Jan de Keten's berichten (439)

Sorteer op
 

10897315486?profile=original

 

Indische Kwestie politiek slepende beladen thema 

 Eindspel Indische kwestie Door:  Henk Harcksen  Weergave van een lezing op 18 oktober 2015 in Bronbeek,  Arnhem

 

De Nederlandse bevolkingsgroep in Nederlands-Indië was onderdeel van een cultureel gemengde maatschappij. Hoewel deze bevolkingsgroep slechts 0,4 % van de totale bevolking vertegen-woordigde was het de dominante groep die de hoogste posities innam in het bestuur en het bedrijfsleven[1]. Deze groep viel uiteen in twee subgroepen. Ongeveer een derde van de    circa 300.000 Nederlanders geregistreerd bij de burgerlijke stand in Nederlands-Indië in 1940 waren etnische Nederlanders, genaamd totoks. Het overgrote deel der Nederlanders, circa 200.000 personen waren van gemengd bloed, en werden aangeduid als Indo-Europeanen. Over het algemeen waren zij lager geschoold dan de totoks en bezetten daardoor de midden-posities in bestuur en ambtenarij, maar ook in het bedrijfsleven en onderwijs. De mannen uit beide groepen in de leeftijd tussen 18  en 50 jaar werden in december 1941 voor het overgrote deel gemobiliseerd. Circa 42.000 van hen werden krijgsgevangene gemaakt Het betrof Nederlandse, Molukse en Menadonese KNIL soldaten waarvan 10.000 beroeps-militairen en de rest waren dienstplichtigen Ook de civiele ambtenaren en burgers werden geïnterneerd.                            De Japanners gebruikten kleur en stamboom als criteria voor wie gevangen werd gezet. Met tot gevolg dat Indische Nederlanders die meer dan 50% Indische voorouders bezaten buiten de Kampen bleven, de zogenoemde Buitenkampers.

Twee aspecten van de Indische Kwestie

In de eerste plaats, het niet vergoeden van de particuliere oorlogsschade. In februari 1951 nam het parlement de Wet op de Materiële Oorlogsschade aan, de WMO. Deze hield in dat alle oorlogsschade die door de Nederlanders geleden werd als gevolg van de Duitse bezetting, kon worden geclaimd.

De Nederlanders uit Nederlands-Indië werden expliciet van deze wet uitgezonderd. Het was de mening van de toenmalige regering, dat de jonge (en toen straatarme) nieuwe republiek Indonesië verantwoordelijk was daarvoor.

Backpay

In de tweede plaats de weigering van de naoorlogse Nederlandse autoriteiten - zowel in Indië als in Nederland - om de salarissen uit te keren die de voormalige gouvernementsambtenaren en militairen behorende tot het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Indische Zeemacht hadden gederfd tijdens de Japanse bezettingstijd. Het ging om achterstallige salarissen van de ambtenaren en militairen als gevolg van 41 maanden Japanse internering beter bekend onder de Engelstalige term ‘backpay’.[2]

Dit was in tegenstelling tot de Nederlandse ambtenaren en militairen die geïnterneerd werden of gegijzeld werden gehouden door de Duitse bezetter. Zij kregen na afloop van de oorlog hun achterstallige salaris volledig uitbetaald.

 

Indische Kwestie als politiek onderwerp

Zowel de regeringen Balkenende  als de regering Rutte hebben   met steun van alle betrokken regeringsfracties categorisch geweigerd om beide NIOD-studies parlementair te laten behandelen. Het dichtstbij kwam het op 30 juni 2011, toen de motie Dijkstra van D66 om de rapporten te laten bestuderen door een Commissie van Wijze Mensen, in de Tweede Kamer verworpen met slechts twee stemmen verschil. Zelfs     de SGP, die normaliter de regeringspartijen steunt, stemde nu vóór de motie Dijkstra. Deze motie heeft het dus net niet gehaald.

Het ontraden van de motie door de Staatssecretaris van VWS maakte De Indische Kwestie tot een politiek onderwerp. Dat is betreurenswaardig, aangezien het een parlementaire traditie is, dat zaken rond oorlogsslachtoffers Kamerbreed afgewikkeld worden, juist omdat deze geen speelbal van de politiek mogen zijn.[3]

Bevriezingsordonnantie

Deze ordonnantie werd op 29 augustus 1945 uitgevaardigd door luitenant Gouverneur-generaal H.J. van Mook. Het (Indische) Gouvernement schortte voor onbepaalde tijd de interne schuldverplichtingen op voor de periode tijdens de Japanse bezetting .

Voor de oorlog maakten ambtenaren en particulieren geld over naar Nederland ter onder-steuning van hun familieleden en kinderen om de kosten voor hun studie te kunnen betalen. Na de bezetting van Nederland nam het ministerie van Koloniën die schulden over, evenals banken. Verrekening geschiedde met salaris van betrokken werk-nemers.

Tijdens de Japanse bezetting werden salarissen stopgezet en verviel de dekking van de voorschotten. De Indische werknemer bouwde delegatie-schulden op. Bij benadering hadden 33.000 ambtenaren een gezamenlijke delegatieschuld van 20,8 miljoen en particulieren 13,6 miljoen, totaal 238 miljoen gulden. De KNIL militairen, bevrijd uit de werkkampen, zaten in opvangcentra in Siam en Singapore en wisten van hun mede-krijgsgevangenen dat hun regering de salarissen meteen na de oorlog hadden uitbetaald. Ze hadden het vertrouwen dat zij ook betaald zouden worden. Het Indo Europees Verbond en het NIBEG vroegen van Mook naar zijn plannen maar er kwam geen antwoord.

10897316063?profile=originalOngelijke behandeling

De Koninklijke Marine, in casu de Admiraliteit betaalde de Backpay. Het besluit werd in augustus  1945 genomen door de minister van Oorlog in het kabinet Schermerhorn, J. Meynen die het zo vanzelfsprekend vond dat hij het niet vooraf besprak in de Ministerraad. Het gevolg was dat oud-krijgs-gevangen Nederlandse marine-mannen wel betaald zijn,    hun mede kampbewoners die dienden bij de Indische Marine (Gouvernementsmarine)  niet. De Geallieerden, de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben hun militairen wel hun salarissen tijdens hun krijgsgevangenschap uitbetaald.                                                                                                                                                                       

De Backpay-commissie

De Backpay Commissie werd door Van Mook geïnstalleerd op 14 januari 1946.Het recht op soldij was verankerd in de wetgeving van het land waar de militairen deel van uitmaakten. Dit betekende dat de KNIL militairen onomstotelijk recht op Backpay hadden. De Commissie bleek intern verdeeld over zowel de juridische aspect als de omvang van de financiële verplichting. De Indische autoriteiten wezen elke juridische verplichting af. In plaats van integrale compensatie van de niet uitgekeerde lonen en verloren gegane bezittingen, streefde Batavia er naar om de betrokkenen schulden vrij te maken en een nieuwe start te gunnen. Op 19 oktober werd de Backpay commissie ontbonden. Doel werd de slotrehabilitatie regeling en de definitieve afwikkeling van de individuele financiële oorlogsproblematiek door overdracht naar tripartiet overleg bestaande uit het Indisch departement Sociale Zaken, werkgevers en werknemers.

Er werd een akkoord bereikt in mei 1948 en de kern van de regeling werd gevormd door de delging van de rehabilitatie-schulden en vergoeding van de huisraadschade.

 

De Rehabilitatie Uitkering, Ronde Tafel Conferentie

De Ronde Tafel Conferentie was een tussen 23 augustus en 2 november 1949 in Den Haag gehouden Het betrof een conferentie tussen vertegen-woordigers van Nederland, de Republiek Indonesië en de Bijeenkomst voor Federaal Overleg (afgekort BFO), de vertegenwoordiging van de verschillende staten die Nederland in de Indonesische archipel had gecreëerd. Er werd onderhandeld over de binnenlandse en buiten-landse schulden. Uiteindelijk accepteerde de Indonesische delegatie, door bemiddeling van een Amerikaans lid van de VN commissie voor Indonesië, dat men in ruil voor de onafhankelijkheid een deel van deze schulden over zou nemen.

Op 24 oktober werd er overeengekomen dat Indonesië 4,3 miljard gulden aan staats-schuld zou overnemen. De conferentie eindigde met het besluit tot soevereiniteits-overdracht die op 27 december

1949 plaatsvond. Backpay maakte geen deel uit van de onder-handelingen. Op 26 juli 1950 werd het KNIL opgeheven. Alleen de Nederlandse militairen konden over naar de Koninklijke Landmacht. Het ging over een totaal van 65.000 militairen, waarvan 10.000 Nederlanders.

Geldontwaarding

De verhouding van de Rupiah tot de gulden werd 1 op 3, in maart 1951 werd de waarde van alle biljetten boven de vijf gulden gehalveerd en moesten worden ingeruild tegen nieuwe coupures voor de helft van de waarde. Spaartegoeden van Nederlanders werden gehalveerd en bleef van de rehabilitatiegelden en huis-raadschade vergoeding weinig over.

Commissie Achterstallige Betalingen

De Commissie Achterstallige Betalingen (CAB) werd gevormd op 18 december 1951. Taak: onderzoek naar gang van zaken bij de rehabilitatieverplichtingen. Doelgroep: Indische Nederlanders, iet de Molukkers die in Nederland woonachtig waren.

 

De Backpay behoorde niet tot de onderzoeksopdracht. Uiteindelijk betaalt de regering 104,75 miljoen gulden, huisraad vergoeding inbegrepen. Het duurde lang voor er een beslissing kwam door politieke onwil. Het had niet te maken met de staat van ’s Rijks financiën. Vanaf 1950 was er een overschot op de begroting In 1952 lag de industriële productie al 35% hoger dan in1939, in1952 bedroeg het betalingsbalans overschot 1,9 miljard gulden.

Eind 1954 waren er nog maar 3000 van de 50.000 aanvragen afgehandeld ten bedrage van 8.5 miljoen gulden. Er kwam protest en de afhandelingen werden opgeschroefd naar 4000 per maand[4]. Ondertussen had de rechter uitspraak gedaan in een aantal Backpay geschillen. Niet Nederland, maar Indonesië was verantwoordelijk voor betaling. Nederlands-Indie was een  aparte staatkundige entiteit volgens het territorialiteitsbeginsel, Indonesië was haar rechtsopvolger. Omdat de rechter een soevereine staat niet kan manen werd de dagvaarding van de klagende partij nietig verklaard.

Traktaat van Wassenaar

De bilaterale betrekkingen met Indonesië werden aangehaald, na de machtswisseling Soekarno- Soeharto. Schuldsaneringsonderhandelingen kwamen op gang die uitmondde in het Traktaat van Wassenaar. Lumpsum van 600 miljoen gulden wordt door Indonesië volledig betaald . Twee betalingen van 18 miljoen elk kwamen ten goede aan kleine particulieren die vanwege hun leeftijd of financiële urgentie in aanmerking kwamen voor financiële vergoeding voor verloren gegane  bezit. Nederland heeft bewust de Backpay uit de onderhandelingen gehouden.

In de Memorie van toelichting, uit artikel 1 lid 1 vloeit voort dat aanspraken van particulieren op het voormalig Gouvernement van Nederlands-Indie niet meer jegens de Republiek Indonesië kunnen worden geldend gemaakt. De vraag van Kamerlid Voogd of      de KNIL militairen voor een vergoeding uit de lumpsum in aanmerking kwamen, werd niet beantwoord door minister Luns. 

Conclusie: het Traktaat zet een definitieve streep door de Backpay terwijl de rechter de claim wel rechtmatig had verklaard.

Indonesië werd gevrijwaard om   te betalen in Internationaal rechtelijke zin.

Moluks eerherstel als hefboom voor de Backpay en de Commissie van Drie

Na de Molukse treinkapingen werd er een onderzoekscommissie Kobben-Matouw opgericht die een historisch onderzoek deed naar de komst van de Molukkers naar Nederland. De in Nederland woonachtige Molukse KNIL militairen na de Soevereiniteits-overdracht en de opheffing van het KNIL naar Nederland gehaald  via een gerechtelijk bevel. Na aankomst werden ze collectief ontslagen uit militaire dienst. De Nederlandse staat zorgde voor hun levensonderhoud maar de Molukse gemeenschap voelde zich verraden. Daarnaast hadden de gepensioneerde veteranen, 958 van 3578 overgekomen soldaten geen recht op pensioen.

 

10897316294?profile=originalDe Nederlandse KNIL soldaten hadden daar wel recht op via de KNIL Garantiewet. De Molukkers dienden zich te wenden tot Indonesië maar die weigerde te bepalen ondanks de RTC die Indonesië verplichtte tot betaling. Per 1 januari 1956 had Nederland het voor Molukse kostwinners de zelfzorgregeling ingevoerd. Op de woonlasten na dienden Molukse gezinnen in hun eigen levens-onderhoud te voorzien. Per 1 januari 1964 was de regering alsnog bereid tot een pensioen-vervangende uitkering. Over de periode 1956-1964 werd niet uitbetaald. Er kam een advies van de Commissie Kobben Mantouw aan het kabinet van Agt-Wiegel om naar deze zaak te kijken. Dit werd het signaal voor de Indische belangengroeperingen om de zaak van de backpay weer aan te kaarten.

Er volgde een initiatief van Klaas de Vries (PvdA), op dat moment voorzitter van de Vaste Kamer Commissie van Defensie in nauwe samenwerking met Weijers (CDA) en Keja (VVD) om tot een onderzoek te komen van de backpay-kwestie en haalbaarheid van een mogelijke oplossing.   Oud KNIL militairen hadden al weken in hun oude uniformen gedemonstreerd op het Binnenhof.

Uiteindelijk kwam er een voorstel die gevat was in een motie die door de voorzitter van de Commissie Weijers werd ingediend en geen partij-politieke strekking had:

De Kamer, gehoord de beraad-slaging,

Overwegende dat in het verleden herhaaldelijk tussen regering en Staten-Generaal van gedachten is gewisseld over het vraagstuk van de niet genoten inkomsten over de periode van (krijgs)gevangen-schap tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië,

Overwegende dat opeenvolgende kabinetten zich daarbij op het standpunt hebben gesteld dat verzoeken over betaling van deze niet genoten inkomsten niet voor inwilliging vatbaar waren en dat de Staten-Generaal zich bij dit standpunt steeds hebben aangesloten,

Constaterende dat in geen enkel rechtsgeding dat over deze zaak door betrokken organisaties en individuele personen tegen de staat der Nederlanden werd aangespannen een juridisch afweegbaar recht op betaling kon worden geldend gemaakt,

Stelt wederom vast, dat de Staat der Nederlanden juridisch niet gehouden is tot betaling van betreffende gederfde inkomsten,

Evenwel overwegende dat het rechtsgevoel van betrokkenen door deze herhaalde uitspraken van Regering, Staten-Generaal en Rechtelijke macht niet bevredigd is,

Overwegende, dat deze uitspraken geen morele bevrediging schenken omdat daarin geen rekening wordt gehouden met de historische verantwoordelijkheid mede van de Nederlandse Regering voor de gebeurtenissen in het voormalig Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna,

Voorts overwegende dat de verschrikkingen van de Japanse bezetting en het lijden in de krijgsgevangenkampen in ons land pas laten - nooit ten volle - zijn beseft en dat betrokkenen veelal ook onvoldoende begrip hebben ondervonden verband houdende met hun noodgedwongen repatriëring naar ons land,

Nodigt de regering per 1 januari 1981 uit een regeling te treffen waarin aan deze morele verant-woordelijkheid ook materieel inhoud wordt gegeven en

Verzoekt derhalve de Regering daarbij de volgende uitgangs-punten in acht te nemen:

a)    Aan alle voormalig geïnterneerden-kostwinners, voor zover  zij zich na de oorlog duurzaam in Nederland hebben gevestigd een eenmalige uitkering te verstrekken

b)    De uitkering wordt eveneens verstrekt aan weduwen van voormalig geïnterneerden, kostwinners die zich duurzaam in Nederland hebben gevestigd voor zover het huwelijk ten tijde van de internering bestond

c)     Deze uitkering bestaat een voor allen gelijk bedrag van 7.500 gulden waarover geen belasting hoeft te wordt geheven en dat niet in mindering wordt gebracht op de pensioenen, uitkeringen, subsidies en dergelijke die betrokkenen ontvangen

d)    Verzoekt de regering over de uitwerking van deze regeling in overleg te treden met organisaties van betrokkenen en gaat over tot de orde van de dag.

 

10897316294?profile=originalDe Tweede Kamer stemde in met de regeling op 18 juni 1981 zonder stemming. Alle in Nederland wonende weduwen van gesneuvelde KNIL militairen ontvingen eveneens de uitkering die de naam Wet Uitkering Indische Geïnterneerden droeg. Eind 1981 waren 72.100 aanmeldingen binnengekomen, 61.142 uit Nederland, 3237 uit Indonesië van warga negara’s en 772 uit de rest van de wereld,   per 1 januari 1982 32.168 beschikkingen tot uitbetaling, op de sluitingsdag van 1 juli 1983 waren 57.965 formulieren ingediend. Na de ontbinding van de Adviescommissie voor de uitkering waren 47.877 aanvragen verwerkt en 37.296 uitgekeerd[5]Buitenkampers vielen buiten de regeling.

De Liro Affaire en de gevolgen voor Indische Gemeenschap

Joodse tegoeden waren in beslag genomen tijdens de oorlog en na de oorlog niet terug gegeven aan de rechthebbenden/overlevenden. Bezittingen waren door de ambtenaren verkocht. Analoog aan een onderzoek naar verloren gegane Joodse bezittingen kwam er een commissie Onderzoek Indische Tegoeden, (commissie van Galen). Een en ander resulteerde in Het Gebaar met een toekenning van 350 miljoen gulden en 158 miljoen euro voor diverse projecten. De Indische Gemeenschap bleef het zien als genoegdoening, maar geen finale kwijting van de vorderingen die de kern van de Indische Kwestie vormen.

De Bersiap wordt mee-genomen in het Breed Historisch Onderzoek als onderdeel  van “Het Gebaar”

Bij de uitwerking van Het Gebaar” in 2001/2011 was het Breed Historisch Onderzoek een van de projecten. Het onderzoek betrof onder andere de ontvangst van de Indische Nederlands in Nederland die gekenmerkt werd door formalisme, bureaucratie  en koude ontvangst. De opzet van het onderzoek  veroorzaakte een vergaand geschil tussen het IP en het departement van WWS dat direct betrokken was bij de uitvoering van het Gebaar. Kernpunt vormde de vraag of de Bersiap deel moest uitmaken van het onderzoek of niet? Professor Hans Blom indertijd hoogleraar Geschiedenis aan de UvA en verbonden aan het NIOD en Bussemaker kwamen tegenover elkaar te staan. Herman Bussemaker heeft hier het volgende over gezegd.:

Ik ben in 2001 bij de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op de dissertatie “Paradise in Peril: Western Colonial Power and Japanese expansion in South-East Asia, 1904 – 1941”. Mijn promotor was Hans Blom, toen naast zijn hoogleraarschap ook directeur van het NIOD. Uiteindelijk werd de Bersiap (na hevige protesten uit de Indische gemeenschap) toegevoegd aan het NIOD onderzoek in het rapport van Peter Keppy, dat over de vermogensaspecten van de Japanse Bezetting en de daarop volgende Indonesische Revolutie, handelt. De regering was beducht dat deze rapporten claims zouden onderbouwen. Dit wetenschap-pelijk onderzoek was voor het IP van levensbelang omdat het naar de achterban gebruikt kon worden om aan te geven dat Het Gebaar geen finale kwijting was maar   dat een onafhankelijk onderzoek ongetwijfeld zou aantonen dat de regering in het krijt stond bij de Indische gemeenschap en dat er nog een finale compensatie zou komen het geen men te goed meende te hebben van de Nederlandse regering.

Kabinet Balkenende IV en Rutte I

Kabinet Balkenende IV was op 10 februari 2010 gevallen. Op 28 oktober 2009 werd door het IP    in samenwerking met ICM van Ferry Schwab een manifestatie georganiseerd op het Plein in Den Haag nadat daaraan voorafgaande een gesprek met Jet Bussemaker, staatssecretaris van VWS in het kabinet Balkenende IV had plaatsgevonden. Halbe Zijlstra hield een speech waarbij hij de mening uitsprak dat de Indische Kwestie moest worden opgelost. Eerder dat jaar had de schrijfster Elise Lengkeek haar boek,’Ik beken’ over het Indisch verzet aan de premier aangeboden. Halbe Zijlstra zei later in een gesprek met het IP dat hij Kamervragen zou stellen aan Ab Klink minister van Volksgezondheid, hij kreeg echter nietszeggende antwoorden.

Kabinet Rutte 1 was een minderheidskabinet bestaande uit de politieke partijen VVD en CDA, en kreeg van oktober 2010 tot april 2012 gedoogsteun vanuit de Tweede Kamer van de PVV. Op 21 april 2012 maakte premier Mark Rutte bekend dat het, na zeven weken onderhandelen in het Catshuis over de begroting voor 2013, niet was gelukt tot overeenstemming te komen met Geert Wilders. Na het stuklopen van de onderhandelingen gaf de PVV aan per die dag geen gedoogpartner meer te zijn van het kabinet. Diederik Samsom fractievoorzitter van de Tweede Kamerfractie van de PvdA zei op 24 augustus 2012 dat de Indische Kwestie in deze kabinetsperiode moet worden opgelost in het radio programma De Halve Maan.

Het kabinet Rutte 2 werd beëdigd op 5 november 2012. Op 29 juni is dan al een stemming geweest van een motie van Pia Dijkstra waar een Commissie van Wijze Mannen wordt voorgesteld om uit de impasse te komen in de onderhandelingen tussen staats-secretaris Veldhuijzen-van Zanten Hylner en het Indisch Platform. Die impasse ontstond met name omdat het idee postvatte dat de secretaris door haar ambtenaren onjuist werd geïnformeerd.      

 

Het bleek dat de NIOD rapporten niet door de beleidsambtenaren van VWS ambtenaren waren gelezen. Ton te Meij delegatielid van het IP sprak de ambtenaren hier op aan, de staatssecretaris werd dus door haar ambtenaren bewust verkeerd voorgelicht. Zo ontstond het beeld van de Vierde macht die haar staatssecretarissen in opvolgende kabinetten op het verkeerde been zette. De motie van Dijkstra wordt met 2 stemmen verschil verworpen, PVV zegde aanvankelijk haar steun toe maar stemde uiteindelijk mee  met de coalitie. Hun argument: wij waren door het regeerakkoord gehouden tot gedoogsteun aan het Kabinet Rutte .  

In januari 2013 wordt Silfraire Delhaye voorzitter van het IP als opvolger Herman Bussemaker. Op 19 maart 2013 werd een Stille Tocht georganiseerd waarbij Peggy Stein een van de organisatoren was en later toetrad tot de delegatie die direct onderhandelingen voerde met de staatssecretaris. De delegatie bestaat mede uit Jan van Wagtendonk, voorzitter Stichting Japanse Ereschulden, Jan de Jong, voorzitter van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappen-kamp (SVJ) en Ton te Meij onafhankelijk adviseur. De tocht eindigt op het plein waar een petitie werd aangeboden aan de Tweede Kamer. In de voor-bereidingsfase is Hans Vogelsang, nauw betrokken bij de online campagne voor deze petitie waardoor deze petitie breed  onder ogen van de Indische Gemeenschap komt en nog breder gedragen werd.

10897316478?profile=originalImpactanalyse

Op 31 mei 2013 wordt op verzoek van het IP door de Sociale verzekeringsbank het voorstel van het IP doorgerekend. Op 20 december 2013 volgt een veegbrief van de staatssecretaris. Kern is dat hij in gesprek blijft met het IP. In 2014 komt er geen voorstel. Na 15 augustus 2014, gaat het IP individuele gesprekken aan met Tweede Kamerleden. Het beeld ontstaat van een staats-secretaris die in gesprek blijft maar geen voorstellen doet en afspraken niet nakomt om tot een beleidsbrief naar de Kamer te komen[6].

Vaste Kamer Commissie VWS  eist overleg met de staatssecretaris en AO van 14 oktober jl. 

10897317079?profile=originalOp 2  juni 2015 een dag voor het Algemeen Overleg met de vaste kamer Commissie van VWS stuurt van Rijn een brief naar de Kamer. De kern: Het Gebaar is finale Kwijting maar Van Rijn wil in gesprek blijven met het IP. Backpay en Vermogensschade worden expliciet genoemd in de brief. Michiel van Veen (VVD) vindt een meerderheid in de Vaste Kamer Commissie VWS voor zijn voorstel om tot uitstel van het AO overleg te komen. Een volgend overleg wordt op 14 oktober gepland. In oktober 2015, volgt een lange brief van Van Rijn en een AO overleg dat op 14 oktober plaatsvindt.

Uitkomst AO overleg 14 oktober 2015

Uitkomst: Van Rijn zal vóór        de begrotingsbehandeling VWS (die begint op 2 november a.s.)  de Commissie informeren of     een gesprek met het Indisch Platform zinvol is om – zonder verwachtingen te wekken – misschien te komen tot een aparte oplossing voor de ‘backpay’-generatie. In die brief zal hij tevens proberen de eventuele kosten hiervan te ramen. Of een overleg hierover zinvol is, hangt van de opstelling van het IP af.

Tot dusver heeft het IP namelijk een brede aanpak voorgestaan, zonder het maken van een onderscheid tussen diverse groepen binnen de Indische gemeenschap. De Commissie zal vervolgens een tweede termijn plannen voor een Algemeen Overleg. Van Rijn zegde toe dat hij op zijn begroting geld zou willen vrijmaken voor (nader in te vullen) projecten om de Indische geschiedenis (beter) te doen kennen.

Aan het begin stond Van Rijn evenals vele andere sprekers stil bij het trieste bericht van het overlijden van Dr. Bussemaker, de ‘man met het grote hart voor de Indische zaak’. Van Rijn zei dat hij zich grondig verdiept had in de ‘Indische kwestie’. Hij zag het als zijn opgave in zijn functie om die niet als afgedaan te beschouwen. Hiervoor zijn geen juridische redenen, maar hij doet dit vanwege morele overwegingen.

Bij kennisneming van de geschiedenis zoals o.a. weer-gegeven in de rapporten van het NIOD bekropen hem (en hem niet alleen) gevoelens van gêne en schaamte over de manier waarop de belangen van de Indische Nederlanders zijn behandeld.

 

Desgevraagd zei hij dat de berekening (door de SVB) op basis van de benadering van het IP uitkwam op ruim een miljard euro (over 15 jaar). De kwestie ligt ook in die zin gecompliceerd dat erkenning (of excuses) zonder compensatie voor velen niet telt.

Terwijl een vorm van compensatie (waarvan voorbeelden in het verleden te vinden zijn) voor velen de gevoelens van verdriet en onrechtvaardige behandeling niet kan wegnemen. De conclusie van Van Rijn die hij bij herhaling en op diverse manieren toelichtte, was dat er geen oplossing voorhanden was, die zowel budgettair aanvaardbaar zou zijn als ook draagbaar voor de Indische gemeenschap als geheel, voor wat betreft de erkenning en compensatie[7].

Op 2 november blijkt dat er een akkoord is tussen staatssecretaris van Rijn en het Indisch Platform maar alleen over de Backpay. Een bedrag van 25.000 euro zal belastingvrij worden uitbetaald en het uitvoerings-reglement wordt nader ingevuld in nauwe samenwerking tussen beide partijen. De Rijksoverheid zet het bericht op internet met de volgende inhoud:

Van Rijn en Indisch Platform doorbreken 70-jarige impasse 'Backpay'

Nieuwsbericht | 03-11-2015 | 17:00

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) en het Indisch Platform zijn akkoord om de “Backpay” gezamenlijk tot een oplossing te brengen. Er wordt een financiële regeling getroffen voor de betrokkenen die nu nog in leven zijn. Het gaat bij de “Backpay” over de niet uitbetaalde salarissen aan de ambtenaren en militairen die in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement gedurende de Japanse bezetting.

Van Rijn: "Met deze regeling trachten we tegemoet te komen aan de onvrede in de Indische Gemeenschap door het ontbreken van een oplossing voor de Backpay. De geschiedenis van de afgelopen 70 jaar kunnen we niet ongedaan maken, maar ik hoop dat deze stap de weg vrijmaakt voor een nieuw hoofdstuk van onze gezamenlijke toekomst".

Voorzitter Silfraire Delhaye van Het Indisch Platform: “Deze stap die we samen zetten, stelt ons    in de gelegenheid om zo snel mogelijk de mensen te helpen die al meer dan 70 jaar wachten op hun salaris. Onze directe focus op korte termijn is nu hierop gericht. Staatssecretaris Martin van Rijn doorbreekt hierin een 70 jaar durende impasse. Hiermee wordt een van de doelstellingen van het IP op korte termijn ingewilligd. We zijn hier content mee."

Betrokkenen zo min mogelijk belasten

Van Rijn en het Indisch Platform zullen verder overleg voeren over de precieze uitwerking van de regeling. Over een aantal kernpunten is al overeenstemming bereikt. Per rechthebbende zal een bedrag van 25.000 euro netto worden uitgekeerd. In de uitvoering zal maximaal worden aangesloten op reeds beschikbare informatie over de recht-hebbenden, omwille van de snelheid en zodat betrokkenen – veelal ouder dan 90 jaar – zo min mogelijk worden belast.

Conclusie: de regeling in 1981 was een gevolg van consensus-politiek tussen Kamer en Kabinet. De Backpay-regeling is voortgekomen uit een overleg en petite comité tussen het Indisch Platform en  een vertegenwoordiger van het Kabinet en opnieuw in de ogen van het kabinet het inlossen van een morele verplichting bij het ontbreken van een juridisch-rechtelijke basis. En wederom is een deel van de Indische Kwestie geregeld en wordt het overleg tussen Van Rijn en het Indisch Platform voortgezet.

Staatssecretaris van Volksgezond-heid, Welzijn en Sport, de heer Martin van Rijn, lichtte zijn beslissing toe aan de Tweede Kamer in een brief, waarvan de inhoud reeds in het openings-artikel weergegeven is.

10897317295?profile=originalDe mythe van Sysiphus

Sisyphos (Oudgrieks: Σίσυφος) of Sisyphus (Latijn) is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij beging de vergissing de goden uit te dagen. Hij wist hun telkens te ontsnappen maar verergerde hiermee zijn uiteindelijke straf.

 

Mary Huang, design technologist USA, Sysiphus

Die luidde dat hij tot het einde der tijden in de Tartaros (Griekse onderwereld) een rotsblok tegen een berg moest duwen. De Franse schrijver Albert Camus schreef de Mythe van Sysiphus. Bij hem is deze figuur een absurde held omdat hij beseft dat hij op zichzelf is aangewezen, dat hij niet langer door de goden geleid wordt. Zijn geluk schuilt niet in de ontkenning van zijn lot, maar van het besef dat hij revolteert tegen het lot dat de goden hem hebben toebedacht en het is precies deze revolte die hem vrij maakt. Het heldere inzicht dat zijn eigenlijke kwelling zou hebben moeten veroorzaken,

bewerkstelligt zijn overwinning schrijft Camus. Het is aldus niet zozeer het absurde waar Camus op uit is, maar de weerstand     die het oproept, de revolte, die vrij maakt (bron: dr. Ruud Welten, het Labyrinth van de Mythe van Sysiphus, 2013).

 

Het verhaal van Sysiphus kan als metafoor worden gehanteerd voor het onderhandelingsproces dat zich meer dan zeventig jaar ontwikkelde en getuige de laatste alinea van de brief van Van Rijn nog geen einde is gekomen:

 

“Tot slot nog het volgende. De algemene doelstelling van het Indisch Platform is ons bekend. Het is vanzelf-sprekend aan het Indisch Platform, mede ingericht op verzoek van de Nederlandse Regering als haar gesprekspartner voor de gehele Indische Gemeenschap, om naast de ‘backpay’ zorg te dragen voor     de verdere doelstellingen die uit haar belangen en achterban voortkomen.”

 

Bronnen: 

Peter Keppy: Sporen van Vernieling,

Hans Meijer: Indische Rekening, Indië, Nederland en de Backpay kwestie 1945-2005,

Herman Bussemaker: Indisch Verdriet,

Website Vaste Kamer Commissie VWS,

Javapost, weblog van Bert Immerzeel.

 

Lees verder…

PJOTR XERXES SICCAMA

De Maandblad de MoessOn ‘’ WIE IS BANG VOOR EEN IDENTITEIT’’ ?  

De MOESSON van deze maand kwam met een zeer curieus artikel waarin een ex-medewerker/journalist (Indo dese/deze-zegt hijzelf ook trouwens) van NRC Handelsblad vertelt over de keuze van zijn identiteit. Citaat: “’Identiteit is een keuze’’

Excuseer me een moment, hier is iets aan de hand waar ik nog geen weet van heb. Zover ik weet is identiteit (van een individu en ook van geen individu (dieren dus)) geen ad libitum keuzeartikel. Je bent het of je bent het niet (het maakt niet uit wie of wat). Ben je het niet, dan ben je het niet, ben je het wel, dan ben je het. (citaat van Godfried Bomans – in Erik het kleine insectenboek). Hier wordt duidelijk (en met humor) geïllustreerd hoe het met het zijn - de identiteit dus - van iemand of iets gesteld is. Je identiteit wordt bepaald bij je geboorte. Een identiteit kun je aannemen; (of een idee: in vermomming- of dit laatste tot iets waarachtigs zal leiden is de vraag)) dat is heel wat anders dan de keus hebben, of liever gezegd bezitten. Ach, die arme man heeft, begrijp ik, nooit een identiteit gehad bij zijn geboorte in het voormalig Nederlands Indië waar hij het levenslicht heeft gezien? Hoe wonderlijk. Het liefst zou hij in een of ander stad of dorp in Nederland geboren wilde worden (Beemsterzwaag of zo).

Vanzelfsprekend veroordeel ik niemand die een andere identiteit wil aannemen; per slot leeft de heer Moll in een vrije wereld. Anderzijds zou hij ook voor een Eskimo, Indiaan, Esquiliniaan of Mongool opteren. Allemaal zeer respectabele identiteiten nietwaar.

 Het schijnt dat de geïnterviewde de heer Hans Moll voortdurend worstelt met dit dilemma; nu hij niet meer werkzaam is knaagt dat zeker. Maar waarom toch, al die kommer en kwel op te roepen waar uiteindelijk geen oplossing voor is; het is niet nodig om je zelf zo te pijnigen (en in Molls situatie te straffen?) voor het mooie - het unieke en goede - wat je al bezit.? En de tragiek van dit geheel zet zich voort met het noemen van enkele persoonlijke bijzonderheden: de heer Moll wil graag HOLLANDER zijn (geen Nederlander – neen – Hollander).Even terzijde: een Hollander (of voor mijn part Nederlander) heeft ook niet gevraagd om Hollander te zijn (of te worden). Zij zijn het nu eenmaal en niet anders. Wanneer mijnheer Moll nu eens precies en duidelijk vertelt wát hij daarmee bedoelt, dan kunnen we daar kennis van nemen. Overigens kun je nimmer een Hollander zijn (of worden); ook al eet je elke dag aardappels met kool en jus of anderszins, je in de winter per sé moet (kunnen) schaatsen, gedraag je als de Hollander in goede en slechte tijden, en met nog meer Hollandse ‘’deugden’: het wordt nooit wat. De Hollander zou hier om scháterlachen.  Kortom een absurde situatie.

 Hoe schizofreen moet je zijn om zoiets te beweren en te voelen of is het wellicht weer eens die cryptisch Indo spelletjes die de heer Moll met ons speelt? Ach, de arme man moet nu eenmaal zijn ei kwijt en dat doet hij door zich te laten interviewen door een journalist van het maandblad Moesson. Deze journalist van Moesson schijnt, te oordelen naar het artikel dat hier wordt doorwrocht van gisteren door de vragen die hij aan de heer Moll had gesteld niet weer te geven. Zo moet de lezer van het bewuste artikel maar naar gissen of ins blaue hinein interpretieren. De journalist van Moesson had daarmee al zijn kansen gemist om de heer Moll kritische vragen te stellen. Niet scherp geweest van de journalist wanneer we dat allemaal zo kunnen lezen. Aan zo n artikel heeft niemand toch wat aan. Simpel kritische verslaggeving doen en dan komen de gezonde publieke discussies wel vanzelf los.

 De heer Moll gunde in het bewuste artikel een klein inkijkje in zijn familiedomein. Ontroerend, maar ook wel iets waar ik een paar vragen over heb. Want niet iedereen zal zich daarin herkennen, als hij over zijn vader vertelt (iets donker van kleur !sic), die weliswaar goed opgeleid zo onderdanig was wegens de mensen die in het voormalig Nederlands Indië het voor het zeggen hadden. De heer Moll had gelijk over de sociale sfeer en het wederzijds gedrag die er heerste tussen machthebbers en de rest van de gemeenschap. Autochtoon of Indo/Europeaan. Maar dat kenden we maar al te goed van de dwangmatigheid van voormalige kolonialen.

Hoe blanker je was (of werd door geboorte) des te meer kansen (privileges) je (zou kunnen) krijgen. (Bellini)

De zogenoemde ‘’onderdanigheid’’ was niet zozeer onderdanig, maar eerder uit respect voor een medemens (ongeacht wie) dat voortkomt uit de gedegen opvoeding en gedragsvormen van goede manieren van de Indo/Europeanen. In de tijd dat de Indo/Europeaan in dit land kwam (en trouwens ook elders in Europa) was het voor de Nederlanders even schrikken hoe ‘’timide’’ ze wel waren. Immers de grootste fout was dat de Nederlandse Staat en regering bewust hadden verzuimd (!) de Nederlandse bevolking (successievelijk) te informeren dat er in het voormalig Nederlands/Indië zo vele nakomelingen van Europeanen leefden, die een wel afwijkend gedrag vertoonden. (d.w.z.beleefd-overbeschaafd met perfecte manieren). (Blokker)

Een andere bewering in het vermaledeide artikel was bijvoorbeeld dat de heer Moll ‘’erachter’’(cit.) was gekomen dat Nieuw Guinea (na 1949 nog Nederlands gebied was) bedoeld was om een soort provincie te maken voor Indo ‘s. (Indo/Europeanen). Ik vraag me af waar hij deze wetenschap vandaan haalt. Door wie werd het bedacht of geopperd? Geen enkele bronvermelding: een slag in de lucht. Uiteindelijk was hij en zijn familie naar Nieuw Guinea verhuisd. En dan zegt de heer Moll dat hij zijn ouders nog steeds dankbaar is ‘’dat hij mazzel had”(cit.) om naar Nederland te vertrekken. Begrijp ik het goed? Had de heer Moll geen Nederlands paspoort (meer?); was hij Statenloos of had hij misschien zijn paspoort ingeruild voor een Indonesische? Het is mij zo onduidelijk.  Wel kan ik zeggen dat er bij het toenmalig Koloniaal Bestuur een groot probleem ontstond nadat de 2e Wereldoorlog was afgelopen en de Nationalisten amok maakten voor onafhankelijkheid. En dat probleem zag het Koloniaal Bestuur eigenlijk te laat om voorzorgsmaatregelen te nemen ter bescherming van de Indo/Europese bevolkingsgroep, die op haar beurt afvroeg wat er dan met hen zich zou gaan gebeuren wanneer het voormalig Nederlands Indië eenmaal onafhankelijk zou worden. In feite werd deze bevolkingsgroep min of meer in het diepe gegooid.

En dan komt de heer Moll met de boude bewering dat de Indo ‘s (zo noemt hij ze bij voortduring) eigenlijk niet konden/kunnen koken, omdat (citaat): ‘’omdat de kokkin dat deed..’’ Een complete misser. Hier blijkt dat de heer Moll en de journalist van Moesson geen weet en kennis hebben van de culturele en culinaire historie van de Indo/Europeaan. Er komt geen einde aan het generaliseren. Wanneer het duo zich eens goed verdiepten in deze materie zullen ze wel tot een ander genuanceerder oordeel komen. Maar helaas, het kwaad is al geschied en zo zadelt iemand die in deze specifieke situatie zichzelf nog nauwelijks kent en tussen hemel en aarde bevindt anderen met kommer. 

Lees verder…

ICM BOOK - ACHTER DE SCHERMEN

13570090659?profile=RESIZE_192XACHTER DE SCHERMEN
Door Ellen Hauwert geplaatst op 28 januari 2010 om 1.58Stuur bericht Blog bekijken

_____________________________________________________________________________________________________________________

De vier musketiers
Jack Jersey, Raden Mas Samiran Sastro Amidjojo en ik, in deze volgorde, omdat we al vanaf het Jappenkamp dierbare vrienden waren en Maurice de la Croix, die gewoon bij ons paste als ons hart in onze gelederen

 ____________________________________________________________________________________________________________________

 

Maurice sprong eruit als de gentleman met alle maniertjes en qua houding. Altijd spic en span gekleed en slank als een den.
Ons pact was ooit verzegeld geweest met een toast Johnny Walker en een roko kretek.
Brr achteraf vies maar ok. pact is pact .
We reisden heel Nederland af met de Jack Jersey Show, die ik als presentatrice aan elkaar praatte en verder was ik het aanspreekpunt van alle zaken met betrekking tot de organisatie.
De Big Brother Boss boven mij was de man van het geld, Nono Wardenaar. Veel later organiseerde ik zelf festijnen.
Terwijl iedereen in het gareel liep, het zijne, de musketiers niet.
Die waren een bunch van warhoofden uitgezonderd weer Maurice met een specifieke eigen leef sfeer. Ik was dan het meisketier tussen de musketten
Wanneer we bij elkaar waren overkwam en gebeurde ons het onafscheidelijke, onverbreekbaar Indo –eenheid gevoels pact.
Die dag leek de rit naar Nijmegen een eeuwigheid en ook weer niet. De scheiding net achter de kiezen, het Why worrie hard in luidspeakers ingesteld, de knarsende tanden op het ritme en dat allemaal achter het stuur was gelijk een tijdbom.
= Hoe verder, een groot gezin plus pleegkids grootbrengen. Kan toch niet altijd oppas betalen. Hoe zit dat met inkomen. Afijn.=
Bij aankomst aan het adres moest ik eruit gezien hebben als een spookdier met mata djengkol zoals men mij placht te jennen. Niet mijn musketiers, nooit mijn musketiers.
De kleedkamer werd me keurig aangewezen door een soort bell boy.
Mijn eerste vraag was: hoe laat komt morgen the Gang,?
“Ligt op uw toilet tafel mevrouw!” keurig in het gareel.
De eerste en tweede dag verliepen als gestroomlijnd. De derde, afsluiter dag kwamen de rest van de musketiers.
Geen van allen hadden een goede dag gehad, bleek later.
Jack zat in een donker hoekje te pruilen achter een wodka, een bier en een Johnny walker.
“Angel, red me, help me “smeekte hij wazig en glazig kijkend.
“Oh schat, wat ben jij in hemelsnaam doen Jezelf vergiftigen? Hier die troep. Dries, Maurice kom helpen.”
Kom eraan schat!
Wij “schatten “altijd onder elkaar vanuit een dierbaar liefhebbend zuiver hart en weten.
De chaotische drie helpt elkaar altijd oplappen en in dit geval was het Jack.
Dus kordaat optreden en handelen, de schouder zijn waarop gesteund mag worden in voor en tegen spoed.
We dirigeerden onze Jack weer keurig in vorm het podium op, waar hij schitterde en biologeerde als de ster die hij is.
Nu en dan wierp hij een blik om hulp in mijn richting en dan articuleerde ik met mijn tuit lippen:
” Just do it “ If not for you, for me”
Jack ok gingen dan de fluister stemmen rond.
Tegen Dries zei ik: laat je roko achter, ik moet bietsen. Typisch Indo waren we onderling
Hier= zegt hij terwijl hij mij een briefje in de hand duwt. =Plan wijziging, jij en ik op podium. Geen roko.” Inlezen jij= a la commando
Ik weer: “heb cognac nodig, slik ik mijn zorg weg.. en een sigaret bietsen.
Mag , hier, mag ..dan niet meer.. Dries weer.
Nadat ik me had ingelezen liepen we samen het podium op .
Dries, Raden mas Samiran zette de muziek in, zette de dans in en ik verhaalde wat hij danste en gebaarde.
Dit keer vond ik hem provocerend. Als een stier op de rode lap bleef hij om me heen dansen en met de tampah met rijst onder de neus zwaaien.
Die volle brede smakelijke lach met spierwitte tanden, en dan dat heimelijk neigen met het hoofd naar de tampah was reden genoeg om in de tampah te kijken.
Een vuurrood pakje Pall Mall prijkte tussen de witte rijst, de beras..
Om mijn schaterlach te kunnen opvangen breidde ik er een grappig verhaal aan vast, waardoor het onze opging in het daverend gelach en applaus van de zaal.
We namen dankbaar het applaus in ontvangst en nauwelijks achter de coulissen kwetterde ik:
“Rotzak die je bent.”
Iedereen kwam nieuwsgierigen en het verhaal maar ook de gulle lach deed weer de ronde.
Maurice kwam voor zijn optreden naar me: “meis effe checken…
Ik weer: Kom hier, strikdas goed, ok, draai je om.. , buk je even ..ach schat je kunt niet stuk, jij al helemaal niet. Geef daar alles …kom big hug., break a leg”
Dan sloeg de moker op me in. Maurice kondigde het lied aan dat voor een bijzonder iemand is bedoeld met een knipoog in mijn richting.
En ik barste uit in tranen. Oh de paniek, de chaos rondom. Zag niet eens dat de kleedhok was over hangen met witte rozen en de vloer een dik tapijt
Dus werd Big Brother Boss geroepen. Die sprak kordaat: allemaal eruit. Ellen blijft. Deur dicht achter je. Wow dat was big bizzinezz zoals we altijd grappen en grollen en grimassen.
Zijn zedenpreek begon: zonder pardon: Je moet privé en professie gescheiden houden anders ben je niet geschikt voor de job. Hoe erg je situatie ook. Herstel je zelf, ik verwacht je binnen tien minuten op podium. Hij sluit de deur achter zich die weer opende en de hele gang stond weer binnen.
Kom op Jack zoek jij de juiste kleding uit, ik maak Ellen op en doe ik het haar extra wild, (toen nog lange lokken). Geef slokje cognac. Hier drink malle schat. Drink verdomme eigenwijsje, Dries weer op dreef.
Maurice doet ok op podium gingen de fluisterstemmen weer de route.
En ik liet als een verdoofde dwaas alles over me heen komen.
Nog twee minuten, klaar “roept Jack. Schoenen aan , ja die..niet zoveel haarlak Dree man!…
Kom op break a leg.. angel. Big hug.
En dan als herrezen vanuit het niemand land , dit niemendalletje heeft het publiek mogen boeien .
Wij musketiers klaarden het altijd samen achter de schermen.
Na het afscheid zat ik alleen aan de bar in de zaal en vroeg om een koppie susu.
De heer, die me alle dagen witte rozen had bezorgd en een tapijt over de vloer had gelegd zodat mijn voetjes geen kou zouden vatten kwam onaangekondigd naast me zitten.
Hij eiste alle aandacht en dat stoorde me ,dus als een bitch in stress beet ik van me af:
“Al was je met goud en diamanten behangen of miljonair. Ik heb geen interesse en laat me met mijn koffie.”
En hij diende me toch van repliek: “Nou het goud en de diamanten zijn gauw genoeg weg gegooid en miljonair ben ik toevallig ook. Hier is mijn visite kaart.”Ik heb geduld.
Ik weer: “Dat maak op mij dus geen enkele indruk. Ik bedank je voor de bloemen. Ik kan ze niet alle meenemen daar is de wagen te klein voor. Enne.. laten we het bij een gezellig babbeltje houden.
Het meisje dat mij de koffie kwam aanreiken greep naar het visite kaartje en sprak:”” Zij is niet geïnteresseerd maar ik wel. Ik wil wel “ietwat overbodig.
“Nah.. lach ik hartelijk. Richt daar je aandacht dan op. Ik mag dat wel, dat rechtdoor zee zijn . Komt zelden voor in deze maatschappij.. Zeer vereert, maar neen danke…voorlopig niet danke..
En tot het meisje. Go for it girl. Good luck to you.
De Big boss kwam achter me staan met de woorden: Ik wil wel dat je hem niet tegen de haren in strijkt. Hij is een grote back up in zaken.
Ik siste terug: Mijn privé is mij heilig en mijn privacy ook dus ik verbied je hem mijn adres te geven. OK?
Het meisje achter de bar, ietwat achteruit gestapt komt fluisterend in mijn richting “Adoeh jij tjos plong zonder bang”
Meis overleven is voor jezelf opkomen tegen de draad in desnoods. Zelf op risico je baan te verliezen. Je hebt alleen je zelf om je te redden. Verliefd zijn is uiterlijk. Innerlijk, dari dalam hati is liefde. Daar diep van binnen.
Adoeh respect voor jou ..jij sterke vrouw.
Neen, ook jij bent sterke vrouw alleen anders..enne succes met die miljonair he…neem al die rozen uit mijn kamer maar mee als aandenken.
Die nacht naar huis rijdend in mijn eentje Nijmegen Geleen had ik heel hard rock muziek op.
De sigaretten hielden me wakker evenals het hard meezingen
Tankstation Born is de vaste sanitaire stop, ook om de benen te strekken en frisse lucht op te doen.

Ik vertel dit om met jullie de lieve herinneringen aan Jack, Maurice, Nono te delen. Zij zijn niet meer onder ons.
Wel in onze ziel en herinneringen.
Vooral omdat ik naar die heerlijke C&W muziek heb zitten luisteren en kijken via myspace en herinneringen.
Dank je voor de mooie muzikale bijdrage die me terug bracht in een fijne tijd

 

 

Lees verder…

13570089465?profile=RESIZE_710x

ICM BOOK - INDONESISCHE MATA HARI KRIJGT BETER LOT ALS DE ECHTE MATA HARI. 

Anders is dat voor de huidige Indonesische Mata Hari. Haar eigen naam is Nani Nurani en zij werd verdacht sinds 1968 van communistische sympathieen.

Een voormalige danseres van President Soekarno eist ruim 600.000 euro van de Indonesische regering, omdat zij zeven jaar onterecht gevangen heeft gezeten op verdenking van communistische sympathieen. Nanio Nurani groeide op in een aristocratische familie in West Java. Haar dansprestaties brachten haar naar het Cipana paleis, waar zij voor president Soekarno mocht optreden. Ze werd een van zijn favoriete danseressen. Het succes leidde tot een uitnodiging om op 20 mei 1965. Nationale Ontwakening dag, op te treden voor de Partai Komunis Indonesia (PKI). Vier maanden later mislukte een communistische coup.  

 Op een avond in 1968 belden twee mannen aan bij Nani's ouderlijk huis in Cianjur. Ze opende haar slaapkamer en zag geweren op zich gericht. Het was de militaire politie die haar kwam arresteren. Op hun hoofdkwartier toonden de militairen haar anonieme brieven die stelden dat Nani aanwezig was geweest bij de bloedige moord op zes generaals bij Lubang Buaya, oftewel de "krokodillenkuil" Ze werd zwaar onder druk gezet om te bekennen. Het leger was er van overtuigd dat Nani een communistische spion was.

Geruchten hierover waren ontstaan nadat ze secretaresse was geworden van legergeneraal Soerjosoemarno. Als een Jakartaanse Mata Hari zou ze inlichtingen hebben verzameld voor de PKI. Nani werd opgesloten in een vrouwen-gevangenis in Jakarta. Pas na een jaar kreeg ze haar familie te zien. Volgens Nani zou ze zijn verkracht door als Soerjosoemarno niet had gepleit voor haar vrijlating.

Na 7 jaar cel werd ze haar verdere leven gediscrimineerd door de autoriteiten. In 2003 werd Nani 62 en kwam ze in aanmerking voor een levenslange identiteitskaart. Maar haar status als "Eks-tapol"(ex-politieke gevangene) maakte dit onmogelijk. Met hulp van de mensenrechtencommissie Komnas HAM en rechtshulporganisatie LBH Jakarta klaagde ze het gemeentelijke registratiekantoor aan bij de rechter. Ze won de zaak, waarna de overheid in beroep ging. Vijf jaar later stelde het hooggerechtshof Nani in het gelijk. 

De inmiddels 72-jarige Nani Nurai staat sterk in haar schoenen. Toen een rechter vroeg naar het geheim van haar vitaliteit, antwoordde ze: "Zeven jaar lang rijst eten waar een rat nog geen hap van lust."

 (dit artikel is ontleend aan het Historisch Nieuws en van Jan Lepeltak, correspondent in Jakarta)

(@)  De echte Mata Hari moest na een hele serie rechtszaken waarbij zij beschuldigd werd van spionage uiteindelijk haar vermeende daden met het leven bekopen.

 

Lees verder…

Introductie ICM Book

 

13570203067?profile=RESIZE_584x

Introductie ICM Book

Dit boek  moet U beschouwen als een krant dat niet perse als een regulier boek leest. Al bladerend kunt U naar die onderwerpen gaan die U belangstelling wekt, en na het doorbalderen weer weglegt om de volgende keer te raadplegen.  De periode 2009 – 2010 beschrijft het boek. Wilt al weten voordat de overige delen uitkomen dan kunt U naar de actuele situatie gaan op de website www.icm-online.nl

Voorwoord 

Lang is er over nagedacht wat de titel van dit boek zou moeten zijn om de lading van ICM als Indische Media te dekken. Is eigenlijk gewoon een kopie van alles wat op de website www.icm-online.nl staat vanaf 2009 tot het heden. Wat ICM beoogt is niet anders dan de andere kranten het leven met dagelijkse actualiteiten en ontwikkelingen die nieuwswaarde bevat op te tekenen en zo snel mogelijk bij de lezers brengen.

 Maar tegelijkertijd wordt niet beseft dat digi – bytes die voor de tekens en foto’s worden gepubliceerd gebruikt, deze te gelijkertijd wordt vastgelegd en bewaard op website in ons geval ICM Online in de archieven van de blogs en forums, die zo zijn terug te vinden met ICM zoekmachine.

De formele naam van ICM is de afkorting niet van “Indische Communicatie” die velen doen denken maar simpel uit de bedrijfskundige wereld namelijk “Informatie Communicatie Media” met scope gericht op de Indische samenleving. Het vreemde doet zich voor binnen de Indische Gemeenschap dat iedereen is creatief druk bezig op het gebied van muziek, het Internet, en de literatuur maar nadrukkelijk gericht op Tempo Doeloe namelijk de tijd van Het voormalige Indie. Er wordt totaal aan voorbijgaan en dit geldt heel sterk voor schrijvers, en column schrijvers die zich puur op tempo doeloe richten. Wetende dat met alle generatie Indische Nederlanders mee geteld op een populatie van ruim een miljoen zitten. Er wordt hardnekkig vergeten dat miljoen Indo’s leven ook anno 2014 in de Nederlandse moderne samenleving. Al heel snel geeft ICM Online het beeld van de huidige Indische samenleving.

Niet iedereen zit op Het Internet, en ICM beoogt met het boek de Indische samenleving vanaf 2009 tot 2014 door alle bronnen te kopiëren van de website www.icm-online.nl

 

Lees verder…

13570059673?profile=RESIZE_710x

  • DoorRita Kopetzky op 25 september 2009 om 12.24
  • Blog bekijken

  • Met ruim 340.000 kwamen - onze mede burgers in het voormalige Nederlands Indie - de Indische Nederlanders in de jaren vijftig in fases naar Nederland toe, toen de republiek Indonesia "Merdeka / vrijheid " uitriep. De repatriering ofwel de massale uittocht duurde tot 1960. De forse aantallen zorgden dat repatiering vele jaren heeft geduurd dan gepland was voor het transport. Tegelijkertijd de bersiapperiode in het voormalige Nederlands Indie intrad - vergelijkbaar met Irak van nu - In navolging hiervan kwamen de spijt- optant beging de jaren zestig. De gerepatrieerden werden koel en kil ontvangen door de Nederlandse regeringen op een rij. Vanaf 1950 tot het heden anno 2009 lijkt dat er een zwijgen is opgelegd over alles wat te maken had met de Indische Gemeenschap (Indische Nederlanders). Dure NIOD rapporten met een waarde van miljoenen euro werden zo onder het tapijt geveegd. Dit belooft nog wat straks met het NIOD rapport over Irak. Nederland was ook bezig met de wederopbouw. In contractpensions werden de gerepartieerden ondergebracht, die zeker in deze tijd als ongeschikt werd verklaard voor bewoning.

    Velen kwamen berooid aan uit het voormalig Nederlands Indie. Allen hadden hun bezettingen, vermogens en goederen verloren, maar bovenal hun " leven" in het voormalige Indie; het Indonesie van nu waar ook Barack Obama is opgegroeid. Helemaal opnieuw moesten velen beginnen, en helemaal onderaan de ladder. Want behaalde diploma's daar waren hier niets waard. Gebukt ging de eerste generatie Indische Nederlanders hieronder; eerste die oorlog, toen de bersiapperiode, dan in een vreemd land helemaal opnieuw je leven opbouwen. Ook de kinderen (tweede generatie) werden in het lot meegetrokken. Velen hebben trauma's opgelopen van die vreselijke bersiapperiode, en de periode waar hun ouders weer onder gebukt gingen in Holland: Geen instanties en overheid waren hier te bekennen.

    Nu anno 2009 is de groep Indische Nederlanders uitgegroeid tot ruim 1,2 miljoen Indische - Nederlanders die heel trots kunnen zijn! Dit aantal omvat van de eerste tot vierde generatie Indische Nederlanders (indo's). Een groep die probleemloos, gruisloos en onzichtbaar zich integreerde in de Nederlandse samenleving.

Tegelijkertijd de Indische - Nederlanders een grote CHANGE bracht in de Nederlandse samenleving in constructieve zin;

  1. Het Indisch eten, dat nu overal te vinden is naast de toko's, restaurants, de media, en kookboeken.
  2. Thuis wordt nu nasi gekookt binnen de Nederlandse gezinnen.
  3. Vele Nederlanders namen de gastvrijheid over van de Indische Nederlanders.
  4. De indo-muziek (Andy Tielman) grondlegger van de Nederpop,
  5. De Haagsche Indo rock, die veel beroemde Nederlandse Rockbands kopieerden, en later in VS beroemd werden.
  6. De pasar malams; de grootste in Den Haag met 140.000 bezoekers en de ruim 70 pasar malams (replica's) in het land het hele jaar door waar ruim 800.000 bezoekers op afkomen.
  7. De wekelijkse Indische kumpulans.
  8. De Indische culturele evenementen bij de van der Valks, Casino's en andere Nederlandse gelegenheden.
  9. De vele Indische bedrijven voor food en nonfood in Nederland.
  10. De vele Bekende Indische Nederlanders BIN’ers; Ben Bot, Wenny Zorgdrager, ELs Borst Jet Bussemaker VWS etc... in de politiek.
  11. In de muziek The Blue Diamonds die wereldhits scoorden en Nederland op kaart zette, Anneke Grohnloh, Sandra Reemer, Jamal, Boris, Dinand, Katja..
  12. De vele componisten /producers/schrijvers oa. Marshal Manengkei die wereldhits schreef voor The Blue Diamonds, Oscar Harris, ..............
  13. en alle overige niet genoemde aspecten.


De" Indo" - de Indische Nederlander- met een "staatloze identiteit" die ruim zestig jaren aan die Overheid vraagt om als kind te worden erkend te bestaan met haar Indische - Nederlandse identiteit, en met haar Indisch Cultureel Erfgoed, die met haar "staatloze identiteit" een belangrijke constructieve change bracht in de Nederlandse samenleving en cultuur; ··Bijna wordt het vergeten dat ook in de republiek Indonesia nu ruim 1,5 miljoen Indische - Nederlanders nog verblijven. Nederland weigerde ze nog op te nemen, omdat anders er geen einde kwam aan die repartriering, en Nederland geen opvang meer had hiervoor.

Laat de regering hier even bij stil staan wat die OORLOG de Indische Gemeenschap heeft gebracht! Dat de Indische Gemeenschap overeenkomsten heeft met de Joodse gemeenschap, te scharen onder de gelijkgestemden, maar niet die behandeling heeft gekregen die de Joodse Gemeenschap wel heeft gekregen. Een Indische Gemeenschap die nu nog nadrukkelijker blijft voortbestaan met het recht op het behoud van de Indische identiteit met haar Indisch Cultureel Erfgoed zoals die CHANGE nadrukkelijk heeft bewezen. Dat De Indische geschiedenis met haar feiten van 300 jaren niet zomaar onder het tapijt kan worden weggeveegd!

Lees verder…

 Bron - ICM Overzicht van 27 mei  2025

11140070497?profile=RESIZE_710x

 Bron - ICM Overzicht van 27 mei  2025

Pasar Malam Indonesia 29 mei - 1 juni/  Geplaatst door Jan de Keten op Kunnen 19, 2025 om 3:44am


13557176467?profile=RESIZE_710x

>>>>>> Lees verder…

Zorgeloos wonen Indonesie

 

13452659876?profile=RESIZE_710x

Zorgeloos woning Indonesie

  Pagina · Onroerend goed    Wouterskampen 68     +31 6 37282433     schwabferry@gmail.com    icmonline.ning.com

Achtergrond

ICM Bali home Vision werd gedurende haar promotie cam 

>>>>>>>>>Lees verder…  

80 miljard werd bij VWS gefraudeerd, hoe staat het hiermee ?




10897296273?profile=original

13564341289?profile=RESIZE_400xUit de archieven   -   80 miljard werd bij VWS gefraudeerd door PGB  bureaux, met dank aan de Marktwerking.

U weet het nog, marktwerking van de zorg was het toverwoord, waar de PGB bureaus welig tierden, en als virus verspreidde dit verder.  Het onderzoek fraude team, FIOD tezamen met de belastingdienst constateert dat er zo'n 80 miljard uit potjes van VWS als sneeuw voor de zon verdween.

  Martin van Rijn en…

>>>>>>>Lees verder…

 

 

 

De Bloedige Bersiap door: Herman Bussemaker

10897277280?profile=original

De Bloedige Bersiap          door: Herman Bussemaker

Foto - Herman Bussemaker 

De laatste maanden besteden de media  aandacht aan de bersiap, en woedt in  Indische kringen een polemiek omtrent het aantal doden dat tijdens de Bersiap-periode is gevallen. Aanleiding   tot deze commotie…

>>>>>>Lees verder… 

 

 

 

 

 

 


10897275684?profile=originalMijn levensverhaal - 5     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens

Het ss. Gordias was een oud schip, zeker nog van voor de oorlog, aan de roestplekken op de dekken te zien. Op een plaats ging mijn hamer finaal door het dek, hetgeen mijn gevoel van veiligheid niet ten goede kwam. Op dit schip, moest ik, ook weer op orders van deze zelfde Officier, tijdens een storm, laat in de avond en in het donker, een ouderwetse…

>>>>>>Lees verder…

In 1974 ondernamen mijn vrouw Maja (Tanah-Merah, 1940)


13561096679?profile=RESIZE_710x

>>>>>>>Lees verder…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op zoek naar het authentieke, niet toeristische, Bali?


13561093853?profile=RESIZE_710x

>>>>>Lees verder…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


VSP stelt vragen bij afgeslasten van Pasar Malam Dordrecht


 

13561091674?profile=RESIZE_710x

Verenigde Senioren…

>>>>>>>>Lees verder…

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 Vergeet u niet het ICM abonnement  2025 - 2026  te betalen?   Per maand  8 euro.  Per jaar 96 euro.  

Via automatische incasso  8 euro.  Betaalt U in eens, dan betaalt U  76 euro -  betaalt U vandaag dan betaalt U 50 Euro.

KVK - nummer 72173122   -   Bank NL35 RABO0377579491  tnv ICM Project  ovv  abonnement ICM  -  WhatsApp 06 37 28 24 33

       Lees onze ICM algemene voorwaarden   -- >Hier

Lees verder…

De Bloedige Bersiap   door: Herman Bussemaker

De Bloedige Bersiap door: Herman Bussemaker

10897277280?profile=originalDe Bloedige Bersiap          door: Herman Bussemaker

Foto - Herman Bussemaker 

De laatste maanden besteden de media  aandacht aan de bersiap, en woedt in  Indische kringen een polemiek omtrent het aantal doden dat tijdens de Bersiap-periode is gevallen. Aanleiding   tot deze commotie is het gebruik van de term “genocide” met betrekking tot de bersiap. Genocide is door de Holocaust een emotioneel zwaar beladen woord in de media en in de samenleving. En dus is op dit moment op allerlei niveaus een discussie gaande of de bersiap een genocide was, en zo ja, hoeveel slachtoffers daarbij te betreuren waren.

 

Historici twisten sinds de Tweede Wereldoorlog over het begrip “Genocide”, letterlijk het uitroeien van een geheel volk.  Definities van genocide zijn multi-interpretabel naar de veroorzakers en de slachtoffers, de effectiviteit en de duur van de genocide, politieke en sociale achtergronden, enzovoorts. Er is een brede overeenstemming over de Holocaust als genocide, maar al veel minder over de slachtingen in Burundi in 1999, en de Armeense genocide in 1915. De bersiap werd voor het eerst in 2008 door dr. Robert Cribb bestempeld als genocide in een bijdrage getiteld: “The brief genocide of Eurasians  in  Indonesia 1945/1946” in een  publicatie uit 2008.  Door de nogal Herman Bussemaker specialistische aard van deze publicatie (Dirk Moses): “Empire, colony, genocide: conquest, occupation, and subaltern resistance in World History”, New- York 2008) viel het artikel niet op. Dit veranderde toen twee jaar geleden emeritus- professor William H. Frederick  in het toonaangevende “Journal of Genocide Research”, Vol. 14 (2012) in het nummer 3/4 zijn artikel publiceerde onder de titel The killing of Dutch and Eurasians in Indonesia’s national revolution (1945 – 1949): a brief genocide reconsidered. (p.359 – 380).  Zowel Cribb als Frederick zijn bekende Indonesië-historici. Cribb is een Australiër, Frederick een Amerikaan. Frederick stelt in zijn bijdrage dat de bersiap minder kort in tijd was dan Cribb veronderstelt, en komt tot veel hogere aantallen slachtoffers. Volgens hem namelijk vielen er tussen de 20.000 en 30.000 slachtoffers. Gezien de titel van zijn bijdrage mag men aannemen, dat het gaat om Nederlanders en Indische Nederlanders (Dutch and Eurasians), maar echt helemaal duidelijk wordt dat niet.

 

En dat brengt ons op het tweede probleem rond de discussies over de bersiap. Deze heeft  zowel etnische als loyalistische aspecten. Er vielen namelijk niet alleen Nederlandse slachtoffers, maar ook slachtoffers met een andere etniciteit, waarvan echter de loyaliteit aan het Indonesische vrijheidsstreven werd betwijfeld. Ik denk daarbij aan Chinezen, waarvan een aantal juridisch de Nederlandse nationaliteit bezaten, alsmede Ambonezen, Timorezen, Menadonezen en Indonesiërs. Zo werd ook vrijwel de gehele Indonesische adellijke bovenlaag op Sumatra tijdens de bersiap uitgeroeid vanwege twijfels aan hun loyaliteit aan de Indonesische staat. Naar deze categorieën slachtoffers is echter nog nauwelijks historisch onderzoek gedaan.  Op Sumatra maar ook delen van Java zijn    ook andere Europeanen dan Nederlanders vermoord, als zij zich buiten       de Japanse interneringskampen bevonden. Te denken valt aan Duitse en Deense zendelingen en Zwitsers. Als men het over slachtoffers van de bersiap heeft, moet daarbij gedefinieerd worden waarover men het heeft. In dit artikel gebruiken wij daarom de omschrijving, dat het gaat om    de (juridisch) Nederlandse slachtoffers, waaronder zowel de Nederlanders (totoks) als de Indische Nederlanders (indo’s of ook wel Buitenkampers) vielen.

 

De bovengrens van het aantal slachtoffers is daarbij discutabel. (Zie hieronder). Over de ondergrens van het aantal Nederlandse slachtoffers bestaat wel een redelijke consensus. Dat zouden er rond 3500 zijn, een getal gebaseerd op de ODO-rapporten (ODO: Opsporings Dienst Overledenen).   Er is geen volledig archief van de ODO bewaard gebleven. De verslagen, die bewaard gebleven zijn, geven een totaal van minimaal 3500 vermoordde Nederlanders, maar in een rapport van mei 1947 door Frederick aangehaald (p. 368 van zijn artikel) wordt door de ODO een aantal van zeker 11.262 geïdentificeerde Nederlandse doden genoemd. En dat was op een tijdstip, dat de ODO in het nog vrij uitgebreide Republikeinse territorium van vóór de Tweede Politionele Actie geen onderzoek had kunnen doen. De vermiste Nederlanders zaten hier dus ook niet bij. Op basis daarvan komt Frederick tot zijn schatting van  tussen de 25.000 en 30.000 Nederlandse doden tijdens de bersiap op zowel Java als Sumatra. (zijn artikel, pagina 369). Hij heeft daarbij geen rekening gehouden met de oversterfte onder de Nederlanders in de Bersiap kampen onder vooral ouderen en kinderen door ziekte, ondervoeding en de slechte hygiënische omstandigheden. Ik schat deze oversterfte op circa 2000 personen in de periode  oktober 1945 – mei 1947.

 

10897277084?profile=originalfoto - De beruchte aanval op het derde Goebeng-transport op 28 oktober 1945 te Soerabaja

 

Dramatisch is daarbij het aantal vermissingen. Er is vrijwel geen Indisch-Nederlandse familie die niet een vermiste man, vader of zoon betreurt uit die periode. Er zijn residenties (Bodjonegoro en Besoeki op Oost-Java, Pati en Pekalongan op Midden-Java) waar hele families zonder een spoor na te laten, verdwenen.

In de interviews van de    Stichting Mondelinge Geschiedenis Indonesië komen verhalen over deze vermissingen veelvuldig voor. Frederick rekent deze vermisten mee in zijn aantallen slachtoffers. In dat licht bezien lijken zijn schattingen reëel.            Frederick is ook de eerste historicus, die aandacht besteedt aan de  “tweede bersiap”. Dit was de periode juli-augustus 1947, toen als gevolg van  de Eerste Politionele Actie in een aantal steden en dorpen onder Indonesisch bestuur een tweede slachting plaats vond onder (Indische) Nederlanders, die na de Indonesische Onafhankelijkheidsverklaring om allerlei redenen voor de Indonesische Nationaliteit hadden gekozen. Kennelijk werd er van Indonesische zijde toch aan hun loyaliteit getwijfeld. Op het Ereveld  Kalibesar bij Semarang staan zeven witte kruisen met de naam Odenthal. Het gehele gezin, vader, moeder en vijf kinderen, werd te Cheribon vermoord op 27 juli 1947 bij het begin van de Eerste Politionele Actie. Zoals zij waren er meerderen, hoewel het totaal aantal vermoedelijk enkele honderden bedragen zal hebben.

 

10897277691?profile=originalFoto - Indonesische revolutionairen met scherpgeslepen bamboes 

Het vraagstuk van de loyaliteit van deze groep aan Indonesië speelde ook een grote rol bij de vlucht naar Nederland van de spijtoptanten. Ongeveer 30.000 Indische Nederlanders kozen voor het Indonesisch staatsburgerschap als gevolg van de toescheidings-overeenkomst van 1952. Deze warga negara’s werden op hun werk en daarbuiten door de “echte” Indonesiërs met wantrouwen bezien en vaak ook gediscrimineerd. De meesten van hen zijn daarop in de periode 1956 - 1959 als spijtoptanten gevlucht naar Nederland. Van repatriëring was in hun geval geen sprake. Er was wel vaak sprake van geweld tegen mensen uit deze groep, maar het kwam niet tot slachtingen.

 

Weinig aandacht wordt door Frederick besteed aan de daders van de gruwelen van de bersiap, de pemoeda’s. Om hun rol te verklaren moet men terug gaan naar de Japanse Bezetting. De (Nederlandse)  scholen werden tijdens de Japanse bezetting gebruikt om de Indonesische leerlingen te indoctrineren. Net als in Japan zelf werden  op de middelbare scholen de leerlingen militair geoefend in het hanteren van wapens, exercitie en vechttechnieken. De Japanse militairen werden daarvoor vrij gemaakt.   In de filmdocumentaire “Buitenkampers” zijn fragmenten opgenomen waarin een aantal van deze oefeningen zijn verfilmd voor propaganda-doeleinden. Ook de “bamboe roentjing”, de gevreesde bamboespeer, komt hierin aan bod. Het was een dodelijk wapen, dat relatief gemakkelijk te vervaardigen was. Het waren deze jongeren die als groep elkaar opzweepten en de meest verschrikkelijke moorden op weerloze Nederlandse vrouwen en kinderen hebben gepleegd. Deze jongeren opereerden autonoom, maar werden wel geïnspireerd door de radio-uitzendingen waarin de Indonesische regering de ene na de andere maatregel bekend maakte tegen de groep Nederlanders, zowel binnen als buiten de Japanse internerings-kampen. Daarbij werd voort-geborduurd op de Japanse propaganda, dat Amerika, Engeland en Nederland vernietigd moesten worden door de Aziatische volkeren.

 

Een van deze Indonesische maatregelen betrof de voedsel boycot van buiten de kampen levende Nederlanders, welke op 4 oktober 1945 voor Java werd afgekondigd. In de uiterste consequentie betekende dit de uithongering van een heel volksdeel. De pemoeda’s zagen hierin een signaal, dat de centrale regering achter hun dodelijke aanvallen op deze buitenkampers zou staan. Soekarno zelf realiseerde zich tenslotte de reikwijdte van zijn besluit in de brief, welke hij op 9 oktober 1945 aan de Engelse opperbevelhebber Mountbatten richtte. Hierin waarschuwde hij dat zelfs hij niet in staat was om  pemoeda-bendes af te houden van een rassenoorlog tegen de Nederlanders. In het licht van de eerdere besluiten omtrent de voedselboycot van diezelfde Nederlanders is het duidelijk, dat hij besefte dat de geest uit de fles was, en dat hij niet meer in staat zou zijn, deze er weer in te krijgen. En zo golfde een explosie van geweld over Java: de bersiap. Bij gebrek aan een Leger kon de Indonesische Regering niet optreden tegen de slachtingen, die dan ook volledig uit de hand liepen. 

 

10897278276?profile=originalSamenenvattend mogen wij stellen, dat de bersiap tussen de 3500 en 20.000 Nederlanders het leven heeft gekost. Dit was ook mijn conclusie als verwoord in mijn boek over de bersiap uit 2005. Mede door de publicatie van Frederick ben ik geneigd de bovengrens aan te houden als meest waarschijnlijk. Het aantal van 20.000 is uitermate verontrustend. Het zou betekenen, dat er meer dan 10x meer Nederlanders in de bersiap zijn omgekomen dan er tijdens de stormramp van 1953 omkwamen. Dat was een ramp, maar pas de laatste jaren begint het besef door te breken, dat de bersiap voor de Nederlanders een veel grotere ramp was. Waarom is gedurende tientallen jaren in de Nederlandse geschiedenis de bersiap zo onbekend gebleven? Het ging hier tenslotte om een grote groep Nederlanders. Een eenduidig antwoord op deze vraag is niet te geven. Maar we kunnen proberen om een aantal factoren te identificeren, die de onbekendheid kunnen verklaren.

 

10897278678?profile=originalFoto Gruwelijke moordpartijen

 

Nederland zelf kwam zwaar gehavend uit de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig lag het accent niet op het terugkijken, maar op de herbouw                                        van het verwoeste land. Mede door deze op de toekomst gerichte visie vonden de traumatische verhalen van de Nederlanders die uit de voormalige kolonie terug kwamen geen gehoor bij de Nederlandse bevolking. In het gunstige geval werd hen aangeraden niet terug te kijken, in het meest ongunstige geval werd hen verteld dat het in Nederland allemaal veel erger was geweest. Hetgeen uiteraard de dialoog niet bevorderde. Daar kwam bij dat vanaf de zestiger jaren het kolonialisme in een zeer slechte reuk kwam te staan. De Nederlanders uit de Oost sloten zich daarop af van de Nederlandse maatschappij en zochten elkaar  op in talloze sociëteiten en kumpulans. Van een dialoog was verder geen sprake meer.

 

Maar ook intern werd er gezwegen over de doorgemaakte gruwelen. Ouders wilden hun kinderen niet belasten met hun ervaringen. Kinderen voelden haarfijn aan, dat zij daarover geen vragen moesten stellen. En zo ontstond het “Indisch Zwijgen”, naast het Joodse zwijgen. Het is de derde generatie, de kleinkinderen, die dit zwijgen aan het doorbreken zijn door vragen te stellen aan de grootouders, voor zover deze er nog zijn. In die zin werkt de bersiap nog steeds door in de Indische gezinnen.

 

Voor de politieke elite was de bersiap niet interessant. De dominante mening was (en is   nog steeds), dat Nederlandse militairen zich schandalig hadden misdragen in de periode 1945 – 1949. Dat ook van Indonesische zijde de strijd niet schoon was, paste niet in dat beeld.

 

Na de verbetering van de relaties met Indonesië na 1965 was het ook diplomatiek niet verstandig, de bersiap ter discussie te stellen, omdat dit de broze relatie met dat land zou kunnen verstoren. De bersiap verdween daarmee in de doofpot. Toen mijn boek over de bersiap in mei 2005 verscheen als eerste Nederlandstalige publicatie over dit onderwerp, zond de uitgever recensie-exemplaren naar de vijf grote landelijke dagbladen. Geen van hen heeft de moeite genomen, het boek te recenseren. Het illustreert het volstrekte gebrek aan belangstelling van de kant van de media.    

 

 10897279456?profile=originalOok de Chinezen werden het slachtoffer tijdens de Bersiap. Hier de puinhopen van een Chinese wijk in Palembang 

Het is mijn hoop, dat dit artikel mag bijdragen aan het optrekken van de dichte mist, die nu al decennia lang hangt over de bersiap, en de discussie daarover beter zal structureren. 

Herman Bussemaker, historicus, 31-3-2014, voor NICC Magazine.

 

Lees verder…


10897296273?profile=original

13564341289?profile=RESIZE_400xUit de archieven   -   80 miljard werd bij VWS gefraudeerd door PGB  bureaux, met dank aan de Marktwerking.

U weet het nog, marktwerking van de zorg was het toverwoord, waar de PGB bureaus welig tierden, en als virus verspreidde dit verder.  Het onderzoek fraude team, FIOD tezamen met de belastingdienst constateert dat er zo'n 80 miljard uit potjes van VWS als sneeuw voor de zon verdween.

  Martin van Rijn en Edith Schippers zouden deze 80 miljard opsporen en rode kaarten uitdelen aan de PGB bureaus .  Heel even verschenen  koppen in de de Telegraaf, dit weer werd bevestigd door geen onbekende Robin Linschoten die berekende per jaar op 16 miljard en

op tachtig miljard uitkwam.   Helaas, daar bleef het bij.  Voor het Kabinet werk aan de winkel,  is veel geld 80 miljard,  nog steeds verspreidt dit virus zich naar ZZP'ers in de zorg.  

 

 

Lees verder…

10897275684?profile=originalMijn levensverhaal - 5     door onze correspondent in Nieuw Zeeland, Adrian Lemmens

Het ss. Gordias was een oud schip, zeker nog van voor de oorlog, aan de roestplekken op de dekken te zien. Op een plaats ging mijn hamer finaal door het dek, hetgeen mijn gevoel van veiligheid niet ten goede kwam. Op dit schip, moest ik, ook weer op orders van deze zelfde Officier, tijdens een storm, laat in de avond en in het donker, een ouderwetse snelheids-meter uit zetten. Ik had dit nooit geleerd en wist ik ook niet hoe het te doen, dus zei ik dat ik de bootsman zou waarschuwen. U kunt het gissen, en ja het was inderdaad weer deze zelfde Eerste Stuurman, hij werd woedend en eiste dat ik zijn orders, onmiddellijk uitvoerde.

Deze toestellen, waren zelfs in die tijd nauwelijks meer in gebruik, ( ook op de Pollux opleiding, was dat niet op het programma ), behalve op zeer oude schepen zoals de ss. Gordias.  Het is een soort toerenteller-klok, ouderwets gemaakt van geel koper, dat een langwerpig 20 tot 25 cm lang taps lopend achterhuis heeft met een beugel aan het einde. Daarbij hoort een torpedovormig projectiel met lange vinnen, als een propeller, dat aan een speciaal geweven stijf en lang touw zit. In mijn onwetendheid en onervaren onhandigheid, monteerde 

ik dat apparaat op het daarvoor bestemde zadel en wierp de torpedo uit. Helaas ontdekte ik te laat, dat ik eerst dat touw in de lus van dat apparaat had moeten doen, voor de torpedo in het water te laten zakken. Er stond een behoorlijke storm  en ik worstelde met die snelheidsmeter waarbij de nu snel draaiende torpedo het onwillige touw om mijn arm aan het draaien was. Ik begon doodsangsten uit te staan en dacht, dat nu het juiste moment zou zijn, dat die vent om de hoek zou komen en mij met die hele rotzooi overboord te gooien en inderdaad kwam die eerste stuurman om de hoek aanlopen. Opeens had ik een enorme kracht en wist het touw aan de klok-meter te krijgen, wikkelde de lijn van mijn arm en stormde net op tijd weg van die man en zijn grijpende handen.

Had hij mij te pakken gekregen, dan was het denk ik zeker het einde voor mij geweest. Maar ik moest nu wel verschrikkelijk op mijn hoede zijn, en ik realiseerde mij, dat ik in groot levensgevaar verkeerde en kon ik mij nu ook voorstellen, waar dat mogelijk vandaan kwam, maar 2 en 2 had ik in die tijd nog niet bij elkaar geteld.

Wij lagen in Paramaribo Suriname; in de rivier lag nog steeds het Duitse vrachtschip, dat met de uitbraak van de tweede wereld oorlog, door de Duitse bemanning in die rivier gesaboteerd was, om te verhinderen dat de Nederlanders het te pakken konden krijgen en te confisqueren, of buit te maken, zoals dat in ons vroegere Indië wel eens was gelukt. De matrozen vonden het nodig om mij, te ontgroenen en zo werd ik onwetend van wat mij te wachten stond en eerst blij verrast, mee de stad in genomen. Daar kwam ik in een hoerenkeet terecht, waar drie jonge dames waren betaald, om mij z.g. te ontgroenen, de kamer was een etage hoger en werd achter mij afgesloten. De dames begonnen mij tot mijn schrik te ontkleden, inderdaad was ik nog groen, maar daarom ook in paniek en zo nam een sprong door het raam en kwam met splinterende glas op een afdak terecht. Ik rende voor mijn leven, over de grote markt, naar de kade en ons schip. Er stond echter een wacht voor dat huis,  die nu ook achter mij aan kwam, een onvergetelijke gebeurtenis.

De volgende dag gingen wij verder op de rivier, om bauxiet te laden, het is een paars-roze poederachtige erts voor het maken van aluminium. Onder de hete tropische zon en in de vochtige lucht van de rimboe of de bossen om ons heen, waren wij bijna drie dagen onafgebroken aan het werk met het helpen laden van ons schip, en daarna vertrokken wij om  de een of andere reden, onmiddellijk de rivier uit en op zee naar de U.S.A. Ik werd door die eerste officier aangewezen, om als eerste het roer te nemen, een ongelooflijke miskleun was dat voor mij, drie dagen werk en nagenoeg geen slaap en in kleding die stijf stond van mijn zweet en het ertspoeder.

10897275684?profile=originalFoto - ss. Gordias van de K.N.S.M., gebouwd 1939

Waarom ik als de jongste, de scheeps-jongen, nog geen 17 jaren oud? Rampzalig genoeg was  het ook de wacht van de eerste stuurman en manhaftig beet ik op mijn tanden.  Buitengaats viel ik echter staande achter het roer in slaap. Het leek op een een ramp uit te lopen voor mij, maar de rollen werden omgedraaid; het werd een ramp voor deze man.

Het schip had een mankement aan of met het roer, waardoor het sturen een vermoeiende zaak was, met voortdurend correcties. Als men het stuur vasthield, zonder correcties dan draaide het schip in precies 20 minuten een volle cirkel, zoals ik door ervaring heb uitgevonden. Voordat het schip weer op de juiste koers kwam, werd ik weer wakker en dat was kennelijk precies twintig minuten later. Ik zag die man mij aankijken en ik schrok mij dood, maar ik was op dat moment, ook weer precies op de juiste kompaskoers en mijn ogen waren open en ik was zo geschrokken, dat ik voor de rest van mijn tijd klaar wakker was. Wij hadden minstens tien mijlen verloren op ons schema door deze situatie en stond ik, van achter het roer Ik heb hier verder niets meer van gehoord, maar het verlies van een uur was niet, of mogelijk nooit te verklaren. Desondanks, kan ik  mij niet voorstellen, dat hij daar niet ook zijn eigen gedachten over heeft gehad.

Wederom werd mij gedurende de verdere vaart, door deze eerste stuurman een levensgevaarlijke opdracht gegeven, waarvan ik aanvankelijk in het geheel geen idee had. Ik was alleen op het achterschip aan het schilderen, ook weer op zijn orders, toen ik een oude stalen tros,  gebruikt voor het afmeren van schepen aan haven kades, die verroest op het achterdek lag,  tijdens volle vaart op zee, overboord moest gooien. Dit is levensgevaarlijk werk, dat normaal door twee of drie man en alleen onder toezicht van de bootsman mocht gebeuren, zoals ik later leerde.   

Ik moest dat nu alleen doen, op zijn orders. Ik had zoiets nooit eerder gedaan of gezien en besefte daarom ook niet van hoe gevaarlijk dat was. Er was verder niemand op het achterschip, die ik om hulp kon vragen. De stuurman bleef verder op een vrij grote afstand op het dek aan mij zijn orders geven. De tros was op minstens 20 meter afstand van het achterdek, waar ik de kabel in zee 

moest gooien. Ik had geen handschoenen, die normaal gebruikt werden bij dat soort kabels. Hij bleef op veilige afstand en ik realiseerde mij op dat moment niet waarom hij zo ver weg bleef. Echter realiseerde ik mij door mijn onwetendheid, het grote gevaar van deze actie niet en zo trok ik die grote kabel bij een eind, met het gesplitste oog naar een van de boord openingen op het dek op het achterschip en duwde het eerste deel met moeite en langzaam naar beneden in zee. Plotseling greep de zee het kabeleinde en ik sprong verschrikt weg achter een paal. De kabel sloeg met een zwiep tegen die paal en raakte mijn been. Ik sprong voor mijn leven en zwaar geschrokken dook ik weg achter een brandkast op het dek en ook die kast kreeg er door die nu hevig rondspiralende kabel van langs. Wat hierna gebeurde, was een verschrikking; in minder dan een minuut, die een eeuwigheid leek te duren, sloeg de meer dan honderd meter lange kabel met veel geweld in alle richtingen tegen dekhuis en railing en obstakels op het dek en zelfs tegen het plafond van het dekhuis.

Wederom stond de stuurman mij bevroren aan te kijken; hij moest deze keer wel duidelijk hebben gezien, wat ik van hem dacht. Voor mij was er geen bedenking meer nodig, die man vertegenwoordigde levensgevaar voor mij. De bemanning en vooral de bootsman verklaarden dat ik die reis twee maal door het oog van de naald was gekropen. Er werd verder niets gezegd, maar er was een sfeer op het schip die te snijden was, voor de rest van die reis. Maar van een ding was ik nu zeker, dat deze man mijn levenseinde wenste en ik had mijn vermoedens, maar geen zekerheden, dat den Besten en Brons er nu gezamenlijk achter zaten en nog erger, actief samenwerkten.

Die zekerheid kreeg ik pas, toen mijn moeder mij vertelde, dat den Besten wist van het verraad in Indië met de Japanners van de Brons familie en dat hij schijnbaar met die wetenschap, de Brons familie chanteerde. Dat het daardoor tot een voordelige samenwerking tussen hem en de heer Brons kwam, met hetzelfde, maar nu gezamenlijke doel, om mij te elimineren,  omdat ik te veel wist van de Brons familie en den Besten mijn mijn erfdeel  wilde hebben. Het was zo simpel, maar er waren geen bewijzen en wat kon ik, alleen met 17 jaren doen, zonder een werkelijke familie of een raadsman en ik verder nauwelijks iemand kende.

Toen ging het met de ms. Hestia of de ms. Artemis, ik denk de Hestia, naar Philadelphia U.S.A. Van daar, met locomotieven als deklading op weg naar La Guera in Brazilië. een verschuiving aan dek, tijdens een geweldige storm op de Atlantic, ontstond er vanwege de bouw van het schip, met een lang voordek, een enorme ladingverschuiving. Wij dachten dat we die storm niet zouden overleven.  Een ongelooflijk voorval deed zich voor in de haven van La Guera, daar viel een van de bootwerkers in een ruim en overleed. 

10897275488?profile=originalOp de terugweg via Demerara, in Frans Guyana, werd ik er opuit gestuurd om naar drie matrozen te zoeken. Ik vond de vermiste bemanningsleden in een geweldige hoerenkeet. Ze konden niet betalen en waren opgesloten. Terug aan boord verzamelden wij hun horloges en ging ik weer op weg. In het gebouw was een enorm trappenhuis en bovenaan die trap stond een grote gespierde zwarte man van minstens twee meter en ik schoof behoedzaam langs hem, de horloges als betaling tonend. Ik stond nu in een lange en brede gang met op regelmatige afstanden tussendeuren met kennelijke zijkamers. Ik riep, maar hoorde aanvankelijk geen reactie. Sommige kamers waren op slot, andere deuren gingen wel open, er zaten praktisch naakte glimlachende vrouwen op de bedden, die mij allemaal binnen wenkten en lachten. Na zo’n tien onafgesloten deuren te hebben geopend, had ik eindelijk aan het einde van die lange gang, een van onze matrozen te pakken en vond de anderen daarna. Ik gaf hen de horloges en verdween, terug naar ons schip. Even later arriveerden ook de drie matrozen. Wij deden Curaçao aan en verder Tobago en Trinidad en de havenplaats Mobile in het zuiden van de U.S.A.  

Op mijn laatste reis, ik herinner mij niet meer zeker welk schip dat was, maar natuurlijk was ook hier weer diezelfde Eerste Stuurman. Wij deden tijdens deze reis New York  aan, het geweldige Vrijheidsbeeld passerend, natuurlijk dit moest ik zien. Ik kreeg mijn walpas van die Eerste Stuurman, met zijn raad om vooral Times Square, het centrum van NY te bezoeken. Na de NY docks en de nummers te hebben ingeprent om mijn weg terug te vinden, lukte het  mij waarachtig heel gauw om een lift te krijgen, naar Times Square

Het was een indruk om letterlijk van achterover te vallen, met al die gebouwen die in de hemel verdwenen, zo hoog. De straat, de menselijke drukte, de haast, de winkels, het Astor 

Victoria hotel, het beroemde Radio City gebouw, de geweldige winkels en de vele half verborgen bioscopen, waar je met een kaartje voor de hele dag roterende films kon zien. Voor een winkel staande, kwam een jonge man naast mij staan en maakte een of andere opmerking, ik zei dat ik hem niet kon verstaan en toen sprak hij mij, tot mijn grote verbazing, ineens in het Duits aan. Om welke reden dan ook, heb ik mij altijd in die taal redelijk verstaanbaar kunnen maken en kon   ik hem antwoorden. Overigens heb ik nooit Duits in Nederland geleerd, naar ik mij kan herinneren. Maar ben ik daar in het Britse bezette deel, wel enige keren op bezoek geweest, bij mijn Moeders familie in Duitsland, waar een oudere zuster van mijn moeder en haar man, (Tante Lieschen und Onkel Georg Lohr) met hun twee  zoons en een dochter, zich mijn lot aantrokken. Dat zou later uiteindelijk veel tot mijn redding en overleving hebben bijdragen (waarover later).

Deze jonge man was kennelijk een Amerikaan en vroeg ik hem waar hij dat Duits had geleerd, dat hij beantwoordde, dat hij als soldaat in Duitsland gelegerd was geweest. Na de kennismaking, vertelde hij, dat hij een Duitse dokter als een vriend had, die hier in de buurt een hospitaal had. Dus nog een Duitser waar ik dus mee spreken kon, daar ik het Engels niet machtig was.

Dit verpleeghuis, meer kon het niet zijn, had alleen maar kankerpatiënten in twee rijen van bedden, ik geloof zo’n veertig tot vijftig patiënten. Het was een verschrikking en ik moest     de neiging om weg te rennen onderdrukken. Dit waren allemaal mensen, die zich niet meer in het openbaar konden vertonen, met hele stukken van hun gezichten missend. Van een was de hele onderkaak en een wang weg en hij rookte nog steeds door een gat in zijn keel. De dokter vertelde, dat die man dat als nog het enigste pleziertje in zijn leven zag. Met veel van de anderen, was het al niet veel beter en moest ik bijna overgeven van de ontzetting en verontschuldigde mij. Weer buiten gekomen nodigde deze jongeman mij uit om een vriend op te zoeken die fotograaf was, niet ver uit de buurt. Fotografie had mijn interesse, dus dacht ik er goed aan te doen dat aanbod aan te nemen.

In het stadsdeel Harlem, kwamen wij bij die studio aan, een soort oud herenhuis. Na een speciale manier van bellen, werd even later de deur geopend. Via een grote hal, kwamen wij inderdaad in een geweldige fotostudio aan. Achter een andere gesloten deur, was nog een kleinere fotostudio, maar die deur werd voorzichtig achter ons op slot gedaan, waarna wij door een soort van donkere kamer in nogmaals een kleinere studio belandden. Weer ging ook die deur op slot, een vreemd gevoel was dat wel, maar nu kwamen wij in een kleine woonkamer keuken terecht en daar stond een kleine televisie. Ik had nog nooit zo iets gezien, maar had er wel van gehoord. Na de kennismaking met die twee mannen, werd er drank geserveerd, bier, wijn en thee en cakes en werd mij tegenover de TV, een plaats geboden, midden op een grote bank, terwijl ik mijn ogen niet van die TV. kon afhouden.

10897275882?profile=originalfoto - TV begin 50-er jaren van de vorige eeuw

Problematisch werd er een gesprek aangeknoopt, ondertussen zaten die twee nieuwe kennissen (fotografen, dacht ik) ieder aan een kant van mij, terwijl de jongeman bij de TV bleef staan. Na een kort gesprek, kwam er een pak kaarten op de tafel, er stonden expliciet seksuele motieven tussen mannen en vrouwen in vele vormen en houdingen op. Na verloop van enkele ogenblikken voelde ik een hand van beide mannen aan mijn zijde over mijn benen wrijven. Ik raakte zonder het te laten merken, in een paniek en begreep ineens, dat ik in gevaar was. Maar zoals gewoonlijk met mij, van onze oude Indische tijd,  voel ik mijn paniek alleen maar op   het eerste moment, waarna ik onmiddellijk mijn kalmte en denkwijze herkrijg. Een fatalisme, dat volgens mijn eigen ervaringen, veel van onze Indische medemensen hebben. Dat geldt  zeker ook voor mij en is  een van de belangrijkste redenen, dat ik er nog steeds ben.

Razendsnel gingen mijn hersens met de vraag, hoe ik hier uit kon komen. En opeens wist ik wat te doen.  Ik keek op mijn horloge en met een geweldige schrik, die zeker ook half waar was, zei ik dat ik om vier uur aan boord van mijn schip terug moest zijn en nu liet  ik ook een paniek zien, opzichtig mijn horloge bekijkend. De mannen keken elkaar allemaal aan en dan weer naar mij, met enig ongeloof, maar ik deed mijn horloge af en bleef er naar kijken. Toen vroeg ik hen, of ik de volgende dag weer op bezoek mocht komen, daar ik alles bij hun fantastisch vond, en graag meer over van alles wilde weten. Dat vonden ze prachtig en ze besloten mij met hun allen naar de haven te brengen. “Gode zij dank!”

Uit de auto stappend moest ik ze allen kussen, het maakte mij ziek, maar ik deed het, het was immers drie tegen een en die auto met de open deuren, van hun, stond er immers ook nog.  

Hartelijk groetend rende ik in grote haast richting mijn schip, reeds tien minuten te laat, gebaseerd op mijn vindingrijke gedachte. Zo kwam ik terug aan boord van ons schip. Wat bleek het geval te zijn, het bezoek van ons schip aan New York was slechts voor 8 uren en om vier uur in de middag was inderdaad ook het werkelijke vertrek van ons schip bepaald. Niemand mocht met verlof van het schip af en hier kwam ik schreeuwend aanrennen. Het schip was al los gegooid aan de boeg en de  mensen op de kade waren bezig de achter trossen los te gooien. Luid schreeuwend en rennend trok ik de aandacht en op orders werd ik ook snel met een kleine barkas naar het schip gebracht en moest met de touwladder langszij aan boord klimmen.                                                   Ik werd direct bij de Kapitein op het matje geroepen en moest mijn afwezigheid verklaren en zo was ik natuurlijk gedwongen om mijn walpas te overhandigen. Toen begreep ik opeens wat de bedoeling was geweest, namelijk mij ”verliezen” in New York in de U.S.A. De Kapitein keek mij aan, keek naar de walpass, schudde zijn hoofd en liet de Eerste Stuurman bij hem ontbieden en gaf hem de kaart. Nu werd mij toestemming gegeven de Kapiteinshut te verlaten, zonder enig ander woord. Dit was op mijn laatste reis mijn laatste contact, met die eerste stuurman, die mij verder uit    de weg bleef. Het was met mijn thuiskomst, tevens ook het einde van mijn vaartijd.

Naar later bleek, was de walpas  voor de gehele dag gestempeld geweest, dat was tot 20.00 uur in de avond, en waarom moest ik die morgen zo snel verdwijnen, met die pas. Het mocht natuurlijk niet worden opgemerkt. De bedoeling was natuurlijk om mij op  de een of andere “onverklaarbare wijze” kwijt te raken in een grote miljoenenstad in een groot land, zonder de Engelse taal machtig te zijn. Het scheelde maar weinig of dat was nog gelukt ook. Zoals ik later ook nog eens persoonlijk met den Besten zou meemaken, moet deze man bijzonder gefrustreerd zijn geweest, terwijl zijn acties tegen mijn persoon aan het bijna perfecte en ingenieuze grensden. Daar kwam, ook in dat geval, toch weer de voorzienigheid eraan te pas voor mij. Hoe kwam ik erbij om op mijn horloge, juist vier uur aan te wijzen, het tijdstip dat ik onmogelijk kon hebben geweten, maar  dat inderdaad ook de werkelijke vertrektijd van ons schip was.

Nergens anders naartoe kunnende, was het na mijn vaartijd op zee, voor mij nog steeds de enigste optie, om weer terug naar huis te gaan. Thuis was niet bepaald een welkom thuis voor mij en wederom stond daar de man J. den Besten klaar aan de voordeur, om mijn laatste verdiende geld in ontvangst te nemen. Deze keer veel wijzer geworden, weigerde ik het in zijn geheel te overhandigen. Den Besten, woedend met mijn obstinatie, zegde mij toe, dat wanneer er geld nodig was voor kleding, schoeisel of  de tram, dat er voor mij geen zakgeld meer zou zijn.

10897272098?profile=originalfoto- Schaalmodel van de “Pollux”, waarmee ik een eerste prijs won

Ik wilde op de een of andere manier weer naar school, daar ik voor mijzelf reeds had begrepen, dat er voor mij anders weinig keuze in het leven zou zijn. Zo werd via mijn Moeder en na advies besloten, dat ik een ambacht school voor werkelozen zou volgen, om een vak te leren, dat in mijn geval de elektrotechniek werd, voor de installatietechniek in huizen. Den Besten dacht daar anders over en wenste, dat ik aan mijn oproep tot de legerdienst voldeed, terwijl ik echter, vanwege mijn Vaders dood gedurende de oorlog, van de militaire dienst was gevrijwaard. Ik weigerde die optie, omdat ik daar geen heil in zag en ook niet voor mijn toekomst. Wat ik wilde, was een fatsoenlijke opleiding of een Ambacht en daar moest mijn tijd aan besteed worden en dat was mijn verlangen. Den Besten, zorgde echter dat ik een oproep kreeg en dreigde mij met de politie, als ik mij niet zou aanmelden. Inderdaad, een oproep het leger in te treden kwam in onze brievenbus en ik besloot niet te beantwoorden. Wederom werd ik door J. den Besten bedreigd met de politie, en omdat ik mijn rechten op dat gebied niet goed kende, ging ik alsnog naar de keuring. Zo, kwam ik, geheel tegen mijn wil, in de militaire dienst, met mijn 18e jaar. Ik weet niet of het toeval was, maar ik kwam in de opleiding voor onderofficieren terecht in Ede, maar de plaatsnaam weet ik niet meer zeker.

Ik denk dat ik onwetend voor mijzelf, altijd een gevoel van eigenwaarde  had. Ook denk ik, dat inderdaad ook “dat”, mijn redding is geweest, gedurende de rest van mijn leven. Het is mij mogelijk om een ieder die ik ontmoet, recht in de ogen te zien. Ondanks dat ik voor kwalificaties voor onderofficier niet was getest en men kennelijk aannam, dat ik enige redelijke educatie had gehad, werd beslist, dat ik officiers mogelijkheden bezat.

Ik kreeg een eerste prijs uitgereikt voor het beste product, dat een hobbyist had gemaakt, een scheeps-

model van de “POLLUX”, dus een driemaster zeilschip, waarmee ik op het geregelde leger programma op de radio kwam. Uiteindelijk werd ik overgeplaatst en kwam bij de gewone soldaten in Roosendaal terecht, maar ook van die plaatsnaam ben ik niet zeker. Na onze militaire training, spendeerde ik de rest van mijn militaire tijd in de z.g. parate hap, met de Zware LUA, zwaar luchtafweer geschut, met als mijn laatste standplaats de Koude Hoorn kazerne in Haarlem (nu het hoofdbureau van Politie in Haarlem), tot aan mijn ontslag uit de militaire dienst.

Wij liepen in de militaire dienst natuurlijk geregeld de wacht, speciaal nachts en voor mij was het in die tijd een geregelde confrontatie met de fundaties van de windmolen Adriaan, aan de overkant van de kazerne, de molen met mijn naam, tijdens mijn laatste bezoek aan Nederland, trok mij die (nu prachtig herstelde molen) geregeld aan en maakte ik daar verschillende foto’s van.

Na mijn dienst tijd, kwam ik weer thuis, de eerste nacht in mijn kleine kamer en midden in mijn slaap, werd ik ineens door J. den Besten, aangevallen Hij gebruikte zijn vuisten op mijn hoofd en gezicht en ik had    de grootste moeite om uit het bed     te komen, onderwijl mijn hoofd beschermend met mijn armen. Den Besten was razend en met een van woede verwrongen gezicht sloeg hij erop los.  Maar deze keer had hij een 20 jarige getrainde soldaat voor zich, die ook hem niet goed genegen was en die er zich terdege van bewust was, door deze man zwaar te zijn bestolen en benadeeld.

Eindelijk op mijn voeten staande, nam ik hem bij de schouders en duwde hem mijn kamer uit en de gang in, daar zette ik een voet in zijn middenrif en gaf hem de trap van mijn leven. Den Besten vloog door de gesloten keukendeur, door de keuken en door de glazen buitendeur de tuin in, ik keek verder niet naar hem om. Hij kwam niet meer het huis in en bleek verdwenen te zijn.

10897276677?profile=originalfoto-Molen “De Adriaan” in Haarlem

Mijn moeder hield zich van de schrik  in haar slaapkamer verborgen. De volgende morgen bekende Moeder mij, dat zij hoopte en verwachtte, dat hij niet meer zou terugkeren.  Nu kan ik mij volkomen voorstellen, hoe verschrikkelijk gefrustreerd die man moet zijn geweest. De man moet inderdaad buiten zichzelf zijn geweest en nu werd ik ook nog eens 21 jaar.  De tijd voor zijn verantwoording aan mij, met mijn eens zo rijke erfdeel, dat in 1946 maar liefst 98.000,--. gulden was, kwam nu snel nader. Ik kan mijzelf de gefrustreerdheid van die man heel goed voorstellen, maar wat verwachtte hij van die aanval op mij?

Mijn moeder was uitermate blij, dat zij die man kwijt was, maar nu brak ook voor haar een ellendige tijd aan. Tijdens een van de momenten van mijn afwezigheid, haalde J.den Besten het huis leeg met een extra stevige vent in begeleiding en mijn Moeder kon niet verhinderen dat veel, van  ook haar eigen nog overgebleven persoonlijke kostbaarheden, haar werden ontnomen. Later zou ik ontdekken dat toen ook mijn kostbare postzegelverzameling was verdwenen.

Tot zover het vijfde deel van het levensverhaal van Adrian Lemmens, dat   hij voor deze NICC Nieuwsbrief schreef

 

Lees verder…
  · 
In 1974 ondernamen mijn vrouw Maja (Tanah-Merah, 1940) en ik (Magelang, 1939) met onze zoontjes Marco (3 jaar) en Eric (1 jaar) een tocht van 3 maanden door Java. Ik schreef er het reisverslag 'Vanonder de Koperen Ploert' over (Thomas Rap, 1975). Na Bandung, Jogya, Semarang, Surabaya, PasirPutih en Malang en Bali zit de reis er zowat op. Behalve een verslag van onze reis schreef ik ook notities over onder andere:
 
Het kopen van souvenirs
Wie Indonesië van vroeger kent zal bij terugkeer vermoedelijk het gevoel krijgen dat de kwaliteit van de kunstnijverheid sterk achteruitgegaan is.
De laatste krissmeden zijn uitgestorven, het houtsnijwerk is grof, het filigraanwerk duidelijk op massaproduktie gericht.
Maar ondanks de kwaliteitsvermindering biedt Indonesië toch veel meer dan het gemiddelde toeristenland.
Wij kochten bijvoorbeeld: enkele krissen, batiks, jurken en shirts met Indonesische motieven, een woest ogend aapje dat op slimme wijze gesneden was uit een boomstronk, kunstig uit pisangblad gevouwen rammelaars, beeldjes van hertshoorn, een bewerkte koeiehoorn, beeldjes gesneden uit koeiebot (mergpijp), een koperen sirih-stel, een koperen zeemansolielampje, enkele opscheplepels van kokosnoot, een satérooster,
een peper-zout-olie-azijnstel van duidelijk Europese herkomst en vermoedelijk afkomstig van een failliet hotel, enkele biedermeier-achtige potjes die vermoedelijk tientallen jaren geleden geïmporteerd zijn, een tinnen theepot afkomstig uit China, enkele valse rijksdaalders en een vals drie-guldenstuk uit het begin van de vorige eeuw, een armbandje van vooroorlogse zilveren Indische dubbeltjes, een dito ceintuur van halve guldens, echte bikkels met bijbehorend rubberen balletje, kunstig beschilderde potloodslijpers.
 
En dan zijn er nog veel dingen die we niet kochten: batikschilderijen, Chinese vaasjes, houtsnijwerk, ivoorkunst, opgezette beesten, slangeleren of krokodilleleren tassen, wajangpoppen, olieverftaferelen van sawa's of rondborstige meisjes, muziekinstrumenten en noem maar op.
Bij dit alles geldt dat men stevig moet afdingen, vooral in de toeristencentra en dat men nóóit moet geloven dat als antiek aangeprezen dingen ook echt antiek zijn.
 
Omdat ik er speciaal mijn zinnen op gezet had en er speciaal voor gespaard had, kocht ik bij een goed bekend staande vrouwelijke antiquair in Jogja een prachtige kris voor 270 gulden. Gevraagd hoe oud hij zou zijn gaf mevrouw als schatting op dat hij toch allicht wel uit de dertiende of veertiende eeuw zou stammen. Pajajaran-periode mompelde ze.
Nieuwsgierig gingen we naar het Jogjase museum en vroegen daar of ze de kris wilden bekijken. Ze vonden het een erg mooi exemplaar en zo'n 200 jaar oud zou hij zeker wel zijn.
 
Later geraadpleegde deskundigen gaven te kennen dat we beslist een fraaie kris te pakken hadden gekregen, die ongetwijfeld zo'n vijftig jaar oud is.
Ik bedoel maar, het is en blijft een mooi bezit, maar als Europeaan ben je nogal geneigd om belang toe te kennen aan de ouderdom, terwijl men in Indonesië aan dat aspect eigenlijk niet zo hecht en dus betrekkelijk nonchalant is met schattingen.
De valse munten die we in Surabaja kochten liggen natuurlijk op een ander vlak, dat is duidelijk georganiseerd bedrog.
Terwijl we een ijsje aten in het Hoenkwé-huis (Surabaya) werden we benaderd door enkele oudere heren die met een plechtig gebaar enkele munten haalden uit een versleten fluwelen lapje.
 
Ik had geen interesse, maar de aandrang was zo groot en de prijs ging zo omlaag (tot circa een tientje per stuk) dat ik na lang aarzelen de gok maar waagde: voor dit bedrag zou ik best een valse munt willen hebben. Expertise bewees dat ze inderdaad van verzilverd koper waren.
Ik heb er geen spijt van want het is een leuk bezit, maar je krijgt natuurlijk een ander gevoel als je je écht in de boot laat nemen en honderd gulden voor zo'n ding neertelt.
In Indonesië hoeft men in dit opzicht niet te rekenen op eerlijkheid, de toerist is vrij wild, hij bulkt van het geld en alles wat je hem af kunt pakken is meegenomen.
 
Een begrijpelijk standpunt, waartegen men zich alleen kan verweren door voor souvenirs uitsluitend het bedrag te betalen dat men het op puur persoonlijke gronden waard vindt, ervan uitgaande dat alle claims van echtheid en ouderdom niet waar zijn.
Foto: onze kast met souvenirs
Lees verder…

13561093853?profile=RESIZE_710x

13561093692?profile=RESIZE_710x13561094069?profile=RESIZE_710xJoost van der Hel

Topbijdrager  · 
Op zoek naar het authentieke, niet toeristische, Bali?
 
Slaap eens in Banjar, noord Bali!
Banjar ligt vlak bij Lovina en veel mensen maken een dagtocht naar dit plaatsje om de boeddhistische tempel en de hot spring te bekijken. Direct naast de hot spring ligt echter een geweldig guesthouse, midden in de jungle.
Ik heb hier twee nachten geslapen maar had eigenlijk wel langer willen blijven als ik de tijd had.
 
Van alle accomodaties waar ik heb geslapen was dit mijn absolute hoogtepunt! Verwacht geen enorme luxe maar wel hele lieve authentieke mensen die het leuk vinden om uitgebreid met je te kletsen, heerlijk voor je koken en er alles aan doen om je verblijf zo leuk mogelijk te maken.
 
In de nacht hoort de geluiden van de jungle en de rivier. Hier kom je echt helemaal tot rust. Je kan naar de officiële hot spring om de hoek maar ook in het guesthouse komt het water zo je badkamer instromen en ze hebben een eigen bad wat continu wordt gevuld en dat helemaal voor je alleen is (niet super warm, maar wel een leuke belevenis).
 
In Banjar overnachten niet zo vaak toeristen met gevolg dat iedereen op straatje je groet en mensen aan je vragen of ze met je op de foto mogen. het kleine authentieke plaatsje ruikt naar wierook en staat vol met tempels en op straat zie je veel ceremonies.
 
De bekende boeddhistische tempel bezocht ik vroeg in de ochtend toen er verder nog geen toeristen waren, echt een magische ervaring!
De naam van dit guesthouse is Pondok Wisata Grya Sari Hotel. Ze zijn te vinden op de bekende boekingsites en Google maps maar je kan ze ook een WhatsApp sturen (+62 815 5852 0100).
Veel plezier in Banjar!
Lees verder…
Topbijdrager  · 
Op zoek naar het authentieke, niet toeristische, Bali?
 
Slaap eens in Banjar, noord Bali!
Banjar ligt vlak bij Lovina en veel mensen maken een dagtocht naar dit plaatsje om de boeddhistische tempel en de hot spring te bekijken. Direct naast de hot spring ligt echter een geweldig guesthouse, midden in de jungle.
Ik heb hier twee nachten geslapen maar had eigenlijk wel langer willen blijven als ik de tijd had.
 
Van alle accomodaties waar ik heb geslapen was dit mijn absolute hoogtepunt! Verwacht geen enorme luxe maar wel hele lieve authentieke mensen die het leuk vinden om uitgebreid met je te kletsen, heerlijk voor je koken en er alles aan doen om je verblijf zo leuk mogelijk te maken.
 
In de nacht hoort de geluiden van de jungle en de rivier. Hier kom je echt helemaal tot rust. Je kan naar de officiële hot spring om de hoek maar ook in het guesthouse komt het water zo je badkamer instromen en ze hebben een eigen bad wat continu wordt gevuld en dat helemaal voor je alleen is (niet super warm, maar wel een leuke belevenis).
 
In Banjar overnachten niet zo vaak toeristen met gevolg dat iedereen op straatje je groet en mensen aan je vragen of ze met je op de foto mogen. het kleine authentieke plaatsje ruikt naar wierook en staat vol met tempels en op straat zie je veel ceremonies.
 
De bekende boeddhistische tempel bezocht ik vroeg in de ochtend toen er verder nog geen toeristen waren, echt een magische ervaring!
De naam van dit guesthouse is Pondok Wisata Grya Sari Hotel. Ze zijn te vinden op de bekende boekingsites en Google maps maar je kan ze ook een WhatsApp sturen (+62 815 5852 0100).
Veel plezier in Banjar!
 
13561095476?profile=RESIZE_710x13561093692?profile=RESIZE_710x13561094069?profile=RESIZE_710x
Lees verder…

 

13561091674?profile=RESIZE_710x

Verenigde Senioren Partij Dordrecht

 

🇦🇹PASAR MALAM DORDRECHT
Vanavond stelt onze fractie vragen aan het college tijdens het vragen halfuurtje👇🏻
Tot onze spijt heeft de VSP kennisgenomen van het besluit van de organisatie om de Pasar Malam in Dordrecht dit jaar af te gelasten. De redenen die hiervoor worden aangevoerd, zijn een te korte opbouwtijd en aanhoudende financiële tekorten. Dit roept bij de VSP vragen op over de rol van de gemeente en de toekomst van dit cultureel waardevolle evenement.
De Pasar Malam is een populaire en verbindende manifestatie binnen onze stad, die bijdraagt aan de culturele diversiteit, ontmoeting en saamhorigheid in Dordrecht.
Het wegvallen ervan is een groot gemis voor onze stad.
 
De VSP heeft daarom de volgende vragen;
1. Door de te korte opbouwtijd van maar circa 11 uur kan de organisatie de veiligheid van het publiek, medewerkers, vrijwilligers etc niet waarborgen. Is het mogelijk dat zij een langere opbouwtijd krijgen? En hoe kan dit wel gerealiseerd worden?
 
2. Volgens de organisatie is de hoogte van de subsidie
(€ 45.000,-) voldoende om het evenement te organiseren. Echter weten zij in een veel te laat stadium of deze subsidie wordt toegekend en of deze volledig wordt toegekend, hierdoor is de onzekerheid over de financiën te hoog. Kan voor dit grote evenement als de Pasar Malam het proces vervroegd worden, of kan er voor de Pasar Malam net als voor andere grote evenementen een structurele jaarlijks terugkerende subsidie gegeven worden? Veel organisaties zoals de Pasar Malam klagen hierover is het college hiervan op de hoogte? En zo ja wat gaat het college hieraan doen om dit vlot te trekken? Is het college bereidt om een spoedprocedure te starten zodat de Pasar Malam dit jaar nog doorgang kan vinden? Lukt het binnen twee weken dan redt de organisatie dit ook. De VSP heeft inmiddels overleg gehad met de organisatie.
 
Margret Stolk, namens de VSP
Lees verder…

 Bron - ICM Overzicht van 19 mei  2025,

 11140070497?profile=RESIZE_710x

 Bron - ICM Overzicht van 19 mei  2025

Pasar Malam Indonesia 29 mei - 1 juni/  Geplaatst door Jan de Keten op Kunnen 19, 2025 om 3:44am


13557176467?profile=RESIZE_710x

>>>>>> Lees verder…

13555888465?profile=RESIZE_710x

Debat van Casino- pensioen (nieuw pensioenstelsel) in de Tweede Kamer.  
Meerderheid van de pensionades willen niet deelnemen, en zijn niet gehoord.
 
Geacht Tweede Kamer Lid,
met grote belangstelling heb ik het pensioendebat van 14 mei jl. gevolgd.
Om te beginnen lijkt het besef bij het merendeel van de Kamerleden niet te landen. Immers wij ( deelnemers en gepensioneerden) zijn de eigenaren (recht) van het kapitaal die we tijdens onze werkzame jaren hebben opgebouwd, de zeggenschap berust dus bij de gepensioneerden en…

>>>>>>Lees verder…

13543348292?profile=RESIZE_180x180Caroline van der Plas " De weduwe van KNIL / Backpay gaat compenseren",
 
Dit is goed nieuws. Velen weten niet dat ICM het volledig traject / project / campagne samen met NICC de initiatiefnemers van zijn. Dus zie dit als alleen weer als een succes.  Negen jaar geleden zijn wij met Traktaat van Wassenaar campagne begonnen. Sinds 2022 zijn alle rapporten met overige stukken in de Tweede Kamer. De VVD heeft zich opgeworpen om de zaak af te wikkelen.…

>>>>>>>>>Lees verder…

 

 

 

 

 

Pasar Malam Istimewa Dordrecht gaat dit jaar niet door. /  Geplaatst door Jan de Keten op Kunnen 15, 2025 om 10:24am

Pasar Malam Istimewa Dordrecht gaat dit jaar niet door.


Beste trouwe bezoekers en vrienden van de Pasar Malam Istimewa,
Met pijn in ons hart moeten we jullie informeren dat de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht dit jaar niet zal plaatsvinden. Dit besluit is moeilijk en pijnlijk voor ons, want
dit evenement is altijd bedoeld geweest als een cadeau aan de gemeenschap – gratis en voor iedereen toegankelijk. Jullie, onze bezoekers uit met name de Indische
gemeenschap, zijn al jaren de ziel van dit evenement. We begrijpen dat dit nieuws een teleurstelling zal zijn en willen daarom open en eerlijk uitleggen waarom we tot deze
keuze zijn gekomen, met jullie veiligheid en welzijn voorop.
In de komende alinea’s zetten we de belangrijkste factoren op een rij, zodat we hopelijk met deze toelichting ook wat geruststelling kunnen bieden over de toekomst van Pasar
Malam…

>>>>>>Lees verder…

Aanvulling op rapport Traktaat van wassenaar deel I/ Geplaatst door Jan de Keten op Kunnen 15, 2025 om 9:58am


13555675493?profile=RESIZE_710x

 

Inhoud.

Voorwoord

Let op hier de aanvullingen op het hoofdrapport eerste druk 11 april 2017 resulteren dat alle vermelde cijfers zijn achterhaald (geactualiseerd), indien van toepassing.

5.Het Verdrag Traktaat Verdrag Traktaat…

>>>>>>>Lees verder…  

Vanonder de koperen ploert (38) / Geplaatst door Jan de Keten op Kunnen 15, 2025 om 9:40am


13555675060?profile=RESIZE_710x

 

>>>>>>>Lees verder… 

welkom Bij tante Eus in het Werftheater.


13555674491?profile=RESIZE_584x

Yvonne…

>>>>>>>>>Lees verder…

Semarang Kota lama Festival 2025, roept herinnering op 


13544289666?profile=RESIZE_584x

Semarang Kota lama Festival 2025, roept herinnering op 

 Semarang klinkt bij mij als muziek in de oren.  Alles lijkt nu anno 2025 bij elkaar te komen.  Het heden, het nu en de toekomst. 
 
 Om te beginnen mijn r.i.p vrouw Astrid komt uit Semarang.  Regelmatig kwam het woord  Tjandi  uit haar mond waar zij heeft gewoond voorbij.  Vervolgens Toko Oen. Waar zij als oudste altijd maandelijks de rekening betaalde.  Was daar de gewoonte dat je de boodschappen op rekening haalde.   Astrid voelde zich zeer rijk, dat straalde ook haar leven uit. Was in Nederland ook een gewoonte.
 
Nu heeft Semarang al een rijke geschiedenis ofwel een belangrijk handelscentrum op Java te zijn.   Dit wordt weer bevestigd  doordat de vader van r.i.p.  Astrid een handelsonderneming Technico bestierde. Technico…

>>>>>>>>Lees verder…

 

 

13543978090?profile=RESIZE_710x
 …
 

>>>>>>>>Lees verder…

Zorgeloos wonen Indonesie

 

13452659876?profile=RESIZE_710x

Zorgeloos woning Indonesie

Pagina · Onroerend goed     Wouterskampen 68    +31 6 37282433    schwabferry@gmail.com    icmonline.ning.com

 Achtergrond

ICM Bali home Vision werd gedurende haar promotie cam     

>>>>>>>Lees verder…

 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 Vergeet u niet het ICM abonnement  2025 - 2026  te betalen?   Per maand  8 euro.  Per jaar 96 euro.  

Via automatische incasso  8 euro.  Betaalt U in eens, dan betaalt U  76 euro -  betaalt U vandaag dan betaalt U 50 Euro.

KVK - nummer 72173122   -   Bank NL35 RABO0377579491  tnv ICM Project  ovv  abonnement ICM  -  WhatsApp 06 37 28 24 33

       Lees onze ICM algemene voorwaarden   -- >Hier

Lees verder…

13555888465?profile=RESIZE_710x

Debat van Casino- pensioen (nieuw pensioenstelsel) in de Tweede Kamer.  
Meerderheid van de pensionades willen niet deelnemen, en zijn niet gehoord.
 
Geacht Tweede Kamer Lid,
met grote belangstelling heb ik het pensioendebat van 14 mei jl. gevolgd.
Om te beginnen lijkt het besef bij het merendeel van de Kamerleden niet te landen. Immers wij ( deelnemers en gepensioneerden) zijn de eigenaren (recht) van het kapitaal die we tijdens onze werkzame jaren hebben opgebouwd, de zeggenschap berust dus bij de gepensioneerden en deelnemers.
Juist wij (deelnemers en gepensioneerden) zijn geheel buiten alle ontwikkelingen gehouden door alle partijen. Niet vergeten moet worden , dat het pensioen een zaak is van werkgever en werknemers, waar de Overheid (Kamers) geen rol in hebben.
Lang is gedebatteerd tussen sociale partners en pensioenfondsen. De vraag rijst dan wederom waarom de deelnemers en gepensioneerden bij deze besprekingen niet betrokken waren.
 
Uw Kamerlid mw. Agnes Joseph van NSC ,  zet geen bom onder het nieuwe pensioenstelsel. Kennelijk heeft de Tweede Kamer destijds geslapen, vergeten dat wij in democratisch land wonen. Zeker als nu ruim 80 % van de gepensioneerden niet bereid zijn om deel te nemen aan dit casinopensioen, want dat is het toch?
Het huidige pensioenstelsel heeft ruim 60 jaar bewezen robuust, toekomstvast en stabiel te zijn. Notabene de beste in de wereld.
 
Alleen nog met 1 verbetering hierop,
namelijk bij de indexatie dient de EU-richtlijn toegepast te worden ipv. de rekenrente. Nu wordt richting de gepensioneerden de rekenrente toegepast, en ten behoeve van het fonds worden de resultaten van de beleggingen bij het pensioenkapitaal toegeschreven. Ter indicatie: in 2010 was het kapitaal 800 miljard euro nu anno 2025 1.700 miljard. Mij is bekend dat hier een procedure loopt tegen Min. Sociale zaken mbt de EU-richtlijn. Nagenoeg hoor hier niemand over.
 
Gezien de grote verdeeldheid onder gepensioneerden en om geen onderscheid te creëren (polarisatie), lijkt het verstandig om het oude systeem te blijven handhaven ( uiteraard met EU - richtlijn) en het nieuwe casino pensioensysteem te ontwikkelen. Dit doet meer recht aan onze democratie. Bovendien het voordeel dat als schaduwsysteem functioneert (backup) en desgewenst in stappen kan men kiezen voor een nieuw casino pensioensysteem. Deze strategie zorgt ervoor dat men niet al te grote risico's loopt, alsmede een minder grote werkdruk , denk aan de conversie van de vele bestanden (databases).
Voor de hand ligt dat voor het nieuwe pensioenstelsel een nieuwe pensioenovereenkomst dient te worden gesloten met deelnemers en gepensioneerden.
 
Het is mij gegund en heb de eer gehad in de jaren tachtig
o.a. het megaproject Bankkaart met magneetstrip + Pincode met de achterliggende online systemen als eerste Bank in Nederland te mogen implementeren.
Ferry Schwab sr,
Lees verder…

Pasar Malam Istimewa Dordrecht gaat dit jaar niet door.


Beste trouwe bezoekers en vrienden van de Pasar Malam Istimewa,


Met pijn in ons hart moeten we jullie informeren dat de Pasar Malam Istimewa in
Dordrecht dit jaar niet zal plaatsvinden. Dit besluit is moeilijk en pijnlijk voor ons, want
dit evenement is altijd bedoeld geweest als een cadeau aan de gemeenschap – gratis en
voor iedereen toegankelijk. Jullie, onze bezoekers uit met name de Indische
gemeenschap, zijn al jaren de ziel van dit evenement. We begrijpen dat dit nieuws een
teleurstelling zal zijn en willen daarom open en eerlijk uitleggen waarom we tot deze
keuze zijn gekomen, met jullie veiligheid en welzijn voorop.
In de komende alinea’s zetten we de belangrijkste factoren op een rij, zodat we hopelijk
met deze toelichting ook wat geruststelling kunnen bieden over de toekomst van Pasar
Malam Istimewa in Dordrecht.

Waarom gaat de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht dit jaar niet
door?
We willen transparant zijn over de redenen achter deze lastige keuze. Enkele belangrijke
factoren hebben ons ertoe gebracht om de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht dit jaar
geen doorgang te laten vinden:
Veiligheid in het geding:
We hebben slechts 11 uur de tijd voor de opbouw van het volledige evenement. Dat is
een te korte periode waarin veel mensen tegelijk op het terrein zijn: standhouders,
vrijwilligers, bouwvakkers én (winkelend) publiek. Terwijl heftrucks en kranen worden
ingezet om tenten en podia neer te zetten, lopen standhouders en bezoekers door het
gebied. Hoewel het de voorgaande jaren altijd goed is gegaan, maken we ons ieder jaar
opnieuw ernstige zorgen over de veiligheid. Zo’n krappe opbouwtijd, in combinatie met
de omvang en complexiteit van het evenement, is niet langer verantwoord.
We hebben lang de hoop gehouden dat er alsnog ruimte zou ontstaan voor een langere
opbouwtijd, zodat we de veiligheid beter konden waarborgen. Helaas bleek ook dit jaar
dat de opbouwtijd niet verruimd kan worden. Na een zorgvuldig intern overleg zijn we

tot de pijnlijke conclusie gekomen dat het evenement dit jaar niet door kan gaan. We
wachten niet af tot het een keer misgaat – de veiligheid van iedereen staat voorop.
Structureel financieel verlies: Naast de veiligheidskwestie spelen ook de financiën een
belangrijke rol. Omdat er op de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht geen entree wordt
geheven – en we dit ook bewust niet willen – is de voornaamste inkomstenbron de
standhuur die deelnemende standhouders betalen. Daarnaast draagt de Gemeente
Dordrecht bij via een subsidie, waarvoor wij zeer dankbaar zijn.
Toch bleef er, ondanks deze inkomsten, een gat in de begroting. De kosten voor onder
andere tenten, podia, aggregaten, stroom en personeel zijn de afgelopen jaren flink
gestegen. Dat tekort werd telkens aangevuld met eigen middelen van de organisatie.
Hoe groot dat gat precies zou zijn, werd vaak pas laat duidelijk. De toekenning van de
subsidie volgt namelijk pas in een ver gevorderd stadium van de voorbereidingen. In
2024 hoorden wij bijvoorbeeld pas twee weken voor het evenement dat de
aangevraagde subsidie niet volledig werd toegekend.
Voor dit jaar verwachtten we opnieuw stijgende kosten, terwijl de inkomsten vrijwel
gelijk zouden blijven. Dat betekende dat we nóg meer subsidie nodig hadden om het
evenement mogelijk te maken. Als die subsidie niet, of niet volledig, zou worden
toegekend, moest de organisatie het verschil opnieuw zelf opvangen – en dat bedrag
zou te groot zijn. In dat geval zouden we het evenement pas op een veel later moment
moeten annuleren, met alle gevolgen van dien. Daarom kiezen we er nu voor om eerder
duidelijkheid te geven.

Een moeilijk cadeau om even los te laten: Dat het evenement altijd als cadeau aan de
gemeenschap werd gezien, maakt dit besluit extra zwaar. We hebben deze Pasar Malam
Istimewa vanaf dag één met liefde en toewijding voor jullie, de gemeenschap,
georganiseerd. Iedereen was welkom, zonder entree, om samen te genieten van de
Indische cultuur. Het was onze manier om iets terug te geven en de Indische cultuur te
vieren met de hele stad. Dat we dit cadeau dit jaar niet kunnen geven, voelt als falen, en
dat doet pijn. We hopen echter dat jullie begrijpen dat deze beslissing is genomen om in
de toekomst hopelijk weer mooie “cadeaus” te kunnen blijven geven, in welke vorm dan
ook.

Terugblik op de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht
Ondanks het verdrietige nieuws van de annulering willen we ook even stilstaan bij alle
prachtige herinneringen die we samen hebben aan de Pasar Malam Istimewa in
Dordrecht. Vanaf de allereerste editie tot de laatste keer dat we samenkwamen, is de
Dordtse editie een bijzondere belevenis die we met elkaar delen.
De sfeer op de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht is ieder jaar onvergetelijk. Velen van
jullie zullen de geuren van vers bereide saté voor zich kunnen halen, of de zoete geur
van spekkoek die over het plein zweeft. Onze zintuigen worden telkens weer verwend: de
klanken van nostalgische Indische liedjes en moderne Indo-rock vullen de lucht vanuit de
twee podia, terwijl je langs de lange rij kraampjes loopt. Kleurrijke stands vol producten
trekken de aandacht, van prachtige batikstoffen en houtsnijwerk tot kruiden, sambals en
cd’s met krontjongmuziek. Menig standhouder bereid met liefde authentieke gerechten
en deelt proefhapjes uit met een glimlach. Deze mix van geuren, kleuren en geluiden
bepaald de unieke ambiance op het Statenplein en Achterom, midden in het hart van
Dordrecht.
Ook de saamhorigheid maakt iedere editie speciaal. Onze Pasar Malam Istimewa is meer
dan een markt; het voelde als een grote reünie van familie en vrienden. Senioren uit de
gemeenschap nemen hun kleinkinderen mee om hen te laten proeven van de cultuur;
jongeren komen in contact met hun roots door de verhalen van oudere generaties. Er
wordt gelachen, gedanst en gezongen.
Elke Pasar Malam Istimewa brengt generaties samen. Indische tantes en ooms halen
herinneringen op aan “vroeger thuis”, en Dordtenaren zonder Indische achtergrond
genoten net zo goed van de warme welkomcultuur. Ieder jaar zien we dezelfde
vertrouwde gezichten, vaak op dezelfde plek bij het podium of de pisang goreng-kraam,
en ook steeds nieuwe bezoekers die zich meteen thuis voelen. Die gemoedelijkheid –
alsof we even één grote familie zijn – is iets wat we nooit zullen vergeten en waarvoor we
ontzettend dankbaar zijn.
We denken met een glimlach terug aan hoe het allemaal begon: een idee van Vera
Andreas (Toko Y-von) dat uitgroeide tot de grootste gratis Pasar Malam van Nederland.
Wat ooit begon als een kleinschalig evenement met enkele tientallen kramen en een
bescheiden podium, groeide dankzij jullie steun en enthousiasme uit tot een enorm
festijn met meer dan 100 kraampjes en tienduizenden bezoekers uit het hele land. Geen
regenbui of hittegolf kon ons stoppen – we hebben samen onder tentdoeken geschuild
en met z’n allen gezongen, en ook in de brandende zon zaten de terrassen vol met

mensen die genoten van een ijskoude tjendol. Jullie loyaliteit en energie hebben de
Pasar Malam Istimewa in Dordrecht groot gemaakt. Dankzij jullie werd het evenement
een begrip, een jaarlijks hoogtepunt waar iedereen naar uitkijkt.
We hopen dat ook jullie met warmte terugdenken aan eerdere edities – de foto’s, de
video’s, maar vooral de gevoelens die we deelden. Het is die gedeelde geschiedenis die
ons ook nu kracht geeft en ons met elkaar verbindt, zelfs in een jaar zonder de Pasar
Malam Istimewa in Dordrecht.

Hoe nu verder?

Het besluit om de Pasar Malam Istimewa Dordrecht niet door te laten gaan geldt echt
alleen voor dit jaar. Voor 2026 en de jaren erna zijn we al samen met het het
Evenementen Bureau Dordrecht aan het kijken of de Pasar Malam een langere
opbouwtijd kan krijgen zodat de veiligheid gewaarborgd kan worden, de mogelijkheid
hiervoor is. Ook gaan we met de gemeente Dordrecht in gesprek of het subsidietraject
vervroegd kan worden zodat er ver van tevoren financiële zekerheid is.
We begrijpen dat jullie wellicht veel vragen hebben over deze annulering en wat dit
betekent voor de toekomst. Hieronder hebben we een uitgebreide Q&A (veelgestelde
vragen) opgesteld om jullie zo goed mogelijk te informeren. We willen iedereen zo
transparant mogelijk te woord staan en eventuele zorgen of onduidelijkheden
wegnemen. Als jouw prangende vraag er niet tussen staat, schroom niet om contact met
ons op te nemen – we blijven graag met jullie in gesprek.

Veelgestelde vragen (Q&A)

Waarom krijgen jullie niet meer opbouwtijd om de veiligheid te garanderen?
Het Statenplein en de Sarisgang zijn helaas dit jaar (en voorgaande jaren) niet eerder
toegankelijk en schoon vanwege andere activiteiten.
Een dag later beginnen zodat er een volledige dag extra is om op te bouwen is helaas
ook niet mogelijk omdat het evenement dan maar 3 dagen zou kunnen duren ipv 4
dagen. Hetzelfde bezoekersaantal verspreiden over 3 dagen ipv 4 dagen zou te druk
worden.

Zijn er financiële problemen bij Istimewa Events?
Antwoord: Nee, Istimewa Events als organisatie is financieel gezond. We willen
benadrukken dat deze moeilijke keuze juist wordt gemaakt om financiële problemen in
de toekomst te voorkómen. We hebben geen acute geldnood en er is geen sprake van
een dreigend faillissement of iets dergelijks. Vergelijkingen met de Tong Tong Fair (die
vorig jaar in financieel zwaar weer kwam en zelfs failliet ging) zijn gelukkig niet van
toepassing op ons – en dat willen we graag zo houden. Istimewa Events draait meerdere
evenementen per jaar en over het geheel staan we er goed voor. Dat neemt niet weg dat
we het ons niet kunnen veroorloven om jaar na jaar een groot verlieslatend evenement
door te laten gaan; dat zou op termijn wél tot problemen leiden. Door nu in te grijpen en
even pas op de plaats te maken met de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht, zorgen we
ervoor dat Istimewa Events gezond blijft. Zo kunnen we onze missie – het organiseren
van evenementen en het levend houden van de cultuur – in andere vormen blijven
voortzetten. We willen dus iedereen geruststellen: er is geen verborgen financieel drama
gaande. We kiezen juist eieren voor ons geld om toekomstige problemen te vermijden.

Waarom verhogen jullie de standhuur (kraamhuur) niet om meer inkomsten te
krijgen?
Antwoord: We begrijpen deze vraag heel goed. Onze inkomsten komen inderdaad
vooral van de standhouders die een plek huren. In theorie zou een hogere standhuur
meer geld in het laatje kunnen brengen. Echter, we moeten hier een balans vinden. Veel
van onze standhouders zijn zelf kleine ondernemers, familiebedrijfjes of individuen uit de
gemeenschap die met liefde en passie hun eten of waren aanbieden. Als wij de
kraamhuur fors verhogen, brengen we hen in de knel: zij moeten die extra kosten dan óf
uit eigen zak betalen (wat voor velen moeilijk is), óf doorberekenen aan de bezoekers
door hun prijzen te verhogen. Dat laatste willen we niet, omdat het bezoek aan de Pasar
Malam betaalbaar en leuk moet blijven voor iedereen. We hebben de afgelopen jaren de
standhuur al iets verhoogd waar mogelijk, maar dat loste het probleem niet afdoende op
en we merkten dat het voor sommige kraamhouders al een uitdaging werd. Als we de
tarieven té veel verhogen, riskeren we dat minder standhouders willen of kunnen komen,
en dat zou ten koste gaan van de diversiteit en kwaliteit van de Pasar Malam.
Samengevat: we hebben beperkte verhogingen doorgevoerd, maar er zit een limiet aan
voordat het averechts werkt. Bovendien zou een significante verhoging nog steeds niet
genoeg zijn om alle extra kosten te dekken, tenzij we onrealistisch hoge bedragen
vragen – en dat past niet bij de laagdrempelige opzet van ons evenement.

Zijn sponsors een optie om het evenement toch door te laten gaan?
Antwoord: We hebben zeker gekeken naar sponsoring en staan daar ook voor open. In
het verleden hebben we incidenteel sponsors gehad (bijvoorbeeld een lokale
onderneming die een onderdeel sponsorde of een mediapartner). Echter, grotere
structurele sponsoring voor een cultureel evenement als dit blijkt lastig te verkrijgen.

Veel commerciële sponsors investeren liever in evenementen waarvan ze veel media-
exposure of directe verkoopkansen verwachten. Onze Pasar Malam richt zich vooral op

cultuur en gemeenschap; hoewel we jaarlijks 80.000+ bezoekers trekken, is het voor
nationale bedrijven wellicht minder bekend of interessant dan pakweg een popfestival.
Dat maakt het binnenhalen van grote sponsordeals moeilijk. We hebben gesprekken
gevoerd met potentiële sponsors, maar de bijdragen die daaruit voortkwamen, waren
helaas onvoldoende om het financiële gat te dichten. Kleine sponsoren helpen wel (en
daar zijn we enorm dankbaar voor), maar uiteindelijk bleef er een flink tekort. We blijven
uiteraard openstaan voor sponsordeals en zullen hier in de toekomst mogelijk nóg
actiever op inzetten. Mocht je als lezer tips of connecties hebben met mogelijke
sponsoren, dan horen we dat graag. Maar voor dit jaar is het ondanks onze
inspanningen niet gelukt om via sponsoring genoeg extra middelen te vinden om het
evenement te redden.

Gaan de andere evenementen van Istimewa Events wel door?
Antwoord: Ja. Istimewa Events organiseert meerdere Pasar Malam Istimewa’s en
soortgelijke evenementen in andere steden, en die gaan vooralsnog gewoon door zoals
gepland. Ons besluit heeft specifiek betrekking op de editie in Dordrecht, omdat juist
deze qua schaal en kostenstructuur nu niet haalbaar bleek. Andere edities, zoals de Pasar
Malam Istimewa in Steenwijk (een jaarlijkse outdoor editie) en eventuele indoor Pasar
Malam-evenementen elders in het land, hebben andere omstandigheden en kunnen wel
doorgaan. Die evenementen zijn vaak kleinschaliger óf hebben andere verhoudingen
tussen kosten en inkomsten. We willen benadrukken dat we met net zoveel liefde en
energie blijven werken aan die evenementen. Dus als je de sfeer van de Pasar Malam
Istimewa wilt blijven proeven, ben je natuurlijk van harte welkom bij onze andere
evenementen. We zullen via onze website en social media de data en locaties
communiceren (voor zover ze niet al bekend zijn) zodat niemand iets hoeft te missen.
Kortom, Istimewa Events blijft actief – alleen Dordrecht slaan we dit jaar helaas over.

Waarom kan Istimewa Events de extra kosten niet zelf dragen?
Antwoord: Een groot deel van wat we verdienen met events vloeit meestal terug naar de
evenementen zelf of naar het behoud van de organisatie. In financieel goede jaren
(bijvoorbeeld als een indoor Pasar Malam elders winst maakt) gebruiken we dat om
tegenvallers op te vangen bij andere events. Zo hebben we in het verleden de tekorten
van Dordrecht een paar keer kunnen opvangen met overschotten uit andere projecten.
Maar ook dat kent grenzen, de verliezen in Dordrecht zijn structureel en groot van
omvang. Als we zouden proberen alle extra kosten zelf te dragen, zouden we onze
reserves uitputten en het voortbestaan van al onze evenementen in gevaar brengen –
dat wilden we niet laten gebeuren.
We hebben geen aandeelhouders of rijke geldschieters achter ons – we draaien op
passie, hard werken en een krappe begroting. Eigenlijk hebben we het al die jaren zelf
gedragen, maar nu werd het gat te groot. Het schrappen van dit ene evenement is een
moeilijke maatregel om te zorgen dat we als organisatie niet overbelast raken en om te
voorkomen dat we straks helemaal zouden moeten stoppen. Zo houden we de
mogelijkheid open om in de toekomst (als de situatie beter is) weer iets op te bouwen.

Moet Istimewa Events nu terugbetalingen doen aan mensen of partijen?
Antwoord: Voor bezoekers hoeven we gelukkig niets terug te betalen, aangezien de
toegang tot de Pasar Malam altijd gratis was en er dus geen tickets zijn verkocht. We
hebben geen stand huur ontvangen, dus ook aan de standhouders hoeven we niets
terug te betalen. Mocht er onverhoopt toch een betaling zijn ontvangen, dan wordt dit
teruggeboekt of verrekend.

Waarom vragen jullie geen entree voor bezoekers? Zou een toegangsprijs het
probleem niet oplossen?
Antwoord: Het klinkt als een logische oplossing – als iedereen bijvoorbeeld een paar
euro entree betaalt, heb je ineens inkomsten. Echter, we hebben er bewust voor gekozen
om de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht al die jaren gratis te houden. Het hele
concept van de Pasar Malam Istimewa in Dordrecht was juist om een cadeau aan de
gemeenschap te zijn. We wilden drempels wegnemen, zodat ook oudere generaties,
families met kinderen en mensen met een kleinere portemonnee onbeperkt konden
komen genieten, desnoods elke dag even langs. Juist dat vrije in- en uitlopen, dat
laagdrempelige karakter, maakte de sfeer zo open en ontspannen. Als we nu entree
zouden heffen, verandert het karakter van het evenement: Onvermijdelijk blijven dan
misschien sommige vaste bezoekers weg omdat ze het niet kunnen of willen betalen.

Bovendien is het organisatorisch ook niet eenvoudig om ineens een gratis evenement
om te vormen tot een betaald event – denk aan afzettingen, hekken en ticketcontroles.
Dat brengt weer extra kosten en een heel andere vibe met zich mee. We hebben daarom
altijd gezegd: liever niet. In plaats daarvan hebben we geprobeerd via vrijwillige
bijdragen (zoals de €5-polsbandjes-actie) extra geld op te halen, zodat het toch
vrijblijvend blijft voor het publiek. Die actie had enig succes, maar niet voldoende om alle
kosten te dekken.

Wat kunnen bezoekers doen om het evenement in de toekomst te steunen?
Antwoord: Veel van jullie hebben al gevraagd: “Hoe kunnen we helpen?” – die
betrokkenheid waarderen we enorm. Er zijn een paar manieren waarop jullie de Pasar
Malam (of de organisatie erachter) kunnen steunen, zelfs nu er dit jaar geen editie is:
• Laat van je horen: Toon vooral jullie liefde voor de Pasar Malam Istimewa.
Bijvoorbeeld door op sociale media herinneringen of foto’s te delen van eerdere
edities en te vertellen wat het evenement voor je betekent. Als de stem van de
community luid klinkt, laat dat zowel ons als mogelijke steunverleners (zoals de
gemeente of sponsoren) zien hoe belangrijk het evenement is.

• Blijf ons volgen en betrekken: Schrijf je in op onze nieuwsbrief (als je deze via e-
mail ontvangt, sta je waarschijnlijk al ingeschreven) en blijf ons volgen op

Facebook/Instagram. Zo ben je als eerste op de hoogte als er nieuws is over een
doorstart of nieuwe initiatieven. Ook kunnen we via die weg oproepen doen als
we hulp nodig hebben.
• Vrijwilligers en expertise: Mocht je denken “Ik wil best helpen organiseren in de
toekomst” – laat het ons weten! Extra helpende handen of mensen met expertise
(bijvoorbeeld op het gebied van fondsenwerving, sponsoring, noem maar op) zijn
altijd welkom. Samen staan we sterk.
• Donaties/sponsoring: Hoewel we op dit moment geen actief donatieprogramma
hebben, staan we open voor ideeën. Als we hier iets voor opzetten, laten we het
jullie weten. Maar ook kleinschalig: ken je een bedrijf of organisatie die wellicht
als sponsor zou willen optreden in de toekomst, breng ons gerust in contact.
Kortom, blijf betrokken. Jullie morele steun is al heel waardevol. En wanneer de tijd rijp is
om plannen te maken voor een terugkeer, zullen we zeker een beroep doen op onze
achterban – samen kunnen we wellicht creatieve oplossingen vinden.

Is er een petitie of mailinglijst waarop mensen zich kunnen inschrijven om hun
steun te betuigen?

Antwoord: Op dit moment is er nog geen officiële petitie gestart, maar we sluiten niet uit
dat die er komt als daar veel behoefte aan is, bijvoorbeeld om de gemeente te vragen
om extra steun of om te laten zien hoeveel mensen de Pasar Malam Istimewa een warm
hart toedragen. Dat initiatief juichen we toe – de kracht van de community is groot. Als
er zo’n petitie komt (of als wij er zelf een opzetten), zullen we dat zeker via onze kanalen
bekendmaken, zodat iedereen kan tekenen. Wat betreft een mailinglijst: iedereen die
zich ooit via onze website heeft aangemeld of bij evenementen zijn e-mail heeft
achtergelaten, staat al op onze verzendlijst voor nieuwsupdates. We zullen die blijven
gebruiken om jullie op de hoogte te houden. Mocht je twijfelen of je daarop staat, dan
kun je je via onze website nogmaals inschrijven voor de nieuwsbrief. In het kort: nu geen
petitie, mogelijk later wel. Schrijf je vooral in voor de nieuwsbrief als je dat nog niet hebt
gedaan, zo mis je geen enkel belangrijk nieuws over de toekomst van Pasar Malam
Istimewa.

(Heb je een andere vraag die hier niet beantwoord is? Neem gerust contact op
via info@istimewa-events.nl of via onze social mediakanalen. We proberen iedereen
persoonlijk te woord te staan.)

Tot slot
Tot besluit willen we iedereen danken – van bezoekers tot vrijwilligers, van standhouders
tot artiesten, Gemeente Dordrecht en Subsidie Bureau Dordrecht – voor jullie begrip,
loyaliteit en liefde. Deze gemeenschap betekent de wereld voor ons. We voelen jullie
frustratie en verdriet, en geloof ons: ons organisatorische hart huilt ook bij het moeten
nemen van dit besluit. Maar we kijken ook vooruit met hoop.

Dit is geen afscheid voor altijd, maar een tot ziens. Blijf alsjeblieft deel uitmaken van onze
reis. We houden jullie op de hoogte van ontwikkelingen, en we hopen in de toekomst
weer een Pasar Malam Istimewa in Dordrecht te mogen aankondigen. Samen staan we
sterk, en de familie die we met elkaar gevormd hebben, blijft bestaan – met of zonder
evenement in Dordrecht.

Terima kasih banyak (hartelijk dank) voor jullie begrip en steun. Hopelijk zien we elkaar
bij een andere gelegenheid gauw weer in Indische sferen terug.

Met warme en oprechte groeten,
Team Istimewa Events

Lees verder…

Aanvulling op rapport Traktaat van wassenaar deel I

13555675493?profile=RESIZE_710x

 

Inhoud.


Voorwoord

Let op hier de aanvullingen op het hoofdrapport eerste druk 11 april 2017 resulteren dat alle vermelde cijfers zijn achterhaald (geactualiseerd), indien van toepassing.

5.Het Verdrag Traktaat Verdrag Traktaat Wassenaar 1966

5.1 Rapport van Gaalen beveelt aan onderzoek Nederlandse Indische Burgers.

5.2. Traktaat schijnconstructie, opent de deur naar de ware feiten

5.3 Wat heeft het Traktaat opgeleverd voor Nederland?

5.4 Traktaat breekijzer?

5.5 Het ministerie rond Indisch Goud voorraad

Huidige ontwikkeling

Ondernomen stappen

17. WOB verzoek Min. Financiën

17.1 WOB verzoek Min. BuZa

17. 2 Onderzoek naar de goudvoorraden

17. 3 ACTW-66 deels operationeel, 531 aanvragen in behandeling

17. 4 Opdracht verstrekt aan de Stichting Nines – Zuid

17.5 Verhalen / verklaring uit eerste hand.

 

Voorstellen tot regelingen

20.A waarde bepaling 689 miljoen naar 40 miljard

22.   Verdeling

23    Reikwijdte

 

13443118455?profile=RESIZE_710x

Voorwoord.

Het hoofdrapport Eerste druk van 11 april 2017 geeft weer alle feiten en ontwikkelingen over de periode eind 2014 tot april 2017. Hier zijn de bronnen van Nederlandse Overheid leiden in geweest (lees brochure van Min. BuZa.

In de periode vanaf mei 2017 tot het heden zijn door tussenkomst (breekijzer) van het Verdrag Traktaat van Wassenaar, zijn vele nieuwe feiten en ontwikkelingen aan het licht gekomen. Mede omdat WOB verzoeken zijn gedaan aan de verschillende Ministeries, en onderzoek bewijs is gestart, naast dat claimanten zijn benaderd om hun verhalen + bewijsstukken aan te leveren. Geheime missies die onder de radar zijn gebleven. Om het beeld compleet te maken is hard nodig om correcties, en aanvullingen op het hoofd rapport te doen. Uiteraard hebben die aanvulling weer zijn weerslag op wijzigingen of correcties op het te volgen beleid.

Essentieel is dat op dit moment 15.000 personen hebben moeten concluderen dat nimmer hun schade door de Nederlandse Overheid is vergoed voor het verlies van al hun bezittingen. Naast dat ze alle kosten voor de overtocht, pension en herinnering zelf hebben moeten dragen. Ook de resterende 40.000 uit deze groep zullen naar verwachting oom met dergelijke verklaring komen. Is aan de Nederlandse Overheid maar aantonen of bewijzen dat via bankafschriften of accountantsverklaringen dat de Nederlandse Overheid de opgelopen schade heeft vergoed aan deze 60.000 – 70.000 gezinnen. Deze harde constatering!


===========================================================================================================================================

Aanvullend rapport is digitaal te bestellen via Uw email. 

Door overmaken van  25 euro  op rekening NL35 RABO0377 57 9491 tnv ICM Project, ovv van Uw email.

 

 

Lees verder…