Alle berichten (24)

Sorteer op

Nabestaanden treinkapers slepen Staat voor de rechter

10897313693?profile=original

 

Nabestaanden treinkapers slepen Staat voor de rechter

De nabestaanden van twee in 1977 bij De Punt doodgeschoten Molukse treinkapers hebben de Nederlandse Staat aansprakelijk gesteld voor hun dood. Volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld    is er voldoende bewijs dat Max Papilaja en Hansina Uktolseja bij de beëindiging van de kaping door mariniers van dichtbij zijn geëxecuteerd. De staat wordt gedagvaard voor een zitting op 23 december bij de rechtbank in Den Haag. De nabestaanden willen dat de rechtbank een oordeel velt over de aansprakelijkheid van de staat. Dat is nodig om vervolgens een schadevergoeding te kunnen vaststellen, al is dat volgens Zegveld niet het hoofddoel. "Het is niet aan de uitvoerende macht, die beschikt over het gewelds-monopolie, om een oordeel te vellen over schuld, laat staan over leven en dood. In een rechtsstaat is dat oordeel aan de rechter. Door het recht in eigen hand te nemen  door Max Papilaja en Hansina Uktolseja te executeren, heeft de staat de meest elementaire beginselen van de rechtsstaat geschonden", zo meent Zegveld.

Onafhankelijke   Molukse republiek

Eerder al concludeerde de mensenrechtenadvocate op basis van autopsierapporten en een rapport van het Gerechtelijk Laboratorium van Justitie dat enkele Molukse kapers bij de bestorming van de gekaapte trein van dichtbij door mariniers werden doodgeschoten terwijl ze al waren uitgeschakeld en geen verzet boden. De trein bij De Punt was op 23 mei 1977 gekaapt door negen Molukse jongeren: acht mannen en een vrouw. Ze wilden met hun actie aandacht voor de strijd voor een onafhankelijke Molukse republiek, de RMS. Na twintig dagen maakten speciale eenheden van het korps mariniers met geweld een einde aan de treinkaping. Zes treinkapers en twee gijzelaars kwamen bij de bestorming om het leven. Uit de rapporten die pas de afgelopen jaren zijn vrijgekomen blijkt dat

Soldaten maakten in 1977 met geweld een eind aan de trein-kaping bij De Punt

 

bij de zes omgekomen kapers destijds samen 144 verwondingen zijn geconstateerd. En volgens Zegveld blijkt er ook uit dat twee kapers van dichtbij, door mariniers in de trein, zijn doodgeschoten. Dat blijkt volgens haar onder meer uit een verwonding die bij één van hen is geconstateerd. Die duidt erop dat een vuurwapen in direct contact met het slachtoffer is geweest. Ook zouden de kapers met revolvers door het hoofd zijn geschoten. Daarbij is volgens Zegveld ook gebruikgemaakt van verboden munitie. 

Niet onrechtmatig

Zegveld benadrukt dat de nabestaanden van Max Papilaja en Hansina Uktolseja met de procedure niet willen ontkennen of bagatelliseren dat de twee deelnamen aan een ernstig misdrijf. "Maar ook voor hen die betrokken zijn bij de meest ernstige misdrijven geldt het recht. Op geen enkele wijze kwam de staat het recht toe om Max en Hansina van het leven te beroven. Ze waren reeds zodanig getroffen door vuurgeweld dat zij toen aangehouden hadden kunnen, en dus moeten, worden", zegt de advocate.  Eerder dit jaar liet toenmalig minister van Justitie Opstelten weten dat hij vindt dat de staat niet aansprakelijk is voor schade van nabestaanden van de kapers. Volgens hem bleek uit uitgebreid onderzoek van de overheid niet dat de bevrijdingsactie onrechtmatig en buitenproportioneel is geweest. De rechter zal nu moeten oordelen wie gelijk heeft: de staat of de nabestaanden van de omgekomen kapers.

Lees verder…

10897309290?profile=originalDe Indische Kwestie....      Waar hebben we het eigenlijk over?         Door:  Jan de Jong

Voormalig Nederlands-Indië was tot de Tweede Wereldoorlog     een welvarend en vredig land.   De maatschappelijke verschillen waren toen niet anders dan die op de dag van vandaag. Natuurlijk waren er verschillen in sociale standen, maar die waren toen voornamelijk gebaseerd op het opleidingsniveau. En dat is nu nog altijd zo. Het koloniale beleid had gezorgd voor een prachtige infrastructuur en een land- en tuinbouw, onderwijs, mijnbouw, gezondheidszorg en rechtspraak van hoog niveau. En als er geen oorlog was gekomen, zou de honorering van de drang naar meer vrijheid en onafhankelijkheid zeker kansrijk zijn geweest.

Het bestuur

Dit prachtige eilandenrijk zo groot als van Schotland tot Turkije, werd bestuurd door zo’n 250.000 ambtenaren, die nauw samen-werkten met lokale gezagsdragers Zij zorgden voor rust en welvaart en optimale kansen voor sociale en economische ontwikkelingen. Uiteraard hebben zich hierbij enkele nare excessen voorgedaan, maar die waren niet frequent en niet structureel. De Republiek Indonesia heeft met diezelfde problemen te kampen. Maar helaas worden die excessen ten onrechte geplakt op Nederlanders die indertijd het land bestuurden. Als je zegt in Indië te hebben gewoond, hoor je al snel: “O, Eduard Douwes Dekker, Atjeh-oorlog, uitbuiting, enz.” Zelfs de politionele acties worden genoemd en daar droegen wij notabene helemaal niet de verantwoordelijk-heid voor. Want die lag in het verre Nederland. Met mijn hand op mijn hart durf ik te verklaren: “Het ambtenaren korps bestond vooral uit ijverige, zeer toegewijde en trouwe burgers.

De regeringsverantwoordelijkheid was af en toe best wel gecompli-ceerd. Meestal lag het zwaarte-punt bij de Gouverneur-generaal van Indië, maar soms had de regering in Nederland het laatste woord. Meestal werd gekozen  voor een oplossing die voor        de Nederlandse schatkist het voordeligst was.

Tweede Wereldoorlog

Toen brak de Tweede Wereld-oorlog ook in Azië uit. Pearl Harbour werd door de Japanners gebombardeerd. Na Amerika en Engeland wist ook Nederland niet hoe snel zij aan Japan de oorlog moest verklaren. En wij moesten op onze post blijven en zeker niet het land uitvluchten zoals de regering in Den Haag wel had gedaan.

Alle Nederlandse staatsburgers werden door de Japanners in kampen opgesloten en soms getransporteerd naar andere landen in Azië om daar als dwangarbeider bijvoorbeeld spoor-wegen aan te leggen, dwars door de jungle. Het leven in de kampen was verschrikkelijk slecht. Veel te weinig en te slechte voeding, erbarmelijke hygiënische omstandigheden, tropische ziektes en meestal zeer zware arbeid. Bij het minste of geringste werd je door de Jappen geslagen of zelfs gemarteld. Het leven voor de Indo-Europese staatsburgers die niet de kampen in hoefden (de Buitenkampers) was navenant.

Van een echte bevrijding was nauwelijks sprake

10897310267?profile=original

De Japanners hadden tijdens      de bezetting de Indonesische bevolking wijsgemaakt dat zij hen kwamen verlossen van het koloniale juk. Indonesië moest onafhankelijk worden, zeiden ze, en de Nederlanders moesten het veld ruimen, goedschiks of kwaadschiks. De (vooral jonge) bevolking was zo opgejut, dat ze niet konden wachten om die “vuile kolonialen” zo snel mogelijk een kopje kleiner te maken. In opdracht van de geallieerden moesten de Japanners na de capitulatie de Nederlanders en Indische Nederlanders binnen     de kampen houden en hen beschermen tegen de moordende bendes, die buiten de poorten de kolonialen stonden op te wachten. Door – zoals zo vaak – een mengelmoes van echte vrijheids-strijders en pure criminelen, vaak moeilijk van elkaar te onder-scheiden.

De jaren na de oorlog waren    zeer chaotisch, bedreigend en dramatisch. Jaren van onderhan-delingen tussen Nederland en Indonesië volgden. Uiteindelijk werden alle Nederlandse staats-burgers gedwongen om naar Nederland te vertrekken. Wij werden eruit geknikkerd. En wij moesten alles wat er nog van ons bezit over was achterlaten. Na aankomst in Nederland bleek ook nog eens dat wij alle kosten van de overtocht, kleding en opvang zelf moesten betalen.


10897311052?profile=originalBersiap: Fanatieke Permuda’s

Backpay en compensatie oorlogsschade

Het is gebruikelijk dat een land na de oorlog alsnog haar ambtenaren en militairen hun salarissen en pensioenen uitbetaalt. Maar er was weinig in de kas van Nederlands-Indië en de kosten waren hoog. Kortom, op dat moment was het niet de tijd om die betaling even te regelen. Alle andere geallieerde landen hebben na de oorlog hun ambtenaren en militairen WEL betaald, ondanks ook hun penibele financiële situatie. Zij beschouwden dit als een vanzelfsprekende ereschuld. Voor de Nederlandse regering sleept deze betalingszaak NA 70 JAREN NOG STEEDS VOORT. Het schandaal van de zogenaamde BACKPAY.

Daarnaast hadden de Nederlandse staatsburgers zo goed als al hun bezittingen en banktegoeden

verloren. Deze compensatie van oorlogsschade werd in Nederland geregeld met de Wet Materiële Oorlogsschade (WMO). Hier in Nederland werd deze schade van de eigen burgers (en met name die van de Joodse bevolking) zeer ruimhartig verghoed. Op een vraag van een toenmalig Kamerlid of deze WMO ook van toepassing kon worden verklaard op de Nederlandse staatsburgers en militairen in Nederlands-Indië, werd keihard geantwoord: “Daar hebben wij geen geld voor en dat valt bovendien buiten onze competentie”. Ook deze strijd om een rechtvaardige vergoeding van oorlogsschade loopt nog steeds door, na 70 jaren.

Het  akkoord  van  San Francisco

Inmiddels hadden er zich twee kansen voorgedaan, waarbij Nederland zich BEWUST onttrok aan haar morele verantwoorde-lijkheid tot een fatsoenlijke behandeling van haar ambtenaren en soldaten.

Ten eerste: Toen Nederlands-Indië aan de Republiek Indonesia werd overgedragen, bij de onder-tekening van het soevereiniteits alkkoord, waren daar ook de verplichtingen in opgenomen om de ambtenaren te betalen. De Nederlandse delegatie was ervan op de hoogte dat Soekarno niet bereid en in staat was om aan die verplichting te kunnen voldoen. Na drie maanden had Soekarno dat verdrag al verscheurd. Nederland – en dat is schandalig – heeft nimmer de moeite gedaan om Indonesië te wijzen op de door haar aangegane verplichtingen. Zij heeft daarmee haar zorgplicht schromelijk verwaarloosd. .

Ten Tweede: Bij het Vredes-akkoord van San Francisco in1951 werd – onder zware druk van de verenigde Staten – toen bedongen dat Japan moest worden gespaard. Het land moest snel weer sterk gemaakt worden om te worden omgebouwd  tot een rots in de branding tegen het opkomend Communisme onder leiding van Rusland. (hetzelfde gebeurde hier in Europa met Duitsland en om dezelfde reden) Dat betekende dat geallieerde landen, noch hun staatsburgers, claims konden indienen bij Japan. De landen besloten toen om zelf hun burgers te betalen. Nederland als enige besloot om dat NIET te doen. Als enig land heeft Nederland haar burgers na de oorlog NIET uitbetaald. Een unieke  SCHAAMTELOZE UITZONDERING. En dit van een land dat prat gaat op haar hoofdzetel van vele Internationale Rechtsinstituten.

10897253880?profile=originalHet  Gebaar,  géén  finale kwijting

Wat is er in de afgelopen 70 jaren eigenlijk bereikt? Er was een behoorlijk individuele zorg bij medische en psychische issues. Er is een compensatie gegeven voor de kille en koele ontvangst na terugkeer voor alle oorlogs-slachtoffers uit Europa en Indië, het zogenaamde Gebaar. Deze compensatie is door gemene (ambtelijke) manipulaties ver-draaid tot een zogenaamde FINALE OPLOSSING. Bovendien zijn wellicht vier opeenvolgende staatssecretarissen verkeerd voorgelicht door hun ambtenaren en dus hebben die vervolgens de Tweede Kamer verkeerd voor-gelicht. Dit is een politieke dood-zonde en daar brand je je vingers niet aan. Er zijn drie gedegen wetenschappelijke studies verricht door het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (NIOD). Na het lezen van die rapporten kan men slechts tot één conclusie komen: WAAR GEEN WIL IS, IS GEEN WEG.

De belangen van de Indische gemeenschap worden behartigd door Het Indisch Platform (IP). Een delegatie van het IP heeft al 10 jaren regelmatig overleg met de Staatssecretaris van VWS en de leden van de Tweede Kamer. Pogingen van andere organisaties liepen in het verleden op dit punt allemaal op de klippen.

Nu de  Indische  Kwestie goed  oplossen

De kernvraag is: Hoe komt het toch dat deze Indische Kwestie na al die jaren nog steeds niet is opgelost. Men hoeft de NIOD rapporten maar te lezen om tot de conclusie te komen dat dit gewoon niet mag bestaan. En een verant-woordelijke regering die haar zorgplicht serieus neemt, lost deze zaak snel op.

Het is een groot raadsel, waar toch die tegenstand vandaan komt Van welke Minister, partijleider, Kamerlid, (top)ambtenaar of adviseur....? Zo vaak is gebleken, dat wanneer er een wil is, er uiteindelijk ook een weg wordt gevonden, inclusief de benodigde fondsen. En wij spreken bij het IP over slechts enkele procenten van het totale bedrag dat de Nederlandse regering eigenlijk had moeten uitbetalen. Eén ding is in ieder geval duidelijk: Als deze zaak NU niet fatsoenlijk en definitief wordt opgelost, zal de schande zich voortplanten, nog vele decennia hierna en wel onder miljoenen betrokkenen en sym-pathisanten. Waarom, waarom...?

Onlangs is er na 70 jaar eindelijk een kleine doorbraak gekomen. Aan direct betrokkenen, de nog levende ambtenaren en KNIL-militairen wordt een eenmalige uitkering verstrekt ter grootte van € 25.000. Voor deze zeer kleine nog levende groep mensen een zeer welkome compensatie. Maar als de goedwillende en kundige secretaris Martin van Rijn bij het Kabinet niet meer kan lospeuteren dan dit schamele, dan moeten de weerstanden en/of taboes binnen regeringskringen, Kamerleden en ambtenaren toch wel heel erg groot zijn. WAAROM ?  WAAROM ?

Jan de Jong

Voorzitter Stichting Vervolgings-slachtoffers Jappenkampen (SVJ). Lid onderhandelingsdelegatie IP

10897249072?profile=original

Lees verder…
10897307700?profile=original10897276895?profile=original
Het betoog van de heer G. Spong over de vermeende Nederlandse oorlogsmisdaden gepleegd in het Voormalig Nederlands Indië is eenzijdig en derhalve onvolledig.
Geachte redactie,
Ik beveel de heer Spong aan kennis te nemen van de inhoud van bijgevoegde bijlagen en de film te bekijken waarin graven worden getoond van bijvoorbeeld de familie Engelenburg.  Uit de op de kruizen aangegeven geboortedata blijken hier volwassen vrouwen begraven te liggen en kinderen van enkele jaren oud.  In de Bersiap periode 1945-1947 en ook later tot 1949 zijn met name “Indische Buitenkampers” door Indonesische “vrijheidsstrijders” op gruwelijke wijze vermoord.
ik vind het ongepast om deze moordpartijen op Nederlandse en  Nederlands Indische vrouwen en kinderen buiten beschouwing te laten bij een  betoog over vermeende Nederlandse oorlogsmisdaden gepleegd in Voormalig Nederlands Indië.
 
Gaarne zou ik bijlagen en opmerking in ICM geplaatst zien.
Alvast dank en groet van
10897313868?profile=original
Nico Wijnveldt.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++BIJLAGE ++++++++++++++++++++++++++++

Aan Hare Excellentie mevrouw Retno L.P. Marsudi,Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur  van de Republiek Indonesië, thans Minister van Buitenlandse Zaken (Red. ICM) 

 

Excellentie,

 

De Nederlandse ambassadeur in Indonesië heeft 12  september 2013 in Jakarta namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor de standrechtelijke executies door Nederlandse militairen tijdens het militair optreden in de periode    1945 - 1949. Familieleden en weduwen van in  Zuid-Sulawesi  geëxecuteerden woonden de bijeenkomst  bij waarin de Nederlandse ambassadeur excuses   aanbood.  De ambassadeur onderhield zich met enige nabestaanden van geëxecuteerden.

De standrechtelijke executies zijn niet in opdracht van de Nederlandse regering uitgevoerd maar zijn wel door militairen die de Nederlandse regering dienden verricht. De Nederlandse regering is dus niet schuldig aan deze executies,  maar is wel verantwoordelijk voor de daden van haar militairen. Het aanbieden van excuses door de Nederlandse regering is een kenmerk dat een beschaafde regering betaamt.

 

 

Het  aanbieden van excuses voor standrechtelijke executies door Nederlandse militairen in de periode 1945-1949 moet echter niet verhullen  dat in 1945-1946  Indonesische republikeinen zich in meest afschuwelijke excessen uitleefden jegens Nederlandse staatsburgers die net uit Japanse gevangenschap kwamen en Nederlandse staatsburgers van Nederlands-Indische afkomst, zogenoemde  “Buitenkampers”, die deels buiten de Japanse kampen waren gebleven.                                                                                                                                17 augustus 1945,  2 dagen na de Japanse capitulatie, is de Republiek Indonesia uitgeroepen. Vrijwel onmiddellijk begon de hetze gepropageerd door diverse Indonesische leiders.  Bekend opschrift  in die tijd op borden, gevels en treinstellen  was  “Sateh Belanda”.   

 “Pemuda’s”, Indonesische strijdgroepen van jongeren, gewapend met vuurwapens, zwaarden, bambu spiesen en andere moordwapens overvielen Nederlandse en Nederlands-Indische gezinnen. Deze gezinnen bestonden kort na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 veelal  uit vrouwen en kinderen omdat de weerbare mannen nog in Japanse krijgsgevangenschap verbleven.                                                                                                                      Vrouwen werden verkracht, de borsten afgesneden en huilende kinderen en baby’s  ten overstaan van hun doodbloedende moeders de hals doorgesneden en het lichaam  in stukken gesneden.                                              

De moordpartijen in 1945-1946 door Indonesische strijdgroepen met name op diverse plaatsen op Java en Zuid Sulawesi waren geen antwoord op Nederlandse militaire acties omdat van operationele Nederlandse militaire aanwezigheid in die periode daar, geen sprake was.

Indonesische strijdgroepen hebben in de periode 1945-1949 naar schatting 20.000 weerloze Nederlandse staatsburgers vermoord. Het aantal vermisten als gevolg van gepleegde misdaden tegen Nederlandse staatsburgers is naar inschatting 15.000. 

                                                                                                                                            -2-

                                                                                                                                            -2-

Het past de Indonesische regering beschaving te tonen door voor de  gepleegde misdaden van haar onderdanen jegens weerloze Nederlandse burgers in de periode 1945-1949  de Nederlandse regering haar excuses aan te bieden.

Hoogachtend,

w.g.

N.A. Wijnveldt                                                                                             7 oktober 2013

Mozartlaan 4A

9603 AR Hoogezand

 

Op internet zijn de video’s  te zien:

Deel 1: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1279594
>>
>> Deel 2: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1282420

++++++++++++++++++++++++++++++++Bahasa Indonesia ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Kepada Yang Mulia Ibu Retno L.P. Marsudi, Duta Besar Luar Biasa dan Berkuasa Penuh dari Republik Indonesia sekarang 

 

Paduka Yang Mulia,

 

Pada tanggal 12 September 2013 atas nama pemerintah Belanda duta besar Belanda untuk Indonesia di Jakarta telah menyampaikan permohonan maaf untuk eksekusi-eksekusi tanpa diadili terlebih dahulu yang dilakukan oleh militer-militer Belanda selama tindakan militer dalam periode 1945-1949. Anggota keluarga dan para janda dari mereka yang telah dieksekusi di Sulawesi Selatan menghadiri pertemuan di mana duta besar Belanda menyampaikan permohonan maaf. Duta besar mengadakan pembicaraan dengan beberapa anggota keluarga yang masih hidup dari mereka yang telah dieksekusi.

Eksekusi-eksekusi tanpa diadili terlebih dahulu tersebut tidak dilakukan atas perintah pemerintah Belanda tetapi memang dilaksanakan oleh anggota-anggota militer yang melayani pemerintah Belanda. Dengan demikian pemerintah Belanda tidak bersalah dalam eksekusi-eksekusi ini, tetapi memang bertanggung jawab atas tindakan para anggota militernya. Penyampaian permohonan maaf oleh pemerintah Belanda merupakan suatu ciri khas yang selayaknya dilakukan oleh sebuah pemerintah yang beradab.

 

 

Namun penyampaian permohonan maaf untuk eksekusi-eksekusi tanpa diadili terlebih dahulu yang dilakukan oleh militer-militer Belanda dalam periode 1945-1949 jangan sampai menyembunyikan kenyataan bahwa dalam periode 1945-1946 republiken-republiken Indonesia sepuas-puasnya melakukan ekses-ekses yang paling mengerikan terhadap warga-warga Belanda yang baru saja dibebaskan dari penahanan Jepang dan warga-warga Belanda yang berdarah Hindia-Belanda, yang disebut “Buitenkampers”, yang sebagian berada di luar kamp-kamp Jepang.                                                                                                                                17 Agustus 1945,  2 hari setelah kapitulasi Jepang, Republik Indonesia diproklamasikan. Hampir segera setelah itu mulailah propaganda kampanye negatif oleh berbagai pemimpin Indonesia. Teks terkenal di papan-papan, dinding-dinding dan gerbong kereta api pada waktu itu adalah “Sateh Belanda”.

Para “Pemuda”, kelompok-kelompok pertempuran kaum muda Indonesia, dipersenjatai dengan senjata api, pedang, bambu runcing dan senjata-senjata pembunuhan lainnya menyerang keluarga-keluarga Belanda dan Hindia-Belanda. Tidak lama setelah kapitulasi Jepang pada tanggal 15 Agustus 1945 keluarga-keluarga ini kebanyakan terdiri dari perempuan dan anak-anak karena para lelaki yang mampu mempertahankan diri masih berada di tahanan militer Jepang.                                                                                                                      Perempuan-perempuan diperkosa, susunya dipotong dan anak-anak dan bayi-bayi yang menangis disembelih dan tubuhnya dipotong-potong di depan ibu-ibunya yang sudah setengah mati karena pendarahan.                                              

Pembantaian-pembantaian dalam periode 1945-1946 oleh kelompok-kelompok pertempuran Indonesia terutama di berbagai tempat di Jawa dan Sulawesi Selatan bukanlah reaksi terhadap aksi-aksi militer Belanda, karena dalam periode tersebut tidak ada kehadiran militer Belanda yang operasional di sana.

                                                                                                                                            -2-

                                                                                                                                            -2-

Kelompok-kelompok pertempuran Indonesia dalam periode 1945-1949 diperkirakan telah membantai 20.000 warga Belanda yang tak berdaya. Jumlah orang yang hilang sebagai akibat dari tindakan-tindakan kejahatan yang dilakukan terhadap warga Belanda diperkirakan sebesar 15.000. 

Selayaknya pemerintah Indonesia menunjukkan keberadabannya dengan menyampaikan permohonan maafnya kepada pemerintah Belanda atas tindakan-tindakan kejahatan yang telah dilakukan oleh warga-warganya terhadap warga-warga Belanda yang tak berdaya dalam periode 1945-1949.

Hormat kami,

w.g.

N.A. Wijnveldt                                                                                             7 oktober 2013

Mozartlaan 4A

9603 AR Hoogezand

 

Di internet bisa dilihat video-video:

Bagian 1: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1279594
>>
>> Bagian 2: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1282420

 

Lees verder…

 

Oproep aan alle leden van de Tweede Kamercommissie VWS voor het debat Indische Kwestie! 

10897309286?profile=original10897311480?profile=original10897312268?profile=original

10897309685?profile=original10897312680?profile=original10897312857?profile=original10897313080?profile=original10897313091?profile=original 

10897313460?profile=original

m

Voor het voeren van Debat met de staatssecretaris Martin van Rijn, in zake de Indische Kwestie met betrekking tot de gestelde vragen.  Het debat van 10 december 2015 jl. waar deze “opluchting, emotie en tranen vloeiden” is aanleiding bij ICM krant OM namens haar lezers, team en achterban om zo spoedig mogelijk een debat aan te vragen aan alle leden van de Tweede Kamercommissie.

Dit naar aanleiding de meerderheid van deze commissie verre van tevreden waren over de gekozen oplossing en dat vroeg om meer genoegdoening naar de resterende groep; oorlogsslachtoffers ten tijde van de Japanse bezetting en de bersiap. Tevens hoe denkt de staatsecretaris het Indisch cultureel erfgoed meer bekendheid te geven onder de bevolking. Een verder uitstel kan niet worden geduld!

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives