HP/deTijd vrij 27-08-2010
Waarom negeren we de Indische Holocaust van 1943-44?
Drie miljoen Indonesiërs vonden door uithongering de dood tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië in WOII. Maar dit historische feit werd ook tijdens de laatste Indië-herdenking op 15 augustus wederom genegeerd. Hoog tijd voor de rehabilitatie van miljoenen vergeten rijksgenoten. | door Arthur Graaff
De koningin, de premier en een handvol generaals stonden anderhalve week geleden in Den Haag weer braaf de Japanse capitulatie te herdenken. De NOS zond het allemaal plechtig uit, de Indische gemeenschap was present en organiseerde als vanouds bijeenkomsten door het land.
In Den Helder herdacht de marine haar bijna vierduizend oorlogsdoden, vooral van de Slag in de Javazee. En ook de Tweede Kamer heeft zijn eigen Indië-herdenking en zijn eigen plaquette. En dan is er, overigens pas sinds 1988, het nationale Indisch Monument in Den Haag, waar het allemaal samenkomt. Maar geen woord, al vele jaren, over de Indische holocaust en de drie miljoen doden die daar het gevolg van waren. Vreemd. En misschien ook wel schandalig.
Er heeft wel degelijk een Indische Holocaust plaatsgevonden. Dr Lou de Jong beschreef hem duidelijk in zijn uitstekende reeks Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog: deel 11b, tweede helft, onder meer op de pagina's 557 en 558. Dit deel verscheen in 1985, en De Jong kwam uit op tweeënhalf miljoen doden. Een Japanse wetenschapper, Shiguro Sato, berekende in 1950 dat het er vier miljoen moeten zijn geweest.
Maar na De Jong is er in geen enkel geschreven of gefilmd standaardwerk meer over gerept. Niet in De Oorlog van de NOS en Ad van Liempt. Niet in het overzichtswerk Nederland. De vaderlandse geschiedenis van de prehistorie tot nu van de gerenommeerde historicus Han van der Horst. Ook niet in het nieuwe boek van David Barnouw van het NIOD, Geschiedenis van Nederland 1940-1945. De canon van de Duitse bezetting. Ook Adriaan Hakkert wijdt er in Wel vergeven niet vergeten geen woord aan. Toch allemaal auteurs die De Jong nauwkeurig gelezen moeten hebben.
Het NIOD van David Barnouw biedt gek genoeg wél een zeer compleet overzicht van de Japanse bezetting, inclusief de hongersnood. Alleen is deze pagina zelfs via hun eigen zoekmachine op hun site niet te vinden.
Maar wat is er dan toch precies gebeurd in Indië tijdens de Japanse bezetting vanaf maart 1942?
Het was oorlog, dus veel export uit Indië viel sowieso al weg, maar dat gold ook voor de broodnodige import van veel rijst. De Japanners hadden Indië nodig voor de olie en verdeelden het land: Borneo en omgeving kwamen onder Japans marinebestuur, ruwweg de rest was voor het leger. In het legergebied, dat ook het meest bevolkte eiland Java met zo'n 35 miljoen inwoners omvatte, moest alles worden 'gereorganiseerd', lees: geroofd, om voor de oorlogsvoering te kunnen worden ingezet.
Als kolonie was Indië op dat moment een voorbeeld in de wereld. Nergens werd zo efficiënt geteeld, verbouwd, geëxploiteerd en gedolven. En zo gigantisch verdiend. Maar alle Nederlandse bestuurders verdwenen van vrijwel de ene op de andere dag in interneringskampen. De landbouw en de economie raakten snel in de versukkeling, corruptie en wanbeheer staken de kop op, de oogst van 1943 was al drastisch kleiner dan die van 1942, die van 1944 nog weer kleiner. Massale honger was het gevolg.
Voeg daarbij dat door de oorlog veel Indonesische ongeschoolde arbeiders geen werk meer hadden, en dat de Japanners honderdduizenden Indonesische mannen als werksoldaten (romusha's) inschakelden voor veredelde dwangarbeid, en de ramp werd onafwendbaar. In 1943 en 1944 leden miljoenen mensen, vooral op Java en Madoera, enorme honger, vooral in de steden. Met de dood tot gevolg.
De Jong schrijft op pagina 507: '(...) de meerderheid was honger gaan lijden in zulk een mate dat alleen al op Java meer dan twee miljoen Indonesiërs om het leven zijn gekomen.' Ook citeert hij de journaliste Beb Vuyk uit haar dagboek uit december 1944 op pagina 557: '(...) 'Iedere dag sterven er bedelaars, de lijken blijven langs de weg liggen en worden eenmaal per dag met de vuilniskar opgehaald (...).'
Steun ons om ons werk af te maken door te tekenen en te doneren
Indische zaak - Het Traktaat vanWassenaar 1966
Hier Onderteken petitie < of > Kijken wie er getekend hebben
< of > Laatste Updates In het Engels hier
Opmerkingen
54
Zie onderstaande monintoring op www.icm-online.nl
Viewing History
Viewed 513 times by 753peopee, latest at 7:04 AMViewing History
Wat goed om hier de aandacht op te vestigen! Uit de memoires van mijn vader (1909-1998), tijdens de bezettings een actieve ondergrondse medwerker op Java, wisten we van het de mishandelingen van de romushas af. In de navolgende verkorte aanhaling van de desbetreffende paragrafen lezen we het toch al ontzagwekkende getal van één miljoen; het is dus veel erger gebleken:
<<< Voor de aanleg van vliegvelden werden in dessa's over geheel Java Romusha's geworven, arbeiders. Onder het mom van meevechten aan Japanse zijde, werd het idee gewekt van een soort dienstplicht. Van de zijde van jongere Indonesiërs, die overigens ook weinig mogelijkheden hadden om aan betaald werk te komen, was de belangstelling voor deelname overal zeer groot. Ik ben eens bij toeval getuige geweest van zo'n werving. Het was tijdens een van de zeldzame reizen die ik in de bezettingstijd heb gemaakt. Er moest een noodmagazijn van de Importeursvereniging in Tasikmalaja ontruimd worden, en ik was erbij omdat ik de situatie daar kende. Op het voorplein, tegenover het plaatselijke hotel werden vrijwilligers geselecteerd voor uitzending als Romusha's. Het waren allen jonge kerels, die opgewekt opgekomen waren omdat ze dachten, een plezierige tijd tegemoet te gaan.
Hoe verschrikkelijk bedrogen zouden zij uitkomen! De ongeveer één miljoen arbeiders die geworven werden, moesten achter het front werken aan vliegvelden en spoorwegen, verspreid over Nieuw Guinea, Sumatra, Birma en Siam. Zij zijn, naar later is vastgesteld, door een ware hel gegaan. Zij werden meedogenloos behandeld, kregen te weinig voedsel en geen medische verzorging; zij hadden het nog slechter dan krijgsgevangenen. Op vele plaatsen werden zij door terugtrekkende Japanners aan hun lot overgelaten. Slechts enkele duizenden hebben de beproevingen overleefd. >>>
Dick Bär
Ik ben het eens met bg artikel over the holocaust voor Indonesie. Maar oneens, dat er met geen woord is gerept op 15/8 jl. Wel degelijk refereerde men naar de Indonesiche "troostmeisjes". Deze film is ook een bewijs, dat de Japanner ook hierin zich niet onderscheidde van andere overheersers.Ik dacht de maker van deze film Frank van Osch is. m.m.jansens, 28/8/2010
jans9741 wrote today at 8:17 AM
In Indonesia - Bali - waar ik nu woonachtig ben, wordt ook niet met een woord gerept over de Indonesieers, die tijdens de Japanse bezetting om het leven zijn gekomen. Er staan overal krijgshaftige oorlogsmonumenten, maar een monument voor de Indonesisische bevolking, die omgekomen is van de honger of die het leven hebben gelaten
tijdens onmenselijke werkomstandigheden voor de Jappansers is niet te vinden. Logisch, men heeft de onafhankelijkheid toch te danken aan de Jappanners ? Een " gebaar van goede wil " een oorlogs compensatie al la cart, is het Grand Bali Beach Hotel in Sanur. De Indonesische doden worden met een klambu van stilte onttrokken aan de geschiedschrijving.
Japan is een bevriende natie voor Indonesia en zo moet dat blijven toch? Een herdenking en/of een gigantisch monument ter nagedachtenis voor hen die onder de Japanse
bezetting gevallen zijn zou slechts afbreuk doen in de (economische) relatiesfeer.
Franklin