Alle berichten (26)

Sorteer op

De Bloedige Bersiap door: Herman Bussemaker

10897277280?profile=originalDe Bloedige Bersiap          door: Herman Bussemaker

Foto - Herman Bussemaker 

De laatste maanden besteden de media  aandacht aan de bersiap, en woedt in  Indische kringen een polemiek omtrent het aantal doden dat tijdens de Bersiap-periode is gevallen. Aanleiding   tot deze commotie is het gebruik van de term “genocide” met betrekking tot de bersiap. Genocide is door de Holocaust een emotioneel zwaar beladen woord in de media en in de samenleving. En dus is op dit moment op allerlei niveaus een discussie gaande of de bersiap een genocide was, en zo ja, hoeveel slachtoffers daarbij te betreuren waren.

 

Historici twisten sinds de Tweede Wereldoorlog over het begrip “Genocide”, letterlijk het uitroeien van een geheel volk.  Definities van genocide zijn multi-interpretabel naar de veroorzakers en de slachtoffers, de effectiviteit en de duur van de genocide, politieke en sociale achtergronden, enzovoorts. Er is een brede overeenstemming over de Holocaust als genocide, maar al veel minder over de slachtingen in Burundi in 1999, en de Armeense genocide in 1915. De bersiap werd voor het eerst in 2008 door dr. Robert Cribb bestempeld als genocide in een bijdrage getiteld: “The brief genocide of Eurasians  in  Indonesia 1945/1946” in een  publicatie uit 2008.  Door de nogal Herman Bussemaker specialistische aard van deze publicatie (Dirk Moses): “Empire, colony, genocide: conquest, occupation, and subaltern resistance in World History”, New- York 2008) viel het artikel niet op. Dit veranderde toen twee jaar geleden emeritus- professor William H. Frederick  in het toonaangevende “Journal of Genocide Research”, Vol. 14 (2012) in het nummer 3/4 zijn artikel publiceerde onder de titel The killing of Dutch and Eurasians in Indonesia’s national revolution (1945 – 1949): a brief genocide reconsidered. (p.359 – 380).  Zowel Cribb als Frederick zijn bekende Indonesië-historici. Cribb is een Australiër, Frederick een Amerikaan. Frederick stelt in zijn bijdrage dat de bersiap minder kort in tijd was dan Cribb veronderstelt, en komt tot veel hogere aantallen slachtoffers. Volgens hem namelijk vielen er tussen de 20.000 en 30.000 slachtoffers. Gezien de titel van zijn bijdrage mag men aannemen, dat het gaat om Nederlanders en Indische Nederlanders (Dutch and Eurasians), maar echt helemaal duidelijk wordt dat niet.

 

En dat brengt ons op het tweede probleem rond de discussies over de bersiap. Deze heeft  zowel etnische als loyalistische aspecten. Er vielen namelijk niet alleen Nederlandse slachtoffers, maar ook slachtoffers met een andere etniciteit, waarvan echter de loyaliteit aan het Indonesische vrijheidsstreven werd betwijfeld. Ik denk daarbij aan Chinezen, waarvan een aantal juridisch de Nederlandse nationaliteit bezaten, alsmede Ambonezen, Timorezen, Menadonezen en Indonesiërs. Zo werd ook vrijwel de gehele Indonesische adellijke bovenlaag op Sumatra tijdens de bersiap uitgeroeid vanwege twijfels aan hun loyaliteit aan de Indonesische staat. Naar deze categorieën slachtoffers is echter nog nauwelijks historisch onderzoek gedaan.  Op Sumatra maar ook delen van Java zijn    ook andere Europeanen dan Nederlanders vermoord, als zij zich buiten       de Japanse interneringskampen bevonden. Te denken valt aan Duitse en Deense zendelingen en Zwitsers. Als men het over slachtoffers van de bersiap heeft, moet daarbij gedefinieerd worden waarover men het heeft. In dit artikel gebruiken wij daarom de omschrijving, dat het gaat om    de (juridisch) Nederlandse slachtoffers, waaronder zowel de Nederlanders (totoks) als de Indische Nederlanders (indo’s of ook wel Buitenkampers) vielen.

 

De bovengrens van het aantal slachtoffers is daarbij discutabel. (Zie hieronder). Over de ondergrens van het aantal Nederlandse slachtoffers bestaat wel een redelijke consensus. Dat zouden er rond 3500 zijn, een getal gebaseerd op de ODO-rapporten (ODO: Opsporings Dienst Overledenen).   Er is geen volledig archief van de ODO bewaard gebleven. De verslagen, die bewaard gebleven zijn, geven een totaal van minimaal 3500 vermoordde Nederlanders, maar in een rapport van mei 1947 door Frederick aangehaald (p. 368 van zijn artikel) wordt door de ODO een aantal van zeker 11.262 geïdentificeerde Nederlandse doden genoemd. En dat was op een tijdstip, dat de ODO in het nog vrij uitgebreide Republikeinse territorium van vóór de Tweede Politionele Actie geen onderzoek had kunnen doen. De vermiste Nederlanders zaten hier dus ook niet bij. Op basis daarvan komt Frederick tot zijn schatting van  tussen de 25.000 en 30.000 Nederlandse doden tijdens de bersiap op zowel Java als Sumatra. (zijn artikel, pagina 369). Hij heeft daarbij geen rekening gehouden met de oversterfte onder de Nederlanders in de Bersiap kampen onder vooral ouderen en kinderen door ziekte, ondervoeding en de slechte hygiënische omstandigheden. Ik schat deze oversterfte op circa 2000 personen in de periode  oktober 1945 – mei 1947.

 

10897277084?profile=originalfoto - De beruchte aanval op het derde Goebeng-transport op 28 oktober 1945 te Soerabaja

 

Dramatisch is daarbij het aantal vermissingen. Er is vrijwel geen Indisch-Nederlandse familie die niet een vermiste man, vader of zoon betreurt uit die periode. Er zijn residenties (Bodjonegoro en Besoeki op Oost-Java, Pati en Pekalongan op Midden-Java) waar hele families zonder een spoor na te laten, verdwenen.

In de interviews van de    Stichting Mondelinge Geschiedenis Indonesië komen verhalen over deze vermissingen veelvuldig voor. Frederick rekent deze vermisten mee in zijn aantallen slachtoffers. In dat licht bezien lijken zijn schattingen reëel.            Frederick is ook de eerste historicus, die aandacht besteedt aan de  “tweede bersiap”. Dit was de periode juli-augustus 1947, toen als gevolg van  de Eerste Politionele Actie in een aantal steden en dorpen onder Indonesisch bestuur een tweede slachting plaats vond onder (Indische) Nederlanders, die na de Indonesische Onafhankelijkheidsverklaring om allerlei redenen voor de Indonesische Nationaliteit hadden gekozen. Kennelijk werd er van Indonesische zijde toch aan hun loyaliteit getwijfeld. Op het Ereveld  Kalibesar bij Semarang staan zeven witte kruisen met de naam Odenthal. Het gehele gezin, vader, moeder en vijf kinderen, werd te Cheribon vermoord op 27 juli 1947 bij het begin van de Eerste Politionele Actie. Zoals zij waren er meerderen, hoewel het totaal aantal vermoedelijk enkele honderden bedragen zal hebben.

 

10897277691?profile=originalFoto - Indonesische revolutionairen met scherpgeslepen bamboes 

Het vraagstuk van de loyaliteit van deze groep aan Indonesië speelde ook een grote rol bij de vlucht naar Nederland van de spijtoptanten. Ongeveer 30.000 Indische Nederlanders kozen voor het Indonesisch staatsburgerschap als gevolg van de toescheidings-overeenkomst van 1952. Deze warga negara’s werden op hun werk en daarbuiten door de “echte” Indonesiërs met wantrouwen bezien en vaak ook gediscrimineerd. De meesten van hen zijn daarop in de periode 1956 - 1959 als spijtoptanten gevlucht naar Nederland. Van repatriëring was in hun geval geen sprake. Er was wel vaak sprake van geweld tegen mensen uit deze groep, maar het kwam niet tot slachtingen.

 

Weinig aandacht wordt door Frederick besteed aan de daders van de gruwelen van de bersiap, de pemoeda’s. Om hun rol te verklaren moet men terug gaan naar de Japanse Bezetting. De (Nederlandse)  scholen werden tijdens de Japanse bezetting gebruikt om de Indonesische leerlingen te indoctrineren. Net als in Japan zelf werden  op de middelbare scholen de leerlingen militair geoefend in het hanteren van wapens, exercitie en vechttechnieken. De Japanse militairen werden daarvoor vrij gemaakt.   In de filmdocumentaire “Buitenkampers” zijn fragmenten opgenomen waarin een aantal van deze oefeningen zijn verfilmd voor propaganda-doeleinden. Ook de “bamboe roentjing”, de gevreesde bamboespeer, komt hierin aan bod. Het was een dodelijk wapen, dat relatief gemakkelijk te vervaardigen was. Het waren deze jongeren die als groep elkaar opzweepten en de meest verschrikkelijke moorden op weerloze Nederlandse vrouwen en kinderen hebben gepleegd. Deze jongeren opereerden autonoom, maar werden wel geïnspireerd door de radio-uitzendingen waarin de Indonesische regering de ene na de andere maatregel bekend maakte tegen de groep Nederlanders, zowel binnen als buiten de Japanse internerings-kampen. Daarbij werd voort-geborduurd op de Japanse propaganda, dat Amerika, Engeland en Nederland vernietigd moesten worden door de Aziatische volkeren.

 

Een van deze Indonesische maatregelen betrof de voedsel boycot van buiten de kampen levende Nederlanders, welke op 4 oktober 1945 voor Java werd afgekondigd. In de uiterste consequentie betekende dit de uithongering van een heel volksdeel. De pemoeda’s zagen hierin een signaal, dat de centrale regering achter hun dodelijke aanvallen op deze buitenkampers zou staan. Soekarno zelf realiseerde zich tenslotte de reikwijdte van zijn besluit in de brief, welke hij op 9 oktober 1945 aan de Engelse opperbevelhebber Mountbatten richtte. Hierin waarschuwde hij dat zelfs hij niet in staat was om  pemoeda-bendes af te houden van een rassenoorlog tegen de Nederlanders. In het licht van de eerdere besluiten omtrent de voedselboycot van diezelfde Nederlanders is het duidelijk, dat hij besefte dat de geest uit de fles was, en dat hij niet meer in staat zou zijn, deze er weer in te krijgen. En zo golfde een explosie van geweld over Java: de bersiap. Bij gebrek aan een Leger kon de Indonesische Regering niet optreden tegen de slachtingen, die dan ook volledig uit de hand liepen. 

10897278276?profile=originalSamenenvattend mogen wij stellen, dat de bersiap tussen de 3500 en 20.000 Nederlanders het leven heeft gekost. Dit was ook mijn conclusie als verwoord in mijn boek over de bersiap uit 2005. Mede door de publicatie van Frederick ben ik geneigd de bovengrens aan te houden als meest waarschijnlijk. Het aantal van 20.000 is uitermate verontrustend. Het zou betekenen, dat er meer dan 10x meer Nederlanders in de bersiap zijn omgekomen dan er tijdens de stormramp van 1953 omkwamen. Dat was een ramp, maar pas de laatste jaren begint het besef door te breken, dat de bersiap voor de Nederlanders een veel grotere ramp was. Waarom is gedurende tientallen jaren in de Nederlandse geschiedenis de bersiap zo onbekend gebleven? Het ging hier tenslotte om een grote groep Nederlanders. Een eenduidig antwoord op deze vraag is niet te geven. Maar we kunnen proberen om een aantal factoren te identificeren, die de onbekendheid kunnen verklaren.

 

10897278678?profile=originalFoto Gruwelijke moordpartijen

 

Nederland zelf kwam zwaar gehavend uit de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig lag het accent niet op het terugkijken, maar op de herbouw                                        van het verwoeste land. Mede door deze op de toekomst gerichte visie vonden de traumatische verhalen van de Nederlanders die uit de voormalige kolonie terug kwamen geen gehoor bij de Nederlandse bevolking. In het gunstige geval werd hen aangeraden niet terug te kijken, in het meest ongunstige geval werd hen verteld dat het in Nederland allemaal veel erger was geweest. Hetgeen uiteraard de dialoog niet bevorderde. Daar kwam bij dat vanaf de zestiger jaren het kolonialisme in een zeer slechte reuk kwam te staan. De Nederlanders uit de Oost sloten zich daarop af van de Nederlandse maatschappij en zochten elkaar  op in talloze sociëteiten en kumpulans. Van een dialoog was verder geen sprake meer.

 

Maar ook intern werd er gezwegen over de doorgemaakte gruwelen. Ouders wilden hun kinderen niet belasten met hun ervaringen. Kinderen voelden haarfijn aan, dat zij daarover geen vragen moesten stellen. En zo ontstond het “Indisch Zwijgen”, naast het Joodse zwijgen. Het is de derde generatie, de kleinkinderen, die dit zwijgen aan het doorbreken zijn door vragen te stellen aan de grootouders, voor zover deze er nog zijn. In die zin werkt de bersiap nog steeds door in de Indische gezinnen.

 

Voor de politieke elite was de bersiap niet interessant. De dominante mening was (en is   nog steeds), dat Nederlandse militairen zich schandalig hadden misdragen in de periode 1945 – 1949. Dat ook van Indonesische zijde de strijd niet schoon was, paste niet in dat beeld.

 

Na de verbetering van de relaties met Indonesië na 1965 was het ook diplomatiek niet verstandig, de bersiap ter discussie te stellen, omdat dit de broze relatie met dat land zou kunnen verstoren. De bersiap verdween daarmee in de doofpot. Toen mijn boek over de bersiap in mei 2005 verscheen als eerste Nederlandstalige publicatie over dit onderwerp, zond de uitgever recensie-exemplaren naar de vijf grote landelijke dagbladen. Geen van hen heeft de moeite genomen, het boek te recenseren. Het illustreert het volstrekte gebrek aan belangstelling van de kant van de media.    

 

 10897279456?profile=originalOok de Chinezen werden het slachtoffer tijdens de Bersiap. Hier de puinhopen van een Chinese wijk in Palembang 

Het is mijn hoop, dat dit artikel mag bijdragen aan het optrekken van de dichte mist, die nu al decennia lang hangt over de bersiap, en de discussie daarover beter zal structureren. 

Herman Bussemaker, historicus, 31-3-2014, voor NICC Magazine.

 

Lees verder…

Tropenmuseum wil groots verbouwen

10897283069?profile=originalTropenmuseum  wil groots verbouwen

Het Tropenmuseum in Amsterdam wil flink gaan verbouwen. Een van de plannen is het in ere herstellen van de originele entree.

"Dat is een van de ambities, maar alle scenario's moeten nog worden uitgewerkt", zegt interim-directeur Jan Willem Sieburgh.

 

Het gebouw, dat in 1926 werd geopend, had oorspronkelijk een trappenentree, waarmee de bezoeker direct in de lichthal stond. Die entree werd in de jaren zeventig gesloopt. Nu komen museumbezoekers binnen in de kelder van het gebouw en komen ze via een wenteltrap bij de lichthal.

Aan de ambities van het museum hangt een prijskaartje. "Dat gaat over tientallen miljoenen", licht Sieburgh toe. Het museum bekijkt de haalbaarheid van de plannen. 

Klappen 

Het Tropenmuseum heeft de laatste jaren flinke klappen gehad. Het museum dreigde twee jaar geleden nog te moeten sluiten omdat het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) flink werd gekort op de rijkssubsidie. Het museum gaat daarom samen met het Rijksmuseum Volkenkunde in Leiden en het Afrikamuseum in Berg en Dal.

Sieburgh is hoopvol over het geld dat hij nodig heeft voor de renovatie. "Daar zijn allerlei manieren voor", legt hij uit. "We kunnen naar overheden, stad, provincie, het rijk, de eigenaar van het gebouw en fondsen-werving."

 

Foto: ANP 

Het museum neemt de tijd voor de plannen. "Het is echt een meerjarenplan." Met de grootse verbouwing moet het museum de concurrentie aan kunnen met de andere bekende Amsterdamse trekpleisters. Het museum kreeg onlangs van de gemeente Amsterdam 250.000 euro om de Mauritsvleugel van het gebouw een opknapbeurt te geven. Die herinrichting is in volle gang en moet in de zomer zijn afgerond.

 

 

Lees verder…

10897279067?profile=originalDe Krakatau tragedie   “Ontsnapt uit de kaken van de dood” door:  Rick Blekkink

Het vulkanische eiland Krakatau vormt een permanent gevaar voor onder andere de kustgebieden van Indonesië. Rick Blekkink onthult de schokkende feiten in zijn boek: “Ontsnapt uit de kaken van de dood”. Het ongelooflijke verhaal over een Indië-veteraan uit Hedel. Het eerste exemplaar van deze historische roman wordt op vrijdag 18 april 2014 gepresenteerd en uitgereikt aan de Inspecteur-generaal der Krijgsmacht, tevens Inspecteur der Veteranen, Luitenant-generaal der Mariniers A.G. (Ton) van Ede.  De  uitreiking

Oude tekening van de Krakatau voor de uitbarsting van 1883

vindt plaats op landgoed De Zwaluwenberg in Hilversum. De schrijver, zelf veteraan, heeft het boek opgedragen aan de talrijke slachtoffers die tijdens de catastrofale uitbarsting van het vulkanische eiland Krakatau in 1883 het leven verloren.

Een onderschat gevaar

De catastrofale vulkaanuitbarsting op het eiland Krakatau ging gepaard met huiveringwekkend hoge tsunami’s, die onder andere door de Straat Soenda rolden en de nabijgelegen kustgebieden van Java en Sumatra compleet verwoestten. Het was een ramp die uitzonderlijk veel leed heeft veroorzaakt. Hele families werden toen uitgeroeid; talloze vrienden en bekenden deelden dit onfortuinlijke lot. Voor hen restte slechts massagraven of ze werden nooit meer teruggevonden. Op het restant van de vroegere Krakatau is in de loop der decennia een nieuw eiland ontstaan, dat de naam “Anak Krakatau” (kind van Krakatau) gekregen heeft. Het eiland dat jaarlijks minstens vijf meter in hoogte toeneemt, is zeker zo gevaarlijk als zijn beruchte voorganger. Het gevaar wordt echter ernstig onderschat. Wat er in 1883 in dit deel van de wereld is gebeurd, kan zomaar opnieuw gebeuren. Alleen zullen nu de gevolgen vele malen erger zijn, omdat de bevolkingsdichtheid sindsdien massaal is toegenomen.

Over het boek

Hoofdpersoon in het verhaal is Andreas Braam uit Hedel, een Indië-veteraan die in 1887 na een vijfjarig dienstverband ernstig getraumatiseerd op weg is naar huis en in de stoomtrein terugkijkt op zijn leven. De auteur brengt   in dit op historische feiten gebaseerde boek niet alleen de rampzalige vulkaanuitbarsting op het   eiland   Krakatau   onder   de

10897279076?profile=originalZeer spectaculaire foto van Anak Krakatau tijdens de uitbarsting in november 2010 met bliksemflitsen

aandacht van de lezer. Ook het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indische Leger), de Nederlandse samenleving, de scheepvaart en vooral het koloniale leven in Nederlands-Indië gedurende de tweede helft van de 19e eeuw worden ruimschoots besproken. Het is een ontroerend verhaal over vriendschap, liefde, religie, tempo doeloe en vooral het omgaan met de angst. Het is een roman die het onweerstaanbare verlangen naar Indië beschrijft en de gevolgen van keuzes die de hoofdpersoon maakt. Een jongeman, die regelmatig met de dood te maken krijgt en daardoor van het leven leert houden.

Het boek verschijnt op 22 april en is te bestellen bij Bol.com en bij de auteur: rickblekkink@ziggo.nl. Vermeld in uw mail a.u.b. duidelijk het afleveradres en het aantal exemplaren. Bestellingen bij vooruitbetaling te voldoen op ING Bank: NL47INGB0004136418 t.n.v HJM Blekkink. De prijs is: € 20,95. In Nederland geen verzendkosten.

Lees verder…

Indonesisch kolonialisme mag? door: Nino Solisa

10897287060?profile=originalIndonesisch kolonialisme mag? door: Nino Solisa

Nino Solisa is een student in       de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit van Groningen, waar hij onder andere onderzoek deed naar de vraag of de Zuid Molukken zelfbeschikkingsrecht hadden.                                       De vraag of de Zuid-Molukken   wel of niet zelfbeschikkingsrecht hadden kan volgens Solisa niet zo rechtlijnig beantwoord worden als door historicus Cees Fasseur.

In zijn bijdrage aan O&D van 8 januari dit jaar tracht emeritus hoogleraar Cees Fasseur het recht op zelfbeschikking van de Zuid-Molukken te marginaliseren. Fasseur reageerde op het op 6 januari gepubliceerde artikel van professor Verbon, die oud-premier Dries Van Agt een bijzondere selectiviteit verweet in zijn verontwaardiging over aantasting van internationaal recht. Hiermee neemt de maatschappelijke discussie over de gewelddadige beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977 een interessante wending. Vanuit het licht van de oorspronkelijke discussie lijkt de in Nederlands-Indië geboren Fasseur (oud-collega en intimus van Van Agt) aan het grote publiek duidelijk te willen maken dat de omgekomen Molukse treinkapers streden voor een onjuiste of onhaalbare zaak. Bij het trekken van deze conclusie gaat historicus Fasseur helaas voorbij aan enkele belangrijke historische feiten.

In zijn opiniestuk stelt Fasseur dat aan de Zuid-Molukken geen recht op zelfbeschikking was toebedeeld in de akkoorden die geleid hebben tot de (tot op heden onvoltooide) dekolonisatie van Indonesië. Hij stelde dat er eerst gekeken had moeten worden naar de vervulling van een “intern zelfbeschikkings-recht” binnen de Verenigde Staten van Indonesië. In de gegeven omstandigheden was dit echter volkomen onrealistisch, omdat de Verenigde Staten van Indonesië al snel werden ontmanteld door de voorvechters van de eenheidsstaat van de Republiek Indonesië. De vraag is ook in hoeverre de schriftelijke erkenning van het bestaan van het zelfbeschikkings-recht bij een dergelijk universeel beginsel van internationaal recht vereist kan worden. Des temeer daar, hoewel later uitgewerkt, het recht op zelfbeschikking van volken reeds sinds 1945 was vervat in artikel 1 lid 2 en artikel 55 van het Handvest van de Verenigde Naties. Met het instorten van de Verenigde Staten van Indonesië was er voor het Molukse volk geen andere optie dan een beroep op haar recht op zelfbeschikking. De latere illegale militaire annexatie van het Zuid-Molukse grondgebied kan het Molukse volk juridisch niet onder-werpen aan het Indonesische eenheidsgezag. Hier geldt het beginsel uit het volkenrecht: Ex injuria jus non oritur (uit onrecht ontstaat geen recht).

Dat de Molukken in een conflict enige tijd na de soevereiniteits-overdracht zich voor de uitoefening van een fundamenteel menselijk recht op vrijheid zouden moeten beroepen op een akkoord ondertekend door de vroegere kolonisator en de partij die op het punt stond het Molukse grondgebied militair te annexeren, is ridicuul en volledig in strijd met de geest van dekolonisatie en het internationaal volkenrecht.

De heer Fasseur is daarnaast voorbijgegaan aan de wijze waarop de Zuid-Molukken zijn toegetreden tot de deelstaat Oost-Indonesië. Op 11 maart 1947 heeft de Raad van de Zuid-Molukken besloten voorlopig toe te treden tot de deelstaat Oost-Indonesië, op voorwaarde dat het Zuid-Molukse gewest het recht had uit de deelstaat te treden, wanneer zou blijken dat deze deelstaat Oost-Indonesië de Molukse belangen niet zou kunnen waarborgen. Zowel verleden als ook het heden hebben uitgewezen dat dit laatste werkelijkheid is geworden. De deelstaat Oost-Indonesië kon helaas geen weerstand bieden tegen de in aantocht zijnde eenheidsstaat onder leiding van Soekarno, die reeds in maart 1950 was begonnen deelstaten al dan niet militair aan de eenheidsstaat toe te voegen. Het Molukse bestuur voorzag dat binnen een grote eenheidsstaat de Molukken het zouden moeten ontgelden. Na  een volksbijeenkomst en een daaraan gekoppeld tevergeefs appel op handhaving van de deelstaat Oost-Indonesië, besloot de Raad voor de Zuid-Molukken op 25 april 1950 met spoed gebruik te maken van het vastgelegde recht op uittreding uit de deelstaat en een aanspraak te maken op het aan elk volk toekomende recht op zelfbeschikking. Al snel werd zij aangevallen door de troepen van Soekarno.

Bijna vier maanden later, op      17 augustus 1950, werd de Indonesische Republiek, zoals wij hem nu kennen, uitgeroepen. In dat licht kunnen er nog enige vraagtekens worden gezet bij het bestempelen van de Republik Maluku Selatan (RMS) als zijnde “separatistisch”. Zij bestond immers eerder dan de Republik Indonesia. Het stuk van de heer Cees Fasseur is te beschouwen als een schoolvoorbeeld van het gezegde dat de geschiedenis  altijd wordt geschreven door de (militaire) overwinnaar. Gelukkig laat de toekomst zich nog schrijven. 

Lees verder…

10897281890?profile=originalGriselda Molemans wekt valse hoop Indische-Nederlanders

In De Volkskrant van 18 maart jl. verscheen een artikel van Lidy Nicolasen onder de alarmerende kop 'Indiëgangers hebben nog miljoenen tegoed'. Het was gewijd aan het nieuwe boek van journalist Griselda Molemans Opgevangen in andijvielucht. Peter Keppy, senior onderzoeker bij het NIOD, is het niet eens met Molemans' werkwijze en conclusies.

Het boek Opgevangen in andijvielucht begint met een invoelend geschreven relaas over de kille opvang van Indische-Nederlanders in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Maar de epiloog lijkt een ander boek. Molemans’ verontwaardiging over misstanden bij de opvang ontaardt aan het slot van haar boek namelijk in een slecht gefundeerde en warrige aanklacht tegen instanties, personen en onderzoekscommissies. Zij harkt het Indische repertoire van oorlog gerelateerde kwesties bijeen (veronderstelde verdwenen banktegoeden, niet uitbetaalde salarissen van KNIL-militairen, het uitblijven van schadevergoeding). Volgens Molemans liggen er nog ergens door Indische-Nederlanders niet-opgeëiste miljoenen. Zij slaagt er echter niet in dit hard te maken; erger nog: haar epiloog vertroebelt wat we al weten.

Ongenoegen

Molemans' ongenoegen lijkt een echo uit de midden-jaren negentig. Er was een discussie gaande over Joodse tegoeden. Minister van Financiën Gerrit Zalm schokte de Indische gemeenschap met de uitspraak dat de Nederlandse regering niet op ‘Indisch geld’ zat. Onder druk van het Indisch Platform, een overkoepelend orgaan van Indische belangenorganisaties, besloot de Nederlandse regering in 1998 tot onderzoek naar bank- en verzekeringstegoeden van Indische-Nederlanders.

Ik maakte deel uit van het onderzoeksteam van historici dat werd bijgestaan door enkele bancaire en juridische experts (bekend als de Commissie van Galen). Gedreven om aan te tonen dat Zalm het wel eens mis zou kunnen hebben, togen we aan het werk. We veronderstelden dat Indische-Nederlanders als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1942-1945) en de daarop volgende Indonesische revolutie (1945-1949) waren beroofd van banktegoeden en verzekeringsgelden en dat de Nederlandse en Nederlands-Indische overheid nalatig waren geweest.

Onze aanname bleek niet te kloppen. We vonden geen aanwijzingen voor bij financiële instellingen geparkeerde miljoenen, noch een grote groep rechthebbenden die daar na de oorlog aanspraak op zou kunnen maken. Wel vonden we bewijzen dat zowel overheden als banken en verzekeringsmaatschappijen die uitbetaling tijdelijk, en in een klein aantal gevallen zelfs permanent, hadden verhinderd. In 1955 was er sprake van dertig rechthebbenden die door twee Canadese levensverzekeringsmaatschappijen waren benadeeld. 

Molemans' miljoenen

Hoe zit het dan met Molemans’ miljoenen verdwenen bank- en verzekeringstegoeden? Volgens haar geeft een document van de Federal Reserve in New York, gedateerd juni 1945, antwoord op de verzekeringskwestie. Zij betoogt dat dit document aantoont dat het mogelijk is onderzoek te doen naar individuele gevallen van niet-uitgekeerde verzekeringen, hetgeen door de Commissie van Galen is bestreden. Het document toont volgens Molemans dat in 1938 de zeventien grootste verzekeraars in Nederlands-Indië voor 251,8 miljoen gulden aan levensverzekeringen verkochten.

Als Molemans meent dat onderzoek naar gedupeerden uitvoerbaar is op basis van dit document, waarom heeft zij dit dan niet gedaan? Het antwoord is eenvoudig. Niemand kan op basis van dit enkele document uitleggen hoe levensverzekeringen ná juni 1945 zijn afgewikkeld. Het geeft slechts een inventarisatie van de stand van zaken in 1938. De Commissie van Galen daarentegen heeft in 2000 wel het antwoord gegeven op de vraag hoe in de context van de in augustus 1945 uitgebroken Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en de soevereiniteitsoverdracht van 1949 levensverzekeringen en banktegoeden zijn afgewikkeld. Dat Molemans deze onderzoeksuitkomsten negeert is lichtzinnig. Haar suggestie van het bestaan van niet-opgeëiste miljoenen wekt valse hoop bij Indische oorlogsslachtoffers en nabestaanden over de kansen op vergoeding van materiële en immateriële schade. Dat is regelrecht kwalijk.

Molemans wil meerdere rekeningen vereffenen, maar het effectbejag in haar epiloog zit dat in de weg. Het principe van hoor en wederhoor is zoek. Collega-historici publiceerden over de kille opvang van Indische-Nederlanders, over minister van Financiën Lieftinck die in de naoorlogse jaren zijn hand stijf op de knip hield, over de achterstallige salarissen van voormalige KNIL-soldaten, uitgebleven schadevergoeding, en de strijd voor erkenning van leed en onrecht.
De boekenkast is inmiddels goed gevuld, maar we vinden deze bevindingen en titels niet terug bij Molemans. Onderzoeker Lizzy van Leeuwen poneerde de prikkelende stelling dat “Indische cultuur en identiteit zijn gaan behoren tot de groeiende cluster van mythen, legenden en broodje-aapverhalen”. Molemans doet haar duit onbeschaamd in dat zakje.

Verder lezen:

Door: Peter Keppy
Lees verder…

10897253880?profile=original10897281482?profile=originalIndische Nederlanders uit Indië hebben nog miljoenen tegoed van de Overheid, Bank en Verzekeringsmaatschappijen.                    

 

Dit meldt de Volkskrant van 18 maart jl.                  

 

De 381 duizend Indische Nederlanders die tussen 1950 en 1970 Indonesië moesten ontvluchten, hebben nog miljoenen euro's tegoed van de Nederlandse overheid, dit meldt de Volkskrant van 18 maart jl.

In de veronderstelling dat het om nieuwe feiten gaat. In eerste instantie betreft 341.000 mensen die dit noodlot zijn getroffen en niet 381 duizend. Wat de Volkskrant meldt gaat om drie afzonderlijke dossiers die reeds onder aandacht zijn van het Ministerie VWS.  Sterker nog nu al lopen en zijn opgepakt. Vorig jaar 19 maart 2013 werd naar aanleiding van de gehouden Indische Petitie waar ruim 10.000 handtekeningen werden verzameld en met de Stille Tocht aan betreffende Ministerie van VWS werd overhandigd. Hier ontbrak de Volkskrant in alle velden, waar deze Stille Tocht op voet werd gevolgd door andere media o.a. Omroep Max.  

Dit dossier (rapport van Gaalen)  staat geheel los van de andere die al bekend zijn binnen VWS en verdienen daarom ook een andere benadering. Hier liggen de al opgestelde NIOD - Rapporten aan ten grondslag o.a . opgesteld door drs. Kleppy en Drs. Meier die de belastingbetaler ruim anderhalf miljoen heeft gekost. Dit dossier is  nu in behandeling en onder beheer bij de staatssecretaris Martin van Rijn, die binnenkort met het antwoord komt richting voorzitter van het Nieuwe Indisch Platform Silfraire Delhay. Deze weer eerst zal terugkoppelen naar Dagelijks Bestuur van Het Indisch Platform of de voorgestelde compensaties als redelijk en fair mag worden gewogen voor die 70 geleden jaren. Waarna de Staatssecretaris deze aan het Kabinet voorlegt. Niet onthouden mag worden,  dat diezelfde Ministerie "De Pensioenen van Indische - Nederlanders in Indonesie" een wetsvoorstel hebben ingediend om "deze pensioenen aan de levensstandaard van de Euro wordt geïndexeerd" met ingang van december 2012.  Dit ligt nu voor ter goedkeuring bij Het Kabinet.

Voorts is de staatssecretaris diverse malen verzocht door het Kabinet om met oplossingen te komen in deze zaak. Als referentie wat betreft de compensatie ligt er al een kader namelijk;  de Joodse Gemeenschap en Romano's . Deze hebben in 2001 wettelijk individueel tussen de 40 duizend tot 50 duizend gecompenseerd gekregen als gelijkgestemde. Veel geld voor de Overheid die aan De Indische Nederlanders verschuldigd is, en desondanks door de komende meevallers VWS zal de Staatssecretaris met creatieve oplossingen moeten komen. Want hoe je ook keert of draait de Overheid heeft een forse schuld openstaan dat al 70 jaren oud is.

Het andere dossier " onderzoekrapport naar tegoeden particuliere bank en - levensverzekering van Nederlanders in Indie 1940 -1958" beter bekend staat onder het rapport van Gaalen dat in 1998 in opdracht van het Ministerie van VWS werd opgesteld dat door een Team van 12 deskundigen  werd verricht o.l.v. de commissie van Gaalen. Dit onderzoek gaat uit naar het Bankwezen - en Verzekeringswezen in het voormalige Indie. De essentie dat alle financiële geld stromingen met de assets /zekerheden  (goudvoorraden, waarde papieren, en objecten)   in kaart zijn gebracht. Waar de assets zoals de goudvoorraden, polissen en overige zijn verhuisd de periode voor - , tijdens en na de oorlog. Nu vergelijkbaar met Multinationals in welk land de belastingen worden belast.

Welke organisaties zoals de Banken - , Verzekeringsmaatschappijen, handelshuizen en Multinationals hadden daar een vestiging of waren aantoonbaar geheel zelfstandige ondernemingen. Waar werden de consolidatie gehouden en belast (In Indonesie, Nederland of overige) . Zo zijn de Amrobank en Meer & Piersen bekenden die hier uitspringen. In hoevere De Javaanse Bank een link heeft met de Nederlandse Bank. Niet te vergeten de Handelshuizen die wereldwijd zijn vertegenwoordigd maar toen in het bijzonder in het voormalige Indie als groot potentieel van de volume omzetten o.a. bijvoorbeeld Bursemij Werie die later o.a. via Holland Systema als 1 van haar dochters de grote huisleverancier werd van de Banken in Nederland; die o.a. heeft geprobeerd om het selfbanking Concept Dassault binnen het Nederlandse Bankwezen te introduceren.  Hier sprake van duidelijke link naar het voormalige Indie, en in hoeverre deze kunnen worden aangesproken voor het Indisch kapitaal . Wie nu naar de AEX gaat ziet de vele maatschappijen op de lijst staan gedreven door het Indisch Geld.  Betekent dat deze organisaties nu als nog via de AFM kunnen worden benaderd voor de openstaande claims.

Het rapport geeft conclusies, maar vreemd genoeg geen aanbevelingen met alternatieve oplossingen met de gevolgde stappen voor Het Vervolg. Dit zijn vragen die NU aan de opdrachtgever van het rapport kunnen worden gesteld , en aan de opstellers van het rapport. Het rapport is nu in een staat van een  "huis dat casco opgeleverd sinds 2001".

Ja, als journalist heb je een boek kennelijk nodig! Zeker als je verre van materiedeskundige bent, of werkzaam bent geweest in deze sector; Ik weet niet of dit voor de onderzoekers geldt van dit rapport.

ICM Red. wordt vervolgd.  

HET RAPPORT IS  >>>>>>> HIER  <<<<<<<<<<< TE RAADPLEGEN.

In het kader van die miljoen, en om precies te zijn gaat om 0,7 miljard, na actulisatie CPB 4,2 miljard, heeft ICM op verzoek van haar abonnees in 2015 het project ACTW-66 in het leven geroepen. Om begonnen is met onderzoek, aan de hand van de onderzoek is een intensieve campagne gestart via o.a. alle pasar malams en het Internet. Ruim 15.000 hebben de petitie getekend en toegezegd te doneren. Tot heden hebben slechts 300 gedoneerd. Tegelijkertijd staan wij in fase II met dit project. Inmiddels werd vanaf de start ruim over de 80.000 geinvesteerd in de gemaakte kosten, alle werkzaamheden zijn door een team op basis van vrijwilligheid gedaan.  Is nu aan de Indische Gemeenschap om die 4,2 miljard van onze ouders naar ons toe te halen. Actw66 (actie comite traktaat van Wassenaar) is een burger initiatief. 400.000 is benodigd voor fase II .

10897234678?profile=original

Schrijf U vandaag nog in 

Ook kunt het inschrijfformulier aanvragen info@icm-online.nl of direct via deze site inschrijven
U bent € 50 verschuldigd als deelnemer ACTW66, en U heeft 1 jaar gratis een ICM Abonnement en toegang tot ons Video-kanaal, het  enige Indisch Kanaal !  

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kan U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Advertenties

Lees verder…

DE INDONESISCHE JEUGD VAN OBAMA

10897284681?profile=originalDE INDONESISCHE JEUGD VAN OBAMA 8 november 2012 · door In de Archipel · in GeschiedenisDe pas herkozen president van de Verenigde Staten, Barack Obama, woonde tijdens zijn basisschooltijd voor vier jaar in de Indonesische hoofdstad Jakarta. De eerste zes jaar van zijn leven woonde Barack Obama met zijn moeder in de Verenigde Staten, in Hawaii en Seattle. Op Hawaii had Obama’s moeder een Indonesische man ontmoet, Lolo Soetoro, die daar studeerde. In 1965 trouwden zij, en Lolo Soetoro werd dus Obama’s stiefvader. Al gauw liep echter Lolo’s visum af, en hij moest terug naar Indonesië. Even later, in oktober 1967, volgde de moeder van Obama haar man en dus verhuisde ook Barack naar Indonesië, op zesjarige leeftijd.

Menteng Dalam

Obama ging wonen in een huurhuis in Jalan Kyai Haji Ramli Tengah, een straat in de wijk Menteng Dalam (Zuid-Jakarta). Menteng Dalam was in die tijd een dorpachtige wijk waarvan de helft uit bamboehutten bestond. Het huis van Lolo Soetoro, waar Obama woonde, was wel van steen.

Barry met klasgenootjes (1971)

De jonge Barack, die in die tijd onder de naam Barry bekend stond, ging naar de katholieke basisschool Santo Fransiskus Asisi. Barry had moeite met de Indonesische taal, herinnert Ibu Is zich.Volgens oud-klasgenoten was hij erg stil omdat hij de taal niet geheel begreep. Een van de klasgenoten vertelt dat Barry gepest werd vanwege zijn uiterlijk. Hij was veel groter en zwaarder dan de rest, en had krulletjeshaar. “Maar niemand durfde met hem te vechten. Hij had het postuur van een stier, dus hadden we drie kinderen nodig om met hem te vechten.”

Obama’s moeder was in die tijd lerares Engels, en daarnaast werkte ze voor het ‘Vriendschapsinstituut Indonesië-Amerika’. Zijn stiefvader werkte als topografisch onderzoeker voor de overheid.

Besuki-school

Toen Lolo Soetoro in 1970 een nieuwe baan kreeg bij de Union Oil Company (nu onderdeel van Chevron), verhuisde Barry van Zuid-Jakarta naar Centraal-Jakarta. Hier ging hij wonen in de Jalan Taman Amir Hamzah in de wijk Matraman Dalam. Vanwege de verhuizing ging hij ook naar een nieuwe school. Deze school, SDN Menteng 01 (staatsbasisschool 01 van de wijk Menteng) staat ook bekend onder de naam Besuki-school.

Klassenfoto van de Besuki-school in 1970, net nadat Barry van school gewisseld was. Hij staat in het midden met een pet op, net boven de juf.

De Besuki-school heeft hoge standaarden. De school staat in een rijk gedeelte van Jakarta en de meeste leerlingen komen uit de hogere klassen. Zo zitten er nu verschillende kleinkinderen van oud-president Soeharto op de school. In tegenstelling tot Obama’s eerste school is dit geen katholieke maar een openbare school. Omdat de meerderheid van de bevolking van Jakarta moslim is, was dit op deze school ook zo. In de aanloop naar de presidentsverkiezingen werd er gesuggereerd dat de Besuki-school een radicaal islamitische school zou zijn. Dit is echter enkel onderdeel van de zwarte campagne van Obama’s tegenstanders. Het schoolhoofd zegt daarover: “Die aantijgingen hebben geen enkele basis. Ja, de meesten van onze leerlingen zijn moslim, maar er zijn ook christenen. Iedereen is hier welkom, het is een openbare school.”

Een van de oud-buurtgenoten van Obama, meneer Januadi (nu 52 jaar oud), herinnert zich de volgende anekdote: “Barry vroeg aan een groep jongens of ze later als ze groot waren president, soldaat of zakenman wilden worden. Daarbij legde hij uit dat een president geen eigendom heeft, terwijl de soldaat wapens heeft en de zakenman geld heeft. Mijn broer en ik zeiden dat we soldaten wilden worden. Een andere jongen wilde zakenman worden. Barry zei toen dat hij president zou worden, en dan de soldaat zou bevelen om hem te bewaken, en de zakenman om iets voor hem te bouwen met zijn geld. (…) We zijn allemaal geworden wat we toen zeiden; mijn broer en ik gingen bij het Indonesische leger, die andere jongen werd bankier, en Barry werd president.”

Obama met zijn stiefvader, moeder en halfzusje in 1970.

In augustus 1970 kregen Obama’s moeder en stiefvader een dochter. Het stiefzusje van Barry heet Maya Soetoro en woont tegenwoordig in Hawaii. Ze is assistent-professor op de universiteit, en werkt voor het campagneteam van Obama.

In 1971 verhuisde Obama weer terug naar Hawaii. Zijn klasgenoten van de Besuki-school herinneren zich dat Barry ineens verdwenen was. “Plotseling vroegen we ons af waar Barry was, maar hij was al verhuisd.”

Nu

Sinds dat Obama president is heeft hij twee bezoeken gebracht aan Indonesië. De eerste keer was een tweedaags bezoek aan Jakarta in november 2010. De tweede keer was in november 2011, toen hij op Bali een topoverleg van de ASEAN (“Zuidoost-Aziatische Unie”) bijwoonde.

President Obama en president SBY in 2010

Bij zijn bezoek aan Jakarta zei Obama: “Ik herken het hier nauwelijks nog. Het landschap is helemaal veranderd. Toen ik hier kwam in 1967 reed iedereen op becaks(fietstaxi’s) en was het heel druk. Nu, als president, heb ik helemaal geen verkeer gezien omdat ze alle straten hadden afgesloten.” Tijdens zijn toespraak, na het diner op het presidentiële paleis, bedankte Obama de Indonesische president: “Terima kasih untuk bakso, nasi goreng, emping, krupuk. Semuanya enak!” (“Bedankt voor de vleesballetjes, nasi goreng, emping, kroepoek. Het was allemaal lekker!”).

Standbeeld van Barry

Voor de Besuki-school staat een standbeeld van Barry, als eerbetoon aan de bekendste alumnus van deze basisschool. Volgens de directeur werkt het standbeeld als motivatie voor de leerlingen, dat ze kunnen zien waartoe leerlingen van hun school toe in staat zijn. Toen Obama onlangs werd herkozen voor zijn tweede termijn zaten alle leerlingen aan de tv gekluisterd, en juichten zij: “Obama! Obama! Obama!”

Lees verder…

DE EENZAAMHEID ERNA, EN DAN?

10897280898?profile=originalDE EENZAAMHEID ERNA, EN DAN?

Het heeft lang geduurd, de verwerking en de moed om de dagelijkse zaken in het leven weer op te nemen.

Het leven was zo van zelfsprekend, je kon niet vermoeden dat in eens alles op zijn kop ging staan, helemaal niet op de manier waarop het gegaan is.

Wie zegt dat hij of zij het leven in de hand heeft is een grote leugenaar of een vreselijk naïef of dom iemand, maar ook dat is te vergeven want wie denkt nou niet dat het leven waarin je verkeert op een dag drastisch zou gaan veranderen.

De eerste tekenen van verandering zouden misschien al aanwezig zijn geweest, maar ach, je had niets in de gaten. Misschien ook wel maar de alledaagse dingen namen zo’n beslag dat je er misschien geen aandacht voor had gehad. Of was het wel hete geval maar je had de moed niet om het te onderkennen en misschien heb je het ook bewust weggestopt, bang voor de gevolgen en hopend dat het je niet zal treffen, ja, zelfs dat het vanzelf weer over zal gaan.

Je sloot misschien wel jou ogen en keek de andere kant op uit angst, wie zal het zeggen.

En dan gaan de zaken toch niet zo lekker als waarop je hebt gehoopt, de veranderingen nemen hand over hand toe en je wilt wel, maar kan er geen controle meer over hebben en je wordt meegesleurd door de stroming van het getij, dat ineens jouw grootste vijand is geworden.

Je vecht voor het bestaan maar al gauw is er geen houden meer aan, en naarmate de zaken erger worden is de wanhoop groter en ten slotte verlies je het van het onheil wat je ineens is overkomen.

Dan sta je voor een voldongen feit, wat eerst was, is er niet meer.

De eerste tekenen na de storm zijn misschien nog niet eens zo duidelijk omdat je in een roes verkeert, de energie die je al die tijd hebt gebruikt is op, weg, zoekgeraakt in de tijd en het enige wat je voelt is verslagenheid, verslagen door de omstandigheden die je koste wat kost had willen omdraaien naar het goede.

Je hebt gestreden en je hebt alles gegeven wat in jouw vermogen ligt, maar naderhand ga je je afvragen of je wel genoeg gedaan had, was je wel goed genoeg of heb je her en der een moment verzuimd en had je het niet eerder kunnen ontdekken en....had je niet anders moeten handelen?

Leegte alom, verslagenheid, wat je ook deed of gedaan zou hebben, het is voorbij. Misschien zou je anders gehandeld moeten hebben, wie weet? Het heeft niets uitgehaald.

De tijd erna is er een van verlatenheid, het huis, de kamer, ja zelfs de kleinste spulletjes herinneren je aan een andere tijd.

De plaatsen die je vroeger had bezocht of waar je vroeger geweest was, lijken niet meer op die van voorheen al zijn de zaken nog steeds hetzelfde gebleven.

En dan komen de nachten, die je op een wrede manier duidelijk maken dat het echt voorbij is.

De straatlantaarn die voor jouw huis anders zo het toonbeeld van het licht in de duisternis was, is nu niets meer dan de werkelijkheid die de eenzaamheid en de stilte van de nacht noch eens benadrukt.

Je voelt een vreselijke leegte die je naar adem doet snakken en je probeert om even de deur uit te gaan de nacht in om afleiding te zoeken, hopende dat je een eenzame ziel met dezelfde problemen als die jij hebt, te ontmoeten, want gedeelde smart is altijd beter.

Helaas, een verlaten fietser fiets je voorbij zonder aandacht aan jou te schenken, en waarom zou hij? Hij is op weg naar huis, een begrip dat jou alleen maar angst aanjaagt.

Na verloop van tijd heb je je zelf zo vermoeid dat je in bank in jouw huiskamer verslagen in slaap valt.

Tot de late morgen weer aanbreekt en de nachten erna.

Het verlies voel je nog lange tijd erna en het zal je altijd in jouw herinneringen bijblijven.

Het ergste is de eenzaamheid erna, ondanks alles en iedereen om je heen, ben je eenzaam en je vraagt je af, hoe nu verder?

De eenzaamheid erna en dan???????

Het antwoord zal het lot jou geven.

De toekomst heb je niet in de hand, dat is alleen bepaald aan Hem die alles weet.

Albert van Prehn (21 april 2014) voor het ICM.

 

Lees verder…

10897279695?profile=originalIndo Rock ons cultureel paradepaardje? (4)    door:  Albert van Prehn 

foto - Tantowi Jaya

Wij zullen het maar even op deze manier presenteren, met een beetje galgenhumor en wat uitdaging naar hen die zich met goede bedoelingen de moeite hebben getroost om de benaming te geven. Zoals ik in mijn vorige editie al heb laten merken betreur ik deze benaming niet vanwege het vermeende discriminerende onderbuik gevoel, maar veel eer omdat ik persoonlijk niet veel met die benaming heb, vanwege een te weinige diepgang bij het onderzoek en nogmaals, persoonlijke opvatting dat men al te gemakkelijk tot een benoeming is gekomen.

10897280459?profile=original

Foto Rudi van Dalm

De huidige bands die nog veelvuldig in het circuit opdraven zijn meestal bands waarvan de bezetting grotendeels mannen en vrouwen op leeftijd zijn. Jongeren zie je jammer genoeg niet echt veel meer, wel de wat oudere jongeren die de muziek van hun ouders hebben mee gekregen en daardoor beïnvloed zijn en dus op gelijk niveau met hun algemene repertoire keuze zitten, die je ook bij de oudere in leeftijd zijnde muzikanten vindt. Is dit erg? Welnee het is typisch kun je wel zeggen, de muziek die nog voor een groot deel aanslaat bij de bezoekers van onze fuifjes, pasars en kumpulans.

Waarom zou je als jongere je uitsloven met muziekstijlen waar je bijna geen animo voor vindt? Ben je te progressief, val je uit de boot, wil je je zelf zijn met eigen repertoire en dus met eigen nummers en composities? Je stoot je hoofd tegen het ondankbare conservatisme van onze Indische muziek smaak. Conservatief is misschien niet het juiste woord, laten wij zeggen, wij als Indische mensen zijn wat muziek betreft toch meer gebonden aan onze innerlijke gevoelens van melancholie, romantiek, driften, heimwee, en hang naar mooie melodieën en dat tezamen vormt het recept voor een aanvaardbare repertoire keuze als band.

De meeste Indische mensen houden niet van metal, hardrock en alles wat grof is en waar        de melodielijnen en harmonieën niet mooi combineren en het moet in ieder geval een pakkend ritme hebben. Is het daarom dat de oude muziek het zo goed doet? Is het daarom dat de Amerikaanse muziek die wat dat betreft de ingrediënten heeft voor de algemene indo smaak, meer aan populariteit heeft dan bijvoorbeeld de Nederlandstalige muziek, net als de Deutsche schlager muziek? Het is denk ik, ook hier weer een kwestie van aloude Amerikaanse invloed die generaties lang de muzieksmaak bepaalt. Neem nou de Country muziek wat in Amerika zeker een van de belangrijkste muziekstroming is en waar giga veel muziek van te horen is op de algemene zenders in de USA.

Bij de meeste muziekkeuzes van de bands in ons circuit vindt je de songs terug OOK van de huidige artiesten met een (  ) modernere speelwijze, waar je bijvoorbeeld de gitaarvervorming en allerlei invloeden van de hard rock, metal of wat je het ook mag benoemen, terug in vindt. Het geheim ervan is, de wijze van de muziek composities en dat is alles bepalend voor de herkenning wat smaak heet, bij de meeste Indische muziekliefhebbers. Maar ik praat dan ook niet alleen over de Country and Western Music, ook andere muziek ‘from the USA’ heeft in het algemeen aanhang in onze gemeenschap. Maar nu wij het toch hebben over de USA muziek is het misschien wel leuk om een opmerkelijke ontwikkeling te noemen en dat is dat             de belangstelling voor de oorspronkelijke Indonesische muziek toeneemt. Als muzikant merk ik in het circuit dat oude Indonesische composities uit de jaren 50 het ineens goed doen en niet alleen die oude composities, maar ook wat moderne muziek gretig door het publiek wordt geaccepteerd.

Ik hoor vele melodieën die ik herken vanuit mijn jeugd en waar in de tijd van mijn jongere jaren bijna geen band het in het repertoire opnam, behalve dan een Rudi van Dalm en nog enkelen, maar over het algemeen vond je niet zoveel Indonesisch in het repertoire dan heden ten dage. Het lijkt wel of men de connectie zoekt met het land van herkomst en ik moet wel zeggen dat ook de Indonesische muziek sterk beïnvloed is en wordt door het westen en ook weer met name, de Amerikaanse muziek stijl, ik zou bijna oneerbiedig zeggen Indonesian Country Music.

Veel hebben wij denk ik te danken aan ene Tantowi Jaya die het toch maar presteert om in een moslim land Amerikaanse muziek openlijk te promoten en de pure country presenteert in dat land van de islam. Zou ik in Iran, Marokko, en noem maar meer van die landen niet durven doen.

Het is dus helemaal niet zo vreemd dat de echte Indonesische muziek hier door bands in ons circuit in het repertoire wordt genomen, ook ik merk het in mijn eigen groep, en eigenlijk is het zo dat je niet eens meer ZONDER kan, wil je een beetje aansluiting vinden met de danssmaak van het publiek waar je voor speelt. Als ik op Bali ben en ik beluister de daar spelende bandjes dan valt mij direct een ding op, wij hebben het niet van een vreemde want ook daar hoor je over het algemeen mooi klinkende  melodieën, niet te hard, niet te zacht van inhoud maar het is in ieder geval geen stampwerk en geen dreunende of snerpende gitaren waar je de melodie niet eens van kan volgen, je hoort in ieder geval geen gesis, gejoel, geen geram en gebeuk op de elektrische gitaar. Laat ik het proberen te benoemen met: beschaafd muziek maken.

10897280859?profile=originalBibit Rockers, een van de weinige jongere bandjes die er nog zijn

En dan kom ik tot mijn conclusie dat de appel niet ver van de boom blijft vallen. Eigenlijk moet ik het anders zeggen, de jamboe (guave) valt nooit onder de mango boom. Tevens dat er bijna niets is veranderd in al die jaren alleen de moderne artiesten hebben de plaats ingenomen van de oude uit mijn jeugd. Ik stel voor om het vanaf nu Indonesian Rock te benoemen. Onze ‘rockenjagers’ van weleer zijn wat gematigder gaan spelen vanwege de jaartjes die zijn gaan tellen.

Ook deze ‘rockenjager’, want de speeltechniek heeft een steeds belangrijker plaats ingenomen en de brutaliteit van de jeugd waar rebellie een van de ingrediënten was bij het muziek maken is niet meer. Misschien kan ik nu wel voor mezelf zeggen, ik maak nu muziek, maar ach, jongeren vinden mij misschien wel een oude zak zonder pit en denk ik, niet so dan jij ja? Wacht maar jij ja, als jij bent ouder, adoeh jij verandert jouw spelen, let maar op Njoh.

 

Lees verder…

Atasi Sampah, DKI Jajaki Kerjasama dengan Belanda

Atasi Sampah, DKI Jajaki Kerjasama dengan Belanda

REPORTER : ERNA MARTIYANTI | EDITOR : ERIKYANRI MAULANA | SABTU, 19 APRIL 2014 14:10 WIB | DIBACA 702 KALI

wiriatmoko plt sekda

Sampah hingga ini masih menjadi salah satu permasalahan di ibu kota yang belum tertangani dengan baik. Terlebih, dalam satu hari, produksi sampah kota Jakarta bisa mencapai 6.500 ton. Untuk itu, berbagai upaya penanganan sampah pun terus dilakukan Pemprov DKI Jakarta guna mencari solusi atas permasalahan tersebut.

"Mereka minta jaminan kita bisa kasih sampah 2.000 ton per harinya "

Pelaksana Tugas (Plt) Sekretaris Daerah (Sekda) DKI Jakarta, Wiriyatmoko mengungkapkan, saat ini, pihaknya tengah menjajaki kerjasama dengan perusahaan asal Belanda untuk mengatasi sampah di Jakarta. Adapun salah satu syarat yang diminta perusahaan asal negeri kincir angin itu, Pemprov DKI mampu menyuplai sampah sebanyak 2.000 ton per hari. "Mereka minta jaminan kita bisa kasih sampah 2.000 ton per harinya," ujar Moko, sapaan akrabnya, Sabtu (19/4).

Untuk itu, kata Moko, saat ini Dinas Kebersihan DKI Jakarta tengah mengkaji memorandum of understanding (MoU) mengenai kerjasama ini. Pihaknya berharap dalam waktu dekat kerjasama ini bisa direalisasikan karena bisa mengurangi beban sampah di Jakarta. 

Dikatakan Moko, kerjasama ini juga bisa mengurangi tiping fee yang dibayarkan Pemprov DKI Jakarta kepada pihak ketiga di Tempat Pembuangan Sampah Terpadu (TPST) Bantar Gebang, Bekasi. Saat ini, perusahaan asal Belanda tersebut telah memiliki lahan seluas 10 hektare di kawasan Cakung, Jakarta Utara. "Mereka memproduksi bahan bangunan dari sampah," katanya.

Nantinya, hasil bahan bangunan akan menjadi hak perusahan tersebut. Pemprov DKI Jakarta hanya menyuplai sampah, termasuk juga pengangkutannya. Saat ini, camat dan lurah sedang diminta untuk identifikasi tonase sampah di wilayah masing-masing.

"Sampah menurut saya bukan mustahil untuk menjadi sesuatu yang menguntungkan. Seperti ini, sampah bisa jadi bahan bangunan. Kemudian yang sampah organik bisa jadi pupuk," tandas Moko.

====================================================================================

 JAWA Jajaki samenwerking met Nederland

Vuilnis tot heden nog steeds een van de problemen in het budget dat niet correct is verwerkt. Bovendien, in één dag, van de stad Jakarta vuilnis kon de productie bereiken  tot 6.500 ton. Ten einde doen verschillende pogingen in het omgaan met afval houdt provinciale regering van DKI Jakarta om te zoeken naar oplossingen voor deze problemen.
"Ze vroegen om een garantie dat we kunnen houden van de vuilnis 2.000 ton per dag"
Zittende (Plt) regionaal secretaris (Sekda) DKI Jakarta, Wiriyatmoko blijkt, op dit moment, het midden van zijn verkennen samenwerking met bedrijven van Nederland om aan te pakken vuilnisbel in Jakarta. Wat een van de voorwaarden geëist door de land company windmolens, de provinciale regering van DKI was om te kunnen leveren 2.000 ton afval per dag. "Ze vroegen om een garantie dat we kunnen houden van de vuilnis 2.000 ton per dag," zei Moko, groet een nauwe metgezel, zaterdag (19/4).

Ten einde, aan het woord Moko, momenteel het centrale Jakarta hygiëne herzien memorandum van overeenstemming (MoU) inzake samenwerking. Het hopen in de nabije toekomst dat deze samenwerking kan worden gerealiseerd omdat het kan vermindering van de lasten van vuilnis in Jakarta.

Moko zei, deze samenwerking kan ook verminderen tiping vergoeding betaald de provinciale regering van DKI Jakarta aan derden op een stortplaats (TPST) Bantar Gebang, Bekasi. Op dit moment heeft het Nederlandse bedrijf een oppervlakte van 10 hectare in de Cakung, het noorden van Jakarta. "Ze produceren bouwmaterialen van vuilnis," vermeldt hij.

Later, zal het resultaat van de bouwmaterialen van het bedrijf rechten worden. De provinciale regering van DKI Jakarta enige levering van vuilnis, met inbegrip van pengangkutannya. Op dit moment wordt het hoofd en het hoofd verzocht om te identificeren tonnage vuilnis op hun respectieve grondgebied.

"Junk in mijn advies is niet onmogelijk te zijn iets nuttig. Ongewenste uitzien, het kon worden bouwmaterialen. Dan de organisch afval zou mest, "gesloopt Moko.
Lees verder…

Echtgenoot Liesbeth List overleden

Echtgenoot Liesbeth List overleden

De man van Liesbeth List is vrijdag op 64-jarige leeftijd overleden. 

Foto:  ANP

Dat bevestigt de manager van de acht jaar oudere zangeres zaterdag.

Robert Braaksma is deze week getroffen door een hartaanval. Hij wordt volgende week in kleine kring gecremeerd.

De zangeres was sinds de jaren 80 met Braaksma samen. De twee hebben elkaar leren kennen in het toenmalige restaurant van Braaksma, L'Entree in de Reguliersdwarsstraat, dat failliet ging.

Later opende de ondernemer een nieuwe horecagelegenheid genaamd Rentree op de toen nog beruchte Zeedijk in Amsterdam. Het stel werd ouders van de nu 32-jarige Elisah, die naast actrice ook de manager van haar moeder is.

List en Braaksma zorgden er vier jaar geleden voor dat Ramses Shaffy na zijn dood toch nog een gepast graf met mooie gedenksteen kreeg op begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam. Zonder hulp van de twee zou daar te weinig geld voor zijn geweest.

Door: Novum/BuzzE

Lees verder…
aenselijke cellijnen en ware

10897284496?profile=original"The Natural Cancer Cell Killer"

Fights kankercellen, verlaagt de bloeddruk, verlaagt bloedsuikerspiegel, 
verhoogt het immuunsysteem en nog veel meer!

De Guyabano boom, haar vruchten, bladeren, stam, schors is een natuurlijke kankercel killer.

Een wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd in het Journal of Natural Products in 1996, verklaarde dat een bepaalde verbinding van het zaad is selectief cytotoxisch voor colonadenocarcinoom cellen (HT-29) , waarin het was 10.000 keer de potentie van Adriamycin (de meest gebruikte chemotherapie drug) . 

Bescherm uw immuunsysteem en vermijd dodelijke infecties. Voel me sterker en gezonder in de loop van de behandeling. Boost je energie en het verbeteren van uw kijk op het leven.

De bron van deze informatie is net zo prachtig. 

Uittreksels van de boom kregen: effectief richten en doden kwaadaardige cellen in 12 soorten kanker, waaronder colon-, borst-, prostaat-, long-en pancreaskanker.

Wat meer is, in tegenstelling tot chemotherapie, laboratoriumtests blijkt dat de verbinding gewonnen uit de Guyabano boom selectief jaagt en doodt alleen kankercellen. Het is niet schadelijk voor gezonde cellen! Verschillende delen van de boom waaronder de schors, bladeren, wortels, vruchten en fruit-zaden-zijn eeuwenlang gebruikt door medicijnmannen en indianen in Zuid-Amerika tot hart-en vaatziekten, astma, leverproblemen en artritis te behandelen. De resultaten toonden aan dat Guyabano's "bladeren en stengels werden effectief in het aanvallen en vernietigen van kwaadaardige cellen gevonden.

In veel onafhankelijke laboratoriumtests is gebleken dat Guyabano een potente kanker moordenaar.

Het belangrijkste deel van het rapport is dat Guyabano (Annona Muricata) werd aangetoond dat selectief richten van de kankercellen en laat gezonde cellen onaangetast. Unlike chemotherapie, die zonder onderscheid gericht alle actieve reproduceren cellen (zoals maag en haarcellen), waardoor de vaak verwoestende bijwerkingen van misselijkheid en haaruitval bij kankerpatiënten.

Een studie aan Purdue University ontdekte dat de bladeren van de boom Guyabano gedood kankercellen bij zes menselijke cellijnen en waren bijzonder effectief tegen prostaat-, alvleesklier-en longkanker.

n bijzonder effectief tegen prostaat-, alvleesklier-en longkan
Lees verder…

10897275454?profile=originalZaterdag  31 mei presentatie van "Liefde als ruwe diamant"  in samenwerking met Indisch Platform en Nationaal Comite 4 en 5 mei bij Galerie Korpershoek in Nieuw Leusen zie 

10897283681?profile=original

 

10897232476?profile=originalLiefde als ruwe diamant – Henk Harcksen. De auteur richt zijn blik niet op de schuldvraag,  maar schetst een beeld dat voor veel mensen uit andere culturen die als immigrant of vluchteling in

Nederland zijn terechtgekomen, herkenbaar is. De lezer wordt meegenomen in een relaas die   de schurende relaties van de betrokken families  door alle generaties heen blootlegt. Het verhaal is doorspekt met songteksten en proza. Harcksen beschrijft op indringende wijze hoe het spectrum  van het leven, bezien door zijn zelfgeslepen diamant, opeens uiteen kan spatten. Na een succesvolle en heel erg drukke presentatie in het Veteraneninstituut in Doorn waar het eerste exemplaar aan Peter Berlijn werd overhandigd, vindt er een tweede presentatie plaats in Galerie van Janet Korpershoek in Nieuwleusen (tussen Zwolle en Dedemsvaart) op zaterdag 31 mei a.s. 15.00 uur. Adres: Oosterveen 27,  7711 BN Nieuwleusen.  

 

Sprekers:

Inleiding Silfraire Delhaye, vz IP (indisch Platform)

en   Een Indische familiekroniek vanuit generatieperspectief bekeken Dr.Esther Captain  Senior onderzoeker en projectleider Nationaal Comité 4 en 5 Mei  

 

10897285297?profile=original

10897286481?profile=originalGalerie Korpershoek

Oosterveen 27
7711 BN Nieuwleusen
Tel. 06 - 41 15 08 97
info@galeriekorpershoek.nl   http://www.galeriekorpershoek.nl
 

 

 


Lees verder…

10897285897?profile=originalMinister Schultz zal het masterplan NCICD presenteren, Jakarta new perspective

Video over het Jakarta masterplan dat tot doel heeft om inwoners van Jakarta voor toekomstige overstromingente behoeden.. Deze kust beschermingprogramma is ontwikkeld door een consortium van industrieën in de Nederlandse watersector en gepresenteerd door de Nederlandse overheid. Partners in dit consortium zijn: Witteveen + Bos, Grontmij, RoyalHaskoningDHV, Nederland Water Partnership, KuiperCompagnons, Deltares, Ecorys, UNESCO-IHE.

Mijn taak was om een video te maken:

1. dat verklaart de situatie van Jakarta draden,
2. toont de belangrijkste elementen van het masterplan (NCICD); hoe de uitdagingen kunnen worden omgezet in kansen,
3. hoe dit plan kan versterking van het partnerschap tussen Nederland en Indonesië.

De video - samen met een bidbook - werd gepresenteerd door Minister-president Mark Rutte op de Nederlandse handelsmissie in Indonesië, val 2013. Minister Schultz zal het masterplan NCICD in April 2014 presenteren,  over haar bezoek aan Jakarta.

Lees verder…

Gratis NICC magazine | Jaargang 6, april 2014 |

10897255061?profile=originalGratis NICC magazine |  Jaargang 6,  april    2014 | Oplage: 7000 |  Hoofdredacteur:  Hans Vogelsang

.

Beste lezers, 

Allereerst willen wij namens de redactie en het gehele team van het Nederlands Indisch Cultureel Centrum en de technische staf die de verzending verzorgt u een heel voorspoedig 2014 toewensen met veel geluk en gezondheid.
 
In NICC Magazine onder andere de volgende onderwerpen: 

 

10897284476?profile=originalIn Memoriam Lorraine Bartelds-Schwab  (Dochter van Ferry & Astrid Schwab)

Dit is het februarinummer van NICC Magazine (voorheen Nieuwsbrief), met daarin onder andere de volgende onderwerpen: 

Nog miljoenen tegoed………………….……....2

Het verhaal van Eddy Samson………………………...3

Coverstory: Bloedige Bersiap………….….…………..8

Foto vindt familie….12

Indonesisch kolonialisme?............13

Tropenmuseum wil groots verbouwen...14

Indo Rock (4)……..….15

Krakatau tragedie16

Specerijen van Indonesië……….…………18

Kinderhulp.nl….…..….25

Wonderkamers…..….26

 

 

Rubrieken:   Recept, Korte Berichten, Boekbespreking, Gedicht, Just4kids, Indische Agenda, Advertensi Mini, Column, Pasar Malam Kalender.

  • Wij wensen u weer veel leesplezier 

Om NCC - maandblad te lezen (downloaden) ga naar de rubriek  Indisch Maandblad van www.icm-online.nl

 

                                 >>>>>>>>  NICC MAGAZINE Downloaden                                  >>>>>>>>>             

 

 

Lees verder…

Goed nieuws voor gepensioneerden in Indonesie!

10897283271?profile=originalWijziging van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 in verband met het vervallen van de grondslag naar het inkomen in Indonesisch courant ter goedkeuring aangeboden aan de Eerste - en Tweede Kamer!

 

Goed nieuws voor de gepensioneerden in Indonesie!

 

Met dank aan onze correspondent: De Ruwe Diamant.

Enkele passages uit MEMORIE VAN TOELICHTING

 

 

Algemeen

Aanleiding Op 20 december 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) geoordeeld dat de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: PUR) bij de vaststelling van de grondslag voor de uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (hierna: Wuv) het artikel van deze wet waar de toepassing van de rupiah-grondslag wordt geregeld buiten toepassing had moeten laten, omdat die grondslag een niet te rechtvaardigen onderscheid maakt op grond van nationale afkomst in de zin van artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (hierna: IVBPR. CRvB 10/4054 WUV R003 91). Met dit wetsvoorstel vervalt de aparte rupiah-grondslag, zodat voor alle uitke-ringsgerechtigden zal worden uitgegaan van de euro-grondslag. Hiermee wordt niet langer onderscheid gemaakt tussen uitkeringsgerechtigden die vervolgd zijn in het voormalige Nederlands-Indië en in Indonesië gevestigd zijn en uitkeringsgerechtigden die elders wonen.

 

Achtergrond van de Wuv en de rupiah-grondslag De Wuv is in 1972 tot stand gekomen om degenen die om redenen van ras, geloof of wereldbeschouwing tijdens de bezetting van Nederland en het voormalige Nederlands-Indië in de periode 1940–1945 zijn vervolgd, in staat te stellen te kunnen voortleven overeenkomstig het levenspeil waarop zij leefden vóór de materiële gevolgen van de vervolging tot uiting kwamen. Wegens de medische (veelal psychische gevolgen) van de vervolging werden deze oorlogsslachtoffers als een bijzondere groep beschouwd waarvoor een bijzondere solidariteitsplicht bestaat. De Wuv biedt daarom een maandelijkse inkomensaanvullende uitkering die een individueel vastgesteld inkomen garandeert. Deze uitkering is geen vergoeding voor gemiste kansen of verloren bezittingen en is geen smartengeld voor ondergaan leed, maar een financiële ondersteuning voor vervolgingsslachtoffers.

 

Financiële gevolgen

Op de peildatum van 1 januari 2013 waren er 521 in Indonesië wonende cliënten waarbij als gevolg van dit wetsvoorstel de naar rupiah-grondslag berekende uitkering moet worden herberekend naar de euro-grondslag. De PUR/SVB heeft in de uitvoeringstoets aangegeven dat, uitgaande van een gemiddelde grondslag, de structurele extra programma-uitgaven voor de Wuv 7,6 mln. zullen bedragen. Ten aanzien van de programma-uitgaven wordt door de PUR/SVB aangegeven dat deze voor de komende jaren een sterk dalende trend te zien zullen geven. De afname van het bestand in Indonesië wonende cliënten is de afgelopen jaren minimaal 10% per jaar geweest. Tevens is er sprake van een sterke wijziging in de vorm van de aanspraken op de Wuv: van uitkeringen voor de vervolgden zelf naar de (lagere) nabestaandenuit-keringen.

 

 

Artikel III

Artikel III bepaalt dat dit wetsvoorstel, indien verheven tot wet, in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 20 december 2012. In het algemene deel van deze toelichting is reeds aangegeven dat voor een dergelijke terugwerkende kracht bijzondere redenen bestaan.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

 

 

 

VOLLEDIGE PFD IS HIER TE LOADEN  HIER

of

https://storage.ning.com/topology/rest/1.0/file/get/10897283294?profile=original

Lees verder…

Oostindisch Kampsyndroom van Kousbroek

10897249257?profile=originalOostindisch Kampsyndroom van Kousbroek

Besproken door Pjotr.X.Siccama – deel 13

 

‘’Azië voor de Aziaten”” schreef Bart van Poelgeest in het NRC Handelsblad ( 01.1989)

Kousbroek schrijft dat van Poelgeest bedoelde:’”Azié voor Japan’’. In dat artikel citeerde van Poelgeet de uitspraken van de ex Japanse-minister Okunó., waarin deze Okuno zich ‘’poogde voor te stellen of de Japaners tijdens de oorlog in Azië nooit iets hadden misdaan en in feite alleen maar werden gedreven door idealistische motieven’’

En vervolgt van Poelgeest dat’’ deze uispraken niet verschillen van de Japanse propaganda voor de’’Groot Aziatische Welvaartsfeer’’.

Beroepen op die uitspraken zijn door het Tokyo Tribunaal nooit geaccepteerd als rechtvaardiging van de Japanse agressie.

Zoals we weten had een van de leden van het Tokyo Tribunaal te weten de Indiase rechter Pal (ongetwijfeld tot onsteltenis van de leden van het Tribunaal), vijspraak verzocht voor de betrokken Japanse misdadigers. – Dan citeert Kousbroek van Poelgeest over deze rechter Pal: citaat’’..moest een ongeloofwaardige poging doen de Japanse oorlogsmisdaden te bagatelliseren om niet in de knoop te raken met zijn onwrikbare overtuiging dat Japan he beste had voorgehad met de onderworpen volken’’ (in Azië) einde citaaat.

 

Dat vond Kousbroek niet eerlijk tegenover de rechter Pal en vroeg zich in de eerste plaats af wat van Poelgeest ermee wil bewijzen. En zegt hierover dat Pal niet altijd uitmuntte (wat de Fransen noemen: de la suite dans les idees ( letterlijk: het verloop/gevolg in de gedachtengang- of de puntjes op de ‘’I’’ zetten in de motiveringen van discours)

Maar dat hij de Japanse misdaden niet had gebagatelliseerd. gelukkig maar... Pal s argumenten tijdens het proces ging namelijk niet minder dan bewijzen

of op zn minst aanwijzingen te vinden die Hirohito konden belasten (dus  opdracht van hogerhand). Een vergelijkende verwijzing naar Nazi Duitsland was het niet en was ook geen onderdeel van een stelselmatig systeem en kan die hogerhand daarom ook niet worden veroordeeld.

Van Poelgeest wil in zijn artikel aantonen dat Japan uit eigen belang de helft van Azië wil annexeren onder het voorwendsel van een’’Groot Aziatische Welvaartsfeer’’. Een grote leugen natuurlijk en daar heeft van Poelgeest een serieus punt : Japan had zonder twijfel een dubbele agenda. Welk Aziatisch land had toen het idee (of vermoeden) van de dubbele bedoeling van de Japanners? Geen een; de buurlanden waren immers beschaafde naties en te goeder trouw!

Nog een argument van rechter Pal over de uitspraak dat hij overtuigd was dat Japan ‘’de beste bedoelingen had met de onderworpen volken in Azië’’. Nogmaals een leugen van de Japanners en wel om de volgende redenen:

.Wanneer Japan toch zo zeer begaan was met het lot van haar Aziatische buren, val je de buren niet aan en al helemaal niet zonder (oorlogs(verklaring); (overigens het Westen: de VS werd zonder oorlogsverklaring ook aangevallen- in Japans ogen waren de VS dé grootste vijandelijke mogendheid) en de buren successievelijk horig maakt. Waar zijn de goede bedoelingen? Japan kon toch ook op andere manieren toenadering zoeken met haar buren, (economisch/cultureel en politiek)  Maar die weg is een te lange.- daar had Japan geen tijd voor blijkbaar.

10897282252?profile=originalfoto / Prof.Röling – rechter Tokyo Tribunaal

De aanval van Japan op Pearl Harbour was een zekere wraak (aanleiding tot de WOII) op de wapen en olie embargo van de VS voor Japan, nadat de slachting door Japan bekend werd van Chinese burgers in Nanking en Shanghai in 1937/38 die er had plaatsgevonden, en de VS haar visie op de Japanse politiek totaal had gewijzigd.

De argumenten van rechter Pal waren, dient te worden begrepen dat het ook niet geheel vrij van – weliswaar zeer begrijpelijk - (formuleer ik voorzichtig) vooringenomenheid  en ressentiment (hij was per slot een Indiër en 

 10897282089?profile=original

 

 ‘’onderdaan’’ van het Britse Rijk) en vond, dat wanneer Japan schuldig is aan een veroveringsoorlog (mijn

cursivering) in Azië, dan waren de westerse koloniale mogendheden dat ook. In die positie sloot hij zich zelfs aan bij het argument van de verdediging. Een hele consternatie bij de overige internationale rechters tijdens het Tokyo proces. Ziedaar Pal s dissenting10897282675?profile=original 

Opinion. De in het proces genoemde ‘’the supreme crime’ (in de formulering: misdrijf tegen de vrede en de strafbaarstelling van aggressieve oorlog.) komt derhalve neer op het bevriezen van de status quo van de koloniale status.

Het is begrijpelijk van Pal, niet alleen als lid en rechter van het tribunaal maar ook als burger van een land als India  dat in die tijd nog door een westerse mogendheid werd bestuurd.(gekoloniseerd en dus bezet)

Immers hij zal dagelijks zijn geconfronteerd met onafhankelijkheidsideeen en verlangens en niet alleen in India.

De Nederlandse rechter bij het tribunaal Mr.Röling had de rechter Pal goed begrepen en had zelfs  enige begrip voor zijn opinion. In een interview (NRC Handelsblad 8-1980) vertelde Röling Citaat ‘’..dat de Aziatische bevolking voor het merendeel het de Japanners niet kwalijk nam dat ze een oorlog begonnen om de Europeanen uit Azië te verdrijven.

En de leus Azié voor de Aziaten was voor de Aziaten een heel begrijpelijke leuze’’einde citaat.

 Maar natuurlijk is de gemeenschappelijke ‘’vijand’’ wederom ‘’het westen of de Europeanen’’ en dat werd door Japan de buurlanden constant voorgehouden en in hun propaganda s uitgemolken. Dat gaf Japan alle instrumenten in de hand om als Aziatische superstaat te opereren. De massa volgt dit soort propagandaleuzen gewillig en zeker als het om een collectief ideaal gaat. De gevolgen van de goede trouw van de Japanse buurlanden werd beloond met het grote bedrog in hun leven.


Citaat:’’Met de jaren zijn wij er toe gekomen instinctief (!) de superioriteit van de blanken te erkennen, en de Chinesen en andere volken uit het Zuiden te minachten. Als we dat doen kunnen we onszelf net zo goed weggooien.’’ Einde citaat.

Diepte de schrijver op uit een Japans instructieboekje.

 

Er dan volgen nog meerdere van dergelijke onzinnige versen, waaruit kan worden afgeleid dat het met de Aziatische Welvaartsfeer die Japan haar Aziatische buurlanden met die leuze lokt met een grote pot zout dient te worden genomen.

De door rechter Pal vededigde Japanse human ideal is met deze vastselling geheel aan gort geslagen.

Of de Indiase rechter Pal en trouwens de overige rechters van het Tribunaal dergelijke geschriften c.q. instructies/convocaties in handen hadden gehad is maar de vraag.

 

Indien Pal wel op de hoogte was van het bestaan van deze instructies, dan was het buitengewoon naïf van de man en onderstreept  bovendien zijn precoccupaties jegens de (de huidige status (quo) van de kolonieën die niet eeuwig konden voortduren) koloniale mogendheden sterk.

Waar blijven dan toch de zo goed bedoelingen die Japan met Azië (e.a.) voor had?

De grootste leugen en groot verraad van Japan aan zijn directe buren en aan de Wereld.

 

Maar Pal s bevooroordeeldheid ligt nog fundamenteel gevoeliger dan we dachten. Was het niet de Indiase groep waar hij ook toe behoorde die Japan zo bewonderde, omdat dat het enige land is dat tegen ‘’het westen’’ durfde op te nemen?

 

Het deed me denken aan een herdenking die de schrijver in Utrecht had bijgewoond en er tot in de bijzonderheden over schrijft over een herdenkingsrede door Professor N. Beets.

Deze spreker, ( Kousbroek);’’.. hield zijn toehoorders voor..’’ citaat Beets:’’ ..moesten verwerken dat ze geconfronteerd werden met een niet-westerse agressor’’ (einde citaat)

Kousbroek vroeg zich, zeer begrijpelijk, of dat erger is dan een westerse aggressor. In andere toespraken sprak hij over  ‘’oosterse-agressors’’.

Wanneer in dit land tijdens de (IIWO) oorlogsherdenkingen toespraken worden gehouden, dan spreekt men bijvoorbeeld wel van ‘’onze ooster buren’’, maar voor de Japanners geldt dat opeens niet. – Inderdaad een merkwaardig vergelijk. Een niet-westerse aggressor wordt hiermee ‘’niet blank’’ bedoeld en moet worden begrepen in een raciale context.

 

Zowel Pal als de anti koloniale (verwoed lid van de uiterst linker vleugel van de Socialistische Partij in India vóor de 2e WOII) Indiase Bose, worden tot op heden in sommige kringen in Japan bewonderd voor hun moed en uitspraken (Pal-tijdens he Tokyo Tribunaal)

Er bestaat zelfs een klein herdenkingsmonument voor R.Pal in Japan. Kousbroeks constatering van de diepgewortelde wrok van rechter Pal en zijn geestelijke medestander Bose jegens de Britse overheersing in India en elders in de Wereld, heeft het beginsel van universeel Recht (en rechtvaardigheid in juist deze gevallen) terecht haar aandacht gevraagd op het Wereldpodium. Het is begrijpelijk van Pal om de internationale rechters op te wijzen dat er geen superieure (koloniale) of andere mogendheden bestaan en dat er om die reden (daarom ook) de (koloniale) status quo diende te worden bevroren en het tribunaal tot herbezinning moest komen om het evenwicht te vinden voor een zuiver oordeel.

 

Pjotr.X.Siccama

10897282496?profile=original

1

Sundra Ch.Bose -

 

Wordt vervolgd

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives