Alle berichten (2902)

Sorteer op

Helemaal alleen in Indonesië Door: Ed Caffin

 10897269496?profile=originalColumn   Helemaal alleen in Indonesië                  Door:   Ed Caffin

Reizend door het noorden van de Molukken en Sulawesi, minder toeristische delen van Indonesië, zijn we regelmatig de enige toeristen in het dorp, hotel of op het hagelwitte strand met palmbomen. Voor veel reizigers is dat het summum: je ergens pionier voelen, terwijl alles eigenlijk allang ontdekt is. “We waren er helemaal alleen; we hoorden dat er zeker een half jaar lang geen westerling geweest was”, hoor je dan vaak. Als het onderwerp “Beste reisverhalen” voorbij komt in een of ander gesprek in een backpackerscafé, dan scoor je daar zeker punten mee.

Voor ons voelt het na een aantal maanden in het drukke en toeristische Bali, waar we tussen de rijstvelden en andere toeristen woonden, vooral vreemd.  Dat komt met name omdat het reizen in deze gebieden als bijeffect heeft dat je overal wordt nageroepen en er regelmatig foto’s van je worden gemaakt. We zijn  blijkbaar opeens een beziens-waardigheid en aan die status kunnen we maar moeilijk wennen.

Dat westerlingen in deze delen van Indonesië een heuse verschijning zijn, valt te verklaren als je kijkt nar de verdeling toeristen over Indonesië. Van de ruim 7 miljoen buitenlandse toeristen die in 2011 naar Indonesië gingen, kwam bijna de helft (2,9 miljoen) met verder dan het kleine Bali. Van de rest gaan de meesten naar Jakarta en Java, of Sumatra. Slechts kleine plukjes toeristen gaan verder, richting het oosten van Indonesië, en ontlopen daar elkaar gemakkelijk.

In de Molukken en bepaalde delen van Sulawesi kom je er in ieder geval weinig tegen. En dat merk je aan de reacties van de mensen. Degenen die ons aanspreken en op de foto willen, zijn zonder uitzondering erg aardig en positief, dat wel, maar een anoniem etentje zit er – hoe absurd het ook klinkt – niet in. Soms neemt het wel heel extreme vormen aan. Op het strand voor het hotel, wilde een grote groep vrienden – met kinderen op schoot – één voor één met ons op de foto.  Ook worden we geregeld zonder te vragen gefotografeerd. Onze beeltenis prijkt intussen als een screensaver op tientallen mobiele telefoons, denk ik. Als ik aan een man van mijn leeftijd vraag waarom hij die foto eigenlijk wil, antwoordt hij simpelweg, dat hij het een leuke herinnering vindt, een foto van een Bule (buitenlander). “Het komt niet vaak voor dat je een exemplaar in het wild tegen het lijf loopt, en dan moet je hem schieten”, zegt hij er nog net niet bij. We zijn gewillige slachtoffers; ook ons zoontje van twee. Met zijn bruinverbrande kop en lichtblonde haren is hij een soort allemans knuffelbeer geworden. Na een stuk of tien uitgebreide fotoshoots is hij er inmiddels al zeer bedreven in. Zodra iemand naast hem knielt, hem bij de schouders pakt en de wang tegen de zijne drukt, staat hij stil en er verschijnt zowaar een heuse fotoglimlach op zijn gezicht.  Minpuntje wellicht, hij weet inmiddels niet beter dan dat hij blijkbaar erg 

interessant is om te fotograferen. Hij zou er bijna van naast zijn kleine “Croqs” gaan lopen. Na weken vol fotoshoots mijden we de laatste dagen de drukke stranden maar even en gaan we naar ons prachtige en verlaten witte strand met palmbomen, langs een hobbelige weg verderop. Daar zijn we helemaal alleen en kunnen we tenminste anoniem zwemmen.

Eerder verschenen in DE AZIATISCHE TIJGER   

Lees verder…

Herdenken - WAAROM HERDENKEN OP 15 AUGUSTUS?

Herdenken - WAAROM HERDENKEN OP 15 AUGUSTUS?

 

10897273093?profile=original

Nederland wordt bevrijd op 5 mei 1945. Op die datum is er in voormalig Nederlands-Indië echter nog geen bevrijding. De Japanse overheersing van het voormalig Nederlands-Indië drukt in de hierop volgende maanden nog zwaar op alle inwoners van dat land en ver daarbuiten.

De aandacht van de (Nationale) Herdenking op 4 mei gaat vooral uit naar de gevolgen van de oorlog tegen nazi-Duitsland. De dag erna is gereserveerd voor de feestelijke viering van de bevrijding van de Nazi bezetter.
De geschiedenis van de mensen met een Indische oorlogsachtergrond is echter zó anders verlopen dat de activiteiten op 4 en 5 mei niet genoeg bij de behoeften van deze groep blijken aan te sluiten.

Capitulatie
Pas op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan de oorlog in dit gebied door de capitulatie van Japan. Dit betekende echter nog niet dat er sprake kon zijn van een echte bevrijding. Toen Japan zich overgaf, waren er nog geen geallieerde troepen Indië binnengetrokken. De Japanse militairen kregen de opdracht de orde en rust te bewaren totdat de geallieerde troepen de macht konden overnemen.

Maar twee dagen na de capitulatie van Japan op 17 augustus 1945 besloot een invloedrijke groep Indonesiërs onder druk van hun jonge achterban Indonesië onafhankelijk te verklaren zowel van Nederland als van Japan. Als gevolg daarvan begonnen Indonesische strijdgroepen alles in het werk te stellen om wapens van het Japanse leger te bemachtigen om te voorkomen dat de Nederlanders hun voormalige machtspositie zouden terugkrijgen. Het begin van de onafhankelijkheidsoorlog was een feit en ging met veel geweld gepaard.
Velen, ex-kampers en buitenkampers, waaronder Indo-Europeanen en Chinezen, belandden in een concentratiekamp nu onder het regime van Indonesische “vrijheidsstrijders”.



Onafhankelijkheid
Deze oorlog leidt uiteindelijk tot de onafhankelijkheid van Indonesië op 27 december 1949. Als gevolg daarvan worden velen gedwongen te kiezen tussen Nederland en Indonesië. Keuze tussen blijven en vertrekken. Honderdduizenden worden daarom in de jaren na 1945 (nood)gedwongen naar Nederland verscheept. Dit betekent dat tot in de jaren zestig zo’n 300.000 personen vanuit Indonesië naar Nederland komen. Velen zijn nog nooit in Nederland geweest en hebben op de een of andere manier hun wortels in Indië. Hollanders, Indo-europeanen (“Indo’s”) en de groep Ambonezen / Molukkers en Chinezen.
Ondanks hun eigen (vaak dramatische) oorlogsgeschiedenis, wordt hen duidelijk gemaakt dat in Nederland een “eigen” oorlog is geweest waardoor er geen ruimte blijkt te zijn voor de verhalen over die “verre Aziatische” oorlog.

Dit heeft onder andere tot gevolg dat het einde van de Tweede Wereldoorlog voor veel Indische mensen niet een periode van herstel inluidt, maar eerder een markering blijkt te zijn van voortschrijdend verlies: van have en goed, status en geboorteland. Soms zelfs van identiteit. Kortom, compleet verlies van een manier van leven.
Er rest de betrokkenen niets anders dan het zich zo geruisloos mogelijk aanpassen aan de in het nieuwe vaderland heersende cultuur. Onder andere door het hanteren van een eigen “Indische” arbeidsethos: extra hard werken.

10897275083?profile=originalHerdenken en ontmoeten
De 15e augustus is elk jaar de dag waarop al die ingrijpende gebeurtenissen kunnen worden herdacht in gezelschap van personen met een gedeelde “Indische” achtergrond.
De eerste herdenking op 15 augustus komt op initiatief van ir. G.S. Vrijburg in 1970 in Den Haag tot stand. Hierbij zijn koningin Juliana, Prinses Beatrix en Prins Claus aanwezig zijn.

Na deze, oorspronkelijk als eenmalig bedoelde gebeurtenis, blijkt dat velen behoefte hebben aan een herhaling van deze gelegenheid tot herdenken en ontmoeten. In 1980 wordt de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 opgericht met ZKH Prins Bernhard als beschermheer om een jaarlijkse herdenking en ontmoeting te organiseren. In dat jaar vindt een grootse herdenking plaats in aanwezigheid van Koningin Beatrix en ZKH Prins Claus. Sedertdien wordt ieder jaar de herdenking op 15 augustus op wisselende plaatsen in het land georganiseerd.
Totdat in 1988 het Indisch Monument aan de Prof. Teldersweg in Den Haag wordt onthuld door H.M. koningin Beatrix en de Indische gemeenschap eindelijk een eigen monument heeft waar men jaarlijks de overleden dierbaren kan herdenken.
Dit monument symboliseert het lijden van alle landgenoten in Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Eer bewijzen
In 1999 heeft het kabinet Kok 15 augustus 1945 erkend als het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf dat moment wordt op deze dag op alle overheidsgebouwen gevlagd. Ook de media besteden zendtijd aan deze gebeurtenis.

Velen van de generatie die de Tweede wereldoorlog in Azië daadwerkelijk hebben meegemaakt zijn inmiddels overleden. Desondanks wordt de jaarlijkse Herdenking op 15 Augustus druk bezocht.
Voor vele deelnemers is het de gelegenheid om stil te staan bij de eigen herinneringen aan die periode. Om eer te bewijzen aan dierbaren die deze periode niet hebben overleefd.

Ook jongeren komen in toenemende getale naar de Herdenking. Veelal op uitnodiging van hun ouders of grootouders. Vaak ook uit eigen gezonde nieuwsgierigheid naar hun “wortels”. Uit respect voor hun (voor)ouders. Er is bij hen sprake van behoefte om verhalen te horen die eigen ouders en grootouders (nog) niet hebben kunnen of durven vertellen.
Bij de jongere generatie blijkt nu een groeiende behoefte aan persoonlijke verhalen over toen. Om te kunnen weten. Om de geschiedenis van zichzelf en die van de (groot)ouders beter te kunnen begrijpen.

De Herdenking wordt jaarlijks bijgewoond door vertegenwoordigers van de Nederlandse regering en van die van de toenmalige geallieerden. Hiermee toont men betrokkenheid bij en erkent men het belang van de Herdenking van 15 augustus 1945.
Lees verder…

10897380888?profile=original10897381290?profile=original

                                              The Blues Brothers komen terug naar Nederland.

                                                               Nu op de Pasar Malam Stellar

10897380888?profile=original

10897381495?profile=original

Twee mannen met een zwarte hoed, bijpassende pak, smalle zwarte stropdas en een zwarte zonnebril: gaat er bij u al een lampje branden? Na een optreden in de Saturday Night Live Show breken John Belushi en Dan Aykroyd eind jaren zeventig in Amerika door.

Mede dankzij de film uit 1980 veroveren de "coole" Jake en de "sukkelige" Elwood dan ook de rest van de wereld. Ze vormen een van de meest legendarische duo’s en ook de film is een culthit. De beruchte Blues Brothers zijn nog steeds bij vele mensen een begrip maar nergens komen zij meer tot hun recht dan op het podium.

 Voorzien van nieuwe danspassen en vers gestoomde pakken laten ze alle grote hits voorbijkomen: "Gimme some of lovin'", "Shake your Tailfeather", "Minnie the Moocher", "Soul Man", "Think", e.v.a.  Kortom... voor de liefhebber van Rhythm & Blues en de onvervalste "seventies" is het genieten.

10897381882?profile=original

zaterdag 24 maart om 20.00 uur!

ADVERTENTIE

De lente breekt aan, wat dacht van uw tuin geheel in Bamboe Design ?

10897382254?profile=original

Zithoek donker bamboe

Mooie zithoek van donker bamboe, afgewerkt met blanke rotan. De prijs is voor een driezits, twee… om verder te lezen klik op  Doorgaan

Lees verder…

10897383053?profile=originalDe lente breekt aan, wat dacht van uw tuin geheel in Bamboe Design ?

10897382254?profile=original

Zithoek donker bamboe

Mooie zithoek van donker bamboe, afgewerkt met blanke rotan. De prijs is voor een driezits, twee 1-zits en salontafel. Afgewerkt met synthetisch rotan is de zithoek ook geschikt voor buiten.
Kussens van eerste kwaliteit meubelstof. Andere kleuren, stoffen of leer is mogelijk.

De prijs is exclusief bezorgen.
Voor bestellen en de kosten van bezorging bij u aan huis kunt u contact opnemen met Bamboe design, of ga naarhttps://bamboedesign.nl/

10897383263?profile=original

Eethoek Asian

Bamboe eethoek voor buiten, inclusief vier stoelen. Het blad wordt afgewerkt met bamboe mat of met glad afgewerkt bamboe.

De prijs is exclusief bezorgen.
Voor bestellen en de kosten van bezorging bij u aan huis kunt u contact opnemen met Bamboe design. of ga naarhttps://bamboedesign.nl/

Lees verder…

10897381081?profile=originalDNA-PROFIELEN VAN HUN BOTTEN ZEER MOEILIJK VAST TE STELLEN

Doden Javazee anoniem

door Olof van Joolen

Het is nog maar de vraag of kan worden vastgesteld of de laatste resten die in het Indonesische Brondong werden opgegraven van op de Javazee gesneuvelde marinemensen zijn. Volgens het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is het zeer moeilijk dna-profielen van deze botten en schedels te verkrijgen.

Een ploeg van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) bevindt zich op dit moment in het Indonesische Brondong. Defensie is terughoudend met mededelingen over wat het team doet en hoe de voortgang is. Richting nabestaanden die hopen dat ze resten van hun geliefden kunnen herbegraven zou de Koninklijke Marine de verwachtingen temperen.

Ingewikkeld

Daar doet defensie volgens dna-autoriteit Lex Meulenbroek van het NFI goed aan. Volgens hem is het een heel ingewikkeld karwei uit de resten voldoende materiaal te halen waarmee een dna-profiel kan worden opgesteld. De botten en schedels hebben dik zeventig jaar onder water gelegen en werden daarna weinig zachtzinnig behandeld en begraven. Daarbij gaat dna-materiaal verloren.

„Om het eventueel nog aanwezige dna uit het lichaamsmateriaal te halen zullen de meest geavanceerde methodes moeten worden ingezet”, legt Meulenbroek uit. „De kans op succes is beperkt. Hoe groot de kans daadwerkelijk is dat op basis van dna mensen zijn te identificeren is op voorhand niet te geven.”

De meest voor de hand liggende manier die er volgens Meulenbroek is om met DNA meer duidelijkheid te krijgen, is een vergelijk te maken met dna-profielen van eerstegraads familieleden. Dat staat alleen weer op gespannen voet met het feit dat veel opvarenden van de schepen jong en kinderloos waren. Of dat hun zonen en dochters inmiddels ook niet meer leven. Dat maakt een vergelijk met eerstelijns verwanten niet meer mogelijk.

Dna biedt ook mogelijkheden om vast te stellen uit welk deel van de wereld iemands familielijn komt. Daarmee zou het onderscheid tussen een West-Europeaan of Aziaat te maken zijn.

Het probleem daarvan is alleen weer dat je voor dat onderzoek relatief en veel goed dna-materiaal nodig hebt.

„De kans daarop is niet groot”, stelt de NFI-medewerker vast. Hij is in ons land al vijftien jaar betrokken bij de stormachtige ontwikkeling die dna-onderzoeken doormaken.

Watersnoodramp

„We hebben als NFI veel ervaring opgedaan met een vergelijkbaar project waarbij we de identiteit probeerden vast te stellen van onbekende slachtoffers van de Watersnoodramp. Ook daar liepen we tegen de grenzen van onze mogelijkheden aan omdat er weinig eerstelijns nabestaanden waren. Dna is helaas geen wondermiddel. Het zal een langdurig proces worden, waarbij, zo inschattend, het niet mogelijk zal zijn een groot deel van het aangetroffen lichaamsmateriaal te identificeren. Dit zal aan nabestaanden duidelijk moeten worden gemaakt.”

Lees verder…

10897385455?profile=original

10897385286?profile=original

Zitting 1966 - 906 5 (R 583 ) Goedkeuring van de op 7 september 1966 te 's-Gravenhage ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië inzake de tussen de beide landen nog bestaande financiële vraagstukken

MEMORIE VAN TOELICHTING Nr. 3

  1. Inleiding

De Nederlands-Indonesische Overeenkomst van 7 september jl. staat aan het einde van een langjarige en bewogen periode, waarin een reeks incidenten en conflicten de wederzijdse betrekkingen heeft overschaduwd. Naar de bedoeling van beide partijen ruimt de overeenkomst de uit de periode overgebleven geschilpunten uit de weg. In die zin vormt zij de bewuste afsluiting van een tijdvak.

         

Hoewel bedoelde geschilpunten voornamelijk een financieel karakter droegen en de overeenkomst derhalve ook slechts financiële bepalingen inhoudt, dient de bereikte overeenstemming niet als een louter financieel-zakelijke transactie te worden beschouwd. Bij een evaluatie van de overeenkomst dient het politieke effect tevens in aanmerking te worden genomen. Deze financiële regeling heeft tevens de belemmeringen weggenomen die nog in de weg stonden aan het zowel bij het Koninkrijk als bij Indonesië bestaande streven, het proces van behoedzame toenadering dat sedert enige jaren bezig was zich te voltrekken, te voltooien. Dit vergelijk zal de basis kunnen vormen voor de door beide partijen gewenste normalisering der betrekkingen en nu het in de ter goedkeuring aangeboden overeenkomst vorm heeft gekregen, meent de Regering van het Koninkrijk te mogen verwachten, dat een voortschrijdende samenwerking op velerlei terrein niet zal uitblijven.

        

De Regering is er zich anderzijds van bewust, dat in materieel opzicht ons land een zeer zwaar offer heeft gebracht en dat de met Indonesië overeengekomen financiële regeling door de belanghebbenden met gemengde gevoelens zal zijn ontvangen. Enerzijds komt op vrij korte termijn een bedrag beschikbaar, waaruit -met een zekere prioriteit- die belanghebbenden, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen, een gedeeltelijke schadeloosstelling kan worden uitgekeerd, anderzijds is het bedrag tot betaling waarvan Indonesië zich heeft verplicht, slechts een fractie van de door de Staat en de belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen geleden verliezen.

In het licht van de betalingsonmacht van Indonesië en rekening houdend met het politieke en economisch belang, dat op dat moment in het bereiken van overeenstemming met de Indonesische regering was gelegen, heeft de Regering gemeend ondanks genoemde schaduwzijde, akkoord te moeten gaan met het overeengekomen bedrag.

Daarbij is overwogen dat, indien thans geen overeenstemming zou worden bereikt er niet op mocht worden gerekend, dat dit later wel mogelijk zou zijn laat staan, dat daarbij gunstiger voorwaarden zouden kunnen worden bedongen, zodat de belangen der claimanten met aanvaarding van het Indonesische aanbod het best gediend zouden zijn.

 

  1. Voorgeschiedenis

Een historisch overzicht van het ontstaan der problemen, die in de overeenkomst tot oplossing zijn gebracht, dient aan te vangen met de mededeling in 1956 van Indonesië, dat het zich niet langer gebonden achtte aan de ter Rondetafelconferentie gesloten overeenkomsten en het daarop gevolgde Besluit 9, de bij de soevereiniteitsoverdracht aanvaarde schulden aan Nederland en de Nederlandsche Bank en de schulden uit hoofde van Nederlands-Indische openbare obligatieleningen welke door de Nederlandse Staat zijn gegarandeerd, niet langer te erkennen en niet meer te zullen betalen. Voorts werd ingevolge een besluit van de Centrale Regering te Jakarta de leningsdienst van de autonome ressorten gestaakt.

Politieke ontwikkelingen waren in december 1957 en latere maanden aanleiding tot een reeks maatregelen van de Indonesische overheid, waardoor aan de Nederlandse economische activiteit in Indonesië over bijna de gehele linie een einde werd gemaakt. De betaling van pensioenen en wachtgelden aan gewezen ambtenaren van Nederlandse nationaliteit werd beëindigd. Voorts werd thans ook de nakoming opgeschort van betalingsverplichtingen tegenover Nederland, waarvan de rechtsgeldigheid overigens niet buiten twijfel werd gesteld.

 

De aanvankelijke onder beheerstelling van alle Nederlandse bedrijven werd later gevolgd door nationalisatie krachtens een op 31 december 1958 afgekondigde daartoe strekkende wet (nr. 86/1958). Ten gevolge van de afkondiging van de Indonesische Agrarische Basiswet, in werking getreden op 24 september 1960, verloren vele Nederlandse belanghebbenden de facto de beschikking over hun grond- en huizenbezit. Door sommige particuliere belanghebbenden ondernomen pogingen om rechtsherstel of schadevergoeding te verkrijgen of om verhaal te vinden op Indonesische eigendommen elders, hadden geen resultaat.

 

Bovenvermelde Indonesische maatregelen gaven aanleiding tot een reeks diplomatieke stappen, die echter zonder effect bleven. Uitvoeriger bijzonderheden over de bovenomschreven ontwikkelingen zijn opgenomen in de Jaarboeken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de betreffende periode. 

 

Toen op 17 augustus 1960 de diplomatieke betrekkingen door Indonesië werden verbroken, kwam daarmede tevens een einde aan de mogelijkheid, langs rechtstreekse diplomatieke weg te trachten de aanspraken van belanghebbenden en van de Staat geldend te maken. Gaandeweg werd duidelijk, dat niet meer op teruggave van genationaliseerde bedrijven kon worden gerekend en dat de noodzaak onder ogen moest worden gezien om de oplossing te zoeken in een schadeloosstelling. Met het oog hierop werd door de eerste ondergetekende het Bureau Schadeclaims Indonesië ingesteld, dat begin 1963 een aanvang maakte met de uitvoering van zijn taak gegevens te verzamelen omtrent de omvang van de door Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen geleden schade.

 

 Na de totstandkoming van de Overeenkomst van New York inzake West-Irian op 15 augustus 1962 werden de diplomatieke betrekkingen hersteld, hetgeen nieuwe initiatieven mogelijk maakte.

 

De gelegenheid hiertoe deed zich voor bij het bezoek, dat  - na een eerder contact met de Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland in New York in september 1963 -  de Minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië van 1 tot

4 april 1964 aan Nederland bracht en waarbij onder meer werd afgesproken, dat ambtelijke delegaties van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië de tussen de beide  Staten hangende financiële vraagstukken zouden bestuderen en ernaar zouden streven, tot een gezamenlijk voorstel aan de beide regeringen te komen, ten einde te geraken tot een oplossing van deze problemen. 

 

Bij het daarop volgende bezoek van de eerste ondergetekende aan Indonesië van 24 juli tot 2 augustus 1964 werd besloten, dat het overleg over de hangende financiële vraagstukken zou worden voortgezet in een gemengde commissie, welke zich zou bezighouden met de voorbereiding van een definitieve regeling. Wederzijds zou zo spoedig mogelijk een einde worden gemaakt aan nog bestaande discriminaties op financieel-economisch gebied hetgeen onder meer inhield, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen.

 

Als gevolg van de besprekingen stortte Indonesië in de loop van 1962 een bedrag van f 36 mln. op een geblokkeerde rekening van de Nederlandsche Bank N.V. bij de Indonesische Overzeese Bank N.V. te Amsterdam, als blijk van bereidheid bij te dragen tot de regeling der hangende financiële vraagstukken. Ter bevordering van de economische samenwerking werden van Nederlandse zijde voor 1962 export-kredietgaranties toegezegd voor de levering van Nederlandse kapitaalgoederen of diensten tot een waarde van ruim f 100 mln. 

Ter uitvoering van de bovenvermelde afspraken voerden een Indonesische delegatie en een Nederlandse delegatie, handelende ten deze als een Gezamenlijke Commissie, te 's-Gravenhage van 9 tot 27 november 1964 besprekingen ter voor-bereiding van een door de Regeringen te sluiten overeenkomst. Deze besprekingen droegen voornamelijk een oriënterend karakter. Een concreet resultaat was de afspraak, dat het wederzijdse effectenbezit zoveel mogelijk van belemmeringen zou worden vrijgemaakt. De uitvoering hiervan werd overgelaten aan de beide centrale banken. 

 

De besprekingen werden in de Gezamenlijke Commissie voortgezet in Indonesië van 25 augustus tot 11 september 1962. Daarbij bleek, dat het de Indonesische delegatie slechts dan mogelijk zou zijn, haar regering te adviseren om een betalingsverplichting aan Nederland te erkennen, indien deze gebaseerd zou zijn op de beginselen van rechtvaardigheid, menselijkheid en billijkheid, welke deel uitmaken van de Indonesische staatsideologie, de Pantjasila. Beide delegaties konden tot overeenstemming komen over het idee van vaststelling van een 'lump sum' ter finale afdoening van het geheel der problemen, zonder dat discussie hoefde te worden gevoerd over de afzonderlijke onderwerpen, waarover verschil van opvatting bestond.    De Nederlandse delegatie verklaarde zich bereid, de hoogte van deze som te berekenen, uitgaande van het totaal der gelden na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië, behalve aan de soevereine Republiek Indonesië ten goede gekomen, welk bedrag werd becijferd op f 1260 mln. Deze benaderingswijze, waarbij -met inachtneming van het Indonesische uitgangspunt- van Nederlandse kant rekening werd gehouden met de zeer zwakke financiële positie van Indonesië, doch geen afstand werd gedaan van gerechtvaardigde aanspraken, bleek voor beide partijen in beginsel aanvaardbaar. 

 

 Het uitgangspunt van betaling door Indonesië van een 'lump sum' werd door beide regeringen aanvaard. Van 2 tot 10 juni en op 18 en 19 juli 1966 verbleef een Indonesische Missie onder leiding van de Vice-Minister van Buitenlandse Zaken, Umarjadi Njotowijono, in Nederland. De missie verklaarde een tweeledige opdracht te hebben: enerzijds dezelfde taak als waartoe de missie ook andere landen bezocht, nl. het uiteenzetten van Indonesië's zeer moeilijke financiële en economische positie, op grond waarvan Indonesië medewerking vroeg tot uitstel van betaling van zijn lopende schuldverplichtingen en tot het verkrijgen van nieuwe financiële faciliteiten, anderzijds het voortzetten van de besprekingen over de speciale tussen Nederland en Indonesië nog openstaande financiële vraagstukken.

 

Een delegatie onder voorzitterschap van mr. N. S. Blom, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, voerde aan Nederlandse zijde de besprekingen over beide onderwerpen.

 

 

Met betrekking tot het laatstgenoemde onderwerp zetten de delegaties het overleg van de Gezamenlijke Commissie voort op grondslag van de eerder bereikte voorlopige resultaten. Regeling van dit punt werd urgent geacht, daar het uitblijven daarvan onvermijdelijk het internationaal overleg over een schuldenregeling en de rehabilitatie van de Indonesische economie zou compliceren. 

Het resultaat van het overleg werd neergelegd in een aan beide regeringen aangeboden gemeenschappelijk voorstel, waarvan een ontwerpovereenkomst was gehecht. Echter werd de beslissing over de grootte van de 'lump sum' en de betalingsmodaliteiten aan de regeringen voorbehouden.

Van 5 tot 7 september 1966 werden te 's-Gravenhage door een Indonesische regeringsdelegatie onder leiding van Sultan Hamengku Buwono IX, Presidium Minister voor Economie en Financiën, besprekingen gevoerd om tot een definitieve regeling te komen. Als resultaat daarvan kwam op 7 september 1966 de onderwerpelijke overeenkomst tot stand.

 

III. Inhoud der Overeenkomst

Bij de overeenkomst verplicht de Republiek Indonesië zich tot betaling van een bedrag van f 600 mln. ter finale afdoening van het geheel der financiële aanspraken, die vallen binnen de omschrijving van Artikel 1.

De overeenkomst strekt tot afdoening van alle ingevolge politieke gebeurtenissen ontstane financiële aanspraken van de Staat der Nederlanden en van Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen op de Republiek Indonesië en haar staatsburgers, waarbij over en weer van een specificatie daarvan wordt afgezien.

De verdeling onder belanghebbenden van de door Indonesië te verrichten betalingen is voorbehouden aan de Koninkrijksregering. Een daartoe strekkend wetsvoorstel is in voorbereiding.

 

Het ligt in het voornemen daarbij de Staat en de particuliere deelgerechtigden op dezelfde voet te laten delen met dien verstande, dat een zekere voorrang wordt toegekend aan die groepen claimanten, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen.

 

            Ter toelichting op een aantal afzonderlijke bepalingen dienen het volgende:

 

Artikel 1, lid 1,

omschrijft de financiële aanspraken waarop de overeenkomst betrekking heeft. Hieronder vallen alle thans en in de toekomst opeisbare aanspraken van de Staat der Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen, die berusten op verdragsverplichtingen of voortvloeien uit wettelijke of administratieve maatregelen, in Indonesië getroffen vóór 15 augustus 1962, zijnde de datum waarop door de overeenkomst van New York een einde kwam aan het politieke geschil. Hiervan verdienen afzonderlijke vermelding de aanspraken die voortvloeien uit de reeds vermelde nationalisatiewet van 1958 en de Agrarische Basiswet van 1960; voorts vorderingen uit hoofde van openbare obligatieleningen van Indonesische autonome ressorten. De belanghebbenden bij deze aanspraken zullen, evenals de Staat, bij de hierboven genoemde in voorbereiding zijnde wet in aanmerking worden gebracht, voor een aandeel in de ter beschikking komende gelden.

           Ten slotte zij aangetekend, dat uit Artikel 1, lid 1, voortvloeit, dat aanspraken van particulieren op het voormalige Gouvernement van Nederlandsch-Indië (Indonesië) niet meer tegenover de Republiek Indonesië kunnen worden geldend gemaakt.

 

Artikel 1, lid 3. 

Ingevolge artikel XXII, lid 3, van de Overeenkomst van New York werd een gemengde Nederlands-Indonesische Commissie ingesteld teneinde te bestuderen welke concessie- en eigendomsrechten van Nederlanders in West-Irian konden worden gehandhaafd.   

Deze commissie stelde vast, dat genoemde rechten niet onverenigbaar waren met de belangen van de bevolking van dit gebiedsdeel en derhalve dienden te worden gehandhaafd, doch zij constateerde tevens, dat de uitoefening daarvan door Nederlanders in de gegeven omstandigheden in feite onmogelijk was. Zij adviseerde beide regeringen het zoeken van een regeling 4) voor de daardoor ontstane schade op te dragen aan de gezamenlijke commissie voor de hangende financiële problemen. Conform het voorstel van laatstgenoemde commissie is besloten dit probleem tot afdoening te brengen in het kader van de onderwerpelijke overeenkomst. Het bedrag, dat hiermede is gemoeid kon nog niet nauwkeurig worden vastgesteld, doch zal naar schatting f 10 mln. niet te boven gaan. Het ligt in het voornemen de belanghebbenden een uitkering te geven uit de ter beschikking komende gelden, op dezelfde voet als aan degenen die uit anderen hoofde deelgerechtigd zijn. 

 

Artikel 2

dient om te voorkomen,  dat één der partijen aanspraken als erkend zal aanmerken die voor de andere partij onaanvaardbaar zijn, of omgekeerd er zich op zal beroepen bepaalde aanspraken niet erkend te hebben, waarvan de betwisting voor de andere partij onaanvaardbaar is.

 

Artikel  3 en 4 

Als bovenvermeld, kan het bedrag ad f 600 mln. niet worden geacht de adequate vergoeding te zijn voor de materiële verliezen van de Staat en andere belang-hebbenden. Betwijfeld kan worden dat het uitgangspunt, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen, volledig is gehandhaafd. Aanvankelijk werd aan Indonesië opgegeven, dat deze vorderingen totaal circa f 4.400 mln. bedroegen. De berekening met inachtneming van de tijdens de besprekingen in Djakarta in augustus/september 1962 overeengekomen benaderingswijze leverde een uitkomst op van f 1.260 mln., derhalve een reductie tot circa een vierde. Met het oog op de acute Indonesische betalingsmoeilijkheden, die inmiddels aan de dag waren getreden, heeft de Regering vervolgens vóór de aanvang van de besprekingen in september jl. met de Indonesische regeringsdelegatie in contacten met Indonesië te kennen gegeven, dat Nederland enige verdere reductie van dit bedrag niet bij voorbaat zou afwijzen. Daarbij stond de Regering echter geen halvering voor ogen en evenmin een zo lange afbetalingstermijn als thans overeengekomen. De reeds vermelde overwegingen hebben de Regering uiteindelijk doen besluiten over deze bezwaren heen te stappen. Vermeld zij voorts, dat afzonderlijk is overeengekomen, dat het in het tweede lid van Artikel 3 genoemde bedrag van f 36 mln. ter beschikking zal worden gesteld in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste op 31 december 1966 en de tweede op 31 december 1967. 

 

Artikel 5, lid 1,

bewerkt dat, vooruitlopend op de volledige nakoming, reeds met ingang van de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst en zolang deze wordt nageleefd de partijen en derzelver staatsburgers zijn gevrijwaard tegen iedere gerechtelijke actie ter verzeker- ring van de nakoming van verplichtingen, waarvan de afdoening is geregeld bij de overeenkomst.

 

  1. Conclusie

 

De voorliggende overeenkomst belichaamt, ondanks de bedenkingen waartoe zij aanleiding geeft, het gunstigste financiële resultaat, dat in de huidige en voor de naaste toekomst voorzienbare situatie redelijkerwijs bereikbaar moet worden geacht. De Regering vertrouwt, dat de totstandkoming van de overeenkomst de grondslag zal blijken te zijn, waarop tussen Nederland en Indonesië een nieuwe en positieve verstandhouding kan worden gebouwd. Zij acht goede reden aanwezig voor de verwachting, dat de nog altijd bestaande banden op velerlei gebied nauwer zullen worden aangehaald en zullen leiden tot toenemend hartelijke en vriendschappelijke

relaties tussen Indonesië en het Koninkrijk. In dit perspectief zou Nederland dan gelegenheid vinden zowel zijn vanouds bestaande speciale deskundigheid als zijn nieuw verworven technische en industriële capaciteiten ten dienste te stellen van Indonesië, dat daaruit bij zijn ontwikkeling aanzienlijke voordelen zal kunnen trekken. 

In het belang van de goede wederzijdse betrekkingen moge de Regering daarom de overeenkomst bij de Staten-Generaal ter goedkeuring aanbevelen.

 

De Minister van Buitenlandse Zaken,  LUNS.  

De Minister van Financiën, J. ZJJLSTRA.

Pasar Malam Zwolle, ICM met traktaat van Wassenaar Fase II, U kan zich hier inschrijven!

10897385673?profile=original

 

2018 starten wij met Fase II Traktaat van Wassenaar volgens planning.

Te beginnen op Pasar Malam Rijswijk,  en vervolgens o.a. Zwolle, Ahoy, Nieuwegein, Zeist, Emmeloord, Steenwijk, Dordrecht, Assen  Leek .....Blijf ons volgen op de pasars in het land.

 

Fase I hebben wij achter de rug.

Wij hebben een draagvlak - steun- . Ruim 15.000 hebben hun handtekening gezet. Wij hebben dus van de 50.000 - 60.000, 15.000 bereikt. Nog 45.000 dus te gaan. Met verschillende partijen is onderzoek gestart,  recent wederom hebben zich jonge historisie verbonden aan de universiteiten zich gemeld,  met nieuwe feiten o.a. uit rapporten van de CIA. 

Steeds duidelijker worden de bedoelingen van Kabinetten Drees. Niet haar Indische onderdanen hadden die prioriteiten (primaire rechten van de mens), maar de Nederlandse Economie voor de heropbouw met geld uit de republiek. Ruim 4,6 miljard betaalde president Soekarno voor de overname van de Nederlandse Indische bezittingen van particulieren en bedrijven in d periode 1947- 1959. Met als afronding 689 miljoen (Verdrag traktaat van  wassenaar) dat werd geratifeert door beide regeringen ( Halbe Zijlstra heeft in 2009 onderzoek gedaan). In deze fase zijn alle leden van de Kamer & Kabinet geinformeerd. Niet onbelangrijk persoonlijk de president van Indonesie.

 

De resultaten zijn in het rapport traktaat van Wassenaar vervat, en in boekvorm uitgebracht  door uitgever Calbona ISBN 978 - 94- 92575 - 18 -10. Druk II van het boek kan U inzien bij  ICM Stands   staan bij de hoofd ingang . In 3 e druk komen de laatste feiten.

Lees verder…

10897385673?profile=original

 

2018 starten wij met Fase II Traktaat van Wassenaar volgens planning.

Te beginnen op Pasar Malam Rijswijk,  en vervolgens o.a. Zwolle, Ahoy, Nieuwegein, Zeist, Emmeloord, Steenwijk, Dordrecht, Assen  Leek .....Blijf ons volgen op de pasars in het land.

 

Fase I hebben wij achter de rug.

Wij hebben een draagvlak - steun- . Ruim 15.000 hebben hun handtekening gezet. Wij hebben dus van de 50.000 - 60.000, 15.000 bereikt. Nog 45.000 dus te gaan. Met verschillende partijen is onderzoek gestart,  recent wederom hebben zich jonge historisie verbonden aan de universiteiten zich gemeld,  met nieuwe feiten o.a. uit rapporten van de CIA. 

Steeds duidelijker worden de bedoelingen van Kabinetten Drees. Niet haar Indische onderdanen hadden die prioriteiten (primaire rechten van de mens), maar de Nederlandse Economie voor de heropbouw met geld uit de republiek. Ruim 4,6 miljard betaalde president Soekarno voor de overname van de Nederlandse Indische bezittingen van particulieren en bedrijven in d periode 1947- 1959. Met als afronding 689 miljoen (Verdrag traktaat van  wassenaar) dat werd geratifeert door beide regeringen ( Halbe Zijlstra heeft in 2009 onderzoek gedaan). In deze fase zijn alle leden van de Kamer & Kabinet geinformeerd. Niet onbelangrijk persoonlijk de president van Indonesie.

 

De resultaten zijn in het rapport traktaat van Wassenaar vervat, en in boekvorm uitgebracht  door uitgever Calbona ISBN 978 - 94- 92575 - 18 -10. Druk II van het boek kan U inzien bij  ICM Stands   staan bij de hoofd ingang . In 3 e druk komen de laatste feiten.

10897385455?profile=original

10897385286?profile=original

Zitting 1966 - 906 5 (R 583 ) Goedkeuring van de op 7 september 1966 te 's-Gravenhage ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië inzake de tussen de beide landen nog bestaande financiële vraagstukken

MEMORIE VAN TOELICHTING Nr. 3

  1. Inleiding

De Nederlands-Indonesische Overeenkomst van 7 september jl. staat aan het einde van een langjarige en bewogen periode, waarin een reeks incidenten en conflicten de wederzijdse betrekkingen heeft overschaduwd. Naar de bedoeling van beide partijen ruimt de overeenkomst de uit de periode overgebleven geschilpunten uit de weg. In die zin vormt zij de bewuste afsluiting van een tijdvak.

         

Hoewel bedoelde geschilpunten voornamelijk een financieel karakter droegen en de overeenkomst derhalve ook slechts financiële bepalingen inhoudt, dient de bereikte overeenstemming niet als een louter financieel-zakelijke transactie te worden beschouwd. Bij een evaluatie van de overeenkomst dient het politieke effect tevens in aanmerking te worden genomen. Deze financiële regeling heeft tevens de belemmeringen weggenomen die nog in de weg stonden aan het zowel bij het Koninkrijk als bij Indonesië bestaande streven, het proces van behoedzame toenadering dat sedert enige jaren bezig was zich te voltrekken, te voltooien. Dit vergelijk zal de basis kunnen vormen voor de door beide partijen gewenste normalisering der betrekkingen en nu het in de ter goedkeuring aangeboden overeenkomst vorm heeft gekregen, meent de Regering van het Koninkrijk te mogen verwachten, dat een voortschrijdende samenwerking op velerlei terrein niet zal uitblijven.

        

De Regering is er zich anderzijds van bewust, dat in materieel opzicht ons land een zeer zwaar offer heeft gebracht en dat de met Indonesië overeengekomen financiële regeling door de belanghebbenden met gemengde gevoelens zal zijn ontvangen. Enerzijds komt op vrij korte termijn een bedrag beschikbaar, waaruit -met een zekere prioriteit- die belanghebbenden, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen, een gedeeltelijke schadeloosstelling kan worden uitgekeerd, anderzijds is het bedrag tot betaling waarvan Indonesië zich heeft verplicht, slechts een fractie van de door de Staat en de belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen geleden verliezen.

In het licht van de betalingsonmacht van Indonesië en rekening houdend met het politieke en economisch belang, dat op dat moment in het bereiken van overeenstemming met de Indonesische regering was gelegen, heeft de Regering gemeend ondanks genoemde schaduwzijde, akkoord te moeten gaan met het overeengekomen bedrag.

Daarbij is overwogen dat, indien thans geen overeenstemming zou worden bereikt er niet op mocht worden gerekend, dat dit later wel mogelijk zou zijn laat staan, dat daarbij gunstiger voorwaarden zouden kunnen worden bedongen, zodat de belangen der claimanten met aanvaarding van het Indonesische aanbod het best gediend zouden zijn.

 

  1. Voorgeschiedenis

Een historisch overzicht van het ontstaan der problemen, die in de overeenkomst tot oplossing zijn gebracht, dient aan te vangen met de mededeling in 1956 van Indonesië, dat het zich niet langer gebonden achtte aan de ter Rondetafelconferentie gesloten overeenkomsten en het daarop gevolgde Besluit 9, de bij de soevereiniteitsoverdracht aanvaarde schulden aan Nederland en de Nederlandsche Bank en de schulden uit hoofde van Nederlands-Indische openbare obligatieleningen welke door de Nederlandse Staat zijn gegarandeerd, niet langer te erkennen en niet meer te zullen betalen. Voorts werd ingevolge een besluit van de Centrale Regering te Jakarta de leningsdienst van de autonome ressorten gestaakt.

Politieke ontwikkelingen waren in december 1957 en latere maanden aanleiding tot een reeks maatregelen van de Indonesische overheid, waardoor aan de Nederlandse economische activiteit in Indonesië over bijna de gehele linie een einde werd gemaakt. De betaling van pensioenen en wachtgelden aan gewezen ambtenaren van Nederlandse nationaliteit werd beëindigd. Voorts werd thans ook de nakoming opgeschort van betalingsverplichtingen tegenover Nederland, waarvan de rechtsgeldigheid overigens niet buiten twijfel werd gesteld.

 

De aanvankelijke onder beheerstelling van alle Nederlandse bedrijven werd later gevolgd door nationalisatie krachtens een op 31 december 1958 afgekondigde daartoe strekkende wet (nr. 86/1958). Ten gevolge van de afkondiging van de Indonesische Agrarische Basiswet, in werking getreden op 24 september 1960, verloren vele Nederlandse belanghebbenden de facto de beschikking over hun grond- en huizenbezit. Door sommige particuliere belanghebbenden ondernomen pogingen om rechtsherstel of schadevergoeding te verkrijgen of om verhaal te vinden op Indonesische eigendommen elders, hadden geen resultaat.

 

Bovenvermelde Indonesische maatregelen gaven aanleiding tot een reeks diplomatieke stappen, die echter zonder effect bleven. Uitvoeriger bijzonderheden over de bovenomschreven ontwikkelingen zijn opgenomen in de Jaarboeken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de betreffende periode. 

 

Toen op 17 augustus 1960 de diplomatieke betrekkingen door Indonesië werden verbroken, kwam daarmede tevens een einde aan de mogelijkheid, langs rechtstreekse diplomatieke weg te trachten de aanspraken van belanghebbenden en van de Staat geldend te maken. Gaandeweg werd duidelijk, dat niet meer op teruggave van genationaliseerde bedrijven kon worden gerekend en dat de noodzaak onder ogen moest worden gezien om de oplossing te zoeken in een schadeloosstelling. Met het oog hierop werd door de eerste ondergetekende het Bureau Schadeclaims Indonesië ingesteld, dat begin 1963 een aanvang maakte met de uitvoering van zijn taak gegevens te verzamelen omtrent de omvang van de door Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen geleden schade.

 

 Na de totstandkoming van de Overeenkomst van New York inzake West-Irian op 15 augustus 1962 werden de diplomatieke betrekkingen hersteld, hetgeen nieuwe initiatieven mogelijk maakte.

 

De gelegenheid hiertoe deed zich voor bij het bezoek, dat  - na een eerder contact met de Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland in New York in september 1963 -  de Minister van Buitenlandse Zaken van Indonesië van 1 tot

4 april 1964 aan Nederland bracht en waarbij onder meer werd afgesproken, dat ambtelijke delegaties van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië de tussen de beide  Staten hangende financiële vraagstukken zouden bestuderen en ernaar zouden streven, tot een gezamenlijk voorstel aan de beide regeringen te komen, ten einde te geraken tot een oplossing van deze problemen. 

 

Bij het daarop volgende bezoek van de eerste ondergetekende aan Indonesië van 24 juli tot 2 augustus 1964 werd besloten, dat het overleg over de hangende financiële vraagstukken zou worden voortgezet in een gemengde commissie, welke zich zou bezighouden met de voorbereiding van een definitieve regeling. Wederzijds zou zo spoedig mogelijk een einde worden gemaakt aan nog bestaande discriminaties op financieel-economisch gebied hetgeen onder meer inhield, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen.

 

Als gevolg van de besprekingen stortte Indonesië in de loop van 1962 een bedrag van f 36 mln. op een geblokkeerde rekening van de Nederlandsche Bank N.V. bij de Indonesische Overzeese Bank N.V. te Amsterdam, als blijk van bereidheid bij te dragen tot de regeling der hangende financiële vraagstukken. Ter bevordering van de economische samenwerking werden van Nederlandse zijde voor 1962 export-kredietgaranties toegezegd voor de levering van Nederlandse kapitaalgoederen of diensten tot een waarde van ruim f 100 mln. 

Ter uitvoering van de bovenvermelde afspraken voerden een Indonesische delegatie en een Nederlandse delegatie, handelende ten deze als een Gezamenlijke Commissie, te 's-Gravenhage van 9 tot 27 november 1964 besprekingen ter voor-bereiding van een door de Regeringen te sluiten overeenkomst. Deze besprekingen droegen voornamelijk een oriënterend karakter. Een concreet resultaat was de afspraak, dat het wederzijdse effectenbezit zoveel mogelijk van belemmeringen zou worden vrijgemaakt. De uitvoering hiervan werd overgelaten aan de beide centrale banken. 

 

De besprekingen werden in de Gezamenlijke Commissie voortgezet in Indonesië van 25 augustus tot 11 september 1962. Daarbij bleek, dat het de Indonesische delegatie slechts dan mogelijk zou zijn, haar regering te adviseren om een betalingsverplichting aan Nederland te erkennen, indien deze gebaseerd zou zijn op de beginselen van rechtvaardigheid, menselijkheid en billijkheid, welke deel uitmaken van de Indonesische staatsideologie, de Pantjasila. Beide delegaties konden tot overeenstemming komen over het idee van vaststelling van een 'lump sum' ter finale afdoening van het geheel der problemen, zonder dat discussie hoefde te worden gevoerd over de afzonderlijke onderwerpen, waarover verschil van opvatting bestond.    De Nederlandse delegatie verklaarde zich bereid, de hoogte van deze som te berekenen, uitgaande van het totaal der gelden na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië, behalve aan de soevereine Republiek Indonesië ten goede gekomen, welk bedrag werd becijferd op f 1260 mln. Deze benaderingswijze, waarbij -met inachtneming van het Indonesische uitgangspunt- van Nederlandse kant rekening werd gehouden met de zeer zwakke financiële positie van Indonesië, doch geen afstand werd gedaan van gerechtvaardigde aanspraken, bleek voor beide partijen in beginsel aanvaardbaar. 

 

 Het uitgangspunt van betaling door Indonesië van een 'lump sum' werd door beide regeringen aanvaard. Van 2 tot 10 juni en op 18 en 19 juli 1966 verbleef een Indonesische Missie onder leiding van de Vice-Minister van Buitenlandse Zaken, Umarjadi Njotowijono, in Nederland. De missie verklaarde een tweeledige opdracht te hebben: enerzijds dezelfde taak als waartoe de missie ook andere landen bezocht, nl. het uiteenzetten van Indonesië's zeer moeilijke financiële en economische positie, op grond waarvan Indonesië medewerking vroeg tot uitstel van betaling van zijn lopende schuldverplichtingen en tot het verkrijgen van nieuwe financiële faciliteiten, anderzijds het voortzetten van de besprekingen over de speciale tussen Nederland en Indonesië nog openstaande financiële vraagstukken.

 

Een delegatie onder voorzitterschap van mr. N. S. Blom, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, voerde aan Nederlandse zijde de besprekingen over beide onderwerpen.

 

 

Met betrekking tot het laatstgenoemde onderwerp zetten de delegaties het overleg van de Gezamenlijke Commissie voort op grondslag van de eerder bereikte voorlopige resultaten. Regeling van dit punt werd urgent geacht, daar het uitblijven daarvan onvermijdelijk het internationaal overleg over een schuldenregeling en de rehabilitatie van de Indonesische economie zou compliceren. 

Het resultaat van het overleg werd neergelegd in een aan beide regeringen aangeboden gemeenschappelijk voorstel, waarvan een ontwerpovereenkomst was gehecht. Echter werd de beslissing over de grootte van de 'lump sum' en de betalingsmodaliteiten aan de regeringen voorbehouden.

Van 5 tot 7 september 1966 werden te 's-Gravenhage door een Indonesische regeringsdelegatie onder leiding van Sultan Hamengku Buwono IX, Presidium Minister voor Economie en Financiën, besprekingen gevoerd om tot een definitieve regeling te komen. Als resultaat daarvan kwam op 7 september 1966 de onderwerpelijke overeenkomst tot stand.

 

III. Inhoud der Overeenkomst

Bij de overeenkomst verplicht de Republiek Indonesië zich tot betaling van een bedrag van f 600 mln. ter finale afdoening van het geheel der financiële aanspraken, die vallen binnen de omschrijving van Artikel 1.

De overeenkomst strekt tot afdoening van alle ingevolge politieke gebeurtenissen ontstane financiële aanspraken van de Staat der Nederlanden en van Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen op de Republiek Indonesië en haar staatsburgers, waarbij over en weer van een specificatie daarvan wordt afgezien.

De verdeling onder belanghebbenden van de door Indonesië te verrichten betalingen is voorbehouden aan de Koninkrijksregering. Een daartoe strekkend wetsvoorstel is in voorbereiding.

 

Het ligt in het voornemen daarbij de Staat en de particuliere deelgerechtigden op dezelfde voet te laten delen met dien verstande, dat een zekere voorrang wordt toegekend aan die groepen claimanten, die geacht kunnen worden door de Indonesische maatregelen het zwaarst te zijn getroffen, t.w. de natuurlijke personen.

 

            Ter toelichting op een aantal afzonderlijke bepalingen dienen het volgende:

 

Artikel 1, lid 1,

omschrijft de financiële aanspraken waarop de overeenkomst betrekking heeft. Hieronder vallen alle thans en in de toekomst opeisbare aanspraken van de Staat der Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen, die berusten op verdragsverplichtingen of voortvloeien uit wettelijke of administratieve maatregelen, in Indonesië getroffen vóór 15 augustus 1962, zijnde de datum waarop door de overeenkomst van New York een einde kwam aan het politieke geschil. Hiervan verdienen afzonderlijke vermelding de aanspraken die voortvloeien uit de reeds vermelde nationalisatiewet van 1958 en de Agrarische Basiswet van 1960; voorts vorderingen uit hoofde van openbare obligatieleningen van Indonesische autonome ressorten. De belanghebbenden bij deze aanspraken zullen, evenals de Staat, bij de hierboven genoemde in voorbereiding zijnde wet in aanmerking worden gebracht, voor een aandeel in de ter beschikking komende gelden.

           Ten slotte zij aangetekend, dat uit Artikel 1, lid 1, voortvloeit, dat aanspraken van particulieren op het voormalige Gouvernement van Nederlandsch-Indië (Indonesië) niet meer tegenover de Republiek Indonesië kunnen worden geldend gemaakt.

 

Artikel 1, lid 3. 

Ingevolge artikel XXII, lid 3, van de Overeenkomst van New York werd een gemengde Nederlands-Indonesische Commissie ingesteld teneinde te bestuderen welke concessie- en eigendomsrechten van Nederlanders in West-Irian konden worden gehandhaafd.   

Deze commissie stelde vast, dat genoemde rechten niet onverenigbaar waren met de belangen van de bevolking van dit gebiedsdeel en derhalve dienden te worden gehandhaafd, doch zij constateerde tevens, dat de uitoefening daarvan door Nederlanders in de gegeven omstandigheden in feite onmogelijk was. Zij adviseerde beide regeringen het zoeken van een regeling 4) voor de daardoor ontstane schade op te dragen aan de gezamenlijke commissie voor de hangende financiële problemen. Conform het voorstel van laatstgenoemde commissie is besloten dit probleem tot afdoening te brengen in het kader van de onderwerpelijke overeenkomst. Het bedrag, dat hiermede is gemoeid kon nog niet nauwkeurig worden vastgesteld, doch zal naar schatting f 10 mln. niet te boven gaan. Het ligt in het voornemen de belanghebbenden een uitkering te geven uit de ter beschikking komende gelden, op dezelfde voet als aan degenen die uit anderen hoofde deelgerechtigd zijn. 

 

Artikel 2

dient om te voorkomen,  dat één der partijen aanspraken als erkend zal aanmerken die voor de andere partij onaanvaardbaar zijn, of omgekeerd er zich op zal beroepen bepaalde aanspraken niet erkend te hebben, waarvan de betwisting voor de andere partij onaanvaardbaar is.

 

Artikel  3 en 4 

Als bovenvermeld, kan het bedrag ad f 600 mln. niet worden geacht de adequate vergoeding te zijn voor de materiële verliezen van de Staat en andere belang-hebbenden. Betwijfeld kan worden dat het uitgangspunt, dat de Nederlandse vorderingen niet zouden worden achtergesteld bij die van andere landen, volledig is gehandhaafd. Aanvankelijk werd aan Indonesië opgegeven, dat deze vorderingen totaal circa f 4.400 mln. bedroegen. De berekening met inachtneming van de tijdens de besprekingen in Djakarta in augustus/september 1962 overeengekomen benaderingswijze leverde een uitkomst op van f 1.260 mln., derhalve een reductie tot circa een vierde. Met het oog op de acute Indonesische betalingsmoeilijkheden, die inmiddels aan de dag waren getreden, heeft de Regering vervolgens vóór de aanvang van de besprekingen in september jl. met de Indonesische regeringsdelegatie in contacten met Indonesië te kennen gegeven, dat Nederland enige verdere reductie van dit bedrag niet bij voorbaat zou afwijzen. Daarbij stond de Regering echter geen halvering voor ogen en evenmin een zo lange afbetalingstermijn als thans overeengekomen. De reeds vermelde overwegingen hebben de Regering uiteindelijk doen besluiten over deze bezwaren heen te stappen. Vermeld zij voorts, dat afzonderlijk is overeengekomen, dat het in het tweede lid van Artikel 3 genoemde bedrag van f 36 mln. ter beschikking zal worden gesteld in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste op 31 december 1966 en de tweede op 31 december 1967. 

 

Artikel 5, lid 1,

bewerkt dat, vooruitlopend op de volledige nakoming, reeds met ingang van de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst en zolang deze wordt nageleefd de partijen en derzelver staatsburgers zijn gevrijwaard tegen iedere gerechtelijke actie ter verzeker- ring van de nakoming van verplichtingen, waarvan de afdoening is geregeld bij de overeenkomst.

 

  1. Conclusie

 

De voorliggende overeenkomst belichaamt, ondanks de bedenkingen waartoe zij aanleiding geeft, het gunstigste financiële resultaat, dat in de huidige en voor de naaste toekomst voorzienbare situatie redelijkerwijs bereikbaar moet worden geacht. De Regering vertrouwt, dat de totstandkoming van de overeenkomst de grondslag zal blijken te zijn, waarop tussen Nederland en Indonesië een nieuwe en positieve verstandhouding kan worden gebouwd. Zij acht goede reden aanwezig voor de verwachting, dat de nog altijd bestaande banden op velerlei gebied nauwer zullen worden aangehaald en zullen leiden tot toenemend hartelijke en vriendschappelijke

relaties tussen Indonesië en het Koninkrijk. In dit perspectief zou Nederland dan gelegenheid vinden zowel zijn vanouds bestaande speciale deskundigheid als zijn nieuw verworven technische en industriële capaciteiten ten dienste te stellen van Indonesië, dat daaruit bij zijn ontwikkeling aanzienlijke voordelen zal kunnen trekken. 

In het belang van de goede wederzijdse betrekkingen moge de Regering daarom de overeenkomst bij de Staten-Generaal ter goedkeuring aanbevelen.

 

De Minister van Buitenlandse Zaken,  LUNS.  

De Minister van Financiën, J. ZJJLSTRA.

Lees verder…

Willem Nijholt in zijn nopjes

Willem Nijholt in zijn nopjes

10897271893?profile=originalWillem Nijholt in zijn nopjes  REÜNIE na zeventig jaar!

De ontmoeting tussen de gelauwerde acteur en Ilse Evelijn Veere vindt plaats op Schiphol. Ze is na de oorlog in Amerika gaan wonen. „Ik haal haar op met een grote bos bloemen. Ze komt hier om haar zus in Groningen te bezoeken. Toeval bestaat niet. Ze had net als mijn partner Ben en ik haar reis al gepland, en komt een dag aan nadat Ben en ik even terug zijn uit Frankrijk. En ze heeft net als ik ook een boek geschreven over haar ervaringen in het jappenkamp: End the silence . Daar is ze al een paar keer mee op de Amerikaanse televisie geweest.”

In zijn Franse huis in de Loirestreek, waar hij met Ben Swibben – zijn levenspartner sinds 1977 – permanent woont, is Willem opgetogen. „Het is toch ongelooflijk; we hebben elkaar zeventig jaar niet gezien! Ongeveer hetzelfde meegemaakt en dat van ons af geschreven. Het komt allemaal door een fan, inmiddels eigenlijk meer een vriend, die een website over mij heeft opgezet. Mark de Vries las mijn boek Met bonzend hart , kwam de naam van Ilse tegen en, nieuwsgierig geworden, googelde toen haar naam.

10897271680?profile=original

Foto : De Indische Jeugdvriedin gevonden In Amerika

( De 79-jarige Willem Nijholt staat aan de vooravond van een van de ontroerendste ontmoetingen van zijn leven. En we

l met het meisje met de witte strik. Ilse Evelijn Veere woonde in dezelfde straat in Soemenep op het eiland Madoera als hij, vlak voor zowel zij met haar gezin als híj met zijn moeder, broer en zus naar een jappenkamp werd getransporteerd. „Wij werden opgehaald en zij ook. Ik was acht jaar. Ik heb nooit geweten waar mijn jeugdvriendinnetje terecht is gekomen, of wat er van haar geworden is. En nu ga ik haar weer zien!” )

Foto : Een piepjonge Willem met op de achtergrond zijn vader. Willem: „Ik was bepaald niet de stoere jongen op wie mijn vader als KNIL-militair had gehoopt.” OMSLAGFOTO ’MET BONZEND HART’

10897272477?profile=original

Foto : Ilse Evelijn Veere-Smit zoals zij er tegenwoordig uitziet. In 1954 trouwde ze in Amsterdam met Jan Smit, vandaar haar achternaam. FOTO: MICHAEL STADLER

 

Dochter

„Zo kwam hij erachter dat Ilse nog leeft! In Washington, Amerika! Waar zij met haar naaste familie niet lang na de oorlog terecht is gekomen. Hij heeft de contacten gelegd en enfin, van het een kwam het ander. Ik heb haar een lange brief geschreven, haar dochter gesproken… En nu gaan we elkaar dus binnenkort ontmoeten.”

Willem vertelt: „De laatste jaren voor Japan in oorlog kwam met Nederland, dus ook met Indonesië, woonde ons gezin op het eiland Madoera in de hoofdstad Soemenep. In die paar jaar hadden wij in onze straat omgang met de familie Evelijn Veere. Het oudste dochtertje, Ilse, werd een speelkameraadje 

van me en omdat ik geen voetbaljongen was maar meer met meisjes speelde, raakten Ilse en ik echt bevriend. Zij was iets ouder dan ik, kon heel goed bikkelen en heeft mij dat geleerd. We zaten dan op het platje voor hun huis. Ook kwam ze veel bij ons, vooral op het voorerf, waar wij grote Tjimahi-bomen hadden, met van die heel lange dennennaalden, soms wel twintig cm lang. Ik kon de segmentjes van die naalden lostrekken en dan deed ik er jasmijn aan vast en dan kon je die naald ook weer sluiten. En zo vlocht ik bloemenkransjes voor haar en mijn moeder, die meestal op ons voorplatje aan de ratelende naaimachine zat.”

De vriendelijke acteur knijpt mijmerend zijn ogen samen: „Ik was bepaald niet de stoere jongen op wie mijn vader als KNIL-militair had gehoopt. Ilse en ik kregen de lapjes stof die mijn moeder niet meer gebruikte en maakten daarvan dan poppenkleertjes. Het waren zonnige dagen, ik weet ook nog dat ik met haar op een of ander Oranjefeest een klompendansje deed.”

In de brieven aan Hella S. Haasse die zijn boek Met bonzend hart (2011) opleverden, schrijft Willem al: Ik heb me nooit door mijn vader geaccepteerd gevoeld. Ik was als tweede kind de teleurstelling. Ik was niet het meisje op wie hij en mijn moeder, nadat mijn broer Jan was geboren als stamhouder, zo hadden gerekend. Toen ik als jongentje dan toch een meisjesachtig kind bleek, heb ik in die ogen van hem vaak irritatie en zelfs afkeer gevoeld als ik met mijn aankleedpoppen speelde of met mijn buurmeisje hinkelde of bikkelde. Nee, dan Jantje, die voetbalde en katjongde (kattekwaad uithalen) met zijn vriendjes. Die kwam altijd onder de schrammen en builen thuis van hun gezamenlijke strooptochten en zat even later gemandied (gewassen) en gejodiumd weer stoer onder pleister en verband wilde verhalen te vertellen als  

pa weer thuis was. En ik? Ik zat liever de hele middag naast maatje (zijn moeder, red.) en de naaimachine met Ilse Evelijn Veere. Mijn buurmeisje en vriendinnetje, een mollig Indisch meisje met een zwart Louise Brooks kapsel en altijd boven op haar hoofd een witte strik . Willem lacht: „Ik heb haar na zeventig jaar weer gevonden, hoe uniek is dat!” Hij herinnert zich: „Ik weet nog dat mijn moeder altijd, als ik was gevallen en me pijn had gedaan, zei ’kom maar jongen, ik leg er een koekje op. Het gaat wel over voor je een meisje bent geworden’. Een keer heb ik toen uitgeroepen: ’Maar ik wil graag een meisje zijn!’ De blik in de ogen van mijn vader… Ik krimp er nog steeds van in elkaar. Ach… mijn vader was in die tijd vlak voor Japan ook in oorlog kwam met Nederland, behoorlijk gefrustreerd. Madoera was strategisch heel belangrijk en tegen een Japanse invasie vanuit zee was er weinig te verdedigen. Het eiland had maar één tank. Al die stress van patrouilles, oefeningen en strategiebepalingen… Het voelde voor hem nutteloos, hopeloos en uitzichtloos. Moet je je voorstellen dat je dan na zo’n tweedaagse, overbodig te beschouwen veldtocht ook nog gepest wordt door je toch al niet favoriete zoontje van acht, dat nuffig modepopjes zit te knippen. Hij was als een kind zo blij toen mijn zusje Ria werd geboren.”

Willem zucht: „We hebben het uiteindelijk allemaal overleefd. Mijn vader de Birmaspoorlijn en mijn moeder op het nippertje de kampen. Zij heeft helaas nooit mogen zien dat ik succes kreeg als acteur. Ze zag het nooit zitten. Dan riep ik: ’Ik word ontdekt’ en dan zij zei: ’Ja kind, langs de weg op een slof en een schoen.’ Mijn vader deed alsof het hem niet interesseerde, maar na zijn dood kreeg ik een hele kist met 

knipsels over al mijn successen. Was hij toch stiekem trots op me geweest.”

Willem Nijholt gaat verder terug in de tijd: „Ilse en ik hadden een heerlijke jeugd, totdat de Japanners binnenvielen en wij hun legers door de straten van Soemenep zagen trekken. Op fietsjes reden ze. Wij moesten er eerst om lachen. Niet wetend wat ons allemaal te wachten stond. Mijn vader werd meteen (als militair) opgepakt en weggevoerd en niet lang daarna werden successievelijk ook alle Nederlandse en Nederlands-Indische gezinnen uit hun huizen gehaald. We kregen een kwartier om koffers te pakken en húp, ging het in open vrachtwagens, vrouwen en kinderen opeengepakt.”

Hitte en stof

„Van de oostkant van Madoera naar de westkant, een dagreis lang in hitte en stof. Vervolgens met de ferry naar Soerabaja en vandaar naar Malang naar het kamp. De details laat ik achterwege. Met familie Evelijn Veere is dat ook gebeurd, maar zij werden op een andere dag van huis en have gejaagd en op vrachtwagens gesmeten. Wij zijn elkaar zo maar ineens kwijtgeraakt. Ilse en ik hebben elkaar nooit meer gezien en wisten ook niet van elkaar in welk kamp wij terechtgekomen waren.”

Peinst: „Ik heb wel altijd aan haar moeten denken, vroeg me vaak af wat er met haar gebeurd zou zijn. Met mijn vriendinnetje met haar mooie naam en grote witte strik in het haar. Nu weet ik het. Het staat allemaal in haar boek End the silence . Ilse was een heldin van twaalf jaar. Ilses moeder heeft het kamp niet overleefd, en Ilse heeft, als oudste van de kinderen, na de dood van haar moeder, in het kamp gezorgd dat haar zusje en broertjes – de jongste was 

zelfs nog een baby – te eten kregen en beschermd werden. Om de jap niet te irriteren en de baby te laten stoppen met huilen liet ze het kindje de hele dag aan haar vinger sabbelen, en ondertussen lette ze op de rest.”

„In dezelfde tijd dat mijn boek uitkwam, verscheen ook háár boek met kampervaringen. Nou ja, dan geloof ik niet meer in toeval, maar in dat de kracht in het heelal alles bestiert. Ook omdat ik van de dochter van Ilse een mail kreeg, waarin ze me vertelde dat Ilse naar Nederland komt. Om familie in Groningen op te komen zoeken. En laten Ben en ik toen ook al tickets hebben geboekt voor een dag ervoor om naar Nederland te gaan voor twee weken. Ilse en ik. Los van elkaar. Ja, het heeft zo moeten zijn! De tijd heeft in het tapijt van ons beider bestaan onze levensdraden elkaar weer laten kruisen. Bizar en mooi.”

In Met bonzend hart beschrijft Willem zelf ook de verschrikkingen in het jappenkamp. Hoe ze werden uitgehongerd, hoe zijn jongste zusje overdekt met zweren in de ziekenboeg terechtkwam en hoe zijn oudere broer naar het jongenskamp werd afgevoerd terwijl zijn moeder, omdat ze protesteerde en aan de vrachtwagen ging hangen, door de jap werd afgeranseld met stokken en geweerkolven.

Hoe kijkt Willem intussen aan tegen zijn eigen geschiedenis? Hij zegt: „Ik kan nog steeds niet tegen jappen. Alleen laat ik dat niet zo merken. Nou ja, één keer. Ik was op weg naar Frankrijk even gestopt bij een wegrestaurant om me op te frissen. Korte tijd nadat wij binnenliepen, dwarrelde er ook een hele bus Japanners binnen. Het was sterker dan ikzelf; ’kiotské’ schreeuwde ik. Dat betekent in het Japans ’in de houding’. Er viel een doodse stilte. En toen riep ik keihard ’kerè’ (buigen) en toen ’norè’ (opstaan). Buigen en weer opstaan voor het gezag moesten we in het jappenkamp zo’n dertig keer per dag doen. Het  

gekke was, het luchtte me helemaal niet op. Ik voelde er helemaal niks bij. Ik geneerde mij zelfs voor mijn gedrag. ’Nijholt wat doe je nou?’ dacht ik en vluchtte weg.”

Het is even stil in het huis aan de Loire. Dan besluit hij: „Dit is het ongelofelijke verhaal van hoe twee vroegere speelmakkertjes, door oorlog en ellende gescheiden, na zeventig jaar door Het Lot weer voor even worden verenigd. Ik wil met Ilse zo graag de gelukkige tijd van vóór de kampen terugvinden.”

Met dank aan Wilma Naninga van Prive.

Lees verder…

10897378854?profile=originalVersterken  zustergemeentes in Indonesië de banden met Nederland?   De laatste tijden staan de betrekkingen tussen Indonesië en Nederland onder druk als wij de media mogen geloven. Al eerder werd Timmermans naar Jakarta gestuurd om excuses aan te bieden, de hele Kamer op zijn nek kreeg. Vervolgens kopt de telegraaf met een bizarre onthulling “1995 had Koningin Beatrix de intentie namens Nederland Rep. Indonesië excuses aan te bieden” ergens in juni dit jaar. Op 21 april 2013 kopt de Telegraaf weer met een negatief berichtgevingen die weer verder schade brengt aan de betrekkingen “Deur dicht voor claims Indonesische weduwen”.  

67 jaren hebben bepaalde groeperingen die zich wisten te nestelen in de Tweede Kamer om steevast die blokkades op te leggen als het om de banden en zaken met Indonesië  te maken hebben. 

Nederland en Indonesië komen nu tot de inzichten dat ze elkaar hard nodig hebben in deze turbulente dynamische 24 uur economie. Nederland verkeert in ernstige resessie ooit in de geschiedenis dat zelf het spaarvarken naar de slagt gaat. In 2001 grapten de Spaanse en Franse media nog dat het Nederandse spaarvarkentje naar de slachtbank zullen brengen, zie nu anno 2013. De spaarpot van de babybomers wordt omgedraaid,  en leeggeplunderd om hun fouten te camoufleren. Terwijl er vele economische mogelijkheden liggen in de groeiende economie van de republiek Indonesia.

Indonesië weer om kennis, innovatie, management en ervaringen waar Nederland weer beschikt op het terrein  met betrekking tot  Infrastructuur, milieu, watermanagement en industrie om Indonesie op een hoger niveau te positioneren (te moderniseren).  

Bij de viering van de onafhankelijkheid van  de residentie in Wassenaar met de Indonesische ambassadeur Marsudi lonkt Rutte en zei dat hij „een beetje jaloers” was op de economische groei die de Indonesische economie doormaakt. Met geplande  handelsmissie in november is de eerste keer sinds 2006 dat een Nederlandse premier Indonesië bezoekt. „Dus het werd tijd ook.”   Ook de Indonesische ambassadeur Marsudi geeft weer voor de zoveelste keer een handreiking door te zeggen dat “excuses niet nodig zijn”.  

De actuele stand nu is dat er een brug naar elkaar toe te worden geslagen met wederzijdse respect  met ongekende economische mogelijkheden voor Nederland; hopende dat NU weer niet de schaduwen van Kok en Pronk beiden PvdA’-ers weer ertussen gaan zitten, want wij hebben Samsom nog die als PvdA’er roet in het eten kan gaan gooien.  

 

10897380672?profile=originalDesondanks de koele banden wordt er ruim 3 miljard euro verdiend uit deze naar schijnt koele betrekkingen. Die niet in verhouding staan bijvoorbeeld tot dat steeds meer Indonesische producten in de schappen van de grote supermarkten zijn te vinden. In te tegenstelling tot de Nederlandse producten die in Indonesie schaar zijn. Naast de supermarkten zijn  in vele steden wel een Indonesisch restaurants te vinden. Wat denken van in de Hollandse keukens. Kortom de Indonesische keuken heeft zijn plek verworven in de Nederlandse samenleving in deze 65 jaren.

Op het gebied van grote evenementen spelen de pasar malams een heel belangrijke grote rol. Die door heel Nederland 10897380691?profile=originalnu worden gegeven die zijn oorsprong vond in Batavia – Het Jakarta van nu – waar het hele Indonesisch palet wordt uitgedragen; dans, muziek, eten, drinken, cultuur en de Indonesiche artikelen.    Den Haag met het Mailieveld kent twee pasar malams, Rotterdam, Utrecht, Apeldoorn, Arnhem, Den Helder, Alkmaar, en Assen om maar te noemen van de ruim 70 pasar malams in het land, die het hele jaar doorgaan.   Drie miljard gaat dus om in de Indonesische – Nederlandse economie betrekkingen. Van uit Nederland zijn incidentele organisaties kleinschalig bezig met projecten in Indonesie, die via de media die aandacht krijgen. Nederland is geen velden te bekennen in Indonesie als het direct impact moet hebben op de burgers due Indonesie  in Nederland  heeft geinvesteerd om de Indonesische cultuur hier te introduceren dat maatschappelijk door de Nederlandse samenleving is geaccepteerd.

Hoe staat met maatschappelijke acceptatie van Indonesie bij politiek DenHaag?

Niet best, die loopt straatlengtes achter op het Nederlands volk mag de conlcusies zijn; De politiek werkt blokkerend en als  een stoorzender in de media wordt er met gif gestrooid als de republiek Indonesia weer in beeld komt. Voorbeelden ten over. Politiek mag een voorbeeld nemen aan de initiatieven die in samenleving organisch zijn gegroeid.  Ergo zelfs het ondernemingsklimaat leidt hier onder.

De vele koloniale gebouwen bijvoorbeeld ; in Jakarta, in Bandoeng en Soerabaja zonder andere plaatsen te kort te doen spreken boekdelen over de gezamenlijke geschiedenis.  

10897380278?profile=originalDe vergeten groep achterblijvers van het voormalige Indie,  niet onbelangrijk wat door velen worden vergeten is de Indo’s die niet naar Nederland gerepatrieerd konden worden. Deze Indo Europeanen werden geweigerd, terwijl zij wel voor he Koninkelijk Huis tegen de Jappen vochten. Redenen waren o.a. de slechte communicatie of waren de benodigde documenten kwijt geraakt door die oorlog.  In Nederland is deze populatie rond het ander half miljoen met alle generaties mee geteld. In Indonesië is het dubbele. Onlangs heeft Jan Slagter van Omroep Max nog die aandacht gevestigd op de “vergeten groep Indo’s” met verschillende TV uitzendingen.  Op ICM verscheen het persbericht: "Persbericht - Indo's in Indonesië? Hoe zit dat"

De vraag die je moet stellen waarom ook niet zustergemeentes met Indonesië   dan is alles structureel in 1 keer opgelost zoals wij die kennen met andere landen. Een concept/model dat zich heeft bewezen in die 100 jaren dat op het gebied van cultuur / economie duurzaam werkt naar Win Win situatie. Vreemd genoeg dat Nederlandse Gemeentes met die andere landen die geen gezamenlijke geschiedenis en geen draagvlak hebben in de huidige samenleving toch een zustergemeente vormen (hiervoor budgetten voor vrij worden gemaakt).  Gemeentes worden jaarlijks geconfronteerd bij de aanvragen van een vergunning voor een groot evenement als een pasar Malam in ruim 100 gemeentes waar ruim 10.000 bezoekers op afkomen m.u.v Den Haag waar 100.000 op afkomen. 

De media staat bol hiervan. Mede door de recessie komen budgetaire vele zaken op straat te liggen.  

Rotterdam zou een zustergemeente met Jakarta kunnen vormen.  

Informele bronnen wisten te melden dat er op Gemeente nivo al contacten lagen uit het grijze verleden. Omdat Jakarta een haven heeft van betekenis en Rotterdam tot de 1 van grootste havens behoren. Soerabaja met gemeentezuster Den Haag of Bandoeng met zustergemeente Apeldoorn om maar als voorbeeld te noemen. 

Nederlandse gemeentes kunnen bijvoorbeeld de laatste technieken en methodieken die zijn toegepast voor Nederlandse stedelijke ontwikkelingen voor; de infrastructuur, bouw, milieu, energie en watermanagement weer her aanwenden voor de zustergemeentes in Indonesië. Voorbeeld de werkzaamheden aan de Metro in Amsterdam kunnen zo weer worden voortgezet in Jakarta (zie Jakarta Baru master plan). Nederland weer kan bijvoorbeeld methodieken overnemen hoe Indonesië terrorisme en corruptie bestrijdt. Daarnaast kan Nederland veel leren hoe Indonesië als grootste Islam land met duizenden verschillende culturen in  zo’n islamitische multiculturele samenleving de democratisering boven de islamitisering  weet te besturen en te bewerkstelligen met als eerste Islamland een vrouwelijke president. De dochter van oud – president Soekarno,  waar diverse geloven broederlijk naast elkaar leven  zestig jaren lang. 

10897380483?profile=original

 

 Dat deze bewegingen van zustergemeentes met Indonesie  informeel op de achtergrond lopen zijn niet onbekend. Zo had Gemeente Rotterdam met Jakarta al informele contacten met betrekking tot stedelijke ontwikkelingen. Rotterdam is groten deels door de Tweede Oorlog verwoest en herbouwd tot 1 van de modernste steden in Europa met metro, nieuwste gebouwen, infrastructuur, bruggen en haven met grote opslag.

Jakarta moet ook herbouwd worden, en Jakarta heeft Rotterdam als voorbeeld.  Ontwikkelingshulp zou meer via gemeentes ingezet moeten worden via zustergemeentes om de Indonesische Nederlandse betrekkingen verder te intensiveren om dit concept te ondersteunen om tot een constructieve structurele oplossing te komen. 

Het voorbeeld dat het werkt is Jakarta/Rotterdam. Het Jakarta Baru Masterplan werd in handen gegeven aan een Ingenieurs Groep die Rotterdam hebben herbouwd. Deze hebben het ontwerpplan uitgewerkt zie onderstaande presentatie op YouTube. Diverse Nederlandse ondernemingen zijn vanaf 2009 bezig geweest, en hebben  veel last gehad van de handelswijze van Politiek Den Haag. De gemiste orders zijn hierdoor aanzienlijk geweest; Dit jaar zijn ontelbare keren koppen in de media verschenen o.a. dat De Tweede Kamer Timmermans onder vuur nam na zijn bezoek aan Jakarta, bij niemand ontgaat dit! 

YouTube Rotterdam verpakt het in MasterPlan Jakarta baru,  http://youtu.be/hGtol65OeUg   

Editor/redacteur 

Ferry Schwab sr.

Lees verder…

10897388657?profile=original10897388500?profile=originalUit ICM Archief Nederland betuigt spijt aan Indonesië

Nederland zal spijt betuigen voor oorlogsmisdrijven tijdens de koloniale oorlog in het toenmalige Nederlands-Indië (Indonesië). Premier Mark Rutte heeft dat vrijdag gezegd na de ministerraad.

Door: ANP/Novum

 Bekijk de uitspraak van Rutte:       Bekijk video

Het gaat om excuses voor specifieke gevallen van standrechtelijke executies. Er is geen sprake van algemene excuses voor de politionele acties en dus geen breuk met het Nederlandse beleid tot dusver, zei Rutte.

De excuses worden op 12 september aangeboden in het Erasmushuis in Jakarta door de Nederlands10897380085?profile=originale ambassadeur in dat land.

De zogenoemde tien weduwen van Zuid-Sulawesi zijn daarbij in ieder geval aanwezig. Hun mannen werden in 1947 door Nederlandse militairen op Zuid-Celebes doodgeschoten.

Begin augustus werd bekend dat de weduwen ieder 20.000 euro schadevergoeding krijgen omdat hun mannen destijds standrechtelijk zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen. Eerder betaalde Nederland hetzelfde bedrag aan weduwen van het bloedbad van Rawagedeh op Java. 

Foto:  ANP

Ben Bot

Voor de rol van Nederland tijdens de onafhankelijkheidsstrijd geldt de spijtbetuiging uit 2005, zei Rutte. Toenmalig minster van Buitenlandse Zaken Ben Bot (CDA) zei toen tijdens een bezoek aan Indonesië dat Nederland 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis' stond met de pogingen om de onafhankelijkheid van Indonesië met geweld te voorkomen. 

Rutte bezoekt Indonesië in november, maar hij wilde niet wachten tot die tijd met de excuses vanwege de executies. Het is van belang dat dit zo snel mogelijk gebeurt en de ambassadeur is daarvoor de aangewezen persoon, aldus de premier. 

Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken zei eerder al dat hij er geen enkele moeite mee heeft om persoonlijk namens Nederland excuses aan te bieden voor de oorlogsmisdrijven. Hij zegde toen al toe dat ook aan de ministerraad voor te leggen. Volgens Rutte is nu afgesproken gelijke gevallen op dezelfde manier te behandelen.

Door: ANP/Novum
Lees verder…

9 t/m 11 maart - Pasar Malam Istimewa XL in Zwolle

10897380883?profile=original

Istimewa nieuwsbrief

Pasar Malam in Zwolle: lagere prijzen in een grotere hal met grotere artiesten

Datum: 9 t/m 11 maart
Locatie: IJsselhallen Zwolle, Rieteweg 4
Ingang: A28

Openingstijden:
Vrijdag 9 maart: 13:00 – 23:00 uur
Zaterdag 10 maart: 12:00 – 22:00 uur
Zondag 11 maart: 12:00 – 20:00 uur

Lagere prijzen
Op vrijdag 9 maart kost een kaartje voor iedereen maar €5,00 in de online voorverkoop!
Kinderen van 0 t/m 3 jaar en veteranen* mogen gratis naar de Pasar Malam in Zwolle.

Toegangsprijzen
Online voorverkoop:
Vrijdag ticket: €5,00
Volwassenen (zaterdag / zondag): €7,50
Senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €5,00
3 dagen kaart volwassenen: €15,00
3 dagen kaart senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €10,00

Tickets aan de kassa:
Vrijdag ticket: €7,00
Volwassenen (zaterdag / zondag): €9,50
Senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €7,00
3 dagen kaart volwassenen: €19,00
3 dagen kaart senioren 65+ & kinderen 4 t/m 12 jaar: €14,00

*Veteranen: Op vertoon van veteranen pas. 1 persoon per pas
 

KLIK HIER OM KAARTEN MET KORTING TE KOPEN

Grotere hal

De Pasar Malam Zwolle is één van de oudste Pasar Malams van Nederland, in het begin van deze Pasar Malam werd deze nog georganiseerd in de grote hal van de IJsselhal, later is dit terug gebracht naar de 3 kleinere hallen. Istimewa Events brengt deze Pasar Malam weer terug naar de grote hal. De laatste jaren werd de Pasar Malam in Zwolle ingericht op een oppervlakte van ca. 3000 m2. Dit jaar gaan we terug naar de grootste hal van de IJsselhallen die ca. 6000 m2 is! Twee keer zo groot dus. Vandaar de naam Pasar Malam Istimewa XL. In deze hal staan grote Indische restaurants, snack standjes, een Oosterse specialiteitenmarkt met onder andere een Indo’s Be Like Lounge en 2 podia met live muziek, culturele dans- en vechtsportdemonstraties.

10897396876?profile=original

Grotere artiesten
De Pasar Malam Istimewa staat al jaren bekend om haar goede artiestenpakket maar om de naam “XL” extra kracht bij te zetten pakken we dit jaar extra uit!

VRIJDAG 9 MAART
Massada
: “The Massada Music Special"
Een 1,5 uur durende show met de bekende Molukse Latin Sound van Massada die speciaal door bandleider en zanger Johnny Manuhutu en zijn band in elkaar gezet is voor deze Pasar Malam!
Massada scoorde grote hits met o.a. Latin Dance, Arumbai, Sajang É en Dansa (Don't Quit Dancing). Massada was pionier en trendsetter op het gebied van uitgebreide percussie waarbij deze grotendeels de sound bepaalt. Door hun spectaculaire optredens maakt de band zijn live reputatie meer dan waar. Afgelopen vrijdag bracht Massada hun nieuwste dubbel CD met Live DVD uit. Deze zal op de Pasar Malam in Zwolle te koop zijn.

Kroncong Toegoe Modern
Kroncong is de muziek, Toegoe het dorp waar ze vandaan komen en Modern duid op de instrumenten. Toegoe is een dorp vlakbij Jakarta, Indonesië waar de kroncongmuziek zijn oorsprong heeft. De band speelt `oude` kroncong liederen in de Toegoenese traditie maar met hedendaagse instrumenten. De band heeft een uitgebreid repertoire van kroncong asli, kroncong pop, moluks kroncong, poco-poco, country en marenge.

Diana Monoarfa
Diana, de Indische nachtegaal, altijd gekleed in prachtige traditionele kleding, is de koningin van de Kroncong muziek. Maar ze zingt net zo makkelijk de Engels- en Spaanstalige nummers. Verzamel je voor de Poco-Poco!

Tutti Frutti
De band Tutti Frutti bestaat uit 3 dames en 2 heren.
Bijzonder is dat Edith Gunthardt basgitaar speelt en haar zusje Sylvia Supit solo gitaar en beiden ook nog de zang voor hun rekening nemen.
Daisy Bos is de zangeres,  Peter van Tuijl de drummer en Richard Leimena gitarist.
Het repertoire bestaat grotendeels uit rock classics met een knipoog naar de huidige popmuziek.
Deze band speelt nummers van onder andere The Rolling Stones, The Beatles, Golden Earring, CCR, Queen, Herman Brood etc.

Wahana Budaya Nusantara 
Deze dansgroep richt zich met name op de typische Indonesische dansen en wil daarmee de Indonesische cultuur uit dragen, naar de tweede en derde generatie Indonesiërs en de Nederlandse samenleving. "Wahana" betekent plaats, "Budaya Nusantra" is de cultuur van Indonesië. De dansgroep heeft traditionele en moderne Indonesische dansen uit Java, Betawi, Sumatra, Borne, Bali, Ambon en Sulawesi.
 


10897396497?profile=original

10897397485?profile=original

10897398465?profile=original

10897398499?profile=original

10897399078?profile=original

Wahana Budaya (GeaFotografie), Kroncong Toegoe Modern,
Massada (created by Samantha Bonouvrie),
Diana Monoarfa, Tutti Frutti

 

ZATERDAG 10 MAART
Kempo Kuntao

Een must see! Het demo team van Kempo Kuntao Nederland staan hoog in de top van de Oosterse vechtkunst. Je kunt ze kennen van de laatste “Holland’s Got Talent” waar ze de finale wisten te behalen. Deze shows zijn uitermate spectaculair. Je zal op het puntje van je stoel zitten!
Leidster van deze groep, Yenny Luu is wereldkampioene in haar sport!

Hot News
Eén van de meest gevraagde bands op de Pasar Malam is Hot News. Onder leiding van Shirley speelt deze band een allround repertoire van Indische liedjes tot Evergreens waar zeker op gedanst gaat worden!

Harold Verwoert
Veel mensen kennen Harold Verwoert als presentator van Omroep MAX of als de beroemde Zwarte Piet Diego. Vaste bezoekers van de Pasar Malam en andere muziek evenementen weten inmiddels dat hij een geweldige zanger en entertainer is. Een optreden van Harold betekend genieten, dansen, lachen en meezingen.

Carolyn Shelby & Groove Xperience
De kleine dame met de grote stem: dat is Carolyn Shelby. Geboren in een muzikaal nest kwam de Rotterdamse zangeres al op jonge leeftijd in aanraking met muziek. Bijna afgestudeerd aan Codarts, het conservatorium van Rotterdam, heeft Shelby al op vele podia mogen staan, onder andere met haar eigen band Shelby & the ’Stangs. In haar warme stem zijn invloeden van soul, funk en jazz te horen. Tot haar inspiratiebronnen behoren grote namen als Alicia Keys, Stevie Wonder en Whitney Houston. Voor dit optreden wordt Shelby bijgestaan door Groove Xperience; een 7-koppige soul/disco coverband met meer dan 20 jaar ervaring, waarvan het grootste deel uit familieleden bestaat. Muziek en familie: twee belangrijke onderdelen in de Indisch/Molukse gemeenschap. Speciaal voor de Pasar Malam Istimewa Zwolle spelen Carolyn Shelby & Groove Xperience een mix van oude en moderne dansnummers, maar gaan ook terug naar hun roots met Indonesische en Molukse lagu lagu muziek. Dit alles in een knusse, akoestische setting wat zeker het luisteren waard is.

Dansgroep Sekar Ayu
Deze dansgroep staat onder leiding van Ni Ketut Candrawati. De dansgroep demonstreert authentieke dansen in uitvoering en kleding zoals u ze ook in Indonesië kunt tegenkomen op Java, Bali, Sumatra of één van de andere vele eilanden.


10897399684?profile=original

10897399494?profile=original

10897400456?profile=original10897400275?profile=original

Kempo Kuntao, Hot News
Harold Verwoert, Sekar Ayu (GeaFotografie)

 

ZONDAG 11 MAART
Tante Lien & Aïs Lawa-Lata

Wieteke van Dort is naast haar carrière als zangeres, actrice, cabaretière, schrijfster en kunstenaar bij het grote publiek het meest bekend als en het Nederlands-Indische personage Tante Lien in De Late Late Lien Show en haar bekende liedjes zoals “Geef mij maar nasi goreng”, “Arm Den Haag” en “Ajoen Ajoen”. Aïs Lawa-Lata heeft in zijn muzikale loopbaan zoveel bijnamen gekregen als trendsetter van eigentijdse Molukse traditionals en gospelsongs: 'the godfather of Moluccan Soul', 'ambassadeur van het Molukse lied' en 'de Molukse Frank Sinatra. Wat 40 jaar geleden begon als een eenmalige samenwerking voor de Late Late Lien Show bleek een goede keuze nu 40 jaar later treden ze nog steeds samen op!

Simply Friends (met Wout Nijland)
Na jaren de Pasar Malam Istimewa georganiseerd te hebben was het voor Wout Nijland tijd om het wat rustiger aan te gaan doen en zijn oude hobby als zanger weer op te pakken. Met vrienden uit de muziekwereld startte hij de band Simply Friends op. En het gaat zeer goed met de band, zo traden zij onder andere al op in Spanje en op het Pasar Colours Festival op de Huishoudbeurs.

Danny Everett
Danny is een sympathieke Indo zanger die zeker geen onbekende is binnen het muziekcircuit. Hij zorgt voor interactie met het publiek en heeft een uitgebreid Engelstalig repertoire met o.m. Elvis maar ook Nederlandstalige liedjes. Samen met zijn goede vriend en zanger Dries Holten (Andres) had hij een top 10 hit met zijn bekende lied “Mijn Indo Dreams”. Onlangs stond hij op het podium met zijn act uitgebracht van zijn grote voorbeeld onder de naam Danny Everett presenteert: “A Tribute To Jack Jersey Show”! Ook bracht Danny onlangs zijn nieuwe single “Hello, Good Morning, Hoe Gaat Het?” uit, welke hij zeker zal zingen op de Pasar Malam.

Ester Latama
Ester Latama is een zeer vaak gevraagde artiest en zijn dan ook blij dat ze er op de Pasar Malam in Zwolle bij kan zijn. Ester zingt met gemak alle genres. Van mooie ingetogen liedjes tot dance classics en van Indische liederen tot country. Onlangs bracht ze haar CD uit die zeer goed ontvangen wordt bij het grote publiek.

Dansgroep Hawaiian Treasure
Hawaiian Treasure neemt u mee naar het prachtige Hawaii en Tahiti en laat u even wegdromen naar de eilanden. Maar niet voor lang want de dansshows van Hawaiian Treasure barsten ook van de energieke dansen.

10897400870?profile=original10897401064?profile=original

10897401676?profile=original

10897397494?profile=original

10897402069?profile=original

Tante Lien & Aïs Lawa-Lata (Ingrid van den Brand)
Ester Latama (Artfotos.nl), Danny Everett Simply
Friends, Hawaiian Treasure (Istimewa)


 
KLIK HIER VOOR HET PROGRAMMA MET DE TIJDEN EN MEER INFORMATIE OVER DE PASAR MALAM
Copyright © 2018 Istimewa Events, All rights reserved.
U ontvangt deze email omdat u zich heeft ingeschreven voor de Istimewa Nieuwsbrief

Our mailing address is:

Istimewa Events

Vaartweg 22

Vlaardingen, Zh 3131 HT

Netherlands


Add us to your address book



Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list

Lees verder…

Je hoort in deze tijd regelmatig praten over "wij zijn gerepat". Dat zijn dan luitjes die enige tijd in een ander land hebben gewoond en gewerkt en dan weer terugkeren naar het land waar zij geboren en opgegroeid zijn. "Gerepat"wil eigenlijk zeggen "gerepatrieerd". En dat betekent letterlijk de terugkeer in Patria, in het vaderland Nederland.

Voor de Indische Nederlanders was het echter een totaal andere situatie. Voor de meesten was Nederland weliswaar officieel hun vaderland maar de meesten waren daar nog nooit geweest. Waren er niet geboren en zijn er niet opgegroeid. Dat vaderland kenden ze alleen uit verhalen, plaatjes en boeken, maar vooral door het onderwijs op school met de daarbij behorende schoolplaten.

10897270694?profile=original

In de jaren na de tweede wereldoorlog en de capitulatie van Japan werd de repatriering van ruim 279.000 personen vanuit Nederlands Indie veroorzaakt door het verlies aan werk, een zeer vijandige sfeer en slechter wordende economische omstandigheden. Deze groep van zogenaamden repatrianten bestond uit zowel blanke Nederlanders (totoks) als mensen van gemengde afkomst of Indo's. Die terugkeer of vertrek naar Patria is niet iets wat mensen zomaar is overkomen, maar........een groot deel van de Indo's wilde eigenlijk niet gaan. Zij hadden de overtuiging in Indonesie gewoon thuis te horen. Maar helaas werd het hen erg moeilijk gemaakt en de onzekerheden waren te groot. Velen moesten daarom afscheid nemen van vrienden, buren en zelfs achterblijvende familie. Het uitroepen van de Republiek Indonesia en de snelle desintegratie van de Nederlandse aanwezigheid kwam erg abrupt en snel. Na de oorlog was de Europese gemeenschap verrast door de houding van de Indonesiers en Soekarno wordt wel als een kwade geest bestempeld omdat hij een eind maakte aan hun zekerheden, leidend tot een vernederend en pijnlijk vertrek naar Nederland.

De lieden die in 1949 en 1950 hadden geopteerd voor de Indonesische nationaliteit, maar er later spijt van kregen wilden ook alsnog het Nederlanderschap. Zij konden op dat moment alleen maar rekenen op een min of meer onwelwillende Nederlandse overheid. Die zagen de bui al hangen met een massale toeloop naar Nederland dat toch al een woningtekort had en nog druk bezig was met de eigen wederopbouw door onder andere een sober economisch beleid. Toen het echter duidelijk werd dat men deze landgenoten niet in de steek kon laten werd massaal het alsnog toegang krijgen tot het Nederlanderschap gegund.

10897271065?profile=originalNa de repatriering volgde de inburgering of liever de assimilatie zoals men toen zei in Nederland. De Nederlandse overheid was er op gericht de Indo's te kneden tot model-Nederlanders die afstand hadden gedaan van hun Indische eigenheid. Wat een verwaande doelsteling was dat. De achtergrond van die Nederlandse manier van denken wordt gevormd door de overtuiging dat het behoud van hun eigenheid alleen maar zou leiden tot problemen op het werk, school en in de wijken waar men uiteindelijk kwam te wonen.

MISSCHIEN MEER NOG DAN DE PERIKELEN ROND DE OVERTOCHT, WAS HET DE OPVANG IN NEDERLAND DIE MENIG INDO ALS EEN PIJNLIJKE EN GENANTE HERINNERING HEEFT ERVAREN.

In het bijzonder de financiele opvang leidde tot zeer emotionele reacties. De leningen voor de overtocht en de inrichting vcan de nieuw te betrekken woning (het zogenaamde meubelvoorschot) werden ervaren als een weinig genereus gebaar en als een soort opvang die duidelijk met tegenzin gepaard ging.

DE GASTVRIJHEID WAS VER TE ZOEKEN EN DAARNAAST WAS ER DE KWESTIE VAN DE NOOIT NABETAALDE SALARISSEN VAN AMBTENAREN EN MILITAIREN VOOR DE PERIODE VAN DE JAPANSE BEZETTING. DIT SMEULT NU AAN HET EIND VAN HET JAAR 2012 NOG STEEDS DOOR ALS EEN VEENBRAND.

10897271095?profile=original

 

Eén van de mensen die dit alles aan den lijkve heeft ondervonden omschreef het een en ander als volgt:

"Het begin van ons bestaan in Nederland na onze repatriering was niet bepaald om over naar huis te schrijven. Eerst in de contractpensions, waar je bijna straatarm begon, en in den beginne 4 gulden per week kreeg van DMZ (Dienst Maatschappelijke Zorg) om je vervoerskosten te kunnen betalen en postzegels te kopen voor het frankeren van brieven bij het solliciteren naar werk. Had je werk, dan werd je daar ook niet veel wijzer van omdat je het grootste deel van je inkomen moest afdragen aan DMZ om de gemaakte pensionkosten (voorlopig althan) gedeeltelijk terug te betalen. Had je bovendien nog een bay, dan moest die maar eten wat de pot schafte in het contractpension en anders moest je die babyvoeding zelf kopen van het weinige geld dat je overhield".

Als met al is de repatriering voor de meeste Indo's gevolgd door een goede inpassing in de Nederlandse samenleving. Dat is vooral te danken aan hun eigen inzet en hun kracht. Indo's hebben net als de Nederlanders gebouwd aan de grote naoorlogse welvaart en hebben daar volop in gedeeld. Als eindconclusie kan ik dan ook alleen neerschrijven dat de Nederlandse overheid deze rol van de Indo snel is vergeten en het nog steeds nalaat om de al lang slepende Indische kwestie voor eens en altijd op te lossen.

DE INDO'S KUNNNE TROTS ZIJN OP HETGEEN ZIJ HEBBEN GEPRESTEERD, EEN IEDER BINNEN ZIJN EIGEN MOGELIJKHEDEN EN HET PAST DE NEDERLANDSE OVERHEID, EN MET NAME DE POLITIEKE LEIDERS, OM RECHT TE DOEN DAAR WAAR ONRECHT NOG STEEDS GESCHIED.

Han Dehne (PAKHAN)

Lees verder…

10897220286?profile=original10897268089?profile=originalIndonesië  in de top 3 van de meeste Internetgebruikers op Facebook

Nog niet zo lang geleden stond het Internet in Indonesië van Internetcafes met zeer trage verbindingen. Dankzij de gebalanceerde groei van de economie veranderde dit beeld. Inmiddels is Jakarta uitgegroeid tot Twitterhoofdstad in de wereld. Niet vreemd op zich dat de aanbieders als Multiply en NING ook hier hun toevlucht zoeken. Zo heeft aanbieder Multipy hier in Jakarta zijn hoofdkwartier gestationeerd. De NING-netwerk aanbieder van zakelijke netwerken richt zijn pijlen nu ook op Indonesië. Hier ligt de groei – en keymarket van het Internet met een potentieel van 240 miljoen die Indonesië als populatie kent.

Er is geen stad waar zoveel wordt getwittert als Jakarta. Dit kwam uit een onderzoek naar gebruik van sociaal media. Van de miljarden Twitter berichten is 2% afkomstig van Jakarta. Hiermee laat Jakarta de Twitter steden London en Tokio ver achter zich. Bandoeng staat op de zesde plaats.

Ook Facebook is Indonesië toonaangevend. Blijkt uit een recent rapport van het Amerikaans marktonderzoekbureau Sociaalbakers dat het aantal profielen Facebook zo snel groeit dan in Indonesië. Deze groei oversteeg sneller het aantal profielen van de grootmachten in VS, Turkije en India.

Social media – pioniers,

Net als landen in Spanje o.a. waren in Indonesië het internetcafé bij uitstek om verbonden te zijn met deze digitale wereld met haar media. Vervolgens via chatprogramma’s en email in contact te komen met vrienden die je anders nimmer zou tegen komen. Dit medium sloeg bruggen naar andere steden, regio’s en landen. Reden was ook dat de Indonesiërs deze gelegenheden opzochten omdat thuis geen computer en internetverbinding tot hun beschikking hadden. Zo doende tegen betaling van relatief lage kosten legden ze contacten op een goedkope manier, en bespaarden op o.a. telefoon en brieven.

Indonesië was een van de eerste landen die social media massaal omarmde. In 2002 lanceerde een Amerikaanse programmeur Jonathan Adams de website Friendster.com (dus 2 jaar voordat Facebook en Hyves het levenslicht zagen) duurde het niet lang voordat deze website het meest en druk bezochte website van Indonesië werd. Tot 2008 zaten meer Indonesiër op Friendster dan Facebook. Rond 2008 brak Facebook wereldwijd pas door, en tegelijkertijd verdween de populariteit van Friendster. De snelle populariteit van Frindster.com laat zien dat in Indonesië dat de jonge internetters bovenop de social media zitten. Hoewel Friendster.com in populariteit wat heeft ingeboet, Facebooken en twitteren Indonesiërs van onder de veertig jaar er ook lustig op los.

Met de lancering van de smartpones met toegang tot snel mobiel netwerk, zorgt dat mensen minder naar Internetcafes gaan.

Ontwikkelingen.

De Indonesische regering ziet inmiddels in dat goede toegang tot internet met een goede computereducatie onontbeerlijk zijn om de economische groei die het land momenteel doormaakt een vervolg aan te geven. In het Indonesisch economisch master plan 2013 – 2027 is hiermee rekening gehouden. Daarom wordt er in Jakarta een glasvezelnetwerk aangelegd en hebben de belangrijke zakenwijken gratis WIFI (draadloos Internet).  Op dit moment is het staatsbedrijf Telkom bezig met het uitrollen van een draadloos internet op honderdduizend scholen verspreid over heel Indonesië. Ook Bali wat het hele eiland dekt.

Optelsom van gunstige economische vooruitzichten  -zie Indonesisch Economisch masterplan 2014-2027 - en de snelle verbeteringen van de internetinfrastructuur zorgen ervoor dat Indonesië in een korte tijd uitgroeit tot 1 van de social media hotspots in de wereld. Nu heeft iedereen toegang tot het Internet, zonder de beschikking over een eigen internetaansluiting.

Is slechts kwestie van tijd dat heel Indonesië op 3G-Internet zit.

Lees verder…

10897395869?profile=original

NABESTAANDEN BIJ HERDENKING IN BRONDONG GETUIGE VAN START ONDERZOEK RESTEN

Bloemen voor helden Javazee

Met een korte plechtigheid in Brondong hebben nabestaanden de slag in de Javazee herdacht. Op de begraafplaats van de Indonesische kustplaats zagen ze hoe een begin is gemaakt met het veiligstellen van stoffelijke resten.

door Olof van Joolen

Die waren er begraven door de mensen die delen van de illegaal geborgen scheepswrakken in kleinere stukken sneden. Dat gebeurde vlakbij de haven van Brondong. Tijdens de werkzaamheden vonden arbeiders botten en schedels.

Ceremonie

De Vereniging van Nastaanden en Overlevenden Slag in de Javazee (VNO) organiseert jaarlijks een ceremonie om stil te staan bij de zeeslag van 27 februari 1942. Traditioneel is er een samenkomst op het ereveld Kembang Kuning in Surabaya, waarna een krans in zee wordt gegooid op de plek waar tot twee jaar terug het wrak van Hr.Ms. De Ruijter lag.

Nadat het nieuws over de graven in Brondong bekend was geworden, besloot organisator Joop Nahuijsen de zee dit jaar te laten voor wat hij is en naar Brondong te gaan. Zowel op de begraafplaats als vanaf de plek aan de Javazee waar de inmiddels verdwenen sloperij stond, strooide hij met zijn dochter Merel bloemen.

„Het was heel aangrijpend voor mijn vader. Op de begraafplaats had hij toch het idee dat de stoffelijke resten van zijn vader misschien daar lagen”, vertelt ze. Haar opa was telegrafist op Hr.Ms. De Ruijter. Het vlaggenschip waarop schout-bij-nacht Karel Doorman voer en waar hij zijn beroemd geworden order ’Ik val aan, volg mij’ gaf. Woorden die wellicht door opa Nahuijsen de ether in werden gestuurd.

„Vooral ons bezoek aan de begraafplaats was indrukwekkend”, vervolgt Merel. „Ook al weten we nog niet zeker of het echt de stoffelijke resten van de Nederlanders zijn die er liggen. De sfeer, ook op Kembang Kuning, is vooral dat iedereen afwacht wat er uit het onderzoek komt.”

Tijdens de ceremonie was duidelijk dat er zoals vorige week door Indonesië werd beloofd, een begin is gemaakt met het veiligstellen van resten. Drie stukken van de begraafplaats zijn afgezet met geel afzetlint. De politie was volgens Merel met veel manschappen aanwezig om de begraafplaats in de gaten te houden. De agenten vertelden dat ze op iemand wachtten die vanuit Surabaya onderweg zou zijn voor assistentie.

Lees verder…

Het Masterplan MP3EI   toetreding  Indonesie tot top G7

10897382696?profile=originalHet Masterplan MP3EI   toetreding  Indonesie tot top G7?

 

Indonesië rijk aan bronnen in de bodem, en een economie met een organisch groei die langs een natuurlijk weg verloopt tot hoog in de bomen. Met jaarlijkse groei tussen de 12 % tot 16 %, kunnen menige landen in de Eurozone jaloers op zijn, die met een steeds verdere krimp worden geconfronteerd. Met liefst een verschil van 15 %, en het verschil zal alleen verder toenemen. Nog lang is de rek er niet ut wat de Indonesische economische groei betreft. Sterker Indonesië staat voor een volgende ongekende turbulente dynamische fase. Bronnen melden dat de republiek aan de vooravond staat van Giga ontwikkeling dat begint in 2014 tot 2030, waar vele landen al te graag willen investeren als private investeren.

 

McKinsey Global Institute (MGI)  kwam met een rapport uit met de titel “De archipel Economie: ontketenen het potentieel van Indonesië”.

 

Het onderzoek van McKinsey globale Instituut (MGI), richt zich op het terrein economie en bedrijfswetenschappen. Is een onderdeel van McKinsey & bedrijf, opgericht in 1990 tot het ontwikkelen van een dieper begrip van de veranderende mondiale economie. Met als doel om leiders in de sociale, commerciële en openbare sectoren met de feiten en

inzichten waarop management en beleid van besluiten zich op kunnen baseren. MGI onderzoek combineert de disciplines van economie en management, met de analytische hulpmiddelen van de economie met de inzichten van de bedrijfsleiders. Hun micromacro methodologie onderzoekt de trends in de micro-economische sector om beter te begrijpen de globale macro-economische krachten op het gebied van zakelijke strategie en openbare orde. MGI beschikt diepgaande verslagen van al meer dan 20 landen en 30 industrieën.

 

Huidig onderzoek richtte zich op zes thema's:

productiviteit en groei, financiële markten, technologie en innovatie, verstedelijking, arbeidsmarkten en natuurlijke hulpbronnen. Recent onderzoek de afnemende rol van aandelen, vooruitgang op schuld heeft beoordeeld en productiviteit van de hulpbronnen, steden van de toekomst, de toekomst van werk in geavanceerde economieën, de economische impact van het Internet, en de rol van sociale technologie.

 

10897270299?profile=original

     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het onderzoek kwam met de volgende conclusies:

Indonesië vandaag met een populatie van 240 miljoen. Een economie behoort tot de 16e-grootste in de wereld. Leden van de consumeren klasse 45 miljoen geschoolde werknemers. In de Indonesische economie hebben 55 miljoen kans op de markt van de consument diensten, landbouw en visserij, middelen, en onderwijs 0,5 biljoen dollar van de bevolking in steden 53% produceren 7 4% van het BBP.

 

In 2030 economie in de 7e-grootste wereld leden van de consumeren klasse 135 miljoen geschoolde werknemers benodigde 113 miljoen kans op de markt van de consument diensten, landbouw en visserij, middelen, en onderwijs. 

 

Om tot de 2030 economie te komen werd het Indonesië economische Masterplan 2011-2025 ontwikkeld. Zeer innovatie ambieus plan dat door de architecten is bedacht waarin MGI – methodiek van McKinsey globale Instituut de basis vormt,

 

Het Masterplan of MP3EI is een eerste stap voor Indonesië om te versnellen en de economische ontwikkeling uit te breiden teneinde haar transformatie naar een ontwikkeld land tegen 2025. Dit zal gedaan worden door "alomvattende, rechtvaardige en gelijktijdige economische prominente groei". Om te bereiken dat moet de economische groei worden 7-8% per jaar. De particuliere sector zal een belangrijke rol bij de uitvoering van het Masterplan, investeringen, productie en distributie, in samenwerking met de regering die als de regelgever en ook als een facilitator en met versterkte coördinatie tussen de betrokken ministeries fungeren, zal en de regionale regering hebben.

 

Het Masterplan bestaat uit drie belangrijke elementen: 

(a) de ontwikkeling van zes Indonesië economische gangen, door de oprichting van centra van ontwikkeling binnen elke corridor en ontwikkelende industriële clusters en speciale economische zone op basis van geavanceerde grondstoffen middelen; 

(b) versterking van nationale connectiviteit, dat bestaat uit intra en interconnectiviteit van centra ontwikkeling, intra-eilanden (corridors) en internationale handel; 

(c) de nationale wetenschap en technologie versnelling ter ondersteuning van de ontwikkeling van het hoofdprogramma.

 

Bij de uitvoering van de economische Corridors, economische ontwikkeling zal zich richten op de synergie van sectorale en regionale ontwikkeling te verhogen voordelen op nationaal niveau. De economische Corridors ook richten op de ontwikkeling van de infrastructuur die de samenwerking tussen de overheid en de particuliere sector zal benadrukken. De tenuitvoerlegging van de economische Corridors naar verwachting leiden tot versnelling en uitbreiding van economische groei, met de behoeften in de ontwikkeling van de infrastructuur voor fase één (2011-2014) wordt geschat op 150 miljard dollar. Als bemiddelaar zal de regering fiscale en financiële prikkels te geven, project garantie, bereiden verwante agentschappen, versterking van de toepasselijke wet- en regelgeving kader, en openbare dienstverlening als voorbereiding Project ontwikkeling faciliteit (PDF). 

Wat is de relevantie?  

Met het Masterplan stelt de overheid duidelijk dat een sterke positie niet alleen als de regelgever, maar ook als facilitator en functie als "katalysator voor groei". Met deze nieuwe aanpak van de regering is de tijd rijp voor de particuliere sector tot een diepere dialoog dan eerder gezien, om gezamenlijk werken aan de doelstellingen uiteengezet. Een van de belangrijkste mogelijkheden met het Masterplan is dat de regering zal wijzigen of verwijderen van regelgeving die een remmende werking van de uitvoering van de investeringen, en mogelijk ook degenen die meer handel belemmeren en soepeler goederenstroom. Deze "debottlenecking" proces is een belangrijke factor, omdat de regering zullen vereisen en verzoek de input van de particuliere sector voornamelijk identificeren maar ook oplossingen te vinden voor de problemen bij de hand. Het team van de werken van het Masterplan bestaat uit Echelon enkele ambtenaren, in sleutel ministeries zoals coördinatie van Ministerie van economische zaken (FLIPPO Perekonomian), EuroCham zal verdiepen de samenwerking/dialoog met FLIPPO Perekonomian voor de uitvoering van het masterplan, vooral met betrekking tot de "debottlenecking" van verordeningen om meer investeringen en soepeler stroom van goederen te vergemakkelijken.

 

Het Masterplan of MP3EI is een nieuwe aanpak die investeerders en aanbieders van oplossingen wereldwijd bereikt. Een nieuwe aanpak die Indonesië naar de volgende generatie 2030 brengt. Het brengt Indonesië naar een hoger platform wat betreft de infrastructuur, Industrie, Milieu, en sociaal / economisch terrein. Het biedt werk aan 600.000 arbeidsplaatsen tot 2030 maar bovenal vele landen die participeren in dit Masterplan. Een aanpak wat voor vele landen als model kan dienen.

 

ICM EDITOR 

Ferry Schwab sr,

 

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives