ARCHITECTUUR IN INDONESIE (II)

ARCHITECTUUR IN INDONESIE (II)

10897259873?profile=original Foto - De Javasche Bank te Bandung (rechts het oorspronkelijk gebouw) in de huidige situatie, gebouwd door Edward Cuijpers (architectenbureau Cuijpers en Hulswit) in 1918. Als overgangsstijl nog eclectisch van opzet, waarbij de Classicistische elementen uit de 19e eeuw nog overal zijn aan te treffen

 

De vriendschap tussen leermeester en leerling.

De architect Wolff Schoenmakers die, voornamelijk in Bandung had gewerkt in het voormalige Indië, was hoogleraar aan de Technische Hogeschool waar Kusno Sosrodihardjo, die later zichzelf Sukarno noemde en de 1ste president van de Republiek Indonesia werd, student was. Tussen Schoenmakers en Sukarno ontstond een hechte vriendschap: Schoenmakers werd zowat als  lid van de Sukarno familie beschouwd.

De excentrieke hoogleraar, als Nederlandse “totok” (= blanke) op Java geboren, was een zeer hartstochtelijk man: hij hield van de natuur in al haar verschijningsvormen en niet slechts in de figuurlijke zin. In zijn huis in Bandung hield hij zowaar een privédierentuin met dieren die in Zuid/Oost Indonesië niet voorkwamen, zoals leeuwen, giraffen en andere uit (voornamelijk) Madagascar ingevoerd. En dan de bewondering, die net als bij zijn leerling even groot was voor het vrouwelijk schoon, schijnt legendarisch te zijn en hun vriendschap was zeer hecht. Hoe bijvoorbeeld zijn onmatige sexleven was geweest, is hier niet van belang en zal hem, als een bijzondere persoonlijkheid uit die tijd niet minder verheffen als historische figuur.

Het is onbekend wie hem had geïnspireerd om de stap te zetten tot zijn bekering tot de Islam. In ieder geval werd hij islamiet, had de verplichte pelgrimage naar Mecca gemaakt en daarmee was zijn bekering volledig. Hoe zijn directe omgeving, d.w.z. zijn collega’s over zijn convertie,  hadden gedacht, is niet bekend.. Wat we wel weten is, dat een van zijn collega’s een tijdje later zich ook had laten bekeren.

 

10897260256?profile=original

foto-  Hoofdgebouwen van de Technische Hogeschool Bandung (thans ITB genoemd) ontworpen in 1919 door Maclaine Pont in een Minangkabouwstijl en de feestelijke inwijding in 1920. Voor zo’n  immens project was  1 ½ jaar bouwtijd een prestatie waarbij het interieur heel bijzonder is vormgegeven.

 

 VREEMDE ONTWIKKELINGEN IN EUROPA 

Er waren, ongetwijfeld veel, heel veel discussies geweest tussen Schoenmakers en Sukarno over de (politieke) “Nieuwe Orde” in Duitsland; roerige ontwikkelingen in Europa, waar een nieuwe machthebber (Hitler) een in Europa  zelden gehoorde taal uitsloeg die op geweld wees, weliswaar verpakt in politieke metaforische retoriek en waarbij spijtig genoeg geen één land in de westerse wereld het potentiële gevaar vroegtijdig had herkend. Er kwamen toch immers overduidelijke signalen vanuit Duitsland? Maar alle onverdraaglijke maar niettemin doorgewinterde politici hadden behoorlijk wat boter op hun hoofd: waren ziende blind en horende doof.  Er werden hier en daar op Java  in het begin hiervan weliswaar vage tekenen opgevangen, en niet slechts door doorwrochte politici of  militairen of andere geüniformeerden, maar ook door gewone burgers, die wezen in de richting van een vreemdsoortige ontwikkeling en een onbestemd gevoel met  toon en tendens van “oorlogsgevaar”. Maar Europa was heel ver weg en de heersende machthebbers in het toenmalige Indië vonden dat het met die roerigheid van  politieke veranderingen in Duitsland niet zo’n vaart zal lopen. Het bleek een noodlottige misrekening te zijn die het koloniale Nederland  en de overige vrije Wereld ooit had gemaakt.

Ik stel me zo een beeld voor van de beide heren Schoenmakers en Sukarno, in de tijd dat in Europa, met Hitler in Duitsland aan de macht, Sukarno met een bedenkelijk gezicht en een scheef oog naar Schoenmaker zou hebben gekeken, ten teken  dat ze in Europa het ook nog niet zo goed voor elkaar hadden en dat er toch nog wat schortte aan de “democratie van het Westen”. 

“INHEEMSE ARCHITECTUUR”  

Hoe het ook zij, de beide mannen konden het verder goed met elkaar vinden, daar niet van. De heftige manier van redevoeringen (die overigens zelden als vaag of zweverig konden worden beoordeeld- maar eerder weelderig en bloemrijk in het taalgebruik) en de talloze discussies die we van Sukarno kennen waren bekend; bij de  vele (illegale) bijeenkomsten van Sukarno waarbij hij in zijn speeches de bevolking wakker schudde en te wijzen op de bewustwording van de Indonesische Natie, was Schoenmakers dikwijls aanwezig en steunde hij zijn vriend in zijn streven naar onafhankelijkheid  met verve. Als technisch bouwkundig student had Sukarno, voor zover bekend, geen enkel gebouw neergezet, laat staan een van historische allure. “..dat komt wel..” zou hij gezegd moeten hebben. Neen, hij had andere aspiraties en hogere idealen. En een ervan was de strijd aan te gaan tegen de op dat moment heersende koloniale machthebber(s) en ze uit het land te verdrijven en de onafhankelijkheid uit te roepen. Vrij en bevrijd te zijn voor hem en het Indonesische volk van het koloniale juk. Hij nam zijn voortdurende gevangennemingen op de koop toe om de wereld te laten zien dat hij in zijn eigen land onschuldig in een gevangenis terecht was gekomen en daarom het volste recht had hiertegen te ageren, te strijden en volledige vrijheid te eisen voor hem en het Indonesische volk.

Vanzelfsprekend was Schoenmakers het volledig eens met zijn vurige strijd en streven naar een zo rechtvaardig mogelijke wereld. Want de idealen die Sukarno koesterde, waren van een andere,  hogere orde.

Beiden waren het met elkaar eens om voorbereid te zijn voor een nieuwe tijd voor Indonesië. Sukarno was vrijwel alles aan het politiseren, hetgeen in de gegeven  sociaal en politieke constellatie heel begrijpelijk was. En een van de heftige, maar interessante discoursen tussen de beide mannen was van cultuurhistorische aard. Sukarno vond namelijk dat  de huidige “inheemse” architectuur niet strookte met het beeld dat hij had voor een toekomstig nieuw Indonesië. Met de “inheemse” architectuur bedoelde Sukarno niet de Inlandse of Indonesische, maar de koloniale architectuur die hier en daar enigszins wat aangepast waarin de zo rijke Indonesische kenmerken/motieven/elementen  duidelijk geïntegreerd waren.

Tegen Schoenmakers benadrukte Sukarno dat er een andere manier te vinden was voor het  ontwikkelen van een nieuw soort bouwstijl voor zijn land die de Indonesische Natie in al haar rijkdom aan tradities in al haar glorie en verscheidenheid uiting kon geven, verhief en kon weergeven (wedijveren met de omringende Aziatische landen bijvoorbeeld) en  vroeg hem daarom dit  serieus te willen onderzoeken: Ontegenzeggelijk was er hier sprake

van een opgekropte irritatie en/of woede die slechts tot subjectieve “cultuur verblinding” kon leiden: hier speelde overduidelijk zijn afkeer van de heersende macht. In die gegeven omstandigheid begrijpelijk. Maar hij die zo intelligent was en zeer vooruitstrevende ideeën had, liet zich zo simpel in de kaart kijken en in het zwakke moment meeslepen in een voor hem onwaardige gedachten spinsel en een waterval van emoties waarin hij makkelijk kón verdrinken.

Men moet zich voorstellen dat Sukarno’s idee (onderzoeken naar een eigen typische Indonesische stijl) vermoedelijk tussen 1936/37 en 1946 moest zijn ontstaan..(Zijn veelvuldige  arrestaties/gevangennemingen en gedwongen ballingschap met Hatta (op Nieuw Guinea) moesten hem als rebel  alleen maar gesterkt hebben in zijn voornemen  een aanstaande grote Revolutie te beginnen. De agenda van de grote strategie lag wat hem betreft al gereed en operationeel voor hem op zijn werktafel.  Maar de 2e Wereldoorlog kwam (min of meer onaangekondigd) voor hem als een geluk bij ongeluk.

Immers in de periode van 1940 en 1945 had de Japanse bezetter zijn haat tegenover de Nederlandse koloniale macht alleen nog maar meer (en bij voortduring) aangewakkerd en zodanig opgestookt, om, koste wat kost, al zijn idealen (Koloniaal bewind het land uitgooien en de onafhankelijkheid uit te roepen) eindelijk te verwezenlijken.

Mede door de goede relaties met de Japanners, werd zijn beste vriend Schoenmakers, in tegenstelling tot andere Nederlanders in het voormalige Indië gevrijwaard van deportatie of internering. Of Schoenmakers ook pogingen had ondernomen, of invloed had aangewend om zijn collega’s voor internering of deportatie te behoeden blijft historisch een interessante vraag. 

10897260482?profile=original

 Sukarno, Student Technische Hogeschool (T.H.S) Bandung (1922) .

 

 

10897260277?profile=original 

 

 

 

 

Wolff Schoenmakers – architect en hoogleraar te Bandung –   

leermeester van Sukarno.

 

In de dertiger en begin veertiger jaren zag Sukarno  drommels goed dat er heel driftig werd gebouwd en zeker in Bandung waar hij als student woonde en studeerde. De bekende gebouwen (voornamelijk uit het begin van de 20ste eeuw zoals bv. de Javaasche Bank, het Residentiekantoor, het hoofdpostkantoor) stonden er al. De stad Bandung was vóór 1929 eigenlijk een wat uit de kluiten gewassen dorp dat nodig moest worden vernieuwd, uitgebreid en voorzien van nog meer overheidsgebouwen, noodzakelijk voor de economie en de groeiende bevolking op het eiland. En juist de bouwactiviteiten in dit gebied zag Sukarno als een consolidatie van de koloniale macht en de belichaming van onderdrukking als geheel. Het was voor hem een doorn in het oog; hij werd er dagelijks mee geconfronteerd.

Schoenmakers gaf Sukarno colleges over de nieuwe bouwbeweging van Gropius en het Bauhaus die vóór 1930 in Duitsland was ontstaan en een grote vlucht had genomen in heel Europa en daarbuiten (Zuid Amerika).  De 1ste Wereldoorlog was een paar jaar ervoor maar net afgelopen en men zag de zinloosheid in de letterlijk grote puinhopen. Men had, heel begrijpelijk haast met de wederopbouw in dit gehavend continent.

Er waaide echter in Europa ook een nieuwe wind op architectuurgebied; wat eerst niet mogelijk was werd nu gebouwd, mede door het ontwikkelen van nieuwe technieken, semi/uitvindingen, nieuwe materialen (halffabricage etc.) en nieuwe technische toepassingen in de bouw.

In het verre Indie was er nauwelijks animo voor de nieuwe bouw en stijlbeweging, behalve dan bij professionele vakbroeders zoals bij Schoenmakers en zijn collega’s. In het land waar deze architecten ook waren geboren, hadden ze letterlijk en figuurlijk alle ruimte en vrijheid die iedere architect zich maar wensen kon, om naar hartelust hun talenten en scheppingsvermogen geheel te kunnen uit buiten.

Net voordat de 2e wereldoorlog in het voormalige Indië begon, kwam er  helaas een abrupt einde aan de creaties van de drie grote architecten Schoenmakers, Aalbers en Maclaine Pont, die het tegenwoordige Indonesië met hun weergaloze scheppingen hadden verrijkt, het land Indonesië  voorgoed op de kaart gezet en daardoor zichzelf onsterfelijk gemaakt.

Voor het toekomstige cultuurerfgoed van de Republiek Indonesië is het van groot belang deze gebouwen zorgvuldig te koesteren, op een juiste manier te conserveren om ze tegen verval te beschermen, ook voor de komende generaties zodat die ook nog zouden kunnen genieten van de architectuur rijkdom in dit land.

Het feit dat deze gebouwen vóór de geboorte van de Nieuwe Republiek Indonesië onderwerp waren van sociale, culturele en politieke discussies tussen twee bijzondere historische figuren, Sukarno en Schoenmakers, zijn ze daarom ook zo historisch van belang geworden.

De Nieuwe Republiek Indonesië werd in december 1949 Onafhankelijk van Nederland, maar zijn allerbeste vriend Schoenmakers kon helaas niet delen in de vreugde van deze vrijheid, die zij beiden zo vurig naar verlangden: hij stierf vóór de Overdracht werd ondertekend.

   Het  gebouw Concordia – de Societeit van Bandung – thans Gedung Merdeka, waar de Azië Afrika conferentie werd gehouden in 195410897261075?profile=original, detoen al drukke straat: de Postweg, en waar schrijver dezes eenmaal Sinterklaas had gevierd.

 

 

Zou het toeval zijn dat Sukarno tijdens de Azie-Afrika conferentie in Bandung, het sociëteitsgebouw Concordia, een schepping van zijn beste vriend Schoenmakers, (later aanpassingen doorgevoerd door Albert Aalders) had gekozen waar de genodigden uit de twee continenten bij elkaar kwamen? Sukarno had overigens dit gebouw  altijd al bewonderd.  Wellicht ook uit eerbied en diep respect voor zijn kameraad die de grootste dag van Sukarno s leven niet had kunnen meemaken. Hij had zijn grote vriend die hem in zijn roerig leven altijd had bijgestaan, juist op die conferentie, één van Sukarno s hoogtepunten als president, zonder enige twijfel zeer hebben moeten missen.

Een paar jaar later kwam er een ommekeer in de tot dan toe milde politieke houding van Sukarno tegenover de Nederlanders (die overigens nog in grote getale in het land verbleven). Terwijl de nieuwe Republiek zich opmaakte voor een van de grootste conferenties ooit in Zuid/Oost Azië gehouden, kwamen er geruchten  (en pogingen ?!)van een samenzwering tegen de Nieuwe Republiek. In felle bewoordingen – het gerucht van een politieke complot was al publiekelijk – greep Sukarno de gelegenheid aan om  de schuld bij ‘’het Westen’’  (oftewel de Nederlanders) te leggen. Daartoe moest hij direct handelen in het algemeen belang en de bevolking het bewijs tonen dat hij gelijk had en dat de samenzwering tegen de Republiek verijdeld was.

In de geruchtmakende politieke gebeurtenis en vermeende complot theorieën in 1953, werd al gauw een slachtoffer gevonden in de persoon van de journalist Jungschlaeger. Hij werd gearresteerd en in afwachting van het proces dat daarop moest volgen werd een ware hetze tegen alles wat Nederlands was of in elk geval Europees of Westers: de Indo/Nederlanders kregen het (weer) te verduren met boycot/belediging/persoonlijke aanvallen enz.  Vanaf deze tijd was de haat tegenover de vroegere bezetters van zijn land weer opgelaaid,  met als dieptepunt de Exodus  van nagenoeg alle Nederlanders en Indo/Europeanen uit het land en de confiscatie van bedrijven, goederen, en ook de interesses en belangen van  Indo/Europese en Hollandse burgers.

Niet lang na de Onafhankelijkheid van Indonesie, ondernam Sukarno vele buitenlandse reizen: hij bezocht Zuid Amerika. In Brazilië ontmoette hij ook

 talloze architecten, voornamelijk uit Europa van de nieuwe bouworde, waaronder de al fameuze Oscar Niemeijer (die in Brazilië vele overheidsopdrachten had uitgevoerd) en Jean Jeannarette (le Corbusier). Het waren de bewuste architecten waarover Schoenmakers het met Sukarno had tijdens de vele colleges en gezamenlijke cultuurpolitieke gesprekken over de zogeheten “Inheemse architectuur”. Sinds de  cultuurpolitieke controverses, had Sukarno, op tijd tot inzicht gekomen en overtuigd van het belang van de grote waarde voor ‘s lands cultuurerfgoed, dit belangrijk onderwerp geheel omhelsd om het daarna voorgoed te laten rusten.  Hij was als het ware terug van weggeweest.  10897249257?profile=original

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pjotr.X.Siccama 

10897261452?profile=original 

  Zijaanzicht van het huidige paleis te Bogor met de vijver.- Thans het buitenverblijf van de president van Indonesië

10897261267?profile=original

Het voormalige paleis te Bogor dat de Gouverneur Generaal Gustaaf, een Oost Friese baron van Imhoff had laten bouwen in 1744/45 in een Barokke stijl dat door de aardbeving in 1836 was verwoest. – Op dezelfde plaats werd het tegenwoordige paleis gebouwd door een genie officier Dossaers  in Classicistische stijl.

10897262052?profile=original

Het huidige paleis van Bogor in Classicistische stijl gebouwd door de genieofficier architect Dossaers in  1838/40. De gehele buitenzijde, quadratisch geconcipieerd,  rondom het gebouw in de Ionische orde een peristyle (colonnade) waarvan  de Ionische kolommen dragend zijn.  (gecanneleerde Ionische kolommen met Ionisch kapiteel)   in het midden van de grote ontvangsthal een kleine koepeltoren.

 

10897262089?profile=original

 Interieur van het paleis te Bogor in de Nederlandse tijd vóór 1949, waar op de achtergrond het portret te zien is van Koningin Wilhelmina.  Een van de ovalen zalen van het paleis met een eveneens ovaalvormige concaaf plafond voorzien van ondiepe cassetten met rozetten, dat gedragen  wordt door kolommen met Korinthische kapitelen met aan weerszijden Korinthische pilasters. Op een van de zetels links achteraan had de grootvorst (de Sushuhunan) van Yokjakarta nog gezeten.

10897262455?profile=original

De Javasche Bank te Jakarta  omstreeks de eeuwwisseling door Edward Cuijpers (architecten en ingenieursbureau Cuypers en Hulswit) in 1918. dezelfde eclectische stijl werd ook in Bandung toegepast.

10897263255?profile=original

Station Weltevreden te Bogor in de nieuwe stijl (art-déco)  met ertegenover het residentiekantoor.  In de  zg. ‘’nieuwe zakelijkheid ‘’van de nieuwe bouworde. Het plein tussen deze gebouwen heette toen  Waterlooplein. – Een voorbeeld van ruimtelijke ordening beleid vóór 1940, wat voor Zuid Oost Azië geheel ongekend en nieuw was.

10897262900?profile=original

 Het station Weltevreden (Bogor-West Java) hoofdingang. Opgetrokken in de art-déco  - stijl – in de lijn van de nieuwe bouworde. Circa 1928.

.



E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives