- SVJ, zonder het Indisch Platform verder
- 1. MEDEDELING VAN SVJ, DE STICHTING VERVOLGINGSLACHTOFFERS JAPPENKAMP
Het gaat hier om een moeilijke beslissing, die SVJ met grote tegenzin heeft moeten nemen om de samenwerking met het IP, wat betreft de “Indische kwestie”, te beëindigen om zodoende haar eigen doelstelling, werk en taak ten behoeve van onze achterban van 5000 sympathisanten en hun grote sociale omgeving op een ordentelijke manier te kunnen voortzetten.
- 2. WAT IS SVJ ? EN WAT DOET SVJ?
SVJ is op 26 juli 2001 opgericht met als enig doel “De behartiging van de belangen van uit Indonesië teruggekeerde personen” en in het bijzonder het behartigen van de compensatie van het gemis van salaris en de vergoeding van geleden schade en doorstane ellende.
Aanvankelijk is SVJ zelfstandig begonnen met het overleg met de overheid, maar op een bepaald moment werd ons aangeraden om ons aan te sluiten bij het Indisch Platform {IP}.
SVJ heeft zich vervolgens aangesloten en zeer loyaal al de gemaakte studies ingebracht, waar later door het IP een dankbaar gebruik van kon worden gemaakt.
De gesprekken met politici, zoals Tweede Kamerleden en staatssecretarissen werden steeds voorbereid en gevoerd door een gelijk verdeelde delegatie. Ook de voorbereiding was in goede onderlinge samenwerking.
- 3. WAT IS HET INDISCH PLATFOM EN WAT DOET HET IP?
Het IP werd in 1991 opgericht, na een mondelinge oproep van MP Lubbers, omdat hij behoefte had aan een aanpreekpunt met de Indische gemeenschap. De oprichting werd nooit formeel besloten en geregistreerd. Formeel heeft het IP helaas dus geen mandaat.
Het aantal leden varieert tussen de 20 en 30. Opvallend zijn de grote verschillen in doelstellingen, organisatie en ledenbestand van de leden.
De activiteiten van het IP hebben zich tot nu toe hoofdzakelijk gericht op het bereiken van ERKENNING, EXCUSES EN COMPENSATIE, waarbij de voorzitter, de heer H.Bussemaker, in goede samenwerking met de delegatie een belangrijke rol speelt.
De delegatie bestaat uit enkele vertegenwoordigers van organisaties die “Rechtsherstel” als doelstelling in hun Statuten hebben staan. JES [Stichting Japanse Ereschulden] en SVJ zijn altijd de steunpilaren geweest van de delegaties. Gezien het belang van communicatie en overheidslobby zijn deskundige adviseurs aangetrokken.
- PERIODE MET HERMAN BUSSEMAKER ALS VOORZITTER
In die tijd werd er zeer harmonieus samengewerkt binnen de delegatie. Besprekingen met politici werden vooraf besproken en de rollen werden verdeeld. Men moest er rekening mee houden dat sommige Tweede Kamerleden slecht op de hoogte waren van de zogenaamde Indische Kwestie en grondig moesten worden geïnformeerd. Het doel was: kennis van zaken en de motivatie om zich in te zetten voor onze zaak. Wij hadden al jarenlang vele studies gemaakt en deze samengevat in Power Point presentaties als hulpmiddel bij de informatie bijeenkomsten.
In deze periode is de basis gelegd voor de samenwerking met de politici. Ons denken werd vast gelegd in de nota FAIR DEAL, die later de basis werd voor de zogenaamde ”Impactanalyse”, die Martin van Rijn door SVB liet maken als uitgangspunt voor de onderhandelingen.
Herman moest zich langzamerhand terugtrekken in verband met zijn verslechterende gezondheid.
Hij kon nog net zijn Meesterwerk “Het Indisch Verdriet” afschrijven, een waar monument.
5. DE KOMST VAN DE NIEUWE VOORZITTER, SILFRAIRE DELHAYE
In de loop van 2013 werd hij door het Algemeen Bestuur van het IP benoemd en Herman trok zich geleidelijk terug, en is tot zijn dood adviseur van het IP gebleven. Hij overleed op 12 oktober 2015.
Om het gedrag van de voorzitter te kunnen begrijpen is het essentieel zijn innerlijke drijfveren te kennen. Hij heeft bij herhaling verteld dat hij een zoon is van een Japans militair en dat hij zich heeft voorgenomen als om als een soort “compensatie” een positieve bijdrage te willen leveren aan de Indische gemeenschap. Dat is voor hem de betekenis van zijn voorzitterschap.
Op zich kan men zich deze intentie voorstellen en zelfs waarderen, ware het niet dat deze beslissing voor hem een zeer overheersend karakter heeft gekregen, met alle gevolgen van dien.
En met soms storende gevolgen die mede het conflict met SVJ hebben veroorzaakt.
De eerste tekenen kwamen tot uiting in een interview van 13 december 2013, gepubliceerd in de bijlage van het boek “Liefde als ruwe diamant” van Henk Harcksen. [pag141]
“Ontzuiling van de overlegstructuur tussen IP en de regering heeft hij al bereikt : de voorzitter voert
één op één overleg met de staatssecretaris. Een significante cultuuromslag die snelheid en autonomie bevordert van het onderhandelingsproces”.
“Ik heb mijn droom verteld en hij [de ss] vroeg of ik dat op een A-4tje kon verwoorden”. Dat bleek niet meer en niet minder dan een samenvatting van ons rapport FAIR DEAL.
“Op 25 juni werd het lijvig rapport [de Impactanalyse] van SVB besproken en daarna volgden meerdere één op één gesprekken tussen van Rijn en de Voorzitter.
Hij moest vanuit zijn achtergrond dé “verlosser” worden van de Indische gemeenschap en moest zo snel mogelijk scoren om aan zijn ideaal te voldoen.
- 6. EEN GROEIENDE CONFLICTSITUATIE
Over deze fundamentele beleidswijzigingen is nooit overleg geweest met de bestaande delegatie, die al jarenlang succesvol was bezig geweest.
De overlegdelegatie kwam steeds minder bij elkaar, terwijl wij wisten dat Silfraire regelmatig één op één gesprekken had met de staatssecretaris. De delegatie werd stilletjes uitgeschakeld. Dit was symptomatisch: soms gingen maanden voorbij zonder onderling overleg met de delegatie en onze mails werden vaak niet beantwoord. Zelfs mails waarin wij onze zorgen expliciet naar voren brachten bleven onbeantwoord.
De enkele gesprekken die wij als delegatie nog met de staatssecretaris hadden werden niet of nauwelijks samen voorbereid en in de gesprekken zelf kreeg je al snel de indruk dat de essenties van de zaak al eerder in bilaterale gesprekken tussen Silfraire en de staatssecretaris aan de orde waren geweest.
Inmiddels waren de onderlinge verhoudingen er langzamerhand niet beter op geworden. Er was geen vertrouwen meer in de doelen en de oprechtheid van wat Silfraire naar voren bracht. Wel kregen we in de gaten, dat hij -hoe charmant soms ook- met diplomatieke subtiliteit en precisie zijn eigen masterplan volgde. En daar had hij kennelijk de bestaande delegatie niet bij nodig. Neen, zij zouden zelfs een obstakel kunnen vormen.
Wat insloeg als een bom was de brief van 23 december 2015. Hierin werd onder andere de delegatie gewoonweg opgeheven. Zonder enig vooroverleg, uitleg of contacten hierover.
Deze brief deed voor ons definitief de deur dicht. Er volgden nog wel 2 gesprekken van het SVJ bestuur met Silfraire, maar deze leverden niet het beoogde doel op, ondanks de schijnbaar begripvolle toon van de voorzitter Delhaye. Het adagio: Silfraire doet uiteindelijk precies wat hij in zijn hoofd en hart heeft geprent. En alles wordt daaraan ondergeschikt gemaakt.
De problematiek werd ook besproken in enkele Algemene Bestuursvergaderingen, maar er was geen sprake van een gedegen formele besluitvorming.
- 7. WAT WILLEN WIJ?
Het komt er op neer dat wij een voortzetting willen hebben van de constructie, gebruikelijk in de tijd van Herman Bussemaker, waar sprake was van prima onderlinge samenwerking, terwijl de resultaten overduidelijk waren. Dus geen enkele reden om het overlegmodel op zijn kop te zetten, waarbij de vertegenwoordiger[s] van SVJ in de delegatie in een duidelijke minderheidspositie zouden komen en verantwoording zouden moeten afleggen aan nog onbekende -al of niet deskundige- Dagelijks Bestuursleden.
Het SVJ bestuur heeft zich steeds sterk gemaakt als de vertegenwoordiger van haar achterban met een duidelijke missie: het bereiken van een redelijke compensatie voor opgelopen schade en leed.
En wij laten ons deze rol niet afnemen door anderen. Laat staan door de voorzitter, die meerdere malen overduidelijk heeft gemaakt, dat het hem gaat om een directe lijn met de staatssecretaris, waarbij hij eventueel, ad-hoc andere leden van de delegatie zal inzetten, al naargelang het thema.
De situatie is nog problematischer, omdat het lijkt dat andere bestaande leden van de delegatie [leden van de Stichting Japanse Ereschulden] kennelijk partij gekozen hebben voor voorzitter Delhaye, die zich daarmede verzekerd heeft van een deskundige en financieel sterke partner.
Zij vormen een bastion van voorstanders van: primair Erkenning en Excuses en met nauwelijks belangstelling in een financiële compensatie. Terwijl SVJ de drieslag Erkenning, Excuses en Compensatie onlosmakelijk aan elkaar verbonden acht. En desnoods Compensatie zonder Erkenning en Excuses. Betalingen houden volgens ons namelijk impliciet in dat men de ereschuld erkent en men spijt heeft van het aangedane onrecht.
- 8. HET GEWENSTE EINDRESULTAAT
SVJ heeft vanaf haar start via een Concept-Dagvaarding een eis gepresenteerd van een lumpsum van € 25. 000,-, per persoon, waarmede zowel de achterstallige salarissen, de geleden schade en het leed redelijk gecompenseerd zijn. Uiteindelijk betekent dit een miniem deel van de werkelijke bedragen.
Erkenning en Excuses, waar je jarenlang om moet bedelen worden voor SVJ als steeds minder waardevol en gewenst.
Het onlangs bereikte onderhandelingsresultaat verdient een pluim voor staatssecretaris Martin van Rijn. Hij is de eerste staatssecretaris, die de Indische Kwestie persoonlijk ter hand nam en kennelijk als een leeuw in het Kabinet heeft geknokt voor het bereikte resultaat. Het voordeel van de overeenkomst is, dat het een impliciete erkenning is van het recht op compensatie. Tevens was hiermee de “canard” ontmaskerd dat Het Gebaar een finale afrekening was. [schijnbaar een bedenksel van een gefrustreerd ambtenaar in het verleden].
Met de acceptatie van het voorstel werden impliciet ook de inspanningen Martin van Rijn gehonoreerd. En het is natuurlijk prachtig dat een aantal zeer oude ambtenaren nog € 25. 000, ontvangen.
Maar afgezien van bovengenoemde overwegingen is het natuurlijk eigenlijk een pure schande dat het Kabinet dit bedrag durft aan te bieden aan een zeer gering aantal mensen die nog leven, als achterstallige betaling. Dit voorziet slechts in een deeloplossing van de Indische Kwestie, en wordt ervaren als onrechtvaardig en onrechtmatig.
Met alle waardering en respect voor van Rijn en zijn inspanningen; wij vermoeden dat de voorzitter het hem helemaal niet zo moeilijk heeft gemaakt met zijn fluwelen aanpak.
Wij maken ons dan ook zorgen voor het vervolg en de afsluiting van de overeenkomst. Wij vrezen dat zijn opvatting en benadering het behalen van een maximaal resultaat [wederom] in de weg zal staan. Verder heeft hij in een radio-interview gezegd dat hij er indien er op korte termijn geen succes te behalen zou zijn, met “De Indische Kwestie” zou stoppen. SVJ dus niet!!!
- 9. HOE GAAT SVJ VERDER?
SVJ zal zo spoedig mogelijk de contacten hernieuwen met de leden van de Vaste Commissie VWS en de respectievelijke partijvoorzitters. Tevens met de relevante ambtenaren van VWS. Wij zullen uitleggen hoe wij helaas in deze situatie verzeild zijn geraakt en duidelijk maken dat wij zo snel mogelijk willen bouwen aan een positieve en vruchtbare relatie met de politici en de ambtenaren.
Wij zijn niet anti het IP, maar zullen voortaan naast elkaar moeten proberen onze respectievelijke doelstellingen te bereiken. Deels zullen de doelstellingen parallel lopen, maar in meerdere gevallen zullen de eisen van SVJ waarschijnlijk aanmerkelijk zwaarder zijn dan die van het IP.
De positie van SVJ is even weinig geïnstitutionaliseerd als die van het IP en kan eveneens worden bevestigd door middel van mondelinge afspraken, net zoals bij het IP het geval is geweest.
Wij zullen de concept Dagvaarding in overleg met onze juridisch adviseur verder actualiseren en hanteren als uitgangspunt van onze onderhandelingen. Wij streven naar een zakelijke en open communicatie met onze overlegpartners.
Wij zullen alle nationale en internationale juridische mogelijkheden uitbuiten om tot ons doel te komen.
Wij zullen het publiek op de hoogte houden van onze ontwikkelingen, mede via de social media, die sinds Peggy Stein en haar “Blue Angels” een grote vlucht hebben genomen. Daarmede bereiken wij meer mensen dan ooit tevoren, en nu vooral ook de tweede en derde generatie.
Voor zo ver mogelijk en gewenst zullen wij het IP blijven ondersteunen.
Wij voelen een grote verantwoordelijkheid voor de duizenden contribuanten en hun brede familiescharen. Zij hebben jarenlang ons met kleine bedragen ondersteund en zij hebben al die tijd het vertrouwen in ons behouden. Wij voelen ons schatplichtig aan hen allen.
Wij zullen met veel vertrouwen en energie onze doelstellingen blijven nastreven en zullen niet opgeven, totdat een redelijke oplossing is gevonden.
Drs. Jan A. J. de Jong, namens het bestuur van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp
Opmerkingen