Alle berichten (2803)
Thomas van Aalten - Een vrouw van de wereld (2020)
De negende roman van Thomas van Aalten, Een vrouw van de wereld, gaat over Leonie, een aantrekkelijk meisje uit een arbeiders-milieu dat in de jaren zestig – zonder eigenlijk van hem te houden – trouwt met Dick van Espen. Hij, telg uit een supermarkt-familie, is zelf een succesvol reisbureau begonnen met als grootste attractie goedkope reizen naar de Costa Brava. Thomas van Aalten legt het er in zijn beschrijvingen graag dik bovenop en Leonie’s man wordt dan ook stelselmatig beschreven als een nogal onsmakelijk ogend, ruikend, ronkend en snurkend stuk mensenvlees. Een pafferige Zaankanter die elke dag dezelfde routine volgt, niet verder kijkt dan zijn neus lang is, te veel drinkt en dan wel eens agressief wordt.
Leonie begint al vrij snel na hun trouwen een hekel aan hem te krijgen. Het is dan ook een klein wonder dat zij na enige tijd toch zwanger wordt. Alhoewel.. ‘Dick had weinig oog voor Leonies lichaam, haar wensen en bij vlagen haar weerzin; hij kroop op haar als een dier en nam haar. Zijn witte billen dansten als puddingen tussen haar benen, vaak niet langer dan een minuut. Dan spoot hij in haar.’
Meerdere invalshoeken
Rond die tijd maakt zij ook kennis met de Surinaamse student Urvin die in een dansgroepje optrad tijdens een door Leonie georganiseerde cocktailparty. Dat opent haar ogen voor andere werelden dan de Hollandse gezapigheid waarin zij opgroeide en waarin Dick zich thuis voelt. Er groeit bijvoorbeeld – laat schrijver van Aalten weten – een wens in haar om nu eens verse basilicum te gebruiken in plaats van de gedroogde die de supermarkt van haar echtelijke familie in het schap had liggen: ‘Leonie had juist verlangd naar de sappige bladen die volgens het artikel uit de krant rijk aan calcium moesten zijn.’
Ze begint er in haar eentje op uit te trekken, maakt zelfs stiekem een reisje naar Parijs als Dick een tijdje weg is om zijn Costa Brava-reisbestemming te inspecteren. Ze is op weg een vrouw van de wereld te worden.
Uiteindelijk lopen de tegenstellingen tussen het duo zo hoog op dat er klappen vallen en Dick een apoplexie krijgt waaraan hij overlijdt.
Tot zover deel een van de roman. In deel twee krijgen dezelfde gebeurtenissen een andere belichting als blijkt dat Leonie van kinds-af-aan een bedriegster was die met leugens en fantasieën probeerde de zaken naar haar hand te zetten. Was Dick wel zo’n ongenietbare man of wilde Leonie gewoon haar vrijheid? En welke rol speelde de Surinaamse winti-magie waarmee Urvin haar in kennis had gebracht bij de dood van Dick? In het derde en laatste deel, waarin Leonie Suriname bezoekt, worden deze vragen min of meer beantwoord.
Opsommerige indruk
Zo samengevat heeft Een vrouw van de wereld best een aardig plot en had het een lezenswaardig boek kunnen zijn. Maar helaas heeft Van Aalten het verhaal geschreven in een nogal onbeholpen stijl. Het proza maakt vaak een wat opsommerige indruk, alsof de schrijver zijn research naar het leven-in-de-jaren-zestig oplepelt, ‘Muziek klonk er zelden in het huis van de Espens, met uitzondering van de kerst- en paasmuziek tijdens de feestdagen. Af en toe draaide Dick een lp van Neil Diamond of Elton John op hun stereomeubel, maar verder kwam het echtpaar niet in aanraking met moderne muziekstromingen. Ze hielden sowieso veel op afstand.’ Dit doet denken aan acteurs-instructies in het script van een toneelstuk. Ook de beschrijvingen van conversaties en gedragingen maken de indruk een replica te zijn van wat de auteur denkt over de wijze waarop men in de jaren zestig met elkaar omging en sprak.
De hele roman heeft daardoor iets toneelmatigs, alsof de personages acteurs zijn die bedachte jaren-zestig-personages spelen. Als Leonie aan haar man bekent dat de baby in haar buik vermoedelijk niet van hem is maar van de Surinaamse student en danser Urvin zegt zij: ‘Ik liet me gaan, ik was door lust gedreven, ik kreeg voor het eerst warmbloedige aandacht toen hij hier aan de deur stond om zijn reiskosten te innen.’ En wat was hierop haar man Dick’s reactie? Hij ademde ‘gnuivend als een roofdier en ontstak in een stuurloze, woedende reeks kreten. Hij balde zijn vuist en timmerde die zo hard tegen de keukenmuur dat een tegel losliet en op de grond uiteenspatte.’
Tja…
(Deze recensie verscheen op de website van Literair Nederland, 21 oktober 2020)
Bestemd voor de deelnemers ACTW-66 (traktaat van wassenaar0
Bestemd voor de deelnemers ACTW-66.
Voor de recente ontwikkelingen U kan dit volgen op de rubriek Traktaat van Wassenaar.
Laatste nieuws is:
de 2 Kamer (parlement) van de republiek Indonesie er op aandringt en liet weten via hun mininster van Buitenlandse Zaken om de gelden die aan Nederland zijn betaald om deze terug te geven. Ferry Schwab sr. liet weten, rechts - of links om dat de gelden aan de gedupeerden dient te worden uitbetaald nu wonen in Nederland.. Deze hebben aantoonbaar oorlogschade geleden (verlies van al hun bezittingen en banktegoeden, hier bovenop al hun kosten voor de reis, pension en herinriching zelf hebben moeten betalen. Thans hebben zich 15.000 gedupeerden gemeld bij ACTW-66 via www,im-online.nl. Totaal is de schatting dat om 50,000 gezinnen gaat die hier recht op hebben. Studie leert dat om de lunsum van totaal 7,2 miljard ( Waarde in 1966) gaat.
Kanttekening plaatste dat de brief met het verzoek aan Mw. Bergkamp voorzitter van de Tweede Kamer dient te worden te gericht, en niet aan dim. minister president Mark Rutte van Min. Algemene Zaken.
16 oktober aanstaande wordt verder vergadert bij het KBRI over deze zaak. De intensie is dat de Minister van de republiek van Ministerie van Buitenlandse Zaken in de maand november deze in 2 e Kamer aan de orde stelt, en eist om de terugbetaling. Immers na 60 jaar is het verdrag van traktaat september 1966 nog steeds niet uitgevoerd (betaald aan de 50.000 gedupeerden). Daarnaast is ACTW-66 ruim 7 jaar bezig geweest en alle beschikbare kanalen bewandelt. Nog 15 maart 2022 werd 15.000 handtekeningen met de rapporten + verhalen van de gedupeerden aan 2 Kamer overhandigd. Hardnekkig lijkt Kabinet en 2e Kamer het beleid van Kabinet Drees te volgen. Is een grote schande dat de Republiek Indonesie nu geld terugvordert.
Voorzitter ACTW-66
Ferry Schwab sr.
Een ieder kan zich inschrijven als deelnemer ACTW-66 (traktaat van Wassenaar) die periode 1947 - 1966 in de republiek verbleef, heeft recht op deze schadecompensatie . Mocht tot uitbetaling komen dan behoort ook U die groep. Inschrijving 65 euro via www.icm-online.nl. Het Boek rapport traktaat van Wassenaar 50 euro (is overhandigd in de Tweede Kamer aan alle politieke partijen). De VVD heeft beloofd deze zaak te trekken.
Wat de Indische jongen kan als hij wil
Wat de Indische jongen kan als hij wil: dat stond boven een artikel in het eerste nummer van Onze Stem, per 1 september 1920 het blad van het Indo-Europeesch Verbond.
De duizenden leden zullen het hebben gelezen, met gemengde gevoelens, dat wel.
De uitdrukking ‘Indische jongen’ ken ik uit de Indische gemeenschap. Het is iets van erkenning, herkenning en genegenheid. Je zegt zo: hij is een van ons, hij hoort bij ons.
Dus dat juist het Indo-Europeesch Verbond die kop boven het stuk zette, was te verwachten. Het Verbond zette zich in voor emancipatie van de Indische bevolkingsgroep, en dat moest op twee manieren:
- betere maatschappelijke omstandigheden
- beter zelfbewustzijn
Onder nr. 2 viel bijvoorbeeld ook het probleem van de bescheidenheid, en hoe daarmee om te gaan in een Europese maatschappij. Zelfhulpartikelen als deze konden dan weer – bij niet te grote verlegenheid – besproken worden tijdens bijeenkomsten van afdelingen van de Bond.
Suikerfabriek Klampok
De redactie had de hand weten te leggen op een brief van de administrateur van de suikerfabriek Klampok (Banjoemas) aan de directie. Die suikerfabriek was, zo licht Onze Stem toe, een van de grootste en modernste onderemingen van Java en het personeel daar bestond ‘vrijwel geheel uit Indische jongens’.
Daar schreef de administrateur over en allereerst over de tegenwoordige neiging om bij voorkeur Hollandse jongens aan te nemen, de ‘volbloed Europeanen’. Uit de brief:
- Door sommigen is de meening toegedaan bij voorkeur tot aanneming van volbloed Europeanen over te gaan en worden deze dikwijls liefst uit Holland geïmporteerd.
- Dit is volgens mijn bescheiden mening een zeer verkeerd systeem en bovendien een gevaarlijke politiek. Door het aanstellen van zulke jongelui toch wordt de afstand tussen Javaan en Europeaan steeds groter, terwijl het wantrouwen en de rassenhaat er zeer door bevorderd wordt.
- Bovendien heeft men 1 grote vijand bijgekregen namelijk de hier geboren Europeaan.
Daarna volgde een uitgebreide opsomming van wat de Indische jongens voor mooi werk deden, een lofprijzing van hun kennis en kunde, zoals bewezen op de suikerfabriek Klampok en elders bij andere ondernemingen. De vergelijking tussen Indisch en Hollands viel gemakkelijk te trekken:
- Het komt dus hierop neer dat wij de Indische jongens niet in een hoek moeten duwen, terwijl juist de jongens het meest tevreden zijn, omdat Java hun geboorteland is.
- De tegenwoordig geïmporteerde jongelui zijn vrijwel allen idealisten die met de wonderbaarlijke begrippen hier aan wal stappen om steeds teleurstellingen te ondervinden.
Onze Stem was hier zeer tevreden over. De redactie vond:
- Zulke van grote waardering voor den Indo getuigende woorden doen goed en bewijzen dat niet alle particuliere werkgevers blind zijn voor de goede eigenschappen van de hier geboren Europeanen.
- Zij bewijzen tevens dat de Indo een uitmuntende werkkracht kan zijn als hij wil.
Als hij wil
Ja, nee, hoezo? ‘als hij wil’. Daar zat iets in met een onaangename nasmaak.
We zitten in de jaren 1920. De moderne tijd ontwikkelt zich. Fabrieken met machines. Overal auto’s. Telegrafie. De luchtvaart komt langzaam op. De telefonie.
Ook zijn er snellere scheepsverbindingen tussen Indië en Nederland. Het Hollandse element neemt toe, gaat meer dan voorheen domineren. De resultaten van de indertijd ingezette ethische politiek zijn nog voelbaar: daarmee werd de positie van de inheemse bevolkingsgroep bevorderd, wat vaak ten koste ging van de Indo-Europese groep. En als je steeds op achterstand wordt gezet, als je opmerkingen krijgt over wie en wat je bent, en je hebt in je een zekere bescheidenheid, dan is het lastig je te laten gelden. Zwijgen is dan de uitkomst, en eveneens wrokken over het aangedane onrecht. Dat kan weer leiden tot diep wantrouwen tegen dat Hollandse, emoties die gemakkelijk in de volgende generaties terecht komen.
Dat ‘als hij wil’ stak ook iemand anders. Onder het pseudoniem ‘Een Indische jongen’ verscheen een tegenstuk in De Reflector, het blad van de Indische journalist Dominique Beretty. Deze jongen had het artikel “alles behalve sympathiek” gevonden. En wel hierom:
- Er wordt toch in die mate op de gelijkwaardigheid van den Indo met een volbloed Europeaan, op de flinkheid van ten eerste en zijn energie getamboereerd dat men na lezing zich onwillekeurig afvraagt, of het de redactie erom te doen is den Indische jongen een brevet van inferioriteit uit te reiken.
- Een hoofdje bijvoorbeeld als ‘Wat de Indische jongen kan als hij wil’, is van zoo holle ijdele kwakzalverige klank dat men onwillekeurig denkt: dus de Indische jongen is zóó beroerd dat het wel speciaal vermeld moet worden, dat er ook nog Indische jongens zijn die wèl wat kunnen.
Dat was een goed punt. Maar de koloniale tijden waren er niet naar, om de capaciteiten van Indische jongens als vanzelfsprekend op waarde te schatten.
Eigenwaarde
Mr Th. Thomas was het die hierop, in Onze Stem, weer een antwoord gaf. Als advocaat en journalist van vooraanstaande kranten van Indië zat hij niet snel om een mening verlegen.
Dat bleek ook nu.
De gestelde vraag kreeg van hem een uitvoerige behandeling. Zo schreef hij:
- Of het wel speciaal vermeld moet worden dat er ook nog Indische jongens zijn die wèl wat kunnen? vraagt Indische jongen.
- Mijn antwoord is helaas, ja. En het behoeft niet alleen speciale vermelding, maar bovendien nadrukkelijke scherpe en verzekering. Een verzekering!
- Een verzekering niet slechts voor een Indische jongen, maar ook en vooral voor zijn mededingers in de harde strijd om het bestaan.
- Diens concurrenten moet op duidelijke en klemvolle wijze aan het verstand gebracht worden, dat de Indische jongen het vertikt voortaan te zijn als een buigende padi-halm, rijpende voor hen alléén.
- En den Indische jongen moet op even duidelijke en klemvolle wijze aan het verstand worden gebracht dat hij voortaan niet mag zijn de buigende padi-halm, die er slechts is voor de ani-ani (rijstmesje, VL) zijner beter tot de economische levensstrijd toegeruste mededingers.
- Daarom acht ik het goed, den Indische jongen telkens en telkens weer voor te houden dat ook zij wèl wat kunnen. Dit geeft hun besef van eigenwaarde, den moed van fieren persoonlijkheid [..].
Zo ging mr Thomas nog even door, ook al had hij nu wel afdoende respons verschaft. Het was helemaal in het straatje van Onze Stem. Emancipatie begon met een positief zelfbeeld, en dat werd vervolgens uitgedragen en door de maatschappij geaccepteerd. Wie als Indische jongen wist veel te kunnen, liet zich nooit meer wegdrukken door een Hollandse jongen, hoopte het Indo-Europeesch Verbond.
de Indische burgemeester van Amsterdam was Willem Frederik van Leeuwen, geboren in Soerabaja, hij kon netwerken als geen ander en aan het begin van de vorige eeuw mocht het koloniale bedrijfsleven voor hem op de knietjes, uit dankbaarheid.
Dat zat zo.
O nee, eerst de burgemeester. Op Parlement.com lees ik een typering:
- Dominante persoonlijkheid die allergisch was voor SDAP’ers.
- Stond bekend als slim en gevat, maar ook als enigszins driftig.
- Hekelde als liberaal lid van de Eerste Kamer de bemoeizucht van de minister van Binnenlandse Zaken in Amsterdam.
- Eerste vicepresident van de Raad van State die niet van adel was.
Dat je denkt: die man durfde wat. En het lijkt me ook iemand die heel graag zijn zin kreeg. Anders kun je niet zo hoog opklimmen. Je moet zijn: vastberaden. Overtuigd van je kunnen. Niet bang zijn.
En dat dus terwijl iedereen naar jouw Indische gezicht kijkt en daar vast wat van vindt.
Topgasten
Burgemeester Van Leeuwen (1860-1930) verdiende de innige dank van het koloniaal bedrijfsleven toen hij in 1904 een grandioze netwerkbijeenkomst organiseerde.
Topgasten: de aanstaande gouverneur-generaal van Indië J.B. van Heutsz en zijn rechterhand H. Colijn. (inderdaad, de latere minister-president van Nederland). In dat jaar werd Van Heutsz in Nederland bejubeld omdat hij de Atjeh-oorlog had gewonnen (wat natuurlijk niet zo was).
De andere gasten:
- bedrijven die een kaartje hadden gekocht dan wel gekregen in ruil voor sponsoring van de bijeenkomst, zoals: de Nederlandse Handelmaatschappij, de Nederlandsch-Indische landbouwmaatschappij, de Koninklijke Paketvaart Maatschappij en de Stoomvaartmaatschappij Nederland.
- Amsterdammers die erbij wilden zijn, maar wel Ons Soort Mensen.
- veteranen.
- militaire verenigingen, dat stond goed, vooral wanneer ze met vlag en vaandel op muziek gaan marcheren en dat deden ze.
Het was een hele organisatie geweest. Burgemeester Van Leeuwen had al vroeg een comité in het leven laten roepen dat geld inzamelde voor de netwerkdag. Wie wat gaf, werd netjes bijgehouden in de lijst ‘Bijdragen in het Waarborgfonds ter bestrijding der kosten van ontvangst van den Luitenant-Generaal B.J. [sic] van Heutsz, bij diens bezoek aan de hoofdstad’ .
Ambitie
Stapje verder. Het comité, inmiddels uitgebreid met een commissie, gaat delen van de dag verkopen: kaarten voor de middag of de avond.
Het was inderdaad een prijzige bijeenkomst maar dat lag ook aan de ambities. Dure rijtuigen, een middagbijeenkomst in Artis, een feestmaaltijd in het Concertgebouw en dan een boottocht op de Amstel, waar kostbaar vuurwerk te zien zou zijn.
Aanmelden bij elke activiteit leek voor iedereen open te staan, maar elke aanmelding werd natuurlijk aandachtig bekeken. Voor wanklanken was geen plaats.
Verwachting
Op dinsdag 19 juli 1904 genoot burgemeester Van Leeuwen van een besloten lunch in het Amstelhotel. Enkele anderen en dan de VIP-gasten Van Heutsz en Colijn. Toen bracht de burgervader ze naar het stadhuis waar het officiële gedeelte begon. Van Leeuwen hield een knallende toespraak waarin hij Van Heutsz op een voetstuk zette en ook, min of meer, benadrukte wat de verwachtingen waren. Hij zei onder meer:
- Hier, in de eerste koopstad des rijks, werd met verklaarbare belangstelling gevolgd al wat ginds in het verre Oosten door u en de uwen werd gewrocht.
- Door uw krachtig optreden werd de hoop weder levendig dat er eerlang een einde zou komen aan de Aljehellende die den voorspoed van onze kolonie in den weg stond, die knaagde aan de eer van Nederland als koloniale mogendheid en de vastberadenheid die uit al uw handelingen sprak en door uw invloed ook het deel werd van hen die geroepen waren u bij te staan, deed den twijfel die langzamerhand was ontstaan, of de krijgsmacht in Atjeh wel opgewassen was voor haar moeilijke taak, weder plaats maken voor vertrouwen, vestigde de overtuiging dat die taak aan uitnemende handen was toevertrouwd.
- […] Hulde breng ik in de eerste plaats aan den staatsman, wiens streven het was niet slechts het Atjehsche volk tot onderwerping te brengen, maar door een streng, rechtvaardig bestuur, door het invoeren van een goede rechtspraak, door steun van landbouw en nijverheid, in één woord, door bevordering van de moreele en materieele belangen der onderworpenen, een welvarend land met een tevreden bevolking toe te voegen aan ons koloniaal gebied.
De trefwoorden waren duidelijk: koopstad – ons koloniaal gebied. Van Heutzs begreep uiteraard de bedoeling, dat bleek wel uit zijn toespraak. Hij zei onder andere:
- … namens mij zelf spreek ik de beste wenschen uit voor den voorspoed voor onze schoone hoofdstad, van de handelstad Amsterdam, van waar ook in vroeger eeuwen het gezag in ons schoone Insulinde is uitgegaan.”
Verdienen
De handelstad, dus. En dan ons schoone Insulinde. Een ideale combinatie als het ging om geld verdienen.
Het diner, de boottocht, het vuurwerk: alles was even geweldig. De kranten jubelden. De bedrijven wisten: wij gaan onze donaties dubbel en dwars terug verdienen, dat heeft de burgemeester goed gedaan.
De afrekening liet zien dat ze in de handelstad goed konden rekenen. Er bleef 186,87 gulden en een halve cent over voor het nationaal huldeblijk aan Van Heutsz. Met de groeten van burgemeester Van Leeuwen.
Woningen aan de Oude Merdikaweg te Bandoeng, ca 1930, ,., Jl Merdeka, Bandung, 2019
Binnen ACTW-66 delegatie is bezorgdheid ontstaan.
Na drukke Pasar Malam waar ICM Webportaal akte de presence gaf. Kunnen nu weer nieuwe betalende abonnees welkom heten. Verbaasd dat ze ICM op hun Mobiel kunnen ontvangen. Vol verbazing te zien o.a. de Pasar Malam Kalender. UIteraard het ICM nieuws, en de vele ICM video's maar nu ook op hun mobiel !.
Vandaag weer naar Den Haag zoals gebruikelijk. Aan de orde hoe nu met traktaat van Wassenaar verder. Het feit ligt nu voor, dat de republiek (2e Kamer van Indonesie) een brief heeft gestuurd naar Ministerie Algemene zaken. Na te hebben vernomen van delegatie ACTW-66 (Actie Commite Traktaat van Wassenaar 1966) dat na 6 jaren Nederland de gedupeerden nog steeds niet heeft uitbetaald. Nu ligt dus het verzoek van de republiek Indonesie om de gelden (ongeveer 7,2 miljard gulden van 1966) terug te geven. Binnen ACTW-66 delegatie is bezorgdheid ontstaan. Gaat de republiek Indonesia als nog aan de 15.000 gedupeerden betalen.
Er ligt tevens ook nog het andere dossier: Mark Rutte bood namens het Kabinet in de Tweede Kamer excuses aan het volk van de republiek voor de gepleegde oorlogmisdaden (periode 1947 -1948). Tevens de 97.611 nabestaanden te compenseren.
Team delegatie ACTW-66 haalt opgelucht adem. Na 7 jaren hard werken en de vele kosten die aan dit project ACTW-66 gemoeid zijn, bedroeg over de 1 miljoen euro omdat gene te bereiken, waar ACTW-66 nu staat. Juist nu zal delegatie ACTW-66 extra allert moeten blijven dat de gelden in goede handen komt.
Namens ACTW-66 Delegatie
Vz. Ferry Schwab
Delegatie leden Rob Andreas, Paul Vasseur.
15.000 die mandaat hebben gegeven om namens hen te handelen.
ICM op de Pasar Malam Brababanthallen van 22 t/m 24 september,
Yes, wij zijn aanwezig op de pasar malam van Istimewa - events die worden gehouden in de Brabanthallen in Den Bosch van 22 t/m 24 september. Voor de belangstellenden, er zijn vele goede berichten. Voor 41 K heeft al een complete woning en U mag zich nu eigenaar noemen. Voorts heeft ICM team het webportaal vernieuwd voor de Indische sociale media. ICM krant kunt U nu op Uw mobiel ontvangen. Dit geldt ook voor de Pasar Malam Kalender. ICM Video kanaal nu op Uw Mobiel…
Tong Tong Fair mogelijk weg uit Den Haag, is dat erg?
De Tong Tong Fair was dit jaar in september, waarom?
Waarom zijn de kosten in september hoger dan in mei?
Er waren dit jaar minder bezoekers, hoe komt dat?
Merkte je op het demonstratieterrein iets van de demonstratie?
Vertel, moeten jullie het veel van ov-reizigers hebben?
U bent niet blij, hè?
Dan maar weg uit Den Haag?
Zou dat erg zijn, weg uit Den Haag?
Te koop : Afhaal / cateringservice Toko Moetiara in Harderwijk.
Vraagprijs nu 95 k met jaaromzet van 300 k
Toko Moetiara bestaat ruim 28 jaar, en geniet bekendheid.
Klantenkring strekt zich niet alleen in Harderwijk, maar de klanten komen van Nunspeet, Ermelo, Zeewolde, Dronten, Hierden, en Nijkerk om de Sumatraanse (padangseten) keuken. Daarnaast voor de mensen die zelf Indisch willen koken zijn alle denkbare Indische producten te verkrijgen bij Toko Moetiara; van tempe tot bakso ballen.
Omzet indicatie 249.009
Overname voor 110.000 (Goodwill, inventaris, voorraad ) dit is inclusief een maand begeleiding van Adrie voor het inwerken in de Sumatraanse (Indische) keuken.
Waarom staat Toko Moetiara in de etalage ?
Adrie en Jan willen met pensioen gaan.
Welke Indische ondernemer willen verder aan de toekomst werken aan deze goed draaiende toko om de klanten te blijven bedienen!
Info 0341 413663
Website www.tokomoetiara.nl
Toko Moetiara is gelegen in het centrum van Harderwijk en bestaat inmiddels 27 jaar. Het pand heeft een totale oppervlakte van 100m2 en is centraal gelegen in het centrum van Harderwijk aan een doorlopende winkelstraat (ook toegankelijk voor auto's). Door een groot aantal vaste klanten en de vele toeristen die elk jaar Harderwijk bezoeken is er maandelijks een stabiele omzet. De toko bestaat uit afhaal van dagelijks vers bereide gerechten en oosterse producten om zelf mee te koken (merken zoals ABC, Lee Kum Kee, De Oosterse Prins etc).
De omzet kan verhoogd worden door de flexibele openingstijden. Het is mogelijk om langer open te blijven. In Harderwijk is het vanaf heden mogelijkheden om 1x per maand op zondag open te gaan.
De kale huurprijs bedraagt €16.000 per jaar (excl btw)