SLOT - HET OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM van R. Kousbroek


SLOT - HET OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM
van R. Kousbroek

door  

ICM-  Columnist / respondent  Pjotr Xerxes Siccama

foto- Massaslachting door de Japanners in Nanking 1937.

10897299084?profile=original

 

In het begin van het werk Het Oostindisch kampsyndroom begint de schrijver literair en poëtisch zelfs en af en toe met bijzondere humor. Humor die wij zo van de schrijver kennen. Echter naarmate de jeugdherinneringen van de schrijver van zijn geliefd geboorteland, het voormalige Nederlands Indië door de auteur zelf detaillistisch wordt ontrafeld en Kousbroek de volwassen leeftijd bereikt, wordt de toon kwaadaardiger en de beelden nog intensiever alsof hij een oud filmmanuscript uit de vergetelheid gered schijnt te hebben ter (her)vertoning aan de Wereld.

Dat de wereld van de auteur ernstig en heftig is geweest is duidelijk. Het grote Nederlandse publiek heeft er danig kennis van genomen op een manier waarop hij later in tal van zijn werken uiting heeft gegeven.

Het is ook het begin van talloze tirades tegenover allen en diegenen die met de geschiedschrijving/herdenkingen van WO II te maken hebben gehad: niemand wordt gespaard en niets blijft bespaard.

 

Het is opmerkelijk, maar niet onbegrijpelijk dat de schrijver de kern van zijn irritatie en zijn grootste aanval voor de afsluiting van zijn werk heeft bewaard: en die aanval treft, naar de mening van Kousbroek de onfortuinlijke Bergamini. Bergamini, de schrijver van het boek ‘’The conspiracy of an Empire’’.

Niet onbegrijpelijk, omdat Kousbroek in het boek van Bergamini dat hij uiterst controversieel vindt, grond heeft gevonden om zoals hij zelf zegt “pertinente onjuistheden” bevat. En daar gaat het hier juist om. Kousbroek hield niet op om met uitspraken van geschiedkundigen – het zijn er slechts een handjevol – te komen aandraven door oneliners te exclameren bij monde van deskundigen, zonder ze ook maar nader te vragen en te verklaren en uit te laten leggen waarom ze dat vinden.

En die houding van de schrijver is naar mijn idee zelf al bedenkelijk, zeker wanneer je andere geluiden en meningen over dit onderwerp niet vermeldt.

Bergamini werd door Kousbroek verguisd. Maar waarom die hostiliteit van Kousbroek tegenover de schrijver Bergamini? Had bergamini zijn gedegen onderzoek niet juist gedaan of slecht geïnterpreteerd of verkeerde conclusies getrokken? Volgens Kousbroek is dat het geval, maar het komt niet bij hem op om zelf na te vorsen hoe die gegevens van Bergamini precies tot stand zijn gekomen. Heeft Kousbroek dat ook gedaan? Het antwoord is: nee.

 

Bergamini heeft immers volledige toegang tot belangrijke personen (die in directe contact stonden met de keizer) aan het hof, die hij in vertrouwen  heeft gesproken.Kousbroek heeft  bijvoorbeeld nooit leden van het hof aasn zulk een ondervraging gehoord.  De geïnterviewde personen aan het hof hebben naar het schijnt wel uidrukkelijk verzocht om de informaties anoniem weer te geven.

Het is niet de bedoeling van mij om Bergamini bij voorbaat in bescherming te nemen, maar het zijn de ongerijmdheden van Kousbroek die mij tot bescheidenheid manen.

Uit de gesprekken met de hovelingen komt naar voren dat de keizer wel degelijk op de hoogte was geweest van ieder regeringsdetail (!) en voortdurend contact heeft gehad met hoge ambtenaren (en generaals).

Kousbroek kan niet verkroppen door te stellen, dat Bergamini met deze – toch bijzondere informaties van de hovelingen – “.. nu op zoek ging naar dé (of in elk geval een) (PXS) keizerlijke samenzwering..” (cit. Kousbroek). Het is namelijk juist het woord ’samenzwering’ in het boek van Bergamini dat Kousbroek onmiddellijk in de gordijnen jaagt.

Hoe het ook zij, Bergamini kan in de ogen van Kousbroek, dat is wel duidelijk gebleken – niets, maar dan ook niets goeds doen. Alles schijnt volgens hem onzin. Met name de beschuldiging van Bergamini dat er wel degelijk een (keizerlijke) samenzwering heeft bestaan, is Kousbroek even te veel.


Ik merk bij Kousbroek een zekere wrangheid, wellicht een zekere jaloux de métier(?), omdat hij zelf niet die gegevens – die Kousbroek zeer bedenkelijk vindt -  in handen heeft gehad die Bergamini heeft verzameld. Of zijn er soms andere zaken die Kousbroek bezighield. Dat Kousbroek historici en velen tegen de schenen aan heeft geschopt en  deskundigen tegen elkaar uitspeelt, heeft iets bizars. Met name de vasthoudendheid aan de onschuld en/of de directe verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij alle oorlogshandelingen van Hirohito waar geen hond in gelooft blijft opmerkelijk.  Zo hekelt de schrijver - en herhaalt dit telkens weer  - dat de algemene mening het over “..van wat algemeen bekend was”, spreekt. Iets wat hij niet en nooit zal begrijpen van geschiedschrijvers die zich daarop beroepen. Is het koppigheid? Of hebben andere gezichtspunten onder andere van andere deskundigen en onderzoekers - over dit onderwerp helemaal geen waarde meer? Mogelijk wil de schrijver zich zodanig profileren in de geschiedschrijving van een Wereldgebeurtenis waarin zijn visie historisch wetenschappelijk waarde zal hebben?

 

In een vorige column van mijn hand wees ik al op het, in mijn ogen controversiele ’lidmaatschap’ van Hirohito toegekend door de Royal Society voor ‘zijn ontdekkingen’ op het gebied van de zee-microbiologie. Ik zal dit hier niet opnieuw herhalen.

Kousbroek neemt op voor de keizer en daarin gaat hij heel ver.

Ik zie Kousbroek meer als een soort souffleur de l’empereur en lijfwacht tegelijk; zeker wanneer men alles van wat Hirohito heeft gedaan in een soort grafiek weergeeft, de man gewoon als een goed en normaal mens uit de bus komt – volgens Kousbroek dan.

 

Terug naar de schrijver Bergamini.

Bergamini was in Japan geboren en verbleef daar tot ongeveer zijn 9e of 10e jaar en schreef zijn boek Japan’s Imperial Conspiracy, omdat hij, zei hij zelf, al als kind zich de vraag heeft gesteld waarom toch zo’n vredelievende (toen in zijn herinneringen als kind in dat land) natie met zo’n mooie cultuur, zo vijandig tegenover de Wereld kon staan. Met die vraag had hij zich al een tijdje beziggehouden. 

 

Kousbroek irriteert zich mateloos aan het feit dat, vóórdat het boek van Bergamini uitkwam, een voorpublicatie, een soort excerpt in de VS bekend werd, velen al positief hebben geoordeeld. De tekst van de voorpublicatie had Kousbroek mogelijk ook onder ogen gehad.  De Nederlandse deskundigen (Vos en Röling), waren, voordat het werk van Bergamini werd gepubliceerd, heel wat voorzichtiger om op de voorpublicatie  een oordeel te geven, omdat ze nog niet de beschikking hadden over de volledige tekst, maar zeiden wel dat ze de uitgave “met cynisme zullen bestuderen.” Men kan iets niet objectief bestuderen wanneer je bij voorbaat al bevoordeeld bent, dunkt me.

Maar de schrijver Bergamini is duidelijk niet bepaald een favoriete auteur van Kousbroek. In zijn constante aanvallen op Bergamini’s werk somde hij vele kleinigheden op om Bergamini nog zwarter te maken en dat op een kinderachtige manier, alhoewel hij, merkbaar voor een goede lezer deze met raffinement formuleert.

 

Bergamini’s boek draagt de titel: “Japan’s Imperial conspiracy”.

De titel suggereert veel luciditeit over de inhoud. En de hoofdpersoon in dit werk speelt volgens de auteur dan ook dé hoofdrol.

Met de hoofdpersoon wordt Hirohito bedoeld, de auctor intellectualis die dit alles op zijn geweten heeft; dat wil zeggen dat hij, Hirohito het allemaal heeft bedacht: een samenzwering en geënsceneerd door de keizer zelf. Wat voor bewijzen Bergamini daarvoor in handen heeft gehad, blijft duister en dat irriteert Kousbroek; daar heeft hij, toegegeven wel een zekere punt.

Met name het idee van een door Hirohito zelf bedacht scenario, gesteld door Bergamini, heeft Kousbroek moeite mee en hij neemt het voor de keizer op.

 


Immers, zegt Kousbroek, de keizer wist niet eens dat Mansjoerije door Japan met een verassingsaanval (en agressie) was ingenomen (!). Maar even later werd de keizer geïnformeerd dat zij (de Japanners) nu naar het zuiden van het vasteland oprukken, waarop de keizer vroeg: “.. hoe lang het dan zou duren.” Zeer opmerkelijk als men van de veronderstelling uitgaat dat de keizer van niets wist.

Het werk van Bix echter over dit specifieke onderwerp overigens werd door het Amerikaans publiek nog positiever ontvangen dan het boek van Bergamini; terwijl men dat van Bergamini niet kan zeggen. Maar waar ligt het precies aan?

In een interview met de auteur Bix legde hij uit waaraan het kon liggen; somde  een aantal zaken op waarom  met name in zijn opvatting van de geschiedschrijving  zijn visie ‘’aanvaardbaarder’’ en dus genuanceerder is dan dat van Bergamini.

 

Mogelijke aanwijzingen hiertoe in het boek van Bix zijn onder andere het volgende op te maken: 1. het voorstel van Mc.Arthur om de keizer in die cruciale momenten direct aan het einde van WO II, een ‘zekere’ bescherming te bieden. (lees volledig aan de zijde van de VS te krijgen en te houden) (niet te vergeten dat deze plannen toen onder de grootst mogelijke geheimhouding werd gehouden- voor de buitenwereld was het gissen wat er met het Japanse gezag zou gaan gebeuren). En die ‘bescherming’ was noodzakelijk en past in het Amerikaans schema; zeker nadat de VS allerlei  (geheime) inlichtingen had verzameld met betrekking tot de oprukkende Communisten van de Sowjet Unie en China en dat de plannen van de VS voor Japan nagenoeg operationeel. – Punt 2: Er lag dus een ander gevaar op de loer en de bezettingsmacht in Japan (voornamelijk de VS) kon geen Japanse oproer nog erbij hebben mocht de Japanse constitutie – beter gezegd de monarchie – binnen 24 worden afgeschaft. Het was, naar het oordeel van de VS niet denkbeeldig dat er dan daarbij een ware revolte zou uitbreken geentameerd door de nog overgebleven fanatieke hoge militairen die er ongetwijfeld er niet voor terugdeinzen in te grijpen of zelfs nog erger: een coup te plegen. Punt 3: Men kan in dit geval onder deze omstandigheden (het afwerpen van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki was nog maar net gevallen waarbij de schock alom zeer groot was), lijken de plannen van de VS onder leiding van generaal Mc Arthur evenwel zien als een noodgreep; er moest bij de VS en de opdrachtgevers/bedenkers twijfel en een beetje paniek zijn ontstaan; het moet terug te voeren zijn naar serieuze aanwijzingen van  de inlichtingendiensten en de noodzaak tot snel handelen gezien de actualiteit van allerlei bewegingen (en niet in de laatste plaats van de nieuwe ideologie) op het vasteland. Punt 4: Deze Communistische beweging stond als het ware in de startblokken om direct voordeel uit te slaan, zodra de Japanse  plannen van de VS tot mislukken gedoemd zijn. Hun strategie was daar onder andere op gespitst.  En punt 5: Er scheen een immense stroom aan gegevens te zijn verzameld door diverse inlichtingendiensten van de geallieerden die de kern en doorslag hadden gegeven tot hun beslissing voor de ‘’hervorming’’ van Japan. Alle reden dus om de plannen voor het hervormen van Japan constitutioneel te wijzigen en in te richten waarbij de tijd volstrekt crucial is geweest. De VS kon zich in die ontstane situatie bij wijze van spreken niet veroorloven maar een seconde te verliezen met het uitvoeren ervan.

 

De auteur Herbert Bix, een Japan deskundige die in Tokyo doceert, heeft in zijn boek: “Herbert Bix and the making of a modern Japan” over Hirohito afgerekend met de mythe dat de keizer onschuldig zou zijn in de WO II; maar Bix wordt in het werk van Kousbroek opvallend niet of amper genoemd, laat staan geciteerd.

In feite heeft Bix in tal van zijn onderzoeken en beweringen, de eenzijdigheid of ressentiment, zo men wilt, van Kousbroek al blootgelegd. Kousbroeks tirades over onder andere Wim Kan

 (aantijgingen - zelfs zeer kwetsend - waren niet mals), Nederlandse en (voornamelijk) Duitse politici mede de kopstukken van de Indo/Europese gemeenschap, (de Indo/Europese gemeenschap eveneens) blijken nu helemaal niet relevant meer en van de wijsneuzen, deskundig of niet lees je geen nieuwe feiten of onthullingen: kortom algehele stilte. Waar zijn ze in hemelsnaam gebleven?

 


Het fenomeen van wat zich in het brein van Kousbroek heeft afgespeeld lijkt misschien interessant, maar is het niet: de schrijver heeft zijn eigen idee gevormd van die Wereld die ook hem gevangen houdt en zichzelf een visie ingeprent die bezijden de waarheid ligt.

 

Bij de herdenking van de Japanse gruwelijkheen in Nanking (China) houdt Japan nog steeds vol dat  er helemaal geen slachting had plaatsgevonden. (zie tekst: Reuters hieronder afgedrukt)  De ontkenning is vanzelfsprekend al een grove belediging tegenover China – nota bene het buurland en jegens de Wereld. Het is hetzelfde wanneer Duitsland ontkent dat er nooit vernietigingskampen hebben bestaan.

Mizoshima kan aan zijn toehoorders en de Japanse jonge generatie nu uitleggen dat het Japanse volk  toch “im Grunde” niet die beschaving heeft wat een weldenkend mens eronder verstaat.

 

10897299297?profile=original

10897299868?profile=original

Foto links David Bergamini – auteur van

‘’Japan’s Imperial Conspiracy’

Foto rechts     Herbert Bix, auteur van “Herbert Bix and the making of modern Japan”.

 


10897300655?profile=original

Foto Douglas McArthur met Hirohito,

10897300267?profile=original

 Japanse executieplaats in Nanking 1937.

 10897299084?profile=original

Massaslachting door de Japanners in Nanking 1937.

10897301091?profile=original

 Massaslachting door de Japanners in Nanking 1937.

10897301277?profile=original

De Chinese herdenking van de massaslachting door de Japanners in Nanking. (plaquette met 300.000 slachtoffers). Dit mogen we nimmer vergeten.

10897301482?profile=original

Een onvergeeflijke daad door de buur van China, Japan, gepleegd.

Visitors place candles to create the Chinese character ''peace'' in the new section of the Nanjing Massacre museum, as part of a ceremony marking the 70th anniversary of the Nanjing massacre in Nanjing December 13, 2007.

 

TOKYO (Reuters) - Japanese must spread the word that they committed no massacre at Nanjing, a film director told a symposium on Friday, a day after China marked the 70th anniversary of the incident in which it says 300,000 died.

Satoru Mizushima's new movie, "The Truth About Nanjing", premieres in January. It is an attempt by Japanese nationalists to counter a series of foreign films, made to coincide with the anniversary, which tell of the carnage which followed the fall of the Chinese Nationalist capital to Japanese forces in 1937.

One film has been shortlisted for a documentary Oscar.

For China, how Japan remembers the so-called Rape of Nanking, as the city was then known in the West, has become a test of how contrite its neighbour is about its brutal occupation of much of the country from the 1930s up to 1945. Seventy years on, the former foes still cannot agree on what happened.

"There is one indisputable fact: there was no massacre at Nanjing," Mizushima told an audience of mostly elderly men after they had stood to sing the national anthem. "We don't want our children to grow up thinking Japan is a barbarian country.

"A preview of the highlights of the film, which is backed by ultra-conservatives including Tokyo governor Shintaro Ishihara, included newsreel footage of Japanese Imperial army officers entering Nanjing on horseback while soldiers stand to attention.

" invented by Americans and Europeans living in Nanjing at the time.

10897302082?profile=original

 

10897302293?profile=original

NASCHRIFT

 

Uit het grote werk van R. Kousbroek heb ik op het eind van mijn serie commentaren gemeend een aantal kernwoorden te moeten halen. Kernwoorden die hoofdbestanddelen vormen in het immense werk en belangrijke onderdelen zijn geworden. Deze onderdelen zijn bijvoorbeeld de misverstanden die bij velen (zowel de Indisch/Nederlandse gemeenschap en andere  Indo/Europeanen als bij de Hollanders die geïnterneerd waren door Japanners tijdens WO II en de oorlogsverschrikkingen aan den lijve hadden ervaren), zijn ontstaan over het historisch beeld (in de geschiedschrijving met name) dat ze hadden en veelal nog hebben van de bezetting door Japan van het voormalig Nederlands Indië: het begin van de WO II in de Nederlandse kolonie.

Voor de Hollandse kolonialen en de Indo/Europeanen was deze bezetting dermate traumatisch, dat ze na de oorlog, nog in shock verkeren, denkend waarom zij in hemelsnaam allen slachtoffer (in  enge en tragische zin) zijn geworden van een (Aziatisch) volk – een buurland - waarvan niemand iets kwaads vermoedde. De schrijver tracht in zijn werk alles zo goed mogelijk op een rijtje te krijgen en het is hem in grote lijnen gelukt. De analyses van de tijdsperiodes en historische achtergronden hoe het zover kwam met Japan en het begin van het werelddrama wist hij met bronnenmateriaal en intensieve research in verschillende archieven helder weer te geven. Wanneer het ging om de oorlogservaringen en de verschrikkingen van groepen mensen, verschillende gemeenschappen en individuen, valt het telkens weer op dat de in het werk beschreven betrokkenen heel verschillende visies op na houden, zoals bijvoorbeeld hoe – in superlatieven - dat bij de een erger was geweest dan bij de ander. Het lijkt voor een buitenstaander op een competitie wanneer er bij voortduring dit soort vergelijkingen worden getroffen. Ik ben ervan overtuigd dat het van betrokkenen niet bewust de bedoeling was de dramatische gebeurtenissen constant in die verhoudingen te zien. Het ging immers om de oorzaak en de veroorzaker voor de tragiek in hun levens met alle gevolgen van dien: een traumatische klap waar men thans nog onder gebukt gaat en dat zich op diverse wijzen uit of zich in het geheel verbergt. Ik meen uit talloze bronnen en individuele verhalen te weten dat groepen mensen de schrijver een zeker gebrek verwijten, een onvermogen tot ‘invoelen’ (niet zozeer empathie) en het juiste begrip dat erbij hoort waarover hij veelal werd aangevallen.

 

Er is hier geen sprake van wie er gelijk heeft, om de simpele reden dat er door betweterigen (met inbegrip van historici) ook nog tegenstrijdige geschiedschrijvingen aan zijn toegevoegd wat dit alles voor eenieder nog vager en ondoordringbaar maakt. Immers, we kennen de schrijver als een felle polemist die graag provoceert.

 

In dit grote werk van de schrijver, heeft hij getracht, naar ik oprecht meen, zuiverheid en helderheid te verschaffen uit een periode die hem en ons in de duisternis en ellende heeft gestort. Desondanks geloof ik dat de schrijver zijn hart op  de goede plaats heeft en niet de bedoeling had mensen, groepen van mensen of gemeenschappen te kwetsen, ook al lijkt het anders te zijn opgevat of waargenomen door betrokkenen. Een verschil van opvatting of mening blijkt in de loop van zo veel jaren tot een groot misverstand te zijn uitgegroeid, wat ik zelf zeer jammer vind en betreur. Zelf heb ik dit werk met mijn kritieken becommentarieerd; ook ik ben met hem niet altijd eens en dat heb ik daar vaak laten blijken, niettemin blijft hij een groot schrijver.

Met dit werk heeft de schrijver een ware Sisyphusarbeid verricht. Een kostbaar document  geworden in de geschiedschrijving van het voormalig Nederlands Indië en de grote bijdrage aan de Nederlandse geschiedenis, wat veel lof verdiend.

 

ICM-  Columnist / respondent  Pjotr Xerxes Siccama

 

 

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives