Griselda Molemans wekt valse hoop Indische-Nederlanders

10897281890?profile=originalGriselda Molemans wekt valse hoop Indische-Nederlanders

In De Volkskrant van 18 maart jl. verscheen een artikel van Lidy Nicolasen onder de alarmerende kop 'Indiëgangers hebben nog miljoenen tegoed'. Het was gewijd aan het nieuwe boek van journalist Griselda Molemans Opgevangen in andijvielucht. Peter Keppy, senior onderzoeker bij het NIOD, is het niet eens met Molemans' werkwijze en conclusies.

Het boek Opgevangen in andijvielucht begint met een invoelend geschreven relaas over de kille opvang van Indische-Nederlanders in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Maar de epiloog lijkt een ander boek. Molemans’ verontwaardiging over misstanden bij de opvang ontaardt aan het slot van haar boek namelijk in een slecht gefundeerde en warrige aanklacht tegen instanties, personen en onderzoekscommissies. Zij harkt het Indische repertoire van oorlog gerelateerde kwesties bijeen (veronderstelde verdwenen banktegoeden, niet uitbetaalde salarissen van KNIL-militairen, het uitblijven van schadevergoeding). Volgens Molemans liggen er nog ergens door Indische-Nederlanders niet-opgeëiste miljoenen. Zij slaagt er echter niet in dit hard te maken; erger nog: haar epiloog vertroebelt wat we al weten.

Ongenoegen

Molemans' ongenoegen lijkt een echo uit de midden-jaren negentig. Er was een discussie gaande over Joodse tegoeden. Minister van Financiën Gerrit Zalm schokte de Indische gemeenschap met de uitspraak dat de Nederlandse regering niet op ‘Indisch geld’ zat. Onder druk van het Indisch Platform, een overkoepelend orgaan van Indische belangenorganisaties, besloot de Nederlandse regering in 1998 tot onderzoek naar bank- en verzekeringstegoeden van Indische-Nederlanders.

Ik maakte deel uit van het onderzoeksteam van historici dat werd bijgestaan door enkele bancaire en juridische experts (bekend als de Commissie van Galen). Gedreven om aan te tonen dat Zalm het wel eens mis zou kunnen hebben, togen we aan het werk. We veronderstelden dat Indische-Nederlanders als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1942-1945) en de daarop volgende Indonesische revolutie (1945-1949) waren beroofd van banktegoeden en verzekeringsgelden en dat de Nederlandse en Nederlands-Indische overheid nalatig waren geweest.

Onze aanname bleek niet te kloppen. We vonden geen aanwijzingen voor bij financiële instellingen geparkeerde miljoenen, noch een grote groep rechthebbenden die daar na de oorlog aanspraak op zou kunnen maken. Wel vonden we bewijzen dat zowel overheden als banken en verzekeringsmaatschappijen die uitbetaling tijdelijk, en in een klein aantal gevallen zelfs permanent, hadden verhinderd. In 1955 was er sprake van dertig rechthebbenden die door twee Canadese levensverzekeringsmaatschappijen waren benadeeld. 

Molemans' miljoenen

Hoe zit het dan met Molemans’ miljoenen verdwenen bank- en verzekeringstegoeden? Volgens haar geeft een document van de Federal Reserve in New York, gedateerd juni 1945, antwoord op de verzekeringskwestie. Zij betoogt dat dit document aantoont dat het mogelijk is onderzoek te doen naar individuele gevallen van niet-uitgekeerde verzekeringen, hetgeen door de Commissie van Galen is bestreden. Het document toont volgens Molemans dat in 1938 de zeventien grootste verzekeraars in Nederlands-Indië voor 251,8 miljoen gulden aan levensverzekeringen verkochten.

Als Molemans meent dat onderzoek naar gedupeerden uitvoerbaar is op basis van dit document, waarom heeft zij dit dan niet gedaan? Het antwoord is eenvoudig. Niemand kan op basis van dit enkele document uitleggen hoe levensverzekeringen ná juni 1945 zijn afgewikkeld. Het geeft slechts een inventarisatie van de stand van zaken in 1938. De Commissie van Galen daarentegen heeft in 2000 wel het antwoord gegeven op de vraag hoe in de context van de in augustus 1945 uitgebroken Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en de soevereiniteitsoverdracht van 1949 levensverzekeringen en banktegoeden zijn afgewikkeld. Dat Molemans deze onderzoeksuitkomsten negeert is lichtzinnig. Haar suggestie van het bestaan van niet-opgeëiste miljoenen wekt valse hoop bij Indische oorlogsslachtoffers en nabestaanden over de kansen op vergoeding van materiële en immateriële schade. Dat is regelrecht kwalijk.

Molemans wil meerdere rekeningen vereffenen, maar het effectbejag in haar epiloog zit dat in de weg. Het principe van hoor en wederhoor is zoek. Collega-historici publiceerden over de kille opvang van Indische-Nederlanders, over minister van Financiën Lieftinck die in de naoorlogse jaren zijn hand stijf op de knip hield, over de achterstallige salarissen van voormalige KNIL-soldaten, uitgebleven schadevergoeding, en de strijd voor erkenning van leed en onrecht.
De boekenkast is inmiddels goed gevuld, maar we vinden deze bevindingen en titels niet terug bij Molemans. Onderzoeker Lizzy van Leeuwen poneerde de prikkelende stelling dat “Indische cultuur en identiteit zijn gaan behoren tot de groeiende cluster van mythen, legenden en broodje-aapverhalen”. Molemans doet haar duit onbeschaamd in dat zakje.

Verder lezen:

Door: Peter Keppy
E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Opmerkingen

Dit antwoord is verwijderd.

Blog Topics by Tags

Monthly Archives