Toespraak | 05-09-2015
Toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking bij het Nationaal Indië-monument 1945-1962 in Roermond, 5 september 2015.
Indië was in mijn jeugd nooit ver weg, maar ook nooit echt dichtbij.
Dat moet ik uitleggen.
Mijn vader maakte de oorlog mee in een Jappenkamp. Zijn eerste vrouw zat met hun drie kinderen in een ander kamp. Zij overleefde de internering niet. Na de oorlog hertrouwde mijn vader met haar zus, mijn moeder, en vol goede moed gingen ze samen terug om opnieuw te beginnen. Dat was in die moeilijke en onrustige jaren direct na de oorlog bepaald niet zonder risico, maar mijn vader hield van het land en geloofde in de mogelijkheden daar. Toen later, eind jaren ‘50, de spanningen tussen Indonesië en ons land opnieuw opliepen en Nederlandse bedrijven werden genationaliseerd, kwamen mijn ouders terug. Dit keer voorgoed. Voor de tweede keer in hun leven begonnen ze helemaal opnieuw.
Ik ben zelf pas een jaar of tien daarna geboren, in 1967. Maar dat Indische verleden, het verhaal over de spanning en de angsten uit de oorlog, over het gevaar en het altijd dreigende geweld in de jaren erna - het is onderdeel van mijn familiegeschiedenis. Daar was ik me in mijn jeugd ook altijd van bewust. En toch kwam het nooit echt dichtbij, omdat er weinig over werd gesproken. Dat gebeurt nu eenmaal als herinneringen moeilijk en soms pijnlijk zijn. En als mensen liever niet terug-, maar vooruitkijken, omdat ze het verleden niet kunnen veranderen en de toekomst wel.
Zo is het velen vergaan. Ook velen van u en duizenden andere jonge mannen die direct na de oorlog als militair naar Indië werden gestuurd. Het is achteraf makkelijk oordelen, maar het is veel moeilijker om echt na te voelen hoe ingrijpend die ervaring geweest moet zijn. Net bevrijd in eigen land en dan – vaak na een opleiding van niet meer dan paar dagen – meteen die lange bootreis naar een nieuw conflict. Naar een onbekend land met een ander klimaat, een andere taal, andere geuren en smaken, een andere cultuur.
Een land ook dat in brand stond, waar chaos heerste en waar geweld aan de orde van de dag was. Onder die omstandigheden kwamen de militairen van toen in situaties terecht waarin ze alleen nog konden vertrouwen op zichzelf en hun kameraden, terwijl zij in een split second beslissingen moesten. Het was in alle opzichten leven op het scherpst van de snede, een continue balanceeract op de rand van leven en dood.
Deze soldaten, de meesten jongens nog, kwamen terug naar huis met beelden en herinneringen die vaak te pijnlijk en te gruwelijk waren om over te praten. Zij kwamen terug naar een land dat druk bezig was met de wederopbouw en niet uitnodigde om ervaringen te verwerken. Veel Indiëveteranen botsten op een muur van stilzwijgen. Of zoals iemand het verwoordde die zelf als veldpredikant in Indië diende: ‘De wereld waarin we toen leefden, heeft naar ons gevoel de bladzijde Indië heel makkelijk omgeslagen.’
Het luisterend oor, de aandacht, het begrip en de erkenning kwamen pas later. Dit monument, deze drukbezochte jaarlijkse herdenking waar de 6200 gesneuvelde militairen worden herdacht – het helpt om het verleden te begrijpen en verwerken. En het is belangrijk dat we blijven herdenken, uit respect voor de doden, maar ook zodat de levenden zich gehoord voelen en het verleden levend blijft.
Want het conflict in Indië is geen voltooid verleden tijd. De geschiedenis kent veel gezichten. Ook minder mooie. De Nederlandse regering heeft dat eerder ook erkend. Maar één ding staat voor mij als een paal boven water: militairen die door de regering van hun land worden uitgezonden, verdienen steun, respect en waardering. Iedere keer als ik Nederlandse militairen bezoek die op missie zijn, is er het volle besef dat wij deze mensen aan gevaren blootstellen.
Ook daarom is het zo goed dat hier vlakbij het Monument voor Vredesoperaties staat, ter nagedachtenis aan alle Nederlandse militairen die sinds de Koreaoorlog zijn omgekomen tijdens missies. Het onderstreept dat Indiëveteranen in een traditie staan van democratische besluitvorming en militaire plicht. Een traditie van moed, trouw en dienstbetoon. Een traditie om bij stil te staan en door te geven.
Dank u wel.
ICM 6.9.2015