2015 - Over de Indische Herdenking - Door Marshal Manengkei
2015 - Over de Indische Herdenking - Door Marshal Manengkei
De Nederlands-Indische gemeenschap is reeds bijna 3 generaties lang klaar voor de toekomst. Zovelen hebben reeds naar het verleden omgekeken en dat is vastgelegd in verschillende audio-visuele en geschreven documenten. Wat er echter nog ontbreekt is een sterk leidende groep of persoon binnen deze gemeenschap om een politieke thema te formuleren en goed gekanaliseerde en gestructureerde maatschappelijke discussie te ontlokken, te voeren en te handhaven.
Dit blijkt in de loop der jaren een utopie te zijn.
Door de grote verscheidenheid aan Indische groeperingen kon en zal er nooit 1 visie en 1 missie kunnen worden geformuleerd om de doelen van deze bevolkingsgroep te realiseren. Alle resultaten zullen hoogstens sub-optimale zijn en dus nooit bevredigend zijn voor deze arme bevolkingsgroep.
De bottleneck is dus de enorme etnische verscheidenheid.
Een greep uit die enorme verscheidenheid: er zijn Nederlandse, Duitse, Belgische, Russische, Franse, Zweedse, Engelse, Joodse, Chinese, Javaanse, Thaise, Indiase etc etc Indo's en de lijst is haast onuitputtellijk, allemaal met elk een specifieke culturele achtergrond.
Iedere groep voelt zich zowel elitaire als minder betekenend dan de ander. Het is het gevolg van eeuwenlange periode van kolonisatie.
Deze noodlottige speling van de tijd heeft een bevolkingsgroep naar voren gebracht die vanwege het ontbreken van een eenheid het slachtoffer is geworden van de twee "hoofd" of "oorspronkelijke" bevolkingsgroepen: de Indonesier en de Nederlander. Beiden voelen zich "vervelend" en "vervuild" door deze "bastaards". Allebeide naties kunnen de Nederlands-Indische "versplinterde" bevolkingsgroep missen als kiespijn.
Het besef bij deze noodlottige bevolkingsgroep om een eenheid te vormen net als de Amerikaan is tijdens de Irian-Barat periode niet doorgekomen. Dat was het enig en juist moment om de Nederlands-Indische staat uit te roepen. Dan was de gelijkwaardige situatie als in de Verenigde Staten bereikt.
Indonesia en Nederland hebben wellicht uit schaamte en noodzaak deze bevolkingsgroep elk op hun eigen manier etnisch opgeschoond voor de geschiedenis. UIteindelijk zullen zij beiden gezuiverd zijn van deze vervelende bevolkingsgroep, die hun eigen historisch materialisme door de bovengenoemde aspecten nooit zal kunnen bevestigen en verzilveren in de geschiedenis van deze aardbol.
Wat er overblijft zijn individuele pogingen om brandjes te blussen en eigen standbeelden te maken.
Mijn persoonlijke ambitie is om het uiterste wat mogelijk is te verwezenlijken en dat is een Nederlands-Indisch canon aan de geschiedenissen van Indonesia en Nederland toe te voegen. Ik (en met mij een kleine groep) zie dat als enig mogelijk resultaat om het aan het Wereldgeschiedenis Erfgoed toe te voegen. Ik hoop echter dat er met mij meerderen zullen opstaan om wellicht een hoger doel te kunnen bereiken.
Een van mijn projecten om aan deze poging gestalte te geven is de CD/DVD productie MANNA "Melati in de Sneeuw". Verder de Nederlands-Indische Verzorgingscentra voor Ouderen en Stichting Nederlands-Indische Samenleving "Sedap Malam".
Al die jaarlijkse herdenkingen zie ik als een fenomeen van tijdelijkheid dat uiteindelijk tot de dood zal leiden van ons ooit bestaande maar dan vergeten bevolkingsgroep: De Nederlands-Indische gemeenschap.
ICM 5.9.2015
Opmerkingen
75