europese architecten, sinds de nieuwe bouwordening  in Europa  (eindelijk) bevrijd van de bouwconventionaliteit en het historicisme en daarmee gingen voor hen alle deuren open.

 

Het markante van hotel Homann is de golvende T-vorm, een soort steven van moderne motorschepen zonder dat ook maar de geringste versiering en/of geleding aan het oppervlak van het gebouw is te ontdekken, die bijvoorbeeld aan de bouwwerken van Charles Wolff Schoemaker wel duidelijk was toegepast. Aalbers toepassing van de opvallende overkraging van betondelen over elke verdieping was een (tropische) stijlkenmerk geworden. Het is feitelijk geen versiering in enge zin. Integendeel deze ‘overkraging’ van de betonndelen is functioneel. De enige ‘versiering’ zo men wil omvat de voor Aalbers zo karakteristieke donkere betonbanden aan zijn gebouwen. Dit bereikte hij door aan de oppervlakte van het beton een soort blauw/ zwart/grijs/glas/steengruis toe te voegen. Het resultaat van het oppervlak wordt hierdoor ‘tweekleurig’. Bovendien was technische uitvoering in zijn tijd uiterst modern door de toepassing van de nieuwe elementenbouw waardoor hoogte én draagkracht konden worden gegarandeerd. Men kon wel zeggen dat het een gewaagde onderneming was. De verbouwing, jaren later hield in dat de voorzijde (hoofdingang(en)) op de begane grond en uit praktische overwegingen een deel van het interieur (het sanitaire gedeelte, de ontvangsthal- receptie werden nl. verplaatst) een verbouwing moest toestaan met als gevolg dat ongelukkigerwijs de typische entrée van haar oor­spronkelijkheid is beroofd.

Aalbers was met zijn opvatting voor publieke ruimten (hij was een modernist par excellence) zijn tijd ver vooruit en zijn bouwstijl was zo populair dat “zijn stijl” zelfs tot de dag van vandaag in heel Zuid-Oost Azië wordt nagevolgd door regionale en locale architecten en niet slechts uit praktische overwegingen.

 

Zijn groot talent echter kan men nu nog in een andere schepping van zijn hand bewonderen: Het DENIS-gebouw, zijn meest prestigeus project. De éerste Nederlands Indische Spaarbank in Bandung aan de Bragaweg, dé populaire winkelstraat van deze stad. Het lijkt alsof Aalbers zijn ziel in dat gebouw had achtergelaten zo levendig oogt dit gebouw nog steeds en het is zijn functie (mutatis mutandis) niet kwijtgeraakt.

 

We zien hier, een uiterst modern kantoorgebouw dat gebouwd werd voor het doel waarvoor het is neergezet: functionaliteit en efficientie, met veel glas waardoor het licht vrij spel heeft in het hele gebouw met veel staal voor de strakke vormgeving binnen en buiten. Zijn standpunt was ook: de functie bepaalt de vorm en niet omgekeerd. Alhoewel recentelijk praktische verbouwingen/aanpassingen aan het gebouw zijn verricht, herkent men direct dat men hier met een kunstwerk van doen heeft van de hand van  een van de briljanste Nederlandse architecten die in het voormalig Nederlands Indië heeft gewerkt.

 

Het is heel triest dat na de voltooiing van zijn kunstwerk, de 2e Wereldoorlog was losgebarsten en alle Nederlanders die in Indië woonden/leven en werkten, gedwongen werden om in de Jappenkampen in de meest onwaardige omstandigheden te leven.

“Vanuit het paradijs verdreven en in een hel gestort; van de ene dag op de ander, simpel omdat men in Indië GELUKKIG was…”

Na de 2e WO repatrieerde Aalbers en zette weer in zijn gebeoorteplaats Rotterdam voet aan wal en begon hij wederom zijn vak op te pakken met zijn vroegere vakpartner De Waal.

 

Die 2e WO had hem zwaar getraumatiseerd en fysiek zeer verzwakt,  mentaal geknakt en intens verteerd waardoor de felle lichten van zijn groot talent werden gedoofd.

 

 

 10897249257?profile=original

Door

ICM Columnist PJOTR X. SICCAMA


 

 

10897254692?profile=original

10897255459?profile=original

Voormalig DENIS  gebouw aan de Bragaweg/Naripanweg.

Thans is de bank JABAR er gevestigd. (afkorting van Jawa Barat oftewel West Java).

 

10897255652?profile=original

DENIS GEBOUW aan de Bragaweg/Naripanweg de grootste winkelstraat in Bandung in 1939.

Foto Tropenmuseum collectie.

Aalbers had de Franse architect P.L. Jeannaret – bijgenaamd Le Corbusier – goed bestudeerd en volgde de Fransman op de voet wanneer het om de brise-Soleil methode ging. De methode waar grote betonranden functioneel uitsteken (overkragen) met de ramen daarachter, waardoor het (felle tropische) zonlicht in dit geval enigszins wordt getemperd en  wat gekoelde lucht er doorheen kan stromen.

 

Een voorbeeld van een villabouw te Bandung aan de Dagoweg -  door een particuliere opdrachtgever. (zijkant).

 

Albert Aalbers 1897/1961.

 

10897255675?profile=original

 

 

10897256279?profile=original

Savoy Homann Hotel (1939/40) aan de Asia/Africa weg (voormalige Grote Postweg) te Bandung. Architect Albert Aalbers.

 

Lees verder…

 

10897253880?profile=originalDe val van het Kabinet Rutte - 1 -- schept nieuwe kansen en mogelijkheden voor het Nieuwe Indisch Platform.


De val van het kabinet Rutt-1 biedt nieuwe kansen om de Indische kwestie hoog op de agenda te plaatsen.

Inmiddels heeft het nieuwe Indisch Platform veel sympathie gewonnen in de Tweede kamer. De Indische zaak was reeds in een ver gevorderd stadium, echter toen viel het Kabinet Balkenende.

In het Kabinet Rutte - 1 werd hoofdelijk gestemd slechts met 1 stem verschil werd de Indisch motie verworpen.

Het Nieuwe Indisch Platform kan zich nu bezinnen om met nieuwe Indische motie te komen bij het nieuwe aandienende Kabinet om de Indische NIOD-rapporten te heropenen; Met als uitgangspunt de Indische claim om te zetten in dat alle gerepartrieerden (320.000 toen, nu 98.000 ) als aanvulling op hun AOW aanvullend een maandelijks bedrag van € 700 netto gedrurende tien jaren ontvangt ;bijvoorbeeld.

Nu Nederland hiervoor geen geld heeft.

 

 

Lees verder…
 
10897239901?profile=original10897249859?profile=originalDe val van het kabinet Rutte - 1 biedt nieuwe mogelijkheden.
 (Bron succesvol implementeren van 24 april 2012)
 
Goede morgen onderstaande op mijn site succesvol implementeren geplaatst, iets anders dan de Indische perkara's en ICM!


Reeds bekomen van de val van het Kabinet.
Toch ongelovelijk dat 1 man heel Nederland kan gijzelen, en nog heel even was Brussel aan de beurt. Geert is maar op 1 ding uit zijn eigen ego. Met deze producten wist Geert de onder laag van de Nederlandse bevolking te bereiken en solliciteert hij naar top functie net als Alian; Niet gek om vier keer Balkenende norm te verdienen. Deze daad zorgt er nu voor dat er nog eens 10 miljard er boven op komt op het tekort, en vanwege de forse afwaarding komt Nederland ook in het rijtje van Griekenland terecht. Of zat Nederland al in het rijtje van Griekenland; die door de politiek met de mantel der liefde werd bedekt door de werkelijke feiten onder het tapijt te vegen.

 

Voor de politiek Den Haag een zaak om nu serieus te luisteren naar die groep met de onderbuik gevoelens die  Geert Wilders voor ogen heeft en hier ook volledig aandacht aan te besten. Met gaan van Geert Wilders zal deze groep niet op houden te bestaan, met het gevaar dat een Tweede Geert Wilders opstaat.



Nederland met de hoogste schulden;
De politiek heeft het iedere keer steeds over die Overheid met schuld van 400 miljard (BNP - 280 miljard ter vergelijking). Wat dacht U van de Nederlandse bevolking met de hoogste schuld in Europa, ruim 900 miljard met als zekerheid bakstenen die door de banken als "Goud" zijn gewaardeerd om de Nederlandse economie draaiende te houden waar het product Hebzucht aan de mand werd gebracht en de banken meer omzetten hierdoor draaiden. Deze steeds groter wordende luchtballon klapte uiteindelijk. Want het geld was op, omdat de schulden niet werden ingelost, en de Overheid betaalde ook mee aan deze schulden in de vorm van de hypotheekrente aftrek. Gekscherend genoeg wordt als oorzaak dan naar die hypotheekpakketten in Amerika gewezen. Hiervoor hoef je niet academisch gevormd zijn, dat dit systeem niet deugd of doelmatig functioneert en nu direct op schop moet.

Neem de gemiste belastingopbrengsten - geschat op ruim 4 miljard per jaar- omdat de voorlopige teruggaven volledig geautomatiseerd verlopen, en tegenover deze automatisering niet voldoende ambtenaren zijn om deze grote bulk aantallen met voorlopige teruggaven te controleren en terug te vorderen. Wordt wel weer door Nederland Griekenland de les gelezen.

De zorg moet terug naar het oude systeem waar de Overheid de baas is, en al die zorgstellingen opdoeken die getergd worden door de die dure managementlagen die geen enkele toegevoegde waarde bieden; hierop fors kan worden bespaard mede omdat ook hier het toezicht ontbreekt. Ziekenhuizen alle management lager eruit, en einde van alleen monopolie van de leveranciers in farmeutische industrie. Bij de Overheid terug naar de bureauchefs op departementen, weg met al die managers.

De val Kabinet heeft maar 1 voordeel;
Nederland wordt niet meer gijzelt door Geert Wilders die daar alleen zat voor zijn eigen gewin te solliciteren voor een baan in VS in de voersporen van zijn oud - collega Alian; en alleen destructief bezig was.

Voor Het Indisch Platform nieuwe kansen en mogelijkheden.
De val van het kabinet Rutt-1 biedt nieuwe kansen om de Indische kwestie hoog op de agenda te plaatsen. Inmiddels heeft het nieuwe Indisch Platform veel sympathie gewonnen in de Ttweede kamer. De Indische zaak was reeds een ver gevord stadium, echter toen viel het Kabinet Balkenende. In het Kabinet Rutte - 1 werd hoofdelijk gestemd slechts met 1 stem werd de Indisch motie verworpen; Gerdi Verbeek voorzitter van de Tweede Kamer sympathiseert met de Indische Kwestie.  Het Nieuwe Indisch Platform  kan zich nu bezinnen om met nieuwe Indische motie te komen bij het nieuwe aandienende Kabinet om de Indische NIOD-rapporten te openen;  Met als uitgangspunt de Indische cliam om te zetten dat alle gerepartrieerden (320.000 toen, nu 98.000 ) als aanvulling op hun AOW aanvullend een maandelijks bedrag van € 700 netto gedrurende tien jaren;bijvoorbeeld. Nu Nederland hiervoor geen geld heeft.

Spreekwoorden geven altijd de feiten en situatie weer die van toepassing zijn:
Waar de Nederlander goed in is: "Eigen straatje schoonvegen:" Of "steek je hand eerst in eigen boezem"

(C) Column Succesvol implementeren
 
 
Lees verder…

Tong Tong Fair maakt programma bekend

10897254095?profile=originalTong Tong Fair maakt programma bekend

De Tong Tong Fair (voorheen pasar Malam Besar) heeft zijn programma voor 2012 bekend gemaakt. Van 17 t/m 28 mei is er muziek, dans en theater uit Papua, West Java en Zuid-Sumatra (Lampung).

Muziek en Dans

In de theaters treedt dit jaar onder andere de befaamde internationale danssensatie JeckoSDANCE op. Dit is het dansgezelschap van de Papua-choreograaf Jecko Siompo. Deze groepwas te zien in de TV-serie Van

Dis in Indonesië. Topzangeressen Izaline Calister, Julya Lo’ko & Lilian Vieira presenteren Nomads, een muzikale trektocht met muziek uit hun jeugd. De beroemde fluitist Chris Hinze maakt een muzikale wereldreis met de

dangdutgroep “Behind the Actors” uit Bandung. En verder de Indonesische superster Anggun, dansinstructeur Kaili en het Gamelan-ensemble Widosari.

Gesproken woord

Een van de meest controversiële en beroemdste schrijvers van Indonesië is te gast op de Tong Tong Fair: Ayu Utami. Zij praat er over haar nieuwe roman “Het Getal FU”. Verder zijn  er boekpresentaties van Marion Bloem (Het Bali van Bloem) en Reggie Baay

(Gebleekte Ziel). Yvonne Keuls zal      de prestigieuze Haagse Cultuurprijs ontvangen . Verder komen en signeren er schrijvers zoals Gustaaf Peek, Hans Vervoort, Kristine Groenhart, Patricia Steur en vele anderen. De Tong Tong Fair presenteert elk jaar een cross-over van oosterse en westerse culturen, met een sterk internationaal programma    en    diverse    boek-    en filmpresentaties. Dit jaar is de 54e

De Pasar Gambir in Batavia in begin vorige eeuw: het voorbeeld voor de huidige Tong Tong Fair.

editie van het evenement. En wordt gehouden op het Malieveld in Den Haag. Het volledige programma en  allerlei wetenswaardigheden vindt u vanaf 1 mei op de website: www.tongtongfestival.nl. Het adres voor meer algemene informatie is: www.tongtongfair.nl.

Lees verder…

NICC Korte Berichten

10897239901?profile=originalKorte berichten maand april

 

Brievenactie aan de Staats-secretaris loopt goed…

Er wordt druk geschreven naar de Staatssecretaris van VWS, maar ook naar Premier Rutte. De Premier reageert dan weer via de Staats-secretaris. Helaas echter gaan de ambtenaren van VWS opnieuw in de fout. Zij stellen in antwoord aan alle brievenschrijvers, dat “met het verwerpen van de motie van 30 juni 2011 in de Kamer, de Indische Kwestie is afgehandeld”. Dit is echter geenszins het geval, omdat slechts het verzoek om het instellen van een “Commissie van Wijze Mensen” is afgewezen. Het Indisch Platform heeft een brief geschreven aan de Staatssecretaris van VWS met het verzoek om deze fout te herstellen. Overigens kunt u nog steeds brieven schrijven naar de Staats-secretaris van VWS. Een voorbeeldbrief staat op ons weblog: http://indisch-centrum-denhaag.blogspot.com.

 

Tropenmuseum Junior beste kindermuseum  ter  wereld

Tropenmuseum Junior, onderdeel van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) is uitgeroepen tot het beste Kindermuseum ter wereld. Deze prijs is voor het eerst uitgeschreven door de “European Museum Academy” en “Hands On International”. De prijs, een bronzen beeldje van Nijntje (gemaakt door de zoon van Dick Bruna) is door Mariëlle Pals, directeur van het museum, in ontvangst genomenJe mag veel dingen in het Tropenmuseum Junior gewoon aanraken

tijdens de “Childrens Book Fair” in Bologna in Italië. In de eindronde waren er naast het Tropenmuseum Junior nog 28 andere kandidaten, afkomstig uit landen van Noorwegen tot de Filippijnen en van Spanje tot Singapore. De jury prees de winnaar om de hoge mate van creativiteit en effectiviteit van de tentoonstellingen. “De werkwijze van Tropenmuseum Junior   is  al   jaren   een   model   voor

andere musea en een voorbeeld voor museumprofessionals. De jonge bezoeker voelt zich onderdeel van de tentoonstelling. Een bezoek aan het museum is een leerzame, leuke en lonende ervaring” aldus het oordeel. Des te zuurder is het dat de Nederlandse overheid een dergelijk internationaal gewaardeerd  museum 20 miljoen euro op de subsidie wil korten. Schandelijk zoals er in Nederland met cultuur en erfgoed wordt omgesprongen. Ook in het buitenland wekt dit veel onbegrip. Op dit moment is het museum gesloten vanwege het opbouwen van een nieuwe grote tentoonstelling “MixMax Brasil”, die medio oktober zal worden geopend. Deze expositie wordt opgebouwd in samenwerking met het Braziliaanse Ministerie voor Cultuur.

Escher tentoonstelling best bezochte ter wereld

Een overzichtstentoonstelling over het werk van de Nederlandse kunstenaar Maurits Escher (1898 – 1972) was vorig jaar de best bezochte tentoonstelling ter wereld. Dit wordt gemeld door het toonaangevende kunsttijdschrift “The Art Newspaper”.  Dagelijks kwamen er gemiddeld 9677 bezoekers op af. Escher werd wereldberoemd door zijn onmogelijke voorstellingen. De tentoonstelling “The Magic World of Escher” werd vorig jaar gehouden in het voormalig

bankgebouw “Centro Cultural Banco do Brasil” in Rio de Janeiro.  Het best bezochte museum vorig jaar was Het Louvre in Parijs met 8,9 miljoen bezoekers.

€ 300,00 ook voor Joden uit Nederlands-Indië

In het januari nummer van deze Nieuwsbrief hebben wij reeds gemeld dat alle Joodse vervolgingsslachtoffers van de Duitse regering een uitkering ontvangen van € 300,00 per maand.  Nu blijkt dat ook de slachtoffers van de Jappenkampen en die van Joodse afkomst zijn recht hebben op diezelfde uitkering. Dit komt vanwege een pact dat Duitsland en Japan in de Tweede Wereldoorlog gesloten hadden. Mogelijk brengt dit de gehele Indische gemeenschap een stap dichter bij de oplossing van “De Indische Kwestie” (backpay en oorlogsschade), omdat er nu voor Indische oorlogsgetroffenen een rechtsongelijkheid is ontstaan. Nu kunnen we de situatie betitelen: Nederlandse regering, u bent aan zet!

Rabiës-epidemie  Molukken

Op de Indonesische eilandengroep Molukken zijn vele honderden mensen de afgelopen weken geïnfecteerd door het rabiës virus (hondsdolheid). Minstens 50 zijn er sinds de uitbraak van de epidemie overleden. Dit hebben de autoriteiten  onlangs bekend gemaakt. Intussen is het vaccin op en ook in de wijde omgeving is er niets meer voorradig.  Pogingen om verdere uitbreiding van het virus tegen te gaan, hebben tot op heden geen resultaten gehad. De hoop is nu gevestigd op ministeriële bijstand vanuit Jakarta om de epidemie in te dammen. Als deze hulp niet op tijd komt, of er onvoldoende vaccins beschikbaar komen, zullen de gevolgen rampzalig zijn en kan de epidemie zich razendsnel uitbreiden.

Webtip

“Er is in vrijwel alles wat ik geschreven heb sprake van een speurtocht. Altijd is iemand of een aantal mensen tegelijkertijd, bewust of onbewust, op zoek naar de achtergronden van gebeurtenissen, naar het eigen wezen of dat van anderen. Altijd moet er een geheim ontsluierd of een raadsel opgelost worden”. (Persoonsbewijs, Hella Haasse) In dit digitale museum kan de bezoeker een virtuele reis maken door een landschap van foto’s, persoonlijke documenten, boeken, aantekeningen, en fragmenten in beeld en geluid uit het leven en werk van de vorig jaar overleden schrijfster Hella S. Haasse. http://www.hellahaassemuseum.nl

Burghard Diazoni ontvangt erepenning

De scheidend voorzitter Burghard Jeronimo Diazoni van Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in      Nederlands-Indië      heeft      een         

hoge gemeentelijke onderscheiding gekregen. Hij ontving de bronzen legpenning uit handen van de Burgemeester van Amstelveen, Jan van Zanen, toen hij op maandag 2 april zijn voorzittershamer neerlegde. Hij was vele jaren actief als vrijwilliger  voor de Stichting. Op zijn initiatief kwam er in Amstelveen een monument ter herinnering aan de gevallenen in Nederlands-Indië. Dit monument werd in 1994 onthuld en  vanaf dat moment vonden alle herdenkingen op 14 augustus onder zijn bezielende leiding plaats. Jaarlijks wonen ruim 500 belangstellenden deze herdenking bij.

Theateragenda als app

Heb je een smartphone met Android besturing, dan kun je een nieuwe app instaleren met de Theateragenda van Theaternetwerk.nl. Zoek in de app-store naar Theaternetwerk en je kunt hem downloaden. Ook via directe LINK https://play.google.com/store/apps/details?id=theater.theaternetwerk. Als je een iPhone of Symbian besturing hebt, lukt dat ook, zij het met een paar tussenstappen. Kijk voor meer info: http://www.theaternetwerk.nl/layar.

Indonesië gewilde vakantie bestemming

Indonesië wordt steeds populairder als vakantiebestemming. De toeristen-industrie verwacht voor 2012 meer dan 8 miljoen buitenlandse bezoekers. Dit succes heeft Indonesië mede te danken aan de veelzijdigheid die het land biedt. Eilanden als Java, Sumatra, Kalimantan, Sulawesi en Bali hebben voor elk type reiziger wat te bieden. De afgelopen tien jaar is Indonesië als vakantiebestemming jaarlijks met maar liefst 8,9 % gestegen. Om hieraan tegemoet te kunnen komen, verbetert de Indonesische  

overheid overal de infrastructuur, zoals wegen en vliegvelden. Onlangs is op Lombok een splinternieuw vliegveld geopend. Indonesië mag zich nu rekenen tot de top  van de vakantiebestemmingen.

Hoofdredacteur Moesson is genomineerd voor DE TEGEL

Marjolein van Asdonck, de hoofd-redacteur van het Indische maandblad Moesson is genomineerd voor de belangrijkste journalistieke prijs in Nederland, DE TEGEL. Daarnaast maakt ze ook nog kans op de publieks-prijs. Beide nominaties zijn het gevolg van het interview dat zij hield met de schrijver Alfred Birney en publiceerde in Moesson. Dit artikel maakt kans om uitgeroepen te worden tot het beste interview van 2011. Voor de publieksprijs kunt u STEMMEN op “Birney Struggle Blues” via de website: http://www.detegel.info/nominaties/interview  of via het contactformulier op: http://www.detegel.info/contact.  

iHerdenking 15 augustus

Het is nog wel eventjes weg, maar wij zijn al begonnen met inzamelen van persberichten van organisaties, die op 15 augustus 2012 hun herdenking houden. Op 10 augustus publiceren  wij weer de Herdenkingsspecial. (Zie het augustusnummer van 2011) Geef uw bericht alstublieft tijdig door: info@indisch-centrum-denhaag.nl

Lees verder…

Boekbespreking, e-Books, CD en DVD

10897259274?profile=original

 

 

 

Boekbespreking, e-Books, CD en DVD

- april 2012

 

De Indië Boeken – Adriaan van Dis. In dit boek zijn alle verhalen en Indische romans van deze auteur gebundeld. Ter gelegenheid van de TV serie “Van Dis in Indonesië” brengt uitgeverij Atlas Contact deze paperback uit. De Indië Boeken vormen een autobiografisch portret van door de oorlog, migratie en ontworteling verscheurd repatriantengezin.

 

Voor de volledige boekbespreking lees verder op HIER

Lees verder…

Nieuwe naam voor N.I.C.C. Nieuwsbrief.

Nu we de 5000 abonnees op onze mooie N.I.C.C. Nieuwsbrief naderen, vinden we het eigenlijk tijd worden om een nieuwe naam te krijgen. Wij vinden het allang geen nieuwsbrief meer, maar een volwassen maandelijks digitaal Indisch magazine.

Daarom nodigen wij iedereen uit om ons te helpen bij het geven van een toepasselijke naam. Wie verzint een goede, korte en krachtige naam voor het grootste Indische digitale magazine wereldwijd? Echt een naam die de lading dekt, goed in het gehoor ligt (en dus bij de mensen blijft "hangen"), ook visueel aantrekkelijk; kortom een naam die bij ons past..

Reacties aan: info@indisch-centrum-denhaag.nl.

Lees verder…
WEG UIT INDIË – Column/fragment 9

 

 

  Korte inhoud van het voorafgaande: Het is 1942, de Japanners hebben Nederlands-Indië veroverd en Hans en Sonja komen met hun moeders terecht in een interneringskamp.

 

 

 

 

'Gré,' zei tante Aal, 'Hansje is hier.'
Ze wenkte hem dichterbij. Mams lag op haar rug, haar mond een klein beetje open. Het leek alsof ze sliep, maar toen hij haar hand pakte merkte hij dat ze er even in kneep.
'Dag mam,' zei Hans, 'ik kom afscheid nemen.'
Dat was het woord dat tante Aal gebruikt had. 'Hans, je moeder heeft naar je gevraagd, ze wil even afscheid nemen.'
'Moet ik dan weg?' vroeg hij verschrikt. Een paar maanden geleden had de Jap aangekondigd dat jongens van 11 jaar en ouder naar het oudemannetjeskamp moesten, een paar kilometer verderop. Want die oude mannen hadden verzorging nodig en dat moesten de oudere jongens doen.
'Nee, jochie. Het gaat slecht met je moeder, je weet dat malaria een erge ziekte is en soms gaan mensen eraan dood. Je moeder niet, hoor, maar ze wil voor alle zekerheid toch afscheid nemen. Dan hoeft ze niet meer bang te zijn dat ze dat niet gedaan heeft, als ze per ongeluk toch doodgaat. Begrijp je?'
Hans knikte, maar hij vond het een vreemd verhaal. Waarom afscheid nemen van mams als ze toch niet doodging? Maar grote mensen hadden soms vreemde wensen en hij ging braaf met tante Aal mee naar het ziekenzaaltje. Daar had hij al twee dagen niet mogen komen van de verpleegster.
'Je moeder ligt in een crisis, Hansje,' had ze gezegd, 'als de koorts weg is mag je haar weer zien.'
En nu zag hij haar en schrok.
De huid van haar gezicht was gelig geworden, haar wangen ingevallen, haar altijd vrolijke haar hing nu slap over het kussen. Ze had haar ogen dicht.
'Zeg maar: dag mam ik zal altijd aan je denken,' zei tante Aal. Ze veegde haar ogen af met de mouw van haar jurk.
'Mam, ik zal altijd aan je denken,' zei Hans braaf. Hij voelde haar hand de zijne weer knijpen en hoorde haar ademhaling versnellen. Er kwam een zacht geluid uit haar mond. 'Lieverd,' fluisterde ze. Hij zag twee tranen uit haar dichte ogen komen, ze rolden over haar wang en bleven liggen tegen haar neusvleugels. Tante Aal pakte een punt van het laken en veegde ze weg.
Ze bleven bij het bed staan, totdat de ademhaling van zijn moeder veranderde in een rustig ritme.
'Ze slaapt,' zei tante Aal, 'goddank, ze slaapt.'
Een uur later, ze waren terug in de barak, kwam de verpleegster langs. Ze sprak even met tante Aal en Hans zag dat die met haar hand over haar ogen veegde. Een ongerust gevoel bekroop hem.
'Hans, ik moet je iets vertellen,' zei tante Aal.
Maar hij wist al wat er komen ging.
'Jochie toch, jochie toch,' zei ze en trok hem naar zich toe. Zo, tegen haar aan gedrukt, hoorde hij wat hij niet wilde horen. 'Je moeder is in haar slaap overleden. Maar je bent niet alleen, ik heb haar beloofd dat ik voor je zal zorgen tot je vader het kan doen.'
Hans hield niet van huilen, dat was iets voor kleine kinderen. Maar hij kon het niet helpen. Hij zag zijn moeder weer voor zich, hoe ze lachte en hem door zijn haar woelde toen ze nog gezond was. Nog maar een paar weken geleden! En hij huilde tante Aals jurk nat.
Toen hij uitgehuild was en alleen nog af en toe nasnikte voelde hij het verdriet pas echt. Het zat in zijn buik, een zachte pijn die je alleen kon bedwingen als je je armen over elkaar deed en de ellebogen diep in je buik drukte. Elke keer als hij in de maanden daarna aan zijn moeder dacht, deed Hans dat. Armen over elkaar en dan de ellebogen zo hard mogelijk naar binnen buigen. Het hielp ook tegen de honger.


Meer weten over het boek Weg uit Indië? Kijk op www.hansvervoort.nl

Wordt vervolgd!


Vorige columns klik hier 

 

Lees verder…

10897257298?profile=original

 

 

Ben Heart Foundation samenwerking met Elisama Vocaal Groep 'METANOIA"

 

Hallo lieve allemaal,

 

Wij mogen met trots vertellen, dat na jarenlange motivatie, hulp en sponsoring,

ons doel wordt uitgebreid met muzikale activiteiten van de kids van weeshuis Elisama,

onze gesprekken en samenwerking hebben als resultaat de Elisama Vocaal Groep 'METANOIA" OPRICHT DATUM APRIL 2012.

 

Wij vinden dit geweldig nieuws, want wij geloven dat je via muziek met elkaar kunt spreken, en blijdschap delen.

Volgend jaar gaat Ben ook samen met het kids optreden! en wie weet waarin dit resulteert??????

In de loop der jaren zijn alle instrumenten aangeschaft.

Volgend jaar als laatste een compleet drumstel, dus sponsors meld je maar aan voor alle soorten hulp

 

Zie onderstaande brief van Esther, oprichter van Weeshuis Elisama,en bijgaande foto's zijn van de laatste stranddag die elk jaar door onze Ben Heart Foundation word georganiseerd,buiten de jaarlijkse gift die men van de Foundation krijgt.

 

Alle fotos zijn te zien op www.ben-heart.nl link bhf

 

Met Vr Groeten van  Ineke en Ben Kratzsch
Scheerdersdonk 202
7326 bv Apeldoorn

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Dear Ibu Ineke dan Pak Ben,
Apa kabar Ibu dan Bapak? Kami keluarga besar Elisama mengucapkan Happy Easter untuk Ibu, Bapak dan seluruh keluarga di Belanda.
Saya minta maaf baru mengirim email ke Ibu dan Bapak.
Saya sangat bahagia karena pada hari ulang tahun saya, tengah malam, beberapa anak Elisama yang sudah bekerja dan tinggal di luar, datang membawa bunga dan kue. Saya menangis malam itu. Anak-anak, walaupun kami sudah tidak tinggal bersama, mereka tetap ingat hari ulang tahun saya. Kami berdoa bersama.
Nama grup koor kami, seperti yang pernah saya sampaikan, adalah Metanoia. Nama lengkapnya adalah Metanoia E'VG (Metanoia, Elisama's Vocal Group). Artinya adalah pertobatan atau perubahan cara berpikir. 
Saya kirimkan juga beberapa foto yang kami buat saat beach day. Anak-anak sangat senang. Kami semua sangat berterima kasih kepada Ibu dan Bapak juga kepada sahabat-sahabat yang telah mendukung acara beach day tersebut.
Tuhan Yesus memberkati.
Teriring salam dan doa kami,
Ester/ Elisama
Lees verder…

Ron's Droom Nieuwsbrief is nu te downloaden hier

 

10897253453?profile=original

 

 

Ron's Droom Nieuwsbrief is nu te downloaden hier

Hallo lieve mensen,  

Bijgaand Nieuwsbrief 9 dat een verslag geeft over de benefietavond van 25 februari jl.

Het heeft een poosje geduurd maar we moesten wachten op de terugkeer van Stella uit Indonesië. 

Warme groetjes,

Inèz

 

                         Download hier 

 

 

Lees verder…

Column van PJOTR.X.SICCAMA - DE SLANGENBEZWEERDER

10897258872?profile=originalDE SLANGENBEZWEERDER

Bandung

 

Ik moest een jaar of 8 zijn geweest toen ik voor het eerste met een paar leden van mijn fa­milie de dierentuin van Bandung bezocht.

Het merkwaardige was, dat een kind dat de tropen is geboren, nota bene op het eiland Ja­va, nog nooit een krokodil had gezien. Nu is de stad Bandung niet bepaald een plaats waar het krioelt van krokodillen of andere enge tropische monsters.

Dus ging ik met familie naar de dierentuin, die wat hoog aan de Dagoweg lag.

Eerlijk gezegd kan ik me nog goed voor de geest halen dat ik de aanblik van de hoofd­in­gang van de dierentuin maar schamel vond.

 

Toen we de hoofdpoort waren gepasseerd, vroeg ik het gezelschap om mij een genoegen te doen om direct naar de vijver te gaan waar ik de krokodillen eindelijk in levende lijve nu wel met mijn eigen ogen kon aanschouwen, na zovele stripverhalen gelezen te hebben van die beesten. Na wat gezoek zei mijn oudere broer dat de vijver met het troebele water (het was vies bruin) voor hen hét krokodillen-“meer” was. En hij voegde daar nog stie­kum snel aan toe: “..en die wacht op je..”. En dan nog die sarcastische lach van hem.

Er zat een houten railing rondom de vijver die voor mijn gevoel niet echt stevig was ver­ankerd. Ik kreeg toen al de kriebels en dacht zo van: stel je eens voor dat de railing het begeeft en al die mensen die aan die houten railing zo voorover hingen en leunden in de vijver zouden donderen (overigens stond het publiek minimaal 3 meter hoog verwijderd van het krokodillenwater, dus mijn vrees was niet denkbeeldig). Ik wilde er niet aan den­ken. Iedereen wachtte op de krokodillenvoorstelling maar helaas geen krokodil te zien. Zelfs geen rimpeling in het water ten teken dat hét er wel was. En maar wachten. Op een houten bord stond immers duidelijk dat het hier de krokodillenvijver was, waar de kro­ko­dillenafdeling dus moeten zijn. Na daar een minuut of 15 à 20 op die enge bees­ten te heb­ben gewacht, was ik het zat en vroeg het gezelschap om dan maar andere bees­ten te gaan zien in de “tuin”. Ik voelde me echt bedonderd. Moe, hongerig en dorstig te­gelijk gewor­den van het wachten op de krokokdil die volgens mij er nooit was, zei ik te­gen mijn moe­der dat ik naar huis wilde.

 

Dan maar naar buiten; bij de uitgang was ook hoofdingang, daar stond een hele groep mensen, volwassenen en kinderen in een halve cirkel naar “iets” te kijken. Een open­luchtvoorstelling bleek het te zijn van een man die, zo hij er uitzag, een Hindoestaan zou kunnen zijn die de Maleise taal uitstekend sprak. Ik hoorde de man al van verre  het pu­bliek heel enthousiast bij elkaar roepen om toch te kijken naar “zijn mooie voor­stelling”.

Wij, benieuwd wat die voorstelling inhield, gingen, onze vermoeidheid een beetje verge­tend, met een vlotte “jungle tred” er naar toe. De man bleek een slangenbezweerder te zijn, maar niet een zoals we die kennen uit India of uit Arabische landen waar de slan­gen­bezweerders meestal zittend hun voorstelling geven, neen, een hele “échte bezweerder”.  De man stónd erbij en liep al roepend en bezwerend rond en maakte ook bijzondere dans­bewegingen.  Heel indrukwekkend allemaal. Daarbij had hij in zijn korfmandje een stel kleine slangetjes (ik dacht nog dat het babyslangetjes waren). Hij had ook een kleine slangenfluit, die hij zo af en toe deuntjes liet horen als het nodig was om die beestjes let­terlijk te bezweren of om andere bevelen op te volgen, teneinde te doen wat hij wilde  bezweren.

Dan riep hij het publiek toe dat men nu heel goed moest opletten. De man pakte een paar van die kleine slangetjes, hield ze in zijn hand. “Kijk”, riep hij en deed een van de slan­getjes in zijn mond, tikte dan op zijn grote neus, zei een slangenbezwerend woord en het kleine slangetje kwam letterlijk zijn neus uit. Het ene kleine slangetje liet hij aan zijn huig hangen waarop ik op dat moment zwart voor mijn ogen zag en ter plaatse flauw viel.

En waar serpenten te zien zijn, zij het in terraria, in het wild, op tv of computerscherm, wend ik me af van die beelden die mij nu nog herinneren aan die dag bij de dierentuin in Ban­dung. En dat op mijn verjaardag.

 

10897249257?profile=original

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ICM Columinst PJOTR.X.SICCAMA

10 april 2012

 

Lees verder…

10897248056?profile=originalBali  "Het paradijs ,,,,,,,,,,,,,,,,of?".  (Slot deel)

Het gevoel van binnen.

 

Het is weer zover, we zijn alweer aan onze drukke schema’s bezig en wat gaat de tijd toch weer snel, je bent amper thuis en daar gaat het weer in volle vaart, stress, tijdgebrek, maar het allerergste vind ik de nare berichten van vrienden die zo maar zijn weggevallen, van de ene op de andere dag. Zo maar uit je leven verdwenen, je zult ze nooit meer tegenkomen, nooit meer zien, nooit meer van alles wat een vriendschap zo waardevol maakt.

Het leven gaat door zeggen ze maar soms denk ik wel eens, als het allemaal zo door gaat, voel ik mij binnenkort eenzaam. Doemdenken heet dat, en dat moeten wij dus vooral niet doen.

Wij hebben onze tijd hier op deze aarde en vroeg of laat zal die tijd zijn verstreken en heb jij jouw doel waarvoor jij op deze aarde bent gekomen, bereikt. Het is niet anders dus kun je maar beter van iedere minuut genieten.

Bali, ik heb in mijn vorige epistels een en ander beschreven, de armoede, de natuur, de muziek en eigenlijk over alles.

Maar hoe zit het dan met mijn eigen gevoel als indo jongen die voor het eerst weer zijn vaderland terug ziet?

Ik heb geen voorstelling van balie gehad, want in mijn jeugdjaren kwam je er niet. Je was hooguit op Java in de omgeving van Jakarta geweest en als je ziet hoe dat allemaal wel en niet is veranderd, dus daar ga ik maar niet op in.

De reis, zoals ik het al heb beschreven was lang, in het kokertje zitten die door de lucht wordt gedreven door twee straalmotoren is geen pretje. Wij vlogen met garoeda, en ik geloof best dat Indonesiërs klein van stuk zijn want de zit ruimte is voor onze begrippen klein. Je kon je amper goed bewegen vond ik zelf en ik heb het idee dat het om economische redenen gaat. Ik zal niet gauw meer met deze maatschappij vliegen.

Niets op de bemanning aan te merken, mooie stewardessen uitermate vriendelijk en je ontmoet de Aziatische beleefdheid al direct zodra je het vliegtuig binnen stapt.

Op het Eiland zelf heb ik diverse gemengde gevoelen gehad, niet zozeer dat ik er geestelijk van in de war geraakte, het was meer de herinnering aan de diverse objecten op dat eiland.

Objecten die je terug voeren naar jouw kindertijd, toen…………

De bomen gaven je direct al een terugblik, ik zag vele bomen weer terug, zoals de mango boom, de papaja boom, de pisangboom en vele anderen en bij elke boom waar ik naar zat te staren, vloeien de herinneringen in mijn geheugen terug.

Het eiland zelf met vooral de temperatuur was voor mij geen herinnering, ik kon mij warmte voorstellen maar niet meer deze warmte. Nee, dit was niet meer herkenbaar, ik kon als kind beter tegen die temperatuur dan nu als volwassene.

Ik ga verder met het volwassen gedeelte dat nu opnieuw op de bodem stapt van waar ik geboren ben.

Ik voelde mij eigenlijk helemaal niet zo thuis als menige die voor mij deze reis hebben gemaakt en die vaker op dit eiland zijn geweest, nee, ik voelde mij eigenlijk als een vreemde eend in de bijt.

Zo onwerkelijk met wat ik vroeger voelde al kind, natuurlijk ben je ouder geworden maar toch, ik had verwacht dat ik net zoals vrienden vertellen die er zijn geweest, dat ik mij back home zou voelen.

In feite begon de reis pas goed in Jakarta waar ons gezin zo snel mogelijk het land moest verlaten. De diverse vervelende herinneringen kwamen op en ik kon ze gelukkig onderdrukken, zeker met het oog op mijn mede reisgenoten. Daar kon ik het niet maken dat ik met mijn ellendige gevoel zat. Ten slotte waren wij op vakantie.

Gelukkig was het een overstap, maar ik voelde mij niet erg gelukkig, het was alsof ik de gevoelens weer terug kreeg van die tijd dat wij ons moesten inschepen voor de reis naar Nederland. Ook diverse barricades door militair terrein. De angst voor de willekeur die toen gold bij deze militairen. Van het ene moment op het andere was het zeker dan weer erg onzeker. Het was maar dat bij de controles mijn vader nogal wat roepia’s in de handen schoof van de hoofd bewaker die bepaalde of je langs die controle kwam. Je was blanda (Dat was je in Indonesië, hier ben je Indonesiër) en dus vijand, als gevolg van ome Soekarno met zijn ophitsende redes op de radio en zijn tirades tegen de blanda’s.

Het was een vreselijke tijd en ons gezin had last van militaire intimidaties en pesterijen en wij hadden pech om naast een complex te wonen waar de militaire politie zat en het complex van de Nederlander hadden ingenomen na hun gedwongen vertrek. Daar werden martelingen geplaagd en het was een complex waar de opstandelingen terecht kwamen die tegen Ome Soekarno’s bewind waren.

Er gebeurden daar vreselijke dingen waar ik als kind getuige van mocht zijn. Bovendien waren die schoften ook nog de buurt aan het terroriseren waar indo’s en Nederlanders woonden. De Hollanders gingen weg en mijn vader wou niet gaan. Nou dat hebben wij geweten.

Gezien mijn verleden doen mij diverse kleinigheden mij terugvoeren naar de jeugdtijd, de tijd waarin je veel moois hebt als herinnering maar tegelijker tijd ook veel negatieve zaken.

Beide komen naar boven en de een kan niet zonder de andere, denk je aan leuke momenten dan komen de slechte er gewoon achteraan. Ik denk dat het bij iedereen zo zal zijn, het een is onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Bali, met zijn inwoners waar ik mee kennis mocht maken, de vele gesprekken die ik had met de bevolking, de mooie hoteltuinen, als je het in Nederlandse begrippen moet uileggen qua oppervlakte dan mag je best een park noemen.

Het landschap, ik ben niet overal geweest maar daar waar ik wel ben geweest heeft het een diepe indruk bij mij achtergelaten. De vreselijke armoede, die je gewoon doen schuldig voelen als je iets moet weigeren als men je iets aanbiedt. Het afdingen, je moet er wel aan meedoen omdat het de gewoonte is maar toch, het breekt iedere keer mijn hart.

Verder de gelatenheid, het geduld en de schijnbare tevredenheid ondanks de armoede, doet mij schamen dat wij hier zo ontevreden kunnen zijn als verwende kinderen die soms hun zin niet krijgen.

Men werkt daar soms hele dagen voor een paar Euro’s, men klaagt er niet om, lacht nog en blijft vrolijk en ontspannen. Geen gestres, alles op zijn tijd, het leven is veel meer waard dan dat alles op tijd af moet, of dat er iets staat te wachten. Ik snap het, leef en zorg dat het leven geen  blokkade wordt door allerlei onzinnige zaken die zo belangrijk lijken maar het in feite niet zijn. Moeten wij hier zien hoe onze jeugd zo losbandig is als maar zijn kan, van hun tweede jaar als gebonden zijn aan een schermpje en er zijn hele leven aan vast zit, alles aan zich voorbij gaan latend. Dan over de ouderen gesproken waar ik ook toe behoor, klagen is onze sterkste kant, maar wat is er werkelijk om te klagen? Materiële zaken die wij denken nodig te hebben.

Daar heeft de jeugd niets om losbandig te zijn door overlopende verwennerij, men werkt er, op jonge leeftijd van vroeg tot laat en ondanks dat zie ik ze nog vrolijk zijn en lachen. Eigenlijk zouden wij een tijdelijke plicht moeten hebben door onze kinderen daar te laten werken voor een poosje en rondkomen met het inkomen en dan weer terug, ik wed dat het heel andere mensen zullen zijn.

Wat ben ik jaloers op de locals daar op bali, ik denk dat zij meer leven dan ik en vele die ik hier tegenkom.

Bali gaf mij een thuiskomen, terug van weggeweest en alles leek op dat wat ik zo lang heb moeten missen en toch kan ik niet meer terugschakelen naar mijn toenmalige Ik. Er ligt een scheidslijn tussen wat ik was en hoe ik nu ben, de toerist, de jongen uit Europa met zijn tweespaltige identiteit, de Indonesische en de Europeaanse.

Ik heb ontdekt dat ik er niet van kan loskomen, zodra ik mij wil identificeren met de locale bevolking waar ik immers een deel van ben, en bij wie ik mij senang voel, komt het Europese ik zijn weer naar boven en dan zweef ik weer tussen wal en schip.

Het brengt je van je stuk als je je je thuis voelt op de grond waar je vele jaren geleden afscheid van had moeten nemen, niet alleen van het land, maar ook van de vele personen die in jouw kinderjaren zo belangrijk voor je waren, en wat dacht je van al mijn dierenvriendjes? Die zijn nog steeds aanwezig in mijn herinneringen en bij tijd en wijle heb ik zo de behoefte om te weten hoe het hun is vergaan. Ik zal het nooit weten, ze zijn inmiddels zo oud dat ze zijn gestorven.

Ik denk ook aan mijn jeugdliefde als kalfje, de kalverliefde, aan mijn vrienden en vriendinnen, allemaal ergens waar ik nooit achterzal komen.

De aanwezigheid in het land van mijn geboorte heeft mij onlosmakelijk weer verbonden met het verleden, alles laat mij teruggaan al is het bij wijze van een papaja boom die je tegenkomt.

Die vertelt je het verhaal wat je al zo lang kent en hebt gekoesterd diep in je, vooral in het beging dat je hier in dit koude land kwam, waar je de warmte van het land mist.

Jammer dat alles zo gelopen is, je had er geen invloed. Omstandigheden halen soms alles overhoop in jouw leven.

Je denkt vaak, dat alles gaat zoals je denkt dat het gaat en dan opeens…is het anders.

Vooral als het land, in mijn geval Bali, je aan alles terug doet denken vanwege de herkenning aan alles wat je tegenkomt.

Het is net als of je mag kijken in jouw vroegere kinderkamer als je er terug komt, en van alles bijna hetzelfde is blijven bestaan.

Dat was voor mij het gevoel van binnen.

 

Albert van Prehn (ICM Moderator) 9 April 2012.

Lees verder…

 

 

10897248074?profile=originalOntkenning van een bevolkingsgroep V (slot)

 

Vergroten

Anti-Nederlandse leuzen

Het gebouw van Onderling Belang dat vol werd beklad met allerlei vreselijke leuzen.

 

 

Niet uitpakken maar inpakken. Voor de Nederlanders in Indonesië

was 1957 het jaar van Zwarte Sinterklaas.

 

 

 

Foto Anti-Nederlandse leuzen

Het gebouw van Onderling Belang dat vol werd beklad met allerlei vreselijke leuzen

 

In een gesprek met een journalist van een ochtendblad dat ik jaren geleden had, ging het over bevrijding in het algemeen en in het bijzonder (want het was toevallig op 5 mei, een offi­ciële Nationale Feestdag!) en we zaten op  die zonnige dag van de bevrijding te genieten op een Amsterdams terras. De beste brave borst, een goede vriend overi­gens, wist van de “bevrijding” van Nederlands Indië niets. Helemaal niet verwon­der­lijk omdat daar geen bevrijding wás om gezamenlijk joelend, jui­chend, met  vlag­getjes zwaaiend de begroeting van geallieerden en bevrijders in alle straten te vie­ren, zoals dat in Europa gebeurde.

Dat ultieme genot van visuele, auditieve en fysieke presentie van “geallieerde bevrijders” (zoals in Europa) was in Nederlands Indië (dat - evenals Europa door de Duitsers - in een grote puin­hoop werd achtergelaten en daar door de Japanse aggressor in een kerkhof was veranderd en nog walmend van lijkengeur) door de Nationale opstan­den – de Bersiap - niet eens mogelijk.

In plaats daarvan werden alle Europeanen en In­do/Eu­rope­a­nen in Nederlands Indië in een natio­nale opstand meegesleurd. Niemand werd de tijd gegund te herstellen van de verschrik­kingen en de per­soonlijke en hefti­ge ervaringen van het WO-trauma, die daar nog bijkwamen, welis­waar in een andere vorm maar even hevig. In het licht van die zware psy­chische omstandigheden moest men in Nederlands In­dië zien te over­leven. Er brak een periode aan van  angst en argwaan jegens elk (bestuurs) machts en/of elk ver­toon van hiervan.

 Die gevolgen van de diep gewortelde psychische ervaringen hadden de In­do/Eu­rope­a­nen bij hun overtocht naar het moederland tijdens de repatriëring onvrijwillig meege­nomen. Er waren voldoende bewijzen voor hun collectieve shock, waarover zelfs tijdens de gezamen­lijke tocht naar Europa om uiteenlopende redenen niet of nau­welijks werd gesproken. Men kon zeggen dat zij “voor een minuut” opgelucht wa­ren bevrijd te zijn ver­trokken uit het land waar ze geboren maar ook lief hadden gehad maar waar  de houding van de bevolking (weliswaar aangespoord) als een blad aan de boom van het ene moment op het andere omsloeg en zich hostiel ge­droeg tegenover andere inwoners die niet tot de autochtone bevolking behoorden.

De overtochten waren over het algemeen goed georganiseerd en de leiding van de repatri­atie en bemanning van de schepen deden hun best om de mensen op hun gemak te stellen en te entertainen zoveel ze konden. Ter vermaak tijdens de ongeveer 31/2 week du­ren­de reis werden bijna elke dag dansfeesten gehouden omdat men wist dat Indo’s nu eenmaal dol zijn op muziek, dans en entertainment. Dat divertisse­ment waren ze in Indië voor de oorlog gewend en dat werd daar ook danig gecul­tiveerd. Maar nu veran­derde die grote liefde voor dat land plotseling in een nacht­merrie die tijdens de over­tocht naar het moe­derland in diverse vormen al aan het licht kwam. De soms zichtba­re maar voornamelijk onzichtbare verschijnselen van trauma en gedeeltelijk shock bij de repatrianten (deels uit schaamte voor de verne­deringen in de oorlog wilden ze hun persoonlijke ellende met nie­mand delen) ma­nifesteerden zich reeds tijdens de boot-tocht: constant zieke mensen na­dat de zee­ziekte in de eerste week al voorbij was. De ziekenboeg was nagenoeg bezet; zo­wel bij vrouwen als mannen was er en opkomende migraine zonder dat men wist waar die vandaan kwam en die men die nooit eerder had gehad. Voor deskundi­gen op divers neurologisch terrein

10897257057?profile=original 

moesten deze en andere verschijnselen aanwij­zingen zijn dat er zaken speelden die niet strookten met de nor­male gang van za­ken  en zeker niet tijdens een boottocht. 

Onbewust dansten deze mensen tijdens de overtocht hun onzichtbare ellende weg: ze maak­ten de overtocht zo vrolijk mogelijk als het maar kon, men wilde immers alles ver­ge­ten. Ze be­rustten op dat moment (nog) in hun lot, maar beseften niet dat zich bij ieder van hen lang­zaam en onbewust een drama voltrekken zou. 

En daarmee was het helemaal duidelijk geworden dat de repatrianten bij hun aankomst in Neder­land nauwelijks hun mond open kónden doen. De redenen waren duidelijk: angsten, zwaar getraumatiseerd en nog eens geshockt door het “welkom”, dat geen welkom kan worden genoemd. Het was voor hen eenvoudig desastreus om op die ma­nier een nieuw leven op te bouwen bij hun aankomst in het land van hun (voor)va­de­ren waarop ze zo lang hadden gewacht met een verlangen zo groot en hartstocht zo vurig die nie­mand ooit zou kunnen beschrijven. Aan hun nakome­lingen konden ze deze ervaringen zelfs niet in een notedop vertellen; ze waren ook voor hen zelf té  ge­compliceerd. 

In deze typering, zonder er ook maar een spoor van valse romantiek of pathos in te voe­gen, zal iedere Indo/Europeaan zich ongetwijfeld herkennen. Het vuur van de harts­tocht was nu door de kille shock gedoofd en de toekomst lag in handen van ab­solute onzeker­heid.

 

Ik kan me nog heel goed herinneren dat in een directe TV-verslaggeving (toen de NTS) slechts één vertegenwoordiger van de Nederlandse Staat, nl. het Staatshoofd zelf, in de persoon van wijlen koningin Juliana, de situatie én positie van de repatrianten op hun waarde had geschat door de woorden uit te spreken bij aankomst van een van de schepen (m.s. Sibajak/J.v.Oldenbarnevelt) te Rotterdam  met de historische maar ook legendarische zin ”..Dit is úw land..”

Deze wijze woorden moesten bij haar dienaren de ministers toch als een bliksem zijn ingeslagen?

Maar ze waren horende doof. Dat was tegenover de koningin een belediging van de eerste orde.

De alleszeggende zin van de koningin werd simpel genegeerd.

Hadden de betrokken ministers (regering) soms de diepe betekenis van die zin niet  begrepen? (over reikwijdte gesproken).

De toekomst van de repatrianten was hierna “in limbo” en hierdoor onzeker, mede door de socia­le belemmeringen als  gevolg van de conclusies die de commissie Werner de regering in een verwerpelijk rapport had voorgelegd en dat van vooroordelen en ra­ciale connotaties krioelde; bovendien geheel ongefundeerd was opgesteld en slechts was geënt op volstrek­te ignorantie, naïviteit en domheid. De Overheid was en is in alles tekort gechoten en draagt de verantwoordelijkheid. De overheid had zich totaal vergist in de omvang van het probleem dat ze in feite zelf had veroor­zaakt: overschat­ting in haar eigen kunnen, blind geloven in ondeugdelijke rappor­ten van commissies en bovendien geen in­for­matie ver­schaffen aan de autochtone bevolking van de komst van, in wezen (dichte of verre) bloed­verwanten en/of nazaten.

De repatrianten werden bijvoorbeeld niet of nauwelijks begeleid en/of voorbereid op een nieuwe werkomgeving die ze slechts uit boeken – zij kregen in het voormalig Ne­derlands Indië immers een Europese opvoeding - en van persoonlijke verhalen ken­den en die werkomge­ving (arbeidsstruc­tuur en arbeidsprocessen) was een on­beschre­ven blad. In het labyrinth van onduidelijkhe­den om een plaats (en werk) te vinden, zagen ze zich noodgedwongen letterlijk en fi­guurlijk gedwongen om een bescheiden hou­ding, plaats en rol in de nog steeds (deels) vijandige bevolking in te nemen, die hen toch als vreemden en  niet als “echte” volwaardige Nederlan­ders zag en nooit erover werd geïnformeerd dat er in Indië (in den vreemde) naza­ten leefden van Nederlandse en andere Europese oor­sprong. De zo­veelste misser van de Staat die er zonder meer van uitging dat de repatrian­ten uiteindelijk op een natuurlijke manier in de Nederland­se samenle­ving zouden opgaan (vandaar de versprei­ding over het hele land) zonder een moment te beseffen dat dit niet geruis­loos kón ge­beuren, om de simpele reden dat de alge­hele erkenning van deze be­volkingsgroep, behorende tot de Nederlandse sa­menle­ving als zodanig diende te worden beschouwd, maar wat tot en met heden geheel ontbrak. 

Indien dat wel was gebeurd, zouden er nauwelijks maatschappelijke problemen zijn ont­staan, of in ieder geval vrijwel kunnen worden vermeden. De Nederlandse Staat had immers alle middelen tot haar beschikking om bij wijze van spreken, bij het begin al in één handom­draai de “Indische kwestie” tot een succesvol geïntegreerd sluitstuk van het Indiëbeleid te maken. Dat heeft ze om duistere redenen nage­la­ten.

 

Inmiddels wachtten de repatrianten af wat er zoal met hen in de gegeven situatie zou ge­beu­ren, maar er kwam niets waardoor hun maatschappelijke posities (enigszins en in verhouding tot hun arbeidsverleden) konden worden hersteld. Repatrianten die op di­verse vakgebie­den zeer gekwalificeerd waren, konden hun (uiteenlopende) beroepen niet eens uitoefe­nen. In Indië goed tot hoog geschoold, gedisciplineerd en streng op­gevoed, werden ze gedwongen in allerlei fabrieken te werk gesteld om deels een bij­drage te leveren in de kosten voor de overtocht die Overheid had “voorgeschoten”. De zoveelste belediging, zo zag iedereen dat.

Ze waren op zichzelf aangewezen en hadden geen enkel beeld, laat staan een idée, van wat de overheid (de Staat) met hen van plan was. Maar die Overheid was helemaal niets van plan.  Er was dan ook geen enkele instantie, met na­me geen overheidsinstelling, die bijvoorbeeld de arbeidspotentie van de repa­trian­ten had onderzocht, hetgeen  immers juist op dát punt  het begin had moeten worden om deze mensen zo efficiënt mogelijk in het arbeidsproces in te leiden. De overheid en andere in­stanties waren hier ook weer steke­blind ge­weest. Allemaal ge­miste kan­sen om potentiële talenten te recruteren. Deze  in­spanning had het Bestuur in het voor­malig Indië ook nooit ondernomen. Het is niet alleen onbegrijpelijk maar ook on­vergeeflijk dom al die kansen die de over­heid had laten lopen. Maar nu in Ne­derland  moesten ze het zelf uitzoeken. Op zich was het voor hen

 

Urnbijzetting in het (voorlopige) Nationaal Monument op de Dam. 29 april 1950.

Deze plaats werd toen nog “het damplantsoen” genoemd, te zien aan de op de foto zichtbare be­plan­tingen en grote bomen achter het voorlopig monument. Ook zichtbaar zijn de nissen van het monu­ment waarin respectievelijke de urnen werden geplaatst. Fotograaf Winterbergen, […] / Anefo, [on­bekend].


 10897247696?profile=original

Urn met aarde

In Nederland werd op 29 april 1950 tijdens een plechtigheid een urn met aarde van de, toen nog, tweeën­twintig ere­velden in Indonesië bijgezet in het voorlopig Nationaal Monument op het Damplantsoen in Am­sterdam. De ver­zilverde urn werd geplaatst in een urnta­ber­nakel van sonohout, versierd met snijwerk. Drie zijvlakken toonden de Ne­derlandse Leeuw. Op het vierde snijvlak een heraldisch wapen met de spreuk “Pro Rege, Lege et Gre­ge” (Voor Ko­ning, Wet en Volk).

 

10897248472?profile=original

 

 

 

 

 

 

 

Op 4 mei 1956 werd het definitieve monument op de Dam onthuld, met ondermeer de urn met aarde uit Indonesië.

 

Het Nationaal Monument zelf, vervaardigd door de beeldhouwer Hildo Krop en de ar­chitect Oud en beeldhouwer Rae­dec­ker, (de beeldhouwer die helaas door zijn plotselinge overlijden de ont­hulling niet heeft kunnen meemaken)  werd in 1956 voltooid met een tekst van de dichter Ro­land Holst.


 

nauwelijks een pro­bleem om­dat ze in het voormalig Neder­lands In­dië wel gewend waren om zelf werk te zoeken en te vinden. Want de in­gebakken overle­vingsstrategie had de Indo/Euro­pe­aan zelf móeten ontwikkelen tijdens WO 2 en de onaf­hankelijkheidsoorlog. Een geluk bij on­geluk, zou men dat kunnen noemen, wat hen nu toeval­lig goed uitkwam.

In de barre en keiharde periode van de vijftiger jaren van de vorige eeuw vochten de re­pa­trian­ten ieder op hun eigen manier voor een waardig leven, weliswaar beroofd van hun dro­men, zonder substantiele hulp (of begeleiding) en met de ontkenning van hun werkelijk “zijn”, hun bestaan, zouden zij wel moeten leven ook in een voor hen wel­haast vijandige omge­ving. De meerderheid van de Nederlandse bevolking zag hen niet echt als verre bloedver­wanten en wanneer de Nederlandse bevolking geconfronteerd werd met de onalle­daagse gewoontes van de nieuwkomers zoch­ten deze heel tribaal hun eigen dagelijkse gewoontes op en trokken ze zich van de nieuwkomers terug. De Hollanders hadden, begrijpelijker­wijs ook hun eigen zorgen, net zo groot en behoeftig en dan  kon een stroom van “ver­meende bloedverwanten of nazaten” uit den vreemde nota bene niet zo direct vatten, (laat staan begrijpen). Voor de Hollanders (nooit ingelicht door de Overheid over deze bevol­kingsgroep) was de komst van de repatrianten, als gevolg volslagen duister ( het kwam hen niet goed uit) Het was voort­durend het aftasten van elkaars gewoonheden en rituelen en daarna zoeken naar overeenkomsten leek het wel.

 Met enige uitzondering van een handjevol Hollandse mensen, die zelf tijdens de Duitse bezetting in WO II hadden geleden en waar er enkele van hen de dood voor ogen hadden gezien,  had zich over hen ontfermd en hen omarmd. De Indische Nederlanders zagen in hen in ieder geval de pijlers, de ruggegraat zo men wil, van de Nederlandse Beschaving en dat was een geruststellende gedachte.

Voor niets gaat de zon op. De repatrianten hadden, ondanks de grote teleurstelling bij hun aankomst noodgedwongen én op eigen kracht een weg moeten vinden in een heel an­dere (werk)omgeving en ander klimaat, bij voortduring geconfronteerd met iets ande­re opvat­tingen over omgangsvormen dan waar zij zo aan gewend waren.

 Voor hen was er geen geoliede overheidsorganisatie zoals nu bijvoorbeeld het COA, Vluchte­lingenwerk en zo meer; voor hen was er geen ontvangstcomité dat ze van harte welkom heette, voor hen was er geen uitstekende hand om alles wegwijs te maken in het land van hun (voor)vaderen: HUN VADERLAND.

ZIJ  hadden immers Europese (voor)ouders en juist deze (verre) bloedverwanten bleken meer van xenofobisch van karakter te zijn bij de toenadering van de repatrianten dan bij de tegen­woordige immigranten die al die achtergronden niet hebben. Onbegrijpelijk en tegelijker­tijd beschamend.  Hoe was het ons geleerde zinnetje ook al weer: “van je familie moet je het hebben”. Kortom een onvergeeflijk schandaal.

ZIJ  werden op die manier niet bepaald in de watten gelegd zoals men met de huidig immigranten nu wel het een en ander pleegt te doen waarvan de modus zelfs standaard schijnt te zijn.

Voor de repatrianten hoefde deze “pampering” ook helemaal niet; men vroeg hen immers helemaal niets en al helemaal niets over de redenen waarom zij hier kwamen.

In het voor­malig Neder­lands Indië heerste een vrij sociaal liberaal arbeidsklimaat en er waren geen sociale vang­netten ter bescherming van werkenden zoals in Ne­derland. Met hun Neder­landse c.q. Eu­ropese opvoeding in Indië herkenden de repatrianten de Neder­landse samen­le­ving amper of hele­maal niet. Immers het gedrag en de om­gangs­vor­men van de Neder­lander strookte niet met dat­gene wat ze in Indië had­den geleerd: goede manieren, be­leefd zijn tegenover een ieder, met twee woorden spreken zonder aanziens des per­soons, kortom de etiquette van het fatsoen.

 

In de Indo/Europese en Europese gemeenschap ontstonden

 als gevolg van de segregatie (zie het eerste deel) diverse niveaus en stijlen van leven: arm tot heel arm en rijk tot  heel rijk. Zowel de (vaak) rijke Europeanen als de rijk geworden Indo/Europeanen (meestal self-made) staken met hun sociale status de ogen uit van de rest van de Indo/Europeanen die  groten­deels een middenklasse vormden. En in deze maat­schap­pelijke verhouding was het woord solidair niet bepaald een woord dat dage­lijks werd gebezigd. En wanneer men de heden ten dage ter be­schikking staande actuele in­formatiebronnen raad­pleegt over de Indo/­Europe­aan, komt men niet zel­den onge­rijmdheden tegen. Dan worden er voorbeel­den van suc­cesvolle personen van Indo/Eu­ropese afkomst, Indo‘s dus, ten tonele ge­voerd, die vanaf de zestiger  jaren bekend zijn geworden op het ge­bied van de kunsten zoals, thea­ter, dans, film, muziek etc. met obligate commentaren dat zij het (toch) ge­maakt hebben! Daar kun­nen we suc­cessievelijk aan toevoegen dat ze dat succes (onder de alziende ogen van  hun ouders!) uit eigen kracht en inspan­ning hebben verworven. Ook carrières in de Krijgsmacht en op wetenschappelijk ge­bied (vaak medisch) worden dan uitgeme­ten. Maar de talenten op divers gebied onder de leden van de In­do/Europese be­vol­kingsgroep had men nauwe­lijks of helemaal niet in de gaten ge­had laat staan bevor­derd. Velen ont­wikkelden zich op eigen houtje, on­ge­subsidieerd of  nauwelijks ge­spon­sord door een of andere firma. Wat dat be­treft veel respect en lof en we gunnen hen het succes van ganser harte, dat vinden ik en ieder­een een goede ont­wikkeling; het zijn in feite nog fijne stipjes in het ge­heel, incidenten, maar die al flonkeren boven het ver­maledijde tranen­meer van de bitterheid van gisteren dat we met zijn allen hope­lijk zeer snel achter ons zullen laten om het plaats te laten maken voor de grote verwach­tingen die de Indo/Europeaan voor dit (ONS) mooie land voor ogen heeft.

Ik hoop  hiermee een bijdrage te hebben geleverd aan hen die de geschiedenis van de In­do/Eu­ro­peaan graag willen kennen en draag ik deze serie artikelen daarom op aan alle jonge men­sen en aan alle mensen van de Indo/Europese gemeenschap omdat ik weet wat het is om (een) Indo te zijn.

 

ICM COlUMNIST - PJOTR X. SICCAMA

 

Heeft U de vorige afleveringen gemist klik hier

 

 

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives