Zon, strand, cultuur en heerlijk eten. Dit is zo’n beetje een vakantie naar Indonesië in een notendop. Of is het meer en kan daarom een reis naar het geboorteland van de voor-ouders de gevoelens aardig in de war brengen?
Bovenstaande vraag houd me nog altijd bezig. Een vraag die past in het rijtje: Indonesië, Indische roots, identiteit, bewustzijn. En laten dat net de onderwerpen zijn waar ik mij in mijn blog: “Door blauwe ogen” mee bezighoud. Ik maak een rondje bij een aantal jonge Indischen en vraag naar hun bezoek aan Indonesië.
Met eigen ogen
In afwachting van de antwoorden die ik per mail hoop binnen te krijgen, ga ik bij mezelf te rade. Hoe ervaarde ik mijn eerste bezoek aan Indonesië? Ik kan stellen dat de vakantie naar het ‘vaderland’ grote impact op mij heeft gehad. De puzzel-stukjes vielen tijdens deze reis voor mij in elkaar.
Met eigen ogen zien hoe de geboortegrond van mijn vader eruit zag, maakte me meer bewust van waar hij vandaan komt: het klimaat, de samen-leving, de geuren en kleuren.
Ik kende Indië uit de verhalen, door er zelf rond te lopen werd het duidelijker voor me. Ik kreeg ook meer inzicht in hoe mijn familie moest hebben geleefd, hoe hun omgeving eruit zag en waarom ze vaak korte antwoorden geven. Zoals antwoorden met slechts ‘al’ in plaats van een hele zin. Iedereen bleek dat te doen in Indonesië, ‘sudah’.
Ik denk nog even door: Kan een vakantie aan het geboorteland van (een van) de ouders of groot-
Foto genomen tijdens mijn tweede vakantie in Indonesië. Toraja 1996.
ouders, het Indische gevoel bij een persoon bevestigen? En kan het bezoek het bewustzijn van de Indische identiteit aanwakkeren? Allebei serieuze vragen waaraan je misschien niet denkt voor vertrek.
Kind van de kolonie
Ferdinand antwoordt hierop: ,,Ik voelde me als een vis in het water toen ik in Indonesië was. Ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van mijn vader ben ik samen met hem naar Java gegaan. We hebben daar de familie en het ouderlijk huis bezocht. En ja, ik voelde me er Indisch, als een kind van de kolonie.” Als laatste voegt hij toe: ,,Tijdens mijn bezoek aan Indonesië merkte ik dat de Indische cultuur daar niet meer bestaat.”
En hierin moet ik Ferdinand gelijk geven, het Indische is bijna niet meer zichtbaar in het straatbeeld van Indonesië. Een paar gebouwen uit de tijd van de kolonie, wat Nederlandse naam-borden hier en daar, maar dan houdt het wel op. Opvallend genoeg, vond ik mijn Indische vader erg passen in het Indonesië van nu. Hoe hij met de mensen sprak, grappen maakte en rondliep alsof hij nooit anders had gedaan. Hij had het zichtbaar naar zijn zin.
Niet anders
Maar er is ook een ander geluid dat mij bereikt. Zo schrijft Peggy over haar Indonesië-ervaring: ,,Ik kan niet echt zeggen dat ik me anders voel wat betreft mijn Indisch-zijn. Ik vond het er mooi en voelde me wel verbonden met hun manier van leven.”
Nathalie heeft een mening zoals vele van haar derde generatie-genoten. Zo valt bij haar ook ‘alles op z’n plek’ en voelt ze zich ‘meteen thuis’ in Indonesië. Als enige geïnterviewde noemt zij haar uiterlijk, dat is namelijk hetzelfde als de Indonesiërs: ,,Groningen, waar ik woonde, was in die tijd nog erg licht. In Indonesië viel ik qua gezicht niet op,” verduidelijkt ze. Ook herkent zij de humor, gebruiken en waarden en normen van huis uit.
Huilend naar huis
Helaas komt aan een vakantie altijd een einde en wordt het weer tijd om naar huis te gaan. Voor sommigen valt het niet mee.
Nathalie: “Eenmaal in het vliegtuig onderweg naar Nederland heb ik uren gehuild. Ik wilde niet meer naar huis. Terug in Nederland heb ik drie maanden nodig gehad om te acclimatiseren. Lang trok ik overal mijn schoenen uit, zelfs in de klas”.
De 11-jarige Nathalie (1988) met vakantie in Indonesië.
Eenmaal bezig aan dit artikel, vraag ik me af hoe het zit met degenen die nog nooit naar Indonesië zijn geweest. Wat zou voor hen een reden kunnen zijn om te gaan en wat verwachten ze van het land?
Gevoelsmatig
Ik besluit Herbert te mailen, want hij is nog niet in Indonesië geweest. Binnen vijf minuten komt zijn antwoord mijn mailbox binnen. Hij heeft er duidelijk al veel eerder over nagedacht.
Herbert: “De reden voor mij is dat ik nieuwsgierig ben naar het land waar een gedeelte van mijn roots liggen. Mijn moeder, ze kwam op haar 21ste jaar naar Nederland, vertelt altijd vol trots over haar Indië en ik wil zelf ervaren welke impact een bezoek aan haar geboorteland op mij heeft en dan vooral gevoelsmatig”.
Als laatste vraag ik hem of hij bepaalde verwachtingen heeft. Herbert: ,,Ik verwacht een stuk herkenning aan te treffen van datgene wat ik van mijn moeder vanuit de verhalen heb mee-gekregen. Tegelijkertijd verwacht ik een land aan te treffen dat compleet anders is dan de periode van voor de dekolonisatie. Mijn moeder zegt eigenlijk altijd dat ‘haar’ land niet meer bestaat, dat was namelijk Indië.”
Ontdekken
En dat hoor ik vaker, de zin die niet anders dan met weemoed kan worden uitgesproken: ‘Indië is niet meer’. Toch heeft het nieuwe Indonesië een grote aantrekkings-kracht op Indische jongeren. Wat je er kunt vinden en wat het gevoelsmatig teweeg kan brengen, is per individu nogal verschillend. Mocht je nog niet zijn geweest, wellicht is het een idee om dat eens uit te vinden? En zelfs al heb je meerdere keren Indonesië bezocht, volgens mij valt er er elke keer wel iets te ontdekken van het land, over jouw achtergrond en familie.
Meer over dit onderwerp kun je lezen in het artikel Geboortegrond in een fles, gebaseerd op interviews uit het boek Door blauwe ogen.
Meer dan 10 jaar geleden heb ik een aantal Indische jongeren gevraagd naar hun ervaringen met Indonesië. Ze vertelden uiteen-lopende verhalen over hun vakanties naar het land waar hun (groot)ouders zijn geboren. Over het algemeen sprak deze derde generatie positief over het (be)zoeken van/naar de roots.
Deze interviews zijn opgenomen in het boek Door blauwe ogen (2005). Onlangs las ik een interessant blog van een Indisch meisje over het ‘teruggaan naar het vaderland’. Het onderwerp waar ik toen hevig in was geïnteresseerd, speelt nog steeds bij de derde generatie blijkt uit het artikel. Dit is voor mij een reden om er weer aandacht aan te geven.
Genetisch doorgegeven
Om met bovenstaande quote uit het boek te beginnen: Bobby spreekt over herkenning als hij voor het eerst Indonesië bezoekt. Maar hoe kun je iets herkennen als je er nog nooit bent geweest? Zijn verklaring is dat de ervaringen van zijn moeder genetisch aan hem zijn door-gegeven. En daar geloof ik wel in, als ouder geef je onbewust emoties door, en in zijn geval zijn dat de ervaringen over Indië.
Opmerkelijk genoeg spreekt hij in het interview over de term ‘teruggaan’ en dat zeggen meerdere Indische jongeren tijdens de gesprekken. Teruggaan naar het land van de ouder(s), vind ik mooi gezegd, bijna romantisch eigenlijk. Technisch gezien is er geen sprake van teruggaan als je voor de eerste keer naar Indonesië afreist. Ervan uitgaan dat herinneringen worden doorgegeven, voelt afreizen naar Indonesië als teruggaan, ook al is men er nog nooit geweest.
Geboortegrond
Waar zoeken de nakomelingen van Indische ouders naar als ze eenmaal zijn in het land dat vroeger Nederlands-Indie was? Vaak hoopt men het ouderlijk huis te kunnen vinden of de oude school waar hun vader of moeder op zat. Sommigen bezoeken begraafplaatsen zoals het bekende ereveld Menteng Pulo in Jakarta. Een enkeling neemt aarde mee van de plek waar vader of moeder ter wereld is gekomen, geboortegrond in een fles dat meegaat naar Nederland.
Ook al vindt je niet altijd waar je naar zoekt, uit de antwoorden van de geïnterviewden blijkt dat het bezoeken van de oude woonplaats van ouders of grootouders altijd grote indruk maakt.
Het antwoord van Michael (zie hieronder), gaf me een nieuw inzicht. Een verbinding met de plek voelen, maar niet persé met Indonesië zelf. Dat gevoel had ik toen ik vorig jaar het ouderlijk huis van mijn vader in Makassar bezocht. Ik vond het bijzonder om het huis te zien, maar had verder niks met de stad waar hij is geboren en getogen.
Zelf kijken
Nieuwsgierigheid naar de Indische cultuur is een belangrijke reden om naar Indonesië te vertrekken. Niet iedereen kan de Indische cultuur duidelijk verwoorden, omdat men er niet genoeg over weet. Zelfs al weet je als Indische jongere genoeg over de afkomst, omdat je dit is verteld of je de roots zelf hebt onderzocht op internet, een reisje naar Indonesië blijft trekken. Zelf wilde ik ook zien waar mijn roots liggen. Door alle verhalen was Indonesië inmiddels zo mysterieus geworden, daar móest ik heen. Ik wilde zélf de geuren en kleuren van Indonesië ervaren en op deze manier invulling geven aan mijn Indische afkomst.
Ik heb me vaak afgevraagd of men fysiek naar Indonesië moet om de Indische cultuur te leren kennen. Indische jongeren kennen de verhalen over Indië van de familieleden toch, is dat niet voldoende? Het oude Indië is er niet meer, dus wat gaan we daar vinden? We treffen er zeker geen Tempo doeloe aan, de oude Indische tijd uit de vaak geromantiseerde verhalen die ons zijn doorgegeven. Ook is de Indische cultuur niet meer aanwezig in Indonesië, want die is met de Indischen meegereisd naar Nederland, toch?
Ontheemd
Voelen we ons als derde generatie dan ontheemd, zou dat de keuze van teruggaan verklaren? Zijn we niet 100% senang in Nederland of voelen we een gemis dat we opzoek gaan naar een stukje van de puzzel in Indonesië? Voor velen geldt dat vragen worden beantwoord. Zo herkennen ze in Indonesië gebruiken en trekjes van hun Indische ouders die het beeld compleet maken.
Uit de interviews blijkt dat niet alle Indische jongeren afreizen naar Indonesië. Sommige noemen de hoge kosten een bezwaar of ze zijn er gevoelsmatig nog niet aan toe. Voor Mirona (36 jaar) komt zoeken naar haar roots in Indonesië absoluut niet ter sprake:
“Ik ben nog nooit in Indonesië geweest, wel in Azië, dat is mijn grote voorliefde. Misschien heeft het ook te maken met thuis, dat mijn ouders ook nooit zijn teruggeweest. Niemand van mijn familie is teruggegaan, niemand had het er ook over”.
Bewijs
Of de interesse en zelfs drang om naar Indonesië te gaan, genetisch is doorgegeven of wellicht is aangepraat door de omgeving, feit is dat Indonesië vaak in trek is bij de derde generatie Indischen. De bezoeken zijn soms teleurstellend, omdat niet aan de verwachtingen wordt voldaan, maar laten altijd wel een grote indruk achter. De Indische nakomelingen spreken van teruggaan naar het land van de voorouders, ook al zijn ze er nog nooit geweest. En met de term teruggaan wordt voor mij de band met Indië (of Indonesië) en de Indische afkomst bevestigd, een bewijs dat het Indisch-zijn en het Indische gevoel niet is gestopt na de tweede generatie Indischen.
Dichter bij Indië kan niet
Maar, nu komt er een vraag bij mij op..... Wat is de motivatie voor Indische nazaten om Indonesië te bezoeken en om welke reden gaat men juist niet naar het land van herkomst?
Het is lastig om met recente cijfers te komen, want die zijn er niet, maar ik weet dat van de 36 geïnterviewden van het boek Door blauwe ogen (2005), 75 procent niet naar Indonesië was geweest. Dat kan liggen aan de leeftijd van de ondervraagden, de helft ervan was onder de 30 jaar oud.
Poseren voor de Batok, links nog net Bromo te zien (1996)
In mijn vriendenkring komt het cijfer veel hoger uit, van de Indische vrienden boven de 30 jaar oud, is slechts een klein deel nog niet naar Indonesië geweest. Ik zeg 'nog niet', want veel vrienden hebben wel de intentie om ooit te gaan. De reden dat ze nu nog niet zijn geweest komt door hun financiële situatie, een ticket kost nog steeds een hoop geld, laat staat voor een heel gezin. Het heeft ook met persoonlijke prioriteiten te maken. Men koopt liever noodzakelijke dingen voor het levensonderhoud, heeft geen tijd of zegt het te ver te vinden.
Loyaal
Er zijn ook Indischen van de derde generatie die niet gaan vanwege de (groot)ouders. Als je bent opgegroeid met het verhaal dat
jouw ouders niet goed zijn behandeld door de Indonesiërs in het verleden, dat het niet meer een land is waar je vrij en zonder gevaren kunt rondwandelen en dat je zelfs niet gewenst bent als Nederlander in het huidige Indonesië, dan denk je wel drie keer na voordat je besluit te vertrekken. Jongeren zijn vaak loyaal aan hun ouders en durven of willen vanwege de slechte ervaringen die hun (groot)ouders hebben gehad in Indië meestal niet naar Indonesië.
Waarom naar Indonesië?
Indonesië is goed vakantieland, is een reden die men opwerpt, want het is er goedkoop, het eten is lekker en de natuur is geweldig. Toch blijft de meest genoemde reden van de derde generatie om Indonesië te bezoeken dat ze willen zien waar hun familie vandaan komt. Al blijkt het soms een hele onderneming om de geboortegrond van de (groot-)
ouders te bezoeken, die vaak op Java, Sulawesi of Sumatra is. Door de infrastructuur van Indonesië kost het soms veel tijd om ergens te komen en daarbij weet niet iedereen de locatie van het oude
geboortehuis van de voorouders. Om het makkelijk te houden, reizen de meesten rechtstreeks naar Bali om daar te genieten van alles wat het land te bieden heeft.
Next best thing
Indonesië wordt ook gezien als the next best thing. Indië is niet meer, maar om de geuren en smaken te kunnen ervaren uit de verhalen over vroeger is Indonesië toch de plek waar dit kan. Zo heb ik het zelf ook ervaren. Eenmaal in Indonesië herkende ik de verhalen van Indië: over tjendol, warungs, straatverkopers, mystiek, sawahs en vulkanen. En dat is waar ik naar zocht en heb gevonden in het nieuwe Indonesië. Dichter bij Indië kon ik niet komen.
Sabine de Rozario, Blog: https://doorblauweogen.wordpress.com/
ICM 16.7.16