VLUCHT WILHELMINA: KRITIEK WERD ZWAAR BESTRAFT
Nederlands-Indië (mei 1940): Kritiek op de vlucht van Wilhelmina werd zwaar bestraft.
Door Gerard de Boer
Nadat in Nederlands-Indië bekend was geworden dat Wilhelmina naar Engeland gevlucht was, werd iedere vorm van kritiek keihard de kop ingedrukt. Zo zijn er destijds 57 mannen en vrouwen zonder vorm van proces geïnterneerd omdat ze op de een of andere manier hun ongenoegen over de vlucht hebben laten blijken.
Eén van hen was een volkomen a-politiek figuur, namelijk de toen 22-jarige KNIL-militair J.E. Stulemeyer. Op 13 mei 1940, toen hij had vernomen dat de koningin de wijk had genomen naar Engeland, had hij hevig teleurgesteld uitgeroepen: “Nu komen die moffen binnen en neemt de koningin de benen!”
De ramen stonden open en een buurman (Beekwilder) en een vriend (IJkma) brachten hem aan.
Stulemeyer: “Eensklaps stonden er 10 gewapende militairen, aangevoerd door kapitein Blecking, die mij gelastte met mijn handen omhoog mee te gaan.”
(Ruim 6 jaar later ziet hij zijn vrouw en dochtertje weer terug. Mevrouw Stulemeyer wist niet eens dat haar man nog leefde. Het Nederlandse Rode Kruis had hem namelijk als ‘verdronken’ opgegeven!)
Op 7 december 1941 vindt de aanval op Pearl Harbor plaats en een dag later verklaart de Nederlands regering in Londen de oorlog aan Japan. Nog steeds loyaal aan ‘Koningin en Vaderland’, niet zo verbitterd als hij geacht werd te zijn, tekent hij een verklaring, waarin hij aanbiedt Indië te helpen verdedigen in geval van een Japanse aanval. Het verzoek wordt genegeerd en er gebeurt iets heel anders.
Op 21 januari 1942 wordt hij Soerabaja ingescheept aan boord van het m.s. ‘Tjisadane’. Het schip zal hem via Kaapstad naar Suriname brengen. “Vergeet de boten, de boeien en de reddingsvlotten,” krijgt hij aan boord van de ‘Tjisadane’ te horen van een marinier die hem moet bewaken. “Die zijn niet voor jou. Als er wat gebeurt, verzuip je als een als een rat, want jij verdient niet beter.”
Stulemeyer maakt de reis opgesloten in een grote stalen kooi in het voorschip en op 1 maart 1942 komt hij in Paramaribo aan. Daar wordt hij geïnterneerd in het concentratiekamp ‘Joden Savanne’ (bijgenaamd ‘De Groene Hel’), waar hij jarenlang onder erbarmelijke omstandigheden gevangen zal blijven. Zonder vorm van proces wordt hij op 15 juli 1946 (dus ruim een jaar na de bevrijding) vrijgelaten en met de ‘Boissevan’ naar Nederland gevaren.
Terug in Nederland heeft Stulemeyer nog getracht eerherstel te verkrijgen. Op zijn vraag waarom hij destijds geïnterneerd was geworden, kreeg hij ten antwoord: “U werd potentieel staatsgevaarlijk geacht en daarom vastgezet”.
Stulemeyer: Ik heb geprobeerd recht te verkrijgen. Ik heb zelfs een proces aangespannen tegen de Nederlandse staat. Het mocht niet baten.”
Zie hier de uitspraak van de Tweede Kamer (afbeelding aanklikken om te vergroten):
Stulemeyer is de enige van de 57 mannen en vrouwen die vanwege hun kritiek op de vlucht van Wilhelmina naar Suriname is gedeporteerd. Dit had hoogst waarschijnlijk te maken met het feit dat hij de enige militair was. Maar met de overige 56 is het nog slechter afgelopen.
Zij bleven in Nederlands-Indië geïnterneerd totdat Japan Nederlands-Indië bezette. Daar zijn ze na de Nederlands-Indische capitulatie op 9 maart 1942 overgedragen aan de Japanse bezetter die hen opsloot in de beruchte ‘Jappenkampen’. Bijna alle mannen zijn later tewerkgesteld aan de Pakan-Baroe- en de Birma-spoorweg.
Voor zover bekend is Stulemeyer de enige die de oorlog heeft overleefd.
Bronvermelding Herstel de republiek
http://herstelderepubliek.wordpress.com/2011/10/27/vlucht-wilhelmina-kritiek-werd-zwaar-bestraft/