Alle berichten (21)

Sorteer op

De lagere school in Wassenaar

De lagere school in Holland ,Wassenaar.

Daar, langzaam en verlegen, kwam ze dan voor het eerst op een normale school in de vijfde klas september 1947. Na vier jaar Jappenkamp, zonder onderwijs,nu 12 jaar oud in het mooie Wassenaar. Mager, geel en met weggerotte voortanden, ze durfde niet te lachen of met opgericht hoofd te praten, want dan lachten zes stompjes je toe. Daar in dat grote klaslokaal werd ze zich ook bewust van de vreselijke achterstand. In deze hecht gevormde gemeenschap was zij een bezienswaardigheid. Werd heel veel gepest en niet geaccepteerd. Zo liep ze dagenlang in de pauze in haar eentje over de speelplaats, hier en daar kijkend wat ze aan het doen waren en werd ze volkomen genegeerd.

Diep bedroefd, alleen, liep ze dan weer naar huis om daar thuis keihard te werken aan het inhalen van de achterstand. Ook 's zomers was ze bezig, schreef hele hoofdstukken Nederland over zodat het in haar hoofd gegrift zat, waarna ze ieder hoofdstuk kon verkopen voor heel weinig aan kinderen, die voor straf een provincie zoveel keer moesten overschrijven. Tijdens deze schooltijd kreeg ze een hele grote operatie in Utrecht, waarbij in een soort tribune-achtige zaal een hele groep tandheelkundige studenten zat mee te kijken naar dit staaltje weggerotte tanden en een professor, die al pratende zijn uiterste best deed om alle wortels schoon te krabben, ook de neusvleugels van binnen.

Met een hoeveelheid hechtingen boven haar tanden waren zij na anderhalf uur klaar met alles. Onder applaus en stervend van de pijn ging zij naar haar grootmoeder, die in Utrecht woonde. Deze stopte haar met veel aspirines in bed. Op deze schoon gemaakte wortels werden zilveren, hele kleine scherpe tanden gemaakt, waarover later zes mooie witte tanden werden geschoven. Ze kon met die zilveren enge tandjes zo meespelen in een horror film. Het pesten werd twee keer zo erg. School werd een kwelling. Het enige dat haar troostte was, dat haar leraar zich er helemaal voor inzette haar aan alle kanten te helpen, wat ook gelukt is.

Op een dag, weer eenzaam lopend op de speelplaats, kijkend naar die vrolijke spelende en lachende kinderen, stond ze stil bij een groepje touwtje springende meisjes uit de zesde klas, kwam Tineke, het meest populaire meisje van school en de favoriet van het hoofd, blonde krullen, helle blauwe ogen, zeer bij de hand, met een mooie zangstem, op haar af en zei hardop en luid tegen de groep: "Zij doet van nu af aan ook mee". Zo gebeurde dat ook meteen. Van die dag af werd ik volledig opgenomen in de groep en kreeg ik een erge leuke tijd. Nooit had ik toen kunnen vermoeden, dat haar eerste dochter mijn schoondochter zou worden, waardoor wij samen twee kleinkinderen kregen en ik haar tot op heden ten dage iedere verjaardag zie en ook al jaren met haar in mijn leven op trek. Deze Tineke is nu ook een bejaarde dame, maar nog steeds met een ijzersterke wil, een echte taaie en voor zover ik weet ook "oud en opgewekt".

Dinkie

Lees verder…

Nederland betuigt spijt aan Indonesië

Nederland betuigt spijt aan Indonesië

Nederland zal spijt betuigen voor oorlogsmisdrijven tijdens de koloniale oorlog in het toenmalige Nederlands-Indië (Indonesië). Premier Mark Rutte heeft dat vrijdag gezegd na de ministerraad.

Door: ANP/Novum

Foto:  ANP

Bekijk de uitspraak van Rutte:       Bekijk video

Het gaat om excuses voor specifieke gevallen van standrechtelijke executies. Er is geen sprake van algemene excuses voor de politionele acties en dus geen breuk met het Nederlandse beleid tot dusver, zei Rutte.

De excuses worden op 12 september aangeboden in het Erasmushuis in Jakarta door de Nederlande ambassadeur in dat land. De zogenoemde tien weduwen van Zuid-Sulawesi zijn daarbij in ieder geval aanwezig. Hun mannen werden in 1947 door Nederlandse militairen op Zuid-Celebes doodgeschoten.

Begin augustus werd bekend dat de weduwen ieder 20.000 euro schadevergoeding krijgen omdat hun mannen destijds standrechtelijk zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen. Eerder betaalde Nederland hetzelfde bedrag aan weduwen van het bloedbad van Rawagedeh op Java. 

Ben Bot

Voor de rol van Nederland tijdens de onafhankelijkheidsstrijd geldt de spijtbetuiging uit 2005, zei Rutte. Toenmalig minster van Buitenlandse Zaken Ben Bot (CDA) zei toen tijdens een bezoek aan Indonesië dat Nederland 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis' stond met de pogingen om de onafhankelijkheid van Indonesië met geweld te voorkomen. 

Rutte bezoekt Indonesië in november, maar hij wilde niet wachten tot die tijd met de excuses vanwege de executies. Het is van belang dat dit zo snel mogelijk gebeurt en de ambassadeur is daarvoor de aangewezen persoon, aldus de premier. 

Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken zei eerder al dat hij er geen enkele moeite mee heeft om persoonlijk namens Nederland excuses aan te bieden voor de oorlogsmisdrijven. Hij zegde toen al toe dat ook aan de ministerraad voor te leggen. Volgens Rutte is nu afgesproken gelijke gevallen op dezelfde manier te behandelen.

Door: ANP/Novum
Lees verder…

KOUSBROEKS  “KAMPSYNDROOM”

Besproken door: Pjotr.X. Siccama deel 6.    10897266653?profile=originalIn 1987 overleed kapitein Raymond Westerling; de man die de politionele acties in 1946 had geleid tegen de onafhankelijkheidsstrijders in Nederlands Indië.

Ik kan me nog goed herinneren, dat hij tijdens de politionele acties op Java (met name in Bandung) door de meeste Indo’s op handen werd gedragen en geroemd voor zijn streng en resoluut optreden. Er waren niet genoeg adjectieven meer over om de man de hemel in te prijzen. 

Mensen herinneren zich zijn lef en grote moed en zijn enorme kennis van vuurwapens. Hij kon bijvoorbeeld een voorwerp, een ei bijvoorbeeld, in de lucht gooien en via een spiegel die achter hem stond opgesteld het ei feilloos raken.

10897266675?profile=original

Foto - Dominique Venner*, een Frans historicus, schreef in 1977 een biografie over Westerling, “Westerling: guérilla story”, gefascineerd als hij was door diens leven.

Het bericht van het overlijden van Westerling kwam Kousbroek echter ter ore op het moment dat hij zich op Makassar bevond. De inwoners ter plaatse kregen het bericht blijkbaar eerder door dan hij. Ze spraken met hem over het feit dat deze man door de Nederlandse Staat  nooit was aangeklaagd en vervolgd voor de misdaden in hun land en dat hij vrij rond kon lopen. De Indonesiërs, meestal bescheiden in hun opstelling wanneer het op vragen stellen aankomt, legden hem deze keer direct die vraag voor. Net als wij kijken zij blijkbaar in kwesties als deze naar die misdaden door anderen, gepleegd in hun land, maar vergeten en passant dat er in 1965 in Indonesië tijdens de omwenteling onder de bevolking een grote slachting had plaatsgevonden.

De schrijver stond daar niettemin met een mond vol tanden en vond de vragen uiteraard pijnlijk. Een zeer opmerkelijke uitspraak kwam uit de mond van professor Said, een voormalige hoge Indonesische officier, die vond daarentegen dat de misdaden, gepleegd door Westerling, niet als oorlogsmisdaden kunnen worden beschouwd (.. het was oorlog.. etc.).

__________________________

* Venner pleegde dit jaar op 21 mei zelfmoord voor het hoofdaltaar van de Notre Dame in Parijs door zich door het hoofd te schieten, een en ander uit wrok tegen de aangenomen wet voor het homohuwelijk en de Islam in Europa.

  In dit artikel betreft het de valse en echte geschiedschrijving van de meeste historici wanneer het om oorlogsmisdaden gaat.

Nederland is koploper in de selectiviteit van het veroordelen van (en oordelen over) oorlogsmisdaden, dan volgen Groot-Brittannië, de VS, Australië en de Filipijnen.

Met name het oordelen over en het veroordelen van de Japanse misdaden was en is strenger dan andere (oorlogs)misdaden. En dat nu is buitengewoon merkwaardig. Kousbroek geeft uitgebreid de details weer over het uitzonderlijk en merkwaardig standpunt van Nederland hierin en zeker in verband met de zogeheten smerige oorlog tussen 1946 en 1949 waarin kapitein Westerling de hoofdrol vervulde. Het

verbaasde hem ook zeer dat andere misdaden, eerder gepleegd in Indië met name op Sumatra en trouwens ook elders in de archipel, veel erger en wreder was geweest dan tijdens de Japanse bezetting. En wanneer in gezelschap uitgerekend dit onderwerp te berde wordt gebracht, dan kun je alle verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgen, zeker van mensen die de Japanse bezetting aan den lijve hadden

 10897266692?profile=originalfoto - Westerling op latere leeftijd

ervaren. Het wordt dan weer “Mata Gelap” (zwart voor de ogen) bij wijze van spreken bij de meeste Indiëgangers met slechts een ééndimensionale blik. 

Dan zijn de reactionairen er als de kippen bij om een en ander tegen te spreken. 

Men kan zich over die valsheid van historische berichtgevingen nu wel verbazen, maar er is nog niet één historicus die zich daarover buigt – en/of durft te buigen - waar werkelijkheden worden verdoezeld, en gemanipuleerd. Op zo’n manier bestaat er geen enkele zuiverheid in de geschiedschrijving. Over mechanisme gesproken: een kwalijk ingesleten cultuurgewoonte die onacceptabel is.

“Er is”, schrijft Kousbroek, “geen verklaring waarom de meeste historici dit doen.” Ondergetekende heeft eens een historicus gesproken die zei dat er niet één geschiedschrijver is die helemaal objectief is. Dat kan wel waar zijn, maar het beroep mag geen alibi zijn om geschiedschrijving te verdoezelen of zodanig te manipuleren om zaken beter af te schilderen, niet ad-hoc en zeker niet post-haec. En dit laatste is in de historie maar al te vaak gebeurd, zeker wanneer het om economische en politieke belangen gaat. Op zo’n manier wordt het beroep van historicus, van wie mensen toch mogen verwachten dat wat deze beweert ook allemaal werkelijk, onafhankelijk integer en geloofwaardig is, discutabel. En juist de (bevochten) democratische vrijheden worden de laatste 45 jaar genegeerd, met voeten getreden en uitgehold alsof het de normaalste zaak is met als grootste representant de Verenigde Noord Amerikaanse Republieken. Een  natie die zich bij voortduring op de borst klopt als het gaat om vrijheden van het individu. 

Zo verging het bijvoorbeeld ook met de politionele acties onder Westerling tussen 1946 en 1949 in Nederlands Indië. Deze kapitein (aan wie carte blanche werd) gegeven)  was in die politionele oorlog ontegenzeggelijk tegen de bevolking van de archipel uiterst wreed opgetreden waarover men nu nog vol walging spreekt. Zijn optreden stond onder verantwoordelijkheid en gezag van de Nederlandse Staat die deze zwarte episode van de Indië geschiedenis waarvoor zij en zij alléén de volle verantwoordelijkheid draagt, maar die grote last nooit op zich heeft willen nemen.

Kousbroek brengt ons in herinnering dat, wanneer er wederom geruchten over misstanden kwamen en  parlementsleden de verantwoordelijke minster(s) c.s. hierbij om opheldering vroegen, de aanbrengers op hoon konden rekenenm, maar ook met dreigende laster en zelfs met processen. Het paradigma van een ritueel (actueel in Europa zelfs) noemt de schrijver dat gemak waarmee dit soort ernstige misstanden gewoonweg kon voortduren (ik noem het een soort mimicri). Het is nu meer dan ooit  huiveringwekkend actueel geworden door de vlucht van de Amerikaanse medewerker voor het bedrijf Booz Allen Hamilton Edward Snowdon en recent nog de soldaat Bradley Manning (nog afgezien van Julian Assange van Wikileaks). Met Kousbroek hoop ik  dat “het paradigma van een ritueel” zich beperkt tot slechts een  incident en zich niet zal ontwikkelen als een gewoonte in het politieke circus.

.

10897267459?profile=original

 

10897267064?profile=original

10897267481?profile=original     

       

foto -  Bradley Manning                    Julian Assange                                    Edward Snowdon

De affaire Westerling is mijn inziens zo’n geval.  Hij werd door de verantwoordelijke minister (cum suis) bijna geheel uit de publiciteit gehouden. De Staat had ervoor kennelijk een compleet scenario klaar liggen. Zijn terugkomst (na enorme omzwervingen) om maar wat te noemen werd in het begin geheim gehouden en de man zou direct zijn “ondergedoken” (wat volstrekt wordt betwijfeld) in Brussel (nota bene). In 1954 kondigde premier Drees aan dat de betrokkenen van de politionele acties niet zouden worden vervolgd. De Staat vreesde voor tumult mischien wel opstand (?) of  niet nader te vrezen “repercussies”(!). Zo simpel was dat: een enkele aankondiging van een premier, als representant van de Staat, opgelost en geregeld in een handomdraai, terwijl mensen moedwillig de dood waren ingejaagd en om recht smeken. Ongehoorde naïeviteit van de verantwoordelijken [(minister(s) en de Staat)]. In plaats daarvan liet  de Nederlandse Staat Westerling aan zijn lot over om zo de affaire dood te laten bloeden. Dat de man naar mijn mening misbruikt werd door de Staat was helder. Hij werd benoemd met alle volmachten (die wordt slechts toegekend aan een opperbevelhebber in oorlogstijd) en geroemd door generaal Spoor (c.s.)’’.. omdat hij zo’n harde strenge jongen was..’’(.)

Op de schouders van de Staat rust tot nu toe een loodzware schuld en een grote verantwoordelijkheid door de smerigste operaties door Westerling te laten uitvoeren. Het opmerkelijke hierbij was zodra over hem werd gesproken, de bewering dat Westerling- de hypocrisie ten top – opeens (.) “geen – echte - Hollander” was, maar een halve Turk (zie biografie). Ik vraag me wel eens af of de politionele acties voor de man geen traumatische vergissing zouden zijn geweest.  

Alle relevante informatie met betrekking tot deze door de Staat geïnitieerde oorlog tot behoud van de kolonie werd de Nederlandse bevolking immers geheel onthouden. 

Geen historicus durfde het aan om de werkelijkheid op schrift te stellen uit vrees voor kapitteling, hoon, impopulariteit, (wellicht ontslag en geen opdrachten meer van Overheden of sancties en processen door de Staat (à la de VS). Het is triest te moeten vaststellen dat in een democratie als de onze de vrijheid van het woord door duistere niet nader te noemen elementen wordt beïnvloed, bezoedeld en beperkt. Het onthult de vele zwakheden in onze democratische staat en rechtsvorm. Het is zelfs nu heel actueel geworden sinds de onthullingen van bijvoorbeeld Wikileaks en de vlucht van de geheime Amerikaanse agent Snowdon die voorlopig in Rusland als asylant een onderkomen moest zoeken. De waarheid mocht zeker niet aan het licht komen en nu met de aanhoudende dreigingen vanuit het Midden Oosten al helemaal niet vinden de VS, die met hoge straffen aankomen zodra de onthullingen publiekelijk worden. (“..  leger/manschappen/instellingen moeten worden beschermd..”). Het is in de VS inmiddels en blijkens de recente actualiteit, standaard geworden bij dergelijke misstappen. Hier wordt het vrije woord en de pers geïntimideerd met alle signalen die erbij horen. Het onderscheid van vals en echt in de Noord-Amerikaanse cultuur(politiek) zijn termen die wurgend verstrengeld zijn geworden.

“Wanneer het gaat om het oordelen over het oorlogsverleden van andere naties,” schrijft Kousbroek, “dan doen wij dat met andere maatstaven dan bij ons eigen oorlogsverleden.”

Met name de geschiedschrijving van Nederlands Indië in WOII kon rekenen op heftige reacties toen de uitgave werd gepubliceerd (uitgave: WOII van L. de Jong) van Indische oorlogsslachtoffers, omdat daarin de beschrijving(en) niet positief zouden zijn uitgevallen. Een waterval van protesten volgden hierop.

Een subjectief standpunt van een oorlogsslachtoffer is wel begrijpelijk, in dit verband, maar niet als zondanig relevant voor het collectieve begrip oorlogsdslachtoffers in feitelijke historische zin, eenvoudig omdat elk oorlogsslachtoffer er een is die zijn of haar eigen verhaal heeft. 

Tijdens de politionele acties werden door Nederlandse troepen onder leiding van Westerling oorlogsmisdaden gepleegd (Excessennota 1969, opgesteld 20 jaar na dato). Er was toch al een onderzoek ingesteld in 1950? Wat is er daarna gebeurd met het onderzoeksrapport

De inhoud was nooit openbaar gemaakt; was het zo geheim dat de Staat en vele medeplichtigen daarin zonder meer de vrees hadden dat zij in discrediet kunnen worden gebracht?

Het merkwaardige is dat tijdens het proces in Indië (in Nederland kwam er door de teleurstellende mededeling van Drees helemaal geen proces) er slechts 42 vonnissen werden uitgesproken over deze misdaden die werden begaan door lagere militairen, waarvan er één was die de doodstraf kreeg en dat was – is het toeval? – een Molukker.

Men kan zich voorstellen hoe absurd en selectief de Staat (OM) met de rechtspleging aldaar was omgesprongen. Er was geen officier bij die terecht stond. Een schandaal van de eerste orde en Raymond Westerling raakte uit de gratie.

Generaal Spoor gaf daarna de opdracht om een onderzoek in te stellen naar de excessen en gaf deze aan: Westerling zelf. Men zou zeggen de slager die zijn eigen vlees keurt. Te bespottelijk voor woorden.

En hierin school nu de grootste fout van de Nederlandse Staat. De strategie van de Nederlandse Staat was om Westerling uit de klauwen van Justitie te houden, daar er achter de schermen zeer waarschijnlijk namen van medeplichtige lieden bekend en onthuld konden worden.  

Het gerucht deed de ronde dat een zekere Bernard von L., de man over wie zoveel te doen is geweest en die (door Hugo Brandt Corstius) in Vrij Nederland genoemd werd “de man die een spoor van venerische achterliet”, hierachter zou kunnen zitten. Tegen Westerling zelf bleken genoeg bewijzen te zijn, maar wie er verder achter zaten wordt tot nu toe verzwegen. De integriteit van de Staat lag (ligt nog steeds) onder vuur en die mensen die hier juist wat van moesten zeggen waren in geen velden of wegen te bekennen tot heden ten dage. De zwarte bladzijden die niemand te zien krijgt.  Kousbroek: “hoeveel bladzijden zijn er nodig voor het wél iets betekent?” En ook: “er zijn al zoveel bladzijden zwart gemaakt, (.)”; er klinkt irritatie en moedeloosheid in door. De Indonesische Republiek had na haar onafhankelijkheid om uitlevering van kapitein Westerling verzocht dat door Nederland resoluut werd afgewezen. De Nederlandse Staat is per slot geheel verantwoordelijk voor de daden van zijn staatsburgers, zo ook voor Westerling. Hij werd immers aangewezen (hij kreeg carte blanche) om de politionele acties te leiden die voor Nederland tot een totale catastrofe hadden geleid. Daarna poogde Westerling zelf (?) om een staatsgreep te plegen nadat de acties waren afgelopen (onafhankelijkheid in December 1949) die geheel mislukte. In de nasleep kregen we de affaire Jungschläger (zeeman), de man die door de Indonesische Rechtbank wegens hoogverraad tot levenslang werd veroordeeld evenals de officier bij het KNIL Henry Schmidt.

 

10897267498?profile=originalFoto Leon Jungschläger (1904-1956).

Precies over deze laatste periode vinden wij geen enkele  werkelijke informatie over wie hier, naast Westerling echt achter de operaties zaten. In ieder geval werd de zaak Westerling uiteindelijk geseponeerd door het OM (wederom om onduidelijke redenen).

Zodra het om gedragingen gaat van andere naties, schrijft Kousbroek, nemen de Nederlanders nog steeds een onverzoenlijke houding aan. Men kijkt dan naar andere koloniale mogendheden en zegt: kijk naar de andere Europese kolonialen want daar is het toch erger dan bij ons enz.; een drogreden om zichzelf schoon te praten.

En ook hier, over deze zwarte periode, zwijgen de historici.

Het is echter hun taak om van de geschiedenis in ernst en juiste vorm kond te doen, en niet om zich in allerlei bochten te wringen uit vrees om straks te worden overstelpt met klagers, klachten, dreigende processen aan de broek, zoals wij onder andere in de VS hebben gezien (geval van May Lai affaire*) en nu nog krijgen te zien. We moeten er echt voor waken om niet op de VS te lijken, want dan zijn we echt in de aap gelogeerd.

Wij moeten niet vergeten dat tijdens WO II meer dan 2,5 miljoen Indonesiërs (Romoesja’s**) waren omgekomen en onder de Indonesische dwangarbeiders de sterfte maar liefst 74% bedroeg. Kousbroek geeft bijvoorbeeld een opmerkelijk vergelijking met het overleven in een oorlog: de kans dat je als krijgsgevangene uit het Japanse kamp levend uitkomt was ca.78% maar voor de Joodse gemeenschap in het

___________________________

*      Het bloedbad van Mỹ Lai was een slachting op 16 maart 1968 die werd aangericht door Amerikaanse soldaten tegen burgers, vooral vrouwen en kinderen, uit de Vietnamese plaats Mỹ Lai.

**   Een Romoesja (Japans: "arbeider") was een veelal uit Java afkomstige arbeider die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder aan slavernij grenzende omstandigheden voor de Japanse bezetter moest werken.

 concentratiekamp was de kans minder dan 9% (!). Wie wil nu nog vergelijkingen trekken vraag je je dan af. Wanneer ik die passages in het werk van Kousbroek lees, ril ik over mijn hele lichaam van ontzetting en staat mijn hart bijna stil.

Het is het massale van de slachting die zich in de geschiedenis heeft afgespeeld dat mij naar de keel grijpt. En nog kost het mij grote moeite de gegevens zoals die in het boek van Kousbroek zijn neergeschreven weer nuchter te overzien en te herlezen. Het is mij eigenlijk onmogelijk gebleken. Men kan in dit geval overduidelijk spreken over oorlogsmisdaden; een oorlog voorwendend als excuus voor iets wat niet opgelost is.

Zo idem dito tijdens de burgeroologen in het voormalig Joegoslavië in deze eeuw, waar etnische zuivering in een burgeroorlog heeft plaatsgevonden en dat zowat in onze Europese achtertuin.

Het vergelijk dat je veel hoort van mensen die een oorlog hebben ervaren in de zin van: de Japanners c.q. Duitsers/Hollanders etc. waren veel erger met hun wreedheden in de oorlog, lijkt op een etiket dat ze maar al te graag opgeplakt willen hebben. In vergelijkingen worden de ergste wreedheden tot in de details uit de doeken gedaan waarna het toppunt van vergelijkend oordeel volgt met de gevolgtrekking dat oorlog wreed en afschuwelijk is.

10897268076?profile=original

Foto - Curzio Malaparte

Een heel curieus verschijnsel in dit verband is een zogenaamde geschiedschrijving van Curzio Malaparte (pseudoniem voor Kurt Suckert), een Italiaanse schrijver (vader Duits en moeder Italiaans), die een ‘historie’ schreef die, naar bleek, volkomen fictief was. Hij werd geprezen en geroemd om zijn verhalen [(o.a. La Pelle (de huid), Kaputt (Duits voor ‘stuk, gebroken’ en Sangue (bloed)], die hij allemaal verzon. Ernstiger  (historische gebeurtenis) wordt het bij La Pelle, wanneer hij de invasie van de Amerikanen in de buurt van Napels en op Sicilië beschrijft waar omheen hij echter veel heeft gefabuleerd*. En juist deze gebeurtenissen maken maar al te vaak grote indruk op het publiek op het moment dat de bevrijding eraan zat te komen.

Vertekende beelden, te mooi voorgespiegeld voor de Italianen, maar zij smullen van de eufemistische manier waarop de schrijver de werkelijke gebeurtenissen, in geschiedschrijving wel te verstaan, had vastgelegd die zo overtuigend en geloofwaardig overkwamen (de schrijver functioneerde als tolk bij de Amerikanen) dat mensen werkelijk dachten dat het zich werkelijk zo had afgespeeld. Het heeft ergens iets te maken met “het sprookje dat werkelijkheid wordt” en/of het Pygmalische verschijnsel zoals ik het noem. 

_______________________

* Eufemisme voor verzonnen – in deze context heel toepasselijk gezien de

schrijftrant van de auteur Malaparte.

Met verzinsels kun je, zo blijkt, ook goed je brood verdienen (zie afbeelding Villa Malaparte)******

10897267692?profile=original

 

 

 

Villa van Malaparte op Capri.

 

 

Poncke Princen.

 

10897268657?profile=original

Een wat recenter geval deed zich voor toen een visum voor Nederland aan Poncke Princen* werd geweigerd vanwege het grote tumult dat ontstond van de zijde van oudgedienden (én anderen). Hij werd immers als een soort landverrader beschouwd.

De historici hielden met betrekking tot deze kwestie nagenoeg hun mond; men had ook geen poging ondernomen om die controversiële periode en publique op te helderen. Men vond kennelijk dit onderwerp en de persoon Princen te onbelangrijk om er enige ruchtbaarheid aan te geven, terwijl dat nu juist een mooie kans was geweest.

Dan maar de doofpot in: de koloniale doofpot. Kousbroek vroeg zich met recht af hoe we toch in hemelsnaam met zo’n belastend verleden met de werkelijkheid kunnen omgaan. Was en ís het kwader trouw of schuilt er meer achter? 

Het zijn nog steeds vragen die de schrijver (en de Indische gemeenschap trouwens ook) bezig houden. Waar zou men bang voor zijn?

Men zwijgt als het graf en wanneer er hierover vragen worden gesteld dan is het antwoord: we weten alles al: het ligt bij De Slegte! Nee dus. Ondergetekende heeft er (voor de goede orde) bijvoorbeeld nooit een waardevol boek gekocht over deze materie omdat bij inzien daar, maar ook in de reguliere boekhandel niet de (vermeende) onthullingen in zijn te vinden betreffende controversiële Indische kwesties. Het is humbug wat de historici vaak beweren of de zaken om weer duistere redenen omzeilen (waarvoor en waarom?): in mijn ogen zijn zij op zo’n manier hun beroep onwaardig. Niet bepaald goede heelmeesters en zoals we weten maken slechte heelmeesters altijd stinkende wonden.

Dan de historicus Van Doorn met de zin (op de vraag of er een doofpot bestaat): “..je kunt niet van een doofpot spreken in die tijd dat de ‘onthullingen’(?) nog niet bij De Slegte lagen (!) Toen was de werkelijkheid precies even werkelijk als nu..” Et voilà. Je broek zakt af van deze plattitude.

­________________________

Johan Cornelis Princen (Den Haag, 21 november 1925Jakarta, 21 februari 2002) was een Indonesische mensenrechtenactivist van Nederlandse afkomst. Als dienstplichtige deserteerde hij in 1948 in om bij de Tentara Nasional Indonesia (TNI, Indonesische republikeinse troepen) dienst te nemen.

 

Kousbroek: “het is toch moeilijk vol te houden dat dat zo is.’’

Men vraagt zich af wat er toch met die lieden aan de hand is.

Het wordt nog erger wanneer een – overigens geen prominente – historicus tracht om alsnog over controversiële zaken de werkelijkheid te onthullen. Men kan op zijn vingers natellen hoe lang het duurt voor deze wordt verketterd en onthoofd.

Van een historicus als b.v. ook Fasseur mag ieder toch op zijn minst verwachten dat hij in controversiële kwesties en zaken als voornoemd een echt duidelijk en persoonlijk standpunt inneemt en zich niet achter vaak eufemistische en af en toe academische uitleg verschuilt en zich alleen daartoe beperkt. Daar heeft niemand wat aan.

Standpunten én lef bij betrokkenen zijn schaars of helemaal afwezig; dat is het beeld wat men te zien krijgt in de loop van de tijd en ze bevatten daarom geen enkele waarde noch bijdrage aan een adequate geschiedschrijving.

Er bestaat geen zogeheten klokkenluider onder historici, tenminste niet in Nederland, die moet nog worden geboren of uitgevonden.

Sommigen van hen krijgen trouwens kennelijk zoveel opdrachten (vaak van overheidswege) dat ze het op een of andere wijze lastig vinden om ook nog wat écht is boven tafel te brengen.

Het is dus heel veilig om dat maar net niet te doen. Want stel je toch eens voor dat een overheid een geschiedschrijver – niet prominent, waarvan ze nauwelijks iets weet - een opdracht van belang zou geven. Dat is solliciteren naar tumult is de gedachte.

 Nee, het moet bij voorbaat veilig belanden bij hem of haar in wie de opdrachtgever alle vertrouwen heeft.  En zo modderen Nederlandse historici maar lekker door. Laten we onszelf toch niet bedriegen wanneer het om opdrachten gaat bij overheden en ook bij bedrijven en particulieren: het gaat hier niet alleen om de kip of het ei, maar ook om andere zaken die het daglicht niet kunnen verdragen, dat mag helder zijn. 

 10897268674?profile=original

 

 

Demonstratie in Nederland.

10897274687?profile=original

 

  

Kapitein Westerlings aankomst in Brussel.

Lees verder…

 

10897276895?profile=original

Versterken  zustergemeentes in Indonesië de banden met Nederland?   De laatste tijden staan de betrekkingen tussen Indonesië en Nederland onder druk als wij de media mogen geloven. Al eerder werd Timmermans naar Jakarta gestuurd om excuses aan te bieden, de hele Kamer op zijn nek kreeg. Vervolgens kopt de telegraaf met een bizarre onthulling “1995 had Koningin Beatrix de intentie namens Nederland Rep. Indonesië excuses aan te bieden” ergens in juni dit jaar. Op 21 april 2013 kopt de Telegraaf weer met een negatief berichtgevingen die weer verder schade brengt aan de betrekkingen “Deur dicht voor claims Indonesische weduwen”.  

67 jaren hebben bepaalde groeperingen die zich wisten te nestelen in de Tweede Kamer om steevast die blokkades op te leggen als het om de banden en zaken met Indonesië  te maken hebben. 

Nederland en Indonesië komen nu tot de inzichten dat ze elkaar hard nodig hebben in deze turbulente dynamische 24 uur economie. Nederland verkeert in ernstige resessie ooit in de geschiedenis dat zelf het spaarvarken naar de slagt gaat. In 2001 grapten de Spaanse en Franse media nog dat het Nederandse spaarvarkentje naar de slachtbank zullen brengen, zie nu anno 2013. De spaarpot van de babybomers wordt omgedraaid,  en leeggeplunderd om hun fouten te camoufleren. Terwijl er vele economische mogelijkheden liggen in de groeiende economie van de republiek Indonesia.

Indonesië weer om kennis, innovatie, management en ervaringen waar Nederland weer beschikt op het terrein  met betrekking tot  Infrastructuur, milieu, watermanagement en industrie om Indonesie op een hoger niveau te positioneren (te moderniseren).  

Bij de viering van de onafhankelijkheid van  de residentie in Wassenaar met de Indonesische ambassadeur Marsudi lonkt Rutte en zei dat hij „een beetje jaloers” was op de economische groei die de Indonesische economie doormaakt. Met geplande  handelsmissie in november is de eerste keer sinds 2006 dat een Nederlandse premier Indonesië bezoekt. „Dus het werd tijd ook.”   Ook de Indonesische ambassadeur Marsudi geeft weer voor de zoveelste keer een handreiking door te zeggen dat “excuses niet nodig zijn”.  

De actuele stand nu is dat er een brug naar elkaar toe te worden geslagen met wederzijdse respect  met ongekende economische mogelijkheden voor Nederland; hopende dat NU weer niet de schaduwen van Kok en Pronk beiden PvdA’-ers weer ertussen gaan zitten, want wij hebben Samsom nog die als PvdA’er roet in het eten kan gaan gooien.  

 

10897283060?profile=originalDesondanks de koele banden wordt er ruim 3 miljard euro verdiend uit deze naar schijnt koele betrekkingen. Die niet in verhouding staan bijvoorbeeld tot dat steeds meer Indonesische producten in de schappen van de grote supermarkten zijn te vinden. In te tegenstelling tot de Nederlandse producten die in Indonesie schaar zijn. Naast de supermarkten zijn  in vele steden wel een Indonesisch restaurants te vinden. Wat denken van in de Hollandse keukens. Kortom de Indonesische keuken heeft zijn plek verworven in de Nederlandse samenleving in deze 65 jaren.

10897282882?profile=originalOp het gebied van grote evenementen spelen de pasar malams een heel belangrijke grote rol. Die door heel Nederland nu worden gegeven die zijn oorsprong vond in Batavia – Het Jakarta van nu – waar het hele Indonesisch palet wordt uitgedragen; dans, muziek, eten, drinken, cultuur en de Indonesiche artikelen.    Den Haag met het Mailieveld kent twee pasar malams, Rotterdam, Utrecht, Apeldoorn, Arnhem, Den Helder, Alkmaar, en Assen om maar te noemen van de ruim 70 pasar malams in het land, die het hele jaar doorgaan.   Drie miljard gaat dus om in de Indonesische – Nederlandse economie betrekkingen. Van uit Nederland zijn incidentele organisaties kleinschalig bezig met projecten in Indonesie, die via de media die aandacht krijgen.  Nederland is geen velden te bekennen in Indonesie als het direct impact moet hebben op de burgers due Indonesie  in Nederland  heeft geinvesteerd om de Indonesische cultuur hier te introduceren dat maatschappelijk door de Nederlandse samenleving is geaccepteerd.

Hoe staat met maatschappelijke acceptatie van Indonesie bij politiek Den Haag?

Niet best, die loopt straatlengtes achter op het Nederlands volk mag de conlcusies zijn; De politiek werkt blokkerend en als  een stoorzender in de media wordt er met gif gestrooid als de republiek Indonesia weer in beeld komt. Voorbeelden ten over. Politiek mag een voorbeeld nemen aan de initiatieven die in samenleving organisch zijn gegroeid.  Ergo zelfs het ondernemingsklimaat leidt hier onder.

De vele koloniale gebouwen bijvoorbeeld ; in Jakarta, in Bandoeng en Soerabaja zonder andere plaatsen te kort te doen spreken boekdelen over de gezamenlijke geschiedenis.  

10897283686?profile=originalDe vergeten groep achterblijvers van het voormalige Indie,  niet onbelangrijk wat door velen worden vergeten is de Indo’s die niet naar Nederland gerepatrieerd konden worden. Deze Indo Europeanen werden geweigerd, terwijl zij wel voor he Koninkelijk Huis tegen de Jappen vochten. Redenen waren o.a. de slechte communicatie of waren de benodigde documenten kwijt geraakt door die oorlog.  In Nederland is deze populatie rond het ander half miljoen met alle generaties mee geteld. In Indonesië is het dubbele. Onlangs heeft Jan Slagter van Omroep Max nog die aandacht gevestigd op de “vergeten groep Indo’s” met verschillende TV uitzendingen.  Op ICM verscheen het persbericht: "Persbericht - Indo's in Indonesië? Hoe zit dat"

De vraag die je moet stellen waarom ook niet zustergemeentes met Indonesië   dan is alles structureel in 1 keer opgelost zoals wij die kennen met andere landen. Een concept/model dat zich heeft bewezen in die 100 jaren dat op het gebied van cultuur / economie duurzaam werkt naar Win Win situatie. Vreemd genoeg dat Nederlandse Gemeentes met die andere landen die geen gezamenlijke geschiedenis en geen draagvlak hebben in de huidige samenleving toch een zustergemeente vormen (hiervoor budgetten voor vrij worden gemaakt).  Gemeentes worden jaarlijks geconfronteerd bij de aanvragen van een vergunning voor een groot evenement als een pasar Malam in ruim 100 gemeentes waar ruim 10.000 bezoekers op afkomen m.u.v Den Haag waar 100.000 op afkomen. 

De media staat bol hiervan. Mede door de recessie komen budgetaire vele zaken op straat te liggen.  

Rotterdam zou een zustergemeente met Jakarta kunnen vormen.  

Informele bronnen wisten te melden dat er op Gemeente nivo al contacten lagen uit het grijze verleden. Omdat Jakarta een haven heeft van betekenis en Rotterdam tot de 1 van grootste havens behoren. Soerabaja met gemeentezuster Den Haag of Bandoeng met zustergemeente Apeldoorn om maar als voorbeeld te noemen. 

Nederlandse gemeentes kunnen bijvoorbeeld de laatste technieken en methodieken die zijn toegepast voor Nederlandse stedelijke ontwikkelingen voor; de infrastructuur, bouw, milieu, energie en watermanagement weer her aanwenden voor de zustergemeentes in Indonesië. Voorbeeld de werkzaamheden aan de Metro in Amsterdam kunnen zo weer worden voortgezet in Jakarta (zie Jakarta Baru master plan). Nederland weer kan bijvoorbeeld methodieken overnemen hoe Indonesië terrorisme en corruptie bestrijdt. Daarnaast kan Nederland veel leren hoe Indonesië als grootste Islam land met duizenden verschillende culturen in  zo’n islamitische multiculturele samenleving de democratisering boven de islamitisering  weet te besturen en te bewerkstelligen met als eerste Islamland een vrouwelijke president. De dochter van oud – president Soekarno,  waar diverse geloven broederlijk naast elkaar leven  zestig jaren lang. 

10897257286?profile=original

 Dat deze bewegingen van zustergemeentes met Indonesie  informeel op de achtergrond lopen zijn niet onbekend. Zo had Gemeente Rotterdam met Jakarta al informele contacten met betrekking tot stedelijke ontwikkelingen. Rotterdam is groten deels door de Tweede Oorlog verwoest en herbouwd tot 1 van de modernste steden in Europa met metro, nieuwste gebouwen, infrastructuur, bruggen en haven met grote opslag.

Jakarta moet ook herbouwd worden, en Jakarta heeft Rotterdam als voorbeeld.  Ontwikkelingshulp zou meer via gemeentes ingezet moeten worden via zustergemeentes om de Indonesische Nederlandse betrekkingen verder te intensiveren om dit concept te ondersteunen om tot een constructieve structurele oplossing te komen. 

Het voorbeeld dat het werkt is Jakarta/Rotterdam. Het Jakarta Baru Masterplan werd in handen gegeven aan een Ingenieurs Groep die Rotterdam hebben herbouwd. Deze hebben het ontwerpplan uitgewerkt zie onderstaande presentatie op YouTube. Diverse Nederlandse ondernemingen zijn vanaf 2009 bezig geweest, en hebben  veel last gehad van de handelswijze van Politiek Den Haag. De gemiste orders zijn hierdoor aanzienlijk geweest; Dit jaar zijn ontelbare keren koppen in de media verschenen o.a. dat De Tweede Kamer Timmermans onder vuur nam na zijn bezoek aan Jakarta, bij niemand ontgaat dit! 

YouTube Rotterdam verpakt het in MasterPlan Jakarta baru,  http://youtu.be/hGtol65OeUg   

Editor/redacteur 

Ferry Schwab sr.

 

Lees verder…

Kamp Solo, de Jap.

Kamp Solo
Solo was een groot kamp, in twee gedeelten, een voormalig psychiatrisch ziekenhuis en het nieuwe gedeelte met heel veel barakken. In een van die barakken sliepen wij, mijn moeder, broer en ik, ongeveer in het midden van die barak. Iedereen had precies 45 centimeter, allemaal naast elkaar in een hele lange rij.

Tegenover je de koffers met spullen. Voor de koffers een flink looppad en hetzelfde aan de overkant. Iedere ochtend was er appel. s'Avonds moest je allemaal om negen uur in de barak zijn, anders werd je opgepakt en kreeg je slaag. Soms kwam er in het kamp hoog bezoek, enge, strenge, met medailles behangen Japanners, kijken of alles wel goed ging. Een ramp, alles moest schoon zijn en veel appels, waren ze dol op.

Op het bed deden wij kaartspelletjes. Naast ons sliep Adriaan met zijn moeder, die inmiddels mijn moeders beste vriendin was geworden en de rest van haar leven ook is gebleven. Een keer moest ik zo vreselijk lachen, dat ik achterover klapte, met mijn hoofd op onze koffers. Bewusteloos, overgeven en een hersenschudding. Ik moest plat blijven liggen. Precies toen kwam er weer hoog bezoek, iedereen op appel.

Doodstil lag ik daar, alleen in die grote barak, verstijfd van angst. De deur vloog open en drie jappen stapten naar binnen. Een ging aan mijn kant op de bedden lopen, met ontbloot samoerai zwaard en prikte overal in. Zijn glimmende laarzen zag ik steeds dichterbij komen, een ging in het middenpad alles onderzoeken en een aan de overkant over de bedden ,ik vind Jappen schreeuwen altijd dat deden ze ook in hun taaltje erg hard. Doodstil bleef ik liggen, maar zorgde er wel voor dat hij mij kon zien. Stel je voor, anders stak hij mij nog dood met dat zwaard.

Gespannen keek ik hem aan, steeds dichterbij, steeds dichterbij, ineens stond hij bij me, aan iedere kant van mij een laars. Met zijn glimmende zwaard in zijn hand begon hij tegen mij te schreeuwen. Ik was zelfs te bang om te huilen. Hij gilde iets naar de andere Jappen en begon om mij heen in alles te steken. Ook pakte hij mijn pop en trok de kop er af en keek er in. Ze zochten altijd naar verstopt geld of juwelen. Toen bukte hij zich nog eens over mij heen, ik rook zijn adem. Hij grijnsde, blafte mij iets toe in het Japans en ging eindelijk zwaaiend met zijn zwaard weg. Dat ik het als negen- jarige niet in mijn broek heb gedaan was een wonder. Hoe ziek ik ook was daarna ben ik nooit meer alleen in bed gebleven en volgens mij heb ik nog geboft ook.

Dinkie

Tot volgende keer.

Lees verder…

Indonesië hoeft geen excuses

Indonesië hoeft geen excuses

10897276895?profile=original

Premier Rutte viert met de Indonesische ambassadeur Marsudi de onafhankelijkheid van het land op de residentie in Wassenaar. Rutte zei dat hij „een beetje jaloers” was op de economische groei die de Indonesische economie doormaakt. Met de handelsmissie is het de eerste keer sinds 2006 dat een Nederlandse premier Indonesië bezoekt. „Dus het werd tijd ook.” FOTO: SERGE LIGTENBERG

Indonesië zit niet te wachten op excuses van Nederland. Dat zei de Indonesische ambassadeur Retno Marsudi gisteren tijdens de viering van de Indonesische onafhankelijkheidsdag. „In de relatie met Nederland willen we vooruit kijken, niet achteruit”, zei Marsudi.

Sinds bekend werd dat premier Rutte in november een handelsmissie leidt naar het eilandenrijk, wordt er weer gespeculeerd over het aanbieden van brede excuses voor alle misstanden die Nederland tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) heeft begaan. Het kabinet vindt dat de openbare excuses door de Nederlandse ambassadeur voor de standrechtelijke executies in Zuid-Sulawesi en voor het bloedbad in het WestJavaanse Rawagede in 1947, en de schadevergoeding voor de weduwen, voldoende zijn. Marsudi: „Liever benadruk ik onze handelsband en onze samenwerking op het gebied van watermanagement.”

Lees verder…

10897266653?profile=originalKousbroeks KAMPSYNDROOM  

Besproken door: Pjotr X. Siccama – deel 5.

 

In dit deel van de bespreking van het boek lijkt het alsof een pijnlijk herinneringsbeeld wederom uit de laden van verwarring en ontzetting tot leven komt.

De nooit gestelde vraag bij de Indische gemeenschap was én is: had de Nederlandse Staat een echt plan om de nieuwe Nederlanders uit haar kolonie op een adequate manier te laten integreren? Of was er helemaal geen plan, behalve dan dat slechts tijdens een onderonsje van betrokken bewindslieden vage (en duistere) afspraken werden gemaakt? (Ik verwees de lezer naar eerder gepubliceerde artikelen van ondergetekende in ICM: “ontkenning van een bevolkingsgroep” – (Toegegeven dat die bewuste artikelen  in  woede en haast waren geschreven).

In het begin van de vijftiger jaren, precies een jaar na de onfhankelijkheid van de Nieuwe Republiek Indonesië, kwam de commissie Werner met een verwerpelijk rapport over de nieuwkomers uit het voormalig Nederlands Indië.

Deze commissie vreesde storm op komst, donkere wolken en sociale onrust bij de dreigende repatriatie van alle Europeanen uit het voormalig  koloniaal gebiedsdeel.

Kenmerkend voor het rapport waren niet alleen dat de aanbevelingen maar ook dat de rest van het rapport doortrokken was van verwerpelijke en absurde ideeën van de commissie Werner. Een paar ervan zijn onder andere de volgende:

De repatrianten (hier wordt de Indisch-Europese gemeenschap bedoeld), zouden in Nederland tot (grote) sociale onevenwichtigheid en grote onrust leiden. Verder zouden deze mensen niet in staat (liever gezegd: helemaal niet bij machte alsof ze allemaal kennelijk een handicap hadden) zijn normaal in het arbeidsproces e.d. te worden ingezet en  deel te nemen aan de Nederlandse maatschappij. “Zij (Indo-Europeanen) horen thuis in de tropen”, het staat er echt. Enkel de kinderen van de Hollandse KNIL-soldaten, die blonde of rode haren hadden, mochten worden gerepatrieerd, omdat die in de Indische maatschappij discriminatie te wachten stond. (.)  

Ridiculiseren was voor de commissie kennelijk een aparte kunstvorm. Om kort te gaan: een waterval van vooroordelen en valsigheden waar geen einde aan kwam. Het beruchte rapport zou heden ten dage leiden tot aangifte door  het OM wegens rassendiscriminatie van de auteurs (onderzoek van Pelita). Mijnheer Werner had met zijn gruwelrapport tegenover een bevolkingsgroep voor de rechter moeten worden gesleept. Waarom het niet is gebeurd, blijft een raadsel. Nauwelijks drie jaar geleden is de man overleden en al die tijd heeft Justitie liggen slapen. De Nederlandse Staat heeft veel uit te leggen aan haar inwoners en niet te vergeten te herstellen aan met name  het ‘Hollands Huis’ dat dreigt om te vallen van historische missers.

Kwalijk is in dit verband de rol van de kerken, zowel de Rooms Katholieke als de Protestante, die het rapport in haar geheel en niet alleen in de kern hadden onderschreven.  

Wanneer Kousbroek in zijn boek – in een zekere hoofdstuk -heeft over de neiging om enkelen de nek om te draaien, dan ageer ik tegen al diegenen die precies hetzelfde het Werner-rapport voor juist geacht hebben.  Het ernstig verwijt tegenover hen vind ik nog steeds juist en wordt ik weer wit van woede wanneer ik die documenten weer ter hand neem. Enkele  bewindslieden van toen zouden op welke wijze dan ook, op onderdelen zeker en ontegenzeggelijk beïnvloed zijn geweest door het rapport ondanks de verwerpelijkheid ervan.

Werden de mensen (in Indië geboren Hollanders-Europeanen- overigens  en Indische Nederlanders) in dat voormalige gebiedsdeel reeds gediscrimineerd om vrijwel álles, hier in

dit land werden zij wederom geconfronteerd met dezelfde bejegening. De commissie had oogkleppen op, was eenvoudigweg blind en xenofobisch en volstrekt racistisch. 

_10897266695?profile=original_

Foto - 1946 begin van de politionele acties in Nederlands Indië

 

\  foto -Rollende tanks in de straten zonder vreugdevolle gejuich; de oorlog in Indië was in 1945/46  alweer begonnen voor alle inwoners. 

 

10897267466?profile=original

Het rapport krioelde van fouten, misv erstanden en alle vooroordelen die men maar kon bedenken maar vormde onder andere ook de kern van waaruit, calculerend,maatschappelijke relevanties konden worden gehaald (die zo af en toe) nog steeds opgeld doen bij sommigen (en niet alleen bij ambtenaren) en bijgevolg een eigen leven zijn gaan leiden.

Er waren gelukkig nog een paar bewindslieden die hun gezond verstand gebruikten en onderdelen van het rapport  als beleidscriteria – of richtlijnen - terzijde hadden gelegd. Maar het kwaad was reeds geschied waarna het valse script boven het hoofd van de betrokken gemeenschap hing.

De commissie was immoreel en schaamteloos aan het werk geweest, had alles compleet verkeerd getaxeerd en had geen enkel idee (nooit een zg. Socio-onderzoek ingesteld) van de juiste en aanwezige potentie van de nieuwkomers. Kapitaalvernietiging op grote schaal kunnen we zeggen. Kortom Commissie Werner had de Indische gemeenschap bij voorbaat al veroordeeld nog voordat de betrokkenen voet op Nederlandse bodem hadden kunnen zetten tot een verpeste stigmatiserende toekomst.

 Een grotere onbegrijpelijkheid was het zogenaamde modelleren van de nieuwkomers naar Nederlands begrip. Er wás helemaal geen model voor al die mensen die uit een tropisch Nederlands gebiedsdeel kwamen en een ander, meer ideaal beeld van “de  Europese provincie Holland” hadden. Het leidde tot een diepe droefenis en teleurstelling bij de betrokken nieuwkomers.  

Een feitelijke bijzonderheid was bijvoorbeeld het gegeven dat al die Europeanen uit Nederlands Indië (die wel en daar niet geboren waren), WO II hadden meegemaakt geen fysieke (en visuele niet te vergeten) bevrijding en vreugde over het definitieve einde van de Wereldellende kónden beleven zoals die er in Europa en Nederland wel was geweest. De Amerikanen, Engelsen en andere geallieerde manschappen rolden met hun tanks als bevrijders  al joelend de Europese steden in en er werd gejuicht, gedanst, feestgevierd en wat er allemaal niet bij kwam kijken.

Zij, die Europeanen in Nederlands Indië, vielen van de regen in de drup; dat wil zeggen er waren geen juichende geallieerden en vreugdevolle manschappen die door de straten in Indië met tanks rolden (toen de Japanners weg moesten trekken) zij  hadden immers geen tijd om te juichen en de bevrijding te vieren vanwege de opstanden die aan de gang waren (Bersiap e.d.) van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders.

Dat verschil is heel groot en voor al die mensen zeer traumatisch, dient de Nederlander te weten die hier nooit iets over heeft gehoord. Een journalist van een ochtendblad was verbaasd bij het aanhoren van dit verhaal: hij wist niet beter dan dat in Nederlands Indië de bevrijding exact op dezelfde manier was verlopen. En dat uit de mond van een journalist. Net verlost van de Japanse bezetter, er een oorlogstrauma van overgehouden, of er kwam weer een andere oorlog op hen af.

 

“Nog altijd heb ik de indruk,” schrijft Kousbroek, “..is het taalgevoel van de meeste Indische mensen, onmiskenbaar beter dan dat van geboren Nederlanders.”

Waarom is dat toch?

Weemoedigheid ontdek je in de ontroerende en  oplichtende zinnen wanneer hij schrijft over het zo jammerlijk verdwijnen van het voor hem zo dierbaar Indische-Nederlands dat met zijn zuivere klinkers en zo licht voor de mond uitgesproken en zijn enigszins afwijkende gebruiken van voorzetsels. Dit laatste schrijft hij in volstrekt ironische zin. (de directe herkenbaarheid voor het Indische spreken). Overigens bij de autochtonen komt dit fenomeen eveneens voor, maar dan om verschillende redenen.

Over dit laatste (het gebruik van voorzetsels) is echter een plausibele verklaring voor. De Indische Nederlanders in Nederlands Indië werden immers dagelijks geconfronteerd met het Maleis, zoals Kousbroek ook weet en de dagelijkse omgang met de Indonesiërs verliep in het algemeen op natuurlijk wijze en die bijzondere situatie werden (en worden) wederzijdse datieven en ablatieven van beide talen door elkaar gebruikt voor hen als een zekere natuurlijke verstengeling als gevolg, tot nu toe.

 

Het mooi Indisch-Nederlands wordt nu nog gesproken door oudere Indo ‘s die in dat land zijn achtergebleven en Indonesiërs in Indonesië.

 Het is begrijpelijk dat nu in Indonesië de daar achtergebleven Indische Nederlanders en ook de Indonesiërs zelf die Nederlandse scholing en/of opvoeding hadden gekregen, laten we zeggen ongevraagd  tot conservators zijn gepromoveerd van een taal die zo langzaam uitsterft. Straks kunnen we alleen maar uit geschreven bronnen lezen, maar helaas zullen we niet kunnen hóren hoe die werd uitgesproken: de klanken, kleur en de typische  manier van spreken.

 

 Met Kousbroek treur ik mee als hij schrijft dat het hem met “..treurigheid vervult bij het verdwijnen van die taal..” “Indië verloren, rampspoed geboren.”,

10897267088?profile=original

10897268062?profile=original

Eduard Douwes Dekker (Multatuli)

 

Het gaat hier om verdwijnende talen, taalsyntheses en taalaccenten en allerlei varianten ervan die (voornamelijk) nog weleens  worden gebezigd waar mogendheden hun kolonies hadden: India, Zuid-Oost Azië.

Het grappige verschijnsel over het successievelijke verdwijnen van bijvoorbeeld een taalvariant (wellicht ook van dialecten), specifieke accenten en typische tongvallen kwam de schrijver tegen in de stad Londen (maar ongetwijfeld ook elders in Groot-Brittanië), waar een immigrant uit India het ons zo vertrouwde Indiaas Engels ‘verruild’ had voor het Cockney’s, (op natuurlijke wijze nemen we aan) maar dan wel met die zeurderige irritante toon zoals de inboorlingen (Kousbroek:in India) plegen te spreken.

Eigenlijk gaat het net zo in Holland, waar de laatste twee generaties Indische Nederlanders alweer (sinds 1930 is dit ongeveer de 5e), die toch dat ander Nederlands van hun ouders niet klakkeloos hebben overgenomen. Deze generatie Indo’s heeft op een zo natuurlijke manier de omgeving verkend, geleerd, geëxpirimenteerd en geluisterd, bewust en onbewust en de taal niet alleen ingepast in de nodige

communicatie, maar sluimerend verrijkt met hún vocabulaire, mimiek, gedragingen en kleur niet te vergeten.  Weemoedig schrijft hij erover en ook met een triestheid getuige te moeten zijn van het dreigende grote verlies van een kostbaar auditief juweel dat dan slechts als een papieren bewijs dient van de geschiedenis van de Indo-taal.

 

Diegene die ooit in India is geweest, zou die Indiase toon, waar Kousbroek over heeft inclusief de mimiek die erbij hoort, direct herkennen bij het volgende verhaal.

Het doet me denken aan een kleine gebeurtenis over de meloenverkoper in India bij wie een regelmatige Indiabezoeker op een dag een stuk meloen kocht voor een bepaalde prijs. De volgende dag kwam de bezoeker precies op dezelfde plek terug en dezelfde  meloenverkoper stond er weer. De bezoeker vroeg om een stuk meloen. Maar deze keer was de prijs van het stukje meloen vertienvoudigd, waarop de bezoeker tegen de verkoper zei dat het gisteren de meloen maar zoveel of zo kostte. De verkoper antwoordde dat het een vergissing was, want gisteren was hij er niet, het moest een andere zijn geweest.

Terwijl de verkoper sprak met het Indiaas Engels wiegde hij (zoals men dat meestal gewend is te doen) met zijn hoofd en antwoordde in het Idiaas/Engels: “No, madam, you are mistaken,

 

yesterday I was not here, it must be somebody else….”  Met de heel karakteristieke accenten op de medeklinkers als de D’s en de T’s.

Een paar Amsterdamse vrienden, regelmatige Indiabezoekers, hebben sindsdien een soort koosnaam gegeven voor die “Indiase inboorlingen” (Kousbroek): “Loddie loddie”. Treffend en met een zekere (Amsterdamse) humor moet ik zeggen bij mij zo geïntroduceerd.

 

10897269264?profile=original 

10897269071?profile=original

 

Drs. K.W. (Werner) Buck Limburgse gedeputeerde in Den Haag.

 

Lees verder…

Warmere band met Indonesië


10897252253?profile=originalWarmere band met Indonesië

Nederland gaat de banden met Indonesië aanhalen. Premier Rutte leidt van 20 tot 22 november een handelsmissie naar het land in ZuidoostAzië. Hij zal dan een ontmoeting hebben met de Indonesische president Yudhoyono.

Het bezoek moet het begin vormen van het herstel van de relatie tussen ons land en de voormalige kolonie. Die raakte onder het kabinet-Balkenende IV ernstig verstoord. Zo zegde Yudhoyono in 2010 een staatsbezoek aan ons land op het laatste moment af. Molukkers klaagden de president hier toen aan wegens mensenrechtenschendingen en wilden dat hij op Schiphol zou worden aangehouden. De Indonesische president vond het een belediging voor zijn land. Hij annuleerde de reis, wat als een keiharde tik op de vingers voor Nederland werd ervaren.

Nederland is de tweede handelspartner van Indonesië binnen de Europese Unie. De wederzijdse handel tussen beide landen bedroeg in 2012 circa 3,5 miljard euro.

Reactie ICM redactie.

De dagelijkse ICM breakings News die op Nederlandse media en leden van de Tweede Kamer dagelijks inbreekt  om de noodzaak om de betrekkingen met Indonesie te herstellen werden al eerder gehoor aan gegeven toen Timmermans een diepe kniebuiging maakte, terwijl niet Timmermans en Rutte worden verwacht maar oud koningin Beatrix. Dit incident staat niet op zichzelf van diverse andere incidenten m.b,t. de handelsbetrekking waar Kok en Pronk barrieres legden bij de verzoening van Oud koningin Beatrix.

Al eerder benadrukte redactie ICM die ICM Breaking News meerdere malen op leden van het Kabinet afvuurde, dat  Nederlandse organisaties zijn geselecteerd in zake het Jakarta Baru Masterplan waar een bedrag van 620 miljard mee is gemoeid voor fase I (2014 - 2018) . De Indonesische regering wacht op de verzoening van Nederland met betrekking tot het verleden - de Indonesische autoriteiten zijn beledigd hierover -  schijnt nu dat dit giga project in de "hold" stand is gezet (tijdelijk bevroren). De Nederlander staan bekend om hun dijken, bruggen en watermanagement daarom ook deze zijn geselecteerd van de wereldse aanbiedingen, Duitsland participeert deels hierin wist Angela Merkel persoonlijk in Jakarta rond te maken. Van Nederlandse zijde is geen enkele delegatie in Indonesische sawah's te bekennen. Terwijl Nederland deze giga orders hard nodig heeft. 

Zie presentatie van Nederlands model gepresenteerd op YouTube Master Plan Jakarta baru,
http://youtu.be/hGtol65OeUg

Lees verder…

10897268089?profile=originalDe financiële markten Azië (Indonesië) worden besmet met de recessie.

 

Chronische kenmerken beginnen de markten In Azië aan te nemen.

Aaneensluitend sloten de beurzen daar met een verlies van 10%. Dit verlies is derde keer op een rij dat beurs sloot met negatieve koers.

De kapitaal stroom lijkt zich de bewegen richten de VS. Daarbij verhoogde VS de rente op de kapitaal markten.

Voorts wordt Indonesië geconfronteerd met oplopende chronische balanstekorten die vorig jaar al zette. Dit naast de grootschalige corruptie in de energiesector zijn de dit zaken die verdere investeringen voor de Indonesische master plannen nu tijdelijk in de ijskast verdwijnen, wisten bronnen te melden.

Ook China heeft last hiervan. Lijkt ook nu dat zuidoost Azië is besmet met recessie virus uit het westen, en de VS juist nu uit het dal klimt.

Editor / redacteur

Ferry Schwab sr.

Lees verder…

nieuwsbericht wereld gebeuren

Vandaag Overshoot Day - de aarde is op voor 2013

Wij hebben vanaf vandaag, 20 augustus, alle natuurlijke grondstoffen verbruikt die de aarde dit kalenderjaar heeft kunnen produceren. Om de rest van 2013 aan voeding en andere natuurlijke grondstoffen te komen moeten we onze ecologische rijkdom uithollen. We leven als het ware van de ecologische creditcard van toekomstige generaties.

Deze dag heet Overshoot Day; de berekende datum waarop wij meer van de natuur vragen dan de natuur ons in een jaar kan bieden. Dat leidt onder meer tot ontbossing, overbevissing en tekorten aan schoon water. Klimaatverandering is ook een gevolg. Door de verbranding van kolen, olie en gas komt er veel meer koolstofdioxide (CO2) in de atmosfeer dan bomen en de zee kunnen opnemen.

Bevolkingsgroei

Overshoot Day valt sinds 2001 gemiddeld drie dagen eerder per jaar, doordat we de natuur steeds meer overvragen. Vorig jaar viel Overshoot Day op 22 augustus. In 2050 is de wereldbevolking naar verwachting gegroeid van 7 miljard naar 9 miljard mensen. Dat betekent dat we het roer nu moeten omgooien voor behoud van onze natuurlijke rijkdom; de basis van ons welzijn. We moeten anders omgaan met onze manier van leven, werken, reizen, produceren en consumeren.

We kunnen het tij keren door over te schakelen op een duurzame economie met hernieuwbare energie en door slimmer te produceren, zodat we de aarde niet uitputten. Iedereen kan daar aan bijdragen, bijvoorbeeld door in de winkel te kiezen voor producten met betrouwbare keurmerken, zoals MSC voor gevangen vis, ASC voor kweekvis en FSC voor hout en papier.

Living Planet Report
Het Wereld Natuur Fonds brengt ook elke twee jaar het Living Planet Report uit, waarin de staat van de aarde wordt gemeten aan de hand trends in planten- en diersoorten en de druk die onze levenswijze legt op de natuur. In de laatst publicatie van 2012 staat al dat we anderhalve planeet nodig hebben als we het hele jaar in harmonie met natuur willen leven. De westerse wereld legt verreweg het grootste beslag op het natuurlijk kapitaal. Als bijvoorbeeld iedereen op aarde hetzelfde zou leven als Nederlanders hebben we 3,5 aardbollen nodig.

Overshoot Day is een initiatief van het Global Footprint Network, waar het Wereld Natuur Fonds bij is aangesloten.
hi_29686.jpg

Meer nieuws op WNF.nl | Afmelden voor deze nieuwsservice

Geen virus gevonden in dit bericht.
Gecontroleerd door AVG - www.avg.com
Versie: 2013.0.3392 / Virusdatabase: 3211/6591 - datum van uitgifte: 08/19/13

Lees verder…

Terugblik op Indië -Herdenkingen.

10897253880?profile=original10897262476?profile=originalTerugblik op Indië -Herdenkingen.

 

Ik weet niet of U ook de Indische - Herdenkingen heeft gevolgd ter plekke of via de NOS. De opkomst is massaal geweest. Er is veel aandacht besteed aan het thema dat door de cabaretier werd gebracht en duidelijk is neergezet wat zijn oom allemaal heeft mogen meemaken in het voormalige Indie.  Om de verbinding te leggen naar de jeugd brengt kleindochter van Yvonne Keuls ons naar haar belevingen waar "het naar school gaan nu waar alleen gezeurd wordt". kortom de jeugd die toen hun tijd in de kampen doorgebrachte die hadden niets om te zeuren. Is niet vanzelfsprekend die vrijheid en luxe en dan het  gezeur van tegenwoordige jeugd.

Het leek net of je erbij was geweest bij deze gebeurtenissen. Zouden de delegatie van de regering dit ook zo ervaren hebben. Dan die uitzonderlijk "regen", en het Indische bijgeloof zegt dat het redjekie (Geluk) brengt.

 

Dan vraag ik mij af bij kransleggingen zag ik dat ook een delegatie van Indonesië de kranslegging verzorgde, wordt nu ook betrokken, nu veel aandacht op ICM  en de Telegraaf wordt besteed aan Indonesië. 

Tegelijkertijd ontstaan bij mij conflicterende gevoelens bij het zien dat Mark Rutte, en Saatsecr. van Rijn namens het Kabinet de krans legt. Hypocriet is misschien de juiste omschrijving. Want al 67 jaren wordt deze Indische geschiedenis niet erkend, en genegeerd  of  het nooit heeft bestaan, terwijl juist nu ten overstaan van de doden die geschiedenis wordt herdacht. Is de ontkenning, miskenning, of herkenning die hier heerst? Wie zal et zeggen.

 

Mijn gevoel zegt herkenning, men begint zich  te herkennen aan deze geschiedenis. Het begin te dagen.

 Als in de balans opmaak vanaf 2009 onze eerste gang naar het Plein en tot nu het heden; 

Onze Indische zaak heeft meer draagvlak gekregen in de Tweede Kamer. IP & ICM hebben dag in dag uit via media en door constant aan het hun jasje te trekken om aandacht voor Indische zaak. Vorig jaar nog was bij de hoofdelijke stemming de Indische motie met het verschil van twee stemmen verworpen (tot de late uurtjes zaten wij op tribune in de Tweede Kamer). Droogjes zei Herman Bussemaker: "Dit Kabinet komt er mee nu weg, maar wij komen weer terug bij het volgende kabinet". En ....... wij zijn weer terug maar dit keer met een Indische Petitie opgezet door Hans Vogelsang; Via NICC - blad, ICM, overige, en de pasar Malam tour met  ICM /IP stand . Er werden uiteindelijk 10.000 handtekening verzameld. In maart o.l.v. Stille Tocht initiatief van Peggy van Stein werd een rondgang gemaakt door Den Haag en voor het eerst met nieuwe voorzitter Silfraire. Samen met IP Delegatie, en Herman werden 10.0000 handtekening op een brancard uit Rode kruis ambulance gehaald en deze aan de Tweede Kamer aangeboden met redelijk eisen-pakket dit keer.

 

Nu, bij het zien van de beelden van de kranslegging van Staatsecr. van Rijn, Redjeki en alle laatste ontwikkelingen ontstaat bij mij het beeld  dat Staatsecr. van Rijn  straks na reces zeker met goed nieuws komt, en misschien is het activeren van het andere dossier overbodig.

 

Uw Editor/redacteur.

Ferry Schwab sr.

 

Lees verder…

eenling tussen enkelingen

10897267286?profile=originalEenling tussen enkelingen

 

In de tweedehands boekenzaak gaan mijn ogen gretig op zoek naar de Indische tijd.

Met mijn jeugdmaatje uit Bandung op sleeptouw om zijn logeren bij me wat meer fleur te geven. Hij is bezig zijn terrein te verkennen en ik vind de eigen weg. Op de afdeling religie tref ik drie zakformaat bijbeltjes die ik meteen als cadeau voor Ben in de winkelmand leg. Toch even voorzichtig tevoren zijn aandacht erop : iets voor jou jong? Uiteraard quasi nonchalant. Verrukt tasten zijn tengere vingers vertederd het boekje. = oh Elly dit heb ik gezocht en altijd willen hebben.= Ok krijg je van mij. Het boek verdwijnt tweede keer in de mand. Hij vervolgt zijn weg, ik de mijne. Voor een bijna lege schap afdeling Indische tijden en schrijvers hangen drie boeken onderuit wel in beeld. Voor het willige oog, het gretige oog dat ik ben. Ik bedenk me plots vol trots. Mij was weken terug de hele verzameling van Multatuli aangeboden als geschenk zo maar. En verzamelwerken van Indische schrijvers. Ik heb bewust geweigerd en geadviseerd alles aan een museum te schenken of anders te verzilveren om zijn droom een nieuw leven in Indonesia te waarborgen. Hier zocht en vond en kocht ik vol trots en werd eigenaar/es van het zo begeerde boek. Teder strelen mijn vingers  het boek van Willem Brandt. Getiteld reizend achter het heimwee.

Ben graait gretig het boek uit mijn hand. = Wist niet dat hij een boek heeft geschreven. Wil ik zeker hebben. Ik bewonder die man van zijn tv programma.= Waarop ik in verweer…We spreken duidelijk niet over de zelfde persoon. Dit is een gedichten bundel die ik mezelf kocht. Hij slaat een pagina open. Ach nee.. ik begrijp poëzie toch niet. Maar vanavond is ie op teevee.

In de avond uren na het warme maal zit Ben verrukt gedoken in zijn zakformaat bijbeltje. Verheerlijkt glunderend vertelt hij me de details over de schrijver en het taal gebruik. Ik stort daarna me met volle aandacht in het boek van Willem Brandt.

 Elk woord resoneert in het hoekje van herkenning in mijn ziel. Zijn ziel verwoordt een schilderij waarin je je meteen voelt verzonken.

De schrijver: Willem Brandt repatrieerde na een 27 jarig verblijf in de tropen naar Nederland

Zijn gedichten zo vol liefde voor Indonesia , zo teder als rijstpapier , waarop in fluweel zachte lijnen en streken zijn gevoel geaccentueerd

Lees maar:

Reizend achter het heimwee

ISBN  90 6045 012 4

Uitgever Hollandia B V 1977

Schrijver dichter Willem Brandt

Pagina 37

Gedicht:  

                                   

Experimenteel

Met kapmes en kompas rintussen hakkend

door strikkende lianen , dreigend hout

het schietwapen gereed, muisstil sluipstappend ,

elk spoor het herkennend  in het duistere woud

 

legerend aan een onbekende stroom,

namen gevend aan bergen en rivieren ,

alleen zijn met de sterren en de dieren

tussen de dood en zijn ontdekkersdroom,

 

 

geen leeftocht dan zijn rijst, zout en tabak

de vruchten van het bos en wat patronen,

water en vuur om ’s avonds bij te wonen

en in de regennacht een bladerdak

 

 

Lichaam en ziel worden hier nieuw en puur,

Verbonden tot hun diepste eigenheden;

Een leven experimenteel beleden

Onder de discipline der natuur.

 

 

Ellen Hauwert

Woensdag 14 augustus 2013

 Tot volgende keer!

 

 

 

 

Lees verder…

Taihuttu maakt film over politionele acties

10897276453?profile=originalTaihuttu maakt film over politionele acties

14-08-13   10:29 uur  - Bron: ANP/BuzzE 

Foto - Nasrdin Dchar, Achmed Akkabi en Marwan Kenzari (VLNR) arriveren op de galapremiere van de Nederlandse speelfilm Rabat in Tuschinski Amsterdam in 2011. © ANP Kippa

Regisseur Jim Taihuttu en producent Habbekrats, die eerder Rabat en Wolf maakten, werken aan een film over de politionele acties in Nederlands-Indie. Het project heeft als voorlopige titel Ratu Adil, 'de rechtmatige vorst'. Marwan Kenzari speelt in elk geval een hoofdrol in de film.

10897276466?profile=original© Foto - Jim Taihuttu (L). ANP Kippa

De politionele acties, die werden uitgevoerd door de Nederlandse strijdkrachten in Nederlands-Indië vlak na de Tweede Wereldoorlog, worden gezien als een zwarte bladzijde uit de recente Nederlandse geschiedenis. Op Java en Sumatra greep het Nederlandse leger hardhandig in om de onafhankelijkheidsbeweging op die eilanden de kop in te drukken. De optredens tussen 1945 en 1949 kostten meer dan 100.000 Indonesiërs het leven. Uiteindelijk greep de Verenigde Naties in en dwong Nederland zich terug te trekken.

De film vertelt over de 18-jarige Johan die na de Tweede Wereldoorlog het leger ingaat om Indië te bevrijden van de rebellen. Hij komt terecht in het elitekorps van de beruchte kapitein Westerling die hem als een jonge broer onder zijn vleugels neemt. Kenzari speelt de rol van Westerling.

'Het wordt na Rabat en Wolf heel ander soort verhaal', legt regisseur Taihuttu uit. 'Dit onderwerp heeft veel meer met mijn eigen roots te maken. Mijn opa was sergeant in de KNIL en is daar omgekomen. Bovendien is het een stuk geschiedenis dat schandalig onderbelicht is.' Taihuttu werkt op dit moment aan het scenario.

Zijn nieuwe film Wolf draait vanaf 21 september in de Nederlandse bioscopen. Het grimmige drama vertelt over de Noord-Afrikaanse jongen Majid (Kenzari) die in een achterstandswijk probeert zijn plek te vinden in de harde, moderne maatschappij. Het feit dat Majid talent heeft voor kickboksen biedt hem die kans wanneer hij les neemt op de sportschool van buurtnestor Ben (Raymond Thiry).

(Bewerkt door: Redactie) 

Lees verder…

Likeur met spekkoek smaak predikaat fine and excellent!

10897275873?profile=originalDag Ferry,

Vergat jou als nieuwsjager, dacht ik, nota bene dit heugelijke nieuws van mijn oudste zoon te melden. 
Tv-interviews, krantenartikel in het AD, fotoshoots met BN'ers, kortom veel reclame voor dit nieuwe Indische drankje met spekkoek-smaak, door hem geproduceerd en op de markt gebracht.
Onze 3e generatie luidt de bel en hoe...!!!
Het is een internationale doorbraak en geweldige erkenning wereldwijd. De internationale vakjury bestaande uit 300 leden, gaf het predikaat: fine and excellent..!! Is toch een nieuwsfeit van de eerste orde en geweldige opsteker voor de Indische gemeenschap, toch?
Kijk maar op zijn site: www.sayah.nl
gr
Wouter
Lees verder…

Herdenken - WAAROM HERDENKEN OP 15 AUGUSTUS?

Herdenken 

10897273093?profile=original

Nederland wordt bevrijd op 5 mei 1945. Op die datum is er in voormalig Nederlands-Indië echter nog geen bevrijding. De Japanse overheersing van het voormalig Nederlands-Indië drukt in de hierop volgende maanden nog zwaar op alle inwoners van dat land en ver daarbuiten.

De aandacht van de (Nationale) Herdenking op 4 mei gaat vooral uit naar de gevolgen van de oorlog tegen nazi-Duitsland. De dag erna is gereserveerd voor de feestelijke viering van de bevrijding van de Nazi bezetter.
De geschiedenis van de mensen met een Indische oorlogsachtergrond is echter zó anders verlopen dat de activiteiten op 4 en 5 mei niet genoeg bij de behoeften van deze groep blijken aan te sluiten.

Capitulatie
Pas op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan de oorlog in dit gebied door de capitulatie van Japan. Dit betekende echter nog niet dat er sprake kon zijn van een echte bevrijding. Toen Japan zich overgaf, waren er nog geen geallieerde troepen Indië binnengetrokken. De Japanse militairen kregen de opdracht de orde en rust te bewaren totdat de geallieerde troepen de macht konden overnemen.

Maar twee dagen na de capitulatie van Japan op 17 augustus 1945 besloot een invloedrijke groep Indonesiërs onder druk van hun jonge achterban Indonesië onafhankelijk te verklaren zowel van Nederland als van Japan. Als gevolg daarvan begonnen Indonesische strijdgroepen alles in het werk te stellen om wapens van het Japanse leger te bemachtigen om te voorkomen dat de Nederlanders hun voormalige machtspositie zouden terugkrijgen. Het begin van de onafhankelijkheidsoorlog was een feit en ging met veel geweld gepaard.
Velen, ex-kampers en buitenkampers, waaronder Indo-Europeanen en Chinezen, belandden in een concentratiekamp nu onder het regime van Indonesische “vrijheidsstrijders”.



Onafhankelijkheid
Deze oorlog leidt uiteindelijk tot de onafhankelijkheid van Indonesië op 27 december 1949. Als gevolg daarvan worden velen gedwongen te kiezen tussen Nederland en Indonesië. Keuze tussen blijven en vertrekken. Honderdduizenden worden daarom in de jaren na 1945 (nood)gedwongen naar Nederland verscheept. Dit betekent dat tot in de jaren zestig zo’n 300.000 personen vanuit Indonesië naar Nederland komen. Velen zijn nog nooit in Nederland geweest en hebben op de een of andere manier hun wortels in Indië. Hollanders, Indo-europeanen (“Indo’s”) en de groep Ambonezen / Molukkers en Chinezen.
Ondanks hun eigen (vaak dramatische) oorlogsgeschiedenis, wordt hen duidelijk gemaakt dat in Nederland een “eigen” oorlog is geweest waardoor er geen ruimte blijkt te zijn voor de verhalen over die “verre Aziatische” oorlog.

Dit heeft onder andere tot gevolg dat het einde van de Tweede Wereldoorlog voor veel Indische mensen niet een periode van herstel inluidt, maar eerder een markering blijkt te zijn van voortschrijdend verlies: van have en goed, status en geboorteland. Soms zelfs van identiteit. Kortom, compleet verlies van een manier van leven.
Er rest de betrokkenen niets anders dan het zich zo geruisloos mogelijk aanpassen aan de in het nieuwe vaderland heersende cultuur. Onder andere door het hanteren van een eigen “Indische” arbeidsethos: extra hard werken.

10897275083?profile=originalHerdenken en ontmoeten
De 15e augustus is elk jaar de dag waarop al die ingrijpende gebeurtenissen kunnen worden herdacht in gezelschap van personen met een gedeelde “Indische” achtergrond.
De eerste herdenking op 15 augustus komt op initiatief van ir. G.S. Vrijburg in 1970 in Den Haag tot stand. Hierbij zijn koningin Juliana, Prinses Beatrix en Prins Claus aanwezig zijn.

Na deze, oorspronkelijk als eenmalig bedoelde gebeurtenis, blijkt dat velen behoefte hebben aan een herhaling van deze gelegenheid tot herdenken en ontmoeten. In 1980 wordt de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 opgericht met ZKH Prins Bernhard als beschermheer om een jaarlijkse herdenking en ontmoeting te organiseren. In dat jaar vindt een grootse herdenking plaats in aanwezigheid van Koningin Beatrix en ZKH Prins Claus. Sedertdien wordt ieder jaar de herdenking op 15 augustus op wisselende plaatsen in het land georganiseerd.
Totdat in 1988 het Indisch Monument aan de Prof. Teldersweg in Den Haag wordt onthuld door H.M. koningin Beatrix en de Indische gemeenschap eindelijk een eigen monument heeft waar men jaarlijks de overleden dierbaren kan herdenken.
Dit monument symboliseert het lijden van alle landgenoten in Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Eer bewijzen
In 1999 heeft het kabinet Kok 15 augustus 1945 erkend als het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf dat moment wordt op deze dag op alle overheidsgebouwen gevlagd. Ook de media besteden zendtijd aan deze gebeurtenis.

Velen van de generatie die de Tweede wereldoorlog in Azië daadwerkelijk hebben meegemaakt zijn inmiddels overleden. Desondanks wordt de jaarlijkse Herdenking op 15 Augustus druk bezocht.
Voor vele deelnemers is het de gelegenheid om stil te staan bij de eigen herinneringen aan die periode. Om eer te bewijzen aan dierbaren die deze periode niet hebben overleefd.

Ook jongeren komen in toenemende getale naar de Herdenking. Veelal op uitnodiging van hun ouders of grootouders. Vaak ook uit eigen gezonde nieuwsgierigheid naar hun “wortels”. Uit respect voor hun (voor)ouders. Er is bij hen sprake van behoefte om verhalen te horen die eigen ouders en grootouders (nog) niet hebben kunnen of durven vertellen.
Bij de jongere generatie blijkt nu een groeiende behoefte aan persoonlijke verhalen over toen. Om te kunnen weten. Om de geschiedenis van zichzelf en die van de (groot)ouders beter te kunnen begrijpen.

De Herdenking wordt jaarlijks bijgewoond door vertegenwoordigers van de Nederlandse regering en van die van de toenmalige geallieerden. Hiermee toont men betrokkenheid bij en erkent men het belang van de Herdenking van 15 augustus 1945.

http://www.indieherdenking.nl/cms/publish/content/showpage.asp?pageid=27

10897275677?profile=original

ii

Lees verder…

10897266653?profile=originalKousbroeks ‘’Kampsyndroom’’ 

Besproken door: Pjotr.X. Siccama – deel 4

Was het maar anders geweest..(!)” schrijft Kousbroek.

Ja, anders. Had de Nederlandse Staat en in haar verlengde het algehele principe van een oud koloniaal concept (die andere koloniale mogendheden toen eveneens strikt hanteerden) direct of geleidelijk in een nieuw beleid geleidelijk (of direct) geconverteerd, had zij als eerste de wereld laten zien dat het ook “anders” niet alleen mogelijk was, maar tevens het oude kolonialisme in die tijd vaarwel kunnen zeggen en andere koloniale mogendheden naar de kroon gestoken.

Een verdomd gemiste historische kans van jewelste. Het had alles te maken met geborneerdheid van politici, kortzichtigheid en afwezige visie en durf. Van de democratische bestanddelen waar wij zo rijkelijk van zijn voorzien en bevochten en gekoesterd hebben, werden merkwaardig genoeg niets aangesproken.

De Nederlandse Staat als koloniale mogendheid die in het midden van de 20e eeuw tot een einde is gekomen, keek allereerst en niet zonder zorgen, angstvallig naar de naaste Europese buren, hoe zij met het systeem omgingen in hun koloniën, uit vrees voor economische mishits en valse concurrentie. Een dwangmatige competitie schuilt blijkbaar in hun handelen. Het is het  patroon dat zich voortdurend herhaalt.

Het werd immers altijd gezien door een handelskijker om de status quo van het evenwicht in de wereldhandel te handhaven. Maatstaf voor een korte termijn denkwijze, maar niet wanneer een natie, een Staat op een wereldpodium te kijk staat en doet alsof zij het best goed doet in de Colonia. Eigenlijk zou de Nederlandse Staat best een hoofdrol willen spelen in het politieke

 10897273470?profile=original

Foto- trafkamp Boven Digoel op Nieuw Guinea waar de Indonesische intellectuelen werden gevangen gehouden.

wereldpodium, maar de omstandigheden van die tijd voor haar koloniën, waren helaas zo duister van aard, dat zij liever eieren voor haar geld koos, geen pottenkijkers duldde en op die manier alle kritieken te ontlopen.

Waren Soetan Sharir, Hatta en zovele vrije geesten maar niet gedeporteerd, maar  in plaats daarvan gehoord en naar hen geluisterd, dan was er voor beide landen Indonesië en  Nederland een veelbelovende toekomst weggelegd: de Wereld zou er voor beide landen er heel anders hebben uitgezien. Een exhibitie van een Staat en hoe een Staat tot zulke voor haar onwetend gehouden inwoners rampzalige beslissingen had kunnen nemen: mond gesnoerd, kop ingedrukt, ontnemen van de individuele vrijheid, beroven van menselijk geluk.: het waren ingrediënten van een politiestaat.  

Kousbroek verdwaalde, zo schrijft hij bij het lezen van een historische Europese roman van Hella Haasse, omdat hij geen in of uitgangen kon vinden. In mijn voorstelling was het beeld te vergelijken met het moment van het eerste uur van de strijders voor de onafhankelijkheid van de nieuwe Republiek Indonesië (Sharir, Hatta, Sukarno e.a.), maar bij hen waren er helemaal geen deuren die konden worden geopend, laat staan dat er stemmen van binnenuit konden worden gehoord.

Wanneer Indonesiërs voor studie of door omstandigheden in Nederland (en Europa) verbleven, waren zij uiterst verbaasd dat er in Nederland heel andere Hollanders woonden, die zich keurig gedroegen en bij wie niets te bespeuren viel van discriminatoire bejegening. Ze vroegen zich af of daar in de kolonie wellicht een andere soort Hollanders waren. Zulk een constatering geeft immers te denken en is voor een natie als Nederland werkelijk ernstig en uiterst pijnlijk. 

Een van de pijlers voor een harmonische samenleving is de zorg voor goed onderwijs waarbij de cultuurpolitiek een natuurlijk stimulerend fundament dient te zijn dat verantwoordelijkheden van de uitvoerders verlangt. En uitgerekend op dit terrein hadden zij in de kolonie die verantwoordelijk waren voor een van de meest belangrijk onderdelen het geheel laten afweten. In de “taal en cultuurpolitiek in de koloniën” van Groeneboer (zie serie artikelen in ICM) bijvoorbeeld werd al gewezen op de bizarre situatie in het onderwijs met name in Nederlands Indië: de zogeheten “wilde scholen” ontstonden (waar overigens Tjalie Robinson les had gegeven) en waar successievelijk het “wilde Nederlands” in de dagelijkse omgang werd gesproken. De autoriteiten vonden deze ontwikkeling maar niets, maar daar bleef het eigenlijk bij. Drastische maatregelen ter verbetering bleven eenvoudig uit. Weer een gemiste kans om de Nederlandse (zeg Europese) cultuur dicht bij de inheemse bevolking te brengen. In het begin vond het koloniaal bestuur het nodig om de (interne) discussie te openen over de vraag om het Maleis, (dus nog geen Bahasa) als Nationale eenheidstaal in heel Nederlands Indië in te voeren en/of het Nederlands.

Het idee om het Nederlands (taal van de koloniale mogendheid) over de gehele Archipel in te voeren kwam eigenlijk van ons westers buurland dat in India het Engels als voertaal wist door te voeren. Maar na veel interne consults en veelvuldig ingestelde commissies die over dit punt moesten buigen, zag het koloniaal Bestuur definitief ervan af. Redenen tot dit besluit waren discriminerend: Invoering zou een “gevaar” opleveren en een bedreiging voor de Nederlandse suprematie en ook nog: ..het zou de Inheemse bevolking makkelijk toegang verschaffen tot alle ontwikkelingen en in de Westerse wetenschap en zo meer, kortom a superiorcomplex. Het Nederlandse motto ‘’Je maintiendrai’’ wordt hier bedenkelijk en wel letterlijk gepraktiseerd.

 

Suprematie, uit het Latijn afgeleide term dat het Romeinse Rijk uiteindelijk de kop heeft gekost, zo ook Nederlands Indië waar heldere tekens van verval  overal de kop opstaken en zichtbaar werden om het einde aan te kondigen.

Dat alle Rijken gedoemd zijn ten onder te gaan, kan heel eenvoudig worden gezien en gemeten aan de hand van het gedrag en mentaliteit van de inwoners zelf. Want daar verbergen zich al tekenen tot verval. Het grootste voorbeeld was het Britse Imperium waar het begin van de ondergang zich had gemanifesteerd in de al maar groter wordende tegenstellingen en de verwerpelijke dagelijkse houding en gedrag van de Britten in de straten van India jegens haar oorspronkelijke inwoners.

 

Kousbroek over het trio Sharir, Hatta en Sukarno  : “..had het maar nog een generatie langer geduurd…’’ voordat de 2eWO begon, neem ik aan. (Die gelegenheid had een ieder ze van harte gegund)  Ja hád en wat dan ?

Zouden deze Indonesische intellectuelen anders hebben gereageerd na en tijdens de inval van de Japanse bezetting? Zouden ze wellicht onherroepelijk de zijde van het koloniaal bewind hebben gekozen? . Er zou dan bijvoorbeeld geen politionele actie zijn geweest waarop het Nederlands koloniaal beleid door de Wereldgemeenschap danig werd gekapitteld. Kortom er zou helemaal geen druppel bloed zijn vergoten. Maar al die mensen (arme onschuldige drommels) zijn nu dood en werkelijk voor niets gestorven, omdat politici alles stuk maken.  Was het inderdaad maar anders geweest.

 

Het leek alsof het hele Archipeldrama zich had afgespeeld op het artificiële speelveld  als een soort ondergaande straf, de Indonesiërs opgelegd, dat zij uit pure wraak de zijde van de nieuwe bezetter kozen. Was het ressentiment van de Indonesiërs? Zij waren immers door het koloniaal Bestuur in de steek gelaten.  Maar dan kwam de gelegenheid en het juiste moment dat  de


Indonesiërs het speelveld eindelijk op konden met een immense rugdekking van de nieuwe bezetter. De kinderen die eerst niet buiten mochten spelen daar het speelkwartier voor hen werd ingetrokken, speelden nu de hoofdrol. Beroofd werden zij daarvoor van al die speeluren door hen die te lichtzinnig over anderen hadden gedacht en geoordeeld.

Een grote historische stupiditeit van het koloniaal bewind met oerdomme bewindslieden die alleen de schijn wilden ophouden tegenover de
Wereldgemeenschap om duidelijk te laten zien dat zij ook een majeure rol speelde  te vervullen had op het Wereldtoneel en immer ten koste van anderen.

 

Wanneer de heer Wertheim (wiens uitspraken en geschriften met betrekking tot het koloniaal bewind in Nederlands Indië ondergetekende kent en in het algemeen zeer waardeert) in het boek ten tonele verschijnt, valt zijn uitspraak me weer behoorlijk tegen als hij met “..heimwee naar de tijd van Sukarno” aan komt draven. Is dit valse nostalgie of een serieuze grap?

Jammer; maar waarom gaat deze man voorbij aan de ware nucleus van het strijdtoneel van de Merdeka van en door die uiterste belangwekkende mannen als Sharir en de zijnen die bergen hadden verzet en toch de belichaming vormden van die Merdeka als het geweten van de Nieuwe Republiek is een raadsel.

 

De schrijver Pramoedya Ananta Tour noemt Kousbroek een grote schrijver van dit moment in Indonesië, maar heeft ook kritiek op historische onderdelen en de onvermijdelijke tijdsperiodes van het koloniaal bewind. Over zijn werk kan ik moeilijk oordelen aangezien ik niet bepaald een groot kenner ben van zijn werk. In ieder geval brengt Kousbroek me op pad om er meer kennis van te nemen.

Deze Indonesische schrijver beschouwt Raden Adjeng Kartini (ze stierf toen ze amper 25 was in 1904) als een soort geestelijke verlosser en ziet in haar de belangrijkste vrouw voor de emancipatie van de inheemse geaardheid (en identiteit). Zij schijnt officieel tot nationale heldin te zijn verklaard. Haar rustplaats, een soort mausoleum, trekt elk jaar veel bezoekers als een waar pelgrimsoord. De Indonesische kunstenaars, niet alleen schrijvers (door Pramoedya wordt ze min of meer geclaimd voor het proletariaat) maar ook beeldende kunstenaars hebben Kartini in het hart gesloten en zien in haar de belichaming van de, wat we in het Westen noemen: de Artes Liberales. Voor nagenoeg alle uitingen van de Kunsten is zij het grote symbool geworden in heel Indonesië.

 

In het hoofdstuk over Kartini onthulde Kousbroek en passant het feit dat Du Perron over deze vrouw schreef en een oordeel gaf. Het staat een ieder vrij om ergens over te oordelen (alhoewel ‘’oordelen’’  hoe dan ook een belastend werkwoord blijft en de moraal zo om de hoek komt kijken), maar in Du Perrons visie maak ik op dat hij wel (bij voortduring en niet zelden) behoorlijk tekeer kan gaan en deze vrouw in haar zwakheid treft en op haar ziel trapt  Zou het wellicht kunnen zijn omdat Kartini  een Javaanse vrouw of simpel een vrouw was? Du Perron kon toch immers ook weten hoe de levensomstandigheden waren en met name de opvattingen van de Javanen om de Westerse cultuur op te nemen (niet alleen afkomstig uit gegoede families en/of hogere milieus). De Javaanse gevoeligheden waren (en zijn) er gewoon en zeker voor vrouwen van het kaliber Kartini was het beslist niet eenvoudig en niet vanzelfsprekend een vreemde cultuur te bestuderen op haar manier. De vrouw had in al haar pogingen en wensen/verlangen moeten worden gestimuleerd en gestuurd. Was het omdat Kartini een Javaanse vrouw of gewoon een vrouw was?

 Per slot was Du Perron ook half Javaans, met een Javaans voorkomen en onmiskenbare Dravidische trekken overigens. Maar dit terzijde. Juist hij moest het beter weten, maar verloochening van zijn eigen achtergrond, afkomst en verleden scheen hem geen enkele moeite te hebben gekost, integendeel zou ik  zeggen: blijkbaar een sterke karaktertrek.

Het stond hem vanzelfsprekend vrij om zijn kritiek(en) te leveren; op zichzelf juist, maar wanneer je de destructieve kritieken die hij in zijn geschriften, overigens niet alleen jegens Kartini, leest, dan ontdek je de donkere zijden van zijn karakter als schrijver. Kousbroek naar aanleiding van de Perron s oordeel over het eigen maken van de “Westerse cultuur’’: Citaat: “..het geeft integendeel een voortreffelijk beeld van de ontwikkeling de Javanen die zich de ‘westerse cultuur’ wilden eigen maken en als zodanig ‘’de Europese provincie Holland’’ vonden..”.(einde citaat)

 

Voortreffelijk beeld! Ik meen te weten dat het begin van de ontmoeting met de Westerse Cultuur voor de Javanen een heel vreemde ervaring moest zijn geweest, dient niet vergeten te worden. In die voor de Javanen diffuse en verwarrende omstandigheid is de beschrijvende constatering misschien ( nogmaals: ab viso modo)  juist, maar hier spelen andere curieuze zaken een rol waarvan er een is: de leedvermakelijkheid.van Du Perron die met een minachtende toon op de


culturele adaptatie wees. Enfin men kon blijkbaar nooit iets goeds doen in zijn ogen. Volstrekte arrogantie van du Perron waar hij (of wilde niets van weten)  ongetwijfeld, ‘’de drempel’’ van het Javaans inzicht en Adat, naar mijn inziens als een razende Roeland voorbij was gerend en het hart volkomen had gemist.

Hier laat Kousbroek zich bewust (?) meeslepen in een naar mijn smaak vreemdsoortige gedachtengang van du Perron. En wel op een manier die mij niet bevalt. Ik vertrouw van mijn favoriete auteur dat hij zich hiermee niet schaart onder de betweterige auteurs die menen de wijsheid in de achterzak te hebben.

Terug naar Kartini. Het is niet mijn forte en heb ook niet een gezag om direct over de persoon te oordelen;  Ik constateer slechts dat het verschijnsel van de afwezigheid van juiste informatie en cultuurbronnen waar altijd al een groot gebrek aan was debet was en niet bepaald bevorderlijk voor een jonge progressieve vrouw als Kartini om zich in een andere cultuur te verdiepen. De andere berg die zij ook nog moest overwinnen was de toen nog strengere Javaanse hiërarchie dan nu het geval is waarin nauwelijks ruimte was voor geestelijke vrijheden en bevrijdingideologieën. De heren die dachten beter te weten moeten zich  schamen om zich bij voorbaat oordelen aan te matigen.

 

Maar dan de zin over “de ontwikkeling der Javanen die zich ‘de Westerse cultuur’ eigen wilde maken”. Voilà. Nu initieerden (eerder: grepen ze aan) de Javanen zelf de mogelijkheid om de “Westerse cultuur” goed te bestuderen en te ontwikkelen, of ze worden onmiddellijk gesanctioneerd door psychische onthoofding. Men zou er zijn bekomst van krijgen. Het was duidelijk dat op deze manier de toegang tot “de poorten van De Europese provincie Holland” voor alle Indonesiërs nu wel definitief waren gesloten. Hádden zij die ‘’Europese provincie maar niet gevonden’’, dan was het voor hen veel beter geweest om via een geheel andere weg het oude hart van Europa en de Europese ziel te ontdekken en op die manier ‘’de provincie Holland’’ vanuit dat centrum eens te bekijken. Maar alles is bij ons verkeerd gelopen en heeft het collegium poenalis haar destructieve werk gedaan. Einde van het begin van een sprookje.

Het ging hier onder andere (ook) over (vrouwen)emancipatie en een vrouw in de Javaanse cultuur werd (wordt nu veel beter) beschouwd als van een ander niveau, een andere categorie. Du Perron was naar mijn idee, op z’n zachtst gezegd vrouwonvriendelijk en bovendien een grote gemene snob die zichzelf als “echte Europeaan” zag, wat hij helemaal niet was.

 

Dat een buitenstaander (buitenlanders) werkelijk niets snapt (Kousbroek) van wat in de Dutch Indies heeft afgespeeld en zeker niet op dit niveau.is wel duidelijk – Is it a political or cultural dilemma? (hoor je maar al te vaak). Zo diep zijn we gezonken voor wat betreft het nalaten van propaganda en verspreiding over de Nederlandse cultuur. En die lieden die voor deze onduidelijkheid mede schuldig waren, zijn in dit artikel genoemd.

Ik stel daarom voor om forensische experts in te huren om deze culturele chaos onder de aandacht te brengen voor algehele uitleg aan onze buren in Europa en verder in het buitenland overal waar wij geaccrediteerd zijn, inclusief het Vaticaan.

Kousbroek ergert zich in zijn boek om het een en ander; welnu, wat mij ergert is het constante gekibbel van Du Perron (en ook Ter Braak in mindere mate) over andere auteurs die over Nederlands Indië hebben geschreven, in plaats daarvan hadden zij zich meer op hun eigen toko en op hun eigenlijke werk (en taak) moeten concentreren en zich niet te gedragen als een kwellend gezelschap.

Wás Du Perron maar niet vóór de 2e WO gestorven, dan zou hij wel zeker anders hebben gepiept.

Ach, was het inderdaad maar anders geweest.

 

Wordt vervolgd

10897273680?profile=original

10897274084?profile=original

 

 

470 × 352 - kecopbioinfo.blogspot.com

 v l.n.r. Soetan Sharir, Sukarno, Mohammed Hatta.

 

10897273885?profile=original

10897274475?profile=original

Graf van Kartini.                                                            Indonesische volksheldin  Kartini

10897274854?profile=original

Lees verder…

Schikking weduwen Zuid-Sulawesi

Tien weduwen hebben een schikking getroffen met Nederland»
Tien weduwen hebben een schikking getroffen met Nederland NOS

Nederland heeft een schikking getroffen met tien weduwen van wie de mannen in 1946 en 1947 door Nederlandse militairen op Zuid-Celebes, op het huidige Sulawesi, zijn doodgeschoten. De weduwen krijgen ieder een financiële compensatie van 20.000 euro en de Nederlandse ambassadeur zal openbaar excuses aanbieden namens de Staat.

In april liepen onderhandelingen tussen de weduwen en het ministerie van Buitenlandse Zaken op niets uit. Toen werd de vrouwen een bedrag van 10.000 euro per persoon aangeboden en schriftelijke excuses.

Excuses

De advocaat van de tien weduwen in Zuid-Sulawesi, Liesbeth Zegveld, is blij met de schikking die is getroffen: "Ik heb de vrouwen gesproken en zij voelen zich rijk. Maar voor hen zijn ook de excuses heel belangrijk".

Eerder kregen de weduwen in de zaak Rawagede ook compensatie. Na een jarenlang proces werden zij in 2010 door de rechtbank in Den Haag in het gelijk gesteld in hun claim tegen de Staat. De weduwen kregen 20.000 euro per persoon en de Nederlandse ambassadeur bood in het openbaar excuses aan aan de nabestaanden.

Volgens Zegveld kan voorkomen worden dat nu nieuwe zaken zich aandienen: "Mijn boodschap aan de minister is om nu voor alle slachtoffers van de standrechtelijke executies excuses te maken en zich nu niet te beperkingen tot Zuid-Sulawesi, zodat het een oprecht gebaar is en we het dossier een keer kunnen sluiten."

Zuiveringsactie

Het bloedbad in 1946 en 1947 op Zuid-Celebes door de troepen van kapitein Westerling was een van de dieptepunten van de strijd tussen het Nederlandse leger en de Indonesische opstandelingen. Westerling kreeg de opdracht om de openbare orde te herstellen.

Tijdens de zuiveringsactie vielen volgens de Indonesische autoriteiten tienduizenden doden. Een deel van de slachtoffers werd zonder proces standrechtelijk geëxecuteerd. Andere bronnen spreken van een veel lager aantal.

ICM RED.

Derde zaak staat al op de rol!

Wanneer is de Indische Gemeenschap aan de beurt! Want de omstreden leeftijd van 105 jaar is in het verpeste klimaat van Nederland onmogelijke opgave.

Lees verder…

Willem Nijholt in zijn nopjes REÜNIE na zeventig jaar!

10897271893?profile=originalWillem Nijholt in zijn nopjes  REÜNIE na zeventig jaar!

De ontmoeting tussen de gelauwerde acteur en Ilse Evelijn Veere vindt plaats op Schiphol. Ze is na de oorlog in Amerika gaan wonen. „Ik haal haar op met een grote bos bloemen. Ze komt hier om haar zus in Groningen te bezoeken. Toeval bestaat niet. Ze had net als mijn partner Ben en ik haar reis al gepland, en komt een dag aan nadat Ben en ik even terug zijn uit Frankrijk. En ze heeft net als ik ook een boek geschreven over haar ervaringen in het jappenkamp: End the silence . Daar is ze al een paar keer mee op de Amerikaanse televisie geweest.”

In zijn Franse huis in de Loirestreek, waar hij met Ben Swibben – zijn levenspartner sinds 1977 – permanent woont, is Willem opgetogen. „Het is toch ongelooflijk; we hebben elkaar zeventig jaar niet gezien! Ongeveer hetzelfde meegemaakt en dat van ons af geschreven. Het komt allemaal door een fan, inmiddels eigenlijk meer een vriend, die een website over mij heeft opgezet. Mark de Vries las mijn boek Met bonzend hart , kwam de naam van Ilse tegen en, nieuwsgierig geworden, googelde toen haar naam.

10897271680?profile=original

Foto : De Indische Jeugdvriedin gevonden In Amerika

( De 79-jarige Willem Nijholt staat aan de vooravond van een van de ontroerendste ontmoetingen van zijn leven. En we

l met het meisje met de witte strik. Ilse Evelijn Veere woonde in dezelfde straat in Soemenep op het eiland Madoera als hij, vlak voor zowel zij met haar gezin als híj met zijn moeder, broer en zus naar een jappenkamp werd getransporteerd. „Wij werden opgehaald en zij ook. Ik was acht jaar. Ik heb nooit geweten waar mijn jeugdvriendinnetje terecht is gekomen, of wat er van haar geworden is. En nu ga ik haar weer zien!” )

Foto : Een piepjonge Willem met op de achtergrond zijn vader. Willem: „Ik was bepaald niet de stoere jongen op wie mijn vader als KNIL-militair had gehoopt.” OMSLAGFOTO ’MET BONZEND HART’

10897272477?profile=original

Foto : Ilse Evelijn Veere-Smit zoals zij er tegenwoordig uitziet. In 1954 trouwde ze in Amsterdam met Jan Smit, vandaar haar achternaam. FOTO: MICHAEL STADLER

 

Dochter

„Zo kwam hij erachter dat Ilse nog leeft! In Washington, Amerika! Waar zij met haar naaste familie niet lang na de oorlog terecht is gekomen. Hij heeft de contacten gelegd en enfin, van het een kwam het ander. Ik heb haar een lange brief geschreven, haar dochter gesproken… En nu gaan we elkaar dus binnenkort ontmoeten.”

Willem vertelt: „De laatste jaren voor Japan in oorlog kwam met Nederland, dus ook met Indonesië, woonde ons gezin op het eiland Madoera in de hoofdstad Soemenep. In die paar jaar hadden wij in onze straat omgang met de familie Evelijn Veere. Het oudste dochtertje, Ilse, werd een speelkameraadje 

van me en omdat ik geen voetbaljongen was maar meer met meisjes speelde, raakten Ilse en ik echt bevriend. Zij was iets ouder dan ik, kon heel goed bikkelen en heeft mij dat geleerd. We zaten dan op het platje voor hun huis. Ook kwam ze veel bij ons, vooral op het voorerf, waar wij grote Tjimahi-bomen hadden, met van die heel lange dennennaalden, soms wel twintig cm lang. Ik kon de segmentjes van die naalden lostrekken en dan deed ik er jasmijn aan vast en dan kon je die naald ook weer sluiten. En zo vlocht ik bloemenkransjes voor haar en mijn moeder, die meestal op ons voorplatje aan de ratelende naaimachine zat.”

De vriendelijke acteur knijpt mijmerend zijn ogen samen: „Ik was bepaald niet de stoere jongen op wie mijn vader als KNIL-militair had gehoopt. Ilse en ik kregen de lapjes stof die mijn moeder niet meer gebruikte en maakten daarvan dan poppenkleertjes. Het waren zonnige dagen, ik weet ook nog dat ik met haar op een of ander Oranjefeest een klompendansje deed.”

In de brieven aan Hella S. Haasse die zijn boek Met bonzend hart (2011) opleverden, schrijft Willem al: Ik heb me nooit door mijn vader geaccepteerd gevoeld. Ik was als tweede kind de teleurstelling. Ik was niet het meisje op wie hij en mijn moeder, nadat mijn broer Jan was geboren als stamhouder, zo hadden gerekend. Toen ik als jongentje dan toch een meisjesachtig kind bleek, heb ik in die ogen van hem vaak irritatie en zelfs afkeer gevoeld als ik met mijn aankleedpoppen speelde of met mijn buurmeisje hinkelde of bikkelde. Nee, dan Jantje, die voetbalde en katjongde (kattekwaad uithalen) met zijn vriendjes. Die kwam altijd onder de schrammen en builen thuis van hun gezamenlijke strooptochten en zat even later gemandied (gewassen) en gejodiumd weer stoer onder pleister en verband wilde verhalen te vertellen als  

pa weer thuis was. En ik? Ik zat liever de hele middag naast maatje (zijn moeder, red.) en de naaimachine met Ilse Evelijn Veere. Mijn buurmeisje en vriendinnetje, een mollig Indisch meisje met een zwart Louise Brooks kapsel en altijd boven op haar hoofd een witte strik . Willem lacht: „Ik heb haar na zeventig jaar weer gevonden, hoe uniek is dat!” Hij herinnert zich: „Ik weet nog dat mijn moeder altijd, als ik was gevallen en me pijn had gedaan, zei ’kom maar jongen, ik leg er een koekje op. Het gaat wel over voor je een meisje bent geworden’. Een keer heb ik toen uitgeroepen: ’Maar ik wil graag een meisje zijn!’ De blik in de ogen van mijn vader… Ik krimp er nog steeds van in elkaar. Ach… mijn vader was in die tijd vlak voor Japan ook in oorlog kwam met Nederland, behoorlijk gefrustreerd. Madoera was strategisch heel belangrijk en tegen een Japanse invasie vanuit zee was er weinig te verdedigen. Het eiland had maar één tank. Al die stress van patrouilles, oefeningen en strategiebepalingen… Het voelde voor hem nutteloos, hopeloos en uitzichtloos. Moet je je voorstellen dat je dan na zo’n tweedaagse, overbodig te beschouwen veldtocht ook nog gepest wordt door je toch al niet favoriete zoontje van acht, dat nuffig modepopjes zit te knippen. Hij was als een kind zo blij toen mijn zusje Ria werd geboren.”

Willem zucht: „We hebben het uiteindelijk allemaal overleefd. Mijn vader de Birmaspoorlijn en mijn moeder op het nippertje de kampen. Zij heeft helaas nooit mogen zien dat ik succes kreeg als acteur. Ze zag het nooit zitten. Dan riep ik: ’Ik word ontdekt’ en dan zij zei: ’Ja kind, langs de weg op een slof en een schoen.’ Mijn vader deed alsof het hem niet interesseerde, maar na zijn dood kreeg ik een hele kist met 

knipsels over al mijn successen. Was hij toch stiekem trots op me geweest.”

Willem Nijholt gaat verder terug in de tijd: „Ilse en ik hadden een heerlijke jeugd, totdat de Japanners binnenvielen en wij hun legers door de straten van Soemenep zagen trekken. Op fietsjes reden ze. Wij moesten er eerst om lachen. Niet wetend wat ons allemaal te wachten stond. Mijn vader werd meteen (als militair) opgepakt en weggevoerd en niet lang daarna werden successievelijk ook alle Nederlandse en Nederlands-Indische gezinnen uit hun huizen gehaald. We kregen een kwartier om koffers te pakken en húp, ging het in open vrachtwagens, vrouwen en kinderen opeengepakt.”

Hitte en stof

„Van de oostkant van Madoera naar de westkant, een dagreis lang in hitte en stof. Vervolgens met de ferry naar Soerabaja en vandaar naar Malang naar het kamp. De details laat ik achterwege. Met familie Evelijn Veere is dat ook gebeurd, maar zij werden op een andere dag van huis en have gejaagd en op vrachtwagens gesmeten. Wij zijn elkaar zo maar ineens kwijtgeraakt. Ilse en ik hebben elkaar nooit meer gezien en wisten ook niet van elkaar in welk kamp wij terechtgekomen waren.”

Peinst: „Ik heb wel altijd aan haar moeten denken, vroeg me vaak af wat er met haar gebeurd zou zijn. Met mijn vriendinnetje met haar mooie naam en grote witte strik in het haar. Nu weet ik het. Het staat allemaal in haar boek End the silence . Ilse was een heldin van twaalf jaar. Ilses moeder heeft het kamp niet overleefd, en Ilse heeft, als oudste van de kinderen, na de dood van haar moeder, in het kamp gezorgd dat haar zusje en broertjes – de jongste was 

zelfs nog een baby – te eten kregen en beschermd werden. Om de jap niet te irriteren en de baby te laten stoppen met huilen liet ze het kindje de hele dag aan haar vinger sabbelen, en ondertussen lette ze op de rest.”

„In dezelfde tijd dat mijn boek uitkwam, verscheen ook háár boek met kampervaringen. Nou ja, dan geloof ik niet meer in toeval, maar in dat de kracht in het heelal alles bestiert. Ook omdat ik van de dochter van Ilse een mail kreeg, waarin ze me vertelde dat Ilse naar Nederland komt. Om familie in Groningen op te komen zoeken. En laten Ben en ik toen ook al tickets hebben geboekt voor een dag ervoor om naar Nederland te gaan voor twee weken. Ilse en ik. Los van elkaar. Ja, het heeft zo moeten zijn! De tijd heeft in het tapijt van ons beider bestaan onze levensdraden elkaar weer laten kruisen. Bizar en mooi.”

In Met bonzend hart beschrijft Willem zelf ook de verschrikkingen in het jappenkamp. Hoe ze werden uitgehongerd, hoe zijn jongste zusje overdekt met zweren in de ziekenboeg terechtkwam en hoe zijn oudere broer naar het jongenskamp werd afgevoerd terwijl zijn moeder, omdat ze protesteerde en aan de vrachtwagen ging hangen, door de jap werd afgeranseld met stokken en geweerkolven.

Hoe kijkt Willem intussen aan tegen zijn eigen geschiedenis? Hij zegt: „Ik kan nog steeds niet tegen jappen. Alleen laat ik dat niet zo merken. Nou ja, één keer. Ik was op weg naar Frankrijk even gestopt bij een wegrestaurant om me op te frissen. Korte tijd nadat wij binnenliepen, dwarrelde er ook een hele bus Japanners binnen. Het was sterker dan ikzelf; ’kiotské’ schreeuwde ik. Dat betekent in het Japans ’in de houding’. Er viel een doodse stilte. En toen riep ik keihard ’kerè’ (buigen) en toen ’norè’ (opstaan). Buigen en weer opstaan voor het gezag moesten we in het jappenkamp zo’n dertig keer per dag doen. Het  

gekke was, het luchtte me helemaal niet op. Ik voelde er helemaal niks bij. Ik geneerde mij zelfs voor mijn gedrag. ’Nijholt wat doe je nou?’ dacht ik en vluchtte weg.”

Het is even stil in het huis aan de Loire. Dan besluit hij: „Dit is het ongelofelijke verhaal van hoe twee vroegere speelmakkertjes, door oorlog en ellende gescheiden, na zeventig jaar door Het Lot weer voor even worden verenigd. Ik wil met Ilse zo graag de gelukkige tijd van vóór de kampen terugvinden.”

Met dank aan Wilma Naninga van Prive.

Lees verder…

Motto: Wat hier kan, kan ook op Sumba.

10897268877?profile=originalHan Dehne
TEXEL HELPT SUMBA....
Motto: Wat hier kan, kan ook op Sumba.


Een klassiek ochtendritueel. Opstaan, koffiezetten, eitje koken, melk uit de koelkast nemen, ontbijten en daarna een lekker warme douche. We staan er eigenlijk zelden bij stil: letterlijk bij alles wat we doen verbruiken we energie. Het is zo vanzelfsprekend.


... Toch realiseren steeds meer mensen zich dat energiebronnen zoals olie en gas opraken. Dat we meer en meer op zoek moeten naar haalbare alternatieven. Texel doet dat al geruime tijd. Een eiland waar het altijd waait hoeft in principe niet ver te zoeken naar nieuwe mogelijkheden, bijvoorbeeld om windenergie op te wekken. Dat is een stap op weg naar het realiseren van een belangrijke ambitie: energie zelfvoorziening op Texel in 2020. Maar zuiniger zijn met energie kan natuurlijk altijd. Daarom doet Texel mee aan de energie besparingsactie 10:10.

Net als andere eilanden in de Indonesische archipel kent Sumba, waar ruim 650.000 duizend mensen wonen, palmbomen, prachtige stranden en een rijke cultuur.Het ligt alleen erg afgelegen, is moeilijk bereikbaar en is mede om die reden achtergesteld. Behorend tot één van de armste gebieden van Indonesia heeft 70% van de bevolking geen toegang tot energie. Hout om op te koken en dure geimporteerde olie zijn de voornaamste energiebronnen.
Maar dat gaat allemaal veranderen als het aan de Sumbanezen en ontwikkelingsorganisatie Hivos ligt. Samen met lokale overheden en bedrijven hebben ze een duidelijk doel gesteld: een 100% duurzame energievoorziening in 2020. Net als Texel dus.
Waterkrachtcentrales, windturbines en biogasinstallaties zijn op Sumba aan het verrijzen. Dat betekent een enorme vooruitgang in het leven van gezinnen. Koken op schoon gas, stroom voor je mobieltje en licht in de avonduren. Het betekent dat er meer kansen zijn om te ondernemen en een weg te zoeken uit de armoede.

De gedachte is dat wat op Texel kan - eigen energievoorziening - ook op Sumba mogelijk is.
Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives