Van Bon had engel op zijn schouder, maart ’42 hoe in Soerabaja de spanningen tot kookpunt oplopen
10897409869?profile=original

Opvarende vermomde jager

door 

DOORN Berend van Bon heeft geen beschermengeltje, maar een heel serieuze engel op zijn schouder. Als jonge zeeman overleefde hij in Nederlands-Indië Japanse bombardementen en ontsnapte als klap op de vuurpijl met de legendarisch geworden mijnenjager Hr. Ms. Abraham Crijnssen.

Vorige week nog leek die ontsnapping van het marineschip door zich als eiland te vermommen met het overlijden van marineman Fulko Vermeer definitief geschiedenis te zijn geworden. Maar Vermeer blijkt niet de laatste nog levende opvarende. Dat is Berend van Bon (101). De verwarring zit hem in het feit dat hij geen marineman was, maar bij de koopvaardij zat.

Bombardementen

De Schiermonnikoger merkt in maart ’42 hoe in Soerabaja de spanningen tot kookpunt oplopen. Regelmatig zijn er bombardementen. Tot twee keer toe ontsnapt Van Bon aan de dood. Toch wil hij niks liever dan vechten tegen de vijand. Hij probeert uit alle macht weg te komen uit de kolonie. Want één ding weet hij zeker: op land zal het gevecht kansloos zijn en in Japanse krijgsgevangenschap wil hij niet eindigen. „Ik had in Formosa (het huidige Taiwan red.) gezien hoe de Jappen met de Chinezen omgingen en dat was niet best.”

In Soerabaja hoort hij over mijnenjagers die mogelijk zullen uitwijken. Daar moet hij bij zijn. Van Bon meldt zich en komt aan boord van de Abraham Crijnssen. De bemanning is in mineur. „Er stonden nog geen tien man aan dek. Ik begreep dat er 45 zouden moeten zijn. Een groot deel van de bemanning was gevlucht. De commandant zei in een toespraak: ’We gaan de blokkade proberen te breken, maar de kans dat het lukt, is heel klein!’”

Hoe commandant Anthonie van Miert het doet, weet Berend van Bon niet maar een paar dagen later heeft hij zestig man paraat. Dat zijn er zoveel dat Van Bon niet meer mee mag. Het lukt hem met een flink pleidooi toch aan boord te blijven. In het diepste duister verlaat de Crijnssen op zes maart de haven.

De mijnenjager is in camouflagekleuren geschilderd en voorzien van bebladerde takken zodat het op een drijvend eiland lijkt. Het zal de sleutel vormen tot overleven. Het schip vaart alleen in het donker. Overdag wordt de camouflage steeds verbeterd en ververst. „Dat was spannend”, herinnert Van Bon zich. „Wat als de Jappen dat motorbootje waarmee ze die takken haalden, zagen? Gelukkig gebeurde dat niet. Pas toen we op open zee kwamen, werden de takken overboord gegooid.”

„Het was natuurlijk een opluchting toen we de Australische kust zagen. Alleen waren we toen nog niet veilig. Er waren vliegboten daar gebombardeerd. Echt opgelucht voelde ik me pas toen we in Geralton aankwamen. Ik heb de commandant gezegd dat ik in een hotel ging omdat daar slapen me comfortabeler leek dan op een bankje in de mess.”

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives