Indonesische vechtjas

10897294686?profile=originalIndonesische vechtjas

Jeffry Pondaag heeft zich vastgebeten in de rechten van slachtoffers van oorlogsgeweld in voormalig Nederlands-Indië. Excuses of betalen: „Van mij hoeft het niet hoor, al die rechtszaken.”

Door Niek Opten


Jeffry Pondaag

Stel je de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs voor. Dat de kinderen van de slachtoffers daar ook waren en dus met eigen ogen hebben gezien hoe hun vaders zijn vermoord, vertelt Jeffry Pondaag. Dat is wat vijf Indonesische jongens volgens hem hebben meegemaakt in 1947. Zij hebben gezien hoe Nederlandse militairen onder commando van kapitein Raymond Westerling hun vaders executeerden op Zuid-Sulawesi. De ’zuiveringsacties’ moesten het verzet breken tegen de kolonisator. Naar schatting duizenden mannen werden gedood. Gewone burgers, zonder proces.

Pondaag staat deze vijf, nu bejaarde mannen, bij, die excuses eisen van de Nederlandse Staat. Een unieke rechtszaak. Eén dezer dagen volgt de uitspraak. Ze gaan winnen, net zoals echtgenotes van andere doodgeschoten mannen eerder excuses en een schadevergoeding van Nederland hebben gekregen, daarvan is Pondaag overtuigd. “Waarom zouden weduwen wel en kinderen geen recht hebben op schadevergoeding en excuses? De weduwen hebben hun man moeten missen, de kinderen hun vader.”

Jeffry Pondaag (62) is geen jurist, hij werkt in een cementfabriek. Hij is een bijter, een vechter. Al 45 jaar woont hij in Heemskerk, is getrouwd met een blonde vrouw uit Ooststellingwerf en rookt shag. Maar hij heeft een Indonesisch paspoort, geen Nederlands. En daar is hij trots op.  

Confrontatie

Pondaag zoekt de confrontatie en dat is opvallend. Hij wil niets weten van soedah, van ’Laat maar zitten’, waarmee de meeste van zijn landgenoten opkomende conflicten in der minne schikken. “Als kind was ik niet zo direct. Jullie hebben mij zo gemaakt”, stelt hij. Met ’jullie’ bedoelt hij Nederland en de Nederlanders.

Praten met Pondaag is niet altijd even makkelijk. Hij springt vaak van de hak op de tak, is soms lang van stof, heeft zijn stokpaardjes. Maar zijn verwondering en woede zijn oprecht. “Hij is er dag en nacht mee bezig. Hij kan niet tegen onrecht”, zegt zijn vrouw Ciska. Pondaag laat op zijn telefoon een foto zien van mevrouw Ramisi, een van de weduwen op Zuid-Sulawesi die 20.000 euro schadevergoeding hebben gekregen, mede dankzij Pondaag.

Pondaag is woedend over de manier waarop Nederland met Indonesië is omgegaan. Over de Nederlandse oorlogsmisdaden tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, een burgeroorlog. Kom bij hem niet aan met eufemismen als ’excessen’ of ’politionele acties’; over het niet erkennen van een onafhankelijk Indonesië in 1945; over de 4,5 miljard gulden aan schadevergoeding die de Indonesiërs aan Nederland moesten betalen bij de soevereiniteitsoverdracht in 1949. Wat is met dat geld gedaan, wil hij weten. “Maar ik kom ook op voor Nederlanders die weigerden als dienstplichtige naar Indonesië te gaan. Ze moesten jaren de gevangenis in. Sommigen hebben lange tijd ondergedoken gezeten. Na 1945.” Hij komt tevens op voor Nederlandse ambtenaren die destijds maandenlang in kampen zaten en hun salaris niet hebben gekregen.

Arrogant

Hij windt zich vooral op over de manier waarop Nederland nu, 70 jaar later, nog steeds met dit verleden omgaat. Door er niet te veel woorden aan vuil te maken, door het zelfs weg te stoppen. “Arrogant”, vindt Pondaag. Verzwijgen, maar soms toch ook verheerlijken. Want waarom is de Amsterdamse Coentunnel nog steeds vernoemd naar de VOC-gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen die in 1621 duizenden inwoners van de Indonesische Banda-eilanden liet vermoorden, omdat ze handel dreven met de Engelsen? En waarom heeft de Gouden Koets nog steeds een paneel met Javanen? Dat is volgens Pondaag verheerlijking van het koloniale verleden. En dat in een land dat anderen graag de les leest over mensenrechten. “Belletje blink, kontje stink”, zei zijn Indonesische tante vaak. Nederland houdt de schone schijn op, bedoelde ze daar mee. Al deze kwesties heeft Pondaag menig maal per brief, mail of in persoonlijke gesprekken aangekaart bij de verantwoordelijke personen en instanties. Tevergeefs. De boosheid ontwikkelt zich vanaf 1969, als hij met zijn moeder en broer verhuist van Jakarta naar Nederland. Moeder wil terug naar haar familie, nadat ze is gescheiden van Pondaags vader. Die is Indonesiër, zijn moeder Nederlandse. De jonge Jeffry, een 16-jarige puber, wil niet mee, maar hij moet. Sneeuw, blanke mensen, stenen huizen in rijtjes; Pondaag voelt zich in Noord-Holland als Alice in Wonderland. “Wat kom jij hier doen? Wanneer ga je weer naar je eigen land?”, vragen ze in Heemskerk. “Als jullie niet daar waren geweest, was ik nu niet hier”, bijt hij van zich af. Hij snapt die Hollanders niet. Waarom zien ze Indonesiërs als terroristen, terwijl ze voor hun vrijheid hebben gevochten tegen kolonisator Nederland. Zoals de Nederlanders eerder tegen de Duitsers hebben gevochten.

Terug

Als hij ouder is, dan zal hij teruggaan, neemt hij zich voor. Maar hij krijgt na een technische opleiding een baan bij Hoogovens, ontmoet zijn Ciska en krijgt twee dochters. Voor hij het door heeft, is hij stevig verankerd in Nederland. Zijn woede blijft, zonder dat hij er iets mee bereikt. De ommekeer komt in 1995, voorafgaand aan het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Indonesië. RTL 4 zendt een documentaire uit over de massamoord in het dorp Rawagede op West-Java. Daar vermoordden Nederlandse militairen in 1947 tussen de 150 en 400 mannen, toen ze een onafhankelijkheidsstrijder niet konden vinden. Langzaam begint het balletje te rollen. Pondaag zoekt tijdens een vakantie in Indonesië de stokoude weduwen van de slachtoffers op en wijst ze op hun recht op schadevergoeding. “Ze reageerden verbaasd. Sommigen werden bang en dachten ‘Wat gebeurt mij nu nog?’ Anderen wilden direct een rechtszaak.” Zij machtigen de ‘Hollander’ namens hen een rechtszaak te voeren.

Mensenrechtenadvocaat

Via via komt hij in contact met mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld. “Ik sprong niet direct bovenop die zaak. Ik wist niets van die geschiedenis en bovendien was de kwestie verjaard”, blikt de advocaat terug. “Maar Pondaag was vasthoudend en aardig.” Zegveld besluit in 2008 het erop te wagen. En met succes. De rechter vindt de verjaring niet terecht, mede omdat Nederland al die tijd achterover had geleund. Negen weduwen krijgen ieder 20.000 euro smartengeld en de overheid maakt haar excuses voor het bloedbad.

Het is een glorieus moment voor Pondaag en een aanmoediging om door te gaan. Hij traceert samen met andere leden van het in 2005 opgerichte Comité Ereschulden Nederland weduwen op Zuid-Sulawesi. Hun mannen waren ook in koelen bloede doodgeschoten door Nederlandse militairen. Zegveld twijfelt, maar Pondaag weet haar over te halen opnieuw een rechtszaak te beginnen. Wederom met succes.

Daarna komt hij met de vijf kinderen aanzetten. “Zij waren ooggetuigen of in de buurt van de moordpartij. Ik twijfelde, maar uiteindelijk zag ik dat we een goede zaak hebben. Waarom zou het voor de weduwen erger zijn dan voor de kinderen? Sommigen weduwen waren destijds 16, een van de kinderen was 13″, vertelt Zegveld. De vrees dat straks hordes kinderen de Nederlandse Staat aanklagen, vindt ze ongegrond. “Het gaat om een beperkte groep van hooguit enkele tientallen.” Vorige maand klaagde ze Nederland ook aan voor marteling en verkrachting van twee Indonesiërs.

Onafhankelijkheidsdag

“Mooi wat één mens kan verrichten”, zegt ze over Pondaag. In augustus vliegt hij naar Indonesië, vanwege de 70ste onafhankelijkheidsdag, een feestje dat Nederland nog steeds niet wil meevieren. Hij zal op Java nabestaanden van Nederlandse oorlogsmisdaden opzoeken, voor nieuwe rechtszaken in Nederland. “Ik kan zo nog driehonderd oorlogsmisdaden uit de Excessennota halen.” Dan fel: “Van mij hoeft het niet, hoor, die rechtszaken. Laat Nederland algemene excuses aanbieden voor al het leed dat het de Indonesiërs heeft aangedaan en erkennen dat Indonesië op 17 augustus 1945 onafhankelijk is geworden.” Maar of dat ooit gaat gebeuren?

x

Eerder verscheen dit artikel in het Haarlems Dagblad, 24 januari 2015

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives