Alle berichten (26)

Sorteer op

Foto zoekt familie

10897256692?profile=originalFoto zoekt familie

Het Tropenmuseum in Amsterdam is bezig om de eigenaren van 335 fotoalbums op te sporen. Door middel van de speciale website worden ca. 80.000 foto’s onder de aandacht gebracht. Vooruitlopend hierop hebben we enkele editie geleden reeds een album getoond. Hier weer een, waarvan men hoopt dat familieleden hun opa, oma, tante of oom, vader of moeder herkennen om het album zo terug te geven aan de nabestaanden. Dit album heeft geen onderschriften of enig andere tekst aan de hand waarvan identiteit van personen of omstandigheden te herleiden zijn. Binnen niet al te lange tijd zullen alle albums online staan en kan de bezoeker van de website gaan speuren naar herkenbare personen of zaken, die licht laten schijnen op wie en wat.

Het betreft hier album nummer 824, waarin foto’s te zien zijn van dansavonden en de bezoeken aan de scholen Perak en Tretes. Hieruit vermoedt men dat de eigenaar van het album docent was op een van deze scholen of op een andere manier bij deze scholen betrokken was. Op de foto’s komt vaak dezelfde man voor van rond de 40 of 50 jaar.

 

10897257085?profile=originalWe zien hem ook op enkele familiefoto’s, waarop een man en vrouw te zien zijn met drie kinderen. Op één van de foto’s is een groep Australische jongeren te zien van       de Young Australian League, vermoedelijk naar aanleiding van een soort uitwisselingsproject tussen een Australische en een Indonesische school,   wat   toen   vrij   regelmatig plaatsvond. Weer andere foto’s in het album hebben met het voorgaande vrijwel niets te maken (zo lijkt het).

 

 

 

 

 

10897257482?profile=originalVraag blijft: Wie herkent deze man, of weet iets naders te vertellen over de andere getoonde foto’s?

Go-Tan zoekt mee

Op alle zakken Kroepoek en Emping van Go-Tan staan afbeeldingen uit de fotoalbums in de vorm van stickers. Zo helpt ook dit vertrouwde familiebedrijf mee met de zoektocht. Leuk initiatief.

 

Lees verder…

10897258653?profile=originalPrins Willem Alexander krijgt 9-delige atlas VOC en WIC

 

Dinsdag 12 maart heeft Prins Willem Alexander uit handen van Henk Ottens, voorzitter van het KNAG (Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap) de 9-delige historische

Atlas van de VOC en de WIC ontvangen. Deze zogenaamde Grote Atlas der Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie bevat de complete nalatenschap aan handgetekende land- en zeekaarten, plattegronden en topografische afbeeldingen van de VOC (1602-1799) en van de WIC (1621-1799). Aan deze atlas is in totaal zeven jaar gewerkt. De afgelopen jaren verschenen er steeds één of meer delen. Met het laatste en negende deel is het reusachtige standaardwerk nu compleet en is tot stand gekomen door samenwerking tussen het KNAG, Nationaal Archief, onderzoeksprogramma URU Explokart van de Universiteit van Utrecht en uitgeverij Asia Maior/Atlas Maior.

Lees verder…

Indië in Den Haag – een eeuwenoude band

10897255901?profile=originalIndië in Den Haag – een eeuwenoude band

 

Het Haags Historisch Museum besteedt dit jaar aandacht aan de herinneringen aan Indië en de cultuur die Nederlands-Indië naar de Hofstad bracht. Onder de titel “Indië in Den Haag – een eeuwenoude band” is vanaf 20 april een speciale tentoonstelling te zien over de binzondere band die Den Haag had met Nederlands-Indië. De Indische Archipel was sinds de zeventiende eeuw onder Nederlands Bestuur, totdat daar in 1949 een einde aan kwam. Tussen 1945 en 1966 verhuisden naar schatting 350.000 mensen uit de voormalige kolonie naar Nederland. Een aanzienlijk deel daarvan vestigde zich in Den Haag.

Volgens het Haags Historisch Museum was dat niet zo verwonderlijk. Hier bevond zich immers het Ministerie van Koloniën ewn hier waren van oudsher instellimngen en ondernemingen gevestigd, die zaken deden met de Oost. In Den Haag vond je vrijwel alles wat verband hield met de kolonie: van winkels voor tropenuitrusting tot toko’s met ingrediënten voor de rijsttafel.

In de tentoonstelling wordt allereerst stilgestaan bij de oprichting van de VOC, de totstandkoming van de plantages en de overzeese handel. De band met de Oost was in de loop der eeuwen zo sterk geworden, dat Indische kunst en gebruiksvoorwerpen werden verzameld en meegenomen naar Den Haag. De tentoonstelling laat een groot aantal van deze meegenomen voorwerpen zien, die aantonen hoever de liefde voor de kolonie ging. Een liefde, die niet altijd wederzijds was.

Louis Couperus en zijn vrouw Elisabeth Couperus-Boud aan de reling van het schip “De Prins der Nederlanden”op weg naar Indië in 1921 (foto: Letterkundig Museum).   

Ook kunstenaars namen de Oost graag als onderwerp voor hun werk. De schrijver Louis Couperus (1863-1923), zelf kind uit een welvarende koloniale familie, is onder meer beroemd om zijn omschrijvingen van de Haags-Indische wereld van rond de eeuwwisseling.

De gehele zolderetage van het museum staat straks in het teken van de ontmoeting tussen Oost en West. Hier kunnen bezoekers hun hart ophalen aan de geuren en kleuren van de Indische keuken, die ook na de onafhankelijkheid van Indonesië de harten van onder andere de Hagenaars wist te veroveren. Een groot deel van de Indische cultuur in Den Haag werd gevormd door de Indo-Rockers, die de muziekscene voor altijd wisten te beïnvloeden. Bands als de Tielman Brothers, The Blue Diamonds, Hot Jumpers en vele anderen nemen de bezoeker mee geruig naar de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. De tentoonstelling is te zien van 20 april tot en met 15 augustus 2013.

Lees verder…

10897261896?profile=originalNaar het “Land van Verlangen”  door:  Carolien Brugsma

In 1958 komen vanuit Indonesië vele tientallen verstekelingen op het passagiersschip de “Johan van Oldenbarnevelt” naar Nederland. Ze hebben Nederlandse voorouders en willen weg uit het land van Soekarno. Maar hier zijn ze niet welkom. Na aankomst in Amsterdam worden alle verstekelingen gedetineerd. Ze zijn woedend, want ze zijn en voelen zich Nederlanders. Uiteindelijk worden 37 jongens teruggestuurd, maar dan barst in Nederland een ongekend protest los.

De Johan van Oldenbarnevelt  

Na de Indonesische onafhankelijkheid in 1949 begint een massale uittocht van Nederlanders. Meer dan 300.000 Nederlandse staatsburgers zullen uiteindelijk de reis naar Nederland aanvangen en vormen daarmee de grootste volksverhuizing sinds de4e eeuw. Zeker als in 1957 de  anti-Nederlandse stemming een hoogtepunt bereikt door Indonesische uitspraken, gedaan op Nieuw Guinea, toen nog in Nederlandse handen. Nederlandse bedrijven worden genationaliseerd en Nederlanders tot ongewenste vreemdelingen verklaard.

De Nederlandse regering besluit tot een grote evacuatie en tienduizenden worden naar Nederland gehaald.    Vele duizenden echter, Indische Nederlanders en pro-Nederlandse Molukkers, die geen Nederlands paspoort (meer) hebben of niet kunnen aantonen dat ze Nederlands staatsburger zijn, willen ook weg. Ze zijn naar Nederlandse scholen geweest, hun ouders werkten voor het Nederlands bestuur, bedrijfsleven of  het KNIL. Ook zij voelen zich bedreigd en zien geen toekomst meer in Indonesië.

10897262670?profile=originalNederland zit echter niet te wachten op nog eens grote aantallen Indische Nederlanders en verstrekt slechts mondjesmaat een visum. Historicus Tonny van der Mee: “Nederland zat nog met de wederopbouw; de woningnood was groot en men vreesde voor al het geld en alle tijd die gestoken moest worden in de opvang”. Sommigen vetrekken dan illegaal, als verstekeling, op één van de migrantenschepen. “Op weg naar het land van Verlangen”, schrijft Thijs Warella, destijds in zijn dagboek. In eerste instantie ging het om een handjevol verstekelingen, die in Nederland een vrij soepele behandeling kregen.

Enkele verstekelingen na aankomst in de haven van Amsterdam

In mei 1958 bereikte Den Haag het bericht, dat de “Johan van Oldenbarnevelt” op weg naar Amsterdam maar liefst 69 verstekelingen aan boord had, waaronder Warella. Toen zat het Kabinet met die verstekelingen in zijn maag en verklaarde dat Nederland VOL was en dat het niet rechtvaardig zou zijn om deze mensen toe te laten tegenover hen die in Indonesië wel via legale visumaanvraag naar Nederland pogen te komen.

De regering kiest voor een hardere aanpak. Als blijkt dat men de hele groep niet meteen naar Indonesië kan

10897262690?profile=originalterugsturen, worden ze bij aankomst op 11 juni bij aankomst in de haven van Amsterdam, door de politie gearresteerd en afgevoerd naar Kruisberg, een voormalig Rijks-opvoedingsgesticht in Doetinchem. Hier worden ze gevangengezet en aan een streng individueel onderzoek onderworpen om avonturiers en delinquenten te ontmaskeren, zoals het Ministerie van Justitie het noemde. Onderzocht wordt onder andere reden van vertrek, opleiding, familiebanden in Nederland, en algemene instelling.

De 37, gefotografeerd aan boord van de Johan van Oldenbarnevelt

Het onderzoek wijst uit dat van de groet verstekelingen er 37 (waaronder 30 Molukkers) terug moeten naar Indonesië. Het zou hier gaan om “jeugdige avonturiers” zonder bewijsbare binding met Nederland.

Onduidelijk blijft, waarop die beslissing precies gebaseerd is, want een aantal heeft wel degelijk familie in Nederland. In de nacht van 29 september worden de 37 jonge mannen onder politiebegeleiding afgevoerd naar Amsterdam, waar de Johan van Oldenbarnevelt klaar ligt voor vertrek. Ze zullen de reis doorbrengen in een tot detentiegebied omgebouwd deel van het achterdek, bewaakt door politie. “Een aantal jongens huilde, uit angst voor wat hen te wachten zou staan in Indonesië. Daar immers zouden ze worden behandeld als landverraders, gevlucht en naar de vijand overgelopen en dan in detentie teruggestuurd”, vertelde Warella.

Storm van protest 

Een dag later krijgt de pers er lucht van en er barst een storm van protest los, zowel in de Molukse als in de Nederlandse gemeenschap. Overal in Nederland worden felle acties gevoerd voor de 37 jongens. In de Tweede Kamer ligt Samkalden, minister van Justitie onder zwaar vuur van de oppositie, die van menig is dat de 37 ernstig gevaar lopen bij terugkomst in Indonesië. Opvallend pleitbezorger is VVD Kamerlid Mej. Ten Broecke-Hoekstra, die de terugzending keihard onmenselijk, onverantwoord en onaanvaardbaar noemt. De tijd begint te dringen en uiteindelijk nadert he4t schip met de 37 zijn eindbestemming. De kwestie is voorpaginanieuws en haalt zelfs de internationale media. Zweden biedt zelfs aan om de 37 op te nemen. Dit is uiterst pijnlijk voor Nederland, te meer omdat Indonesië aankondigt, de 37 niet te willen terugnemen. Ir. Manusama spant namens de Molukse gemeenschap in Nederland begin november een kort geding aan tegen de Staat.

10897256479?profile=originalDe 37 bij aankomst in Nieuw Guinea.

Hij eist dat de 37 naar Nederland worden teruggehaald, maar Nederland blijft halsstarrig weigeren. De rechter doorbreekt de impasse en gelast de verstekelingen door te sturen naar 

Nieuw Guinea. Dit goede nieuws bereikt de 37 bijna onmiddellijk via de scheepstelex. Het was direct een groot feest aan boord. In Nieuw Guinea was het leven goed voor de 37. Omdat ze een goede opleiding hebben en Nederlands spreken, vinden ze al gauw werk bij het Nederlands Bestuur of het bedrijfsleven. Maar in 1962 komt ook daar een eind aan als Nederland Nieuw Guinea overdraagt aan de Verenigde Naties en alle Indische Nederlanders geëvacueerd moeten worden in verband met de daarop volgende overdracht aan Indonesië. Dan komen de 37 alsnog naar Nederland. Dit keer legaal.

Een item hierover werd op Televisie uitgezonden in het programma “Andere Tijden” op 8 en 9 oktober 2011.

 

 

Lees verder…

Renovatie koloniaal Jakarta

10897257286?profile=originalRenovatie koloniaal Jakarta

In nog geen 75 jaar is de oude stad Jakarta, beter bekend als Kota Tua, veranderd van een bruisend koloniaal centrum in een spookstad vol ruïnes en verlaten en vervallen gebouwen. Sommige gebouwen zijn aan de buitenkant wel gerenoveerd, maar van binnen nog steeds vol schimmelige muren, weggerotte vloeren en ingestorte plafonds. Andere zijn niet meer dan ruïnes, overspoeld door daklozen en prostituees.

Het stadsbestuur van Jakarta is van plan om dit gebied grondig aan te pakken en om te vormen tot  een cultureel toeristisch centrum. Het gebied beslaat 1,3 vierkante kilometer en vormt de grens tussen noord en west Jakarta. De nieuwe gouverneur van Jakarta, Joko Widodo, vertelde dat de eerste stap is om alle eigenaren te identificeren. “Sommige gebouwen zijn in handen van particulieren, andere zijn weer het eigendom van staatsbedrijven en sommige zijn van de stad Jakarta. De eigenaren dienen de renovatie wel deels zelf te betalen. De wet bepaalt namelijk dat eigenaren van historisch erfgoed dat beschadigd of verwaarloosd is, een gevangenis-straf tot 15 jaar of een boete tussen Rp 500 miljoen en Rp 5 miljard (40.000 tot 450.000 euro) kunnen krijgen. Het gehele project wordt begroot op Rp 150 miljard, war neerkomt op een slordige 12 miljard euro.   

 


Red. ICM;
Actueel bronnen melden , dat de Nederlandse Groep Investeeders met Ingenieursbureau op 3 april het Jakarta Masterplan gaan onderteken die door president SBY en Ahok Jokowi akkoord is bevonden in Berlijn met de oveige parlementariërs . Dit behelst ontwikkelingen op infra, gebouwen, etc.... Project start 2013 tot 2017 waarmee ruim 320 miljard dollar mee gemoeid is. De Nederlanse investeerders hebben mogelijk gemaakt om de zaken te financieren voor de kosten in het initiele voortraject waarbij het masterplan Jakarta o.a. werd ontwikkeld door Ingenieursburea vanaf 2010, en tegelijk de grote investeerders bijeen wist te brengen (investeerders Fonds VS en Arabische landen) om dit masterplan te realiseren

Lees verder…

10897261461?profile=originalThe Act of Killing  - Openingsfilm op het “Movies that Matter Festival”

Van 21 tot en met 27 maart wordt in Den Haag het filmfestival “Movies that Matter” gehouden in het Filmhuis  Den Haag en Theater aan het Spui.    Dit filmfestival wordt op 21 maart geopend met de film “The Act ofKilling” van de regisseur Joshua Oppenheimer. In deze “documentaire van de verbeelding”, zoals Joshua Oppenheimer zijn film zelf noemt, vraagt hij Indonesische paramilitairen de moorden uit 1965-1966 na te spelen, die tijdens het begin van het anti-communistische bewind van Generaal Soeharto werden gepleegd. Verbazingwekkend doen zij dit aanvankelijk met trots, in Hollywood-achtige decors, totdat de fictie en de

werkelijkheid door elkaar heen beginnen te lopen en er een sterk gevoel van onbehagen toeslaat.

Het verhaal

In de jaren zestig van de vorige eeuw verkocht de Indonesische Anwar Congo bioscoopkaartjes op de zwarte markt. Hij spiegelde zichzelf aan de Hollywood-sterren van het witte doek en zijn vrienden en hijzelf waanden zich gangsters in de film. Toen de regering van Soekarno in 1965 tijdens een coup omver werd geworpen door het leger, namen Anwar en zijn kornuiten deel aan de massamoorden op meer dan een miljoen vermeende communisten, etnische Chinezen en intellectuelen. Nu zijn Anwar en zijn vrienden nog steeds niet berecht voor hun aandeel in dit bloedbad. Ze zijn zelfs trots op hun daden en staan bijna te popelen om hun daden na te spelen in filmscènes met uitgebreide decors, kostuums, vuurwerk en vrijwilligers  als slachtoffer-figuranten. Wanneer Anwar de rol van beul  voor die van slachtoffer verruilt, maakt zijn trots geleidelijk aan plaats voor onbehagen en spijt.  

Oppenheimer heeft zich meer dan tien jaar verdiept in de Indonesische doodseskaders en hun slachtoffers. Dat maakt dat hij het onderwerp als geen ander kan doorgronden. Zijn co-producent Werner Herzog vertelt: “Niet eerder ben ik zo’n krachtige, surrealistische en beangstigende documentaire tegengekomen”. The Act of Killing is gecoproduceerd door Herzog en Errol Morris.  En geselecteerd door het Toronto

International Film Festival (TIFF). Der film won de Best Documentary Award in 2012. Het Nederlandse filmbedrijf Cinema Delicatessen brengt de film op 2 mei uit in de Nederlandse bioscopen, met in 15 steden speciale Movies that Matter Ron Tour vertoningen met debat.

Mede dankzij Movies that Matter International is de documentaire The Act of Killing ook min Indonesië te zien. In tegenstelling tot andere landen waar de daders van genocide werden berecht, bleven in Indonesië de moordenaars aan de macht. Sterker nog: ze werden rolmodellen voor miljoenen jonge paramilitairen. De regisseur wil met The Act of Killing    de Indonesiërs confronteren met    hun verleden en hun cultuur van straffeloosheid. Vanwege de risico’s op het gebied van veiligheid van zowel de organisatoren en de gasten, kan de film niet via de reguliere kanalen worden gedistribueerd. Daarom zal Movies that Matter International de financiële support verlenen om de film via DVD’s en downloadmogelijkheden in Indonesië te verspreiden.

10897261687?profile=original10897261867?profile=originalWat er gebeurde

Soeharto speelde in 1965 een nog niet opgehelderde rol. De spanningen in de Republiek Indonesia namen destijds hand over hand toe. Door de

hysterische politiek door Soekarno tegen Maleisië, de snel instortende economie en de groeiende invloed van de communisten, gonsde het in augustus/september van de geruchten van een coup van links of van rechts. Het vermoeden bestaat, dat Soeharto, hoofd van de militaire inlichtingen-dienst, bij een groep linkse officieren het gerucht heeft verspreid dat er een staatsgreep van rechts  op handen was, waarop die officieren besloten dat voor te zijn. Op 1 oktober 1965 werd bijna de gehele legertop door Kolonel Oentoeng (hoofd van de presidentiële garde) en zijn mannen uitgemoord. Generaal Nasution ontsnapte aan de dood en Soeharto bleef buiten schot. Deze laatste rekende de hele groep legerofficieren in en begon de weken daarop met een enorme moordpartij onder verdachte communisten. Achteraf bezien is het nog steeds de vraag hoe Soeharto als enige hoge generaal zo snel met zijn eenheid KOSTRAD (de Mobiele Strategische Commando Eenheid) op de hoogte had kunnen zijn en de andere generaals niet.

Soeharto nam de plaats in van de vermoorde stafchef Yani en nam daarmee feitelijk alle macht in handen. Eind februari  1966 probeerde Soekarno zich nog te doen gelden door de minister van Oorlog, generaal

Abdul Harris Nasution te ontslaan. Maar Soeharto maakte hem gauw duidelijk wie voortaan de baas was in Indonesië. In maart 1966 benoemde de president hem tot Premier, met grote volmachten.

In de periode 1965-1966 vonden op grote schaal gewelddadige moorden en afrekeningen plaats op met name Midden-Java en Bali. Deze genocide eiste tussen de 500.000 en 1 miljoen slachtoffers, misschien zelfs meer. Het was een afrekening met de vijanden van Soeharto en het leger, terwijl op Bali tevens de gelegenheid te baat werd genomen door groepen uit de bevolking om op uitgebreide schaal oude vetes op gruwelijke wijze te beslechten. Hoofdzakelijk de arme bevolking werd hiervan het slachtoffer. Deze massaslachting geldt in Zuid-oost Azië als een van de bloedigste periodes uit de naoorlogse geschiedenis, vergelijkbaar met de door Pol Pot geregisseerde slachting enkele jaren later in Cambodja.

10897261877?profile=originalEen grote rol werd op de achtergrond gespeeld door de pater-Jezuïet Joop Beek, die een van Soeharto’s naaste adviseurs werd. Pater Joop Beek vertegenwoordigde in Indonesië de belangrijke katholieke minderheid, die een relatief grote machtspositie had opgebouwd.

Net als Soeharto was hij uitdrukkelijk tegen de dreigende opkomst en de machtsovername van Indonesië door de communisten. Beek was al in 1938 in Indonesië en was vanaf 1960

werkzaam in het onderwijs. Hij had ook invloed op Soekarno, maar door diens neiging naar het communisme ontstond een verwijdering met de katholieke gemeenschap. Later is door het openstellen van archieven in de Verenigde Staten meer bekend geworden over de rol van de CIA en de Amerikaanse ambassadeur Marschall Green bij de staatsgreep van Soeharto in 1965 *).

Generaal Soeharto werd op 12 maart 1967 per decreet door Soekarno tot interim-president benoemd en op 21 maart 1968 officieel gekozen als president van de MPRS (Majelis Permusyawaratan Rakyat Sementara, de Interim-beraadslagende Volksraad). Keer op keer werd hij herkozen en tijdens zijn laatste termijn op 21 mei 1998 trok hij zich terug uit de politiek. Hij werd opgevolgd door zijn vice-president Bacharuddin Yusef Habibie. Tijdens Soeharto’s regime wist Indonesië een economische bloei te bereiken, waardoor een voordien vrijwel afwezige middenklasse was ontstaan, die Soeharto’s machtsbasis vormde. Aan deze economische groei kwam een einde door de Aziatische crisis in 1997. Een jaar later kwam er een einde aan het presidentschap van Soeharto. Hij overleed op 27 januari 2008 op 86 jarige leeftijd na sinds mei 2006 steeds terugkerende ernstige gezondheidsproblemen.

Het Movies that Matter Festival is een jaarlijks terugkerend internationaal film en debat festival over mensen-rechten en menselijke waardigheid, dat ieder voorjaar in Den Haag gehouden wordt. In deze stad van vrede en recht is ieder voorjaar een keur van documentaires en films te zien van bevlogen cineasten. Het zijn recente producties, die opvallen vanwege hun filmische kwaliteiten en dringende inhoud; films die het debat over een rechtvaardige wereld

confronterend aanwakkeren. De hoofdpartners van dit festival zijn: Amnestie International en het vfonds (Nationaal fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg).  Meer informatie over het Movies that Matter Festival: www.moviesthatmatter.nl   

*) John Roosa, University of British Columbia, Canada: Pretext for massmurder, the 30 september movement and Suharto’s Coup d’Etat.

Literatuur: (onder andere)  

George & Audrey Kahin, “Subversion as Foreign Policy: The Secret Eisenhower and Dulles Debacle in Indonesia”, New York Press, 1995.

Geoffrey Robinson, “The Dark side of Paradise, Political Violence in Bali”, Cornell University Press, 1995.

VPRO-Geschiedenis, “Pater Joop Beek: de Man achter Soeharto” (http://geschiedenis.vpro.nl/artikelen/41290181/)

Sjors Bos, “De beerput gaat langzaam open”, Moesson, maart 2013.          

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives