Alle berichten (35)

Sorteer op

10897399278?profile=originalWieteke van Dort wil Indische Televisie, meldt zij in de MoessOn.

Wieteke van Dort wil Indische Televisie, meldt zij in de MoessOn. Is goed plan die Indisch Cultuurerfgoed blijvend in leven houdt.

 

 

(@ Een goede zaak wat ICM tot op heden onder embargo weet te houden,

wordt ludiek gemeld in de MoessOn, zijn er nog media gedragscodes in Indoland?.@

 

Tegen deze achtergrond is men ruim twee jaren hard bezig met de voorbereidingen met betrekking tot de oprichting van een I-Ned ,  een Indische Omroep. Met I-Ned zijn alle Indische problemen 1 een keer de wereld uit. Alleen mensen met een coöperatieve constructieve instellingen kunnen een succesvol bijdrage leveren voor de tot stand koming van een I-Ned, Hier is geen ruimte voor een enkelling of gestreelde ego's is die op de voorgrond graag willen treden! Hiervoor  zoeken wij juist boegbeelden die een forse bijdrage in de gemeenschap hebben geleverd!

 

Vele Indischen hebben nog een kater overgehouden van Nieuw Indisch TV, TV Indo en Garuda TV, jammer dat velen dit nieuws niet op ICM hebben gevolgd in die afgelopen 12 jaren.

Die dachten zonder achtergrond van een redactie plus een omroep zoals een krant zo een omroep te starten. Wel  (oa. Garuda TV) gebruikmakend van ICM netwerk en resources om via achterdeuren onder naam ICM binnen te komen.  Inmiddels heeft het ICM in 12 jaren vele ontwikkelingen achter de rug waar best een omroep uit kan ontstaan. Zie het voorbeeld van omroepen die ook zo zijn ontstaan o.a.; Max en Wakker Worden Nederland (telegraaf).

 

Twee jaren geleden hebben een aantal mensen de koppen bij elkaar gestoken om ICM Online als uitgangspunt te nemen bij vorming van I-Ned (die staan ook vermeld in het opgevatte plan),  de Indische Internetkrant die dagelijks met dit soort ontwikkelingen wordt geconfronteerd waar diverse filmmakers, producenten en documentaire makers tegen de gevestigde omroepen aanlopen. Voor hun prachtige producties naar het buitenland moeten uitwijken om het gefinancierd te krijgen. Tot op heden is de redactie van ICM gelukt achter schermen om de juiste partijen bij elkaar te brengen, en belangrijk om niet uit de schoolbanken te klappen zoals het blad de MoessOn nu weer pleegt content te verkopen. Desondanks de intensieve contacten met de bronnen weet ICM Online al dit soort strategische ontwikkelingen onder de pet te houden..

 

Voorbeeld van de vele projecten die bij ICM passeren - onder embargo nu het uitgelekt is - is het project van Antonio Mejer die jaren voorbereidingen pleegde en samen met Willem Nijholt, Yvonne Keuls en Wieteke. Het gehele project uit eigen middelen financierde. Voor deze productie nu al ruim jaren de lobby wordt ingezet om het op de gevestigde TV Omroepen te krijgen. Tegelijkertijd door ICM relaties zijn opgebouwd om via andere docu maker toch bij dezelfde Omroep te krijgen, die nu dagelijks daar werken. Sterker nog ICM wordt benaderd en niet andersom. Voor de Indische Muziek heeft ICM een relatie opgebouwd met TV Oranje alle producten komen nu daar op TV Oranje.

 

Niet alleen het project van Wieteke van Dort staat bij ICM als redactie hoog in het vaandal maar van alle Indo's met hun projecten die er nu lopen, en dat zijn er best veel. Zo is Jan Slagter bijvoorbeeld ook lid van ICM op Facebook net als Femke en Maxim, en vandaar uit leg je je contacten, die je langzaam opbouwt. Naast dat alle omroepen op ICM staan ook MAX, wordt er  zeker met een schuin oogje nar de Indische ontwikkelingen gekeken.

 

ICM Online gaat niet voor haar eigen gewin of imago of belang, maar voor het belang van de Indische Gemeenschap.

 

Wanneer I-Ned omroep ooit zal worden gerealiseerd dan zijn de eerste stappen gezet van de voortzetting van de Indische cultuur met eigen documentaire, muziek, kunst & Cultuur. Alle benodigde plannen zijn in gereedheid. Ferry Schwab was van mening dat zo'n omoep door een boegbeeld moest worden getrokken met een politieke achtergrond om I-Ned tot een succes te maken. Met 1,3 miljoen Indo's moet het lukken om minimaal 60.000 leden te werven via ICM, Via Pasars en via Jumbo Ketens.

 

Met I-Ned wordt voor de Indische Gemeenschap als gootste groep in Nederland eindelijk erkend.

Niet onbelangrijk gevormd door een redactie voortkomend uit ICM, die ruim 12 jaren de rode draad vormt in de Indische media. Zoals betaamt naast omroep en mooi trendy blad zal uitbrengen.

 

Helaa, wij zijn nog steeds bezig opzoek naar ons boegbeeld uit de politieke wereld, die de I-Ned kar wil trekken. Rest staat klaar in de startblokken wij hebben geleerd hoe je niet moet doen!

Lees verder…

Nieuws  Klanken van Oorsprong

Nieuws  Klanken van Oorsprong

 
Onze website www.klankenvanoorsprong.nl is geheel vernieuwd en bevat nu nog meer informatie over de film, educatie  en de randprogrammering.

Klik hier voor de nieuwe website.

De film Klanken van Oorsprong heeft inmiddels in de bioscopen meer dan 22.000 bezoekers getrokken. Dit is een zeer grote prestatie voor een bioscoopdocumentaire, temeer daar er Nederlandse speelfilms uitkomen die dat aantal niet eens halen. Bij een groot aantal vertoningen is regisseur Hetty Naaijkens zelf aanwezig geweest en we ervoeren dat veruit de meeste bezoekers diep onder de indruk waren van Klanken van oorsprong. Velen van hen kwamen Hetty dan ook persoonlijk bedanken voor deze film. We merkten ook dat veel mensen voor een tweede of derde keer de film zijn gaan zien, al dan niet in gezelschap van andere familieleden, (klein)kinderen of vrienden. Het record staat op naam van een trouwe fan die de film maar liefst 12 keer heeft bezocht! Enkele bezoekers herkenden op het witte doek oude bekenden of vroegere klasgenoten. In een aantal gevallen zijn we erin geslaagd deze mensen - soms na vijftig jaar - weer met elkaar in contact te brengen.

Hoogtepunten waren in de afgelopen periode de drie uitverkochte voorstellingen in Vlissingen met de nagesprekken van Adriaan van Dis en de swingende optredens van Ernst Jansz en Hans Bax, Eddy Chatelin en Rob Agerbeek.

Maastricht:

Op zondag 25 november (aanvang 16.00 u) vindt in de Euroscoop te Maastricht een speciaal event plaats rondom Klanken van oorsprong. Naast de film die vertoond wordt is er ook live-muziek en worden er Indische hapjes geserveerd. Regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich zal die dag ook aanwezig zijn. Ook worden er CD’s van Anneke Grönlöh verloot onder de bezoekers. De entreeprijs voor dit alles is slechts € 8,50!
Zie https://www.euroscoop.nl/maastricht/acties-and-events/klanken-van-oorsprong/

Breda: Indische winter.

 

In het Stedelijk Museum Breda vindt in het kader van Klanken van Oorsprong van 1 december t/m 13 januari het evenement “Indische Winter” plaats. Dit event - over het ontstaan van de (Indische) popmuziek - omvat o.m. de tentoonstelling ‘Indische iconen’ met portretten van bekende Indische artiesten. We zien en horen - aan de hand van filmfragmenten, foto's en teksten - hoe Indische muzikanten door de jaren heen hun plek in de Nederlandse popgeschiedenis en samenleving hebben verworven. Deze expositie bevat uniek materiaal over de Tielman Brothers die in de jaren 50 hun Europese carrière startten in Breda! Verder vinden er gedurende deze periode lezingen, filmvertoningen van Klanken van oorsprong,  gesprekken, workshops en optredens plaats op verschillende locaties in Breda. Meer informatie en het volledige programma kunt u binnenkort vinden op www.stedelijkmuseumbreda.nl
De toegang is gratis.

Ook online te zien!
 

Voor iedereen die niet in staat is om zelf naar de bioscoop te komen is Klanken van oorsprong  online te zien via www.picl.nl Via deze site zijn zowel de normale als een Nederlands ondertitelde versie voor slechthorenden te zien. De DVD (met ook een Engelse ondertiteling) komt waarschijnlijk uit in het voorjaar 2019.
 
Tenslotte draait de film nog steeds in een aantal bioscopen: o.a. Lisse, Almere, Tilburg, Breda, Amsterdam, Alpen a/d Rijn, Oss, Goes, Drachten Maastricht en verschillende andere plaatsen.

Kijk op www.klankenvanoorsprong.nl om te zien waar u de film nog op het grote doek kunt zien. Want daar is de film toch het mooist!

Copyright © 2018 Scarabeefilms, All rights reserved.
U heeft uw email adres genoteerd.

Our mailing address is:
coop@scarabeefilms.com

Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list.
Lees verder…

NECROLOGIE JOOP HUETING

Na dat ene tv-optreden in 1969 kende iedereen Joop Hueting

Bijna vijftig jaar geleden sprak de zondag overleden Joop Hueting als eerste over Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië. Toen werd hij erom verguisd. Nu is zijn oordeel gemeengoed.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8 Joop Hueting in 2012. Beeld Joost van den Broek

‘Zinloos en misselijk.’ Zo luidde de kop boven het redactioneel commentaar in De Telegraaf van 21 januari 1969. Deze woorden – tamelijk kras naar de maatstaven van die tijd – verwezen niet naar de oorlogsmisdaden tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië die Achter het Nieuws, het actualiteitenprogramma van de Vara, vier dagen tevoren had onthuld, maar naar het feit dat veteraan Joop Hueting daarbij als klokkenluider was opgetreden.

advertentie

Hueting werd in verband daarmee weggezet als matennaaier en nestbevuiler. Niet alleen door De Telegraaf, maar ook door (sommige) Indonesië-veteranen. Hij was tenslotte de eerste die publiekelijk verslag had gedaan van de gruwelen die het Nederlandse leger tijdens de zogenoemde ‘politionele acties’ van 1947 en 1948 stelselmatig had begaan. Met zijn analyse van aard en omvang van de oorlogsmisdrijven liep hij vooruit op de conclusie die historicus Rémy Limpach in 2015 zou trekken. Namelijk dat de begane misdrijven geen excessen waren, zoals de regering nog betoogde als reactie op Huetings ooggetuigenverslag in Achter het Nieuws, maar dat ze vast onderdeel waren van de militaire strategie.

Afgelopen zondag overleed Hueting, gepromoveerd psycholoog, op 91-jarige leeftijd. Hij is zijn naamsbekendheid altijd blijven ontlenen aan dat ene televisieoptreden van nog geen half uur. Dat de impact van zijn woorden groot was, bleek al tijdens de uitzending. De Vara ontving 841 reacties, overwegend negatief tot zeer negatief. Krap een derde van de reacties was waarderend van toonzetting. In de landelijke dagbladen verschenen na de coming-out van Hueting 460 artikelen, Achter het Nieuws kwam nog tweemaal op de kwestie terug en oppositieleider Joop den Uyl (PvdA) drong in de Tweede Kamer aan op opheldering over het Nederlands optreden in Indonesië.

Het kabinet-De Jong reageerde met de instelling van de zogenoemde Coördinatiegroep Indonesië 1945-1950, die onder leiding stond van de jonge Justitieambtenaar Cees Fasseur – die later vooral als historicus bekend zou worden. Fasseur stelde vast dat zijn commissiegenoten, overwegend met een Indische achtergrond, ‘eigenlijk helemaal geen zin hadden in dat onderzoek’. Hij schreef de zogenoemde Excessennota binnen een tijdsbestek van drie maanden dus vrijwel in zijn eentje.

Op de dag dat de nota verscheen – 2 juni 1969 – werd de actualiteit beheerst door ongeregeldheden op Curaçao die de inzet van Nederlandse mariniers vereisten. De Excessennota – niet veel meer dan een inventarisatie van bestaande bronnen – kreeg daardoor nauwelijks aandacht. Toch markeert ze een omslag in de publieke opinie over de dekolonisatie van Indonesië. Voor die tijd werd deze episode met vereende krachten uit het collectief geheugen gehouden. Er was weliswaar al meerdere keren onderzoek – ook kritisch onderzoek – gedaan naar het optreden van het Nederlandse leger, maar de regering en de meerderheid van het Nederlandse volk wensten van de uitkomsten eigenlijk geen kennis te nemen. Dat hing ook samen met het feit dat Nederland nog tot 1962 met Indonesië twistte over het bezit van Nieuw-Guinea.

Maar na 1969 kwam het thema met steeds kortere tussenpozen op de agenda en werd het kritisch oordeel van Hueting over de Nederlandse oorlogsvoering steeds meer gemeengoed. ‘Geschiedschrijver des Rijks’ Lou de Jong moest in 1988 zijn harde oordeel over het regeringsbeleid inzake Indonesië nog matigen onder invloed van verontwaardigde oud-strijders. Maar na publicaties van, onder anderen, de historici Gert Oostindie en Rémy Limpach gaf de regering alsnog opdracht tot een grootschalig, in 2021 af te ronden, wetenschappelijk onderzoek naar de dekolonisatie. In een van de stellingen bij zijn proefschrift had Hueting daar in 1968 al op aangedrongen: ‘Men kan zich afvragen waarom in Nederland nog geen begin is gemaakt met het onderzoek naar de juridische, historische, sociologische en psychologische aspecten van de oorlogsmisdaden, begaan door militairen in dienst van dit land in de periode 1945 tot 1950.’

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8 Interview met Joop Hueting in de Volkskrant van 19 december 1968, waarin Hueting sprak over de oorlogsmisdaden in Indonesië. Beeld de Volkskrant
Lees verder…

‘Natuurlijk heb ik ook geschoten, maar niet in het wilde weg’

Joop Hueting, eerste Indiëganger die Nederland confronteerde met de oorlogsmisdaden begaan tijdens de politionele acties van 1945 tot 1950, is overleden. In 2012 sprak hij met de Volkskrant over de gevolgen van zijn ontboezemingen. Hij werd geprezen, maar ook verguisd.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8 Nederland, Castricum, 13-07-2012; Portret Joop Hueting. Beeld Joost van den Broek

Voetje voor voetje schuifelt Joop Hueting (84) naar een boekenkast in zijn werkkamer. Lopen gaat niet goed meer, maar zijn gedrevenheid is er niet minder om. ‘ Kijk, dit wilde ik laten zien.’ Hij pakt van de vierde plank een lederen foedraal met een klein, zwaar pistool. Hij frommelt aan het magazijn, wijst naar de veiligheidspal en naar de plaats waar de kogels het wapen verlaten. Maar waar het echt om gaat, is het verhaal achter het wapen.

advertentie

‘We lopen over de sawa. Eigenlijk ga je altijd van kamponggrens naar kamponggrens waar de bomen staan. Je weet ook dat de vijand daar zit. Zo over de rijstvelden loop je toch een beetje in je blootje, je voelt je ongemakkelijk. Op enig moment krijgen we vuur. Ik loop er naartoe en zie een knaap. Hij schiet op mij, ik schiet terug. Uit zijn borstzak haal ik een papiertje, hij is lid van het Indonesische leger. Een tengere Javaan, helemaal in de kreukels. Dit was zijn pistool, ik heb het meegenomen en bewaard.’

Joop Hueting heeft geschiedenis geschreven in Nederland. Hij was de eerste Indiëganger die de natie confronteerde met de oorlogsmisdaden begaan tijdens de politionele acties van 1945 tot 1950 in het voormalige Nederlands-Indië. In een interview uit 1968 met de Volkskrant, en kort daarop in de tv-rubriek Achter het Nieuwsvertelde hij over zijn ervaring als soldaat van de Stoottroepen, de elite van de infanterie, de harde jongens.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8 De Volkskrant van donderdag 19 december 1968, waarin Hueting in een interview vertelde over zijn ervaring als soldaat van de Stoottroepen. Beeld de Volkskrant

Hij werd geprezen maar ook verguisd. ‘Nestvervuiler’, was hij in de ogen van veel veteranen. Zijn uitspraak ‘ze schoten op alles wat maar bewoog’ werd een staande uitdrukking, in veel talen.

Toen ergerde het hem mateloos dat de overheid aldoor had gezwegen over die oorlog, wat bleek uit een stelling bij zijn proefschrift. Zijn onthullingen leiden tot een archievenonderzoek dat resulteerde in de Excessennota 1969.

Sluimerende demonen

Het is slechts het topje van de ijsberg, zei hij toen en zegt hij 43 jaar later nog. Dezer dagen is hij niet de enige door publicatie van de allereerste executiefoto’s de telefoon grijpt. Het is een bevestiging van wat hij weet. ‘Het zijn sluimerende demonen. Je hoeft ze maar te prikkelen of ze zijn klaarwakker. Elk land heeft zijn eigen demonen.’

Hueting heeft intussen een gevierd leven als hoogleraar in de psychologie achter de rug. Toen was hij een dienstplichtige van de lichting van 1947 uit een ‘braaf liberaal gezin’. Hij kwam niet op het idee dienst te weigeren. Zijn volwassen leven begint in de oorlog. Pas na terugkeer in 1950 ging hij denken en begon hij te praten, in tegenstelling tot zijn voormalige maten. ‘De meesten hielden hun kop, ze wilden er helemaal niks van weten.’

Hij heeft een paar rijen ordners staan, met ‘vele eigen en andermans artikelen over deze periode tussen andere attributen uit de oorlog. Hij wijst ernaar als hij praat over de veteranen die hem en zijn gezin bedreigden. Als hij de regering hekelt die woorden als excessen en politionele acties bedacht voor oorlogsmisdaden en guerrillaoorlog. Of zijn twijfel over het plan van drie historische instituten om de politionele acties opnieuw te onderzoeken, omdat er jaren zijn verstreken zonder dat iemand van die instituten interesse toonden in zijn kennis, ervaringen en archief.

‘Wat moet je na 50 jaar nog onderzoeken? Er zijn duizenden kampongs platgebrand, er zijn duizenden Indonesiërs vermoord. Hier en daar zal er best goed werk zijn verricht, verpleegsters die voor kinderen zorgden. Maar de verhalen van al die mensen die zich verdedigen, dat je moest schieten, omdat ze jou anders te grazen namen, flauwekul. Al die verhalen over afgesneden pennissen en oren, ik heb ze nooit gezien. Ik heb wel meegemaakt dat Indonesiërs een gesneuvelde van ons in de schaduw hebben gelegd en bedekt met een palmblad.’

Op een kast in de woonkamer staat een beeldje van de god Shiva, meegenomen door een van zijn kameraden. Hij ging een huisje binnen. Toen hij weer naar buiten kwam, hoorde Hueting een plof. De soldaat had een handgranaat achtergelaten en het beeldje meegenomen.

Later heeft niet-roker Hueting het met hem geruild voor een slof sigaretten. ‘Het is een mooi dingetje, authentiek’, zegt hij, terwijl hij het in zijn hand neemt.

Zijn verhalen stoppen nog steeds niet. Hij vertelt hoe een van hen in de rijstvelden op Midden-Java zomaar een boer neerschiet. De man is zwaargewond, maar iedereen loopt gewoon door. Hij blijft staan en probeert de man met een genadeschot uit zijn lijden te verlossen. Het pistool ketst af. Een tweede keer schieten durft hij niet en ook hij loopt door.

Bloedbad

Er zijn ergere verhalen. Over de keer dat een korporaal zijn mitrailleur leegschiet in een gebedshuis. Hij gaat er gillend achteraan. De doden en gewonden zijn vooral vrouwen en kinderen. Binnen is het een bloedbad, buiten reageren de Nederlandse manschappen alleen maar geïrriteerd. Hij had hen wel kunnen raken met die dollemansactie.

Korporaal en soldaat zijn nooit disciplinair gestraft. ‘Schei toch uit met die vragen, niemand die zelfs maar dacht aan straf. Het was de gewone gang van zaken. Als je in het systeem zit, aanvaard je dat als normaal. Van hen was het een gebrek aan discipline. Aan een guerrillaoorlog moet je wennen. Wat overblijft, zijn geharde soldaten. Ik ben er tot het laatst toe bij geweest. Op jou kan ik vertrouwen, zei de commandant. Natuurlijk heb ik ook geschoten, maar nooit in het wilde weg.’

Opnieuw pakt hij een attribuut. Een tegel, dit keer. Het verhaal dat hierbij hoort, ging de hele wereld over. Het gaat over marteling. Over een Indonesische soldaat die aan zijn enkels werd opgehangen om hem aan het praten te krijgen. Steeds opnieuw werd het touw gevierd. Hueting liep weg toen de schedel kraakte.

Hij is later teruggegaan, gevolgd door een camerateam van de KRO. Toen heeft hij die tegel mee naar huis genomen.

Lees verder…

Kapitein Westerling geeft in tv-interview wandaden op Zuid-Celebes toe

Kapitein Raymond Westerling heeft op Zuid-Celebes mensen standrechtelijk geëxecuteerd. In een nooit eerder uitgezonden tv-interview erkent hij dat zonder terughoudendheid. Het gesprek is vanavond te zien in het NCRV-programma Altijd Wat. 'Ik ben verantwoordelijk en niet de troepen die onder mijn bevelen hebben gestaan. Ik neem de daden persoonlijk voor mijn rekening', zegt Westerling.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8 Portret van ex-KNIL-kapitein Westerling uit 1969. Beeld ANP

Het interview dateert uit 1969, kort nadat soldaat Joop Hueting via de Volkskrant en Achter het Nieuws een boekje open had gedaan over de in Nederlands-Indië gepleegde oorlogsmisdaden. Het nieuws sloeg toen in als een bom en wekte de woede van vele veteranen. Journalisten van Achter het Nieuws kregen politiebescherming omdat ze werden bedreigd.

Westerling was de held van de veteranen. Hij was commandant van het regiment Speciale Troepen toen dat in december 1946 naar Zuid-Celebes werd gestuurd om het revolutionaire geweld de kop in te drukken. Na drie maanden waren rust en orde hersteld, ten koste van 3.500 dode Indonesiërs, veelal gedood via het standrecht. De Nederlandse autoriteiten grepen in, toen ondergeschikten van Westerling zelfs veroordeelde gevangenen executeerden.

Niet uitgezonden
Er is veel over Westerling gezegd en geschreven en zestig jaar na de oorlog is er nu een tv-interview. Samen met cameraman Hans van der Busken wist journalist Joep Buttinghausen hem in 1969 te strikken voor dat interview. Het was Westerlings eerste tv-optreden, maar geen enkele omroep bleek bereid het uit te zenden, vertelt Van der Busken. De cameraman heeft het filmpje al die tijd op de plank laten liggen. Destijds was de sfeer in het land te gespannen. Niemand wilde er zijn vingers aan branden, bevestigt ook Hans Sleeuwenhoek, voorheen van Hier en Nu van de NCRV.

Buttinghausen is net zoals Westerling (in 1987) inmiddels overleden. Ze kenden elkaar en tijdens het interview zitten ze dicht bijeen in een overvolle studeerkamer achter een rooktafel met Perzisch kleedje. Westerling spreekt vrij over verliezen van zo'n 500 man bij de tegenpartij, tijdens de 15 operaties die hij uitvoerde. Het waren vijanden die waren gesneuveld tijdens de gevechten, op de vlucht waren neergeschoten of standrechtelijke geëxecuteerd, zegt hij. 

'Trouwens de juiste cijfers zijn te vinden in mijn patrouilleverslagen.'
Westerling hoefde geen moment bang te zijn voor vervolging, omdat hij de steun had van de Nederlandse regering. 'Ik sta pal achter mijn daden, met dien verstande dat men een onderscheid dient te maken tussen oorlogsmisdaden en strenge maatregelen, consequent en rechtvaardig onder zeer moeilijke omstandigheden', zegt hij. Hij erkent dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd, niet door hem maar door vier andere officieren die op 'mijn bevel uit hun functie zijn ontheven.' Hij voegt eraan toe dat het 'verborgen sadisme in mensen in oorlogsomstandigheden veel sneller tot ontplooiing kan komen dan in normale situaties.'

Historicus Willem IJzereef noemt Westerling in de uitzending een oorlogsmisdadiger, verantwoordelijk voor de dood van 3.500 militairen, voornamelijk via het standrecht. De onomwonden wijze waarop Westerling de executies erkent, is volgens advocate Liesbeth Zegveld van groot belang voor de eis tot schadevergoeding van nabestaanden op Sulawesie, het toenmalige Zuid-Celebes. 'Dit is een bewijsstuk uit de eerste hand, dus juridisch interessant', zegt ze.

Lees verder…

DE CHINESE DUKUN, door Ed Brodie

10897408054?profile=originalDE CHINESE DUKUN, door Ed Brodie

 

In de middaguren als de meeste inwoners van Mojokerto hun middagdutjes deden, liep een arme Chinees met lang haar en een rode band om zijn hoofd, gescheurde kleren om zijn bovenlijf en onder zijn voeten, ‘sandal jepit’… gemaakt van oude autobanden, door de stad met z’n hoofd naar de straat gericht, terwijl hij “mediteerde".

Elke keer werd hij uitgelachen door de jonge bewoners van Mojokerto, maar ook door een groep jonge Indische jongens uit de stad.

Niemand kende zijn naam en vaak plaagden ze hem en riepen dan …”Hee tjino gendeng …tjino gendeng!”

Deze man keek niet eens om, hij bleef lopen en mediteren met twee stokjes tussen zijn vingers waarvan de toppen van de stokjes smeulden en witte rookwolkjes produceren. Door de Javaanse inwoners van Mojokerto, werd hij ‘Koh’ genoemd.

Koh, sliep in een klein zelfgemaakt huisje van bambu en oude zinken golfplaten aan de kant van de kali Berantas. ‘s-Nachts maakte hij een vuurtje voor zijn hutje en hurkend voor het vuurtje bleef hij mediteren of bidden. Hij werd bekogeld met stenen door Javaanse jongens en uitgelachen door Indische straatjongens!

Koh, reageerde nooit als ze hem plagen of smijten…bleef lopen, en knikken met zijn hoofd en kijk al lopend naar beneden en hield niet op met mediteren.

Bijna de hele stad Mojokerto kende deze rustige Chinees, maar niemand wist eigenlijk waar hij vandaan kwam, wat hij eigenlijk allemaal deed of wie hij eigenlijk was! Kortom ze noemden hem “Koh gendeng” …Ook in de Indische kringen werden verhalen verteld over deze ‘Koh’ maar hij bleef een aparte vreemdeling voor heel Mojokerto.

Bij de Indische familie Jansen heerste een angstige sfeer … hun jongste zoontje Ruben werd ernstig ziek en zijn koorts kon maar niet dalen …de thermometer bleef maar op 41 graden Celsius hangen. Ruben begon te ijlen en spreek wartaal, wilde niet eten en kon niet slapen. Zijn ouders hadden meermalen de dokter laten komen maar niets hielp …Vrienden hielpen de familie Jansen en riepen een Javaanse dukun om deze jongen te helpen van zijn koorts en ziekte … maar helaas niets hielp! Het werd alleen maar erger met de ziekte van Ruben … er werd een Dominee geroepen toen weer een Javaanse Mudin en daarna een Pastoor maar niets hielp!

Opeens had Rubens’ moeder een idee en gaf haar bediende de opdracht om maar die ‘Koh’ te roepen en te vragen of hij kleine Ruben wilde helpen.” Wie weet misschien kan deze Chinese Koh mijn zoontje helpen”, zei mevrouw Jansen.

Met heel veel pijn en moeite had haar bediende toch die Chinese dukun kunnen overhalen om bij haar mevrouw te komen om Ruben te helpen van zijn geheime rare ziekte! Hij liet de bediende eerder naar huis toe gaan en zei:” Ga eerder naar huis en laat dat jongetje eerst een bad nemen, dan ben ik in die tussentijd al bij jullie thuis!”

Verbaasd vroeg de bediende aan hem of hij hun huis wel weet te vinden …en hij antwoordde: ”Ga naar huis en ik ben straks bij jullie thuis!”

Ongeveer een uur later arriveerde “Koh” bij de familie Jansen, liep regelrecht naar de kamer van Ruben … bekeek Ruben, en begon op ‘chineespapier’ in Chinese tekens iets te schrijven … pakte een koperen schotel en verbrande het geschreven chineespapier, stopte het in een glas en vulde het met water, roerde het tot het leek op ‘koffietubruk’ en liet dat ventje alles leeg drinken. ‘Koh’ pakte zijn plunjezak en liep weer naar huis, nam geen geld aan en verliet het huis … keek nog even om en maakte een diepe buiging.

De volgende dag stond Ruben op, en vroeg om zijn ontbijt en wilde daarna naar school gaan!

Ruben was helemaal koortsvrij en de familie en vrienden … die kunnen het tot en met heden niet begrijpen!!

Heel snel ging het verhaal de ronde … bijna alle inwoners van Mojokerto hoorden het wonder, en vanaf dat moment werd de rare chinees “Koh”: , tot de “Chinese Dukun” om gedoopt. Daarna durfde niemand meer “Koh” te plagen, sterker nog ze liepen een straatje om als de mensen van Mojokerto de Chinese Dukun tegen kwamen …

Ed Brodie …

Dit verhaaltje heb ik ooit van mijn vader gehoord, ik was toen een jongetje van misschien 12 jaar. Mijn pa was geboren in Mojokerto (Oost Java) en ging daar ook naar de lagere school en later verhuisde de familie naar kediri

Ed Brodie

13 nov 2018

Lees verder…

10897407464?profile=originalVideo – Fleur Agema (PVV) ontploft woedend over oorlogslachtoffers uit Nederlandse Indie krijgt overweldigend applaus publieke tribune

Graag wil ik in herinnering brengen als redacteur van de ICM, de Indische Internetkrant naar aanleiding van de onderstaande video-beelden die overigens door de inzet van Indisch Platform 2.0  op de agenda is gezet te blijven door hameren  om de integriteit van de ambtenaren ter discussie te stellen.

Op aandringen van RIP Herman Bussemaker en de gehouden manifestatie op Het Plein voor het Gebouw van de Tweede Kamer, gaf  Jan Peter Balkenende de Staatssecretaris - onze Indo Jet Bussemaker - de opdracht om de Indische NIOD - rapporten te onderzoeken. Vervolgens richting de Tweede Kamer met constructieve oplossende voorstellen te komen.  Exact 11 jaar geleden. Helaas, na 7 maanden viel het Kabinet Balkenende. Onze Indo Jet Bussemaker en haar ambtenaren van dit Ministerie van VWS hebben bewust nimmer deze voorstellen uitgewerkt waar ze ruim 7 maanden de tijd voor hadden. gekregen.  Erger nog,  deze opdracht van Jan Peter Balkenende is een besluit die dus in het volgende Kabinetten aan de orde diende te komen, dus met oplossingen uitgewerkt door de ambtenaren van Min. VWS. Wij zijn nu tien jaar verder, wat hebben deze ambtenaren allemaal gedaan dan hun bewindvoerders steeds het bos in te sturen. 

 Nu komt onze Paul Blokhuis – broer van Leo waar zijn IndoRock boek op ICM staat  te prijken tot stand gekomen met GrazyRocker Woody Brunning - met een zeer cryptische destructief – wederom om het verkeerde been gezet door diezelfde ambtenaren -   antwoord dat bij de deal van zijn voorganger Martin van Rijn is meegewogen, terwijl de opdracht bij het Ministerie VWS was om eerst voorstellen tot oplossing uit te werken en deze voor te leggen aan de Tweede Kamer.

Hoe zo een deal?

Voor een deal heb je een organisatie nodig die namens de achterban de belangen behartigd dus als gelijkgestemden. Een organisatie die op legitiem (wettelijk) wijze tot stand is gekomen geinstalleerd door diezelfde Overheid.  Spreken hier dan over Het Indisch Platform die net als Het Gebaar door de Overheid in het leven is geroepen. Kortom het Indisch Platform een onderafdeling van het Ministerie van VWS. Net als bij die 124 mislukte projecten Het Gebaar. en het mislukte Indisch Huis. Voor onze staatsscretarissen VWS heel wat huiswerk om de knuppel in dit Haagsche ambtelijk cultuur gooien, of vlug je termijn uit te zitten. .

Wat wordt er weer flink op los gelogen door deze nieuwe Staatssecretaris of hebben de VWS - ambtenaren net als Martin van Rijn ook deze Staatsrederij weer het bos ingestuurd. Wordt hard tijd dat de VWS – ambtenaren zich aan integriteitsonderzoek wordt onderworpen op discriminatie van Nederlandse Indische Gemeenschap.

De Indische NIOD-rapporten heeft de belastingbetaler ruim 1,8 miljoen gekost, dat zo door de ambtenaren van Min. VWS in de prullenbak wordt gegooid. Overigens in die 7 maanden wist onze Indo Jet Bussemaker haar Indisch boek te schrijven in de bazen – tijd. Wat een zooitje is het bij Ministerie van VWS; hier moet de bezem door! Tijd dat Min. Binnenlandse zaken ingrijpt; Wat gaat nog goed onder dit Ministerie, de zorg is soap geworden, net als alle mislukte 124 projecten onder Het Gebaar, en het failliete Indisch Huis in Den Haag. Het rapport van Robin Linschoten die in prullenbak verdween over het Indisch Huis. Wat gaat nog goed onder deze ambtenaren van VWS?

Video – Fleur Agema (PVV) ontploft, krijgt overweldigend applaus publieke tribune

Politica woedend over behandeling oorlogsslachtoffers uit Nederlands-Indië

Door: Ernst Lissauer , 17:33, 08 november 2018

Fleur Agema in debat met Paul Blokhuis. Screenshot Lissauer

Tijdens het debat over uitkeringen aan oorlogsslachtoffers uit Nederlands-Indië ontplofte PVV Kamerlid Fleur Agema donderdag van woede over de bejegening door staatssecretaris Paul Blokhuis (ChristenUnie) van de getroffenen. Ze zouden ‘gekkies’ zijn genoemd. Deze mensen wachten al 73-jaar op achterstallig salaris.

Lees verder…

Video – Fleur Agema (PVV) ontploft, krijgt overweldigend applaus publieke tribune

Politica woedend over behandeling oorlogsslachtoffers uit Nederlands-Indië

Door: Ernst Lissauer , 17:33, 08 november 2018

Fleur Agema in debat met Paul Blokhuis. Screenshot Lissauer

Tijdens het debat over uitkeringen aan oorlogsslachtoffers uit Nederlands-Indië ontplofte PVV Kamerlid Fleur Agema donderdag van woede over de bejegening door staatssecretaris Paul Blokhuis (ChristenUnie) van de getroffenen. Ze zouden ‘gekkies’ zijn genoemd. Deze mensen wachten al 73-jaar op achterstallig salaris.


Lees verder…

10897371252?profile=originalTIJDENS PRIME TIME Succesvolle ludieke Presentatie ICM Book “Toegang tot de Indische Wereld” op Pasar Malam Rijswijk.

Onze Milly gaf de het startsein van de presentatie“Het ICM Book” van Ferry Schwab.

Ferry weer “het is een boek van ons allen, immers wij hebben geschiedschrijving gedaan van de Indische Gemeenschap in deze huidige samenleving gebasseerd op feiten die hebben plaatsgevonden, en dit anno 2014”.

Ferry vervolgde : “Deze pasar malam Rijswijk om maar te noemen, is een vaststaand feit van het bewijs van onze Indische cultuur waar het hele pallet wordt uitgedragen door meer dan 70 pasar malams per jaar”, Ferry vervolgde weer in 1 adem” Dat ooit in Batavia begon , en in 50 jaren naar Den Haag werd gebracht naar de Houtrust Hallen. De eerste zes pasar malams, niet door Tjali Robinson is opgezet, maar door Marie Bruckel-Beiten. Haar dochter in Canada tikte ICM redactie op vingers dat het anders een valse geschiedschrijving wordt in het ICM BOOK.

Niet alleen de pasar malam bevat maar ook de andere onderwerpen, maar o.a. de geschiedenis die door de Indische muzikanten naar Nederland zijn gebracht en nog steeds wordt gebezigd op alle evenementen, de koempoelan, literatuur, en de Indische kwestie etc.. etc…

10897370287?profile=original

Hierna volgde de uitreiken van de ICM Book exemplaren aan het ICM team en partners die zich langer als 10 jaren dag in en dag uit hebben ingezet om te bewijzen dat wel degelijk de Indische cultuur anno 2014 leeft en om het uit te dragen. Uiteraard onze Rolo Lapre die achter schermen wenst te blijven (Indonesische betrekkingen). Hans Vogelsang media – partner van ICM, en de andere Hans Vervoort konden deze presentatie niet bijwonen, en Marshal Manengkei (In Jakarta). Allen om privé – redenen, maar in de ICM gedachten zijn er bij!

Uiteraard de zeer bescheiden jongste Indische organisatrice van de pasar malams Rijswijk waarvan Ferry voeten en aarde heeft moeten bewegen dat ze ook het podium betrad samen met Beynard die haar steunt.

Weer een hard bewijs dat het Indisch cultuur door de jonge generatie Indo’s het stokje wordt opgenomen. Niet alleen Sabrina, maar James Ali en Thony Schwab behoren tot die doelgroep die naast pasars andere evenementen organiseren zonder de andere jongeren niet te kort te doen. Uiteraard onze Milly mag niet ontbreken in dit rijtje als presentatrice.

Ferry was klaar met zijn donderende speech;

Milly zette de presentatie voort die net het ICMBOOK had ontvangen en las gelijk een stukje voor uit het ICM Book”

“Omroepen laten Wieteke van Dort in de kou staan” dat op 15 november 2010 door F.Schwab ICM editor www.icm-online.nl op de site werd gepubliceerd.

Van de stoel van de Editor nog bedankt dat de Pasar Malam Rijswijk ICM de gelegenheid heeft geboden voor deze ludieke presentatie die de geschiedenisboeken in gaat dat de Indische cultuur nog steeds leeft en zal voort blijven bestaan met een populatie van meer dan 1 miljoen.

Lees verder…

Soeharto - Bijdrage aan wederopbouw Nederland

10897238680?profile=originalBijdrage aan wederopbouw Nederland

De Indonesische injectie


Van de ene op de andere dag veranderde Nederland op 27 december 1949 van een koloniale mogendheid in een bescheiden Europese staat. Vrijwel onbekend is dat Indonesië aan de naoorlogse wederopbouw van Nederland een cruciale bijdrage leverde.

OP 27 DECEMBER 1949 ondertekende koningin Juliana in het paleis op de Dam de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië en hield Nederland op te bestaan als koloniale grootmacht. Voortaan was Nederland te vergelijken met een staat als Denemarken. Over de condities was de voorafgaande maanden onderhandeld op de Ronde Tafel Conferentie, de RTC, in Den Haag. Daar hadden vier partijen rond de tafel gezeten: een Nederlandse delegatie, geleid door Van Maarseveen, de toenmalige minister van Overzeese Gebiedsdelen; een delegatie van de Republiek die op 17 augustus 1945 door Soekarno was uitgeroepen, waarvan minister-president Hatta de leider was; een delegatie van federalisten uit de Indonesische deelstaten, die werd geleid door Anak Agung, minister-president van de grootste deelstaat De Grote Oost. De vierde partij was de United Nations Committee for Indonesia (Unci), die door de Verenigde Naties in het leven was geroepen om Nederland en de Republiek tot elkaar te brengen. Deze delegatie stond onder leiding van Merle
Cochran, de Amerikaanse voorzitter van de Unci.

Voorafgaande aan de RTC hadden Republiek en federalisten de klokken gelijk gezet. Ze hadden een grondwet opgesteld voor een soeverein Indonesië: de Verenigde Staten van de Republiek Indonesië, Republik Indonesia Serikat: de RIS. De inzet van beide Indonesische delegaties op de RTC was het veilig stellen van de soevereiniteit van de federale republiek. Ze waren bereid daarvoor concessies te doen. Ze aanvaardden dat Indonesië en Nederland verbonden bleven in een Unie onder de Oranjekroon. Wat de Unie precies inhield bleef onduidelijk, maar de Indonesiërs wisten in ieder geval te voorkomen dat deze iets zou afdoen aan de soevereiniteit van hun nieuwe staat.



EEN ONDERWERP waarover op de RTC langdurig werd onderhandeld, was de schuldenkwestie. Nederland liet Indonesië een hoge prijs betalen voor zijn soevereiniteit. Kreeg Suriname dertig jaar later een bruidsschat mee van twee miljard gulden, Indonesië werd opgezadeld met de totale schuldenlast van het voormalige Nederlands-Indië. Deze schuld werd door Nederland berekend op 6,5 miljard gulden. Het betekende dat Indonesi
ë zelfs moest opdraaien voor de kosten van de politionele acties. Dit werd Cochran te gortig. Tot woede van Drees wist de Amerikaan de Nederlandse financiële onderhandelaars ertoe te bewegen twee miljard gulden te laten vallen - zijnde de ruw geschatte kosten van de politionele acties. Er bleef een schuld over van 4,5 miljard, in guldens van toen.

Het koopmanschap van de Nederlandse delegatie leverde nog een niet te verwaarlozen voordeel op. Op de RTC werd voor Nederland de status van meest bevoorrechte handelspartner van Indonesië bedongen. Dit hield in dat de revenuen uit de circa drie miljard gulden particuliere Nederlandse beleggingen behouden bleven en dat ze tegen een aantrekkelijke koers naar Nederland getransfereerd konden worden. Deze afspraken werden neergelegd in een financieel-economische regeling: de Finec.

Had Nederland het hierbij gelaten, dan had het tot in lengte van dagen profijt kunnen trekken van zijn oude kolonie. Nederland overspeelde echter zijn hand. Het wilde geen afstand doen van West-Nieuw-Guinea. Hiervoor werden uiteenlopende argumenten aangevoerd: Nieuw-Guinea moest een kolonisatiegebied worden voor Indische Nederlanders en Nederlandse boeren; de belangen van missie en zending werden in het geding gebracht; binnenskamers werd voorts gespeculeerd over de rijke bodemschatten van Nieuw-Guinea, bauxiet, koper, goud en vooral olie; en dan waren er nog mensen die in Nieuw-Guinea een blijvend steunpunt voor onze marine in de Pacific zagen.

Op de RTC was het hoofdargument dat zonder behoud van Nieuw-Guinea geen tweederde Kamermeerderheid voor ratificatie van de RTC-akkoorden te vinden was. De Indonesische delegatie zat tussen twee vuren: aan de ene kant de Nederlandse onderhandelaars die van Nieuw-Guinea geen afstand wilden doen, aan de andere kant president Soekarno die de vrijheid van Indonesië had geproclameerd van Sabang tot Merauke. De Unci-voorzitter wist de impasse te doorbreken met het voorstel Nieuw-Guinea uit de RTC te lichten. Onder zware tijdsdruk werd op de laatste dag van de RTC besloten dat Nederland en de RIS binnen een jaar na de soevereiniteitsoverdracht over de status van Nieuw-Guinea nader overleg zouden plegen. Daarmee werd onder de RTC-akkoorden een tijdbom gelegd die een kettingreactie van ontploffingen teweeg zou brengen.



Al GAUW NA de soevereiniteitsoverdracht groeide het wantrouwen tussen de twee Unie-partners. Aan Nederlandse kant was de meest wantrouwige de minister-president Drees. Het begon er al mee dat in Jakarta de Van Heutszboulevard de naam kreeg van de Atjehse guerrilla-leider, teuku Umar, en dat de Oranjeboulevard werd omgedoopt in djalan Diponegoro. Evenmin beviel het Drees dat de Indonesische regering niet 27 december maar 17 augustus tot nationale onafhankelijkheidsdag verhief. Het ultieme bewijs van de onbetrouwbaarheid van de Unie-partner was voor Drees dat binnen acht maanden de federale staat werd opgedoekt en Soekarno op 17 augustus 1950 de eenheidsstaat uitriep.
In Nederland doorzag men niet dat de deelstaten door de Indonesiërs werden gezien als een poging van Nederland om met een verdeel-en-heers-politiek over het graf te regeren. De RIS stortte niet ineen doordat Soekarno haar liet exploderen, maar doordat ze onder de Indonesiërs nauwelijks supporters had. Indonesië had van zijn kant reden Nederland te wantrouwen toen in januari 1950 kapitein Westerling met instemming van het Knil het Nederlandse gezag op West-Java leek te willen herstellen en later dat jaar met steun van het Knil op Ambon de RMS werd uitgeroepen.

Wat Indonesië en Nederland definitief uiteendreef was de kwestie Nieuw-Guinea. Het torpederen van de RIS had Nederlandse politici ervan overtuigd dat Nieuw-Guinea niet aan het Indonesië van Soekarno mocht worden uitgeleverd. De besprekingen over de status van het gebied die in de loop van 1950 plaatsvonden, liepen dan ook op niets uit. Er werd thans met een geheel nieuw argument geschermd waarom Nieuw-Guinea bij Nederland moest blijven: Nederland had de plicht de Papoea’s uit het stenen tijdperk te tillen. De socialist Drees vond in 1952 voor dit ethische standpunt een krachtige medestander in de katholiek Luns. Drees noch Luns vertrouwde de nobele taak toe aan Indonesië, dat de handen vol had aan zijn eigen ontwikkeling. Beiden zagen het hardnekkig vasthouden van Indonesië aan de overdracht van Nieuw-Guinea als louter een hobby van Soekarno. Hem zagen ze ook als de kwade genius achter de almaar kritischer wordende houding van Indonesi
ë jegens Nederland.

Inderdaad vormde ‘Irian Barat’ (West-Nieuw-Guinea) het hoofdthema van de redevoeringen die de president bij iedere denkbare gelegenheid hield en inderdaad wekte hij daarmee bij de massa een anti-Nederlandse stemming.
Het Nederlandse kabinet zag evenwel over het hoofd dat in de parlementaire democratie die Indonesië toen nog kende, de Indonesische president constitutioneel niet meer politieke macht had dan bijvoorbeeld de president van de Duitse bondsrepubliek. Daardoor zagen zij ook over het hoofd dat alle Indonesische politieke leiders de opvatting huldigden dat Nieuw-Guinea bij Indonesië hoorde en dat elk Indonesisch kabinet overdracht van Irian Barat aan Indonesië als eerste punt op zijn regeringsprogramma had.



INDONESIE BLEEF proberen Nederland ertoe te bewegen de afspraak op de RTC ten aanzien van Nieuw-Guinea na te komen. Doch de Nederlandse regering had na 1950 de kwestie Nieuw-Guinea 'in de ijskast’ gestopt, en bij de grondwetsherziening van 1956 werd Nieuw-Guinea tot Nederlands grondgebied verklaard. Eind 1955, begin 1956 vond in Gen
ève nog één keer overleg tussen Nederland en Indonesië plaats over alle problemen die de onderlinge verhoudingen vertroebelden: de Unie, die niet tot leven was gekomen, de Finec, die volgens Indonesië eenzijdig ten voordele van Nederland werkte, en de steeds uitzichtlozer wordende kwestie-Nieuw-Guinea.

Het initiatief voor dit overleg, dat zo dramatisch zou eindigen, ging uit van het ons land welgezinde kabinet-Harahap. Minister van Buitenlandse Zaken Anak Agung was de leider van de Indonesische onderhandelingsdelegatie. De Nederlandse delegatie werd geleid door Luns, die nauw contact hield met 'vader Drees’ in Den Haag. De delegatie-Luns was bereid de Unie een zachte dood te laten sterven en de Finec aan te passen. Als voorwaarde werd gesteld dat Indonesië bij eventuele economische conflicten tussen beide landen internationale arbitrage aanvaardde. De Indonesiërs, die internationale arbitrage als een inbreuk op de soevereiniteit van hun land beschouwden, waren niet bereid de voorwaarde te aanvaarden en de Nederlandse delegatie was niet bereid haar in te slikken. Over Nieuw-Guinea wilde Luns niet praten. Toen Anak Agung hem niettemin een gespreksnotitie over de kwestie voorlegde, pakte Luns het papier tussen duim en wijsvinger en deponeerde het in een prullenmand. De Balinese radja voelde zich diep gekrenkt. De Geneefse conferentie werd een complete mislukking.

Getergd keerde de Indonesische delegatie huiswaarts. Op haar aanbeveling zegde het kabinet-Harahap op 13 februari 1956 eenzijdig de Indonesisch-Nederlandse Unie op. Dit was het begin van een kettingreactie. De opzegging van de Unie werd meteen gevolgd door opzegging van de Finec en op 4 augustus staakte de Indonesische regering de betaling van de schulden aan Nederland. Een goed jaar later zouden ook de Nederlandse bedrijven ten offer vallen aan de kwestie-Nieuw-Guinea. Ze hadden het er overigens zelf naar gemaakt. De Indonesische regering wilde buitenlandse bedrijven indonesianiseren en zo de oude koloniale economie in een nationale transformeren. Dit beleid werd door de Nederlandse directies gefrustreerd, top- en kaderfuncties bleven voor Indonesiërs ontoegankelijk en van indonesianisatie van het bedrijfskapitaal was al helemaal geen sprake. De kleine Nederlandse bovenlaag in Indonesië handhaafde zijn oude koloniale levensstijl en hield zijn bolwerken, zoals de sociëteit De Harmonie en de jachthaven in Pri
ok, voor Indonesiërs gesloten.

Omdat het bilateraal overleg over Nieuw-Guinea uitzichtloos leek had het kabinet-Ali Sastroamidjojo al in 1953 de weg van internationale interventie gezocht. Drie jaar lang had Indonesië in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie ingediend waarin om bemiddeling van de VN in de kwestie-Nieuw-Guinea werd gevraagd. De resolutie kreeg geen enkele keer de vereiste tweederde meerderheid.
De oorzaak hiervan was dat het bewind Eisenhower-Dulles ter wille van Navo-bondgenoot Nederland geen steun wilde geven aan de Indonesische resoluties, waardoor landen die van Uncle Sam afhankelijk waren het niet waagden er voor te stemmen. Op 27 november 1957 haalde de Indonesische resolutie voor de vierde keer geen tweederde meerderheid. In Indonesië reageerde men furieus. Enkele dagen na de verwerping van de resolutie werden op instigatie van de communistische vakbeweging in heel Indonesië Nederlandse bedrijven door Indonesische werknemers bezet. De bedrijven werden door het kabinet-Djuanda onder controle gesteld, vervolgens in beheer overgedragen aan het leger en ten slotte, zonder schadevergoeding, genationaliseerd.


IN DE COLLECTIEVE herinnering van ons, Nederlanders, is bewaard gebleven dat het Indonesië van Soekarno weigerde zijn schulden te betalen. In deze herinnering is iets verdrongen. Toen Indonesië in 1956 zijn schulden aan Nederland opzegde was het restant van de schuld nog 650 miljoen gulden. Dit betekent dat Indonesië tussen 1950 en 1956 bijna vier miljard gulden heeft afgelost. Het belang van dit bedrag kan worden afgemeten aan de Marshallhulp. Nederland heeft over de periode 1948-1953 1127 miljard dollar Marshallhulp gekregen - als lening wel te verstaan. Bij de toenmalige koers van de dollar van 3,80 gulden is deze hulp niet veel meer geweest dan wat Indonesië tussen 1950 en 1956 heeft betaald. Menigeen meent dat Nederland zijn naoorlogse wederopbouw louter aan de Marshallhulp te danken heeft, de Indonesische bijdrage pleegt men over het hoofd te zien.

Deel van het collectieve nationale geheugen is ook dat het Indonesië van Soekarno Nederlandse aandeelhouders van cultuurmaatschappijen van hun rechtmatig bezit heeft beroofd. Weinig bekend is dat kapitaalopbrengsten, pensioenen, spaargelden die vanuit Indonesië naar Nederland werden overgemaakt, plus alle inkomsten die het Nederlandse bedrijfsleven in Indonesië genereerde, in die schrale jaren vijftig een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan ons nationale inkomen. In de beginjaren vijftig was deze bijdrage jaarlijks rond acht procent; in het laatste jaar voordat de Nieuw-Guinea-kwestie aan alles een einde maakte bedroeg de gekapitaliseerde waarde van de Nederlandse inkomsten nog bijna een miljard gulden. Het lijkt dat de Indonesische injectie in onze economie tussen 1950 en 1957 niet zonder effect is geweest op de snelle naoorlogse industrialisatie van ons land, die le miracle hollandais werd genoemd.

Kortom, Indië verloren betekende niet rampspoed geboren, doordat Nederland in die cruciale naoorlogse fase waarin de grondslag werd gelegd voor onze huidige welvaart, nog aardig heeft kunnen profiteren van zijn voormalige koloniale bezit.

Reactie / commentaren

Marjolein van Pagee  & ICM 

DE 4,5 MILJARD DIE INDONESIË AAN NEDERLAND MOEST BETALEN


Nooit gedacht dat nu juist de opa van Thierry Baudet een antwoord zou geven op de Indonesische schuldenkwestie. Net als Lambert Giebels schrijft hij in een boek uit 1983 dat Indonesië tot 1956 een deel van de 4,5 miljard schuldenlast wel degelijk had betaald. Giebels beweerde dat in 1956 al bijna 4 miljard gulden zou zijn betaald, vervolgens zou Indonesië tussen 1967 en 2002 nog een bedrag van 600 miljoen naar Nederland overmaken. Pluspunt is dat het boek van H. Baudet en M. Fennema (in tegenstelling tot Giebels artikel in de Groene) wel met voetnoten werkt met diverse verwijzingen naar overheidsstukken. Ben benieuwd hoe die miljarden van daar naar hier zich verhouden ten opzichte van de zogenaamde ontwikkelingshulp. Heb het wel eens omgerekend, 4,5 miljard gulden in geld van nu zou (als ik het goed heb) op zo'n 16 miljard euro uitkomen!

Zie artikel van Giebels uit 2000:
http://historibersama.com/…/de-indonesische-injectie-de-g…/…
Historisch Nieuwsblad in 2003:
https://www.historischnieuwsblad.nl/…/einde-indonesische-he…

ICM redactie.

Is zeer frappant dat van beide onderzoeken de zaken afwijken, maar nagenoeg in de buurt komen van de 600 miljoen. De referentie naar de getallen / bedragen zijn moeilijk te converteren naar de waarde van het geld toen, wel kan worden gerefereerd dat balans van de banken met de grootheid miljoen werkt, dus met zes nullen werden gepresenteerd, waar nu met de grootheid miljarden wordt gewerkt, dus met een factor 100.  Betekent dat de 689 miljoen met de factor 100 dient te worden vermenigvuldigd, hiervoor wordt verwezen naar het rapport van Gaalen 2002 .

******* Niet onbelangrijk het Verdrag van Wassenaar was ter afsluiting waar president Soeharto een einde wilde maken wat er nu totaal aan Nederland werd betaald; de Indonesische media meldden dat vooraf door de president Soekarno ruim 4,5 miljard is betaald, dus totaal 5,2 miljard (inclusief de 689)

Lees verder…

Indisch gemeenschap weer weggezet als Tweede rangburger in de media.

10897330672?profile=original

De Indische Gemeenschap is ontdaan over de recente publicatie van 5 mei jl. door LocalFocus ,  die publiceert " 24.000 oorlogsslachtoffers krijgen financiële ondersteuning”, dat in  2015  door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in totaal 164,5 miljoen euro  werd uitgekeerd, suggereerde dit forum.

Dit jonge forum voor journalisten hebben de geëigende ingrediënten ingezet die nodig zijn  kennelijk voor de selectiecriteria van het ANP; het moet gaan om extreme hoge gelduitgaven in deze tijd waar het om bezuinigingen gaat,  weer een bevolkingsgroep op de korrel moet worden genomen, om bewust te polariseren. Om maar te noemen de Nederlandse -, Joodse -, Sinti- , en Roma oorlogslachtoffers worden geheel buiten boord gehouden.  Dat de SVB niet te koop loopt met deze cijfers, lijkt een logisch argumentatie, het gaat wel om de privacy van deze mensen. De wijze waarop nu wordt gebracht is toch de Indische Gemeenschap in kwade dag licht stellen. Tegen de achtergrond juist dit soort uitgaven gevoelig liggen bij de Nederlandse burgerij, die al gekweld wordt door de vele geldstromen richting Brussel en de asielzoekers.

Dus stemmingmakerij!  

Nog erger wordt dat deze publicatie gemanipuleerd wordt. Deze informatie is ver van de realiteit, en wordt aangemerkt als onbetrouwbaar. Is  onbegrijpelijk dat het ANP en overige media deze publicatie zo hebben gekopieerd, zegt eigenlijk genoeg.

Waarom worden de Indische Oorlogsslachtoffers alleen op het slachtbankje gezet LocalFocus?

Waarom niet de Nederlandse Oorlogsslachtoffers die hun huis en hebben,  niet hebben verloren in Nederland, die ruim 7 miljard hebben geconsumeerd, verkregen uit Marshal Hulp.

Het onderstaand biedt ICM redactie  ter correctie cq . rectificatie aan  LocalFocus, en het ANP!

De Wubo is een voorziening voor de Indische oorlogsslachtoffers die op 10 maart 1984 werd ingevoerd als wet. Het is net als een pensioen dat maandelijks wordt uitgekeerd tot de dood, is aanvullende voorziening dat beloopt vanaf € 225 tot  € 300 maximaal.

In tegenstelling tot de Nederlandse oorlogsslachtoffers werd deze voorziening pas in maart 1984 ingevoerd, tegen deze achtergrond werd geconsolideerd ruim 7 miljard uitbetaald aan de Nederlandse slachtoffers., dus dit bedrag is voor die periode al opgegaan aan uitkeringen aan de Nederlandse oorlogslachtoffers. Uiteraard weer,  een stuk geschiedenis voor het forum Local Focus,  die 7 miljard kwam van Marshal hulp dat ook bestemd is voor de oorlogslachtoffers uit Ned- Indie.

WOB – procedure wederom een groot leugen, deze bedragen staan gewoon op de begroting van VWS. Het  forum heeft naar de verkeerde begroting gezocht, jaar in jaar uit staan hier die posten.  Het bedrag van 164,5 miljoen is een consolidatie van jaren achtereen en is zelf te herleiden naar het aantal jaren, maar dan nog staat deze in schril contrast met die 7 miljard die de Nederlandse oorlogslachtoffers ontvingen. Gemiddeld bedraagt de uitkering rond € 3.000 per jaar. Voor die 24.000 Indie oorlogslachtoffers komt dit neer op 72 miljoen.

Waar ICM redactie ontdaan is dat vanuit het Indisch Platform met haar 26 aangesloten organisaties niet werd gereageerd op deze publicatie, zelf door ICM abonnees lezers hierop werden geattendeerd op Facebook. Is weer ICM redactie die hier moet ingrijpen. Afwachten houding is de ergste vijand IP!

LocalFocus voortaan eerst ICM krant (www.icm-online.nl) raadplegen voor deze grote blunders publiceert, en Indisch Platform met 26 aangesloten Indische organisatie  vraag om rectificatie voor deze grote blunders. 

LocalFocus een excuses aan de Indische Gemeenschap is op zijn plaats, alsmede het ANP. Voor onjuiste berichtgevingen en het wegzetten van een hele bevolkingsgroep.

Lees verder…

Pasar Malam Selamat Datang in Holland - boek verkrijgbaar bij Amazon.met vertaalde Nederlandse artikelen - Engels

10897268901?profile=originalPasar Malam Selamat Datang in Holland - boek verkrijgbaar bij Amazon.met  vertaalde  Nederlandse artikelen - Engels

 

Mary Bruckel-Beiten an ordinary person, a wife, a mother and grandmother. In this book the reader is introduced by her daughter in law Geraldine Bruckel-Lang, with many illustrations of Indonesia and of Mary's pioneering spirit. The reader is shown how it was in the days Mary lived in her birth land Indonesia and also during the Japanese occupation of the land. Mary and her 2 sons and many fellow country men and women were imprisoned.

Mary kept a sketched dairy of that time and kept it hidden in a dirty laundry basket. She would be severely punished if it would have been found out. The people like Mary are called Indisch or Indo. Those people got their origin in the days the Netherlands colonized the Indies and are of mixed blood with "all nations of the world, mostly Dutch/Indonesian born with a Dutch nationality on  "Indisch" land now Indonesia.

They are like a "lost nation" and ended up in the Netherlands, driven out of their birth land because Indonesia became independent and they lost everything of their hopes and life's inheritances. This was a sad event for the Indisch people. But  were glad that their fatherland Holland waited with open arms. But the Dutch had to get used to the new comers in the Netherlands,for they had to start all over again themselves  after the second World War. After arrival in the Netherlands Mary found it her duty to make sure her people now settled in the Netherlands and they would have courage to go on. In those integration years of the 1940's Mary went many times from village to village to introduce the Indisch culture to the Dutch and started her tours in the rural farm area for housewives as well as men.

She wrote many cookbooks to introduce the Dutch to cook the oriental Indonesian foods themselves with their own ingredients. This went so well, today there are hundreds of Indonesian restaurants and outlets for Indonesian gatherings. These foods are now well loved by the native Dutch. Mary started to have Fancy Fairs in the late 1950's, the Indisch people were so delighted and commented  to her, it feels like  the olden times Pasar Malam (name originated in Indonesia meaning market) The Indisch called it like "Tempo Doeloe" She instigated to organize an Arts group the Indisch Arts Culture centre Tong Tong. And suggested a Pasar Malam like in the Tempo Doeloe time. Nobody had money in those days after the war.

But Mary and her family put all their little savings on the table..And so, she organized and founded the first post colonial Pasar Malam in 1958 in the Hague. The yearly pasar malam events she continued 8 more years. She was called "Mother of the Pasar Malams in the Netherlands" by the arts group Tong Tong. And after all Mary has done for the Dutch Indisch, today it is falsely documented in the Dutch archives Ned.Indisch history at the City of the Hague and incorrectly documented at Wikipidia, that one of Mary's co-worker Tjalie Robinson did it all. This is not olny unfair but a false honor nomination.

 

A false history is no history, but in this case a discrimination towards a woman. And a pity for us Indisch to know something is kept untrue for corrupted reasons. We are not like that, the Indisch people in general are honest and happy,love seeking, and always looking out for people to help.

All proof of original copy's of Mary's pioneering work is documented in this book.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Met dank aan onze ICM vertalers!

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Pasar Malam Selamat Datang in Holland - boek verkrijgbaar bij Amazon.met vertaalde Nederlandse artikelen - Engels

Mary Bruckel-Beiten een gewoon persoon, een vrouw, een moeder en grootmoeder. In dit boek wordt de lezer geïntroduceerd door haar dochter in wet Geraldine Bruckel-Lang, met vele illustraties van Indonesië en de pioniersgeest van Mary's. De lezer wordt weergegeven hoe het was in de dagen Mary leefde in haar geboorte land Indonesië en ook tijdens de Japanse bezetting van het land. Mary en haar twee zonen en vele collega land mannen en vrouwen werden opgesloten.
Mary gehouden een getekende zuivel van die tijd en hield het verborgen in een vuile wasmand. Ze zou zwaar worden gestraft als het uit zou hebben gevonden. De mensen als Mary worden Indisch of Indo genoemd. Die mensen hebben hun oorsprong in de dagen die Nederland gekoloniseerd Indië en zijn van gemengd bloed met 'alle naties van de wereld, meestal Nederlands/Indische geboren met een Nederlandse nationaliteit op "Indisch" land nu Indonesië.
Ze zijn als een "verloren nation" en belandde in Nederland, uit hun geboorte land verdreven omdat Indonesië onafhankelijk werd en zij allemaal van hun hoop en leven van erfenissen vermageerden. Dit was een trieste gebeurtenis voor de Indisch-mensen. Maar waren blij dat hun vaderland Holland met open armen wachtte. Maar de Nederlandse moest wennen aan de nieuwkomers in Nederland, want zij hadden om te beginnen over de hele opnieuw zich na de Tweede Wereldoorlog. Na aankomst in de Maria Nederland vond het haar plicht om ervoor te zorgen dat haar volk nu vestigde zich in Nederland en zij zouden hebben moed om verder te gaan. In die jaren van de 1940 Mary gingen vele malen van dorp tot dorp integratie in te voeren het Indisch aan de Nederlandse cultuur en begon haar tours op het gebied van landelijke boerderij voor huisvrouwen als mannen.
Ze schreef vele kookboeken in te voeren van de Nederlandse om te koken de Oosterse Indonesische levensmiddelen zelf met hun eigen ingrediënten. Dit ging zo goed, vandaag zijn er honderden Indonesische restaurants en afzetmogelijkheden voor Indonesische bijeenkomsten. Deze voedingsmiddelen zijn nu goed geliefd door de autochtonen. Maria begon te hebben Fancy beurzen in de late jaren 1950, de Indisch mensen waren zo verheugd over en heeft gereageerd met haar, het voelt als vroeger tijden Pasar Malam (naam ontstond in Indonesië zin markt) de Indisch noemde het als "Tempo Doeloe" ze aangespoord om te organiseren een Arts groep de Indisch Arts cultuur centrum Tong Tong. En stelde een Pasar Malam zoals in de tijd van de Tempo Doeloe. Niemand had geld in die dagen na de oorlog.
Maar Mary en haar familie hun weinig spaargeld op tafel gelegd...En dus, ze georganiseerd en de eerste post koloniale Pasar Malam in 1958 opgericht in Den Haag. De jaarlijkse pasar malam gebeurtenissen bleef ze 8 jaar. Ze heette "Moeder van de Pasar Malams in Nederland" van de kunsten fractie Tong Tong. En na alle Mary heeft gedaan voor de Nederlandse Indisch, vandaag is het ten onrechte gedocumenteerd in de Nederlandse archieven Ned.Indisch geschiedenis op de stad Den Haag en goed gedocumenteerd op Wikipidia, dat een van Maria's mede-werker Tjalie Robinson deed het allemaal. Dit is geen olny oneerlijke maar een valse eer nominatie.

Een valse geschiedenis is geen geschiedenis, maar in dit geval een discriminatie van een vrouw. En jammer voor ons Indisch om iets te weten om beschadigde redenen onjuist wordt gehouden. We zijn niet als dat, de Indisch-mensen in het algemeen zijn eerlijk en blij, hou op zoek naar, en altijd op zoek naar mensen om te helpen.
Alle bewijs van het oorspronkelijke exemplaar van Mary's baanbrekend werk wordt beschreven in dit boek.
 
 
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bahasa Indonesia
 
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Pasar Malam Selamat Datang di Engels Holland - boek verkrijgbaar bij Amazon.met vertaalde Nederlandse artikelen-

Mary Bruckel-Beiten orang biasa, seorang isteri, ibu dan nenek. Dalam buku ini pembaca diperkenalkan oleh anaknya dalam undang-undang Geraldine Bruckel-Lang, dengan banyak ilustrasi Indonesia dan semangat perintis Mary. Pembaca ditunjukkan bagaimana ia adalah pada hari-hari yang Mary tinggal di kelahiran beliau tanah Indonesia dan juga semasa zaman Pendudukan Jepun di tanah. Mary dan anaknya 2 dan banyak negara rakan-rakan lelaki dan perempuan telah dipenjarakan.
Mary terus tempat tenusu sketched masa itu dan disimpan ia tersembunyi dalam bakul Dobi dirty. Dia akan teruk dihukum jika ia telah mendapati. Orang-orang seperti Mary dipanggil Indisch atau Indo.Orang-orang mendapat asal-usul mereka pada hari-hari yang Belanda dijajah di Indies dan mempunyai darah yang bercampur dengan "semua negara di dunia, kebanyakannya Belanda/Indonesia dilahirkan dengan kerakyatan Belanda yang terakhir"Indisch"tanah Indonesia sekarang.
Mereka adalah seperti sebuah "negara hilang" dan berakhir di Belanda, dihalau keluar dari tanah kelahiran mereka kerana Indonesia menjadi bebas dan mereka kehilangan segala-galanya dan harapan mereka, hidup inheritances. Ini suatu peristiwa yang menyedihkan bagi orang-orang Indisch. Tetapi gembira bahawa Belanda tanahair mereka menunggu dengan tangan terbuka. Tetapi Belanda terpaksa digunakan untuk pendatang baru di Belanda, bagi mereka untuk memulakan seluruh lagi diri mereka selepas Perang Dunia Kedua. Selepas tiba di Mary Belanda mendapati ia tugas beliau untuk memastikan beliau orang yang kini menetap di Belanda dan mereka akan mempunyai keberanian untuk pergi.Integrasi tersebut tahun 1940 di Mary pergi berkali-kali dari Kampung ke Kampung untuk memperkenalkan Indisch dalam budaya kepada Belanda dan memulakan lawatan beliau di kawasan luar bandar ladang untuk suri rumah serta lelaki.
Beliau menulis banyak buku masakan untuk memperkenalkan Belanda untuk memasak di Timur Indonesia makanan sendiri dengan bahan-bahan mereka sendiri. Ini pergi begitu baik, hari ini Terdapat beratus-ratus Indonesia restoran dan kedai-kedai untuk pertemuan Indonesia. Makanan ini adalah kini disukai oleh Belanda asli. Mary mula untuk mempunyai pameran mewah pada 1950 lewat, orang Indisch jadi gembira dan berkata kepada beliau, rasanya dahulu masa Pasar Malam (nama yang berasal dari Indonesia erti pasaran) Indisch yang dipanggil ia seperti "Rentak Doeloe" dia menyusul untuk menganjurkan satu kumpulan seni Indisch seni budaya Pusat Tong Tong. Dan Pasar Malam seperti yang disyorkan dalam masa yang Tempo Doeloe. Tiada siapa mempunyai wang pada hari-hari selepas perang.
Tetapi Mary dan keluarga beliau meletakkan semua simpanan mereka sedikit Jadual...Dan jadi, dia dianjurkan dan mengasaskan Pasar Malam pertama yang posting penjajahan pada tahun 1958 di the Hague. Tahunan pasar malam kejadian dia terus 8 tahun lebih. Dia dipanggil "Mother of the Pasar Malams di Belanda" oleh Kumpulan kesenian Tong Tong. Dan selepas semua Mary telah dilakukan untuk di Belanda Indisch, hari ia palsu didokumenkan dalam sejarah Ned.Indisch Arkib Belanda di the Hague dan tidak didokumenkan pada Wikipidia, bahawa salah satu sekerja Mary Tjalie Robinson melakukannya semua. Ini bukanlah olny tidak adil tetapi penamaan penghormatan palsu.

Sejarah yang palsu yang tiada sejarah, tetapi kes ini satu diskriminasi terhadap seorang wanita. Dan sayang untuk kita Indisch untuk mengetahui sesuatu yang disimpan tidak benar sebab rosak. Kita tidak suka, orang-orang Indisch secara umum yang jujur dan gembira, suka mencari dan sentiasa mencari orang untuk membantu.
Semua bukti salinan asal Mary merintis kerja adalah didokumenkan dalam buku ini.
 
 
Lees verder…

Niet Europa, maar Indonesie heeft de oudste grotkunst

Niet Europa, maar Indonesië heeft de oudste grotkunst

De prehistorische grotschilderingen in Spanje en Frankrijk blijken niet de oudste ter wereld: nieuw onderzoek wijst die in Sulawesi aan als nóg ouder. 'Dit zet alles op z'n kop.'

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8 Afbeelding van handen in een grot op Sulawesi, in de jaren vijftig ontdekt door H.R. van Heekeren, nu opnieuw gedateerd. Beeld Maxime Aubert
advertentie

Europa is dus toch niet de bakermat van de schilderkunst. Op het Indonesische eiland Sulawesi hebben archeologen tot hun stomme verbazing vastgesteld dat sommige schilderingen op de muren van grotten nóg ouder zijn dan de beroemde prehistorische grotschilderingen uit Frankrijk en Spanje. Een teken dat schilderkunst in de steentijd geen exclusief Europees verschijnsel was.

De wetenschappers baseren zich op gedetailleerde analyse van twaalf handafdrukken en twee tekeningen van dieren in zeven Indonesische grotten bij Maros-Pangkep, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw werden beschreven door de Nederlandse archeoloog H.R. van Heekeren. 'Omdat pigment in de tropen snel vergaat, dachten we altijd dat die schilderingen niet ouder konden zijn dan een paar duizend jaar', zegt de Leidse hoogleraar oude steentijd Wil Roebroeks.

Maar uit nieuwe, gedetailleerde chemische analyse van kalkstenen blaasjes die boven op de tekeningen zijn gegroeid, blijkt nu dat de oudste handafdrukken minstens 39.900 jaar oud moeten zijn, iets ouder nog dan de vroegst bekende grottenhandjes uit Europa.

Chauvet

Een schildering van (vermoedelijk) een varken moet tussen de 35.700 en de 35.400 jaar geleden zijn geschilderd, iets langer geleden dan de vroegst bekende dierentekeningen in de grot van Chauvet in Zuid-Frankrijk. Daarmee is het Indonesische varken meteen de oudst bekende figuratieve schildering ter wereld.

'Ik vond het zó te gek toen ik dit las. Dit zet alles op zijn kop', zegt Roebroeks, die zelf niet bij de nieuwe analyse is betrokken. 'Lang waanden we ons het centrum van de wereld, met zo'n 350 beschilderde grotten in West-Europa. En dan opeens dit. Een totale verrassing.'

De hoogleraar verwacht meer onthullingen: 'Hetzelfde team is nu bezig op Borneo en in Noord-Australië, waar ook veel grotschilderingen zijn gevonden. Ik denk dat we een soort zegetocht tegemoet kunnen zien van dit soort ontdekkingen.'

De archeologen, onder wie de in Australië werkzame Nederlander Gert van den Bergh, wijzen er in het wetenschapsblad Nature op dat de vroegste kunst kennelijk niet in een 'oerknal' van creativiteit is ontstaan in Europa, zoals men tot voor kort dacht. 'Dit suggereert dat moderne mensen hun creativiteit al bij zich hadden toen ze zich vanuit Afrika verspreidden over de wereld', aldus de Britse paleontoloog Chris Stringer.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8 Beeld de Volkskrant

Europa geen kraamkamer

'Het verhaal van Europa als kraamkamer van de kunst was altijd al wat naïef', vindt ook Roebroeks. Zo vonden archeologen in een grot in Zuid-Afrika al eens rode oker van misschien wel 70 duizend jaar oud.


Wie de tekeningen maakten, is lastig te zeggen. Het huidige Indonesië raakte rond 50 duizend jaar geleden bevolkt met moderne mensen. 'Dit waren jager-verzamelaars, die waarschijnlijk ook schaaldieren verzamelden en aan visvangst nabij de kust deden', zegt Roebroeks.


Eveneens onduidelijk is waarom de voorouders hun omgeving zo fanatiek beschilderden. Archeologen denken dat het geschilder zich niet beperkte tot de binnenkant van grotten: in Europa zijn ook op rotsen buiten de grotten sporen gevonden van prehistorische kunst gevonden. 'Dit waren mensen die hun omgeving en hun voorwerpen versierden', zegt Roebroeks.

Lees verder…

HET EEUWIGE LEVEN RONALD SCHOLTE (1924-2018)

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8Ronald Scholte (1924-2018): de Nederlander die de tweede atoombom zag vallen

Als krijgsgevangene overleefde Ronald Scholte de atoombom die op Nagasaki viel. Gezondheidsklachten heeft hij er niet aan overgehouden.





Ronald Scholte bij 0022TE eeuwigelevenronaldscholte Beeld RV

Met andere krijgsgevangenen was Ronald Scholte op 9 augustus 1945 in de Japanse stad Nagasaki bezig met het graven van een schuilkelder.

‘Buiten riep iemand: een parachute! ‘Ik zag een flits en werd met kracht de tunnel in geslingerd. Dat was mijn geluk. We zaten 1.800meter van de plek waar de bom viel. Mensen die buiten waren gebleven, zaten onder de brandwonden. De stad onder ons stond in lichterlaaie’, vertelde hij tien jaar geleden in de Volkskrant. Hij was een van de overlevenden van de tweede atoombom die door de Amerikanen op Japan werd gegooid om de oorlog te beëindigen

Er vielen door die ene bom 39duizend doden en 25 duizend gewonden, terwijl later nog tal van mensen overleden aan brandwonden, beschadigde luchtwegen of stralingsziekte. Toen de overlevenden het brandende restant van de stad ontvluchtten, nam Scholte een gewonde Japanner mee op zijn schouder. Later moest hij in het puin helpen zoeken naar slachtoffers.

Hij hield er geen gezondheidsklachten aan over. ‘Ook psychisch heeft het me niets gedaan; ik ben keihard. Van andere overlevenden heb ik gehoord dat er zich onder hun nazaten vreemde ziekten voordeden. Mijn twee zoons hebben ook allerlei gezondheidsklachten gekregen. Een verband met de straling waaraan ik ben blootgesteld, is niet aangetoond, maar ik sluit het niet uit.’

Scholte is uiteindelijk 94 jaar geworden. Hij overleed op 30 oktober in Breda. ‘Hij was de laatste tijd wat aan het sukkelen, maar het overlijden kwam toch nog onverwacht’, aldus zijn zoon Marcel Scholte.

Ronald Scholte werd geboren in Batavia en groeide op in Nederlands-Indië, in een gezin met drie kinderen. Zijn vader had een pandjeshuis waar mensen die slecht in hun cash zaten, spullen in onderpand konden geven in ruil voor een lening.

Op zijn 17de ging Scholte in het leger – een jaar voor de Japanse inval. In eerste instantie vluchtte hij na de overgave, maar uit angst voor represailles tegen zijn familie gaf hij zich alsnog aan, waarna hij krijgsgevangen werd gemaakt en als klinker op een scheepswerf in Nagasaki te werk werd gesteld.

Hier maakte hij de atoomaanval mee en vlak daarna de bevrijding. Via het eiland Okinawa kwam hij in 1945 terug in Nederlands-Indië waar de opstand was uitgebroken. Hij moest weer in het leger. Na de Indonesische onafhankelijkheid werkte hij enkele jaren bij Shell. In 1954 kwam hij terug in Nederland.

Hij had toen al drie kinderen met zijn echtgenote Lydia Coenraad. Hij werd onderhoudsmonteur bij de genie met als standplaats Gilze-Rijen, waar nog eens twee zoons werden geboren.

‘De entree hier was beroerd. Mijn vrouw had tuberculose. Ik moest bij het leger weer onderop beginnen. Ik ging van een dik salaris bij Shell naar 52 gulden per week. Maar het is allemaal goed gekomen. En ik heb nooit een slapeloze nacht gehad. Dat is bij veel lotgenoten die ik heb gekend wel anders geweest.’

In 1979 ging Scholte met de onderofficiersrang van sergeant-majoor met vervroegd pensioen. In 1996 overleed zijn vrouw. Een jaar later ging hij voor het eerst naar de herdenkingsbijeenkomst van de atoomaanval in Nagasaki. ‘Ik werd er als een held ontvangen. Heel anders dan toen ik in 1942 als krijgsgevangene aankwam en we met stenen werden bekogeld. Bij het monument in het Vredespark in Nagasaki heb ik een krans gelegd.’

De laatste drie jaar van zijn leven woonde hij in Raffy, een woonzorgcentrum voor Molukse en Indische ouderen in Breda.

Lees verder…

Volgend jaar;  in december 2019 bestaat ICM 20 jaar als de enige Indische Internetkrant, ter ere hiervan zijn twee boeken uitgebracht  "JaarOverzicht 2018" en "De geschiedenis van Traktaat van Wassenaar"

10897404272?profile=original

zou Paul Blokhuis, broer van Leo die het boek IndoRock schreef, van het Ministerie VWS het ook weten, en ................zonder 1 cent subsidie, er zijn vele mooie projecten tot stand gebracht om maar te noemen de originele muziekklanken of de eerste pasar malam KBRI op het maleiveld in Den Haag, naast alle andere niet genoemde initiatieven; Chapeau voor zo'n geweldig ICM team zoals ook weer nu twee belangrijke boeken;

Hetboek " ICM Jaaroverzicht 2018";

is de opvolger van ICM Book 2009-2010; Is geen 312 pagina's maar iets beknopter, geeft een kijkje in de Indische  media van de Indische Internetkrant met haar diepte - en haar hoogtepunten. Dit keer door de ogen van Rudy Groenewaldt bekend als de auteur van het boek de 7 WWW, naast dat hij andere 6 tittels op zijn naam heeft staan.

Het boek met de titel "de geschiedenis van traktaat van Wassenaar""

Het meest belangrijke vind ik het boek de geschiedenis traktaat van Wassenaar met als bron de documentatie met de titel "To Forget of a promise for the future "vervaardigd in opdracht van het  Min. BuZa. Alleen zoals het traktaat regels geldt, vergaten de ambtenaren van Min. BuZa deze  te verspreiden. Wij hebben aan dit document andere feiten en zaken toegevoegd.


Het traktaat dat de geschiedenis van Indo's bepaalde tot aan de kern van de niet humane overheid en opvolgende kabinetten, die niet schuwden om de rechten van de mensen te schenden; Mensen!  Een hele bevolkingsgroep wel te verstaan, dat is toch al je over een populatie van 500.000 hebt.  


1) die 500.000 niet toelaten, en uiteindelijk werden dit 159.000 niet toegelaten;
2) Niet erkennen dat ze ooit hebben bestaan, dus de harde feiten
3) veeg alle feiten onder het tapijt, 
4) desondanks het geld van Soeharto / Soekarno betaal ze nooit uit.

Namens de regeringen Drees /Luns


De beleid werd voortgezet door opeenvolgende kabinetten en  namens het Indisch Platform een onderdeel van Min. VWS.

Prijsindicatie 13,93 van ieder boek afzonderlijk.

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives