Het heeft lang geduurd, de verwerking en de moed om de dagelijkse zaken in het leven weer op te nemen.
Het leven was zo van zelfsprekend, je kon niet vermoeden dat in eens alles op zijn kop ging staan, helemaal niet op de manier waarop het gegaan is.
Wie zegt dat hij of zij het leven in de hand heeft is een grote leugenaar of een vreselijk naΓ―ef of dom iemand, maar ook dat is te vergeven want wie denkt nou niet dat het leven waarin je verkeert op een dag drastisch zou gaan veranderen.
De eerste tekenen van verandering zouden misschien al aanwezig zijn geweest, maar ach, je had niets in de gaten. Misschien ook wel maar de alledaagse dingen namen zoβn beslag dat je er misschien geen aandacht voor had gehad. Of was het wel hete geval maar je had de moed niet om het te onderkennen en misschien heb je het ook bewust weggestopt, bang voor de gevolgen en hopend dat het je niet zal treffen, ja, zelfs dat het vanzelf weer over zal gaan.
Je sloot misschien wel jou ogen en keek de andere kant op uit angst, wie zal het zeggen.
En dan gaan de zaken toch niet zo lekker als waarop je hebt gehoopt, de veranderingen nemen hand over hand toe en je wilt wel, maar kan er geen controle meer over hebben en je wordt meegesleurd door de stroming van het getij, dat ineens jouw grootste vijand is geworden.
Je vecht voor het bestaan maar al gauw is er geen houden meer aan, en naarmate de zaken erger worden is de wanhoop groter en ten slotte verlies je het van het onheil wat je ineens is overkomen.
Dan sta je voor een voldongen feit, wat eerst was, is er niet meer.
De eerste tekenen na de storm zijn misschien nog niet eens zo duidelijk omdat je in een roes verkeert, de energie die je al die tijd hebt gebruikt is op, weg, zoekgeraakt in de tijd en het enige wat je voelt is verslagenheid, verslagen door de omstandigheden die je koste wat kost had willen omdraaien naar het goede.
Je hebt gestreden en je hebt alles gegeven wat in jouw vermogen ligt, maar naderhand ga je je afvragen of je wel genoeg gedaan had, was je wel goed genoeg of heb je her en der een moment verzuimd en had je het niet eerder kunnen ontdekken en....had je niet anders moeten handelen?
Leegte alom, verslagenheid, wat je ook deed of gedaan zou hebben, het is voorbij. Misschien zou je anders gehandeld moeten hebben, wie weet? Het heeft niets uitgehaald.
De tijd erna is er een van verlatenheid, het huis, de kamer, ja zelfs de kleinste spulletjes herinneren je aan een andere tijd.
De plaatsen die je vroeger had bezocht of waar je vroeger geweest was, lijken niet meer op die van voorheen al zijn de zaken nog steeds hetzelfde gebleven.
En dan komen de nachten, die je op een wrede manier duidelijk maken dat het echt voorbij is.
De straatlantaarn die voor jouw huis anders zo het toonbeeld van het licht in de duisternis was, is nu niets meer dan de werkelijkheid die de eenzaamheid en de stilte van de nacht noch eens benadrukt.
Je voelt een vreselijke leegte die je naar adem doet snakken en je probeert om even de deur uit te gaan de nacht in om afleiding te zoeken, hopende dat je een eenzame ziel met dezelfde problemen als die jij hebt, te ontmoeten, want gedeelde smart is altijd beter.
Helaas, een verlaten fietser fiets je voorbij zonder aandacht aan jou te schenken, en waarom zou hij? Hij is op weg naar huis, een begrip dat jou alleen maar angst aanjaagt.
Na verloop van tijd heb je je zelf zo vermoeid dat je in bank in jouw huiskamer verslagen in slaap valt.
Tot de late morgen weer aanbreekt en de nachten erna.
Het verlies voel je nog lange tijd erna en het zal je altijd in jouw herinneringen bijblijven.
Het ergste is de eenzaamheid erna, ondanks alles en iedereen om je heen, ben je eenzaam en je vraagt je af, hoe nu verder?
De eenzaamheid erna en dan???????
Het antwoord zal het lot jou geven.
De toekomst heb je niet in de hand, dat is alleen bepaald aan Hem die alles weet.
Albert van Prehn (21 april 2014) voor het ICM.
Β
Opmerkingen