Alle berichten (28)

Sorteer op

dentiteiten van de Indo’s  / Joty ter Kulve

10897253052?profile=originalIdentiteiten van de Indo’s   door:   Joty ter Kulve

Enige gedachten na het zien van   de mooie documentaire van het   IHC (Indisch Herinneringscentrum): Indische herinneringen. Het viel mij op dat alle deelnemers aan deze video, op een enkele uitzondering na, van gemengd bloed waren. Van velen weet ik dat ze ook weer met Hollanders zijn getrouwd. Wat mij nu zo nieuwsgierig maakt, is de vraag of deze mensen “van binnen” de Nederlandse of de Indo identiteit hebben. Of misschien beide? Wanneer is die vermenging tussen de Nederlanders en de Indonesische vrouwen eigenlijk ontstaan? Ik ben geen historicus, geen psycholoog of antropoloog; ik ben gewoon erg geïnteresseerd naar mijn eigen afkomst. Laat ik dan maar beginnen met Jan Pieterszoon Coen, geboren in Hoorn in de Gouden Eeuw.

Met andere doorgewinterde zeebonken uit zijn omgeving, zo stel ik mij voor, stapten ze in hun schepen, op weg naar een onbekende bestemming. Destijds een gigantisch avontuur, te vergelijken met een reis van astronauten naar de Maan of Mars nu. Ook een reis vol levensgevaarlijke risico’s. Van de drie schepen die uitvoeren, kwam er maar één terug. Deze pioniers ontdekten een groep eilanden in de Grote Oceaan, waaronder Banda.

Eerder hadden de Engelsen de eilanden en hun exotische specerijen al ontdekt. In de oorlogen die ontstonden vanwege de specerijen, vond ook het drama van Banda plaats. Coen gaf opdracht om alle Bandanezen te vermoorden, omdat zij tegen zijn wens in de specerijen wilden verkopen of reeds hadden verkocht aan de Engelsen. Moderne concurrentie dus; de wereld is toch niet zoveel veranderd. Tevens gaf Coen het bevel om alle boten van de Bandanezen te vernietigen, die zij gebruikten om hun waar te vervoeren tussen de eilanden onderling of  om hun rituelen te vervullen.

De Hollanders ontdekten behalve de kostbare specerijen ook de schoonheid van de Indonesische vrouwen. En zo, neem ik aan, werd de Indo geboren. Tante Non en tante Noetie deden hun intrede in de geschiedenis. Van de 16e tot en met de 20e eeuw zette de vermenging zich voort in alle gebieden waar de Nederlandse man leefde en werkte. In de praktijk waren dit voornamelijk Java, Sumatra, stukjes Borneo, Celebes en de Molukken.

De Indische mensen ontwikkelden zich tot trouwe ambtenaren en soldaten van het KNIL. Indische meisjes, maar dit gold ook voor de mannen, kregen hun eigen plaats in het sociale en maatschappelijke stelsel. Hella Haasse beschrijft dit heel mooi in haar diverse romans. Nederlanders, tenminste zo heb ik het ervaren, vinden het gemakkelijker om mensen te classificeren in rangen en standen. Zo heb ik mij laten vertellen, dat je als dochter van een slager niet zomaar trouwt met de zoon van een arts.

Ook met een gemengde achtergrond kreeg je het etiket van het potje “Mixed Blood” (half cast voor de Engelsen) opgeplakt. In onze gezamenlijke geschiedenis zijn of hebben wij ons zelf het etiket op het potje Indisch geplakt: “2nd Hand Citizens”. Helaas zijn wij mensen niet altijd even vriendelijk voor elkaar.

Met de komst van de Republiek Indonesia, en de migratie van de Nederlanders naar Nederland en andere continenten, heeft de vermenging zich doorgezet. Zie ook   de DVD “Indische Herinneringen”. Mijn grote vraag was: met wie identificeer ik mij en met wie identificeren Indische mensen zich?

Ik vroeg een goede vriend, ook van Indische afkomst, naar zijn bevinden. Ik kreeg een onthullend antwoord:  Tot begin jaren ’80 van de vorige eeuw meed ik als Indo andere Indo’s, want ik wilde natuurlijk zo Hollands mogelijk worden gevonden en ik ging er vanuit dat andere Indo’s er evenzo over dachten. Zo kwam het nooit bij mij op om verliefd te worden op een Indisch meisje. Ik beschouwde dat als een soort incest. Maar vanaf het lezen van

het boek “Geen gewoon Indisch Meisje” van Marion Bloem, raakte ik mij meer en meer bewust van een positievere kijk op mijn Indische achtergrond. Vanaf de jaren ’90 was ik steeds meer bezig met mijn Indische identiteit en de Indische geschiedenis. Vanaf begin deze eeuw raakte ik steeds meer geëngageerd met mijn Indische roots in Indonesië en sinds kort ben ik bewust bezig met een beter contact met het hedendaagse Indonesië.

Wat mijn vriend met ons deelt, is mijns inziens heel erg belangrijk. Niet alleen voor de Indische mensen en de Nederlanders, maar de identiteits-crisis in de wereld van vandaag, is bepalend voor heel Nederland, voor Europa, voor het Midden Oosten, ja voor de hele wereld.

We zijn niet alleen Hollands of Indisch. We behoren als individu nog tot allerlei andere groepen, dansclub, sportvereniging, kerkgenootschap, enzovoort. Al die groepen bepalen mede onze identiteit. Veel conflicten met minderheidsgroepen en andere culturen zijn ontstaan, omdat mensen worden gemobiliseerd omdat ze dezelfde groep aanhangen of juist niet. Daarom kan het gebeuren dat mensen die altijd als goede buren en vrienden vredig met elkaar geleefd hebben, plotseling dodelijke vijanden worden. Denk aan Joegoslavië en Rwanda. In plaats van elkaar aan te spreken op ons mens-zijn, onze humaniteit en op ons individu, worden we plotseling Molukker, Indo, Moslim, enzovoort.

De grote opgave anno 2013 is misschien wel het vermogen om Eenheid in Diversiteit gestalte te geven. Om weer mens te worden, die wil verbinden en die een ander wil zien staan.

 

Lees verder…

Indo/Europeanen door PJOTR. X.SICCAMA

10897254869?profile=originalIndo/Europeanen

 

Ik heb (weer eens) gemerkt dat er heel wat misverstanden bestaan omtrent de Indische/Nederlanders (de hemeenschap)- Indo s genoemd,  en de Indo/Europeanen in het algemeen

.

Allereerst de Indische/Nederlander: hij of zij die of een Nederlandse (zeg:Europese) vader óf moeder hebben  aan één kant en aan de andere kant een Infonesische/Indische (zeg: Aziatische) vader óf moeder: dit moet voor een ieder helder zijn.

 

Vervolgens kunnen we ter verduidelijking spreken over de Indo/Europeanen:

Het zijn mensen die een Europese én een Aziatische achtergrond (voorouders) hebben zoals: 1.Chinees/Nederlands 2.Chinees/Engels  enz.enz. dan Indonesisch/Nederlands 2.Indonesisch/Duits 3 en.enz.

 

Dat (het grootste deel) zoveel (bijna alle) Indische/Nederlanders, waaronder velen Indo/Europeanen waren, werden gerepatrieerd naar Nederland, had een juridische reden en dat is dat de mensen  die in het voormalig Nederlands Indië waren geboren (uit verschillende verbintenissen, voornamelijk Euro/Aziatisch), gewoond en gewerkt hebben, het recht hadden om de Nationaliteit van de ‘’Bezetter’’= De Nederlandse Koloniale mogendheid, aan te nemen en/of aan te vragen.

 

10897254700?profile=original

Het gold voor een ieder die in de archipel zijn brood verdiende. Evenwel kan worden aangetekend dat het recht om de dubbele nationaliteit te bezitten ook mogelijk was, zeker voor hen (vaak kleine en grote ondernemers) die voor onbepaalde tijd er verbleven, of nog niet weten of ze zich er voor altijd zouden vestigen.

Vrienden van mij waren ook Indo/Europeanen (Italiaans/Javaans/Belgisch/Nederlands) en hadden van dat recht gebruik gemaakt en geopteerd voor de dubbele paspoort: De Italiaanse en de Nederlandse; om maar een voorbeeld te noemen. Zeker voor en na de WOII was het voor ondernemende Indo/Europeanen van economisch belang om een zekere juridische status en positie in te nemen om (ook voor zichzelf) politieke én maatschappelijke duidelijkheid te verschaffen.

 

10897255289?profile=original

 

In een notedop: Naast de autochtone bevolking van het voormalig Nederlands Indië (Javanen/Sumatranen/Atjehers/Sundanezen/Madurezen/ enz.enz.) was er een Indo/Europese gemeenschap (verbintenissen uit Aziatische en uit diverse Europese naties (veel hiervan verbintenissen van Nederlandse zijde) zoals Engelsen/Duitsers/Italianen/Portugezen//Fransen en ook Scandinavische.

 

 

 

 

 

 

Door PJOTR. X.SICCAMA

 

Lees verder…

HET KIND VAN DE REKENING door Albert Prehn

10897224663?profile=originalHET KIND VAN DE REKENING.

Indonesia tanah airku. Tanah tumpa daraku. Het volkslied klinkt na 1949.
De lange oorlog is voorbij, de soldaten keren weer terug naar huis, naar moeder en vrouwen voorzover die nog in leven zijn.

Vele echtparen, verliefde stelletjes en verloofde stellen waren hun wederhelft verloren of hebben hun belofte teniet gedaan in de wanhoop en wanorde die oorzaak was en is tijdens de rumoerige onzekere oorlogsjaren.

Na de oorlog werd het weer tijd voor de hereniging en het was ook tijd om de wonden te likken.
Ging het altijd op voor iedereen? Neen, de oorlog had mensen dingen laten doe die anders nooit zouden zijn gebeurd, het was overleven.

Er is een categorie vrouwen die kleine kinderen hadden en alles deden om ervoor te zorgen dat zij hun kroost in de moeilijke oorlogstijd kon laten overleven, wat velen niet gelukt is.

Andere vrouwen werden slachtoffer van de bezetter en werden als seks slavinnen gebruikt met alle gevolgen voor de latere gevolgen voor deze vrouwen.

Er is ook een categorie die een verbintenis aangaan met een hoge Japanse militair om zo enige zekerheid te verkrijgen om te overleven, want als Nederlandse of Indisch Nederlandse had je in de oorlog niet alleen te maken met de Japanners als bezetters maar ook met de naar vrijheid hunkerende Indonesiërs. Deze waren zeker zo levensbedreigend.

Al met al in het kader van de overlevingsdrang en vaak omwille van de overleving van kroost en familie.

Na de oorlog werden de kinderen uit deze verbintenissen en dwangmatige veroordeling tot troostmeisjes geboren, een probleem.
De diverse huwelijken die na de oorlog werden gesloten en de terugkomst van de echtgenoten die jarenlang elders hadden vastgezeten als krijgsgevangene, werden opgescheept met een erfenis van de Japanse bezetting, een erfenis in levenden lijve.

Deze kinderen kregen een toekomst in de schoot geworpen waarin de gevolgen van de oorlog lijfelijk werd ondervonden.
Een kenmerkend feit is dat vrijwel alle van Japanse afkomst zijnde Indische of Nederlandse kinderen, geboren als gevolg van de bezetting in Indonesië door Japan is, dat zij een toekoms hadden met allerlei hindernissen.

Ik zal er kort een paar omschrijven, deze informatie heb ik gekregen van diverse interviews met dergelijke kinderen die nu volwassen zijn en een heel leven achter de rug hebben

Er was een gemeenschappelijke ervaring. Je bent als kind van een japanner niet gewenst.
Moeders die later hertrouwden met een Indische man die de verschrikkingen van de Japanse bezetting hebben overleefd ervaren dat die het kind niet konden accepteren.

Op de weg naar de toekomst hebben deze kinderen een gemeenschappelijke verhaal, ze werden mishandel door de stiefvader die onbewust zijn trauma’s op het kind botvierde, genegeerd, verzwegen, en zeker niet geaccepteerd door de familie van de stiefvaders kant.

Ze beleefden geen normale jeugd, het werd hun niet verteld en de reden van de vernederingen, mishandeling, niet acceptatie betrekt en ervaart het kind als zijnde dat het aan zichzelf lag.

Waar de stiefbroers en zuster de normale jeugd konden beleven zaten deze kinderen met een geestelijke afstraffing van hetgeen de biologische vaders hebben vertegenwoordigd.

Het tragische kenmerk in deze is dat er niets werd verteld, uit schaamte van de moeder of om het kind te beschermen.
Gevolg een volwassen geworden kind met jeugdtrauma’s,de knagende vraag die het zich een levenlang stelt, waarom? Wat was er mis met mij?

Vragen die tot gevolg hebben dat de meeste kinderen zelf bij de opvoeding van hun eigen kinderen met een handicap zitten, ze hebben genegenheid gemist, liefde en vertrouwen die een normaal kind van het gezin mag verwachten .Ze waren mishandeld zonder reden, niet geaccepteerd door familie en de aldoor pijnlijke vraag waarmee ze worstelen waaraan het heeft gelegen.

Deze kinderen hadden geen toekomst, die is hun afgenomen, door stilzwijgen uit schaamte en door het feit dat zij zich nimmer hadden kunnen ontwikkelen in een normaal gezin waar bescherming, liefde en geborgenheid normaal zou moeten zijn. Het ontbreken ervan is eist een zeer zware tol op weg naar de volwassenheid.

Bij enkele werd het hun verteld op latere leeftijd door familie of de moeder vlak voor het heengaan.

De klap die daarna volgt geeft nog een extra dimensie aan de tragiek, namelijk het bewust worden van waarom en daarmee het verwijt en het verdriet wat hun is aangedaan, vooral de machteloosheid om verantwoording te eisen en in vele gevallen alsnog de behoefte om schoon schip te maken met de stiefouder, want het kind had niet geweten dat de stiefouder in vele gevallen niet de echte ouder was en had daarom niet kunnen begrijpen wat de oorzaak was en is, vooral aan wie het gelegen heeft.

Vele kinderen van de Japanse bezetter hebben zich verenigd, er is een stichting in het leven geroepen met de naam Sakura.
Deze stichting helpt kinderen zoals in dit verslag is omschreven met het terugwinnen van de verloren identiteit.

Het organiseert bijeenkomsten, het organiseert zoektochten naar de biologische ouder en het maakt reizen naar Japan in samenwerking met de Japanse ambassade

Want men moet zich kunnen identificeren met de afkomst en in vele gevallen was binnen het gezin de anti Japanse houding ook overgedragen aan het kind.

Als je dan ervaart dat je juist nakomeling bent van het volk waar je niets anders dan de vreselijkste verhalen hebt gehoord en waar jouw familie zwaar onder heeft geleden, dan kan een ieder begrijpen wat voor gevolg het heeft voor jouw eigen identiteit die dan op tilt slaat.

De gevolgen van de tweede wereld oorlog met Japan in het voormalige pararadijs Nederlands Indie heeft bij velen die daar hebben gewoond en geleefd diepe littekens achter gelaten.

Het heeft bij menigeen gevolgen gehad waar men met moeite over kon praten.
Velen dragen de sporen onzichtbaar met zich mee, anderen zijn met hun eigen wederopbouw bezig geweest en hebben de draad weer kunnen oppakken.

Er is echter een categorie slachtoffers die juist op oudere leeftijd het antwoord krijgen waarom hun jeugd zo anders was dan van broer of zus, waarom men hun nimmer heeft kunnen accepteren binnen de familie, waarom juist zij object van mishandeling en frustraties waren van de stiefvaders die de wreedheden van de bezetters lijfelijk hebben moeten ondervinden en daarom een vreselijke haat hadden tegen alles wat Japans was, dus……óók het kind van de Jap waar zij mee opgescheept zaten tegen wil en dank.

De Japanse nakomelingen al dan niet met liefde verwekt,
Zij voelen zich het kind waarmee afgerekend werd puur vanwege hun afkomst .Het kind van de (AF) rekening.

Albert van Prehn (ICM- MODERATOR) 28 juli 2010
Lees verder…

Geschiedenis : Traktaat van Wassenaar Deel II

Geschiedenis : Traktaat van Wassenaar Deel II

  1. Onafhankelijkheidsoorlog

 

 10897354682?profile=original

 

Een Nederlandse gevechtseenheid tijdens de oorlog (Politionele Acties) in Nederlands-Indie 17-8-1945 / 27-12-1949

 

De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (Indonesisch: Revolusi Nasional Indonesia = 'Indonesische Nationale Revolutie') begon kort na de capitulatie van Japan, gevolgd door het uitroepen van de Republiek Indonesië (beide in augustus 1945) en eindigde met de overdracht van de soevereiniteit over de voormalige kolonie Nederlands-Indië (uitgezonderd Westelijk Nieuw-Guinea) door Nederland aan Indonesië (december 1949). In de traditionele Nederlandse geschiedschrijving wordt naar deze episode doorgaans verwezen  met de term ‘Politionele Acties’ (ook wel 'Politiële Acties', [1] Indonesisch: Aksi Polisionil).

Met de term 'Politionele Acties' wordt gedoeld op een tweetal offensieve operaties van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Deze operaties vonden plaats op de eilanden Java en Sumatra in de periode van 21 juli tot  5 augustus 1947 (eerste actie) en van  19 december 1948 tot 5 januari 1949 (tweede actie). De ‘Politionele Acties’ worden meer recent ook wel aangeduid als de 'Nederlands-Indonesische Oorlogen'[2]. In Indonesië staan de twee Politionele Acties bekend als Agresi Militer Belanda ('Nederlandse Militaire Agressies').

 10897355254?profile=original

  

Kort na de Japanse capitulatie in augustus 1945 braken vijandelijkheden uit tussen Indonesische nationalisten en de troepen uit het Britse Gemenebest die strategische posities in de archipel hadden ingenomen. In oktober 1945 ontbrandde de strijd om Soerabaja, een stad die de nationalisten na bloedige gevechten moesten prijsgeven. Hierbij waren nog geen Nederlandse troepen betrokken. Pas in maart 1946 werden Nederlandse troepen in Indonesië toegelaten om de Britse posities over te nemen.

 

Afgezien van de ‘Politionele Acties’ (kortdurende Nederlandse offensieven), had de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog meestentijds het karakter van een guerrilla van de Indonesischenationalisten tegen de Nederlandse troepen. De vijandelijkheden duurden tot het staakt-het-vuren in augustus 1949. Op sommige plaatsen duurden de vijandelijkheden echter voort, waardoor ook Nederlandse militairen sneuvelden ná8 augustus 1949.

Na 1949 flakkerde de strijd (afgezien van de coup van oud-kapitein Westerling in 1950) nog eenmaal op. Dat was tijdens de vijandelijkheden die voorafgingen aan de overdracht van Nederlands-Nieuw-Guinea in 1962.

 

 10897355479?profile=original

 

Ereveld Kembang Koening Soerabaja

 

De Nederlandse regering erkende de Republiek Indonesië niet als onafhankelijke staat, maar beschouwde haar als een opstandige beweging binnen de kolonie Nederlands-Indië. Hierbij dient te worden aangetekend, dat in het hierna te bespreken ‘Akkoord van Linggadjati’, de Republiek de soevereiniteit van Nederland gedurende een overgangsperiode had erkend. Nederland had in datzelfde akkoord de Republiek de facto wel erkend. Tevens dreigde er hongersnood in de door Nederland bezette gebieden, als gevolg van een blokkade van de opstandelingen. Nederland achtte zich verantwoordelijk voor het welzijn van de bevolking, dus ook van Indonesiërs, Chinezen en Arabieren in deze gebieden.

 

Daarom bezigde men de term 'Politionele Actie'. 'Politioneel' was sinds de negentiende eeuw een gebruikelijke term voor militair optreden dat tot doel had de regelmatig voorkomende opstanden in de kolonie neer te slaan.

 

Het gebruik van de kwalificatie 'politioneel' kan ook worden gezien als een manier om te verbloemen dat het hier om een vrijheidsoorlog ging en zo kritiek op het militaire optreden te pareren.

Tijdens beide Politionele Acties telde de Nederlandse troepenmacht in Indonesië, met inbegrip van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), meer dan 100.000 man (+/-20.000 werden voorop gestuurd en daarna nog eens zo’n 100.000). Het grootste deel hiervan werd bij de acties ingezet.

 

Deze omvang maakte duidelijk dat van een beperkte ‘politie actie’, zoals de Nederlandse regering het probeerde voor te stellen, geen sprake was. In meer recente literatuur wordt om deze reden ook wel gesproken van de Nederlands-Indonesische Oorlogen, zoals door Van den Doel in zijn boek ‘Afscheid van Indië: de val van het Nederlandse imperium in Azië’ (2000). Men kan zich afvragen of een actie van een aantal weken en dan nog wel twee, een "oorlog" te noemen is. Achter beide benamingen gaat dan ook een politieke opvatting schuil. Misschien is "militaire actie" een aanvaardbaar compromis. [3]

Tijdens de bijna vier jaar durende militaire aanwezigheid van Nederland in Indonesië lieten circa 5.000 Nederlandse militairen het leven, waarvan ongeveer de helft door gevechtshandelingen en de overige ten gevolge van ziekten en ongevallen. Onder de Nederlandse en Indisch-Nederlandseburgerbevolking vielen duizenden doden door gewelddaden van Indonesische nationalisten.

 

Aan Indonesische zijde vielen naar schatting 150.000 doden. Dat waren zowel slachtoffers van Nederlands militair optreden als van geweld uitgeoefend door de Indonesische nationalisten tegen politieke tegenstanders en vermeende pro-Nederlandse elementen onder de eigen bevolking.

10897234678?profile=originalActie Comite Traktaat van Wassenaar 1966
 ACTW66 is een claimorganisatie die namens U allen die de petitie "Uitbetalen Traktaat van Wassenaar " hebben ondertekend zich hier kunnen inschrijven als deelnemer als U meent aanspraak te kunnen maken op de uitbetaling. U dient zich in de periode 1947 tot 1962 in de republiek indonesia te hebben gewoond.

Als deelnemer bent U € 50 verschuldigd.
http://icmonline.ning.com/main/authorization/signUp

Lees verder…

Geen Back Pay,  maar rekeningen die tot de laatste cent terug te betalen voor de Indisch oorlogslachtoffers !

10897335859?profile=original

10897336254?profile=original

De burgers (Indische oorlogslachtoffers) wachten nog steeds op het geld dat Republiek Indonesie betaalde aan Nederland omdat ze uit het Indonesie werden verjaagd, hierdoor al hun bezittingen en tegoeden verloren.  

Tot op heden hebben deze oorlogslachtoffers geen erkenning, excuses en geen cent compensatie gehad. Ik hoor hier niemand hierover, daarvoor hebben 15.000 mensen getekend, of zijn wij het al weer vergeten. KNIL en ambtenaren hebben nog gelden gehad, hoefden hun overtocht naar Nederland niet te betalen naast de andere voorzieningen, die burgers (oorlogslachtoffers wel voor hun kiezen kregen). Kortom nog veel werk te doen voor Martin van Rijn, kan toch niet zo zijn dat Indische vluchtelingen zo maar in de kou worden gelaten. 

Zie verder 

https://petities.nl/petitions/uitbetalen-op-basis-van-traktaat-van-...

======================================================================================

10897237700?profile=original

Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
                           

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates  In het Engels hier

  •   SCHRIJF U NOG VANDAAG IN!

    10897222082?profile=originalBent U de gedurende periode tussen 1947 - 1962 woonachtig geweest in de republiek Indonesië, dan valt U onder deze regeling / compensatie voor het verlies van al uw bezittingen omdat U het land werd uitgezet. Uitgesloten zijn ambtenaren en Militairen in dienst van de Nederlandse Overheid. (back pay en Knil vallen hier dus niet onder).

    Het bestuur van ACTW66 - ontstaan uit de Stichting NINES, MM Sustainable en ICM - heeft besloten aan de hand van de gehouden petitie de handtekeningen van totaal ruim 15.000 stuks, om deze nu onder te brengen in een Claim Stichting ACTW66. Zodat als u bekend is, wordt dan collectief tegen Overheid geprocedeerd.

     

    Door collectief te procederen tegen de Overheid is het ook voor normale burger dit nu mogelijk door slechts een eenmalige bijdrage van € 50 voor deelname ACTW66 voor het proces - en advocaat kosten, en de uitvoeringwerkzaamheden voor de front- en backoffice dat in principe thuis hoort bij de Overheid die het 51 jaar heeft nagelaten.

      

    Meent U als gedupeerde hier recht op te hebben dan dient U zich in te schrijven op onze website www.icm-online.nl voor uw claim..

     

    Hoe meldt U zich aan?

    Door naar onze website www.icm-online.nl  te gaan en aan te klikken op "Inschrijven", hierna krijgt U het gebruikelijk formulier met vragen om uw persoonsgegevens in te voeren, en vragen met betrekking of u recht heeft. Hebt U alle vragen met "Ja" kunnen beantwoorden dan voldoet aan uw profiel en wij kunnen uw claim op de lijst deelnemer ACTW66 Claim stichting zetten.

    U ontvangt tevens een bericht van de beheerders  ACTW66 dat Uw claim is geregistreerd in onze administratie. Deze lijst met namen worden ingebracht in het proces, zodat ook namens U de procedure wordt gvoerd.

      

    Let op !

    Vergeet aub eerst niet uw wachtwoord op te schrijven!

     

    10897314458?profile=originalMet uw inschrijving heeft U tevens gratis abonnement op www.icm-online.nl, de enige Indische Internetkraant,  ICM Breaking News  en ICM Videokanaal. Hebt u via uw provider Internet op uw TV, dan kunt U ICM op uw TV - ontvangen. Uiteraard kunt u alle updates / ontwikkelingen rond het traktaat van Wassenaar volgen.

    Bovendien ontvangt U het boek met de titel "Het rapport uitbetalen traktaat van Wassenaar", nadat dit boek samen  met 15.000 handtekeningen aan het kabinet en de fractievoorzitters van de politieke partijen in de Tweede Kamer is overhandigd.

     

    Vergeet U niet € 50 over te maken op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07 ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding: "inschrijving deelname ACTW66", gelijk met de inschrijving voor ACTW66 - administratie . Dit om ons werkzaamheden te verlichten.

     

    Namens Bestuur

    ACTW66.


     

Lees verder…

Pasar Malam in de Bush – Burgers’ Zoo, Arnhem

Nieuwjaar/vakantie in Indonesië? Dat kan op de Pasar Malam in de Bush van Burgers’ Zoo in combinatie met een dagje dierentuin.

10897378892?profile=original

Gezellig langs de kraampjes struinen in het tropisch regenwoud
(foto: created by Samantha Bonouvrie)

In Burgers’ Bush betreedt u de kleurrijke wereld van het tropisch regenwoud. Bij binnenkomst zijn  de warmte, dichte plantengroei, geuren en geluiden  een aangename gewaarwording.
Al snel merkt u dat overal om u heen dieren in alle vrijheid leven

In deze werkelijk prachtige omgeving organiseert Istimewa Events een Pasar Malam van maar liefst 12 dagen!
De Pasar Malam is van 23 december t/m 7 januari m.u.v. 24, 25, 31 december en 1 januari.
Met uw entreekaart van de dierentuin heeft u gratis toegang tot de Pasar Malam.
 
De Pasar Malam heeft 2 podia; een podium binnen in het restaurant en een podium midden in de Bush. Hier treden de beste bands, artiesten en culturele dansgroepen voor u op.
Het Bush restaurant heeft tijdens de Pasar Malam een uitgebreid en extra voordelig Indonesisch buffet. De chef kokkin van Burgers’ Zoo is pas tevreden als de smaak van de gerechten haar in gedachten terug brengt naar haar geboorteplaats op Java.
Er is keus genoeg; of u geniet van een heerlijke Indische maaltijd in het restaurant of u gaat de Indonesische snacks bij een van de stands in de Bush proeven.
In de Bush, maar ook bij de Ocean en richting de Safari staat een groot aantal stands met Aziatische producten en specialiteiten zoals sambal, spekkoek, wierook, houtsnijwerken, sieraden, kleding en decoratie voor in huis of de tuin.

10897378692?profile=original

10897379463?profile=original

Openingstijden
De dierentuin gaat al om 09.00 open.
De Pasar Malam gaat om 12.00 uur open en dan is er meteen een leuk programma speciaal voor de kinderen dat tot 15.00 duurt. Daarna begint het podiumprogramma met artiesten, bands, kookdemonstraties en culturele dansoptredens dat tot 20.00 uur duurt.
 
Kerstavond, 1e Kerstdag en op Oud- en Nieuwjaarsdag zijn de dierentuin en een aantal aantrekkelijke stands geopend maar is er geen podiumprogramma.
 
Op 2e Kerstdag is de Pasar Malam wel geopend met een passend podiumprogramma en kinder-entertainment. We zijn die dag van 12:00 tot 17:00 uur open.
 
 
Toegangsprijzen
Een kaartje geeft toegang tot de dierentuin en de pasar malam.
Vanaf 15:00 uur betaald u slechts €10,- entree.
De dagkaarten zijn  €22,00 voor volwassenen en €19,00 voor kinderen van 4 t/m 9 jaar. (0 t/m 3 jaar gratis).
 
Koop hier uw kaarten online
 Scheelt U het wachten aan de lange rijen bij de kassa., 
Kinderprogramma
Elke dag is er van 12:00 tot 15:00 uur een speciaal programma voor kinderen samengesteld.
(2e Kerstdag van 12:00 tot 17:00 uur)
 
De kinderen kunnen hier heerlijk knutselen, zich verkleden als een Bali prins of prinses, muziek maken, zingen, dansen, op een authentieke angklung spelen of pencak silat leren.
 
Wil je weten wat er op welke dag te doen is? Hou dan onze Facebookpagina in de gaten!
www.facebook.com/istimewa.events

10897379859?profile=original

10897351697?profile=original

10897360864?profile=originalProgramma
Net als bij de voorgaande edities wordt het programma gepresenteerd door Sylvia Elders.


Sylvia is een echte kenner van de Indonesische cultuur. Zij vertelt u graag over de geschiedenis, muziek, dans, culinaire lekkernijen en tradities. Gekleed in

Indonesische klederdracht, de sarong en kebaya, neemt zij u mee naar de gordel van Smaragd.

Presentatrice en gastvrouw van Pasar Malam Istimewa: Sylvia Elders
(foto GeaFotografie)

Programma

Zaterdag 23 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Pentjak Silat.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Relight, Pencak Silat Manyang en zanger Danny Everett.
 
Dinsdag 26 december (2e Kerstdag)
12:00 – 17:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes en verkleden als Bali prins(es) en optredens van Ester Latama en dansgroep Sekar Ayu.
 
Woensdag 27 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Anklung spelen.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Hot News, dansgroep Wahana Budaya, zangeres Diana Monoarfa en een kook demo.
 
Donderdag 28 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Simply Friends, dansgroep InaDance, zanger Harold Verwoert en een kook demo.
 
Vrijdag 29 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Simply Friends, dansgroep Peduli Seni Indonesia, zangeres Ester Latama en een kook demo.
 
Zaterdag 30 december
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Hot News, dansgroep Orchidee, zangeres Shanelle de Lannoy en een kook demo.
 
Dinsdag 2 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en zingen en muziek maken met Benny en Jeannette.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Free Line, dansgroep Batik, zangeres Diana Monoarfa en een kook demo.
 
Woensdag 3 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en zingen en muziek maken met Benny en Jeannette.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Free Line, dansgroep Orchidee, zanger Jimi Bellmartin en een kook demo.
 
Donderdag 4 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Anklung spelen.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Challenge XL, Pentjak Silat Manyang, zanger Harold Verwoert en een kook demo.
 
Vrijdag 5 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en een workshop Anklung spelen.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Challenge Xl, dansgroep Sekar Ayu, zanger Ray Smith en een kook demo.
 
Zaterdag 6 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met Wipe Out Selection, dansgroep Aniadi Art, zangeressen Shanelle de Lannoy en Deborah Jacobs.
 
Zondag 7 januari
12:00 – 15:00     Kinderprogramma met Indisch knutselen en spelletjes, verkleden als Bali prins(es) en muziek maken met tante Dé.
15:00 - 20:00      Pasar Malam programma met The StreetRollers, dansgroep Warna Semesta, zangeres Ester Latama en een kook demo.  

Videoclips te bekijken klik op de afbeelding, 

 
 10897380098?profile=original

Weergaven: 210

Lees verder…

10897261876?profile=originalMijn levensverhaal - 1     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens

Zonder er iets dramatisch van te maken, heb ik een probleem, met  veel, zo niet alles, dat mij in het harnas van mijn levensloop heeft gewrongen. Wringen vind ik een zeer goede omschrijving, omdat ik nooit aan wanhoop heb toegegeven, ondanks mijn geweldige eenzaamheid en de totale afwezigheid van een familie verband en nooit een tehuis heb gehad dat daartoe behoorde.      

Na het vele, vele vallen ben ik altijd weer opgestaan. De levenskracht                                                                  daartoe, dank ik aan mijn vader, aangaande de parabels die een beste vriend van mijn Vader,  gedurende  een te korte tijd, aan mij heeft doorgegeven en bovendien van wat   ik te weten ben gekomen over zijn reputatie, samen ook met het geweldige niveau dat hij daarmede    in de  maatschappij en ook  zijn eigen Maatschappij, de B.P.M.-Shell, heeft weten te bereiken. Nu op de leeftijd van 77 jaar, voel ik mij genoodzaakt de balans van mijn leven op te maken. Niet alleen voor mijzelf, maar ook eventueel voor mijn kinderen. Het is mijn gevoel dat, als ooit een van mijn kinderen een probleem heeft, dat de geschiedenis van het leven van hun vader, hen de kracht kan geven om door te zetten

Ik had en heb een uitzonderlijk leven, interessant zelfs, maar toch in mijn persoonlijk gevoel onmenselijk, gemeen, te zwaar en bovenal  zeer eenzaam. Men kan zeggen dat ik redelijk succesvol met het overleven ben geweest, maar letterlijk met elke actie tot een verbetering van mijn leven, heb ik keer op keer ook altijd tegenstand moeten overwinnen. Het was met de handicaps van mijn verleden, altijd weer een strijd. Het is voor mij nooit vloeiend geweest, altijd en eeuwig waren er problemen, die ik heb moeten overwinnen, tot op dit moment toe.

Al verscheidene jaren ben ik van plan, om een boek over mijn leven te schrijven en daarin de ontdekkingen van de menselijke levensfactoren te beschrijven. Graag had ik de hulp ingeroepen van iemand als Adriaan van Dis of van andere schrijvers wiens namen ik tegen ben gekomen. Door het leven van mijn vader en dus met mijn eigen afkomst daardoor, had ik potentieel schatrijk moeten en kunnen zijn, maar door de oorlog is het totaal het tegenovergestelde geworden Armoede werd lange tijd mijn deel en ik voelde mij altijd opgejaagd en uitgebuit.

Maar vanwege en dankzij mijn beide ouders, heb ik kennelijk een geweldige veerkracht meegekregen, waarmede ik niet alleen al mijn tegenslagen heb weten te overwinnen, maar nu zelfs een staat van leven heb weten te bereiken, waar velen zeggen, nou waar heb jij nu nog zorgen voor nodig, Voor mij is het genoeg om nu te kunnen leven. Ik kan nu hopelijk van het aantal jaren die ik mogelijk nog heb, nog een beetje genieten. Maar wat is genieten, als je mogelijkerwijze niet meer weet hoe je dat kunt doen, als je moet oppassen om financieel rond te komen. Maar helaas, genieten, dat ken, of kan ik nu ook al niet meer, de strijd is voor mij te zwaar geweest, naast een vluchtige glimlach en terugkijkend het met een zekere 

voldoening, is het meestal slechts een bittere voldoening die niet echt is. Het is toch ook niet echt, het kan gewoon niet echt zijn. En zo ben je aan het wachten op de volgende klap die moet komen, je hebt toch immers nooit anders meegemaakt.  Zo gaat het met mij.

Adrian Lemmens, twee jaar oud.

Uit mijn historie zal toch zeker blijken dat mijn gedachtegang en mijn levensbeslissingen niet dom of ondoordacht zijn geweest. Waarom is het mij dan ook niet mogelijk om eens achterover te kunnen leunen en van enig succes, met enige voldoening kunnen te genieten? Ik geloof inderdaad dat er zo iets is dat de maat nu vol is; het is allemaal teveel geweest. Maar waarom heb ik in dat geval dan ook niet de moed verloren en ben ik in elkaar gezakt en tot niets meer in staat, dat is toch wel het wonder van het leven. Ik noem het   de veerkracht in de mens en stel vast dat die enorm krachtig is.

Ja, ik ben getrouwd en ik heb drie kinderen, die allen uitstekend terecht zijn gekomen en mijn vrouw is ook mijn zeil kameraad op zee.! Ik stelde zeer hoge eisen aan mijzelf en zonder die eeuwige discipline, had ik het ook nooit overleefd. Het is immers je verstand en je wil tot leven, die een mens in leven houden. In mijn leven heb ik mijzelf altijd van alles  ontzegd om uit mijn armoede omhoog te kunnen klimmen en iets te bereiken. Ik ben nooit  gewend geweest op vakantie te gaan, een ijsje, een bioscoop, met vrienden een drankje drinken of sporten. Als je dat allemaal niet gewend bent, dan is het ook tamelijk gemakkelijk om frugaal en gedisciplineerd te zijn. Uiteindelijk    heb ik redelijk wat bereikt. Maar het geeft geen geluk of genoegen, om er op terug te kunnen kijken, het was immers allemaal te hard en te onmenselijk.

Wat het voor mij nog erger maakte, is dat alles zo anders had gekund. Dat dankzij mijn vaders vooruitziende blik mijn mogelijkheden anders hadden gelopen. Dat mijn vader zijn grootste offer, zijn eigen leven, bracht in het vervullen van zijn vaderlijke plicht  voor zijn nageslacht en na het  voldoen van wat mijn vader als zijn plicht zag, hij slechts een trap na kreeg; van zijn eigen land.

Voor de mensen die de oorzaak van ons ongeluk werden, was er aanvankelijk veel succes en was dat ook voor een langere periode voor hen weg gelegd, maar tenslotte verdronk de een met zijn dikke pensioen in zijn eigen zwembad en was de ander ongelukkig met zijn kinderen en zijn ambitieuze vrouw.  En het feit van het eeuwige mislukte pogingen om mijn persoon te elimineren, alsmede de vele schandalen met secretaresses op zijn kantoor. Met zijn geweldige macht en zijn onaantastbare positie, kon die man doen en laten wat hij wilde. Die man had geen geweten. Inderdaad zijn er in onze wereld mensen die op een gegeven moment zo hoog staan, dat ze zich door gegeven omstandigheden onaantastbaar wanen en zelfs met de duivel zelf heulen. Ik heb nu een pensioen van de WUV, met alle restricties dat voor het Nederland, dat wij nu kennen, gewoon is. Uiteindelijk was ik een kundige advertentiefotograaf, met ook mijn eigen uitstekend geoutilleerde studio. Het maken van ontwerpen voor advertentiewerk, was voor mijn aangeboren handigheid niet zo’n probleem en verdienden wij daarmede extra geld met minder uitgaven En   dat had ook extra voordelen.

Door het in die tijd anti Nederlands heersende sentiment, in Nieuw Zeeland, (de Nederlanders hadden een reputatie voor hard werk en succes waardoor de gemiddelde en kalme steady-as-she-goes Nieuw Zeelander zich bedreigd voelde) en zo kreeg ik meestal alleen maar het werk, waar ik bekend om werd. Werk dat nu alleen met computers gedaan wordt, deed ik in die tijd reeds met het gebruik van meerdere camera’s voor de productie van één foto. Het brood-en-water werk ging weer naar mijn Nieuw Zeelandse collega’s die ook vrienden maakte met “wine and dine”, wijn en etentjes, ter bevordering voor hun werk en hun contacten, iets dat mij en mijn historisch nu zo ingewortelde mentaliteit niet lag, en waardoor wij nooit een geweldig inkomen konden bereiken. Echter op en met mijn vrije tijden en momenten, bouwde ik ons eigen huis en ook een nieuwe studio voor mijzelf, met mijn eigen handen en contractuele hulp.

Mijn studio werd ook bekend, voor het feit dat wij fotografisch bijna het onmogelijke konden doen, met behulp van lasers en met fluorescerende verven, dat zorgvuldig geheim werd gehouden door ons. Zo gebruikte ik mijn tijd om te verdienen wat ik kon, of mijn huis te bouwen, zoals ik dat voor ogen had. Op het einde kwam dat allemaal op zijn pootjes terecht, maar het was wel dubbel hard werk, terwijl mijn vrouw Paula mijn secretaresse was en de moeder van onze kinderen, die op oudere leeftijden vaak in alles meehielpen.

Nu met nieuwe wetten en regulaties kan zoiets ook niet meer, of alleen nog maar ten dele. Gemeten naar mijn inkomen dat in die tijd ook naar ons nieuwe huis ging, werd ik op het gemiddelde inkomen geschat door    de WUV en mijn kwalificaties zonder de Nederlandse papieren, werden volgens Nederlandse maatstaven niet erkend. Een rechtszaak in Utrecht, bepaalde via een vinnige WUV advocaat, dat mijn kwalificaties gelijk stonden met een gewone verkoper in een fotowinkel en daarop werd mijn WUV pensioen berekend. We kunnen er van leven, maar dat is alles.

Adrian Lemmens met zijn ouders, 1939.

Dat is ook geen bevredigende situatie, na alles dat ik heb meegemaakt en verloren heb. Mede door de Nederlandse behandeling voor wat betreft de “Indische Kwestie”, met name door ons met hun acties uiteindelijk zwaar te bestelen, werd ons gezin behoorlijk getroffen. Ergo voor mijn Vader, die werkelijk het hoogste offer bracht voor de goede zaak en het met zijn leven betaalde. Ik ben en voel mij echter nog steeds een Indische jongen van “Tempo Doeloe”, met een Hollandse (Amsterdamse) vader en een Duitse moeder. Beiden krachtige, nee kolossale mensen. Helaas de omstandigheden hebben mij mijn vader ontnomen met de torpedering van de “JUNIO-MARU”, met de zo velen andere kostbare Nederlanders en de arme meedogenloos bedrogen ROMUSHA’S. Alle 5860 van onze mensen, van ons nu vroegere Nederlands-Indië kwamen daarbij om het leven.

Via het internet heb ik merkwaardige belevenissen en kennismakingen meegekregen, zowaar net ook weer van een naamgenoot, familie zelfs, een kampgenoot uit het Banyu-Biru kamp 10.

Toen wij op het laatste moment door de B.P.M.-Shell uit Borneo werden afgevoerd naar Java, op vrachtwagens door de jungle naar Banjermasin en  op een boot van de K.P.M.  werden geladen als deklading met onze bedienden en bagage. Ik heb dat schip als een toenmalig zesjarige altijd in mijn herinnering meegedragen, een drie eilanden schip van het type dat toen bekend stond, zwarte romp en wit bovendek.

Ik heb dat schip, waarvan mijn Moeder in die verwarring zelfs de naam niet meer wist,  meer dan twintig jaar gezocht; ik weet, of wist, dat het klein was. Na de boeken van Bezemer (zowat 1500 pagina’s) te hebben doorgeworsteld, viel mijn oog op het K.P.M. schip de Janssens, onder gezag van een merkwaardige man en gezagvoerder G.N. Pras. Toevallig begon in dezelfde tijd ook de Australische schrijver “Doug Hurst” met een boek onder de titel            “The Fourth Ally” staat daar merkwaardigerwijze de ms. of ss. Janssens op blz. 44 en de afbeelding van het schip (er zijn merkwaardig veel toevalligheden die in mijn leven voorkomen) is nagenoeg het evenbeeld van wat nog in mijn herinneringen staat. En dat is nog niet alles: op dat moment komt opeens ene Gerardus Lemmens uit Engeland via e-mail zich aandienen. Zijn vader blijkt op het moment van de inscheping in Banjermasin, de tweede boordwerktuigkundige te zijn geweest op dat schip. Terwijl zijn moeders naam Lemmens Guetjens G.C., als onze kampgenote van camp tien “Banyu-Biru” onder die van mijn Moeder Lemmens-Finger T.G. staat, in die kamplijst van “Camp 10 Banyu-Biru”. Allemaal ongelooflijk.

Gerard Lemmens, een van drie kinderen is pas na die oorlog geboren. Zijn vader overleefde de oorlog, zijn broer en zus zijn van voor de oorlog. Gerard Lemmens  gehuwd met een Schotse vrouw woont nu in Sussex in Engeland.

Wat zo bijzonder is over dit schip, is dat wij buitengaats van Banjermasin en op weg naar Java, door twee Japanse Zero’s werden aangevallen, met onder elke vleugel een bom, dus vier bommen, ik zie ze nu nog hangen, als op mijn netvlies gegrift. Daar gaat de eerste bom, het schip vaart nu op volle kracht, de officieren volgen de baan van de bommen en maken uitwijkingsmanoeuvres. De dekken zitten vol met vrouwen en kinderen waaronder veel baby’s, vele bedienden, waaronder mijn baboe “Sumina” en de barang (bagage) Een beginnende bijna geluidloos  geschreeuw gaat op. Het is angstwekkend, schreeuwden ze toch maar echt. De bom komt rakelings langs de bakboordzijde, vlak langs ons heen aan het achterdek. Een geweldige fontein schiet omhoog en stort zich op het dek. Wij spartelen allen schreeuwend op dek tussen de ronddrijvende bagage. Naar mijn herinneringen kwam het water tot mijn heupen. Dit gebeurd in totaal vier keren. Het schip gaat geheel schuin in de bochten, waardoor allen aan dek overal tegen aan en tegen elkaar botsten, een baby spoelt bijna overboord. Het was een verschrikkelijke nachtmerrie, waarvan de beelden mij mijn gehele leven achtervolgd hebben, vooral als ik in mijn tegenwoordige leven de een of ander haai tegen kom (wij zijn namelijk zeezeilers).  

Mijn vader in het uniform van reserve sergeant bij het KNIL.

Vier bommen overleven wij op die manier, daarna kwamen die Zero’s weer op ons af en wij wisten het instinctmatig: wij zouden nu mitrailleervuur moeten ondergaan. Maar plotseling braken zij hun aanval af en verdwenen. Oorzaak is een eenzame “Glenn-Martin” van een basis op Noord Java, die om welke reden dan ook, de Japanners op de vlucht deed slaan en wij hadden dit drama overleefd. De Glenn-Martin vloog drie rondjes om het schip, met haar vleugels wiegend als een groet en een gejuich van het schip ontlokte en wij bereikten tenslotte Java.

Na het lezen van veel beschrijvingen, over de verschillende acties, van de dappere “Janssens” uit het boek van de Australische auteur en die de gehele oorlog overleefde, ben ik er 99% zeker van, dat zij de “ms. Janssens” was, die ons naar Java bracht, maar die ene procent zou ik toch nog graag verzekerd zien. 

Na mijn korte beschrijving, voor onze mensen, in het ICM-online van Ferry Schwab, met de “Indische Kwestie”, aangaande het incident met Marlies van Zanten Hyllner in 2012, ging ik op vakantie naar Europa Twee van mijn drie kinderen wonen overzees. Ik had mijn artikel aan ICM-online laten lezen, die het prompt publiceerde, eigenlijk zonder daar eerst mijn toestemming voor te vragen, maar “no matter”. Mijn artikel heb ik met de grootste moeite gedurende mijn reizen proberen te volgen.

Doordat ik constant onderweg was, kon ik zonder de medewerking van Ferry Schwab ook geen lid worden, ik ben niet zo’n computerheld en heb ik nooit ooit iets van het kennelijk regelmatige commentaar op mijn artikel kunnen volgen. Dit vond ik zeer spijtig en werd ik daar door ICM en Ferry zelf ook niet verder geholpen. Ik heb nu het contact met ICM en Ferry  verloren; ook al omdat zij met hun activiteiten meer op de Nederlandse dan op de buitenlandse Indische bevolking zijn gericht. Pasar Malam dit en Pasar Malam dat, waar wij (van overzee), helaas niet naar toe kunnen gaan. Bovendien wil ik hem verder ook niet met mijn besognes lastigvallen. Mijn reden daarvoor is gewoon, omdat ik samen met mijn familie niet alles alleen maar heb verloren in en van het oude Nederlands-Indië, maar dat wij dankzij mijn vaders hoge functie (de nr. drie in de top bij de B.P.M.-Shell, op Balikpapan Borneo en daarbij Tarakan), ondanks de oorlog nog geweldige investeringen hadden in Engeland en de U.S.A. Tegoeden van de B.P.M. die onder grote woede van de toenmalige Nederlandse Regering, wel al haar mensen het achterstallige salaris en pensioen uitbetaalde. Maar onze investeringen, bezittingen en gelden, zijn ons in Nederland allemaal door toedoen van de Nederlandse Staat ontnomen. De Nederlandse autoriteiten zijn er ook de schuld van geweest, dat ook ons eigen huis of eigenlijk dat van mijn (voogd) grootvader, waar wij notabene in opgegroeid waren, ons ontnomen is. Ons huis is gewoon geconfisceerd      en dat 24 uur voor we in Amsterdam als repatrianten aan wal kwamen.  

Komt daarbij ook nog eens de Wet tot de HANDELINGSONBEKWAAMHEID VAN DE VROUW (die pas in 1956 gewijzigd werd)  EN DAAR OOK NOG EENS BOVEN OP, MIJN MOEDER EN HAAR DUITSE ACHTERGROND, kregen we de zoveelste schop onder ons achterwerk. Daar kwam nog bij dat wij bij de, door Nederland en haar bevolking, ongewilde Indische Nederlanders behoorden. Hoe is dat mogelijk, wat kon er nog meer tegen ons worden ondernomen. Hoe meer konden wij nog vernederd worden. Helaas, alsof dit allemaal nog niet genoeg was, dit was in feiten nog maar het begin van onze ellende, zoals men in deze artikelenserie die ik speciaal voor de NICC Nieuwsbrief heb beschreven, zal ontdekken.

Buitengaats van IJmuiden, kregen wij op de “ms. Slooterdijk van de HAL”, waarmede wij uit Indië arriveerden een telegram van de Amsterdamse Autoriteiten. Ons huis in Amsterdam Centrum werd nu opgeëist voor Nederlanders en wij moesten nu zelf maar voor onze accommodatie zorgen. Er werd ons door deze autoriteiten geen verdere hulp verleend voor het vinden van een andere behuizing.

Ons huis, het ouderlijk huis van mijn Vader, was gedurende de depressie, door mijn Vader, van mijn grootvader gekocht, om hem met zijn kunst schilders zaak, beneden in zijn souterrain te redden van bankroet. Dat was dus vanaf dan ook ons huis, Cornelis Anthoniszstraat nr. 8 in Amsterdam Centrum.  

Mijn grootvader, tevens mijn voogd, en de wet  handelingsonbekwame vrouwen, toen ook nog benodigd als haar mannelijke familie lid, woonde nog steeds in het souterrain. Het bovenhuis had hij helemaal opgeknapt met parketvloeren en nieuw behang, zodat het voor ons prettig wonen zou zijn. Ook had hij in de buurt naar scholen voor mij  geïnformeerd, ik was nog niet naar school geweest en kon nog steeds niet lezen of schrijven, of zelfs tellen. Dat was in oktober 1946 en ik was dus tien jaar oud.

Nogmaals mijn ouders in ons huis in Pladjoe aan de Moesi rivier.

NU KOMT  VOOR ONS,  ONS DUBBELE ONGELUK.!!! 

A.)  Van Indië komende waren wij in Nederland niet welkom.

B.)  Vanwege de confiscatie van ons huis, verloor ik mijn voogd (groot-vader ) die al in zijn tachtiger jaren was en hij was nog steeds herstellende van de laatste en vreselijke hongerwinter in Amsterdam.

C.)  Mijn Moeder was een Duitse en sprak dus met een Duits accent en in Nederland heerste een grote anti Duitse gezindheid en haat. Haar Nederlandse paspoort, was van geen consequentie.

D.)  Mijn Moeder was door de wet van de “HANDELINGSONBEKWAAMHEID VAN DE VROUW,” onbevoegd en onmachtig, om voor haar eigen belangen te zorgen, zonder een mannelijke bijstand of familielid. Mijn grootvader niet alleen mij als voogd, was maar ook mijn Moeder  ontnomen als inwonend mannelijk familielid, door die actie tegen ons.

E.)  Mijn Grootvader was vanwege zijn gezondheid ook behoeftig aan mijn moeders hulp en bijstand; een wederzijds drama.

F.)  Mijn moeders familie zag een kans in Duitsland, in de Britse bezettings-zone, mar de mogelijkheid voor ons, om daarheen te vluchten was nihil en er werd niet bemiddeld.

G.) Mijn alarmerende tekort aan educatie werd door deze situatie verzwaard. Er was voor mij geen oplossing en was ik vaak opgesloten en alleen, terwijl mijn Moeder noodgedwongen op stap was.

H.)  Mijn moeders, of liever mijn vaders reputatie, was mijn Moeder voorgegaan. Bij de B.P.M.-Shell, was mijn moeder bekend als de “Gouden weduwe Lemmens” Later ook de weduwe van de “JUNIO-MARU”.

I.)  Mijn Moeder ging voor hulp naar de B.P.M.-Shell, gesteund voor het voor-oorlogse advies van  haar man en mijn Vader, om nooit iemand te vertrouwen en zich alleen bij de B.P.M.-Shell te vervoegen. Ik was daar bij en hoorde die waarschuwing van mijn vader ook In Bandoeng, na de capitulatie.

J.)  Mijn Moeder werd naar de B.P.M.-Shell weduwen en wezen afdeling verwezen, waar een  een zekere J. den Besten zich onmiddellijk over haar ontfermde en haar omringde, met alle zo welkome attentie, die zij van de Nederlandse autoriteiten moest ontberen. Deze man had in zijn functie natuurlijk inzage in onze papieren, hij liet mijn moeder na die tijd niet meer los en ging de begeleidde haar, totdat hij mijn Moeder binnen het jaar te pakken had, met hemelse beloften, ook jegens mij en met grote vooruitzichten en alle mogelijke attenties. Het was de Heer of liever de “bandiet”, Jannes den Besten gelukt om ons in te palmen. Zijn broer NICOLAAS den Besten, zou in de latere vijftiger en zestiger jaren de Amsterdamsche Bank oplichten voor 60 miljoen gulden met de zogenaamde “SOCRATES AFFAIRE”.

Waar was de verantwoording van de B.P.M.-Shell, in deze situatie  voor een gewezen en eens “zeer” belangrijke top-employé’, zijn weduwe en zijn weeskind (hierop geef ik ook een antwoord, verderop in mijn relaas). Helaas, voor mijn Vader, in zijn hoge positie, waren er ook vijanden en die waren nu zelfs machtiger na die oorlog, die door die ons beiden individuen was overleefd. Een was de zoon van een zittend directie lid van de B.P.M.-Shell in het hoofdkantoor, nu zat hij zelf in die directie, ir. Jan Brouwer en de andere, een verrader en collaborateur met de Japanners, die daarmee zijn familie had gered, een dr.ir. in de Archeologie, H.H. Brons, Ab in de omgang. Hij was later in Nederland, de oprichter en directeur van de R.R.P., de Rotterdam Rijn Pijpleiding Maatschappij,  een dochteronderneming van de Shell, voor het transport van olieproducten naar Duitsland, die dat werd dankzij zijn vriendje de eerder genoemde directeurszoon, ir. Jan Brouwer. Beide “heren” werden door mijn Vader gecorrigeerd, uit naam en in opdracht  van de B.P.M.-Shell, vanwege hun slechte openbare gedragingen en hun onbetaalde rekeningen van voor de oorlog. Voor welke redenen ook hun  

aanvraag tot een salarisverhoging was geweigerd.

Het was niet mijn vaders keuze maar het was wel in zijn functie, deze mensen daarvoor te berispen. Wat een ongelukkige omstandigheid, dat ook in dit geval, het wederom de B.P.M.-Shell was, die ons daarmede dupeerde, vooral met de toekomst- mogelijkheden, die deze twee individuen later zouden of konden hebben.

Wij, mijn moeder en ook ik, moesten daar na die oorlog een dubbele prijs voor betalen, was dat nodig, was dat fair. Onze familie was door deze ongelooflijke samenloop van omstandigheden ernstig gedupeerd.

(tot zover het eerste deel van het levensverhaal van Adrian Lemmens, dat   hij voor deze NICC Nieuwsbrief schreef).

 

Reactie Jan De Keten Webmaster ICM.

In het artikel werd Ferry Schwab (ICM)  in het negatief daglicht gesteld. Ferry kennende staat voor iedereen klaar van "hoog" tot "laag"; Ik ken hem al lang van uit zijn projecten van zijn bedrijf. Een manager waar velen een voorbeeld aan kunnen nemen - desondanks de grote druk en spanningen, stond hij altijd klaar, en al bel je hem om  2 uur s'nachts uit zijn bed. Ik kan mij niet vinden in het verhaal van Adrian Lemmens, wie publiceert kosteloos een verhaal, en waarom hebben de andere leden uit New Zeeland zoals een Ivo geen problemen gehad! Adrian had drukker met zijn rijzen en moet zich afvragen of hij ook dat over heeft voor andere Indo's, behalve dat zijn eigen verhaal centraal wil plaatsen.

Deze vraag zal Adrian zich zelf moeten stellen het feit dat dit ook bij NICC is gepubiceerd zegt genoeg, lijkt mij een excuusjes wel op zijn plaats. Welke Indo runt 14 jaren een toko als ICM, met ondankbare mensen, sorry het moet er even uit!. Zonder ICM was dit verhaal niet wereldwijd verspreid. Waarom heeft Ivo geen problemen met ICM, is nu al 2 jaren abonnee van ICM, woont ook in New Zeeland.

Jan De Keten Webmaster ICM

8 juli 2013.

Lees verder…

Kousbroeks “Het Oostindisch kampsyndroom”. / deel 2

10897249257?profile=originalKousbroeks “Het Oostindisch kampsyndroom”.

Besproken door Pjotr.X. Siccama – deel 11

 

 

Zo langzamerhand wordt een ieder horendol van de term ‘politiek correct’. Persoonlijk (ik zal mij er nooit mee bezig houden) heb ik de term nooit in mijn vocabulaire opgezocht omdat ze totaal onzinnig is en wel om verschillende redenen. De Amerikaanse Flora Lewis en Kousbroek noemen het al de nieuwe terreur.

Dat de term van origine uit de koker van het 19e-eeuwse Marxisme komt, verbaast me geenszins en dus komt het bij mij al bedenkelijk over, om het nog maar quasi-eufemistisch uit te drukken.

Vandaar dat het woord correct (fatsoen / als beschavingsethos) om onder andere die reden werd voorzien van het woord politiek ervoor te plaatsen, een en ander om een universeel tintje aan te geven.

Wat wij als beschaving beschaafd en fatsoenlijk vinden duiden we bij voorbeeld en heel gewoon aan met het woord correct/juist, correct gedrag, correcte mensen, correctie manieren correct gekleed, enzovoort. Maar de betekenis die aan term werd en wordt gegeven, is zodanig gepolitiseerd dat bijna van een doorsnee civilisatie geen sprake meer is. Kort gezegd de term is door de politiek gegijzeld met de bedoeling ze stategisch en dus politiek ( en ad libitum) in te zetten zonder expiratiedatum.  

De terreur van de nieuwe (in)tolerantie volgens Kousbroek, ontwikkelt zich in de VS van Noord Amerika, waar zelfs op meer als 300 universiteiten volgens Fl. Lewis “hun curriculum hadden aangepast door het verwijderen van wat in pc-jargon ‘dead white males’ wordt genoemd.”

 

Je krijgt kippevel als je dat leest en denkt vervolgens bijna in een nachtmerrie te zijn aanbeland.

Morele ontwikkelingswerk is een juiste simpele term hiervoor. Een andere door mij bedachte term is ook een mogelijkheid: sociaal correct, maar dit lijkt me eigenlijk voor de hand liggend als het om iets veel groters gaat.

 

Terug naar de in de VS zo gekoesterde cultuurbarbarisme van pc-jargon “dead white males ..” waarin beroemdheden als Von Goethe, Dante, Schiller, Molière, De Cervantes en alle andere geniale schrijvers en kunstenaars (Westerse) niet langer meer mogen worden voorgesteld als superieur aan andere (zwarte en vrouwelijke (!) nog levende schrijvers uit andere werelddelen, want dan kwetst men hen in hun diepste gevoelens. “De waarheid mag geen argument zijn..(.)”) De krankzinnigheid ten top. Ik zie die mensen (waarvoor de term door Westerse mensen is bedacht) al met het hoofd schudden en denken dat de westerse mensen het leven schijnbaar niet meer zien zitten en hiermee hun zelfmoord aankondigen.

 

 De vrijheid van het woord en de intellectuele vrijheden voor een ieder worden hiermee ‘’im Grunde’’ aangetast. Dient de waarheid niet juist en vooral  te allen tijde voorop te staan, of zijn we soms in een Amerikaanse virtuele wereld terechtgekomen?

De bronnen van waaruit deze nieuwe intolerantie voortkomt zijn de Amerikaanse feministische bewegingen en anti racistische groepen, dit even ter oriëntatie. 

 

Stellen we eens voor dat het omgekeerd het geval zou zijn: “Azië en sommige delen van de wereld hebben besloten de Aziatische dode schrijvers (er zijn er veel van beroemd niet te vergeten) niet meer als superieur voor te stellen aan de westerse, etc.” Dit klinkt dan net zo krankzinnig. In beide gevallen discriminerend. De lieden in de Noord Amerikaanse Republieken hebben geen enkel besef dat die Westerse (Europese en alle andere) geniale kunstenaars/wijsgeren/wetenschappers waarnaar wordt verwezen, de mens in al zijn verscheidenheid en dus de universaliteit wilden en willen verheffen en tonen.

 Waar wil men heen met deze in de VS bedachte bespottelijkheid  term in het onderwijs in die Republieken?

De Amerikaanse onderwijsinstellingen moeten zich maar eens goed beseffen (evalueren voor hen betekent eenvoudig tijdverspilling en dus vergeefse moeite) dat ze dat Europese cultuurerfdeel niet verdiend hebben om het vervolgens de prullemand in te gooien. Het is per slot geen Amerikaans relationele verbintenis waar alles en altijd wat ontbreekt of aan mis is.

 

Maar voor mij betekent deze hocus pocus uit de VS niets anders dan morele ontwikkelingshulp (voor andere delen van de wereld en niet alleen bedoeld voor de Derde Wereld). Het valt ons telkens weer op dat alles wat ordinair (en vulgair) modieus werd en wordt gelanceerd, uit de VS komt.

Het feit dat de onderwijsinstellingen in de VS voor deze nonsens ontvankelijk blijken, is een teken aan de wand. Wanneer er in het (nu in- c.q. doorgevoerde) curriculum op onaanvaardbare manier wordt omgegaan met het westerse cultuurerfgoed, dat op natuurlijke wijze ontwikkeld en verworven is, door deze te grabbel te gooien, is de VS niet waard erfgenaam te worden genoemd van de Westerse beschaving. Zij die deze grote onzin op die instellingen geïntroduceerd hebben, hebben al helemaal geen besef van enig fundamenteel inzicht, getuige de ontkenning ervan – of laten we wat toegeeflijker zijn: de gelijkstelling tot anderen. Het  is per slot ook een vorm van correctheid en fatsoen.  Dit wijst op moedwillige ondermijning van alle westerse ethische waarden. Is dát wat die onverantwoordelijken in de VS uiteindelijk willen?

 

Geëvolueerd? – Waren de oude Antieke Wetten uit Sparta in Griekenland niet als blauwdruk gebruikt voor de Amerikaanse Grondwet? Wat wisten  die cowboys uit de voormalige Britse kolonie van grondrechten en grondwetten; daarvoor moesten ze immers te rade gaan bij het oude Europa om hun komende rechten te verzekeren en nu pretenderen iets fenomenaals bedacht te hebben en dat de Wereld op te gaan leggen? Waar halen de Amerikanen de brutaliteit vandaan!

Het doel, zoals dit in het begin, aldus door Flora Lewis  beschreven, dient namelijk geen doel en is derhalve van nul en generlei waarde. 

De Amerikaanse Flora Lewis neemt terecht stelling tegen deze vorm van intolerante cultuurterreur; citaat: “Ogenschijnlijk heeft pc het doel minderheden te beschermen  (…..), maar in de praktijk vernietigt het het vrije woord, de intellectuele maatstaven en ethisch uitgangspunten waarop de westerse democratie (een andere is er tot dusver niet) is gebaseerd.’’einde citaat.

 Welnu, hierna moeten de onderwijsinstellingen die nog in die p.c. term geloven, maar eens goed tot zich laten doordringen, wat en hoe nu de (beschaafde) opvoeding van hun kinderen tot stand dient te worden gebracht (geformuleerd en uitgevoerd zoals wij gewoon zijn te doen) en geregeld! (mijn cursivering).

 

In dit deel zal ik Kousbroek veel citeren omdat hij in dit grote werk de Indische Gemeenschap compromisloos ervan langs geeft wat direct te maken heeft met de hiervoor door mij aangehaalde en beschreven term ‘correctheid’ (modieus jargon: ‘politiek correct’) naar de ontstane nieuwe waanzin  van intolerantie in  de VS.

 

Tijdens het lezen in zijn werk voel je zijn irritatie (in sommige situaties groot), geschokt te zijn, en ook de woede niet te vergeten.

 

Het bezoek van een Japanse premier (Kaifu) aan Nederland bijvoorbeeld om te beginnen was zo’n moment waar het overgrote deel (ik moet op mijn quivive zijn anders trap ik sommigen misschien op de ziel) het met dat bezoek, op z’n zachtst gezegd niet eens was. De Japanse premier kwam hier officieel om “oprecht berouw” te tonen tegenover de slachtoffers. (mandaat van de Japanse regering).

 

Volgens Kousbroek was dit niet de eerste keer van het ‘berouw’ van Japan, maar vervolgde hij: “..dat zal dan weer kwetsend zijn daaraan te herinneren..”. Kortom zei Kousbroek dat bijna alles wat herinnert aan het slachtofferschap, Japan, de Japanners, herdenking etc. etc. al kwetsend is. Maar waarom toch dat bijna masochistisch gevoel van slachtoffer zijn?

 

In ieder geval verbaasde Kousbroek zich over het feit waarom de krans zo nodig in het water moest worden gegooid. Het was toch immers niet nodig. En als je de Indische Nederlander kent, was dit niet bepaald een teken van (ingehouden: we laten ons toch niet kennen door zoiets ordinairs te doen) correctheid. De Indo’s staan immers bekend als mensen met verfijnde manieren? Nog afgezien van de goede manieren, blijft het feit van de rancune (wat bij sommigen groot en op de rand van racisme balanceert?). Die is er (en gaat ook nooit meer weg is mijn vrees) tegenover alles wat met de Jap of Japan te maken heeft. Er is niets wat de Japanner in hun ogen nog goed kan doen en wat niet direct wordt afgewezen (Kousbroek). Wat mij persoonlijk betreft (ook ik behoor tot die Indische Gemeenschap), had ik direct uit mijn omgeving gehoord - en mijn deel uit die tijd ervaren - over de beestachtigheid van de oorlog en de Jappanners. Ook ik werd min of meer “geslachtofferd” om het een beetje plastisch uit te drukken, maar wel met de premisse (o.a. in de opvoeding) van het weglaten van het vooroordeel wanneer het om mensen ging. Ook ik had mijn gegronde twijfels over alles en nog wat. En dan die wraak die ik toen als kind om me heen hoorde, en zag hoe haat zich tot groteske vormen kan ontwikkelen en erger nog waartoe die in staat was en is.

De mensen die de WO II met de Jappan hebben meegemaakt, zijn onverzoenlijk en zijn uitermate rancuneus, dat is zeker. Onbespreekbaar blijkt ook dat verleden, dat met het slachtofferschap, de Jap en Japan te maken heeft, waarbij Kousbroek  met een paar voorbeelden komt, waarvoor ik me schaam.

10897268900?profile=original

 

Flora Mae Lewis


 

Kousbroek geeft enkele voorbeelden van sommige uit de Indische gemeenschap.

Ten eerste haalde hij een zekere mevrouw Ferguson aan die vertelde dat Jappenkampen ook vernietigingskampen zouden zijn: “alleen, het ging er veel langzamer.”

“Het is ernstig dat veel mensen niet meer weten wat de Holocaust inhield,” schrijft hij.

Het vergelijk is werkelijk absurd en refereert aan dezelfde houding van Japan met het altaar voor Auswitsch dat in het ‘Vredesmuseum’ is gebouwd.

Dan herinnert Kousbroek zich de heer Scheepers van het bestuur van de stichting Japanse Ereschulden, die met zijn uitspraak: “..Je moet de Jappen kennen om te weten wat er achter hun glimlach zit die er zo vriendelijk uitziet”, zichzelf niet bepaald een kenner kan noemen van de Japanse Cultuur. Kousbroek: “Ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat de heer Scheepers over de cultuur en de geschiedenis van Japan nooit een letter heeft gelezen..(..) Het zijn stereotyperingen van Aziaten die gangbaar waren direct na de oorlog”.

Een ander lid van de Indische gemeenschap een zekere mevrouw Spoor-Dijkema die na 50 jaar nog verkondigde dat er geen goede Jappanners bestaan, (VN.1991).

Deze uitspraken uit de Indische gemeenschap zijn in en in  triest, bedroevend en teleurstellend.

De redactie van de Volkskrant (1991) had schijnbaar in een moment van verstandsverbijstering(?)het geschrift van een zekere heer Korzec geplaatst, die (in een column) ongevraagd commentaar gaf over de, zoals hij het noemde “gedisproportioneerde” aanspraken van de Stichting Japanse Ereschulden.

 

 10897269688?profile=originalMichel Korzec.

 

Hoezo gedisproportioneert? Waar haalt mijnheer Korzec die wetenschap vandaan dat te beweren en zich dat aan te matigen? Stoken en modder over een gemeenschap uitstorten die hij helemaal niet kent; is hij een geïnterneerde uit WO II of een ander oorlogsslachtoffer? Voor zover iedereen weet niets van dat al. Maar het kwaad is al geschied en de destructie is alom verspreid. Het doet er nu ook niet meer toe omdat hij kennelijk de bedoeling had mensen voor de schenen te schoppen en daarmee  ook te beledigen. Of draagt deze wijsneuzige meneer nog latente en onbegrepen ressentimenten met zich mee, al zeulend, onder een merkwaardig soort jaloezie waarvan hij zelf oorsprong en oorzaak niet meer weet (als oorspronkelijke niet-westerse Europeaan)? Hier in West Europa voor vol te worden aangezien, moet je toch wel driftig om je heen slaan en zeuren over zaken waar je immers geen ene notie van hebt? Een buitenstaander heeft doorgaans altijd de grootste mond omdat hij zelf betrokken noch verantwoordelijk voelt. Ik gun als sociaal mens en rechtgeaard vrije democraat van nature een ieder zijn mening en de vrijheid een mening te verkondigen zoals men wil, maar hier is geen sprake van een mening: het is een onvervalst oordeel. Dat deze man door Kousbroek is aangehaald met betrekking tot de claims van de Stichting Japanse Ereschulden wil niets zeggen over de kwaliteit van zijn geschrift of denkbeeld, laat staan over de man zelf. Ik raad de man dan ook aan zich eerst te verdiepen in de Indisch/Nederlandse geschiedenis, talloze rapporten en vooral de NIOD rapporten te lezen voordat hij zich waagt aan enig oordeel.

Indien dit toch gebeurt, zal hij mij (en zeker anderen) op zijn pad vinden.

 

Heel anders is het van de burger/geïnterneerden en anderen die aanspraken maken op een materiele genoegdoening die overeenkomt met andere claims van oorlogsslachtoffers die volstrekt niet bepaald gedisproportioneert is, om dat woord nog maar eens te gebruiken.

Het is mij onbegrijpelijk van Kousbroek dat hij uit de column van Korzec alleen het woordgedisproportioneert eruit heeft gepikt.  Over het waarom, krijgen we het volgende te lezen:

Kousbroek: “De overlevenden van de Duitse kampen kregen Wiedergutmachung dat willen de Indische geinterrneerden ook, maar ze willen meer. Ze willen twintig keer zoveel.

Nu maakt Kousbroek (zelf geïnterneerd, gooit, om het nog erger te lijken, net als Korzec, een knuppel in het hoenderhok, louter om te JENNEN) een behoorlijke fout met de hiervoor genoemde misplaatste en ridicule opmerking. Ik vind dit zo teleurstellend en bijzonder gemeen van de man om een groep mensen (waar hij, naar hij zegt zelf toe behoort) neer te zetten als lamenterende klagers. Kousbroek weet drommels goed dat dit onwaar en buiten de werkelijkheid is! Ze willen helemaal niet MEER, ze willen volledige genoegdoening (hetgeen nog niet is gebeurd) wat hen recht doet en rechtens toekomt, nu in materiële zin die gelijk is aan  andere oorlogsslachtoffers. Dat is heel wat anders.Wat kan die man toch zeuren om iets waar hij, naar hij zelf zegt veel moeite heeft over het onrecht zelf dat in dit land met voeten wordt getreden. Onbegrijpelijk.

 

Bij onze Europese buren gebeurde de compensaties (voor hún kolonieën) toch vloeiender en beschaafder en vraag men zich af of  het de Nederlandse regering historisch nog niet duidelijk genoeg is dat de buurlanden Frankrijk, Engeland hun voormalige koloniën (nog afgezien van de VS) en zelfs het straatarme Portugal hun slachtoffers volledig hadden gecompenseerd? De Internationale schande die Nederland hiermee op zich laadt, is buitengewoon groot wanneer dit langer blijft duren. Alles staat in de NIOD-rapporten, wat waar en hoe de Nederlandse regering moet handelen.

Nederland wordt nu Internationaal constant in de gaten gehouden (‘’gemonitored’’zoals dat hedentendage heet) nu deze kwestie speelt en dus actueel is, om te weten  op welke manier en vooral waarmee de Nederlandse Staat tot een voor de Indische gemeenschap bevredigende oplossing zal aankomen zetten.

 

Er gaan in mijn directe omgeving al stemmen op om Europese (juridische) sancties op te leggen aan hen die verantwoordelijk zijn voor het onrecht aangedaan aan een gemeenschap; die zijn, zo ik heb vernomen in voorbereiding voor het geval de Indische Kwestie niet snel wordt opgelost.

 

Om alles in juiste verhoudingen  te zien schrijft Kousbroek vervolgens dat Duitsland aan de Joodse slachtoffers (per hoofd) ca. fl. 2000 had betaald. Ziedaar de grote berekeningsfout van Kousbroek. Zoals we weten uit de gegevens werd per hoofd aan de Joodse gemeenschap meer dan fl. 40 duizend uitbetaald, evenals de Roma/Sinti-gemeenschap overigens. Ziedaar, zij werden geheel gecompenseerd. Kousbroek was dus weer niet goed geïnformeerd over de hoogte(s) van de respectievelijke vergoedingen/compensaties aan Europese slachtoffers. Waar haalt hij die compleet foute informatie toch vandaan? Ik neem hem dit zeer kwalijk. Hier lijkt iemand flink met cijfers te goochelen en een dom spelletje te spelen, kijken of een gek er misschien in trapt. Het bedrag is exact de hoogte dat overeenkomt met de claim van de Indische gemeenschap (20 x fl. 2000 weet u nog?) (de burger/geïnterneerden e.a.). Dat is volstrekt helder en legitiem. Sterker nog, de Indische gemeenschap heeft in haar aanspraken zelfs de geldontwaarding, langer dan 60 jaar nog niet eens in het bedrag verdisconteerd. – Een bedrag van € 35 duizend is daarom zelfs heel redelijk. (zij het altijd nog te schamel bij nader inzien moet ik erbij zeggen, zowel letterlijk als figuurlijk)

Nu komt de vraag weer op: waar komt die agitatie van Kousbroek vandaan om uitgerekend dit punt te berde te brengen? En dan: waar maakt hij zich zo verdomd druk om deze zaak waar hij persoonlijk geen enkel belang bij heeft, maar wel anderen onnodig tegen de schenen schopt? Ook dit reken ik hem bijzonder aan. Dat hij persoonlijk zelf de materiele genoegdoening niet nodig heeft, is zijn zaak en keuze maar dat hij op de stoel van een ambtenaar gaat zitten om zijn onredelijke betoog publiekelijk te spuien is werkelijk nietcomme il faut.

 

Laten we eerlijk zijn en niet doen alsof het bedrag zo hoog en onoverkomelijk is.

 

En dan de onheuse behandeling en onrechtvaardigheid in deze kwestie die meer dan 65 jaar heeft geduurd. Het is nu de allerhoogste tijd om hier komaf te maken en een definitieve streep te zetten onder deze (voor een ieder) pijnlijke Indische kwestie.

 

Kousbroek gaf zelf toe (waar komt opeens die ambivalentie van hem vandaan?) dat de Nederlandse Staat (al die regeringen na de WO II, de KVP onder leiding van Romme (het was de man die de (vermaledijde) “fokpremie” heeft ingevoerd, waar hij de sociale bijverschijnselen van die wet op de koop toe nam) voorop met zijn uitspraak: “.. we zijn hun niets verschuldigd..(.)” was onvoorstelbaar stupide en grievend) zo verdomd laks was en nog is, bovendien krenterig en geborneerd wanneer het om aanspraken en in het algemeen over gelijkstelling gaat.

De Nederlandse Staat had al lang de tijd gehad om komaf te maken met de Indische Gemeenschap en ze in hun aanspraken volledig tegemoet te komen. In de 6-er en 70-er jaren had de Indische Gemeenschap toen hard en met de vuisten op tafel moeten slaan; maar ze waren hiervoor te beschaafd (“overbeschaafd”, schreef Blokker –scheen geen visitekaartje te zijn PS).

 

En juist die houding tekent en kenmerkt het lot van mensen die dachten dat de ander uit hetzelfde hout was gesneden. Het is met die bescheidenheid nu geheel afgelopen, de messen geslepen en de barricades opgesteld.

Per slot zijn de NIOD-rapporten niet voor niets opgesteld waarin de aanspraken van de Indische gemeenschap zijn neergelegd en bevestigd. Waar moeten ze nog op wachten? Tot ze allen dood zijn? Er is immers geen enkele belemmering om de aanspraken  nu uit te voeren; en ondertussen worden weer miljarden euro’s de wereld in geslingerd (i.p.v. recht(en) en democratie te exporteren) voor al die ontwikkelingsprojecten (waar een handvol uitvoerders het meeste profijt van trekken en dat uit gemeenschapsgeld), tegen ongelijke verdeling en onrecht in de Wereld, maar eigen burgers ondertussen hun rechten ontnemen en volstrekt negeren? De woorden van Kafka zijn hier vlees geworden.

10897270653?profile=original

10897270465?profile=original

 

Het NIOD gebouw – Amsterdam.

 

10897269292?profile=original

 

10897271298?profile=originalDe stille

          Indische NIOD Rapporten                               Stille tocht 2012 Den Haag – de stoet naar plein 1813.

Wordt vervolgd

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives