AMSTERDAM - Dat wrakken van tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de kust van Maleisië tot zinken gebrachte Nederlandse onderzeeboten nu ook geheel of deels zijn verdwenen, is weinig verrassend. Er zijn al jaren berichten over grafplunderaars in deze wateren. De Nederlandse wrakduiker Tino de Rijk zegt zich geen illusies te maken. „Uiteindelijk zal alles wat daar ligt verdwijnen.”
De onderzeeboot O 16.
Ⓒ WIKIPEDIA
Tino de Rijk heeft veel ervaring als wrakduiker in Aziatische wateren. „De marines beloven te waken over de wrakken, maar feitelijk is dat alleen lippendienst bewijzen”, stelt De Rijk. „En je kunt het hun niet eens kwalijk nemen; met zulke lange kusten en beperkte capaciteit is het logisch dat de prioriteit niet bij het bewaken van onze oorlogswrakken ligt.”
De oudijzerpiraten zijn rond Maleisië minstens zo actief als in de Javazee, waar eerder onder andere Nederlandse scheepswrakken illegaal naar boven werden gehaald. Al in 2013 kreeg het ministerie van Defensie waarschuwingen dat bergingsschepen werden gezien in de buurt van de plek waar onderzeeboot O 16 op 15 december 1941 in de Zuid-Chinese Zee op een mijn liep en zonk. Hierbij stierven 41 opvarenden. Een zegsman kwalificeerde de waarschuwing als ’zeer zorgwekkend’.
Scheepsslopers
Ook Japanse oorlogsbodems zijn in de Zuid-Chinese Zee ten prooi gevallen aan scheepsslopers. In Australië ontstond grote ophef toen bleek dat ze zich hadden vergrepen aan de HMAS Perth. Het Australian Institute for Maritime Archeology presenteerde vorig jaar bewijzen waaruit bleek dat er rond Maleisië en Indonesië 48 wrakken zijn geplunderd door Maleisische bedrijven, die daarvoor ploegen Chinezen met drijvende bokken en knijpkranen op pad sturen.
Minister Bijleveld (Defensie) moest vrijdag de Tweede Kamer melden dat van de O 16 slechts restanten op de zeebodem aanwezig zijn. En dat van een in dezelfde wateren gezonken onderzeeër – de KXVII – alleen een afdruk in de zeebodem resteert. De boten voeren na de capitulatie van Nederlands-Indië onder Brits commando en hadden Singapore als thuishaven. De O 16 stond onder commando van Anton Bussemaker, grootvader van oud-minister Jet Bussemaker.
De O 16 die op 15 december 1941 in de Zuid-Chinese Zee op een mijn liep, stond onder commando van Anton Bussemaker.
Ⓒ DEFENSIE
Dat ook deze zeemansgraven grotendeels zijn verdwenen, werd ontdekt door een Nederlands/Maleisische expeditie die nog in het gebied aanwezig is. Die bestaat van Nederlandse kant uit medewerkers van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en de Duikgroep van de Koninklijke Marine. Het doel van de expeditie is om na het tekenen van een overeenkomst over de bescherming van de wrakken vast te stellen hoe ze erbij liggen. De deskundigen hebben vooral onderzoek met sonar gedaan. Dat werd uitgevoerd door het Remus-team van de marine. Komende week komt waarschijnlijk meer informatie beschikbaar.
Eind 2017 kwam, na onderzoek van duikers die de wrakken eerder terugvonden, vast te staan dat er drie Nederlandse oorlogsschepen waren verdwenen van de bodem van de Javazee. De Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Java en Hr.Ms. Kortenaer. De schepen zijn opgedregd en verkocht als oudijzer.
Opmerkingen